Gemeentelijk besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014

Transcriptie

1 Gemeentelijk besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Vastgesteld d.d. 28 januari 2014

2 Inhoudsopgave blz. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 4 Artikel 1 Begripsbepalingen... 4 Artikel 2 Criteria toekenning individuele voorziening... 4 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 6 Artikel 3 Regels rond verstrekking en verantwoording... 6 Hoofdstuk 3 Eigen bijdragen en eigen aandeel... 8 Artikel 4 Omvang van de eigen bijdragen en eigen aandeel... 8 Artikel 5 Inning eigen bijdrage... 8 Artikel 6 Duur eigen bijdrage... 8 Hoofdstuk 4 Hulp bij het huishouden... 9 Artikel 7 Omvang hulp bij het huishouden... 9 Artikel 8 Eigen bijdrage hulp bij het huishouden... 9 Artikel 9 Hoogte persoonsgebonden budget... 9 Artikel 10 Wijzigen keus... 9 Hoofdstuk 5 Wonen in een geschikt huis Paragraaf 1 Algemeen Artikel 11 Individuele woonvoorziening Artikel 12 Eigen bijdrage Paragraaf 2 Verhuiskosten Artikel 13 Hoogte tegemoetkoming verhuiskosten Paragraaf 3 Bouwkundige- en woontechnische woonvoorzieningen Artikel 14 Primaat van verhuizing Artikel 15 In aanmerking komende kosten Artikel 16 Maximale vergoeding Artikel 17 Afschrijving Artikel 18 Terugbetaling bij verkoop Artikel 19 Hoogte persoonsgebonden budget Artikel 20 Hoogte persoonsgebonden budget in verband met kosten voor het verwerven van grond Artikel 21 Overige woonvoorzieningen Paragraaf 4 Niet bouwkundige- en niet woontechnische woonvoorzieningen Artikel 22 Hoogte persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel voor de woning Artikel 23 Hoogte persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming voor kosten van onderhoud, keuring en reparatie Artikel 24 Hoogte financiële tegemoetkoming in verband met tijdelijke huisvesting Artikel 25 Hoogte financiële tegemoetkoming in verband met huurderving Artikel 26 Hoogte financiële tegemoetkoming in verband met het verwijderen van voorzieningen Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en om de woning Artikel 27 Individuele voorziening Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 2

3 Artikel 28 Geen eigen bijdrage voor rolstoelen Artikel 29 Hoogte persoonsgebonden budget voor een rolstoel Hoofdstuk 7 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Artikel 30 Individuele vervoersvoorziening Artikel 31 Eigen bijdrage Artikel 32 Hoogte persoonsgebonden budget Artikel 33 Collectieve vervoersvoorziening Artikel 34 Hoogte financiële tegemoetkoming individuele vervoersvoorziening Hoofdstuk 8 Medemensen ontmoeten en sociale verbanden aangaan Artikel 35 Hoogte financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel Artikel 36 Hoogte financiële tegemoetkoming voor een participatievoorziening Hoofdstuk 9 Terugvordering en verrekening Artikel 37 Terugvordering van een voorziening Artikel 38 Afschrijvingssystematiek Artikel 39 Verrekening van een voorziening Artikel 40 Terugvordering van een persoonsgebonden budget bij hulp bij het huishouden Hoofdstuk 10 Slotbepalingen Artikel 41 Intrekking Artikel 42 Inwerkingtreding Artikel 43 Citeertitel BIJLAGE BIJLAGE Afkortingenlijst Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 3

4 Burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard; gelet op artikel 5 lid 1 Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 23 van de Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Lingewaard 2012; besluiten vast te stellen het volgende: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Verordening: Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Lingewaard Besluit: Gemeentelijk besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard. Persoonsgebonden budget (pgb): een geldbedrag waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de in deze verordening en het Besluit maatschappelijke ondersteuning Lingewaard te stellen regels van toepassing zijn. Financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de aanvrager. Algemeen gebruikelijk: naar geldende maatschappelijke normen tot het gangbare gebruiks- dan wel bestedingspatroon van een persoon als de aanvrager behorend. Goedkoopst compenserend: niet duurder dan noodzakelijk en naar objectieve maatstaven doeltreffend, doelmatig en afgestemd op de specifieke situatie van de cliënt. ADL-woning: Woning voor zelfstandig wonende bewoners die zijn aangewezen op persoonlijke assistentie bij algemene dagelijkse levensverrichtingen. Voorziening in natura: een voorziening die in eigendom, in bruikleen, in huur of in de vorm van persoonlijke dienstverlening wordt verstrekt. Artikel 2 Criteria toekenning individuele voorziening In artikel 18 van de verordening is vastgelegd, dat een individuele voorziening verstrekt wordt in natura, als pgb of als financiële tegemoetkoming. De criteria die daarbij gehanteerd worden zijn de volgende: Voorziening in natura Het uitgangspunt van een voorziening in natura is, dat deze niet in de vorm van geld wordt verstrekt. De voorziening wordt in bruikleen verstrekt. Bij de hulp bij het huishouden ontvangt de belanghebbende hulp in de vorm van een persoon, die de dienstverlening verzorgt. Bij bruikleen komt de voorziening na gebruik terug bij de gemeente en kan deze hergebruikt worden. In beginsel worden alle voorzieningen die voor hergebruik in aanmerking komen, in natura verstrekt. De belanghebbende kan kiezen of deze een voorziening in natura of als pgb wil ontvangen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 3.2 van het Besluit. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 4

5 Financiële tegemoetkoming Bij een financiële tegemoetkoming heeft de vergoeding voor een voorziening bijna altijd betrekking op een deel van de meerkosten. Voorbeelden van de vorm van verstrekking zijn: verhuiskosten; vervoerskosten; sportrolstoel; tijdelijke huisvesting; huurderving. Persoonsgebonden budget Een pgb is een geldsom waarmee de belanghebbende de aanschaf van een voorziening kan betalen dan wel een dienstverlening kan inkopen. De belanghebbende kan kiezen of hij een voorziening in natura of in de vorm van een pgb wil ontvangen, met uitzondering van de situatie als genoemd in art 3.2. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 5

