Nulmeting GSB III I Doorstart van het grotestedenbeleid: waar staan we en waar gaan we naar toe?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nulmeting GSB III I 2005-2009. Doorstart van het grotestedenbeleid: waar staan we en waar gaan we naar toe?"

Transcriptie

1 Nulmeting GSB III I Doorstart van het grotestedenbeleid: waar staan we en waar gaan we naar toe?

2 Nulmeting GSB III Doorstart van het grotestedenbeleid: waar staan we en waar gaan we naar toe?

3

4 Inhoudsopgave 1 Inleiding Achtergrond Doel Aanpak Leeswijzer 7 2 Procesgang: van eindmeting GSB II naar nulmeting GSB III Achtergrond procesomslag GSB-monitor Feitelijke gang van zaken bij de nulmeting GSB III Conclusies uit procesbeschrijving 10 3 Outcome-indicatoren: stand van zaken in de steden Maatschappelijke doelstellingen Verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid Verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving Verbeteren van de sociale kwaliteit van de samenleving Binden van midden- en hoge inkomens aan de stad Versterken van de economische kracht van steden 23 4 Basis-output-indicatoren; wat wordt er in alle 31 steden gerealiseerd? Domein sociaal Gedeeld burgerschap Van de straat en veilig Naar een veiliger samenleving Domein fysiek: wonen en omgevingskwaliteit Betere balans tussen vraag en aanbod op gebied van wonen Omgevingskwaliteit; bodemsanering, geluidssanering en luchtkwaliteit Per saldo intensiveren van woningbouw binnen bestaand bebouwd gebied Domein economie Verminderen aantal verouderde bedrijventerreinen en verbeteren aanbod van nieuwe bedrijventerreinen Verminderen criminaliteit tegen bedrijven en ondernemers Vergroten aantal breedbandaansluitingen Verbeteren gemeentelijke dienstverlening 56 Bijlage 1: Nummering output-indicatoren Bijlage 2: Ruimtelijke concentratie op wijkniveau

5

6 1 Inleiding 1.1 Achtergrond In de derde convenantsperiode van het Grotestedenbeleid (GSB III) is een nieuwe aanpak van de monitor Grotestedenbeleid van start gegaan. Tot nu toe werd elk jaar een overzicht uitgebracht van de maatschappelijke ontwikkelingen in de grote steden, aan de hand van outcomedoelstellingen en zogenoemde contextindicatoren, het zogenoemde Jaarboek Grotestedenbeleid. Met het verschijnen van het Jaarboek Grotestedenbeleid 2004 in april 2006, betrekking hebbend op de gehele tweede convenantsperiode , is aan deze reeks een einde gekomen. In de nieuwe convenantsperiode staat de voortgang van de output van beleid centraal, al wordt ook nog een beperkt aantal outcome-indicatoren gevolgd. Er is sprake van een drietal momenten van meting: de voor u liggende nulmeting, de mid term of tussentijdse meting in 2007, en de eindmeting na afloop van het programma in Het Rijk volgt de stedelijke uitvoering van het beleid tijdens GSB III op een terughoudende wijze. Bij de tussentijdse meting kan de stand van zaken zo nodig leiden tot een aanpassing van het maatwerkconvenant. Na het einde van de convenantsperiode legt de stad eenmalig verantwoording af. 1.2 Doel Het doel van de GSB monitor, en als onderdeel deze nulmeting, is drieledig 1 : 1. Het signaleren van de voortgang op outputafspraken zoals vastgelegd in het convenant (inzicht op outputniveau); 2. Het signaleren van een beperkte set van outcome-indicatoren om inzicht te krijgen in de voortgang op de maatschappelijke effecten die beoogd worden met GSB (inzicht op outcomeniveau); 3. Het dienen als hulpmiddel voor de verantwoording van de bestede middelen (overzicht bij verantwoording). 1 Samenwerken aan de Krachtige stad. Uitwerking van het stelsel Grotestedenbeleid (GSB III), Den Haag, 21 april Nulmeting GSB III 5

7 1.3 Aanpak Outcome doelstellingen In de voorgaande GSB-periode waren er in totaal negen doelstellingen op outcomeniveau. Nu is het aantal outcome doelstellingen teruggebracht tot vijf. Hoewel er geringe accentverschuivingen zijn, dekken de vijf nieuwe outcome doelstellingen inhoudelijk vrijwel dezelfde problematiek als de negen uit de vorige periode. Bij het benoemen van de indicatoren zijn dan ook de indicatoren uit de voorgaande GSBmonitor (waarvoor ze deels ook zijn ontwikkeld) als uitgangspunt genomen. Outcome indicatoren In totaal zijn er 9 outcome indicatoren (vergeleken met 16 gedurende GSB II). Elke doelstelling (behalve het binden van de midden- en hogere inkomens aan de stad) wordt zowel vanuit een subjectieve als vanuit een objectieve invalshoek belicht. In andere woorden: zowel de feitelijke objectieve situatie wordt gemeten als de mate waarin deze verandering doorklinkt in het oordeel en de beleving van bewoners (en ondernemers). Politiek gezien wordt het laatste steeds belangrijker, en juist de combinatie van objectieve en subjectieve indicatoren levert relevante beleidsinformatie. Outputindicatoren De afspraken tussen steden en Rijk zijn gemaakt op het niveau van outputindicatoren. In het convenant zijn deze afspraken vastgelegd. In deze nieuwe GSB-monitor wordt ernaar gestreefd de voortgang van alle afspraken van het convenant inzichtelijk te maken. De afspraken zijn echter divers van aard: afspraken die goed op G31-niveau inzichtelijk gemaakt kunnen worden omdat ze gebaseerd zijn op een gestandaardiseerd registratiesysteem (voor alle steden hetzelfde beschikbaar en betrouwbaar); afspraken die niet (volledig) op G31-niveau inzichtelijk gemaakt kunnen worden omdat ze per stad net anders gemeten worden (registratiesystemen verschillen van elkaar); afspraken die niet op G31-niveau inzichtelijk gemaakt kunnen worden omdat ze moeilijk kwantificeerbaar zijn en meer trajectbeschrijvend zijn (output is niet strict kwantitatief); afspraken die zo stadsspecifiek zijn dat het weinig zinvol is een landelijk inzicht te willen (stadsspecifieke indicator) als gevolg van een ambitie op een open doelstelling. Daarom is ervoor gekozen de GSB-monitor op outputniveau op te splitsen. De outputindicatoren zijn onderverdeeld in drie categorieën 2 : 1. basisindicatoren: outputindicatoren die voor alle steden op uniforme wijze beschikbaar zijn. Deze gegevens zijn grotendeels gebaseerd op centrale gegevensbronnen 2. maatwerkindicatoren: outputindicatoren die niet noodzakelijk op uniforme wijze worden gemeten. Deze gegevens kunnen niet worden afgeleid uit centrale bronnen en moeten door gemeenten verstrekt worden op basis van gemeentelijke registraties 2 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Draaiboek gegevensaanlevering GSB-III, Centraal en Steden (Companen, 12 april 2005) 6 Nulmeting GSB III

8 3. stadsspecifieke indicatoren: outputindicatoren die voortvloeien uit de (onder de noemer van een open doelstelling ) door de gemeente zelf aangedragen doelstellingen. In deze GSB-nulmeting worden de outcome- en de basisindicatoren landelijk gemeten. Het volledige overzicht van basisindicatoren, maatwerkindicatoren en stadsspecifieke indicatoren zijn als prestatielijsten per stad in een afzonderlijk bijlagendocument opgenomen. Het grotestedenbeleid bestaat uit drie pijler, de sociale, de fysieke en de economische pijler. Het ministerie van Binnenlandse Zaken is algemeen coördinerend ministerie voor het grotestedenbeleid. Daarnaast is ze ook coördinator van de sociale pijler. Voor de fysieke pijler is dit het ministerie van VROM. Het ministerie van VROM is als zodanig ook coördinator van het ISV. De economische pijler wordt gecoördineerd door het ministerie van Economische Zaken. Bij de voorbereiding van deze nulmeting zijn verschillende bronnen gehanteerd: de door de steden ingevulde factsheet met outcome- en outputindicatoren, alsmede informatie over Leefbaarheid & Veiligheid; de prestatielijsten die zijn opgesteld bij het afsluiten van de maatwerkconvenanten tussen Rijk en steden; de procesafspraken, de correcties en de aanvullingen die na de ondertekening van de maatwerkconvenanten bilateraal tussen steden en verantwoordelijke departementen zijn gemaakt. Registratiebestanden (o.a. CBS, LADIS en BGO). 1.4 Leeswijzer De nulmeting begint met een beschrijving van de procesgang in hoofdstuk 2. Daarna komen de outcome-indicatoren bij de nulmeting in hoofdstuk 3 aan de orde. In hoofdstuk 4 komen de basisindicatoren als onderdeel van de output-indicatoren aan bod. De volgorde van de output-indicatoren is gemaakt op basis van de volgnummers van de indicatoren in de prestatielijsten. Deze nummers zijn in bijlage 1 bij dit document opgenomen. In bijlage 2 treft u tenslotte de ruimtelijke concentratiecijfers op wijkniveau aan. Nulmeting GSB III 7

9 8 Nulmeting GSB III

10 2 Procesgang: van eindmeting GSB II naar nulmeting GSB III 2.1 Achtergrond procesomslag GSB-monitor In april 2006 is met de eindmeting GSB II een reeks Jaarboeken Grotestedenbeleid afgesloten die vanaf 1995 was verschenen. Gedurende tien jaar is daarmee een databestand met indicatoren opgebouwd die inzicht verschafte in de maatschappelijke ontwikkelingen in de grote en middelgrote steden. Met de introductie van de derde convenantsperiode Grotestedenbeleid kwam aan deze lijn een einde. De nadruk kwam in de onderhandelingen tussen Rijk en steden meer te liggen op beleidsprestaties, tot uiting komend in de opzet van output- of prestatie-indicatoren. Steden en departementen gebruikten daarbij vaak indicatoren die voorhanden waren op het moment dat de ambities in de convenanten moeten worden vastgelegd. Voor een aantal beleidsthema s was soms nog onvoldoende bekend om een nulmeting en ambities kwantitatief te bepalen. De daaruit voortvloeiende verschillen in omschrijvingen en definities in output-indicatoren maken daarmee landelijke vergelijking niet langer mogelijk. Deze landelijke vergelijking was in een jarenlange grondige voorbereiding van de nieuwe GSB-monitor wel voorzien. 2.2 Feitelijke gang van zaken bij de nulmeting GSB III Zo is voor de nulmeting GSB III door het bureau Companen in april 2005 een draaiboek opgesteld, bestaande uit een centraal en een stedelijk deel. In dit draaiboek is een tijdschema opgenomen dat ervan uitging dat het merendeel van de benodigde informatie over het jaar 2004 en de stand per 1 januari 2005 op 30 april 2005 beschikbaar zou zijn. De uitvraag naar de steden met een zogenoemd factsheet zou dan per 15 mei 2005 kunnen plaatsvinden en op 15 juli 2005 tot volledige indiening van de steden kunnen leiden. De factsheet is in mei 2005 naar de GSB-coördinatoren van de steden gestuurd, de G30 en Sittard-Geleen. Al snel werd geconstateerd dat een aantal centrale databronnen die in het draaiboek waren benoemd niet beschikbaar waren of de betreffende informatie niet bevatten. Deze knelpunten hadden met name betrekking op de criminaliteit op bedrijventerreinen en in winkelgebieden, de gegevens over verslavingszorg en huiselijk geweld. Ook over de verzonden factsheet kwamen veel vragen binnen. Bij de steden was sprake van het doorschuiven van de verantwoordelijkheid van de datalevering van de GSB-coördinatoren naar de O&S-contactpersonen, de reguliere contacten voor het Jaarboek GSB. Er was sprake van inhoudelijke verwarring. Men kende over het algemeen de output-indicatoren niet en beperkte zich tot datgene wat men gewend was te leveren, namelijk de gemeentelijke outcome-indicatoren zoals de gegevens over leefbaarheid & veiligheid. Nulmeting GSB III 9

11 Ondanks het draaiboek en de communicatie daarover met de steden bleek weinig in de steden bekend te zijn over het nieuwe monitoringsysteem. De factsheet en de achterliggende draaiboeken bleken bovendien veel vragen op te roepen, met name als het ging om de t.o.v. GSB II afwijkende wijze waarop de leefbaarheid & veiligheidsgegevens moesten worden aangeleverd. Uiteindelijk is ervoor gekozen de betreffende gegevens uit het Jaarboek GSB 2004 te gebruiken voor de nulmeting. Parallel aan de discussie over de aanlevering van de leefbaarheid & veiligheidsgegevens loopt het project stroomlijning veiligheidsmonitor. Dit project moet leiden tot een standaardisatie van methodiek, vragenlijst en onderzoeksmoment centraal en gemeentelijk, als het gaat om de meting van slachtofferschap, verloedering, overlast en onveiligheidsgevoelens. De afgelopen jaren blijkt de eind 20 e eeuw afgesproken aanpak op gemeentelijk niveau mede door de aansluiting van nieuwe gemeenten bij het Grotestedenbeleid, het toevoegen van nieuwe vragenmodules en het gebrek aan centrale regie tot allerlei afwijkingen in methodiek en vragenlijst te hebben geleid. Inmiddels was bekend dat een deel van de indicatoren pas op 1 november 2005 beschikbaar kon komen i.v.m. procesafspraken over registraties en indicatoren. Dit leidde tot een parallelle communicatie en datalevering tussen steden en departementen over de inhoud van de nulmeting. Er bleken niet alleen nog enkele procesafspraken te moeten worden ingevuld; een groot aantal indicatoren zijn pas in de loop van 2005 en 2006, zowel nulmeting als ambitie, tussen steden en departementen bilateraal uitonderhandeld. Door de extra inzet van de accountmanagers van BZK zijn de gegevens voor de nulmeting eind mei 2006 (10 maanden na de afgesproken datum) beschikbaar gekomen. 2.3 Conclusies uit procesbeschrijving Uit het voorgaande blijkt dat voor het nieuwe monitoringsysteem in GSB III een geheel nieuwe opzet was voorzien die veel kinderziekten heeft gekend bij het opstarten, tot uiting komend in de inhoudelijke verwarring, vertraging van datalevering en parallelle informatielijnen. Er is sprake geweest van voortschrijdend inzicht. Daarmee is ook de nulmeting een voorbeeld geworden van beleidsleren. Er is niet alleen bij de GSB-monitor sprake van een andere benadering en opzet. Ook de steden hebben hun GSB-aanpak aangepast aan de nieuwe convenantsperiode. Zo hebben de steden hun informatievoorziening en verantwoording georganiseerd rond de convenantsafspraken die zij als individuele gemeenten met de departementen hebben gemaakt. Door de procesvernieuwing in GSB III is er sprake van een intensieve interactie tussen steden en departementen. De inhoud en de voortgang van afspraken wordt op de overeengekomen indicatoren gemonitord. Aangezien er sprake is van de beoordeling van individuele beleidsprestaties is een geaggregeerde monitoring van specifieke outputindicatoren op basis van een vergelijking tussen steden niet zinvol. Dat geldt overigens niet voor de outcome-indicatoren en een groot deel van de basisindicatoren, omdat deze de maatschappelijke ontwikkeling in de steden als resultante van een groot aantal verschillende factoren zichtbaar maken. De nulmeting is daarmee een markeerpunt in de GSB-monitor. 10 Nulmeting GSB III

12 3 Outcome-indicatoren: stand van zaken in de steden 3.1 Maatschappelijke doelstellingen Om een beeld te krijgen van de algemene ontwikkeling van de steden is er voor gekozen om zowel in deze nulmeting, als ook in de tussenmeting en de eindmeting, een aantal outcome-indicatoren te presenteren die nauw aansluiten bij de algemene doelstellingen van het grotestedenbeleid. Hoewel dit geen afrekenbare indicatoren betreft, is het wel illustratief voor de huidige stand van zaken in de steden. De centrale doelstellingen van het grotestedenbeleid voor de periode 2005 tot 2010 zijn de volgende: Verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid Verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving Verbeteren van de sociale kwaliteit van de samenleving Binden van midden- en hoge inkomens aan de stad Versterken van de economische kracht van steden Onderstaand wordt de uitgangspositie op deze terreinen per begin 2005 geschetst aan de hand van de bijbehorende concrete indicatoren. Voor de nulmeting van de indicatoren behorend tot de onderwerpen objectieve en subjectieve veiligheid, kwaliteit van de leefomgeving en sociale kwaliteit van de samenleving is ervoor gekozen resp. de percentages slachtoffers en inwoners, alsmede de schaalscores weer te geven, dit in afwijking van de omschrijving outcome-indicatoren in het Draaiboek gegevensverzameling GSB-III, Steden van Companen. 3.2 Verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid In deze nulmeting wordt een aantal veiligheidscijfers weergegeven om een vinger aan de pols te houden voor wat betreft de situatie in de steden. Voor de veiligheidsdoelstelling zijn slachtofferschapgegevens opgenomen. Deze zijn afkomstig uit de op stadsniveau uitgevoerde leefbaarheid- en veiligheidsonderzoeken. De indicatoren geven een beeld van het percentage inwoners dat slachtoffer is geworden van specifieke delicten of zich onveilig voelt, te weten: Inbraak (fig. 3.1), Fietsendiefstal (fig. 3.2), Autodelicten (fig. 3.3), Zakkenrollerij (fig. 3.4), Geweld (fig. 3.5) en Nulmeting GSB III 11

13 Onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt (fig. 3.6). Het element inbraak is hierbij een optelsom van het percentage respondenten dat slachtoffer is geworden van inbraak en/of een poging tot inbraak. De indicator met betrekking tot autodelicten is een sommatie van het percentage inwoners dat slachtoffer is geworden van diefstal uit de auto en het percentage dat slachtoffer is geworden van vernielingen aan de auto. Figuur 3.1 Percentage slachtofferschap van (poging tot) inbraak Amsterdam ,4% Den Haag ,6% Rotterdam 2004 Utrecht ,7% 6,5% Alkmaar ,2% Almelo ,8% Amersfoort ,7% Arnhem 2005 Breda 2004 Deventer ,0% 8,0% 11,0% Dordrecht ,0% Eindhoven ,7% Emmen ,0% Enschede 2004 Groningen 2004 Haarlem ,2% 5,1% 9,5% Heerlen ,0% Helmond ,5% Hengelo ,5% Leeuw arden ,0% Leiden 2004 Lelystad ,8% 6,2% Maastricht ,2% Nijmegen ,0% Schiedam ,0% s-hertogenbosch ,3% Sittard-Geleen 2005 Tilburg 2005 Venlo ,3% 9,0% 14,0% Zaanstad ,6% Zw olle ,8% 0% 4% 8% 12% 16% Bron: gemeentelijke Bevolkingsonderzoeken Leefbaarheid en Veiligheid 12 Nulmeting GSB III

14 Figuur 3.2 Percentage slachtofferschap van fietsendiefstal Amsterdam 2004 Den Haag 2004 Rotterdam 2004 Utrecht ,3% 13,0% 15,9% 22,6% Alkmaar 2004 Almelo 2005 Amersfoort 2005 Arnhem 2005 Breda 2004 Deventer 2004 Dordrecht 2005 Eindhoven 2004 Emmen 2003 Enschede 2004 Groningen 2004 Haarlem 2005 Heerlen 2005 Helmond 2004 Hengelo 2005 Leeuw arden 2005 Leiden 2004 Lelystad 2005 Maastricht 2004 Nijmegen 2005 Schiedam 2004 s-hertogenbosch 2004 Sittard-Geleen 2005 Tilburg 2005 Venlo 2005 Zaanstad 2005 Zw olle ,7% 9,4% 15,5% 9,0% 10,0% 9,0% 12,0% 14,1% 12,0% 15,8% 17,2% 14,0% 7,0% 11,9% 10,7% 15,5% 8,8% 17,0% 11,0% 15,0% 9,6% 10,0% 15,3% 15,0% 13,4% 18,0% 21,0% 0% 5% 10% 15% 20% 25% Bron: gemeentelijke Bevolkingsonderzoeken Leefbaarheid en Veiligheid Nulmeting GSB III 13

15 Figuur 3.3 Percentage slachtofferschap van autodelicten Amsterdam 2004 Den Haag 2004 Rotterdam 2004 Utrecht ,2% 29,6% 28,1% 35,0% Alkmaar 2004 Almelo 2005 Amersfoort 2005 Arnhem 2005 Breda 2004 Deventer 2004 Dordrecht 2005 Eindhoven 2004 Emmen 2003 Enschede 2004 Groningen 2004 Haarlem 2005 Heerlen 2005 Helmond 2004 Hengelo 2005 Leeuw arden 2005 Leiden 2004 Lelystad 2005 Maastricht 2004 Nijmegen 2005 Schiedam 2004 s-hertogenbosch 2004 Sittard-Geleen 2005 Tilburg 2005 Venlo 2005 Zaanstad 2005 Zw olle ,1% 20,6% 31,0% 31,0% 25,0% 19,0% 24,8% 21,0% 27,6% 27,0% 29,4% 28,0% 28,4% 22,4% 26,0% 20,1% 26,5% 26,9% 22,0% 30,0% 23,5% 24,0% 34,6% 24,0% 26,7% 23,0% 41,0% 0% 10% 20% 30% 40% 50% Bron: gemeentelijke Bevolkingsonderzoeken Leefbaarheid en Veiligheid 14 Nulmeting GSB III

16 Figuur 3.4 Percentage slachtofferschap zakkenrollerij in de eigen buurt zonder geweld Amsterdam ,1% Den Haag ,0% Rotterdam 2004 Utrecht ,1% 2,9% Alkmaar ,5% Almelo ,3% Amersfoort ,9% Arnhem ,0% Breda ,3% Deventer 2004 Dordrecht 2005 Eindhoven ,2% 3,4% 4,0% Emmen ,4% Enschede ,2% Groningen ,5% Haarlem ,5% Heerlen ,0% Helmond 2004 Hengelo 2005 Leeuw arden ,4% 1,1% 3,5% Leiden ,8% Lelystad ,2% Maastricht ,6% Nijmegen ,3% Schiedam ,0% s-hertogenbosch 2004 Sittard-Geleen 2005 Tilburg ,5% 2,3% 2,0% Venlo ,9% Zaanstad ,8% Zw olle ,1% 0% 1% 2% 3% 4% 5% Bron: gemeentelijke Bevolkingsonderzoeken Leefbaarheid en Veiligheid Nulmeting GSB III 15

17 Figuur 3.5 Percentage slachtofferschap van geweldsdelicten Amsterdam 2004 Den Haag 2004 Rotterdam 2004 Utrecht ,3% 6,2% 6,8% 9,5% Alkmaar 2004 Almelo 2005 Amersfoort 2005 Arnhem 2005 Breda 2004 Deventer 2004 Dordrecht 2005 Eindhoven 2004 Emmen 2003 Enschede 2004 Groningen 2004 Haarlem 2005 Heerlen 2005 Helmond 2004 Hengelo 2005 Leeuw arden 2005 Leiden 2004 Lelystad 2005 Maastricht 2004 Nijmegen 2005 Schiedam 2004 s-hertogenbosch 2004 Sittard-Geleen 2005 Tilburg 2005 Venlo 2005 Zaanstad 2005 Zw olle ,1% 4,6% 4,0% 6,0% 4,0% 4,0% 7,0% 4,8% 5,0% 5,4% 4,0% 6,0% 6,0% 5,6% 3,8% 4,7% 6,2% 7,7% 4,0% 7,0% 4,6% 5,0% 7,0% 4,6% 4,1% 6,9% 9,0% 0% 3% 5% 8% 10% Bron: gemeentelijke Bevolkingsonderzoeken Leefbaarheid en Veiligheid 16 Nulmeting GSB III

18 Figuur 3.6 Percentage inwoners dat zich wel eens in de eigen buurt onveilig voelt Amsterdam 2004 Den Haag 2004 Rotterdam 2004 Utrecht ,2% 24,5% 28,2% 34,8% Alkmaar 2004 Almelo 2005 Amersfoort 2005 Arnhem 2005 Breda 2004 Deventer 2004 Dordrecht 2005 Eindhoven 2004 Emmen 2003 Enschede 2004 Groningen 2004 Haarlem 2005 Heerlen 2005 Helmond 2004 Hengelo 2005 Leeuw arden 2005 Leiden 2004 Lelystad 2005 Maastricht 2004 Nijmegen 2005 Schiedam 2004 s-hertogenbosch 2004 Sittard-Geleen 2005 Tilburg 2005 Venlo 2005 Zaanstad 2005 Zw olle ,8% 13,1% 23,0% 17,0% 23,0% 15,0% 16,9% 19,0% 21,0% 20,0% 14,8% 24,0% 9,7% 17,1% 18,0% 26,1% 30,0% 25,0% 32,0% 28,1% 35,1% 32,9% 25,2% 28,0% 31,9% 36,0% 45,0% 0% 10% 20% 30% 40% 50% Bron: gemeentelijke Bevolkingsonderzoeken Leefbaarheid en Veiligheid 3.3 Verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving Om de vorderingen op het gebied van leefomgeving te monitoren zijn ook hier een aantal outcome-indicatoren geformuleerd. Allereerst betreft dit de gemiddelde transactieprijs van bestaande koopwoningen (fig. 3.7). Een hogere transactieprijs is een indicatie voor een hogere waardering van de fysieke leefomgeving in de stad. Nulmeting GSB III 17

19 Figuur 3.7 Gemiddelde transactieprijs van bestaande koopwoningen (x duizend euro, 2004) Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle Bron: Kdata Een andere manier om de ontwikkeling van de leefomgeving in beeld te brengen is door te kijken naar de verloedering in de buurt (fig. 3.8). De onderstaande schaalscore is afkomstig uit de gemeentelijke leefbaarheid- en veiligheidsonderzoeken. 18 Nulmeting GSB III

20 Figuur 3.8 Perceptie van buurtprobleem verloedering, schaalscore 0-10 Amsterdam 2004 Den Haag 2004 Rotterdam 2004 Utrecht ,9 4,9 5,1 5,0 Alkmaar 2004 Almelo 2005 Amersfoort 2005 Arnhem 2005 Breda 2004 Deventer 2004 Dordrecht 2005 Eindhoven 2004 Emmen 2003 Enschede 2004 Groningen 2004 Haarlem 2005 Heerlen 2005 Helmond 2004 Hengelo 2005 Leeuw arden 2005 Leiden 2004 Lelystad 2005 Maastricht 2004 Nijmegen 2005 Schiedam 2004 s-hertogenbosch 2004 Sittard-Geleen 2005 Tilburg 2005 Venlo 2005 Zaanstad 2005 Zw olle ,7 4,5 4,8 3,4 3,4 4,9 4,7 4,1 3,5 3,4 4,6 2,9 3,9 4,1 3,8 4,6 3,9 5,2 4,6 3,8 4,0 4,3 5,0 5,0 4,7 4,6 5, Bron: gemeentelijke Bevolkingsonderzoeken Leefbaarheid en Veiligheid Nulmeting GSB III 19

21 3.4 Verbeteren van de sociale kwaliteit van de samenleving Om de sociale kwaliteit van de samenleving te monitoren wordt allereerst gekeken naar de bruto-arbeidsparticipatie. Hoe hoger de participatiegraad, hoe beter voor de stad. De bruto-participatiegraad betreft het deel van de potentiële beroepsbevolking (iedereen tussen de 15 en 64 jaar) dat werkt of bereid is meer dan 12 uur per week te werken. Figuur 3.9 Bruto-arbeidsparticipatie (2004) Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht 70% 70% 65% 70% Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle 68% 69% 73% 68% 74% 73% 70% 67% 67% 63% 64% 72% 66% 66% 64% 68% 73% 72% 65% 68% 65% 71% 66% 67% 70% 72% 66% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Bron: CBS, Enquête Beroepsbevolking Naast de bruto-arbeidsparticipatie is ook de perceptie van de sociale kwaliteit van de woonomgeving een interessante indicator binnen de doelstelling. De onderstaande schaalscore is wederom afkomstig uit de gemeentelijke leefbaarheid- en veiligheidsonderzoeken. 20 Nulmeting GSB III

22 Figuur 3.10 Perceptie van de sociale kwaliteit van de woonomgeving, schaalscore 0-10 Amsterdam 2004 Den Haag 2004 Rotterdam 2004 Utrecht 2004 Alkmaar 2004 Almelo 2005 Amersfoort 2005 Arnhem 2005 Breda 2004 Deventer 2004 Dordrecht 2005 Eindhoven 2004 Emmen 2003 Enschede 2004 Groningen 2004 Haarlem 2005 Heerlen 2005 Helmond 2004 Hengelo 2005 Leeuw arden 2005 Leiden 2004 Lelystad 2005 Maastricht 2004 Nijmegen 2005 Schiedam 2004 s-hertogenbosch 2004 Sittard-Geleen 2005 Tilburg 2005 Venlo 2005 Zaanstad 2005 Zw olle ,9 5,9 5,6 5,7 6,1 6,4 6,0 5,9 6,5 6,3 6,1 6,0 6,2 6,6 6,1 6,1 5,6 6,6 6,6 6,2 6,0 6,2 5,9 6,2 5,8 6,1 5,9 6,0 6,5 5,9 6, Bron: gemeentelijke Bevolkingsonderzoeken Leefbaarheid en Veiligheid Nulmeting GSB III 21

23 3.5 Binden van midden- en hoge inkomens aan de stad De kernindicatoren voor deze doelstelling zijn het aandeel huishoudens behorend tot de middeninkomens (middelste 40%) en het aandeel huishoudens behorend tot hogere inkomensgroepen (bovenste 20%). Figuur 3.11 Aandeel midden (besteedbare) inkomens van huishoudens in de stad (decielen 40-80%) (2002) Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht 33% 35% 34% 33% Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle 27% 34% 41% 40% 40% 37% 39% 40% 39% 38% 36% 38% 38% 44% 44% 43% 32% 43% 34% 32% 38% 39% 42% 36% 42% 42% 41% 0% 20% 40% 60% Bron: CBS, Regionaal Inkomensonderzoek 22 Nulmeting GSB III

24 Figuur 3.12 Aandeel hoge (besteedbare) inkomens van huishoudens in de stad (decielen %) (2002) Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht 14% 16% 13% 16% Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle 9% 15% 18% 16% 14% 12% 12% 11% 18% 15% 14% 17% 16% 14% 13% 16% 17% 16% 16% 16% 19% 18% 18% 19% 21% 21% 23% 0% 10% 20% 30% 40% Bron: CBS, Regionaal Inkomensonderzoek 3.6 Versterken van de economische kracht van steden De laatste doelstelling waarin op basis van outcome-indicatoren de situatie van de stad in beeld wordt gebracht betreft het versterken van de stedelijke economie. Allereerst is de waardering van het ondernemingsklimaat weergegeven, zoals dit door de ondernemers uit de steden zelf is aangegeven in de Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat. Daarnaast is ook bruto stedelijk product in figuur 3.14 weergegeven. Nulmeting GSB III 23

25 Figuur 3.13 Waardering ondernemingsklimaat (rapportcijfer, 2005) Alkmaar Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht 6,6 6,3 6,4 6,5 6,4 Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle 6,0 6,0 6,2 6,2 6,2 6,4 6,4 6,4 6,3 6,4 6,4 6,5 6,5 6,5 6,7 6,7 6,7 6,8 6,7 6,6 6,7 6,8 6,8 6,8 6,8 6, Bron: Ministerie van EZ, Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat 24 Nulmeting GSB III

26 Figuur 3.14 Bruto stedelijk product: bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen, totaal bedrijfsactiviteiten, 2004 (voorlopig), prijsniveau 1995 voor de G31, in miljoenen euro. Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle Bron: CBS, Regionale economische jaarcijfers en Banen van werknemers regio (nieuw), bewerking ECORYS In bijlage 2 zijn een tweetal tabellen opgenomen waarin de ruimtelijke concentratie voor een aantal van de voorgaande indicatoren op wijkniveau is weergegeven. Nulmeting GSB III 25

27 26 Nulmeting GSB III

28 4 Basis-output-indicatoren; wat wordt er in alle 31 steden gerealiseerd? In dit hoofdstuk worden de basisindicatoren aan de hand van de drie domeinen (sociaal, fysiek en economie) en de verschillende thema s besproken. Deze basisindicatoren maken deel uit van de output-indicatoren zoals die in de convenanten tussen departementen en steden zijn overeengekomen. Naast basisindicatoren zijn er tussen het Rijk en de steden ook afspraken gemaakt op basis van zogenaamde maatwerk-indicatoren en stadsspecifieke-indicatoren. Deze indicatoren hebben veelal een lokaal karakter en kunnen tussen de steden onderling sterk verschillen. Om deze reden worden alleen de basisindicatoren generiek besproken in dit hoofdstuk. De maatwerk- en stadsspecifiekeindicatoren komen terug in de prestatielijsten zoals deze per stad in het bijlagedocument zijn opgenomen. Steden is de mogelijkheid geboden om op sommige basisindicatoren een nulambitie te formuleren. Hierdoor ontbreekt voor sommige steden hier en daar een getal. 4.1 Domein sociaal In het sociale domein van het grotestedenbeleid zijn vijf thema s benoemd: Gedeeld burgerschap, Geen leerling zonder diploma van school, Van de straat en veilig, Gezond en wel in de stad en Naar een veiliger samenleving. Er zijn vijf basisindicatoren geformuleerd, in 3 van de 5 thema s: Gedeeld burgerschap, Van de straat en veilig en Naar een veiliger samenleving. De nummering tussen haakjes achter de indicatoren komt overeen met de volgorde van de indicatoren in het landelijke overzicht van de prestatielijsten (zie bijlage). Binnen de overige 2 thema s zijn alleen maatwerk- en/of stadsspecifieke indicatoren benoemd Gedeeld burgerschap Basisindicatoren: gegevens nieuwkomers volgens jaarlijkse monitoring inburgering (1) gegevens oudkomers volgens jaarlijkse monitoring inburgering (2) In 2006 wordt het stelsel rond de inburgering ingrijpend aangepast. Met de G31 is afgesproken dat zij na invoering van het nieuwe stelsel hun prestaties op dit gebied formuleren. Gelet op het feit dat het gaat om een te leveren prestatie die losstaat van de huidige stand van zaken is een nulmeting hier niet nodig. De te leveren prestatie start immers op nul. In de volgende twee grafieken is de ambitie weergegeven, zoals deze per stad geformuleerd is in de stedelijke prestatielijsten voor GSB III. Nulmeting GSB III 27

29 Figuur 4.1 Aantal in te burgeren nieuwkomers, ambitie GSB III Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle Bron: Stedelijke prestatielijsten 28 Nulmeting GSB III

30 Figuur 4.2 Aantal in te burgeren oudkomers, ambitie GSB III Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle Bron: Stedelijke prestatielijsten Van de straat en veilig Ook binnen het thema Van de straat en veilig zijn twee basisindicatoren benoemd. De indicatoren hebben betrekking op de verslavingszorg. Basisindicatoren: Aantal cliënten afkomstig uit verzorgingsgebied dat per jaar feitelijk wordt behandeld in ambulante verslavingszorg (12) Aantal behandelingen in ambulante verslavingszorg dat per jaar wordt afgesloten (13) Er zijn meerdere bronnen beschikbaar om de bovenstaande indicatoren in beeld te brengen. Ten tijde van de prestatie-afspraken hebben steden elk hun eigen bron gekozen en op basis van dit materiaal ambities vastgesteld. Op centraal niveau zijn de gegevens ook verkrijgbaar. Nulmeting GSB III 29

31 De Stichting Informatievoorziening Zorg (IVZ) beschikt over een centrale databron: LADIS. De centrale gegevens stroken niet altijd met de lokale data. Dit betekent dat de geformuleerde ambities niet zonder meer aansluiten bij de data afkomstig uit de centrale databron. Omdat de centrale databron wel een eenduidig en vergelijkbaar beeld geeft van de omvang van de problematiek is er voor gekozen om zowel de informatie afkomstig uit de centrale databron weer te geven (figuur 4.3 en 4.4), als ook de data afkomstig uit de stedelijke prestatie-afspraken (figuur 4.5 en 4.6). Figuur 4.3 Aantal cliënten afkomstig uit verzorgingsgebied dat per jaar daadwerkelijk een of meerdere contacten heeft met instelling uit ambulante verslavingszorg (LADIS: verzorgingsgebied Stad, 2004) Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam 's-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle Bron: IVZ, LADIS 30 Nulmeting GSB III

32 Figuur 4.4 Aantal behandelingen in ambulante verslavingszorg dat per jaar wordt afgesloten (LADIS, verzorgingsgebied Stad, 2004) Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam 's-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle Bron: IVZ, LADIS Onderstaande tabellen geven een overzicht van de nulmeting zoals deze door de steden zelf ten tijde van de prestatielijsten is aangeduid, alsmede de geformuleerde ambitie. Nulmeting GSB III 31

33 Figuur 4.5 Aantal cliënten afkomstig uit verzorgingsgebied dat per jaar daadwerkelijk een of meerdere contacten heeft met instelling uit ambulante verslavingszorg (2004) Nulmeting bron: steden Ambitie Amsterdam Rotterdam Den Haag 26* Utrecht Alkmaar 1171 cliënten, waarvan 42% drugsverslaafd. 592 personen in behandeling, 579 personen 700 personen in behandeling, 700 personen behandeling afgesloten. behandeling afgesloten. Almelo Amersfoort Arnhem 807 Onduidelijk Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen 1252 Huidige bereik handhaven Helmond Hengelo 344 i.s.m. Enschede 's-hertogenbosch Leeuwarden Leiden Lelystad Maastricht 1024 wv. 498 nieuwe cliënten 1024 Nijmegen Schiedam -- Schiedam is geen centrumgemeente. Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zwolle 2 cliënten per 1000 inwoners Stijging 17% Bron: Stedelijke prestatielijsten * Ambitie Den Haag is gericht op toevoeging van het aantal bedden ipv aantal cliënten. 32 Nulmeting GSB III

34 Figuur 4.6 Aantal behandelingen in ambulante verslavingszorg dat per jaar wordt afgesloten (2004) Nulmeting bron: steden Ambitie Amsterdam Rotterdam Den Haag Onduidelijk Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer -- Ambitie wordt nog geformuleerd Dordrecht Eindhoven 27 % van 1775 = 480 cliënten waarvan behandeling regulier wordt afgesloten 35 % van 2150 = 750 cliënten waarvan behandeling regulier wordt afgesloten Emmen Enschede Groningen 38% 45% Haarlem Heerlen 464 Handhaven bereik Helmond 8 Jaarlijks worden 30 trajecten afgesloten met justitiabele harddrugsverslaafden (25% stoomt succesvol uit). Hengelo 's-hertogenbosch Leeuwarden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam -- Schiedam is geen centrumgemeente. Sittard-Geleen Tilburg 26% -- Venlo 40% 45% Zaanstad Zwolle 61% 75% Bron: Stedelijke prestatielijsten Naar een veiliger samenleving In het sociale domein is binnen het thema Naar een veiliger samenleving een vijfde basisindicator benoemd. Nulmeting GSB III 33

35 Basisindicator: Aantal (eerste) meldingen van huiselijk geweld en van herhaling van huiselijk geweld (22) Huiselijk geweld is een belangrijk speerpunt in lokaal en nationaal beleid. De registratie van huiselijk geweld is echter niet eenvoudig. Ondanks de inzet om een landelijk registratiesysteem op te zetten bleek het tijdens de formulering van de prestatie-afspraken nog niet mogelijk om te beschikken over de recentere nationale registratiecijfers. Ten tijde van deze rapportage is deze registratie, voor wat betreft het aantal eerste meldingen, wel (voor 21 steden) beschikbaar. Het aantal herhaalde meldingen is nog niet beschikbaar. Vanzelfsprekend zijn er verschillen waarneembaar tussen de stedelijke data die gebruikt is om een ambitie te formuleren en de landelijke registratie. Zowel de landelijke registratie als de data afkomstig uit de stedelijke prestatielijsten zijn hieronder weergegeven. Figuur 4.7 Aantal incidenten huiselijk geweld (Politiekorpsen, 2005) Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam 's-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle Bron: Politiekorpsen 34 Nulmeting GSB III

36 Figuur 4.8 Aantal (eerste) meldingen van huiselijk geweld en van herhaling van huiselijk geweld (Stedelijke informatie) Nulmeting Ambitie Amsterdam 3200 Met 10 % gedaald t.o.v. het meetjaar In 2005/2006 zal aantal meldingen eerst stijgen tot (schatting) vanwege campagne. Rotterdam Den Haag 480, waarvan Aantal meldingen handhaven op 480 herhalingen Utrecht 961 Eerst toename van 5% daarna afname Alkmaar 71, wv. 22 herhaling 200, wv. 20 herhaling Almelo Amersfoort 372, wv. 56 herhaling 409, wv. 122 herhaling (2005) Arnhem 173 wv. 108 herhaling 140 eerste meldingen in 2009 Aantal herhalingsmeldingen stijgt van 108 in 2005 naar 150 in 2006 en daalt vervolgens per jaar met 5% ( ) Breda Vindt nog geen -- registratie plaats Deventer Dordrecht 756 wv. 512 herhaling 10% meer eerste meldingen en 10% minder herhaalde meldingen Eindhoven nieuwe, max. 5 herhaalde meldingen Emmen 75 Daling herhaalde meldingen met 10% Enschede 820 (20% eerste, 80% herhaalde meldingen) Eerst stijging en in 2009 terug op niveau van 2005; daling herhalingsmeldingen met 50% Groningen 876, wv. 217 eerste meldingen Stijging aantal eerstel meldingen met 12%. Daling aantal herhaalde meldingen met 15% Haarlem Heerlen 667, wv. 341 herhaling Afname 20% herhaalde meldingen Helmond 113 eerste meldingen, 4 herhaalde meldingen Max. 70 eerste meldingen, 7 herhaalde meldingen Hengelo 450 eerste meldingen, 228 herhaalde metingen 50% meer meldingen tot 2008 waarvan 900 eerste meldingen in 2009, 112 herhaalde meldingen s-hertogenbosch 1029 totaal Jaarlijkse aantal (eerste) meldingen stijgt met 10% ten opzichte van Leeuwarden Leiden 242 Vermindering 10% van de 1 e en herhaalde meldingen. Lelystad 240 De komende jaren wordt eerst een stijging tot plm. 300 voorzien (in 2006). Vanaf 2007 wordt een daling verwacht tot circa 200 eerste meldingen in Herhaalde meldingen ca. 140 Maastricht 513 meldingen wv. 278 herhaling Eerste meldingen gelijk aan niveau 2004, herhaalde meldingen afname 20% Nulmeting GSB III 35

37 Nulmeting Ambitie Nijmegen 479, wv. 320 eerste meldingen (2005) 10% meer eerste meldingen en 10% minder herhaalde meldingen Schiedam 63 eerste meldingen, herhaalde meldingen Sittard-Geleen 453 Eerst toename van 10%, vervolgens afname met 10% Tilburg Venlo 1011 totaal 10% meer eerste meldingen en 10% minder herhaalde meldingen Zaanstad 495 totaal (2003) Aantal eerste meldingen stabiliseren, aantal herhalingsmeldingen verlagen Zwolle Niet geformuleerd Aantal (eerste) meldingen van huiselijk geweld bij de politie neemt elk jaar gemiddeld met 5% toe, aantal meldingen van herhalingen daalt elk jaar gemiddeld met 3% Bron: Stedelijke prestatielijsten 4.2 Domein fysiek: wonen en omgevingskwaliteit Ook in het fysieke domein zijn basisindicatoren benoemd. De indicatoren hebben voornamelijk betrekking op woningbouw. Woningbouw in en rond steden is erop gericht om de vitaliteit van de stad te verbeteren. Allereerst wordt er gewerkt aan een betere balans tussen vraag en aanbod op het gebied van wonen. Intensivering van de woningbouwproductie is hierbij een belangrijk doel. Er wordt echter ook ingezet op sanering van bodemverontreiniging. Hiernaast zijn nog andere doelstellingen in het fysieke domein geformuleerd (o.a. op gebied van groenprojecten en culturele kwaliteit). Voor deze doelstellingen zijn echter geen basisindicatoren benoemd Betere balans tussen vraag en aanbod op gebied van wonen De volgende basisindicatoren zijn geformuleerd met het oog op een betere balans tussen vraag en aanbod: Mutaties in de woningvoorraad, uitgesplitst naar aantallen nieuwbouw op uitleglocaties (25) Mutaties in de woningvoorraad, uitgesplitst naar aantallen nieuwbouw als op locatie binnen bestaand bebouwd gebied van 2000 i.v.m. de uitbreidingsbehoefte (26) Mutaties in de woningvoorraad, uitgesplitst naar aantallen nieuwbouw op locaties binnen bestaand bebouwd gebied van 2000 i.v.m. vervangingsbehoefte (27) Aantallen omzettingen huurwoningen in koopwoningen (28) Aantallen vernietigde woningen (29) Aantallen ingrijpende woningverbeteringen (30) 36 Nulmeting GSB III

38 Alle bovenstaande indicatoren zijn gedefinieerd als zelfstandige opgave. Hier is een nulmeting niet noodzakelijk. De waarde van de indicator ten tijde van de nulmeting is dus nul. De weergegeven data betreft dan ook de ambitie tot De vermelde bron (naast de stedelijke prestatielijsten) geeft aan welke definitie gehanteerd is. Figuur 4.9 Aantallen nieuwbouw op uitleglocaties, ambitie 2009 Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle Bron: Stedelijke prestatielijsten/cbs Nulmeting GSB III 37

39 Figuur 4.10 Aantallen nieuwbouw (binnen BBG 2000) i.v.m. de uitbreidingsbehoefte, ambitie 2009 Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle Bron: Stedelijke prestatielijsten/cbs 38 Nulmeting GSB III

40 Figuur 4.11 Aantallen nieuwbouw (binnen BBG 2000) i.v.m. vervangingsbehoefte, ambitie 2009 Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle Bron: Stedelijke prestatielijsten/cbs Nulmeting GSB III 39

41 Figuur 4.12 Ambitie aantallen omzettingen huurwoningen in koopwoningen 2009 Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle Bron: Stedelijke prestatielijsten/kadaster 40 Nulmeting GSB III

42 Figuur 4.13 Aantallen vernietigde woningen, ambitie 2009 Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam 's-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle Bron: Stedelijke prestatielijsten/cbs Nulmeting GSB III 41

43 Figuur 4.14 Aantallen ingrijpende woningverbeteringen, ambitie 2009 Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam 's-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle Bron: Stedelijke prestatielijsten/cbs Omgevingskwaliteit; bodemsanering, geluidssanering en luchtkwaliteit Een belangrijke doelstelling binnen de fysieke pijler heeft betrekking op milieu. Net als in de vorige GSB-periode wordt nadrukkelijk ingezet op de aanpak van bodemverontreiniging en geluidssanering. Daarnaast wordt er nu ook ingezet op verbetering van de binnenstedelijke luchtkwaliteit. Dit heeft geresulteerd in de volgende basisindicatoren: Aan te pakken deel van de werkvoorraad gerelateerd aan het landsdekkende beeld bodemsanering in aantallen (sanering en onderzoek), m2 en m3 (oppervlakte en in de bodem aanwezige ernstig verontreinigde grond) en m3 (te saneren verontreinigd) grondwater en bpe s (bodemsaneringsprestatie-eenheden). Vermelden welk deel hiervan door sanering in eigen beheer tot stand zal komen (zonder overheidsbijdrage in de financiering) (35) 42 Nulmeting GSB III

44 Aantal A- en railwoningen (absoluut en als percentage van het totaal in de gemeente) waar de saneringssituatie aan het eind van het ISV2-tijdvak is opgelost (36) Aantal meters wegvlak dat naar redelijke verwachting onder de normen uit het Besluit Luchtkwaliteit wordt gebracht (37) Er zijn binnen de indicator gericht op bodemsanering afspraken gemaakt over 6 verschillende deel-indicatoren. Een van deze sub-doelstellingen is een objectieve maatstaf voor de te leveren prestatie. De prestatie kan worden weergegeven in bodemsaneringspresatie-eenheden (bpe s). In de onderstaande grafiek is de ambitie van de steden met betrekking tot het aantal bpe s weergegeven. Hierbij is aangegeven welk deel van de ambitie in eigen beheer plaatsvindt (sanering in eigen beheer, SEB), en welk deel met overheidsbijdrage. Vervolgens is een tabel opgenomen waarin de ambitie nog eens getalsmatig is weergegeven. De indicator is wederom gedefinieerd als een zelfstandige opgave. De huidige waarde is dus nul. Nulmeting GSB III 43

45 Figuur 4.15 Totaal aantal bodemsaneringsprestatie-eenheden (eigen beheer en met overheidsbijdrage), x1000, ambitie 2009 Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuw arden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Zw olle In eigen beheer (SEB) Met overheidsbijdrage Bron: Stedelijke prestatielijsten/globis 44 Nulmeting GSB III

46 Figuur 4.16 Totaal aantal bodemsaneringsprestatie-eenheden, ambitie 2009 G31 Totaal Bpe s Waarvan SEB Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo Leeuwarden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Sittard-Geleen Tilburg Venlo Zaanstad Bron: Stedelijke prestatielijsten/globis De tweede basisindicator binnen het thema omgevingskwaliteit is gericht op de verbetering van de geluidssituatie bij de zogenaamde A- en railwoningen. In de onderstaande figuur is het aantal te saneren woningen als ambitie weergegeven. Een beperkt aantal steden heeft een nul-ambitie geformuleerd of heeft geen taakstelling. Nulmeting GSB III 45

Midtermmeting GSB III

Midtermmeting GSB III > www.vrom.nl Midtermmeting GSB III Midtermmeting GSB III Inhoudsopgave Voorwoord 1 Inleiding 04 1.1 Achtergrond 04 1.2 Doel 04 1.3 Aanpak 04 1.4 Leeswijzer 06 2 Outcome-indicatoren Stand van zaken in

Nadere informatie

Bijlage 1. Overzicht recente studies met betrekking tot het Grotestedenbeleid

Bijlage 1. Overzicht recente studies met betrekking tot het Grotestedenbeleid Bijlage 1. Overzicht recente studies met betrekking tot het Grotestedenbeleid Midterm meting GSB III (WWI / ABF Research, 7) Beleidsdoorlichting Grotestedenbeleid (WWI, juni 7; TK 6/7, 3983, nr. ) Beleidsdoorlichting

Nadere informatie

Geachte Voorzitter, Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus EA Den Haag Telefoon

Geachte Voorzitter, Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus EA Den Haag Telefoon Directoraat-Generaal Wonen Directie Strategie Kennisontwikkeling Rijnstraat 8 Postbus 30941 Voorzitter van de Tweede Kamer 2500 GX Den Haag der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus 20018 2500 EA

Nadere informatie

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013 De waarde van de Academie Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013 Een stad met een Academie heeft meer 1,8% Aantal kunstenaars als percentage van de bevolking 18 Aanbod galerieën per 100.000 inwoners 1,6%

Nadere informatie

Bijlage verzuimcijfers

Bijlage verzuimcijfers Bijlage cijfers 1. Landelijke cijfers De cijfers over het schooljaar - zijn afkomstig uit de leerplichttelling die jaarlijks onder de gemeenten wordt uitgevoerd. De respons van gemeenten bedroeg dit jaar

Nadere informatie

Absoluut verzuim. Absoluut verzuim totaal verzuim. > 3 maanden. Opgelost in schooljaar

Absoluut verzuim. Absoluut verzuim totaal verzuim. > 3 maanden. Opgelost in schooljaar Bijlage 1. Landelijke gegevens De gegevens over het schooljaar 2014-2015 zijn afkomstig uit de leerplichttelling die jaarlijks onder de gemeenten wordt uitgevoerd. De respons op de leerplichttelling bedroeg

Nadere informatie

Vergelijking discriminatiemeldingen 2012 binnen de G32

Vergelijking discriminatiemeldingen 2012 binnen de G32 Vergelijking discriminatiemeldingen 2012 binnen de G32 Toelichting Benadrukt dient te worden dat de discriminatiecijfers van de G32 onderling moeilijk vergelijkbaar zijn. Als een bepaalde gemeente (op

Nadere informatie

Eerste vervolgmeting indicatoren AvdT

Eerste vervolgmeting indicatoren AvdT Eerste vervolgmeting indicatoren AvdT Deze eerste vervolgmeting vloeit voort uit de bestuurlijke afspraken die SZW en VNG in april 2001 hebben gemaakt. Bij deze afspraken is als bijlage een set van indicatoren

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-024 31 maart 2009 9.30 uur Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats Aantal slachtoffers veel voorkomende criminaliteit verder gedaald Gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017 Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties woningen woningen. Provincie Drenthe Assen 67.700 31.400 Woningvoorraad 32.900 33.700 33.700 Tussenwoning 448 16,7 166.000

Nadere informatie

De inkomenspositie van Leidse huishoudens

De inkomenspositie van Leidse huishoudens Feitenblad april 2007 Beleidsinformatie Onderzoek Advies De inkomenspositie van Leidse huishoudens Dit feitenblad schetst een beeld van de inkomenspositie van aren. Het gaat hierbij om het gemiddeld basisinkomen

Nadere informatie

Bijlagen Leefbaarheid en Veiligheid 2013

Bijlagen Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Bijlagen Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Leefbaarheid woonbuurt Bijlage 2.1a: Rapportcijfers voor de leefbaarheid in de buurt naar wijken, 2001-2013 Bijlage 2.1b: Rapportcijfers voor de woonomgeving naar

Nadere informatie

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid Resultaten gemeentebeleidsmonitor 217 Veiligheid en leefbaarheid 1. Inleiding Om de twee jaar wordt er een onderzoek, de zogeheten gemeentebeleidsmonitor, uitgevoerd onder de inwoners naar verschillende

Nadere informatie

Tweede vervolgmeting indicatoren Agenda voor de Toekomst

Tweede vervolgmeting indicatoren Agenda voor de Toekomst Tweede vervolgmeting indicatoren Agenda voor de Toekomst Deze tweede vervolgmeting vloeit voort uit de bestuurlijke afspraken die SZW en VNG in april 2001 hebben gemaakt. Bij deze afspraken is als bijlage

Nadere informatie

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016 Woningen 2017 Provincie / Steden Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties Aantal inwoners 2016 Aantal woningen 2016 Woningvoorraad/ huishoudens/inwoners 2020 2025 Koopwoningen Aantal verkochte

Nadere informatie

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11 De Eindhovense Eindhoven, oktober 11 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Objectieve index: 3 2.I Inbraak 3 2.II Diefstal 4 2.III Geweld 4 2.IV Overlast/vandalisme 4 2.V Veilig ondernemen (niet in index) 5 3 Subjectieve

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Overzicht van resultaatafspraken uit het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma van Nijmegen, maart 2005

Overzicht van resultaatafspraken uit het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma van Nijmegen, maart 2005 Overzicht van resultaatafspraken uit het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma van Nijmegen, maart 2005 De resultaatafspraken in deze lijst zijn gebaseerd op het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma en door Nijmegen

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s:

Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s: Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s: - Jeugd en Jeugdhulpverlening - Onderwijs Oktober 2015 Ctrl/BI C. Hogervorst Het beeld dat bij dit thema naar voren komt past bij een grotere

Nadere informatie

BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID

BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID Situatie objectieve en subjectieve veiligheid burgers en Cijfers met betrekking tot Bron 2002 objectieve veiligheid burgers (landelijk) feitelijk ondervonden

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-030 23 april 2010 9.30 uur Aantal slachtoffers criminaliteit stabiel, meer vandalisme Aantal ondervonden delicten stijgt door meer vandalisme Aantal

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Bewonerspeilingen aandachtswijken. Rapportage 2011- Resultaten per gemeente

Bewonerspeilingen aandachtswijken. Rapportage 2011- Resultaten per gemeente Bewonerspeilingen aandachtswijken Rapportage 2011- Resultaten per gemeente Bewonerspeilingen aandachtswijken Rapportage 2011- Resultaten per gemeente Uitgevoerd in opdracht van ministerie BZK Jan Hooft

Nadere informatie

Foto van de Drechtsteden

Foto van de Drechtsteden Foto van de Drechtsteden Raadscommissie ABZ 3 september 2012 Sjoerd Veerman Rien Val 1 De aantrekkingskracht van de Drechtsteden Gerard Marlet 6 maart 2012 The paradox of urban triumph bereikbaarheid banen

Nadere informatie

Totaaloverzicht beoordeling gemeenten en politieke partijen. Gemiddelde per. Gemiddelde per. Totaal aantal gemeenten. (percentage)

Totaaloverzicht beoordeling gemeenten en politieke partijen. Gemiddelde per. Gemiddelde per. Totaal aantal gemeenten. (percentage) Totaaloverzicht beoordeling n en politieke partijen Politieke partij Gemeente Alkmaar Almelo Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Bosch Den Haag Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Toeristisch bezoek aan Dordrecht

Toeristisch bezoek aan Dordrecht Toeristisch bezoek aan Dordrecht Besteding van toeristische bezoekers groeit naar meer dan 100 miljoen In 2010 zorgde het toeristisch bezoek in Dordrecht voor een economische spin-off van ruim 73 miljoen.

Nadere informatie

OnSignalement 5e jaargang, nr 6 6 juli 2010

OnSignalement 5e jaargang, nr 6 6 juli 2010 OnSignalement 5e jaargang, nr 6 6 juli 2010 Hengelo één van de veiligste grote steden De gemeente Hengelo is nog steeds één van de veiligste grote steden van. Dit blijkt uit de resultaten van landelijke

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

Oss. Datum. G rtneente. Antwoord gemeente: Ja, ook in Oss worden ontheffingen van de leerplichtwet verstrekt.

Oss. Datum. G rtneente. Antwoord gemeente: Ja, ook in Oss worden ontheffingen van de leerplichtwet verstrekt. G rtneente Oss Fractie 066 Gemeenteraad Oss P/a Raadhuislaan 2 5341 GM Oss E-mail gemeente@oss.nl www.oss.nl Postbus 5 5340 BA Oss Wilt u bij uw reactie de datum van deze brief en ons kenmerk vermelden?

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

WijkWijzer Deel 1: de problemen

WijkWijzer Deel 1: de problemen WijkWijzer Deel 1: de problemen Ondiep, Utrecht overlast dronken mensen overlast door drugsgebruik overlast jongeren vernieling openbare werken rommel op straat overlast van omwonenden auto-inbraak fietsendiefstal

Nadere informatie

Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet. Gerard Marlet 11 oktober 2016

Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet. Gerard Marlet 11 oktober 2016 Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet Gerard Marlet 11 oktober 2016 De triomf van de stad... 400.000 Prijs standaardwoning (in euro's) 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 Gemiddelde van

Nadere informatie

Den Haag, 17 mei 2000

Den Haag, 17 mei 2000 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 17 mei 2000 Hierbij leg ik aan uw Kamer over, conform artikel 10a, lid 6 van de Welzijnswet 1994, de tekst van de algemene maatregel

Nadere informatie

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 Samenvatting De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 17 jaar de 50

Nadere informatie

PARTICULIERE WOONZORGKAART

PARTICULIERE WOONZORGKAART PARTICULIERE WOONZORGKAART PARTICULIERE WOONZORGKAART Cushman & Wakefield* onderzoekt sinds 2006 de trends en ontwikkelingen in de zorgmarkt. Een actuele en relevante trend is de opkomst van particuliere

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Vermogensdelicten 2 Geweld 4 Vernieling en overlast 6 Verdachten 8 Onveiligheidsgevoelens 9 Preventie 11 Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid

Nadere informatie

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030 Amersfoort HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model

Nadere informatie

Criminaliteit en slachtofferschap

Criminaliteit en slachtofferschap 3 Criminaliteit en slachtofferschap M.M.P. Akkermans Bijna één op de vijf Nederlanders van 15 jaar en ouder was in 2015 slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit zoals gewelds-, vermogensof vandalismedelicten.

Nadere informatie

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030 Rotterdam HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model

Nadere informatie

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie steeds beter De veiligheidssituatie in s-hertogenbosch verbetert. Dit bleek al uit de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen Leefbaarheid 7,5 Leefbaarheid (rapportcijfer) : 7,5 Fysieke voorzieningen (score) Sociale cohesie in de buurt (score) Aanpak gemeente L&V (% (zeer) ) Gemeente, 2015 6,3 29,0 38,2 Overlast in de buurt %

Nadere informatie

Overzicht van resultaatsafspraken uit het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma van Hengelo (Overijssel) - juli 2009

Overzicht van resultaatsafspraken uit het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma van Hengelo (Overijssel) - juli 2009 Overzicht van resultaatsafspraken uit het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma van Hengelo (Overijssel) - juli 2009 De resultaatsafspraken in deze lijst zijn gebaseerd op het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma,

Nadere informatie

Onderzoek Voortijdig Schoolverlaters

Onderzoek Voortijdig Schoolverlaters Onderzoek Voortijdig Schoolverlaters Informatiebijeenkomst gemeenteraad Datum: 22 april 2014 Aanleiding Zorg van fracties over voortijdig schoolverzuim Doel van het onderzoek: zicht op de problematiek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 242 Evaluatie Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) Nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Nadere informatie

IN EERSTE HALFJAAR 2002. Paula van der Brug en Robert Selten. April 2005. Het aantal gestarte trajecten in het eerste halfjaar van 2002.

IN EERSTE HALFJAAR 2002. Paula van der Brug en Robert Selten. April 2005. Het aantal gestarte trajecten in het eerste halfjaar van 2002. Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek UITSTROOM UIT DE UITKERING NA START REÏNTEGRATIETRAJECT IN EERSTE HALFJAAR 2002 Paula van der Brug en Robert Selten April 2005 Op 1 januari

Nadere informatie

HANDLEIDING VOOR HET OPSTELLEN VAN MEETBARE DOELSTELLINGEN

HANDLEIDING VOOR HET OPSTELLEN VAN MEETBARE DOELSTELLINGEN HANDLEIDING VOOR HET OPSTELLEN VAN MEETBARE DOELSTELLINGEN drs. A.L. Roode Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juni 2006 Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: drs. A.L. Roode Project:

Nadere informatie

Eerste resultaten monitor wijkactieplan MSP t.b.v. regiegroep MSP ; Bureau Onderzoek & Statistiek, gemeente Heerlen

Eerste resultaten monitor wijkactieplan MSP t.b.v. regiegroep MSP ; Bureau Onderzoek & Statistiek, gemeente Heerlen Monitor Wijkactieplan MSP Aanleiding In de Heerlende krachtwijk MSP (Meezenbroek, Schaesbergerveld, Palemig) werken de gemeente en woningcorporaties De Voorzorg, Woonpunt en Weller hard aan de ruimtelijke

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Analyse deelgebied Maaspoort 2016

Analyse deelgebied Maaspoort 2016 Analyse deelgebied Maaspoort 2016 Afdeling O&S December 2016 2 1. Aanleiding en doel In Maaspoort signaleren professionals meervoudige problematiek in een gedeelte van de wijk. Het gaat om het zuidelijk

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

BIJLAGEN. Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie. Sociaal en Cultureel Rapport Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart

BIJLAGEN. Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie. Sociaal en Cultureel Rapport Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart BIJLAGEN Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie Sociaal en Cultureel Rapport 2008 Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, december 2008 Bijlage

Nadere informatie

Veiligheidstrends in Leiden

Veiligheidstrends in Leiden Veiligheidstrends in Leiden 25 214 Inleiding BOA (Beleidsonderzoek en Analyse) maakt jaarlijks een uitgave Veiligheid in cijfers. Hierin worden de belangrijkste trends en cijfers weergegeven. De analyse

Nadere informatie

Subsidie voor bodemsanering bedrijfsterreinen

Subsidie voor bodemsanering bedrijfsterreinen Subsidie voor bodemsanering bedrijfsterreinen In 2006 is de nieuwe subsidieregeling ten behoeve van bodemsaneringen op bedrijfsterreinen in werking getreden. De regeling vloeit voort uit de in 2001 gemaakte

Nadere informatie

De waarde van winkels

De waarde van winkels De waarde van winkels Gerard Marlet Nederlandse Raad Winkelcentra 20 januari 2015 Smart people, strong cities (Cpb) aandeel hoogopgeleiden 50,9% tot 79,2% 46,5% tot 50,9% 39,8% tot 46,5% 37,7% tot 39,8%

Nadere informatie

Jaarboek Grotestedenbeleid 2004

Jaarboek Grotestedenbeleid 2004 Jaarboek Grotestedenbeleid 2004 Laatste editie tweede convenantsperiode (1 januari 2000 t/m 31 december 2004) Productie Afdeling Grotestedenbeleid, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

Bijlagenrapport. Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat 2010

Bijlagenrapport. Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat 2010 Bijlagenrapport Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat 2010 Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat 2010 Bijlagenrapport eindmeting Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken ECORYS Nederland

Nadere informatie

De staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Mevrouw drs. C.I.J.M Ross-van Dorp, Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG

De staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Mevrouw drs. C.I.J.M Ross-van Dorp, Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG De staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Mevrouw drs. C.I.J.M Ross-van Dorp, Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Bijlagen 3 Inlichtingen bij Uw kenmerk GVM2522185 Dossier/volgnummer 55807A-051

Nadere informatie

Overheid betaalt mee aan verplichte bodemsanering

Overheid betaalt mee aan verplichte bodemsanering Overheid betaalt mee aan verplichte bodemsanering Informatieblad voor bedrijven In juni 2001 hebben overheid en bedrijfsleven afspraken gemaakt over een nieuwe regeling voor bodemsaneringen op bedrijfsterreinen.

Nadere informatie

Bijlage 1: Uitwerking per regio

Bijlage 1: Uitwerking per regio De locatiekeuzes worden in deze bijlage per regio weergegeven. Daarbij volg ik de grenzen van het arrondissement / de politie-eenheid. 1. Regio Noord-Nederland eenheid Noord-Nederland leidt eenduidig tot

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer PDTJ/07/1069. Onderwerp Datum Contactpersoon

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer PDTJ/07/1069. Onderwerp Datum Contactpersoon Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer PDTJ/07/1069 Onderwerp Datum Contactpersoon 2 e Kans Beroepsonderwijs 2 februari 2007 Goede bondgenoot, Niets menselijks is u of mij vreemd. In aantallen geredeneerd

Nadere informatie

Stadsmonitor. -Totaalbeeld Stedenvergelijking-

Stadsmonitor. -Totaalbeeld Stedenvergelijking- Stadsmonitor -Totaalbeeld Stedenvergelijking- Modules Totaalbeeld stedenvergelijking 1 Bestuur 2 Bevolking 3 Cultuur 4 Duurzaamheid 5 Economie en werk 6 Imago stad 7 Inkomen en armoedebestrijding 8 Mobiliteit

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1 Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Internetbijlagen bij hoofdstuk 8 Wonen,

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Datum 6 november 2015 Bekostigingssystematiek gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid

Datum 6 november 2015 Bekostigingssystematiek gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019 Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Bijlage 1. Overzicht van resultaatsafspraken uit het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma van Groningen

Bijlage 1. Overzicht van resultaatsafspraken uit het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma van Groningen Bijlage 1. Overzicht van resultaatsafspraken uit het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma van Groningen De resultaatsafspraken in deze lijst zijn gebaseerd op het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma en door Groningen

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Prestatielijsten G31 in het kader van GSB III. Bijlagendocument bij hoofdrapport nulmeting GSB III

Prestatielijsten G31 in het kader van GSB III. Bijlagendocument bij hoofdrapport nulmeting GSB III Prestatielijsten G31 in het kader van GSB III Bijlagendocument bij hoofdrapport nulmeting GSB III Prestatielijsten G31 in het kader van GSB III Bijlagendocument bij hoofdrapport nulmeting GSB III Inhoudsopgave

Nadere informatie

Dit is een verkorte versie van het rapport Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten.

Dit is een verkorte versie van het rapport Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten. 0. Voorwoord Dit is een verkorte versie van het rapport Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten. In de jaren 2002 tot en met 2010 stelde COELO jaarlijks een Belastingoverzicht grote gemeenten samen in

Nadere informatie

Verdeling van Groen in de G4 en perspectieven

Verdeling van Groen in de G4 en perspectieven Verdeling van Groen in de G4 en perspectieven Piet Lagas (Planbureau voor de leefomgeving) 1 Inhoud 1. Belang van Groen in de stad 2. Verdeling groen in G4 3. Straatbomen in de stad 4. Groene daken 5.

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is het Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Wijziging Uitvoeringsregeling inkoop arbeidsvoorziening door gemeenten

Wijziging Uitvoeringsregeling inkoop arbeidsvoorziening door gemeenten Wijziging Uitvoeringsregeling inkoop arbeidsvoorziening door gemeenten SZW 2 december 1998/nr. AM/ARV/98/35644 Directie Arbeidsmarkt Werkgelegenheid Gelet op artikel 137a, tweede lid, van de Algemene bijstandswet,

Nadere informatie

Platform Detailhandel Nederland 1 van 7. Gemeente. Emmen

Platform Detailhandel Nederland 1 van 7. Gemeente. Emmen Gemeenten moeten vaart maken met rooftassenverbod Uit onderzoek van het Platform Detailhandel Nederland naar de 50 grootste gemeenten blijkt dat in slechts 13 plaatsen de winkeliers gesteund worden met

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Hoe leefbaar en veilig is de Es? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid Groningen september tot december 18 JANUARI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied,

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied, Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel uitbreiding van

Nadere informatie

FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN

FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN 1. BETERE WONINGVOORRAAD DOOR MEER VARIATIE IN WONINGEN 1A RAPPORTCIJFER WONING OUD KRISPIJN meetmomenten: 1x 2 jaar NIEUW KRISPIJN DORDT WEST 7,3 7,4 7,4 7,6 7,2 7,2

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden Veiligheidsmonitor 20 Gemeente Woerden Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Gemeente Woerden DIMENSUS beleidsonderzoek April 202 Projectnummer 475 Samenvatting 3 Inleiding. Leefbaarheid van de buurt 3.

Nadere informatie

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014 Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014 Samenvatting Dit jaar is het thema van de Atlas Economie & Arbeidsmarkt.

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Samenvatting 1 Vermogensdelicten 2 Geweldsdelicten 5 Vernieling en overlast 7 Verdachten 10 Onveiligheidsgevoelens 11 Preventie 13 Oordeel over functioneren politie

Nadere informatie

Woningvoorraad naar type in stad en ommeland,

Woningvoorraad naar type in stad en ommeland, Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het beleid van de Nota Ruimte is

Nadere informatie

Nederlandse spoorwegen. rapportage schoonste stationsgebied verkiezing 2015

Nederlandse spoorwegen. rapportage schoonste stationsgebied verkiezing 2015 Nederlandse spoorwegen rapportage schoonste stationsgebied verkiezing 0 VOORWOORD Voor u ligt een onderzoeksrapportage naar de schoonbeleving van reizigers in verschillende stationsgebieden. Voor dit onderzoek

Nadere informatie

Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport

Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport Den Haag/Hilversum, april 2004 Colofon In deze rapportage treft u de resultaten aan van de zevende meting van het landelijke onderzoek Politiemonitor Bevolking

Nadere informatie

Bestandsbeschrijving WOON - CBS in de Klas

Bestandsbeschrijving WOON - CBS in de Klas Bestandsbeschrijving WOON - CBS in de Klas April 2014 Het bestand WoON is een subset uit het Woon Onderzoek Nederland (WoON). Het WoON meet bij één persoon van 18 jaar of ouder in een huishouden een groot

Nadere informatie

Welkom! Eindhoven, Emmen, Enschede, Groningen, Maastricht, Nijmegen, Schiedam, Sittard- Geleen, Tilburg, Venlo, Zaanstad, Zoetermeer en Zwolle

Welkom! Eindhoven, Emmen, Enschede, Groningen, Maastricht, Nijmegen, Schiedam, Sittard- Geleen, Tilburg, Venlo, Zaanstad, Zoetermeer en Zwolle Welkom! Alkmaar, Almelo, Almere, Amersfoort, Apeldoorn, Arnhem,Breda, Delft, Deventer, Dordrecht, Ede, Eindhoven, Emmen, Enschede, Groningen, Haarlem, Haarlemmermeer, Heerlen, Helmond, Hengelo, 's-hertogenbosch,

Nadere informatie

Bewonerspeilingen aandachtswijken Resultaten per gemeente

Bewonerspeilingen aandachtswijken Resultaten per gemeente Bewonerspeilingen aandachtswijken 21 Resultaten per gemeente Bewonerspeilingen aandachtswijken 21 Resultaten per gemeente Uitgevoerd in opdracht van VROM WWI Fenke Legerstee Jan Hooft van Huijsduijnen

Nadere informatie

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden Veiligheidsmonitor 2008, gemeente 1 Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 In deze bijlage worden de uitkomsten van de monitor weergegeven in tabellen. Van de volgende gebieden worden cijfers gepresenteerd:

Nadere informatie

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied,

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied, Indicator 7 September 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel uitbreiding van

Nadere informatie

...... +++++++++++ +++++++++++ +++++++++++ +++++++ Integrale Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Breda SSC Onderzoek en Informatie Integrale Veiligheidsmonitor Drimmelen 2011 Uitkomsten van de enquête en

Nadere informatie

NESSELANDE 2018 OVER BUURTPREVENTIE NESSELANDE WIJKPROFIEL ROTTERDAM Prettig, een fijn gevoel. dat er verbondenheid is

NESSELANDE 2018 OVER BUURTPREVENTIE NESSELANDE WIJKPROFIEL ROTTERDAM Prettig, een fijn gevoel. dat er verbondenheid is SAMENVATTING WIJKPROFIEL NESSELANDE 2018 1 NESSELANDE 2018 OVER BUURTPREVENTIE NESSELANDE Buurtpreventie Nesselande (BPN) bestaat sinds 2014 en heeft als doel om de extra ogen en oren van de politie in

Nadere informatie

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt Gemeente Leiden Nederland en Grotestedenbeleid G32 Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32 Leefbaarheid in de buurt Landelijke

Nadere informatie