De Sliedrechtse jeugd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Sliedrechtse jeugd"

Transcriptie

1 De Sliedrechtse jeugd En hun vrijetijdsbesteding, gevoel van veiligheid en sociale contacten De gemeente Sliedrecht werkt aan een nieuwe beleidsnota Jeugd. Ontwikkelingen zoals de decentralisatie jeugdzorg, het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en de wijzigingen in de Integrale Jeugdgezondheidszorg vragen om een herijking van het Sliedrechtse jeugdbeleid. Wat zal het effect zijn van het nieuwe beleid? Inhoud: 1. Conclusies 2. Vrije tijd 3. Veiligheid 4. Sociale contacten en hulp In de eerder dit jaar verschenen factsheet Jeugd in Sliedrecht 1 hebben we, het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD), een voorzet gedaan voor nieuwe beleidsdoelen met bijbehorende prestatie-indicatoren voor het Sliedrechtse jeugdbeleid. De gemeente Sliedrecht wil graag de resultaten van haar nieuwe jeugdbeleid monitoren. Prestatie-indicatoren die direct gekoppeld zijn aan het nieuwe beleid maken dit mogelijk. Het jeugdbeleid in Sliedrecht In de nota jeugdbeleid uit 2006 Jeugd (in)begrepen richtte Sliedrecht zich op vijf thema s: jeugd speelt, jeugd leert, jeugd is gezond, jeugd is veilig en jeugd is betrokken. In de in 2012 opgestelde Startnotitie Herijking Jeugdbeleid borduurt de gemeente hier op voort, maar legt de nadruk op vijf aandachtsgebieden: decentralisatie jeugdzorg; doorontwikkeling Centrum Jeugd en Gezin; overlast van jongeren; alcohol/drugsgebruik; jongerenwerk in Sliedrecht. De algemene doelstelling is dat jeugdigen gezond en veilig kunnen opgroeien, en meedoen door een voorzieningenaanbod dat aansluit bij de behoeften. 1 In deze factsheet staat deze doelstelling centraal. Hoe ziet de leefwereld van de Sliedrechtse jeugd eruit? Wat doen zij in hun vrije tijd? Hoe tevreden zijn ze over voorzieningen in de gemeente? En hoe staat het met hun sociale contacten? In deze factsheet presenteren we de huidige situatie anno 2013 (de nulmeting). Door het onderzoek over een aantal jaren te herhalen kan de gemeente zien of zij met haar beleid op de goede weg is en/of dat bijsturing nodig is. 1 Conclusies Aan het onderzoek hebben in totaal 489 jongeren van 12 t/m 22 jaar mee gedaan. Een goede respons van 41%. Een uitgebreide beschrijving van de onderzoeksopzet vindt u op de laatste pagina. De algemene doelstelling jeugdigen kunnen gezond en veilig opgroeien, en meedoen door een voorzieningenaanbod dat aansluit bij de behoeften wordt voor een groot deel behaald. De meeste jongeren zijn tevreden over het wonen in Sliedrecht, ondanks dat zij voorzieningen missen. Dit laatste is ook niet te voorkomen. Wel voelt 12% van de jongeren zich overdag en 43% zich s avonds wel eens onveilig. Vooral op straat en in parken. Het aandeel jongeren dat zich s avonds onveilig voelt is dus vrij hoog. De meeste Sliedrechtse jongeren zijn redelijk tot goed actief in hun vrije tijd. Winkelen, thuis chillen met vrienden, sporten en naar de film gaan zijn activiteiten die vrijwel iedereen wel eens doet. Twee derde van de jongeren is ook lid van één of meerdere verenigingen. Het aantal vrijetijdvoorzieningen in Sliedrecht wordt wisselend beoordeeld. Ruim een derde (37%) van de jongeren vindt dat er voor hun leeftijd te weinig te doen is en twee derde zegt ook echt voorzieningen te missen. Verreweg het meest gemist wordt een bioscoop. Twee op de tien jongeren vinden wel dat er genoeg te doen is. Over het vrijetijdaanbod in de regio zijn de jongeren positiever. 1 Bakx, drs. M.C.A, drs. J.H. van Laarhoven en drs. D.M. Verkade (2013). Jeugd in Sliedrecht. OCD stelt nieuwe meetbare beleidsdoelen voor. 1

2 Ondanks dat er voorzieningen gemist worden, zijn de jongeren wel tevreden over het wonen in Sliedrecht. Gemiddeld geven zij een 7,4, een ruime voldoende. Slechts 4% geeft een onvoldoende (een 5 of lager). Voor de (christelijke) jeugdhonken geldt dat ze een stuk bekender zijn dan dat ze bezoekers trekken. Het meest bekend is Elektra (92%). Twee op de tien jongeren (18%) zijn er ook wel eens geweest. Voor Pand 33 is dit respectievelijk 70% en 7%. In de bijlage vindt u de verschillen naar leeftijd tussen 12 t/m 17-jarigen en 18 t/m 22-jarigen. Ook hebben we enkele verschillen tussen autochtone en allochtone jongeren weergegeven. Acht op de tien jongeren geven aan genoeg vriend(inn)en te hebben. De grote meerderheid kan ook altijd bij iemand terecht wanneer zij thuis problemen hebben (86%) en kan ook met één of beide ouders/verzorgers praten wanneer zij ergens mee zitten (82%). De meeste jongeren gaan naar hun vader en/of moeder toe wanneer zij problemen hebben. Ook praten veel jongeren met vriend(inn)en over hun problemen. 3% Van de jongeren geeft aan onvoldoende sociale contacten te hebben. De jeugd in Sliedrecht In Sliedrecht woont verhoudingsgewijs meer jeugd dan in de Drechtsteden of landelijk. De gemeente Sliedrecht kende op inwoners tussen de 0 en 23 jaar, waarvan jaar of ouder. Sliedrecht heeft relatief veel huishoudens met drie kinderen of meer en relatief weinig eenoudergezinnen. Bron: structuurtelling Vrije tijd Allereerst hebben we de jongeren gevraagd wat zij zoal doen in hun vrije tijd. De meest favoriete vrijetijdsbestedingen zijn: winkelen, thuis chillen met vrienden, sporten en naar de film gaan. De grote meerderheid van de Sliedrechtse jongeren doen dit met enige regelmaat (figuur 1). Sporten doen zij het meest frequent. Zeven op de tien jongeren doen dit één keer per week of vaker (tabel 1, bijlage). Op de laatste plaats staat wat rondhangen op straat met vrienden, al doet nog altijd ongeveer de helft van de jeugd dit. Met name 12 t/m 17-jarigen. Jongeren in de leeftijd van 18 t/m 22 jaar gaan juist vaker uit, naar de film, festivals/evenementen en voorstellingen (tabel 3, bijlage). Bij de optie anders (13%) worden nog verschillende activiteiten genoemd. De meest genoemde zijn: gamen/computeren, creatief bezig zijn en muziek luisteren/spelen. Wat doen jongeren zoal tijdens het rondhangen op straat? Veruit het meest gegeven antwoord is: wat chillen, lachen en bijkletsen met vrienden. De meesten doen dit zittend op een bankje in een speeltuin of park. Een aantal geven aan wat rond te wandelen of rond te fietsen. Daarnaast drinken en eten redelijk wat jongeren tijdens het rondhangen en voetballen ze wat. Figuur 1 Vrijetijdsbesteding (mate van participatie) winkelen thuis chillen met vrienden sporten 86% 94% 92% naar de film gaan 81% festivals/evenementen bezoeken uitgaan 67% 67% voorstellingen bezoeken wat rondhangen op straat met vrienden 50% 47% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 2

3 Twee derde van de Sliedrechtse jeugd is lid van een vereniging. Jongeren in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar wat vaker dan de oudere jongeren (tabel 4, bijlage). De meeste jongeren (47%, tabel 1) zijn lid van een sportvereniging. Eén op de vijf is (daarnaast) lid van een kerkelijke vereniging. 12% is lid van twee of meer verenigingen. Bij de optie anders wordt voornamelijk lidmaatschap van een muziekvereniging genoemd. Het lidmaatschap van Sliedrechtse jongeren komt overeen met landelijke cijfers. In 2010 was 66% van de Nederlandse jongeren van 12 t/m 24 jaar lid van een vereniging (Bron: CBS/SCP). Tabel 1 Lidmaatschap % sportvereniging 47 kerkelijke vereniging 22 hobbyvereniging 2 zangvereniging 1 toneelvereniging 0 anders 6 Vrijetijdsvoorzieningen Elektra is een open jongerencentrum in Sliedrecht. Het centrum functioneert o.a. als een poppodium en beschikt over een eigen fitnessruimte, band repetitiefaciliteiten, diverse workshops en verschillende werkgroepen, waarvan een groot gedeelte nauw verbonden is met de weekend- en podiumactiviteiten. Ruim negen op de tien jongeren in de gemeente (92%) zijn bekend met het centrum. Twee op de tien zijn er ook wel eens geweest. Pand 33 is een christelijke jeugdpand waar naast jeugdwerk een scala aan activiteiten worden georganiseerd. Het pand is wat minder bekend dan Elektra en wordt ook door minder jongeren bezocht: zeven op de tien jongeren kennen Pand 33 en 7% is er wel eens geweest. 18 t/m 22-jarigen zijn wat meer bekend met het pand dan 12 t/m 17- jarigen (tabel 5, bijlage). Daarnaast zijn er in Sliedrecht nog andere kleinschalige (christelijke) jeugdhonken, zoals de Handpalm en de Uitstek. Van deze jeugdhonken weten duidelijk minder jongeren af, maar ze worden relatief wel meer bezocht (figuur 2). Figuur 2 Bekendheid en bezoek voorzieningen Elektra 18% 92% Pand 33 7% 70% bekendheid bezoek andere (christelijke) jeugdhonken 36% 24% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Elektra wordt bestuurd door een jongerenzelfbestuur: de Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht (SOJS) welke opgericht is in Pand 33 is een christelijke variant en bestaat sinds De jongeren die wel eens naar één of meerdere jeugdvoorzieningen gaan hebben we gevraagd hoe tevreden zij hierover zijn (figuur 3). Ongeveer de helft van de bezoekers van Elektra en Pand 33 is (erg) te spreken over deze voorzieningen. De meningen zijn echter verdeeld. (Ruim) twee op de tien zijn juist (erg) ontevreden. Verreweg het meest tevreden zijn de bezoekers van andere (christelijke) jeugdhonken. We zien geen verschil naar leeftijd. Figuur 3 Tevredenheid voorzieningen Elektra 53% 28% 19% Pand 33 54% 23% 23% andere (christelijke) jeugdhonken 88% 9% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (erg) tevreden neutraal (erg) ontevreden 3

4 Bezoekers erg positief over Elektra De meeste jongeren komen één tot meerdere keren per week bij Elektra om wat te chillen: een potje tafelvoetbal of gamen, wat rondhangen. Daarnaast wordt het sportcafé regelmatig bezocht en muziekoptredens en festivals. De belangrijkste redenen om naar Elektra te gaan, zijn de gezellige en gemoedelijke sfeer die er heerst en de activiteiten die er worden georganiseerd. Als rapportcijfer geven de jongeren een hoog cijfer: gemiddeld een 8,4. Over alle aspecten (sfeer, georganiseerde activiteiten) en voorzieningen (het café, de oefenruimtes, de fitnessruimte) zijn de jongeren (erg) tevreden. Slechts één jongere zegt iets te missen. Aanvullend aan het steekproefonderzoek hebben we een vragenlijst uitgezet onder bezoekers van Elektra. 28 jongeren hebben deze vragenlijst ingevuld. 2 De resultaten zijn indicatief. 2 Over de jongerenwerkers die actief zijn bij Elektra zijn de jongeren ook erg positief. De werkers zijn goed benaderbaar en helpen de jongeren goed wanneer zij met een probleem naar hen toe gaan. Op de vraag of er voor hun leeftijd genoeg te doen is in de gemeente Sliedrecht en in de regio antwoorden de meeste jongeren gaat wel, ongeacht de leeftijd (figuur 4). Over het aanbod in de regio zijn de jongeren wat positiever. Van alle jongeren vindt ruim een derde (37%) dat er te weinig te doen is in hun eigen gemeente en ruim één op de tien (13%) dat er te weinig te doen is in de regio. Respectievelijk 19% en 33% is wel (erg) tevreden. Figuur 4 Voor jongeren van eigen leeftijd voldoende te doen in Sliedrecht de regio 19% 13% ja gaat wel nee 37% 33% 44% 54% Het is dan ook niet zo vreemd dat een grote groep jongeren (twee derde, 67%) zegt iets te missen in de gemeente Sliedrecht, ongeacht de leeftijd. Een bioscoop wordt verreweg het meest gemist (90x genoemd). Andere dingen die veelvuldig genoemd worden, zijn: (kleding)winkels (64x); uitgaans/dansgelegenheden voor iedere leeftijd (61x); festivals/evenementen/feesten (voor jongeren) (51x); sportvoorzieningen, zoals een voetbalveld of basketbalveld (36x); fastfoodrestaurants (32x); cafés/terrassen (31x); kermis (26x). Een kwart van de jongeren zegt dingen te missen in de regio. De antwoorden komen overeen met de voorzieningen die gemist worden in Sliedrecht: een bioscoop (31x genoemd), uitgaans/dansgelegenheden voor iedere leeftijd (30x), festivals/evenementen/feesten (voor jongeren (17x) en (kleding)winkels (11x). 2 Alle 28 jongeren zijn jongens/mannen. De gemiddelde leeftijd is jongeren hebben een laag opleidingsniveau, 11 een midden en 3 een hoog. 4

5 3 Veiligheid Jongeren voelen zich s avonds duidelijk meer onveilig dan overdag (figuur 5). Overdag geeft 12% (ruim één op de tien jongeren) aan zich wel eens onveilig te voelen. s Avonds is dit percentage toegenomen naar 43% (ruim vier op de tien). Evenveel 12 t/m 17-jarigen voelen zich wel eens onveilig als 18 t/m 22-jarigen. Figuur 5 Onveiligheidgevoelens (stelling: wel eens onveilig) overdag s avonds 12% Het aandeel jongeren dat zich s avonds wel eens onveilig voelt is vrij hoog en bedraagt 43%. (helemaal) mee oneens neutraal (helemaal) mee eens 15% 73% 43% 37% 20% In figuur 6 zien we waar jongeren zich zoal onveilig voelen. De meesten voelen zich op straat/in parken onveilig, op afstand gevolgd door het station. School is voor vrijwel alle jongeren een veilige plek. De oudere jeugd voelt zich s avonds duidelijk meer onveilig op het station, in het centrum en in uitgaansgelegenheden (zoals een café en discotheek). Waarschijnlijk ook omdat zij hier vaker komen. Jongeren in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar voelen zich overdag op straat/in parken wat meer onveilig (tabel 6, bijlage). Figuur 6 Onveilige plekken op straat/in parken 13% 44% op het station 6% 23% in het centrum 3% 16% in uitgaansgelegenheden 4% 15% overdag 's avonds in eigen woonbuurt 4% 13% op school 0% 2% anders 1% 4% Toelichting: % van alle jongeren 0% 10% 20% 30% 40% 50% Wonen Wat voor rapportcijfer geven de jongeren voor het wonen in hun gemeente? In tabel 2 zien we dat Sliedrecht een ruime voldoende krijgt, een 7,4 gemiddeld. Slechts 4% van de jongeren geeft een rapportcijfer van 5 of lager (= een onvoldoende). Er is geen verschil naar leeftijd. 5

6 Tabel 2 Rapportcijfer wonen in Sliedrecht gemiddelde 7,4 % onvoldoende 4 Toelichting: een rapportcijfer van 5 of lager is onvoldoende 4 Sociale contacten en hulp Hebben jongeren voldoende vriend(inn)en om zich heen? Kunnen ze bij iemand terecht wanneer ze problemen hebben? En zo ja, bij wie? De meeste jongeren zijn tevreden over het aantal sociale contacten dat zij hebben, ongeacht hun leeftijd. Acht op de tien jongeren (82%) geven aan genoeg vriend(inn)en te hebben, 15% antwoordt dat het gaat en 3% zegt nee. De grote meerderheid kan ook altijd bij iemand terecht wanneer zij thuis problemen hebben (86%) en kan altijd met één of beide ouders/verzorgers praten wanneer ze ergens mee zitten (82%). Het aandeel jongeren dat zegt dit niet te kunnen, is erg laag en bedraagt respectievelijk 2% en 4% (figuur 7). Figuur 7 Hulp bij problemen als je thuis problemen hebt, is er dan iemand naar wie je toe kunt gaan? 86% 12% Kun je met één van je ouders/verzorgers praten als je ergens mee zit? 82% 16% 0% 20% 40% 60% 80% 100% ja, altijd ja, soms nee De meeste jongeren (82%) gaan naar hun vader en/of moeder wanneer zij problemen hebben. Ook praten veel jongeren met vriend(inn)en over hun problemen (71%). Op de derde plaats, met 36%, staan broers/zussen (figuur 8). 18 t/m 22-jarigen gaan met problemen vaker naar vriend(inn)en, broer(s)/zus(sen) en/of de huisarts. Jongeren in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar gaan juist wat vaker naar een leraar of vertrouwenspersoon op school (tabel 7, bijlage). Bij de optie anders worden vooral genoemd de eigen partner en andere familieleden, zoals opa en oma. Figuur 8 Met problemen naar iemand toe gaan vader/moeder 82% vriend(inn)en 71% broer(s)/zus(sen) 36% De meeste jongeren in Sliedrecht hebben voldoende sociale contacten en kunnen (bijna) altijd bij iemand terecht met problemen. leraar/vertrouwenspersoon op school internet 13% 8% 3% van de jongeren zegt niet genoeg sociale contacten te hebben. huisarts anders 3% 11% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 6

7 Onderzoeksopzet Voor het onderzoek hebben we een aselecte steekproef getrokken van Sliedrechtse jongeren van 12 t/m 22 jaar uit het GBA bestand. Al deze jongeren hebben halverwege juni 2013 een brief gekregen (ondertekend door de wethouder) met het verzoek de digitale vragenlijst in te vullen. We hebben twee keer een herinneringsbrief gestuurd. De laatste keer inclusief een papieren vragenlijst. In totaal hebben 489 jongeren de vragenlijst ingevuld. Een mooie respons van 41%. We hebben ons databestand herwogen naar wijk en leeftijd, zodat de resultaten representatief zijn voor alle Sliedrechtse jongeren in de leeftijd van 12 t/m 22 jaar. Van de jongeren die hebben meegedaan had 33% een laag, 57% een midden en 11% een hoog opleidingsniveau. Interactieve sessie Op 19 september vond er een interactieve sessie met jongeren plaats. Hierbij hebben we jongeren vier stellingen voorgelegd om wat dieper in te gaan op de onderzoeksresultaten en vijf aandachtspunten die de gemeente Sliedrecht eerder heeft vastgesteld. De avond is door ongeveer 20 mensen bezocht, waarvan iets meer dan de helft jongeren waren in de leeftijd van 12 tot 22 jaar. Vrijwel alle leeftijden waren vertegenwoordigd. De overige geïnteresseerden waren volwassenen. De resultaten van deze avond zijn niet representatief voor alle jongeren in Sliedrecht (ook gezien de lage opkomst) maar geven wel een aantal aanknopingspunten voor beleid. -stelling 1: Er is genoeg te doen in Sliedrecht. Voor sommige jongeren is er genoeg te doen. Zij hebben niet zoveel behoefte aan georganiseerde activiteiten of hebben genoeg aan het aanbod van sporten in Sliedrecht. Andere jongeren missen wel bepaalde sporten of activiteiten op het creatieve vlak of bijvoorbeeld een jeugddisco (12 tot 16 jaar). Het blijkt er echter wel te zijn. Hieruit kunnen we afleiden dat niet het gehele aanbod aan activiteiten en sporten bekend is onder jongeren. Jongeren zien het als toegevoegde waarde als er bijvoorbeeld één website zou zijn waarop alle activiteiten in de gemeente worden gebundeld. Uiteraard missen de jongeren ook een bioscoop. Voor de oudere jeugd is dat een wat minder groot probleem. Zij gaan vaak naar Rotterdam en kunnen zelf met de autorijden. Maar voor de jongere jeugd is het lastiger. Zij gaan wel eens in de Drechtsteden naar de film, maar met het openbaar vervoer (vanwege de lange reistijden en de kosten) is het bijna niet te doen en fietsen is ook niet altijd een optie. drs. J.H. van Laarhoven, drs. S.A.W. van Oostrom - van der Meijden september 2013 Postbus AP Dordrecht (078) ocd@drechtsteden.nl - stelling 2: Ik voel me vaak onveilig in Sliedrecht Jongeren geven aan dat ze het kunnen voorstellen dat andere jongeren zich onveilig voelen s avonds. En dan vooral in de parken, met name het Willem Dreespark. De parken zijn niet goed verlicht en er hangen s avonds wel eens groepen jongeren rond waardoor ze niet graag door de parken heen fietsen. Maar eromheen fietsen is geen probleem. Daarbij wordt ook een kanttekening gemaakt: als de jongeren worden weggestuurd gaan ze mogelijk ergens anders hangen waar het misschien een groter probleem is en meer mensen er last van hebben. Ook meer verlichting kan nutteloos zijn, doordat de jongeren deze mogelijk weer kapot trappen. - stelling 3: Zonder alcohol is het niet leuk stappen Vrijwel alle aanwezige jongeren geven aan het oneens te zijn met deze stelling. Natuurlijk is het wel leuk om af en toe iets te drinken maar het blijft binnen de perken. Zij hebben vrijwel nooit excessen mee gemaakt. Toch weten ze wel dat er schuren zijn waar veel wordt gedronken door jongeren. - stelling 4: Ik vind het leuk om mee te doen aan activiteiten van het jongerenwerk. Er worden volgens veel activiteiten georganiseerd door het jongerenwerk, maar er komen niet altijd veel jongeren op af. Het is moeilijk om jongeren te bereiken. De jonge kinderen bereikt het jongerenwerk wat makkelijker omdat ouders huis-aanhuisbladen lezen (de KNOTS week is bijvoorbeeld erg goed bezocht), maar de oudere jongeren zijn lastig te beeiken. Daarnaast komen ze niet massaal naar jeugdhonken omdat enkelen een slechte naam hebben. Het is iets van vroeger en wordt door ouders vaak doorgegeven aan hun kinderen. 7

8 8

9 Bijlage Aanvullende tabellen Tabel 1 Vrijetijdsbesteding (mate van participatie), uitgesplitst naar aantal keer > 1x pw 1x pw 2-3x pm 1x pm < 1x pm nooit winkelen thuis chillen met vrienden sporten naar de film gaan festivals/evenementen bezoeken uitgaan voorstellingen bezoeken wat rondhangen op straat met vrienden Tabel 2 Bezoek voorzieningen vaak regelmatig soms nooit Elektra Pand andere (christelijke) jeugdhonken Verschillen naar leeftijd Toelichting: Vetgedrukte waarden wijken significant positief of negatief af van het gemiddelde. = geen significant verschil of ontwikkeling Tabel 3 Vrijetijdsbesteding (mate van participatie), uitgesplitst naar leeftijd jaar jaar totaal winkelen 94 thuis chillen met vrienden 92 sporten 86 naar de film gaan festivals/evenementen bezoeken uitgaan voorstellingen bezoeken wat rondhangen op straat met vrienden Tabel 4 Lidmaatschap, uitgesplitst naar leeftijd jaar jaar totaal sportvereniging toneelvereniging 0 zangvereniging 1 hobbyvereniging kerkelijke vereniging 22 anders 6 lid van een vereniging Tabel 5 Bekendheid en bezoek voorzieningen, uitgesplitst naar leeftijd jaar jaar totaal bekendheid Elektra 92 Pand andere (christelijke) jeugdhonken 36 bezoek Elektra 18 Pand 33 7 andere (christelijke) jeugdhonken 24 9

10 Tabel 6 Onveilige plekken, uitgesplitst naar leeftijd jaar jaar totaal overdag op school 2 in eigen woonbuurt 4 op straat in uitgaansgelegenheden 4 in het centrum 3 op het station 6 anders 1 s avonds op school 0 in eigen woonbuurt 13 op straat 44 in uitgaansgelegenheden in het centrum op het station anders 4 Tabel 7 Met problemen naar iemand toe gaan, uitgesplitst naar leeftijd jaar jaar totaal vader/moeder 82 vriend(inn)en broers/zussen leraar/vertrouwenspersoon op school internet 8 huisarts anders 11 Verschillen naar etniciteit Tabel 8 Vrijetijdsbesteding (mate van participatie), uitgesplitst naar etniciteit autochtoon allochtoon totaal winkelen 94 thuis chillen met vrienden 92 sporten 86 naar de film gaan 81 festivals/evenementen bezoeken 67 uitgaan 67 voorstellingen bezoeken 50 wat rondhangen op straat met vrienden Tabel 9 Lidmaatschap, uitgesplitst naar etniciteit autochtoon allochtoon totaal lid van een vereniging Tabel 10 Bekendheid en bezoek voorzieningen, uitgesplitst naar etniciteit autochtoon allochtoon totaal bekendheid Elektra 92 Pand andere (christelijke) jeugdhonken 36 bezoek Elektra 18 Pand andere (christelijke) jeugdhonken 24 10

11 Tabel 11 Met problemen naar iemand toe gaan, uitgesplitst naar etniciteit autochtoon allochtoon totaal vader/moeder vriend(inn)en 71 broers/zussen 36 leraar/vertrouwenspersoon op school 13 internet 8 huisarts 3 anders 11 Methodologische verantwoording Betrouwbaarheidsmarges In steekproefonderzoek heb je te maken met een zekere onnauwkeurigheid. Bij herhaling van het onderzoek kan de waarde met een bepaalde marge afwijken van het percentage dat wij gemeten hebben. Deze marges noemen we statistische betrouwbaarheidsmarges. Wij gebruiken een betrouwbaarheidsmarge van 95%. De betekenis hiervan is, dat wanneer we de meting zouden herhalen, we met 95% zekerheid kunnen zeggen dat de werkelijke waarde zich binnen de betrouwbaarheidsmarge zal bevinden. Een betrouwbaarheidsmarge (dus: de onnauwkeurigheid) is kleiner naarmate de steekproef groter is, maar verschilt ook met het gemeten percentage: percentages van rond de 50% hebben absoluut gezien de grootste onnauwkeurigheid. Hoe verder het percentage van de 50% af zit, hoe kleiner de onnauwkeurigheid. Tabel 12 geeft voor in steekproeven of delen daarvan gemeten percentages de betrouwbaarheidsmarges voor een meting van 50% en ter illustratie ook voor een meting van 10% of 90%. Aan het onderzoek hebben in totaal ongeveer 500 respondenten deelgenomen. Wanneer 50% van hen zegt een laag opleidingsniveau te hebben, moet dit gelezen worden als 46% à 54%. Tabel 12 De 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages bij een respons van: is 10% eigenlijk: is 50% eigenlijk: is 90% eigenlijk: % ± 4% 50% ± 6% 90% ± 4% % ± 3% 50% ± 4% 90% ± 3% Vergelijkingen Om te toetsen of verschillen in percentages of gemiddelden veroorzaakt zijn door het toevalskarakter van de steekproef of dat er werkelijk een verschil is, maken we gebruik van statistische toetsen. Wij rapporteren alleen echte (significante) verschillen. 11

12 Herijking Jeugdbeleid Gemeente Sliedrecht Oktober

13 2

14 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Algemene doelstelling jeugdbeleid Decentralisatie Jeugdzorg/Passend Onderwijs Doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin Beleid omtrent overlastgevende jeugd Alcohol en drugsgebruik Jongerenwerk in Sliedrecht Relevante kaders en beleidsnota s

15 Voorwoord De jeugd is de basis van onze samenleving. De kwaliteit van onze samenleving, nu en in de toekomst, hangt in belangrijke mate af hoe goed het met onze jeugd gaat. Investeren in de jeugd is van vitaal belang, niet alleen voor individuele ontplooiingsmogelijkheden maar ook voor de sociale samenhang en economische ontwikkeling. In Sliedrecht wonen verhoudingsgewijs meer jongeren dan in de Drechtsteden en daarbuiten. Ongeveer bijna 30% van de inwoners van Sliedrecht is 22 jaar of jonger. Volgens de wereldgezondheidsorganisatie (2012) is de jeugd in Nederland het gelukkigst van alle westerse landen. Hiervoor zijn in de eerste plaats de ouders/verzorgers verantwoordelijk. De gemeente heeft maar een beperkte rol. Maar daar waar de gemeente kan bijdragen aan een goede en gezonde ontwikkeling voor de Sliedrechtse jeugd, neemt ze haar verantwoordelijkheid. In veel gevallen kan de gemeente ondersteuning bieden met de basisvoorzieningen als kinderopvang, peuterspeelzalen, scholen, sportstimulering, cultuur en gezondheidszorg. Sommige jongeren hebben echter extra ondersteuning nodig hiervoor heeft de gemeente de taak preventieve en kortdurende hulp te bieden. Vanaf 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor alle hulpverlening aan de jeugd, ook als kinderen langdurige en zwaardere vormen van hulpverlening nodig hebben. Deze nieuwe verantwoordelijkheid wordt transitie Jeugdzorg genoemd. De transitie van de jeugdzorg biedt kansen. De gemeente worden beter in staat gesteld om gezinnen die dit nodig hebben bij te staan volgens het principe één gezin één plan, één hulpverlener. De invulling van het jeugdbeleid staat niet los van deze ontwikkeling. Andere belangrijke ontwikkelingen zijn: de decentralisatie van de AWBZ zorg, de Participatiewet en de invoering van het Passend onderwijs. Tezamen met een aantal specifieke plaatselijke ontwikkelingen heeft dit geleid tot de noodzaak het gemeentelijk jeugdbeleid te herijken. Bij de realisatie van deze herijking van het Jeugdbeleid is samenwerking gezocht met een groot aantal beleidspartners in het veld en is getracht de jongeren zelf zoveel mogelijk te betrekken. 4

16 1. Inleiding Het jeugdbeleid dat is opgesteld in 2006 is aan vernieuwing toe. In 2012 heeft de gemeenteraad naar aanleiding van de evaluatie van de beleidsnota Jeugd (in)begrepen de startnotitie herijking jeugdbeleid vastgesteld. Hierin zijn vijf speerpunten benoemd die aan de orde komen bij de herijking van het beleid, te weten: 1. Decentralisatie Jeugdzorg/Passend onderwijs 2. Doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin 3. Beleid omtrent overlastgevende jeugd 4. Alcohol en drugsgebruik 5. Jongerenwerk in Sliedrecht (uitwerking doorlichting SOJS) De gemeenteraad heeft op 21 februari 2012 de startnotitie doorlichting Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht vastgesteld. Bij het vaststellen van de startnotitie herijking Jeugdbeleid op 26 juni 2012 is vervolgens bepaald dat deze doorlichting onderdeel uitmaakt van de herijking van het Jeugdbeleid. In deze herijking geeft de gemeente Sliedrecht inzicht in de taken en verantwoordelijkheden die de gemeente voor zichzelf ziet binnen het jeugdbeleid. Niet alle resultaten uit de herijking zijn overigens meetbaar. Er worden maatregelen ingezet om beleidsdoelen te bereiken, echter zijn het niet alleen deze maatregelen die het effect zullen beïnvloeden. Ook invloeden van buitenaf kunnen hierop doorwerken. 1.1 Onderzoek OCD Om inzicht te krijgen in de mening van jongeren heeft het Onderzoekscentrum Drechtsteden (OCD) een vragenlijst uitgezet onder 1200 jongeren. Van deze 1200 jongeren hebben 489 jongeren de vragenlijst ingevuld. Dit is een respons van 41%. Het OCD heeft de volgende algemene conclusie getrokken n.a.v. het onderzoek: De algemene doelstelling jeugdigen kunnen gezond en veilig opgroeien en meedoen door een voorzieningenaanbod dat aansluit bij de behoeften wordt voor een groot deel behaald. De meeste jongeren zijn tevreden over het wonen in Sliedrecht, ondanks dat zij voorzieningen missen. Dit laatste is ook niet te voorkomen. Wel voelt 12% van de jongeren zich overdag weleens onveilig en 43% voelt zich s avonds weleens onveilig. Vooral op straat en in de parken. Het aandeel jongeren dat zich onveilig voelt is dus vrij hoog. De meeste Sliedrechtse jongeren zijn redelijk tot goed actief in hun vrije tijd. Winkelen, thuis chillen met vrienden, sporten en naar de film gaan zijn activiteiten die vrijwel alle jongeren doen. Twee derde van de jongeren is lid van één of meerdere verenigingen. Het aantal vrijetijdsvoorzieningen in Sliedrecht wordt wisselend beoordeeld. Ruim een derde van de jongeren vindt dat er voor hun leeftijd te weinig te doen is en twee derde mist voorzieningen. Over het vrijetijdsaanbod in de regio zijn de jongeren positiever. Ondanks dat jongeren aangeven voorzieningen te missen zijn zij wel tevreden over het wonen in Sliedrecht. Gemiddeld geven zij een 7,4, een ruime voldoende. Het onderzoek zal over vier jaar worden herhaald, naar aanleiding van deze uitkomst samen met een aantal terugkerende monitoren (leefbaarheidsmonitor, gezondheidsmonitor, sociale monitor, etc) kunnen effecten van het ingezette beleid voor zover mogelijk worden gemeten. De uitkomsten van het OCD-onderzoek zijn gebruikt bij het opstellen van beleidsnota. De factsheet is als bijlage bij deze herijking toegevoegd. 5

17 2. Algemene doelstelling jeugdbeleid De algemene doelstelling van het Sliedrechtse jeugdbeleid luidt als volgt: De Sliedrechtse jeugd moet kansrijk aan haar toekomst kunnen bouwen, hiervoor moet een algemeen voorzieningenniveau gerealiseerd en in stand gehouden worden. Specifiek gericht op het toekomstige jeugdbeleid streeft de gemeente ernaar om voorwaarden te creëren voor een brede ontwikkeling van kinderen en jongeren, zodat zij de mogelijkheid krijgen om op zijn/haar eigen manier deel te nemen en bijdragen aan het maatschappelijk leven. Iedere jongere moet kunnen opgroeien in een veilige omgeving en voldoende kansen krijgen om te bouwen aan zijn of haar toekomst. Het is van belang om een samenhangend aanbod van diensten en voorzieningen in verschillende leefdomeinen te hebben zodat alle jongeren in Sliedrecht de gelegenheid krijgen om te participeren en de benodigde competenties te ontwikkelen die nodig zijn om zelfstandig te kunnen functioneren. Voor een groot deel van de jeugd zijn er in Sliedrecht voldoende voorzieningen om zich goed te kunnen ontwikkelen. Het gaat hierbij om basisvoorzieningen die zich richten op gezondheid, zorg, opvoeding, welzijn, onderwijs, cultuur en overige vrijetijdsvoorzieningen. Dit heeft dus ook een relatie met het fysieke domein waarvoor de gemeente verantwoordelijk is, bijvoorbeeld het realiseren van voldoende speelvoorzieningen. De gemeente Sliedrecht creëert voorwaarden voor een gunstig opgroeiklimaat voor alle kinderen en jongeren. De primaire verantwoordelijkheid voor opgroeien en opvoeden ligt bij ouders/verzorgers. Hulpverlening wordt vraaggericht en vindplaatsgericht over alle domeinen heen volgens het één gezin één plan één hulpverlener principe aangeboden waarbij wordt uitgegaan van eigen kracht en regie. 6

18 3. Decentralisatie Jeugdzorg/Passend Onderwijs 3.1. Decentralisatie Jeugdzorg Een belangrijke opgave voor de gemeente is de transitie Jeugdzorg. Vanaf 2015 is de gemeente niet meer alleen verantwoordelijk voor het preventieve jeugdbeleid, maar ook voor de jeugdzorg, de GGZ (geestelijke gezondheidszorg) en de jeugd LVB (licht verstandelijke beperking). De wettelijk basis voor de uitvoering van de jeugdhulpverlening (voorheen de Wet op de Jeugdzorg) wordt de nieuwe Jeugdwet (deze moet nog worden goedgekeurd door het Parlement). Op basis van deze nieuwe wet wordt de gemeente verantwoordelijk voor: 1. Laagdrempelige en herkenbare toegang tot jeugdhulp; 2. Het adviseren over en het bepalen van inzetten van de aangewezen vorm van jeugdhulp; 3. Het adviseren van professionals die zich zorgen maken over een jeugdige; 4. Het organiseren van samenhang van de toegang tot de raad voor de kinderbescherming en het gedwongen kader. Momenteel valt dit onder de verantwoordelijkheid van Bureau Jeugdzorg en wordt de daadwerkelijke hulpverlening door diverse organisaties uitgevoerd. Een nieuw aspect van de Jeugdwet is dat voor toegang tot de vrijwillige hulp er geen indicatie door een onafhankelijk orgaan (Bureau Jeugdzorg) meer nodig is. Voor het gedwongen kader (jeugdbescherming of jeugdreclassering) blijft gelden dat de Kinderrechter deze toewijst. De gemeente is vervolgens verplicht de opgelegde hulpverlening te organiseren. Omdat de gemeente verantwoordelijk wordt voor de hulpverlening aan alle jongeren krijgt de gemeente te maken met veel nieuwe doelgroepen. Kwetsbare jongeren zijn meer dan ooit aangewezen op de gemeente voor passende ondersteuning. Dit vraagt niet alleen om nieuwe expertise bij de gemeente, maar ook om afstemming tussen de beleidsvelden en een andere wijze van regievoering. Bij de voorbereiding op de transitie werkt de gemeente Sliedrecht samen met de Drechtsteden. Voor veel onderdelen van de Jeugdzorg is de schaal van Sliedrecht te klein en zal in de uitvoering samenwerking worden gezocht met de andere regiogemeenten. Bij een aantal onderdelen van de jeugdzorg, bijvoorbeeld de jeugdbescherming en de jeugdreclassering, is deze regionale samenwerking bij wet voorgeschreven Passende ondersteuning Voor die kinderen, jongeren en ouders die het echt nodig hebben moet passende ondersteuning geboden worden. De gemeente is verantwoordelijk voor de preventieve zorg. Vanaf 2015 gaat de gemeente over alle jeugd- en opvoedhulp. Het is van belang dat de gemeente zich goed voorbereid op de transitie van de jeugdzorg. Op het gebied van passende ondersteuning kan de volgende subdoelstelling worden geformuleerd: De Sliedrechtse ondersteuning is gericht op de zelfredzaamheid van de jongere en of het gezin en haar netwerk en draagt bij aan het zelfstandig functioneren en deelnemen aan de samenleving. De regierol van de gemeente is hierin zeer belangrijk. Indien nodig kan/moet de gemeente met dwang ingrijpen zodat te allen tijden de veiligheid van het kind/jongere is gewaarborgd Eén gezin, één plan, één hulpverlener (één dak) Hoe de nieuwe taken van de gemeente aansluiten bij de lokale ondersteunings-, zorg en veiligheidsstructuur zal een belangrijk onderdeel zijn van het transitieproces. Het streven is om toe te 7

19 werken naar een integrale toegang tot hulpverlening. Dit betekent dat hulpverlenende instellingen veel nauwer moeten gaan samenwerken zodat inwoners op een eenvoudige manier toegang krijgen tot hulp volgens het principe, één gezin, één plan, één hulpverlener. Het is daarbij wenselijk dat instellingen ook fysiek dichter bij elkaar komen (één dak). Hulpverlening is zoveel mogelijk erop gericht dat inwoners weer grip krijgen op hun eigen leven. Er wordt uitgegaan van de kracht van de eigen inwoners maar soms is extra ondersteuning nodig. De komende periode wordt in regioverband een aantal pilots uitgevoerd. De ervaringen hiervan dienen als input voor de beleidsontwikkeling Langdurige hulp, waar nodig In een aantal gevallen is structurele ondersteuning nodig voor de jeugd. Het is belangrijk dat ter voorbereiding op de transitie Jeugdzorg inzichtelijk wordt hoeveel kinderen/gezinnen langdurige hulp nodig hebben. Blijvende ondersteuning is gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid van een kind of jongere en het gezin. De ondersteuning wordt integraal (in samenhang met de decentralisatie van de AWBZ begeleiding en de Participatiewet) aangeboden. Een kind/jongere die blijvende ondersteuning nodig heeft op basis van een beperking of chronische ziekte, kan adequaat worden geholpen door een persoonsgebonden aanpak om vervolgens met extra ondersteuning naar eigen vermogen te kunnen participeren in de maatschappij. De wijze waarop deze persoonsgebonden aanpak wordt vormgegeven wordt nog nader uitgewerkt. De uitwerking van de transitie Jeugdzorg voor Sliedrecht zal in aparte beleidsdocumenten worden beschreven. Hier wordt dan ook naar verwezen. 3.2 Passend onderwijs De wet passend onderwijs is op 9 oktober 2012 aangenomen door de Eerste Kamer. Passend onderwijs moet ervoor zorgen dat leerlingen in de toekomst een zo passend mogelijke plek in het onderwijs krijgen. Dit betekent dat scholen vanaf 1 augustus 2014 de verantwoordelijkheid krijgen om alle leerlingen een zo passend mogelijke plek te bieden. Om dit te kunnen realiseren gaan scholen samenwerken in samenwerkingsverbanden en worden er onderling afspraken gemaakt over de ondersteuning aan leerlingen een de bekostiging daarvan. Het is niet alleen wettelijke verplicht, maar ook noodzakelijk, dat de gemeenten en het onderwijs zorgen voor een samenhang tussen (1) onderwijs ondersteuning in de school en (2) jeugd- en welzijnsvoorzieningen, opvoedings- en opgroeiondersteuning en jeugdhulp buiten de school. Op deze manier kan tegemoet worden gekomen aan de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte in de ontwikkeling van jeugdigen, waardoor zij een zo optimaal ontwikkelingsproces doormaken en uiteindelijk een passende plaats in het arbeidsproces verwerven en actief participeren in de samenleving. De voorbereidingen van het passend onderwijs en de afstemming tussen onderwijs en gemeenten is op Drechtstedenniveau georganiseerd. Om de samenwerking tussen gemeenten, onderwijs en zorgpartners in de Drechtsteden tot een succes te maken is er een kadernotitie opgesteld, met daarin de kaders waarbinnen de partners gaan samenwerken aan een passende verbinding tussen onderwijs en zorg voor jeugd in de Drechtsteden. Deze kadernotie is op 1 oktober 2013 door het college vastgesteld. Bij de uitwerking van deze samenwerking wordt als belangrijkste uitgangspunt Eén kind, (één gezin), één plan, daar waar passend verbinden noodzakelijk is gehanteerd. Daarnaast zijn belangrijke uitgangspunten: Preventie Samenwerking/ verbinding tussen onderwijs, gemeenten en zorginstellingen De doelgroep is kinderen en jeugdigen van 0 23 jaar; 8

20 Handhaven van SBO/SO De samenwerking en afstemming in de Drechtsteden moet leiden tot: a) Preventie b) Signalering c) integrale (multidisciplinaire) beoordeling/weging d) arrangeren (denken in ondersteuning en hulp) arrangementen De positieve uitkomsten van de samenwerking moeten zichtbaar worden in maatschappelijke resultaten (onder andere): Meer jongeren behalen een startkwalificatie Meer jongeren verwerven duurzaam een inkomen uit werk Meer jongeren participeren actief in de samenleving Minder jeugdmaatregelen Minder beroep op residentiële zorg De resultaatgebieden en maatregelen met betrekking tot de decentralisatie van de jeugdzorg en Passend Onderwijs worden in aparte beleidsvoorstellen beschreven. Hier wordt dan ook naar verwezen. 9