6 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel 3 Regels rond verstrekking en verantwoording 3.1 Verzoek aanvrager Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een pgb vindt plaats op verzoek van de aanvrager. 3.2 Geen verstrekking persoonsgebonden budget Verstrekking als pgb vindt niet plaats indien: a er een algemene passende voorziening is, die een goede en snelle oplossing biedt; b er sprake is van overwegende bezwaren zoals bedoeld in artikel 20 van de verordening. Deze zijn er in ieder geval indien op grond van aanwijzingen, die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden, blijkt, dat de aanvrager problemen zal hebben bij het op een verantwoorde wijze omgaan met een pgb. 3.3 Verantwoording van het persoonsgebonden budget 1 De verantwoording van het pgb door de budgethouder aan het college vindt plaats: a conform het vastgestelde resultaat om een participatieprobleem op te lossen dat in het besluit op de aanvraag is opgenomen; b de belanghebbende is verplicht om alle administratie betreffende de aanschaf van een voorziening gedurende een periode van 5 jaar te bewaren. c bij hulp bij het huishouden: steekproefsgewijs waarbij de steekproef minimaal een omvang heeft van 5 % van de verstrekte pgb s, na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar; 2 De bescheiden die daarbij verstrekt dienen te worden zijn: a bij de aan te schaffen voorziening: - de nota/factuur van de aangeschafte voorziening; - een betalingsbewijs van de aangeschafte voorziening; - het onderhouds/reparatiecontract (inclusief bewijs betaalde premie). b bij hulp bij het huishouden: - een overzicht van de salarisadministratie, zorgovereenkomst met betaalbewijs van budgethouder en zorgverlener. 3 Wanneer een pgb wordt aangewend voor hulp bij het huishouden, legt de budgethouder verantwoording af aan het college of de door de gemeente aangewezen uitvoerende instantie. 3.4 Betaling persoonsgebonden budget 1 De betaling van het toegekende pgb voor de hulp bij het huishouden gebeurt per periode van 4 weken en bij voorschot. 2 De betaling van de overige pgb s geschiedt na indiening van de nota. 3.5 Onderhoud en reparatie Voor regelmatige onderhoudsbeurten en voor de kosten van reparatie wordt ieder jaar in de maand maart 4% van het pgb-bedrag waarmee de voorziening is aangeschaft, op rekening van de budgethouder gestort. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 6

7 3.6 Persoonsgebonden budget service en bemiddeling 1 De belanghebbende heeft de mogelijkheid om hulp bij het huishouden te ontvangen via een zogeheten persoonsgebonden budget service en bemiddeling (pgb seb) wanneer het gaat om de variant hulp bij het huishouden 1 (hbh1). 2 De aanbieder van pgb seb bemiddelt bij het vinden van een hulp in de huishouding. 3 De aanbieder zorgt voor het opstellen van het arbeidscontract, het doorgeven van het aantal geïndiceerde uren aan het CAK en verantwoordt de inzet van pgb-gelden aan de gemeente. 4 Het pgb wordt met toestemming van belanghebbende overgemaakt aan de gemaksdienst. 5 Het uurtarief voor het pgb, bedoeld in dit artikel, is hetzelfde als het tarief genoemd in artikel 9. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 7

8 Hoofdstuk 3 Eigen bijdragen en eigen aandeel Artikel 4 Omvang van de eigen bijdragen en eigen aandeel De eigen bijdrage bedraagt nooit meer dan de daadwerkelijke kosten van de voorziening. Het CAK berekent en int de inkomensafhankelijke eigen bijdrage als volgt: 4.1 Omvang eigen bijdrage van een ongehuwde jonger dan 65 jaar Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 dienen te betalen bedraagt 19,00 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven ,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden, 15 % bedraagt tot het landelijk vastgelegde maximumbedrag (*). 4.2 Omvang eigen bijdrage van een ongehuwde van 65 jaar en ouder Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt 19,00 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven ,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden, 15 % bedraagt tot het landelijk vastgelegde maximumbedrag (*). 4.3 Omvang eigen bijdrage van gehuwden waarbij één van beiden jonger dan 65 jaar Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt 27,20 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven ,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden, 15 % bedraagt tot het landelijk vastgelegde maximumbedrag (*). 4.4 Omvang eigen bijdrage van gehuwden, beiden ouder dan 65 jaar Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt 27,20 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven ,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden, 15 % bedraagt tot het landelijk vastgelegde maximumbedrag (*). Artikel 5 Inning eigen bijdrage Indien er een eigen bijdrage van toepassing is, zal de inning ervan geschieden door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Artikel 6 Duur eigen bijdrage Indien een voorziening bestaat uit een roerende zaak die in eigendom wordt verstrekt of uit een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die eigendom is van de aanvrager, wordt gedurende een periode van negenendertig maal vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van een financiële tegemoetkoming gedurende die periode een met toepassing van het in artikel 4 vastgesteld bedrag in mindering gebracht. * Bedragen per en worden jaarlijks bij ministeriële regeling geïndexeerd. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 8

9 Hoofdstuk 4 Hulp bij het huishouden Artikel 7 Omvang hulp bij het huishouden 1 De omvang van de hulp bij het huishouden wordt bepaald aan de hand van de noodzakelijk te verrichten activiteiten. 2 De tijdsnormering van de noodzakelijk te verrichten activiteiten is opgenomen in bijlage 1. Artikel 8 Eigen bijdrage hulp bij het huishouden 1 Het college brengt een eigen bijdrage in rekening voor de hulp bij het huishouden zoals bedoeld in de artikelen 10 en 12 tot en met 14 van de verordening. 2 Het tarief voor de hulp bij het huishouden bedraagt 19,90 per uur voor hbh 1 en 22,09 voor hbh 2 met inachtneming van de inkomensafhankelijke bijdrage, zoals bepaald in artikel 4 van dit besluit 1. Artikel 9 Hoogte persoonsgebonden budget 1 De hoogte van het pgb is vastgesteld op 15,00 per geïndiceerd uur. De hoogte van de toeslag voor een pgb seb bedraagt 2, De uitbetaling van het pgb geschiedt bruto, waarna de verschuldigde eigen bijdrage door het CAK berekend wordt. Artikel 10 Wijzigen keus 1 Gedurende het kalenderjaar kan degene die hulp bij het huishouden ontvangt éénmaal de vorm van de verstrekking wijzigen van of naar pgb of in natura. 2 Het vorige lid kan buiten toepassing gelaten worden als naar het oordeel van het college een dwingende reden daartoe aanleiding geeft. 1 Prijs per 1 januari Bedragen kunnen jaarlijks worden geïndexeerd. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 9

10 Hoofdstuk 5 Wonen in een geschikt huis Paragraaf 1 Algemeen Artikel 11 Individuele woonvoorziening Een individuele woonvoorziening bestaat uit: a. een verhuiskostenvergoeding bestemd voor verhuis- en herinrichtingskosten, zoals bedoeld in artikel 11 lid 4 van de verordening, en wordt verstrekt in de vorm van een financiële tegemoetkoming; b. een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening, en wordt verstrekt in de vorm van een persoonsgebonden budget of als financiële tegemoetkoming; c. een niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorziening, en wordt verstrekt in de vorm van een financiële tegemoetkoming, een persoonsgebonden budget of in bruikleen. Artikel 12 Eigen bijdrage Het college brengt een eigen bijdrage in rekening op de wijze zoals in hoofdstuk 3 is bepaald om wonen in een geschikt huis, zoals bedoeld in artikel 11 van de verordening, mogelijk te maken. Paragraaf 2 Verhuiskosten Artikel 13 Hoogte tegemoetkoming verhuiskosten 1 Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding bedraagt maximaal Het college kan een verhuiskostenvergoeding als bedoeld in het voorgaande lid verstrekken aan: a de aanvrager; b of een persoon die op verzoek van de gemeente, ten behoeve van een aanvrager de woonruimte bestemd voor permanente bewoning heeft ontruimd. 3 Het college verleent slechts een financiële tegemoetkoming, bedoeld in het tweede lid, onder a, indien: verhuizen naar een geschikte of geschikt te maken woning goedkoper is dan het aanpassen van de te verlaten woning; er sprake is van toepassen van het primaat van verhuizen; de aanvrager niet voor het eerst zelfstandig gaat wonen; de aanvrager niet verhuisd is vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is om het hele jaar door bewoond te worden; de aanvrager niet verhuisd is naar een AWBZ-inrichting; in de te verlaten woonruimte ergonomische belemmeringen zijn ondervonden, tenzij het een verhuizing naar een ADL-woning betreft. 4 Het bedrag aan verhuiskostenvergoeding wordt betaald, indien de gemeente de nieuwe woning als adequaat heeft aangemerkt en de verhuizing binnen 12 maanden na verzending van de beschikking heeft plaatsgevonden. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 10

11 5 Voor de tegemoetkoming komen uitsluitende de kosten in aanmerking die direct voortvloeien uit de verhuizing. Paragraaf 3 Bouwkundige- en woontechnische woonvoorzieningen Artikel 14 Primaat van verhuizing Indien de kosten van een bouwkundige- of woontechnische aanpassing het bedrag van ,- te boven gaan, dient de aanvrager te verhuizen naar een geschikte of geschikt te maken woning, tenzij dringende redenen nopen tot een directe aanpassing. Artikel 15 In aanmerking komende kosten Kosten worden vergoed voor zover deze betrekking hebben op de volgende limitatieve lijst: 1 de aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening; 2 de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991; Ad 1 en 2: Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, dan vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt; 3 het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1988 van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woning-aanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woning-aanpassingen; 4 de kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is, tot een maximum van 2% van de aanneemsom; 5 de leges voor zover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening; 6 de verschuldigde en niet verrekenbare- of terugvorderbare omzetbelasting; 7 renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen; 8 de prijs van bouwrijpe grond indien noodzakelijk als niet binnen het oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden, gemaximeerd aan hetgeen gesteld is in artikel 7.4; 9 de door het college (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn; 10 de kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing; 11 de kosten van aansluiting op de openbare nutsvoorziening; 12 de administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de aanvrager, voor zover de kosten onder 1 tot en met 11 meer dan 1000,-- bedragen, 10% van die kosten, met een maximum van 350,--. Artikel 16 Maximale vergoeding Indien het plaatsen van een losse woonunit tot de mogelijkheden behoort en deze als compenserend kan worden gezien, bedraagt de hoogte van de vergoeding maximaal de kosten van het plaatsen van de woonunit indien de aanvrager de losse woonunit niet wenst. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 11

12 Artikel 17 Afschrijving Bij het berekenen van de vergoeding voor een woningaanpassing zal rekening gehouden worden met de normale afschrijving zoals die geldt bij reguliere vervangingen. Artikel 18 Terugbetaling bij verkoop 1 De eigenaar-bewoner, die een woonvoorziening heeft ontvangen, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De woonvoorziening dient te worden terugbetaald met een jaarlijkse waardevermindering van 10%, gerekend vanaf het eerste jaar van het gerealiseerd zijn van de voorziening. 2 Terugbetaling door de verkopende eigenaar is niet aan de orde wanneer de nieuwe eigenaar een indicatie voor een woonvoorziening heeft en de nieuwe woning als compenserend aangemerkt kan worden. Artikel 19 Hoogte persoonsgebonden budget De hoogte van het pgb voor een woonvoorziening komt overeen met de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst compenserende voorziening in natura. Artikel 20 Hoogte persoonsgebonden budget in verband met kosten voor het verwerven van grond Voor zover het voorzieningen betreft ten behoeve van het uitbreiden van bestaande woningen, dan wel het groter bouwen van een nieuw te bouwen woning dan zonder die voorzieningen nodig zou zijn, kan het college een pgb verstrekken voor de extra te verwerven grond dat ten hoogste overeenkomt met het aantal vierkante meters per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning, zoals vermeld in bijlage 2. Artikel 21 Overige woonvoorzieningen 1 Gemeenschappelijke ruimten: het college kan een pgb of een financiële tegemoetkoming verlenen voor het treffen van voorzieningen aan een gemeenschappelijke ruimte indien zonder deze woningaanpassing de woonruimte voor de aanvrager ontoegankelijk blijft. 2 Levensduur: Indien de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip ten tijde van indiening van de aanvraag minder dan vijf jaar is of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt of het woonschip niet tenminste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, bedragen de maximale aanpassingskosten 2.400,--. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 12

13 Paragraaf 4 Niet bouwkundige- en niet woontechnische woonvoorzieningen Artikel 22 Hoogte persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel voor de woning Het pgb voor een hulpmiddel voor de woning wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de voor de gemeente goedkoopst compenserende voorziening. Artikel 23 Hoogte persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming voor kosten van onderhoud, keuring en reparatie Het college verleent alleen een pgb of een financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie indien de betreffende woonvoorziening in het kader van de verordening en het besluit is verleend. Het pgb wordt vastgesteld op de wijze zoals in artikel 3.5 weergegeven. Artikel 24 Hoogte financiële tegemoetkoming in verband met tijdelijke huisvesting 1 Het college kan een financiële tegemoetkoming verstrekken in de kosten van tijdelijke huisvesting die door de aanvrager moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van: a zijn huidige woonruimte; b de door de aanvrager nog te betrekken woonruimte. 2 De financiële tegemoetkoming als bedoeld onder lid 1 a en b wordt verleend uitsluitend voor de periode dat de aan te passen woonruimte ten gevolge van het realiseren van de woningaanpassing niet bewoond kan worden en de aanvrager als gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan. 3 De maximale termijn waarvoor een financiële tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid wordt toegekend, bedraagt zes maanden. 4 Het college verleent uitsluitend een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting als bedoeld in het eerste lid indien deze kosten gemaakt zijn voor: a. het tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte; b. het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte of c. het langer aanhouden van de te verlaten woonruimte. 5 Het college verleent een financiële tegemoetkoming ter hoogte van de werkelijk gemaakte kosten met een maximum van 450,- per maand voor de kosten zoals bedoeld in het vierde lid onder a en c en met een maximum van 225,- per maand voor de kosten als bedoeld in het vierde lid onder b. Artikel 25 Hoogte financiële tegemoetkoming in verband met huurderving 1 In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan 4.750,- is aangepast, kan het college een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de aangepaste woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal zes maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt. 2 De leegstand van de desbetreffende woning dient binnen 4 weken bij de gemeente te worden gemeld. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 13

14 3 Er wordt geen vergoeding verstrekt, indien de termijn van het vorige lid is verstreken. 4 De hoogte van de financiële tegemoetkoming, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld op de helft van de werkelijke kosten met een maximum van 250,- per maand. Artikel 26 Hoogte financiële tegemoetkoming in verband met het verwijderen van voorzieningen Het college verleent slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van het verwijderen van voorzieningen indien: a de kosten van de aanpassing van de woonruimte meer hebben bedragen dan ,-; b de woning langer dan zes maanden leeg staat; c de aanpassingen zo specifiek zijn, dat het door de aanwezigheid van de voorzieningen niet mogelijk is om de woning aan een niet-gehandicapte te verhuren. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 14

15 Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en om de woning Artikel 27 Individuele voorziening Een individuele voorziening voor het verplaatsen in en om de woning kan bestaan uit: a. een rolstoel voor verplaatsing binnen, dan wel voor verplaatsing binnen en buiten de woonruimte, dan wel een aanpassing daaraan; b. een tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, gebruik en reparatie; c. een tegemoetkoming in de kosten van accessoires, die voor doelmatig gebruik noodzakelijk zijn. De voorziening wordt verstrekt in natura (bruikleen) of als persoonsgebonden budget. Artikel 28 Geen eigen bijdrage voor rolstoelen Ingevolge artikel 4.1 lid 4 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (AMvB van 2 oktober 2006) is voor een rolstoel geen eigen bijdrage verschuldigd. Artikel 29 Hoogte persoonsgebonden budget voor een rolstoel Het pgb voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 15

16 Hoofdstuk 7 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Artikel 30 Individuele vervoersvoorziening Een individuele vervoersvoorziening kan bestaan uit: a een verplaatsingsmiddel dat in natura of als pgb, met inachtneming van artikel 3 lid 2 van dit besluit, wordt verstrekt; en/of b een vergoeding voor vervoerskosten, die als financiële tegemoetkoming of als forfaitaire vergoeding wordt verstrekt. Artikel 31 Eigen bijdrage Het college brengt een eigen bijdrage in rekening op de wijze zoals in hoofdstuk 3 is bepaald om het lokaal verplaatsen per vervoermiddel, zoals bedoeld in artikel 16 van de verordening, mogelijk te maken. Artikel 32 Hoogte persoonsgebonden budget Het pgb voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening in natura. Artikel 33 Collectieve vervoersvoorziening Degene die in aanmerking komt voor het cvv ontvangt een vervoerspas voor het lokale verplaatsen. Deze vervoerspas op basis van een Wmo-indicatie biedt de mogelijkheid tot 5 zones per rit voor een aangepast tarief van 0.55 per zone 3 te reizen. Artikel 34 Hoogte financiële tegemoetkoming individuele vervoersvoorziening 1 Aan degene die om medische redenen geen gebruik kan maken van het cvv en daarmee geen gebruik kan maken van een voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 16 van de verordening, wordt een financiële tegemoetkoming van maximaal 600,- toegekend. 2 Voor de aanvrager die in het kader van een geïndiceerde vervoersvoorziening tevens beschikt over een ander vervoersmiddel in natura bedraagt de vergoeding de helft van de onder het eerste lid vermelde en toepasselijke bedrag dan wel een kwart daarvan indien sprake is van een verminderde individuele vervoersbehoefte. 3 Voor de aanvrager die naast de vervoerspas over een andere vervoersvoorziening beschikt bedraagt het maximaal te gebruiken aantal zones 350 dan wel 175 indien sprake is van een verminderde individuele vervoersbehoefte. 4 Wanneer het toegekende bedrag uit het eerste lid van dit artikel aantoonbaar ontoereikend is, kan op basis van declaratie het meerdere vergoed worden tot maximaal 400,-. 5 Voor zover de behoeften van twee gehandicapte echtgenoten niet samenvallen wordt niet meer dan anderhalf maal een enkele tegemoetkoming toegekend. 3 Prijspeil Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 16

