SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT 6 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 7

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT 6 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 7"

Hanne de Ruiter
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT 6 OKTOBER UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 7

2 Opgave 1 (40 punten) 1. Een voorbeeld van een goed antwoord: De interest coverage ratio gaat uit van stroomgrootheden in tegenstelling tot de debt ratio die uitgaat van voorraadgrootheden. Stroomgrootheden geven een beter beeld van de ontwikkelingen gedurende een bepaalde periode dan voorraadgrootheden, die alleen iets zeggen over de situatie op één bepaald moment. Andere antwoorden ter beoordeling aan de corrector. Antwoord is volledig goed of fout. Geen deelpunten toe te kennen. 2. Interest coverage ratio = winst voor interest en belasting / interestlasten = ( ) / 100 = 7 ( 3 punten, per fout -1p) 3. Debt ratio = vreemd vermogen / totaal vermogen = ( )/ 9050 = 0, = 0,7 (4 punten, per fout -1p) 4. Working-capital ratio = (vlottende activa korte schulden) / korte schulden = ( ) ( ) / ( ) = 0, = 0,5 (4 punten, formule 1p, getallen teller 2p, getallen noemer 1p.) 5. Kredietfactor icr= 7 g 10 debt ratio= 66,9% g 1 working capital ratio = 0,53 g1 Kredietfactor bedraagt dus: 10 x 40% + 1 x 20% + 1 x 40% = 4,6 (1 p) Dit komt overeen met een opslag van 6%. (1p) Jaarlijkse interestvergoeding is dus gelijk aan 8% (1p) en bestaat uit: Interest op de kapitaalmarkt 2% Kredietfactor 6% (3 punten, deelscores, uiteraard rekening houden met doorwerkfouten uit vraag 2, 3 en 4) 6. In 60 maanden lost Hans ,-- af. De maand annuïteit hiervan bedraagt 4.305,13 (2p). Over de slotbetaling van : de rente: 0, %(1p) x = 257,98 (1p) totaal bedrag = 4.563,11 (1p) 2015 NGO-ENS B / 7 SPD Bedrijfsadministratie 2 / 7

3 Toelichting op bovenstaande berekening: Berekening annuïteit van ,-- Via APPS: n=60, i=0, , PV=231000, PMT end = 4305,13, FV=0 Berekening rentepercentage per maand (1,0458^1/12-1 ) x 100% = 0, % (5 punten, deelscores) Alternatieve berekening 1: APPS: n=60, i=0, , PV = , FV = , PMT END = 4563,11 (5 punten, per fout -1p) Alternatieve berekening 2: APPS: n=60, i=4,8, PV = , FV = p/y=12 c/y= 1, PMT END = 4563,11 (5 punten, per fout -1p) 7. Bij financial lease wordt het geleasede actief op de balans opgenomen en aan de creditzijde neemt het vreemde vermogen toe vanwege de ontstane lease-verplichtingen terwijl bij operational lease er geen gevolgen zijn voor balansposities. (4 punten) 8. Rtv = bedrijfsresultaat / gemiddelde totale vermogen x 100% = (( ) / 8.562,5) x 100% = 8, % = 8,2% (5 punten, getallen teller 2p, getallen noemer 3p, per fout -1p) Berekening van het gemiddelde totale vermogen Geplaatst aandelen kapitaal Reserves 900 Voorziening 650 Hypothecaire lening 787,5 (9/12 x /12 x 750) Bedrijfslening 375 (9/12 x /12 x 300) Rekening courant 325 Crediteuren Te betalen bedragen 200 Totaal 8.562,5 Ook goed te rekenen indien kandidaat als gemiddeld totaal vermogen uitgaat van ( ) / 2 = De RTV wordt dan (( ) / 8.525) x 100% = 8,2%. Puntenverdeling, getallen teller 2 p, getallen noemer 3p, per fout -1p. 9. Een positieve of negatieve hefboomwerking wordt bepaald door rtv en ivv. Rtv = 8,2% Ivv = 100/ 5.662,5 x 100% = 1,76% SPD Bedrijfsadministratie 3 / 7