21 4. Doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin In 2010 is het Centrum voor Jeugd en Gezin in Sliedrecht gestart. Naast een fysieke locatie aan de Nicolas Beetstraat waarin de jeugdgezondheidszorg, Home Start, de speel-o-theek en het maatschappelijk werk gehuisvest is, is er ook een netwerkstructuur opgezet. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is een laagdrempelige voorziening waar opvoeders en met opvoedvragen en jongeren met opvoedproblemen terecht kunnen. 4.1 Preventieve hulp Binnen het huidige jeugdbeleid ligt het accent op preventie van opvoed- en opgroeiproblemen door vroegtijdige en lichte vormen van ondersteuning te bieden. Hiermee wordt geprobeerd te voorkomen dat kinderen/gezinnen terecht komen in de zwaardere hulpverlening. Gemeenten zijn nu nog alleen verantwoordelijk voor de preventie. Met de transitie van de jeugdzorg worden de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente uitgebreid. De pilots (zoals bijvoorbeeld de inzet van een jeugdteam, zie paragraaf 4.5) die regionaal worden uitgevoerd leveren informatie voor een betere organisatie van de jeugdhulpverlening. Ook voor de toekomst geldt dat het een goede investering is om onze jeugdigen/ouders vroegtijdig de juiste hulpverlening aan te bieden. De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in het CJG. Het is belangrijk om het CJG te handhaven voor de opvoed- en opgroeiondersteuning. Mede in verband met de AWBZ-transitie moet worden overwogen of het CJG moet worden ingebed in een groter geheel. Dit geldt overigens ook voor enkele andere in Sliedrecht gevestigde instellingen. Uiteindelijk doel zou kunnen zijn om één sociaal team voor zowel de AWBZ en Jeugdzorg te vormen. Professionals werken vraaggericht. Dit betekent dat de (ondersteunings-/hulpvraag) van het kind/jongere en/of het gezien leidend is. Op dit terrein is een slag te maken omdat sommige hulpverlening nog aanbodgericht is en deze ook op deze wijze wordt gefinancierd. Bij de inzet van gemeentelijke opvoed- en opgroeihulp wordt eerst gekeken op welke wijze het eigen netwerk actief betrokken kan worden en kinderen/ouders weer snel met ondersteuning vanuit het eigen netwerk zelfstandig kunnen functioneren (eigen kracht). 4.2 Informatieoverdracht en signaleren Het is van belang dat kinderen, jongeren en ouders goed geïnformeerd zijn over gezond opgroeien en opvoeden. De jeugdgezondheidszorg (JGZ) en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en het jongerenwerk worden hiervoor ingezet. Bepaalde thema s in de informatieverstrekking aan de jeugd verdienen extra aandacht, bijvoorbeeld bewustwording over de risico s van (riskant) alcohol- en drugsgebruik bij jongeren en het tegengaan van overgewicht. Professionals moeten goed weten wat er speelt en welke informatiebehoefte er is. Van hen wordt een proactieve rol verwacht en de informatie moet daar gegeven worden waar jongeren en opvoeders het beste kunnen worden bereikt zoals de voorschoolse voorzieningen, scholen consultatiebureau en het jongerencentrum. Van beroepskrachten wordt verwacht dat zij de meldcode huiselijk geweld en de meldcode kindermishandeling kennen. Bij het signaleren van problemen is Zorg voor Jeugd (verwijsindex) een instrument om in contact te komen met hulpverleners die bekend zijn met het kind. Dit instrument moet actief worden gebruikt. 4.3 Zorg Advies Team Om de netwerkstructuur binnen het CJG vorm te geven is ervoor gekozen een Zorg Advies Team (ZAT) op te zetten. Het huidige ZAT functioneert als onderdeel van het CJG en bestaat uit twee kamers. Er is een ZAT 12 min en een ZAT 12+. Deelnemers zijn jeugdzorg, jeugdreclassering 10

22 (school)maatschappelijk werk, politie, jongerenwerk, peuterspeelzalen, kinderopvang, jeugd preventie team, leerplicht, orthopedagoog en het onderwijs. Naar aanleiding evaluatiegesprekken met de deelnemers van het ZAT is geconstateerd dat de huidige netwerkstructuur binnen Sliedrecht niet voldoende op elkaar is afgestemd en aangesloten. Er zijn meerdere casuïstiekoverleggen, maar de onderliggende relaties zijn niet duidelijk. Dit leidt dat een ondoorzichtige (hulpverlenings)structuur. De drie grootste knelpunten in de huidige situatie zijn: 1. onvoldoende zicht op de doelgroep 0-4 jaar 2. onvoldoende betrokkenheid van ouders en jongeren 3. ondoorzichtige netwerkstructuur binnen Sliedrecht ad 1. Onvoldoende zicht op de doelgroep 0-4 jaar Binnen het ZAT 12 min worden geen casussen ingebracht voor deze doelgroep. De peuterspeelzalen en kinderdagverblijven participeren wel in het overleg. Achterliggende vraag is of er dan ook geen casussen zijn of dat deze niet gesignaleerd worden of dat deze worden ondervangen door bijvoorbeeld het VVE overleg (voor- en vroegschoolse vorming). Hier is geen duidelijk antwoord op te geven. Kinderen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar bezoeken zeer regelmatig het consultatiebureau. De ontwikkeling van deze kinderen wordt goed gevolgd. Rivas is voornemens om Stevig Ouderschap anders te gaan inrichten. Wanneer het eerstgeborene kind in een gezin de leeftijd van 18 maanden bereikt volgt er een huisbezoek van een wijkverpleegkundige. Deze kan, doordat zij in de thuissituatie komt, inschatten hoe de leefomstandigheden zijn en opvoedproblemen bespreken met de ouders. Indien de wijkverpleegkundige dit noodzakelijk acht kan opschaling naar het ZAT plaatsvinden. Ad 2. Onvoldoende betrokkenheid van ouders en jongeren Ouders en evt. de jongere zelf worden momenteel niet betrokken bij de ZAT s. In veel gevallen wordt er toestemming gevraagd voor bespreking van het kind/de jongere. Vervolgens wordt er in het ZAT over het kind en/of de ouders gepraat en niet mét. Hierdoor is de betrokkenheid van de ouders/de jongere bij de aangeboden of ingezette hulpverlening minder groot. Voorgesteld wordt om bij wijze van pilot te onderzoeken of het betrekken van ouders/jongere bij het overleg zorgt voor meer draagvlak en effect. Momenteel schuiven bij de overleggen alle disciplines aan. Als ouders/jongeren zelf betrokken worden moet er sprake zijn van maatwerk. Alleen die partijen die betrokken zijn of kunnen worden schuiven aan bij het overleg. Er wordt een duidelijke casemanager (contactpersoon) aangewezen die het gezin blijft volgen. Dit past goed bij het uitgangspunt van het CJG één gezin, één plan. En de toekomstige werkwijze van de nieuwe Jeugdwet. Ad 3. Onduidelijke netwerkstructuur Het CJG moet de hoofdrolspeler binnen de Sliedrechtse netwerkstructuur zijn. De gemeente heeft de regie, het CJG de coördinatie. De dwarsverbanden, het overlap en de verantwoordelijkheden van onderliggende overleggen (ZAT, Zorgteams, Coördinatie overleg overlast hangjeugd Sliedrecht, Vooren Vroegschoolse educatie overleg, trajectberaad) moeten verder uitgewerkt een aangescherpt worden. Door de inzet van een Jeugdteam (zie paragraaf 4.5) zal de netwerkstructuur worden uitgedund en de positie van het CJG worden verstevigd Nazorg ex gedetineerde jongeren De gemeente heeft de wettelijke taak om nazorg te regelen voor ex- gedetineerde jeugdigen. Het gaat hierbij om met name jongeren die na hun detentie nauw in de gaten dienen te worden gehouden en waar ook een resocialisatie traject voor moet worden voort-/op gezet. Indien sprake is van een 11

23 justitieel nazorgtraject zal vanuit de Raad voor de Kinderbescherming in het trajectberaad een dergelijk traject worden getrokken. Echter indien er geen sprake is van justitieel nazorgtraject, dan dient de gemeente de rol als trekker op te pakken. In dat geval gaat het erom of sprake is van zorgvragen omtrent de jongere en of daarbij repressie noodzakelijk is. De gemeente is aanwezig bij bespreking van een jongere in het trajectberaad en voert de regie op de nazorg. 4.5.Jeugdteam Ter voorbereiding van de transitie van de Jeugdzorg worden in Drechtstedenverband pilots uitgevoerd. Eén van deze pilot is het inzetten van een jeugdteam. Het aanbod van hulpverlening en zorg blijkt niet (of onvoldoende) aan te sluiten bij de vragen en problemen die mensen werkelijk hebben. Iedere organisatie heeft zijn eigen doelgroep, specialisme, toegangscriteria etc. wat tot een complex en versnipperd aanbod van zorg en ondersteuning leidt. Inwoners denken niet in regelingen en organisaties en al helemaal niet in indicaties en financieringsstromen. Er blijken nog zeer geregeld mensen tussen wal en schip te vallen en niet daadwerkelijk te worden geholpen. Individueel maatwerk is nodig. Dit vraagt om breder kijken, de vraag centraal stellen, soms over grenzen heen durven denken en handelen en daarbij de verantwoordelijkheid bij de inwoner zelf te laten. De inzet is om zwaardere zorgvormen naar voren te halen in wat vooralsnog een jeugdteam wordt genoemd om sneller en adequaat te kunnen handelen. Een en ander is er op gericht de zelfredzaamheid van het gezin te versterken. Naast de inzet van professionals zal vooral ook gekeken worden naar welke krachten binnen het sociale netwerk van het gezin beschikbaar zijn om het gezin te ondersteunen. In Sliedrecht is de expertise en ondersteuning aan jeugd en gezinnen in de huidige situatie gekoppeld aan het CJG. De volgende vraag wordt in de pilot beantwoord. Is de opzet van een Jeugdteam voorwaardelijk voor het goed organiseren van de zorg voor jeugdigen? Of kan, gebruik makend van de huidige infrastructuur ook het doel van goede en effectieve jeugdzorg worden gerealiseerd? Samengevat is misschien wel de vraag of indien het CJG (ZAT) wordt uitgebreid met diverse competenties, welke jeugdzorg vragen dan kunnen worden beantwoord. En welke, nog, niet? Door inzet van het ZAT (versterkt met diverse personen, waarvan de competenties nog nader bepaald dienen te worden), te onderzoeken of door vroegsignalering en diagnostiek te versterken, het beroep op duurdere specialistisch zorg kan worden voorkomen of beperkt kan worden. Uitgangspunt is één gezin, één plan, één hulpverlener. Met deze pilot wordt duidelijk of versterking / uitbreiding van het CJG naar jeugd en gezinnen wenselijk is. De pilot start in het najaar van 2013 en loopt tot eind 2014, dan moet bovenstaande vraag beantwoord zijn en wordt besloten al dan niet door te gaan met de Jeugdteams. T.z.t. zal de gemeenteraad hierover geïnformeerd worden. 4.6 Sociaal Team Sliedrecht De gemeente Sliedrecht heeft Stichting Welzijnswerk Sliedrecht (SWS) gevraagd een planmatige, gestructureerde inzet van hulp- of dienstverleners op te zetten om burgers te helpen bij het verbeteren van hun directe leefomgeving, welzijn, gezondheid en/of gevoel van veiligheid. Deze planmatige, gestructureerde inzet krijgt vorm in de pilot Sociaal Team Sliedrecht. Dit sociaal team biedt inwoners van Sliedrecht ondersteuning zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Naast Stichting Waardenburgh, MEE Drechtsteden en JSO, participeert Rivas in deze pilot, waardoor er, 12

24 wanneer kinderen betrokken zijn, een directe schakel is richting de jeugdgezondheidszorg en het Centrum voor Jeugd en Gezin. 4.7 Extra contactmoment JGZ voor adolescenten De jeugdgezondheidszorg (JGZ) is publieke zorg voor jongeren tot 19 jaar. Dit wordt uitgevoerd door Rivas, de Dienst Jeugd en Gezondheid (voorheen GGD) heeft een toezichthoudende rol. Uit onderzoek is gebleken dat de Nederlandse jeugd vanaf 14 jaar niet goed in beeld is. Er was geen structureel aanbod vastgelegd voor deze leeftijdsgroep. Omdat er juist op die leeftijd veel vragen zijn en/of gezondheidsrisico s spelen, zijn er vanaf 1 januari extra middelen door het Rijk beschikbaar gesteld voor een extra contactmoment met adolescenten vanaf 14 jaar door de JGZ. Dit contactmoment is gericht op een gezond gewicht, het bevorderen van seksueel gezond gedrag, de aanpak van sociaal-emotionele problematiek en het bevorderen van weerbaarheid en preventie van middelengebruik (waaronder alcohol). Met de uitvoering van deze taak wordt geïnvesteerd in preventie bij jongeren in ontwikkeling juist op een moment dat er veel gezondheidswinst valt te behalen. Jongeren in de leeftijd van jaar staan op een bijzonder moment in hun ontwikkeling, ze zoeken naar hun identiteit, maken een keuze voor vervolgopleiding en beroep en maken zich los van de relatie met ouders en andere gezinsleden. Gezondheidsproblemen zoals overmatig alcoholgebruik, risicovol seksueel gedrag, Overgewicht en psychosociale problematiek komen veelvuldig voor bij jongeren. Diverse risicogedragingen nemen toe met de leeftijd. Dit maakt specifieke aandacht voor deze groep belangrijk. Investering in preventie van gezondheidsproblemen en het leveren van passende zorg, juist op een moment dat er veel gezondheidswinst valt te behalen en ook schoolverzuim kan worden verminderd, is nodig. 4.8 Resultaatgebieden en maatregelen Wat willen we bereiken De volgende resultaatgebieden worden geformuleerd: 1. Bewustzijn over gezond opgroeien en opvoeden; 2. Vermindering van het beroep op zwaardere hulpverlening; 3. Huiselijk geweld en kindermishandeling vermindert; 4. Ouders en professionals weten waar zij terecht kunnen voor laagdrempelige opvoedondersteuning; 5. Investering en in preventie van gezondheidsproblemen bij jongeren vanaf 14 jaar; 6. Ex-gedetineerde jongeren re-integreren succesvol in de samenleving Wat gaan we hiervoor doen De volgende maatregelen worden genomen om de resultaten te bereiken: 1. Inzetten van de Jeugdgezondheidszorg 2. Het CJG inzetten voor de ondersteuning van ouders en jeugdigen bij opvoed-en opgroeivragen op de vindplaatsen; 3. Tijdig aanpakken van lichte opvoedproblemen zodat er minder een beroep nodig is op zwaardere zorg (ZAT en CJG); 4. Professionals gaan vraaggericht werken vanuit de vindplaatsen (als jongerenwerk, CJG, onderwijs etc.); 5. Vroegtijdige signalering van gezondheidsproblemen en psychische problemen bij kinderen door professionals; 6. Professionals worden op de hoogte gesteld van de meldcode kinderopvang en huiselijk geweld; 13

25 7. Toezien op het hanteren van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling door GGD inspecties binnen kinderopvang en peuterspeelzalen en integratie in het Zorg voor Jeugd systeem; 8. Stimuleren van het gebruik van Zorg voor Jeugd o.a. door het geven van trainingen; 9. Versterken van de coördinatiefunctie binnen het CJG; 10. Doorontwikkelen van het Zorg Advies Team binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin; 11. Inzetten op ouderbetrokkenheid door ouders te betrekken bij het casusoverleg; 12. Bundeling van instellingen in één Jeugdteam (sociaal team); 13. Realiseren van een betere samenhang en overdracht tussen de partners en het CJG; 14. Inzetten van een extra contactmoment met de JGZ voor adolescenten; 15. Deelname aan het trajectberaad vanuit het CJG. 14

26 5. Beleid omtrent overlastgevende jeugd Het is belangrijk dat iedereen in Sliedrecht zich veilig en prettig voelt. Voor kinderen en jongeren betekent dit dat de openbare ruimte veilig is en dat zij plezierig buiten kunnen spelen elkaar in de openbare ruimte kunnen ontmoeten. Hiervoor zijn voldoende en veilige voorzieningen noodzakelijk. Uit het onderzoek van het OCD blijkt het aantal vrijetijdsvoorzieningen in Sliedrecht wisselend wordt beoordeeld. Ruim eenderde van de jongeren vindt dat er voor hun leeftijd te weinig te doen is en tweederde zegt voorzieningen te missen. Het dan vooral om een bioscoop. Ongeveer de helft van de jongeren ontmoet vrienden op straat. Voorzieningen die zij hierbij missen zijn sportvoorzieningen zoals trapveldjes of basketbalvelden. 5.1 Groepsgerichte aanpak jongerenproblematiek Oudere jeugd ontmoet elkaar vaak op straat. Voor hen zijn er verschillende voorzieningen in Sliedrecht. Meestal is hierbij geen sprake van overlast. In sommige gevallen ervaren omwonenden overlast, dit heeft meestal te maken met de acceptatie over en weer van verschillende leefstijlen van volwassenen en jeugd. In enkele gevallen is er echt sprake van jeugdoverlast. Het is dan van belang door middel van een integrale aanpak met inwoners op zoek te gaan naar oplossingen. De gemeente, politie en het jongerenwerk trekken hierbij samen op in het COOS overleg (Coördinatie overleg overlast hangjeugd Sliedrecht). Meldingen van overlast worden voornamelijk bij de politie of gemeente neergelegd, waarna actie wordt uitgezet of richting het jongerenwerk of door de politie. Degene die de klacht heeft ingediend wordt hierbij betrokken. Binnen Sliedrecht zijn geen criminele groepen aanwezig. Soms is er sprake van hinderlijke jeugdgroepen en een enkele keer van een overlastgevende groep. Een pre is om de ouders, jongeren en ook de buurt te betrekken bij de aanpak. Naast overlastgevende jongeren zijn er ook overlastgevende klagers. Is dit het geval dan zal de aanpak zich op de klagers moeten richten. De aanpak moet leiden tot een verlaging van het aantal overlastmeldingen jeugd. 5.2 Tijdelijk Casuïstiek Overleg Justitieel Als er overlastsituaties ontstaan waarbij jongeren betrokken zijn die in aanraking zijn (geweest) met justitie kan het Veiligheidshuis een rol spelen. Veiligheidshuizen zijn netwerksamenwerkingsverbanden, die partners uit de strafrechtketen, de zorgketen, gemeentelijke partners en bestuur verbinden in de aanpak van complexe problematiek. Het doel van de samenwerking is het terugdringen van overlast, huiselijk geweld en criminaliteit. De ketenpartners signaleren problemen, bedenken oplossingen en voeren die samen uit. Werkprocessen worden op elkaar afgestemd, zodat strafrecht en zorg elkaar aanvullen. Ingezet wordt op gedragsverandering, recidivevermindering en verbetering van de kwaliteit van leven van de delinquent. Men gaat dadergericht, gebiedsgericht en probleemgericht te werk. De volgende organisaties participeren in het Veiligheidshuis: Gemeenten Politie Openbaar Ministerie Raad voor de Kinderbescherming Reclasseringsorganisaties Welzijnsorganisaties In overleg met het Veiligheidshuis kan een Tijdelijke Casuïstiek Overleg Justitieel (TCOJ) worden ingesteld waar zowel individuele jongeren als groepen jongeren worden besproken. Door middel van een TCOJ is er afstemming in de lokale aanpak en de aanpak die het OM heeft of wil inzetten. Vanuit 15

27 het Veiligheidhuis zijn er voornemens om het TCOJ om te buigen tot een casusoverleg (risico) jeugd. De gemeente blijft echter de regisseur als het gaat om een dergelijke overleg. Tot op heden heeft er eenmaal een TCOJ plaatsgevonden over een groep Sliedrechtse jongeren. Dit heeft destijds niet direct geleid tot een afname van de problematiek, maar wel tot een eenduidige aanpak van deze jongeren. 5.3 Veiligheid Jongeren moeren met elkaar in de buurt kunnen afspreken en veilig kunnen uitgaan. In het jongerencentrum Elektra kunnen jongeren elkaar ontmoeten. De ambulant jongerenwerkers zijn flexibel en gaan actief aan de slag met jongeren waar nodig en mogelijk. Dat gebeurt niet alleen vanuit de accommodatie maar ook in de wijken. Jongerenwerkers hebben een rol in het aanspreken en corrigeren van jongeren en in het signaleren en toeleiden (naar werk, school en/of zorg). Het is belangrijk dat Sliedrechters zich veilig voelen. Uit het onderzoek van het OCD blijkt dat veel jongeren zich weleens onveilig voelt (43%) op straat of in de parken. Tijdens de interactieve sessie die is gehouden om de uitkomsten van het schriftelijke onderzoek te verdiepen werd door enkele aanwezige jongeren aangegeven dat deze gevoelens voornamelijk veroorzaakt worden door andere (groepen) jeugd. Tijdens het uitgaan worden suswachten ingezet om de rust te bewaren. Een thema dat aandacht verdient is grensoverschrijdend gedrag via social media als Facebook en twitter. Pesten en bedreigingen via deze kanalen is aan de orde van de dag. Via de Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur is een combinatiefunctionaris die zich bezig gaat houden met mediawijsheid. Deze functionaris gaat in samenwerking met het onderwijs kinderen wijzen op de gevaren van het internet en hoe om te gaan met social media. De impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur is erop gericht verbindingen te leggen tussen onderwijs, sport en cultuur Nimby Nimby staat voor not in my backyard. Een reflex die steeds vaker lijkt voor te komen als het gaat om voorzieningen voor de (oudere) jeugd. Burgers hebben belang bij goede voorzieningen van de jeugd om overlast te voorkomen, toch bieden burgers verzet wanneer een dergelijke voorziening bij hen in de buurt is (of komt). De gemeente betrekt burgers bij het realiseren van voorzieningen, bij voorzieningen voor jongeren trekt de jeugd in veel gevallen aan het kortste eind. Het is een taak van de gemeente en de ketenpartners om het algemeen belang te laten prevaleren. Dit kan betekenen dat, ondanks de nimby reflex, er toch voorzieningen voor de jeugd moeten worden gerealiseerd Resultaatgebieden en maatregelen Wat willen we bereiken De volgende resultaatgebieden worden geformuleerd: 1. Er zijn geschikte en bereikbare speelvoorzieningen in de wijken; 2. De buurt is altijd betrokken bij de aanpak van jeugdoverlast; 3. Acceptatie van omwonenden van de leefstijl van jongeren; 4. Subjectief gevoel van veiligheid neemt toe, met name onder jongeren zelf; 5. Het aantal meldingen van jeugdoverlast bij de politie daalt van 218 naar 150 in 2018; 6. Jongeren zijn bewust van de gevaren van internet en weten hoe om te gaan met social media 7. Het vergroten van de bewustwording en zelfredzaamheid van burgers bij overlastsituaties door jongeren. 16

28 Wat gaan we daarvoor doen De volgende maatregelen worden genomen om de resultaten te bereiken: 1. Inzetten op een integrale aanpak bij overlast door het COOS en het veiligheidshuis; 2. Afspraken over noodzakelijke/passende maatregelen o.a. inzet van toezicht, politie, jongerenwerk, groenonderhoud, contacten met melders, contacten met jongeren en activiteiten voor jongeren. 3. Meer ambulant jongerenwerk in de wijken om overlast te voorkomen; 4. Inzetten van een combinatiefunctionaris die zich inzet op mediawijsheid (0,4 fte); 5. Inzetten van suswachten; 6. Het in goede banen leiden van het NIMBY proces bij inwoners en het laten prevaleren van het algemeen belang op het moment dat het voorzieningen betreft voor de (oudere) jeugd. 17

29 6. Alcohol en drugsgebruik Jongeren uit deze regio drinken te veel, te vroeg en te vaak alcohol. Hierdoor dreigt een probleem voor de jeugdgezondheid en openbare orde & veiligheid in onze regio. Het op jonge leeftijd drinken van alcohol is schadelijk voor de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jongeren. Het kan leiden tot beschadiging aan de hersenen en het vergroot het risico op alcoholafhankelijkheid op latere leeftijd. Verder is alcoholgebruik een niet te onderschatten aanjager van geweld en overlast, met name in het uitgaansleven. Alcoholgebruik op jonge leeftijd hangt verder nauw samen met meer risicovol seksueel gedrag, een grotere kans op ongevallen en verwondingen en voortijdig schoolverlaten. Bijna de helft van de Sliedrechtse jongeren onder de 16 jaar drinkt alcohol en 1 op de 5 jongeren is Binge-drinker (5 of meer alcoholische drankjes bij één gelegenheid in de afgelopen 4 weken). Ca. 7% van de jongeren gebruikt softdrugs. 6.1 Verzuip jij je toekomst?! Zestien gemeenten in de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid pakken het alcoholgebruik onder jongeren regionaal aan. Samen met de politie, het openbaar ministerie en de GGD is het programma Verzuip jij je toekomst?! (VJJT) opgezet. Het programma is gericht op: 1. Het alcoholgebruik door jongeren onder de zestien jaar terugdringen 2. Het overmatig alcoholgebruik door uitgaanders (16-23 jaar) terugdringen. Verzuip jij je toekomst?! kenmerkt zich door een geïntegreerde aanpak. Interventies worden op meerdere fronten tegelijk ingezet. Pas dan, zo is wetenschappelijk aangetoond, is alcoholpreventie effectief. Dit betekent dat vanuit Verzuip jij je toekomst?! wordt ingezet op zowel beleid en regelgeving, handhaving als preventie & educatie. Daarnaast is kenmerkend voor de aanpak van Verzuip jij je toekomst?! dat zij zich in eerste instantie richt op de omgeving van de jongeren en niet op de jongeren zelf. Belangrijke reden hiervoor is dat jongeren in veel gevallen minder ontvankelijk zijn voor voorlichtingsboodschappen. De invloed van de ouders bijvoorbeeld speelt een grote rol in het drinkgedrag van hun kinderen, zelfs meer dan de invloed van leeftijdsgenoten. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat adolescenten minder drinken als hun ouders alcoholconsumptie afkeuren. Ouders zijn dan ook een belangrijke doelgroep van Verzuip jij je toekomst?! De eerste vier jaar heeft VJJT zich met name ingezet op beleid, handhaving en preventie op alcohol. Nu ligt de nadruk voornamelijk op preventie, op alcohol, maar ook met een verbreding naar middelengebruik in het algemeen. Vanuit diverse bronnen (politie/suswachten) komen signalen binnen dat binnen Sliedrecht sprake is van een bredere alcoholproblematiek dan drugsproblematiek. Wel is er in Sliedrecht, net als in andere dorpen en steden, een markt voor harddrugs. Deze problematiek wordt in het Integraal Veiligheidsplan benoemd. De precieze aard en omvang van de problematiek is nog niet duidelijk en moet in kaart worden gebracht. Hierbij zal het gebruik van sofdrugs in Sliedrecht en het gedogen daarvan in Elektra worden meegenomen. In het kader van het gezondheidsbeleid, Integraal Veiligheidsbeleid en het ingezette beleid van VJJT wordt dit gedoogbeleid in Elektra nadrukkelijk heroverwogen. 18

30 6.2. Drank- en horecawet De nieuwe drank- en horecawet biedt kansen om alcoholgebruik onder jongeren in handhavende/repressieve sfeer aan te pakken. Dit kan door bijvoorbeeld controles bij winkels en horeca. Nu zijn jongeren onder de 16 jaar strafbaar als zij alcohol in bezit hebben. Vanaf 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens voor het bezitten (en/of gebruiken) van alcohol verhoogd 18 jaar. Uitvloeisel van de wet is een drank- en horecaverordening en een handhavingsbeleid op het gebied van alcohol. Het toezicht op de drank- en horecawet is overgegaan van de Voedsel- en Warenautoriteit naar de burgemeester. Er worden beleidsregels opgesteld om de handhaving vorm te geven. Hier worden toezichtprioriteiten in opgenomen, deze zullen in het bijzonder liggen op het gebied van alcohol(matiging) en jongeren Resultaatgebieden en maatregelen Wat willen we bereiken: De volgende resultaatgebieden worden geformuleerd: 1. Jongeren en hun ouders zijn op de hoogte van de risico s van alcohol- en drugsgebruik; 2. Bewustzijn onder jongeren van gezondheidsrisico s van drugsgebruik; 3. Er is zicht op de aard en omvang van het (hard)drugsgebruik in Sliedrecht; 4. Minder alcohol- en drugsgebruik onder jongeren (zie beoogde resultaten uit de strategische agenda VJJT ) Wat gaan we daarvoor doen: De volgende maatregelen worden genomen om de resultaten te bereiken: 1. Inzetten van VJJT op preventie van alcohol en genotsmiddelen; 2. Inzetten van toezicht (BOA s) bij controles op leeftijdsgrenzen supermarkten, slijterijen, vergunningsplichtige horecabedrijven, bedrijven en instellingen 3. Er wordt handhaving ingezet bij overtredingen van de drank- en horecawet; 4. Jaarlijks worden alle basisscholen bezocht om kinderen bewust te maken van de gevaren van alcohol en drugs; 5. Integraal afspraken maken met alle betrokken partijen over ieders inzet; 6. In kaart brengen van de aard en omvang van het drugsgebruik in Sliedrecht; 19

31 7. Jongerenwerk in Sliedrecht Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht voert het professionele jongerenwerk uit in Sliedrecht. Het jongerenwerk biedt naast ontmoetingsactiviteiten ondersteuning bij de ontplooiing van jongeren, gericht op het verhogen van de mogelijkheden om later zelfstandig deel te nemen aan de samenleving. Jongerenwerkers hebben een vertrouwensrelatie met de jongeren en er wordt hen een veilige plek geboden. De gemeenteraad heeft op 21 februari 2012 de startnotitie doorlichting Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht vastgesteld. Bij het vaststellen van de startnotitie herijking Jeugdbeleid op 26 juni 2012 is bepaald dat deze doorlichting onderdeel uitmaakt van de herijking van het Jeugdbeleid. In de startnotitie doorlichting jongerenwerk staat opgenomen dat de volgende aspecten van het jongerenwerk worden doorgelicht: 1. de positie van het ambulant jongerenwerk (bijvoorbeeld in relatie tot de openingstijden/werktijden); 2. de relatie met overige plaatselijke vormen van jeugdwerk via kerken en verenigingen; 3. de bestuurlijke structuur; 4. benodigde accommodatie, toegespitst op de huidige behoeften; 5. signaleringsfunctie/ Zorg voor Jeugd; 6. subsidieovereenkomst; 7. bepaling van de doelgroep Positie van het ambulant jongerenwerk De definitie van ambulant jongerenwerk is: jongerenwerk dat niet gebonden is aan een locatie en dat meerdere werkvormen omvat, waarbij jongeren veelal actief op straat of elders opgezocht worden. Vinden, binden, motiveren en doorleiden zijn hierbij de kernwoorden. De jongerenwerkers van Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht besteden in totaal 20 uur per week aan ambulant jongerenwerk. In de wijken wordt contact gezocht met jongeren en worden (sport)activiteiten georganiseerd. Jongerenwerkers nemen deel aan het (gemeentelijk) hanggroepen overleg en het Zorgadviesteam waarin individuele casussen worden besproken. Ook worden zij ingeschakeld wanneer sprake is van jeugdoverlast. In de praktijk is gebleken dat de beschikbare 20 uur niet voldoende is om aan de wens van de gemeente, die het ambulante jongerenwerk als speerpunt heeft benoemd, maar ook aan de wens van de politie, die graag meer ambulant jongerenwerk zouden willen zien binnen Sliedrecht (gebiedsscan ), te voldoen. Ook is er verschil van mening wat nu precies verstaan wordt onder het ambulant jongerenwerk. De Stichting geeft aan ook ambulant jongerenwerk uit te voeren binnen het pand Elektra, dit vinden wij onwenselijk. Voorts gaat deelname aan bepaalde overleggen ten koste van het aantal uren dat de jongerenwerker daadwerkelijk actief is op straat. Wij definiëren ambulant jongerenwerk vanaf heden als contacten met jongeren buiten het pand Elektra en dus niet de jongeren die binnen de accommodatie verblijven. Op deze wijze ontstaat er een duidelijkere scheiding tussen het accommodatiegerichte jongerenwerk en het ambulante 20

32 jongerenwerk en kunnen de resultaten van deze werkvormen inzichtelijker worden gemaakt waardoor bijsturing sneller mogelijk is. Tevens is de vraag of de jongerenwerkers met de beperkte uren de mogelijkheid hebben om jongeren naast te vinden, ook kunnen binden, motiveren en doorleiden. De jongerenwerkers vinden de jongeren wel, het binden van jongeren is een moeilijke opgave. Als gekeken wordt naar de uitkomsten van het onderzoek dat door het OCD is uitgevoerd blijkt dat 18%(+/- 600 jongeren) van de jongeren weleens in Elektra komt, de bekendheid van het jongerenwerk is met 92% goed te noemen. Er is bij het jongerenwerk te spreken van een vaste kern die met regelmaat het jongerenwerk bezoekt. Uit bovenstaande kan geconcludeerd worden dat een uitbreiding van de uren voor ambulant jongerenwerk wenselijk is. Om dit mogelijk te maken wordt er vanaf eind 2013 door middel van de inzet van een combinatiefunctionaris een extra fte toegevoegd aan het team van jongerenwerkers. Hierdoor kunnen, door verschuiving van taken, uren worden vrijgespeeld voor de inzet van ambulant jongerenwerk. De combinatiefunctionaris wordt vanuit de impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur en door cofinanciering vanuit SOJS en de bibliotheek gefinancierd. Deze regeling maakt het mogelijk om de samenwerking tussen onderwijs, sport en cultuur te versterken. Binnen Sliedrecht is ervoor gekozen de combinatiefunctionarissen in te zetten in de bibliotheek en binnen het jongerenwerk. De combinatiefunctionaris binnen SOJS zet zich in op: In de wijken/buurten: Bevorderen c.q. stimuleren van: het sport- en beweeggedrag van jongeren; cultuurparticipatie van jongeren; de sociale, motorische en culturele ontwikkeling van jongeren door middel van sportieve en culturele activiteiten; de betrokkenheid/participatie van jongeren; de leefbaarheid in de wijk/buurt; samenwerking tussen jeugd-/jongerenwerk en overige maatschappelijke organisaties (o.a. onderwijs, sport- en cultuurverenigingen, woningvereniging). Binnen het onderwijs: Bevorderen c.q. stimuleren van: het sport- en beweeggedrag in het naschoolse aanbod; samenwerking tussen jeugd-/jongerenwerk en het onderwijs. Voor de sport: Bevorderen c.q. stimuleren van: sportparticipatie bij sportverenigingen; samenwerking tussen jeugd-/jongerenwerk en sportverenigingen; vrijwilligerswerk bij sportverenigingen onder jongeren; betere benutting van accommodaties. Voor cultuur: Bevorderen c.q. stimuleren van: cultuurparticipatie bij culturele organisaties en verenigingen; samenwerking tussen jeugd-/jongerenwerk en culturele organisaties en verenigingen; vrijwilligerswerk bij culturele organisaties en verenigingen. 21

33 De inzet van combinatiefunctionarissen binnen Sliedrecht wordt regelmatig geëvalueerd, dan zal blijken in hoeverre de inzet van deze functionarissen heeft geleid tot een betere samenwerking tussen onderwijs, sport en cultuur. Ieder half jaar vinden er voortgangsgesprekken plaats De relatie met overige plaatselijke vormen van jeugdwerk via kerken en verenigingen. In de huidige nota Jeugd stond opgenomen dat Stichting Jongerenwerk Sliedrecht meer moest gaan samenwerken met andere organisaties die zich bezig houden met jongeren. De Stichting zet zich in om in samenwerking met derden activiteiten te organiseren voor de jeugd. Er is reeds een samenwerking met verschillende scholen en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Een versteviging van deze samenwerking en een uitbreiding hiervan richting onder andere de verenigingen en kerkelijk jeugdwerk is echter noodzakelijk om de spilfunctie van de Stichting verder vorm te geven. Deze organisaties bereiken andere jongeren dan SOJS. Dit is een gegeven, echter bij complexe vraagstukken met betrekking tot opgroeiproblemen moet SOJS ondersteuning kunnen bieden aan deze verenigingen en instellingen. Deze ondersteuning richt zich op: ontwikkelen van activiteiten organisatorische vraagstukken signalering en doorverwijzing 7.3. De bestuurlijke structuur SOJS werkt met een jongerenzelfbestuur. Dit houdt in dat het bestuur wordt gevormd uit de bezoekers van Elektra. In het verleden is gebleken dat de continuïteit niet gewaarborgd is en de daadkracht van een dergelijk bestuur niet altijd groot is. Er is veel ondersteuning van de jongerenwerkers noodzakelijk. De zelfstandigheid van het bestuur komt hierdoor in het geding. De leeftijd van bestuurders zorgt voor rolverwarring, enerzijds zijn zij bezoekers/deelnemers, anderzijds zijn zij bestuurders/werkgever. In de startnotitie doorlichting Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht staat opgenomen dat de bestuursstructuur dient te wijzigen naar een structuur die past bij een stichting als Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht, waarbij: continuïteit wordt gewaarborgd; daadkracht wordt verhoogd. het werkgeverschap van het personeel anders wordt georganiseerd. de positie en inbreng van de doelgroep in het beleid wordt gewaarborgd. Voor het verstevigen van de bestuursstructuur is het vormen van een brede Welzijnsstichting een goede oplossing. Met de uitbreiding van Stichting Welzijnswerk Sliedrecht met de professionalisering van het vrijwilligerspunt, hulp bij thuisadministratie en begeleiding (pakketmaatregel) is, in het kader van het WMO beleid, al een eerste aanzet gedaan naar de vorming van een brede welzijnsstichting. Een volgende stap is om ook het jongerenwerk hier als onderdeel aan toe te voegen om de eerder genoemde knelpunten te verhelpen. Bovenstaande sluit aan bij het raadsprogramma Sliedrecht meer waard waarin gestreefd wordt naar de verbreding van SWS. Dit zal overigens wel in samenwerking met beide stichtingsbesturen moeten worden vormgegeven. Overigens zou bij de ontwikkeling van een nieuwe structuur ook dienen te worden bezien of delen van de stichtingsactiviteiten van SOJS (bijvoorbeeld het poppodium) een meer zelfstandige positie zouden kunnen krijgen. Mede daardoor kan de inbreng van de doelgroep ( de jongeren zélf ) bij het activiteitenbeleid een plaats blijven houden, zoals nu b.v. nu al het geval is bij de zgn. Programmaraad. 22

34 7.4. Benodigde accommodatie, toegespitst op de huidige behoeften. Zoals eerder aangegeven biedt het jongerenwerk jongeren een veilige plek. Met name voor kwetsbare jongeren is dit erg belangrijk. Om kwalitatief goed jongerenwerk te bieden kan het jongerenwerk niet zonder eigen accommodatie waar jongeren kunnen worden opgevangen en van waaruit activiteiten kunnen worden ontplooid. Binnen Sliedrecht beschikt het jongerenwerk over deze voorzieningen. SOJS is gehuisvest in het pand aan de Stationsweg 4. Dit pand beschikt over verschillende ruimten die zijn ingericht voor de (opvang van) jeugd. Daarnaast is een poppodium gehuisvest in het pand en worden ruimtes ter beschikking gesteld voor repeterende bands. Een aantal ruimtes wordt beperkt gebruikt. De ligging van de accommodatie en de gebruiksmogelijkheden daarvan zijn echter zeer geschikt. Er is bekeken of het interessant zou zijn de Stichting te huisvesten een kleiner pand zodat de ruimtes efficiënter worden benut. In 2011 is het pand Elektra getaxeerd. Uit deze taxatie blijkt dat huisvesting van het jongerenwerk op een andere locatie financieel volstrekt niet haalbaar is. Het is wel mogelijk om de beschikbare ruimte in het pand zoveel mogelijk multifunctioneel in te zetten. Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht zoekt naar medegebruikers waarvan de activiteiten passen binnen de doelstelling van de Stichting. Ook de accommodatie van SOJS is overigens onderdeel van het bij de kadernota aangekondigde onderzoek naar het beheer van het gemeentelijk vastgoed. In januari 2014 wordt hiervan een rapportage aan de gemeenteraad aangeboden Signaleringsfunctie Zorg voor Jeugd Jongerenwerkers hebben een belangrijke signaleringsfunctie. SOJS neemt deel aan het ZAT maar signaleert niet in Zorg voor Jeugd. Reden hiervoor is dat de jongerenwerkers hun vertrouwensband met de jeugd niet op het spel willen zetten. Toch is het van belang dat ook de signalen vanuit het jongerenwerk een plek krijgen in Zorg voor Jeugd zodat zij betrokken (kunnen) worden bij de hulpverlening aan een jongere. Er valt te denken aan een constructie waarin de signalering niet door de jongerenwerker maar middels een andere organisatie of overleg wordt doorgemeld Subsidieovereenkomst Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht ontvang jaarlijks een subsidie van de gemeente Sliedrecht. Aan de subsidie zijn hoofdfuncties gekoppeld waaraan activiteiten zijn gekoppeld die de Stichting uitvoert. Het gaat hier om de volgende functies: 1. Ambulant werk, waaronder buurtbeheer en meidenwerk; 2. organisatie educatieve activiteiten; 3. programmering podium; 4. informatievoorziening; 5. organisatie van sport,- en recreatieve activiteiten; 6. aanbieden van ruimte. Bovenstaande functies zijn niet goed meetbaar. Zoals is opgenomen in het onderzoek naar de effectiviteit van de subsidies worden de prestaties van SOJS in 2014 verder uitgewerkt. 23

35 7.7. Bepaling van de doelgroep In de statuten van SOJS staat opgenomen dat de doelgroep jongeren tussen de 16 en 26 jaar is. Er is geen eenduidige definitie van het begrip jongere. Vanuit het CJG wordt uitgegaan van jongeren tot 23 jaar. Voordeel van een ruimere doelgroep is dat de Stichting zicht heeft op jong-volwasssenen en deze kan begeleiden waar nodig als het bijvoorbeeld gaat om het vinden van werk of huisvesting. Nadeel is dat door het trekken van oudere jongeren de jongere jongeren zouden kunnen wegblijven. Focus van het jongerenwerk moet liggen bij de jongeren tot 23 jaar. In de nieuw op te stellen subsidieovereenkomst kan worden opgenomen dat de subsidie is bedoeld voor activiteiten voor jongeren onder de 23 jaar. Op dit moment bezoekt 18% van de jongeren Elektra weleens. Dit is te beperkt en te eenzijdig. Dit percentage moet worden verhoogd door een aanpassing van het activiteitenaanbod zodat dit een grotere en bredere doelgroep aanspreekt Resultaten en maatregelen Wat willen we bereiken De volgende resultaatgebieden zijn geformuleerd: 1. In stand houden van aanbod van voorzieningen voor sport, spelen en cultuur; 2. Versteviging van de samenwerking tussen SOJS, verenigingen en (kerkelijk) jeugdwerk; 3. Het aanbod van de activiteiten sluit aan op de vraag; 4. Basisvoorzieningen zijn breed inzetbaar en worden multifunctioneel gebruikt; 5. Vergroten en verbreden van het bereik van het jongerenwerk van 18% naar 25% in 2014; 6. Toekomstbestendig jongerenwerk Wat gaan we doen De volgende maatregelen nemen we om de hierboven genoemde resultaten te bereiken: 1. Stimuleren va multifunctioneel gebruik van het jongerencentrum Elektra; 2. Inzetten van een combinatiefunctionaris binnen het jongerenwerk; 3. Versteviging van de bestuursstructuur door uitbreiden van de Stichting Welzijnswerk Sliedrecht met het jongerenwerk; 4. Duidelijke en meetbare prestatieafspraken maken in de subsidieovereenkomst; 5. Verlagen van de leeftijd van de doelgroep van SOJS tot 23 jaar; 6. Leggen van relaties met en ondersteunen van sportverenigingen en andere (kerkelijke) jeugdorganisaties; 7. Signaleringsfunctie binnen Zorg voor Jeugd vormgeven. 24

36 Relevante kaders en beleidsnota s Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO beleidsplan ) Wet op de nieuwe Jeugdzorg (nieuwe concept Jeugdwet) Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) Wet Werk en Bijstand (WWB) Leerplichtwet Wet Passend Onderwijs Participatiewet (concept) Integrale beleidsnota sport Beleidsnota Centrum Jeugd en Gezin Meldcode huiselijk geweld Meldcode kinderopvang Integrale beleidsnota veiligheid Visie transitie jeugdzorg Startnotitie herijking jeugdbeleid Startnotitie doorlichting jongerenwerk 25

37 Strategie Vast te stellen door de stuurgroep van Verzuip jij je Toekomst?! Versie november

38 Voorwoord In het hele land wordt sinds een aantal jaren stevig campagne gevoerd om ouders en jongeren te wijzen op de gevaren van alcohol. Nederlandse pubers drinken namelijk jong, veel en vaak. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat eenvoudige toegang tot alcohol een belangrijke factor is bij de stijging van het alcoholgebruik door de jeugd. En daar zit in Nederland het probleem. Het is voor jongeren relatief simpel om aan alcohol te komen. Supermarkten, slijterijen, sportverenigingen en horecagelegenheden verstrekken te gemakkelijk drank aan jongeren onder de 16. Ze komen hier ook vaak mee weg, omdat de handhaving in Nederland een zorgenkindje blijft. Maar ook veel ouders nemen onvoldoende hun verantwoordelijkheid. Nog een te grote groep vaders en moeders geeft zelf niet het goede voorbeeld en stelt nauwelijks of geen regels ten aanzien van drankgebruik bij hun kind(eren). Overmatig alcoholgebruik bij jongeren heeft gevolgen voor de ontwikkeling van de hersenen. Het brein van iemand onder de 24 jaar is nog niet volgroeid. Alcohol verstoort deze natuurlijke groei van de hersenen en andere organen. Daarom is mijn advies om met alcohol te wachten tot kinderen in elk geval 18 jaar zijn. Dit sluit aan bij het advies van de Nederlandse Gezondheidsraad en zal, gezien de ervaringen in andere landen, leiden tot minder alcoholgebruik bij jongeren en minder alcoholvergiftigingen. Die cijfers, bijgehouden door het Nederlands Signaleringscentrum Kindergeneeskunde (NSCK), stijgen nog steeds. De afgelopen jaren kwamen er ieder jaar meer comateuze kinderen met een alcoholvergiftiging binnen op de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis. Dit is een landelijke ontwikkeling, in stad en dorp, onder hoogopgeleide en lager opgeleide jongeren, bij jongens en meisjes, in alle sociale klassen. Ik sta als coördinator van het NSCK telkens weer verbaasd van de aantallen, de leeftijden van de kinderen en het gemak waarmee ze aan alcohol kunnen komen. Ouders weten vaak van het gebruik en zorgen soms zelfs voor de drank uit de supermarkt. Ook de regio Zuid-Holland Zuid heeft te maken met overmatig drinkende jongeren. In 2009 is daarom met Verzuip jij je Toekomst?! het initiatief genomen om op regionale schaal het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Juist zo n regionale aanpak heeft de meeste kans op resultaat. De afgelopen jaren is door het programma veel werk verzet om jongeren en hun omgeving bewust te maken van de risico s van alcohol, gemeenten te ondersteunen bij het voeren van een succesvol lokaal alcoholpreventiebeleid en de handhaving van de wettelijke regels in de regio te bevorderen. Verzuip jij je Toekomst?! is voor mij een voorbeeld van een geslaagde integrale aanpak op het gebied van beleid, handhaving en voorlichting. Dit begint ook zichtbaar te worden in de resultaten, zoals u in de evaluatie over de periode heeft kunnen lezen. We zijn er echter nog lang niet. Kinderen zullen nog wel een poosje te jong, te veel en te vaak alcohol drinken. Alcohol is overal, en de laatste patiënt op de alcoholpoli hebben we nog niet gehad. Daarom is het zaak de aandacht niet te laten verslappen en de komende jaren te blijven investeren in een regionale aanpak om overmatig alcoholgebruik door kinderen te ontmoedigen. De achttien participerende gemeenten kunnen de komende jaren ten volle gebruik maken van de door Verzuip jij je Toekomst?! opgebouwde infrastructuur. Als deze wordt afgebroken, kost het in de toekomst veel moeite en middelen dit opnieuw op te bouwen en resultaat te behalen. Ik adviseer dan ook om in de periode door te gaan met Verzuip jij je Toekomst?!. De ervaring leert dat juist zo n tweede periode daadwerkelijk het verschil kan maken bij een regionaal alcoholpreventieprogramma. Nico van der Lely Kinderarts in het Reinier de Graaf Ziekenhuis in Delft en oprichter van de polikliniek Jeugd & Alcohol 2

39 Inhoudsopgave Bestuurssamenvatting strategie Verzuip jij je Toekomst?! Inleiding Richtinggevende documenten Doel document Leeswijzer 11 2 Analyse 12 3 Doelgroepen en doelstellingen Doelgroepen Doelstellingen 14 4 Strategische uitgangspunten Integrale benadering gebaseerd op drie pijlers Meerwaarde regionale aanpak Volksgezondheid, Jeugd, Onderwijs en Openbare Orde & Veiligheid Terugdringen beschikbaarheid via omgevingsbenadering Focus op ouders, maar jongeren zelf worden niet vergeten Op voorlichtingsvlak ook aandacht besteden aan andere middelen dan alcohol Naamgeving programma 21 5 Speerpunten en activiteiten voor de periode Pijler Beleid (alcoholgebruik) Speerpunt 1: Naar een eenduidig alcoholbeleid op middelbare scholen Overige actiepunten vanuit de pijler Beleid Pijler Handhaving (alcoholgebruik) Speerpunt 2: Advisering m.b.t. preventie bij gewijzigde Drank- en Horecawet Speerpunt 3: Advisering aanpak openbare dronkenschap Pijler Bewustwording (middelengebruik) Algemeen 25 3

40 5.3.2 Speerpunt 4: Ouders Speerpunt 5: Alcoholverstrekkers Speerpunt 6: Jongeren Speerpunt 7: Vroegsignalering en deskundigheidsbevordering 29 6 Evaluatie 31 7 Programmaorganisatie Stuurgroep Klankbordgroep Programmacoördinator Rol van gemeenten Opdrachtgeverschap 34 8 Communicatie en financiën Communicatie Financiën 35 Literatuur 37 Bijlage 1: Bestuurssamenvatting evaluatie Bijlage 2: Meerjarenbegroting Verzuip jij je Toekomst?!

41 Bestuurssamenvatting strategie Verzuip jij je Toekomst?! Algemeen De evaluatie van Verzuip jij je Toekomst?! over de periode heeft laten zien dat in de afgelopen vier jaar de eerste resultaten zijn bereikt met betrekking tot het terugdringen van het hoge alcoholgebruik van jongeren in de regio Zuid-Holland Zuid. Om deze resultaten vast te houden en te versterken, blijft regionale inzet op de problematiek de komende jaren van groot belang. Alcoholpreventie is, zoals dr. Nico van der Lely in zijn voorwoord terecht opmerkt, een kwestie van lange adem en doorzetten. Vandaar dat hij, net als de direct betrokkenen van Verzuip jij je Toekomst?!, pleit voor een voortzetting van het programma in de periode Er ligt nog veel werk, en evenzoveel kansen. Op basis van de evaluatie en een analyse van relevante trends en ontwikkelingen waar Verzuip jij je Toekomst?! in de periode mee te maken heeft, is een strategie ontwikkeld voor de periode Belangrijke ijkpunten in deze strategie zijn: Vasthouden aan de integrale aanpak van beleid, handhaving en voorlichting; inzet van de beleidsterreinen Volksgezondheid, Jeugd, Onderwijs en Openbare Orde & Veiligheid; terugdringen van de beschikbaarheid van alcohol via de omgevingsbenadering; focus op ouders en andere verstrekkers van alcohol, maar jongeren zelf niet vergeten; op voorlichtingsvlak ook aandacht besteden aan ander middelengebruik en combinatiegebruik 1, waarbij alcohol altijd één van de onderwerpen is en alleen als het gaat om voorlichtingsactiviteiten. Doelen 1. Het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar (10 t/m 17 jaar) 2. Het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar Beoogde resultaten in Het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar (10 t/m 17 jaar) 2 : De gemiddelde startleeftijd van jongeren voor het drinken van alcohol is verder toegenomen (12,9 jaar in 2011); Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat de afgelopen maand 3 alcohol heeft gedronken, is verder afgenomen (26% in 2011); Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat de afgelopen maand 3 aan binge drinken heeft gedaan (5 of meer glazen bij één gelegenheid) is verder afgelopen (20% in 2011); Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat dronken of aangeschoten is geweest in de afgelopen maand 3 is verder afgenomen (12% in 2011); Het percentage ouders dat aangeeft dat zijn of haar kind thuis géén alcohol mag drinken voor het 18e levensjaar is ten minste 70% (92% in 2011 voor de 16 jaar-grens); 1 Conform de Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid en de Integrale Veiligheidsplannen van gemeenten. 2 Bij voorlichtingsactiviteiten wordt, naast de focus op alcohol, aanvullend aandacht besteed aan bewustwording van de risico s van ander middelengebruik. Gedragsverandering bij jongeren kan echter pas bereikt worden wanneer er, naast voorlichting, ook gerichte acties worden ondernomen op het gebied van beleid en handhaving. Omdat het programma zich hier niet op richt, zijn er geen specifieke doelen op gedragsniveau voor het terugdringen van middelengebruik door jongeren geformuleerd. Wel is er een doelstelling opgenomen voor het creëren van bewustwording bij ouders als het gaat om preventie van middelengebruik door jongeren. 3 De specificatie afgelopen maand heeft te maken met de vraagstelling in het onderzoek. 5

42 Het percentage ouders dat denkt dat het verstandig is om jongeren thuis te leren drinken is verder afgenomen (30% in 2011); Het percentage ouders dat aangeeft dat zijn of haar kind geen middelen (soft- of harddrugs) mag gebruiken voor het 18 e levensjaar is ten minste 70%; Er is sprake van een verbetering in de naleving van de wettelijke leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop in supermarkten, sportverenigingen, slijterijen en horeca (22% in 2011) Het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar 2 : Het percentage jongeren van 18 t/m 23 jaar dat de afgelopen maand 3 aan binge drinken heeft gedaan (4 of meer glazen bij één gelegenheid voor vrouwen, 6 of meer glazen bij één gelegenheid voor mannen), is verder afgenomen (12% in 2009); Het aantal jongeren van 16 t/m 23 jaar dat als gevolg van een alcoholvergiftiging wordt behandeld door ambulancepersoneel is verder afgenomen (58 jongeren in 2011); Het aantal alcoholgerelateerde incidenten waarbij jongeren van 16 t/m 23 jaar betrokken zijn en dat door de politie wordt geregistreerd, is verder afgenomen (1.030 incidenten in 2010); Er is sprake van een verbetering in de naleving van het wettelijk verbod op doorschenken bij dronkenschap in de horeca (17% in 2010) 4. Vallend onder beide hoofddoelstellingen: Minimaal 50% van alle scholen voor voortgezet onderwijs is alcoholvrij voor leerlingen en voldoet hiermee aan de criteria van het landelijke keurmerk Alcoholvrije School (tot nu toe 2 scholen in 2012); Er is een werkende keten van vroegsignalering en verwijzing van jongeren met risicovol alcoholgebruik, waarbij jongeren worden verwezen naar een preventief contactmoment met een professional (pilotproject in ). Bestuurlijke ophanging en organisatie Verantwoordelijk Trekker Betrokkenen bestuurlijk orgaan Gemeenschappelijke Regeling Publieke Gezondheid en Jeugd Stuurgroep Verzuip jij je Toekomst?! bestaande uit: - Voorzitter - Burgemeesters - Wethouders (waaronder één vanuit het DB PG&J 6 ) - Politie - OM - Programmaleider - Communicatieadviseur Klankbordgroep bestaande uit: - Beleidsmedewerkers Volksgezondheid, Jeugd, Onderwijs en Openbare Orde & Veiligheid - GGD Zuid-Holland Zuid - Verslavingszorginstellingen - Politie - OM - Programmaleider - Communicatieadviseur 4 De verantwoordelijkheid voor het organiseren en uitvoeren van handhaving om de naleving van alcoholverstrekkers te controleren, ligt bij de gemeente. Verzuip jij je Toekomst?! zal gemeenten adviseren om dit goed vorm te geven, maar kan hier geen directe invloed op uitoefenen. 5 Dit project loopt in de gemeenten Binnenmaas, De Waard en Dordrecht. De resultaten worden begin 2013 verwacht. 6 Dagelijks Bestuur Publieke Gezondheid & Jeugd. 6

43 Drie pijlers, zeven speerpunten, veel activiteiten Pijler Beleid (alcohol) Speerpunt 1. Naar een eenduidig alcoholbeleid op middelbare scholen Uitrol landelijk keurmerk Alcoholvrije School bij scholen voor voortgezet onderwijs Beleidsadvies De Gezonde School en Genotmiddelen bij basisscholen Beleidsadvies De Gezonde School en Genotmiddelen bij scholen voor voortgezet onderwijs Overige actiepunten binnen de pijler Beleid Politiek draagvlak beïnvloeden voor verhoging leeftijdsgrens alcoholverkoop van 16>18 jaar Gemeenten adviseren over afstemming VjjT-activiteiten en lokale activiteiten Pijler Handhaving (alcohol) Speerpunt 2. Advisering m.b.t. preventie bij gewijzigde Drank- en Horecawet Informatiebijeenkomsten voor alcoholverstrekkers organiseren Gemeenten adviseren over rol van preventie bij lokale implementatie DHW (o.a. m.b.t. modelverordeningen) Regionale handhavingscommunicatie verzorgen Uitvoeren van mystery shopping onderzoek Speerpunt 3. Advisering aanpak openbare dronkenschap Samenwerking met Halt rondom afdoening Alcohol Evenementen organisatoren stimuleren tot actief genotmiddelenbeleid Gemeenten ondersteunen bij organiseren van trainingen voor horecapersoneel Verdere aanpak openbare dronkenschap ontwikkelen i.s.m. andere regionale alcoholpreventieprojecten Uitvoeren van onderzoek naar doortappen in de horeca Pijler Bewustwording (alcohol en andere middelen) Algemeen Non-alcohol maand per gemeente, waarbij supermarkten, horeca, sportverenigingen, scholen, politie, jongerenwerk, etc vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en met steun van VjjT activiteiten organiseren Speerpunt 4. Ouders Ouderavonden Help, mijn kind wordt een puber! in het basisonderwijs (via de Gezonde School) Ouderavonden De Gezonde School en Genotmiddelen in het basisonderwijs (via de Gezonde School) Ouderavonden De Gezonde School en Genotmiddelen in het voortgezet onderwijs Ouderbijeenkomsten voor ouders van (uitgaande) jongeren (o.a. Kroegentocht) Spreekbeurt/presentatie voor ouders over alcohol en middelen door hun kinderen Inzet oudercomité (rapportavonden voortgezet onderwijs, Avondvierdaagse en andere contactmomenten) Bewustwordingsacties rondom e-health via lokale media en social media Speerpunt 5a. Alcoholverstrekkers: horeca en evenementen Organiseren van trainingen voor horecapersoneel (BarCode,Eerste Hulp Bij Drank- en drugsongelukken in het Uitgaanscircuit) Adviseren van evenementenorganisaties over beleid m.b.t. middelengebruik Speerpunt 5b. Alcoholverstrekkers: detailhandel Stimuleren van verbetering van de leeftijdscontrole bij alcoholverkoop middels gesprekken met detaillisten en brancheorganisaties 7

44 Speerpunt 5c. Alcoholverstrekkers: sportverenigingen Stimuleren van structurele aandacht voor alcohol en andere middelen in beleid gericht op (jeugd)leden, ouders, barpersoneel en bestuur Speerpunt 6. Jongeren Digitale lesmodules De Gezonde School en Genotmiddelen in het basisonderwijs (via de Gezonde School) Digitale lesmodules De Gezonde School en Genotmiddelen in het voortgezet onderwijs Lagerhuisdebat in het voortgezet onderwijs Wedstrijd voor MBO-leerlingen rondom meest vernieuwende aanpak voor alcoholpreventie bij jongeren Bewustwordingsacties rondom e-health via lokale media en social media Speerpunt 7. Vroegsignalering en deskundigheidsbevordering Uitrol landelijk protocol Vroegsignalering Riskant Alcoholgebruik bij Jongeren bij intermediairs Borgen van multidisciplinair nazorgtraject voor jongeren met een alcoholintoxicatie in het ziekenhuis Stimuleren van deskundigheidsbevordering over alcohol en andere middelen in de eerste lijn Financiën Geraamde kosten voor de periode : Overhead Uitvoering o Beleid o Handhaving o Bewustwording De GGD ZHZ levert daarnaast inzet uit de basisuren voor de programmaleider, een functionaris gezondheidsbevordering, een epidemioloog en een administratieve kracht. Inwonerbijdrage per gemeente: 0,36 (gebaseerd op 16 gemeenten 7 met in totaal inwoners) Dekking: Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid De regio Zuid-Holland Zuid bestaat momenteel uit 19 gemeenten. Per 1 januari 2013 fuseren de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland tot de nieuwe gemeente Molenwaard. De gemeente Alblasserdam participeert niet in Verzuip jij je Toekomst?!. Vanaf 2013 bedient het programma 16 gemeenten in Zuid-Holland Zuid. 8

45 Strategie Verzuip jij je Toekomst?! Tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar (10 t/m 17 jaar) Hoofddoelen 2. Tegengaan van schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar Subdoelen Minimaal 50% van de middelbare scholen is alcoholvrij Verbetering in de naleving van leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop Verbetering in de naleving van verbod op doorschenken bij dronkenschap in de horeca Toename bewustwording bij ouders over normen voor jeugdig middelengebruik Afname alcoholgebruik, binge drinken, dronkenschap; toename startleeftijd Afname alcoholvergiftiging; afname alcoholgerelateerde incidenten Werkende keten van vroegsignalering en verwijzing Speerpunten 1. Middelbare scholen stimuleren tot een alcoholvrij schoolbeleid 2. Gemeenten adviseren m.b.t. preventie in gewijzigde DHW 3. Gemeenten adviseren bij aanpak openbare dronkenschap 4. Ouders bewust maken van hun rol bij ontmoediging van middelengebruik door jongeren 5. Alcoholverstrekkers bewust maken van en trainen in verantwoord alcohol schenken 6. Jongeren bewust maken van de risico s van (schadelijk) middelengebruik 7. Intermediairs bewust maken van en trainen in vroegsignalering en verwijzing 9

46 1. Inleiding In de periode wil het programma Verzuip jij je Toekomst?! zich, net als in de voorgaande vier jaar, richten op het realiseren van een integrale aanpak. Samenwerken is daarin het sleutelwoord: samenwerken tussen lokale en regionale partijen, eerstelijns- en tweedelijns instellingen (preventie en zorg) en de verschillende beleidsterreinen. Samenhang, duidelijke regie, duurzaamheid en kwaliteit vormen de kernbegrippen bij deze aanpak. In dit hoofdstuk worden de concrete ideeën van Verzuip jij je Toekomst?! voor de komende periode uiteen gezet. Verzuip jij je Toekomst?! draagt bij aan de doelstellingen van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid (2011) en de Integrale Veiligheidsplannen van gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid wat betreft het terugdringen van alcohol- en druggebruik door jongeren, het bevorderen van gezondheid en het bewaken van de openbare orde en veiligheid. Het programma vormt de invulling van verslavingspreventie volgens de Wet Publieke Gezondheid (WPG). Het programma heeft connecties met de beleidsterreinen Volksgezondheid, Jeugd, Onderwijs, Sport en Openbare Orde & Veiligheid. 1.1 Richtinggevende documenten Vier documenten zijn richtinggevend voor de strategie van Verzuip jij je Toekomst?! in de periode Het gaat om de volgende nota s: Hoofdlijnenbrief Alcohol Landelijke Nota Gezondheidsbeleid Nota van Uitgangspunten; Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid Handleiding Lokaal Alcoholbeleid; Handreiking Gezonde Gemeente themadeel Alcohol Hoofdlijnenbrief Alcohol Het doel van het Nederlandse alcoholbeleid is het voorkomen van schadelijk alcoholgebruik door middel van preventie, hulpverlening en regelgeving over de productie en verkoop van alcohol. Deze regelgeving is vastgelegd in de Drank- en Horecawet. De uitwerking van het beleid gericht op het voorkomen van schadelijk alcoholgebruik is vastgelegd in de Hoofdlijnenbrief Alcoholbeleid (Miniserie van VWS, 2007). Daarbij ligt een sterke focus op het alcoholgebruik door jongeren. Uiteindelijk is het doel van het alcoholbeleid dat jongeren niet voorhun 16e jaar beginnen met drinken, jongeren minder gaan drinken, minder mensen lichamelijk of geestelijk afhankelijk worden vanwege overmatig alcoholgebruik en dat de schadelijke gevolgen van overmatig alcoholgebruik in bijzondere situaties worden verminderd. Landelijke Nota Gezondheidsbeleid Iedere vier jaar brengt de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid uit, zoals vastgelegd in de Wet publieke gezondheid (Wpg). In de nota benoemt de minister de landelijke prioriteiten die aanknopingspunten bieden voor het gemeentelijk gezondheidsbeleid. In mei 2011 is deze landelijke nota weer verschenen, getiteld Gezondheid Dichtbij (Ministerie van VWS, 2011). De Landelijke Nota Gezondheidsbeleid beschrijft de vijf speerpunten voor de komende jaren. Preventie van schadelijk alcoholgebruik, is net als vier jaar geleden, opnieuw één van deze speerpunten.

47 Nota van Uitgangspunten; Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid In de Bestuurscommissie Volksgezondheid van 3 maart 2011 is de Nota van Uitgangspunten vastgesteld. Deze nota beschrijft het kader en de uitgangspunten met betrekking tot gezondheid voor de komende jaren ( ) en geldt voor de 19 gemeenten van Zuid-Holland Zuid. Het is de voorloper van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid (2011) en eveneens kaderstellend voor de strategie van het programma Verzuip jij je Toekomst?! voor de periode Handleiding Lokaal Alcoholbeleid; Handreiking Gezonde Gemeente themadeel Alcohol De Handleiding Lokaal Alcoholbeleid (Mulder & Gacsbaranyi, 2007) is ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van VWS als hulpmiddel voor beleidsmakers. Het document is gebruikt ter ondersteuning van de praktische uitwerking van de doelstellingen uit de Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zuid- Holland Zuid in het actieprogramma van Verzuip jij je Toekomst?! voor de komende drie jaar. De Handreiking Gezonde Gemeente is een digitaal hulpmiddel voor het opstellen, uitvoeren en evalueren van gemeentelijk gezondheidsbeleid ( Het themadeel Alcohol van deze handreiking biedt een overzicht van mogelijkheden die gemeenten hebben om samen met partnerorganisaties alcoholproblemen terug te dringen. Deze handreiking is eind 2012 aangepast op basis van de aankomende wijzigingen in de Drank- en Horecawet. 1.2 Doel document Naar aanleiding van de aanmoedigende resultaten van de afgelopen programmaperiode van Verzuip jij je Toekomst?! op het gebied van samenwerking, bewustwording en gedragsverandering hebben de deelnemende gemeenten 8 in de regio Zuid-Holland Zuid aangegeven in de periode verder te willen met het thema preventie van jeugdig middelengebruik. In dit document blikken we vooruit op de komende periode. We presenteren onze ideeën voor Verzuip jij je Toekomst?! in , zodat de gemeenten op basis van de evaluatie 9 van de afgelopen vier jaar en onze visie voor de komende vier jaar een weloverwogen beslissing kunnen nemen over het vervolg van het programma. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk twee wordt het fundament voor de gekozen strategie uiteen gezet: de interne en externe analyse. Hoofdstuk drie gaat in op doelgroepen en doelstellingen, waaruit de algemene strategische uitgangspunten zijn afgeleid (hoofdstuk vier). Deze wordt vervolgens uitgewerkt in zeven speerpunten voor de periode (hoofdstuk vijf), evaluatie (hoofdstuk zes) en programmaorganisatie (hoofdstuk zeven). Hoofdstuk acht sluit af met communicatie, financiën en opdrachtgeverschap. 8 De regio Zuid-Holland Zuid bestaat momenteel uit 19 gemeenten. Per 1 januari 2013 fuseren de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland tot de nieuwe gemeente Molenwaard. De gemeente Alblasserdam participeert niet in Verzuip jij je Toekomst?!. Vanaf 2013 bedient het programma 16 gemeenten in Zuid-Holland Zuid. 9 Zie Bijlage 1 en het document Evaluatie Verzuip jij je Toekomst?!

48 2 Analyse Om een strategie te kunnen opstellen, is het belangrijk te starten met een in- en externe analyse. Immers, op basis van deze inzichten kunnen keuzes voor de toekomst worden gemaakt. Bij het maken van de analyse zijn diverse partijen betrokken geweest. Er hebben interviews plaatsgevonden met experts uit het werkveld en enkele bestuurders uit deze regio. Daarnaast zijn er workshops geweest met de partners in het programma en de interne programmagroep van Verzuip jij je Toekomst?!. De uitkomsten van deze consultatieronden kunnen in de volgende opsomming van trends, ontwikkelingen en aanbevelingen worden samengevat: Aankomende wetswijziging Drank- en Horecawet. De Drank- en Horecawet gaat veranderen. Eind juni 2011 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een wetsvoorstel waarmee gemeenten meer mogelijkheden krijgen om overmatig alcohol van jongeren tegen te gaan en verstoring van de openbare orde als gevolg van alcoholgebruik te voorkomen. Het feit dat gemeenten meer bevoegdheden krijgen in het vormgeven en uitvoeren van alcoholbeleid bevestigt nogmaals het belang van regionale samenwerking en het integrale aanbod vande drie pijlers van Verzuip jij je Toekomst?!. De belangrijkste wijzigingen zijn: nieuwe regels voor de paracommercie, een nieuwe rol voor de burgemeester, nieuwe verordenende bevoegdheden van gemeenteraden, mogelijkheden voor sancties voor de detailhandel, strafbaarstelling voor jongeren en decentralisatie van het toezicht naar gemeenten. De wetswijziging treedt per 1 januari 2013 in werking. Extra aandacht voor kwetsbare groepen jongeren. In de literatuur wordt aanbevolen extra aandacht te besteden aan verschillende groepen kwetsbare jongeren, omdat zij risicovoller drinkgedrag vertonen en hierdoor een verhoogd risico lopen op problematisch middelengebruik (Snoek e.a., 2010; Verdurmen e.a., 2012). Voor Verzuip jij je Toekomst?! zijn met name jongeren met een laag opleidingsniveau (vmbo, lwoo, praktijkonderwijs) relevant. Deze groep vraagt om een andere benadering en een aangepaste versie van bestaande interventies, om dit beter te laten aansluiten bij het niveau en de leefwereld van de doelgroep. Extra aandacht voor dronkenschap bij jongeren in de leeftijd van jaar. Ondanks dat het lokale alcoholbeleid de laatste jaren goed van de grond komt en het drinkgedrag van jongeren onder de 16 jaar langzaam afneemt (dit komt in de regio ZHZ tot uiting in de verhoogde startleeftijd), blijft de aanpak van dronkenschap een knelpunt voor veel gemeenten. Ook vanuit de politie komen steeds meer signalen van overlast als gevolg van overmatig alcoholgebruik door jongeren in de openbare ruimte. Het gaat dan met name om studenten en uitgaanders. Op landelijk niveau wordt door verschillende partijen naar mogelijkheden gezocht om deze problematiek aan te pakken. E-health. De ontwikkelingen rondom e-health volgen elkaar snel op. Dit geldt ook voor het thema alcohol en drugs. Het aanbod aan landelijke en regionale websites met informatie en ondersteuning rondom stoppen of minderen met middelengebruik neemt nog steeds toe. Sociale media. Om de doelgroepen van Verzuip jij je Toekomst?! te bereiken, bieden sociale media zoals Hyves, Twitter en Facebook kansen. Dit geldt zowel voor de jongeren als einddoelgroep (bijvoorbeeld door sociale media in te zetten bij concrete activiteiten als een alcoholvrij schoolfeest) als voor intermediaire doelgroepen (bijvoorbeeld twitteren over handhavingsacties rondom naleving van de leeftijdsgrenzen). 12

49 Activiteiten gericht op de detailhandel. In Nederland zijn supermarkten het grootste verkoopkanaal van alcohol. Uit onderzoek is gebleken dat de naleving van de leeftijdsgrenzen in de regio ZHZ zeer te wensen overlaat, ook bij supermarkten. Inmiddels zijn er verschillende hulpmiddelen op de markt om kassapersoneel te ondersteunen bij het vaststellen van de leeftijd van klanten. Voorbeelden hiervan zijn de ID-swiper en de Ageviewer. Verbreding naar middelengebruik. Er blijkt bij het merendeel van de deelnemende gemeenten behoefte te bestaan om het thema van Verzuip jij je Toekomst?! op voorlichtingsvlak (dus niet op het gebied van beleid, regelgeving en handhaving) uit te breiden naar middelengebruik en combinatiegebruik. Concreet betekent dit dat de werkgroep Preventie & Educatie zich, naast bewustwording van de risico s van alcoholgebruik door jongeren, ook zal richten op bewustwording rondom het gebruik van softdrugs en harddrugs, andere potentieel schadelijke middelen (bijvoorbeeld energiedrank) en gecombineerd gebruik van deze middelen door jongeren. De primaire focus van het programma blijft het hoge alcoholgebruik van jongeren, dus alcohol is altijd één van de onderwerpen. Evidence-based en good-practice. Het toepassen van evidence-based interventies (bewezen effectief) is een belangrijk uitgangspunt van het programmaplan van Verzuip jij je Toekomst?!. Vanaf de start in 2009 is dit leidend geweest en blijft zo in de periode 2013 t/m Wanneer er geen evidence-based interventies beschikbaar zijn, wordt gekeken naar good-practice: interventies die nog niet of onvoldoende getoetst zijn op effectiviteit, maar waar wel goede ervaringen mee zijn opgedaan. Hiermee is er ruimte in het programma voor het uitproberen van nieuwe veelbelovende interventies. Rolverdeling Verzuip jij je Toekomst?! en gemeenten. De rollen en verantwoordelijkheden tussen Verzuip jij je Toekomst?! en de deelnemende gemeenten kunnen worden aangescherpt. Dit geeft helderheid over welke zaken op regionaal niveau en welke zaken op lokaal niveau dienen te worden opgepakt. Dit kan de kracht van gerichte alcoholpreventie verder versterken. Zowel gemeenten als Verzuip jij je Toekomst?! hebben hierin taken en verantwoordelijkheden. Aandacht voor lokale problematiek. De meerwaarde van de regionale aanpak van Verzuip jij je Toekomst?! wordt door alle deelnemende gemeenten onderschreven, maar daarnaast hebben zij behoefte aan activiteiten die beter zijn afgestemd op de lokale situatie. Het gaat met name om verschillen in de problematiek rondom alcohol en jongeren in stedelijke en plattelandsgemeenten, en de mogelijkheden voor lokaal maatwerk. 13

50 3 Doelgroepen en doelstellingen 3.1 Doelgroepen De te beïnvloeden doelgroep van het programma Verzuip jij je Toekomst?! bestaat de komende jaren opnieuw uit jongeren in de leeftijd van 10 t/m 23 jaar. Omdat onderzoek heeft laten zien dat vooral de sociale omgeving van jongeren bepalend is voor hun alcoholgebruik, richten de activiteiten van het programma zich primair op de omgeving van jongeren (zie verder hoofdstuk 5). Hieronder verstaan we ouders/verzorgers en intermediairs vanuit scholen, horeca, paracommercie, zorgkaders, politie, etc. 3.2 Doelstellingen Programmadoelstellingen Ook in de periode is Verzuip jij je Toekomst?! gericht op het voorkomen van gezondheidschade als gevolg van alcoholgebruik onder jongeren. Bij voorlichtingsactiviteiten wordt aanvullend aandacht besteed aan de preventie van ander middelengebruik onder de jeugd. De nadruk blijft echter op alcohol liggen, aangezien andere partijen in de regio, waaronder het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC), zich al met de aanpak van soft- en harddrugs via beleid en regelgeving bezig houden. Om deze reden wordt er alleen aandacht besteed aan het vergroten van de bewustwording van risico s van (gecombineerd) middelengebruik door jongeren. Dit komt ook terug in de programmadoelstellingen. Gedragsverandering bij jongeren kan echter pas bereikt worden wanneer er, naast voorlichting, ook gerichte acties worden ondernomen op het gebied van beleid en handhaving. Omdat het programma zich hier niet op richt, zijn er geen specifieke doelen op gedragsniveau voor het terugdringen van middelengebruik door jongeren geformuleerd. Wel is er een doelstelling opgenomen voor het creëren van bewustwording bij ouders als het gaat om preventie van middelengebruik door jongeren. De aandacht gaat uit naar de schade die kan ontstaan als gevolg van het alcoholgebruik van jongeren onder de 18 jaar. Daarnaast ligt de focus op het terugdringen van gezondheidsschade als gevolg van overmatig alcoholgebruik (binge drinken) door jongeren vanaf ongeveer 18 jaar, dat vooral tijdens uitgaansavonden plaatsvindt. De twee overkoepelende doelstellingen voor de komende periode luiden dan ook als volgt: 1. Het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar (10 t/m 17 jaar); 2. Het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar. Bij beide doelstellingen moet worden opgemerkt dat het verminderen van alcoholgebruik onder jongeren tijd kost. Bovendien wordt het drinkgedrag van jongeren door verschillende zaken beïnvloed. Ook algemene aandacht in de media, wijzigingen in landelijke wetgeving en andere omstandigheden kunnen bijdragen aan een verandering in het alcoholgebruik van jongeren. 14

51 Operationele doelstellingen Deze hoofddoelstellingen zijn vertaald in operationele doelstellingen, waar het programmaplan op gebaseerd zal worden. De operationele doelstellingen worden SMART geformuleerd, dat wil zeggen: S: Specifiek, afgestemd op het probleem; M: Meetbaar, effecten moeten inzichtelijk worden gemaakt; A: Acceptabel, maatschappelijk draagvlak is vereist; R: Realistisch, gestelde doelen moeten uitvoerbaar zijn; T: Tijdgebonden, duidelijk moet zijn wanneer resultaten verwacht worden. De operationele doelstellingen zijn opgesteld voor de periode 2013 t/m Dit betekent dat begin 2016 de volgende resultaten worden verwacht: 1. Het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar (10 t/m 17 jaar): De gemiddelde startleeftijd van jongeren voor het drinken van alcohol is verder toegenomen (12,9 jaar in 2011); Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat de afgelopen maand 10 alcohol heeft gedronken, is verder afgenomen (26% in 2011); Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat de afgelopen maand 10 aan binge drinken heeft gedaan (5 of meer glazen bij één gelegenheid) is verder afgelopen (20% in 2011); Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat dronken of aangeschoten is geweest in de afgelopen maand 10 is verder afgenomen (12% in 2011); Het percentage ouders dat aangeeft dat zijn of haar kind thuis géén alcohol mag drinken voor het 18e levensjaar is ten minste 70% (92% in 2011 voor de 16 jaar-grens); Het percentage ouders dat denkt dat het verstandig is om jongeren thuis te leren drinken is verder afgenomen (30% in 2011); Het percentage ouders dat aangeeft dat zijn of haar kind geen middelen (soft- of harddrugs) mag gebruiken voor het 18 e levensjaar is ten minste 70%; Er is sprake van een verbetering in de naleving van de wettelijke leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop in supermarkten, sportverenigingen, slijterijen en horeca (22% in 2011) Het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar: Het percentage jongeren van 18 t/m 23 jaar dat de afgelopen maand 10 aan binge drinken heeft gedaan (4 of meer glazen bij één gelegenheid voor vrouwen, 6 of meer glazen bij één gelegenheid voor mannen), is verder afgenomen (12% in 2009); Het aantal jongeren van 16 t/m 23 jaar dat als gevolg van een alcoholvergiftiging wordt behandeld door ambulancepersoneel is verder afgenomen (58 jongeren in 2011); Het aantal alcoholgerelateerde incidenten waarbij jongeren van 16 t/m 23 jaar betrokken zijn en dat door de politie wordt geregistreerd, is verder afgenomen (1.030 incidenten in 2010); Er is sprake van een verbetering in de naleving van het wettelijk verbod op doorschenken bij dronkenschap in de horeca (17% in 2010) De specificatie afgelopen maand heeft te maken met de vraagstelling in het onderzoek. 11 De verantwoordelijkheid voor het organiseren en uitvoeren van handhaving om de naleving van alcoholverstrekkers te controleren, ligt bij de gemeente. Verzuip jij je Toekomst?! zal gemeenten adviseren en ondersteunen om dit goed vorm te geven, maar kan hier geen directe invloed op uitoefenen. 15

52 Vallend onder beide hoofddoelstellingen: Minimaal 50% van alle scholen voor voortgezet onderwijs is alcoholvrij voor leerlingen en voldoet hiermee aan de criteria van het landelijke keurmerk Alcoholvrije School (tot nu toe 2 scholen in 2012); Er is een werkende keten van vroegsignalering en verwijzing van jongeren met risicovol alcoholgebruik, waarbij jongeren worden verwezen naar een preventief contactmoment met een professional (pilotproject in ). 12 Dit project loopt in de gemeenten Binnenmaas, De Waard en Dordrecht. De resultaten van de pilot worden begin 2013 verwacht. 16

53 4 Strategische uitgangspunten De strategie van Verzuip jij je Toekomst?! voor de periode kenmerkt zich door een aantal uitgangspunten. Deze worden in de hierna volgende paragrafen beschreven. 4.1 Integrale benadering gebaseerd op drie pijlers Wetenschappelijke studies laten zien dat een integrale benadering van de problematiek rondom alcohol een cruciaal kenmerk is van effectief alcoholbeleid (Reynolds, 2003). De belangrijkste pijlers waarop beleid dient te zijn gebaseerd, zijn regelgeving (grenzen stellen), handhaving (grenzen bewaken) en publiek draagvlak (grenzen overdragen) (Figuur 1). Dit is ook het uitgangspunt van het landelijke alcoholpreventiebeleid. Deze beleidsinstrumenten zijn richtinggevend geweest voor de strategie van Verzuip jij je Toekomst?! in de afgelopen vier jaar. In de periode wordt de integrale alcoholpreventie aanpak gecontinueerd. De eerste vier jaar is er vooral resultaat behaald op het terrein van bewustwording bij ouders en het alcoholgebruik van jongeren. De effecten op het gebied van handhaving blijven echter achter, omdat gemeenten hiervoor tot 2013 nog grotendeels afhankelijk zijn van de nieuwe Voedselen Warenautoriteit. Door het versterken van de handhaving via de mogelijkheden in de nieuwe Drank- en Horecawet kunnen er aanvullende effecten bereikt worden op het terugdringen van de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren. Het creëren van bewustwording bij alcoholverstrekkers en ouders is een noodzakelijke voorwaarde voor gedragsverandering, die ingegeven wordt door een helder beleid over middelenpreventie bij jongeren. Verzuip jij je Toekomst?! adviseert en ondersteunt gemeenten op verschillende manieren bij het verbinden van de drie pijlers in het regionale, subregionale en lokale beleid. Zie hoofdstuk 5 voor de zeven speerpunten en bijbehorende activiteiten van Verzuip jij je Toekomst?! voor de pijlers Beleid, Handhaving en Bewustwording. Figuur 1. Integraal beleidsmodel voor effectief lokaal alcoholbeleid (Reynolds, 2003). Regelgeving Handhaving Preventie Publiek draagvlak 4.2 Meerwaarde regionale aanpak Het gedrag van jongeren, onder andere als het gaat om alcohol en ander middelengebruik, wordt niet beperkt door de grenzen van een gemeente. Zij wonen in de ene gemeente, gaan in een andere gemeente naar school of (bij)baan, hebben vrienden in een derde gemeenten en gaan in een vierde gemeente uit. Dit is de kern van de meerwaarde van de regionale aanpak van Verzuip jij je 17

54 Toekomst?!: het uitdragen van dezelfde boodschap over de risico s van (schadelijk) alcohol en middelengebruik richting jongeren en hun omgeving in de regio Zuid-Holland Zuid. Aanvullend kunnen de volgende voordelen van een regionale benadering genoemd worden: Lessen en ervaringen die zijn opgedaan bij activiteiten in één of enkele gemeenten, komen ten gunste aan alle deelnemende gemeenten; meer mogelijkheden tot het aanvragen van subsidies bij regionale en landelijke subsidiegevers, zoals de Provincie Zuid-Holland, ZonMw, het Trimbos-instituut en het Rijk (Ministerie van BZK); regionale campagneactiviteiten en -materialen worden zoveel mogelijk aansluitend aan landelijke campagne-uitingen van het Trimbos-instituut gepland; eenvoudigere samenwerking met regionaal georganiseerde partners; één aanspreekpunt voor de regio, zowel voor interne als externe partners; efficiëntie en kostenbesparing ten aanzien van het ontwikkelen van nieuwe activiteiten (o.a. het voorlichtingsprogramma Help, mijn kind wordt een puber! en de Kroegentocht voor Ouders); handhavingscommunicatie ter versterking van handhavingsacties en als preventieve werking op naleving van de regelgeving heeft een regionaal bereik. Dit belang wordt sterker na inwerkingtreding van de gewijzigde Drank- en Horecawet op 1 januari 2013; regionale afstemming van beleidsregels om weerstand tegen beleidsveranderingen te delen en rechtsongelijkheid en waterbedeffecten te voorkomen. 4.3 Volksgezondheid, Jeugd, Onderwijs en Openbare Orde & Veiligheid De kracht van Verzuip jij je Toekomst?! is de combinatie van de beleidsterreinen Volksgezondheid, Jeugd, Onderwijs en Openbare Orde & Veiligheid. Pas als deze werkvelden worden gecombineerd, kan er sprake zijn van effectieve alcoholpreventie op het gebied van beleid, handhaving en preventie. Dit is de reden dat het Nederlandse alcoholbeleid, naast het voorkomen van schadelijk alcoholgebruik vanuit het perspectief van de volksgezondheid en het jeugdbeleid, ook gericht is op het terugdringen van criminaliteit en verstoringen van de openbare orde. In 2009 heeft de behoefte van gemeenten aan een gecombineerde benadering van de problematiek vanuit Volksgezondheid/Jeugd/Onderwijs en Openbare Orde & Veiligheid geleid tot de start van Verzuip jij je Toekomst?!. Deze aanpak wordt in de periode ongewijzigd toegepast. De concrete uitwerking van de verbinding van deze werkvelden staat beschreven in hoofdstuk 5. De beleidsterreinen zijn evenredig vertegenwoordigd in de programmaorganisatie. Afstemming tussen de beleidsterreinen op regionaal, subregionaal en lokaal niveau vindt plaats door de programmaleider en via de klankbordgroep van Verzuip jij je Toekomst?! (zie hoofdstuk 7). 4.4 Terugdringen beschikbaarheid via omgevingsbenadering Alcoholgebruik is niet alleen een persoonlijke en bewuste keuze. Drinkgedrag wordt voor een groot deel ook bepaald door de omgeving, zoals de ouders, de prijs van alcohol, het productaanbod, verkoopregels, normen, tradities en het sociale netwerk. De WHO laat in een overzichtstudie naar 18

55 alcoholbeleid zien dat maatregelen die de beschikbaarheid van alcohol beperken het meest effectief zijn in het terugdringen van alcoholgebruik (Babor e.a., 2010). Dit kan het beste via de zogenaamde omgevingsbenadering worden aangepakt. Belangrijke omgevingsfactoren die van invloed zijn op het drinkgedrag van jongeren zijn de prijs van alcohol, het beschikbare assortiment, het aantal verkooppunten, de leeftijdsgrenzen en naleving en handhaving daarvan, de aanwezige promotie van alcohol, de normen in de sociale omgeving van het individu (bijvoorbeeld van ouders) en het overheidsbeleid. Zie Tabel 1 voor een overzicht van beleidsmaatregelen en hun effectiviteit zoals aangetoond in wetenschappelijk onderzoek (Babor e.a., 2010). Een eenzijdige aanpak gericht op slechts één of twee van dergelijke factoren is gedoemd te mislukken. Preventiestrategieën die gebaseerd zijn op handhaving van wet- en regelgeving, training van alcoholverstrekkers, instellen van alcoholvrije zones en intensieve media-aandacht zijn potentieel succesvol (Holder e.a., 1999). De afgelopen vier jaar heeft Verzuip jij je Toekomst?! daarom sterk op deze -en andere- maatregelen ingezet. De eerste effecten hiervan worden inmiddels zichtbaar (zie het document Evaluatie Verzuip jij je Toekomst?! ). In de komende programmaperiode wordt de focus op de omgevingsbenadering en het terugdringen van de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren gehandhaafd. Tabel 1: Beleidsmaatregelen en hun effectiviteit zoals aangetoond in wetenschappelijk onderzoek (Babor e.a., 2010 Maatregel Effectiviteit Hoeveelheid onderzoek Minimum verkoopleeftijd Verhogen van prijs (accijnzen, minimumprijs) Beperken van verkooptijden Meer handhaving Beperken van reclame +/ Training barpersoneel Focus op ouders, maar jongeren zelf worden niet vergeten In de periode speelt de bewustwording van ouders wederom een belangrijke rol. Ouders hebben namelijk een grote invloed op het drinkgedrag van hun kinderen. Onderzoek van de Universiteit van Nijmegen toonde dit aan (Van der Vorst, 2007). Hieruit bleek onder andere dat het alcoholgebruik van jongeren in verband staat met het alcoholgebruik van hun ouders. Jongeren zien 19

56 hun ouders als rolmodel en doen als vanzelf het gedrag van ouders na. Als ouders (vaker en meer) alcohol drinken, gaan jongeren dus ook (vaker en meer) alcohol drinken. En ouders die meer drinken zijn minder strikt in het stellen van alcoholspecifieke regels. Dit terwijl het stellen van duidelijke regels juist een preventief effect heeft op regelmatig en overmatig alcoholgebruik van jongeren. Naast regels is er ook een positief verband tussen kwaliteit van communicatie (over alcohol tussen ouders en hun kinderen) en drinkgedrag van jongeren. Wanneer de kwaliteit van communicatie goed is, is de kans dat een jongere veel alcohol per week drinkt kleiner. Verder is de beschikbaarheid van alcohol thuis ook een belangrijke factor bij het alcoholgebruik van jongeren. Jongeren bij wie thuis alcohol direct of indirect beschikbaar is, drinken zowel thuis als buitenshuis (bij vrienden) meer alcohol dan jongeren bij wie thuis geen alcohol beschikbaar is. Ook liet het onderzoek zien dat hoe meer regels ouders hanteren met betrekking tot het drinkgedrag van hun kind, hoe minder glazen alcohol jongeren drinken. Deze onderzoeksresultaten hebben voor belangrijke mate bijgedragen aan de toegenomen aandacht voor de rol en verantwoordelijkheid van ouders bij het terugdringen van alcoholgebruik door jongeren. Verzuip jij je Toekomst?! heeft hierop ingespeeld door onder andere een oudercomité op te richten, kroegentochten voor ouders te organiseren en ouderavonden op het basisonderwijs te faciliteren. De ouderavonden zijn ontwikkeld en worden uitgevoerd in samenwerking met het uitvoeringsprogramma Mentale Weerbaarheid van de GGD Zuid-Holland Zuid, vanwege de overlap in onderwerpen zoals groepsdruk en mentale weerbaarheid. Naast de focus op ouders worden de jongeren zelf uiteraard niet vergeten. Zij kunnen informatie verschaffen over hun eigen drinkgedrag, maar kunnen ook een belangrijk bijdrage leveren bij het zoeken naar oplossingen voor het probleem. De afgelopen jaren heeft Verzuip jij je Toekomst?! regelmatig bewustwordingsactiviteiten voor jongeren georganiseerd, zoals een alcoholvrije kroegentocht, een alcoholvrij schoolfeest en meerdere Lagerhuisdebatten met middelbare scholieren (zie paragraaf 5.3.4). Het Integraal Toezicht Jeugdzaken heeft in 2011 een publicatie uitgebracht waarin concrete aanbevelingen staan voor gemeenten die zich willen inzetten voor een integrale aanpak van het alcoholgebruik onder jongeren (Integraal Toezicht Jeugdzaken, 2011). Hierin wordt onder andere gewezen op het belang van het betrekken van jongeren en hun ouders bij de aanpak. Dit advies wordt wederom overgenomen als strategisch uitgangspunt voor de komende programmaperiode. 4.6 Op voorlichtingsvlak ook aandacht besteden aan andere middelen dan alcohol Vanuit meerdere gemeenten is de wens geuit om de inhoud van Verzuip jij je Toekomst?! op het gebied van voorlichting te verbreden van alcohol naar ander middelengebruik (soft- en harddrugs) en gecombineerd gebruik van middelen. In de Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid (2011) is verwoord dat gemeenten de ambitie hebben om vanaf 2013 meer aandacht voor middelengebruik en combinatiegebruik toe te voegen aan het regionale gezondheidsbeleid. De wijze waarop deze ambities vorm krijgen in het programma van Verzuip jij je Toekomst?! ligt op het vlak van publieke bewustwording en draagvlak. Als het gaat om middelengebruik (m.u.v. alcohol) bij jongeren in de regio ZHZ, dan wordt cannabis het meest gerapporteerd. De meest recente cijfers zijn afkomstig uit 2007, toen één op de twaalf (8,6%) van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs aangaf ooit cannabis te hebben gebruikt (Gorter e.a., 2008). Het gebruik is hoger bij jongens (13,6%) dan bij meisjes (3,3%) en stijgt met de leeftijd. In de rest van Nederland zegt één op de zes (16,7%) van de scholieren in het voortgezet onderwijs ervaring te hebben met cannabis. Het gebruik van softdrugs is dus relatief laag in de regio ZHZ. 20

57 Het aantal scholieren dat ooit enige harddrug heeft gebruikt is vergelijkbaar met landelijke cijfers. Met 2% is amfetamine (speed) de harddrug die het meest door middelbare scholieren in Zuid- Holland Zuid wordt genoemd. Daarna volgen XTC (1,6%), cocaïne (1,2%), heroïne (0,8%) en paddo s (0,6%). In totaal heeft één op de vijftig scholieren (2,1%) één van deze middelen ooit gebruikt (Gorter e.a., 2008). In een belangrijke rapportage van het Trimbos-instituut over preventie van schadelijk alcohol- en druggebruik onder jongeren wordt onder andere aanbevolen om meer samenhang aan te brengen in het aanbod van interventies, zodat deze elkaar versterken (Van Hasselt, 2010). Ook is bekend dat veel van de ongezonde leefstijlfactoren, zoals alcohol drinken, roken, cannabis gebruiken en (riskant) seksueel gedrag vertonen, samengaan bij dezelfde jongeren (Schrijvers & Schoemaker, 2008). Dit geldt met name voor jongeren met een laag opleidingsniveau (Schrijvers & Schuit, 2010). Mede op basis van deze kennis heeft Verzuip jij je Toekomst?! in 2011 het integrale voorlichtingsprogramma Help, mijn kind wordt een puber! ontwikkeld. Tijdens deze bijeenkomsten voor ouders wordt ingegaan op middelengebruik, emotionele ontwikkeling en seksuele ontwikkeling van jongeren in de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs. Gezien de overlap in gebruik, problematiek, risicogroepen, benadering en geschikte interventies, wordt in de komende periode in de voorlichtingsactiviteiten richting ouders en jongeren, naast alcohol, ook aandacht besteedt aan ander middelengebruik en combinatiegebruik. Dit gebeurt momenteel al middels de ouderavonden van Help, mijn kind wordt een puber! en de interventie De Gezonde School en Genotmiddelen. Deze gecombineerde aanpak geldt uitsluitend voor de pijler Preventie & Educatie en dus niet voor de pijler Beleid & Handhaving. Binnen de pijler Preventie & Educatie blijft de focus liggen op het thema alcoholpreventie. Want hoewel er in het publieke debat niet zelden een grote ongerustheid is over drugsproblematiek, is deze in omvang feitelijk veel beperkter dan alcoholproblematiek. Brits onderzoek liet in 2010 zien dat alcohol de meest schadelijke drug is voor zowel het individu als de maatschappij, gevolgd door respectievelijk heroïne en crack (Nutt e.a., 2010). De pijler Beleid & Handhaving zal zich volledig op het onderwerp alcohol blijven focussen. Bij de aanpak van soft- en harddrugs ligt er op het gebied van beleid, regelgeving en handhaving namelijk een duidelijke link met de aanpak van criminaliteit via het strafrecht. Dit wordt in de regio ZHZ gecoördineerd door het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC). 4.7 Naamgeving programma Hoewel het programma in de komende periode op voorlichtingsvlak ook aandacht zal besteden aan ander middelengebruik dan alcohol, blijft de merknaam Verzuip jij je Toekomst?! ongewijzigd. De focus van het programma is immers alcohol. Bovendien is de merknaam inmiddels een begrip in de regio. Uit onderzoek bleek dat maar liefst 44% van de ouders in de regio ZHZ- een belangrijke doelgroep - de merknaam Verzuip jij je Toekomst?! kent. Bij specifieke voorlichtingsacties kan goed worden uitgelegd waarom Verzuip jij je Toekomst?! het thema alcoholpreventie soms uitbreidt naar preventie van middelengebruik. Tijdens de ouderavonden van Help, mijn kind wordt een puber wordt al standaard het thema middelen behandeld in plaats van alcohol, als onderdeel van de integrale aanpak van de bijeenkomsten. 21

58 5 Speerpunten en activiteiten voor de periode Op basis van de in hoofdstuk 4 beschreven strategische uitgangspunten worden zeven speerpunten en bijbehorende activiteiten voor de periode voorgesteld. Zoals reeds vermeld is de keuze van deze speerpunten en activiteiten gebaseerd op de workshops en interviews met direct programmabetrokkenen, bestuurders, ambtenaren en experts in het veld. Na definitieve besluitvorming over de strategie wordt jaarlijks aan het begin van het jaar een activiteitenplanning opgesteld die op regionaal, subregionaal en lokaal niveau weergeeft welke activiteiten er verwacht worden. 5.1 Pijler Beleid (alcoholgebruik) Speerpunt 1: Naar een eenduidig alcoholbeleid op middelbare scholen Uit onderzoek van STAP bleek eind 2011 dat steeds meer scholen alcoholvrije schoolfeesten organiseren. In 2005 ging het om een kwart van de scholen (24%), in 2011 was dit gestegen tot bijna de helft (44%) (Verhoef, 2011). Verzuip jij je Toekomst?! is in 2011 gestart met het keurmerk Alcoholvrije School, waarbij aangehaakt wordt bij het landelijke keurmerk van STAP. In 2012 is het eerste keurmerk aan het Merewade College in Gorinchem uitgereikt. In 2013 en verder zal Verzuip jij je Toekomst?! werken aan het draagvlak voor de alcoholvrije school om het keurmerk verder te verspreiden in de regio. Het streven is om in 2015 aan 50% van de middelbare scholen in deze regio het keurmerk te hebben uitgereikt. Daarnaast wordt er binnen het preventieprogramma De Gezonde School en Genotmiddelen, wat vanaf 2013 onder de vlag van Verzuip jij je Toekomst?! wordt uitgevoerd, ook aandacht besteedt aan het alcoholbeleid van middelbare scholen (zie ook paragraaf en paragraaf 5.3.4) Overige actiepunten vanuit de pijler Beleid Binnen de pijler Beleid vallen, naast het speerpunt gericht op alcoholbeleid op het voortgezet onderwijs, nog twee actiepunten. Deze zijn niet als apart speerpunt benoemd omdat het voornamelijk gaat om het bereiken van afstemming op landelijk en lokaal niveau. Verhogen van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop van 16 naar 18 jaar Naar aanleiding van de behandeling van de gewijzigde Drank- en Horecawet in de Eerste Kamer is er een initiatiefwet opgesteld om de leeftijdsgrens voor de verkoop van alcoholhoudende drank naar 18 jaar te verhogen. Deze wet zal na de formering van een nieuw kabinet besproken worden in de Tweede Kamer. Christen Unie, SGP, PvdA en CDA zijn voorstander van de wet, wat betekent dat er een meerderheid in de Tweede Kamer is. Naar verwachting zal de wet binnen twee jaar in werking treden. Verzuip jij je Toekomst?! is voorstander van maatregelen die alcoholgebruik effectief terugdringen. Ook in een verlengde programmaperiode zullen we daarom, samen met andere regionale alcoholpreventieprojecten, het politiek draagvlak proberen te beïnvloeden voor een landelijke verhoging van de verkoopleeftijd van 16 naar 18 jaar. Vooruitlopend hierop zal Verzuip jij je Toekomst?! vanaf 2013 in haar activiteiten richting ouders, horeca, paracommercie en detailhandel de boodschap geen alcohol <18 jaar communiceren. Hierbij wordt toegelicht dat de huidige wettelijke leeftijdsgrens 16 jaar bedraagt, maar dat deze binnen afzienbare tijd zal worden verhoogd naar 18 jaar. De belangrijkste argumenten voor de leeftijdsverhoging zijn dat dit ouders een belangrijke steun in de rug geeft en het grote gezondheidswinst bij jongeren oplevert. 22

59 Advisering gemeenten over afstemming tussen regionaal en lokaal beleid Veel gemeenten in de regio ZHZ organiseren naast hun deelname aan Verzuip jij je Toekomst?! ook op eigen initiatief lokale activiteiten in het kader van verslavingspreventie. Om samenhang en waar mogelijk synergie te laten ontstaan, stemt Verzuip jij je Toekomst?! zorgvuldig af met alle deelnemende gemeenten en met lokale partijen zoals het CJG en het jongerenwerk. 5.2 Pijler Handhaving (alcoholgebruik) Speerpunt 2: Advisering m.b.t. preventie bij gewijzigde Drank- en Horecawet Op 1 januari 2013 treedt de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW) in werking. Dit betekent onder andere dat het toezicht op de naleving van de DHW over gaat naar de gemeenten (decentralisatie). Tot eind 2012 wordt deze taak nog door de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit uitgevoerd. Het is belangrijk om de lokale handhaving vanuit het perspectief van preventie te versterken. In de regio Rivierenland is deze combinatie tussen handhaving en preventie succesvol gebleken. Hier steeg het nalevingspercentage na een jaar van intensief gemeentelijk toezicht van 19% naar 79%. De gewijzigde DHW biedt niet alleen nieuwe instrumenten voor gemeenten om de leeftijdsgrenzen voor de verkoop van alcohol beter te handhaven, maar geeft ook ruimte voor een herziene aanpak van de rol van preventie binnen dit kader. Handhaving en preventie kunnen elkaar versterken, maar de praktijk van alledag binnen gemeenten is dat preventie wordt georganiseerd vanuit Volksgezondheid/Zorg en Welzijn/Onderwijs, en handhaving vanuit Openbare Orde & Veiligheid/Toezicht & Handhaving/Vergunningen. Naast afstemmingsoverleggen blijven de terreinen vaak dusdanig gescheiden dat er niet optimaal gebruik wordt gemaakt van de eenheid die het kan vormen en de kracht die deze eenheid heeft in de preventie van alcoholgebruik bij jongeren. Verzuip jij je Toekomst?! adviseert en ondersteunt gemeenten bij het verbinden van preventie en handhaving in de voorbereiding en implementatie van de nieuwe verantwoordelijkheden binnen de DHW. Het Preventie-Handhaving model 13 uit Figuur 2 (zie volgende pagina) wordt hierbij als uitgangspunt gebruikt. Hierbij kan gedacht worden aan advies over de concrete implementatie van de gewijzigde DHW, zoals het verwerken van preventie in modelverordeningen en advies n.a.v. mystery shopping onderzoek in de regio. Het is van belang dat het lokale beleid in ZHZ zoveel mogelijk op elkaar wordt afgestemd, om waterbedeffecten te voorkomen en omdat het toezicht in sommige gemeenten subregionaal zal worden opgepakt. Dit toezicht is onwerkbaar als gemeenten verschillende regels hanteren. De regionale handhavingsmatrix die eerder door Verzuip jij je Toekomst?! is opgesteld en momenteel wordt aangepast aan de nieuwe bevoegdheden vanuit de gewijzigde DHW, vormt hier de basis voor. Uiteraard is er ruimte voor lokaal maatwerk; het is niet voor niets dat de wetgever de bevoegdheden naar gemeentelijk niveau heeft gedelegeerd. Andere ondersteuning bestaat uit het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten voor horecaondernemers, paracommerciële instellingen en de detailhandel om hen te informeren over de gevolgen van de wetswijzigingen. Hier is in 2012 al mee begonnen in de gemeenten Cromstrijen en Leerdam. Verder wordt de aanjaagfunctie uitgevoerd door deelname van de programmaleider aan (sub)regionale werkgroepen die voor dit thema zijn opgericht. 13 Zie voor meer informatie 23

60 Figuur 2. Preventie-Handhaving model (IrisZorg Preventie & GGD regio Nijmegen, ). Ook zal Verzuip jij je Toekomst?! de handhavingcommunicatie rondom naleving van de leeftijdsgrenzen coördineren en uitvoeren. Handhavingcommunicatie zorgt ervoor dat niet alleen bij de gecontroleerde alcoholverkooppunten bekend is dat er actief wordt gehandhaafd, maar dat ook de verstrekkers van de niet-gecontroleerde locaties hiervan op de hoogte zijn. Op deze manier wordt het effect van de handhaving gevoed door de feitelijk uitgevoerde acties (de objectieve pakkans) en door de indruk die deze acties maken bij alle overige verstrekkers (de subjectieve pakkans of pakkansbeleving) (Figuur 3). Het vergroten van de pakkans is een effectief middel om schenkgedrag van alcoholverstrekkers te veranderen. Figuur 3. Het effect van handhaving kan worden vergroot door effectieve handhavingscommunicatie. Door de handhavingscommunicatie via Verzuip jij je Toekomst?! te laten verlopen, worden de resultaten van handhavingsacties structureel en gedoseerd verspreid. Wanneer iedere gemeente de lokale handhavingsacties apart en op onregelmatige basis gaat communiceren, heeft dit als risico dat de berichten na verloop van tijd niet meer geplaatst worden en het effect van handhavingscommunicatie teniet wordt gedaan. De verantwoordelijkheid voor het organiseren en uitvoeren van handhaving om de naleving van alcoholverstrekkers te controleren, ligt bij de individuele gemeenten. Verzuip jij je Toekomst?! zal 24

De Sliedrechtse jeugd

De Sliedrechtse jeugd De Sliedrechtse jeugd En hun vrijetijdsbesteding, gevoel van veiligheid en sociale contacten De gemeente Sliedrecht werkt aan een nieuwe beleidsnota Jeugd. Ontwikkelingen zoals de decentralisatie jeugdzorg,

Nadere informatie

Kinderopvang in de Drechtsteden

Kinderopvang in de Drechtsteden Kinderopvang in de Drechtsteden Aanvullende tabellen Betrouwbaarheidsmarges In steekproefonderzoek heb je te maken met een zekere onnauwkeurigheid. Bij herhaling van het onderzoek kan de waarde met een

Nadere informatie

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo REGIO DRECHTSTEDEN - 2016 Inhoud Volgens de Wmo 2015 is iedere gemeente in Nederland verplicht jaarlijks te onderzoeken hoe cliënten de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Toezichthouders in de wijk

Toezichthouders in de wijk Toezichthouders in de wijk Hoe ervaren inwoners uit Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht de aanwezigheid van Toezichthouders? Inhoud: 1 Conclusies 2 Bekendheid 3 Effect 4 Waardering taken Hondengerelateerde

Nadere informatie

Medisch specialist ziekenhuis

Medisch specialist ziekenhuis Factsheet Medisch specialist ziekenhuis en de Jeugdhulp Almere 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en

Nadere informatie

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Vragenlijst voor professionals in de uitvoering Versie 5, augustus 2017 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten in uw regio willen weten hoe de samenwerking

Nadere informatie

Startnotitie. Herijking Jeugdbeleid

Startnotitie. Herijking Jeugdbeleid Bijlage 1 Startnotitie Herijking Jeugdbeleid Status: vaststellen door College Portefeuillehouder: Dhr. J.A. Lavooi Ambtelijk opdrachtgever: Dhr. A. Siebel Primaathouder: Mevr. P.M. van der Klooster Datum:

Nadere informatie

Startnotitie. Herijking Jeugdbeleid

Startnotitie. Herijking Jeugdbeleid Bijlage 1 Startnotitie Herijking Jeugdbeleid Status: vaststellen door Gemeenteraad Portefeuillehouder: Dhr. J.A. Lavooi Ambtelijk opdrachtgever: Dhr. A. Siebel Primaathouder: Mevr. P.M. van der Klooster

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk

Nadere informatie

Recreëren in Alblasserdam

Recreëren in Alblasserdam Recreëren in Alblasserdam Uitkomsten Bewonerspanel Alblasserdam Inhoud Deze factsheet biedt ten eerste inzicht in het gebruik en de waardering van recreatiemogelijkheden en voorzieningen in Alblasserdam

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

Aansluiting onderwijs - jeugdhulp

Aansluiting onderwijs - jeugdhulp Aansluiting onderwijs - jeugdhulp PILOT REGIO DRECHTSTEDEN Inhoud 1. Conclusies 2. Wet Passend onderwijs en Jeugdwet 3. Meerwaarde van samenwerking 4. Samenwerking: sturen en informeren 5. Samenwerking:

Nadere informatie

3.5 Voorzieningen in de buurt

3.5 Voorzieningen in de buurt 3.5 Voorzieningen in de buurt Samenvatting: Straatverlichting en straatmeubilair Veruit de meeste (8%) bewoners zijn (zeer) tevreden over de straatverlichting in hun buurt. De verschillen naar wijk zijn

Nadere informatie

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: 2 juni 2014 Sociaal Domein Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding naar Wmo, Participatiewet. Samenhang met ontwikkelingen Publieke Gezondheidszorg en Passend

Nadere informatie

Het geheel moet meer worden dan de som der delen

Het geheel moet meer worden dan de som der delen Bijlage 2. Het geheel moet meer worden dan de som der delen 26-08-09 1 Inleiding 3 Werkwijze 4 Resultaten ouders 5 De steekproef Uitkomsten gesloten vragen ouders Uitkomsten open vragen ouders Resultaten

Nadere informatie

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Factsheet Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen, en geestelijke

Nadere informatie

Zorg voor Jeugd in Vlaardingen

Zorg voor Jeugd in Vlaardingen Zorg voor Jeugd in Vlaardingen Inge Parlevliet CJG Rijnmond 1 Alles onder 1 dak Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is het centrale punt waar jongeren (0-23) ouders/verzorgers, aanstaande ouders en professionals

Nadere informatie

Drechtstedendinsdag 2015

Drechtstedendinsdag 2015 Drechtstedendinsdag 2015 UITKOMSTEN ENQUÊTE INRICHTING EN FUNCTIONEREN Inhoud 1. Conclusies 2. Drechtstedendinsdag in het algemeen 3. Themabijeenkomsten 4. Gezamenlijke maaltijd 5. Regionaal fractieoverleg

Nadere informatie

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota 2 Samenvatting van de concept kadernota - Heel het Kind Heel het Kind Op 18 februari 2014 heeft de Eerste Kamer de nieuwe Jeugdwet aangenomen. Daarmee

Nadere informatie

Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T

Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april 2012 Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T Het hele stelsel gaat op de schop! 1. Passend Onderwijs 2. Stelselherziening Jeugdzorg

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo REGIO DRECHTSTEDEN - 2017 Inhoud Volgens de Wmo 2015 is iedere gemeente in Nederland verplicht jaarlijks te onderzoeken hoe cliënten de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Wijkactiviteiten Papendrecht BEKENDHEID, DEELNAME, VRIJWILLIGERSWERK & EIGEN INITIATIEVEN

Wijkactiviteiten Papendrecht BEKENDHEID, DEELNAME, VRIJWILLIGERSWERK & EIGEN INITIATIEVEN Wijkactiviteiten Papendrecht BEKENDHEID, DEELNAME, VRIJWILLIGERSWERK & EIGEN INITIATIEVEN Inhoud 1. Conclusies 2. Wijkactiviteiten 3. Vrijwilligerswerk bij activiteiten 4. Eigen initiatief voor activiteiten

Nadere informatie

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd Themaconferenties WSNS-coördinatoren en bestuurders Dinsdag 22 september 2009, Rotterdam Woensdag 30 september 2009, Weert Maandag 5 oktober 2009,

Nadere informatie

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen!

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen! Er zijn 27 Ouder- en Kindteams. 22 teams zitten in de wijken, vier teams zijn er voor het voortgezet onderwijs en één team is er speciaal voor het MBO. We werken samen vanuit een aantal functies: ouder-

Nadere informatie

Evaluatie Dordtse speelvoorzieningen

Evaluatie Dordtse speelvoorzieningen Evaluatie Dordtse speelvoorzieningen Onderzoekcentrum Drechtsteden drs. S.A.W. van Oostrom-van der Meijden dr. B.J.M. van der Aa augustus 2011 Colofon Opdrachtgever Tekst Foto Drukwerk Informatie gemeente

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Aan de raad van de gemeente Wormerland RAADSVOORSTEL Aan de raad van de gemeente Wormerland Datum aanmaak 10-09-2014 Onderwerp Beleidsplan Jeugdhulp Wormerland 2015-2017 Programma en portefeuillehouder E. Fens Raadsvergadering 21 oktober 2014

Nadere informatie

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING December 2012 INLEIDING Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 2008-2011 heeft een wettelijk bepaalde werkingsduur van vier jaren. In 2012 is besloten dit beleidsplan met één jaar te

Nadere informatie

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost Regionale visie op welzijn Brabant Noordoost-oost Inleiding Als gemeenten willen we samen met burgers, organisaties en instellingen inspelen op de wensen en behoeften van de steeds veranderende samenleving.

Nadere informatie

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Dordrecht

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Dordrecht Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Dordrecht Aanpak: Sociale- en Jeugdteams en Reset (2013: Gezinscoaching en Reset Thuisbegeleiding) Juni 2015 Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) verstaat onder

Nadere informatie

Meedoen in Kinderdijk

Meedoen in Kinderdijk Meedoen in Kinderdijk Belangstelling voor activiteiten en diensten Inhoud: 1. Conclusies 2. Belangstelling in beeld Sinds 2011 heeft Kinderdijk een eigen wijkcentrum, het Multifunctioneel Centrum (MFC)

Nadere informatie

Pilot gezinswerkers Venray

Pilot gezinswerkers Venray Pilot gezinswerkers Venray Tijdperiode: 1-3-2017 tot 1-3-2019 Gebied: Gemeente Venray Deelnemers: Gemeenten: Venray Aanbieders: Bureau Jeugdzorg Limburg (opdrachtnemer) Onderaannemers: Synthese MEE Noord

Nadere informatie

Toetsingskader Stelseltoezicht Jeugd Toegang Project signaleren van onveiligheid

Toetsingskader Stelseltoezicht Jeugd Toegang Project signaleren van onveiligheid Toetsingskader Stelseltoezicht Jeugd Toegang Dit toetsingskader kijkt naar de vraag: Worden jeugdigen en gezinnen die zorg en nodig hebben door organisaties gezamenlijk effectief geholpen? Project signaleren

Nadere informatie

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg Beleid Jeugdhulp De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg Agenda Wie ben ik? - Sandra Raaijmakers, beleidsmedewerker jeugdzorg Wat is mijn doel voor de avond? - Informeren over stand

Nadere informatie

Reactie op advies Platform Samenleving IJsselstein op ceo Jeugd over zaaknummer augustus 2018 blad 1 van D.A.

Reactie op advies Platform Samenleving IJsselstein op ceo Jeugd over zaaknummer augustus 2018 blad 1 van D.A. Gemeente IJsselstein postadres Postbus 26, 3400 AA IJsselstein bezoekadres Overtoom 1 3401 BK IJsselstein Platform Samenleving IJsselstein t 14 030 f 030 6884350 e info@ijsselstein.nl betreft uw kenmerk

Nadere informatie

Kinderen/jeugdigen hebben hun plek in de openbare ruimte/de samenleving. Een sterk jeugd- en jongerenwerk gebaseerd op Welzijn Nieuwe Stijl

Kinderen/jeugdigen hebben hun plek in de openbare ruimte/de samenleving. Een sterk jeugd- en jongerenwerk gebaseerd op Welzijn Nieuwe Stijl Vrije Tijd 2012- Optimale ontmoetings- en De jeugd faciliteren om elkaar te ontwikkelingsmogelijkheden voor ontmoeten in de eigen omgeving kinderen en jeugdigen zodat zij hun sociale netwerken opbouwen

Nadere informatie

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving Aanpak: WIJ Eindhoven De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Lumens Groep

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.

Nadere informatie

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd Opdrachtgever: Hans Tanis, Wethouder Onderwijs Auteurs: Hans Erkens en Diana Vonk Datum: 9 oktober 2013 Inleiding 1.1. Aanleiding

Nadere informatie

Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo.

Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo. Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo. Overzicht volgens beleidsdoelen uit kadernota Wmo 2008-2012 Mee(r)doen in Dalfsen* 2009 Thema Wmo-loket Informatie geven over wonen, welzijn en zorg Wmo-loket

Nadere informatie

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013 Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013 Mezelf even voorstellen Een verkenning op hoofdlijnen van de raakvlakken tussen Passend onderwijs en zorg voor jeugd Met u in gesprek Samenwerken! Doelstelling

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Parkeren Johanna Naber-erf

Parkeren Johanna Naber-erf Parkeren Johanna Naber-erf Oordeel deelnemers en bewoners In 200 vroegen bewoners van het Johanna Naber-erf aandacht voor de als schaars ervaren parkeerruimte. Zij zijn zelf aan de slag gegaan en deden

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Gemeente

Hoofdstuk 2. Gemeente Fawzi Salih van K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd heeft voor u een eerste screening gemaakt van hoofdstuk 2. Het resultaat van de screening is terug te vinden op de volgende pagina s. De samenvatting per

Nadere informatie

KANSRIJK OPGROEIEN IN LELYSTAD

KANSRIJK OPGROEIEN IN LELYSTAD KANSRIJK OPGROEIEN IN LELYSTAD Samenvatting Kadernota Jeugdhulp Onze ambitie Als gemeente Lelystad willen we kansen geven aan kinderen. Ons beleid is erop gericht dat onze kinderen gezond en veilig opgroeien,

Nadere informatie

Perceelbeschrijving. Jeugd en gezinsteam

Perceelbeschrijving. Jeugd en gezinsteam Perceelbeschrijving Jeugd en gezinsteam Samenwerkende gemeenten Holland Rijnland: Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest

Nadere informatie

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp 10 november 2014 Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp Geachte heer, mevrouw, Op 1 januari 2015 gaat de nieuwe Jeugdwet

Nadere informatie

Verkenning verbinding onderwijs en JGZ/SMW. (jeugdgezondheidszorg en schoolmaatschappelijk werk)

Verkenning verbinding onderwijs en JGZ/SMW. (jeugdgezondheidszorg en schoolmaatschappelijk werk) Verkenning verbinding onderwijs en JGZ/SMW (jeugdgezondheidszorg en schoolmaatschappelijk werk) Een goede verbinding tussen ouders, scholen, de jeugdgezondheidszorg (JGZ) en het schoolmaatschappelijk werk

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen. tekst raadsvoorstel Inleiding Vanaf januari 2015 (met de invoering van de nieuwe jeugdwet) worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.

Nadere informatie

Bijeenkomst samenwerkingsverband PO Duin en Bollenstreek

Bijeenkomst samenwerkingsverband PO Duin en Bollenstreek Bijeenkomst samenwerkingsverband PO Duin en Bollenstreek Transitie van de jeugdzorg naar gemeenten. Wat betekent dat voor kinderen, ouders en onderwijs? Marion Goedhart, trekker transitie jeugdzorg gemeenten

Nadere informatie

Het beleidsplan is tot stand gekomen door overleg met en participatie van betrokken doelgroepen, jeugdigen, ouders en professionals.

Het beleidsplan is tot stand gekomen door overleg met en participatie van betrokken doelgroepen, jeugdigen, ouders en professionals. RAADSVOORSTEL Nummer 2017/04 datum raadsvergadering : 16 Februari 2017 onderwerp : Beleidsplan preventief jeugdbeleid en jeugdhulp 2017-2020 portefeuillehouder : M. van der Weele datum raadsvoorstel :

Nadere informatie

Wijkwensen Centrum Oordeel deelnemers en indieners

Wijkwensen Centrum Oordeel deelnemers en indieners Wijkwensen Centrum Oordeel deelnemers en indieners Inhoud:. Conclusies. Oordeel over communicatie. Hoe ging de samenwerking?. Oordeel over verloop en resultaat 5. Oordeel over nieuwe participatie werkwijze

Nadere informatie

Mogelijkheden windenergie

Mogelijkheden windenergie Mogelijkheden windenergie Draagvlak onder de inwoners De gemeenteraad heeft half 2013 ingestemd met het uitwerken van de mogelijkheden voor windenergie in Dordrecht in een Uitvoeringsplan Windenergie.

Nadere informatie

1. Inwoners en ondernemers zijn tevreden over de (publieks)dienstverlening van de gemeente Roosendaal.

1. Inwoners en ondernemers zijn tevreden over de (publieks)dienstverlening van de gemeente Roosendaal. MAATSCHAPPELIJKE EFFECTEN Maatschappelijke effecten kunnen worden gedefinieerd als de beoogde gevolgen van het gemeentelijk beleid voor de samenleving en geven daarmee antwoord op de vraag: Wat willen

Nadere informatie

Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015

Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015 Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015 Bestemd voor: Gevraagd besluit: Onderwerp: wethouder Jeugd Hans van der Velde Commissie Zorg, Welzijn en Onderwijs kennisnemen van de stand van zaken en ontwikkelingen

Nadere informatie

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau Versie 5, augustus 2017 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten in uw regio willen weten hoe de samenwerking tussen het

Nadere informatie

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Achtergrondinformatie: De transitie van de jeugdzorg dient één centrale missie: er voor zorgen dat jeugdigen gezond en

Nadere informatie

HENRIQUE SACHSE ARTS M&G, JEUGDARTS, VERTROUWENSARTS

HENRIQUE SACHSE ARTS M&G, JEUGDARTS, VERTROUWENSARTS 14 juni 2017 Summersymposium Actualiteit van OGGZ en Jeugdgezondheidszorg Verwarde personen en kwetsbare kinderen De realiteit voor jeugdigen en ouders in 2017 HENRIQUE SACHSE ARTS M&G, JEUGDARTS, VERTROUWENSARTS

Nadere informatie

Bestuursopdracht beleidsplan zorg voor jeugd (2015-2019)

Bestuursopdracht beleidsplan zorg voor jeugd (2015-2019) Bestuursopdracht beleidsplan zorg voor jeugd (2015-2019) Heerenveen, juli 2013 Bestuursopdracht beleidsplan Zorg voor jeugd gemeente Heerenveen 1.Aanleiding De zorg voor de jeugd valt vanaf 2015 onder

Nadere informatie

Leefsituatie Dordtse jongeren 2009

Leefsituatie Dordtse jongeren 2009 Onderzoekcentrum Drechtsteden dr. B.J.M. van der Aa dr. J.W. Metz februari 2010 Colofon Opdrachtgever Tekst Informatie Gemeente Dordrecht, sector MO Onderzoekcentrum Drechtsteden GR Drechtsteden Onderzoekcentrum

Nadere informatie

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014 DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN Raadsvoorstellen 2014 Presentatie: 11-12 12-20132013 Planning raadsbesluiten Beleidskader (nieuwe Wmo en Jeugdwet): januari 2014 Transitiearrangement Zorg voor Jeugd: :

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: BJZ Flevoland

Nadere informatie

Beoordelingskader Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland

Beoordelingskader Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland Inleiding Beoordelingskader Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland 2018-2019 De 11 gemeenten in Holland Rijnland, die gezamenlijk alle jeugdhulp inkopen via de TWO jeugdhulp, hebben besloten een Tijdelijk

Nadere informatie

CONCEPT NOTA. #jonginhilversum

CONCEPT NOTA. #jonginhilversum CONCEPT NOTA #jonginhilversum 2013-2016 Pagina 1 van 30 Inhoudsopgave deel 1 pagina Voorwoord 3 Samenvatting 3 Paragraaf 1: Een terugblik op de vorige beleidsperiode, 4 waar staan we nu Paragraaf 2: Vooruitblik

Nadere informatie

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Eerder en Dichtbij. Projectplan Eerder en Dichtbij Projectplan Bussum, augustus september 2012 1. Inleiding De pilot Eerder en Dichtbij is een verlening van de eerste pilot Meer preventie minder zorg. Het doel van de pilot was oorspronkelijk

Nadere informatie

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting -

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting - Kadernota Sociaal Domein Managementsamenvatting Kadernota Sociaal Domein Managementsamenvatting DOEN wat nodig is Managementsamenvatting - 1 - Kadernota sociaal domein 2 Doen wat nodig is De gemeente Almere

Nadere informatie

LEERWIJZER JEUGD UITKOMSTEN VAN EEN ENQUÊTE ONDER DE BEZOEKERS VAN HET CONGRES TOEKOMST VAN DE JEUGDZORG

LEERWIJZER JEUGD UITKOMSTEN VAN EEN ENQUÊTE ONDER DE BEZOEKERS VAN HET CONGRES TOEKOMST VAN DE JEUGDZORG Rapportage LEERWIJZER JEUGD UITKOMSTEN VAN EEN ENQUÊTE ONDER DE BEZOEKERS VAN HET CONGRES TOEKOMST VAN DE JEUGDZORG Aan Deelnemers congres Toekomst van de Jeugdzorg Van Partners+Pröpper drs. Mark Rouw,

Nadere informatie

Inleiding Hierbij informeren wij u over de belangrijkste resultaten van de volgende onderzoeken:

Inleiding Hierbij informeren wij u over de belangrijkste resultaten van de volgende onderzoeken: aan: de raad datum: 21 maart 2017 onderwerp: resultaten Monitoring en onderzoek Sociaal Domein van: het college bijlage: 5 registratienr.: OD/2017/194762 in afschrift aan: Burgerplatform Inleiding Hierbij

Nadere informatie

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Voor een sterke basis Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Overzicht wettelijke verplichtingen in jeugd, onderwijs en opvang Gemeenten zijn uitvoerders van overheidsbeleid;

Nadere informatie

Netwerkcafé 17 november 2014 Centrum Jeugd en Gezin gemeente De Bilt

Netwerkcafé 17 november 2014 Centrum Jeugd en Gezin gemeente De Bilt Netwerkcafé 17 november 2014 Centrum Jeugd en Gezin gemeente De Bilt Voorstellen Jolanda Verkade Advies dwars door de 3 decentralisaties Passie en specialisatie is het Jeugddomein 15 jaar managementervaring

Nadere informatie

Cliëntervaring ouders en jongeren Jeugdhulp gemeente Delft Onderzoek naar kansen en verbeterpunten voor de jeugdhulp van de gemeente Delft

Cliëntervaring ouders en jongeren Jeugdhulp gemeente Delft Onderzoek naar kansen en verbeterpunten voor de jeugdhulp van de gemeente Delft Cliëntervaring ouders en jongeren Jeugdhulp gemeente Delft Onderzoek naar kansen en verbeterpunten voor de jeugdhulp van de gemeente Delft 09-06-2017 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Aanleiding... 3 Opzet

Nadere informatie

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie +

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie + Jeugdzorg verandert Decentralisatie + Wet op de jeugdzorg 2009-2012 Evaluatie transitie van de jeugdzorg Doel nieuwe wet Realiseren van inhoudelijke en organisatorische verandering in de jeugdzorg Terugdringen

Nadere informatie

De lokale educatieve Agenda. Hoe ver zijn we? Joke ten Berge

De lokale educatieve Agenda. Hoe ver zijn we? Joke ten Berge De lokale educatieve Agenda. Hoe ver zijn we? Joke Kruiter Joke ten Berge Oberon VNG Deze presentatie Kennismaken Stand van zaken LEA Voorbeelden LEA in een plattelandsgemeente LEA in de G4 VVE in de LEA

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering : Agendanummer : Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : B.J.N Fintelman : Beleid en Projecten : J.R.A. (Nelly) Wijnker Voorstel aan de raad Onderwerp : Beleidsplan

Nadere informatie

Vragen en Antwoorden voor huidige cliënten jeugdhulp

Vragen en Antwoorden voor huidige cliënten jeugdhulp Vragen en Antwoorden voor huidige cliënten jeugdhulp Na 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Op dit moment wordt hard gewerkt om ervoor te zorgen dat deze overgang goed

Nadere informatie

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen www.pwc.com Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel Inleiding Wiel Janssen Curriculum Wiel janssen: 35 jaar ervaring aan de voorkant van de Jeugdzorg

Nadere informatie

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid is het tol van verschillende ontwikkelingen, met een gerenoveerd Energiehuis en de komst van een bioscoop met parkeergarage. In

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Beleidsplan jeugdhulp lokaal Registratienummer: 00531755 Op voorstel B&W d.d.: 18-11-2014 Datum vergadering: 27-01-2015 Portefeuillehouder: M. Schlösser Rol gemeenteraad:

Nadere informatie

Decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten

Decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten Decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten Wat is de jeugdzorg Alle ondersteuning, zorg voor jeugdigen op het gebied van opvoeden en opgroeien Preventie, licht ondersteuning tot zeer zware specialistische

Nadere informatie

Zelftest Basisteam Jeugd -

Zelftest Basisteam Jeugd - Zelftest Basisteam Jeugd - Realisatie doelen van de jeugdwet 2015 Universitair Medisch Centrum Groningen Afdeling Gezondheidswetenschappen Ant. Deusinglaan 1 9713 AV Groningen Uitvoeringsteam C4Youth Contactpersoon:

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen.

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen. Raadsvoorstel Aan : Gemeenteraad Datum vergadering : 15 oktober 2014 Agenda nummer : 2014-07-13997 Portefeuillehouder : K. Krook Onderwerp : Vaststelling beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen

Nadere informatie

Advies 10 Notitie Jeugdbeleid

Advies 10 Notitie Jeugdbeleid Betreft : reactie op Notitie jeugdbeleid Datum : 22 december 2016 1 Inleiding Het beleid en het daarop gebaseerde uitvoeringsplan uitgewerkt in de Notitie Jeugdbeleid geldt voor de periode 2017 2018. De

Nadere informatie

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013 Transitie jeugdzorg Ab Czech programmamanager gemeente Eindhoven januari 2013 1. Samenhangende maatregelen Decentralisatie jeugdzorg Decentralisatie participatie Decentralisatie AWBZ begeleiding Passend

Nadere informatie

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek Betreft Vergaderdatum hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek 25-februari-2014 Gemeenteblad 2014 / Agendapunt Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. De hoofdlijnennotitie

Nadere informatie

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL Rv. nr.: 13.0014 B&W-besluit d.d.: 5-2-2013 B&W-besluit nr.: 13.0048 Naam programma +onderdeel: Jeugd en onderwijs Onderwerp: Transitie zorg voor de jeugd: visie jeugdhulp en informatie Aanleiding:

Nadere informatie

Sociale steun. 1 Conclusies. 2 Kracht van het netwerk. Hoe stimuleren we het beroep op het eigen netwerk?

Sociale steun. 1 Conclusies. 2 Kracht van het netwerk. Hoe stimuleren we het beroep op het eigen netwerk? Sociale steun Hoe stimuleren we het beroep op het eigen netwerk? Inhoud: 1. Conclusies 2. Kracht van het netwerk 3. Belemmeringen bij vragen om hulp 4. Bereidheid om hulp te bieden Via deze factsheet informeren

Nadere informatie

Vraaggericht, actief-anticiperend en detecterend. Surveillance van gezondheid, groei en ontwikkeling

Vraaggericht, actief-anticiperend en detecterend. Surveillance van gezondheid, groei en ontwikkeling Unique selling points JGZ Specialisme met het gezonde kind als referentiekader Vraaggericht, actief-anticiperend en detecterend Laagdrempelig en hoog bereik Surveillance van gezondheid, groei en ontwikkeling

Nadere informatie

Dordtse jeugd in cijfers

Dordtse jeugd in cijfers Dordtse jeugd in cijfers stand van zaken en ontwikkelingen kerncijfers Hoe staat het met de jeugd in? Hoeveel kinderen groeien op in een bijstandsgezin? Hoeveel jongeren zijn werkloos en welk aandeel heeft

Nadere informatie

Uitkomsten toezichtonderzoek Deventer

Uitkomsten toezichtonderzoek Deventer Uitkomsten toezichtonderzoek Deventer Toezichtonderzoek op beleidsniveau naar de verantwoorde zorg en ondersteuning van gezinnen met geringe sociale redzaamheid Oktober 2013 Samenwerkend Toezicht Jeugd

Nadere informatie

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1 Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond 22 januari 2013 14/02/2013 1 Headlines/voorlopige conclusies Deel I: Tussenevaluatie Buurtteams Jeugd en Gezin Pilot Ondiep/Overvecht 14/02/2013 2 Facts en figures

Nadere informatie

Jeugdigen en Gezinnen Versterken Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit

Jeugdigen en Gezinnen Versterken Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit Jeugdigen en Gezinnen Versterken Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit Inleiding Per 1 januari 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor de zorg voor jeugdigen. Hieronder vallen de jeugd-ggz

Nadere informatie

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake Lokaal en regionaal beleidskader voor jeugdzorg. Samenvatting Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Inleiding Op 1 januari 2015

Nadere informatie

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Marian van Leeuwen 19 november 2012 Doelen JGZ (bron NCJ) 1. preventieve gezondheidszorg bieden aan alle kinderen in Nederland van 0-19 jaar. 2. De lichamelijke, psychische,

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2. Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2. Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2 Raadsvergadering van 11 juni 2009 Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk Verantwoordelijke portefeuillehouder: A. Grootenboer-Dubbelman SAMENVATTING

Nadere informatie

Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg

Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg Juni 2014 Waarom een visie? Al sinds het bestaan van het vak jongerenwerk is er onduidelijkheid over wat jongerenwerk precies inhoudt. Hierover is doorgaans geen

Nadere informatie

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams Vangnet 0-99 Onafhankelijke regie Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Sociaal medische contractering Jeugd Organisatie wijkteams Lokaal beeld van de transities Wilt u wijkgericht

Nadere informatie

Dordtse Parken Bezoek en waardering

Dordtse Parken Bezoek en waardering Dordtse Parken Bezoek en waardering Bezoeken Dordtse inwoners hun parken? Dordrecht heeft een aantal mooie parken en de gemeente wil graag de bekendheid, en daarmee ook het gebruik, vergroten. Om input

Nadere informatie

Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau

Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau pagina 1 van 14 Pagina 1 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten in uw regio willen weten hoe de samenwerking tussen het

Nadere informatie

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017 Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017 Inleiding In mei 2016 is in Nieuw-Lekkerland het project 'Gezond Nieuw-Lekkerland' (GNL) gestart: met subsidie van

Nadere informatie

JJEUGDHULP. Specialistische jeugdhulp in regio Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland vanaf 2018

JJEUGDHULP. Specialistische jeugdhulp in regio Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland vanaf 2018 Gemeenten kopen de specialistische jeugdhulp niet langer als losse producten in, maar als onderdeel van een breder perspectiefplan dat vooraf wordt opgesteld. Specialistische jeugdhulp in regio Amsterdam-Amstelland

Nadere informatie