17 Hoofdstuk 8 Medemensen ontmoeten en sociale verbanden aangaan Artikel 35 Hoogte financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel De financiële tegemoetkoming bedraagt 2200,- welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar. Artikel 36 Hoogte financiële tegemoetkoming voor een participatievoorziening 1 Het college verstrekt aan een persoon een financiële tegemoetkoming in de meerkosten van een participatievoorziening, voor de aanschaf van een hulpmiddel inclusief het onderhoud. 2 De in het vorige lid bedoelde financiële tegemoetkoming bedraagt maximaal 150,-. 3 De financiële tegemoetkoming wordt verstrekt voor een periode van 2 jaar. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 17

18 Hoofdstuk 9 Terugvordering en verrekening Artikel 37 Terugvordering van een voorziening Indien een belanghebbende met een pgb een voorziening heeft aangeschaft, en hij de voorziening op de door de gemeente bedoelde wijze niet meer gebruikt of niet meer kan gebruiken, moet de belanghebbende of de nabestaande(n) de waarde van de desbetreffende voorziening volgens de in artikel 38 beschreven afschrijvingssystematiek terug betalen aan de gemeente dan wel de voorziening binnen een redelijke termijn aan de gemeente retourneren. Artikel 38 Afschrijvingssystematiek 1 Bij de terugvordering van de in artikel 37 bedoelde waarde, wordt uitgegaan van een gemiddelde afschrijvingstermijn van zeven jaar. 2 De restwaarde is als volgt: de aanschafkosten minus het aantal maanden dat de voorziening gebruikt is. 3 Indien voorzieningen zeer intensief worden gebruikt, kan worden afgeweken van de gemiddelde afschrijvingsduur van 7 jaar, als de budgethouder aannemelijk maakt, dat in verband met bijzondere omstandigheden door intensief gebruik een eerdere afschrijving noodzakelijk is. Artikel 39 Verrekening van een voorziening 1 Indien een belanghebbende met een pgb een voorziening heeft aangeschaft, en hij de voorziening binnen de afschrijvingstermijn van zeven jaar niet meer gebruikt, omdat deze niet meer adequaat is, wordt de waarde van de desbetreffende voorziening verrekend met een eventueel nieuw toe te kennen pgb. De waarde van de voorziening is gebaseerd op de afschrijvingssystematiek, zoals bedoeld in artikel 38, derde lid. 2 Verrekening zoals bedoeld in het eerste lid vindt niet plaats, indien de belanghebbende de desbetreffende voorziening binnen een redelijke termijn aan de gemeente schenkt. Artikel 40 Terugvordering van een persoonsgebonden budget bij hulp bij het huishouden Indien de belanghebbende een pgb ontvangt en met de geldsom hulp bij het huishouden inkoopt, en het verschil tussen het pgb en de feitelijke kosten van de voorziening bedraagt op jaarbasis 250,- of minder, vindt geen terugvordering plaats. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 18

19 Hoofdstuk 10 Slotbepalingen Artikel 41 Intrekking Met de inwerkingtreding van dit Besluit wordt het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 2013 gelijktijdig ingetrokken. Artikel 42 Inwerkingtreding Dit Besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking met terugwerkende kracht per 1 januari Artikel 43 Citeertitel Dit Besluit kan worden aangehaald als: het Gemeentelijk besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Aldus vastgesteld in de vergadering van xx yy de secretaris, de voorzitter, J. Wijnia M.H.F. Schuurmans-Wijdeven Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 19

20 BIJLAGE 1 Indicatierichtlijn Hulp bij het Huishouden Wettelijke grondslag:titel 4.3 Awb. Datum vaststelling: 18 december 2012 Datum inwerkingtreding: 1 januari 2013 Normtijden Ten behoeve van de normtijden wordt niet uitgegaan van de werkelijke grootte van de woning maar alleen van de dagelijks in gebruik zijnde kamers. Het betreft de woonkamer, slaapkamer(s) en hobby- /werkkamer(s). Er wordt daarbij vanuit gegaan dat een badkamer altijd aanwezig is. Per huishoudelijke taak geldt de onderstaande normtijd (per week). Boodschappen voor het dagelijkse leven doen Omschrijving Boodschappenlijst samenstellen Boodschappen inkopen Boodschappen opslaan Normtijd Factoren meer hulp Leefeenheid > 4 personen Afstand tot dichtstbijzijnde winkel is > 5 kilometer 60 minuten per week + 60 minuten + 30 minuten Bijzonderheden Er wordt uitgegaan van een boodschappendienst, bezorgdienst of vrijwilligers. In principe wordt geen indicatie afgegeven t.b.v. het doen van boodschappen. Indien dit wel noodzakelijk zou zijn, eerst overleg. Broodmaaltijd bereiden Omschrijving Broodmaaltijd bereiden (smeren) Broodmaaltijd klaar zetten, tafel dekken Koffie/thee zetten Afwassen of in/uitruimen vaatwasmachine Normtijd 15 minuten per keer, maximaal 1x per dag Factoren meer hulp Kind(eren) < 12 jaar 20 minuten Bijzonderheden Indicatie t.b.v. broodmaaltijden vanuit AWBZ-normen geïndiceerd, in combinatie met verzorging s ochtends. Als voorliggende voorziening kan men gebruik maken van een rollator of strijkkruk zodat zittend een boterham gesmeerd kan worden. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 20

21 Licht huishoudelijk werk Omschrijving Stof afnemen/ragen Opruimen Bed opmaken Normtijd Eenpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden, woning 3 kamers in gebruik Meerpersoonshuishouden, woning > 3 kamers in gebruik Factoren meer hulp Kind(eren) < 12 jaar Psychogeriatrische problematiek / gedragsproblematiek Allergie of aandoening aan de luchtwegen in een gesaneerde woning 30 minuten 30 minuten 30 minuten 30 minuten 30 minuten 30 minuten Bijzonderheden De uren t.b.v. de functie licht huishoudelijk werk zijn dermate verminderd dat het (structureel) doen van de afwas niet in de functie is meegenomen. Wanneer de cliënt zelf kan afwassen, maar deze voor de hulp laat staan, wordt niet extra geïndiceerd. Wanneer de cliënt in het geheel niet in staat is de afwas te doen, kan hiervoor apart worden geïndiceerd. De afwas doen Omschrijving Afwassen/ afdrogen De afwasmachine in/uitruimen De vaat opruimen Normtijd Eenpersoonshuishouden 15 minuten per keer, max 2 maal per week Meerpersoonshuishouden 15 minuten per keer, max 2 maal per week Bijzonderheden Een afwasmachine is voorliggend. Wanneer iemand kortdurend niet kan afwassen kan je niet verwachten dat een afwasmachine wordt aangeschaft. Omdat de functie licht huishoudelijk werk dermate is verlaagd, kan bij uitzondering worden geïndiceerd voor het afwassen. Indien het noodzakelijk zou zijn, eerst overleg. Zwaar huishoudelijk werk Omschrijving stofzuigen dweilen sanitair schoonmaken keuken schoonmaken deuren afsoppen ramen wassen (binnen) beddengoed verschonen. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 21

22 Normtijd Eenpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden, woning 3 kamers in gebruik Meerpersoonshuishouden, woning > 3 kamers in gebruik Factoren meer hulp Vanaf vierde persoon Psychogeriatrische problematiek / gedragsproblematiek, waardoor extra vervuiling Allergie of aandoening aan de luchtwegen in een gesaneerde woning Hoge vervuilingsgraad, als gevolg van beperkingen, niet door de bestaande leefwijze 90 minuten 90 minuten 120 minuten 30 minuten (max. 60 min) 30 minuten 30 minuten 30 minuten Bijzonderheden Voor de verzorging van dieren wordt geen extra tijd berekend. Het hebben van een hulpdier kan echter wel voor extra vervuiling van de woning zorgen. Wasverzorging Omschrijving kleding sorteren kleding in de wasmachine doen kleding ophangen/afhalen kleding in de droger doen vouwen van kleding kleding in de kast leggen Normtijd Eenpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden Factoren meer hulp Vanaf derde persoon Bedlegerige cliënten Extra bewassing i.v.m. overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies etc. 30 minuten 30 minuten 30 minuten (max 60 min) 30 minuten 30 minuten Bijzonderheden Wanneer een cliënt (of leefeenheid) deelactiviteiten zelf kan dit in mindering brengen op de normtijd Strijken Omschrijving strijken van kleding Normtijd Eenpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden 30 minuten 60 minuten Factoren meer hulp Kind(eren) < 16 jaar Extra bewassing i.v.m. overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies etc. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 22

23 Bijzonderheden Strijken van de bovenkleding is opgenomen in de normtijd. Extra tijd voor strijken van onderkleding en/of beddengoed is alleen mogelijk indien dit medisch noodzakelijk is. Er wordt vanuit gegaan dat extra was als gevolg van bedlegerigheid, extra bewassing etc. niet leidt tot meer strijkwerk. Cliënt heeft ook een verantwoordelijkheid in het aanschaffen van kleding die niet of nauwelijks gestreken hoeft te worden. Verzorging en/of tijdelijke opvang van kinderen Omschrijving Het gaat hierbij om een ouder die ten gevolge van beperkingen tijdelijk niet in staat is de verzorging en/of opvang van gezonde kinderen uit te voeren. Denk daarbij aan de persoonlijke verzorging, begeleiding en opvoedingsactiviteiten en het bereiden van maaltijden. Normtijd Naar bed brengen / uit bed halen Wassen en kleden Eten en/of drinken geven Babyvoeding: flesje / borstvoeding Luier verschonen Naar school / crèche brengen / halen Factoren meer hulp Indien opvang noodzakelijk is 10 minuten per keer per kind 30 minuten per dag per kind 20 minuten per broodmaaltijd 25 minuten per warme maaltijd 20 minuten per keer per kind 10 minuten per keer per kind 15 minuten per keer per gezin Tot 40 uur per week Bijzonderheden Maximale duur voor opvang is 3 maanden Bijzonderheden Specifieke voorliggende voorzieningen voor opvang; zorgverlof, crèche, kinderopvang, buitenschoolse/tussenschoolse opvang, gastouder, etc. Dagelijkse organisatie van het huishouden Omschrijving Organisatie van huishoudelijke activiteiten Plannen en beheren van middelen m.b.t. het huishouden Normtijd Factoren meer hulp Kind(eren) < 16 jaar Psychogeriatrische problematiek / gedragsproblematiek Communicatieproblemen als gevolg van beperkingen, niet door een taalbarrière 30 minuten 30 minuten 30 minuten 30 minuten Onderstaande inzet van hulp bij het huishouden is afhankelijk van het beleid van de gemeente Lingewaard. Gedacht zou kunnen worden aan situaties zoals beschreven bij (dreigende) overbelasting Hulp bij ontregelde huishouding in verband met psychische stoornissen Omschrijving van activiteiten Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 23

24 Formuleren doelen / bijstellen doelen m.b.t. het huishouden Helpen handhaven / verkrijgen / herkrijgen van de structuur in het huishouden Helpen handhaven / vergroten van zelfredzaamheid m.b.t. het budget Normtijd 30 minuten Bijzonderheden Specifieke voorliggende voorzieningen: algemeen maatschappelijk werk, AWBZ-begeleiding. Advies, instructie en voorlichting (gericht op het huishouden) Omschrijving van activiteiten Instructie omgaan met (technische) hulpmiddelen Instructie huishoudelijke taken; boodschappen doen, maaltijd bereiden, het licht huishoudelijk werk, het zwaar huishoudelijk werk, de wasverzorging en de dagelijkse organisatie van het huishouden Normtijd 30 minuten per activiteit, maximaal 90 minuten per week Bijzonderheden De normtijd komt bovenop de normtijd die geldt voor het overnemen van de activiteit. De maximale duur is 6 weken Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 24

25 BIJLAGE 2 Richtlijn uitvoering eigen bijdrage Wettelijke grondslag: Gemeentelijk besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Titel 4.3 Awb. Datum vaststelling: Datum inwerkingtreding: 1 januari 2013 Algemeen In het Gemeentelijk besluit is geregeld dat de eigen bijdrage wordt vastgesteld op de wijze zoals in hoofdstuk 3 is opgenomen. In hoofdstuk 3 staan de normen op grond waarvan de eigen bijdrage wordt berekend door het CAK. De eigen bijdrage wordt alleen gevraagd van personen van 18 jaar en ouder. Als de voorziening in eigendom verstrekt wordt, mag er maximaal 39 perioden (= 3 jaar) een eigen bijdrage worden gevraagd. De eigen bijdrage mag opgelegd worden tot maximaal het bedrag dat aan kostprijs is betaald. In deze richtlijn wordt aangegeven voor welke voorzieningen er een eigen bijdrage opgelegd wordt en hoe die dan berekend kan worden. Waarvoor van toepassing? Deze richtlijn is met ingang van 1 januari 2013 van toepassing voor alle nieuwe aanvragers van een voorziening en vanaf 1 juli 2013 ook voor in het verleden in bruikleen verstrekte voorzieningen. Hulp bij het huishouden Bij hulp bij het huishouden (hbh) wordt een onderscheid gemaakt tussen verstrekking in natura of als persoonsgebonden budget (pgb). Berekening geschiedt op de wijze zoals in hoofdstuk 3 van het Gemeentelijk besluit is opgenomen. 1.1 In natura: de aanbieder van de hbh geeft per periode het aantal uren dat daadwerkelijk hbh is geleverd door aan het CAK. Het CAK berekent dan de eigen bijdrage. 1.2 Pgb: de gemeente geeft dit door aan het CAK. In bruikleen verstrekt Voor de in bruikleen verstrekt voorzieningen wordt op basis van in het verleden verstrekte voorzieningen een prijs berekend die per 4 weken gaat gelden (bruikleenprijs). Op basis van deze prijs berekent het CAK vervolgens de eigen bijdrage. Voor de volgende voorzieningen geldt dan als bedrag waarover de eigen bijdrage berekend gaat worden: 2.1. Scootmobiel: vast bedrag 40,- per 4 weken (kostprijs 3640 = aanschaf en 6jr rep en onderhoud, in totaal 91 perioden) 2.2. Verrijdbare tillift: vast bedrag 40 per 4 weken voor een actieve lift (kostprijs 3640 = aanschaf en 6jr rep en onderhoud); 55 per 4 weken voor een passieve lift (kostprijs 5005 = aanschaf en 6jr rep en onderhoud) 2.3 Fietsen (onder andere driewielfiets, tandems) vast bedrag 30,- per 4 weken (kostprijs 2730 = aanschaf en 6 jr rep en onderhoud) Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 25

26 2.4 Woonunit: vast bedrag 125,- per 4 weken (kostprijs ,- = 91 termijnen) 2.5 Trap- en plafondliften: vast bedrag 30,- per 4 weken (kostprijs 2730,- = aanschaf en 6 jr rep en onderhoud) In eigendom verstrekt Voor deze voorzieningen dient de prijs individueel vastgesteld te worden: factuurbedrag eventueel vermeerderd met de kosten voor onderhoud en reparatie gedurende 6 jaar. Het totaalbedrag wordt dan gedeeld door 39, zijnde het maximaal aantal perioden van 4 weken dat de eigen bijdrage opgelegd mag worden. Inning en betaling geschiedt dan weer op de wijze zoals onder 1 aangegeven. Voorbeelden van voorzieningen: 3.1 Roerende en vaste woonvoorzieningen 3.2 Woningaanpassing 3.3 Autoaanpassing Voor welke voorzieingen wordt geen eigen bijdrage berekend? In de wet zijn een aantal voorzieningen genoemd waarbij geen eigen bijdrage opgelegd mag worden. Dat zijn: 4.1 Financiële vergoedingen (o.a. forfaitaire vervoersvoorziening; verhuiskostenvergoeding; sportrolstoel). 4.2 CVV pas 4.3 Rolstoelen Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 26

27 BIJLAGE 3 AANTAL M2 WAARVOOR EEN FINANCIËLE TEGEMOETKOMING KAN WORDEN GEGEVEN INGEVOLGE ARTIKEL 7.4. HET VERWERVEN VAN GROND Ingevolge artikel 7.4 is het mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal m2 dat voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt is per vertrek (zie onderstaande tabel) gemaximaliseerd. 1 a Aantal m2 waarvoor ten hoogste een financiële tegemoetkoming kan worden verleend, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning Soort vertrek Aantal m2 waarvoor ten hoogste financiële tegemoetkoming wordt verleend in geval van aanbouw van een vertrek Aantal m2 waarvoor ten hoogste financiële tegemoetkoming wordt verleend in geval van uitbreiding van een reeds aanwezig vertrek Woonkamer 30 6 Keuken 10 4 Eenpersoons slaapkamer 10 4 Tweepersoons slaapkamer 18 4 Toiletruimte 2 1 Badkamer: - wastafelruimte doucheruimte 3 2 Entree/gang/hal 5 2 Berging b Het aantal m2 verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor financiële tegemoetkoming in aanmerking komt bedraagt 20 m2. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 27

28 Afkortingenlijst ADL AWBZ BNA CAK PGB SR 1988 : Algemeen dagelijkse levensverrichtingen : Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten : Bond van Nederlandse Architekten : Centraal Administratie Kantoor : persoonsgebonden budget : Stand voorwaarden Rechtsverhouding opdrachtgever architect 1988 van BNA Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 28

29 Toelichting Gemeentelijk besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Vastgesteld d.d. 28 januari 2014 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 29

30 Inhoudsopgave blz. Inleiding 32 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 33 Artikel 1 Begripsbepalingen 33 Artikel 2 Criteria toekenning individuele voorziening 35 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget 36 Artikel 3 Regels rond verstrekking en verantwoording 36 Hoofdstuk 3 Eigen bijdragen, eigen aandeel en besparingsbijdrage 38 Artikel Omvang en innig van de eigen bijdrage en het eigen aandeel 38 Artikel 6 Duur eigen bijdrage 39 Hoofdstuk 4 Hulp bij het huishouden 40 Artikel 7 Omvang hulp bij het huishouden 40 Artikel 8 Eigen bijdrage hulp bij het huishouden 40 Artikel 9 Hoogte persoonsgebonden budget 40 Artikel 1o Wijzigen keus 40 Hoofdstuk 5 Wonen in een geschikt huis 41 Artikel 11 Individuele voorziening 41 Artikel 12 Eigen bijdrage 42 Artikel 13 Hoogte tegemoetkoming verhuiskosten 42 Artikel 14 Primaat van verhuizing 43 Artikel 15 In aanmerking komende kosten 43 Artikel 16 Maximale vergoeding 44 Artikel 17 Afschrijving 44 Artikel 18 Terugbetaling bij verkoop 44 Artikel 19 Hoogte persoonsgebonden budget 44 Artikel 20 Hoogte persoonsgebonden budget in verband met kosten voor het verwerven van grond 44 Artikel 21 Overige woonvoorzieningen 44 Artikel 22 Hoogte persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel voor de woning 45 Artikel 23 Hoogte persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming voor kosten onderhoud, keuring en reparatie 45 Artikel 24 Hoogte financiële tegemoetkoming in verband met tijdelijke huisvesting 45 Artikel 25 Hoogte financiële tegemoetkoming in verband met huurderving 45 Artikel 26 Hoogte financiële tegemoetkoming in verband met het verwijderen van voorzieningen 46 Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en om de woning 47 Artikel 27 Individuele voorziening 47 Artikel 28 Geen eigen bijdrage voor rolstoelen 47 Artikel 29 Hoogte persoonsgebonden budget voor een rolstoel 47 Hoofdstuk 7 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 48 Artikel 30 Individuele vervoersvoorziening 48 Artikel 31 Eigen bijdrage 49 Artikel 32 Hoogte persoonsgebonden budget 49 Artikel 33 Collectieve vervoersvoorziening 49 Artikel 34 Hoogte financiële tegemoetkoming individuele vervoersvoorziening 50 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 30

31 Hoofdstuk 8 Medemensen ontmoeten en sociale verbanden aangaan 51 Artikel 35 Hoogte financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel 51 Artikel 36 Hoogte financiële tegemoetkoming voor een participatievoorziening 51 Hoofdstuk 9 Terugvordering en verrekening 52 Artikel 37 Terugvordering van een voorziening 52 Artikel 38 Afschrijvingssystematiek 52 Artikel 39 Verrekening van een voorziening 52 Artikel 40 Terugvordering van een persoonsgebonden budget bij hulp bij het huishouden 52 Hoofdstuk 10 Slotbepalingen 53 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 31

32 Inleiding In het Gemeentelijk besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (hierna: besluit) zijn alle bedragen bij elkaar gebracht, die op basis van de Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Lingewaard 2012 (hierna: verordening) moeten worden vastgesteld. Daarnaast zijn alle regels waarvoor de verordening een delegatiebepaling voor het college bevat in het besluit ingevuld. Het voordeel van het opnemen van alle bedragen in een besluit is dat bij wijziging van de bedragen (bijvoorbeeld omdat er aan de hand van de prijsindex een bijstelling van bedragen plaatsvindt) niet de verordening gewijzigd moet worden en dus in de Raad besproken en opnieuw vastgesteld moet worden. Bijstelling van het besluit door het college kan aanzienlijk sneller plaatsvinden. De verordening is opgesteld volgens het proces van de kanteling. Kort gezegd komt het er op neer, dat eerst in een keukentafelgesprek alle andere mogelijkheden om te komen tot een bepaald resultaat voor het participatieprobleem dat iemand ondervindt, bekeken worden. Pas als al die opties niet tot het gewenste resultaat leiden, kan als laatste optie overgegaan worden tot het verstrekken van een individuele voorziening. De individuele voorziening wordt daarmee het sluitstuk van de (individuele) ondersteuning. In het besluit komen alle bedragen voor die nodig zijn wanneer een individuele voorziening verstrekt wordt. Daarnaast zijn er regels in opgenomen in welke gevallen een verstrekking toegekend of afgewezen kan worden. Het eerste hoofdstuk regelt algemene zaken als begrippen en toekenningscriteria. Het tweede hoofdstuk noemt een aantal bijzondere regels over het persoonsgebonden budget (pgb), zoals verstrekking en verantwoording. In het derde hoofdstuk wordt de eigen bijdrage en het eigen aandeel behandeld. Hoofdstuk vier geeft regels voor de hulp bij het huishouden, terwijl hoofdstuk vijf dat doet voor het wonen in een geschikt huis. Het zesde hoofdstuk gaat over het verplaatsen in en om de woning, terwijl hoofdstuk 7 gaat over het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. Hoofdstuk acht regelt de laatste individuele voorziening: medemensen ontmoeten en sociale verbanden aangaan. In de hoofdstukken negen en tien worden de terugvordering en enkele slotbepalingen zoals de inwerkingtreding en citeertitel aangehaald. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaard 32