BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet."

Transcriptie

1 Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5796 / 102 Betreft zaak: 5796 / Cinven Warburg Pincus Essent Kabelcom Inhoudsopgave I. MELDING... 2 II. PARTIJEN... 2 III. DE GEMELDE OPERATIE...3 IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT... 4 V. BEOORDELING...5 A. Rel evant e mar kt en Relevante productmarkten...6 a) De doorgifte van radio en televisiesignalen op wholesale en retail niveau...6 i) Onderscheid radio en televisie... 7 ii) Onderscheid naar soort infrastructuur... 8 iii) Onderscheid tussen betaaltelevisie en vrij toegankelijke televisie...11 iv) Onderscheid tussen analoge en digitale doorgifte van televisiesignalen...12 b) Conclusie relevante productmarkten Relevante geografische markten Conclusie relevante markten...15 B. Zienswijze OPTA C. Gevol gen van de concent r at ie Versterking van inkoopmacht...17 a) Beperking van de mededinging als gevolg van inkoopmacht...20 b) Effecten op de downstream markt...21 i) Verschraling...21 ii) Afscherming van de markt als gevolg van inkoopvoordeel...26 iii) Het bedingen van exclusiviteit c) Conclusie betreffende effecten op de downstream markt Collectieve machtspositie...35 VI. CONCLUSIE Openbare versie

2 I. MELDING 1. Op 19 oktober 2006 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Cinven Limited, een onderdeel van de Cinven Group Limited, en Warburg Pincus International LLC, een onderdeel van de Warburg Pincus Group, voornemens zijn zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Essent Kabelcom B.V. 2. Op dezelfde dag, 19 oktober 2006, heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) ook een gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (hierna: Verwijzingsbesluit) ontvangen waarin de Europese Commissie (hierna: de Commissie) de bovengenoemde voorgenomen concentratie in haar geheel doorverwijst naar de NMa Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 206 van 24 oktober Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn er twee zienswijzen van derden naar voren gebracht. Deze zienswijzen worden, voor zover er overwegingen aan zijn ontleend die dragend zijn voor dit besluit, in het navolgende nader uiteengezet. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. 4. Op grond van artikel 14 van het samenwerkingsprotocol tussen de NMa en het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: OPTA) heeft OPTA op verzoek van de Raad op 27 november 2006 zijn zienswijze gegeven omtrent de voorgenomen concentratie. II. PARTIJEN 5. Cinven Limited (hierna: Cinven) is een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde beleggingsmaatschappij die zich bezighoudt met het verstrekken van advies en diensten aan beleggingsfondsen op het gebied van beleggingsbeheer. 6. Warburg Pincus International LLC (hierna: Warburg Pincus) is de Britse vestiging van een wereldwijd opererende beleggingsmaatschappij met het hoofdkantoor in de Verenigde Staten 1 Zie de gemotiveerde kennisgeving van 19 oktober 2006 overeenkomstig artikel 4, lid 4 van Verordening (EG) nr. 139/ 2004 van de Raad met het oog op verwijzing van de zaak naar Nederland in zaak COMP/ M Cinven/Warburg Pincus/ Essent Kabelcom. 2 Openbare versie

3 van Amerika. De onderneming is in een groot aantal sectoren actief (industriële producten, chemische producten, gezondheidszorg etc.) waaronder informatie- en communicatiediensten. 7. In 2006 verwierven Cinven en Warburg Pincus gezamenlijk twee kabelmaatschappijen: Casema Holding B.V. (hierna: Casema) en Multikabel B.V. (hierna: Multikabel). 2 Casema exploiteert een kabelnetwerk dat is gelegen in het noordelijke gedeelte van de provincie Zuid- Holland, in de provincie Utrecht en in Noord-Brabant. Multikabel exploiteert een kabelnetwerk dat is gelegen in de provincie Noord-Holland. Zowel Casema als Multikabel distribueren radio- en televisiesignalen, leveren breedband internetdiensten, telefonie en huurlijnen. 8. Essent Kabelcom B.V. (hierna: Kabelcom) exploiteert een kabelnetwerk in Nederland dat gelegen is in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg. Kabelcom distribueert radio- en televisiesignalen en levert breedband internetdiensten, vaste telefonie en huurlijnen. III. DE GEMELDE OPERATIE 9. De gemelde operatie betreft de verwerving van gezamenlijke zeggenschap over Kabelcom door Cinven en Warburg Pincus. 10. Het voornemen tot concentratie is vastgelegd in de door partijen bij de melding overgelegde (i) Sale and purchase agreement for the sale and purchase of Essent Kabelcom B.V. getekend op 18 augustus 2006 en de ii) Essent subscription agreement van 17 augustus Cinven en Warburg Pincus zullen hun zeggenschap over Kabelcom uitoefenen via een keten van intermediaire ondernemingen die uiteindelijk onder zeggenschap staan van [ ] * (hierna: [ ]). 3 [ ] is aanvankelijk door Cinven en Warburg Pincus opgericht met het oog op de verwerving van gezamenlijke zeggenschap in Casema en Multikabel. 11. Cinven en Warburg Pincus hebben ieder even veel aandelen en stemrechten in [ ].Uit de Shareholder s agreement volgt dat zowel Cinven en Warburg Pincus vetorechten hebben bij strategische beslissingen van [ ] en van alle door [ ] gecontroleerde ondernemingen, waaronder 2 Zie de beschikking van de Europese Commissie van 6 september 2006 in zaak COMP/ M Cinven/ Warburg Pincus/ Casema/ Multikabel. * In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven. In het geval van getallen of percentages kan de vervanging hebben plaatsgevonden in de vorm van vermelding van bandbreedtes. 3 Zie de [ ] investment and shareholder s agreement, geparafeerd op 14 juli 2006 (hierna: Shareholder s agreement). 3 Openbare versie

4 ook, na voltrekking van de voorgenomen transactie, Kabelcom. 4 Deze vetorechten zien onder meer op de goedkeuring en herziening van de jaarlijkse begroting en op het ontslag en de benoeming van directeuren en leidinggevend personeel van [ ] en van alle ondernemingen onder [ ] s zeggenschap. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 12. Voor de beoordeling van de toepasselijkheid van het concentratietoezicht dient te worden vastgesteld of de gemelde operatie resulteert in de totstandkoming van een gemeenschappelijke onderneming die duurzaam alle functies van een zelfstandige economische eenheid vervult en die er niet toe leidt dat de oprichtende ondernemingen hun marktgedrag coördineren. 13. Zoals blijkt uit punt 11 verwerven Cinven en Warburg Pincus, via [ ], gezamenlijke zeggenschap over Kabelcom. Kabelcom vervult nu reeds duurzaam alle functies van een zelfstandige economische eenheid. Dit geldt ook voor Casema en Multikabel, die eerder via [ ] door Cinven en Warburg Pincus zijn verworven. De transactie leidt ertoe dat Casema, Multikabel en Kabelcom tezamen duurzaam als zelfstandige economische eenheid zullen functioneren. 14. Afgezien van de activiteiten van Casema en Multikabel die reeds tot de gemeenschappelijke onderneming [ ] behoren zijn noch Cinven, noch Warburg Pincus, noch enige van hun groepsmaatschappijen, actief op een markt die horizontaal overlapt of in verticale relatie staat met de markt waarop Kabelcom actief is. De transactie zal er derhalve niet toe leiden dat Cinven en Warburg Pincus hun marktgedrag zullen coördineren. 15. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder c, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 9 tot en met 11 omschreven transactie leidt er toe dat Cinven en Warburg Pincus een gemeenschappelijke onderneming in de zin van artikel 27, onder c, van de Mededingingswet tot stand brengen. 16. Betrokken ondernemingen zijn Cinven, Warburg Pincus en Kabelcom (hierna: partijen). 17. Zoals aangegeven in punt 2 is de concentratie door de Commissie op basis van artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 139/2004 doorverwezen naar de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Op grond hiervan valt de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het onder hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. 4 Zie de Shareholder s agreement, clausule 3 rights of investors following the completion date en schema 1 matters requiring consent. 4 Openbare versie

5 V. BEOORDELING 18. De voor deze zaak relevante activiteiten van Cinven en Warburg Pincus betreffen de activiteiten van Casema en Multikabel waar, zoals reeds aangegeven in punt 7, Cinven en Warburg Pincus gezamenlijke zeggenschap over hebben. Indien in het navolgende wordt gedoeld op de voor deze zaak relevante activiteiten van Cinven en Warburg Pincus zullen deze activiteiten dan ook worden aangeduid als de activiteiten van Casema/ Multikabel. 19. Kabelcom en Casema/ Multikabel (hierna: partijen) zijn actief op het gebied van (i) doorgifte van radio- en televisiesignalen (hierna: rtv-signalen) op retail en wholesale niveau; (ii) breedband-internettoegang op retail en wholesale niveau; (iii) vaste telefonie en huurlijnen. Verder zou de concentratie een effect kunnen hebben op het (mogelijk toekomstige) gebied van multiplay In het hiernavolgende zal allereerst kort worden ingegaan op de markten voor breedband-internettoegang, vaste telefonie en huurlijnen. Daarna zullen de effecten op de markten voor doorgifte van rtv-signalen uitvoerig worden besproken. Internet en telefonie 21. Voor wat betreft de markten voor breedband-internettoegang op retail en wholesale niveau, vaste telefonie en huurlijnen geldt dat het gezamenlijke marktaandeel van partijen uitgaande van marktafbakeningen gemaakt in eerdere zaken 6 en op grond van de ter beschikking staande gegevens niet hoger is dan 25%. 7 Op voorhand ziet de Raad daarom geen reden om deze markten in onderhavig besluit nader te onderzoeken. 5 Multiplay houdt in het gebundeld aanbieden van internet- en/ of telefonie- en/ of radio en televisie diensten. 6 Zie het besluit van 21 juli 2006 in zaak 5687/ KPN - Enertel, punt 21 tot en met 47 en het besluit van 6 november 2002 in zaak 3052/ Liberty Media - Casema, punt Hoewel het marktaandeel van partijen binnen hun afzonderlijke verzorgingsgebieden hoger is dan wordt weergegeven door het landelijke marktaandeel, overlappen deze verzorgingsgebieden elkaar niet en dekken de verzorgingsgebieden van partijen niet geheel Nederland. 5 Openbare versie

6 1. Rel evant e pr oduct mar kt en 22. Voor de beoordeling van onderhavige concentratie zal in het hiernavolgende eerst worden ingegaan op de doorgifte van rtv-signalen op wholesale en retail niveau. Daarna zal voor worden ingegaan op de volgende dimensies waarlangs mogelijk nader onderscheid kan worden gemaakt: i) Onderscheid tussen radio en televisie; ii) Onderscheid naar infrastructuur; iii) Onderscheid tussen betaaltelevisie en vrij toegankelijke televisie; iv) Onderscheid tussen analoge en digitale tv-signalen; Tenslotte zal nog nader worden ingegaan op multiplay diensten. a) De doorgifte van radio en televisiesignalen op wholesale en retail niveau 23. Op wholesale niveau onderhandelen transmissie-aanbieders en programma-aanbieders 8 met elkaar over de doorgifte van rtv-signalen naar consumenten. 9 Transmissie-aanbieders verzorgen het transport van de signalen naar consumenten via verschillende netwerken (kabel, DSL, ether of satelliet). Programma-aanbieders bieden radio en/ of televisiekanalen aan die zijn samengesteld uit verschillende programma s. Hoewel het conceptueel mogelijk is om een onderscheid te maken tussen de verwerving door programma-aanbieders van doorgiftediensten en de verwerving van distributierechten voor radio- en televisiekanalen door transmissieaanbieders vindt er in de praktijk één onderhandeling plaats waarin deze twee onderdelen tegelijk worden geadresseerd. Afhankelijk van de onderhandelingsposities van de programma-aanbieder en de transmissie-aanbieder zal de netto uitkomst van deze onderhandeling zijn dat ofwel de programma-aanbieder een doorgiftevergoeding betaalt ofwel de transmissie-aanbieder een content vergoeding betaalt ofwel door geen van beide wordt betaald. 24. Op retail niveau kan net als op wholesale niveau het transport van rtv-signalen worden onderscheiden van het samenstellen en aanbieden van rtv-pakketten. 10 In de eerste plaats verzorgen de kabelexploitanten en andere transmissie-aanbieders het transport van rtv-signalen 8 Programma-aanbieders kunnen in vier categorieën worden onderverdeeld: (i) Nederlandse publieke programmaaanbieders, (ii) buitenlandse publieke programma-aanbieders, (iii) Nederlandse commerciële programma-aanbieders en (iv) buitenlandse commerciële programma-aanbieders. Alhoewel RTL een buitenlandse onderneming is zal in onderhavig besluit RTL voor haar kanalen RTL4, RTL5 en RTL7 als een Nederlandse commerciële programma-aanbieder worden beschouwd aangezien deze kanalen specifiek op de Nederlandse markt zijn gericht. MTV-Networks wordt om dezelfde reden als RTL voor haar kanalen TMF, The BOX en Nickelodeon in onderhavig besluit als een Nederlandse commerciële programma-aanbieder beschouwd. 9 Zie de beschikking van 2 juni 2006 in zaak COMP/ M Providence/ Carlyle/ UPC Sweden, punt 13 en Zie het besluit in zaak 3052/Liberty Media - Casema, reeds aangehaald, punt Openbare versie

7 voor de consument. In de tweede plaats stellen de kabelexploitant en andere transmissieaanbieders rtv-pakketten samen en bieden zij deze aan de consument aan. Dit omvat de bundeling van het programma-aanbod van de verschillende programma-aanbieders tot standaard- of pluspakketten en de marketing en verkoop van deze pakketten. Aangezien het samenstellen en het aanbieden van rtv-pakketten aan de consument in de praktijk samengaan zal in het hiernavolgende geen nader onderscheid worden gemaakt tussen deze twee diensten Op basis van voorgaande zal worden uitgegaan van (een) aparte wholesale en retail markt(en) voor doorgifte van rtv-signalen. 26. In eerdere NMa besluiten 12 is aangegeven dat hoewel doorgifte op de wholesale markt is te onderscheiden van doorgifte op de retail markt en op beide markten verschillende (soorten) marktpartijen een rol spelen deze markten elkaar in sterke mate beïnvloeden voor wat betreft prijsvorming en aanbod. Immers, wanneer op de wholesale markt een programma-aanbieder en een transmissie-aanbieder niet tot overeenstemming komen heeft dit tot gevolg dat het televisiekanaal niet op de retail markt aan de consument wordt aangeboden door de transmissieaanbieder. Ook de prijsvorming op de wholesale markt met betrekking tot de vergoeding die programma-aanbieders moeten betalen om doorgegeven te worden of de vergoeding die zij voor het doorgeven van hun aanbod krijgen kan in beginsel effect hebben op de prijs van het televisieaanbod aan consumenten. Andersom geldt dat concurrentiedruk op de retail markt een disciplinerend effect kan hebben op het mogelijke gedrag van een distributeur op de wholesale markt. 27. De gevolgen van de concentratie op de wholesale en retail markt zullen om die reden in het hiernavolgende in samenhang met elkaar worden behandeld. Het onderzoek in onderhavige zaak richt zich op de effecten op de retail markt naar aanleiding van de veranderde positie op de wholesale markt. i) Onderscheid radio en televisie 28. In het kader van onderhavige zaak dient te worden opgemerkt dat radio in Nederland hoofdzakelijk beluisterd wordt via de ether waarbij met name de analoge FM-frequenties van belang zijn. 13 Ondanks het feit dat luisteraars hun radiosignaal ook al lange tijd kunnen ontvangen 11 Eén marktpartij heeft een zienswijze gegeven die specifiek betrekking heeft op een mogelijk toekomstige rol van kabelexploitanten als samenstellers en aanbieders van rtv-pakketten buiten hun eigen verzorgingsgebieden. Hierop wordt ingegaan in punt 31 tot en met Zie het besluit in zaak 3052/Liberty Media - Casema, reeds aangehaald, punt 30 en het besluit van 6 maart 2006 in zaak 5454/ KPN - Nozema Services, punt Zie het besluit in zaak 5454/KPN - Nozema Services, reeds aangehaald, punt Openbare versie

8 via kabel, satelliet en sinds enkele jaren via internet zijn er relatief weinig luisteraars die hier gebruik van maken. Gezien het beperkt aantal luisteraars dat via de kabel naar de radio luistert zal in onderhavig besluit worden ingegaan op televisiesignalen (hierna: tv-signalen) in plaats van rtvsignalen. ii) Onderscheid naar soort infrastructuur 29. Tv-signalen worden in Nederland uitgezonden via de kabel, satelliet, ether 14 (DVB-T) en het vaste net (DSL-televisie). 30. Voor wat betreft de wholesale markt hebben programma-aanbieders die in het kader van onderhavige zaak zijn bevraagd benadrukt dat voor hen de doorgifte van tv-signalen via de kabel nog de belangrijkste vorm van transmissie is. Gezien de hoge penetratiegraad van kabeldoorgifte zijn programma-aanbieders van mening dat er op de wholesale markt een aparte relevante markt is voor tv-signalen die over de kabel worden doorgegeven. 15 Alternatieve transmissie-aanbieders worden door programma-aanbieders nog niet als een volwaardig substituut gezien. Programmaaanbieders benadrukken wel dat infrastructuurconcurrentie op gang komt. 31. Eén marktpartij heeft in haar zienswijze geopperd dat in het kader van een prospectieve beoordeling ook kabelexploitanten elkaars concurrenten kunnen worden in één verzorgingsgebied. Recente besluitvorming van OPTA 16 zou hiertoe de mogelijkheid creëren door te voorzien in een verplichting om te voldoen aan redelijke verzoeken tot toegang tot het netwerk ten behoeve van het aanbieden van programmapakketten in het betreffende verzorgingsgebied. 32. Partijen zijn van oordeel dat op de markt voor de doorgifte van tv-signalen geen onderscheid dient te worden gemaakt naar de verschillende soorten infrastructuur vanwege de convergentie tussen de genoemde infrastructuren. Volgens partijen is er sprake van toenemende concurrentie tussen infrastructuren. De andere infrastructuurexploitanten (KPN via DSL-televisie en DVB-T; Tele2/ Versatel via DSL-televisie en satelliet; CanalDigitaal via satelliet) concurreren onder andere met de kabelexploitanten op de markt voor verwerving van doorgifterechten van inhoud, aldus partijen / 11 december 2006 is de geplande datum voor uitschakeling van het analoge ethersignaal voor televisie. Wegens deze uitschakeling wordt het analoge ethersignaal buiten beschouwing gelaten. 15 Nederland heeft internationaal één van de hoogste penetraties van kabelaansluitingen. Op basis van de cijfers zoals vermeld in punt 37 is het aantal kabelaansluitingen in 2006 circa 86% van het totaal aantal rtv-aansluitingen. 16 Zie het marktanalysebesluit van 17 maart 2006 van OPTA, De markten voor de doorgifte en verzorging van omroep transmissie diensten, verzorgingsgebieden Casema, Multikabel, Essent Kabelcom (hierna: Doorgifte en verzorging omroep transmissie diensten). 8 Openbare versie

9 33. Voor wat betreft hetgeen één marktpartij heeft geopperd, dat in het kader van een prospectieve beoordeling ook kabelexploitanten elkaars concurrenten kunnen worden in één verzorgingsgebied, kan het volgende worden opgemerkt. Het is niet aannemelijk dat partijen gezien moeten worden als elkaars potentiële concurrent. Casema/ Multikabel enerzijds en Kabelcom anderzijds richten zich volledig op het eigen verzorgingsgebied en zijn niet op voornoemde wijze actief in elkaars verzorgingsgebieden. Hoewel toetreding tot elkaars verzorgingsgebied theoretisch mogelijk is, is het de vraag of dit ook zal gebeuren. Zo staat niet vast of kabelexploitanten ook daadwerkelijk op deze wijze diensten willen gaan aanbieden. Desgevraagd heeft OPTA aangegeven niet bekend te zijn met initiatieven en/ of plannen van kabelexploitanten die op deze wijze via elkaars netwerken omroeppakketten willen aanbieden. OPTA heeft hierover ook geen geschillen ontvangen. Bovendien is niet op voorhand duidelijk dat een voorkomend verzoek om toegang van Casema/ Multikabel aan Kabelcom of vice versa als redelijk zal worden beschouwd. Dit met name in het licht van de door OPTA genoemde overwegingen dat een toegangsverzoek geen onredelijk beslag op de beschikbare capaciteit mag leggen en dat, in het verlengde hiervan, een verzoek om capaciteit voor parallelle doorgifte van omroepsignalen die reeds door de kabelexploitant in kwestie gedistribueerd worden, vanwege het inherent inefficiënte netwerkgebruik minder snel als redelijk worden beschouwd. 17 Gezien het voorgaande zullen kabelexploitanten niet worden beschouwd als potentiële concurrenten. 34. In een eerder besluit 18 is door de NMa geoordeeld dat doorgifte van tv-signalen over de kabel een afzonderlijke markt is, zowel op de wholesale als op de retail markt(en). In een recente beschikking 19 van de Commissie met betrekking tot de Zweedse kabelsector beschouwde de Commissie dat er op wholesale niveau aparte productmarkten zijn voor distributie van tv-signalen via de kabel, ether en satelliet. Op retail niveau werd in het genoemde besluit dit onderscheid in het midden gelaten maar heeft de Commissie gewezen op de toenemende concurrentiedruk die uitgaat van alternatieve transmissie-aanbieders. 35. Met betrekking tot de Nederlandse markt heeft de Commissie in haar brief aan OPTA van 21 december gewezen op de groeiende concurrentiedruk van alternatieve transmissieaanbieders. De Commissie bevestigt deze concurrentiedruk in een recente beschikking 21 waarin zij stelt dat doorgifte platforms die een alternatief kunnen vormen voor de kabel sterk groeien in Nederland wat tot gevolg heeft dat de op kabelexploitanten uitgeoefende concurrentiedruk aan het toenemen is. 17 Zie het marktanalysebesluit van OPTA, Doorgifte en verzorging omroep transmissie diensten, reeds aangehaald, punt Zie het besluit in zaak 3052/Liberty Media - Casema, reeds aangehaald, punt Zie de beschikking in zaak COMP/ M Providence/ Carlyle/UPC Sweden, reeds aangehaald, punt 12, 16 en Brief van de Commissie van 21 december 2005 in zaak NL/ 2005/ Zie de beschikking in zaak COMP/ M Cinven/ Warburg Pincus/ Casema/ Multikabel, reeds aangehaald, punt Openbare versie