4 Omdat rtv > ivv is er sprake van een positieve hefboomwerking. (4 punten, berekening ivv 2p, conclusie 2p, let op doorwerkfouten van vraag 8) 10. In geval van financial leasing neemt het vreemd vermogen toe (1p), bij een gelijkblijvend eigen vermogen (1p). Het positieve hefboomeffect wordt daardoor verder versterkt (2p). (4 punten, deelscores) Opgave 2 (20 punten) 11. Afschrijvingensbedragen aanwenden voor investeringen Werken middels een indeaalcomplex Intensieve financiering 1 vorm gevraag, juist antwoord levert 2 punten op. Geen deelscores mogelijk. 12. Na 4 jaar, dus 48 maanden is ,-- terugverdiend (2p) In jaar 5 moet nog ,-- worden terugverdiend, in jaar 5 wordt ,-- terugverdiend. Dus na 0,7 / 1 x 12 mnd = 8,4 mnd. (2p) Terugverdientijd = = 57 maanden (2p) (6 punten, deelscores, indien restwaarde meegenomen in berekening -2p) / 1, /1,1 ^ / 1,1 ^5 + Restwaarde / 1,1^ = ,65. (formule > 3p) ,39 + Restwaarde /1,1^ = ,65 Restwaarde = ,-- (berekening restwaarde > 3p) ( 6 punten, deelscores) Alternatieve berekening: n=5, i%=10, pv= , , pmt (end)= (-) >> fv = (6 pnt, per fout -/-3) 14. XP De contante waarde van de cashflows na 5 jaar is gelijk aan: /1, /1,1^5 = ,39 Daarmee is de investering nog niet volledig terugverdiend. Hakim heeft de restwaarde nodig om de investering terug te verdienen. (2p) X4 De contante waarde van de cashflows na 5 jaar is gelijk aan: /1, /1,1^ /1,1^5 = ,04 De investering bedraagt Dus na 5jaar is X4 terugverdiend (3p) Keuze: X4 (1p) (6 punten, deelscores) Let op: De restwaarde van machine XP vervalt aan het eind van jaar 5. Indien kandidaat aangeeft dat (in de berekening rekening houdend met de restwaarde) van beide machines de gecorrigeerde terugverdientijd 5 jaar is en dat een SPD Bedrijfsadministratie 4 / 7

5 keuze daarom niet is te maken dienen hiervoor (bij juiste berekeningen) alle punten te worden toegekend. Opgave 3 (40 punten) 15. De rentabiliteitswaarde van de lening is op , uitgaande van een effectief rendement van 10% gelijk aan ,01. Dit komt overeen met een koers van 79,3%. Rentabiliteitswaarde berekening Contante waarde jaarlijkse interest = ,-- / 1, ,-- / 1,10^ ,-- / 1.10^7 = ,92 (2p) (Meetkundige reeks met a = /1,10, r=1/1,10, n=7) Contante waarde aflossing = ,-- / 1,1^7 = ,09 (2p) Totaal: ,01 Berekening koers van uitgifte = ,01 / x 100% = 79, % = 79.3% (2p) (6 punten, deelscores) Alternatieve berekening: Stel kapitaal = 100 in plaats van 60 miljoen. Contante waarde jaarlijkse intrest = 5,75/1,10 + 5,75/ 1,1^ ,75 / 1,1^7 = 27, (2p) (meetkundige reeks met a = 5,75 / 1,10, r = 1/1,10, n=7 Contante waarde aflossing = 100/1,1^7 = 51, (2p) Totaal: 79, Koers = 79, / 100 x 100% = 79, % = 79.3% (2p) Alternatieve berekening Ca = ,-- / 1,1^7 = ,09 (2p) Ci = 5,75 / 10 x ( , ,09) = ,92 (2p) Rentabiliteitswaarde = ,01 Koers = ,01 / ,-- x 100% = 79, % = 79.3% (2p) Alternatieve berekeningen met de TVM solver zijn ook mogelijk. Contante waarde van de interest juist berekend levert daarbij 2 punten op. Contante waarde van de aflossing 2 punten. Het berekenen van de koers ook 2 punten. 16. Gewogen duration = 3/36 x 0,4 + 4/36 x 1,6 + 1/36 x 0,5 + 6/36 x /36 x 1,12 + 7/36 x 5 = 2,50833 = 2,51 ( 6 punten, per fout -2p) SPD Bedrijfsadministratie 5 / 7

6 17. Door de rentestijging nemen de activa met ongeveer 2,51% in waarde af terwijl de schulden met 2,11% in waarde afnemen. Omdat de activa meer in waarde dalen dan de schulden is er sprake van een waardeverlies. (5 punten, negatief verband tussen rentestijging en waardedaling 3p, conclusie 2p) 18. De zero bonds worden met korting verkocht omdat de korting beschouwd kan worden als de compensatie voor het niet ontvangen van een interestvergoeding. (3 /0 punten) 19. Duration van de activa is gelijk aan: 3/40 x 0,4 + 4/40 x 1,6 + 1/40 x 0,5 + 6/40 x /40 x 1,12 + 7/40 x 5 + 1,8 / 40 x 1 + 2,2/40 x 2 = = 2,4125 (4p, per fout -2p) De duration van de schulden = 2,214 Het verschil = 2,4125-2,214 =0,1985 (1p) Eis: verschil is maximaal +0,2 Aan de eis is dus voldaan (1p) (6 punten, deelscores) Voorwaardelijke karakter 2. Waardeontwikkeling derivaat is afhankelijk van de waardeontwikkeling van andere financiële producten. 3. De prijsvorming van de onderliggende waarde vindt plaats op een andere markt. 4. Van belang voor het beheersen van risico s 5. Beperkte looptijd (3 punten, per goed antwoord 1p) 21. Een voorbeeld van een goed antwoord: Amerikaanse opties kunnen tijdens de hele looptijd uitgeoefend worden, Europese opties kunnen alleen op de afloopdatum uitgeoefend worden. bij Amerikaanse opties vindt de afwikkeling fysiek plaats terwijl bij de Europese optries dit cash gebeurt. (1 verschil gevraagd, bij een juist verschil levert dit 2 punten op (geen deelscore mogelijk)). SPD Bedrijfsadministratie 6 / 7

7 22. Pieter heeft per contract een optiepremie betaald van 290,-- voor de gekochte call. Pieter heeft per contract een optiepremie ontvangen van 160,-- voor de geschreven call. Hij moet dus sowieso 130,-- verdienen. (2p) Dat doet zich voor als de koers stijgt van 35 naar 36,30. Bij deze koers zal hij de gekochte call uitoefenen. De geschreven call wordt niet opgevraagd.(2p) (4 punten, deelscores) 23. Bij verschillende beurskoersen kunnen daarvoor berekeningen worden gemaakt. Kandidaat kan eveneens een grafiek opstellen ter onderbouwing van het antwoord. Indien een kandidaat een andere (tekstuele) onderbouwing heeft kunnen hiervoor uiteraard (mits juist) ook punten voor worden toegekend. Stel koers < 35,--: Gekochte call wordt niet uitgeoefend, verlies 290,-- Geschreven call wordt niet uitgeoefend, winst 160,-- Resultaat = 130,-- verlies Stel koers = 36,--: Gekochte call wordt uitgeoefend; verlies 190,-- ( ) Geschreven call wordt niet uitgeoefend: winst 160,-- Resultaat = 30,-- verlies Stel koers = 37,-: Gekochte call wordt uitgeoefend: verlies 90,-- ( ) Geschreven call wordt niet uitgeoefend: winst 160,-- Resultaat = 70,-- winst Stel koers = 38,-: Gekochte call wordt uitgeoefend: winst 10,-- ( ) Geschreven call wordt niet uitgeoefend: winst 160,-- Resultaat 170,-- winst Stel koers = 39,-: Gekochte call wordt uitgeoefend: winst 110, ( ) Geschreven call wordt uitgeoefend: winst 60,-- ( ) Resultaat 170,-- winst Maximale resultaat is 170,-- winst. (4 punten, goed of fout) Einde antwoordmodel SPD Bedrijfsadministratie 7 / 7

Vergelijkbare documenten

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT DINSDAG 8 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 8

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT DINSDAG 8 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 8 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT DINSDAG 8 MAART 2016 08.45-11.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 8 2015 NGO-ENS B / 8 Opgave 1 (25 punten) Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag