STIMULERINGSREGELING REEUWIJKSE PLASSENGEBIED, VERSIE Doel van de Stimuleringsregeling Reeuwijkse Plassengebied

Transcriptie

1 STIMULERINGSREGELING REEUWIJKSE PLASSENGEBIED, VERSIE Doel van de Stimuleringsregeling Reeuwijkse Plassengebied De Stichting Verenigde Eigenaren En Natuurontwikkeling (VEEN) heeft ten doel de natuur- en landschapswaarden van de Reeuwijkse Plassen te beschermen en waar nodig te herstellen. Stichting VEEN tracht haar doel te verwezenlijken onder meer door het uitgeven van vaarontheffingen en de netto opbrengst van de uitgifte van deze ontheffingen door middel van de Stimuleringsregeling Reeuwijkse Plassengebied, hierna te noemen de Stimuleringsregeling, in te zetten voor het behoud, herstel en onderhoud van natuur- en landschapswaarden en cultuurhistorische elementen, alsmede natuurontwikkeling binnen het Reeuwijkse Plassengebied. waarbij de volgende uitgangspunten worden gehanteerd: De huidige staat van het Reeuwijkse Plassengebied is op tal van plaatsen zorgwekkend. Dit vraagt om ondersteuning van zowel klein- als grootschalige projecten die op structurele wijze de achteruitgang van het gebied een halt toeroepen. Hiermede wordt gedoeld op: a. 1. Projecten waarvan de aanleg leidt tot ecologisch systeemherstel dan wel tot duurzaam behoud en versterking van bestaande natuur- en/of landschapswaarden al dan niet in combinatie met behoud van cultuurhistorische elementen. 2. Projecten waarvan de aanleg leidt tot ecologisch systeemherstel in combinatie met de aanleg van nieuwe duurzame natuurontwikkeling al dan niet gecombineerd met versterking van natuur- en/of landschapswaarden en/of cultuurhistorische elementen. 3. Projecten met betrekking tot het opheffen van achterstallig onderhoud gericht op natuurontwikkeling. De componenten van regulier onderhoud worden hierbij nadrukkelijk uitgesloten. Onderhoud als gevolg van een onderhoudsverplichting voortvloeiend uit een onderhoudsplan zoals genoemd in artikel 5b van deze regeling is in principe eveneens uitgesloten.!! onder regulier onderhoud te verstaan onderhoud dat jaarlijks of in korte jaarcycli terug komt. Zoals het jaarlijks maaien van stroken riet of ruigte begroeiing, het periodiek knotten van wilgen etc. 4. Gecombineerde projecten ad. a1, a2 en a3. b. Projecten, of onderdelen van een project, die niet leiden tot een ontwikkeling als onder a van dit artikel gesteld, zoals bijvoorbeeld het aanbrengen of vernieuwen van een harde beschoeiing uitsluitend bedoeld als bescherming van het achterliggende niet als natuurwaarde of landschapswaarde aan te merken perceel, een steiger of uitkijkpost, komen niet in aanmerking voor een bijdrage. 2. De beschikbare middelen a. Na afloop van het kalenderjaar wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 28 februari van het daarop volgende jaar, geraamd hoeveel geld Stichting VEEN ter beschikking heeft om het komende bijdragejaar in te zetten in het Reeuwijkse Plassengebied. b. Een bijdragejaar is gelijk aan een kalenderjaar.

2 c. De bijdrage aan een project vanuit de Stimuleringsregeling bedraagt maximaal 35% van de voor dit project ingediende begroting met een maximum van 25%, van het bedrag dat Stichting VEEN voor dat bijdragejaar beschikbaar heeft. Voor projecten uitsluitend gericht op het wegwerken van achterstallig onderhoud bedraagt de bijdrage maximaal 25% van de voor dit project ingediende begroting met een maximum van 15% van het bedrag dat Stichting VEEN voor dat bijdrage jaar beschikbaar heeft. Voorbeeld: Er wordt in een bepaald jaar een project ingediend met een begroting van ,-. Het project voldoet aan alle criteria en het verzoek om een bijdrage wordt toegewezen. In principe bestaat de bijdrage uit 35% van de begroting, dus ,-. Heeft Stichting VEEN voor dit jaar echter slechts ,- beschikbaar, dan kan per project niet meer dan ,- (25% van ,-) worden toegekend. De aanvrager ontvangt in dat geval maximaal ,- in plaats van ,- d. Voor (grote) projecten kan een gefaseerde aanvraag worden ingediend in maximaal twee (opeenvolgende) bijdragejaren. Indien de aanvrager een gefaseerde aanvraag wil indienen, moet dit op het aanvraagformulier worden aangegeven. e. Bij projecten kan, indien de eigenaar het project met eigen arbeid uitvoert en afziet van een vergoeding voor de eigen werkzaamheden, een bijdrage worden ontvangen van 100% van de door hem verwerkte materialen. De eigenaar dient dit op het aanvraagformulier aan te geven. Indien de eigenaar aan hetzelfde project andere werkzaamheden door een derde laat uitvoeren dient dit herkenbaar in de subsidieaanvraag en in de bijbehorende begroting te worden aangegeven. De door derden uitgevoerde werkzaamheden kunnen worden gesubsidieerd overeenkomstig het gestelde in artikel 2c f. Indien in een bijdragejaar de hoeveelheid aanvragen van dien aard is dat de hoeveelheid geld die de Stichting ter beschikking heeft ontoereikend is om, onder hanteren van de in 2c gestelde maxima van 25% respectievelijk 15%, alle aanvragen te honoreren kan het bestuur van Stichting VEEN besluiten: - voor dat bijdragejaar de maximale bijdrage per project van 25% respectievelijk 15% van het haar ter beschikking staande bedrag, zoals genoemd in punt 2c, te verlagen; - aan een deel van deze aanvragen eerst het jaar volgend op het lopende bijdragejaar een definitieve bijdrage toe te kennen. g. Wanneer in enig bijdragejaar geen of onvoldoende projecten in aanvraag zijn als bedoeld onder 1a dan wel aanvragen niet aan de gestelde criteria voldoen, kan het bestuur van Stichting VEEN besluiten: - af te wijken van de onder 2c genoemde percentages. - de resterende beschikbare middelen te laten toevallen aan een volgend bijdragejaar 3. De aanvrager a. Iedere natuurlijke persoon en rechtspersoon, niet zijnde de overheid of aan de overheid gelieerd, met eigendom dat binnen het werkgebied is gelegen, kan een verzoek om een bijdrage aan een project ten behoeve van dit eigendom indienen. b. Een kopie van de kadastrale kaart en een uittreksel uit het kadastraal register betreffende het eigendom waarvoor een bijdrage wordt gevraagd, dienen bij de aanvraag te worden gevoegd. c. Indien meerdere eigenaren één gezamenlijke aanvraag indienen voor hun eigendom, worden op het aanvraagformulier de gegevens vermeld van de eigenaar die namens de andere(n) het verzoek om een bijdrage indient en bij toekenning van een bijdrage de toegezegde gelden ontvangt.

3 Naast het onder artikel 3.b vermelde, dient bovendien de Verklaring gezamenlijke aanvraag volledig ingevuld te worden overlegd. d. Indien het eigendom waarvoor een aanvraag wordt gedaan bij meerdere eigenaren berust (gezamenlijk eigendom), worden op het aanvraagformulier de gegevens vermeld van de eigenaar die namens de andere(n) het verzoek om een bijdrage indient en bij toekenning van een bijdrage de toegezegde gelden ontvangt. Naast het onder artikel 3.b vermelde, dient bovendien de Verklaring gezamenlijke aanvraag volledig ingevuld te worden overgelegd. e. Plankosten worden vergoed tot een bedrag van ten hoogste 10% van de voor een bijdrage in aanmerking komende kosten van het project. 4. Werkgebied Het werkgebied omvat het binnen de rode lijn vallende gebied, zoals op de bijbehorende kaart aangegeven. Het gekleurde deel heeft ten opzichte van het niet gekleurde deel een tweede prioriteit. Projecten die binnen het werkgebied zijn gelegen komen voor een bijdrage via de Stimuleringsregeling in aanmerking. 5. De indiening van een verzoek om een bijdrage uit de Stimuleringsregeling a. Het verzoek om een bijdrage via de Stimuleringsregeling wordt schriftelijk, in viervoud, ingediend bij het secretariaat van VEEN. b. Het secretariaat controleert of de aanvraag volledig is, dat wil zeggen: - het aanvraagformulier is ingevuld; - de benodigde situatie- en werktekening(en) zijn bijgevoegd; - een begroting is overgelegd; - in een planning van uitvoering is voorzien; - een plan voor het onderhoud en de instandhouding na oplevering is bijgevoegd; - kadastrale kaart waarop het eigendom is aangegeven; - een uittreksel uit het kadastraal register; - indien van toepassing, zie artikel 3 punt d en e, een Verklaring gezamenlijk eigendom. c. Wanneer ook een beroep is, respectievelijk wordt gedaan, op een landelijke, provinciale of regionale subsidie, moet dit worden vermeld op het aanvraagformulier. d. Indien de aanvraag volledig is, zendt het secretariaat de aanvraag ter beoordeling naar de voorzitter van de daarvoor ingestelde adviescommissie. e. Indien de aanvraag niet volledig is, zendt het secretariaat deze terug naar de aanvrager. Het geeft aan welke gegevens ontbreken en verzoekt de aanvrager deze alsnog te leveren c.q. in te vullen. f. Materiaalomschrijvingen (waaronder begrepen de eventueel te gebruiken bagger en de winplaats daarvan) en werktekeningen moeten een helder inzicht geven in de voorgenomen plannen en van een gedegen maatvoering zijn voorzien. Indien bij de beoordeling van de aanvraag dit naar het oordeel van de adviescommissie niet het geval is, wordt de aanvraag als niet volledig beschouwd. 6. Aanvraagperiode a. Aanvragen die voor 1 februari dan wel voor 1 oktober van enig bijdragejaar bij het secretariaat van Stichting VEEN op de juiste wijze, zie artikel 5, zijn ingediend, komen voor dat jaar in aanmerking voor beoordeling.

4 b. De aanvrager ontvangt binnen drie maanden na 1 februari respectievelijk 1 oktober bericht of de aanvraag wel of niet in aanmerking komt voor een bijdrage en zo ja, welk percentage is gehanteerd (zie artikel 2c en 2f), welk (afgerond) bedrag wordt toegekend en wat de geldigheidsduur van de toekenning is. c. Er wordt geen bijdrage toegekend indien zonder schriftelijke toestemming van het bestuur van Stichting VEEN met de uitvoering van een project is begonnen. 7. Beoordeling van de aanvraag a. Een adviescommissie beoordeelt de aanvraag en brengt schriftelijk advies uit aan het bestuur van Stichting VEEN. b. De adviescommissie bestaat uit 3 personen, de voorzitter en 2 leden. De voorzitter en leden van de adviescommissie zijn onafhankelijk: zij hebben geen eigendom en zijn geen rechthebbende gebruiker in het Reeuwijkse Plassengebied. Zij zijn op grond van hun deskundigheid door het bestuur van Stichting VEEN benoemd. c. Nadat het bestuur van Stichting VEEN het advies van de adviescommissie heeft ontvangen, beslist zij over de aanvraag. Bij een positieve beoordeling stelt het bestuur tevens de geldigheidsduur van de toekenning vast. d. Zowel de adviescommissie als het bestuur van de Stichting VEEN kunnen, ter vergelijking, een tegen begroting voor het ingediende project doen opstellen bij een derde. Dit zal eerst plaats vinden nadat met de aanvrager in overleg is getreden. In beginsel komen de kosten gemaakt om de tegen begroting te doen opstellen voor rekening van de Stichting.. Indien uit de vergelijking blijkt dat de bij de aanvraag ingediende begroting aanzienlijk (15% of meer) hoger is dan die van de tegen begroting: - wordt de vast te stellen bijdrage uit de Stimuleringsregeling gebaseerd op de tegen begroting; - worden de kosten die zijn gemaakt voor het opstellen van de tegen begroting in mindering gebracht op de bijdrage uit de Stimuleringsregeling. e. De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van het besluit van de adviescommissie of het bestuur van de Stichting VEEN een tegen begroting te doen opstellen ter vergelijking van de door hem ingediende begroting, alsmede van het resultaat van deze vergelijking. 8. Criteria a. De aanvraag voor een bijdrage uit de Stimuleringsregeling wordt door de adviescommissie op de volgende criteria beoordeeld: - het doel van het project; - de technische uitvoering; - de te verwachten duurzaamheid; - de begroting; - de financiering; - de planning van de uitvoering; - de wijze waarop het werk na realisering gedurende minimaal tien jaar duurzaam wordt onderhouden en in stand gehouden. b. Als de aanvraag voor een project op de onder 8a. beschreven criteria is beoordeeld, wordt de prioriteit gewogen. Hierbij wordt gekeken naar: I de noodzaak tot uitvoering van het project op korte termijn; II de mate waarin het project bijdraagt aan ecologisch systeemherstel, behoud van cultuurhistorische of landschappelijke elementen;

5 III de mate waarin het project bijdraagt aan behoud en versterking van bestaande natuur- en landschapswaarden of cultuurhistorische elementen die op het punt staan te verdwijnen. 9. Afwijzing van de aanvraag a. Een afgewezen aanvraag wordt, met opgaaf van de reden(en) voor de afwijzing, terug gestuurd naar de aanvrager. b. De aanvrager kan voor het volgende bijdragejaar voor dit project opnieuw een aangepaste aanvraag indienen. 10. Betaling van de toegekende bijdrage a. Stichting VEEN gaat tot uitbetaling over van de toegekende bijdrage via de Stimuleringsregeling wanneer: - de eventueel benodigde vergunningen c.q. ontheffingen (gemeente, provincie, waterschap, hoogheemraadschap) aanwezig zijn en de aanvrager een kopie daarvan heeft overgelegd aan Stichting VEEN; - de uitvoering van het project daadwerkelijk is gestart en de aanvrager Stichting VEEN daarvan schriftelijk in kennis heeft gesteld. b. Uitbetaling van de toegekende bijdrage vindt plaats in twee termijnen: - 50% van de toegekende bijdrage twee weken na de start van het project; - 50% van de toegekende bijdrage na oplevering van het project, met inachtneming van het bij artikel 10.d en artikel 11. gestelde. c. De eigenaar c.q. diens rechtsopvolger(s) die de bijdrage ontvangt, heeft een onderhoud- en instandhoudingverplichting van 10 jaar voor het project, te rekenen vanaf het tijdstip van oplevering. Stichting VEEN zal samen met de adviescommissie het betreffende project jaarlijks controleren tot en met het einde van de periode. Periodiek zal aan de eigenaar of diens rechtsopvolger(s) een inspectieformulier worden overgelegd, zo nodig voorzien van een onderhoudsadvies/adviezen d. Bij het niet nakomen van de eisen waarop het project is beoordeeld en de bijdrage vanuit de Stimuleringsregeling is toegekend, wordt het eventueel reeds betaalde bedrag teruggevorderd en vervalt de verplichting tot betaling van het toegekende bedrag. Onder het niet nakomen van de eisen wordt ook verstaan wijzigingen in de uitvoering die, naar het oordeel van de adviescommissie en/of het bestuur van Stichting VEEN, substantieel afwijken van de in artikel 8 bedoelde criteria en/of prioriteit die aan de toekenning van de bijdrage ten grondslag hebben gelegen. e. Onverlet vorenstaande zullen wijzigingen in de uitvoering die leiden tot: I een meerprijs niet in aanmerking komen voor een hogere toekenning; II een minderprijs in mindering worden gebracht op de toegekende bijdrage door toepassing van het bij de toekenning gehanteerde percentage als bedoeld in artikel Oplevering en verantwoording a. Wanneer het project door de uitvoerende partij is opgeleverd, meldt de ontvanger van de bijdrage dit binnen zes weken na oplevering bij het bestuur van Stichting VEEN op een daarvoor bestemd formulier. b. Vertragingen die leiden tot het niet tijdig gereedkomen van het project, worden gemeld aan het bestuur van Stichting VEEN, waarna dat kan overgaan tot het verlenen van uitstel van oplevering.

6 c. Op een daarvoor bestemd formulier legt de ontvanger van de bijdrage rekening en verantwoording af van de besteding van de toegekende bijdrage en de uitvoering van het project, overeenkomstig de bij de aanvraag ingediende begroting en technische beschrijving. d. Indien bij de oplevering blijkt, dat bij de uitvoering wijzigingen zijn aangebracht in het ontwerp of het beplantingsplan zonder deze vooraf schriftelijk te hebben overlegd met en goedkeuring te hebben verkregen van Stichting VEEN, kan dit leiden tot het vervallen van het recht op de toegekende bijdrage of tot een gedeeltelijke korting op de bijdrage. e. Het bestuur en de adviescommissie kunnen besluiten een bezoek te brengen aan het project om dit op zijn uitvoering te controleren. f. De ontvanger van de toegekende bijdrage ontvangt bericht van het bestuur van Stichting VEEN wanneer de uitvoering van het project en de financiële verantwoording daarvan zijn geaccepteerd. 12. Werking van de Stimuleringsregeling a. De Stimuleringsregeling is herzien en vastgesteld in de bestuursvergadering d.d 17 januari 2008 van Stichting VEEN en treedt in werking per 1 januari b. Het bestuur van Stichting VEEN behoudt zich te allen tijde het recht voor bepalingen toe te voegen dan wel enige bepaling te wijzigen of te laten vervallen. Daar waar de Stimuleringsregeling niet in voorziet, beslist het bestuur van Stichting VEEN. c. Een via de Stimuleringsregeling toegekende bijdrage voor een bepaald project en/of bijdragejaar geeft geen garantie omtrent een bijdrage in de toekomst. Een aanvraag zal bij indiening beoordeeld worden op grond van de dan geldende bepalingen van deze regeling. d. Indien meerdere subsidieverleners aan een project subsidie verlenen dient de aanvrager de hoogte van deze subsidies aan de Stichting VEEN op te geven. Indien blijkt dat de totaal verstrekte subsidies de kostprijs overstijgen zal de Stichting VEEN haar bijdrage verminderen