10 36. Ook de NMa heeft in een recent besluit 22 en in haar advies 23 aan OPTA ten aanzien van de OPTA besluiten van 17 maart gewezen op de potentiële concurrentiedruk van alternatieve infrastructuren voor doorgifte van tv-signalen. Met name van DSL-televisie valt te verwachten dat dit een volwaardig substituut kan worden. 37. Uit het onderzoek dat is verricht in het kader van onderhavige concentratie is gebleken dat alternatieve transmissie-aanbieders thans ruim een miljoen abonnees van televisie voorzien (zie Tabel 1) en dat het aantal abonnees is toegenomen sinds de introductie van de alternatieve infrastructuren. 25 De Nederlandse kabelexploitanten bedienen in 2006 gezamenlijk abonnees. 26 Aantal tv abonnees Percentage van totaal Kabel ,9% CanalDigitaal ,1% Digitenne ,4% Tele2/ Versatel ,6% Totaal % 38. Hoewel er op basis van het voorgaande niet kan worden bepaald of er sprake is van volwaardige dan wel potentiële concurrentie zal er bij de beoordeling van onderhavige zaak van uit worden gegaan dat er sprake is van potentiële concurrentie van de alternatieve infrastructuren. Overigens zij opgemerkt dat de materiële beoordeling niet anders zou zijn indien geen onderscheid zou worden gemaakt naar soort infrastructuur (zie punt 61 tot en met 139). 22 Zie het besluit in zaak 5454/KPN - Nozema Services, reeds aangehaald, punt 62 en het besluit van 28 juni 2005 in zaak 4490/ UPC - Canal+, punt Zie het NMa-advies op het ontwerpbesluit van 4 mei 2005 inzake de Omroepmarkten, verzorgingsgebied UPC. 24 Zie het marktanalysebesluit van OPTA, Doorgifte en verzorging omroep transmissie diensten, reeds aangehaald. 25 Het aantal abonnees van DSL-televisie van KPN is niet meegeteld aangezien de grootschalige introductie van DSLtelevisie van KPN, genaamd Mine is uitgesteld tot begin Telegraaf, KPN stelt grote introductie internet-tv uit, 28 september VECAI, Facts televisie en radio, Bron: VECAI, Facts televisie en radio, 28 April Bron: Persberichten van 28 april 2006, TV Oranje vanaf Koninginnedag overal te ontvangen via CanalDigitaal en van 27 januari 2006, CanalDigitaal selecteert QuickNet als provider voor Satelliet Internet. 29 Derde kwartaal Bron: KPN derde kwartaalcijfers 2006, / kpn/ show/ id= Derde kwartaal Bron: Versatel derde kwartaalcijfers 2006, / fileadmin/ images/ vt_com/ Com-Bedrijfsinformatie/ _Resultaten_3Q06_compleet.pdf 10 Openbare versie

11 iii) Onderscheid tussen betaaltelevisie en vrij toegankelijke televisie 39. In eerdere beschikkingen 31 van de Commissie en besluiten 32 van de NMa is op de wholesale en retail markten voor doorgifte van tv-signalen onderscheid gemaakt tussen vrij toegankelijke televisie 33 enerzijds en betaaltelevisie anderzijds. De markt voor betaaltelevisie wordt gefinancierd door abonnementsgelden en in mindere mate door reclamegelden. Deze markt verschilt in dit opzicht van de markt voor vrij toegankelijke televisie die hoofdzakelijk wordt gefinancierd door reclamegelden en/ of (in het geval van de publieke omroep) overheidsbijdragen. 34 Derhalve is in het geval van het aanbieden van betaaltelevisie sprake van een zakelijke relatie tussen de programma-aanbieder en de consument terwijl in het geval van vrij toegankelijke televisie sprake is van een zakelijke relatie tussen de programma-aanbieder en de reclame-industrie. 40. Specifiek voor Nederland kan gesteld worden dat over het algemeen vrij toegankelijke televisie via het standaardpakket 35 wordt verkregen en betaaltelevisie via pluspakketten. 36 Ten aanzien van het samenstellen van een programmapakket geldt in Nederland voor kabelexploitanten een aantal verplichtingen. 37 Het pakket dat een kabelexploitant aan iedere aangeslotene aanbiedt wordt het standaardpakket genoemd. Dit bestaat veelal uit 24 tot meer 31 Zie de beschikking van 2 april 2003 in zaak COMP/ M Newscorp/ Telepiù, punt 19 en 47 en de beschikking van 27 mei 1998 in zaak IV/ M Bertelsmann/Kirch/Premiere, punt 44 en Zie het besluit in zaak 2425/UPC - PrimaCom, reeds aangehaald, punt 101 tot en met 103 en het besluit in de vergunningsfase in zaak 4490/ UPC - Canal+, reeds aangehaald, punt Voor vrij toegankelijke televisie betaalt de consument een abonnementsprijs voor de aansluiting alsmede de doorgifte van een standaardpakket aan kanalen. 34 Zie de beschikking in zaak COMP/ M Newscorp/ Telepiù, reeds aangehaald, punt In de praktijk bevatten de standaardpakketten van kabelexploitanten echter ook vaak één of enkele kanalen waarvan het verdienmodel berust op abonnementsgelden. Deze programma-aanbieders ontvangen een content vergoeding van de kabelexploitanten. 36 Zie de beschikking in zaak COMP/ M Cinven/ Warburg Pincus/ Casema/ Multikabel, reeds aangehaald, punt Een kabelexploitant dient allereerst op basis van artikel 82i van de Mediawet onverkort, ongewijzigd en gelijktijdig met de oorspronkelijke uitzending naar alle aangeslotenen op het omroepnetwerk ten minste vijftien televisiekanalen voor algemene omroep en ten minste vijfentwintig radiokanalen voor algemene omroep (hierna: het wettelijk basispakket), waaronder in ieder geval Nederlandse en Vlaamse publieke radio- en televisiekanalen uit te zenden (hierna: must carry kanalen). Daarbij dient een kabelexploitant op basis van artikel 82k van de Mediawet zich te houden aan het advies van programmaraden. Programmaraden adviseren kabelexploitanten over de kanalen die dienen te worden opgenomen in het basispakket. Dit advies is bindend; alleen om zwaarwegende redenen mag een kabelexploitant afwijken van het advies van de programmaraad. 11 Openbare versie

12 dan 40 kanalen waaronder de kanalen van het (wettelijk) basispakket. 38 Vervolgens bieden kabelexploitanten naast het standaardpakket ook pluspakketten aan. Dit zijn pakketten die alleen te ontvangen zijn met behulp van een decoder en waarvoor klanten extra abonnementsgelden betalen. 39 De pakketten bevatten vaak premium content. Voor de rechten van deze content, zoals live sportwedstrijden en recent uitgebrachte films, worden vaak aanzienlijke bedragen betaald. Ook themakanalen (special interest programma s) kunnen deel uitmaken van pluspakketten. 41. Wel is sprake van een bepaalde wisselwerking tussen beide typen van televisie aangezien het aanbod wat betreft het aantal vrij toegankelijke kanalen en de variatie hiervan invloed uitoefent op de vraag naar betaaltelevisie. 40 Bovendien zou de voortschrijdende digitalisering tot een verdere mate van convergentie kunnen leiden omdat als gevolg van deze digitalisering de capaciteit (in de vorm van het aantal kanalen dat kan worden doorgegeven) aanzienlijk wordt vergroot (zie punt 44). 42. In onderhavige zaak kan in het midden worden gelaten of op de wholesale en retail markten voor doorgifte van tv-signalen al dan niet sprake is van afzonderlijke markten voor betaaltelevisie en vrij toegankelijke televisie aangezien dit de materiële beoordeling niet beïnvloedt (zie punt 61 tot en met 139). iv) Onderscheid tussen analoge en digitale doorgifte van televisiesignalen 43. Een aantal marktpartijen dat in het kader van onderhavige zaak is bevraagd heeft naar voren gebracht dat er een onderscheid dient te worden gemaakt tussen analoge en digitale doorgifte van tv-signalen. Marktpartijen hebben aangegeven dat het uitzenden via het analoog signaal voor programma-aanbieders nog van wezenlijk belang is om de consument (kijker) te bereiken. Gezien het feit dat programma-aanbieders waarvan het business model berust op reclame-inkomsten zoveel mogelijk consumenten willen bereiken en digitale televisie nog niet even wijdverspreid is als analoge televisie 41 hechten programma-aanbieders nog een minder groot belang aan doorgifte via het digitale signaal. Vooralsnog wordt digitale televisie door een aantal marktpartijen als complementair aan analoge televisie beschouwd en niet als substituut. De 38 Zie het besluit in zaak 3052/Liberty Media - Casema, reeds aangehaald, punt 58. De programma-aanbieder bereikt landelijk een vrijwel even groot publiek via het standaardpakket als via het basispakket. Om die reden is het aannemelijk dat doorgifte via basis- en standaardpakket voor programma-aanbieders vooralsnog substituten zijn. 39 Pluspakketten worden over het algemeen via het digitale signaal geleverd. 40 Zie de beschikking in zaak IV/ M Bertelsmann/ Kirch/ Premiere, reeds aangehaald, punt Het analoge signaal van de kabel is op elke normale televisie te ontvangen en makkelijk door de consument zelf aan te sluiten op meerdere televisietoestellen. Overstap naar digitale televisie gaat gepaard met de nodige overstapkosten voor de consument. De meeste televisie toestellen zijn nog niet geschikt voor ontvangst van een digitaal signaal, waardoor een zogenaamde decoder voor elke televisie nodig is. 12 Openbare versie

13 consument die digitale televisie ontvangt heeft tevens nog analoge televisie via de kabel, aldus deze marktpartijen. 44. Eén van de kenmerkende verschillen tussen analoge en digitale signalen is dat digitale televisie het mogelijk maakt signalen in meer gecomprimeerde vorm over te brengen hetgeen leidt tot een aanzienlijke toename in transmissiecapaciteit. Digitalisering maakt derhalve een grotere diversiteit aan kanalen mogelijk. 42 Volgens de vaste beschikkingenpraktijk van de Commissie en de NMa dient geen nader onderscheid te worden gemaakt tussen de doorgifte van digitale en analoge tv-signalen aangezien digitale doorgifte slechts een technologische ontwikkeling is ten opzichte van analoge doorgifte. 43 In onderhavig besluit zal daarom geen onderscheid worden gemaakt tussen productmarkten voor digitale en analoge doorgifte van tvsignalen. Multiplay 45. Partijen zijn zoals aangegeven ook actief met het gebundeld aanbieden van hun diensten; het zogenaamde multiplay. Het betreft over het algemeen het in combinatie aanbieden van tv met internet en/ of telefonie. In Nederland worden dergelijke gebundelde diensten aangeboden door KPN, Tele2/ Versatel, Scarlet en de vijf grootste kabelexploitanten. 46. Hoewel partijen het belang van multiplay benadrukken, geven zij aan dat het niet nodig is in te gaan op een mogelijke aparte multiplay markt. Onder verwijzing naar een recente beschikking 44 van de Commissie geldt volgens partijen dat de onderhavige concentratie geen enkel effect zal hebben op de keuzemogelijkheden voor consumenten - Casema/ Multikabel en Kabelcom bieden ieder uitsluitend multiplay diensten aan binnen hun eigen verzorgingsgebieden - en aldus ook niet op de mededinging. 47. Ook de Raad onderkent het bestaan en toenemende belang van het aanbod van multiplay diensten, maar ziet in het kader van onderhavig besluit geen reden om te onderzoeken of er sprake is van een aparte relevante markt voor multiplay. Als er al sprake zou zijn van een aparte markt voor multiplay geldt dat de verzorgingsgebieden van partijen elkaar niet overlappen waardoor er voor consumenten geen keuzemogelijkheid zou wegvallen als gevolg van de 42 Dankzij compressie van het digitale signaal kost een digitaal kanaal van vergelijkbare kwaliteit ten opzichte van een analoog kanaal minder bandbreedte. In het algemeen wordt uitgegaan van een zesvoudige besparing van bandbreedte. 43 Zie de beschikking van 29 december 2003 in zaak COMP/ C Telenor/ Canal+/ Canal Digital, punt 29, de beschikking in zaak IV/M Bertelsmann/Kirch/Premiere, reeds aangehaald, punt 18, het besluit in zaak 5454/KPN - Nozema Services, reeds aangehaald, punt 57 en 58, het besluit in zaak 4490/ UPC - Canal+, reeds aangehaald, punt 34 en het besluit in zaak 3052/ Liberty Media - Casema, reeds aangehaald, punt Zie de beschikking in zaak COMP/ M Cinven/ Warburg Pincus / Casema/ Multikabel, reeds aangehaald, punt Openbare versie

