MINDERJARIG SLACHTOFFERSCHAP VAN MISBRUIK IN VLAANDEREN: PREVENTIE, AANPAK EN NAZORG.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MINDERJARIG SLACHTOFFERSCHAP VAN MISBRUIK IN VLAANDEREN: PREVENTIE, AANPAK EN NAZORG."

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar MINDERJARIG SLACHTOFFERSCHAP VAN MISBRUIK IN VLAANDEREN: PREVENTIE, AANPAK EN NAZORG. Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Heleen Deblauwe (studentennummer: ) (major: burgerlijk recht en strafrecht) Promotor: Prof. dr. Gert Vermeulen Commissaris: Prof. dr. Freya Van der Laenen

2 Woord vooraf Deze Masterproef is het sluitstuk op mijn studies en kon slechts tot stand komen dankzij de steun en hulp van vele mensen. Ik wil daarom bij de aanvang van mijn Masterproef de volgende mensen bedanken. Mijn bijzondere dank gaat uit naar Prof. dr. Gert Vermeulen, omdat hij als promotor voor mijn Masterproef wilde optreden en voor zijn onontbeerlijke informatie, goede begeleiding en hulp. Mijn dank gaat ook uit naar mijn commissaris, Prof. dr. Freya Van der Laenen. Ik zou eveneens alle mensen die wilden meewerken aan mijn onderzoek of die ik mocht interviewen en ook de mensen die me begeleid hebben tijdens mijn stage aan het parket van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk speciaal willen bedanken. Tot slot rest me nog een dankwoordje te richten aan mijn ouders die het voor mij mogelijk maakten deze studies te volgen. Mijn dank gaat ook uit naar mijn familie, mijn vrienden en mijn vriend voor hun onvoorwaardelijke steun en luisterend oor. 2

3 Inhoudsopgave WOORD VOORAF... 2 INHOUDSOPGAVE... 3 INLEIDING DEEL 1: THEORETISCHE AFBAKENING EN DEFINIËRING VAN DE KERNWOORDEN HOOFDSTUK 1: MINDERJARIGHEID Afdeling 1: Algemeen Afdeling 2: Maar wat betekent dan het begrip seksuele meerderjarigheid? Afdeling 3: Visualisatie Afdeling 4: Bijzonderheden Afdeling 5: Discrepantie door de Wet van 4 juli Afdeling 6: Actualiteit HOOFDSTUK 2: SLACHTOFFER(SCHAP) Afdeling 1: Plaats in het grote geheel Afdeling 2: Primo opsporing en vervolging? Afdeling 3: Effecten van de straftoemeting voor het slachtoffer Afdeling 4: Strafuitvoering HOOFDSTUK 3: MISBRUIK Afdeling 1: Indeling : Aanranding van de eerbaarheid (art Sw.)...18 A: Korte historische evolutie...18 B: Onderscheid tussen aanranding van de eerbaarheid en verkrachting (algemeen)...18 C: Ontwikkeling : Verkrachting (art Sw.)...21 A: Korte historische evolutie...21 B: Bestanddelen...21 C: Quid de toestemming?...22 D: Opmerking bij de kwalificatiekeuze...23 E: De aandacht voor de seksuele integriteit en het denken over seksualiteitsbeleving : Bederf van de jeugd, ontucht, prostitutie en reclame voor seksuele diensten (art ter Sw.)...26 A: Verduidelijking van de begrippen...26 B: Verboden handelingen...27 C: Sinds de wet van 28 november D: De toestemming : Openbare schennis van de goede zeden (artikel Sw.)...31 Afdeling 2: Enkele procesrechtelijke bijzonderheden : Verzwarende omstandigheden : Extra-territorialiteit : Verjaring : Bewijs en het audiovisueel verhoor...34 Afdeling 3: Kleine rechtsvergelijking : Nederland : Frankrijk : Verenigde Naties : Europa...38 A: Schets...38 B: Het EU-beleid inzake seksuele exploitatie van kinderen

4 DEEL 2: PREVENTIE HOOFDSTUK 1: INLEIDING HOOFDSTUK 2: PREVENTIE VANUIT DE OVERHEID Afdeling 1: Sensibiliseringscampagnes en signaliseren Afdeling 2: Onderzoeken Afdeling 3: Federaal Veiligheids- en Detentieplan Afdeling 4: Federale wetsvoorstellen Afdeling 5: Vlaamse beleidsdocumenten : Preventie en vroegtijdige detectie van kindermishandeling : Vertrouwenscentra : Gedegen vorming en opleiding : Centraal meldpunt Kindermishandeling : Digitaal registratiesysteem : Observatorium : Vlotte samenwerking hulpverlening en justitie...50 Afdeling 6: Interne ideeën HOOFDSTUK 3: OPMAAK EN GEBRUIK VAN DADERPROFIELEN EN SLACHTOFFERKENMERKEN Afdeling 1: Globaal profiel misbruikgedrag Afdeling 2: Sociodemografisch profiel daders Afdeling 3: Slachtofferkenmerken Afdeling 4: Modus operandi van de daders Afdeling 5: Samenvatting Afdeling 6: Eigen conclusies uit deze studie HOOFDSTUK 4: UITWISSELING GEGEVENS Afdeling 1: Uitwisseling binnen de politiële diensten Afdeling 2: Het strafregister als heet hangijzer! Afdeling 3: Uitwisseling bij private instellingen : Persoonsgegevens : Child Focus : Internationale bestanden betreffende minderjarigen...61 Afdeling 4: Kleine rechtsvergelijking met Canada Afdeling 5: Actualiteit HOOFDSTUK 5: ZELFREGULERING VIA CODES OF CONDUCT Afdeling 1: Inleiding Afdeling 2: Kwaliteitslabels : Theoretische aanpak : Concrete aanpak...68 A: De pornosector...68 B: Prostitutiesector : Conclusie...70 HOOFDSTUK 6: CONCREET TOEPASSINGSGEVAL: DE SCHREEUW OM EEN BETER SCHOLENBELEID HOOFDSTUK 7: EIGEN ONDERZOEK Afdeling 1: Inleiding Afdeling 2: Vraagstelling Afdeling 3: Antwoorden Afdeling 4: Conclusies DEEL 3: AANPAK HOOFDSTUK 1: TERMINOLOGIE EN ACTOREN VAN NADERBIJ BEKEKEN Afdeling 1: Terminologie

5 Afdeling 2: Actoren in directe confrontatie : Voorafgaande opmerkingen : Wie zijn dit in de praktijk?...77 HOOFDSTUK 2: OPVANG DOOR POLITIE EN JUSTITIE: EEN SCHETS Afdeling 1: Justitie (algemeen) Afdeling 2: Politie Afdeling 3: Slachtofferonthaal op parket en rechtbank (specifiek) : Het samenwerkingsakkoord : En verder? : Opmerkelijk : Kleine rechtsvergelijking met Nederland : Conclusie...85 HOOFDSTUK 3: HULPVERLENING Afdeling 1: Slachtofferhulp en slachtoffertherapie (algemeen) Afdeling 2: Overzicht van de verschillende hulpverleningsorganisaties : Het vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK)...86 A: Werking B: VK en justitie C: Samenwerking : Child Focus...89 A: Werking...89 B: Samenwerkingsakkoorden tussen Child Focus en de gerechtelijke overheden...90 C: Cijfers...91 C.1: De Noodlijn C.2: Child Focus net alert...92 C.3: Dossiers seksuele uitbuiting en verdwijning van minderjarigen : Het Kinderrechtencommissariaat : Andere organisaties...94 Afdeling 2: Relatie tussen justitie en hulpverlening DEEL 4: NAZORG HOOFDSTUK 1: DADERBEGELEIDING- EN BEHANDELING Afdeling 1: Probleemstelling Afdeling 2: Indeling seksuele delinquenten Afdeling 3: Visualisatie tot slot HOOFDSTUK 2: STAND VAN ZAKEN: WETTELIJKE MIDDELEN OP EEN RIJTJE Afdeling 1: Ter Beschikkingstelling van de Regering (T.B.R.) Afdeling 2: Voorwaardelijke en Voorlopige Invrijheidstelling : Voorwaardelijke invrijheidsstelling : Voorlopige Invrijheidsstelling Afdeling 3: Beroepsverbod Afdeling 4: Elektronisch toezicht Afdeling 5: Probatie : Algemeen : Bijzonder Afdeling 6: Penitentiair verlof HOOFDSTUK 3: BEHANDELING Afdeling 1: Intramuraal Afdeling 2: In de algemene psychiatrische ziekenhuizen Afdeling 3: Ambulante behandeling

6 Afdeling 4: Het samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Afdeling 5: Kleine rechtsvergelijking HOOFDSTUK 4: ACTUALITEIT Afdeling 1: Wetsvoorstel Els Van Hoof Intussen is er een nieuw wetsvoorstel dat het vorige deels overneemt Afdeling 2: Wetsvoorstel Renaat Landuyt DEEL 5: EVALUATIE EN SLOTBESCHOUWINGEN BIBLIOGRAFIE

