Schoolplan Raamsdonksveer. Datum: 17 juni

Transcriptie

1 Schoolplan Basisschool De Radonkel Raamsdonksveer Datum: 17 juni

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord 1.2 Doelen en functie van het schoolplan 1.3 Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.4 Bijlagen 2 Schoolbeschrijving 2.1 Schoolgegevens 2.2 Kenmerken van het personeel 2.3 Kenmerken van de leerlingen 2.4 Kenmerken van de ouders en de omgeving 2.5 Sterkte-zwakteanalyse 2.6 Landelijke ontwikkelingen 2.7 Verbeterpunten 3 Onderwijskundig beleid 3.1 Kernwaarden missie visie stichting Bravoo 3.2 De kernwaarden, missie en visie van OBS de Radonkel 3.3 Aspecten van opvoeden: Levensbeschouwelijke identiteit 3.4 Aspecten van opvoeden: Sociaal-emotionele ontwikkeling 3.5 Aspecten van opvoeden: Actief burgerschap en sociale cohesie 3.6 De kernvakken: Leerstofaanbod 3.7 Vakken, methodes en toetsinstrumenten 3.8 De kernvakken: Taalleesonderwijs 3.9 De kernvakken: Rekenen en wiskunde 3.10 De kernvakken: Wereldoriëntatie 3.11 ICT 3.12 De kernvakken: Bewegingsonderwijs 3.13 De kernvakken: Engelse taal 3.14 Het lesgeven: Gebruik leertijd 3.15 Het lesgeven: Pedagogisch handelen 3.16 Het lesgeven: Didactisch handelen 3.17 Het lesgeven: Actieve en zelfstandige houding van de leerlingen 3.18 Het lesgeven: Klassenmanagement 3.19 De zorg voor leerlingen: Zorg en begeleiding 3.20 De zorg voor leerlingen: Afstemming 3.21 De zorg voor leerlingen: Passend onderwijs 3.22 De opbrengsten: Opbrengstgericht werken 3.23 De opbrengsten: Opbrengsten 4 Personeelsbeleid 4.1 Integraal Personeelsbeleid 4.2 De organisatorische doelen van de school 4.3 De schoolleiding 4.4 Beroepshouding 4.5 Professionele cultuur 4.6 Werving en selectie 4.7 Introductie en begeleiding 4.8 Taakbeleid Schoolplan

3 4.9 Collegiale consultatie 4.10 Klassenbezoek 4.11 Persoonlijke ontwikkelplannen 4.12 Het bekwaamheidsdossier 4.13 Functionerings- en beoordelingsgesprekken 4.14 Deskundigheidsbevordering - Professionalisering 4.15 Verzuimbeleid 4.16 Mobiliteitsbeleid 4.17 Arbo-beleid 5 Organisatie en beleid 5.1 Organisatiestructuur 5.2 Groeperingsvormen 5.3 Schoolklimaat 5.4 Sociale en fysieke veiligheid 5.5 Interne communicatie 5.6 Externe contacten 5.7 Contacten met ouders 6 Financieel beleid 6.1 Lumpsum financiering, ondersteuning en gesprekken 6.2 Sponsoring 7 Zorg voor kwaliteit 7.1 Kwaliteitszorg algemeen 7.2 Meervoudige publieke verantwoording 7.3 Wet- en regelgeving 7.4 Strategisch beleid 7.5 Inspectiebezoeken 7.6 Vragenlijst Leraren 7.7 Vragenlijst Leerlingen 7.8 Vragenlijst Ouders 7.9 Het evaluatieplan Planning vragenlijsten 8 Verbeterpunten Meerjarenplanning Meerjarenplanning Meerjarenplanning Meerjarenplanning Formulier "Instemming met schoolplan" 14 Formulier "Vaststelling van schoolplan" Schoolplan

4 1 Inleiding 1.1 Voorwoord Het schoolplan is een verantwoording- en planningsdocument. In het schoolplan beschrijven we de huidige kwaliteit en formuleren we tevens verbeterdoelen voor een periode van 4 jaar ( ). De onderscheiden beleidsterreienen in dit schoolplan komen (deels) overeen met de kwaliteitsaspecten, die de Inspectie van het Onderwijs in haar toezichtkader hanteert. Concepten van het plan zijn in de aanloopfase(voorjaar 2015 voorgelegd en besproken in het team. Ook de medezeggenschapsraad(m.r.) en de bovenschools directeur zijn geïnformeerd. We vinden het belangrijk dat: het plan bekend is bij en gesteund wordt door betrokkenen; planning en evaluatie van ieder planjaar wordt besproken met betrokkenen.(jaarverslag). Het schoolplan is voor de school een onmisbaar document. Het geeft de ontwikkeling en de beoogde kwaliteitsverbetering aan voor de komende 4 jaar. In het schooljaar , bij het opstellen van het schoolplan , zal het plan worden geëvalueerd. Sjaak van Wandelen directeur obs de Radonkel 1.2 Doelen en functie van het schoolplan Ons schoolplan beschrijft, binnen de kaders van het Strategisch beleidsplan van stichting BRAVOO in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie, de kernwaarden en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van ambities. Op basis van de huidige situatie hebben we diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten en daarmee op onze verbeterdoelen voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als een verantwoordingsdocument (wat beloven we?) naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders en als een planningsdocument (wat willen we wanneer en hoe verbeteren?) voor de planperiode Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak (zie hoofdstuk Jaarplannen ) willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen we steeds terugblikken of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren. 1.3 Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan Het schoolplan is opgesteld door de directeur van de school en ter goedkeuring voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. De teamleden hebben meegedacht over de missie en visie(s) van de school en een bijdrage geleverd bij de nulmeting (via vragenlijsten WMKPO) en het mee richting geven aan de ambities. Daar waar de zelfevaluatie is vermeld heeft dit betrekking op de indicatoren van de inspectie. De komende vier jaar zullen we planmatig onderdelen van ons schoolplan met elkaar bespreken. Daarnaast zullen we aan het einde van ieder schooljaar het jaarplan voor het komend jaar samen waar nodig bij- en vaststellen. Ieder jaar kijken we met het team terug: hebben we onze verbeterdoelen in voldoende mate gerealiseerd? En stellen we ons de vraag: "zijn er mogelijke nog acties voor de komende schooljaren op basis van de evaluatie?". Tenslotte dragen we zorg voor een cyclische evaluatie van de beleidsterreinen, zoals beschreven in dit schoolplan. Schoolplan

