BOPZ Klachtenregeling patiënten OLVG definitieve versie 15 juni 2017

Transcriptie

1 BOPZ Klachtenregeling patiënten OLVG definitieve versie 15 juni 2017 Voorwoord Als u niet tevreden bent over onze zorgverlening op de psychiatrische afdeling van OLVG op locatie West, heeft u het recht een klacht in te dienen. Een klacht kan voor ons een belangrijk signaal zijn. Van klachten kan geleerd worden en zij kunnen aanleiding zijn om maatregelen te treffen, waardoor de kwaliteit van de verleende zorg verbeterd kan worden. OLVG hecht dan ook grote waarde aan een goede klachtafhandeling. Voor klachten die vallen onder de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) en het Besluit klachtenbehandeling Bopz gelden specifieke regels. Bijgaande klachtenregeling voldoet aan de eisen die de Wet Bopz hieraan stelt. Er kan op grond van deze Bopz klachtregeling alleen een klacht worden ingediend als deze betrekking heeft op een beslissing die limitatief is opgesomd in artikel 41 Bopz. Dat artikel noemt de volgende beslissingen: de beslissing dat de patiënt niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake van het voorgestelde behandelingsplan (kort gezegd: wilsonbekwaamheid); de beslissing om een overeengekomen behandelingsplan geheel of gedeeltelijk toe te passen ondanks dat de patiënt of zijn vertegenwoordiger zich daartegen verzet (kort gezegd: dwangbehandeling); de beslissing om middelen of maatregelen ter overbrugging van noodsituaties toe te passen; de beslissing om de bewegingsvrijheid te beperken en de andere beperkingen van art 40, te weten recht op bezoek en het recht op vrij telefoonverkeer. Ook kan de in- en uitgaande post worden gecontroleerd op meegezonden voorwerpen; de beslissing om een overeengekomen behandelingsplan niet toe te passen. Voor alle overige klachten met betrekking tot de behandeling op de psychiatrische afdeling locatie West kent OLVG een algemene klachtenregeling voor patiënten, de Klachtenregeling patiënten OLVG. Die klachtenregeling is opgesteld in overeenstemming met de eisen van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Er zijn dus twee verschillende klachtenregelingen binnen OLVG. Mocht het voor u niet duidelijk zijn welke klachtenregeling van toepassing is, dan kunt u zich voor nadere toelichting altijd wenden tot de Klachtenfunctionarissen van OLVG die u graag behulpzaam zijn. De Klachtenfunctionarissen zijn bereikbaar op telefoonnummer of per via klachtenbureau.info@olvg.nl Wij hopen uiteraard dat u tevreden bent met onze zorgverlening, maar als dit niet zo is dan horen wij dit graag. Schroom niet uw klachten te bespreken met uw behandelaar of onze klachtenfunctionarissen. Wij zullen er vervolgens al het mogelijke aan doen om uw klachten naar uw tevredenheid op te lossen. Raad van Bestuur

2 BOPZ Klachtenregeling patiënten OLVG Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. Aangeklaagde: degene op wiens beslissing de Bopz-klacht betrekking heeft. b. Bopz-arts: de psychiater die belast is met de algemene gang van zaken op geneeskundig gebied op de psychiatrische afdeling van OLVG West. c. Bopz-klacht: een klacht over een beslissing zoals limitatief opgesomd in artikel 41 Bopz. Dat artikel noemt de volgende beslissingen: de beslissing, dat de patiënt niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake van het voorgestelde behandelingsplan (kort gezegd: wilsonbekwaamheid); de beslissing om een overeengekomen behandelingsplan geheel of gedeeltelijk toe te passen ondanks dat de patiënt of zijn vertegenwoordiger zich daartegen verzet (kort gezegd: dwangbehandeling); de beslissing om middelen of maatregelen ter overbrugging van noodsituaties toe te passen; de beslissing om de bewegingsvrijheid te beperken en de andere beperkingen van art 40, te weten recht op bezoek en het recht op vrij telefoonverkeer. Ook kan de in- en uitgaande post worden gecontroleerd op meegezonden voorwerpen; de beslissing om een overeengekomen behandelingsplan niet toe te passen. d. Inspecteur: de bevoegde inspecteur van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid. e. Klachtencommissie Bopz: de commissie die is ingesteld door OLVG om een oordeel te geven over een Bopzklacht. f. Klager: degene die krachtens artikel 2 lid 3 een Bopz-klacht indient. g. OLVG: Stichting OLVG, gevestigd te Amsterdam.

3 h. Patiëntenvertrouwenspersoon: persoon die in OLVG werkzaam is om, onafhankelijk van het bestuur en van personen in dienst van het ziekenhuis, aan patiënten in het ziekenhuis op hun verzoek advies en bijstand te verlenen in aangelegenheden samenhangend met hun opneming en verblijf in het ziekenhuis. De Patiëntenvertrouwenspersoon wordt betrokken via de Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon (zie voor informatie over deze Stichting i. Raad van Bestuur: de raad van bestuur van OLVG. j. Vertrouwenspersoon: een door aangeklaagde aangezochte persoon die aangeklaagde desgewenst kan bijstaan gedurende de klachtenprocedure. Eventuele kosten zijn voor rekening van de aangeklaagde. Hoofdstuk 2 Klachtenbehandeling Artikel 2 Het indienen van een klacht 1. Een Bopz-klacht kan schriftelijk of per worden ingediend. 2. OLVG kan een (digitaal) modelklachtenformulier beschikbaar stellen. 3. Een Bopz-klacht kan worden ingediend door: a. de patiënt op wie de beslissing betrekking heeft waartegen de klacht is gericht; b. de echtgenoot van de patiënt, tenzij de patiënt en zijn echtgenoot van tafel en bed gescheiden zijn; c. degene met wie de patiënt een geregistreerd partnerschap is aangegaan; d. degene met wie de patiënt een duurzame gemeenschappelijke huishouding heeft; e. de ouders dan wel een van hen, voor zover hun gezag niet is beëindigd; f. alle andere meerderjarige bloedverwanten van de patiënt in de rechte lijn, zoals grootouders, kinderen en kleinkinderen; g. broers en zusters van de patiënt; h. de voogd, curator of mentor van de patiënt; i. elke andere patiënt die op dezelfde afdeling verblijft als de patiënt op wie de klacht betrekking heeft. Artikel 3 Klachtencommissie Bopz 1. De klachtencommissie Bopz bestaat uit minimaal drie leden, waaronder een extern voorzitter-jurist, een psychiater niet in dienst van OLVG en een psychiatrisch verpleegkundige niet werkzaam op de psychiatrische afdeling van OLVG locatie West. De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris (jurist).

4 2. De leden van de klachtencommissie Bopz worden door de Raad van Bestuur benoemd voor een periode van vier jaar en zijn eenmaal herbenoembaar. 3. De voorzitter van de klachtencommissie Bopz wordt door de Raad van Bestuur benoemd voor een periode van vier jaar en is eenmaal herbenoembaar. 4. De ambtelijk secretaris is het aanspreekpunt voor de klager gedurende de procedure. Artikel 4 In behandeling nemen van een Bopz-klacht 1. De klachtencommissie Bopz stuurt na ontvangst van een klacht uiterlijk binnen drie werkdagen een ontvangstbevestiging aan de klager. De commissie vermeldt in de ontvangstbevestiging dat de klager zich desgewenst kan laten bijstaan tijdens de klachtenprocedure. Tevens vermeldt de commissie dat de klager zich kan laten bijstaan door de Patiëntenvertrouwenspersoon en geeft aan hoe klager in contact kan komen met deze persoon. 2. Als het voor de beoordeling van de klacht nodig is om kennis te nemen van informatie uit het dossier van de patiënt, dan vermeldt de klachtencommissie Bopz dit in de ontvangstbevestiging. Voor inzage in het dossier moet de patiënt toestemming verlenen. 3. De klachtencommissie Bopz kan de klager verzoeken om, binnen een door de commissie te bepalen termijn, nadere inlichtingen te verstrekken met betrekking tot zijn klacht. 4. De klachtencommissie Bopz kan de klager, indien dit niet de patiënt zelf betreft, vragen om aan te tonen dat hij bevoegd is om een Bopz-klacht in te dienen. 5. De klachtencommissie Bopz stuurt zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen drie werkdagen na ontvangst van een klacht, een kopie van de klacht aan de aangeklaagde. De commissie kan de aangeklaagde in de gelegenheid stellen om, binnen een door de klachtencommissie Bopz te bepalen termijn, schriftelijk te reageren op de klacht. De commissie vermeldt in de begeleidende brief bij de klacht dat de aangeklaagde zich kan laten bijstaan tijdens de klachtenprocedure door een vertrouwenspersoon. Een kopie van de brief aan de aangeklaagde wordt toegezonden aan de leidinggevende, dan wel de klachtencontactpersoon van de desbetreffende unit. De leidinggevende dan wel klachtencontactpersoon draagt zorg voor begeleiding van de medewerker. Indien de aangeklaagde juridisch advies wil inwinnen inzake de Bopzklacht dan kan de aangeklaagde zich wenden tot de afdeling Juridische Zaken van OLVG. Indien de aangeklaagde zelfstandig besluit rechtsbijstand in te schakelen dan komen de kosten daarvoor voor eigen rekening. 6. Indien de Bopz-klacht niet wordt ingediend door de patiënt of iemand die daartoe gemachtigd is door de patiënt, stuurt de klachtencommissie Bopz de patiënt een kopie van de klacht en van de ontvangstbevestiging die aan de klager is gestuurd. De commissie stelt de patiënt in de gelegenheid om, binnen een door de voorzitter te bepalen termijn, te reageren op hetgeen waarop de klacht betrekking heeft.

5 Artikel 5 Aard van de klacht en termijn van behandeling 1. De klachtencommissie Bopz geeft zo spoedig mogelijk een beslissing over de beoordeling van de klacht. De klachtencommissie meldt de klager, degene op wie de klacht betrekking heeft en de Raad van Bestuur binnen twee weken na ontvangst van de klacht wanneer zij een beslissing geeft over de klacht. De klachtencommissie Bopz voegt bij de melding aan de Raad van Bestuur een kopie van de klacht. 2. De klachtencommissie Bopz beslist: a. binnen twee weken na ontvangst van de Bopz-klacht voor zover het een klacht betreft die gericht is tegen een nog lopende toepassing van het besluit waarop de klacht betrekking heeft; b. binnen vier weken na ontvangst van de Bopz-klacht voor zover het een klacht betreft die gericht is tegen een reeds beëindigde toepassing van het besluit waarop de klacht betrekking heeft. Artikel 6 Schorsing beslissing Bopz-klacht 1. De klachtencommissie Bopz kan de beslissing waarop een Bopz-klacht betrekking heeft schorsen voor de duur van de behandeling van de klacht door de klachtencommissie Bopz. De uitvoering van het besluit wordt dan stopgezet voor de duur van de schorsing. De klachtencommissie Bopz kan beslissen tot schorsing, als naar zijn oordeel de kans groot is dat de klacht gegrond wordt bevonden. De klachtencommissie Bopz kan ook om andere redenen de beslissing schorsen. 2. Degene die een Bopz-klacht indient bij de klachtencommissie Bopz kan tevens verzoeken het besluit waarop de Bopz-klacht betrekking heeft te schorsen. 3. De klachtencommissie Bopz hoort zo spoedig mogelijk na ontvangst van het schorsingsverzoek tenminste de klager en de Bopz-arts. 4. De klachtencommissie Bopz beslist zo spoedig mogelijk na ontvangst van het schorsingsverzoek. 5. De klachtencommissie Bopz deelt zijn besluit over het schorsingsverzoek mondeling mee aan de klager, de aangeklaagde en de Bopz-arts, de Raad van Bestuur en de inspecteur. Zo spoedig mogelijk daarna doet de commissie hen de uitspraak schriftelijk toekomen. Het besluit tot schorsing treedt in werking zodra de aangeklaagde en de Bopz-arts zijn geïnformeerd. 6. De schorsing eindigt op het moment dat de klacht wordt ingetrokken of de klacht ongegrond wordt beoordeeld. Artikel 7 Beslissing 1. De beslissing van de klachtencommissie Bopz strekt tot: a. onbevoegd verklaring van de commissie; b. niet-ontvankelijkverklaring van de klacht; c. ongegrondverklaring van de klacht; of d. gehele of gedeeltelijke gegrondverklaring van de klacht. 2. In iedere beslissing beschrijft de klachtencommissie Bopz: a. de klacht waarop de beslissing betrekking heeft;

6 b. de standpunten van de klager en de aangeklaagde; c. de wijze waarop de klachtencommissie de klacht behandeld heeft; d. de beslissing van de klachtencommissie en de motivering daarvan; e. de namen van de leden die de beslissing vastgesteld hebben; en f. eventuele aanbevelingen van de klachtencommissie. 3. Indien de klachtencommissie Bopz een Bopz-klacht gegrond verklaart, vermeldt de klachtencommissie Bopz in aanvulling op de in het tweede lid genoemde onderwerpen tevens dat de bestreden beslissing geheel of gedeeltelijk vernietigd wordt en kan zij de voor de behandeling verantwoordelijke persoon opdragen een nieuwe beslissing te nemen of een andere handeling te verrichten met inachtneming van haar beslissing. De commissie kan de voor de behandeling verantwoordelijke persoon een termijn stellen voor het nemen van een nieuwe beslissing of het verrichten van een andere handeling. 4. De klachtencommissie Bopz stuurt de beslissing over een Bopz-klacht aan: a. de klager; b. de betrokken patiënt indien deze niet zelf de klager is; c. de aangeklaagde; d de Raad van Bestuur; e. de behandelende persoon; f. de Bopz-arts; g. de inspecteur. Artikel 8 Beroep 1. Indien de klachtencommissie Bopz over een klacht niet tijdig een beslissing heeft genomen of een klacht ongegrond heeft beoordeeld, kan de klager de inspecteur schriftelijk vragen een verzoekschrift in te dienen ter verkrijging van een beslissing van de rechter. 2. Indien de patiënt de klager is, kan hij ook zelf, zonder tussenkomst van de inspecteur, een verzoekschrift bij de rechter indienen. Artikel 9 Jaarverslag De commissie stelt een jaarverslag op vóór 1 april van ieder kalenderjaar, waarin de commissie verslag uitbrengt over het aantal en de aard van de behandelde klachten van het afgelopen jaar en de strekking van de oordelen. Het jaarverslag bevat geen tot de persoon herleidbare gegevens. Het jaarverslag wordt toegezonden aan de Raad van Bestuur, het bestuur van de medische staf, de Ondernemingsraad en de Patiëntenraad. Status: besluit raad van bestuur OLVG, 27 juni 2017