ECLI:NL:HR:2006:AX6622
|
|
- Godelieve van de Berg
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:HR:2006:AX6622 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer R05/107HR (OK 121) Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AX6622 Civiel recht Ondernemingsrecht Cassatie Ondernemingsrecht. Verzoek van preferente aandeelhouders van Unilever om enquête/voeging met de hoofdzaak; twijfel aan een juist beleid door te weigeren het besluit tot intrekking van de preferente aandelen op de voet van art. 2:99 lid 5 BW ter goedkeuring voor te leggen aan de preferente aandeelhouders?; geen sprake van afbreuk aan rechten als bedoeld in art. 2:99 lid 5 nu ten aanzien van de preferente aandelen intrekking met terugbetaling in de statuten is voorzien. Vindplaatsen Rechtspraak.nl JOR 2006/206 met annotatie van mr. M. Brink JOL 2006, 425 NJ 2006, 363 RN 2006, 69 RF 2006, 2 RvdW 2006, 674 ARO 2006, 116 Ondernemingsrecht 2006, 146 JRV 2006, 554 JWB 2006/224 JOR 2006/206 met annotatie van mr. M. Brink Uitspraak 30 juni 2006 Eerste Kamer Nr. R05/107HR (OK 121) MK/RM Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van:
2 1. de rechtspersoon naar buitenlands recht MELLON HBV ALTERNATIVE STRATEGIES LLC (HBV), gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk, 2. de rechtspersoon naar buitenlands recht LYXOR MELLON HBV EUROPEAN EVENT DRIVEN FUND LTD, gevestigd te Jersey, Verenigd Koninkrijk, 3. de rechtspersoon naar buitenlands recht MELLON HBV MASTER EUROPEAN EVENT DRIVE FUND LP, gevestigd op de Kaaimaneilanden, 4. de rechtspersoon naar buitenlands recht MELLON HBV MASTER GLOBAL EVENT DRIVEN LP, gevestigd op de Kaaimaneilanden, 5. de rechtspersoon naar buitenlands recht MELLON HBV MASTER LEVERAGED GLOBAL EVENT DRIVEN LP, gevestigd op de Kaaimaneilanden, 6. de rechtspersoon naar buitenlands recht XAVEX RISK ARBITRAGE 3 FUND, gevestigd te Jersey, Verenigd Koninkrijk, VERZOEKERS tot cassatie, advocaten: mrs. D. Rijpma en R.L. Bakels, t e g e n UNILEVER N.V., gevestigd te Rotterdam, VERWEERSTER in cassatie, advocaten: mrs. J.B.M.M. Wuisman en J. de Bie Leuveling Tjeenk, e n t e g e n de gezamenlijke verzoekers in de zaak met rekestnummer 854/2004 OK van dezen tegen Unilever N.V., BELANGHEBBENDEN in cassatie, niet verschenen. 1. Het geding in feitelijke instantie Verzoekers tot cassatie - verder te noemen: Mellon c.s. - hebben bij op 3 mei 2005 ter griffie van de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam ingekomen verzoekschrift verzocht, uitvoerbaar bij voorraad: 1. Primair: Mellon c.s. als verzoeker althans belanghebbende toe te laten tot het geschil tussen houders van cumulatief preferente aandelen met een nominale waarde van 0.05 elk in het kapitaal van verweerster in cassatie - verder te noemen: Unilever - (hierna de preferente aandelen te noemen) enerzijds en Unilever anderzijds (welke zaak verder wordt aangeduid als hoofdzaak) alsmede om voor de duur van het geding bij wijze van onmiddellijke voorzieningen Unilever te verbieden om de preferente aandelen in te (doen) trekken, althans Unilever te verbieden de intrekking van de preferente aandelen aan de algemene vergadering van aandeelhouders van Unilever ter stemming voor te leggen zonder dat de preferente aandeelhouders gelijktijdig of voorafgaand daaraan - op
3 basis van een deugdelijke agendering - een goedkeurend besluit hebben genomen in de zin van artikel 2:99 lid 5 BW, althans enig andere door de ondernemingskamer in goede justitie te bepalen onmiddellijke voorzieningen te treffen; 2. Subsidiair: dezelfde deskundigen te benoemen als in de hoofdzaak tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Unilever zoals dit in de hoofdzaak gaande is; een of meer deskundigen te benoemen tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Unilever terzake de voorgenomen intrekking van de preferente aandelen in de periode maart 2004 tot heden; voor de duur van het geding de hierboven onder 1 genoemde onmiddellijke voorzieningen te treffen; 3. Unilever te veroordelen in de kosten van het geding. Unilever heeft het verzoek bij op 4 mei 2005 ingediend verweerschrift bestreden en onder meer verzocht Mellon c.s. niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek, dan wel hun verzoek af te wijzen, kosten rechtens. Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de ondernemingskamer van 4 mei 2005, alwaar mr. Berendsen, mr. Eisma en mr. Lemstra de standpunten van partijen hebben toegelicht, wat mr. Berendsen betreft aan de hand van overgelegde pleitnotities en een drietal producties. De ondernemingskamer heeft bij beschikking van 4 mei 2005 het verzoek van Mellon c.s. afgewezen, hen in de kosten van het geding veroordeeld en de beschikking wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beschikking van de ondernemingskamer is aan deze beschikking gehecht. 2. Het geding in cassatie Tegen de beschikking van de ondernemingskamer hebben Mellon c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. Unilever heeft op 30 augustus 2005 een incidenteel verzoekschrift ingediend tot het stellen van zekerheid voor de betaling van proceskosten. Bij brief van 23 september 2005 is dit verzoekschrift ingetrokken. Unilever heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het beroep. Mr. Bakels heeft bij brief van 13 april 2006 op die conclusie gereageerd. 3. Beoordeling van het middel 3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan. (i) De onderhavige zaak houdt verband met de door de belanghebbenden als houders van preferente aandelen tegen Unilever bij de ondernemingskamer aangespannen zaak onder rekestnummer 854/2004 (hierna: de hoofdzaak), waarin de ondernemingskamer in haar beschikking van 21 december 2004, JOR 2005, 5, een onderzoek heeft gelast naar het beleid en de gang van zaken van Unilever met betrekking tot de uitgifte van de preferente aandelen op 9 juni 1999 en de besluitvorming omtrent de op 24 maart 2004 bekend gemaakte (voorgenomen) conversie van die preferente aandelen. (ii) In de beschikking van 21 december 2004 heeft de ondernemingskamer overwogen dat ernstig rekening ermee moet worden gehouden dat bij de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende, gewone belegger onderscheidenlijk lezer van financiële informatiebronnen, in 1999 de
4 verwachting is ontstaan dat Unilever zich (impliciet) wilde vastleggen dat zij de preferente aandelen in de tweede helft van 2004, althans na 9 juni 2004, tegen 6,58 per aandeel zou inkopen. Een en ander leverde naar het oordeel van de ondernemingskamer gegronde redenen op om aan een juist beleid van Unilever te twijfelen. (iii) Het door Unilever tegen deze beschikking ingestelde cassatieberoep heeft de Hoge Raad verworpen in zijn beschikking van 18 november 2005, nr. R05/042 (OK 117), NJ 2006, 173. (iv) Het onder (i) bedoelde onderzoek was ten tijde van de thans bestreden beschikking nog gaande. (v) Blijkens de jaarrekening en het jaarverslag van Unilever over 2003 bedroeg het geplaatste aandelenkapitaal van Unilever op 31 december ,--, verdeeld in gewone aandelen en verschillende categorieën cumulatief preferente aandelen. (vi) Op 9 juni 1999 zijn circa cumulatief preferente aandelen met een nominale waarde van NLG 0,10 (later gesteld op 0,05) in het kapitaal van Unilever (hiervoor reeds aangeduid als: de preferente aandelen) geplaatst bij aandeelhouders die ervoor hadden gekozen een aan hen toegekend speciaal dividend in de vorm van preferente aandelen in plaats van in contanten te ontvangen. De preferente aandelen hebben een notering verkregen aan de effectenbeurs van (thans) Euronext Amsterdam N.V. (vii) Met het oog op de uitgifte van de preferente aandelen werd in onder meer - de volgende bepaling in de statuten van Unilever opgenomen (art. 50 lid 5): "Na conversie kunnen, met inachtneming van de wettelijke bepalingen, de 10 cents cumulatiefpreferente aandelen worden ingetrokken onder terugbetaling van de dan geldende rekenwaarde." Tekst van gelijke strekking was opgenomen in het zogenaamde Informatie Memorandum van 31 maart 1999, een stuk waarin Unilever haar aandeelhouders voorlichtte over het onder (vi) bedoelde speciale dividend. (viii) Op 24 maart 2004 heeft het bestuur van Unilever door middel van een persbericht medegedeeld voornemens te zijn de preferente aandelen in het eerste kwartaal van 2005 te converteren in gewone aandelen Unilever. Het persbericht hield, zakelijk weergegeven, het volgende in. De conversie zal plaatsvinden volgens de voorwaarden zoals uiteengezet in het Informatie Memorandum en artikel 50 van de statuten van Unilever. Er zal gebruik worden gemaakt van bestaande aandelen. De beslissing tot conversie houdt rekening met de huidige koers van de gewone aandelen Unilever en respecteert de belangen van alle aandeelhouders. De preferente aandelen die resteren na conversie zullen een rekenwaarde hebben van 0,05. Het is de bedoeling dat deze aandelen, na goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering, worden ingetrokken tegen betaling van die waarde. (ix) Bij persbericht van 26 maart 1004 heeft Unilever onder meer bekendgemaakt dat "[m]et Euronext is overeengekomen dat de notering van de Prefs gecontinueerd zal worden tot uiterlijk het moment van intrekking. Oorspronkelijk zou de notering eindigen op 31 december 2004." (x) Bij persbericht van 10 februari 2005 is bekendgemaakt dat het bestuur van Unilever besloten heeft de preferente aandelen op 15 februari 2005 te converteren in gewone aandelen Unilever. Ook vermeldt het persbericht: "Bij conversie ontvangen de houders van de preferente aandelen, naar rato van hun preferente aandelenbezit, gewone aandelen Unilever N.V. (...) Na de conversie blijven de preferente aandelen uitstaan met een rekenwaarde van 5 eurocent (10 guldencent). Zoals eerder is aangekondigd, zal vervolgens aan de in mei te houden aandeelhoudersvergadering worden voorgesteld de preferente aandelen in te trekken met terugbetaling van deze rekenwaarde." (xi) Op 15 februari 2005 heeft conversie plaatsgevonden, waarbij van de rekenwaarde per preferent
5 aandeel van - oorspronkelijk - 6,58 een bedrag van 6,53 is afgeboekt tegen levering van gewone aandelen Unilever volgens een in de statuten opgenomen formule. Als gevolg van die conversie verkregen de preferente aandelen een rekenwaarde van 0,05 per aandeel. (xii) Mellon c.s. - naar eigen zeggen beleggingsfondsen gespecialiseerd in "gebeurtenisgedreven beleggingsstrategieën" en "beleggingen met relatief grote opbrengsten" - hebben, volgens eigen opgave, medio februari 2005 op de beurs preferente aandelen gekocht. (xiii) De agenda voor de algemene vergadering van aandeelhouders van Unilever van 10 mei 2005 bevat het voorstel tot intrekking van de preferente aandelen tegen terugbetaling aan de houders daarvan van de resterende rekenwaarde van 0,05. (xiv) Bij brief van 21 april 2005 hebben advocaten van Mellon c.s. namens verzoekster tot cassatie sub 1 verzocht om het in (xiii) aangeduide punt van de agenda te schrappen, althans dit punt zodanig te wijzigen dat hierin tot uitdrukking wordt gebracht dat "(...) de houders van tiencentscumprefs (of beter: de vergadering van houders van tiencentscumprefs) in de gelegenheid worden gesteld om met inachtneming van de wettelijke vereisten voorafgaand aan, of gelijktijdig met, de stemming van de algemene vergadering over de voorgestelde intrekking, separaat hun goedkeuring te verlenen aan meergenoemde intrekking, een en ander met inachtneming van de in artikel 2:99 lid 5 en 6 BW vervatte vereisten en dat zulks ook zal worden gepubliceerd via bovengenoemde media." (xv) Bij brief gedateerd 25 april 2005 heeft de advocaat van Unilever namens deze geantwoord dat Unilever niet aan voormeld verzoek tegemoet zal komen. (xvi) Verzoeker tot cassatie sub 1 houdt geen aandelen in het kapitaal van Unilever. Volgens de ter terechtzitting van de ondernemingskamer van 4 mei 2005 door de advocaat van Mellon c.s. gegeven toelichting is zij "general partner c.q. adviser" van de overige verzoekers, een positie "vergelijkbaar met die van beherend vennoot" Mellon c.s. hebben bij de ondernemingskamer de hiervoor onder 1 vermelde verzoeken ingediend, samengevat strekkende primair tot voeging van Mellon c.s. als verzoeker of als belanghebbende in de hoofdzaak, en subsidiair tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Unilever zoals dit in de hoofdzaak gaande is, een en ander met als onmiddellijke voorziening voor de duur van de hoofdzaak een verbod aan Unilever de preferente aandelen te (doen) intrekken danwel de intrekking daarvan aan de algemene vergadering van aandeelhouders ter stemming voor te leggen zonder dat de preferente aandeelhouders gelijktijdig of voorafgaand daaraan (op basis van een deugdelijke agendering) een goedkeurend besluit hebben genomen in de zin van art. 2:99 lid 5 BW. Unilever heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd In haar beschikking van 4 mei 2005, JOR 2005, 238, heeft de ondernemingskamer de verzoeken van Mellon c.s. afgewezen. De ondernemingskamer heeft geoordeeld dat, voorzover het subsidiaire verzoek strekt tot eenzelfde onderzoek als in de hoofdzaak, Mellon c.s. daarin niet kunnen worden gevolgd, omdat het onderzoek in de hoofdzaak nog gaande is en met de toewijzing van dit verzoek geen rechtens te respecteren belang is gediend (rov. 3.2). De ondernemingskamer heeft voorts overwogen dat centraal staat de - door Mellon c.s. bevestigend en door Unilever ontkennend beantwoorde - vraag of Unilever, in verband met haar voornemen de preferente aandelen in te trekken, gehouden was om een daartoe strekkend besluit door de algemene vergadering te doen voorafgaan of samenvallen met een (goedkeurend)
6 besluit van de groep houders van de preferente aandelen. Mellon c.s. menen dat de weigering van Unilever om de preferente aandeelhouders in verband met de intrekking te raadplegen een gegronde reden oplevert om aan een juist beleid van Unilever te twijfelen, althans dat dit noopt tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen (rov. 3.3). De ondernemingskamer heeft ten aanzien van de beantwoording van voormelde vraag onder meer het volgende overwogen. "3.4. Mellon c.s. doet haar betoog dat het besluit tot intrekking van de preferente aandelen de (voorafgaande) goedkeuring behoeft van de preferente aandeelhouders steunen op de gedachte dat met de intrekking afbreuk wordt gedaan aan de rechten van die houders als bedoeld in artikel 2:99 lid 5 BW. Aan hun rechten zou afbreuk worden gedaan doordat de preferente aandeelhouders als gevolg van de intrekking geen nakoming meer zou kunnen vorderen van de "putoptie" die zij - aldus nog steeds Mellon c.s. - "in feite" bij uitgifte jegens Unilever hebben verkregen. Zij mochten er volgens Mellon c.s. immers op vertrouwen dat Unilever preferente aandelen tegen betaling van 6,58 zou inkopen. Daarnaast zou afbreuk aan die rechten plaatsvinden doordat als gevolg van de intrekking de beursnotering zal eindigen, waarmee ook het voordeel van de verhandelbaarheid van de preferente aandelen wegvalt. Subsidiair heeft Mellon c.s. nog gesteld dat elke intrekking van preferente aandelen een afbreuk aan de rechten doet van de houders van die aandelen De Ondernemingskamer volgt Mellon c.s. niet in dit betoog. Daartoe geldt het volgende Hoewel de verzoekers in de hoofdzaak hierom uitdrukkelijk hadden verzocht, heeft de Ondernemingskamer bij haar beschikking van 21 december 2004 het verzoek tot het treffen van - tegen het besluit tot conversie, althans tegen de uitvoering daarvan, gerichte - voorzieningen afgewezen. De Ondernemingskamer heeft in dat verband in rechtsoverweging 3:28 van voornoemde beschikking overwogen: "Het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen zal de Ondernemingskamer afwijzen omdat zij het treffen daarvan niet noodzakelijk acht in het belang van het onderzoek of vanwege de toestand van Unilever. Wat dit laatste betreft, neemt de Ondernemingskamer in aanmerking dat het nemen van het besluit tot conversie van de preferente aandelen in gewone aandelen en de daaropvolgende uitvoering van dat besluit, indien en voorzover onrechtmatig jegens verzoekers, slechts zal (kunnen) resulteren in een geldvordering van verzoekers jegens Unilever en dat geen gegronde vrees bestaat dat Unilever een dergelijke schuld niet zou (kunnen) voldoen." Bedoelde conversie heeft uiteindelijk op 15 februari 2005 plaatsgevonden, waarna - als gevolg van de afboeking van een bedrag van 6,53 per preferent aandeel tegen levering van gewone aandelen Unilever - preferente aandelen resteerden met een restwaarde van 0,05 elk Met Unilever is de Ondernemingskamer van oordeel dat de intrekking van de preferente aandelen het sluitstuk vormt van eerdergenoemde conversie. Nu Unilever tot conversie is overgegaan (welke mogelijkheid de Ondernemingskamer om de in de beschikking van 21 december 2004 genoemde redenen niet heeft willen blokkeren), was - zowel op basis van artikel 50 lid 5 van haar statuten als het gestelde in de Informatie Memorandum - het logisch gevolg daarvan dat intrekking van de nog uitstaande preferente aandelen zou volgen. Dat een conversie zou worden gevolgd door intrekking van de uitstaande preferente aandelen lag dus voor de hand. Onder die omstandigheden ziet de Ondernemingskamer niet in waarom intrekking van de preferente aandelen in strijd zou zijn met de goede trouw, zoals Mellon c.s. nog - meer subsidiair - heeft aangevoerd. Dit geldt temeer nu Mellon c.s. de preferente aandelen pas heeft gekregen nadat Unilever het voornemen tot conversie gevolgd door intrekking (ruimschoots) had bekendgemaakt. Een eventueel rechtens te honoreren vertrouwen was dat in ieder geval ten aanzien van Mellon c.s. reeds weggenomen. Evenmin valt in te zien op grond van welke gedragingen van Unilever Mellon c.s. vervolgens nog een in rechte te honoreren vertrouwen zou kunnen ontlenen dat Unilever enkel met inachtneming van artikel 2:99 lid 5 BW de preferente aandelen zou intrekken.
7 3.8. De stelling van Mellon c.s. dat elk besluit tot intrekking van (preferente) aandelen afbreuk doet aan de rechten van de houders van die soort aandelen als bedoeld in artikel 2:99 lid 5 BW en daarom de goedkeuring van die groep aandeelhouders behoeft, vindt naar het oordeel van de Ondernemingskamer - in het bijzonder in een geval als het onderhavige waarin de mogelijkheid tot intrekking uitdrukkelijk in de statuten is vermeld en de intrekking van de onderhavige aandelen, naar Unilever onweersproken heeft betoogd, ook geschiedt op de wijze die in haar statuten is voorzien - geen steun in het recht. De rechtsbetrekking tussen de houders van de onderhavige aandelen enerzijds en Unilever anderzijds is statutair vastgelegd en de tot die rechtsbetrekking behorende bevoegdheid tot intrekking, welke wordt geëffectueerd, doet aan de rechten van de houders van de aandelen derhalve geen afbreuk. De Ondernemingskamer wijst er in dat verband op dat uit de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 2:99 lid 5 BW blijkt dat het daarin voorkomende begrip "afbreuk aan rechten" restrictief dient te worden uitgelegd Laatstgenoemde opvatting impliceert mede dat van "afbreuk aan rechten" geen sprake kan zijn wanneer enkel de belangen van een bepaalde groep aandeelhouders - als gevolg van de intrekking van aandelen of andere wijzen van kapitaalvermindering - (dreigen te) worden aangetast. Het argument van Mellon c.s. dat als gevolg van de intrekking van de preferente aandelen het voordeel van de verhandelbaarheid van de aandelen vervalt, rechtvaardigt dan ook niet de conclusie dat goedkeuring van de preferente aandelen moet worden gevraagd. Dat einde ligt immers besloten in de intrekking van de aandelen, welke intrekking niet kan worden gezien als "afbreuk aan rechten" in te houden Ook voorzover Mellon c.s. aan haar verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen, althans het instellen van een onderzoek, ten grondslag heeft gelegd dat Unilever miskent dat de preferente aandeelhouders moeten worden geraadpleegd nu afbreuk aan rechten dreigt in die zin dat de preferente aandeelhouders jegens Unilever, na intrekking, geen nakoming van het hen toekomende "putoptie"-recht meer kunnen vorderen, volgt de Ondernemingskamer haar niet. Mellon c.s. baseert deze stelling louter op haar verwachting dat, op basis van de uitkomst van het onderzoek in de hoofdzaak en eventueel daaropvolgende (civiele) procedures, zal worden vastgesteld dat de preferente aandeelhouders bij uitgifte gerechtvaardigd erop mochten vertrouwen dat Unilever de aandelen na 9 juni 2004 tegen betaling van 6,58 per stuk zou inkopen (de "putoptie"). Gezien de stand van het onderhavige geding, betreft zulks echter niet meer dan een veronderstelling, die ongenoegzaam is om het treffen van voorzieningen zoals verzocht te rechtvaardigen Of sprake is van een "putoptie"-recht in de door Mellon c.s. bedoelde zin kan in de onderhavige procedure niet worden vastgesteld. Indien deze vraag uiteindelijk bevestigend wordt beantwoord, zal dat, zoals de Ondernemingskamer in haar beschikking van 21 december 2004 in rechtsoverweging 3.28 reeds overwoog, slechts (kunnen) resulteren in een geldvordering van Mellon c.s. jegens Unilever. Het antwoord op de vraag of Mellon c.s. dit vorderingsrecht heeft, wordt evenwel niet bepaald door de intrekking van de aandelen. Aan dat recht wordt door de intrekking dan ook geen afbreuk gedaan Een en ander voert de Ondernemingskamer tot de slotsom dat Unilever terecht geen reden heeft gezien om het besluit tot intrekking van de preferente aandelen ter goedkeuring voor te leggen aan de preferente aandeelhouders. Haar weigering zulks te doen kan dan ook geen reden voor twijfel aan een juist beleid opleveren. Evenmin kan in de gestelde gang van zaken rond de intrekking van de preferente aandelen aanleiding worden gevonden om onmiddellijke voorzieningen te treffen. In dat verband wijst de Ondernemingskamer mede naar de hiervoor in rechtsoverweging 3.5 aangehaalde rechtsoverweging uit de beschikking in de hoofdzaak die mutatis mutandis geldt ten aanzien van het onderhavige geval." Onderdeel 1.1 keert zich met een rechts- en een motiveringsklacht tegen het in rov gegeven oordeel - dat steunt op hetgeen in rov is overwogen - dat er geen reden is om aan
8 een juist beleid te twijfelen. Het onderdeel is gericht tegen de, in het bijzonder in rov. 3.8 en 3.9 tot uitdrukking gebrachte, rechtsopvatting van de ondernemingskamer dat aan de rechten van Mellon c.s. geen afbreuk is gedaan als bedoeld in art. 2:99 lid 5 BW. In het onderdeel wordt betoogd dat de ondernemingskamer aldus heeft miskend dat in het geval de vennootschap besluit tot intrekking van aandelen, de betrokken aandeelhouder per definitie in zijn rechten wordt geschaad, omdat het besluit tot intrekking de beëindiging van het aandeelhouderschap meebrengt en hem daardoor alle rechten terzake worden ontnomen. Onderdeel 1.2 voegt hieraan toe dat zulks temeer geldt in een geval als het onderhavige, waarin (a) door een onderneming aandelen worden ingetrokken tegen betaling van de in de statuten voorziene rekenwaarde, terwijl aandeelhouders als Mellon c.s. - naar in cassatie veronderstellenderwijs moet worden aangenomen - ervan mochten uitgaan dat die onderneming zich had verbonden om de uitgegeven preferente aandelen na een gegeven periode tegen een tevoren vastgestelde hogere prijs van houders van deze aandelen te kopen, en/of (b) als gevolg van mededelingen van Unilever verwarring is ontstaan over de wijze waarop en tegen betaling van welk bedrag de preferente aandelen zouden worden ingetrokken, waardoor Mellon c.s. van hun recht zijn beroofd de aandelen op grond van de aan de aandelen verbonden kwalitatieve verbintenis tot inkoop tegen die tevoren vastgestelde prijs te verzilveren of deze met winst te verhandelen. De onderdelen lenen zich voor gezamenlijke behandeling De onderdelen falen. Van "afbreuk aan rechten" als bedoeld in art. 2:99 lid 5 BW - welk begrip blijkens de wetsgeschiedenis restrictief dient te worden uitgelegd - is geen sprake in een geval als het onderhavige, waarin ten aanzien van de preferente aandelen op de voet van art. 2:99 lid 2 BW in de statuten is bepaald dat zij kunnen worden ingetrokken met terugbetaling en de intrekking met terugbetaling van de na conversie resterende rekenwaarde plaatsvindt op de wijze als vóór de uitgifte van de aandelen in de statuten is voorzien. Reeds bij uitgifte van deze aandelen maakte van de aan het aandeelhouderschap verbonden rechten en verplichtingen deel uit de bevoegdheid van Unilever het aandeel op de in haar statuten voorziene wijze in te trekken, zodat de uitoefening van deze bevoegdheid aan de rechten van Mellon c.s. als houders van de preferente aandelen geen afbreuk kan doen in de zin van art. 2:99 lid 5 BW. Unilever was derhalve in het onderhavige geval niet uit hoofde van het bepaalde in art. 2:99 lid 5 BW gehouden het besluit tot intrekking van de preferente aandelen ter goedkeuring voor te leggen aan de preferente aandeelhouders. De ondernemingskamer heeft dan ook terecht geoordeeld dat het in de onderdelen verdedigde, andersluidende, standpunt van Mellon c.s. niet kan dienen als grond voor haar stelling dat de weigering van Unilever het besluit tot intrekking ter goedkeuring voor te leggen aan de preferente aandeelhouders reden oplevert voor twijfel aan een juist beleid. 3.4 De in de onderdelen 2.1 tot en met 3.2 aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. 3.5 Onderdeel 4 mist zelfstandige betekenis en behoeft om die reden geen behandeling. 4. Beslissing De Hoge Raad: verwerpt het beroep; veroordeelt Mellon c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Unilever begroot op 336,38 aan verschotten en 1.800,- voor salaris.
9 Deze beschikking is gegeven door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, W.A.M. van Schendel en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 30 juni 2006.
ECLI:NL:PHR:2006:AX6622 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer R05/107HR (OK 121)
ECLI:NL:PHR:2006:AX6622 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-06-2006 Datum publicatie 30-06-2006 Zaaknummer R05/107HR (OK 121) Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392
ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2011 Datum publicatie 30-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.040.300/01OK Civiel
Nadere informatieECLI:NL:HR:2005:AS5953
ECLI:NL:HR:2005:AS5953 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 20-05-2005 Datum publicatie 20-05-2005 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R04/042HR (OK111) Conclusie:
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2014:293, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:2338, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:HR:2014:1651 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 11-07-2014 Datum publicatie 11-07-2014 Zaaknummer 13/04531 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:293,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:3792 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:GHAMS:2016:3792 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20092016 Datum publicatie 09112016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.140.053/04 OK Ondernemingsrecht
Nadere informatieECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL
ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL Inhoudsopgave Mr. H.A. Gerritse Jurisprudentie Hoge Raad 4 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1402, met betrekking
Nadere informatieECLI:NL:HR:2004:AR2782
ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782
Nadere informatieECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642
ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46
Nadere informatieECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2015:1871 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-07-2015 Datum publicatie 10-07-2015 Zaaknummer 14/04610 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589,
Nadere informatieLJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie
LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523 Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Onteigening. Verzuim tot betekening cassatieverklaring
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
ECLI:NL:HR:2017:571 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/03870 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BL7407
ECLI:NL:HR:2010:BL7407 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-05-2010 Datum publicatie 21-05-2010 Zaaknummer 09/03564 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BL7407
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2011:BP6133
ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieUitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING.
Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 31-01-2013 Zaaknummer 200.107.628/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Géén appelverbod
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BK7671
ECLI:NL:HR:2010:BK7671 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 19-02-2010 Datum publicatie 19-02-2010 Zaaknummer 08/02127 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BK7671
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:171
ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-
Nadere informatieECLI:NL:HR:2007:BA6231
ECLI:NL:HR:2007:BA6231 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-07-2007 Datum publicatie 13-07-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C05/331HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA6231
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239
ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie
ECLI:NL:HR:2013:983 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie 18-10-2013 Zaaknummer 12/03380 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:52, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2012:BW8529,
Nadere informatiezaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:HR:2015:2191 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2015:2191 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-08-2015 Datum
Nadere informatieRechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken
Page 1 of 5 LJN: BD7584, Hoge Raad, 07/12596 Datum uitspraak: 07-11-2008 Datum publicatie: 07-11-2008 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Internationaal privaatrecht.
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2003:AL6273 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rekestnummer
ECLI:NL:GHLEE:2003:AL6273 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-10-2003 Datum publicatie 02-10-2003 Zaaknummer Rekestnummer 0300079 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2505
ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieIN NAAM DER KONINGIN
2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 05-02-2013 Zaaknummer 200.113.026 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05
ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:3565
ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:2979
ECLI:NL:RBDHA:2017:2979 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29032017 Datum publicatie 29032017 Zaaknummer C09523339HA RK 16610 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:4885
ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10052017 Datum publicatie 12052017 Zaaknummer C/09/504538 / HA ZA 16112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ondernemingsrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2005:AT7137
ECLI:NL:RBARN:2005:AT7137 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 20-04-2005 Datum publicatie 09-06-2005 Zaaknummer 125734 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN9752
ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:1150
ECLI:NL:GHDHA:2017:1150 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 01-05-2017 Zaaknummer 200.196.398/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481
ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:844
ECLI:NL:RBDHA:2016:844 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 04-02-2016 Zaaknummer C/09/489024 / HA RK 15-202 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:665
ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758
ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieHof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd
pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:
Nadere informatieECLI:NL:RBALM:2010:BN8235
ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BN1414
ECLI:NL:HR:2010:BN1414 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 15-10-2010 Datum publicatie 15-10-2010 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C07/034HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BN1414
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,
Nadere informatieLJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:3477
ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 200.181.068/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BM1303
ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:HR:2002:AE3370
ECLI:NL:HR:2002:AE3370 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 20-09-2002 Datum publicatie 20-09-2002 Zaaknummer R00/167HR Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2002:AE3370 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:HR:2003:AF2831
ECLI:NL:HR:2003:AF2831 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 04-04-2003 Datum publicatie 04-04-2003 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C01/186HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2003:AF2831
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2005:AU0239
ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 28-07-2005 Datum publicatie 28-07-2005 Zaaknummer 242867/ KG ZA 05-645 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321
ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 10-01-2007 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 222545 / KG ZA 06-1184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2005:AU2988
ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:3351. Uitspraak. Datum uitspraak 21 11 2014 Datum publicatie 21 11 2014 Zaaknummer 13/04422 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1744, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:3351 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21 11 2014 Datum publicatie 21 11 2014 Zaaknummer 13/04422 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1744, Gevolgd Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2002:AE8442 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01/3644
ECLI:NL:GHAMS:2002:AE8442 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-10-2002 Datum publicatie 08-10-2002 Zaaknummer 01/3644 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3834
ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:HR:2004:AM2315
ECLI:NL:HR:2004:AM2315 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C02/203HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2315
Nadere informatieECLI:NL:HR:2000:AA4937
ECLI:NL:HR:2000:AA4937 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 25-02-2000 Datum publicatie 25-07-2001 Zaaknummer R99/129HR Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2000:AA4937 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2016:2707. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/05236
ECLI:NL:HR:2016:2707 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 25-11-2016 Datum publicatie 25-11-2016 Zaaknummer 15/05236 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:874,
Nadere informatieECHTSCHEIDINGSPROCESRECHT
ECHTSCHEIDINGSPROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE SENIOR RECHTER RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND 18 NOVEMBER 2015 09:00 11:15 WWW.AVDR.NL Inhoudsopgave Mr. H.A. Gerritse Jurisprudentie Hoge Raad 4 maart 2011,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2005:AR8876
ECLI:NL:HR:2005:AR8876 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 08-04-2005 Datum publicatie 08-04-2005 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C04/004HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2005:AR8876
Nadere informatie1 Het geding in feitelijke instanties
Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:5387
ECLI:NL:RBDHA:2017:5387 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer C/09/525833 / FT RK 17/160 en 17/161 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:6585
ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:HR:2016:2614. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00551
ECLI:NL:HR:2016:2614 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-11-2016 Datum publicatie 18-11-2016 Zaaknummer 16/00551 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:4798
ECLI:NL:GHARL:2014:4798 Instantie Datum uitspraak 13-06-2014 Datum publicatie 19-06-2014 Zaaknummer 200.138.115-01 Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:HR:2007:BA1414
ECLI:NL:HR:2007:BA1414 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 15-06-2007 Datum publicatie 15-06-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C05/339HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA1414
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2010:BL3553
ECLI:NL:RBROT:2010:BL3553 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2010 Datum publicatie 11-02-2010 Zaaknummer 345753/KG ZA 09-1372 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490
ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-12-2008 Datum publicatie 17-12-2008 Zaaknummer 07/00490 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:HR:2009:BH2624
ECLI:NL:HR:2009:BH2624 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 05 06 2009 Datum publicatie 05 06 2009 Zaaknummer 07/11607 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2009:BH2624 Civiel recht Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:HR:2002:AE4366
ECLI:NL:HR:2002:AE4366 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2002 Datum publicatie 28-06-2002 Zaaknummer C01/012HR Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2002:AE4366 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:HR:2006:AU5271
ECLI:NL:HR:2006:AU5271 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 27-01-2006 Datum publicatie 27-01-2006 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C04/297HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AU5271
Nadere informatieJOR 2015/64, Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2014:1679, ECLI:NL:PHR:2014:421, 13/02740 (annotatie) Inhoudsindicatie. Ga direct naar.
JOR 2015/64 Hoge Raad, 11-07-2014 Inkoop eigen aandelen, Pref s Unilever, Verkrijging eigen aandelen door NV anders dan om niet, Statuten kunnen verkrijging van eigen aandelen beperken of uitsluiten, Uit
Nadere informatieECLI:NL:HR:2004:AM2358
1 of 5 3-8-2014 18:56 ECLI:NL:HR:2004:AM2358 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden C02/239HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2358
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2011:BP3927
ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:1379
ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:7740
ECLI:NL:RBROT:2015:7740 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15092015 Datum publicatie 02112015 Zaaknummer C/10/482640 / KG ZA 15882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:14100
ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10112016 Datum publicatie 22112016 Zaaknummer 5138842/1616752 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2016:506, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:188, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
ECLI:NL:HR:2016:2447 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 15/02011 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:506,
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:11422
ECLI:NL:RBDHA:2014:11422 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 12092014 Datum publicatie 23102014 Zaaknummer C09457216 FA RK 1310244 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2015:2826
ECLI:NL:RBDHA:2015:2826 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 16-03-2015 Datum publicatie 17-03-2015 Zaaknummer C-09-468114 - FA RK 14-4655 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:4418
ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053
ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-07-2009 Datum publicatie 09-07-2009 Zaaknummer 316131 / HA ZA 08-2408 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2011:BR4744
ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 75196 / HA ZA 10-466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieUitspraak RN 2007, 46 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 18 januari 2007 in de zaak met rekestnummer 1413/06 van:
ECLI:NL:GHAMS:2007:AZ9769 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-01-2007 Datum publicatie 02-03-2007 Zaaknummer 1413/06 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 0600575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht
Nadere informatieECLI:NL:HR:2009:BH1996
ECLI:NL:HR:2009:BH1996 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 17-04-2009 Datum publicatie 17-04-2009 Zaaknummer 08/00635 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2009:BH1996
Nadere informatiezaaknummer / rolnummer: / KG ZA
vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2016:1526
ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:rbobr:2016:1526 Instantie Rechtbank Oost Brabant Datum uitspraak 09 03 2016 Datum publicatie 04 04 2016 Zaaknummer
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 16-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.096.974-01 NOT Civiel
Nadere informatie