Beleidsplan School met de Bijbel Nieuw-Beijerland

Transcriptie

1 Beleidsplan School met de Bijbel Nieuw-Beijerland Inhoud Algemene gegevens... 2 Financiële gegevens... 2 Doelstelling en grondslag van de Vereniging:... 3 Bestuur... 3 Beleidsplan... 4 Onze missie... 4 De opdracht of missie van onze school verwoorden wij als volgt:... 4 Onderwijsvisie... 4 Schoolplan... 5 Beleidsvoornemens... 5 Ouderbijdragen... 5 Financieel beleid en beheer... 6 Begroting... 6 Doelstelling van de vereniging en vermogensvorming... 6 Treasurystatuut... 8 Sponsoring Beloningsbeleid Financiële verantwoording... 12

2 Algemene gegevens Naam vereniging: Vereniging tot Stichting en instandhouding van een School met de Bijbel te Nieuw-Beijerland. Zij is gevestigd te Nieuw-Beijerland, gemeente Korendijk. Naam school: Bezoekadres: School met de Bijbel te Nieuw-Beijerland Postadres: School met de Bijbel School met de Bijbel Marktveld 11 Postbus AL Nieuw-Beijerland 3264 ZH Nieuw-Beijerland Tel. : info@schoolmetdebijbelnb.nl Website : Financiële gegevens het RSIN (Rechtspersonen en Samenwerkingsverbanden Informatienummer)/fiscaal nummer: Rekeningnummers: School met de Bijbel : bankrekeningnummer (schoolfonds en schoolreisgeld) Penningmeester schoolvereniging : gironummer (contributie en giften)

3 Doelstelling en grondslag van de Vereniging: Artikel 2. Het doel van de vereniging is de stichting en instandhouding van een "School met de Bijbel" te Nieuw-Beijerland, gemeente Korendijk. Haar grondslag, waaraan haar bestuur en het onderwijs in haar school gebonden zijn, is de Bijbel als Gods Woord naar de belijdenis van de kerken der Reformatie hier te lande, te dezen bezien als uitsluitend vastgelegd in de Drie Formulieren van Enigheid, zoals aangenomen ter synode te Dordrecht in de jaren zestienhonderd achttien - zestienhonderd negentien. Haar beginsel is, dat de volksopvoeding en het volksonderwijs geheel in overeenstemming moeten zijn met de door de Bijbel geopenbaarde wil van God, te dezen uitsluitend opgevat naar bovengenoemde Drie Formulieren van Enigheid. Bestuur Uit de leden van deze vereniging wordt op de jaarlijkse ledenvergadering het bestuur van de scholen gekozen. Het bestuur bestaat uit 9 leden, die door en uit de leden worden gekozen, met dien verstande dat de bestuurszetels gelijk worden verdeeld over de in de vereniging deelnemende kerkgenootschappen (of hun voortzetting daarvan) welke blijkens de akte van oprichting van de vereniging bestuurszetels zijn toegekend.

4 Beleidsplan Onze missie De opdracht of missie van onze school verwoorden wij als volgt: Samen, met de Bijbel open, staan voor: kwaliteit en veiligheid, betrokkenheid en welbevinden, zelfstandigheid, zorg op maat en uitdaging Hierin komt voor ons tot uitdrukking dat het onderwijs dat wij willen geven in de eerste plaats vanuit de reformatorische grondslag voort moet komen. De grondslag doortrekt ons zijn, onze levensbeschouwing en daarmee wat tot uitdrukking komt in ons denken, spreken en handelen. Dat het onderwijs gegeven wordt vanuit deze grondslag geeft aan, dat de waarden en normen die wij overdragen in de opvoeding, aan Gods Woord ontleend zijn. Het reformatorisch onderwijs heeft, vanuit Gods Woord, de opdracht om rekening te houden met verschillen van leerlingen. Onderwijs dat rekening houdt met verschillen houdt voor ons in dat wij steeds zoeken naar de mogelijkheden om recht te doen aan de verschillende talenten die de kinderen hebben ontvangen en het bieden van onderwijs op maat. Onderwijsvisie Vanuit onze identiteit willen we de kinderen onderwijs bieden op grond van Gods Woord en de belijdenis vervat in de 3 formulieren van enigheid. Hierbij zien we als noodzakelijke basisvoorwaarde: goede samenwerking in de opvoeding tussen gezin, school en kerk. We willen onderwijs aanbieden, waarin we elkaar op de identiteit kunnen aanspreken. Verder gaan we uit van 3 basisbehoeften bij de kinderen. 1 Basisbehoefte: relatie Voor de kinderen willen we werken aan een veilig pedagogisch schoolklimaat, waarbij we goede relaties tussen leerkracht en leerling en leerlingen onderling van groot belang vinden. 2 Basisbehoefte: competentie We zien een veilig schoolklimaat als een voorwaarde voor een goede ontwikkeling van de onderscheiden talenten van hoofd, hart en handen, die de kinderen hebben ontvangen. We willen ook zoveel mogelijk rekening houden met deze

5 verschillende gaven. Daarom werken we binnen de school waar mogelijk in differentiatiegroepen. 3 Basisbehoefte: autonomie (zelfstandigheid) We voeden op tot zelfstandigheid. Hiervoor is het noodzakelijk, dat de kinderen leren om zelfstandig te werken. Zelfstandigheid is een basisbehoefte van de mensen, maar geeft ook de leerkracht de ruimte om verschillende kinderen extra zorg te geven. Schoolplan Alle onderwijskundige zaken zijn in ons schoolplan beschreven. Voor iedere periode van vier jaar wordt een nieuw schoolplan gemaakt. Alle plannen en acties worden over die vier jaar verdeeld. Jaarlijks wordt er dan een jaarplan gemaakt dat afgeleid is van het schoolplan. Dat jaarplan wordt aan het einde van ieder jaar geëvalueerd. Het schoolplan wordt door de inspecteur van het onderwijs getoetst aan de wettelijke eisen. Dit schoolplan kan door iedereen op school worden ingezien. Beleidsvoornemens Voor de beleidsvoornemens verwijzen we naar het schoolplan en de schoolgids. Ouderbijdragen Wij kennen geen verplichte ouderbijdrage. Wel worden de ouders en leden door de penningmeester van de vereniging in november benaderd voor een vrijwillige bijdrage. Samen met de opbrengsten van de kerkelijke collecten wordt dit gebruikt om Bijbels voor de schoolverlaters te kopen, psalmboekjes voor de kinderen in groep 4 en het bekostigen van eventuele meerkosten voor leerkrachten die voor eigen rekening van de school komen, etc. In de maand maart wordt uw bijdrage aan het schoolfonds gevraagd. Ook deze bijdrage is vrijwillig. Hiervan worden verschillende zaken bekostigd die niet gesubsidieerd worden. Bijv.: Uitgaven ten behoeve van de spelletjesdag, afscheid van groep 8, uitbreiding van de klassenbibliotheken etc.

6 Financieel beleid en beheer Begroting Jaarlijks wordt er door penningmeester en directie een begroting opgesteld. Deze wordt door het bestuur voor een kalenderjaar vastgesteld. De begroting is gebaseerd op de te verwachten inkomsten aan rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen, inkomsten uit samenwerkingsverbanden en giften van leden en ouders en overige bijdragen. Daarnaast is de begroting gebaseerd op de te verwachten uitgaven aan personeelskosten, overige personeelsuitgaven, de nascholingsactiviteiten om de schoolontwikkeling te laten voortgaan en de overige vaste kosten (Materieel of personeel). Bij de beoordeling van de begroting wordt bekeken of de doelstellingen van de school kunnen worden behaald binnen de Rijksbijdragen. Als onderwijs met voldoende eindopbrengsten niet kan worden gerealiseerd of als het welbevinden van personeel en/of leerlingen onder een acceptabel niveau komt, kunnen er extra middelen beschikbaar worden gesteld om deze doelen wel te realiseren; Doelstelling van de vereniging en vermogensvorming Het doel van de vereniging is het verstrekken van basisonderwijs, zonder daarbij het maken van winst te beogen. (zie artikel 4 van de statuten). Hieruit blijkt dat vereniging geen winst beoogt, waaruit voorvloeit dat vermogensvorming niet wordt beoogd door accumulatie van winst. Beleidregels inzake vermogen van de vereniging Met inachtneming van onderstaande algemene kaders: 1. Het geven van reformatorisch onderwijs in overeenstemming met het doel en grondslag van de vereniging zoals verwoord in artikel 2 van de statuten; 2. Het bieden van onderwijs met eindopbrengsten die volgens de normering van de onderwijsinspectie tenminste voldoende zijn; 3. Het bieden van een werk- en leeromgeving zodanig dat het personeel en leerlingen het welbevinden positief duidt; (waarbij het ziekteverzuimpercentage en het personeelsverloop als indicatoren gelden)

7 en met inachtneming van onderstaande financiële overwegingen: 1. Beschikbaarheid van een ruim eigen vermogen (totaal van publiek en privaat vermogen); 2. Gebondenheid van een deel van het private vermogen zijnde de bestemmingsreserve vervoer en onroerende zaken; 3. Het publieke vermogen mag uitsluitend voor het geven onderwijs worden aangewend 4. Instandhouding van de koopkracht van het vermogen wordt wenselijk geacht; 5. Komende jaren worden in de publieke sfeer aanzienlijke, onvermijdbare tekorten verwacht; is het financiële kader waarbinnen wordt geopereerd als volgt: A. Voor locatie Nieuw-Beijerland is het exploitatiesaldo voor rentebaten, in de publieke sfeer tenminste nihil; B. Voor locatie Hoogvliet is het exploitatiesaldo voor rentebaten, in de publieke sfeer negatief. Het negatieve bedrag is gelijk aan de lagere rijksbijdragen voor een nevenvestiging ten opzichte van een zelfstandige school; C. Instandhouding van koopkracht (waarbij de CPI-index alle huishoudens als indicator geldt) is wenselijk, daarom worden de rentebaten aan het vermogen toegevoegd; D. Als onderwijs met voldoende eindopbrengsten niet kan worden gerealiseerd of als het welbevinden van personeel en/of leerlingen onder een acceptabel niveau komt, kunnen er extra middelen beschikbaar worden gesteld om deze doelen wel te realiseren; E. Incidentele of eenmalige baten worden allereerst aangewend om de eventuele tekorten genoemd onder A en B van de voorgaande 2 jaar en die worden verwacht voor de daaropvolgende 2 jaar aan te zuiveren. Het resterende deel van de incidentele of eenmalige baten kan worden aangewend om extra dingen te doen in de onderwijstaak. Toelichting Ter toelichting bij de beleidregels moge het volgende dienen: De drie doelstellingen die zijn genoemd in het algemene kader zijn de hoofd doelstellingen. Alles wat binnen de school wordt gedaan, dient te staan in het teken van deze doelstellingen.

8 Het bestuur is gehouden, uiteraard voor zover binnen haar invloedsfeer, deze doelstellingen te realiseren. Voor de realisatie hiervan zijn financiële middelen onmisbaar. Desondanks zijn de financiële middelen slechts een hulpmiddel. Dit betekent concreet: 1. Dat realisatie van de doelstellingen gepaard kan gaan met een positief exploitatiesaldo. 2. Als er een positief exploitatiesaldo is en niet alle doelstellingen worden gehaald, zal het bestuur zich terdege moeten afvragen of door extra inzet van financiële middelen de doelstellingen wel gehaald zouden zijn. 3. Ook zal het bestuur een negatief exploitatiesaldo dienen te accepteren als daardoor de doelstellingen wel worden gehaald. Bovenstaande toelichting heeft tot direct gevolg dat er bewust voor is gekozen om geen onder- of bovengrens aan het vermogen te stellen. Enerzijds omdat iedere grens arbitrair is en anderzijds omdat dit vanuit de bovenstaande toelichting ook volstrekt overbodig is: het realiseren van een onder- of bovengrens van het vermogen is geen doelstelling op zich, maar het vermogen is dienstbaar aan de hoofddoelstellingen. Treasurystatuut Inleiding De organisatie onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Als gevolg daarvan wenst zij haar activiteiten op het gebied van treasury op een zo transparant en beheersbaar mogelijke wijze in te richten. Hierbij wordt de vigerende wet- en regelgeving als uitgangspunt genomen. In dit treasurystatuut is de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van het aanwijzen van verantwoordelijken en het benoemen van de handelingsvrijheid die zij hebben. Artikel 1. Begrippenkader In dit statuut wordt verstaan onder: - Kasgeldlimiet: Het bedrag aan contant geld dat maximaal in één keer

9 opgenomen kan worden ten behoeve van de kas. - Liquiditeitsbeheer: Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar; - Liquiditeitsplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid; - Saldobeheer: Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen; Artikel 2 Valutarisicobeheer Alle liquide middelen worden in euro s aangehouden. Er zullen geen verplichtingen worden aangegaan in andere valuta dan euro. Artikel 3 Intern liquiditeitsbeheer Het bestuur beperkt haar interne liquiditeitsrisico s door haar treasuryactiviteiten te baseren op het verwachte liquiditeitsverloop in de komende 12 maanden. Artikel 4 Financiering Het bestuur maakt geen gebruik van externe financieringsmiddelen, waarmee in dit kader wordt bedoeld dat er geen gelden door middel van leningen bij banken wordt opgenomen. Artikel 5 Kasbeheer A. Geldstromenbeheer Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt: 1. Het gebruik van contant geld op bestuurs- en schoolniveau zo beperkt mogelijk gehouden. 2. Er voor gezorgd dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen. B. Saldo- en Liquiditeitsbeheer Voor het saldobeheer en het liquiditeitsbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

10 1. Er worden zo weinig mogelijk rekeningen aangehouden. 2. Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn rekening-courant, spaarrekeningen en deposito s. 3. Maandelijks wordt bezien of gelden op de lopende rekening kunnen worden overgeboekt naar een spaarrekening of omgekeerd. 4. De liquiditeiten, ongeacht of het betaalrekeningen of spaarvormen betreft, worden alleen ondergebracht bij partijen die door minimaal twee ratingkantoren met minimaal een A-rating zijn beoordeeld voor kortlopende zaken of minimaal een AA-rating voor langlopende zaken. 5. Het kasgeldlimiet bedraagt 750. Artikel 6 Verantwoordelijkheden De verantwoordelijkheden voor de treasuryfunctie van het bestuur en de penningmeester staan in onderstaande tabel gedefinieerd. Functie Bestuurstaak Verantwoordelijkheden Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, beleidskaders en limieten; Het vaststellen van de treasuryparagraaf in het jaarverslag; Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering Het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het treasurybeleid; Het uitvoeren van de niet aan de directeur overgedragen treasuryactiviteiten. Penningmeester Het ontwikkelen van beleidsvoorstellen en het rapporteren over treasury aan het bestuur. Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid); Het rapporteren aan het bestuur over de uitvoering van het Het uitvoeren van treasuryactiviteiten voor zover het bestuur deze niet aan zich heeft voorbehouden. Het opzetten van administratieve richtlijnen voor treasury; Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen; Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie; Het rapporteren aan het bestuur over de uitvoering van het Het afleggen van verantwoording aan het bestuur

11 Het uitvoeren van de activiteiten voor de volgende deelfuncties: Het risicobeheer, verenigingfinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten moeten conform dit treasurystatuut en de treasuryparagraaf worden uitgevoerd (uitvoeringsverantwoordelijkheid); Het aantrekken en uitzetten van gelden bij het saldo- en Het beheren van de geldstromen; Het onderhouden van contacten met banken en overige financiële instellingen; Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied; Het overboeken van saldi tussen onderlinge bankrekeningen; Artikel 7 Bevoegdheden In onderstaande tabel staan bevoegdheden voor treasuryactiviteiten weergegeven en ook de daarbij benodigde fiattering. Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer Bevoegd functionaris (1ste Het uitzetten van middelen via deposito en Penningmeester (n.v.t.) spaarrekening. Betalingsopdrachten voorbereiden. Administratief (n.v.t.) medewerker Betalingsopdrachten versturen bedrag < Penningmeester (n.v.t.) Autorisatie door (2e handtekening) Betalingsopdrachten versturen bedrag >= Penningmeester 2 e DB-lid (* 1 ) Bankrelatiebeheer Bankrekeningen openen / sluiten / wijzigen. Voorzitter Secretaris Bankcondities en tarieven afspreken. Penningmeester (n.v.t.) (*1) autorisatie per mail Financiering en uitzetting Het beleggen van middelen in toegestane producten Penningmeester (n.v.t.) Artikel 8 Informatievoorziening Over de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden versterkt door de betreffende functionarissen: Informatie Frequentie Informatie- Informatie- Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en verstrekker ontvanger Incidenteel Penningmeester Bestuur ontvangsten voor de liquiditeitsplanning. Liquiditeitsplanning. Incidenteel Penningmeester Bestuur

12 Evaluatie treasuryactiviteiten in treasuryparagraaf van het jaarverslag. Verantwoording n.a.v. treasuryparagraaf via het jaarverslag. Jaarlijks Jaarlijks Penningmeester Bestuur Penningmeester Bestuur Inwerkingtreding Dit treasurystatuut is vastgesteld door het algemeen bestuur op 22 maart Sponsoring Het bestuur heeft zich uitgesproken tegen het sponsoren van onze school door bedrijven of anderen, waardoor het schoolbeleid zou worden beïnvloed. Wij wensen namelijk niet vanwege sponsoring min of meer verplicht deel te nemen aan commerciële activiteiten. Sponsoring is mogelijk, mits het niet verplicht tot reclame-uitingen en geen invloed heeft op het te voeren beleid. Beloningsbeleid Personeel: Voor het personeel van de School met de Bijbel te Nieuw-Beijerland is de cao Primair Onderwijs van toepassing. Bestuur: Voor het bestuur van de Vereniging tot Stichting en instandhouding van een School met de Bijbel te Nieuw-Beijerland geldt dat zij dit werk onbezoldigd verrichten. Financiële verantwoording Jaarlijks wordt er financiële verantwoording afgelegd door middel van een jaarverslag. De jaarverslagen vanaf 2012 zijn te vinden op de website: