TEKSTEN. richtinggevend gedeelte. (cfr. art van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening)

Transcriptie

1 TEKSTEN richtinggevend gedeelte (cfr. art van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening) ruimtelijk structuurplan kalmthout 31 maart 2006

2

3 Status richtinggevend gedeelte De ruimtelijke structuurplannen vormen geen beoordelingsgrond voor de werken en handelingen, bedoeld in artikelen 99 en 101 (aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen), noch voor het stedenbouwkundig uittreksel en attest, bedoeld in artikel 135 (artikel 19 6 decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening). Het richtinggevend gedeelte van een ruimtelijk structuurplan is het deel waarvan een overheid bij het nemen van beslissingen niet mag afwijken, tenzij omwille van onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten of omwille van dringende sociale, economische of budgettaire redenen. De uitzonderingsgronden voor een afwijking worden uitgebreid gemotiveerd. Ze mogen in geen geval een aanleiding zijn om de duurzame ruimtelijke ontwikkeling, de ruimtelijke draagkracht en de ruimtelijke kwaliteit van welk gebied ook in het gedrang te brengen (artikel 19 3 decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening)

4

5 Inhoud richtinggevend gedeelte Status richtinggevend gedeelte Inhoud richtinggevend gedeelte Kaarten Tabellen Figuren V. Prioritaire beleidsthema s Inleiding Prioritaire beleidsthema s I. Visie op de ruimtelijke toekomst van Kalmthout Gewenste rol en positie van Kalmthout Ruimtelijk concept voor Kalmthout: drie deelruimten Synthese van gewenste ruimtelijke structuur Beleidsdoelstellingen voor Kalmthout II. Ontwikkelingsperspectieven voor drie deelruimten Centrale woonband Zuidwestelijk natuur-, woon- en werklandschap Open landbouwgebied III. Gewenste ruimtelijke deelstructuren Gewenste ruimtelijk-natuurlijke structuur Gewenste nederzettingsstructuur Gewenste ruimtelijk-economische structuur Gewenste ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur Gewenste landschappelijke structuur IV. Nadere uitwerkingen Gemeentelijk woonbeleid Ontwikkelingsperspectieven voor zonevreemde terreinen en constructies

6 Kaarten kaart 40 synthese gewenste ruimtelijke structuur kaart 41 gewenste ruimtelijke structuur van de centrale woonband kaart 42 gewenste ruimtelijke structuur van de zuidwestelijke natuur-, woon- en werklandschap kaart 43 gewenste ruimtelijke structuur van het open landbouwgebied kaart 44 gewenste ruimtelijke structuur compacte woonkern Achterbroek kaart 45 gewenste ruimtelijke structuur compacte woonkern Nieuwmoer kaart 46 gewenste ruimtelijk-natuurlijke structuur kaart 47 gewenste nederzettingsstructuur kaart 48 gewenste ruimtelijk-economische structuur kaart 49 gewenste ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur kaart 50 gewenste landschappelijke structuur kaart 51 woningbouwprogrammatie kaart 52 ontwikkelingsperspectieven voor zonevreemde woningen kaart 53 ontwikkelingsperspectieven voor zonevreemde bedrijven die theoretisch in aanmerking komen voor het sectoraal B.P.A kaart 54 ontwikkelingsperspectieven voor zonevreemde recreatie kaart 55 prioritaire acties Tabellen tabel 40 differentiatie bouwdichtheden tabel 41 woningbouwprogrammatie Figuren figuur 5 landschappelijke integratie van een landbouwbedrijf, bestaande en gewenste situatie

7 I. Visie op de ruimtelijke toekomst van Kalmthout

8 1. Gewenste rol en positie van Kalmthout Kalmthout maakt onmiskenbaar deel uit van het buitengebied, maar men kan niet ontkennen dat Kalmthout zich ook bevindt in de nabijheid van de grootstedelijke invloedsfeer van het stedelijk gebied Antwerpen. Als buitengebiedgemeente in een bijzondere grenspositie tussen de verstedelijkte agglomeraties van Antwerpen en Roosendaal - Breda heeft Kalmthout diverse uiteenlopende kwaliteiten: een landelijke gemeente met landbouw als voornaamste ruimtegebruiker een rustig woongebied in een groen kader een gemeente met een groot aandeel landschappelijk en ecologisch waardevolle groene ruimten met op de natuur gerichte recreatie. Het versterken van deze veelzijdigheid in de identiteit van Kalmthout wordt als uitgangshouding erkend. Wonen, werken en genieten met respect voor openheid en natuur Kalmthout is een buitengebiedgemeente en wil dat ook blijven. Dat betekent dat een beleid wordt gevoerd om de open ruimte zoveel mogelijk te vrijwaren van verdere bebouwing. Wel dienen we te beseffen dat de druk vanuit de omringende stedelijke gebieden groot is en wellicht nog groter wordt. De grootstad Antwerpen met haven is het meest voelbaar, maar ook Roosendaal en de andere Brabantse steden stralen uit naar Kalmthout. Niet alleen de woon- en verkeersdruk nemen toe. Kalmthout is voor deze stedelijke gebieden en hun bewoners een zeer aantrekkelijke achtertuin. Die aantrekkingskracht zal wellicht veeleer toenemen dan afnemen in de toekomst. Ook de reikwijdte van het uitstralingsgebied zal nog toenemen. Afstanden spelen geen rol meer en de oasen van rust en ruimte worden steeds schaarser in onze verstedelijkte contreien. De schijnbare paradox is dat die aantrekkingskracht en de druk toenemen naarmate we de gemeente groen en open houden. Zeker met de goede recreatieve voorzieningen die aanwezig zijn. Voor die paradox mogen we niet blind zijn. Daar moeten we een aangepaste ruimtelijke strategie voor bedenken. Een strategie die de schijnbare paradox overstijgt. Dat doen we niet door Kalmthout in te (laten) richten als lucratieve achtertuin van de omringende stedelijke gebieden. Het clichébeeld van de Vlaamse achtertuin wordt immers getekend door ondoordachte aanbouw en opvulling van de schaarse open ruimte. Daar stellen we het beeld tegenover van de verzorgde voortuin. Niet zozeer het omheinde voortuintje met kaboutertjes, hoe charmant ook. We hebben eerder het beeld voor ogen van een parkachtige voortuin van een groot kasteel. Een tuin met prachtige entree(s) en oprijlanen omgeven door weilanden en akkers. Maar evengoed een voortuin met ongerepte natuurgebieden, waar best geen mensen komen. Een parkachtige voortuin die voor iedereen toegankelijk is, mits het respecteren van enkele basisregels. Basisregels die er voor moeten zorgen dat de tuin niet wordt vertrappeld en bezoedeld. Basisregels die bepalen welke delen wel en welke delen niet publiekelijk toegankelijk zijn, zoals de natuurkerngebieden. Het kasteel is waar de Kalmthoutenaren wonen. Spreekwoordelijk natuurlijk. Niet in een gesloten burcht, maar wel zo compact mogelijk in een hoofdkern en twee woonkernen. Het hoofdgebouw staat in de hoofdkern, de centrale woonband van Kalmthout, opgehangen aan de noordzuid gerichte spoor- en steenweg. Nieuwmoer en Achterbroek zijn onmisbare

9 bijhuizen, nevenkernen met een eigen karakter en functie. Hun karakter en functie worden sterk gekleurd door de landbouw die tussen en rondom deze nevenkernen wordt bedreven. Ook dat karakter en deze functie willen we zo houden, zonder blind te zijn voor feitelijke en wenselijke functieveranderingen in het landelijk gebied zelf. Hobbylandbouw en landbouwtoerisme zijn twee voorbeelden van mogelijke functiewijzigingen, waar we zuinig en oordeelkundig mee moeten omgaan. De strategie voor het opvangen en geleiden van de externe druk moet dus ook bruikbaar zijn voor het geleiden van de interne ruimtelijke druk. Want in de eerste plaats vragen de inwoners van Kalmthout om voldoende en geschikte ruimte om hun activiteiten te kunnen ontplooien. Ruimte die weliswaar eindig is, maar misschien slimmer kan gebruikt worden dan voorheen. Ten minste, daar streven we naar. Verdichten en meervoudig ruimtegebruik waar het kan; open houden en ruimtegebruik beperken waar het moet. Waar we verdichten en combineren moeten we extra aandacht besteden aan de kwaliteit van de ruimte. Aantrekkelijke en uitnodigende stationsomgevingen en pleinen, als contactplaatsen voor de inwoners en bezoekers van Kalmthout. Goede openbare voorzieningen voor sport, cultuur, scholing en gemeentelijke diensten. Betaalbare woningen en spelmogelijkheden op buurtniveau. Beschikbare ruimte en goede bereikbaarheid van de lokale bedrijventerreinen. En last but not least: goede en veilige bereikbaarheid van dit alles voor voetganger, fietser, treingebruiker en automobilist. Dit alles met bijzondere aandacht voor het waardevolle landschap. Kortom, wat we willen is dat Kalmthout ruimte biedt aan wonen, werken en genieten, met respect voor de open ruimte en de natuur. Dit motto, als expressie van de visie, leggen we nu uiteen in een drietal deelruimten en een aantal concepten. De deelruimten en concepten moeten ons in staat stellen om de gewenste strategie concreet toe te passen en in te vullen. De kracht van een visie schuilt immers in de acties die op het terrein worden ondernomen. 2. Ruimtelijk concept voor Kalmthout: drie deelruimten Volgende drie deelruimten worden onderscheiden. 1. de centrale woonband, gedragen door Kapellensteenweg en de spoorlijn Antwerpen - Roosendaal 2. het zuidwestelijke natuur-, woon- en werklandschap 3. het open landbouwgebied in het oosten met de geïsoleerde woonkernen Achterbroek en Nieuwmoer Het behoud en waar mogelijk de versterking van de eigenheid van verschillende deelruimten staat voorop om de identiteit van Kalmthout te behouden en waar mogelijk te versterken. Dit betekent niet dat er geen samenhang tussen deze deelruimten moet worden nagestreefd. Samenhang, interactie en verbanden komen tot uiting in de gewenste deelstructuren

10 3. Synthese van gewenste ruimtelijke structuur kaart 40 synthese gewenste ruimtelijke structuur In de synthese van gewenste ruimtelijke structuur zijn voornoemde drie deelruimten duidelijk herkenbaar. De synthese van gewenste ruimtelijke structuur is opgebouwd aan de hand van de onder hoofdstuk II geformuleerde ontwikkelingsperspectieven voor deze drie deelruimten. Zij biedt een synthese van de geformuleerde visie op de ruimtelijke toekomst van Kalmthout. In de gewenste ruimtelijke structuur domineren de Kalmthoutse Heide en Klein Schietveld als bovenlokale natuurelementen, die uitlopen in en verbonden worden door het zuidelijke woon- en werkbos en de landschappelijk waardevolle bouwvrije landbouwgebieden Groenendries, Annemieke en Vogelenzang, de aaneengesloten centrale woonband met oostwest-gerichte groene vingers en een groene randafwerking en tenslotte het open landbouwgebied met Achterbroek en Nieuwmoer als compacte kernen en natuurverbindingen langsheen de vallei van de Kleine Aa en tussen De Maatjes en de Kalmthoutse Heide. Bijzondere aandacht gaat uit naar de kwaliteitsvolle inrichting van randzones (bijvoorbeeld door middel van een nieuw sportpark) en specifieke inbreidingssites (zoals de stationslokaties). De landschappelijke integratie van Bosduin en het herstel van de Kleine Aa-vallei zijn structuurversterkend. Kalmthout-centrum (omgeving Kerkeneind) profileert zich uitdrukkelijk als kern van gemeenschapsvoorzieningen (gemeenschapserf). De kernen Achterbroek en Nieuwmoer worden versterkt in hun eigenheid door de interne verweving van (o.a. recreatieve) functies. 4. Beleidsdoelstellingen voor Kalmthout Het gemeentebestuur van Kalmthout wil het ruimtelijk beleid in de gemeente baseren op volgende doelstellingen: het voeren van een gedifferentieerd ruimtelijk beleid voor de drie deelruimten het verder uitbouwen van een aangenaam woon- en werkklimaat in de centrale woonband: door de realisatie van kwaliteitsvolle inbreidingsprojecten door prioriteit te verlenen aan betaalbare woningen door het verbeteren van de woonkwaliteit door de heropwaardering van het openbaar domein het beschermen, behouden en verder ontwikkelen van de landschappelijke en natuurlijke waarden van het zuidwestelijk natuur-, woonen werklandschap: door het verder beschermen van de bestaande natuurgebieden door het beschermen van het groene karakter in het woonbos door het beschermen van de aanwezige waardevolle architectuur het bestendigen van de landelijke eigenheid van het open landbouwgebied met ruimte voor de structuurbepalende functies zoals: het mee ontwikkelen van de vallei van de Kleine Aa als bovenlokale en grensoverschrijdende groenstructuur het verbeteren van de woonkwaliteit in de woonkernen en het uitbouwen ervan als uitvalsbasis voor plattelandstoerisme

11 het aanduiden en het vrijwaren van aaneengesloten, prioritaire hoofdzakelijk bouwvrije gebieden voor grondgebonden beroepslandbouw het versterken van de natuurlijke structuur door middel van gebiedsspecifieke kleine landschapselementen het creëren van ruimte voor water in het kader van een integraal waterbeleid; essentieel blijft hierbij het voorkomen van wateroverlast

12

13 II. Ontwikkelingsperspectieven voor drie deelruimten

14 1. Centrale woonband 1.1. Visie en concepten Visie De centrale woonband kent het hoogste voorzieningenniveau, het grootste aanbod aan woningen en de beste ontsluiting met het openbaar vervoer. Voor de centrale woonband wordt een ontwikkelingsperspectief van selectieve verdichting vooropgesteld waarbij parken als groene stapstenen en verbindingen in of als afwerking van de dens bebouwde omgeving fungeren. De centrale woonband neemt naar de toekomst toe een grotere rol op in het aanbod aan nieuwe woningen en voorzieningen. Het aanbod aan woningen is afgestemd op de lokale behoefte, met een inhaalbeweging op het vlak van betaalbaar wonen en kleine woningen. Het voorzieningenniveau in de gemeente, structuurondersteunend hoofddorp type I (selectie volgens het RSPA), kan worden afgestemd op een iets ruimere omgeving van Kalmthout - Essen - Wuustwezel Concepten Groene schil in het oosten als overgang naar het open landbouwgebied In het westen vormt de spoorlijn een scherpe grens aan de centrale woonband. In het oosten maakt een groene schil, een zachte natuurlijke overgang naar het open landbouwgebied. In deze schil zijn de bestaande parken rond het rustoord, de ingegroende gemeentelijke begraafplaats enz. opgenomen. Deze groene schil zorgt ervoor dat de oostelijke rand een afgewerkt uitzicht krijgt vanuit het open landbouwgebied, maar doorkijken vanuit de centrale woonband naar het open landbouwgebied dienen daarbij bewaard. Deze overgangszone kan tevens aansluiten op recreatieve functies in een parkachtige omgeving. In de centrale woonband is een verweving van wonen en bedrijvigheid op zijn plaats. Daarbij wordt de kwaliteit van de woonomgeving wel streng bewaakt. De draagkracht van de woonomgeving mag niet worden overschreden. Dit stelt ondermeer beperkingen aan de schaal van het bedrijf, de aard van de uitgeoefende activiteiten en het mobiliteitsprofiel van het bedrijf

15 Centrale woonband, selectief te verdichten De centrale woonband wordt selectief verdicht. Aangewezen verdichtingsplekken zijn: de stationsomgeving van Heide (Draka Polva) de stationsomgeving van Kalmthout de omgeving van centrum (achter het gemeentehuis en achter Kadrie) het gebied achter GITOK II en Kerkeneind-west. Groene dooradering van de centrale woonband Kapellensteenweg kent een gesegmenteerde verschijningsvorm met groene parkachtige omgevingen in het noorden en het zuiden. Deze parkachtige omgevingen fungeren als stapsteen en dragen bij tot een verhoogde herkenbaarheid en ecologische dwarsrelaties tussen de Kalmthoutse Heide en het open landbouwgebied. Groen spoor als hoofdverbinding voor langzaam verkeer Langsheen de spoorweg wordt een door hagen en bomenrijen afgebakende fietsweg vervolledigd als hoofdverbinding voor langzaam verkeer. Deze loopt parallel aan Kapellensteenweg doorheen de centrale woonband en tak op diverse plaatsen aan op bestaande woonomgevingen en scholen langs Kapellensteenweg. Levendige en aantrekkelijke dorpspleinen Deze weg, door de provincie erkend als een zogenaamde non-stoproute, verbindt de verschillende stations en geeft aansluiting op verschillende woonwijken en schoolomgevingen. In de verschillende dorpskernen hoort een levendig en aantrekkelijk dorpsplein. De markt in Kalmthout kan aantrekkelijker worden ingericht In de omgeving van het gemeentehuis kan de versterking van gemeenschapsvoorzieningen of een kleinschalig inbreidingsproject bijdragen aan de levendigheid van het kerkplein. In Heide werd een gedeelte van het stationsplein heraangelegd, maar een globale heraanleg dringt zich op

16 Stations Kalmthout en Heide als knooppunten voor openbaar vervoer De stations van Kalmthout en Heide fungeren vandaag reeds als multimodale knooppunten voor het openbaar (personen)vervoer. De gemeente onderstreept het belang van de IR-stopplaatsen voor de bereikbaar van de gemeente. De gemeente zal bij de openbaar vervoermaatschappijen De Lijn ijveren voor een verbeterde aansluiting van het streekvervoer op het treinverkeer. De aanleg van het openbaar domein draagt bij tot de uitbouw van de stations als knooppunten, onder meer door de oprichting van fietsenstallingen en de (beperkte) maar fraaie aanleg van parkeerplaatsen. Ook de realisatie van kleinschalige inbreidingsprojecten en de concentratie van handel en diensten verhoogt de aantrekkelijkheid van deze stationsomgevingen Gewenste ruimtelijke structuur kaart 41 gewenste ruimtelijke structuur van de centrale woonband Voorgaande conceptelementen zijn geïntegreerd in bijgevoegde ruimtelijke structuurschets Nadere uitwerkingen Strategische inbreidingsprojecten Een bijzonder interessante inbreidingslokatie is - zoals reeds eerder aangegeven - de stationsomgeving van Kalmthout, waar ná herlokalisatie van het recyclagepark en de aanwezige sportinfrastructuur heel wat ruimte vrijkomt. In het ontwerp voor dit strategisch inbreidingsproject is het verzoenen van een aangenaam stationsplein met behoud van voldoende parkeerruimte een belangrijke uitdaging (bv. door het stationsplein enigszins te verruimen). Een ander belangrijk aandachtspunt in het ontwerp betreft de grotendeels ingebuisde Dorpsbeek die doorheen dit gebied stroomt en die terug meer zichtbaar kan worden gemaakt in het openbaar domein, als een aantrekkelijk element. Een heldere ontsluiting van het gebied, geënt op het raster van bestaande straten, de creatie van nieuwe rustige verkeersarme pleinen en de vervollediging van de noordzuidverbinding voor fietsers langsheen de spoorweg dragen verder bij tot de kwaliteit van de openbare ruimte in deze woonomgeving. Rond het stationsplein kan gestreefd worden naar een iets hogere woningdichtheid. Hier is ruimte voor kleinschalige meergezinswoningen en eventueel enkele buurtwinkels en/of de hoofdvestiging van de interpolitionele zone, mits respect voor het typische karakter van dit plein en behoud van de bestaande statige cultuurhistorisch waardevolle villa s. Meer naar het zuiden zoekt de bebouwing qua schaal aansluiting bij de gegroepeerde woningen met tuin. In de omgeving van het gemeentehuis gaat prioritaire aandacht naar het uitbreiden en herschikken van een aantal openbare nuts- en gemeenschapsvoorzieningen rond een aantrekkelijk kerkplein. Dit kerkplein mag niet verworden tot parkeerterrein voor het personeel van deze voorzieningen. Afzonderlijke parkeerruimte dient bijgevolg voorzien

17 De gemeentelijke begraafplaats wordt heraangelegd (bij het vrijkomen van graven) tot een heus begraafpark. Dit maakt deel uit van de groene schil in het oosten van de centrale woonband. Op middellange termijn (na 2007 en na stopzetting van de huidige tuinbouwactiviteiten op deze lokatie) is in het binnengebied achter het gemeentehuis nog ruimte voor bijkomende woningen. De ontsluiting van een dergelijk woonproject is bij voorkeur geënt op Kerkeneind, met (behoud van de bestaande) doorsteken voor langzaam verkeer naar Kerkendijk. In het gebied kan tevens worden gezocht naar voormelde afzonderlijke parkeerruimte bij de nabijgelegen gemeenschapsvoorzieningen. Het gebied achter de school langs Foxemaatstraat is een geschikte lokatie voor de inplanting van gemeenschapsvoorzieningen (uitbreiding school en/of polyvalent ontmoetingscentrum). Op middellange termijn ( ) biedt het gebied tevens plaats voor een afwerking van het woongebied door de realisatie van bijkomende woningen. De ontsluiting van dergelijke ontwikkeling is bij voorkeur geënt op Foxemaatstraat, met behoud van een doorsteek voor langzaam verkeer naar Driehoekstraat. Op langere termijn (na 2012) is ook aansluitend bij de schoolomgeving van het GITOK II een inbreidingsproject mogelijk met ruimte voor wonen en buurtpark in de vorm van een oost-westgerichte groene vinger doorheen de centrale woonband. De bestaande dreef naar het gebied vanuit Vogelenzangstraat en de fietsroute langsheen de spoorweg worden in het project geïntegreerd. Doorheen het binnengebied Kerkeneind-west vormt een park op niveau van de ruimere buurt een tweede oost-westgerichte groene vinger doorheen de centrale woonband. Mogelijkheden tot meervoudig ruimtegebruik van het parkeerterrein bij het aanpalende grootwarenhuis dienen onderzocht. De school en de jeugdlokalen in deze omgeving komen tevens te liggen aan het park. In dit binnengebied is er op langere termijn (na 2012) ook plaats voor bijkomende woningen Een gemeentelijk sportpark Voor de uitbouw van een gemeentelijk sportpark kwamen vanuit het onderzoek twee centraal gelegen gebieden in de kijker: Driehoek en Diesterweg. Het gebied Driehoek heeft een eenvoudigere eigendomssituatie en lijkt ook gemakkelijker gefaseerd te ontwikkelen. De gemeente kiest resoluut voor deze lokatie voor de ontwikkeling van een gemeentelijk sportpark. Het gebied Driehoek leent zich door zijn vrijwel rechthoekige vorm goed voor de inplanting van sportterreinen. In het gebied Driehoek kan het bosje achter de woningen langs Molenbaan worden behouden en verder uitgebouwd. Een bestaande bomenrij centraal in het gebied kan worden aangewend om het gebied in te delen in kamers. Het groen parkeererf, toegankelijk via Heikantstraat, biedt achterontsluiting aan de woningen langs Foxemaatstraat. Het parkeererf fungeert tevens als randparkeerterrein voor het centrum. Een doorsteek voor fietsers en voetgangers naar Molenbaan verzekert de verankering van het gebied in de woonomgeving. Dit gebied wordt prioritair uitgebouwd als gemeentelijk sportpark. In het gebied Diesterweg kunnen een bestaande manege en een bestaand voetbalterrein weliswaar blijven bestaan in een groene parkachtige aanleg als onderdeel van de groene parkrandafwerking van de centrale woonband. De bereikbaarheid voor fietsers en voetgangers vanuit Molenbaan kan worden verbeterd

18 2. Zuidwestelijk natuur-, woon- en werklandschap 2.1. Visie en concepten Visie In deze deelruimte speelt de natuur een hoofdrol. Het betreft een heterogene deelruimte. Bepaalde gebieden bieden plaats aan recreatie, wonen en werken, maar steeds verweven met of ondergeschikt aan de natuurfunctie. Kalmthoutse en Withoefse Heide en de aanpalende gebieden Markgraaf, Dijk en Heuvel zijn (geheel of gedeeltelijk) aangeduid als natuurelement van Vlaams belang (GEN). Tussen Kalmthoutse Heide en Klein Schietveld voorziet het R.S.P.A. de realisatie van een natuurverbinding. Het groene en rustige karakter van het zuidwestelijk natuur-, woon- en werklandschap dient gevrijwaard. Het woonbos in het zuidwestelijk natuur-, woon- en werklandschap is - op verspreide gemeenschapsvoorzieningen die er van oudsher gevestigd zijn na - quasi louter residentieel van aard. Het ontwikkelingsperspectief voor het beperkt aantal verspreid gelegen zonevreemde bedrijven is dan ook veeleer beperkt. Horecavoorzieningen, in het bijzonder deze nabij de toegang tot de Kalmthoutse Heide, en louter maatschappelijke zetels, zonder andere activiteiten ter plaatse, zijn integreerbaar in het woonbos voor zover de draagkracht van de onmiddellijke omgeving niet wordt overschreden. Aan bestaande zonevreemde landbouwbedrijven in hoofdberoep, waarvan de huidige agrarische bedrijfsvoering - als grondgebonden landbouwbedrijf - past binnen het vooropgestelde beheer van de omgeving, kan een planologische oplossing worden geboden. Dit geldt in het bijzonder voor het gebied Heuvel Concepten Kalmthoutse Heide en Klein Schietveld als natuurlijke rusten stiltegebieden De Kalmthoutse Heide, met inbegrip van de Withoefse Heide, en het Klein Schietveld zijn erg belangrijke natuurgebieden. Zij worden zodanig beheerd dat zij hun rol als Grote Eenheden Natuur (GEN) kunnen blijven waarmaken. Zachte vormen van recreatief medegebruik blijven mogelijk binnen strikte randvoorwaarden. Een woonbos als natuurverbinding tussen Kalmthoutse Heide en Klein Schietveld Om doorheen het woonbos een natuurverbinding tussen de Kalmthoutse (inbegrepen Withoefse Heide) en het Klein Schietveld te vrijwaren wordt de bebouwingsdichtheid laag gehouden zoals in alle woonparken. De kavelgrootte wordt ruim gehouden. Opsplitsen van kavels wordt tegengegaan. De buitenaanleg, zowel van privé-eigendommen als van het openbaar domein verdient bijzondere aandacht

19 De voorkeur gaat naar streekeigen beplantingen, zo weinig mogelijk afsluitingen enz. Tevens worden een aantal (lineaire) groenelementen als groene stapstenen aan het openbaar domein toegevoegd. Vogelenzang en Annemieke als overgangsgebieden tussen de centrale woonband en de Kalmthoutse Heide Vogelenzang en Annemieke vormen in de eerste plaats een buffer tussen de centrale woonband en de Kalmthoutse Heide. Vogelenzang fungeert daarbij tevens als grote stapsteen in het verbindend woonbos en draagt zo bij tot de natuurverbinding tussen Kalmthoutse Heide en het open landbouwgebied. Het behoud van de aanwezige landbouw, als beheerder van deze open ruimte, is belangrijk. De landschappelijke en ecologische waarden van deze gebieden dienen behouden en waar mogelijk versterkt. Bosduin, lokaal bedrijventerrein landschappelijk geïntegreerd Bosduin in het zuiden van Kalmthout, langs N117, wordt verder ontwikkeld als lokaal bedrijventerrein, in de eerste plaats voorbehouden voor de herlokalisatie van zonevreemde bedrijven. De ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer kan gedeeltelijk (in elk geval voor fietsers en voetgangers) geheroriënteerd worden op Heikantstraat, om de bereikbaarheid (ook die van het toekomstige recyclagepark) vanuit de centrale woonband te verbeteren. Een verzorgde groene randafwerking door de realisatie van een buffer langs de noordelijke zijde op het bedrijventerrein, waar ook het gemeentelijk recyclagepark wordt ingeplant, vraagt voldoende aandacht. In het conflict omtrent de bedrijven die reiken tot in het natuurgebied meer naar het zuiden wordt voorrang verleend aan de bedrijven. Daar staat tegenover dat het Helleven, een waardevol natuurelement op het bedrijventerrein wordt beschermd en het recreatief gebruik van Bosduinbos wordt bestendigd

20 2.2. Gewenste ruimtelijke structuur kaart 42 gewenste ruimtelijke structuur van de zuidwestelijke natuur-, woon- en werklandschap Voorgaande conceptelementen zijn geïntegreerd in bijgevoegde ruimtelijke structuurschets Nadere uitwerkingen Een samenhangend beleid voor het woonbos Een van de voorop gestelde doelstellingen voor het gemeentelijk ruimtelijk beleid is het beschermen, behouden en verder ontwikkelen van de landschappelijke en natuurlijke waarden van het zuidwestelijk natuur-, woon- en werklandschap. Dit gebeurt o.a. door het beschermen van het groene karakter in het woonbos en door het beschermen van de aanwezige waardevolle architectuur. In grote beboste delen van het grondgebied zijn residentiële woonomgevingen tot stand gekomen. De kwaliteit van dit woonbos wordt in sterke mate bepaald door hun geringe bebouwingsdichtheid, de aanwezigheid van bossen, bosrestanten en parkgebieden en van bouwkundig erfgoed in de vorm van villa s uit het einde van de 19 de eeuw en het interbellum. Voor de nog aanwezige bouwreserves langs uitgeruste wegen in dit gebied dient elke ontwikkeling rekening te houden met deze ecologische en landschappelijke kwaliteiten. Eigen aan deze gebieden is tevens de aanwezigheid van diverse kleine en grotere clusters gemeenschapsvoorzieningen. Hun uitbouw dient eveneens rekening te houden met ecologische en landschappelijke kwaliteiten. De ontwikkeling van andere niet-woonfuncties is niet gewenst, met uitzondering van een beperkte horecaconcentratie in de omgeving van de toegangspoort tot de Kalmthoutse Heide. Om doorheen het woonbos een natuurverbinding tussen de Kalmthoutse Heide (inbegrepen Withoefse Heide) en het Klein Schietveld te vrijwaren wordt de bebouwingsdichtheid laag gehouden zoals in alle woonparken Het toepassen van zeer lage dichtheden (maximum 5 woningen per hectare) daar waar bebouwing juridisch onafwendbaar is, is hier als algemene regel aan de orde. De kavelgrootte wordt ruim gehouden. Opsplitsen van kavels wordt tegengegaan. In het woonbos is appartementsbouw niet op zijn plaats, met uitzondering van kleinschalige opdelingen van eengezinswoningen. De buitenaanleg, zowel van privé-eigendommen als van het openbaar domein verdient bijzondere aandacht. Het behoud en - waar mogelijk - de uitbouw van bestaande en nieuwe parken staat voorop. Bij de heraanleg van het openbaar domein is het voorzien van openbare groene ruimten een belangrijk aandachtspunt ter realisatie van een fijnmazig netwerk van buurtgroen. Tevens worden een aantal (lineaire) groenelementen (dreven, bermen) als groene stapstenen aan het openbaar domein toegevoegd. De voorkeur gaat naar streekeigen beplantingen, zo weinig mogelijk afsluitingen enz. De omgeving Markgraaf en Heuvel, als overgang tussen Kalmthoutse Heide en het bebouwd gebied van het aanpalende woonbos is van verdere bebouwing te vrijwaren. Met uitzondering van laanbeplantingen dienen deze gebieden hun bosvrij karakter te behouden

21 Een R.U.P. is het geschikte instrument om het woonbos een aangepaste bestemming te geven. In het bijzonder kan een R.U.P. worden opgemaakt om het gedeelte van het woongebied ten westen van de spoorlijn Antwerpen - Roosendaal (m.u.v. de stationsomgevingen) naar woonparkgebied te herbestemmen, met een lagere bebouwingsdichtheid. In een dergelijk R.U.P. wordt niet enkel de bebouwingsdichtheid van het woonbos beperkt gehouden door een minimale kaveloppervlakte op te leggen en de maximale terreinbezettingen aan te geven. Ook enkele resterende onbebouwde ruimten kunnen worden beschermd (door nieuwe verkavelingen met wegenis uit te sluiten). Tevens kunnen specifieke bepalingen worden opgenomen met betrekking tot aanplantingen (bv. verplicht gebruik van streekeigen soorten, kapverbod tenzij bij boomziekte die tot afsterven leidt). Bewoners in het woonbos kunnen extra worden gestimuleerd en gesensibiliseerd om bij te dragen tot landschaps- en natuurbeheer (bijvoorbeeld door subsidies)

22 3. Open landbouwgebied 3.1. Visie en concepten Visie Het open landbouwgebied wordt zo veel mogelijk van verdere bebouwing gevrijwaard en wordt strikt voorbehouden voor de beroepsmatige grondgebonden landbouw. De Maatjes is een bovenlokaal natuurelement in deze deelruime. In de open ruimte van deze deelruimte is elders landbouw de hoofdfunctie. De vallei van de Kleine Aa en de open ruimte tussen de Kalmthoutse Heide en de Maatjes werden door de provincie in haar structuurplan geselecteerd als bovenlokale natuurverbinding. De kernen Nieuwmoer en Achterbroek zijn verdichtingspunten in deze open ruimte, zelfstandige woonkernen met een beperkt voorzieningenniveau. De meeste zonevreemde bedrijven die verspreid gelegen zijn in het open landbouwgebied komen theoretisch gezien in aanmerking voor opname in het sectoraal B.P.A. zonevreemde bedrijven. Het ontwikkelingsperspectief van de overige verspreid gelegen zonevreemde bedrijven in deze deelruimte wordt beperkt aangezien het behoud van de open ruimte vooropgesteld wordt en bovendien alternatieve vestigingsmogelijkheden worden geboden op de lokale bedrijventerreinen Bosduin en De Rijkmaker. Een bestemmingsverfijning is aangewezen om het open karakter van de (onderbenutte) recreatiegebieden Het Scheel en langs Spreeuwstraat te vrijwaren Concepten Maatjes en de herstelde vallei van de kleine Aa als dragers voor natuur De structurele kenmerken van de vallei van de kleine Aa worden verbeterd ter verhoging van haar waterbergende, landschappelijke en ecologische waarden. Het bovenlokaal natuurelement De Maatjes wordt zodanig beheerd dat het zijn rol als Grote Eenheid Natuur (GEN en GENO) kan blijven waarmaken. De mogelijkheden voor recreatief medegebruik blijven hier beperkt. Netwerk van natte kleine landschapselementen als natuurverbinding tussen Kalmthoutse Heide en Maatjes Een natuurverbinding tussen de Kalmthoutse Heide en de Maatjes wordt gerealiseerd in de vorm van een verstevigd netwerk met natte en opgaande kleine landschapselementen doorheen het open landbouwgebied ten noorden van Achterbroek. De aard van de kleine landschapselementen is gebiedsgericht gedifferentieerd (natte kleine landschapselementen nabij de Maatjes en de vallei van de Kleine Aa en opgaande kleine landschapselementen o.a. in de omgeving van Strijboshof)

23 Achterbroek en Nieuwmoer, compacte woonkernen in de open ruimte Nieuwmoer en Achterbroek blijven compacte woonkernen. Het aanbod aan bijkomende woningen en voorzieningen (inclusief recreatie) is afgestemd op de lokale behoefte. Het behoud van het landelijk karakter van deze woonkernen staat voorop. Geherwaardeerde oude turfvaarten De oude turfvaarten blijven bewaard en worden landschappelijk geherwaardeerd. De paden erlangs kunnen worden ingeschakeld in het toeristischrecreatief netwerk als ruiter-, fiets- en/of wandelpad (met respect voor de privacy van de omwonenden). Het open landbouwgebied wordt zo veel mogelijk gevrijwaard van bebouwing. Een levendig en aantrekkelijk kerkplein in elke woonkern Zowel in Achterbroek als Nieuwmoer hoort een levendig en aantrekkelijk kerkplein. In Achterbroek ligt het kerkplein langs een drukke weg. In Nieuwmoer is de ruimte rond de kerk bezaaid met parkeerplaatsen. Deze plekken worden geherwaardeerd door een passende aanleg van het openbaar domein en de concentratie van voorzieningen errond. De Rijkmaker als lokaal bedrijventerrein, landschappelijk afgewerkt De industriezone voor milieubelastende industrieën De Rijkmaker wordt ontwikkeld als lokaal bedrijventerrein. Het bedrijventerrein wordt daarbij in de eerste plaats voorbehouden voor de herlokalisatie van zonevreemde lokale bedrijven en is tevens een mogelijke lokatie voor para-agrarische bedrijven met industrieel karakter. Ook de randafwerking naar de open ruimte vereist bijzondere aandacht

24 3.2. Gewenste ruimtelijke structuur kaart 43 gewenste ruimtelijke structuur van het open landbouwgebied Voorgaande conceptelementen zijn geïntegreerd in bijgevoegde ruimtelijke structuurschets Nadere uitwerkingen Achterbroek, compacte kern kaart 44 gewenste ruimtelijke structuur compacte woonkern Achterbroek Het openbaar domein rond de kerk wordt heropgewaardeerd. Het slachthuis Van Gool wordt beschouwd als een bestaand grootschalig bedrijf. Het is en blijft goed gebufferd in de woonomgeving. Uitbreidingen zijn niet mogelijk tenzij om milieu-hygiënische of technisch-commerciële redenen. Wanneer het bedrijf ooit verdwijnt, is het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid niet wenselijk. De bedrijfsite moet daarom een nabestemming als woongebied krijgen. Bij reconversie van de bedrijfssite van Noordvlees - Van Gool (zeker niet voor 2012) komt plaats vrij voor de realisatie van woningen rug aan rug met de bestaande woningen langs de omgevende straten. De woningen worden gericht op een centrale groene ruimte die ook aansluit bij het erf met gemeenschapsvoorzieningen (school, sporthal, jeuglokalen enz. langs Brasschaatsesteenweg). In het binnengebied tussen Zandstraat en Dr. Goossenaertsstraat is op de lange termijn nog een beperkt inbreidingsproject mogelijk. Het woonuitbreidingsgebied tussen Dr. Goossenaertsstraat en K. Van Thillostraat wordt gereserveerd voor de lange termijn (zeker tot na 2012). Aan de bestaande, deels zonevreemde, voetbalterreinen ten westen van Roosendaalsebaan wordt een planologische oplossing gegeven. Daarbij wordt tevens ruimte herbestemd in functie van een beperkte uitbreiding met een oefenveld. Een potentiële lokatie voor de hoofdvestiging van de interpolitionele zone reikt vanop Kalmthoutsesteenweg tot in het binnengebied Kapelstraat. Van noord naar zuid wordt doorheen de dorpskern tussen Kalmthoutsesteenweg en K. Van Thillostraat een fiets- en voetgangersweg parallel aan Brasschaatsesteenweg voorzien. Ten noorden van Kalmthoutsesteenweg zorgt een nieuwe fietsweg parallel aan Roosendaalsebaan voor de betere bereikbaarheid van de voetbalvelden en de verbinding ervan met de omgeving van de parochiezaal en de school langs Achterbroeksteenweg. Er wordt gezocht naar een geschikte lokatie voor de realisatie van een speelbos in of nabij de kern van Achterbroek Nieuwmoer, compacte kern kaart 45 gewenste ruimtelijke structuur compacte woonkern Nieuwmoer Het openbaar domein rond de kerk wordt heropgewaardeerd. In het binnengebied Prelaat Deckersstraat - De Roerdomp, bestemd als woonuitbreidingsgebied, is op korte (voor 2007) tot middellange termijn

25 ( ) een gefaseerd te ontwikkelen afwerkingsproject mogelijk. Dit afwerkingsproject biedt in totaal plaats aan een 40-tal woningen met zicht op de open ruimte ten noorden van de dorpskern. Ook het binnengebied aan het einde van Bremlaan is op korte termijn realiseerbaar. De bestaande voetbalterreinen aan de noordzijde van het dorp verdienen een betere landschappelijke inkleding. De bestaande sport- en jeugdvoorzieningen in het zuiden van de dorpskern worden beter met elkaar verbonden door een nieuwe fietsweg. Op termijn is hier ook de ontwikkeling van een speelbos mogelijk door inrichting en uitbreiding van het bestaande bosje. Het bosje (fossiel bosrestant) en de woningen (gelegen in een goedgekeurde en niet-vervallen verkaveling) aan de noordzijde worden ruim gebufferd. Ook naar Roosendaalse vaart en het open landbouwgebied is een landschappelijke groene afwerking wenselijk. Intensief ruimtegebruik van het bedrijventerrein, door een compacte bebouwingswijze, gezamenlijke voorzieningen enz. wordt vooropgesteld De Rijkmaker, lokaal bedrijventerrein De industriezone De Rijkmaker wordt niet als dusdanig ontwikkeld maar kan gereserveerd worden voor lokale bedrijvigheid (K.M.O.), daarbij al dan niet specifiek voorbehouden voor te herlokaliseren bedrijven en/of paraagrarische bedrijven met industrieel karakter. Ook aannemers van grondwerken en aannemers van groenaanleg horen er thuis. In een eerste fase (voor 2007) wordt in elk geval niet meer dan 5 ha als lokaal bedrijventerrein ontwikkeld. Op of onmiddellijk aansluitend bij het bedrijventerrein is de inplanting van een kleinschalig windmolenpark (met een 3-tal windmolens). De ontsluiting van het terrein wordt geënt op N133 en noordwaarts via N117 naar het hoofdwegennetwerk geleid

26

27 III. Gewenste ruimtelijke deelstructuren

28 1. Gewenste ruimtelijk-natuurlijke structuur 1.1. Visie De visie ondersteunt de ruimtelijke opties uit het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan en past binnen de beleidsvisies van de Vlaamse overheid (in het bijzonder aanduiding van VEN-gebieden) en de provincie (in het bijzonder de selectie van natuurverbindingsgebieden). De gewenste ruimtelijke natuurlijke structuur omvat naast de gebieden waar natuur de hoofdfunctie is, ook natuurelementen in de landbouwgebieden en cultuurgroen in parken, tuinen, bermen enz. Basis voor de bestaande, maar ook de gewenste natuurlijke structuur is het fysisch systeem. Uit de bestaande natuurlijke structuur blijkt een grote aanwezigheid van natuurelementen maar een tekort aan onderlinge verbindingen. De onderlinge verbindingen worden dan ook sterk uitgebouwd. De ruimten voor natuur worden gebundeld en sterker aaneengehecht, zowel in bestemmingen als in effectieve natuurontwikkeling Ruimtelijke principes Als ruimtelijke principes voor de gewenste ruimtelijk-natuurlijke structuur worden gehanteerd: het fysische systeem als onderlegger voor de natuurlijke structuur grote gebieden met natuurwaarde moeten gaaf gehouden worden van bebouwing en harde recreatie de grote ruimtelijke onderdelen van de natuurlijke structuur moeten minstens behouden worden en - waar kan - versterkt worden (mantelzones, toevoegen van ontbrekende schakels, enz.) in de landbouwgebieden staat een zekere graad van natuurverweving voorop natuur wordt tevens gezien als element van vergroening, structurering, verhoging van de aantrekkelijkheid voor het wonen, werken en recreëren in de woonomgevingen (en in het bijzonder in het woonbos), als basis voor landschappelijke samenhang en ter ondersteuning van educatieve doeleinden Elementen van de gewenste ruimtelijknatuurlijke structuur kaart 46 gewenste ruimtelijk-natuurlijke structuur Belangrijkste elementen bij de uitbouw van de gewenste ruimtelijk-natuurlijke structuur zijn: Kalmthoutse-Withoefse Heide, Klein Schietveld en De Maatjes als bovenlokale natuurelementen (bovenlokale) natuurverbindingen tussen Kalmthoutse Heide en de Maatjes, tussen de Kalmthoutse Heide en het Klein Schietveld en langsheen de Kleine Aa (hoofdzakelijk) bouwvrije landbouwgebieden een gebiedsgericht gedifferentieerd netwerk van opgaande en/of natte kleine landschaps- en natuurelementen groene vingers doorheen het dens bebouwd gebied van de centrale woonband een groene parkrand als zachte overgang tussen de centrale woonband en het open landbouwgebied speelbossen nabij de centrale woonband en elk van beide woonkernen een fijnmazig netwerk van buurtgroen in de woonomgevingen dichte buffers die de bedrijventerreinen afschermen

29 Bovenlokale natuurelementen De aaneengesloten bos- en heidecomplexen Kalmthoutse - Withoefse Heide en Klein Schietveld en het veengebied De Maatjes worden ook in de toekomst als natuurreservaten ontwikkeld en beheerd. Het helleven wordt behouden als natuurelement. Bovenlokale natuurverbindingen Tussen Kalmthoutse Heide en de Maatjes wordt de natuurverbindende functie ondersteund door: het van verdere bebouwing vrijwaren van het landbouwgebied tussen Kalmthout-Dorp, Achterbroek en Nieuwmoer (omgeving Zwanenberg, Handelaar en Marijnevennen) de verdere uitbouw van een verstevigd netwerk van opgaande kleine landschapselementen aansluitend bij de Kalmthoutse Heide (droog gedeelte van de verbinding) en natte kleine landschapselementen zoals poelen, sloten en rietkragen in het landbouwgebied ten zuiden van de Marijnenloop en de Broekloop in de omgeving van Marijnevennen ten zuiden van Nieuwmoer (nat gedeelte van de verbinding). Langsheen de Kleine Aa wordt de natuurverbindende functie ondersteund door: het van verdere bebouwing vrijwaren van het landbouwgebied tussen Kalmthout-Dorp en -Centrum en Achterbroek (Zwanenberg, Handelaar, Kruisbos, Heikant) het tegengaan van reliëfwijzigingen (vooral ophogingen van landbouwpercelen, ook eventuele rechttrekkingen van waterlopen en sloten) in dit landbouwgebied, tenzij met het oog op het herstel van een natuurlijk verloop van de Kleine Aa en de waterlopen die haar voeden: Zilverenloop, Dorpsbeek, Zwarte beek, Zwanenloop, Handelaarse beek, Achterbroekse beek, Kerkeneindebeek en Heikantbeek een verstevigd netwerk van kleine landschapselementen bestaande uit opgaande kleine landschapselementen tegen het woonbos in het noorden (omgeving De Greef) en in het zuiden (omgeving Heikant) en natte kleine landschapselementen in het overige gedeelte van deze omgeving gerichte waterbouwkundige maatregelen die de hydraulische opdeling tussen de waterhuishoudingssystemen van De Maatjes enerzijds en de Broekloop anderzijds verzekeren. De natuurverbindende functie tussen Kalmthoutse-Withoefse Heide en het Klein Schietveld doorheen het woonbos wordt ondersteund door: het beperkt houden of waar mogelijk verder beperken van de bouwdichtheid het behoud en waar mogelijk de uitbouw van bestaande en nieuwe parken kleine landschapselementen binnen het openbaar domein (dreven, bermen). (Hoofdzakelijk) bouwvrije landbouwgebieden Naast de reeds vernoemde gebieden die van verdere bebouwing dienen gevrijwaard, zijn ook volgende landbouwgebieden aan de rand van Kalmthoutse Heide en Klein Schietveld van verdere bebouwing te vrijwaren (uitgezonderd de uitbreiding van bestaande vergunde landbouwbedrijven): Groenendries aan de noordzijde van Kalmthoutse Heide, op de (markante) overgang van Kalmthoutse Heide en het open landbouwgebied ten noorden van Kalmthout omgeving Markgraaf en Heuvel, als overgang tussen Kalmthoutse Heide en het bebouwd gebied van het aanpalende woonbos

30 Vogelenzang en Annemieke, als stapstenen tussen het open landbouwgebied en de Kalmthoutse Heide het gebied ten zuiden van Heikantstraat, dat de enige fysische verbinding vormt tussen het Klein Schietveld en de open ruimte ten westen van Achterbroek. Groene parkrand Met het oog op het verminderen van randeffecten en het educatief belang om groenelementen nabij de woonomgeving te brengen, wordt het dens bebouwd gebied tegen het open landbouw gebied afgewerkt met een groene parkrand. Hierin is tevens ruimte voor passieve recreatie. Gebiedsgericht gedifferentieerde uitbouw van kleine landschapselementen Een netwerk van kleine landschapselementen wordt gebiedsgericht (verder) uitgebouwd: de kleine landschapselementen die bijdragen aan het functioneren van de natuurverbindingen (zie hoger) Groenendries: een zoom van kleine landschapselementen verzacht de overgang tussen het natuurreservaat en het landbouwgebied omgeving Markgraaf en Heuvel: deze kleine open gebieden dienen hun onbebost karakter te vrijwaren, uitgezonderd laanbomen Vogelenzang, Annemieke en het gebied ten zuiden van Heikantstraat en Venetië-Magerman: een verstevigd netwerk van opgaande kleine landschapselementen. Speelbossen De aangegeven speelbossen bieden plaats om te spelen in een natuurlijke omgeving. De bossen zijn gesitueerd aan de rand van de woonomgeving, meestal nabij bestaande jeugdvoorzieningen of andere recreatieve voorzieningen en bij voorkeur ter plaatse van reeds beboste percelen of parken: (een uitbreiding van) het bosje net ten zuiden van de kern van Nieuwmoer, dit (uitgebreide) speelbos vormt daarbij de link tussen de jeugdvoorzieningen ten oosten van Wuustwezelsesteenweg en de school en sportvoorzieningen net ten zuiden van de dorpskern een speelbosje aansluitend bij de woonkern van Achterbroek de thans reeds bosrijke omgeving van Diesterweg bij de centrale woonband. Groene vingers Omwille van de realisatie van potentiële migratieroutes voor een beperkt aantal soorten en het educatief belang om groenelementen in de woonomgeving te brengen, is het aangewezen doorheen het dens bebouwd gebied van van de centrale woonband ter hoogte van Kalmthout- Dorp en -Centrum een tweetal parkachtige groene vingers te realiseren. Hierin is tevens ruimte voor passieve recreatie en speelvoorzieningen voor de jeugd op buurtniveau. Fijnmazig netwerk van buurtgroen in de woonomgeving Bij de realisatie van nieuwe verkavelingen of de heraanleg van het openbaar domein is het voorzien van openbare groene ruimten een belangrijk aandachtspunt ter realisatie van een fijnmazig netwerk van buurtgroen in aanvulling op de groene vingers, de groene parkrand en de speelbossen

31 Dichte buffers Dichte buffers schermen de bedrijventerreinen Bosduin en De Rijkmaker af ten opzichte van de omgevende open ruimte. De buffers worden gesitueerd op het bedrijventerrein zelf en bestaan uit een voldoende breed en dicht streekeigen heerster- en bomenmassief Mogelijke maatregelen en acties In verwevings- en verbindingsgebieden voor natuur gaat extra aandacht naar maatregelen ten behoeve van de natuurfunctie. Door middel van een ruimtelijk uitvoeringsplan (R.U.P.) kunnen de landbouwgebieden met een natuurverbindende of natuurverwevingsfunctie, in het bijzonder deze aangegeven als bouwvrije landbouwgebieden, van verdere bebouwing worden gevrijwaard (tenzij de uitbreiding van bestaande vergunde landbouwbedrijven). Ook kan met een R.U.P. terug meer ruimte worden gegeven aan water (bedding Kleine Aa, waterretentiebekkens enz.). Dergelijk R.U.P. is tevens het geschikte instrument om - waar aangewezen - de aanplanting van boom- en heesterkwekerijen aan banden te leggen en terreinophogingen van de landbouwpercelen (om deze te draineren) te verbieden. Tevens kunnen elementen met een bijzondere natuurwaarde er (beter) in worden beschermd. en de maximale terreinbezettingen aan te geven. Ook enkele resterende onbebouwde ruimten kunnen worden beschermd (door nieuwe verkavelingen met wegenis uit te sluiten). Tevens kunnen kunnen specifieke bepalingen worden opgenomen met betrekking tot aanplantingen (bv. verplicht gebruik van streekeigen soorten, kapverbod tenzij bij boomziekte die tot afsterven leidt). De gemeente kan actief bijdragen tot de realisatie van de natuurverbindingsgebieden door aanplantingen van bomenrijen en aanleg van grachten op het openbaar domein. Landbouwers kunnen worden gestimuleerd en gesensibiliseerd om bij te dragen tot landschaps- en natuurbeheer (bijvoorbeeld door subsidies). Mogelijke acties die in deze gebieden door de landbouw kunnen worden ondernomen, zijn de aanleg en het onderhoud van kleine natuurelementen zoals bomenrijen en hagen in de droge verbindingsgebieden en veedrinkpoelen en sloten in de natte verbindingsgebieden. De gemeente kan ervoor opteren om de bestaande gewestelijke subsidieregelingen uit te breiden of aan te vullen en hogere premies uit te keren. Ook bewoners in het woonbos kunnen extra worden gestimuleerd en gesensibiliseerd om bij te dragen tot landschaps- en natuurbeheer (bijvoorbeeld door subsidies). Een R.U.P. is ook het geschikte instrument om het woonbos een aangepaste bestemming te geven. In het bijzonder kan een R.U.P. worden opgemaakt om het gedeelte van het woongebied ten westen van de spoorlijn Antwerpen - Roosendaal (m.u.v. de stationsomgevingen) naar woonparkgebied te herbestemmen, met een lagere bebouwingsdichtheid. In een dergelijk R.U.P. wordt niet enkel de bebouwingsdichtheid van het woonbos beperkt gehouden door minimale kaveloppervlakten op te leggen