Het benodigde aanvullende budget bedraagt ƒ 12,9 miljoen.

Transcriptie

1 &RPPLVVLH 9HUNHHU HQ 9HUYRHU &RPPLVVLH $OJHPHHQ %HVWXXU *HGHSXWHHUGH EHODVW PHW EHKDQGHOLQJ 2QGHUZHUS QU J.I. Hennekeij Reconstructie Zeelandbrug; wijziging investeringsplan /516/21 dg YHUJDGHULQJ 36: 4 februari 2000 QU: I&V 172 DJHQGD QU: 0LGGHOEXUJ 21 december (/ $DQ GH 3URYLQFLDOH 6WDWHQ YDQ =HHODQG 6DPHQYDWWLQJ Voorstel tot opdrachtverlening voor reconstructie van de Zeelandbrug en aansluitende wegen en de daarbij behorende 4 e wijziging van het investeringsplan Inleiding Op 1 december jl. heeft de aanbesteding van de reconstructie van het wegdek van de Zeelandbrug en aansluitende wegen plaatsgevonden. De werkzaamheden aan de Zeelandbrug betreffen in hoofdlijnen de vervanging van het wegdek, het aanbrengen van betonnen voertuigkeringen en reconstructie van de voegovergangen. Het werk aan de aansluitende weggedeelten betreft renovatie van het wegdek en een aantal daarbij behorende werkzaamheden ter verbetering van de verkeersveiligheid. Dit werk aan de aansluitende wegen dat in de komende jaren had moeten worden uitgevoerd, is nu meegenomen om hinder voor het verkeer te beperken en door combinatie van werk kosten te beperken. Om te bepalen welk budget benodigd is, wordt uitgegaan van de laagste aanbieding op het bestek: ca. ƒ 27,6 miljoen (inclusief BTW). Het procesverbaal van de aanbesteding en de beoordeling van de inschrijvingen kunt u vertrouwelijk inzien bij directie I&V, k Omdat tijdens de uitvoering meestal sprake is van onvoorziene bijkomende werkzaamheden, wordt daarvoor 10% extra gereserveerd. Het benodigd budget is dan ƒ 30,3 miljoen. Hiervan heeft ƒ 27,4 miljoen betrekking op de brug en ƒ 2,9 miljoen betrekking op de aansluitende wegen. Het beschikbare budget bestaat uit twee delen: - reconstructie Zeelandbrug: ƒ 15,7 miljoen - renovatie aansluitende wegen ƒ 1,7 miljoen budget ƒ 17,4 miljoen. Het benodigde aanvullende budget bedraagt ƒ 12,9 miljoen. Toelichting In de vergadering van de Commissie Verkeer en Vervoer van 30 augustus jl. is betreffende de reconstructie van de Zeelandbrug onder meer inzicht gegeven in de kosten.

2 Aangegeven is dat het werk gezien de complexiteit van de reconstructie moeilijker te ramen is dan het reguliere werk, zodat er een onzekerheid bestaat van +/- 20 %. Voorts is aangegeven dat het langer openhouden van de brug voor autoverkeer tijdens de uitvoering, extra verkeersmaatregelen vergt. Gesteld is dat de kosten voor de tijdelijke verkeersmaatregelen, ƒ 2 miljoen, en eventueel hogere kosten voor de aannemer, niet in het projectbudget waren opgenomen. Ook niet gedekt zijn de kosten die het gevolg kunnen zijn van een kortere uitvoeringsduur in de stremmingsperiode (ƒ per dag). Verwacht kon worden dat de meerkosten op zouden kunnen lopen met: - verkeersmaatregelen ƒ meerkosten uitvoering werken in verkeer p.m. - eventueel kortere uitvoering ƒ mogelijke afwijking raming ƒ In totaal dus ƒ 6,5 miljoen + p.m. Gezien het relatief grote verschil tussen de verwachte kosten en de aangeboden prijzen, is een nadere analyse op zijn plaats. Vergeleken zijn de laagste gewone inschrijving en de raming. Daarbij geven twee onderdelen forse verschillen te zien: - de oostelijke barrier blijkt ongeveer ƒ 5,5 miljoen duurder te zijn; gezien de bijzondere constructie is voor de raming van deze barrier ondersteuning gevraagd van een ingenieursbureau; achteraf beschouwd is de raming duidelijk te laag; - in een inschrijving op een bestek worden aan het slot altijd uitvoeringskosten, algemene kosten, winst en risico apart vermeld. Deze bedragen zijn aanmerkelijk hoger dan een jaar geleden verwacht mocht worden. De verklaring hiervoor in algemene zin is de marktwerking (landelijk veel infrastructuurprojecten in uitvoering) en in het bijzonder voor dit project de uitvoeringswijze (gedeeltelijk in het verkeer, gedeeltelijk volcontinu in een strakke planning) en de risico s voor de aannemer. De extra kosten hierdoor bedragen ca. ƒ 2 à ƒ 4 miljoen. Geconcludeerd kan worden dat de aangeboden prijs gezien de huidige markt en de bijzondere aard van het werk niet irreëel is. Zijn er nog bezuinigingsmogelijkheden? Zoals het ontwerp nu is zijn er geen onderdelen uit te halen die niet worden uitgevoerd. De werkzaamheden aan de toeleidende wegen stonden al op de planning en zijn iets naar voren gehaald om de hinder door stremming in de komende jaren te beperken. Wat wel zou kunnen, is terugkomen op eerder uitgesproken uitgangspunten. Dit betekent in de tijd gezien vertraging van het project met een jaar, omdat de aannemers in de gelegenheid moeten worden gesteld om een nieuwe aanbieding te doen. Een mogelijkheid is toch een langere stremming accepteren van ongeveer vier à vijf maanden. De aannemers zullen dan minder verkeersmaatregelen moeten nemen en kunnen hun werk anders plannen. De mogelijke besparing is ongeveer ƒ 3 miljoen aan investeringskosten, maar daar staan wel maatschappelijke kosten voor de weggebruikers tegenover. Juist naar aanleiding van eerdere discussies en reacties uit de samenleving is er voor gekozen extra te investeren om de hinder zoveel mogelijk te beperken. Een andere mogelijkheid is het fietspad te laten vervallen. Hierdoor kan de dure oostelijke barrier worden vervangen door een standaard prefab-barrier. De mogelijke besparing is ongeveer ƒ 5 miljoen. Maar ook hier geldt dat al eerder de afweging is gemaakt om het fietspad te handhaven. 2

3 Stremmingsduur De verwachte creativiteit van de aannemers is inderdaad gebleken. Behalve dat er in technische zin acht alternatieven zijn ingediend, is ook door de aannemers gedetailleerd gekeken naar de stremmingsduur. De aanbiedingen van drie aannemers gaan uit van 42 dagen (zes weken). De twee andere aannemers presenteren meerdere mogelijkheden, waarbij de stremmingsduur uiteenloopt van 22 tot 37 dagen. De meest gunstige gewone aanbieding is gebaseerd op 22 dagen stremming. Zoals al eerder aan de Commissie Verkeer en Vervoer is meegedeeld betekent iedere dag overschrijding van de aangeboden stremmingsduur een boete van ƒ Fietsverkeer en openbaar vervoer In de Commissie Verkeer en Vervoer is gevraagd om een oplossing van de hinder voor het fietsverkeer. Een mogelijkheid is om tijdens de zes maanden durende stremming een taxibus in te zetten die alleen de fietsen over de brug brengt, terwijl de berijders in de lijnbus stappen (en daarvoor ook betalen). Als de taxibus s morgens en s middags 3 uur wordt ingezet (op zondag alleen s middags 4 uur) kost dit ƒ à ƒ Voorgesteld wordt hiermee te starten bij de aanvang van de werkzaamheden volgens een vaste dienstregeling. Na enige tijd hiermee ervaring te hebben opgedaan, kan overwogen worden de regeling aan te passen. Gezien het belang dat wij hechten aan een goed openbaar vervoer wordt nog nader overleg gevoerd met Connexxion om het voorzieningenniveau tijdens de stremmingsperiode op peil te houden. Verbredingsplan Hoewel formeel geen aanbieding, heeft Van Driel Mechatronica B.V. een schetsontwerp ingezonden voor een verbreding van de Zeelandbrug met 2x 2,00 m. Gesteld wordt dat de meerkosten ƒ 18 miljoen zijn, waarbij de oostelijke barrier in het besteksontwerp niet nodig is. Het idee van Van Driel is bijzonder creatief. Het idee afwijzen op uitsluitend formele gronden doet geen recht aan de originele vondst. Echter met Van Driel in zee gaan, betekent dat de huidige aanbestedingsprocedure moet worden afgebroken. Het ontwerp verder uitwerken kost minstens een jaar. Als blijkt dat het haalbaar is (maar ook als het niet haalbaar is) volgt een nieuwe Europese aanbestedingsprocedure. De uitvoering is dan ook niet eerder te verwachten dan in Op de brug zal tot die tijd nog regelmatig de verharding moeten worden opgelapt. Ook blijft de huidige onveilige geleiderailconstructie nog langer in gebruik. Over de technische uitvoerbaarheid is zonder diepgaand rekenwerk niets te zeggen. Financieel is Van Driel bijzonder optimistisch. In 1997 hebben wij een eenzijdige verbreding van de Zeelandbrug met 1,50 m begroot op ƒ 21 miljoen. Dat was in tegenstelling tot het plan van Van Driel exclusief de beweegbare brug. Wij verwachten daarom dat het idee van Van Driel aanzienlijk meer zal kosten dan de door hem begrote meerkosten van ƒ 18 miljoen. Tegenover deze kosten staan natuurlijk ook baten. Een bredere brug betekent bij onderhoudswerkzaamheden meer mogelijkheden om in het verkeer te werken. Of alle te verwachten verbredingswerken en het nu geplande onderhoud zonder stremming kunnen worden uitgevoerd, valt te betwijfelen. We hebben nu op basis van ons bestek een concrete aanbieding met nog maar 22 dagen stremming. Voor het wegverkeer levert een verbrede brug meer veiligheid: naast de hoofdrijbaan komen twee vluchtstroken. Deze vluchtstroken geven een reductie van het aantal letselongevallen. Een optimistische schatting komt op 1 tot 3 letselongevallen minder in 5 jaar tijd. 3

4 Vanuit het oogpunt van kosteneffectiviteit is deze investering in verkeersveiligheid niet rendabel. Voor de capaciteit van de wegverbinding is verbreding niet nodig (ca mvt/etm). In de toekomst kan dit natuurlijk veranderen. Daarbij speelt een rol wat de toekomstige hoofdstructuur in noord/zuidrichting wordt. Gewezen wordt in dit verband op het belang dat wij hechten aan de realisatie van de A4 ten noorden van Bergen op Zoom. Als de hoofdstructuur in de toekomst gebruik maakt van de Zeelandbrug en als de intensiteit van het verkeer op de brug toeneemt, heeft verbreding zin: er kan dan een derde rijstrook op de brug worden aangelegd als vrije busbaan of als wisselstrook. Echter dit speelt op lange termijn. Nu het geplande onderhoud uitvoeren, betekent dat over ongeveer 15 jaar de verharding weer aan onderhoud toe is. Als we de komende jaren het idee van Van Driel uitwerken, kunnen we altijd nog de verbreding uitvoeren, bijvoorbeeld over 15 jaar. Dan is alleen de oostelijke barrier overbodig, maar die heeft dan toch geruime tijd gefunctioneerd. Ons advies is: interessant idee dat de komende jaren aandacht verdient, maar pas uitvoeren als de functie van de weg en de verkeersintensiteit daarom vraagt. Financieel Zoals aangegeven is er een tekort van ƒ 12,9 miljoen. In de onderstaande tabel wordt een overzicht van de kosten en het beschikbare budget gegeven. reconstructie Zeelandbrug aansluitende wegen totaal Kosten bestek + onvoorzien ƒ 27,4 mln ƒ 2,9 mln ƒ 30,3 mln Budget rijbaanreconstructie randen en spankassen ƒ 13,3 mln ƒ 2,4 mln ƒ 15,7 mln ) renovatiebudget 2000 ƒ 1,7 mln ) ƒ 17,4 mln verschil ƒ 11,7 mln ƒ 1,2 mln ƒ 12,9 mln Wat de ƒ 1,2 miljoen betreft zijn dit verbeteringen voor de verkeersveiligheid die samen met de renovatie worden uitgevoerd. Dit omvat onder meer het vervangen van de vangrails op de aansluitende wegen en het aanpassen van de aansluiting bij de Val. Deze kosten kunnen worden gedekt uit de post duurzaam veilig inrichten provinciale wegen (investeringsplan wegen nr. W 3.01). Voor dit soort werkzaamheden is deze post ook bedoeld. Een deel van het daarvoor in 2001 beschikbare bedrag van ƒ 2,5 miljoen kan daarvoor naar 2000 worden verschoven. Voor de brug is er een tekort van ƒ 11,7 miljoen. Binnen het hoofdstuk verkeer en vervoer zijn er vier hoofdgroepen van materiële uitgaven te onderscheiden waaruit geput zou kunnen worden. 1. Directe onderhoudskosten voor wegen, fietspaden, Kanaal door Walcheren en Zeelandbrug. Dit vergt een bedrag van ca. ƒ 21 miljoen per jaar. Over de besteding van dit geld bestaan geen bestuurlijke afspraken met andere overheden. Wel zijn deze bedragen nodig om de verschillende objecten op een verantwoorde manier in stand te houden, rekening houdend met beleid op het gebied van milieu, natuur en landschap, verkeersveiligheid en arbeidsomstandigheden. 4

5 2. Groot onderhoud Kanaal door Walcheren. Voor de jaren 2000 t/m 2004 is hiervoor in totaal ƒ 16 miljoen beschikbaar. Daarvoor is ƒ 8 miljoen vastgelegd voor de buitenkeersluis in Vlissingen en de sluizen in Veere. Er is dus nog ƒ 8 miljoen niet verplicht. In het meerjarenplan voor het kanaal is aangegeven voor welke zaken dat geld bestemd is. 3. Groot onderhoud Zeelandbrug. Voor de jaren 2000 t/m 2004 is hiervoor in totaal ƒ 21 miljoen beschikbaar. Daarvan is ƒ 15,7 miljoen bestemd voor de reconstructie. Er resteert dus iets meer dan ƒ 5 miljoen voor het treffen van Arbovoorzieningen en conserveren van de liggers. 4. Investeringen wegeninfrastructuur. Hiervoor is in de periode 2000 t/m 2004 ongeveer ƒ 81 miljoen beschikbaar. Een groot deel van deze middelen zijn vastgelegd in meer of minder hard geformuleerde bestuurlijke afspraken: Project kosten in Afspraken ƒ mln Zandkreekbrug 15 Inzet de Boer-gelden, samenwerking met RWS, mogelijke inzet GDU samen met gemeenten in Oosterscheldebekken H.H. Dowweg 2,2 Overeenkomst met gemeente Terneuzen, RWS, Seaports en n.v. WST Recreatieverdeelweg Schouwen 8 Convenant met de gemeente Schouwen- Duiveland en diverse andere partijen Vlissingen-Koudekerke Rondweg Koudekerke 19 Inzet GDU afspraak met gemeente Vlissingen en ruilverkaveling, Walcheren Duurzaam Veilig West Zeeuws-Vlaanderen 13,7 Convenant met gemeenten, waterschap en RWS De Ruit 4 Convenant met gemeenten, waterschap en RWS Tholen 2,7 Convenant met gemeenten en waterschap Hiermee is al bijna ƒ 65 miljoen in afspraken vastgelegd, waarbij niet elke afspraak even hard is. Dit betekent dat nog voor ca. ƒ 16 miljoen aan projecten voorkomen waarover nog geen afspraken met derden zijn gemaakt. Dit betreft voornamelijk het duurzaam veilig inrichten van provinciale wegen (ongeveer ƒ 9 miljoen) en het aanbrengen van fietsvoorzieningen langs provinciale wegen (ongeveer ƒ 4 miljoen). Beide zijn dit projecten waaraan bij de intensivering van het beleid in het collegeprogramma, wat door uw Staten is onderschreven, prioriteit is gegeven. Voor de uiteindelijke keuze wordt het volgende opgemerkt. Het onderhoudsbudget aanspreken voor het dekken van het tekort, betekent dat een wissel wordt getrokken op de toekomst. Vermindering van het onderhoudsniveau leidt tot achterstallig onderhoud, waarbij in een later stadium aanzienlijk meer geld nodig kan zijn om dit te herstellen, dan de besparing op onderhoud die dit veroorzaakte. De kans is niet denkbeeldig dat het op deze wijze dekken van het tekort na enkele jaren een nog groter tekort genereert. Uit dien hoofde verdient het geen aanbeveling om het tekort te dekken uit de onderhoudsbudgetten. Het tekort dekken uit de middelen ten behoeve van de investeringen kent dit gevaar niet. Wel zal het verminderen van het investeringsniveau betekenen dat plannen om de doorstroming te verbeteren of de verkeersveiligheid te verhogen of het fietsen te bevorderen later of misschien helemaal niet kunnen worden gerealiseerd. Gelet op de bestuurlijke afspraken zal daarbij een keuze moeten worden gemaakt. Waar convenanten of overeenkomsten zijn afgesloten valt 5

6 moeilijk aan de verplichting te ontkomen. In het investeringsplan resteren dan nog slechts een beperkt aantal investeringen waarvoor dat niet geldt. Belangrijk is hoe de extra investering van ƒ 11,7 miljoen boekhoudkundig wordt verwerkt. Afschrijving ineens leidt onmiddellijk tot een negatief saldo van ca. ƒ 12 miljoen op de egalisatiereserve infrastructuur. Dat negatieve saldo langere tijd laten bestaan is ongewenst omdat dat een forse wissel op de toekomst is. Zo n tekort moet daarom op korte termijn worden opgeheven door het schrappen van voorgenomen investeringen. De mogelijkheden daartoe zijn zeer beperkt. Gedacht kan worden aan de investering voor de Zandkreekbrug die in 2001 is gepland en mogelijkerwijs een deel van de investering voor Vlissingen-Koudekerke en rondweg Koudekerke die in de periode 2001 t/m 2003 is gepland. Dat doen betekent evenwel dat inzet van de Boer-gelden en GDU niet meer mogelijk is en de realisering van deze projecten aanzienlijk zal worden vertraagd. Ook is het mogelijk de extra investering in 20 jaar af te schrijven zoals in de notitie afschrijvingen door ons college is vastgesteld. Er is dan wat meer tijd om de dekking te realiseren. De dekking kan dan wat beter over de periode 2000 t/m 2004 worden gespreid. Dit biedt ook mogelijkheden om bij de voorjaarsconferenties eventuele extra middelen geheel of gedeeltelijk te benutten om dit tekort geheel of gedeeltelijk te dekken. In 20 jaar afschrijven betekent dat er wat meer tijd is om mogelijkheden te benutten om het tekort te dekken. Het investeringsplan wegen 2000 zoals dat door uw Staten bij de begroting is vastgesteld, is qua tijdstip van investeringen gebaseerd op verwachtingen uit begin Gelet op de ontwikkelingen in de tweede helft van 1999 zijn die tijdstippen voor sommige projecten bijgesteld. Zo is er rekening mee gehouden dat het Convenant duurzaam veilig West Zeeuwsch-Vlaanderen zal worden verlengd tot 2004, dat de recreatieverdeelweg Schouwen-Duiveland pas op zijn vroegst in 2001 kan beginnen en dat de aanleg van de verbinding Vlissingen- Koudekerke en de rondweg Koudekerke minstens drie jaar zal vergen, te beginnen in Zodra deze wijzigingen concreet worden, zal het investeringsplan hierop aangepast worden. Gelet op deze overwegingen wordt voorgesteld de extra investering van ƒ 11,7 miljoen af te schrijven in 20 jaar, omdat er momenteel geen middelen beschikbaar zijn om het bedrag ineens af te schrijven. Om het bedrag aan investeringen in de periode 2000 t/m 2004 op hetzelfde niveau te houden als in het investeringsplan 2000 wordt vooralsnog voorgesteld om 11,7 miljoen te korten op de projecten W 3.01 duurzaam veilig inrichten provinciale wegen en W 5.01 fietsvoorzieningen. In de komende jaren zal bij de voorbereiding van de respectievelijke begrotingen worden bezien of er mogelijkheden zijn om voor deze projecten toch weer extra middelen vrij te maken. Het effect op de stand van de egalisatiereserve blijft daardoor beperkt. Tot 2007 schommelt de stand van deze reserve dan rond het nulpunt. Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerpbesluit. GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND, DRS. W.T. VAN GELDER, voorzitter, MR. J.A. LANDER, griffier, 6

7 Ontwerp-besluit De staten der provincie Zeeland, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 21 december 1999, nr /516/21 dg; b e s l u i t e n : Over te gaan tot opdrachtverlening voor reconstructie van de Zeelandbrug en aansluitende wegen. Vooralsnog tijdens de stremming van het fietsverkeer een taxibus in te zetten voor het overbrengen van fietsen. Overleg te voeren met Connexxion om het voorzieningenniveau voor het openbaar vervoer tijdens de stremmingsperiode op peil te houden. Het extra benodigde bedrag van ƒ 11,7 miljoen in 20 jaar af te schrijven. Vooralsnog de projecten W 3.01 duurzaam veilig inrichten provinciale wegen en W 5.01 fietsvoorzieningen tot een bedrag van ƒ 11,7 miljoen te korten in de periode 2001 t/m De 4 e wijziging van het investeringsplan 2000 wegen en Zeelandbrug vast te stellen. 7