ECLI:NL:RBAMS:2014:9023

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RBAMS:2014:9023"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RBAMS:2014:9023 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste aanleg - meervoudig Op tegenspraak Verdachte wordt veroordeeld voor belastingfraude, gewoontewitwassen en het voorhanden hebben van een hennepplantage tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een geldboete van ,-. Verdachte heeft gedurende een aantal jaar in zowel zijn eigen belastingaangiften als die van derden te hoge of gefingeerde aftrekposten opgegeven. Hierdoor werd te weinig belasting geheven. Het geld dat hij hiermee verdiende, heeft hij vervolgens witgewassen. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM VONNIS Parketnummer: 13/ (Promis) Datum uitspraak: 24 december 2014 Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1], ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres, te plaats 2].

2 1 Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 december De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. J.H. van der Werff en van wat verdachte en zijn raadsman mr. D.W.H.M. Wolters naar voren hebben gebracht. 2 Tenlastelegging De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 8 maart 2006 tot en met 29 november 2010 samen met een ander of anderen opzettelijk voor in totaal 767 personen onjuiste of onvolledige belastingaangiften heeft gedaan. Dit feit is cumulatief/alternatief ten laste gelegd als valsheid in geschrift (feit 1). Daarnaast wordt verdachte ervan verdacht in de periode van 15 maart 2006 tot en met 26 januari 2011 samen met een ander of anderen opzettelijk zijn eigen belastingaangiften onjuist of onvolledig te hebben gedaan. Verder is de verdenking dat verdachte zich in de periode van 9 augustus 2005 tot en met 19 juli 2011 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen van een bedrag van ,45 (feit 3) en dat hij in de periode van 15 februari 2011 tot en met 12 april 2011 samen met een ander of anderen een hennepplantage opzettelijk aanwezig heeft gehad (feit 4). 3 Voorvragen De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. 4. Waardering van het bewijs Op grond van de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen gaat de rechtbank uit van de redengevende feiten en omstandigheden, zoals hieronder vermeld. 1 De inhoud van elk bewijsmiddel ook in onderdelen wordt slechts gebezigd tot het bewijs van het ten laste gelegde feit waarop het zoals blijkt uit de inhoud kennelijk betrekking heeft Inleiding Gedurende een aantal jaren heeft verdachte aangiften Inkomstenbelasting/Premie Volksverzekeringen (hierna: IB) voor derden ingediend. Ten behoeve daarvan heeft verdachte in januari 2010 het bedrijf [bedrijf 1] opgericht. Dit bedrijf stond op naam van de partner van

3 verdachte [partner verdachte] (hierna: [partner verdachte]). Voor zijn werkzaamheden ontving verdachte een percentage van tussen de 17% en 23% van het bedrag dat de belastingplichtigen van de Belastingdienst terugkregen. Bij zijn werkzaamheden maakte verdachte naast zijn eigen naam, ook onder andere gebruik van de naam [naam 1]. 2 In januari 2010 is bij de Belastingdienst, gevestigd te Apeldoorn, een tip binnengekomen dat verdachte voor de tipgever in zijn aangiften IB gefingeerde posten heeft opgevoerd. Naar aanleiding daarvan is de Belastingdienst een onderzoek gestart naar verdachte en de aangiften IB op naam van de volgende personen. [persoon 1] Op 31 maart 2010 is vanaf het IP-adres van verdachte de aangifte IB 2008 op naam van [persoon 1] (hierna: [persoon 1]) bij de Belastingdienst binnengekomen. In die aangifte zijn kosten voor levensonderhoud van kinderen en de aftrekpost ziektekosten en buitengewone uitgaven (waaronder vaste aftrek wegens chronische ziekte) opgevoerd. 3 [persoon 2] Vanaf het IP-adres van verdachte zijn op 14 maart 2009 de aangiften IB 2007 en 2008 op naam van [persoon 2] (hierna: [persoon 2]) naar de Belastingdienst verzonden. In beide aangiften zijn ziektekosten en andere buitengewone uitgaven als aftrekpost opgegeven, waaronder de post vaste aftrek wegens chronische ziekte. Tevens zijn in beide jaren studiekosten en andere scholingsuitgaven (hierna: studiekosten) opgevoerd, waarbij de aanschaf van een dicteerecorder is opgenomen. 4 De aangifte IB 2009 is zowel op 5 februari 2010 als op 8 maart 2010 naar de Belastingdienst verzonden. De beide aangiften zijn inhoudelijk gelijk en daarin staan de aftrekposten ziektekosten en buitengewone uitgaven en studiekosten vermeld. De eerste aangifte is verzonden vanaf het IP-adres [IP-adres 1] en de tweede vanaf het IP-adres van verdachte. 5 [persoon 3] Op 3 december 2008 heeft de Belastingdienst de aangifte IB 2007 op naam van [persoon 3] (hierna: [persoon 3]) ontvangen. Deze aangifte is ondertekend met de DigiD-code van [verdachte] en daarin is de aftrekpost ziektekosten en buitengewone uitgaven (waaronder vaste aftrek wegens chronische ziekte) opgevoerd. 6 De aangifte IB 2008 is vanaf het IP-adres van verdachte op 23 november 2009 bij de Belastingdienst ingediend. Ook in deze aangifte zijn ziektekosten en buitengewone uitgaven (waaronder vaste aftrek wegens chronische ziekte) als aftrekpost opgevoerd. Daarnaast zijn er studiekosten opgegeven, waaronder een dicteerecorder. 7 [persoon 4] De Belastingdienst heeft op 22 augustus 2009 vanaf het IP-adres van verdachte de belastingaangiften IB 2007 en 2008 op naam van [persoon 4] (hierna: [persoon 4]) ontvangen. Op dezelfde datum zijn de aangiften IB 2005 en 2006 bij de Belastingdienst binnengekomen. De aangifte IB 2004 is op 20 oktober 2009 verzonden. In al deze aangiften zijn ziektekosten en buitengewone uitgaven als aftrekpost opgevoerd. Voor het jaar 2004 bestaan die kosten onder andere uit een vaste aftrek voor chronische ziekte. 8 [persoon 5] Vanaf het IP-adres van verdachte zijn op 18 juli 2009 de aangiften IB 2007 en 2008 op naam van [persoon 5] (hierna: [persoon 5]) bij de Belastingdienst binnengekomen. Voor beide jaren zijn in de aangiften de aftrekposten ziektekosten en buitengewone uitgaven (waaronder vaste aftrek wegens chronische ziekte) en studiekosten (waaronder een dicteerecorder) opgevoerd. 9

4 [persoon 6] Verdachte heeft op 2 juli 2009 de aangifte IB 2006 op naam van [persoon 6] (hierna: [persoon 6]) naar de Belastingdienst gestuurd. 10 Op 7 juli 2009, 12 oktober 2009 en 30 september 2009 heeft de Belastingdienst de aangiften IB 2004, 2007 en 2008 ontvangen, waarbij die van 2007 vanaf het IP-adres van verdachte is verzonden. 11 In al deze aangiften IB zijn de aftrekposten ziektekosten en buitengewone uitgaven en studiekosten opgenomen. De aftrekpost ziektekosten en buitengewone uitgaven bestond onder andere uit een vaste aftrek wegens chronische ziekte en de studiekosten met uitzondering van 2007 uit onder andere een dicteerecorder. 12 Met betrekking tot de aangiften IB 2007 en 2008 heeft de Belastingdienst contact gehad met [naam 1]. 13 [persoon 7] De Belastingdienst heeft op 30 september 2009 een aangifte IB 2008 op naam van [persoon 7] (hierna: [persoon 7]) ontvangen. In die aangifte zijn ziektekosten en buitengewone uitgaven (waaronder vaste aftrek wegens chronische ziekte) en studiekosten (waaronder een dicteerecorder) opgevoerd. 14 Kort voor het indienen van deze aangifte is een vooraf ingevuld aangifteformulier van [persoon 7] naar het IP-adres van verdachte gedownload. 15 [persoon 8] Vanaf het IP-adres van verdachte zijn op 14 december 2009 en 13 oktober 2009 de aangiften IB 2006, 2007 en 2008 op naam van [persoon 8] (hierna: [persoon 8]) bij de Belastingdienst binnengekomen. In al deze aangiften zijn ziektekosten en buitengewone kosten opgevoerd, waaronder de post vaste aftrek wegens chronische ziekte. Tevens staan in deze aangiften telkens studiekosten vermeld waarbij elk jaar de aanschaf van een dicteerecorder is opgenomen. 16 [persoon 9] Op 29 juni 2009 is vanaf het IP-adres van verdachte een aangifte IB 2008 op naam van [persoon 9] (hierna: [persoon 9]) bij de Belastingdienst binnengekomen. 17 Op 2 oktober 2009 is de aangifte IB 2004 naar de Belastingdienst verstuurd. In beide aangiften staan steeds ziektekosten en buitengewone uitgaven (waaronder telkens een vaste aftrek wegens chronische ziekte) en studiekosten (waaronder telkens een dicteerecorder) als aftrekposten vermeld. 18 Over het jaar 2005 zijn bij de Belastingdienst twee aangiften IB binnengekomen. In de eerste aangifte van 28 september 2009 zijn naast de ziektekosten en buitengewone uitgaven (waaronder aftrek wegens chronische ziekte), ook studiekosten (waaronder een dicteerecorder) opgevoerd. In de tweede aangifte van 12 januari 2010 wordt alleen nog de aftrekpost ziektekosten en andere buitengewone uitgaven (waaronder aftrek wegens chronische ziekte) opgegeven en ontbreken de studiekosten. 19 [persoon 10] De belastingaangifte IB 2008 op naam van [persoon 10] (hierna: [persoon 10]) is door de Belastingdienst op 26 juli 2009 ontvangen. In die belastingaangifte zijn naast ziektekosten en buitengewone uitgaven (waaronder vaste aftrek wegens chronische ziekte), ook studiekosten (waaronder een dicteerecorder) opgevoerd. 20 Het bankrekeningnummer [bankrekeningnummer 1] dat bij deze aangifte is opgegeven, is het bankrekeningnummer van [verdachte]. 21 Dit bankrekeningnummer wordt bij de aangifte IB 2008 van 18 november 2009 gewijzigd. De aangifte is overigens voor het overige gelijkluidend aan de aangifte van 26 juli In de aangifte IB 2009 die op 6 juli 2010 bij de Belastingdienst is binnengekomen, zijn verschillende zorgkosten en studiekosten opgevoerd. 23

5 [persoon 11] Op 26 maart 2006 heeft de Belastingdienst de aangifte IB 2004 en 2005 op naam van [persoon 11] (hierna: [persoon 11]) ontvangen. In beide aangiften zijn ziektekosten en buitengewone uitgaven (waaronder telkens een keuring) en studiekosten opgevoerd. Bij die studiekosten wordt beide jaren een dicteerecorder als aftrekpost opgenomen. In 2005 staan nog als extra aftrekposten de kosten voor de eigen woning vermeld die onder andere bestaan uit de kosten van een taxatierapport. 24 De kosten voor de eigen woning (waaronder telkens een taxatierapport) zijn naast de ziektekosten en andere buitengewone uitgaven en studiekosten (waaronder telkens een dicteerecorder) ook bij de aangiften IB 2006, 2007 en 2008 opgevoerd die de Belastingdienst op respectievelijk 28 mei 2007, 13 april 2008 en 21 april 2009 heeft ontvangen. De ziektekosten over de jaren 2006 en 2008 bestonden uit onder andere een keuring en over de jaren 2007 en 2008 werden de kosten voor de vaste aftrek wegens chronische ziekten opgevoerd. 25 De aangifte IB 2008 is vanaf het IP-adres van verdachte verstuurd. 26 Op 5 mei 2010 is de aangifte IB 2009 vanaf het IP-adres [IP-adres 2] naar de Belastingdienst verstuurd. In deze aangifte zijn kosten voor de eigen woning (waaronder een taxatierapport) opgevoerd. Daarnaast staan er studiekosten betreffende een studie zonder studiefinanciering voor een bedrag van in de aangifte vermeld. 27 Op 9 juni 2010 is vervolgens vanaf het IP-adres van verdachte opnieuw een aangifte IB 2009 naar de Belastingdienst verzonden. Op die aangifte komen dezelfde kosten voor de eigen woning voor, maar de studiekosten zijn verlaagd naar een bedrag van 2.036,-. 28 [persoon 12] Op naam van [persoon 12] (hierna: [persoon 12]) is op 28 mei 2009 vanaf het IP-adres van verdachte de aangifte IB 2008 door de Belastingdienst ontvangen. In die aangifte zijn ziektekosten en andere buitengewone uitgaven (waaronder vaste aftrek wegens chronische ziekten) opgevoerd. Ook zijn er studiekosten (waaronder een dicteerecorder) als aftrekpost opgenomen. 29 Bij de tweede aangifte IB 2008, die op 18 mei 2010 vanaf het IP-adres van verdachte is verzonden, is een aantal aftrekposten komen te vervallen. De aftrekpost ziektekosten en buitengewone uitgaven (waaronder vaste aftrek wegens chronische ziekte) komt nog wel voor. 30 [persoon 13] Op 11 november 2009 heeft de Belastingdienst de aangifte IB 2008 op naam van [persoon 13] (hierna: [persoon 13]) ontvangen. In die aangifte zijn ziektekosten en buitengewone uitgaven (waaronder vaste aftrek wegens chronische ziekte) en studiekosten (waaronder een dicteerecorder) als aftrekposten opgenomen. 31 De aangifte IB 2009 is op 6 mei 2010 vanaf het IPadres van verdachte naar de Belastingdienst verstuurd en bevat de aftrekposten ziektekosten en andere buitengewone uitgaven en studiekosten. 32 [persoon 14] De aangifte IB 2007 op naam van [persoon 14] (hierna: [persoon 14]) heeft de Belastingdienst op 8 mei 2008 ontvangen. Daarin zijn als aftrekposten de kosten voor het levensonderhoud van kinderen, ziektekosten en andere buitengewone uitgaven (waaronder aftrek wegens chronische ziekte) en studiekosten (waaronder een dicteerecorder) opgevoerd. 33 Op 4 en 19 juni 2009 is een vooraf ingevuld belastingformulier op naam van [persoon 14] naar het IP-adres van verdachte gedownload. 34 Vervolgens heeft de Belastingdienst op 19 juni 2009 een aangifte IB 2008 op naam van [persoon 14] ontvangen waarop de aftrekposten ziektekosten en andere buitengewone uitgaven (waaronder vaste aftrek wegens chronische ziekte) en studiekosten staan vermeld. 35 [persoon 15] Over het jaar 2005 is op naam van [persoon 15] (hierna: [persoon 15]) de aangifte IB op 23 maart

6 2006 bij de Belastingdienst binnengekomen. In die aangifte zijn kosten opgevoerd voor de eigen woning (waaronder taxatiekosten), ziektekosten en buitengewone uitgaven en studiekosten. 36 Op 1 mei 2007 heeft de Belastingdienst de aangifte IB 2006 ontvangen, waarin de kosten voor eigen woning, ziektekosten en buitengewone uitgaven en studiekosten (waaronder een dicteerecorder) als aftrekposten zijn opgevoerd. 37 De aangiften IB 2007 en 2008 zijn op respectievelijk 21 april 2008 en 22 april 2009 bij de Belastingdienst binnengekomen. In beide aangiften komen de kosten voor de eigen woning, ziektekosten en buitengewone uitgaven (waaronder vaste aftrek wegens chronische ziekte) en studiekosten (waaronder een dicteerecorder) voor. Bij de kosten voor de eigen woning in de aangifte IB 2008 is nog een taxatierapport opgevoerd. 38 Voordat de aangifte IB 2008 naar de Belastingdienst is verzonden, is op 13 april 2009 een vooraf ingevuld aangifteformulier op naam van [persoon 15] naar het IP-adres van verdachte gedownload. 39 [persoon 16] en [persoon 17] In de aangiften IB over de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008 op naam van [persoon 16] zijn de kosten voor de eigen woning, ziektekosten en buitengewone uitgaven, studiekosten en studiekosten partner als aftrekposten opgevoerd. Deze aangiften zijn op respectievelijk 18 april 2006, 6 april 2007, 9 april 2008 en 27 april 2009 bij de Belastingdienst binnengekomen en bevatten mede de gegevens van partner [persoon 17] (hierna: [persoon 17]). In 2005, 2006, 2007 en 2008 bestonden de studiekosten telkens onder andere uit een dicteerecorder, waarbij in de aangifte IB 2007 en 2008 ook voor de partner [persoon 17] een dicteerecorder als kostenpost is opgenomen. In de aangifte IB 2007 en 2008 is telkens bij de kosten voor de eigen woning een taxatierapport opgenomen. Daarnaast staat bij de aftrekpost ziektekosten en buitengewone uitgaven in die jaren de post vaste aftrek wegens chronische ziekte vermeld. 40 De aangifte IB 2008 is overigens vanaf het IP-adres van verdachte verzonden. 41 Vanaf het IP-adres [IP-adres 3] is op 8 mei 2010 de aangifte IB 2009 op naam van [persoon 16] naar de Belastingdienst verzonden. Ook in deze aangifte komen de kosten van de eigen woning (waaronder een taxatierapport), studiekosten en studiekosten partner als aftrekposten voor. 42 Op 10 juni 2006 heeft de Belastingdienst vervolgens vanaf het IP-adres van verdachte opnieuw een aangifte IB 2009 ontvangen. In die aangifte zijn de studiekosten en studiekosten partner komen te vervallen, maar worden de kosten voor de eigen woning (waaronder een taxatierapport) nog steeds opgevoerd. 43 [persoon 18] en [persoon 19] De aangifte IB 2005, 2006, 2007 en 2008 op naam van [persoon 18] (hierna: [persoon 18]) zijn op respectievelijk 3 april 2006, 5 april 2007, 8 april 2008 en 27 april 2009 naar de Belastingdienst verstuurd. Deze aangiften bevatten mede de gegevens van partner [persoon 19] (hierna: [persoon 19]). In al deze aangiften zijn kosten voor de eigen woning, ziektekosten en buitengewone uitgaven, studiekosten en studiekosten partner opgevoerd. Bij de kosten voor eigen woning is elk jaar een taxatierapport opgenomen. Bij de studiekosten partner staat in de aangiften van deze jaren telkens een dicteeapparaat/-recorder vermeld. In de jaren 2007 en 2008 is de post vaste aftrek wegens chronische ziekte onderdeel van de aftrekpost ziektekosten en buitengewone uitgaven. 44 De aangifte IB 2008 is vanaf het IP-adres van verdachte naar de Belastingdienst verstuurd. 45 Over het jaar 2009 is twee keer een aangifte IB bij de Belastingdienst binnengekomen, te weten op 5 en 21 mei De eerste is verstuurd vanaf het IP-adres [IPadres 2] en daarin staan de kosten voor de eigen woning (waaronder een taxatierapport), studiekosten en studiekosten partner vermeld. 46 De tweede aangifte is vanaf het IP-adres van verdachte verstuurd en daarin zijn alleen nog de kosten voor de eigen woning, waaronder een taxatierapport, opgenomen. 47 [persoon 20]

7 Op naam van [persoon 20] zijn bij de Belastingdienst de aangifte IB 2005 tot en met 2009 op respectievelijk 8 maart 2006, 31 maart 2007, 1 april 2008, 18 maart 2009 en 17 april 2010 binnengekomen. In al deze aangiften zijn ziektekosten en buitengewone uitgaven en studiekosten opgevoerd. In de aangiften IB 2005 tot en met 2008 is bij de studiekosten telkens een dicteerecorder opgenomen. In 2007 en 2008 bestaat de aftrekpost ziektekosten en buitengewone uitgaven onder andere uit de post vaste aftrek wegens chronische ziekte. 48 De aangifte IB 2009 is vanaf het IP-adres van verdachte naar de Belastingdienst verzonden. 49 De vragen die de rechtbank dient te beantwoorden zijn of verdachte al deze aangiften IB heeft gedaan, of in die aangiften onjuiste of onvolledige aftrekposten worden vermeld en of verdachte die aftrekposten opzettelijk op eigen initiatief heeft opgevoerd of in samenspraak met de belastingplichtige. Verder dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of vervolgens kan worden vastgesteld dat alle 767 ten laste gelegde aangiften onjuist of onvolledig waren Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft, zoals weergegeven in het door hem ter terechtzitting overgelegde requisitoir, zich op het standpunt gesteld dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan. Hij heeft daartoe, kort samengevat, het volgende betoogd. Ten aanzien van feit 1 kan, gelet op de werkwijze van verdachte, bewezen worden verklaard dat hij een groot aantal belastingaangiften opzettelijk onjuist of onvolledig heeft begaan. De gelden die verdachte hiervoor heeft ontvangen, zijn middellijk van misdrijf afkomstig, aangezien die eerst aan de belastingplichtige zijn uitbetaald. Verder heeft verdachte door deze inkomsten niet bij zijn eigen belastingaangifte op te voeren, zijn eigen belastingaangifte opzettelijk onjuist gedaan. Bovendien heeft hij in zijn eigen belastingaangiften aftrekposten die te hoog of niet juist waren, opgevoerd Het standpunt van de verdediging De verdediging heeft betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van feit 4 heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. In de door de raadsman ter terechtzitting overgelegde pleitnota heeft de verdediging, kort samengevat, het volgende aangevoerd. De belastingplichtigen zijn degenen die de genoemde aftrekposten aan verdachte hebben doorgegeven, waardoor niet bewezen kan worden verklaard dat hij die aftrekposten onjuist heeft opgevoerd. Derhalve dient hij van het onder 1 ten laste gelegde te worden vrijgesproken. Verder kan, nu in het onderzoek slechts 18 (inclusief de gezinsleden van verdachte) belastingplichtigen zijn gehoord, niet worden vastgesteld dat alle ten laste gelegde aangiften van de 216 belastingplichtigen opzettelijk onjuist zijn gedaan. Bovendien is in een aantal gevallen de aangifte gecorrigeerd noch nagevorderd. Voorts kan verdachte, voor zover hij een gecorrigeerde aangifte heeft laten volgen op een reeds gedane aangifte, niet voor die eerdere aangiften worden vervolgd aangezien sprake is van inkeer. Daarnaast worden hernieuwde aangiften aangemerkt als bezwaarschrift, waardoor geen sprake meer is van een aangifte als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Uit de procedure die verdachte tegen de hemzelf opgelegde navorderingsaanslagen heeft gevoerd, blijkt dat aanslagen zijn vernietigd of gedeeltelijk gegrond zijn verklaard. Over het jaar 2008 is een compromis bereikt tussen verdachte en de Belastingdienst zonder erkenning van elkaars standpunten. Gelet hierop kan niet worden geconcludeerd dat verdachte deze aangiften opzettelijk onjuist heeft gedaan en dient hij van het onder 2 ten laste gelegde te worden vrijgesproken.

8 Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde is sprake van vermenging. De uitbetaling door de Belastingdienst heeft immers plaatsgevonden op de rekening van de belastingplichtigen, waardoor het geld is vermengd met het reeds aanwezig geld op die bankrekeningen. Gelet daarop kan niet zonder meer worden gesteld dat de geldbedragen die vervolgens aan verdachte zijn uitbetaald, van misdrijf afkomstig zijn. Dit leidt tot vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde feit Het oordeel van de rechtbank Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de aangiften IB die hij voor derden deed, vanaf zijn computer thuis in Amsterdam naar de Belastingdienst verstuurde. 50 Gelet hierop kan worden vastgesteld dat de aangiften die vanaf het IP-adres van verdachte met nummer [IP-adres 4] naar de Belastingdienst zijn verzonden, door verdachte zijn ingediend. Verder heeft verdachte verklaard gebruik te hebben gemaakt van het programma Hide my IP dat ervoor zorgde dat zijn IP-adres kon worden veranderd. 51 Uit analyse van de FIOD komt naar voren dat, gezien de tijdstippen waarop contact is geweest met de Belastingdienst, de IP-adressen [IP-adres 2], [IP-adres 3] en [IP-adres 1] samenhang met het IP-adres van verdachte moeten hebben gehad. 52 Gelet hierop kan worden geconcludeerd dat ook de aangiften die vanaf die IP-adressen zijn verstuurd, door verdachte zijn ingediend. Voor zover bij aangiften niet meer kon worden vastgesteld vanaf welk IP-adres die waren verzonden, hebben de belastingplichtigen zelf verklaard dat verdachte die heeft ingediend. 53 Verder blijkt uit andere omstandigheden dat verdachte bij het indienen van de aangiften IB van de onder punt 4.1. genoemde belastingplichtigen betrokken is geweest. Bij de aangifte IB 2007 op naam van [persoon 3] is immers gebruik gemaakt van de DigiD-code van verdachte en de aangiften IB 2005 en 2006 op naam van [persoon 4] zijn op dezelfde datum verstuurd als de aangiften IB 2007 en 2008 waarbij het IP-adres van verdachte is gebruikt. De Belastingdienst heeft over de aangifte IB 2008 op naam van [persoon 6] contact gehad met de [naam 1], een alias van verdachte, en in de aangifte IB 2008 op naam van [persoon 10] is in eerste instantie het bankrekeningnummer van verdachte opgenomen. Verder is gebleken dat kort voor de verzending van de aangiften IB ten name van [persoon 7] (2008), [persoon 14] (2008) en [persoon 15] (2008) vooraf ingevulde belastingformulieren van die belastingplichtigen op het IP-adres van verdachte zijn gedownload. Gelet op deze omstandigheden tezamen met de omstandigheid dat alle aangiften zoals vermeld onder punt 4.1. eenzelfde patroon aan aftrekposten vertonen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte al deze aangiften IB heeft gedaan. De belastingplichtigen zoals onder punt 4.1. vermeld hebben elk afzonderlijk verklaard dat zij de aftrekposten die in hun aangifte IB werden opgevoerd, niet aan verdachte hebben doorgegeven en dat verdachte die zonder hun medeweten heeft opgevoerd. Zij hoefden immers slechts hun jaaropgave en DigiD-code aan verdachte door te geven. Verder hebben zij verklaard dat de opgevoerde aftrekposten in de aangiften IB geheel of gedeeltelijk niet juist waren. De opgevoerde aftrekposten hebben de belastingplichtigen niet gehad of de bedragen die worden genoemd, waren te hoog. 54 Hoewel een verklaring van [persoon 14] in het dossier ontbreekt, kan uit de omstandigheid dat hij aangifte tegen verdachte heeft gedaan 55 worden afgeleid dat hij het niet eens was met de door verdachte ingediende aangiften IB en de daarop vermelde aftrekposten. Nu al deze belastingplichtigen consequent en eensluidend hebben verklaard en hun aangiften IB eenzelfde patroon aan aftrekposten vertonen, acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat hij die aftrekposten in samenspraak met de belastingplichtige heeft ingevuld, niet geloofwaardig. Daarbij weegt mee dat bij ongeveer een ieder van de hierboven onder punt 4.1. genoemde belastingplichtigen in de aangiften IB werd opgenomen dat een dicteerecorder was aangeschaft. Bij sommigen gebeurde dat zelfs voor meer jaren achter elkaar. Nu het echter als een feit van algemene bekendheid kan worden beschouwd dat een dicteerecorder niet een voorwerp is dat door veel mensen wordt gebruikt, is dit patroon zeer merkwaardig. Ook is het bijzonder dat bij [persoon 2] en [persoon 4] de opgevoerde kosten meer dan de helft van hun inkomen

9 bedroegen. 56 Het is zeer opmerkelijk te noemen dat in de aangiften IB van de belastingplichtigen die een eigen woning hadden, telkens en soms jaarlijks de kosten van een taxatierapport als aftrekpost werden opgevoerd. Voorts is het opvallend dat van het aantal belastingplichtigen zoals onder 4.1. vermeld een aanzienlijk percentage een vaste aftrek wegens chronische ziekte in hun aangiften IB had opgenomen. Daarbij is het jaar waarover deze aftrekpost in de aangifte werd vermeld, soms merkwaardig. Op naam van [persoon 6] werd bijvoorbeeld in de aangiften IB 2004 en 2006 de post vaste aftrek wegens chronische ziekte opgenomen, terwijl die aftrekpost in het jaar 2005 ontbrak. [persoon 17] zou bovendien in hetzelfde jaar dat voor het eerst de aftrekpost vaste aftrek wegens chronische ziekte werd opgevoerd, met een studie zijn gestart. Tevens is het opmerkelijk dat [persoon 11] volgens zijn aangiften IB ongeveer jaarlijks een keuring zou hebben ondergaan. Bovendien heeft een aantal belastingplichtigen verklaard überhaupt geen chronische ziekte te hebben gehad. 57 Een aantal belastingplichtigen heeft verklaard dat de opgevoerde ziektekosten reeds door de ziektekostenverzekering waren vergoed. 58 Verder is gebleken dat de aftrekposten die door verdachte werden opgevoerd, in de aangiften IB van de jaren voor- en nadat hij die aangifte deed, niet voorkwamen. Al deze omstandigheden in onderlinge samenhang bezien brengen met zich dat de rechtbank van oordeel is dat de opgevoerde aftrekposten onjuist waren en dat verdachte degene is geweest die de posten heeft bedacht en opzettelijk heeft opgevoerd. Tevens kan worden bewezen dat verdachte deze aangiften IB opzettelijk valselijk heeft opgemaakt. Het motief voor verdachte om deze gefingeerde aftrekposten op te voeren, is gelegen in de omstandigheid dat zijn vergoeding afhankelijk was van hetgeen de belastingplichtige van de Belastingdienst terugkreeg. De uitkomsten van bezwaar- en beroepsprocedures tegen naheffingsaanslagen waarbij sommige belastingplichtigen een deel van de aftrekposten alsnog hebben kunnen aantonen, doen aan het oordeel dat die aangiften onjuist waren, niet af. Na de eerste aangiften IB op naam van [persoon 2] (2009), [persoon 8] (2008), [persoon 13] (2008 en 2009) en [partner verdachte] (2009) heeft verdachte opnieuw een aangifte IB ingediend waarbij de aftrekposten zoals vermeld in de eerste aangifte, niet zijn opgevoerd. Bij deze aangiften is dan ook sprake van inkeer als bedoeld in artikel 69 van de AWR, waardoor verdachte ten aanzien van die eerste aangiften IB wordt vrijgesproken van het eerste deel van het onder 1 ten laste gelegde. De rechtbank kan namelijk niet vaststellen dat verdachte toen al op de hoogte was van de melding tegen hem van 25 januari 2010 door [persoon 21] dan wel van een tegen hem gestart onderzoek. Ten aanzien van die eerste aangiften geldt overigens wel dat die valselijk door verdachte zijn opgemaakt, waardoor die bij het tweede deel van het onder 1 ten laste gelegde bewezen kunnen worden verklaard. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat hoewel na de eerste aangiften IB op naam van [persoon 9] (2005), [persoon 11] (2009), [persoon 16] (2009) en [persoon 12] (2008) eveneens door verdachte een nieuwe aangifte voor hetzelfde jaar is ingediend waarbij in de eerste aangifte vermelde aftrekposten niet voorkomen, bij die aangiften geen sprake is van inkeer. Op die tweede aangiften zijn immers alsnog aftrekposten opgevoerd waarvan de belastingplichtigen hebben verklaard dat die niet juist waren. De tweede aangifte op naam van [persoon 10] (2008) is ingediend nadat de Belastingdienst over die aangifte brieven heeft gestuurd met vragen, zodat verdachte ten aanzien van die eerste aangifte niet op de inkeerregeling kan beroepen. Indien na een eerste aangifte een tweede aangifte over dat jaar volgt, wordt die tweede aangifte door de Belastingdienst aangemerkt als bezwaar. Dit brengt echter niet met zich dat die tweede aangifte op dat moment geen aangifte meer is als bedoeld in de AWR. De tweede aangifte komt immers in de plaats van de eerste en wordt ook door de Belastingdienst als zodanig verwerkt. Bovendien heeft degene die de tweede aangifte heeft ingediend, beoogd een aangifte IB te doen. Derhalve is bij de tweede aangifte eveneens sprake van een aangifte als bedoeld in de AWR. In het dossier bevinden zich onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen vaststellen dat alle andere aangiften IB dan hierboven onder punt 4.1. vermeld, opzettelijk onjuist zijn gedaan. Gelet daarop wordt verdachte daarvan vrijgesproken.

10 Aftrekposten op een aangifte IB brengen met zich dat het inkomen waarover belasting wordt geheven, wordt verminderd. Hierdoor betaalt de belastingplichtige in het algemeen minder inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Het door verdachte opvoeren van gefingeerde aftrekposten heeft voor de door de rechtbank bewezen verklaarde gevallen tot gevolg dat er te weinig belasting wordt geheven. Het onder 1 ten laste gelegde kan dan ook bewezen worden verklaard. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte bij dit feit zodanig nauw en bewust met een ander heeft samengewerkt, dat sprake is van medeplegen. Van dat onderdeel van de tenlastelegging wordt verdachte dan ook vrijgesproken. Voorts ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde De geldbedragen die de belastingplichtigen van de Belastingdienst terugkregen, werden op hun bankrekening gestort. Nu deze geldbedragen werden verkregen als gevolg van de door verdachte opzettelijk onjuist gedane aangiften door het opvoeren van gefingeerde aftrekposten, zijn deze geldbedragen van misdrijf afkomstig. Van deze bedragen ontving verdachte vervolgens een percentage als vergoeding voor het doen van de aangiften IB. 59 In het strafrecht kan, anders dan de raadsman van verdachte kennelijk meent, niet worden gesteld dat de geldbedragen die verdachte ontving, niet meer kunnen worden gekwalificeerd als van misdrijf afkomstig omdat sprake zou zijn van vermenging met het legale vermogen op de bankrekening van de belastingplichtige. De afspraak was immers dat verdachte van het ontvangen geldbedrag dat dus van misdrijf afkomstig was een deel zou ontvangen. Derhalve is het geldbedrag dat hij ontving, eveneens van misdrijf afkomstig. De door de raadsman aangehaalde jurisprudentie van de Hoge Raad is niet op deze zaak van toepassing, aangezien die juist het spiegelbeeld (dat namelijk een vermogensbestanddeel met een criminele herkomst door vermenging het gehele overige vermogen zou besmetten) in kaders probeert te vatten. De rechtbank schat dat de hierboven onder punt 4.1. genoemde belastingplichtigen in totaal een bedrag van 8.000,- op de bankrekening van verdachte hebben gestort. 60 Gelet op het voorgaande is dit geldbedrag van misdrijf afkomstig en wist verdachte dat ook. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij van de geldbedragen die hij van de belastingplichtigen ontving, zijn vaste lasten heeft betaald. 61 Dit brengt met zich dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte het geldbedrag van 8.000,- heeft omgezet. Nu verdachte gedurende een aantal jaren en van verschillende personen deze geldbedragen op zijn rekening ontving, is sprake van gewoontewitwassen. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde Verdachte heeft de aangiften IB 2005 tot en met 2009 op zijn eigen naam zelf bij de Belastingdienst ingediend. Tot 2007 bevatten de aangiften IB ook de gegevens van partner [partner verdachte]. 62 Op 15 maart 2006 is de aangifte IB 2005 bij de Belastingdienst binnengekomen. In die aangifte zijn een brutoloon bij [werkgever A] en een bedrag van Payroll service opgegeven. Als aftrekposten zijn kosten voor de eigen woning (waaronder een taxatierapport), ziektekosten en andere buitengewone uitgaven (waaronder een ooglaserbehandeling en vaste aftrek wegens chronische ziekte), studiekosten en studiekosten partner (waaronder bedragen voor een PC voor zichzelf en voor zijn partner en voor een dicteerecorder). 63 In de aangiften IB 2006 en 2007 is eveneens het brutoloon bij [werkgever A] opgegeven. Daarnaast bestonden de aftrekposten in beide jaren wederom uit kosten voor de eigen woning (waaronder telkens een taxatierapport), ziektekosten en andere buitengewone uitgaven (waaronder telkens een ooglaserbehandeling en vaste aftrek wegens chronische ziekte) en studiekosten voor verdachte zelf en zijn partner (waaronder telkens bedragen voor een PC). In

11 2006 is bij de studiekosten een bedrag voor een dicteerecorder opgegeven en in 2007 bij de ziektekosten een keuring. 64 In de aangifte IB 2008 die de Belastingdienst op 7 januari 2009 heeft ontvangen, is het brutoloon bij [werkgever A] opgegeven. De aftrekposten die zijn opgevoerd, bestonden uit de kosten voor eigen woning (waaronder een taxatierapport), ziektekosten en buitengewone uitgaven (waaronder een keuring, ooglaserbehandeling en vaste aftrek wegens chronische ziekte) en studiekosten (waaronder bedragen voor een dicteerecorder en een PC). 65 De aangifte IB 2008 heeft verdachte opnieuw op 10 januari 2009 naar de Belastingdienst verzonden, maar daarin is geen aanpassing aangebracht in het inkomen van verdachte alsmede de hiervoor genoemde aftrekposten. 66 Over 2009 heeft de Belastingdienst twee aangiften IB ontvangen, te weten op 12 juli 2010 en 26 januari In de eerste aangifte wordt het brutoloon bij [werkgever A] en een geldbedrag afkomstig van het UWV opgegeven. Verder staan als aftrekposten de kosten voor eigen woning, ziektekosten en studiekosten vermeld. Een deel van deze aftrekposten zijn in de tweede aangifte komen te vervallen, maar het opgegeven brutoloon bestaat nog steeds uit het brutoloon bij [werkgever A] alsmede de inkomsten van UWV. 67 Uit hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van het onder 1 en 3 ten laste gelegde blijkt dat verdachte inkomsten heeft verworven door het doen van de aangifte IB op naam van derden. Door deze inkomsten niet in zijn aangiften IB 2006 tot en met 2009 te vermelden als resultaat uit overige werkzaamheden, zijn die aangiften onjuist en onvolledig. Uit de omstandigheid dat uit D- 642 blijkt dat het resultaat uit overige werkzaamheden voor het jaar 2005 door de Belastingdienst is gecorrigeerd van 0,- naar 330,-, kan worden afgeleid dat verdachte ook in dat jaar overige inkomsten heeft genoten die hij niet bij de aangifte IB heeft opgegeven. 68 Verder kan worden vastgesteld dat verdachte aftrekposten heeft opgevoerd die onjuist blijken te zijn. Een voorbeeld hiervan is dat verdachte in de jaren 2005 tot en met 2008 als aftrekpost heeft opgegeven dat er kosten zijn gemaakt voor een ooglaserbehandeling. Uit de factuur en de verklaring van de oogarts [oogarts A] blijkt echter dat verdachte deze ooglaserbehandeling alleen in 2002 heeft ondergaan. 69 Ook partner [partner verdachte] en [zoon van verdachte] hebben verklaard geen ooglaserbehandeling te hebben ondergaan. 70 Verder heeft [partner verdachte] verklaard dat zij de opgevoerde studiekosten over de jaren 2005 tot en met 2007 niet heeft gemaakt en dat de bedragen die zijn opgenomen bij de aftrekpost geldlening familie, te hoog zijn of haar niets zeggen. 71 Daarbij vertoont het patroon van aftrekposten op de aangiften IB 2005 tot en met 2009 hetzelfde patroon als de aangiften IB zoals vermeld onder punt 4.1. In de aangiften op naam van verdachte komen dezelfde opvallende aftrekposten voor, waarbij het opmerkelijk is dat de kosten voor een taxatierapport, PC en een dicteerecorder (met uitzondering van 2007) jaarlijks terugkomen. Verder is het merkwaardig dat uit de aangiften IB blijkt dat verdachte zowel in 2007 als in 2008 een keuring heeft ondergaan. Bovendien heeft verdachte op geen enkele andere wijze aannemelijk gemaakt dat hij de door hem opgevoerde aftrekposten heeft gehad. Het voorgaande brengt met zich dat de rechtbank van oordeel is dat verdachte opzettelijk onjuiste aangiften IB over de jaren 2005 tot en met 2009 heeft gedaan. Er zijn immers te lage bedragen aan resultaat overige werkzaamheden opgevoerd en de aftrekposten zijn te hoog dan wel gefingeerd. Hierdoor is er door de Belastingdienst over het inkomen van verdachte te weinig belasting geheven. Hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de inkeer geldt ook voor het onder 2 ten laste gelegde. Hoewel verdachte bij zijn aangifte IB 2009 de aftrekposten heeft gewijzigd, is het door hem opgegeven brutoloon nog steeds te laag wegens het ontbreken van de post resultaat uit overige werkzaamheden. Het onder 2 ten laste gelegde kan dan ook ten aanzien van alle ten laste gelegde aangiften bewezen kan worden verklaard. Het verweer dat verdachte in de bezwaar- en beroepsprocedures tegen de naheffing gedeeltelijk in het gelijk is gesteld, wordt verworpen. Uit de uitspraken van de bestuursrechter blijkt immers dat dat niet het geval is. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet bewezen kan worden verklaard dat ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde sprake is van medeplegen.

12 Verdachte wordt dan ook van dat onderdeel van de tenlastelegging vrijgesproken. Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde: De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van het bewezen geachte feit sprake is van een bekennende verdachte, als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, nu de verklaring van verdachte alle onderdelen van de bewezenverklaring betreft. De rechtbank wijst er in dat verband op dat zij net als de officier van justitie niet bewezen acht het enige door verdachte betwiste onderdeel, te weten dat sprake zou zijn van medeplegen. De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de hierna opgegeven bewijsmiddelen. 1. De bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 10 december Een proces-verbaal van doorzoeking met dossiernummer van 12 april 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant], inhoudende de verklaring van de verbalisant, AH-016, pagina s 0308 tot en met Een geschrift, te weten een verslag van 19 mei 2011, laboratoriumnummer 526N11, van [politiedeskundige A], politiedeskundige, opgemaakt in de zaak tegen de verdachte [NN], inhoudende de verklaring van de politiedeskundige, pagina Bewezenverklaring De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde: op tijdstippen in de periode van 8 maart 2006 tot en met 6 juli 2010, te Amsterdam en te Apeldoorn, meermalen, telkens opzettelijk, een bij de Belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een groot aantal digitale aangiften voor de Inkomstenbelasting/Premie volksverzekeringen over de aangiftetijdvakken 2005 en 2006 en 2007 en 2008 en 2009, waaronder: - een aangifte IB 2008 ten name van [persoon 3] en - een aangifte IB 2008 ten name van [persoon 4] en - een aangifte IB 2007 ten name van [persoon 5] en - een aangifte IB 2006 ten name van [persoon 6] en - een aangifte IB 2008 ten name van [persoon 7] en - een aangifte IB 2006 ten name van [persoon 8] en - een aangifte IB 2005 ten name van [persoon 9] en - een aangifte IB 2007 ten name van [persoon 20]; opzettelijk onjuist heeft gedaan, immers heeft hij telkens in de naar de Belastingdienst gezonden aangiften Inkomstenbelasting/Premie volksverzekeringen over genoemde jaren te hoge en/of gefingeerde aftrekposten opgegeven, waaronder: - aftrekposten voor eigen woning en

13 - aftrekposten voor studiekosten en andere scholingsuitgaven (partner) en - aftrekposten levensonderhoud van kinderen en - aftrekposten ziektekosten en - buitengewone uitgaven (BGU) terwijl die feiten ertoe strekten en/of ertoe hebben gestrekt dat te weinig belasting werd geheven, en in de periode van 8 maart 2006 tot en met 6 juli 2010, te Amsterdam, meermalen, telkens een groot aantal digitale aangiften voor de Inkomstenbelasting/Premie volksverzekeringen over de aangiftetijdvakken 2005 en 2006 en 2007 en 2008 en 2009, waaronder: - een aangifte IB 2008 ten name van [persoon 3] en - een aangifte IB 2008 ten name van [persoon 4] en - een aangifte IB 2007 ten name van [persoon 5] en - een aangifte IB 2006 ten name van [persoon 6] en - een aangifte IB 2008 ten name van [persoon 7] en - een aangifte IB 2006 ten name van [persoon 8] en - een aangifte IB 2005 ten name van [persoon 9] en - een aangifte IB 2008 ten name van [persoon 13] en - een aangifte IB 2007 ten name van [persoon 20]; elk zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen opzettelijk valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte valselijk en in strijd met de waarheid in die geschriften telkens te hoge en/of gefingeerde aftrekposten opgegeven, waaronder: - aftrekposten voor eigen woning en; - aftrekposten voor studiekosten en andere scholingsuitgaven (partner) en; - aftrekposten levensonderhoud van kinderen en; - aftrekposten ziektekosten en; - buitengewone uitgaven (BGU) zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt te gebruiken. ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde: op tijdstippen in de periode van 15 maart 2006 tot en met 26 januari 2011 te Amsterdam en te Apeldoorn, meermalen, telkens opzettelijk, bij de Belastingwet voorziene aangiften als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de volgende 5 digitale aangiften voor de Inkomstenbelasting/Premie volksverzekeringen, - een aangifte IB 2005 en - een aangifte IB 2006 en - een aangifte IB 2007 en

14 - een aangifte IB 2008 en - een aangifte IB 2009 onjuist en onvolledig heeft gedaan, immers heeft verdachte in de naar de Belastingdienst gezonden aangiften Inkomstenbelasting/Premie volksverzekeringen over genoemde jaren te lage bedragen aan belastbaar inkomen opgegeven, immers is telkens opgegeven a. a) te lage bedragen aan resultaat uit overige werkzaamheden en b) te hoge en/of gefingeerde aftrekposten, waaronder, - aftrekposten voor eigen woning en - aftrekposten voor studiekosten en andere scholingsuitgaven partner en - aftrekposten levensonderhoud van kinderen en - aftrekposten ziektekosten en - buitengewone uitgaven (BGU) terwijl die feiten ertoe strekten en/of ertoe hebben gestrekt dat te weinig belasting werd geheven; ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde: op tijdstippen in de periode van 8 maart 2006 tot en met 6 juli 2010, te Amsterdam, telkens voorwerpen, te weten geldbedragen (in totaal 8.000,-) heeft omgezet, terwijl hij wist dat deze geldbedragen onmiddellijk of middellijk afkomstig waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte, hiervan een gewoonte heeft gemaakt. ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde: op tijdstippen in de periode van 1 maart 2011 tot en met 12 april 2011 te Amsterdam opzettelijk heeft geteeld en opzettelijk aanwezig heeft gehad, negenenveertig (49) hennepplanten, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II. Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad. 6 De strafbaarheid van de feiten De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden. 7 De strafbaarheid van verdachte

15 Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar. 8 Motivering van de straffen 8.1. De eis van de officier van justitie De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door hem onder 1, 2, 3 en 4 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 (twee) jaren en een geldboete ter hoogte van ,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 365 dagen 8.2. Het standpunt van de verdediging De verdediging heeft de rechtbank verzocht bij de straftoemeting rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte geen strafblad heeft, geen belastingaangiften meer verzorgt en nadien ook niet meer met politie en justitie in aanraking is gekomen. Voorts heeft verdachte nagenoeg alles wat hij aan de belastingdienst moest betalen, voldaan. Bovendien betreft het een oud feit. Verder is het opleggen van een hoge geldboete niet opportuun indien verdachte wordt vrijgesproken van het aantal van 767 ten laste gelegde aangiften. Deze aangiften mogen immers in geval van een vrijspraak bij een ontnemingsprocedure ook niet meer worden betrokken. Daarnaast is de draagkracht van verdachte niet van dien aard dat hij een geldboete van ,- kan voldoen Het oordeel van de rechtbank De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder laten meewegen dat verdachte zich gedurende een aantal jaren schuldig heeft gemaakt aan belastingfraude. Verdachte heeft niet alleen in zijn eigen aangiften IB, maar ook in die van derden te hoge of gefingeerde aftrekposten opgenomen. Hierdoor is uiteindelijk te weinig belasting geheven. Door op deze wijze te handelen heeft verdachte de Belastingdienst en daarmee de maatschappij benadeeld met als enig doel persoonlijk geldelijk gewin. Het benadelingsbedrag kan globaal worden geschat op ,-. Door zijn handelen heeft verdachte bovendien de in dit vonnis genoemde belastingplichtigen in de financiële problemen gebracht. De Belastingdienst heeft immers navorderingsaanslagen opgelegd die de belastingplichtigen moeten betalen, terwijl zij niet over een groot inkomen beschikken. De gelden die verdachte voor het doen van de aangifte IB ontving, heeft hij witgewassen. Door het witwassen van crimineel vermogen heeft verdachte de integriteit van het financiële en economische verkeer aangetast. De rechtbank weegt mee dat verdachte geen inzicht heeft getoond in de laakbaarheid van zijn handelen. Verder heeft verdachte een hennepplantage aanwezig gehad. Hierdoor heeft hij een bijdrage geleverd aan de handel in en verspreiding van voor de gezondheid schadelijke softdrugs en aan de daarmee gepaard gaande vermogens- en andere criminaliteit.

16 Het voorgaande en de omvang van de fraude brengen met zich dat de rechtbank, mede gelet op de LOVS-oriëntatiepunten, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf met daarnaast een geldboete passend en geboden acht. Om verdachte ervan te weerhouden opnieuw soortgelijke strafbare feiten te plegen, wordt een deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opgelegd. In strafmatigende zin weegt mee dat verdachte blijkens het Uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 23 oktober 2014 niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld. Verder wordt verdachte vrijgesproken van een groot gedeelte van de 767 ten laste gelegde aangiften IB, reden waarom de rechtbank aanleiding ziet af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd. Redelijke termijn Op 12 april 2011 is verdachte aangehouden en bij de politie als verdachte gehoord. Vanaf dat moment heeft verdachte redelijkerwijs kunnen verwachten dat tegen hem een strafvervolging zou worden ingesteld zodat de termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM op die dag is aangevangen. In beginsel dient binnen twee jaar in eerste aanleg een vonnis te volgen. Dat is hier niet het geval, want er wordt ruim drie en een half jaar na aanvang van de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn uitspraak gedaan. Nu er geen bijzondere omstandigheden zijn die een dergelijke overschrijding van de redelijke termijn rechtvaardigen, zal de rechtbank de straf dienovereenkomstig reduceren. 9 Beslag Onder verdachte is een harddisk, Digi 07 (harde schijf in Sunware doosje) in beslag genomen. Nu het bewezen geachte met behulp van dit voorwerp is begaan, wordt dit voorwerp verbeurd verklaard. 10 Toepasselijke wettelijke voorschriften De op te leggen straffen zijn gegrond op de volgende artikelen: - 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 23, 24c 33, 33a, 55, 57, 225 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht; - 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen; - 3 en 11 van de Opiumwet Deze wettelijke voorschriften zijn toepasselijk zoals geldend ten tijde van het bewezen geachte. 11 Beslissing De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing. Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-11-2015 Datum publicatie 23-06-2017 Zaaknummer 13/845106-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBROT:2016:10161 ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. Hof Amsterdam 19 januari 2011, nr. 23-001234-09 VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF AMSTERDAM gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 16 december 2008 in de

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 Instantie Datum uitspraak 16-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/652521-15 (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer 23-003649-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 27-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 14.701108-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 Instantie Datum uitspraak 03-09-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 15/871690-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968

ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968 ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 04-01-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 13/525150-06 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHAMS:2014:264 ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 31-10-2014 Zaaknummer 23-003653-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 Instantie Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 16-12-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zwolle-Lelystad 07.620221-08 (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 13-05-2015 Datum publicatie 18-05-2015 Zaaknummer 22-005458-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015. ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2010:BL6745

ECLI:NL:RBSHE:2010:BL6745 ECLI:NL:RBSHE:2010:BL6745 Instantie Datum uitspraak 08-03-2010 Datum publicatie 08-03-2010 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer 01-995737-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4588

ECLI:NL:RBROT:2017:4588 ECLI:NL:RBROT:2017:4588 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 10/740469-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:6214

ECLI:NL:RBROT:2017:6214 ECLI:NL:RBROT:2017:6214 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22-06-2017 Datum publicatie 14-08-2017 Zaaknummer 10/996524-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2007:BA1899

ECLI:NL:GHSHE:2007:BA1899 ECLI:NL:GHSHE:2007:BA1899 Instantie Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 29-03-2007 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-010212-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:GHSHE:2017:978 ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2017:430

ECLI:NL:OGEAA:2017:430 ECLI:NL:OGEAA:2017:430 Instantie Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 14-06-2017 Zaaknummer 88 van 2017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2011:BP8672

ECLI:NL:RBHAA:2011:BP8672 ECLI:NL:RBHAA:2011:BP8672 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 14-03-2011 Datum publicatie 22-03-2011 Zaaknummer 15-710025-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

vonnis van de meervoudige strafkamer van 13 februari 2013

vonnis van de meervoudige strafkamer van 13 februari 2013 RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Strafrecht Zittingslocatie Utrecht Parketnummer: 16/800203-12 (P) vonnis van de meervoudige strafkamer van 13 februari 2013 in de strafzaak tegen [verdachte], geboren

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 29-04-2014 Zaaknummer 05/900024-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2013:320

ECLI:NL:RBOVE:2013:320 ECLI:NL:RBOVE:2013:320 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 22-04-2013 Datum publicatie 11-07-2014 Zaaknummer 07-681022-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2011:BU4938

ECLI:NL:RBHAA:2011:BU4938 ECLI:NL:RBHAA:2011:BU4938 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 17-11-2011 Datum publicatie 17-11-2011 Zaaknummer 15-801142-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:1329

ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 28-03-2014 Datum publicatie 10-04-2014 Zaaknummer 16-655450-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:8509

ECLI:NL:RBDHA:2014:8509 ECLI:NL:RBDHA:2014:8509 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 07-07-2014 Datum publicatie 03-02-2015 Zaaknummer 09-997111-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10337

ECLI:NL:RBROT:2016:10337 ECLI:NL:RBROT:2016:10337 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-11-2016 Datum publicatie 29-05-2017 Zaaknummer 10/996568-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578 ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 11-04-2006 Datum publicatie 29-06-2006 Zaaknummer 15/502438-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:891

ECLI:NL:GHSHE:2017:891 ECLI:NL:GHSHE:2017:891 Instantie Datum uitspraak 07-03-2017 Datum publicatie 07-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-001901-16 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694 ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 16-08-2006 Datum publicatie 22-08-2006 Zaaknummer 15/500918-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

1. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2013.

1. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2013. ECLI:NL:RBMNE:2013:CA2571 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 06-06-2013 Datum publicatie 10-06-2013 Zaaknummer 16/661190-13 (P) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. ECLI:NL:RBZLY:2008:BG9239 Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum uitspraak 02-12-2008 Datum publicatie 08-01-2009 Zaaknummer 07.600132-08 (P) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:1476

ECLI:NL:RBROT:2017:1476 ECLI:NL:RBROT:2017:1476 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 10/203481-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003352-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 29-04-2008 Datum publicatie 29-04-2008 Zaaknummer 06/460549-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2007:208

ECLI:NL:GHARN:2007:208 ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:13684

ECLI:NL:RBDHA:2016:13684 ECLI:NL:RBDHA:2016:13684 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-10-2016 Datum publicatie 17-11-2016 Zaaknummer 09/797308-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ2894

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ2894 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ2894 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 24-05-2006 Datum publicatie 22-11-2006 Zaaknummer 15/500189-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 12-05-2010 Zaaknummer 24-002146-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ7318

ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ7318 ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ7318 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-01-2007 Datum publicatie 31-01-2007 Zaaknummer 06-580394-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 14-07-2014 Datum publicatie 14-01-2015 Zaaknummer 22-003067-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369

ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369 ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 10-03-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 02/628386-08 [P] Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 10 februari 2015.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 10 februari 2015. ECLI:NL:GHAMS:2015:563 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 24-02-2015 Datum publicatie 08-06-2015 Zaaknummer 23-005069-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983

ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983 ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 13-04-2010 Datum publicatie 13-04-2010 Zaaknummer 08.720098-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie