ZITTING VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN KRUISHOUTEM VAN 6 MEI 2015.

Transcriptie

1 ZITTING VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN KRUISHOUTEM VAN 6 MEI Aanwezig: della FAILLE D HUYSSE Baron Bernard, voorzitter. DE BRUYNE Patrick, DE FEYTER Karlien, VANDERSTRAETEN Anja, RAES Marleen, DECLERCK Magda, VAN HOUUTE Kristien, VANCAUWENBERGHE Marc, DE SERANNO Jozef, raadsleden. VANDENDORPE Evelien, DE MUYNCK Alexandra, sociaal assistenten (besloten vergadering). OPENBARE VERGADERING 0. PUNTEN BIJ HOGDRINGENDHEID. Volgende punten worden, in uitvoering van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de bij hoogdringendheid met éénparigheid van stemmen aan de agenda toegevoegd: 5. SOCIALE DIENST. REGIONALE DIENST VOOR SCHULDBEMIDDELING VLAAMSE ARDENNEN. IN RECHTE VERTEGENWOORDIGING VAN HET OCMW IN ZAKEN AANGAANDE COLLECTIEVE SCHULDENREGELING. AANDUIDING VAN EEN VERTEGENWOORDIGER. AANDUIDING VAN MEVROUW SARAH FORSYTH. 6. AFSTAND OM REDEN VAN OPENBAAR NUT AAN DE GEMEENTE KRUISHOUTEM VAN EEN PERCEEL GROND EN EROP STAANDE KAPEL, GELEGEN AAN DE TJOLLEVELDDREEF, KADASTRAAL BEKEND SECTIE B, PERCEELNUMMER 504/P/2 EN DEEL VAN PERCEELNUMMER 504/N/2, MET EEN OPPERVLAKTE VAN 17 A 28 CA. 80 DM². NOTARIELE AKTE.. 1. NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 8 APRIL De notulen van de openbare vergadering van 8 april 2015 worden goedgekeurd. 2. ALGEMEEN BESTUUR. PERSONEEL. RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET OCMW-PERSONEEL. WIJZIGING. Gelet op de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzegtermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen; Gelet op het Koninklijk besluit van 12 mei 2014 tot wijziging van de koninklijke besluiten van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen, van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen en van 12 augustus 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 met betrekking tot de rechtspositieregeling voor lokale besturen en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2013 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn,wat de definitieve ambtsneerlegging betreft; Gelet op het koninklijk besluit van 13 januari 2014 tot wijziging van de artikelen 9 en 10 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 9 september 2009 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel, gewijzigd bij besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 9 juni 2010, 13 november 2013 en 11 februari 2015; Overwegende dat het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2013 de zaken die aanleiding geven tot de definitieve ambtsneerlegging van het vast aangestelde statutaire personeelslid heeft gewijzigd; dat de wijziging heeft als doel werken na 65 jaar mogelijk te maken voor het vast aangestelde statutaire personeelslid van de gemeenten, provincies en OCMW s; dat de aanstellende overheid er in bepaalde omstandigheden belang bij kan hebben om een personeelslid langer in dienst te houden; dat anderzijds personeelsleden zelf ervoor kunnen kiezen om na 65 jaar aan het werk te blijven; dat dit nu mogelijk wordt mits instemming van beide partijen (het kan dus niet opgelegd worden) en mits deugdelijke motivering; dat de regeling zelf wel dwingend van aard is en dus sowieso in de RPR dient te worden opgenomen; Overwegende dat de hierna vermelde wet van 26 december 2013 de proefperiode afschaft in de arbeidsovereenkomstenwetgeving; dat aangezien de contractuelen binnen een lokaal bestuur ook onder de

2 regeling van de arbeidsovereenkomstenwetgeving vallen, ook voor deze personeelsgroep geen proefperiode meer wordt voorzien in de rechtspositieregeling; dat er in het bestuur geen contractuele personeelsleden zijn die zich nog in hun proeftijd bevinden; Overwegende dat het koninklijk besluit van 12 mei 2014 tot wijziging van de koninklijke besluiten van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen ( )de afwijkingsregeling betreffende de personeelsleden die op 50 jaar onbeperkt in loopbaanvermindering kunnen gaan wijzigt; dat de plaatselijke rechtspositieregeling aan bovenstaande gewijzigde regelgeving dient geconformeerd te worden; dat het de goede werking van de dienst niet in het gedrang brengt om in deze gevallen (loopbaanvermindering voorafgaand aan het pensioen), alle personeelsleden toe te laten hun loopbaan te verminderen met de helft en met 1/5de prestaties; dat anderzijds de vermindering met 1/3 de en 1/4 de in principe voor de werking van de dienst moeilijker is, aangezien vervanging in die gevallen veel minder evident is; dat dergelijke verminderingen in de praktijk ook niet worden aangevraagd door het personeel; dat het aangewezen voorkomt deze verminderingspercentages niet langer te voorzien; Overwegende datdaarnaast in het kader van het streven naar mobiliteit binnen het bestuur en de opwaardering van bepaalde technische functies van niveau E naar D, de anciënniteitsvereiste voor bevordering naar niveau D wordt verminderd naar 2 jaar; Overwegende dat het hierna vermelde koninklijk besluit van 13 januari 2014 tot gevolg heeft dat de op proef benoemde statutaire personeelsleden onder het systeem van de statutairen vallen wat betreft de sociale zekerheid; dat zij hierdoor bij een gebeurlijk bevallingsverlof verder betaald dienen te worden door het bestuur in plaats van door de mutualiteit; Gelet op het het advies van het managementteam dd. 2 februari 2015; Gelet op het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen dd. 9 februari 2015; Gelet op het protocol van het bijzonder onderhandelingscomité van 11 februari 2015 met de vakorganisaties. Gelet op het aangehechte ontwerp van aangepaste rechtspositieregeling; Op voorstel van de voorzitter, gaat over tot de stemming in de wettelijke vorm en besluit met éénparigheid Artikel 1 : Artikel 22 van het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 februari 2015 houdende wijziging van de rechtspositieregling van te OCMW-personeel wordt als volgt gewijzigd: In artikel van de voormelde gemeentelijke rechtspositieregeling wordt het eerste lid als volgt gewijzigd: In afwijking van 1, eerste en vierde lid, wordt voor de personeelsleden die tewerkgesteld zijn in een voltijds arbeidsregime en die hun arbeidsprestaties verminderen met de helft, de leeftijd op 50 jaar gebracht, voor de personeelsleden die op het ogenblik van de begindatum van de vermindering van de arbeidsprestaties cumulatief voldoen aan de volgende voorwaarden : Een zwaar beroep hebben uitgeoefend gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar of gedurende minstens 7 jaar in de daaraan voorafgaande 15 jaar; Een zwaar beroep waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat hebben uitgeoefend. Deze beroepen zijn de volgende: a) De verpleegkundigen en het verzorgend personeel in de ziekenhuizen; b) De verpleegkundigen en het verzorgend personeel in de rusthuizen en in de rust- en verzorgingstehuizen; c) De beroepen die voorkomen op een lijst van knelpuntberoepen, vertrekkende van de knelpuntberoepenlijsten van de Gewesten, jaarlijks vastgesteld bij een in Ministerraad overlegd besluit, na onderhandeling binnen het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten, na unaniem advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en van het Comité Overheidsbedrijven.. Artikel 2 : Dit besluit wordt, overeenkomstig artikel 254 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de burgemeester en schepenen en aan de provinciegouverneur. _ 3. SOCIALE DIENST. SAMENWERKINGSAKKOORD TUSSEN HET OCMW VAN KRUISHOUTEM EN DE VZW DYZO. Gelet op het bericht van 10 maart 2015 vanwege vzw DYZO houdende vraag tot het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst tussen de vzw en het OCMW van Kruishoutem met oog op begeleiding van gefailleerden en zelfstandigen die problemen ondervinden als gevolg van hun zelfstandige activiteit; Overwegende dat ondersteuning van de sociale dienst door een professionele organisatie wenselijk is; Gelet op de aangehechte samenwerkingsovereenkomst; Op voorstel van de voorzitter, gaat over tot de stemming in de wettelijke vorm en besluit met éénparigheid Artikel 1: De aangehechte samenwerkingsovereenkomst tussen het OCMW van Kruishoutem en vzw EFREM wordt goedgekeurd met ingang van 1 januari 2015.

3 Artikel 2: Aan de vzw DYZO wordt een werkingstoelage toegekend ten bedrage van 750,00 euro x laatst gekend inwonersaantal/ Artikel 3: Dit besluit wordt, overeenkomstig de artikel 254 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor kennisgeving overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen en de gouverneur. 4. SOCIALE DIENST. MAATREGELEN TER BEVORDERING VAN DE PARTICIPATIE EN SOCIALE ACTIVERING VAN DE GEBRUIKERS VAN DE DIENSTVERLENING VAN HET OCMW VAN KRUISHOUTEM VOOR HET JAAR Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 2014 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2014; Gelet op de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 september 2004, 13 juli 2005 en 12 juli 2006, 13 juni 2007, 9 juli 2008, 8 juli 2009, 14 juli 2010, 13 juni 2012, 12 juni 2013 en 14 mei 2014 houdende vaststelling van het Reglement Tegemoetkoming teneinde de maatschappelijke en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van het O.C.M.W van Kruishoutem te bevorderen ; Overwegende dat het O.C.M.W. van Kruishoutem het wenselijk acht om aan de O.C.M.W.-cliënten een tegemoetkoming voor de bevordering van hun maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing toe te kennen; Overwegende dat het O.C.M.W. de doelgroep dient af te lijnen en de concrete modaliteiten van toekenning dient te bepalen; Gelet op het aangehechte ontwerp van Reglement Tegemoetkoming teneinde de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van het OCMW van Kruishoutem te bevorderen ; Artikel 1: Het Reglement Tegemoetkoming teneinde de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van het OCMW van Kruishoutem te bevorderen wordt voor het jaar 2015 als volgt vastgesteld: Artikel 1: Doelgroep Komen in aanmerking voor de tegemoetkoming: de genieters van het leefloon en van om het even welke andere vorm van financiële steunverlening (algemene financiële steun, tussenkomst in verblijfskosten, steun onder vorm van voorschotten op sociale vergoedingen), cliënten in budgetbeheer of -begeleiding of in schuldbemiddeling, asielzoekers die aan het O.C.M.W. zijn toegewezen en waaraan het O.C.M.W. financiële steun verleent en waaraan het O.C.M.W. materiële hulp verleent. De steunverlening moet plaats vinden of plaatsgevonden hebben in de periode 01/01/ /12/2014. Artikel 2: Tegemoetkoming - finaliteit De tegemoetkoming heeft tot doel de maatschappelijke, sociale en culturele participatie en ontplooiing van de doelgroep te ondersteunen. De tegemoetkoming kan worden aangewend voor : (1) de volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door de gebruikers aan sociale, sportieve of culturele manifestaties; (2) de volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door de gebruikers aan sociale, culturele of sportieve verenigingen met inbegrip van lidgeld en de voor de deelname noodzakelijke benodigdheden en uitrustingen; (3) de ondersteuning en financiering van initiatieven van of voor de doelgroep op sociaal, cultureel of sportief vlak; (4) de ondersteuning en financiering van initiatieven die de toegang en de participatie van de doelgroep tot de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën bevorderen; (5) de volledige of gedeeltelijke financiering van maatschappelijke dienstverlening om de maatschappelijke integratie van achtergestelde kinderen van gebruikers via deelname aan sociale programma s te bevorderen. Worden inzonderheid bedoeld maatschappelijke dienstverlening (a) in het kader van de deelname aan sociale programma s (b) in het kader van onderwijsondersteuning (c) in het kader van psychologische ondersteuning voor het kind of voor ouders in het kader van de raadpleging van een specialist (4) in het kader van paramedische ondersteuning en (5) steun bij aankoop van pedagogisch materiaal en spellen. (6) de volledige of gedeeltelijke financiering van initiatieven met of voor kinderen van gebruikers om hun maatschappelijke integratie te bevorderen. Worden inzonderheid bedoeld de kosten voor het opzetten van acties met het oog op de sociale integratie van kansarme kinderen.

4 Artikel 3: Tegemoetkoming Bedrag Het bedrag van de tegemoetkoming wordt gedurende de onder artikel 1 vermelde periode uitgekeerd in één of meerdere tranches en vastgesteld op maximaal 125,00 euro per persoon. De tegemoetkoming geldt niet alleen voor de genieter zelf, maar ook voor de leden die deel uitmaken van het gezin van de genieter. Artikel 4: Indien het totale budget van de subsidie ter bevordering van maatschappelijk participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers wordt overschreden wordt het budget verder ten laste genomen door het OCMW Kruishoutem. Artikel 5: Procedure De aanvraag wordt, samen met de nodige bewijsstukken, ingediend bij de sociale dienst. Het bedrag wordt in de mate van het mogelijke uitbetaald door middel van overschrijving op het door aanvrager aangeduide rekeningnummer.. burgemeester en schepenen en aan de gouverneur voor kennisgeving. 5. SOCIALE DIENST. REGIONALE DIENST VOOR SCHULDBEMIDDELING VLAAMSE ARDENNEN. IN RECHTE VERTEGENWOORDIGING VAN HET OCMW IN ZAKEN AANGAANDE COLLECTIEVE SCHULDENREGELING. AANDUIDING VAN EEN VERTEGENWOORDIGER. AANDUIDING VAN MEVROUW SARAH FORSYTH. Gelet op het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 9 februari 2000 houdende goedkeuring van het samenwerkingsprotocol houdende toetreding van het OCMW van Kruishoutem tot de Regionale dienst voor Schuldbemiddeling Vlaamse Ardennen ; Gelet op het samenwerkingsprotocol van 10 mei 2000 houdende oprichting van de Regionale Dienst voor Schuldbemiddeling Vlaamse Ardennen ; Overwegende dat de mevrouw FORSYTH Sarah,juriste bij de Regionale dienst voor Schuldbemiddeling Vlaamse Ardennen in het bezit is van het attest van gespecialiseerde opleiding tot schuldbemiddelaar in het kader van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap en derhalve voldoet aan de voorwaarden om op te treden als schuldbemiddelaar in het kader van de wet van de collectieve schuldenregeling; Gelet op de brief van 30 april 2015 van de Regionale dienst voor Schuldbemiddeling Vlaamse Ardennen dienaangaande; Artikel 1: Mevrouw FORSYTH Sarah, juriste bij de Regionale Dienst voor Schuldbemiddeling Vlaamse Ardennen wordt aangeduid als personeelslid dat het OCMW van Kruishoutem in alle zaken waarin het is aangesteld als schuldbemiddelaar in het kader van de wet op de collectieve schuldenregeling in rechte kan vertegenwoordigen en alle stukken dienaangaande kan ondertekenen. burgemeester en schepenen en aan de gouverneur voor kennisgeving. evenals in twee exemplaren aan de Regionale Dienst voor Schuldbemiddeling Vlaamse Ardennen, voor kennisgeving. 6. AFSTAND OM REDEN VAN OPENBAAR NUT AAN DE GEMEENTE KRUISHOUTEM VAN EEN PERCEEL GROND EN EROP STAANDE KAPEL, GELEGEN AAN DE TJOLLEVELDDREEF, KADASTRAAL BEKEND SECTIE B, PERCEELNUMMER 504/P/2 EN DEEL VAN PERCEELNUMMER 504/N/2, MET EEN OPPERVLAKTE VAN 17 A 28 CA. 80 DM². NOTARIELE AKTE. De raad

5 Overwegende dat de openbare wegenis gerealiseerd in het kader van het sociaal huisvestingsproject Tjolleveld dient te worden overgedragen aan de gemeente Kruishoutem; Gelet op het aangehecht opmetingsplan van 4 april 2013 van de heer Kris TAELMAN, landmeter te Kruishoutem; Gelet op het aangehechte ontwerp van notariële akte; Artikel 1: Het O.C.M.W. van Kruishoutem keurt het ontwerp van notariële akte van afstand goed, waarbij een perceel grond met volgens kadastrale legger een erop staande kapel op en met grond gelegen aan de Tjollevelddreef en Tjollevelddreef + 3, gekend volgens titel en recent kadaster sectie B, perceelnummer 504/P/2 en deel van perceelnummer 504/N2, met een oppervlakte volgens meting van zeventien are achtentwintig centiare tachtig vierkante decimeter (17 a 28 ca 80 dm²), zijnde lot 4 op het metingsplan zonder beding van prijs, wegens het voordeel dat de zaak aan de overdrager biedt, wordt overgedragen aan de gemeente Kruishoutem. burgemeester en schepenen en aan de gouverneur voor kennisgeving. evenals aan meester Liesbeth Matthys, notaris te Kruishoutem en aan de gemeente Kruishoutem.