UITTREKSEL uit het register der beraadslagingen van de GEMEENTERAAD.

Transcriptie

1 Gemeente NEERPELT Provincie LIMBURG Openbare vergadering van 14 december 2009 UITTREKSEL uit het register der beraadslagingen van de GEMEENTERAAD. AANWEZIG: de dames en heren H. De Saedeleir, J. Maas, F. Seutens, L. Alders, R. Drieskens, burgemeester, F. Smeets, voorzitter, H. Fransen, S. Paesen, S. Philippe, T. Kauffmann, I. Verheyen, H. Gielen, L. Gielen, K. Mertens, M. Geerts, J. Vrolix, J. Dominicus, B. Hermans, D. De Lobel, J. Vandeweyer, P. Stalmans, T. Valkenborgh, A. Herregodts, N. Mertens en P. Kuppens en H. Vandervelden, secretaris Dagorde: Subsidiereglement voor thermische zonne-installaties fotovoltaïsche zonne-installaties groendak hemelwateropvang infiltratie warmtepomp traaggroeiend gras De gemeenteraad, Gelet op de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de Vlaamse overheid Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling. Gelet op het Protocol van Kyoto dat België op 29 april 1998 heeft ondertekend, waarbij België zich engageert tot een reductie van de uitstoot van broeikasgassen met 7,5% in 2010 t.o.v Overwegende dat bij alternatieve energie de natuurlijke zonne-energie of de energie uit de natuur (bodem, water, lucht) kan aangewend worden voor onder andere het verkrijgen van warm water, elektriciteitsproductie en voor verwarming van gebouwen. Overwegende dat naast andere maatregelen zoals het gebruik van spaarlampen, verhoogd rendement van elektrische toestellen, betere isolatie, het gebruik van alternatieve energiebronnen kan bijdragen tot een duurzaam energieverbruik. ZON Gelet op de doelstellingen uit artikel 23 van het elektriciteitsdecreet, namelijk het aantal door de leveranciers voor te leggen groenestroomcertificaten. Overwegende dat hernieuwbare energiebronnen onuitputtelijk en milieuvriendelijk zijn. Overwegende dat het leefmilieu moet beschermd worden tegen vervuiling ten gevolge van energetische bedrijvigheid, vooral vanuit de fossiele brandstoffen en kernenergie. Overwegende dat het gebruik van alternatieve, milieuvriendelijke energiebronnen kan bijdragen tot een duurzaam energiebeleid. Overwegende dat de investeringskosten in hernieuwbare energie-installaties, met name voor de particulier, substantieel groter zijn dan voor conventionele installatietechnieken. Herzien het gemeentelijk reglement van 29 januari 2007; Gelet op de recente evoluties in de PV-panelenmarkt: systemen worden goedkoper; meer leveranciers en plaatsers; Groene Leningen; Groene Stroomcertificaten die trapsgewijs

2 verlagen; bijkomende voorwaarden bij Groene Stroomcertificaten zoals minimale isolatie; is het wenselijk de voorziene gemeentelijke subsidie te maximaliseren op 500 EUR; GROENDAK Overwegende dat groendaken, naast hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, als bufferopvang van hemelwater dienen en zo bij hevige regenval de druk op het gemeentelijk rioleringsstelsel en de kans op mogelijke overstromingen en overstorten verkleinen. Overwegende dat groendaken een bijdrage kunnen betekenen aan het behoud van natuurwaarde in een stedelijke omgeving evenals op de belevingswaarde van stedelijk wonen; Overwegende dat de bescherming van het leefmilieu tot één der prioritaire opdrachten van de gemeente behoort; Overwegende dat lokale overheden een actieve rol dienen te spelen in de stimulering van lokale toepassing van milieuvriendelijke acties; Overwegende dat de toekenning van subsidies het maken van groendaken kan bevorderen; Overwegende dat de gemeente 31 euro/m 2 van het Vlaamse Gewest kan terugbetaald krijgen per groendak als voldaan is aan de voorwaarden opgenomen in de Samenwerkingsovereenkomst onder het thema natuur; Herzien het gemeentelijk reglement van 23 februari 2009; HEMELWATEROPVANG EN INFILTRATIE Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater; Overwegende dat de gemeente 250 euro van het Vlaamse Gewest kan terugbetaald krijgen per hemelwaterinstallatie of infiltratievoorziening als voldaan is aan de voorwaarden opgenomen in de Samenwerkingsovereenkomst onder het thema water; Overwegende dat water gebruikt voor spoeling van toiletten, gebruik in de tuin, schoonmaak, en andere laagwaardige toepassingen (wasmachine) niet de kwaliteit van drinkwater hoeft te hebben; Overwegende dat het gebruik van hemelwater de mogelijkheid biedt om minder water van menselijke consumptie te verbruiken en op te pompen uit de grondwaterlagen; dat hiermee het aanwenden van een schaarse grondstof op een oordeelkundige en duurzame manier beperkt wordt en dat verdrogingsverschijnselen tegengegaan worden; Overwegende dat hemelwater maximaal moet worden afgekoppeld van de openbare riolering en in de mate van het mogelijke worden hergebruikt opdat dit een positieve invloed zou uitoefenen op de efficiëntie en het rendement van de rioolwaterzuiveringsinstallaties; Overwegende dat door de aanleg van infiltratievoorzieningen er minder water, trager naar de oppervlaktewateren wordt afgevoerd en dat de grondwaterreserves worden aangevuld. Overwegende dat deze putten als bufferopvang van hemelwater dienen en zo bij hevige regenval de druk op het gemeentelijke rioleringsstelsel en de kans op mogelijke overstromingen en overstorten verkleinen;

3 Herzien de gemeenteraadsbeslissing van 15 december 2008 inzake de gemeentelijke premieregeling voor hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen; WARMTEPOMP Overwegende dat een warmtepomp warmte benut uit de natuur (water, grond, lucht). Een warmtepomp onttrekt haar energie voor 70 à 80% uit de omgeving; de rest wordt geleverd door de elektrische energie die de warmtepomp aandrijft. Overwegende dat de warmtepomp een milieuvriendelijk alternatief kan zijn voor een klassieke verwarmingsinstallatie die haar energie haalt uit (fossiele) brandstoffen. TRAAGGROEIEND GRAS Gelet op de info die het VLACO ter beschikking stelt rond het traaggroeiend gras. Gelet op de gegevens die nu gekend zijn, kan gesteld worden dat traaggroeiend gras voordelig is vanuit afvalstandpunt (er moet minder maaisel afgevoerd worden) en omwille van de onderhoudsvriendelijkheid (de maaifrequentie wordt gereduceerd). Herzien de gemeenteraadsbeslissing van 29 januari 2007 inzake het subsidiereglement voor het gebruik van traaggroeiend gras; ALGEMEEN Overwegende dat de toepassing van milieuvriendelijke ingrepen een impuls kan geven aan innovatie en aan de sociaal-economische ontwikkeling in Vlaanderen. Overwegende dat lokale overheden een actieve rol dienen te spelen in de stimulering van lokale toepassing van milieuvriendelijke ingrepen; Overwegende dat de toekenning van subsidies de toepassing van hernieuwbare energie kan bevorderen. Overwegende dat de kredieten die de gemeente voorziet voor de energie- en milieumaatregelen genomen door de burgers: zonnepanelen (PV en boilers), groendaken, traaggroeiend gras, installatie van warmtepomp, installatie van hemelwaterput en infiltratievoorzieningen het best in één gezamenlijk artikel wordt opgenomen. Gelet op het krediet voorzien in de begroting, artikel 879/331/01. Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. Gelet op het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen. Gelet op het visum van de financieel beheerder. Gelet op de uitslag van de stemming.

4 BESLUIT HOOFSTUK 1: ZON Artikel 1. In dit subsidiereglement wordt verstaan onder: 1. thermische zonne-installaties: installaties die zonnewarmte opvangen, opslaan en verdelen, het actief thermisch zonne-energiesysteem zorgt voor het opwarmen van sanitair water en/of ruimteverwarming; 2. fotovoltaïsche zonne-installaties: installaties die zonlicht omzetten in elektriciteit door middel van fotovoltaïsche zonnecellen; 3. kwp (kilowattpiek): het vermogen dat een fotovoltaïsch systeem levert bij standaardzoninstraling. Artikel 2. Binnen de perken van de jaarlijks voorziene begrotingskredieten wordt een subsidie verleend voor het plaatsen van thermische zonne-installaties en fotovoltaïsche zonne-installaties. Deze subsidie bedraagt: % op de kostprijs (inclusief plaatsing en BTW) van een thermische zonne-installatie voor de verwarming van sanitair water of van gebouwen, met een maximum van 500 euro per adres; % op de kostprijs (inclusief plaatsing en BTW) van een fotovoltaïsche zonneinstallatie, met een maximum van 500 euro per adres. Elke gemeentelijke subsidie kan slechts eenmaal per adres worden toegepast. Een combinatie van subsidies voor verschillende technieken is toegestaan. Artikel 3. Enkel installaties die geplaatst worden in wettelijk vergunde gebouwen die volledig op het grondgebied van Neerpelt liggen en die geplaatst worden na 1 januari 2010, komen in aanmerking voor subsidie. Is het dak van het gebouw waar de PV-installatie voorzien wordt een onderdeel van het woongedeelte (woning, bijgebouw als onderdeel van de woning) dan moet het dak of de zoldervloer voorzien zijn van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van minimaal 3. Is het gebouw geen onderdeel van het woongedeelte (tuinhuis, afdak, ), dan geldt deze voorwaarde niet. In verschillende situaties is voor de toepassing van een systeem een melding of vergunning nodig en dient men deze voorafgaandelijk te bekomen. Artikel 4. Deze toelage kan gecumuleerd worden met andere bouw- of renovatiesubsidies, op voorwaarde dat het totale bedrag van de bekomen subsidies 80% van de investeringskost niet overschrijdt. Indien dit percentage overschreden wordt, zal het bedrag van de gemeentelijke subsidie verminderd worden tot een gecumuleerde subsidie van 80 %. Artikel 5. De subsidie wordt toegekend aan de aanvrager. Deze persoon dient gerechtigd te zijn tot het (laten) plaatsen van de installatie waarvoor de aanvraag wordt ingediend. Als gerechtigd worden beschouwd: 1. de eigenaar van het gebouw; 2. de gebruiker of huurder van het gebouw mits de eigenaar het aanvraagformulier voor akkoord heeft ondertekend. Artikel 6. De plaatsing van de installatie moet geschieden in overeenstemming met bestaande wetten, reglementen, verordeningen, gebruiken en regels van goed vakmanschap.

5 Artikel 7. De subsidie voor thermische zonne-installaties wordt toegekend op voorwaarde dat de collector getest is volgens en conform is aan een EN-norm. De subsidie voor fotovoltaïsche zonne-installaties wordt toegekend op voorwaarde dat: 1. De netkoppeling gebeurt conform de geldende voorwaarden. 2. Het opgestelde vermogen minimum 0.8 kwp bedraagt. Artikel 8. De aanvraag dient te worden ingediend bij het gemeentebestuur van NEERPELT, ROLL-dienst, Kerkstraat 7, 3910 NEERPELT op een door de gemeente ter beschikking gesteld aanvraagformulier. Artikel 9. De aanvrager dient het ingevuld aanvraagformulier samen met een gedetailleerde factuur in bij het gemeentebestuur. Indien de subsidieaanvraag wordt afgewezen, blijkt de reden tot weigering uit de motieven van de kennisgave van het gemeentebestuur. Indien de subsidieaanvraag werd afgewezen kan er steeds een nieuwe aanvraag worden ingediend voor zover rekening gehouden werd met de motivering van de vorige weigering. De aanvrager kan de facturen pas indienen nadat de installatie volledig is uitgevoerd volgens de code van goede praktijk en volgens het gemeentelijk reglement en bedrijfsklaar is. De mogelijkheid tot het indienen van facturen vervalt 3 maanden na datum van de factuur. Artikel 10. De subsidie zal binnen een redelijke termijn na het indienen van de facturen en de nodige bewijsstukken worden uitbetaald na beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen. Het College van Burgemeester en Schepenen behoudt zich het recht om uitbetaling van de subsidie te weigeren of uit te stellen indien de installatie niet beantwoordt aan het gemeentelijk reglement. De aanvrager wordt in kennis gesteld van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 11. De aanvrager verbindt zich ertoe om de installatie goed te onderhouden. De installatie moet tenminste 10 jaar na de toekenning van de subsidie in goede staat van werking blijven op hetzelfde adres en kan onder geen beding binnen deze termijn verwijderd worden. Indien aan een van deze voorwaarden niet is voldaan, zal van de aanvrager een terugvordering worden geëist in evenredigheid met de nog resterende termijn, te rekenen vanaf de vaststelling van de feiten. De gemeente kan de in het eerste lid vermelde voorwaarden desgewenst laten controleren door een daartoe bevoegde dienst die hiermee door het gemeentebestuur werd belast. Deze dienst moet toegang krijgen tot de installatie. Bijkomende controles buiten de eerste controle na opstart zullen enkel plaatsvinden nadat de aanvrager schriftelijk op de hoogte is gebracht van een bijkomende controle en motivering. Artikel 12. Het besluit van de gemeenteraad van 29 januari 2007 houdende het uitkeren van een subsidie voor het installeren van een zonne-installatie wordt opgeheven met ingang vanaf 1 januari 2010.

6 HOOFDSTUK 2: GROENDAK Artikel 13. Toepassingsgebied van dit hoofdstuk Hoofdstuk 2 van onderhavig reglement is van toepassing op: - Het aanleggen van een groendak op een woning of andere gebouwen op het grondgebied van Neerpelt. - Onder groendak wordt in dit reglement verstaan een extensief groendak (vetplanten-, mos-, gras- en/of kruidendak), een intensief of een semi-intensief groendak. Het betreft een daksysteem waarbij minstens een draineerlaag, een substraatlaag en een vegetatielaag aanwezig zijn. Artikel 14. Toekenningsvoorwaarden 1. Voor de subsidie komen zowel particulieren, bedrijven, vzw s en verenigingen in aanmerking. 2. Het groendak dient geplaatst te worden na 1 januari Per aanvraagdossier moet een groendak van minimum 6 m² worden aangelegd op een vergund gebouw (woning of ander gebouw). 4. Het groendak moet gelegen zijn op het grondgebied van de gemeente Neerpelt. 5. De eigenaar van het gebouw of constructie waarop het groendak wordt aangelegd, beschikt indien nodig - over een rechtsgeldige stedenbouwkundige vergunning. 6. Indien de aanvrager geen eigenaar is van de onroerende goederen waarop de aanleg gebeurt, dient de eigenaar het subsidieaanvraagformulier mee te ondertekenen. 7. De gemeente is in geen enkel opzicht verantwoordelijk voor de werken en hun uitvoering, noch voor de eventuele schade die eruit kan voortvloeien. 8. De handelingen die uitgevoerd worden voor het realiseren van het groendak, moeten overeenkomstig de bestaande wettelijke bepalingen gebeuren. In voorkomend geval moet tijdig een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd worden. 9. Mislukte aanplantingen of werken dienen hersteld te worden. Gebeurt dit niet, dan zullen de subsidies teruggevorderd worden. 10. Het subsidiedossier wordt weerhouden in het kader van de samenwerkingsovereenkomst. Artikel 15. Premiebedrag 1. Binnen de perken van de jaarlijks voorziene begrotingskredieten zal de gemeente subsidies verlenen voor het aanleggen van nieuwe groendaken. 2. De subsidie bedraagt 31,00 EUR per m² gerealiseerde groendakoppervlakte, mits voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 13. Indien de aanlegkosten (inclusief BTW) lager zijn dan 31 EUR per m 2, wordt de werkelijke kostprijs beschouwd als het subsidiebedrag. 3. Deze betoelaging kan gecumuleerd worden met andere bekomen bouw- of renovatiepremies van om het even welke instelling of overheid.

7 Artikel 16. Aanvraag van de premie Ten einde een gemeentelijke premie te bekomen dient volgende procedure in acht genomen te worden: 1. De subsidieaanvraag wordt ingediend bij de gemeentelijke ROLL-dienst door middel van een volledig ingevuld en ondertekend voorgeschreven subsidieaanvraagformulier binnen een termijn van drie maanden na de aanleg van het groendak (datum van factuur). De datum van indiening van een subsidieaanvraag geldt als opvolgingsdatum voor de behandeling van het dossier. 2. Het aanvraagdossier dient vergezeld te zijn van volgende bewijsstukken: - een plan van het gebouw met aanduiding van welk gedeelte voorzien is van een groendak; - een foto van het gerealiseerde groendak; - kopie van de verkregen stedenbouwkundige vergunning van het gebouw (niet als het niet stedenbouwkundig vergunningsplichtig is); - een kopie van de factuur van de leverancier van het groendak. 3. Na uitbetaling van de premie verbindt de subsidietrekker zich ertoe om het groendak gedurende minimum 10 jaar, vanaf de datum van toekenning van de toelage, te laten bestaan en in goede staat te onderhouden. Artikel 17. Controle 1. Vooraleer over te gaan tot de toekenning van de premie zal de gemeente er zich van gewissen dat aan de toekenningsvoorwaarden is voldaan. Subsidieaanvragen die niet beantwoorden aan de bepalingen van dit reglement zullen worden geweigerd. 2. Na de aanleg maakt de bouwheer een afspraak met de toezichthoudende ambtenaar aangeduid door het College van Burgemeester en Schepenen voor het uitvoeren van de controle. Indien bij controle frauduleuze en/of onwettige praktijken of informatie wordt vastgesteld, vervalt de gehele subsidie. Ingeval van goedkeuring neemt de gemeente de nodige stappen tot uitbetaling van de premie. 3. Als na controle blijkt dat de aanvrager niet voldoet aan de bepalingen zullen de uitbetaalde subsidies worden teruggevorderd. 4. Het gemeentebestuur behoudt het recht blijvende controle uit te oefenen op het aangelegde groendak. 5. Indien blijkt dat de bepalingen van dit reglement of eventueel de stedenbouwkundige vergunning niet werden nageleefd, wordt de subsidie niet uitbetaald of, indien dit reeds gebeurd zou zijn, teruggevorderd. Artikel 18. Toekenning van de premie 1. De premie wordt slechts éénmaal per betreffend dak toegekend. 2. Dit reglement duurt zolang de gemeente in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling subsidies kan ontvangen voor groendaken. 3. Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de bekendmaking en de praktische uitvoering van dit besluit, alsook met de uiteindelijke toekenning van de toelagen volgens de vooropgestelde criteria. Artikel 19. Het besluit van de gemeenteraad van 23 februari 2009 houdende het uitkeren van een premie voor het installeren van een groendak wordt opgeheven met ingang vanaf 1 januari 2010.

8 HOOFDSTUK 3: HEMELWATERGEBRUIK EN INFILTRATIEVOORZIENINGEN Artikel 20. Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden volgende definities Horizontale dakoppervlakte Hemelwater Hemelwaterput/ hemelwaterreservoir De oppervlakte van de projectie van de buitenafmetingen van het dak op een horizontaal vlak Verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater Reservoir voor het opvangen en stockeren van hemelwater met een vaste filterinstallatie die eenvoudig te reinigen is en met een elektrische pomp welke vast geïnstalleerd is voor gebruik van het hemelwater Hemelwaterinstallatie Het geheel van hemelwaterput met eventueel bijhorend leiding- en pompsysteem, filters enz. met het oog op hergebruik van hemelwater Infiltratie Infiltratiebed Infiltratievoorziening Het doorsijpelen van hemelwater in de bodem Een filterbed van zand en/of grind dat ingegraven is in de bodem en dient voor de doorsijpeling van hemelwater in de bodem Infiltratiebed, zink- of besterfput, drainagebuizen of een specifieke technische ingreep voor het doorsijpelen van hemelwater in de bodem op eigen terrein. De infiltratievoorziening wordt geïnstalleerd onder het (omliggend) maaiveld Verharde oppervlakte Oppervlakte voorzien van ondoorlatend materiaal Gewestelijke stedenbouwkundige verordening Lokaal Gebouw Bestaand gebouw Verbouwing Herbouw Artikel 21. Premie Het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater Vergunde ruimte waarvan een vereniging gebruik maakt voor haar activiteiten Vergunde woning, handelshuis, lokaal, ambachtelijk bedrijf, stallen van veeteeltinrichting Gebouw waarvoor een bouwvergunning werd verkregen vóór 07/09/1999, d.w.z. 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad van de algemene bouwverordening inzake hemelwaterputten Een bouwproject waarbij 60 % of meer van de buitenmuren wordt behouden Een bouwproject waarbij minder dan 60 % van de buitenmuren wordt behouden 1. Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten, verleent het College van Burgemeester en Schepenen voor een bestaand gebouw of bij verbouwing van een bestaand gebouw, een subsidie voor de plaatsing van een hemelwaterinstallatie geïnstalleerd na 1 januari Deze hemelwaterinstallatie moet voldoen aan de toekenningsvoorwaarden. 2. Binnen de perken van de jaarlijkse op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten verleent het College van Burgemeester en Schepenen een subsidie voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie indien geplaatst na 1 januari 2010 bij nieuwbouw of herbouw van een gebouw en als de aanleg niet verplicht is volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. (2004). Deze hemelwaterinstallatie moet voldoen aan de toekenningsvoorwaarden.

9 3. Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten, verleent het College van Burgemeester en Schepenen een subsidie voor een infiltratievoorziening aangelegd na 1 januari 2010 en indien deze niet verplicht is volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 1 oktober Deze infiltratievoorziening moet voldoen aan de toekenningsvoorwaarden. Deze subsidie kan gecumuleerd worden met de subsidie voor hemelwateropvang. Artikel 22. Toekenningsvoorwaarden voor premie 1. De hemelwaterinstallatie en de infiltratievoorziening zoals bedoeld in voorgaand artikel dienen te voldoen aan de richtlijnen zoals deze bepaald zijn in Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen, meer bepaald de code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen en in tweede instantie aan de technische voorwaarden van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 1 oktober 2004 en latere wijzigingen/verduidelijkingen. De belangrijkste voorwaarden die hierin vervat zitten zijn: Hemelwaterinstallaties a) Het volume van de hemelwatertank dient in overeenstemming te zijn met het dakoppervlak, met een minimum van liter Horizontale dakoppervlakte Minimale tankinhoud 50 tot 60 m² liter 61 tot 80 m² liter 81 tot 100 m² liter 101 tot 120 m² liter 121 tot 140 m² liter 141 tot 160 m² liter 161 tot 180 m² liter 181 tot 200 m² liter > 200 m² liter per 100 m² Indien de horizontale dakoppervlakte kleiner is dan 50 m², is de installatie van een hemelwaterput niet verplicht, maar wordt wel een gemeentelijke premie toegekend indien voldaan aan de in deze verordening gestelde voorwaarden. b) De volledige dakoppervlakte is aangesloten op de hemelwaterput. Een subsidie bij een onvolledig aangesloten dakoppervlakte is slechts toegestaan mits grondige motivering. c) Het hergebruik van het in de hemelwaterput gecapteerde water is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. Een pompinstallatie is niet verplicht indien de verschillende aftappunten gravitair gevoed kunnen worden. d) Er mag geen directe verbinding gecreëerd worden tussen het drinkwaternet en het leidingennet aangesloten op de hemelwaterput. Hiertoe dient de hemelwaterput met drinkwater bijgevuld te worden door middel van een bijvulsysteem met onderbreking overeenkomstig de code van goede praktijk, ofwel dient een afzonderlijk leidingencircuit voorzien te worden voor hemelwater en drinkwater. e) De overloop van de hemelwaterput wordt bij voorkeur aangesloten op een infiltratievoorziening op eigen terrein. f) De overloop kan ook aangesloten worden op een openbare infiltratievoorziening, een waterloop, gracht of een ander oppervlaktewater. Wanneer deze afvoermogelijkheden niet aanwezig zijn of aansluiting hierop niet haalbaar is, mag de overloop van de hemelwaterput aangesloten worden op het gedeelte van de

10 openbare riolering bestemd voor de afvoer van hemelwater. Als er geen openbare riolering bestemd voor afvoer van hemelwater aanwezig is, mag het hemelwater op de gemengde openbare riolering aangesloten worden. Wel moeten tot aan het lozingspunt op de openbare riolering het hemelwater en afvalwater gescheiden worden. Infiltratievoorzieningen g) Infiltratievoorzieningen moeten voldoen aan de volgende eisen: Het buffervolume moet in verhouding staan tot het gerealiseerd infiltratiedebiet. Het buffervolume van de infiltratievoorziening moet minimaal 300 liter per begonnen 20 m² aangesloten verharde oppervlakte (grondoppervlakte en dakoppervlakte) bedragen. Wanneer waterdoorlatende klinkers worden gebruikt, kan de helft van de aangesloten verharde oppervlakte in rekening worden gebracht om het buffervolume te bepalen. De oppervlakte van de infiltratievoorziening moet minimaal 2 m² per begonnen 100 m² aangesloten verharde oppervlakte bedragen. 2. Op de infiltratievoorziening wordt minstens 50 m 2 dakoppervlak of verharding aangesloten. 3. De hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening is geïnstalleerd na 1 januari 2010 volgens, of in overeenstemming gebracht met, de code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen en in tweede instantie met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. 4. De nodige bewijzen van onkosten dienen door de bouwheer voorgelegd te worden. Artikel 23. Premiebedrag 1. Hemelwaterreservoir Voor de aanleg en het gebruik van een hemelwaterreservoir met vaste filterinstallatie en vaste pompinstallatie wordt een premie verleend van 0,10 EUR per liter waterinhoud. De premie wordt verleend per gebouw. De premie is maximaal 625,- EUR en wordt slechts eenmalig verleend. Bij handels- of landbouwactiviteiten is de premie voor volwaardige installaties voor de woongelegenheid en de exploitatieruimten cumulatief, maar beperkt tot maximaal 2 volwaardige installaties. Het volume van de totale installatie is minimaal liter. 2. Infiltratievoorzieningen Voor infiltratievoorzieningen wordt het bedrag van de subsidie gekoppeld aan de aangesloten verharde oppervlakte (dakoppervlakte + andere): Aangesloten verharde oppervlakte (m²) Gemeentelijke subsidie (EUR) > Artikel 24. Aanvraag tot premie De premie moet worden aangevraagd voor het begin van de plaatsing en ingebruikname van de installatie met het door het gemeentebestuur ter beschikking gestelde formulier. Afwijkingen ervan kunnen slechts door het CBS aanvaard worden als er met zekerheid de oude en nieuwe toestand kan vastgesteld worden. De aanvrager verklaart op eer dat de aanvraag correct werd ingevuld met de vermelding dat de aanvrager toelating geeft aan de aangewezen gemeentelijke ambtenaar om de installatie te controleren. Bij de aanvraag wordt een grondplan van het gebouw gevoegd waarop de diverse (afval)waterafvoerleidingen zijn aangeduid en een kopie van de factuur van de installatie. Een afgevaardigde van het gemeentebestuur kan binnen de maand na de indiening van de aanvraag de bestaande toestand opnemen. Nadien mogen de werken beginnen.

11 Artikel 25. Controle Vooraleer over te gaan tot de uitbetaling van de subsidie zal een door de gemeente gemachtigde instantie of ambtenaar zich er van vergewissen dat aan de voorwaarden van het subsidiereglement voldaan is. Blijken deze voorwaarden niet nageleefd, dan zal de subsidie niet uitgekeerd worden. Het is de eigenaar op alle momenten toegestaan om de nodige aanpassingen door te voeren om alsnog voor de subsidie in aanmerking te komen. Artikel 26. De premie wordt aan de eigenaar van een gebouw of huurder mits toestemming van de eigenaar van het gebouw gelegen op het grondgebied van Neerpelt slechts éénmalig toegekend. Artikel 27. Het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2008 houdende het uitkeren van een premie voor het installeren van een hemelwaterput of infiltratie van hemelwater wordt opgeheven met ingang vanaf 1 januari 2010.

12 HOOFSTUK 4: WARMTEPOMP Artikel 28. Toepassingsgebied van dit hoofdstuk In dit subsidiereglement wordt verstaan onder: - Warmtepomp: elektrisch aangedreven apparaat dat de in de natuur aanwezige warmte kan benutten om gebouwen te verwarmen. De beschikbare Joule kan gewonnen worden uit lucht, water of bodem. - De winstfactor of COP (Coëfficiënt of Performance) wordt berekend door de geleverde nuttige energie (afgegeven warmte) van de warmtepomp te delen door de opgenomen elektrische energie van de compressor en van de randapparatuur. Artikel 29. Toekenningsvoorwaarden 1. Enkel installaties die geplaatst worden in wettelijk vergunde gebouwen die volledig op het grondgebied van Neerpelt liggen en die geplaatst worden na 1 januari 2010, komen in aanmerking voor subsidie. In verschillende situaties is voor de toepassing van een systeem een melding of vergunning nodig en dient men deze voorafgaandelijk te bekomen. 2. De plaatsing dient te gebeuren door een geregistreerde aannemer. De warmtepomp moet geplaatst zijn volgens de Code van goede praktijk voor de toepassing van armtepompsystemen in de woningbouw, uitgegeven door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie. 3. De warmtepomp wordt als hoofdverwarming van het volledige gebouw gebruikt. 4. Het condensorvermogen van de warmtepomp, gemeten volgens EN 14511, bedraagt minstens 80% van de nominale warmteverliezen van het gebouw, berekend volgens NBN De winstfactor of COP (Coëfficiënt of Performance) wordt berekend door de geleverde nuttige energie (afgegeven warmte) van de warmtepomp te delen door de opgenomen elektrische energie van de compressor en van de randapparatuur. Gemeten volgens EN14511 moet hoger of gelijk zijn aan: - 4,0 voor bodem/water warmtepompen (brontemperatuur 0 C, afgiftetemperatuur 35 C) - 4,5 voor water/water warmtepompen (brontemperatuur 10 C, afgiftetemperatuur 35 C) - 3,6 voor lucht/water warmtepompen (brontemperatuur 7 C, afgiftetemperatuur 35 C) - 3,4 voor lucht/lucht warmtepompen (brontemperatuur 7 C, afgiftetemperatuur 20 C) - 3,0 voor directverdamping/water warmtepompen (brontemperatuur -5 C, afgiftetemperatuur 35 C) - 4,0 voor directverdamping/directcondensatie warmtepompen (brontemperatuur -5 C, afgiftetemperatuur 35 C). 6. De warmtepomp mag niet gebruikt kunnen worden voor koeling. De aannemer attesteert de wijze waarop een eventuele koelfunctie definitief uitgeschakeld werd en voegt een technische fiche toe. 7. De subsidie wordt toegekend aan de aanvrager. Deze persoon dient gerechtigd te zijn tot het (laten) plaatsen van de installatie waarvoor de aanvraag wordt ingediend. Als gerechtigd worden beschouwd: 3. de eigenaar van het gebouw; 4. de gebruiker of huurder van het gebouw mits de eigenaar het aanvraagformulier voor akkoord heeft ondertekend. 8. De subsidieaanvraag is alleen geldig samen met een kopie van de factuur voor het plaatsen van de warmtepomp met vermelding van het compressorvermogen, het nuttig thermisch vermogen en de technische fiche met duidelijke vermelding van de COP-waarde.

13 Artikel 30. Premiebedrag 1 De gemeente verleent binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten een premie voor de installatie van een warmtepompboiler. 2 De gemeentelijke subsidie voor een warmtepomp bedraagt 25% van de kostprijs (inclusief plaatsing en BTW) van de installatie met een maximum van 500 euro. 3 Deze betoelaging kan gecumuleerd worden met andere bekomen bouw- of renovatiepremies van om het even welke instelling of overheid. Elke gemeentelijke subsidie kan slechts eenmaal per adres worden toegepast. Een combinatie van subsidies voor verschillende technieken is toegestaan. Artikel 31. Aanvraag van de premie De aanvraag dient te worden ingediend bij het gemeentebestuur van NEERPELT, ROLL-dienst, Kerkstraat 7, 3910 NEERPELT op een door de gemeente ter beschikking gesteld aanvraagformulier. De aanvrager dient het ingevuld aanvraagformulier samen met een gedetailleerde factuur in bij het gemeentebestuur. Indien de subsidieaanvraag wordt afgewezen, blijkt de reden tot weigering uit de motieven van de kennisgave van het gemeentebestuur. Indien de subsidieaanvraag werd afgewezen kan er steeds een nieuwe aanvraag worden ingediend voor zover rekening gehouden werd met de motivering van de vorige weigering. De aanvrager kan de facturen pas indienen nadat de installatie volledig is uitgevoerd volgens de code van goede praktijk en volgens het gemeentelijk reglement en bedrijfsklaar is. De mogelijkheid tot het indienen van facturen vervalt 3 maanden na datum van de factuur. De subsidie zal binnen een redelijke termijn na het indienen van de facturen en de nodige bewijsstukken worden uitbetaald na beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen. Het College van Burgemeester en Schepenen behoudt zich het recht om uitbetaling van de subsidie te weigeren of uit te stellen indien de installatie niet beantwoordt aan het gemeentelijk reglement. De aanvrager wordt in kennis gesteld van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen. De aanvrager verbindt zich ertoe om de installatie goed te onderhouden. De installatie moet tenminste 10 jaar na de toekenning van de subsidie in goede staat van werking blijven op hetzelfde adres en kan onder geen beding binnen deze termijn verwijderd worden. Indien aan een van deze voorwaarden niet is voldaan, zal van de aanvrager een terugvordering worden geëist in evenredigheid met de nog resterende termijn, te rekenen vanaf de vaststelling van de feiten. De gemeente kan de in het eerste lid vermelde voorwaarden desgewenst laten controleren door een daartoe bevoegde dienst die hiermee door het gemeentebestuur werd belast. Deze dienst moet toegang krijgen tot de installatie. Bijkomende controles buiten de eerste controle na opstart zullen enkel plaatsvinden nadat de aanvrager schriftelijk op de hoogte is gebracht van een bijkomende controle en motivering.

14 HOOFDSTUK 5: TRAAGGROEIEND GRAS Artikel 32. Definitie Traaggroeiend gras: traaggroeiend gras wordt aanzien als: 1. alle grasmengsels zonder Engels Raaigras (Lolium perenne) of Rietzwenkgras (Festuca arundinaceae) EN 2. commerciële mengsels verkocht met de uitdrukkelijke vermelding traaggroeiend of gelijkaardig; 3. de grasmengsels zijn niet gekend als sportgazon. Gezin: gezin wordt aanzien als een groep in een huis samenwonende personen waartussen een wettige familierelatie bestaat in de eerste graad + alleenstaanden + samenwonenden. Artikel Toekenningsvoorwaarden De premie wordt toegekend voor gebruik van traaggroeiend gras bij de aankoop en gebruik van graszaadmengsels voor aanleg van gazons binnen het grondgebied van de gemeente Neerpelt. Artikel 33. Premiebedrag 1 De gemeentelijke premie bedraagt 50% van de aankoop van het graszaad, met een maximum van 80 EUR per dossier. 2 De premie kan niet gecumuleerd worden met andere premies van het even welke instelling of overheid. Artikel 34.Aanvraag van de premie Teneinde een gemeentelijke premie te bekomen, dient volgende procedure in acht genomen te worden: 1. Enkel aankopen van traaggroeiend gras na het inwerking treden van dit reglement komen in aanmerking. 2. De aanvraag dient te gebeuren via het officieel aanvraagformulier van de gemeente Neerpelt. 3. Het aanvraagformulier dient vergezeld te zijn van volgende bewijsstukken: 1. Factuur of gedetailleerd kassaticket 2. (deel van de) verpakking met samenstelling van het grasmengsel of label traaggroeiend. Artikel 35. Controle en opvolging 1. Vooraleer over te gaan tot de toekenning van de premie zal de gemeente er zich van vergewissen dat aan de toekenningsvoorwaarden is voldaan. Premieaanvragen die niet beantwoorden aan de bepalingen van het reglement worden geweigerd. 2. Indien achteraf zou blijken dat het graszaad niet op de opgegeven locatie werd gebruikt binnen het jaar na de premieaanvraag, geeft dit aanleiding tot het terugvorderen van het totale subsidiebedrag. Artikel 36.Toekenning van de premie 1. De premie wordt slechts eenmaal per gezin toegekend. 2. Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de bekendmaking en de uitvoering van het besluit, alsook met de uiteindelijke toekenning van de toelagen volgens de vooropgestelde criteria. Artikel 37. Het besluit van de gemeenteraad van 29 januari 2007 houdende het uitkeren van een gemeentelijke premie voor het gebruik van traaggroeiend gras wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2010.

15 HOOFDSTUK 6 Artikel 38. Het nodige krediet is voorzien in de begroting onder art. 879/331/01. Artikel 39. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking vanaf 1 januari 2010 voor de periode Artikel 40. Het schepencollege wordt gelast met de bekendmaking en de uitvoering van dit besluit. Artikel 41. Een afschrift van dit besluit zal bezorgd worden naar: - de gemeenteontvanger; - de provinciegouverneur; - Provinciebestuur, Afd. Milieu en Natuur, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt; - Departement LNE, afdeling Milieu-integratie en Subsidiëringen, Centraal Aanspreekpunt voor Lokale Overheden, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel; - Agentschap voor Natuur en Bos, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel; - Gemeentelijke ROLL-dienst; De Secretaris, Hilde Vandervelden De Secretaris, Gedaan in hogervermelde zitting. Namens de gemeenteraad; Voor eensluidend afschrift De Voorzitter, Frank Smeets De Burgemeester, Hilde Vandervelden Raf Drieskens