5 Per jaar stellen we vast, indien nodig met een Quikscan, wat er (niet) goed gaat en bepalen we onze verbeterdoelen, in relatie met ons schoolplan en de voorgenomen verbeterpunten (zie hoofdstuk Jaarplannen ). De evaluatie wordt opgenomen in een schooljaarverslag en bijgestelde verbeterpunten in een volgend jaarplan. 1.4 Bijlagen Ons schoolplan is een rompplan. Daarom verwijzen we naar de volgende beleidsstukken (bijlagen): 1. De schoolgids 2. Ons zorgplan 3. Het schoolondersteuningsprofiel 4. Kenmerken leerling- en ouderpopulatie 5. Het strategisch beleidsplan van BRAVOO 6. Inspectierapport d.d. 7 oktober 2014 en voortgangsgesprek april De uitslagen van de Oudervragenlijst 8. De uitslagen van de Leerlingenvragenlijst 9. De uitslagen van de Lerarenvragenlijst 10. De trendanalyses van de Cito-toetsen 11. De toetskalender 12. De lessentabel per groep (in de groepen aanwezig) 13. De meerjarenplanning Leermiddelen 14. Rooster groepsbezoeken (voorafgaand aan ieder schooljaar op te stellen) 15. De gesprekscyclus met daarin opgenomen functionerings- en beoordelinggesporekken Schoolplan

6 2 Schoolbeschrijving 2.1 Schoolgegevens Gegevens van de stichting Naam stichting: Algemeen directeur: stichting BRAVOO Dhr. R. Venema Adres + nr.: Professor Eykmanweg 7c Postcode + plaats: 5144 ND Waalwijk Telefoonnummer: adres: info@stichtingbravoo.nl (mailto:info@stichtingbravoo.nl) Website adres: ( Gegevens van de school Nevenvestiging 08SY01 Naam school: Directeur: OBS de Radonkel Dhr. J. van Wandelen Adres + nr.: Burg. Krijgsmangeerde 43 Postcode + plaats: 4942 AV Raamsdonksveer Telefoonnummer: adres: info@radonkel.nl (mailto:info@radonkel.nl) Website adres: ( Gegevens school Naam school: Hoofdvestiging 08SY OBS van der Heijden Adres en nr.: Mendelsohnsstraat 59 Postcode en plaats: 5144 GE Waalwijk Telefoonnummer: info@obsvdheijden.nl (mailto:info@obsvdheijden.nl) Website adres: ( 2.2 Kenmerken van het personeel De directie van de school bestaat uit de directeur.de directeur heeft twee locaties onder zijn beheer. Schoolplan

7 Het team bestaat uit: 1 directeur 5 groepsleerkrachten 1 intern begeleider 1 conciërge (gedetacheerd via GO) Van de 8 medewerkers zijn er 6 vrouw en 2 man. De leeftijdsopbouw wordt gegeven in onderstaand schema (stand van zaken per ). Per MT/ IB OP OOP Ouder dan 60 jaar Tussen 50 en 60 jaar Tussen 40 en 50 jaar 1 Tussen 30 en 40 jaar 3 Tussen 20 en 30 jaar Jonger dan 20 jaar Totaal Kenmerken van de leerlingen Onze school wordt op 1 mei 2015 bezocht door 61 leerlingen % jongens - 52 % meisjes Van deze leerlingen heeft 22 % een gewicht: - 79 heeft een gewicht van 0-7 % heeft een gewicht van 0,3-15 % heeft een gewicht van 1,2. We hebben ook een diepere analyse uitgevoerd voor wat betreft de kenmerken van de leerlingen (zie hiervoor het document: de leerlingenpopulatie). De gegevens daarvan zijn hieronder verkort weergegeven. aangepast programma 5 % extern onderzoek 15 % motorische handicap -fysiotherapie 5 % - 8 % discrepantie intelligentie 2 % trauma 8 % concentratie- of werkhoudingsprobeem 15 % - 11 % PDD-NOS 5 % ADHD 7 % Logopedie 7 % NLP 2 % Schoolplan

8 Het leerlingenaantal van de school heeft de afgelopen jaren een forse daling doorgemaakt. Op dit moment is er sprake van stabilisering; er zijn zelfs tekenen van stijging. In algemene zin hebben wij, op grond van de kenmerken van de leerlingen, de volgende aandachtspunten: Extra aandacht besteden aan de werkhouding: door het hanteren van coöperatieve werkvormen Extra aandacht besteden aan gedragsregulering (sociaal-emotionele ontwikkeling met behulp van Rots- en watertrainingen in de groepen) Variatie in les-en leeractiviteiten gelet op de concentratie en werkhoudingsproblemen. De groepssamenstelling zal in de groepen met alleen jongens om meer structuur vragen. 2.4 Kenmerken van de ouders en de omgeving Onze school staat in een licht vergrijzende wijk: de Hooipolder. De kengetallen laten de volgende percentages zien: opleiding ouders percentage basisonderwijs en lager beroepsonderwijs 35 % mavo 13 % havo-vwo 4 % MBO 31 % HBO-WO 18 % kenmerken thuis percentage andere thuistaal 11 % gescheiden ouders 11 % samengesteld gezin 5 % gezin met problemen 5 % Deze gegevens zijn ons bekend via de inschrijfformulieren en de gesprekken met ouders-verzorgers. De kengetallen laten zien dat onze school te maken heeft met een grote populatie, die na het voortgezet onderwijs geen vervolgopleiding heeft gevolgd (52 %). De nieuwe instroom in de wijk verschilt licht van de zittende bevolking; dat is te zien aan de toename van leerlingen zonder gewicht. De nieuwe ouders hebben een hoger opleidingsniveau (MBO-HBO). Om de ouders meer bij het onderwijs en de veranderingen te betrekken hebben we ons voorgenomen om bij vernieuwingen (bijv. methode vervanging) workshops te organiseren waarin de ouders-verzorgers hiermee aan de slag gaan. 2.5 Sterkte-zwakteanalyse In het kader van ons nieuwe schoolplan zien we voor de komende vier jaren een aantal kansen (intern en extern) en bedreigingen (intern en extern) voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen. We willen daarmee nadrukkelijk rekening houden in ons beleid en onze beleidskeuzen. Schoolplan

9 STERKE KANTEN SCHOOL Team dat zich optimaal inzet en erg betrokken is bij de schoolontwikkeling. Team is gedreven en hulpvaardig naar elkaar. Resultaatgerichte school Verbeterplan positief beoordeeld door inspectie: de kracht voor innovatie is duidelijk waarneembaar ZWAKKE KANTEN SCHOOL Uitstraling van het gebouw Onderhoud buitenkant van de school (nu nog met hulp van ouders) Onevenwichtinge opbouw in de leerlingpopulatie (kleine groepen in middenbouw (gr 5-6-7) Betrokkenheid van ouders. Openheid naar ouders. Aandacht voor verschillen tussen kinderen : kinderen worden "gezien en herkend" KANSEN Aandacht voor sociale ontwikkeling Mogelijkheden om een brede(re) school te worden Meer naar buiten treden: PR Afspraken over onderwijskundige zaken op teamniveau bespreken en daarover communiceren met ouders. BEDREIGINGEN Leerlingkrimp in het voedingsgebied Werkdruk voor een klein team (administratie, schooltaken) Leerlingenaantal is laag maar stabiel; laat een lichte stijging zien In de directe nabijheid van de school twee concurerende scholen van een andere signatuur. 2.6 Landelijke ontwikkelingen 1. Veel aandacht voor opbrengstgericht werken 2. Veel aandacht voor handelingsgericht werken (differentiatiemodel) 3. Een sterk toenemende aandacht voor de sociale ontwikkeling van leerlingen 4. Aandacht voor 21st century skills: accent op vaardigheden (brede ontwikkeling) 5. Invoer passend onderwijs 6. De rol van de leraar komt steeds centraler te staan 7. Scholing en benutting van de professionele ruimte door de leraren 8. Ontwikkelingen met betrekking tot excellente scholen 9. Ontwikkelingen ten aanzien van de verantwoording van kengetallen (Venster PO, Scholen op de kaart) 10. Transitie Jeugdzorg 2.7 Verbeterpunten Verbeterpunt Doorontwikkelen van HGW: didactische overzichten en groepsplannen hanteren Toepassen van coöperatieve werkvormen Kwaliteitszorg en daarbij horende procedures Samenwerken met voorschoolse partners Prioriteit Schoolplan

10 3 Onderwijskundig beleid 3.1 Kernwaarden missie visie stichting Bravoo Kernwaarden Stichting BRAVOO heeft vastgesteld dat de volgende 5 kernwaarden richting geven aan het dagelijks handelen waarin wij, als stichting voor openbaar primair onderwijs, herkend en erkend willen worden: Professioneel :Op onze scholen werken deskundige, gemotiveerde en betrokken leerkrachten Open: Onze scholen zien ouders als partners in onderwijs en stellen zich als partners in opvoeding toegankelijk en respectvol op Doelgericht: Onder een bevlogen en deskundige leiding wordt resultaatgericht samengewerkt Ambitieus: Onze scholen werken opbrengstgericht, omdat het altijd nog beter kan Eigenheid: Onze scholen bieden geborgenheid, structuur, rust, orde en veiligheid waardoor realistische doelen gehaald worden. Missie: De missie geeft ons hoger doel aan: waarom bestaan wij? Stichting Bravoo biedt op alle scholen kwalitatief waardig openbaar basisonderwijs aan voor kinderen van alle culturen en gezindten; Wij gaan daarbij uit van de uniciteit van elk kind en streven naar de optimale ontwikkeling van de talenten. Met het oog daarop bieden wij een rijke leeromgeving aan en is ouderparticipatie een onmisbaar element van ons beleid; Wij besteden structurele aandacht aan kwaliteitsverbetering en innovatie en werken daarbij vanuit een lerende organisatie. Visie: De visie geeft ons gewaagde doel aan: waarheen gaan wij? Onderwijs: Onderwijs is de professionele ondersteuning van de ontwikkeling van kinderen, speciaal gericht op de verwerving van vaardigheden, kennis en inzicht, die voor het succesvol participeren in een complexe en kennisintensieve samenleving nodig zijn. Samenleving: Onderwijs rust kinderen actief toe met inzicht en respect voor de verscheidenheid aan levensbeschouwelijke oriëntaties die zich binnen en buiten de school manifesteren en levert op deze wijze een bijdrage aan acceptatie, respect en tolerantie binnen de samenleving. Partners: Onderwijs geeft vorm aan actieve samenwerking met ouders, zodat onderwijs en opvoeding elkaar kunnen aanvullen; Betrokkenheid van ouders bij de school is essentieel en wij werken aan een optimale afstemming van de wederzijdse verwachtingen tussen ouders en schoolteam. Bravoo wil een actieve partner zijn in het regionale onderwijsveld en onderhoudt daartoe betekenisvolle samenwerkingsverbanden met andere organisaties op het gebied van onderwijs en opvoeding. Wij zoeken actief naar strategische allianties met andere organisaties op het gebied van openbaar (primair) onderwijs. 3.2 De kernwaarden, missie en visie van OBS de Radonkel Onze kernwaarden: Schoolplan

11 Mission Statement: Ieder kind mag schitteren Visie: Kerngedachte in onze visie is: ieder kind is uniek. Daarom: - kunnen we niet van alle kinderen dezelfde sterren maken, maar we kunnen ze wel allemaal laten schitteren; - willen we kinderen een basis meegeven, waarop ze de rest van hun leven kunnen bouwen; - willen we de kinderen samen leren leven als wereldburger. Missie en kernwaarden: We hebben vijf kernwaarden vastgesteld, die we uit willen stralen in ons dagelijks handelen. Hieronder zijn ze weergegeven en beschreven, zoals wij ze willen uitdragen: 1. Stimuleren Oog hebben voor de competenties van de kinderen en leerkrachten. De kinderen stimuleren in hun werk. De kinderen complimenteren voor hun werkhouding. Eigen ideeën en initiatieven van kinderen waarderen. Kinderen en leerkrachten prikkelen om zichzelf te ontwikkelen en meer te leren. 2. Vertrouwen Vertrouwen geven en uitstralen in de competenties van de kinderen. Vertrouwen krijgen. Door met ouders een open dialoog te voeren over de ontwikkeling van de kinderen: alle neuzen dezelfde kant op! Door het scheppen van een veilig werk- en leefklimaat; fouten maken mag, wij staan klaar om te helpen. Door gezien en gehoord te worden. 3. Betrokkenheid Bij het individuele kind, leerkracht en ouder. Bij de ontwikkelingen in de schoolorganisatie, waarbij de inbreng van de ouders gewaardeerd wordt. Bij de keuzes die gemaakt worden in de groep en de school. Binnen de schoolgemeenschap bij de ontwikkeling van de kinderen. Door oprecht interesse te tonen in elkaar; school eindigt niet na de bel. 4. Breed ontwikkelen Door oog te hebben voor de diverse aspecten van de intelligentie: cognitief, creatief, sociaal-emotioneel en motorisch. Door te werken op drie instructie- en verwerkingsniveaus maken we gebruik van ieders kwaliteiten. Door elkaars kennis en ervaringen te delen en samen te werken. 5. Uitstraling Van enthousiasme voor het vak door de leerkracht. Van rust, plezier en begrip. Samen als één team voor de Radonkel. Open houding naar elkaar, de ouders, de kinderen en extern betrokkenen. De visie op samenwerken met ouders: Goed onderwijs ontstaat enkel en alleen wanneer kinderen, ouders en school goed samenwerken. Daarom vinden we een goede informatie-uitwisseling van groot belang. Door middel van nieuwsbrieven, oudergesprekken en zorgteamgesprekken blijven ouders goed op de te van de ontwikkelingen van hun kind en de ontwikkelingen op school. Ouders kennen hun kind het beste. Daarom kunnen zij ons helpen bij de verdere ontwikkeling van hun kind door ons inzicht te geven in hun dagelijkse ervaringen met hun kind. Daarentegen kunnen wij ouders ondersteuning bieden bij de opvoeding. Vanuit deze gedachte nemen we ouders serieus en betrekken we hen bij de ontplooiing van hun kind. De visie op het werken als professionals in een team: Leerkrachten moeten met plezier en betrokkenheid hun werk kunnen doen. Lesgeven is de kern van het werk. Daarin onderscheiden we pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten onafscheidelijk zijn. Het is daarbij van belang: - Oog te hebben voor het individu. Schoolplan

12 - Een open houding te hebben naar ouders, kinderen en collega s. - Een goede professionele relatie te hebben met ouders, kinderen en collega s. Belangrijke pedagogische principes zijn daarbij: - Zelfstandigheid stimuleren. - Eigen verantwoordelijkheid geven. - Kritische zin stimuleren. - Reflecterend vermogen. - Samenwerking. Didactisch zijn de volgende zaken van groot belang: - Interactief lesgeven: de leerlingen betrekken bij het onderwijs. - Onderwijs op maat geven: differentiëren. - Gevarieerde werkvormen hanteren. - Een kwaliteitsvolle (directe) instructie geven. - Kinderen zelfstandig (samen) laten werken. Om onze visie te waarborgen, zullen we als team de eerder genoemde kernwaarden uitdragen en met elkaar delen. Door samen aandachtig en alert te werk te blijven gaan, te leren van elkaars kwaliteiten, ervaringen en talenten, kunnen we als lerende professionele organisatie onze school laten blijven groeien. Onze visie op een uitdagende en inspirerende leeromgeving Een inspirerende en uitdagende leeromgeving begint met een inspirerende leraar. Wij laten ons als team door elkaar inspireren, bijvoorbeeld door bij elkaar in de keuken te kijken, het delen van good practices en door elkaar advies te geven. We zijn altijd op zoek naar manieren om onze leerlingen te raken. Door op een enthousiaste manier les te geven, uitdagende lesmaterialen te gebruiken, gastlessen en excursies te organiseren en oog te hebben voor de interesses van de leerlingen, betrekken we hen zo goed mogelijk bij de lesstof. Onze visie op goed onderwijs We stellen voor onszelf en voor onze leerlingen realistische, maar zeker ook ambitieuze doelen en werken planmatig aan het halen van die doelen. Twee maal per jaar nemen we aan de hand van de LOVS-toetsen van Cito de resultaten onder de loep en stellen daar waar nodig ons handelen bij. Hierbij spelen niet alleen de resultaten een rol; we kijken daarbij ook naar de bevorderende en belemmerende zaken in ons onderwijs en bij het individuele kind. Dit betekent dat we rekening houden met de verschillen die er bestaan tussen de kinderen. Die verschillen vertalen we in ons groepsplan, waarin kinderen worden ingedeeld aan de hand van drie instructieniveaus: basis-, ondersteunings- en verrijkingsgroep. ONDERWIJSKUNDIGE SPEERPUNTEN - borging van het handelingsgericht werken en de groepsplannen op 3 instructie- en verwerkingsniveaus - invoering van een reken-wiskunde methode in de groep 3 t/m 8 - leerlijnen voor taal en reken-wiskunde onderwijs in beeld brengen - de opbrengsten zijn minimaal op het gewenste inspectieniveau - de zorgstructuur is voor iedereen duidelijk en iedereen kent daarin zijn taken en verantwoordelijkheden - borging van coöperatieve werkvormen 3.3 Aspecten van opvoeden: Levensbeschouwelijke identiteit De Radonkel is een openbare basisschool. De aandacht voor levensbeschouwelijke vorming is verweven in het onderwijs. Daarnaast bieden we de mogelijkheid tot het volgen van godsdienstig onderwijs. We zien een sterke relatie tussen levensbeschouwelijke vorming, sociaal-emotionele ontwikkeling (o.a. omgaan met de ander en de omgeving ontwikkeling sociale vaardigheden), actief burgerschap en sociale cohesie. We vinden het belangrijk, dat leerlingen op een goede wijze met elkaar omgaan en dat ze respect hebben voor de mening en visie van anderen. Het openbaar onderwijs kenmerkt zich door: Algemene toegankelijkheid. De school is toegankelijk voor alle leerlingen, ongeacht geloof, herkomst of achtergrond. Het niet discrimineren van personeel, leerlingen en ouders op grond van godsdienst, levensbeschouwing, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele geaardheid of op welke grond dan ook. Principiële gelijkwaardigheid van opvatting; dit is een belangrijke voorwaarde om discriminatie te voorkomen en Schoolplan

13 emancipatie te bevorderen. Een goed geregelde medezeggenschapsraad (MR) voor ouders en personeel. Het geven van gelegenheid om godsdienst- en levensbeschouwelijk onderwijs te (doen) verzorgen, daar waar ouders dit wensen. 3.4 Aspecten van opvoeden: Sociaal-emotionele ontwikkeling Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerlingen heeft veel invloed op hun totale functioneren. Onze school besteedt daarom structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. We doen dit omdat we onze kinderen willen opvoeden tot verantwoorde burgers. Ze moeten goed voor zichzelf kunnen zorgen en goed kunnen omgaan met de mensen en de wereld om hen heen (dichtbij en verder weg). De ontwikkeling van de groep en de individuele leerlingen wordt tijdens de groeps(leerling) bespreking besproken (leerkracht en IB er). In deze gesprekken worden ook mogelijke aanpakken voor een groep of voor een individuele leerling besproken. Onze ambities zijn: 1. Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling 2. Onze school beschikt over een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling (Rots en Water) 3. Onze school beschikt over een LVS voor sociaal-emotionele ontwikkeling: Viseon Verbeterpunt Hanteren van het ideeënboek voor Rots en water in alle groepen Prioriteit 3.5 Aspecten van opvoeden: Actief burgerschap en sociale cohesie De openbare basisschool is de samneleving in het klein. In de sociale gemeenschap van de school leren de leerlingen dat iedereen verschillend is, maar ook hoe je met elkaar kunt samenleven. Zie onze visie en missie. In het openbaar onderwijs staan leren en leven op school en in de samenleving niet los van elkaar. Op school wordt de basis gelegd voor betrokkenheid bij en actief participeren in een democratische samenleving. Dat leren kinderen niet uit een bokje maar vooral door zelf actief te doen. Doel: Het bevorderen van de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. De school levert een bijdrage aan de voorbereiding van leerlingen op deelname aan de samenleving. Inhoud: Bij burgerschap valt er een onderscheid te maken tussen schoolburgerschap, maatschappelijk burgerschap en staatsburgerschap. - schoolburgerschap: Scholen stimuleren leerlingen om goede burgers op school te zijn, bijvoorbeeld door leerlingen klassendiensten te laten verzorgen, planten water te geven, elkaar te helpen... - maatschappelijk burgerschap: Maatschappelijk burgerschap is zowel dichtbij huis en school als verder van toepassing, bijvoorbeeld huiswerk brengen naar een ziek klasgenootje, clubblaadjes rondbrengen voor sportclubs... - staatsburgerschap: Bij staatsburgerlijke vorming leren kinderen wat democratie inhoudt. Ze leren over politiek en de organisatie van de samenleving. Het staatsburgerschap komt vooral in de bovenbouwgroepen aan de orde. Bij dit alles zijn de volgende pijlers van essentieel belang: vrijheid van meningsuiting gelijkwaardigheid begrip voor anderen verdraagzaamheid autonomie Schoolplan

14 afwijzen van onverdraagzaamheid afwijzen van discriminatie 3.6 De kernvakken: Leerstofaanbod Op onze school gebruiken we eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen. De methodes worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leraren en daar waar nodig aangevuld met extra stof. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methode-onafhankelijke (Cito) en methodegebonden toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende ambities vastgesteld 1. Onze methodes voldoen aan de kerndoelen (zie overzicht) 2. Wij gebruiken voor Taal en Rekenen methodegebonden toetsen (zie overzicht) 3. Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn 4. Het leerstofaanbod komt tegemoet aan relevante verschillen 5. Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling 6. De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap 7. Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT 8. Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs Beoordeling Omschrijving Resultaat Zelfevaluatie 3, Vakken, methodes en toetsinstrumenten Vak Methodes Toetsinstrumenten Vervangen in Taal Schatkist Cito-toetsen Taal voor kleuters (1-2) 2016 Veilig Leren Lezen Methodetoetsen Cito-toets DMT 2020 Taal Actief (incl. spelling) (versie 4) Cito-Woordenschat Cito- spelling Cito- Eindtoets Cito-Entreetoets 2022 Technisch lezen Veilig leren lezen (nieuw) Cito-DMT 2020 Estafette Cito-DMT 2020 Begrijpend lezen Nieuwsbegrip Cito-begrijpend lezen Cito-Entreetoets Cito-Eindtoets --- Blits Methodetoetsen Cito-begrijpend lezen Cito-entreetoets Cito-eindtoets 2022 Schrijven Pennestreken Engels The team on te move (gr 7-8) Methodegebonden toetsen 2017 Schoolplan

15 Vak Methodes Toetsinstrumenten Vervangen in Rekenen Wereld in Getallen Cito-rekenen voor kleuters Cito-Rekenen en Wiskunde Cito-entreetoets Cito-eindtoets 2022 Geschiedenis Wijzer door de tijd Methodegebonden toetsen 2021 Aardrijkskunde Geobas Methodegebonden toetsen 2022 Natuuronderwijs De buitendienst (school tv) Methodegebonden toetsen Wetenschap & Techniek De buitendienst (school tv) Methodegebonden toetsen Verkeer Wijzer door het verkeer Methodegebonden toetsen 2024 Tekenen Uit de kunst Handvaardigheid Uit de kunst Muziek Een twee drie zing! Drama Drama online Bewegingsonderwijs Planmatig bewegingsonderwijs Sociaal-emotionele ontwikkeling Rots en Water 3.8 De kernvakken: Taalleesonderwijs Taal en lezen krijgen veel aandacht binnen ons onderwijs. Taal en lezen zijn belangrijk om goed met anderen om te kunnen gaan en om effectief te kunnen communiceren. Om de wereld om je heen goed te kunnen begrijpen is het nodig om de taal adequaat te leren gebruiken. Ook bij veel andere vakken heb je taal nodig. Het is belangrijk dat kinderen snel goed kunnen lezen, omdat ze daardoor de informatie bij de andere vakken sneller kunnen begrijpen en gebruiken. We beschikken over goede, recent aangeschafte methoden voor: - aanvankelijk lezen (Veilig leren lezen maanversie nieuwe versie 2008) - voortgezet technisch lezen (Estafette nieuw, 2010) - begrijpend/studerend lezen (Nieuwsbegrip, 2010 en Blits 2014). Het leesplezier van de leerlingen wordt bevorderd door de schoolbibliotheek die is ingericht. Vanaf groep 3 wordt er eens per 6 weken een bezoek gebracht aan de dorpsbibliotheek. De leerlingen kiezen hier zelf hun boek. Jaarlijks schenken we onder andere aandacht aan de Kinderboekenweek, de Voorleeswedstrijd, Voorleesdagen en het Voorleesontbijt. Vanaf groep 5 worden de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid verder ontwikkeld door onder andere het houden van spreekbeurten en het maken van werkstukken. De methodes die gehanteerd worden binnen aanvankelijk en voortgezet technisch lezen werken in 3 niveaus. 3.9 De kernvakken: Rekenen en wiskunde Rekenen en wiskunde vinden we een belangrijk vak. Het rooster borgt dat we expliciet aandacht besteden aan rekenen en wiskunde en aan het automatiseren van het geleerde. We constateren dat rekenen in toenemende mate taliger is geworden en dat dit bij steeds meer leerlingen leidt tot problemen. Daarom richt het automatiseren zich op kale sommen (om de basisvaardigheden goed in te slijpen). We gebruiken moderne methodes en Cito-toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. Onze ambities zijn: 1. Wij beschikken over een moderne, eigentijdse methode (groep 3 t/m 8) Wereld in Getallen Schoolplan

16 2. In groep 1 en 2 wordt er les gegeven aan de hand van leerlijnen (en Schatkist en/of Kleuterplein) 3. Het rooster vermeldt de aandacht die besteed wordt aan automatiseren 4. Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen m.b.v. het Cito-LVS 5. Per groep hebben we voor de Cito-toetsen normen vastgesteld 6. Wij gebruiken de methodegebonden toetsen systematisch 7. De leraren beschikken over voldoende kennis en vaardigheden t.a.v. de moderne rekendidactiek (ze zijn op de te van de nieuwste inzichten) 8. De leraren werken bij rekenen en wiskunde met groepsplannen (HGW) Verbeterpunt Implementatie en borging van een nieuwe methode voor rekenen en wiskunde Opstellen van een protocol voor rekenen en wiskunde (volgens ERWD-standaard) Prioriteit 3.10 De kernvakken: Wereldoriëntatie Wereldoriëntatie vinden wij van belang, omdat onderwijs meer is dan taal en rekenen. Wij willen onze leerlingen breed ontwikkelen. Wereldoriëntatie komt bij ons op school aan de orde bij de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde, biologie, gezond gedrag en verkeer. In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Leerlingen oriënteren zich op de natuurlijke (leef)omgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen. Leerlingen oriënteren zich ook op de wereld, dichtbij en veraf, toen en nu en maken daarbij gebruik van cultureel erfgoed. Onze ambities zijn: 1. Wij beschikken over goede methodes -werkwijzen voor het wereldorënterend onderwijs 2. Wij besteden gericht aandacht aan gezond gedrag (via projecten) 3. Wij besteden gericht aandacht aan verkeersonderwijs 4. De lessentabel verheldert hoeveel tijd er per groep besteed wordt aan wereldoriëntatie 5. Bij wereldoriëntatie zorgen we voor transfer naar de onderdelen van taalleesonderwijs en rekenen en wiskunde Verbeterpunt Meer gaan werken met thema's en projecten Prioriteit 3.11 ICT ICT neemt in ons onderwijs een steeds belangrijkere plaats in. De maatschappij van nu vraagt van onze leerlingen ICTkennis en -vaardigheden, daarom leren we onze leerlingen planmatig om te gaan met ICT-middelen. De leraren gebruiken ICT in hun lessen en borgen, dat de leerlingen aan de slag (kunnen) gaan met de computer(s), de ICTprogramma s en de bijbehorende software. Onze ambities zijn: 1. De leraren maken optimaal gebruik van het digitale bord 2. De leerlingen kunnen werken met Internet, Word, Excel en PowerPoint 3. De leerlingen werken met software bij taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie 4. We beschikken over een Internetprotocol 5. De leraren beschikken over voldoende ICT-kennis en -vaardigheden 6. De school beschikt over technisch en inhoudelijk goede (werkende) hard- en software Verbeterpunt De school beschikt over voldoende kwalitatieve soft- en hardware Prioriteit 3.12 De kernvakken: Bewegingsonderwijs Op onze school hechten we veel belang aan lichamelijke opvoeding, opvoeding is wat ons betreft een zaak van hoofd, hart en handen. Daarnaast vinden we het vak belangrijk vanuit het sociale aspect: leren bewegen doe je altijd samen. Schoolplan

17 Onze ambities zijn: 1. Wij beschikken over een goed gefaciliteerd speelleerlokaal voor de jongste leerlingen 2. Wij besteden voldoende tijd aan lichamelijke opvoeding (zie rooster) 3. Leraren zijn bevoegd om bewegingsonderwijs te verzorgen 4. Wij beschikken over een uitgewerkt curriculum Lichamelijke opvoeding 3.13 De kernvakken: Engelse taal Beheersing van de Engelse taal vinden we van belang omdat kennis van deze taal steeds belangrijker wordt door de toenemende internationalisering, de groeiende mobiliteit en het veelvuldige gebruik van nieuwe media. Onze ambities zijn: - In groep 7 en 8 besteden we structureel aandacht aan de Engelse taal (The team on the move) 3.14 Het lesgeven: Gebruik leertijd Op onze school willen we de leertijd effectief besteden omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we ze voldoende leertijd geven (te plannen) om zich het leerstofaanbod eigen te maken. We werken vanuit een lessentabel (zie bijlage), een weekoverzicht en een dag voorbereiding. In principe trachten we alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Onze ambities zijn: 1. De leraren roosteren voldoende tijd voor taal en rekenen ( zie hieronder) 2. De leraren zorgen voor een effectief klassenmanagement (voorkomen verlies leertijd, vlotte start van lessen en vlotte lesovergangen) 3. Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd gepland (lessentabel) 4. De leraren maken het lesrooster (dagplanning ) zichtbaar 5. De leraren variëren de hoeveelheid leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoeften Lestijden in uren - minuten (richttijden): vakgebied groep ontwikkelingsmaterialen 5 lichamelijke ontwikkeling Taal activiteiten Technisch lezen Begrijpend lezen Schrijven Rekenen en wiskunde Engels Wereldoriëntatie Expressievakken Pauze Totaal Schoolplan

18 Beoordeling Omschrijving Resultaat Zelfevaluatie 3, Het lesgeven: Pedagogisch handelen Onze leraren zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak: hun leerlingen op te voeden tot goede burgers. Daarom vinden we het belangrijk dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen. Daarbij hanteren we duidelijke regels en ambities: 1. De leraren zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving 2. De leraren ontwikkelen de zelfstandigheid van de leerlingen 3. De leraren gaan positief en belangstellend met de leerlingen om (kennen de leerlingen) 4. De leraren zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen 5. De leraren stimuleren het zelfvertrouwen 6. De leraren stimuleren het samenwerken 7. De leraren stimuleren aandacht voor elkaar 8. De leraren zorgen voor een veilige en ontspannen sfeer 9. De leraren hanteren de afgesproken regels en afspraken en visualiseren die Beoordeling Omschrijving Pedagogisch handelen (ouders: 3,32; leerlingen 3,28; leerkrachten 3,17) Resultaat (ruim) voldoende Verbeterpunt Verhogen van de ortho-pedagogische bekwaamheden van het personeel We besteden regelmatig aandacht aan: de schoolregels, pestgedrag, welbevinden van de leerlingen Prioriteit 3.16 Het lesgeven: Didactisch handelen Op onze school geven de leraren op een effectieve wijze gestalte aan gedifferentieerd onderwijs (werken met groepsplannen). We differentiëren bij de instructie (directe instructie) en de verwerking (zowel naar inhoud als naar tempo). Omdat we veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen laten we leerlingen waar mogelijk samenwerken. Onze ambities zijn: 1. De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus 2. De leraren geven directe instructie 3. De leraren betrekken de leerlingen actief bij de les: activeren voorkennis, feedback op de inbreng en het resultaat 4. De leraren zorgen dat er meerdere oplossingsstrategieën aan bod komen 5. De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde) 6. De leraren zorgen voor differentiatie in instructie en verwerking Schoolplan

19 Beoordeling Omschrijving Resultaat Zelfevaluatie 3,14 Verbeterpunt Verhogen van de ortho-didactische bekwaamheden van het personeel Mogelijkheden bieden aan kinderen die meer willen of kunnen Prioriteit 3.17 Het lesgeven: Actieve en zelfstandige houding van de leerlingen Op onze school hechten we veel waarde aan de zelfstandigheid van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn: zelf (samen) ontdekken, zelf (samen) kiezen, zelf (samen) doen. Naast zelfstandigheid vinden we het belangrijk om de eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen te ontwikkelen. Het is vanzelfsprekend dat autonomie en eigen verantwoordelijkheid niet betekent dat de leraren de leerlingen te snel en te gemakkelijk loslaten. Leraren begeleiden de leerprocessen en doen dat op maat : leerlingen die (wat) meer sturing nodig hebben, krijgen die ook. Onze ambities zijn: 1. De leraren betrekken de leerlingen actief bij de lessen, onder andere door gebruik te maken van coöperatieve werkvormen en het creëren van een uitnodigende leeromgeving 2. De leerlingen werken met dag(deel)taken en weektaken 3. De leraren hanteren een maatjes systeem (elkaar helpen) 4. De leraren laten de leerlingen, waar mogelijk, samenwerken en elkaar ondersteunen onder andere door het geven van groepsopdrachten 5. De leraren leren de leerlingen doelmatig te plannen Verbeterpunt De leraren passen coöperatieve werkvormen toe. Voldoende keuzemogelijkheden bieden bij het zelfstandig werken Prioriteit 3.18 Het lesgeven: Klassenmanagement Met klassenmanagement bedoelen we: sturen, plannen, regelen en organiseren. Wij vinden dat onze leraren pas succesvol kunnen zijn als ze hun instructie en de leeractiviteiten van de leerlingen goed kunnen organiseren. Onze ambities zijn: 1. De leraren hanteren de, met de leerlingen, opgestelde regels 2. De leraren oefenen en beschrijven met de kinderen het gewenste gedrag. 3. De leraren zorgen voor een effectieve inrichting van hun lokaal 4. De leraren hanteren heldere regels en routines 5. De leraren voorkomen probleemgedrag 6. De leraren zorgen voor een deugdelijke organisatie 3.19 De zorg voor leerlingen: Zorg en begeleiding We streven ernaar dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen, moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. In de eerste plaats moeten de leraren daarom de leerlingen goed kennen (wat is hun niveau?, wat zijn de kenmerken van de leerlingenpopulatie?). Daarna moeten de leerlingen goed gevolgd worden: hoe verloopt het ontwikkelproces? Daar waar nodig volgt zorg en begeleiding. Deze zorg kan gericht zijn op leerlingen die wat minder kunnen, maar ook op Schoolplan

20 leerlingen die wat meer kunnen. Om het ontwikkelproces te volgen, hanteren we het CITO-LVS. Leerlingen met een V of IV-score, leerlingen die sterk terugvallen en leerlingen met een I-plus-score komen in aanmerking voor extra zorg. De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leraar. De intern begeleider heeft een coördinerende taak. Onze ambities zijn: 1. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 2. De leraren hebben voloende kennis om leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte te helpen. 3. De leraren beschikken over expertise voor het signaleren van gedragsproblemen. 4. Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind 5. Externe partners worden, indien noodzakelijk, betrokken bij de zorg voor leerlingen 6. De school heeft de structuur van de zorg en begeleiidng inzichtelijk beschreven. 7. De school voert de zorg planmatig uit 8. De school gaat zorgvuldig de effecten van de zorg na 9. De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding Beoordeling Omschrijving Resultaat Zelfevaluatie 2,83 Team 2,99 Ouders 3,45 Leerlingen 3,28 Verbeterpunt De school volgt of de leerlingen met een ontwikkelingsperspectief zich ontwikkelen conform het gestelde in het OPP, en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes. De school heeft de procedure voor de overgang PO-VO (incl. advisering) vastgelegd in een procedure (workflow). De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. De school stelt voor leerlingen met een specifieke behoefte (een eigen leerlijn) een ontwikkeklingsperspectief op Prioriteit 3.20 De zorg voor leerlingen: Afstemming Op onze school stemmen we ons onderwijs en ons onderwijsaanbod af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. We werken handelingsgericht (HGW), met groepsplannen. Alle leraren beschikken over een groepsoverzicht met daarop de kenmerken van hun leerlingen. Op basis daarvan stellen de leraren twee keer per jaar een groepsplan op. In het groepsplan onderscheiden we de basisgroep, de ondersteuningsgroep en de verrijkingsgroep. De leraren stemmen hun instructie, het aanbod en de tijd af op de kenmerken van de leerlingen in een groep. Onze ambities zijn: 1. De leraren kennen de onderwijsbehoeften van de leerlingen (groepsoverzicht en groepsplannen) 2. De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen (3 niveaus) 3. De leraren geven les volgens het directe-instructie-model 4. De leraren geven de leerlingen voldoende eigen verantwoordelijkheid en spreken hen daar ook op aan. 5. De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde) en laten leerlingen elkaar helpen als dat nodig is. Schoolplan

21 Beoordeling Omschrijving Resultaat Zelfevaluatie 3,00 Leerlingen vragenlijst 3,17 Ouders vragenlijst 3,37 Leerkrachten vragenlijst 3,08 Verbeterpunt Het groepsplan en de dag- en/of weekplanning verheldert wanneer wie (welke groepje) (extra) instructie krijgt. De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Prioriteit 3.21 De zorg voor leerlingen: Passend onderwijs Wij vinden dat elk kind recht heeft op goed en passend onderwijs. In beginsel zijn wij het eens met de stelling dat zo veel mogelijk kinderen regulier primair onderwijs moeten kunnen volgen. Wij realiseren ons dat we een zorgplicht hebben. Onze school richt zich op het geven van basisondersteuning en in enkele gevallen op het geven van extra ondersteuning. In ons schoolondersteuningsprofiel (zie bijlage) hebben we beschreven welke ondersteuning we wel en niet kunnen geven. Onze ambities zijn: 1. Onze school beschikt over een ondersteuningsprofiel 2. Onze school biedt basisondersteuning 3. Onze school beschikt over een strategisch beleid om de extra ondersteuning uit te breiden 4. De ouders hebben inzicht in de essenties van ons ondersteuningsprofiel 5. De school participeert in netwerken om extra ondersteuning te kunnen garanderen 3.22 De opbrengsten: Opbrengstgericht werken Op onze school werken we opbrengstgericht (doelgericht). Daarbij richten we ons op de e vaardigheidsscore van de Cito-toetsen. Per Cito-toets is een doel (een norm) vastgesteld (zie Bijlage Toetsen en Normen). In bepaalde gevallen is deze afgeleid van de inspectienormen (zie Analyse en waardering van opbrengsten primair onderwijs) en waar dat niet het geval is, hebben we zelf doelen (normen) vastgesteld. Het opbrengstgericht werken wordt ondersteund door ons leerlingvolgsysteem van CITO. Bij de bespreking van de groep (leerlingen) wordt de uitslag van de toets (de gehaalde e vaardigheidsscore) vergeleken met de norm (de gewenste e vaardigheidsscore). Als de gewenste score structureel onder de gewenste score is, worden er door de IB'er en de leraar interventies afgesproken. Deze interventies kunnen zijn: 1. Meer tijd besteden aan dat vak-/vormingsgebied (roosteren) Instructie wijzigen en verbeteren: consequent directe instructie toepassen 2. Meer tijd besteden aan dat vak- of vormingsgebied (rooster aanpassen) 3. Meer automatiseren 4. Methode-aanbod uitbreiden 5. Differentiatie aanpassen De schoolleiding en waar nodig de IB'er voeren klassenconsultaties uit om te observeren of het de leraar lukt om de interventies toe te passen en te bepalen of de interventies effect hebben. Leraren worden ook gestimuleerd om door collegiale consultatie good practice op te doen. Onze ambities: Schoolplan

22 1. De leraren kunnen de toetsgegevens (LVS en methode) adequaat analyseren. 2. De leraren richten hun aanbod en leeromgeving in op het realiseren van de doelen van de les. 3. De leraren weten hoe zij het leergedrag van de leerlingen kunnen beïnvloeden 4. De leraren bespreken voroaf de doelen van de les en evalueren dit na afloop van de les De opbrengsten: Opbrengsten Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven (zo mogelijke) opbrengsten na m.b.t. met name taal, lezen, rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. We achten het van belang dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs. Onze ambities zijn: 1. De leerlingen realiseren tussentijds en aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten voor rekenen en taal (op grond van hun kenmerken 2. De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken) 3. Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden 4. De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar 5. De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs 6. De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs Voor een overzicht van de kengetallen (en de analyse daarvan) verwijzen we naar: Overzicht scores tussen- en eindtoetsen Overzicht kengetallen sociaal-emotionele ontwikkeling Overzicht kengetallen m.b.t. leerlingen met een specifieke behoefte Overzicht kengetallen doorstroming Overzicht kengetallen adviezen VO Overzicht kengetallen functioneren VO Onze kengetallen geven we jaarlijks weer in het schooljaarverslag. Daarin verantwoorden we ons over het beleid m.b.t. de bovenstaande thema s, de kengetallen over de laatste twee jaar, een diagnose en een analyse van de uitslagen en de voorgenomen verbeterpunten. Beoordeling Omschrijving Resultaat Zelfevaluatie 2,83 Verbeterpunt De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De rekenresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. Leerlingen met een specifieke behoefte ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. Prioriteit Schoolplan

23 4 Personeelsbeleid 4.1 Integraal Personeelsbeleid Beleid Professionalisering in relatie tot CAO. Het beleid van Bravoo is er op gericht dat professionalisering decentraal plaatsvindt omdat dit nauw samenhangt met de fase van de schoolontwikkeling. Professionalisering van leerkrachten zal dus nauw aansluiten bij de doelen die op genomen zijn in de schoolplannen van iedere school. Centrale professionalisering van schoolleiders sluit weer aan bij de doelstellingen die opgenomen zijn in het Strategisch Beleidsplan van Bravoo. In de komende jaren zal de aandacht uitgaan naar het verder doorontwikkelen van het personeelsbeleid. Professionalisering door bijvoorbeeld de Arbodienst in het kader van het verder terugdringen van het ziekteverzuim, externe adviseurs op het gebied van groepsbezoeken (flitsbezoeken) of het juridisch personeelsdossier zijn voorbeelden van meer centrale professionalisering van directeuren die ook in de komende jaren aandacht krijgen. Op schoolniveau wordt met een gesprekscyclus gewerkt: - minimaal een keer per jaar worden de leerkrachten in de klassen door de directie bezocht aan de hand van een kijkwijzer; - met alle personeelsleden worden functionerings- en beoordelingsgesprekken gevoerd; - waar nodig vinden er begeleidingsgesprekken plaats. Regeling functionerings- en beoordelingsgesprekken De professionele gesprekkencyclus van Stichting BRAVOO bestaat uit een functioneringsgesprek, een POP gesprek en een beoordelingsgesprek. Met iedere medewerker van Stichting BRAVOO worden deze gesprekken gevoerd. De professionele gesprekkencyclus heeft als uiteindelijke doel het onderwijs voor de leerlingen te verbeteren. Taakbeleid in relatie tot CAO In mei 2012 is het taakbeleid van Bravoo geactualiseerd en besproken met directeuren en GMR. Op basis van vele vragen die voorgelegd zijn aan zowel PO-Raad als aan het administratiekantoor is het document Taakbeleid Stichting Bravoo aangeboden aan de GMR die een positief advies (O-GMR) dan wel instemming (P-GMR) gegeven hebben. Voor de nieuwe CAO (2015) is een werkgroep samengesteld met directeuren, vertegenwoordigers GMR en beide CvB s van Bravoo en Leerrijk! Naar verwachting zal de uitwerking van de nieuwe CAO in mei-juni 2015 voorgelegd worden aan de afzonderlijke GMR-en van beide stichtingen. 4.2 De organisatorische doelen van de school 4.3 De schoolleiding De schoolleiding wordt gevormd door de directeur van de school. Kenmerkend voor de schoolleiding is dat ze zich richt op het zorgen voor goede communicatie en op het adequaat organiseren van de gang van zaken op school. In de derde plaats is het van belang dat de schoolleiding de competntie met betrekking tot het onderwijskundig leiderschap goed ontwikkeld heeft. De directie wil adaptief leiding geven, dat betekent dat ze, daar waar nodig en noodzakelijk, rekening houdt met verschillen tussen leraren. Onze ambities zijn: 1. De schoolleiding ontwikkelt innovatief beleid op grond van strategische keuzes 2. De schoolleiding communiceert adequaat met het team over de koers van de school Schoolplan