14 voorgenomen concentratie. Derhalve zal in onderhavig besluit niet nader worden ingegaan op het bestaan van een mogelijke markt voor het aanbod van multiplay diensten. b) Conclusie relevante productmarkten 48. Op basis van het voorgaande zal in dit besluit worden uitgegaan van wholesale en retail markt(en) voor doorgifte van tv-signalen via de kabel, waarbij rekening wordt gehouden met de potentiële concurrentiedruk van alternatieve infrastructuren. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen analoge en digitale doorgifte via de kabel. Of er onderscheid moet worden gemaakt tussen vrij toegankelijke televisie en betaaltelevisie wordt in het midden gelaten. 2. Rel evant e geogr af isch e mar kt en Geografische markten voor doorgifte van tv-signalen. 49. De Commissie heeft in een recente beschikking de geografische markt voor tv-signalen in het midden gelaten. 45 De NMa liet in eerdere besluiten 46 eveneens in het midden of er sprake was van (een) regionale of nationale wholesale markt(en) voor de distributie van tv-signalen. 50. In zijn marktanalysebesluiten gaat OPTA uit van een geografische markt die afgebakend is op het niveau van de verzorgingsgebieden van de kabelexploitanten. 47 OPTA heeft daarbij opgemerkt dat voor de veelal landelijke programma-aanbieders een zo groot mogelijk landelijk bereik wordt nagestreefd. Om die reden wordt door OPTA naast de regionale dimensie ook een nationale dimensie onderkend. 48 De NMa heeft de analyses van OPTA onderschreven. 51. In onderhavige zaak zal voor de wholesale markt(en) worden uitgegaan van een regionale markt op het niveau van de verzorgingsgebieden van de kabelexploitanten. Er wordt echter wel, 45 Zie de beschikking in zaak COMP/ M Cinven/ Warburg Pincus / Casema/ Multikabel, reeds aangehaald, punt 31 en 37. In eerdere beschikkingen hanteerde de Commissie een afbakening van de wholesale markt voor de doorgifte van rtvsignalen (i) op nationaal niveau of op het niveau van homogene taalgebieden indien geen verschil wordt gemaakt naar infrastructuur of (ii) op niveau van de verzorgingsgebieden indien alleen wordt gekeken naar de kabel omdat de verschillende verzorgingsgebieden ook vanuit het oogpunt van de programma-aanbieders niet substitueerbaar zijn. Zie respectievelijk de beschikking in zaak COMP/ M Providence/ Carlyle/ UPC Sweden, reeds aangehaald, punt 18 en de beschikking in zaak COMP/M Apollo/ JP Morgan/ Primacom, reeds aangehaald, punt Zie het besluit in zaak 4490/ UPC - Canal+, reeds aangehaald, punt 40 en het besluit in zaak 3052/ Liberty Media - Casema, reeds aangehaald, punt Zie het marktanalysebesluit van OPTA, Doorgifte en verzorging omroep transmissie diensten, reeds aangehaald, punt 225 en Zie het marktanalysebesluit van OPTA, Doorgifte en verzorging omroep transmissie diensten, reeds aangehaald, punt Openbare versie

15 zoals in eerdere besluiten, 49 onderkend dat de concurrentiekracht van de kabelexploitanten ten opzichte van programma-aanbieders mede wordt bepaald door het totaal aan abonnees dat zij binnen Nederland vertegenwoordigen. De verhoudingen tussen programma-aanbieders en kabelexploitanten hebben een geografische markt-overstijgende dimensie. 52. Voor de retail markt(en) zal in dit besluit worden uitgegaan van een geografische omvang ter grootte van de verzorgingsgebieden van de respectievelijke kabelexploitanten. Daarbij moet worden opgemerkt dat de concurrentie mogelijk meer nationaal van karakter wordt naarmate de concurrentiedruk van alternatieve infrastructuren met landelijke dekking toeneemt. In beide gevallen is het echter zo dat twee kabelexploitanten niet direct met elkaar concurreren om de consument. 3. Concl usie r el evant e mar kt en 53. Op basis van het voorgaande zal in dit besluit worden uitgegaan van de wholesale markt(en) en retail markt(en) voor doorgifte van tv- signalen via de kabel ter grootte van het verzorgingsgebied van de kabelexploitant waarbij rekening wordt gehouden met de potentiële concurrentiedruk van alternatieve infrastructuren. 54. Hieronder worden de belangrijkste onderdelen van de zienswijze van OPTA ten aanzien van de voorgenomen concentratie weergegeven. De markten voor telefonie-aansluitingen, telefoniediensten en breedband-internettoegang 55. OPTA verwacht niet dat de transactie een negatief effect heeft op de concurrentiesituatie op de eindgebruikersmarkten voor telefonie-aansluitingen, telefoniediensten en breedbandinternettoegang, noch ten aanzien van de aan de hierboven genoemde eindgebruikersmarkten gekoppelde wholesale markten voor wholesale breedbandtoegang, gespreksopbouw en gespreksdoorgifte. OPTA beschrijft dat de concurrentiesituatie op de markten voor gespreksafgifte niet wezenlijk anders is dan op de relevante markten voorafgaand aan de transactie. 49 Zie het besluit in zaak 3052/Liberty Media - Casema, reeds aangehaald, punt Openbare versie

16 De markten voor omroeptransmissiediensten 56. Ten aanzien van de afbakening van de relevante markten is OPTA van oordeel dat voor zover de daadwerkelijke ontwikkeling van deze potentiële concurrentiedruk overeenkomt met de in zijn besluiten van 17 maart 2006 beschreven verwachtingen, er geen aanleiding bestaat om een wijdere productmarkt-definitie te hanteren dan een relevante eindgebruikersmarkt van omroeptransmissiediensten aangeboden via de kabel. Effecten op de relevante wholesale markten voor omroeptransmissiediensten 57. In de visie van OPTA is niet op voorhand duidelijk welk effect de transactie heeft op de onderhandelingspositie van programma-aanbieders ten opzichte van de nieuwe combinatie. OPTA acht het van belang dat de NMa zich in haar onderzoek richt op de complexe afweging van effecten. 58. In de visie van OPTA is evenmin op voorhand duidelijk welk effect de transactie heeft op de mate waarin de betrokken partijen in staat zouden zijn om exclusieve relaties met progammaaanbieders aan te gaan. Gelet op het mogelijke effect ervan op de opkomende concurrentie tussen verschillende platforms voor omroeptransmissie, acht OPTA het van belang dat de NMa ook dit aspect in haar onderzoek naar de effecten betrekt. Daarbij merkt OPTA op dat de aan de betrokken partijen opgelegde toegangsverplichtingen op grond van de Telecommunicatiewet op zich niet in de weg staan van het aangaan van exclusieve relaties. Wel acht OPTA het aannemelijk dat dreiging met weigering van doorgifte als middel van het kabelbedrijf om exclusiviteit af te dwingen bij de programma-aanbieder, als gevolg van de opgelegde toegangsverplichting minder effectief zal zijn. Effecten op de eindgebruikersmarkten voor omroeptransmissiediensten 59. Wat betreft de positie van de betrokken partijen op de eindgebruikersmarkten verwacht OPTA niet dat de transactie een negatief effect heeft op de concurrentiesituatie op de verschillende relevante eindgebruikersmarkten voor doorgifte van vrij toegankelijke tv-pakketen en betaal tv-pakketten via de kabel in het verzorgingsgebied van de kabelexploitant. Alleen in het geval dat de nieuwe combinatie als gevolg van een significant verzwakte onderhandelingspositie van programma-aanbieders op de wholesale markten of als gevolg van exclusieve relaties op de wholesale markten met significante programma-aanbieders een poortwachters -rol op de eindgebruikersmarkt zou krijgen, zou mogelijkerwijs sprake kunnen zijn van versterking van bestaande economische machtsposities. 60. Voor zover OPTA het van belang heeft geacht bepaalde aspecten nader te onderzoeken, zij verwezen naar hetgeen wordt besproken in de punten 61 tot en met Openbare versie

17 Inleiding 61. Onderhavige zaak betreft een voorgenomen concentratie tussen twee kabelexploitanten die ieder actief zijn in hun eigen verzorgingsgebied. Zoals in punt 26 reeds is opgemerkt, beïnvloeden de wholesale en retail markt(en) voor de doorgifte van tv-signalen elkaar in sterke mate. Aangezien de marktpositie van partijen binnen het eigen verzorgingsgebied niet verandert zal niet separaat op de retail markt(en) voor de doorgifte van tv-signalen worden ingegaan. Het onderzoek in onderhavige zaak richt zich op de veranderde positie van partijen op de wholesale markt(en) en welke effecten dit kan hebben op de retail markt(en). 62. Op de wholesale markten onderhandelen kabelexploitanten en programma-aanbieders met elkaar over de doorgifte van tv-signalen. Kabelexploitanten treden in deze onderhandelingen op als inkoper van content zijnde televisiekanalen om een programma-aanbod te kunnen samenstellen. De uitkomst van de onderhandelingen tussen kabelexploitant en programmaaanbieder is mede afhankelijk van de positie die deze partijen innemen. 63. Om de voorgenomen concentratie te kunnen beo0rdelen, dient de vraag te worden beantwoord in hoeverre deze concentratie leidt tot het ontstaan of versterken van inkoopmacht van partijen op de wholesale markt(en) voor de doorgifte van tv-signalen. Indien wordt vastgesteld dat partijen inkoopmacht verwerven en/ of dat hun bestaande inkoopmacht wordt versterkt, dient voorts de vraag te worden beantwoord of het aannemelijk is dat door deze ontstane en/ of versterkte inkoopmacht een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. Voorts wordt kort ingegaan op de vraag of als gevolg van de voorgenomen concentratie een marktsituatie kan ontstaan waarbij kabelexploitanten kunnen komen tot stilzwijgende coördinatie. 1. Ver st er king van inkoopmach t Marktpartijen 64. Volgens marktpartijen, zowel programma-aanbieders als alternatieve transmissieaanbieders, wordt de inkoopmacht van partijen als gevolg van deze concentratie vergroot. Programma-aanbieders, met name de Nederlandse commerciële programma-aanbieders, wijzen er op dat zij voor de doorgifte van hun kanalen op dit moment nog volledig afhankelijk zijn van de kabel. Een dekking van minimaal 80% (en in sommige gevallen zelfs 90% of 95%) van het totale aantal televisie kijkers in Nederland is vereist. Voorts geven programma-aanbieders aan dat deze afhankelijkheid van een kabelexploitant toeneemt naar mate het verzorgingsgebied van de 17 Openbare versie

18 kabelexploitant groter wordt. Programma-aanbieders geven vrijwel unaniem aan niet om deze nieuwe entiteit met een marktaandeel van meer dan 50% heen te kunnen. Partijen zullen meer onderhandelingsmacht verwerven dan in de huidige situatie waardoor zij (beter) in staat zullen zijn de uitkomst van de onderhandeling te bepalen. Partijen 65. Volgens partijen heeft de concentratie geen invloed op de machtsverhouding tussen partijen en de diverse programma-aanbieders. Ten eerste wijzen partijen er op dat kabelexploitanten ongeacht hun grootte aangewezen zijn op programma-aanbieders. Verwijzend naar de must carry verplichting is de onderhandelingspositie van kabelexploitanten ten aanzien van de Nederlandse en Belgische publieke vrij toegankelijke programma-aanbieders volgens partijen zwak. Ten opzichte van de overige buitenlandse publieke vrij toegankelijke programmaaanbieders is de onderhandelingspositie van kabelexploitanten ook zwak, omdat deze programma-aanbieders geen groot belang hebben bij doorgifte in Nederland, aldus partijen. 66. Deze zwakke onderhandelingspositie is er volgens partijen ook ten opzichte van de buitenlandse commercieel vrij toegankelijke programma-aanbieders. Zij wijzen er daarbij op dat kabelexploitanten een groot belang hebben bij het doorgeven van de kanalen van deze aanbieders omdat veel consumenten deze kanalen goed kennen en waarderen en deze aldus ook vaak zijn opgenomen in het advies van programmaraden. 67. Voorts zijn volgens partijen de kabelexploitanten en de Nederlandse commerciële vrij toegankelijke programma-aanbieders en de betaaltelevisie programma-aanbieders wederzijds van elkaar afhankelijk. Deze afhankelijkheid zou in het voordeel van programma-aanbieders worden beïnvloed door de digitalisering - die ervoor zorgt dat kabelexploitanten meer kanalen in de bandbreedte van hun kabeldoorgifte kunnen opnemen - aangezien programma-aanbieders als enige aan de toenemende vraag naar digitale content kunnen voldoen. Partijen zijn van mening dat de concentratie deze afhankelijkheid in geval van partijen niet mitigeert door het gewicht van hun aantal abonnees. Zij verwijzen daarbij naar een eerdere beschikking 50 van de Commissie waarin de Commissie heeft geoordeeld dat het aantal abonnees, naast ook het regelgevend kader en het wezenlijk belang van bepaalde kanalen, slechts één van de factoren is die het machtsevenwicht tussen kabelexploitanten en programma-aanbieders beïnvloedt. 68. Ten tweede wijzen partijen er op dat alternatieve infrastructuren een sterke concurrentiedruk uitoefenen op kabelexploitanten. Wegens de hoge vaste kosten kunnen kabelexploitanten het zich niet permitteren om klanten te verliezen aan de alternatieve 50 Zie de beschikking in zaak COMP/ M Apollo/ JP Morgan/ Primacom, reeds aangehaald, punt Openbare versie

19 transmissie-aanbieders en kunnen zij het zich dus ook niet permitteren om kanalen niet aan te bieden die door die alternatieve transmissie-aanbieders wel worden geboden. 69. Ten derde verwijzen partijen naar de verplichtingen volgende uit de Mediawet. 51 Deze verplichtingen zorgen er volgens partijen voor dat de onderhandelingspositie van kabelexploitanten ten opzichte van programma-aanbieders uitermate beperkt is omdat zij niet reëel met toegangsweigering kunnen dreigen. Beoordeling 70. Onderhavige zaak betreft een voorgenomen concentratie tussen twee kabelexploitanten die niet in directe concurrentie met elkaar staan. De verzorgingsgebieden van Casema/ Multikabel en Kabelcom hebben geen geografische overlap. Casema/ Multikabel bedient in haar verzorgingsgebied circa 1,35 miljoen huishoudens, Kabelcom in haar verzorgingsgebied circa 1,74 miljoen; dit is gelijk aan 27% respectievelijk 28% van de Nederlandse huishoudens met een kabelabonnement Een verandering die als gevolg van de voorgenomen concentratie optreedt is dat de omvang van het verzorgingsgebied van de nieuwe entiteit groter wordt dan het verzorgingsgebied van de afzonderlijke partijen. Daardoor zullen partijen samen circa 55% van de Nederlandse huishoudens met een kabelabonnement gaan bedienen. Daarmee worden partijen de grootste aanbieder van kabeltelevisie in Nederland. 72. Als gevolg van de voorgenomen concentratie valt er op de Nederlandse retail markt voor de doorgifte van tv-signalen voor de consument geen keuzemogelijkheid weg; de consument behoudt de keuze uit één kabelexploitant. 73. Voor wat betreft de positie van partijen op de wholesale markt voor de doorgifte van tvsignalen dient te worden opgemerkt dat programma-aanbieders met een kabelexploitant worden geconfronteerd die een groter aantal kabelabonnees vertegenwoordigt. 74. Programma-aanbieders zijn voor de doorgifte van hun programma-aanbod in belangrijke mate aangewezen op de kabelexploitant in het betreffende verzorgingsgebied, omdat hun business model een landelijke dekking (of, zoals door marktpartijen zelf aangegeven, ten minste een dekking van 80% van het totale aantal televisie kijkers in Nederland) vereist. Het is dan ook aannemelijk dat kabelexploitanten die een groter bereik van kabelabonnees vertegenwoordigen, meer invloed hebben op hun onderhandelingspositie vis à vis programma-aanbieders. 51 Zie ook voetnoot Op basis van de cijfers zoals vermeld in punt Openbare versie

Zaak Nr COMP/M.4400 CINVEN / WARBURG PINCUS / ESSENT KABELCOM

Zaak Nr COMP/M.4400 CINVEN / WARBURG PINCUS / ESSENT KABELCOM NL Zaak Nr COMP/M.4400 CINVEN / WARBURG PINCUS / ESSENT KABELCOM Alleen de Nederlandse tekst is beschikbaar en authentiek. VERORDENING (EG) nr. 139/2004 CONCENTRATIEPROCEDURE Artikel 4 (4) datum : 19/10/2006

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4660/9 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 4666 / 4 Betreft zaak: 4666

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5684 / 4 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5649/ 7 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3903/21 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6347 / 11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4251 / 10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4143/14 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5691 / 11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0439-9805.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0439-9805.htm pagina 1 van 7 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 439 / UPC-NUON 1. Op 16 april 1998

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5518/ 16 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1541/11 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1682/ SBS-Strengholt/Publimusic I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3754 / 10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4072 / 11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 5617 / 11.BT265

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 5881 / 7 Betreft zaak: 5881/Arcelor

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5162/9 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 6255 / 20 Betreft zaak: 6255/De

Nadere informatie

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 3108/ 14 Betreft zaak: 3108/Gilde - RTD I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3683 / 13 Betreft zaak: Com-Wonen

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3885 / 20 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3747 / 18 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet. Nummer 3549 / 15 Betreft

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit Aan Directeur-generaal Telecommunicatie en Post, plv. T.a.v. dr. G.A.A.M. Broesterhuizen Postbus 20101 2500 EC DEN HAAG Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 24 mei

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5688 / 13 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 2984/7.B319 Betreft zaak:

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 6032 / 17 Betreft zaak: 6032/Stork

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5945/7 Betreft

Nadere informatie

Openbaar. Melding. de brief van T-Mobile van 6 februari van Betreft zaak: 7325/KPN - Lijbrandt - Glashart - Reggefiber Wholesale

Openbaar. Melding. de brief van T-Mobile van 6 februari van Betreft zaak: 7325/KPN - Lijbrandt - Glashart - Reggefiber Wholesale Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 7325/78 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3392/15 Betreft zaak: 3392/

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6240 / 10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1340 / Airtours - Marysol I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Zaaknummer 1790/ ENCI - Beamix Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. I. MELDING 1. Op 11 februari

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2351/CSS - Landis I. MELDING 1. Op 12 februari

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 1035/Pon Holdings - Century Auto Groep Nummer:

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 6027/12 Betreft zaak: 6027/Bage

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1257 / Airtours - Traveltrend I. MELDING 1.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5743/4 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1677/CRH-Monoliet I. MELDING 1. Op 3 december

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1160/ Pon - Achterveld-Cebeco-Agrivor

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5768/6 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2283/Mandemakers - Brugman I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1410/BAM - Vissers/HOKA/ITS I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1260/SEI Benelux - Malchus Beheer I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0890-9809.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0890-9809.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 890/ECN - KEMA I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3833 / 15 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1705/Strukton - Colijn I. MELDING 1. Op 24 december

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1711/Rijnmond-Levob I. MELDING 1. Op 3 januari

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3481/21 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1069/Low & Bonar-Waddington

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4012/ 8 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2239/ Nuon - Feenstra I. MELDING 1. Op 1 december

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Openbare versie Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 2967 / 11.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BARE VERSIE BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 955/Rofisco - Merkx - Roelofsen -

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1134/Heineken - Barneveldse

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0676-9800.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0676-9800.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 676 / Watco BV - VéVéWé 1. Op 29

Nadere informatie

Openbaar. Melding. Openbaar

Openbaar. Melding. Openbaar Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 7326/77 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1294/Koops - Cosmo I. MELDING 1. Op 8 april

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6551/17 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1872/Dura Vermeer - Proverko I. MELDING 1.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1415/ Watco - Cleanaway I. MELDING 1. Op 19

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: Zaak nr. 70/Neways-Detron-GPC Huizen Nummer:

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0891-9807.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0891-9807.htm pagina 1 van 6 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: Zaak nr. 891 / debitel-cellway

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. ZaakNummer 1678/BDO CampsObers-Walgemoed I. MELDING 1. Op 3 december

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0094-9804.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0094-9804.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 94/13.B91 Betreft: Zaaknummer 94/Econosto

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 2162 / 9 Betreft zaak: 2162/

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5767 / 7 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3799/ 9 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: 850 / Amstrong - DLW 1. Op 24

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Openbaar Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3804/11

Nadere informatie

ADVIES. I Inleiding. Achtergrond van het advies. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbare versie

ADVIES. I Inleiding. Achtergrond van het advies. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbare versie Nederlandse Mededingingsautoriteit ADVIES Advies van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit aan de directeur-generaal Telecommunicatie en Post van het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Zaaknummer 1716/Charles Andr-Gentenaar I. MELDING 1. Op 6 januari 2000

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft zaak: 2615/Ordina N.V. - Devote N.V. I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0797-9807.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0797-9807.htm pagina 1 van 6 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: Zaak nr. 794 / Libertel-Phones

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5727/7.BT928 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4667/7 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1909/AIR Holdings - Stern Beheer I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 3284/19 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5470/20 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1566/ 10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0425-9805.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0425-9805.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 425 / Internatio-Müller - Roderland

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3237/10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 1439/Duni De Ster Nummer: 1439/27 I. MELDING

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1848/ABN AMRO Bouwfonds - Proverko I. MELDING

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2012/ Phonehouse - Roadphone I. MELDING 1.

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1169-9812.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1169-9812.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1169: Deutsche Babcock - Steinmüller

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 1002/Fabricom-Schelde Nummer: NMa-1002/4 1. Op

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1807/ Computer Associates Int. - Sterling Software

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet. Nummer 4120/23 Betreft zaak:

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2697/Debitel - Talkline I. MELDING 1. Op 18

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3827/7 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5192 / 7 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1611/Koops BSO en VLF I. MELDING 1. Op 2 november 1999

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0748-9806.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0748-9806.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 748 / Edon - Westergo 1. Op 14

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1589/4 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Datum: 12 mei 1998 Nummer: 443/4.B95 Betreft:

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2280/Thomson - Harcourt General Inc. I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6334/17 Betreft

Nadere informatie