7 Inleiding. 1. Seksueel misbruik van minderjarigen is een fundamenteel vreselijk misdrijf dat, vooral qua lange termijn gevolgen voor het slachtoffer, onze prioritaire aandacht verdient. We worden zo nu en dan wel in media bericht over dergelijke misdrijven, maar de dagelijkse misbruiken die zo vele kinderen ondergaan worden niet onder onze aandacht gebracht. Het is pas als je in je eigen (ruime) leefwereld wordt geconfronteerd met kinderen die het slachtoffer van seksueel misbruik zijn geworden, dat er mogelijks bij sommigen van ons een lichtje gaat branden. In mijn geval was dat er eentje van pure afschuw en een drang om ergens mijn steentje bij te dragen tot oplossingen, al was het maar een druppel op deze hete plaat. 2. Abdallah Ait-Oud en Dutroux zorgden ervoor dat we met dit kleine landje op tien jaar tijd wereldwijd in opspraak kwamen. Als daders niet (genoeg) verplicht worden een behandeling te volgen of streng worden gestraft en opgevolgd, zorgt dit voor problemen van herhaling achteraf, zo bleek. In het eerste geval bijvoorbeeld werd Ait-Oud ontoerekeningsvatbaar verklaard maar een tijdje later werd deze beslissing tenietgedaan waardoor hij vrijkwam. Er sluimert dus een fundamenteel probleem in ons systeem. Hoe zit het met de opvolging van zulke dossiers? Dergelijke situaties moeten toch voorkomen kunnen worden! Focussen op behandeling en opvolging en een doorgedreven preventiestrategie lijken me nu aan het begin van mijn onderzoek essentieel, maar misschien zijn er nog pistes waar we nu nog niet onmiddellijk aan denken. Het is daarom nuttig om na te gaan hoe het effectief en concreet zit met de opvolging van dergelijke dossiers in Vlaanderen en wat de uitkomst daarvan finaal is. 3. Rond seksueel misbruik bestaat al eeuwen een taboe en net dat zorgt ervoor dat de impact ervan zo groot is. Daarom is preventie zo cruciaal en moet het onze absolute prioriteit worden. Als we kijken naar de jaarlijkse cijfers moet dat alleen al ons doen inzien dat preventie in Vlaanderen serieuze veranderingen impliceert. In het totaal spreken we over 6 op 1000 kinderen die jaarlijks als slachtoffer van een vorm van kindermishandeling gemeld worden in Vlaanderen. In 2003 werd 22,4% daarvan seksueel misbruikt. Daarmee zouden wij in Vlaanderen aan een incidentie komen van 0,12 % van alle kinderen per jaar. We mogen er echter van uitgaan dat niet alle gevallen van seksueel misbruik gemeld worden aan de hulpverlening. Omdat uit eerdere onderzoeken blijkt dat slecht 1/3 van de vrouwen seksueel misbruik ooit heeft gemeld, zal het werkelijke aantal slachtoffers wellicht hoger liggen. Via extrapolatie 1 komt men in verschillende landen op incidenties van 0,57 (Engeland) tot 2,2 (Verenigde 1 Extrapoleren is het uitbreiden van een reeks getallen met punten die buiten die reeks liggen. Hierbij wordt dus een voorspelling of schatting gemaakt. 7

8 Staten) per 1000 kinderen. In Nederland schat men het voorkomen van seksueel misbruik op 0,3 per 1000 kinderen per jaar. Het aantal gemelde kinderen voor seksueel misbruik bij de Vertrouwenscentra Kindermishandeling vertoont een dalende trend, die vooral te wijten is aan een daling van de incestgevallen. Naast lichamelijke mishandeling en melding van risicosituaties, is incest echter nog steeds de meest voorkomende vorm van kindermishandeling (14,4%) en seksueel misbruik (64% van het seksueel misbruik zijn incestsituaties). Bij meisjes is incest de vaakst gemelde problematiek (meisjes 20%, jongens 9%) In de Wet betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen van 28 november 2000 staat in de Memorie van Toelichting te lezen dat strafrecht de ultimum remedium moet zijn: preventie, voorlichting, informatie en opvoeding dienen voorrang te krijgen. Er wordt beklemtoond dat het verkeerd is te denken dat aanrandingen van kinderen kunnen voorkomen worden via het strafrecht alleen. Hoewel de strafwet ertoe strekt de nadruk te leggen op de rechten en waarden die fundamenteel door de maatschappij moeten worden nageleefd en voorziet in gepaste straffen voor de inbreuken op die rechten en waarden, is uit ervaring gebleken dat het niet nuttig is alles via het strafrecht te willen regelen. Het gerecht kan en mag niet de enige plaats van sociale regulering zijn. Vandaar dat, niettegenstaande het hoofdzakelijk repressieve karakter van deze wet, in de Memorie van Toelichting duidelijk wordt geopteerd voor een multidisciplinaire aanpak van de problematiek van de seksuele delinquentie ten aanzien van kinderen, en gewezen wordt op het belang van preventie, voorlichting, informatie en opvoeding die zowel op jongeren als op volwassenen zijn gericht. 3 We kunnen ons afvragen wat hiervan al gerealiseerd is in de praktijk? Ook in de nazorg loop het zo vaak mank. Er is zeker veel werk aan de winkel en via mijn opleiding in de rechten hoop ik met de juridische instrumenten die we hebben tot goeie ideeën te komen of minstens gevaarborden te kunnen plaatsen op cruciale punten. 5. Deze Masterproef bestaat uit 5 grote delen. In deel 1 zullen we de kernwoorden uit de titel theoretisch afbakenen en definiëren. We wijzen hierbij op de meest opmerkelijke aandachtspunten en/of veranderingen. Deel 2 bestrijkt het woord Preventie. Hierbij gaan we alle actoren na die preventie kunnen bieden en hoe ze dat doen, en wordt ook aangegeven waaruit preventie allemaal kan bestaan. In deel 2 gaat het over de Aanpak bij seksueel misbruik, waarbij onze focus op het slachtoffer ligt. Deel 3 behandelt de Nazorg, waarbij vooral de begeleiding en behandeling van daders centraal staat. We vergeten ook nooit de recente actualiteit en maken soms een kleine 2 Jaarrapport Kind en Gezin G., VERMEULEN en F., DHONT, Bescherming van minderjarigen via het strafrecht. Verdiensten en beperkingen van de Wet van 28 november 2000 betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen, T.Strafr. 2002, afl. 3, (124)

9 rechtsvergelijking indien dit relevant is. Het is ook altijd van belang hulpverlening en justitie naast elkaar te plaatsen en te kijken hoe deze twee zijn afgestemd op elkaar. Tot slot evalueren we dit alles in deel 5. 9

10 Deel 1: Theoretische afbakening en definiëring van de kernwoorden. Hoofdstuk 1: Minderjarigheid Afdeling 1: Algemeen 6. In artikel 100ter Sw. wordt bepaald dat in het Strafwetboek en in de bijzondere wetten en regelgevingen onder minderjarige elke persoon wordt verstaan die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt. Deze definitie strekt ertoe iedere verwijzing te voorkomen naar het personeel statuut van een jongere met een vreemde nationaliteit om te bepalen of hij minderjarig is. 4 Afdeling 2: Maar wat betekent dan het begrip seksuele meerderjarigheid? 7. Jongeren worden vanaf hun zestiende verjaardag bekwaam geacht om toe te stemmen tot het stellen of ondergaan van seksuele handelingen (cf. artikel 372 Sw.). Wie zestien jaar of ouder is kan dus geldig toestemmen met seksuele handelingen. Een min-zestienjarige daarentegen kan niet rechtsgeldig toestemmen omdat hij daar wettelijk niet bekwaam wordt toe geacht. Wanneer iemand jonger dan zestien jaar betrokken raakt bij een seksuele handeling, maakt diens seksuele partner zich per definitie schuldig aan een misdrijf. Zelfs wanneer het initiatief van de min-zestienjarige uitging, pleit dit de seksuele partner niet vrij. 5 Dit neemt niet weg dat de toestemming tot seks gegeven door een minderjarige ouder dan 16 jaar in twijfel kan worden gesteld, zeker wanneer de seksualiteit door de minderjarige wordt beleefd met een meerderjarig iemand die bijvoorbeeld een gezagsrelatie heeft ten aanzien van de minderjarige waardoor de vrijheid van toestemming in vraag kan worden gesteld. De toestemming dient derhalve volledig en vrij te zijn. 6 Afdeling 3: Visualisatie 7 4 G., VERMEULEN, Strafrechtelijke bescherming van minderjarigen in België, in G., VERMEULEN en I., DE SCHRIJVER, Jongeren criminaliteit: jongeren als slachtoffer van criminaliteit, Gent, Gandaius Permanente Vorming, 2002, (7) 9. 5 Zie ook 6 Zie ook D., MERCKX, Verkrachting Het misdrijf, Commentaar met overzicht rechtspraak en rechtsleer, OSS, afl. 46 (1 april 2004), Dit schema is hier te situeren als het aanduiden van de verschillen met betrekking tot de leeftijd en de toestemming, en het al dan niet bestaan van een misdrijf. Uiteraard kan bv. een 15-jarige verkracht worden maar dit wordt infra uiteengezet. 10

11 jonger dan 14 jaar 14 of 15 jaar 16 jaar of ouder zonder penetratie Aanranding Aanranding geen misdrijf met penetratie Verkrachting aanranding geen misdrijf Afdeling 4: Bijzonderheden 8. Er zijn echter ook andere grenzen. Sinds 1912 ligt de grens voor de handelingsbekwaamheid om geldig toe te stemmen met seksuele handelingen met een bloedverwant in de opgaande lijn voor niet door het huwelijk ontvoogde personen op de leeftijd van de meerderjarigheid (18 jaar). Dit werd ook gedaan voor seksuele handelingen met een adoptant, met een broer of zus, met een persoon die in het gezin een gelijksoortige positie heeft als broer of zus of met een persoon die gewoonlijk of occasioneel met het slachtoffer samenwoont en over hem of haar gezag heeft. Er werd dus in het seksueel strafrecht uitdrukkelijk erkend dat ook de bijzondere vertrouwensrelatie tot bepaalde personen in de familiale sfeer een invloed heeft op de bekwaamheid om geldig met seksuele handelingen toe te stemmen. 8 Ten tweede ligt ook de bekwaamheid om ontuchtige seksuele handelingen te beleven of om tegen betaling seksuele handelingen te verrichten of te verkrijgen op de grens van de meerderjarigheid. Hetzelfde geldt voor de bekwaamheid om in ruil voor de overhandiging, het aanbod of de belofte van een materieel of financieel voordeel tot seksuele handelingen over te gaan of om in fysieke aanwezigheid van derden seksuele handelingen te stellen of te ondergaan. Als derde bijzonderheid ligt de bekwaamheid om kennis te nemen van oneerbare afbeeldingen of voorwerpen of om als acteur of actrice aan de productie van pornografische afbeeldingen of voorwerpen mee te werken, eveneens op de grens van de meerderjarigheid. 9 Afdeling 5: Discrepantie door de Wet van 4 juli De artikels aangaande de toestemmingsleeftijd van de minderjarige inzake aanranding van de eerbaarheid en verkrachting zijn ontoereikend. Zo bepaalt artikel 375 Sw. sinds deze wet in haar zesde lid dat als verkrachting met behulp van geweld wordt beschouwd elke daad van seksuele penetratie, van welke aard en met welk middel ook, gepleegd wordt op de persoon van een kind dat de volle leeftijd van veertien jaar niet heeft bereikt. Dit betekent dat een kind beneden de veertien jaar niet 8 L., STEVENS, Strafrecht en seksualiteit: de misdrijven inzake aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, ontucht, prostitutie, seksreclame, zedenschennis en overspel, Antwerpen, Intersentia, 2002, , nr. 527; zie ook Sensoa, Feiten en cijfers voor professionals, df. 9 L., STEVENS, Strafrecht en seksualiteit: de misdrijven inzake aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, ontucht, prostitutie, seksreclame, zedenschennis en overspel, Antwerpen, Intersentia, 2002, , nr

12 geldig kan instemmen met seksuele penetratie: voor zover de andere voorwaarden inzake verkrachting vervuld zijn, zal de seksuele penetratie van een minderjarige jonger dan veertien jaar steeds beschouwd worden als verkrachting. De wet voorziet in hoofde van deze categorie minderjarigen een onweerlegbaar vermoeden van afwezigheid van toestemming 10. In het eerste lid van artikel 372 Sw. daarentegen wordt bepaald dat elke aanranding van de eerbaarheid, zonder geweld of bedreiging gepleegd op de persoon of met behulp van de persoon van een kind van het mannelijke of vrouwelijke geslacht beneden de volle leeftijd van zestien jaar, gestraft wordt met opsluiting van vijf tot tien jaar. Deze bepaling gaat met andere woorden uit van het wettelijk vermoeden dat een kind jonger dan zestien jaar niet geldig kan instemmen met de immorele handeling waarvan deze het voorwerp uitmaakt. Het gaat om een vermoeden juris et de jure dat niet weerlegd kan worden. 11 Deze discrepantie die het gevolg is van het feit dat de wet de artikelen inzake de aanranding van de eerbaarheid onveranderd heeft gelaten, leidt tot een bijzonder merkwaardige, dubbelzinnige en allesbehalve coherente situatie: terwijl een meisje van veertien jaar kan instemmen met seksuele penetratie, kan zij geen toestemming geven voor seksuele handelingen zonder penetratie. In dat geval maakt de partner zich immers schuldig aan aanranding van de eerbaarheid In het oorspronkelijke wetsontwerp van de wet van 28 november 2000 betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen werd wel degelijk voorgesteld de leeftijd waarop een minderjarige kan toestemmen met seksuele handelingen zonder penetratie, terug te brengen van zestien naar veertien jaar. De Nationale Commissie tegen Seksuele Uitbuiting van Kinderen had zulks onder meer geadviseerd. 13 Daaraan lag de gedachte ten gronde dat de maatschappelijke evoluties op het gebied van seksualiteit de grens van zestien jaar hadden achterhaald. 14 Op die manier zouden de leeftijdsgrenzen in de bepalingen aangaande aanranding van de eerbaarheid en verkrachting op elkaar afgestemd worden en zou de anomalie die met de inwerkingtreding van deze wet was ontstaan, uit het Strafwetboek worden weggewerkt. Boven de leeftijd van veertien jaar zou dan enkel misbruik 10 G., VERMEULEN, Strafrechtelijke bescherming van minderjarigen in België, in G., VERMEULEN en I., DE SCHRIJVER, Jongeren criminaliteit: jongeren als slachtoffer van criminaliteit, Gent, Gandaius Permanente Vorming, 2002, (7) G., VERMEULEN, Strafrechtelijke bescherming van minderjarigen in België, in G., VERMEULEN en I., DE SCHRIJVER, Jongeren criminaliteit: jongeren als slachtoffer van criminaliteit, Gent, Gandaius Permanente Vorming, 2002, (7) G., VERMEULEN, Strafrechtelijke bescherming van minderjarigen in België, in G., VERMEULEN en I., DE SCHRIJVER, Jongeren criminaliteit: jongeren als slachtoffer van criminaliteit, Gent, Gandaius Permanente Vorming, 2002, (7) Het eindverslag van de commissie werd op 23 oktober 1997 voorgesteld op het Koninklijk Paleis. Het wetsontwerp betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen werd op 17 maart 2001in het BS gepubliceerd; zie ook G., DECOCK en J., DE WINTER, De strafrechtelijke bescherming van minderjarigen: de bescherming nog niet voorbij, T.J.K. 2001, Zie A., DIERICKX, Hoe ver reikt de bescherming van de strafbepalingen van aanranding van de eerbaarheid en verkrachting?, N.C. 2006, afl. 2, (95)

13 strafbaar worden gesteld, zowel wat seksuele penetratie als minder verregaande aantastingen van de seksuele integriteit betreft. Het ontwerp voorzag bovendien nog in een tussenstelsel dat enerzijds een referentieleeftijd van veertien jaar vooropstelde, doch anderzijds ook voorzag in een bijkomende voorwaarde die erin bestond dat beide partners niet meer dan vijf jaar in leeftijd mochten verschillen. Zo zouden jongeren tussen veertien en zestien jaar geen geldige toestemming hebben kunnen geven tot seksueel handelen indien het leeftijdsverschil met hun partner meer dan vijf jaar bedroeg. Men oordeelde dat in dergelijke situaties immer sprake zou zijn van misbruik van leeftijdsverschil. De idee om de leeftijd waarop een minderjarige volwaardig toestemming kan geven tot een seksuele handeling te verlagen van zestien tot veertien jaar, gaf opnieuw aanleiding tot heel wat discussie en bleek nog steeds een heikel punt te zijn. 15 Reeds in de onmiddellijke aansleep van de Dutroux-affaire had minister M. Smet, in die periode bevoegd voor Tewerkstelling en Arbeid en Gelijke Kansenbeleid, al voorgesteld de leeftijdsgrens inzake aanranding van de eerbaarheid terug te brengen op veertien jaar. Politiek gezien was haar voorstel in de toenmalige context onhaalbaar en hij werd dus afgevoerd. Men zou denken dat na verloop van ruim vier jaar één en ander zou bespreekbaar zijn. De voorbereidende werkzaamheden van de wet van 28 november 2000 tonen echter aan dat dit niet het geval was, en politici lieten zich verlammen door koudwatervrees. 16 Noch het oorspronkelijke voorstel, noch het zinnige tussenvoorstel om de referentieleeftijd terug te brengen op veertien jaar én een maximaal leeftijdsverschil van vijf jaar als voorwaarde daaraan toe te voegen, werden aanvaard. Men vreesde dat de voorgestelde leeftijdsverlaging de indruk zou wekken dat boven de leeftijd van veertien jaar op seksueel vlak alles toegelaten is. Bovendien argumenteerde men dat de voorgestelde verlaging indruiste tegen een maximale bescherming van de minderjarige, die uiteindelijk in de nieuwe wet moest worden gerealiseerd. De wetgever heeft er uiteindelijk voor geopteerd helemaal géén keuze te maken en het onwerkbare en onlogische status quo de referentieleeftijd werd op zestien jaar gehouden te behouden. De anomalie dat voor verkrachting een lagere referentieleeftijd blijft bestaan dan voor aanranding, wordt met deze wet in stand gehouden, en de Strafwet werd niet aangepast aan de gewijzigde maatschappelijke realiteit. De maatschappelijke evolutie heeft de leeftijdsgrens van zestien jaar voor gewilde seksuele handelingen immers sterk achterhaald: in de huidige maatschappelijke context kan immers nog moeilijk worden beweerd dat het merendeel van de jongeren pas vanaf zestien jaar in staat is om bewust gewilde seksuele handelingen te (laten) stellen. Op dit punt is de wet van 2000 betreffende de strafrechtelijke bescherming van 15 G., VERMEULEN en F., DHONT, Bescherming van minderjarigen via het strafrecht. Verdiensten en beperkingen van de Wet van 28 november 2000 betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen, T. Strafr. 2002, afl. 3, (124) G., VERMEULEN en F., DHONT, Bescherming van minderjarigen via het strafrecht. Verdiensten en beperkingen van de Wet van 28 november 2000 betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen, T. Strafr. 2002, afl. 3, (124)

14 minderjarigen zonder meer een gemiste kans. 17 Wanneer de leeftijd van veertien jaar ten tijde van de opstelling van het Strafwetboek misschien nog overeenstemde met de seksuele rijpheid van het meisje, is dat vandaag niet langer het geval. Vandaag zit het meisje doorgaans een paar jaar vroeger in haar puberteit dan enkele decennia geleden; meer bepaald omstreeks de leeftijd van twaalf jaar. Ook geestelijk is de jongere vandaag veel vroeger rijp; dit vooral door toedoen van maatschappelijke invloeden. Wel is het zo dat de jongere vandaag veel langer maatschappelijk afhankelijk blijft. De onervarenheid van de hedendaagse jongere situeert zich derhalve op een ander niveau dan eertijds; daarbij komt dat de jongere in weerwil van voornoemde strafbepalingen op een vroegere leeftijd seksueel actief is. 18 Afdeling 6: Actualiteit 11. Bij het Grondwettelijk Hof zijn momenteel twee zaken hangende met betrekking tot bovenstaande problematiek. In de eerste zaak stelde het Hof van beroep te Antwerpen in haar arrest van 25 juni 2008 aan het Hof volgende prejudiciële vragen: «1. Schenden de artikelen 372 en 375 Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat een meerderjarig mannelijk persoon die voltrokken geslachtsbetrekkingen (een daad van seksuele penetratie) heeft met een meisje, ouder dan 14 en jonger dan 16 jaar, én dat met haar toestemming, niet kan gestraft worden op basis van artikel 375 Sw., terwijl een meerderjarige persoon wel kan gestraft worden op basis van artikel 372 Sw. voor het stellen van bepaalde seksueel getinte aanrakingen (betasten borsten en schaamstreek) op hetzelfde meisje, die ook met haar toestemming gebeuren, welke laatste handelingen objectief als minder verregaand te beschouwen zijn? 2. Schenden de artikelen 372 en 375 Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat een meerderjarig persoon die een daad van seksuele penetratie stelt op een minderjarige, ouder dan 14 jaar doch jonger dan 16 jaar én met toestemming van deze laatste, niet kan gestraft worden op basis van artikel 375 Strafwetboek, terwijl een meerderjarig persoon die louter seksuele aanrakingen stelt zonder penetratie op een minderjarige, ouder dan 14 jaar doch jonger dan 16 jaar én met de toestemming van deze laatste, wel kan gestraft worden terwijl de seksuele penetratie objectief als een 17 Zie G., VERMEULEN, Strafrechtelijke bescherming van minderjarigen in België, in G., VERMEULEN en I., DE SCHRIJVER, Jongeren criminaliteit: jongeren als slachtoffer van criminaliteit, Gent, Gandaius Permanente Vorming, 2002, (7) 9; zie ook L., STEVENS, Strafrecht en seksualiteit: de misdrijven inzake aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, ontucht, prostitutie, seksreclame, zedenschennis en overspel, Antwerpen, Intersentia, 2002, 489; zie ook G., VERMEULEN, Strafrechtelijke bescherming van minderjarigen en verhoogde internationale bescherming van kinderen tegen seksuele exploitatie, in Jongeren en criminaliteit. Lezingen in het kader van de Inaugurele Postuniversitaire Vormingscyclus Criminologie, Gandaius 2003, Kluwer, Mechelen, (193) A., DIERICKX, Hoe ver reikt de bescherming van de strafbepalingen van aanranding van de eerbaarheid en verkrachting?, N.C. 2006, afl. 2, (95)

15 meer verregaande daad te beschouwen is?». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4497 van de rol van het Hof. 19 Op 11 maart van dit jaar is er terechtzitting geweest maar er is nog geen uitspraak. 12. In een tweede zaak stelde het Hof van beroep te Gent in haar arrest van 13 oktober 2008 aan het Hof volgende prejudiciële vragen: «1. Schendt (schenden) artikel 372 (en 373) van het Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 375 van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, inzoverre zij stellen dat minderjarigen van veertien tot zestien jaar dewelke seksuele handelingen stellen wel bekwaam worden geacht om rechtsgeldig toe te stemmen in een daad van seksuele penetratie, doch daarentegen niet bekwaam worden geacht om rechtsgeldig toe te stemmen met (minder verregaand) gekwalificeerd gedrag inzake aanranding van de eerbaarheid? 2. Schendt (schenden) artikel 372 (en 373) van het Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 375 van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, inzoverre zij stellen dat de beoordeling van de strafwaardigheid van een daad van seksuele penetratie door een meerderjarige geschiedt in het kader van de al dan niet aanwezigheid van toestemming van een minderjarige tussen de veertien en zestien jaar oud en daarentegen bij de beoordeling van de strafwaardigheid van (minder verregaand) gekwalificeerd gedrag inzake aanranding van de eerbaarheid door een meerderjarige deze toestemming van een minderjarige tussen de veertien en zestien jaar oud irrelevant is? 3. Schendt (schenden) artikel 372 (en 373) van het Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 375 van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, inzoverre zij tot gevolg hebben dat een meerderjarige die seksuele handelingen stelt met een minderjarige tussen de veertien en zestien jaar oud en waarbij deze minderjarige in de betrekkingen toestemt - feit dat niet als verkrachting beteugeld wordt - principieel op identieke wijze bestraft wordt als een meerderjarige die zich, insgelijks met toestemming beperkt tot onwelvoegelijke aanrandingen op de persoon van een minderjarige tussen de veertien en zestien jaar oud? 4. Schendt (schenden) artikel 372 (en 373) van het Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 375 van het Strafwetboek [het bij] de artikelen 12 en 14 van de Grondwet gewaarborgde wettigheidsbeginsel in strafzaken, door te bepalen dat de beoordeling van de strafwaardigheid van een daad van seksuele penetratie door een meerderjarige geschiedt in het kader van de al dan niet aanwezigheid van toestemming van een minderjarige tussen de veertien en zestien jaar oud en daarentegen bij de beoordeling van de strafwaardigheid van (minder verregaand) gekwalificeerd gedrag inzake aanranding van de eerbaarheid door een meerderjarige deze toestemming van een minderjarige tussen de veertien en zestien jaar oud irrelevant is?». 19 GwH, nr. 4497, in zake het openbaar ministerie tegen M.P. en H.M.; zie ook V., BEEL, Vanaf welke leeftijd kan een tiener instemmen met seks?, De Standaard, 14 oktober 2008, online. 15

16 Die zaak is ingeschreven onder nummer 4559 van de rol van het Hof. 20 Er is nog geen terechtzitting geweest en dus wachten we ook nog op een uitspraak. Maar indien het Hof hier op ingaat, zou er dus wel veel kunnen veranderen. Hoofdstuk 2: Slachtoffer(schap) Afdeling 1: Plaats in het grote geheel 13. De laatste jaren is aan de positie van slachtoffers van criminaliteit heel wat gesleuteld. Vroeger stond het slachtoffer voornamelijk in de schaduw van de dader en de maatschappij. In de huidige opvattingen staat het slachtoffer op dezelfde trede als de dader. Zowel bij de opsporing, de vervolging, de straftoemeting als bij de strafuitvoering is de aandacht voor het slachtoffer sterk toegenomen. 21 In België is deze verandering zeker doorgedrukt sinds de hele Dutroux-affaire die het slachtoffer onder de grote aandacht van het publiek bracht. Maar ook op internationaal niveau werd dit een wezenlijk aandachtspunt. In uitvoering van één van de conclusies van de Tampère-top van 15 en 16 oktober 1999, werd op 21 maart 2001 door de Raad van de Europese Unie een kaderbesluit inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure aangenomen. 22 Dit kaderbesluit wil de lidstaten aanzetten om de belangen van het slachtoffer tijdens een gerechtelijke procedure beter te behartigen en bepaalde bijstandsmaatregelen te nemen om de gevolgen van strafbare feiten voor de slachtoffers zoveel mogelijk te beperken, voor of na de strafprocedure. 23 Afdeling 2: Primo opsporing en vervolging? 14. Doorgaans komt een slachtoffer eerst in aanraking met de strafrechtsbedeling via de politie. Van bij dit eerste contact komen de trekken van de ambigue relatie tussen strafrechtsbedeling en slachtoffer tot uiting. Aan de ene kant is de persoon die als slachtoffer wordt aangetroffen of zich als dusdanig aandient, een mens die hulpbehoevend is. Politieambtenaren moeten zich in die optiek bekommeren om de mens als slachtoffer. Aan de andere kant is het slachtoffer ook het initiële aanknopingspunt van de opsporing en vervolging. Het altruïstisch of slachtoffergericht karakter van deze activiteit is veel minder evident. De strafrechtsbedeling in het algemeen en de opsporing en vervolging in het bijzonder hebben immers niet enkel tot doel het slachtoffer genoegdoening te schenken. Het opsporen en voor de rechter brengen van daders kan ook bijvoorbeeld het handhaven 20 GwH, nr. 4559, in zake het openbaar ministerie, E.E. en S.D.V. tegen R.B. 21 Zie T., VANDER BEKEN en A., BALCAEN, Slachtoffer en de strafrechtsbedeling: berekende flirt of ware liefde? in Het slachtoffer van criminaliteit: tussen perceptie en realiteit. Lezingen in het kader van de Inaugurele Postuniversitaire Vormingscyclus Criminologie, Gandaius, Mechelen, Kluwer, 2006, (81) Kaderbesluit van 15 maart 2001 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure, Pb L. 82/1, 22 maart Zie ook I., CREVE, E., DELANGHE en H., COPPEN, Slachtoffer en strafprocedure, in G., VERMEULEN (ed.), Aspecten van Europees formeel strafrecht, Antwerpen, Maklu, 2002,

17 van de maatschappelijke orde beogen. 24 Hoe men het dan effectief zo goed mogelijk kan doen ten opzichte van het slachtoffer zie bij het deel Aanpak (aanpak van slachtoffers en de verschillende actoren hierbij). 25 Afdeling 3: Effecten van de straftoemeting voor het slachtoffer 15. Straf met als doel leed toe te voegen aan de dader als reactie voor het gepleegde onrecht en in de hoop de dader en mogelijke anderen naar de toekomst toe af te schrikken, lijkt vandaag nog altijd de gangbare werkwijze. 26 Dit neemt niet weg dat een aantal, en steeds meer, wettelijke bepalingen met betrekking tot de straftoemeting aan het slachtoffer refereren. Zo zijn er bepalingen die de ernst van het misdrijf afhankelijk maken van de gevolgen die het voor het slachtoffer heeft gehad. Daarnaast is het ook mogelijk dat van de rechter bij de straftoemeting bijzondere aandacht wordt gevraagd voor de slachtoffers. De draagwijdte hiervan is echter beperkt. De rechter wordt enkel gestimuleerd bij zijn beoordeling rekening te houden met het slachtoffer, zonder dat het slachtoffer zelf enig recht kan laten gelden. Tenslotte dient uiteraard ook de mogelijkheid tot burgerlijke partijstelling bij de strafrechter en de rechtstreekse dagvaarding vermeld. In die hoedanigheid kan het slachtoffer aan het proces ten gronde deelnemen en het zelfs organiseren. Het belang van het slachtoffer in dat geval is niet de bestraffing zelf, maar het bekomen van een schadevergoeding ten gevolge van een strafrechtelijke veroordeling, daar een burgerlijke vordering tot het bekomen van schadevergoeding in de praktijk niet altijd succesvol is Het Openbaar Ministerie doet ook aan buitengerechtelijke afhandeling van zaken. Bij dergelijke regeling bekleedt het slachtoffer een meer prominente rol. Bij bemiddeling in strafzaken kan een bemiddelingsvoorwaarde bestaan uit het volledig vergoeden of herstellen van de schade van het slachtoffer V., VAN GIJSEGEM en W., VAN GIJSEGEM, De positie van het slachtoffer in de Belgische strafrechtsbedeling, in S., SNACKEN (ed.), Strafrechtelijk beleid in beweging, Brussel, VUBpress, 2002, , zoals geciteerd in T., VANDER BEKEN, A., BALCAEN, Slachtoffer en de strafrechtsbedeling: berekende flirt of ware liefde? in Het slachtoffer van criminaliteit: tussen perceptie en realiteit. Lezingen in het kader van de Inaugurele Postuniversitaire Vormingscyclus Criminologie, Gandaius, Mechelen, Kluwer, 2006, (81) Cf. infra, p L., HUYBRECHTS en M., TRAEST, Het strafrechtelijk sanctiestelsel en de straftoemeting door de rechter in België. Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Preadvies sectie Strafrecht 2004, T. Strafr. 2004, 6, bijlage, T., VANDER BEKEN en A., BALCAEN, Slachtoffer en de strafrechtsbedeling: berekende flirt of ware liefde? in Het slachtoffer van criminaliteit: tussen perceptie en realiteit. Lezingen in het kader van de Inaugurele Postuniversitaire Vormingscyclus Criminologie, Gandaius, Mechelen, Kluwer, 2006, (81) Zie T., VANDER BEKEN en A., BALCAEN, Slachtoffer en de strafrechtsbedeling: berekende flirt of ware liefde? in Het slachtoffer van criminaliteit: tussen perceptie en realiteit. Lezingen in het kader van de Inaugurele Postuniversitaire Vormingscyclus Criminologie, Gandaius, Mechelen, Kluwer, 2006, (81)

18 Afdeling 4: Strafuitvoering 17. Tijdens de strafuitvoering is, sinds 1998, het slachtoffer vooral actief aanwezig in het kader van procedures tot voorwaardelijke invrijheidsstelling. 29 Hoofdstuk 3: Misbruik Afdeling 1: Indeling 18. Ondanks het feit dat in de titel van deze Masterproef het algemene woord misbruik staat, bespreken we enkel de problematiek van het seksueel misbruik (in de ruime zin van het woord). In het Strafwetboek kunnen we misbruik in twee grote groepen artikels onderverdelen. In de eerste groep misdrijven tegen de familie en de zedelijkheid onderscheiden we volgende vormen van misbruik: aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, bederf van de jeugd, ontucht, prostitutie, reclame voor seksuele diensten, openbare zedenschennis (kinderpornografie). Hierna gaan we dieper op elk misdrijf in. Een tweede groep misdrijven tegen de persoon (opzettelijke slagen en verwondingen, foltering, onmenselijke behandeling en onterende behandeling, aantasting van minderjarigen, ontvoering en verberging van minderjarigen, en aantasting van de persoonlijke levenssfeer van minderjarigen) 30 valt ook onder misbruik, maar hier gaan we dus niet dieper op in. 1: Aanranding van de eerbaarheid (art Sw.) A: Korte historische evolutie 19. Het misdrijf aanranding van de eerbaarheid werd in het Strafwetboek van 1867 als afzonderlijke strafbaarstelling ingevoerd. De seksuele meerderjarigheid stond toen op veertien jaar. De wet van 15 mei 1912 trok deze op tot zestien jaar. Deze leeftijdsgrens werd sindsdien ondanks onder andere discussie naar aanleiding van de wet van 28 november 2000 niet meer gewijzigd. Wel werden hier en daar andere wijzigingen aangebracht, zoals bijvoorbeeld de wet van 4 juli 1989 die de straffen verzwaarde en werden er extra verzwarende omstandigheden toegevoegd. B: Onderscheid tussen aanranding van de eerbaarheid en verkrachting (algemeen) 20. Allereerst moet er op gewezen worden dat de misdrijven aanranding van de eerbaarheid en verkrachting juridisch slechts door bepaalde van hun constitutieve elementen verschillen. In wezen is verkrachting niets anders dan een aanranding van de eerbaarheid waarbij zich bijzondere bestanddelen 29 Cf. infra, p Artn bis Sw. Art. 409 Sw. over de genitale verminking wordt soms ook bij seksueel misbruik gerekend, maar in deze Masterproef plaatsen we het bij verminking eerder dan bij seksueel misbruik. 18

19 voegen die aan het feit een onderscheiden strafbaar karakter geven. Het onderscheidend criterium is de seksuele penetratie Aanranding en verkrachting zijn vormen van seksueel misbruik die maatschappelijk verwerpelijk en onaanvaardbaar zijn en daarom streng vervolgd en bestraft moeten worden. Dit is niet altijd evident, daar er bewijsmoeilijkheden kunnen opduiken, seksualiteit verhuld blijft in een taboesfeer en er nog altijd een drempel bestaat bij slachtoffers om aangifte te doen van deze misdrijven. Zeker bij minderjarigen is dit laatste het geval. Ze zijn soms zelf niet in staat om naar de bevoegde politiedienst te stappen of worden door hun omgeving of door de dader onder druk gezet alles te verzwijgen. De jongste jaren is er nochtans een tendens merkbaar waarbij het aantal door de politie geregistreerde en door het parket behandelde dossiers inzake aanranding en verkrachting gevoelig toeneemt. Ook het aantal verkrachtingen stijgt sterker dan het aantal aanrandingen. De sterkste stijging doet zich ook voor bij minderjarigen jonger dan veertien jaar. 32 C: Ontwikkeling 22. Zedenmisdrijven zijn een bij uitstek aan maatschappelijke evolutie onderworpen materie. Om deze reden werd het begrip aanranding van de eerbaarheid nooit nader door de wetgever gedefinieerd waardoor beroep moet worden gedaan op rechtspraak en rechtsleer. Traditioneel wordt aangenomen dat de volgende constitutieve elementen moeten verenigd zijn: een inbreuk op de seksuele onaantastbaarheid, het ontbreken van een geldige toestemming in hoofde van het slachtoffer en algemeen opzet. Artikel 374 Sw. bepaalt dat aanranding van de eerbaarheid strafbaar is zodra er een begin van uitvoering is. Het is evenwel niet vereist dat de als begin van uitvoering strafbaar gestelde daad op zichzelf onzedelijk zou zijn: het volstaat dat zij rechtstreeks en onmiddellijk strekt tot het plegen van de aanranding en dat men ervan kan uitgaan dat de dader met de uitvoering van het misdrijf dat hij wilde plegen begonnen is. 33 Het begin van uitvoering moet een immoreel karakter vertonen. De discussie omtrent artikel 374 Sw. is een feitenkwestie waarbij het aan de rechter overgelaten wordt te beslissen of de beklaagde reeds al dan niet voldoende op de iter criminis gevorderd is om aan te nemen dat er een begin van uitvoering is geweest en aldus een strafbaar feit heeft gepleegd. Dit is geen evidente opdracht daar het aanvangen door artikel 374 Sw. onmiddellijk gelijkgesteld wordt met het voltrokken misdrijf aanranding. Artikel 51 Sw. dat de straffeloosheid 31 I, HAMEEUW, B., HEIBRANT en P., LEFERE, Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting van minderjarigen, in G., VERMEULEN (ed.), Strafrechtelijke bescherming van minderjarigen, Antwerpen, Maklu, 2001, (42) 42; cf. infra, p. 21, nr. 27 en p. 23, nr I, HAMEEUW, B., HEIBRANT en P., LEFERE, Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting van minderjarigen, in G., VERMEULEN (ed.), Strafrechtelijke bescherming van minderjarigen, Antwerpen, Maklu, 2001, (42) I, HAMEEUW, B., HEIBRANT en P., LEFERE, Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting van minderjarigen, in G., VERMEULEN (ed.), Strafrechtelijke bescherming van minderjarigen, Antwerpen, Maklu, 2001, (42)

20 waarborgt aan de persoon die na het aanvatten van zijn daad vrijwillig zelf afziet van de verdere uitvoering, is niet van toepassing Of een handeling oneerbaar is, dient niet afgemeten te worden aan het subjectieve individueel gevoel van het slachtoffer noch aan de weerslag op diens moraliteit, maar naar hetgeen door de maatschappij als zodanig aanzien wordt. Noodzakelijk is dus de krenking van het algemeen eerbaarheidsgevoel. De feiten dienen daarvoor een zekere zwaarwichtigheid te hebben, dit in tegenstelling tot wat voor de aantasting van het fysiek zelfbeschikkingsrecht geldt (waar de vereiste van zwaarwichtigheid van de feiten niet wordt opgelegd). De bescherming van de seksuele integriteit is enger dan deze van de fysieke integriteit. In dit verband kan men zich de vraag stellen of, gezien de maatschappelijke evolutie waarbij aan het seksuele zelfbeschikkingsrecht meer belang wordt gehecht, de lat voor de strafrechtelijke bescherming van de seksuele integriteit niet al te hoog wordt gelegd. Daarmee wordt bedoeld dat steeds minder feiten gekwalificeerd worden als aanranding van de eerbaarheid en bestraffing dus steeds moeilijker wordt. Daarbij komt nog dat sinds de wetswijziging van 1989 een ruime definitie van het begrip verkrachting werd ingevoerd, zodat feiten die daarvoor mogelijk als aanranding van de eerbaarheid zouden zijn gekwalificeerd, na 1989 in toenemende mate als verkrachting worden vervolgd en bestraft Er blijkt vooral nood aan een duidelijke definitie van de constitutieve elementen van de misdrijven aanranding en verkrachting. Dit is noodzakelijk om het hoofd te bieden aan de bewijsproblematiek inzake seksuele delicten. Inzake verkrachting wenst men de huidige definitie te handhaven. Vooral aanranding van de eerbaarheid vereist verduidelijking. In de loop van het wetgevingsproces van de wet van 28 november 2000 werd een vervanging van de notie aanranding van de eerbaarheid door aanranding van de seksuele integriteit voorgesteld, te definiëren als elke daad met een seksueel karakter met een persoon of met behulp van een persoon die daarin niet toestemt. Dit voorstel overleefde het wetgevingsproces echter niet. In de voorgestelde definitie zou niet meer worden verwezen naar het begrip goede zeden. De achterliggende motivering was dat, in een meer moderne opvatting van seksuele misdrijven, de inbreuk op het seksuele zelfbeschikkingsrecht van het slachtoffer moet worden beschouwd als het voornaamste en overheersend element van het misdrijf Zie ook Antwerpen 26 mei 2004, NjW 2004, afl. 94, 1421, noot J. DEENE. 35 I, HAMEEUW, B., HEIBRANT en P., LEFERE, Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting van minderjarigen, in G., VERMEULEN (ed.), Strafrechtelijke bescherming van minderjarigen, Antwerpen, Maklu, 2001, (42) 48-49; cf. supra nr. 21, p. 15: stijging van het aantal dossiers. 36 I, HAMEEUW, B., HEIBRANT en P., LEFERE, Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting van minderjarigen, in G., VERMEULEN (ed.), Strafrechtelijke bescherming van minderjarigen, Antwerpen, Maklu, 2001, (42) 49-50; Zie ook G., VERMEULEN en F., DHONT, Bescherming van minderjarigen via het 20

21 2: Verkrachting (art Sw.) A: Korte historische evolutie 25. In het Strafwetboek van 1867 werd, net zoals voor aanranding, een afzonderlijke strafbaarstelling ingevoerd voor dit misdrijf. Sindsdien onderging het ook verschillende wijzigingen, zoals bijvoorbeeld de wet van 1989 die een ruimere bestraffing van het misdrijf verkrachting mogelijk maakte. Het begrip kreeg naast een ruimere definitie, zwaardere straffen en er werden bijkomende verzwarende omstandigheden ingevoerd. Deze wetswijziging was het werk van zeven jaar parlementaire behandeling! B: Bestanddelen 26. Zoals eerder al aangegeven, wordt verkrachting in het Strafwetboek omschreven als elke daad van seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op een persoon die daar niet in toestemt. 37 Er zijn dus vier bestanddelen vereist: een daad van seksuele penetratie, van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op een persoon en ontstentenis van een geldige toestemming in hoofde van het slachtoffer. Deze definitie is er gekomen met de wet van 4 juli We gaan hierna dieper in op de twee belangrijkste bestanddelen. 27. Een essentieel bestanddeel in de definitie is ten eerste het begrip penetratie. Met penetratie wordt bedoeld het doordringen of het binnendringen. Het moet dus gaan om een actieve handeling vanwege de dader. Een gedeeltelijk penetratie volstaat ook, dat bevestigde het Hof van Cassatie in haar arrest van 8 april Een penetratie die, niettegenstaande vleselijk contact, wegens de onvoldoende anatomische ontwikkeling van het slachtoffer niet volledig slaagt, is toch een penetratie in de zin van artikel 375 Sw. en kan aldus het misdrijf verkrachting opleveren. 38 Ten tweede is de afwezigheid van toestemming een cruciaal bestanddeel. Toestemming is er met name niet wanneer de daad is opgedrongen door middel van geweld, dwang, list of mogelijk is gemaakt door een onvolwaardigheid of een lichamelijk of een geestelijk gebrek van het slachtoffer. De afwezigheid van toestemming kan dan ook beschouwd worden als een essentieel en fundamenteel constituerend bestanddeel van het misdrijf verkrachting. 39 Tot slot kan nog verwezen worden naar het feit dat de wet in hoofde van minderjarigen jonger dan veertien jaar voorziet in een onweerlegbaar strafrecht. Verdiensten en beperkingen van de Wet van 28 november 2000 betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen, T.Strafr. 2002, afl. 3, Art. 375 lid Sw. 38 Cass. 8 april 2008, P ; B., KETELS, Geen volledige penetratie, toch voltooide verkrachting, Juristenkrant 2008, afl. 170, Cf. supra over anomalie toestemming en leeftijd, p

INHOUDSOPGAVE. DANKWOORD... v. LIJST VAN VERKORT GECITEERDE WETTEN... vii LIJST VAN VERKORT GECITEERDE WERKEN... AFKORTINGEN... VERWIJZINGEN...

INHOUDSOPGAVE. DANKWOORD... v. LIJST VAN VERKORT GECITEERDE WETTEN... vii LIJST VAN VERKORT GECITEERDE WERKEN... AFKORTINGEN... VERWIJZINGEN... INHOUDSOPGAVE DANKWOORD... v LIJST VAN VERKORT GECITEERDE WETTEN... vii LIJST VAN VERKORT GECITEERDE WERKEN... AFKORTINGEN... xi xiii VERWIJZINGEN... xv INHOUDSOPGAVE... xvii INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING...1

Nadere informatie

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Inleidende opmerkingen: - Een fenomeen dat valt onder het begrip eergerelateerd geweld

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie Vonnisnummer / Griffienummer / Rolnummer rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Aangeboden op Inzake het Openbaar Ministerie en BURGERLIJKE PARTIJ(EN)

Nadere informatie

UNICEF België vraagt...

UNICEF België vraagt... 1 Lijfstraffen voor zijn verboden in 55 landen, waaronder een groot deel uit de Raad vernederende of degraderende behandelingen tegen op alle niveaus (familie, school, CD&V wilt reeds een lange tijd het

Nadere informatie

Rolnummers 4559, 4647, 4655 en 4657. Arrest nr. 167/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Rolnummers 4559, 4647, 4655 en 4657. Arrest nr. 167/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T Rolnummers 4559, 4647, 4655 en 4657 Arrest nr. 167/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 372, 373 en 375 van het Strafwetboek, gesteld door het

Nadere informatie

Sociaal werk en Beroepsgeheim

Sociaal werk en Beroepsgeheim Sociaal werk en Beroepsgeheim Studiedag 13 maart 2018 KdG Hogeschool Antwerpen Mario Wijns Substituut-procureur des Konings Parket Antwerpen, afdeling Antwerpen, Sectie Jeugd en gezinszaken Justitie of

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Doc: a135005 Tijdschrift: 135 Datum: 17/09/2011 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Kwetsbare personen Mishandeling van een kind,

Nadere informatie

Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten

Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten 6 e Vlaamse GGZ-congres Macht en kracht. Zorgrelaties in verandering 18 en 19 september 2012, Antwerpen Freya Vander

Nadere informatie

Boekbespreking Book review Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting

Boekbespreking Book review Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting Boekbespreking Book review Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting Gaëlle Marlier a Delbrouck, I., Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, 2015, Brugge, Die Keure, 151p. Panopticon, 37 (5),

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef Grens tussen aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, en bewijs bij een late klacht Promotor : Prof. dr. Bart SPRIET De

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

Hoger, Lager? Evoluties inzake criminaliteit. Stefaan Pleysier Hoofddocent Leuvens Instituut voor Criminologie KU Leuven

Hoger, Lager? Evoluties inzake criminaliteit. Stefaan Pleysier Hoofddocent Leuvens Instituut voor Criminologie KU Leuven Hoger, Lager? Evoluties inzake criminaliteit Ellen Van Dael Coördinator statistisch analisten College van Procureurs-generaal Openbaar Ministerie Stefaan Pleysier Hoofddocent Leuvens Instituut voor Criminologie

Nadere informatie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie (B.S., 25 april 1995) HOOFDSTUK I Mensenhandel Artikel 1 In de wet van 15 december 1980 betreffende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2006 P.06.0518.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0518.F I. 1. M. J 2. S. M. 3. S. P. Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. D. J. 2. B. A. II.

Nadere informatie

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter, 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mevrouw L. Ypma Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt

Nadere informatie

Strafrecht Seksualiteit, reproductie, fysiek en psychisch geweld

Strafrecht Seksualiteit, reproductie, fysiek en psychisch geweld Strafrecht Seksualiteit, reproductie, fysiek en psychisch geweld Inhoud Inleiding p.2 Aanranding van de eerbaarheid p.3 Verkrachting p.8 Prostitutie en mensenhandel p.13 Openbare zedenschennis p.25 Overspel

Nadere informatie

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) DIENST Gent - Oudenaarde EEDVERBONDKAAI 285 9000 GENT DIENST Dendermonde OLV KERKPLEIN 30 9200 Dendermonde OOST-VLAANDEREN Voor wie? Slachtoffer/ daders

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen stuk ingediend op 1680 (2011-2012) Nr. 1 19 juni 2012 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de dames Marijke Dillen, Gerda Van Steenberge en Linda Vissers en de heren Frank Creyelman, Filip Dewinter,

Nadere informatie

Masterproef Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting van minderjarigen en mensen met een psychische handicap

Masterproef Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting van minderjarigen en mensen met een psychische handicap 2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting van minderjarigen en mensen met een psychische handicap Promotor : Prof. dr. Bart SPRIET De transnationale

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDE X X, geboren te X op X, wonende te X, X, van onbekende nationaliteit Ter terechtzitting van 15 januari 2019

Nadere informatie

Wetboek van Strafrecht

Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafrecht Titel XIV. Misdrijven tegen de zeden Artikel 239 Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft schennis van de eerbaarheid:

Nadere informatie

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s. WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.) TOELICHTING De wet van 28 maart 2000 tot invoeging van een procedure

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken Vonnisnummer/ Griffienummer / \.\bi. /2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015 / 461. Datum van uitspraak 18 maart 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket 66.RW.500300/2013 Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 8 mei 2001 PE 302.228/14-21 AMENDEMENTEN 14-21 ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel

Nadere informatie

Kwaliteitsvol (proces-verbaal) van verhoor

Kwaliteitsvol (proces-verbaal) van verhoor Kwaliteitsvol (proces-verbaal) van verhoor Een reflectie vanuit de praktijk op een kwaliteitsvol verhoor Herman Dams Studiedag CPS-dinsdag 13 september 2011 Wat is voor het het belang van een goed verhoor?

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (

Nadere informatie

14279/10 mak/ngs/rb 1 DG H 2B

14279/10 mak/ngs/rb 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 oktober 2010 (05.10) (OR. en) 14279/10 DROIPEN 106 JAI 787 CODEC 932 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Raad Voorstel voor een richtlijn van het Europees

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2015 P.14.1739.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1739.F I. E. V. D., II. A. A. Mr. Patricia Vanlersberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De

Nadere informatie

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Gelet op artikel 128, 1, van de Grondwet; Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 100/2014 van 10 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 100/2014 van 10 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5622 Arrest nr. 100/2014 van 10 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 162, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de Correctionele Rechtbank

Nadere informatie

Het dossier Wet en seksualiteit

Het dossier Wet en seksualiteit Dossier: Wet en seksualiteit 1/8 Het dossier Wet en seksualiteit De inleiding Wet en seksualiteit komt de laatste tijd vaker in het nieuws. De mensen vragen zich af wat wettelijk is en wat niet. De bestaande

Nadere informatie

Datum 19 december 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het strafbaar stellen van wraakporno

Datum 19 december 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het strafbaar stellen van wraakporno 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2015 P.13.0908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0908.N J W S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Kurt Mollekens, advocaat bij de balie te Mechelen, tegen I M (roepnaam D),

Nadere informatie

Inhoudstafel. Lijst figuren 13. Lijst tabellen 17. Rechtbank onder invloed 25

Inhoudstafel. Lijst figuren 13. Lijst tabellen 17. Rechtbank onder invloed 25 ASP Migranten in de balans.book Page 7 Friday, January 15, 2010 10:47 AM Inhoudstafel Inhoudstafel 7 Lijst figuren 13 Lijst tabellen 17 Rechtbank onder invloed 25 Deel I: Etnische minderheidsgroepen :

Nadere informatie

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15 AFDELING I DE VASTSTELLING VAN HET BELEID TER BESTRIJDING VAN SOCIALE FRAUDE 1 1. Inleiding 1 2. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst 2 3. Arrondissementscellen 6 3.1. Samenstelling van de arrondissementscellen

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen...

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen... INHOUDSOPGAVE I. Beleid A. Situering van het drugbeleid...1 B. De parlementaire werkgroep Drugs...2 C. De Federale Beleidsnota Drugs...4 D. Invloed van de wetswijziging in 2003...5 E. De richtlijn van

Nadere informatie

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Jan VAN DROOGBROECK De extern accountant en extern belastingconsulent is overeenkomstig

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever Samenvatting Inleiding Bij een ontzetting uit beroep of ambt wordt iemand de bevoegdheid ontzegd om een bepaald beroep of ambt voor een zekere periode uit te oefenen. Ontzettingen worden vaak opgelegd

Nadere informatie

Masterproef Actuele grenzen van de strafbaarstelling inzake aanranding van de eerbaarheid en verkrachting

Masterproef Actuele grenzen van de strafbaarstelling inzake aanranding van de eerbaarheid en verkrachting 2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef Actuele grenzen van de strafbaarstelling inzake aanranding van de eerbaarheid en verkrachting Promotor : Prof. dr. Bart SPRIET De transnationale

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 5578 Arrest nr. 181/2013 van 19 december 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Grondwettelijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 SEPTEMBER 2014 P.12.1864.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1864.N 1. M M D R T, beklaagde, 2. REAL CONSTRUCT bvba, met zetel te 2640 Mortsel, Edegemsestraat 211, beklaagde en burgerlijk

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen 4 april 2002 PE 305.487/1-19 AMENDEMENTEN 1-19 Ontwerpadvies (PE 305.487) Emilia Franziska Müller inzake het Witboek van de

Nadere informatie

Jeugd gezond heids zorg. 0-19 jaar

Jeugd gezond heids zorg. 0-19 jaar Jeugd gezond heids zorg 0-19 jaar Ongewenst gedrag binnen het onderwijs Meldingsregeling Vertrouwenspersoon Inleiding Meldingen van machtsmisbruik Soms is er sprake van meldingen over een vorm van machtsmisbruik

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 13/44 (Besluiten aangenomen krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) KADERBESLUIT 2004/68/JBZ VAN DE RAAD van 22 december 2003 ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen

Nadere informatie

Procedure seksueel grensoverschrijdend gedrag

Procedure seksueel grensoverschrijdend gedrag VERSIE WIJZIGING GOEDGEKEURD RMW GEPUBLICEERD 0-23-06-2015 1. Doel OCMW Maldegem respecteert de integriteit van de gebruiker en neemt maatregelen om deze te waarborgen. OCMW Maldegem neemt in het bijzonder

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]

Nadere informatie

MELDCODE HUISELIJK GEWELD

MELDCODE HUISELIJK GEWELD MELDCODE HUISELIJK GEWELD status Definitief 11 februari 2014 pagina 1 van 7 Het bevoegd gezag van SPO de Liemers; overwegende dat SPO De Liemers verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M 10-1-0569 B.R. 7428 Beslissing van 17 april 2012 De eerste kamer van de Commissie,

Nadere informatie

Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving α Ministerie van Justitie Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Annet Kramer Inzet van het strafrecht bij kindermishandeling

Annet Kramer Inzet van het strafrecht bij kindermishandeling Annet Kramer Inzet van het strafrecht bij kindermishandeling Debat Kiezen voor kinderen 26 september 2013 De Balie wie ben ik en waarom sta ik hier? Annet Kramer Landelijk parket, cluster kinderporno en

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

De (herziene) Europese Overeenkomst inzake adoptie van kinderen

De (herziene) Europese Overeenkomst inzake adoptie van kinderen De (herziene) Europese Overeenkomst inzake adoptie van kinderen SARiV Advies 2013/19 SAR WGG Advies 11 juli 2013 Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen Boudewijnlaan 30 bus 81 1000 Brussel T.

Nadere informatie

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Voorwoord...

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Voorwoord... vii INHOUDSTAFEL Bibliotheek Strafrecht Larcier....................................... Voorwoord..................................................... i iii Hoofdstuk 1. Inleiding historisch overzicht.........................

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Les 3. Misbruik L O V E D

Les 3. Misbruik L O V E D Les 3. Misbruik B E L O V E D Be-Loved 2017 3.1 Inleiding - Respect Als je met elkaar OVER JEZELF, RELATIES en s e k sua l i t e i t praat, IS HET BELANGRIJK DAT iedereen zichprettig k a n v o e l e n.

Nadere informatie

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer Nr. 811 P 2007 HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER 2008 13e kamer Inzake van het O. M. en: L. Kouri wonende te 3600 Genk, ( ) burgerlijke partij vertegenwoordigd door Meester Jean-Paul Lavigne,

Nadere informatie

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 17 november 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0409 (COD) 15490/14 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad DROIPEN 129 COPEN 278 CODEC 2241 Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Ontucht voor de rechter

Ontucht voor de rechter Ontucht voor de rechter Congres Veilig Verder, 08-12- 16 Ellen van der Staal e.van.der.staal@nationaalrapporteur.nl Inhoud van de presentatie Mandaat van de Nationaal Rapporteur Ontucht voor de rechter:

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2009 (OR. en) 8150/09 ADD 2 LIMITE DROIPEN 16 MIGR 36 CRIMORG 50

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2009 (OR. en) 8150/09 ADD 2 LIMITE DROIPEN 16 MIGR 36 CRIMORG 50 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2009 (OR. en) 8150/09 ADD 2 LIMITE DROIPEN 16 MIGR 36 CRIMORG 50 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

uitgave december 2007

uitgave december 2007 ... als je mishandeld wordt uitgave december 2007 ... als je mishandeld wordt Wat is kindermishandeling? Kindermishandeling is elke vorm van geweld 1 op een minderjarige (= een persoon jonger dan 18 jaar),

Nadere informatie

DPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. 2595AJ Den Haag

DPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. 2595AJ Den Haag DPENBAAR MINISTERIE College van procureurs-generaal Postbus 20305, 2500 EH Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Mevrouw A. Broekers-Knol Postbus

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

DEEL I DE GEVOLGEN VOOR SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN, DE REGELGEVING EN DE VOORZIENINGEN

DEEL I DE GEVOLGEN VOOR SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN, DE REGELGEVING EN DE VOORZIENINGEN INLEIDING 1. Aanleiding en doelstelling van het onderzoek 1.1. De aanleiding 1.2. De doelstelling 1.3. De uitwerking 1.4. De rapportage 2. De problematiek ingeleid 2.1. Enkele cijfers 2.2. Het ontstaan

Nadere informatie

De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit:

De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit: FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Briefwisseling: Waterloolaan 115 1000 Brussel Lokalen : Hallepoortlaan 5-8 1060 Brussel COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN

Nadere informatie

EVALUATIE ANTIRACISMEWET ANTIDISCRIMINATIEWET

EVALUATIE ANTIRACISMEWET ANTIDISCRIMINATIEWET EVALUATIE ANTIRACISMEWET ANTIDISCRIMINATIEWET BRUSSEL 26 FEBRUARI 2016 INHOUD 1 INHOUD ANDERE ACTOREN / PROCEDURES MELDINGEN EN DOSSIERS 2003-2014 2 VERDELING PER DISCRIMINATIEGROND VERDELING PER MAATSCHAPPELIJK

Nadere informatie

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen. Slachtoffer zijn van een misdrijf is ingrijpend. Het draagt bij aan de verwerking van dit leed als slachtoffers het gevoel hebben dat zij de aandacht krijgen die zij verdienen. Dat zij zo goed mogelijk

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1936.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1936.N K E L D, inverdenkinggestelde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, en mr. Philip

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MEI 2014 P.12.2065.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.2065.N HORECA TECHNOLOGIES SOLUTIONS bvba, met zetel te 2900 Schoten, Gazellendreef 22, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Jozef

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M 12-1-0391 B.R. 8884 Beslissing van 9 oktober 2012 De eerste kamer van de Commissie,

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M 10-1-0766 B.R. 7516 Beslissing van 26 juli 2012 De eerste kamer van de Commissie,

Nadere informatie

Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio!

Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio! Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio! Door Suzanne Kok (Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen), Amy Mante-Adu (Rutgers) en Maaike van de Graaf (Gemeente Rotterdam) Dag

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M50537 B.R. 4192 Beslissing van 8 maart 2012 De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893 RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 199.862 van 25 januari 2010 in de zaak A. 187.639/IX-5893 In zake : Dennis X. bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Karel S.

Nadere informatie

HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER

HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER Het Hof van Beroep, zitting houdende te Antwerpen, veertiende kamer, recht doende in correctionele zaken, spreekt het volgende arrest uit: Inzake

Nadere informatie

JEUGDDELINQUENTIEDECREET OVERZICHTSTABEL ANTWOORDEN Johan Put & Katrijn Veeckmans

JEUGDDELINQUENTIEDECREET OVERZICHTSTABEL ANTWOORDEN Johan Put & Katrijn Veeckmans JEUGDDELINQUENTIEDECREET OVERZICHTSTABEL ANTWOORDEN Johan Put & Katrijn Veeckmans Bijzonderheden Herziening 4 Initiële duur Leeftijd 3 Voorwaarden 2 Rechtspleging ten gronde Voorbereidende rechtspleging

Nadere informatie

Het Belgisch beleid/nap inzake seksueel geweld? Geschiedenis, heden en toekomst?

Het Belgisch beleid/nap inzake seksueel geweld? Geschiedenis, heden en toekomst? Het Belgisch beleid/nap inzake seksueel geweld? Geschiedenis, heden en toekomst? M A R I J K E W E E WA U T E R S, I G V M D I E N S T H O O F D G E N D E R G E R E L AT E E R D G E W E L D U N I T D I

Nadere informatie

2017 SV vragen naar. fax

2017 SV vragen naar. fax KB Anke Van dermeersch Grote Markt 1 2000 Antwerpen Alle briefwisseling te richten aan het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt I, 2000 Antwerpen I. L _j uw bericht van 9 februari 2017 uw

Nadere informatie

Hof van Cassatie LIBERCAS

Hof van Cassatie LIBERCAS Hof van Cassatie LIBERCAS 4 2012 CASSATIEBEROEP STRAFZAKEN Strafzaken Beslissingen vatbaar voor casstieberoep Strafvordering Beslissingen uit hun aard niet vatbaar voor cassatieberoep Ontvankelijkheid

Nadere informatie

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering De Wet van 30 juni 1971betreffende de administratieve geldboeten,

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie Dossiernummer: CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke veroordelingen

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden EUROPESE UNIE ~OVERZICHT~ De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden PERS 6 februari 2008 In december 2001 heeft de EU voor

Nadere informatie

Inhoudstafel - Memorie van toelichting

Inhoudstafel - Memorie van toelichting - Memorie van toelichting Hoofdstuk 1 Voorafgaande bepaling 31 Hoofdstuk 2 Het Strafwetboek 31 Inleiding 31 1. Algemeen 31 2. De bouwstenen voor een optimale strafwetgeving ( accuraat, coherent, eenvoudig

Nadere informatie

Richtlijn ongewenste intimiteiten

Richtlijn ongewenste intimiteiten Richtlijn ongewenste intimiteiten Algemene achtergrond De Richtlijn Ongewenste Intimiteiten is een uitwerking van punt 7 van het huishoudelijk reglement. De richtlijn geeft een verduidelijking van het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JUNI 2014 P.14.0929.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0929.N F A H, veroordeelde tot een vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat bij de balie te Tongeren. I.

Nadere informatie

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet SAMENVATTING Achtergrond De laatste jaren is er een toenemende aandacht van de overheid voor de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld. Het kabinet heeft in 2007 het actieplan Kinderen Veilig Thuis

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/226 2 Feiten Verzoekers hebben bij de politie aangifte gedaan jegens

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie