Plan van aanpak doorstart Structuurvisie Doetinchem 2013 Opsteller: Yana van Tienen d.d. 31 oktober 2012

Transcriptie

1 Plan van aanpak doorstart Structuurvisie Doetinchem 2013 Opsteller: Yana van Tienen d.d. 31 oktober 2012 Inleiding Dit plan van aanpak (PvA) heeft tot doel het proces van de doorstart Structuurvisie Doetinchem 2035 inzichtelijk te maken en aan te geven op welke wijze wordt omgegaan met de reeds vastgestelde Nota van Aandachtspunten (raad 17 november 2011). Het PvA valt niet in herhaling en verwijst voor onderdelen zoals de aanleiding voorhet maken van een structuurvisie, de betekenis van trends en thema s naar de NvA. Uiteraard zal de structuurvisie zelf wel weer ingaan op deze onderdelen. Achtereenvolgens wordt in dit PvA toegelicht hoe wordt omgegaan met de NvA, wat de inhoudsopgave zal zijn van de structuurvisie nieuwe opzet en hoe het werkproces voor de structuurvisie er uit zal zien. Nota van Aandachtspunten (NvA) Een belangrijk startpunt in de doorstart van de Structuurvisie Doetinchem 2013 is de door de gemeenteraad vastgestelde NvA (17 november 2011). De NvA bestaat uit vijf hoofdstukken die de werkwijze voor de structuurvisie in beeld brengen. In grote lijnen kan de NvA ook in de nieuwe opzet gevolgd worden. Op enkele punten moet er van worden afgeweken of op worden aangevuld. In deze paragraaf wordt aangegeven waar dat eventueel zal gebeuren. Als er bewust wordt afgeweken van voornemens in de NvA, dan zal dat ook in de structuurvisie zelf worden aangegeven. Een aanpassing kan noodzakelijk zijn als bijvoorbeeld de actualiteit de NvA heeft ingehaald. Tenslotte staan aan het einde van dit document de trends en thema s als vastgesteld in de NvA nog één keer opgesomd. De NvA besteedt veel aandacht aan de zorgvuldig geselecteerde trends en thema s. De kern van die beschrijvingen wordt overgenomen in de structuurvisie, maar er zal wel gecontroleerd worden op actualiteitswaarde. Daarnaast worden de concrete doelstellingen als geschetst in de NvA nog een keer tegen het licht gehouden. Het is waarschijnlijk dat niet alle trends omgezet kunnen worden in een cijfermatige onderbouwing. Het gevolg kan zijn dat er met aannames gewerkt moet worden bij het vaststellen van programma s, (bijvoorbeeld in het geval van de bevolkingsontwikkeling). Bij het afronden van de structuurvisie is het denkbaar dat moet worden doorgepakt met een maximaal haalbare consensus. Met de nadruk op haalbaar. Tegelijkertijd bestaat de mogelijkheid dat niet alle gewenste onderzoeken rondom de trends dan zijn uitgevoerd (bijvoorbeeld consequenties verschuivingen in de wereldeconomie voor ondernemers). Deze onderdelen moeten dan geagendeerd worden voor de eerstvolgende evaluatie/ actualiseringslag van de structuurvisie. Eventueel kan de structuurvisie het startdocument zijn voor eventuele voorbereidingen van zo n onderzoek. In hoofdstuk 4 van de NvA wordt beschreven hoe bijzonder de structuurvisie zal worden en wat dat te maken heeft met de actualiteit. De mate van aandacht voor dit aspect wordt in de nieuwe opzet gereduceerd. De inleiding van de structuurvisie zal duidelijk maken waarom er een structuurvisie gemaakt moet worden op de wijze waarop dat gebeurt. Hoofdstuk 5 van de NvA geeft tenslotte een samenvatting van de vragen die in de structuurvisie beantwoord dienen te worden. Zoals eerder aangegeven moet dit deel

2 van de NvA met de kennis van nu bekeken worden. Op sommige onderdelen zullen de antwoorden minder concreet kunnen zijn dan gehoopt. Dit is echter geen reden om het maken en vaststellen van de structuurvisie nog langer uit te stellen. Het aantal antwoorden dat wel door het product gegeven kan worden is vele malen groter. De NvA geeft tenslotte diverse bruikbare handvatten voor de totstandkoming van de structuurvisie. Er is al veel oriëntatiewerk gedaan. Inhoudsopgave Het is de bedoeling dat de structuurvisie een concreet document wordt waaruit blijkt wat bestaand beleid is en aan welk beleid wordt gewerkt. Op dezelfde manier zullen de ruimtelijke effecten worden geconcretiseerd van het beleid van belangrijke partners, zowel privaat als publiek en natuurlijk wordt ook duidelijk gemaakt wat de ruimtelijke betekenis is van bestaande en geplande projecten en programma s. Het gaat er hierbij om voor zover mogelijk zekerheid te geven over goed voorspelbare effecten. Daarnaast zijn er heel veel dingen die we nog niet weten, die we graag zouden willen of juist liever niet. Voor al die dingen zal bekeken worden in hoeverre ze nu al een ruimtelijke vertaling kunnen krijgen. Als er teveel onzekerheid is of als er geen consensus bereikt kan worden binnen de gestelde termijn voor afronding van de visie, dan krijgt het onderwerp aandacht in het hoofdstuk Vervolg. De structuurvisie nieuwe opzet streeft na oplossingen te geven waar dat nu kan en een traject uit te stippelen voor oplossingen die we in de toekomst nodig hebben. Deze werkwijze is neergelegd in de inhoudsopgave. 1. Korte samenvatting Structuurvisie Doetinchem 2035 Vorm: Korte tekst en één plaat (kaart) + optioneel foto 2. Inleiding a. Waarom: noodzaak en aanleiding b. Hoe: voor welke vorm en voor welk proces is gekozen en wat zijn daarvan de consequenties c. Wat: waar hebben we het wel en waar hebben we het niet over, hoe gaan we om met beleid, programma s, trends en thema s als geformuleerd in NvA. Vorm: Tekst en divers beeldmateriaal, evt. schematisch. 3. Inventarisatie en analyse a. bestaand beleid b. beleid in de maak/ op de planning c. programma s bestaand d. programma s in de maak/ op de planning e. trends en te verwachten ontwikkelingen (zie NvA) f. thema s (zie NvA) Voor zover er ruimtelijke consequenties zijn / te verwachten zijn. Lokaal en alleen waar nodig, regionaal, provinciaal, nationaal. Directe doorvertaling via de vormgevende factoren (zie 4) van de impact van onderdelen a t/m f Vorm 1: separaat overzicht resultaten a t/m f (denk aan excel) Vorm 2: vast format per discipline (tekst + deelkaartje + randvoorwaarden + prioriteiten).

3 4. Ruimtelijke vertaling nu-situatie per vormgevende factor van de ruimte. a. landschap b. infrastructuur c. bebouwing Integrale verwerking onderdelen 3 a t/m f. Vorm 1: gebiedskaart Vorm 2: conflictkaart Vorm 3: toelichting 5. Visie, te onderscheiden in: a. zekerheden/ noodzaak (Bijvoorbeeld: De oostelijke randweg komt er) b. onzekerheden/ noodzaak (Bijvoorbeeld: De hoogspanningslijn komt daar of daar) c. onzekerheden/ kans (Bijvoorbeeld: Een deel naoorlogse wijken kan wellicht getransformeerd worden tot stadspark) Brengt de impact van toekomstige ontwikkelingen op de huidige situatie in beeld en laat zien welke keuzes aan de hand daarvan gemaakt worden. Strijdigheden en onduidelijkheden in de structuurvisie worden vermeden wat resulteert in de volgende aanpak en vorm: a. heldere/ onomstreden keuze (opnemen op visiekaart 1 e laag) b. heldere opties (opnemen op visiekaart 2 e laag) c. onduidelijke/ onzekere/ omstreden alternatieven (beschrijven met evt. vervolgopgave in kader van atualisatieslag/ evaluatie) Vorm 1: Visiekaart, opgebouwd uit kaartlagen. Vorm 2: Toelichting Vorm 3: evt. overige beelden 6. Uitvoering a. Financiën b. Juridische zaken c. Planologie en beleid d. Organisatie en bestuur 7. Vervolg Een doorzicht naar de toekomst met concrete acties en verlangens voor monitoring, uit te voeren onderzoeken en andere noodzakelijke stappen om in een later stadium een zo goed mogelijke actualisatieslag te kunnen maken. Vaststellen hoe vaak of in welke situatie een actualisatieslag nodig is. Werkproces Planning Na besluitvorming over de doorstart van de structuurvisie zal direct gestart worden met de inventarisatie- en analysefase, het selecteren van de belangrijkste partners, het onderbrengen van het tekenwerk en het plannen van projectbijeenkomsten en overlegmomenten met het bestuur. Het is de bedoeling dat deze fase medio december is afgerond. In het B&W besluit is ook al iets gezegd over de kwantiteit van overlegmomenten met bestuur en burgers. In januari worden de analyseresultaten doorvertaald in kaartbeelden met toelichting. In februari wordt een en ander verwerkt in een visie en uitvoeringsparagraaf. De eerste helft van

4 maart worden de losse eindjes met elkaar verbonden, resulterend in een bespreking in het p- beraad, waarna het bestuurlijk traject (incl. inspraak) in gang wordt gezet. Bemensing Er wordt een groot beroep gedaan op de specialistische kennis van de vakspecialisten binnen de gemeente. Zij zullen verantwoordelijk zijn voor het in beeld brengen van de meest actuele kennis over bijvoorbeeld het wegennet, de archeologische monumenten, de natuurgebieden, parken, winkelcentra, woonwijken, bedrijventerreinen, culturele voorzieningen, agrarische bedrijven, ga zo door. Waar liggen ze, waar liggen ze het beste, waar zijn ze nog te verwachten en welke problemen en welke kansen zijn in relatie tot deze ruimtelijke componenten aanwezig of naderend. In een kleinere kerngroep die afstemming houdt met de leveranciers van deze kennis zal de informatie bij elkaar gebracht worden om tot een visie te komen. In dit stadium kunnen mogelijk dilemma s ontstaan die dan tijdig aan de portefeuillehouder en zo nodig aan het college worden voorgelegd. Voor de onderdelen vormgeving en communicatie zal deels een beroep gedaan worden op externen, maar het product zal dus hoofdzakelijk gedragen worden door de gemeente zelf. Van inventarisatie en analyse tot visie Door de specialistische kennis eerst op zogenaamde factsheets in beeld te brengen wordt duidelijk welke seculiere belangen er zijn. Ook kan zo eenvoudig bekeken worden hoe de verschillende disciplines zich (zullen) gedragen onder invloed van de verschillende trends en ontwikkelingen. Door de separate ruimtelijke verbeeldingen vervolgens aan elkaar te koppelen, ontstaat een conflictkaart. Dit is het moment waarop gekeken moet worden waar conflicten vermeden kunnen worden, uitgesteld, aangegaan en waar nu keuzes gemaakt moeten worden voor de ene of de andere discipline. Dit kan aan de hand van de reeds uitvoerig besproken thema s, gesteund door bestaand en reeds ingezet beleid en inspelend op nieuwe ontwikkelingen. De zaken die nu onvoldoende helder vertaald kunnen worden in ruimtelijke beelden of aanleiding zijn voor (te) veel discussies of conflicten worden niet uit de weg gegaan, maar geagendeerd voor een vervolgstap. Dit kan een onderzoek zijn, een politieke discussie onder een nieuwe raad, een concreet project, nieuw beleid, een participatietraject. Ga zo door. De omgeving De NvA geeft al aan dat er zeer veel omgevingsfactoren zijn die invloed kunnen of willen hebben op de ruimtelijke ontwikkeling van Doetinchem. Dit betekent onder andere dat plannen uit de omgeving beoordeeld moeten worden op hun mogelijke impact voor Doetinchem. Omgekeerd verdient het vroegtijdig informeren van partners zoals buurtgemeenten en de provincie over de doorstart van de structuurvisie de voorkeur. Uiteindelijk gaat het er echter om dat Doetinchem wikt en weegt wat de gemeente voor haar omgeving betekenen kan en omgekeerd, maar niet als gevolg daarvan in een wachtstand terecht komt. Daar waar nu heldere ruimtelijke keuzes mogelijk zijn, moeten deze gemaakt worden en zichtbaar worden in de structuurvisie. Evaluatie De structuurvisie wordt in een kort tijdbestek gemaakt en gaat uit van de gegevens die voorhanden zijn. Tegelijkertijd is het een zeer dynamische tijd met veel onzekerheden over de toekomst. Het hoofdstuk Vervolg zal niet alleen een uitvoeringsagenda bevatten, maar ook uitspraken doen over een evaluatiemoment. De structuurvisie Doetinchem 2035 kan gezien worden als groeimodel. Op gezette tijdstippen zal informatie kunnen worden toegevoegd en beelden worden aangescherpt.

5 Overzicht trends en thema s Trends: Bevolkingsontwikkeling Digitalisering Toename belang van beleving Maatschappij wordt complexer/ netwerksamenleving Verschuivingen in de wereldeconomie Verduurzaming Kwaliteit versus kwantiteit Thema s: Beherend ontwikkelen van Stad en Platteland Economische kansen Doetinchem Stad in de regio Kwaliteit en beleving Programma s: milieu/ duurzaamheid/ innovatie sociaal/ maatschappelijke aspecten (voorzieningen) economie (bedrijven, dienstverlening, toerisme, innovatie) veiligheid, leefbaarheid onderwijs cultuur/ cultuurhistorie/ beleving verkeer/ openbaar vervoer natuur etc. Al dan niet te bundelen.