ECLI:NL:RBOVE:2017:3086

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RBOVE:2017:3086"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RBOVE:2017:3086 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie , (tul) (P) Strafrecht Eerste aanleg - meervoudig Twee mannen uit Groningen zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen voor 14 (pogingen tot) diefstallen uit woningen. Zij gebruikten daarbij zogenaamde babbeltrucs en deden zich voor als medewerkers van een energieleverancier of waterleidingsbedrijf. Daarbij kozen zij bewust oudere, kwetsbare personen als slachtoffers. De 60-jarige man is veroordeeld tot 40 maanden cel. Zijn 34-jarige kompaan heeft een gevangenisstraf gekregen van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak Rechtbank Overijssel Afdeling Strafrecht Meervoudige kamer Zittingsplaats Zwolle Parketnummer: , (tul) (P) Datum vonnis: 3 augustus 2017 Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1957 te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], nu verblijvende in PI Almelo, HvB De Karelskamp.

2 1 Het onderzoek op de terechtzitting Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 25 april 2017 en 20 juli De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. J.M. Stad en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. G.R. Stoeten, advocaat te Groningen, naar voren is gebracht. 2 De tenlastelegging De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 20 juli 2017, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte: feit 1: samen met een ander een diefstal met geweld heeft gepleegd; feiten 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9: telkens: samen met een ander een diefstal heeft gepleegd; feit 10: samen met een ander vier keer heeft geprobeerd een diefstal te plegen; feit 11: een diefstal heeft gepleegd. Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat: 1. hij op of omstreeks 11 november 2016 te Slochteren, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, in/uit een woning gelegen aan de [adres 1] : -een of meerdere (2) portemonnee(s) met inhoud (te weten: een geldbedrag totaal groot circa 60 euro en/of pasjes), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of zijn mededader: -(met kracht) tegen die [slachtoffer 1] is/zijn aangelopen en/of -(met kracht) die [slachtoffer 1] heeft/hebben geduwd (waardoor die [slachtoffer 1] van haar plaats werd geduwd); (zaak 2) 2. hij op of omstreeks 14 november 2016 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, in/uit een woning gelegen aan de [adres 2] : een sieradenkistje met inhoud (te weten: meerdere gouden en zilveren sieraden), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of

3 anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders (waarbij verdachte en/of zijn mededaders gebruik hebben gemaakt van de zogenaamde 'babbeltruc'); (zaak 1) 3. hij op of omstreeks 24 november 2016 te Zoutkamp, gemeente De Marne, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, in/uit een woning gelegen aan de [adres 3] : -een portemonnee met inhoud (te weten: een contant geldbedrag, totaal groot 50 euro en/of een identiteitskaart en/of een of meerdere pasjes) en/of -een geldkistje met inhoud (te weten: een trouwboekje en/of trouwringen en/of bankafschriften en/of militaire onderscheidingen en/of medailles) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders (waarbij verdachte en/of zijn mededaders gebruik hebben gemaakt van de zogenaamde 'babbeltruc'); 4. hij op of omstreeks 28 november 2016 te Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, in/uit een woning gelegen aan de [adres 4] : -een contant geldbedrag, totaal groot 100 euro en/of -een (goudkleurig) ceintuur en/of -een houten doosje met inhoud (te weten: meerdere gouden sieraden en/of een creditcard), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, (waarbij verdachte en/of zijn mededaders gebruik hebben gemaakt van de zogenaamde 'babbeltruc'); (zaak 10) 5. hij op of omstreeks 02 december 2016 te Ommen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, in/uit een woning gelegen aan de [adres 5] : -een Ipad (met zwarte hoes), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, (waarbij verdachte en/of zijn mededaders gebruik hebben gemaakt van de zogenaamde 'babbeltruc'); (zaak 12) 6. hij op of omstreeks 10 januari 2017 te Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, in/uit een woning gelegen aan de [adres 6] : -een of meerdere (2) fietstas(sen) en/of -een handtas met inhoud (te weten: een mobiele telefoon en/of een huissleutel en/of een paspoort en/of een bankpas en/of een of meerdere OV-chipkaarten en/of een contant geldbedrag, totaal groot 40 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, (waarbij verdachte en/of zijn mededaders gebruik hebben gemaakt van de zogenaamde 'babbeltruc'); (zaak 18) 7. hij op of omstreeks 13 januari 2017 te Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, in/uit een woning gelegen aan [adres 7] : -een portemonnee met inhoud (te weten: een contant geldbedrag, totaal groot 40 euro en/of een rijbewijs en/of een bankpas) en/of -een (reserve)huissleutel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, (waarbij verdachte en/of zijn mededaders gebruik hebben gemaakt van de zogenaamde 'babbeltruc'); (zaak 21) 8. hij op of omstreeks 29 november 2016 te Alkmaar, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, in/uit een woning gelegen aan de [adres 8] : -een of meerdere gouden siera(a)d(en) en/of

4 -een dameshorloge en/of -een parelketting en/of -een of meerdere (2) (goudkleurige) vulpen(nen) en/of -een glazen ei, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, (waarbij verdachte en/of zijn mededaders gebruik hebben gemaakt van de zogenaamde 'babbeltruc'); (zaak 24) 9. hij op of omstreeks 09 november 2016 te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, in/uit een woning gelegen aan de [adres 9] : -een handtas en/of -een of meerdere (2) portemonnee(s) met inhoud (te weten: een rijbewijs en/of een paspoort en/of een bankpas en/of een kentekenbewijs en/of een contant geldbedrag, totaal groot 410 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, (waarbij verdachte en/of zijn mededaders gebruik hebben gemaakt van de zogenaamde 'babbeltruc'); (zaak 25) 10. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 november 2016 tot en met 6 januari 2017, te Dronten en/of Kampen en/of Paterswolde en/of Winsum, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen, (telkens) in/uit woning(en) gelegen aan [adres 10] en/of [adres 11] en/of [adres 12] en/of [adres 13], goederen en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan: - [slachtoffer 10] en/of - [slachtoffer 11] en/of - [slachtoffer 12] en/of - [slachtoffer 13], in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededaders: zich (telkens) (middels de zogenaamde 'babbeltruc') (onder valse voorwendselen) de toegang verschaft tot de woning(en) van voornoemde [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13], om vervolgens in die woning(en) op zoek te gaan naar geld en/of goederen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; (zaak 3, 4, 5 en 6) 11. hij op of omstreeks 12 mei 2016 te Groningen, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, in/uit een woning gelegen aan de [adres 14] : -een contant geldbedrag, totaal groot circa 15, in elk geval een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 14], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, (waarbij verdachte gebruik heeft gemaakt van de zogenaamde 'babbeltruc'). 3 De voorvragen De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging. 4 De bewijsoverwegingen 4.1 Het standpunt van de officier van justitie

5 De officier van justitie acht de feiten 1 tot en met 10 wettig en overtuigend bewezen, gezien de aangiften en de bekennende verklaringen van medeverdachte [medeverdachte]. Er is sprake van een bewuste en nauwe samenwerking. Verdachte en medeverdachte hebben een stilzwijgende afspraak dat medeverdachte rijdt en dat verdachte en/of medeverdachte naar de woning gaan. De buit wordt eerlijk verdeeld. Dit is een standaard werkwijze en verdachte en medeverdachte weten van elkaar wat de bedoeling is. Ook feit 11 acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen. Dit volgt uit de aangifte, het proces-verbaal van bevindingen, waaruit volgt dat getuige [getuige] verdachte herkent van een foto, en het proces-verbaal van bevindingen, waaruit volgt dat een verbalisant de persoon op de foto herkent als de hem ambtshalve bekende verdachte. 4.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft geconcludeerd tot vrijspraak voor alle 11 ten laste gelegde feiten. Er is weliswaar voldoende wettig bewijs, maar de overtuiging ontbreekt door de ontkenning door verdachte van iedere betrokkenheid bij de 11 feiten. 4.3 Het oordeel van de rechtbank Feit 1 Het dossier bevat een aangifte van mevr. [slachtoffer 1], waaruit blijkt dat op 11 november 2016 een man bij haar voordeur aan [adres 1] te Slochteren aanbelde, die zich voordeed als een controleur van de gasmeter. Deze man liet aangeefster naar verschillende ruimtes in de woning gaan. Op het moment dat aangeefster niet in de woonkamer was, heeft de man twee portemonnees, met daarin een geldbedrag van in totaal 60 euro en pasjes, uit een lade in de woonkamer gepakt. Toen aangeefster de man hierop betrapte, heeft hij aangeefster met kracht opzij geduwd, zodat de man de woning uit kon vluchten. Medeverdachte, [medeverdachte], heeft bij de politie verklaard dat hij op 11 november 2016 samen met verdachte in de auto naar Slochteren is gegaan. Volgens medeverdachte heeft verdachte zich voorgedaan als controleur van de gasmeter en is hij alleen de woning in gegaan. Medeverdachte is in de auto blijven wachten, zodat hij snel weg kon rijden als verdachte met de buit terugkwam in de auto. Ze hebben volgens medeverdachte de buit samen verdeeld. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte is geweest die zich heeft voorgedaan als controleur van de gasmeter en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster heeft verkregen, waarna hij twee portemonnees heeft gestolen en geweld tegen aangeefster heeft gebruikt om zodoende de woning met zijn buit te kunnen verlaten. De rol van medeverdachte is als volgt geweest. Medeverdachte was op de hoogte van wat er zou gaan gebeuren, namelijk het bestelen van oudere mensen in hun eigen woning. Hij heeft de auto bestuurd en in de buit gedeeld. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte, ook ten aanzien van het door verdachte gebruikte geweld. Het was voor verdachte immers zonder meer voorzienbaar dat, bij betrapping door een bewoner, zijn medeverdachte enig geweld zou gebruiken om zo te kunnen ontsnappen uit de woning waar op dat moment een diefstal werd gepleegd. Hij heeft zodoende willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat zijn mededader mogelijk geweld zou gebruiken, zodat zijn opzet ook geacht wordt daar op gericht te zijn geweest. De rechtbank acht feit 1 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen. Feit 2 Het dossier bevat een aangifte van mevr. [slachtoffer 2], waaruit blijkt dat op 14 november 2016 een man aanbelde bij de woning van aangeefster aan de [adres 2] te Steenwijk. Deze man zei dat hij de meterstand op kwam nemen. Nadat de man de woning had verlaten, merkte aangeefster

6 dat een rood sieradenkistje was verdwenen. In dit sieradenkistje zaten vijf gouden en zilveren sieraden. Medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat hij op 14 november 2016 samen met verdachte in Steenwijk was en dat verdachte uit de woning aan de [adres 2] een diefstal heeft gepleegd door te zeggen dat hij de meterstand kwam opnemen. Medeverdachte was op de hoogte van het doel waarmee verdachte de woning inging. Verder heeft medeverdachte verklaard dat verdachte de gestolen gouden en zilveren sieraden op het kamp verkocht, waarna medeverdachte een deel van de opbrengst kreeg. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte is geweest die zich heeft voorgedaan als opnemer van de meterstand en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster heeft verkregen, waarna hij een sieradenkistje met daarin een vijftal sieraden heeft gestolen. Verdachte en medeverdachte hebben de opbrengst verdeeld. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank acht feit 2 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen. Feit 3 Het dossier bevat een aangifte van [naam], namens zijn vader [slachtoffer 3], waaruit blijkt dat op 24 november 2016 twee mannen aanbelden bij de woning van dhr. [slachtoffer 3] aan de [adres 3] te Zoutkamp. Eén van de mannen zei dat hij de watermeterstand wilde opnemen. Beide mannen zijn in de woning van dhr. [slachtoffer 3] geweest. Eén van de mannen is in de slaapkamer geweest. Nadat de mannen de woning hadden verlaten, merkte dhr. [slachtoffer 3] dat de deurtjes en een lade van een kast in de slaapkamer open stonden en dat zijn portemonnee, met inhoud, en een geldkistje, met inhoud, waren weggenomen. In de portemonnee zaten een contant geldbedrag van 50 euro, een identiteitskaart en meerdere pasjes. In het geldkistje zaten een trouwboekje, trouwringen, bankafschriften en militaire onderscheidingen en medailles. Medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat hij op 24 november 2016 samen met verdachte in de woning aan de [adres 3] te Zoutkamp is geweest en dat hij uit een kastje in de slaapkamer een geldkistje heeft meegenomen. Verder heeft medeverdachte verklaard dat het sleuteltje bovenop het kistje lag. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte en medeverdachte zijn geweest die zich hebben voorgedaan als opnemers van de watermeterstand en op die wijze toegang tot de woning van dhr. [slachtoffer 3] hebben verkregen, waarna zij een portemonnee (met daarin een contant geldbedrag van 50 euro, een identiteitskaart en meerdere pasjes) en een geldkistje (met daarin een trouwboekje, trouwringen, bankafschriften en militaire onderscheidingen en medailles) hebben gestolen. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank acht feit 3 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen. Feit 4 Het dossier bevat een aangifte van mevr. [slachtoffer 4], waaruit blijkt dat op 28 november 2016 twee mannen over het erf naar de voordeur van de woning van aangeefster aan de [adres 4] te Groningen liepen. Aangeefster heeft de deur open gedaan. De mannen zeiden dat ze de gasmeterstand op kwamen nemen. Aangeefster heeft hierop de mannen binnen gelaten. Eén van de mannen is boven in de slaapkamer geweest. Nadat de mannen de woning hadden verlaten, merkte aangeefster dat een contant geldbedrag van in totaal 100 euro (twee keer 50 euro) uit haar portemonnee was weggenomen. Ook waren een goudkleurige ceintuur en een houten doosje met daarin meerdere gouden sieraden en een creditcard gestolen. Medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat hij samen met verdachte was betrokken bij de diefstal uit de woning aan de [adres 4] te Groningen op 28 november Het geld dat uit de

7 portemonnee werd gestolen, twee bankbiljetten van 50 euro, werd tussen verdachte en medeverdachte gedeeld; ieder 50 euro. Volgens medeverdachte behield verdachte de armband. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte en medeverdachte zijn geweest die zich hebben voorgedaan als opnemers van de gasmeterstand en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster hebben verkregen, waarna zij een contant geldbedrag van in totaal 100 euro (twee keer 50 euro), een goudkleurige ceintuur en een houten doosje met daarin meerdere gouden sieraden en een creditcard hebben gestolen. Verdachte en medeverdachte hebben de buit onderling verdeeld. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank acht feit 4 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen. Feit 5 Het dossier bevat een aangifte van mevr. [slachtoffer 5], waaruit blijkt dat op 2 december 2016 twee mannen aanbelden bij de woning van aangeefster aan de [adres 5] te Ommen. Eén van de mannen zei dat er bij de buren problemen met de waterleiding waren en dat ze de woning van aangeefster wilden controleren. Aangeefster heeft hierop de mannen binnengelaten. Eén van de mannen is in de woonkamer geweest. De volgende dag bemerkte aangeefster dat haar Apple ipad uit de woonkamer was gestolen. Medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat hij samen met verdachte op 2 december 2016 bij de woning aan de [adres 5] in Ommen is geweest en dat hij uit de woonkamer een Apple ipad heeft weggenomen. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte en medeverdachte zijn geweest die zich hebben voorgedaan als medewerkers van het waterleidingbedrijf en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster hebben verkregen, waarna zij een Apple ipad hebben gestolen. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank acht feit 5 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen. Feit 6 Het dossier bevat een aangifte van mevr. [slachtoffer 6], waaruit blijkt dat op 10 januari 2017 twee mannen aanbelden bij de woning van aangeefster aan de [adres 6] te Groningen. Op de vraag van aangeefster of de mannen van Energiewacht waren, antwoordde één van de mannen bevestigend. Hij voegde daaraan toe dat ze de verwarming kwamen checken in verband met temperatuurswisselingen van de afgelopen weken. Aangeefster heeft hierop de mannen binnengelaten. Eén van de mannen is in de woonkamer geweest en de ander in de gang. Nadat de mannen de woning hadden verlaten, merkte aangeefster dat haar twee fietstassen, die in de gang stonden, waren gestolen. In een van de fietstassen zat een handtas met daarin een mobiele telefoon, een huissleutel, een paspoort, een bankpas, twee OV-chipkaarten en 40 euro aan contanten, te weten twee briefjes van 20 euro. Medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat hij samen met verdachte bij de woning aan de [adres 6] in Groningen is geweest en dat hij uit de gang twee fietstassen heeft weggenomen. Hieruit heeft hij twee briefjes van twintig euro gehaald; de rest heeft hij weggegooid. Medeverdachte stelt één briefje van twintig euro aan verdachte te hebben gegeven. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte en medeverdachte zijn geweest die zich hebben voorgedaan als medewerkers van de Energiewacht en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster hebben verkregen, waarna zij twee fietstassen (met daarin een handtas, waarin een mobiele telefoon, een huissleutel, een paspoort, een bankpas, twee OV-chipkaarten en 40 euro aan contanten, te weten twee briefjes van 20 euro) hebben

8 gestolen. Verdachte en medeverdachte hebben het contante geld verdeeld, ieder de helft. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank acht feit 6 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen. Feit 7 Het dossier bevat een aangifte van mevr. [slachtoffer 7], waaruit blijkt dat op 13 januari 2017 aangeefster, toen zij bij haar woning aan de [adres 7] te Groningen aankwam, werd aangesproken door twee mannen. Deze mannen zeiden dat zij van het waterbedrijf waren en dat zij in de woning wilden controleren op lekkages. Eén man is voor aangeefster uit de trap opgelopen naar de woning en de andere man liep achter aangeefster aan. Boven gekomen zag aangeefster de eerste man in de woonkamer staan. Daarna hebben beide mannen de woning verlaten en merkte aangeefster dat haar portemonnee en een reservesleutel van de woning uit haar handtas waren gestolen. In de portemonnee zaten een geldbedrag van 40 euro, een rijbewijs en een bankpas. Medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat hij samen met verdachte bij de woning aan de De [adres 15] te Groningen is geweest en dat zij zich hebben voorgedaan als medewerkers van het waterbedrijf. Volgens medeverdachte is verdachte in de woning geweest. Van de buit hebben zij ieder de helft gekregen, aldus de medeverdachte. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte en medeverdachte zijn geweest die zich hebben voorgedaan als medewerkers van het waterbedrijf en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster hebben verkregen, waarna zij een portemonnee (met daarin een geldbedrag van 40 euro, een rijbewijs en een bankpas) en een huissleutel hebben gestolen. Verdachte en medeverdachte hebben de opbrengst verdeeld, ieder de helft. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank acht feit 7 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen. Feit 8 Het dossier bevat een aangifte van mevr. [slachtoffer 8] en een aanvullend verhoor, waaruit blijkt dat op 29 november 2016 een man aanbelde bij de woning van aangeefster aan de [adres 8] te Alkmaar. Deze man zei dat ze bij de buren waren geweest, omdat zij in de kou hadden gezeten en hij vroeg of ze bij aangeefster de verwarming en het water mochten controleren. Nadat aangeefster had gezegd dat dat goed was, ging de man zijn collega ophalen. Beide mannen zijn in de woning geweest. De oudste man is naar boven gelopen. De andere man is beneden gebleven. Nadat de mannen de woning hadden verlaten, merkte aangeefster dat in diverse kamers in huis lades openstonden en planken leeg waren gehaald. Zij constateerde dat gouden sieraden, een dameshorloge, een parelketting, vulpennen en een glazen ei waren gestolen. Medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat hij samen met verdachte bij een woning in Alkmaar is geweest en dat hij die woning een glazen ei (dat op de kast in de woonkamer stond) heeft meegenomen. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte en medeverdachte zijn geweest die zich hebben voorgedaan als medewerkers van een energiebedrijf en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster hebben verkregen, waarna zij gouden sieraden, een dameshorloge, een parelketting, vulpennen en een glazen ei hebben gestolen. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank acht feit 8 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen.

9 Feit 9 Het dossier bevat een aangifte van mevr. [slachtoffer 9], waaruit blijkt dat op 9 november 2016 aangeefster, toen zij bij haar woning aan de [adres 9] te Zuidlaren aankwam, werd aangesproken door een man. Deze man vroeg haar of zij nog scharen of messen te slijpen had. Toen aangeefster dit bevestigde, vroeg de man of hij aangeefster kon helpen om de boodschappen naar binnen te dragen. Dit vond aangeefster goed, waarop de man de boodschappen naar de keuken van aangeefster heeft gebracht. In de woning is aangeefster naar een andere ruimte gelopen. Toen zij terugkwam in de keuken zag zij dat de man weg was. Ook zag zij dat haar schoudertas was gestolen. In de schoudertas zaten twee portemonnees met daarin een rijbewijs, een paspoort, een bankpas, een kentekenbewijs en een contant geldbedrag van in totaal 410 euro. Medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat hij in november 2016 samen met verdachte in de auto in Zuidlaren is geweest. Volgens medeverdachte had verdachte hem verteld dat hij zich voor zou gaan doen als iemand die het water controleerde. In Zuidlaren zag verdachte een vrouw lopen met een boodschappentas. Verdachte is uit de auto gestapt, terwijl medeverdachte in de auto bleef. Verdachte is naar de vrouw gelopen en heeft haar geholpen met de boodschappen. Verdachte kwam terug met een handtas. In die tas zat ongeveer 300 à 400 euro. Medeverdachte heeft hiervan 200 euro gekregen. Verdachte heeft de rest gehouden, aldus de medeverdachte. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte is geweest die aangeefster heeft gevraagd of zij messen of scharen te slijpen had en of hij kon helpen met het naar binnendragen van de boodschappen van aangeefster en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster heeft verkregen, waarna hij een handtas met daarin twee portefeuilles (bevattende een rijbewijs, een paspoort, een bankpas, een kentekenbewijs en een contant geldbedrag van in totaal 410 euro) heeft gestolen. De rol van medeverdachte is als volgt geweest. Medeverdachte was op de hoogte van wat er zou gaan gebeuren, namelijk het bestelen van oudere mensen in hun eigen woning. Hij heeft de auto bestuurd en in de buit gedeeld. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank acht feit 9 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen. Feit 10 Met betrekking tot aangeefster [slachtoffer 10] Zaak 3 Het dossier bevat een aangifte van mevr. [slachtoffer 10], waaruit blijkt dat op 30 november 2016 twee mannen aanbelden bij de woning van aangeefster aan [adres 10] te Dronten. Eén van de mannen zei dat de buren zonder warm water hadden gezeten en dat ze de woning van aangeefster wilden controleren. De man had zijn voet al tussen de deur. Aangeefster heeft hierop de mannen binnengelaten. Eén van de mannen is boven geweest. Nadat de mannen de woning hadden verlaten, merkte aangeefster dat boven diverse kastdeuren open stonden. Er was niets gestolen. Medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat hij samen met verdachte in een woning in Dronten is geweest om te stelen. Verdachte is volgens medeverdachte boven geweest in de woning. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte en medeverdachte zijn geweest die zich hebben voorgedaan als medewerkers van het energiebedrijf en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster hebben verkregen. Het doel van verdachte en medeverdachte was het stelen van waardevolle goederen. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank acht dit onderdeel van feit 10 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen.

10 Met betrekking tot aangeefster [slachtoffer 11] Zaak 4 Het dossier bevat een aangifte van mevr. [slachtoffer 11], waaruit blijkt dat op 30 november 2016 een man aanbelde bij de woning van aangeefster aan de [adres 11] te Kampen. De man zei dat hij de waterstand kwam controleren. Vervolgens liep de man naar binnen. Op dat moment kwam er nog een man aanlopen. Eén van de mannen hield aangeefster aan de praat. De andere man liep de woonkamer in, terwijl daar geen water is. Daarna hebben de mannen de woning verlaten. Er was niets gestolen. Medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat hij samen met verdachte in een woning in Kampen is geweest om te stelen. Om aangeefster te overtuigen dat hij voor het water kwam, had medeverdachte een pen en een boek bij zich. Medeverdachte heeft verklaard aangeefster aan de praat te hebben gehouden, zodat verdachte kon stelen. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte en medeverdachte zijn geweest die zich hebben voorgedaan als medewerkers van het waterbedrijf en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster hebben verkregen. Het doel van verdachte en medeverdachte was het stelen van waardevolle goederen. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank acht dit onderdeel van feit 10 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen. Met betrekking tot aangeefster [slachtoffer 12] Zaak 5 Het dossier bevat een aangifte van mevr. [slachtoffer 12], waaruit blijkt dat op 30 november 2016 twee mannen aanbelden bij de woning van aangeefster aan de [adres 12] te Paterswolde. Eén van de mannen zei dat er wateroverlast was en dat ze het water in de woning van aangeefster wilden controleren. Vervolgens liepen de mannen naar binnen. Eén van de mannen is naar boven gelopen. De andere man liep de woonkamer in en rommelde in een la. Nadat de mannen de woning hadden verlaten, merkte aangeefster dat de man die boven was geweest in haar tas, kasten en een blikje had gezocht. Er was niets gestolen. Medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat hij samen met verdachte in een woning in Paterswolde is geweest om te stelen. Medeverdachte stelt boven in de woning te zijn geweest. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte en medeverdachte zijn geweest die zich hebben voorgedaan als medewerkers van het waterbedrijf en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster hebben verkregen. Het doel van verdachte en medeverdachte was het stelen van waardevolle goederen. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank acht dit onderdeel van feit 10 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen. Met betrekking tot aangeefster [slachtoffer 13] Zaak 6 Het dossier bevat een aangifte van mevr. [slachtoffer 13], waaruit blijkt dat op 6 januari 2017 een man met een map in zijn handen voor de woning van aangeefster aan de [adres 13] te Winsum loopt. Desgevraagd gaf de man aan dat hij van het waterbedrijf was en binnen wilde komen. Vervolgens liep de man naar binnen. De man is in de keuken en in de slaapkamer van aangeefster geweest. Daarna heeft de man de woning verlaten. Er was niets gestolen. Medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat hij op 6 januari 2017 samen met verdachte naar Winsum is gereden. Daar is verdachte uit de auto gestapt met een notitieblok om aangeefster te overtuigen dat hij voor het water kwam. Medeverdachte stelt op de hoogte te zijn geweest van het doel waarmee verdachte de woning inging. Hij wilde wel mee, omdat hij geen geld had, aldus

11 de medeverdachte. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte is geweest die zich heeft voorgedaan als medewerker van het waterbedrijf en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster heeft verkregen. Het doel van verdachte was het stelen van waardevolle goederen bij oudere mensen in hun eigen woning. Medeverdachte was op de hoogte van dit doel en heeft de auto bestuurd. Verder is voldoende aannemelijk dat medeverdachte in de buit zou hebben gedeeld, nu hij heeft verklaard mee te zijn gegaan omdat hij geld nodig had. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank acht dit onderdeel van feit 10 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen. Feit 11 Het dossier bevat een aangifte van mevr. [slachtoffer 14], waaruit blijkt dat op 12 mei 2016 een man aanbelde bij de woning van aangeefster aan de [adres 14] te Groningen. Deze man zei dat hij de centrale verwarming kwam controleren. De man liet aangeefster naar de keuken en de badkamer gaan om de kraan open te zetten. Nadat de man de woning had verlaten, merkte aangeefster dat een kleine portemonnee met daarin 15 euro aan kleingeld uit haar tas was weggenomen. Uit een proces-verbaal van bevindingen volgt dat de hulp van aangeefster, getuige [getuige], op het moment dat de man binnen kwam, in de hal van de woning van aangeefster stond en zij deze man op dat moment heeft gezien. Vervolgens heeft zij de man korte tijd later ook nog eens buiten gezien ter hoogte van de woning van [slachtoffer 14]. Later op de dag heeft de kleindochter van [slachtoffer 14] [getuige] een bij het proces-verbaal gevoegde foto getoond. [getuige] herkent voor 100% de man op de foto als de man die in de woning van aangeefster is geweest. De verbalisant kent de man op de foto als zijnde verdachte, aldus dit proces-verbaal. De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het verdachte is geweest die zich heeft voorgedaan als controleur van de centrale verwarming en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster heeft verkregen, waarna hij een kleine portemonnee met daarin 15 euro aan kleingeld heeft gestolen. Volgens de verdediging is het niet mogelijk dat de getuige verdachte kan herkennen van de foto, omdat dit een zeven jaar oude foto zou zijn. Dat het om een dergelijke oude foto zou gaan of dat verdachte hierop niet te herkennen zou zijn, is de rechtbank niet gebleken. Daarbij komt dat getuige [getuige] blijkens het hiervoor weergegeven proces-verbaal de man meermalen van dichtbij heeft gezien en zij geen enkele twijfel heeft dat de man op de foto ook diegene is die zij in de woning van aangeefster heeft gezien. Dit verweer van de verdediging wordt dan ook verworpen. De rechtbank acht feit 11 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen. 4.5 De bewezenverklaring De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat: 1. hij op 11 november 2016 te Slochteren, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, uit een woning gelegen aan [adres 1] : - 2 portemonnees met inhoud (te weten: een geldbedrag totaal groot circa 60 euro en pasjes), toebehorende aan [slachtoffer 1], welke diefstal werd gevolgd van geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte:

12 - tegen die [slachtoffer 1] is aangelopen en - die [slachtoffer 1] heeft geduwd, waardoor die [slachtoffer 1] van haar plaats werd geduwd; 2. hij op 14 november 2016 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, uit een woning gelegen aan de [adres 2] : - een sieradenkistje met inhoud (te weten: meerdere gouden en zilveren sieraden), toebehorende aan [slachtoffer 2] ; 3. hij op 24 november 2016 te Zoutkamp, gemeente De Marne, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, uit een woning gelegen aan de [adres 3] : - een portemonnee met inhoud (te weten: een contant geldbedrag, totaal groot 50 euro en een identiteitskaart en meerdere pasjes) en - een geldkistje met inhoud (te weten: een trouwboekje en trouwringen en bankafschriften en militaire onderscheidingen en medailles), toebehorende aan [slachtoffer 3] ; 4. hij op 28 november 2016 te Groningen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, uit een woning gelegen aan de [adres 4] : - een contant geldbedrag, totaal groot 100 euro en - een goudkleurige ceintuur en - een houten doosje met inhoud (te weten: meerdere gouden sieraden en een creditcard), toebehorende aan [slachtoffer 4] ; 5. hij op 02 december 2016 te Ommen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, uit een woning gelegen aan de [adres 5] : - een Ipad met zwarte hoes, toebehorende aan [slachtoffer 5] ; 6. hij op 10 januari 2017 te Groningen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, uit een woning gelegen aan de [adres 6] : - 2 fietstassen en - een handtas met inhoud (te weten: een mobiele telefoon en een huissleutel en een paspoort en een bankpas en meerdere OV-chipkaarten en een contant geldbedrag, totaal groot 40 euro), toebehorende aan [slachtoffer 6] ; 7. hij op 13 januari 2017 te Groningen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, uit een woning gelegen aan [adres 7] : - een portemonnee met inhoud (te weten: een contant geldbedrag, totaal groot 40 euro en een rijbewijs en een bankpas) en - een (reserve)huissleutel, toebehorende aan [slachtoffer 7] ; 8. hij op 29 november 2016 te Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, uit een woning gelegen aan de [adres 8] : - meerdere gouden sieraden en - een dameshorloge en - een parelketting en - 2 vulpennen en - een glazen ei, toebehorende aan [slachtoffer 8] ;

13 9. hij op 09 november 2016 te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, uit een woning gelegen aan de [adres 9] : - een handtas en - 2 portemonnees met inhoud (te weten: een rijbewijs en een paspoort en een bankpas en een kentekenbewijs en een contant geldbedrag, totaal groot 410 euro), toebehorende aan [slachtoffer 9] ; 10. hij in de periode van 30 november 2016 tot en met 6 januari 2017, te Dronten en Kampen en Paterswolde en Winsum, telkens tezamen en in vereniging met een ander, telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen, telkens uit woningen gelegen aan [adres 10] en [adres 11] en [adres 12] en [adres 13], goederen en/of geld, toebehorende aan: - [slachtoffer 10] of - [slachtoffer 11] of - [slachtoffer 12] of - [slachtoffer 13], hebbende hij, verdachte, en zijn mededader zich telkens de toegang verschaft tot de woningen van voornoemde [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13], om vervolgens in die woningen op zoek te gaan naar geld en/of goederen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 11. hij op 12 mei 2016 te Groningen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, uit een woning gelegen aan de [adres 14] : - een contant geldbedrag, totaal groot circa 15 euro, toebehorende aan [slachtoffer 14]. De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad. De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken. 5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 310, 311 en 312 Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op: feit 1 het misdrijf: diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen; feiten 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 telkens: het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen;

14 feit 10 het misdrijf: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd; feit 11 het misdrijf: diefstal. 6 De strafbaarheid van verdachte Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten. 7 De op te leggen straf of maatregel 7.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het als feiten 1 tot en met 11 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, met aftrek van voorarrest. 7.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft verzocht, bij een bewezenverklaring, een lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie is geëist en daarbij een deels voorwaardelijke straf op te leggen. 7.3 De gronden voor een straf of maatregel Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang. Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan veertien (pogingen tot) diefstallen uit woningen, zoals vervat in de elf bewezenverklaarde feiten. Het gaat om zeer verwerpelijke vormen van diefstal, waarbij verdachte en/of zijn mededader met een zogenaamde babbeltruc op slinkse wijze in de woningen van de slachtoffers binnenkwamen en portemonnees met inhoud, sieraden en andere persoonlijke eigendommen hebben buitgemaakt. Daarbij werden bewust (door te letten op de inrichting van de woningen) oudere, kwetsbare personen als slachtoffers uitgezocht. Verdachte en zijn mededader zijn daarbij - gezien deze werkwijze en de schaal waarop zij opereerden - op gewiekste en betrekkelijk professionele wijze te werk gegaan. Daarbij had verdachte uitsluitend oog voor eigen geldelijk gewin en werd met de schade en overlast voor anderen geen rekening gehouden. De bewezenverklaarde feiten brengen gevoelens van angst en onveiligheid en wantrouwen mee. Slachtoffers worden emotioneel getroffen, doordat een vreemde hun huis met een babbeltruc is binnengekomen en voorwerpen heeft meegenomen. Daarnaast leveren deze feiten vermogensschade voor de benadeelden op. De rechtbank rekent verdachte zijn handelen zwaar aan, met name gelet op de plek waar de

15 diefstallen hebben plaatsgevonden, namelijk in hun eigen woning waar de slachtoffers zich bij uitstek veilig zouden moeten kunnen voelen. De diefstallen hebben plaatsgevonden gedurende een lange periode en verdachte heeft kennelijk op geen enkel moment het kwalijke van zijn handelen ingezien. Daarbij komt dat verdachte, door alle feiten te ontkennen, geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden. Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie van verdachte d.d. 15 juni 2017, waaruit blijkt dat verdachte in het verleden, naast huiselijk geweld, eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. De rechtbank constateert dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is en zal daarom de in totaal op te leggen straf dienovereenkomstig matigen. Er is, in het kader van deze strafzaak, een reclasseringsadvies uitgebracht door Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, d.d. 16 februari Er wordt geadviseerd een onvoorwaardelijke (gevangenis)straf op te leggen. De rechtbank ziet in de stukken geen aanleiding een deel van de op te leggen straf voorwaardelijk op te leggen, aangezien in het reclasseringsrapport is opgetekend dat een reclasseringstraject pas zinvol is wanneer betrokkene in staat is enige verantwoordelijkheid voor zijn problemen te nemen en enig zelfinzicht heeft. Daarbij komt dat in het onderhavige vonnis van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf alsnog de ten uitvoerlegging zal worden bevolen, omdat verdachte binnen de proeftijd opnieuw strafbare feiten heeft gepleegd. Verdachte heeft daarmee getoond zich niet aan de (algemene) voorwaarden bij een voorwaardelijk opgelegd strafdeel te kunnen of willen houden. De rechtbank zal daarom volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank acht, het voorgaande afwegend, een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, met aftrek van voorarrest, passend en geboden. 8 De schade van benadeelden 8.1 De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 3) Met betrekking tot feit 3 op de tenlastelegging heeft [slachtoffer 3] zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van 705,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De vordering betreft materiële schade. 8.2 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering wordt toegewezen, met uitzondering van een bedrag van 25,-, aangezien twee maal een vergoeding voor een portefeuille is opgenomen, te vermeerderen met de rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. 8.3 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft zich aangesloten bij het door de officier van justitie aangevoerde. 8.4 Het oordeel van de rechtbank Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn, met uitzondering van de portefeuille die

16 twee keer wordt gevorderd, niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank constateert dat aan materiële schade twee maal een bedrag voor een portefeuille is gevorderd. Nu uit de aangifte slechts blijkt van één portefeuille zal de rechtbank een bedrag van 25,- niet ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter. De rechtbank zal het gevorderde voor het overige toewijzen tot een bedrag van 680,95, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd. 8.5 De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7] (feit 7) Met betrekking tot feit 7 op de tenlastelegging heeft [slachtoffer 7] zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van 199,55, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten: Vervanging slot 194,00 Portemonnee 25,00 Rijbewijs 77,35 Pasfoto s 10,00 ID-kaart 87,20 Subtotaal 393,55 In mindering: vergoede schade 194,00 Totaal 199, Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering wordt toegewezen, rekening houdend met een rekenfout, zodat een bedrag van 174,55 toewijsbaar is, te vermeerderen met de rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. 8.7 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft zich aangesloten bij het door de officier van justitie aangevoerde. 8.8 Het oordeel van de rechtbank Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. Anders dan de officier van justitie en de raadsman constateert de rechtbank dat de benadeelde partij de schade correct heeft berekend. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van 199,55, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd. 8.9 De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] (feit 8) Met betrekking tot feit 8 op de tenlastelegging heeft [slachtoffer 8] zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij heeft geen schade gevorderd, maar verzocht de weggenomen sieraden terug te vorderen Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring omdat er geen bedrag is

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBROT:2016:10161 ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2013:320

ECLI:NL:RBOVE:2013:320 ECLI:NL:RBOVE:2013:320 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 22-04-2013 Datum publicatie 11-07-2014 Zaaknummer 07-681022-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 Instantie Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 16.705352.15 en 16.702009.13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

1. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2013.

1. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2013. ECLI:NL:RBMNE:2013:CA2571 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 06-06-2013 Datum publicatie 10-06-2013 Zaaknummer 16/661190-13 (P) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599 ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 23-08-2011 Datum publicatie 23-08-2011 Zaaknummer 19.810178-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 10-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer 08/760127-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 07-06-2012 Datum publicatie 11-03-2013 Zaaknummer 13/666528-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ2981

ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ2981 ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ2981 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 23-11-2006 Datum publicatie 24-11-2006 Zaaknummer 800917/06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656 ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 21-02-2012 Datum publicatie 24-02-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/512509-11; 16/602702-08 (tul)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ8372

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ8372 ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ8372 Instantie Datum uitspraak 23-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 02-666988-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 Instantie Datum uitspraak 03-09-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 15/871690-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003352-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-11-2015 Datum publicatie 23-06-2017 Zaaknummer 13/845106-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2015:384

ECLI:NL:OGEAA:2015:384 ECLI:NL:OGEAA:2015:384 Instantie Datum uitspraak 02-07-2015 Datum publicatie 05-10-2015 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer P-2014/15112, 134 van 2015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 Instantie Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 16-12-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zwolle-Lelystad 07.620221-08 (P) Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2012:BX3476

ECLI:NL:RBUTR:2012:BX3476 ECLI:NL:RBUTR:2012:BX3476 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 12-07-2012 Datum publicatie 02-08-2012 Zaaknummer 16-655579-12 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 Instantie Datum uitspraak 16-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/652521-15 (P) Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:190

ECLI:NL:RBAMS:2015:190 ECLI:NL:RBAMS:2015:190 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-01-2015 Datum publicatie 05-02-2015 Zaaknummer 13-669245-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:1209

ECLI:NL:RBOVE:2017:1209 ECLI:NL:RBOVE:2017:1209 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 20-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 08/760032-15(P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 29-04-2014 Zaaknummer 05/900024-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2015:1985

ECLI:NL:RBOVE:2015:1985 ECLI:NL:RBOVE:2015:1985 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 20-04-2015 Zaaknummer 08/951389-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:3315

ECLI:NL:RBMNE:2014:3315 ECLI:NL:RBMNE:2014:3315 Instantie Datum uitspraak 29-07-2014 Datum publicatie 01-08-2014 Zaaknummer 16/659378-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:6970

ECLI:NL:RBOVE:2014:6970 ECLI:NL:RBOVE:2014:6970 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 30-12-2014 Datum publicatie 30-12-2014 Zaaknummer 08.770060.14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:3023 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2017:3023 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2017:3023 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 25-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Zaaknummer 23-001315-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790

ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790 ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 04-09-2007 Zaaknummer 03-700214-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 11-11-2008 Datum publicatie 12-11-2008 Zaaknummer 21-001909-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:1798

ECLI:NL:GHDHA:2014:1798 ECLI:NL:GHDHA:2014:1798 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-05-2014 Datum publicatie 28-05-2014 Zaaknummer 22-005601-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BM8951

ECLI:NL:RBZUT:2010:BM8951 ECLI:NL:RBZUT:2010:BM8951 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 23-06-2010 Datum publicatie 23-06-2010 Zaaknummer 06-850223-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835 ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 08-06-2012 Datum publicatie 08-06-2012 Zaaknummer 19.830044-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Vonnis op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:

Vonnis op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen: ECLI:NL:RBOVE:2015:5340 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 04-12-2015 Datum publicatie: 04-12-2015 Zaaknummer: 08/760029-15 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN9578

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN9578 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN9578 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 27-09-2010 Datum publicatie 06-10-2010 Zaaknummer 16/600652-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

LJN: BX2217, Rechtbank Almelo, 08/710213-12 Print uitspraak. Datum uitspraak: 20-07-2012. Datum publicatie: 20-07-2012.

LJN: BX2217, Rechtbank Almelo, 08/710213-12 Print uitspraak. Datum uitspraak: 20-07-2012. Datum publicatie: 20-07-2012. LJN: BX2217, Rechtbank Almelo, 08/710213-12 Print uitspraak Datum uitspraak: 20-07-2012 Datum publicatie: 20-07-2012 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Vindplaats(en): Straf Eerste aanleg

Nadere informatie

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS)

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS) ECLI:NL:RBSGR:2002:AE7582 Instantie Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak 11-09-2002 Datum publicatie 13-09-2002 Zaaknummer 09/900368-02; 09/093214-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-05-2011 Datum publicatie 29-06-2011 Zaaknummer 16-504228-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2011:BU8312

ECLI:NL:RBMAA:2011:BU8312 ECLI:NL:RBMAA:2011:BU8312 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 12-12-2011 Datum publicatie 15-12-2011 Zaaknummer 03/702724/10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

onder parketnummer 01/ dat: hij in of omstreeks de periode van 12 december 2005 tot en met 19 december 2005 te Helmond, in elk geval in Neder

onder parketnummer 01/ dat: hij in of omstreeks de periode van 12 december 2005 tot en met 19 december 2005 te Helmond, in elk geval in Neder ECLI:NL:RBSHE:2007:BR3371 Instantie Datum uitspraak 07-03-2007 Datum publicatie 05-08-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Rechtbank 's-hertogenbosch 01/835241-05 en 01/820049-07 (ttz. gev.) Strafrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983

ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983 ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 13-04-2010 Datum publicatie 13-04-2010 Zaaknummer 08.720098-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BM9518

ECLI:NL:RBALM:2010:BM9518 ECLI:NL:RBALM:2010:BM9518 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 23-06-2010 Datum publicatie 29-06-2010 Zaaknummer 08/710915-09, 08/720273-10 en 08/801343-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 29-04-2008 Datum publicatie 29-04-2008 Zaaknummer 06/460549-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2009:BK1269

ECLI:NL:RBALM:2009:BK1269 ECLI:NL:RBALM:2009:BK1269 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 20-10-2009 Datum publicatie 27-10-2009 Zaaknummer 08/710515-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ0508

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ0508 ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ0508 Instantie Datum uitspraak 07-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001810-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:6365

ECLI:NL:RBOBR:2015:6365 ECLI:NL:RBOBR:2015:6365 Instantie Datum uitspraak 04-11-2015 Datum publicatie 04-11-2015 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/879450-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2554

ECLI:NL:RBROT:2017:2554 ECLI:NL:RBROT:2017:2554 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-04-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer 10/740353-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860063-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552 ECLI:NL:RBGEL:2014:6552 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 16-10-2014 Datum publicatie 16-10-2014 Zaaknummer 05/840573-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2009:BI2698

ECLI:NL:RBZUT:2009:BI2698 ECLI:NL:RBZUT:2009:BI2698 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 29-04-2009 Datum publicatie 29-04-2009 Zaaknummer 06/460048-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2012:BX6660

ECLI:NL:RBUTR:2012:BX6660 ECLI:NL:RBUTR:2012:BX6660 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 04-09-2012 Datum publicatie 06-09-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16.655808-12 [P] Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116

ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116 ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116 Instantie Datum uitspraak 27-01-2011 Datum publicatie 13-04-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-000016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:2577

ECLI:NL:GHARL:2015:2577 ECLI:NL:GHARL:2015:2577 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Strafrecht Parketnummer: 21-008157-13 Datum uitspraak: 9 april 2015 Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8054

ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8054 ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8054 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 23-12-2008 Datum publicatie 23-12-2008 Zaaknummer 06-460438/08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284 ECLI:NL:RBDHA:2014:1284 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 04-02-2014 Datum publicatie 04-02-2014 Zaaknummer 09/715710-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BN1717 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BN1717 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BN1717 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 15-07-2010 Datum publicatie 20-07-2010 Zaaknummer 24-002547-07 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie