Toezicht op onzekerheid!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toezicht op onzekerheid!"

Transcriptie

1 Toezicht op onzekerheid! Een beschouwing op de verandering in het toezicht na de decentralisatie van het sociale domein. Thesis in opdracht van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur Leergang Toezicht en Naleving 10 Den Haag, April 2014 Door: Dorothé Moonen (Inspectie Leefomgeving en Transport) Eva Berkhuijsen (Inspectieraad) Dennis Lanjouw (Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid) Sandra Sikking (Inspectie Veiligheid en Justitie) 1

2 Voorwoord Voor u ligt ons eindproduct van de tiende Leergang Toezicht en Naleving van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Ruim een half jaar zijn wij tijdens verschillende modules geprikkeld om kritisch en constructief tegen het Nederlandse toezicht aan te kijken. Het resultaat van de leergang is gebundeld in voorliggende thesis: Een beschouwing op de verandering in het toezicht na de decentralisatie van het sociale domein. Graag spreken wij onze dank uit naar alle docenten die de colleges van deze leergang hebben verzorgd. In het bijzonder danken wij Ferdinand Mertens, Jorren Scherpenisse en Martijn van der Steen. Ook danken wij onze leidinggevenden die ons in staat hebben gesteld deze leergang te volgen. Een bijzonder woord van dank voor allen die hebben meegewerkt aan deze thesis - zonder compleet te zijn Liesbeth Spies, Peter Pennekamp, Gemma Tielen en de gesproken medewerkers van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugdzorg. Tot slot willen wij graag onze medecursisten bedanken voor de pittige discussies, verhelderende inzichten en de gezelligheid. Den Haag, April 2014 Dorothé Moonen, Inspectie Leefomgeving en Transport Eva Berkhuijsen, Bureau Inspectieraad Dennis Lanjouw, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Sandra Sikking, Inspectie Veiligheid en Justitie 2

3 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Aanleiding Doelstelling en onderzoeksvragen Afbakening Leeswijzer rapport De context Het kabinetsbeleid Doel decentralisatie sociale domein Uitvoeringskracht gemeenten Randvoorwaarden Niveaus van toezicht Het huidige toezicht Wet Jeugdzorg Doel Rollen Toezicht Voorlopers Participatiewet Doel Rollen Toezicht Wet maatschappelijke ondersteuning Doel Rollen Toezicht Het toezicht na Concept Jeugdwet Doel Rollen Toezicht Concept Participatiewet Doel Rollen

4 4.2.3 Toezicht Concept Wet op de maatschappelijke ondersteuning Doel Toezicht Beschouwing Decentralisatie Naar gemeenten of naar samenwerkingsverbanden Decentralisatie-paradox Ministeriele verantwoordelijkheid Toezicht en de kwaliteit van de dienstverlening Marktwerking als alternatief Maatschappelijke context De democratische functie van toezicht Juridische middelen voor de raad Raad en onafhankelijkheid Controlegat bij samenwerkingsverbanden Dubbel toezicht De lerende functie van toezicht Een gecompliceerde en complexe context Ervaringen uit samenwerkingsverbanden De lerende functie van toezicht bij de decentralisatie van het sociale domein Slot BIJLAGE 1 Gebruikte afkortingen

5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Eén van de grootste - zo niet de grootste - uitdagingen van de Nederlandse overheid op dit moment is de decentralisatie van het sociale domein. Het sociale domein omvat jeugdzorg, arbeidsparticipatie en maatschappelijke ondersteuning. Feitelijk is het niet één decentralisatie maar zijn het er meerdere; van drie beleidsterreinen naar ruim 400 gemeenten. Vanaf 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk en dienen zij integraal te werken binnen het gehele sociale domein. Door deze stelselwijziging verandert niet alleen de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het nieuwe stelsel. Ook het toezicht op het sociale domein en daarmee de rol van de rijksinspecties verandert. In zijn brief 1 aan de Tweede Kamer geeft de minister van Binnenlandse Zaken (BZK) aan dat de betrokken ministers (systeem)verantwoordelijk blijven voor de in de wetgeving vastgelegde taken. Zij dienen hierover verantwoording af te leggen aan de Tweede Kamer. Het toezicht op het sociale domein dient primair tot uitdrukking te komen in het duale stelsel op het gemeentelijk niveau. De Nederlandse Vereniging van Regionale Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) heeft in een brief 2 aan de minister van BZK aangegeven dat de democratische controle op de juistheid van de gedecentraliseerde uitgaven (ruim 16 miljard euro) in gevaar is. Eind 2013 hebben de meest betrokken rijksinspecties op het sociale domein een brief 3 gestuurd aan het minister van BZK over het toezicht na de decentralisaties. In deze brief benadrukken zij dat integraal beleid inclusief een integrale uitvoering ook integraliteit van het toezicht vraagt. Daarbij zijn zij van mening dat integraliteit van het toezicht verder gaat dan de huidige samenwerking in het toezicht op het sociale domein. Tot slot kondigen zij aan dat ze op korte termijn met een visie komen op een samenhangend en zoveel mogelijk geïntegreerd (rijks)toezicht op het sociale domein. Ook de Inspectie SZW heeft een waarschuwend geluid laten horen middels een signaal over de bestuurskracht van gemeenten 4. Op 8 november 2013 meldt de staatsecretaris SZW aan de Tweede Kamer hierover: De Inspectie stelt vast dat veel gemeenten niet de prestaties leveren die van ze mogen worden verwacht. Beleidsvrijheid komt pas goed tot haar recht als gemeentebesturen beschikken over de noodzakelijke informatie om aan te sturen en gemeenteraden invulling geven aan hun controlerende rol. Er is op de werkvloer echter sprake van een grote mate van autonomie, vaak zonder aansturing of verantwoording op inhoud en resultaat. Dit zijn stevige constateringen. Met de Inspectie ben ik van mening dat de gemeentelijke aansturing en uitvoeringspraktijk hierop verbeterd moeten worden. Zoals ik ook in mijn antwoorden op uw vragen naar aanleiding van mijn brief over de Participatiewet en het quotum na het sociaal akkoord heb laten weten dienen gemeenten zich tijdig voor te bereiden op de wijze waarop ze invulling geven aan de taken en beleidsvrijheden en de wijze waarop gemeentebesturen regie gaan voeren. Voor 1 Tweede Kamer, decentralisatiebrief 19 februari 2013, kenmerk Brief NVRR, Rekenkamers bezorgd over controlegat bij decentralisaties (referentienummer 902C131108lm), 8 november Brief Samenwerkend Toezicht Jeugd, Toezicht in het sociale domein, STJ/TihSD14 4 Signalement Bestuurskracht gemeenten - Werk en Inkomen, oktober

6 gemeenteraden is het van belang dat zij zich voorbereiden op (uitbreiding van) hun controlerende taak. In het licht van bovenstaande vragen wij ons af of, en zo ja op welke wijze aandacht wordt besteed aan het toezicht op de uitvoering van het beleid na Ook vragen wij ons af in hoeverre gemeenten in staat zijn het beleid inclusief het toezicht erop vorm te geven. 1.2 Doelstelling en onderzoeksvragen Het doel van dit onderzoek is tweeledig. Enerzijds wordt inzicht gegeven in de veranderde wijze waarop het toezicht wettelijk is bepaald en vormgegeven. Anderzijds draagt dit onderzoek bij aan aandachtspunten die in acht moeten worden genomen bij de praktische uitvoering van het toezicht na Om dit beoogde doel te bereiken is een de volgende centrale onderzoeksvraag geformuleerd: Op welke wijze verandert de wettelijke rol van toezicht op het sociale domein na de decentralisatie en welke aandachtspunten moeten bij de verdere vormgeving en uitvoering van het toezicht in acht worden genomen? Om de centrale onderzoeksvraag te beantwoorden zijn de volgende deelvragen geformuleerd: 1. Hoe is het toezicht op de taakuitvoering van deze drie wetten op dit moment geregeld? 2. Hoe is het toezicht na 2015 (als de decentralisatie een feit is) geregeld? 3. Met welke aandachtspunten moet bij de verdere vormgeven en uitvoering van het toezicht rekening worden gehouden? 1.3 Afbakening Na overleg met de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) is bij het beantwoorden van de onderzoeksvragen gekozen voor breedte boven de diepgang. De meerwaarde van de beschouwing zit in de vergelijking en samenhang van de drie wetten en niet in een verdiepingsslag van één wet. Dit onderzoek kent een gecombineerde onderzoeksaanpak van literatuurstudie en een aantal gesprekken. Er is gebruik gemaakt van de (concept) wetgeving, toezichtkaders, wetenschappelijke literatuur en onderzoeksrapporten. Daarnaast is er gesproken met o.a. Mevr. Spies, oud minister van BZK en tevens decentralisatieambassadeur voor gemeenten en met Dhr. Pennekamp, oud Inspecteur Generaal (IG) en tevens projectleider voor een integrale visie op toezicht door Rijksinspecties op het sociale domein. Ook is gesproken met medewerkers van de Inspecties SZW, Jeugdzorg en Gezondheidszorg. De decentralisatie is dynamisch proces dat volop in ontwikkeling is. Concepten en opvattingen zijn aan veranderingen onderhevig. In deze thesis is 1 februari 2014 gekozen als peildatum. Wijzigingen van na die tijd zijn niet meer in dit rapport opgenomen. 6

7 1.4 Leeswijzer rapport Het onderzoeksrapport is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de context van de decentralisatie. Wat behelst de decentralisatie en welke keuzes liggen er aan ten grondslag. Hoofdstuk 3 en 4 zijn verdiepende hoofdstukken per domein ( jeugdzorg, participatie, maatschappelijke ondersteuning). Hoofdstuk 3 behandelt de manier waarop het toezicht nú is geregeld en hoofdstuk 4 behandelt het toezicht ná Hoofdstuk 5 bevat onze beschouwing. Dit hoofdstuk beschrijft een aantal aandachtspunten waar bij de vorming van het toezicht rekening mee moet worden gehouden. 7

8 2 De context 2.1 Het kabinetsbeleid Doel decentralisatie sociale domein Op 29 juni 2012 is het huidige regeerakkoord Bruggen slaan gepresenteerd. Het akkoord is de leidraad van het beleid. De decentralisatie van het sociale domein komt op verschillende plekken terug in dit regeerakkoord. Het doel van de decentralisatie is het beter benutten van de eigen kracht, het sociale netwerk en de voorzieningen in een gemeente. Het accent ligt daarbij op participatie in de samenleving. Uitgangspunt is de zelfredzaamheid van burgers maximaal te faciliteren en stimuleren. Burgers zijn primair zelf verantwoordelijk voor zorg en werk, maar als dit niet lukt dan is ondersteuning op maat noodzakelijk. Dit kunnen gemeenten beter dan andere overheden. Het uitgangspunt daarbij is één gezin, één plan, één regisseur. Bij de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) is ook de sterke groei van het beroep op de collectieve voorzieningen een aanleiding voor een beleidswijziging. Ongewijzigd beleid leidt tot aanzienlijk hogere lasten in de uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Naast het regeerakkoord heeft het kabinet ook een sociaal akkoord 5 en een zorgakkoord 6 afgesloten. Beide akkoorden hebben geleid tot veranderingen in de decentralisaties in het sociale domein maar de kern van de decentralisatie blijft overeind. De akkoorden hebben geleid tot draagvlak bij de sociale en maatschappelijke partners, omdat gemeenten nu meer tijd hebben om zich voor te bereiden en alle drie de decentralisaties dezelfde invoeringsdatum hebben Uitvoeringskracht gemeenten Voor de decentralisatie is uitvoeringskracht nodig. Om als gemeente adequate ondersteuning te bieden is een bepaalde schaalgrote nodig. Volgens het kabinet is daarmee de gemeente een betere partner voor maatschappelijke instellingen en hebben zij tevens meer capaciteit en kennis. Grotere gemeenten sluiten gemakkelijker contracten en zijn beter instaat financiële risico s te dragen. De drie decentralisaties vindt plaats naar alle ruim 400 Nederlandse gemeenten. Echter voor de uitvoering van deze taken heeft een gemeente voldoende uitvoeringskracht nodig. In dit licht worden de gemeenten gevraagd om sommige gedecentraliseerde taken op een hoger schaalniveau uit te voeren. Er worden drie soorten taken onderscheiden: 1. Taken die door alle gemeenten individueel kunnen worden uitgevoerd, zoals een loketfunctie voor de inwoners. 2. Taken die vragen om uitvoering op een schaalniveau van ongeveer inwoners met ruimte voor maatwerk, zoals de inkoopfunctie. 3. Taken die vragen om uitvoering op bovenregionaal of provinciaal/landelijk niveau, zoals bijvoorbeeld het Meldpunt kindermishandeling. 5 Stichting van de Arbeid, Perspectief voor een sociaal en ondernemend land: uit de crisis, met goed werk, op weg naar 2020, 11 april Ministerie van VWS, Resultaten zorgoverleg, 24 april

9 Voor nummer 2 en 3 dienen gemeenten zoveel mogelijk congruente samenwerkingsverbanden aan te gaan. Gemeentelijke herindeling kost tijd, daarom dienen gemeenten op korte termijn onder een aantal voorwaarden te komen tot congruente samenwerkingsverbanden rondom het sociale domein. Dit diende voor 1 januari 2014 te worden gerealiseerd. Bijna alle gemeenten hebben dat ook gedaan Randvoorwaarden De decentralisatie vraagt volgens de minister van BZK om een heldere rolverdeling tussen gemeenten en rijk 8. Daarbij horen een aantal randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden zijn belangrijk voor het realiseren van de integrale aanpak binnen het sociale domein en worden door de minister van BZK ook gebruikt als leidraad bij het bespreken van de voortgang van de decentralisatie. Hij beschrijft deze randvoorwaarden in zijn brief aan de Tweede Kamer van 19 februari In deze brief wordt hierover beschreven: Integraal budget: om ervoor te zorgen dat gemeenten optimaal kunnen inspelen op de samenhangende problematiek is het nodig dat de geldstromen eenduidiger en eenvoudiger worden ingericht. Bijkomend voordeel is dat de besteding en verantwoording voor gemeenten overzichtelijker wordt. Gekozen is voor een stapsgewijze ontschotting van de drie kolommen in het gemeentefonds. Gebleken is dat de democratische controle van gemeenteraden wordt versterkt als gemeenten integraal verantwoordelijk zijn voor de besteding. Er wordt scherper toegezien op de doelmatige besteding. Integraal aanbod/toegang: met de decentralisatie komen maatschappelijke en arbeidsparticipatie bij elkaar, waardoor maatschappelijke participatie eenvoudiger kan leiden tot arbeidsparticipatie. Een integrale aanpak maakt het ook makkelijk om de werkprocessen zo in te richten dat zij bijdragen aan de oplossing van het participatieprobleem van de burger. (Inter)bestuurlijk toezicht: vanuit het Rijk is er sprake van interbestuurlijk toezicht op de taakuitvoering door gemeenten en van handhavingtoezicht op instellingen. Het handhavingtoezicht op instellingen ligt vooral bij de Inspectie Jeugdzorg (IJZ) en Inspectie Gezondheidszorg (IGZ). Voor de overige taken ligt dit bij de gemeenten. Verwacht mag worden dat gemeenten dit voortvarend oppakken. Bij de Wmo wordt nog bezien hoe het toezicht op de aanbieders voor de meest zware vormen van ondersteuning kan worden ingevuld. De Rijksinspecties bekijken in goed overleg met andere toezichthouders en de sector op welke manier activiteiten in meer samenhang kunnen worden geformuleerd. (zie verder paragraaf 2.2) Interbestuurlijke informatie: de reeds opgestelde spelregels voor interbestuurlijke informatie gelden ook voor de decentralisaties. Wel start het kabinet een verkenning voor een verdere stroomlijning van de interbestuurlijke informatie in het sociale domein met als doel een betere aansluiting op de behoefte van het rijk en de gemeenten. Vermindering regeldruk burgers, bedrijven en professionals: het uitgangspunt is dat de decentralisatie leidt tot een vermindering van de regeldruk. Standaardisatie en hergebruik van informatie: gemeenten en andere uitvoerders moeten voor de integrale aanpak over de juiste informatie en gegevens beschikken. 7 Stand van zaken 10 februari Tweede Kamer, vergaderjaar , VII nr.59. 9

10 Het kabinet 9 geeft aan dat zij de gemeenten waar nodig zal steunen bij de implementatie van de decentralisatie via een coalitieaanpak met onder andere intensieve samenwerking met gemeenten en VNG, hiertoe zijn onder andere transitiebureaus opgezet. Daarnaast stimuleert het kabinet maatschappelijke initiatieven door onder andere belemmeringen voor vrijwilligers en initiatiefnemers weg te nemen. Tot slot biedt het kabinet ondersteuning bij de professionalisering en inzetbaarheid van gemeentebestuurders en ambtenaren. 2.2 Niveaus van toezicht Binnen het sociale domein wordt op verschillende niveaus toezicht gehouden. De betreffende vakminister houdt toezicht op de taakuitvoering door gemeenten en op instellingen (voor onderdelen), gemeenten houden toezicht op de uitvoering door derden en de gemeenteraad houdt toezicht op het College van Burgemeester en Wethouders. Hierbinnen heeft iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid en toezichtinstrumenten. Hieronder wordt nader ingegaan op het toezicht van Rijk op gemeenten. Het toezicht dat het Rijk houdt op de taakuitvoering door gemeenten is een vorm van interbestuurlijk toezicht. Onder interbestuurlijk toezicht wordt verstaan: 10 Het geheel van processen dat plaatsvindt in het kader van de rechtsbetrekkingen tussen het Rijk, de provincies, de gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en de waterschappen die gaan over de beoordeling van taakbehartiging van de lagere door hogere overheden. Op 1 oktober 2012 is de Wet revitalisering generiek toezicht ( RGT) in werking getreden. De belangrijkste redenen voor deze wetswijziging zijn het verminderen van de toezichtbureaucratie en de daarmee samenhangende bestuurlijke drukte en toezichtlasten. Daarbij dient de beleidsvrijheid van de mede overheden te worden gerespecteerd. Met deze wet komt het specifieke interbestuurlijk toezicht te vervallen en maakt plaats voor een generiek toezichtinstrumentarium. Het nieuwe interbestuurlijk toezicht wordt gekenmerkt door: 1. Nabijheid: toezicht in beginsel alleen door de naast hoger gelegen bestuurslaag. 2. Enkelvoudigheid: slechts één bestuurslaag houdt toezicht. 3. Samenwerking: in situaties waar toch sprake is van meer dan één toezichthouder, moet er samenwerking zijn tussen die toezichthouders. 4. Selectiviteit en terughoudendheid: de lasten van interbestuurlijk toezicht worden verminderd door het toezicht selectief en risicogericht uit te voeren. Voorop staat het vertrouwensbeginsel, waardoor toezicht terughoudend kan worden toegepast. 5. Proportionaliteit: de toezichthouder zet het lichtst mogelijk instrument in bij toepassing van toezicht, ook bij informatieverzameling. Vooraf wordt duidelijk onder welke omstandigheden en onder welke voorwaarden het toezichthoudend bestuursorgaan van zijn bevoegdheden gebruik maakt. Dit kan in beleidskaders nader worden uitgewerkt. 9 Tweede Kamer, vergaderjaar , VII nr Handboek Wet revitalisering generiek toezicht, blz

11 Voor het sociale domein geldt dat het Rijk toezicht houdt op de gemeenten. Met de wet RGT wordt het toezicht op de gemeenten sober, doelmatig en terughoudend ingevuld 11. In uitzondering op bovenstaande geldt dat er in sommige gevallen wel mogelijkheden zijn voor specifiek interbestuurlijk toezicht. Waar van toepassing wordt dit nader besproken in hoofdstuk Handboek Revitalisering Generiek Toezicht, blz

12 3 Het huidige toezicht 3.1 Wet Jeugdzorg Doel Het doel van de Wet Jeugdzorg is het voorzien in een wettelijke aanspraak op jeugdzorg voor zover daarop geen aanspraak bestaat op basis van de AWBZ of de Beginselenwet justitiële inrichtingen. Daarnaast schept de wet het kader om een samenhangend aanbod aan jeugdzorg te kunnen realiseren, waarin de behoefte centraal staat. Ook regelt deze wet opnieuw de bekostiging van de jeugdzorg voor zover daarop geen aanspraak bestaat op grond van de 2 zojuist genoemde wetten Rollen De cliënt en zijn hulpvraag staan centraal in deze wet. Het Rijk is verantwoordelijk voor het aan de provincie beschikbaar stellen van voldoende middelen voor het realiseren van de aanspraken op de jeugdzorg door de provincie. De provincie stelt een provinciaal beleidskader op. Hierin worden de hoofdlijnen van het beleid neergelegd. Daarbij maakt de provincie gebruik van gegevens van Bureau Jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg geeft volledig inzicht in de vraag naar de jeugdzorg en de ontwikkelingen in deze vraag. In het uitvoeringsprogramma geeft de provincie een nadere concretisering van het kader en geeft de mogelijkheid om snel in te spelen op actuele ontwikkelingen. De provincie financiert Bureau Jeugdzorg en dus de toegang tot de zorg. De provincie koopt zorg in bij de jeugdzorginstellingen en maakt resultaatgerichte afspraken over de verantwoordelijkheden. Bureau Jeugdzorg vormt de uitsluitende toegang tot de jeugdzorg. Het is een herkenbaar, laagdrempelig en bekend punt waar iedereen terecht kan met (dreigende) problemen in de opvoeding van jeugdigen. Zij ondersteunt en begeleidt de cliënt, die aanspraak heeft op jeugdzorg, bij het tot gelding maken van deze aanspraak. Ook bevordert het bureau dat zorgaanbieder een samenhangend hulpverleningsplan opstellen, dat is afgeleid van het indicatiebesluit. Daarnaast heeft het Bureau Jeugdzorg nog tal van andere taken op het terrein van de jeugdzorg. Op dit moment hebben gemeenten al 5 functies in de ondersteuning van en zorg voor kinderen, jongeren en hun ouders op basis van de Wet Jeugdzorg, namelijk: informatie en advies geven; signaleren van problemen bij opvoeden en opgroeien; zorgen dat kinderen, jongeren en hun ouders de juiste hulp krijgen; pedagogische hulp geven; coördineren van zorg. Doorgaans gebeuren bovenstaande functies door het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).Gemeenten kunnen hun CJG naar eigen inzicht inrichten, maar de kern is overal hetzelfde. Het CJG is voor ouders en jongeren een herkenbaar en centraal punt voor opgroei- en opvoedvragen en voor het coördineren van de hulp. Ook is het CJG een centraalpunt voor professionals. Tot slot heeft het CJG twee taakopdrachten: (1) het realiseren van een dekkend (basis)aanbod van informatie, voorlichting en algemene en preventieve opgroei- en opvoedsteun, inclusief de jeugdgezondheidszorg en (2) het waarborgen van een sluitende keten, zodat risico s en problemen 12

13 rond gezondheid, ontwikkeling, opgroeien, en opvoeden tijdig en effectief worden gesignaleerd en aangepakt Toezicht De Inspectie voor de Jeugdzorg (IJZ) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zijn belast met het toezicht op de jeugdzorg. De IGZ houdt toezicht op het zorgaanbod van de jeugd-ggz en de Jeugd- LVG gefinancierd in het kader van de AWBZ. De IJZ houdt toezicht op het aanbod van de jeugdzorg waarop ingevolge van deze wet aanspraak bestaat en op de bureaus Jeugdzorg. De IJZ is ook verantwoordelijk voor het toezicht op het zorgaanbod van de justitiële inrichtingen, die onder de Beginselenwet vallen. Tenzij dit toezicht is toegewezen aan de Raad voor de strafrechttoepassing en jeugdbescherming. De IJZ valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van VWS en V&J. Echter gezien de taken van de provincie werkt de IJZ voornamelijk ten behoeve van de provincie. De provincie heeft dan ook de bevoegdheid de IJZ aanwijzingen te geven. Deze aanwijzingen neemt de IJZ bij haar werkzaamheden in acht. De provincie geeft aanwijzingen pas na overleg met de verantwoordelijke ministers. De IJZ houdt toezicht op: De naleving van de kwaliteitseisen die gelden voor de Bureaus Jeugdzorg, het zorgaanbod en de justitiële inrichtingen. Kwaliteit in algemene zin van deze organisaties (via onderzoeken.) De IJZ kan op eigen initiatief onderzoek doen naar de kwaliteit in algemene zin maar ook op verzoek van de ministers van VWS en V&J gezamenlijk. Zij hebben de mogelijkheid om daarbij aanwijzingen te geven. De IJZ heeft een sluitend systeem van taken, bevoegdheden en instrumenten om ervoor te zorgen dat de jeugdzorg niet onder een bepaald kwaliteitsminimum (dreigt) te komen. Naast de bestuurlijke aanwijzingsbevoegdheid heeft de toezichthoudende ambtenaar de bevoegdheid tot het geven van een schriftelijk bevel als bestuurlijk ingrijpen geen uitsluitsel kan leiden. Bij het toezicht op de jeugdzorg zijn meerdere inspecties betrokken. Het is van groot belang dat zij samenwerken. De inspecties dienen dan ook afspraken te maken over afstemming van werkwijzen ten aanzien van het toezicht. Indien de inspecties dit niet voor elkaar krijgen, dan kunnen de betrokken bewindspersonen gebruik maken van hun aanwijzingsbevoegdheid. Momenteel wordt het onderzoek naar de kwaliteit in algemene zin en het calamiteitentoezicht mede uitgevoerd door het Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ). Dit is een samenwerkingsverband van: IGZ, IJZ, IVenJ, IvhO en ISZW. Immers het jeugddomein is breder dan het VWS domein. De staatssecretaris van VWS is verantwoordelijk. In 2013 heeft de STJ een concept toetsingskader opgesteld ten behoeve van het integraal toezicht op het stelsel van zorg en ondersteuning aan kinderen en gezinnen. Het kader toetst de kwaliteit in algemene zin en geeft antwoord op de vraag of kinderen/gezinnen met een behoefte aan zorg en ondersteuning effectief worden geholpen. In 2014 wordt dit kader getest en definitief vastgesteld. Voor het onderzoeken van een maatschappelijk probleem hanteert het STJ een ander kader, gebaseerd op de volgende vier uitgangspunten: het is probleemgeoriënteerd, de aanpak is oplossingsgericht, de ketenbenadering staat centraal en er is een integrale werkwijze. Tot

14 slot wordt de kwaliteit van de ketensamenwerking beoordeeld aan de hand van de volgende 8 aspecten: doelconvergentie, gedeelde probleemanalyse, ketenregie, informatiecoördinatie, bereik van de keten, continuïteit van de keten, oplossingsgerichtheid en systematische evaluatie en verbetering. (voetnoot: Actuele voorbeelden van onderzoeken door de STJ zijn: onderzoek naar de zorg en ondersteuning van gezinnen met een geringe sociale redzaamheid (december 2013), onderzoek naar de lokale aanpak van 12 minners (november 2013). Daarnaast worden specifieke instellingen onderzocht onder andere naar aanleiding van calamiteiten of incidenten Voorlopers Participatiewet De nieuwe Participatiewet is een samenvoeging van de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen Jong Gehandicapten (Wajong) Doel De doelstelling van de voorlopers van de Participatiewet is om iedereen met arbeidsvermogen naar werk toe te leiden, bij voorkeur naar regulier werk. De doelgroep van de wet bestaat uit mensen met arbeidsvermogen die zijn aangewezen op, al dan niet tijdelijke, ondersteuning om in hun bestaan te voorzien en/of op ondersteuning om aan het werk te komen 14. Wet Werk en Bijstand: De gemeente draagt een algemene zorg voor de re-integratie van bijstandgerechtigden, niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een Anw-uitkering. Het is aan de gemeente om te beoordelen, mede met behulp van het advies van het UWV, of betrokkene op eigen kracht in staat is algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden of dat de betrokkene ondersteuning nodig heeft richting arbeidsinschakeling. In dat laatste geval is de gemeente vervolgens verantwoordelijk voor het leveren van deze ondersteuning in de vorm van voorzieningen. Deze kunnen bestaan uit onder meer scholing, loonkostensubsidie, gesubsidieerde arbeid, sociale activering, premies, kinderopvang en stages. Aan de vormgeving en de mate waarin deze voorzieningen worden ingezet stelt de wet geen eisen. De idee is dat de gemeente de ondersteuning optimaal kan afstemmen op andere gemeentelijke beleidsterreinen zoals zorg en onderwijs, en op de lokale arbeidsmarkt 15. Wet Sociale Werkvoorziening: de doelgroep bestaat uit personen, die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en die door lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen uitsluitend onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat zijn. Gemeenten moeten ervoor zorgen dat aan zoveel mogelijk ingezetenen die geïndiceerd zijn, een dienstbetrekking wordt aangeboden voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden. Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen Jong Gehandicapten: doelgroep: Jonggehandicapte in de zin van de Wajong is de ingezetene die aansluitend op de dag waarop hij zeventien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling Vierde nota van wijziging, , kamerstuk nr Kamerstukken 2002/03, nr. 3, p7. 14

15 gedurende 52 weken niet in staat is geweest met arbeid meer dan 75% van het maatmaninkomen 16 te verdienen, terwijl niet aannemelijk is dat hij binnen een jaar volledig zal herstellen. Hierop zijn nog wel wat aanvullingen en verbijzonderingen gemaakt in de wet maar het voert hier te ver om daar verder op in te gaan Rollen De uitvoering van de WSW en WWB valt onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. De Wajong wordt door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) uitgevoerd. Uiterlijk op de dag dat het recht op arbeidsondersteuning ontstaat, stelt het UWV in samenspraak met de jonggehandicapte een ontwerpparticipatieplan op waarin de rechten, de verplichtingen en de gevolgen van het niet naleven van die verplichtingen van de jonggehandicapte en de voorwaarden voor het recht op inkomensondersteuning zijn vermeld. Indien de jonggehandicapte de volledige zorg heeft voor een tot zijn last komend kind tot vijf jaar bevat het ontwerpparticipatieplan afspraken over de wijze waarop arbeid en zorg kunnen worden gecombineerd. Bij deze afspraken worden in ieder geval de mogelijkheden tot scholing en opleiding betrokken. Het participatieplan wordt na de vijfde werkdag na de opstelling van het ontwerpparticipatieplan vastgesteld. In het participatieplan kan worden bepaald dat ten behoeve van de inschakeling in de arbeid van de jonggehandicapte bepaalde instrumenten kunnen worden ingezet. Bijvoorbeeld loondispensatie, loonkostensubsidie, proefplaatsing etc. Het UWV evalueert, in samenspraak met de jonggehandicapte periodiek het participatieplan en stelt dit zo nodig bij. Het UWV kan de jonggehandicapte tevens een aanbod van concrete algemeen geaccepteerde arbeid als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (wet SUWI) doen indien dat niet in het participatieplan wordt genoemd Toezicht Gemeenten moeten zo veel mogelijk WSW ers aan een dienstbetrekking helpen en ondersteuning bieden aan WWB ers die dat nodig hebben, bij het verkrijgen van werk. UWV moet voor alle Wajongers een participatieplan opstellen waarin in ieder geval de mogelijkheden tot scholing en opleiding zijn betrokken. Dit participatieplan moet periodiek geëvalueerd worden. 16 Het inkomen dat gezonde personen, met soortgelijke opleiding en ervaring, ter plaatse waar de jonggehandicapte woont of in de omgeving daarvan met arbeid gewoonlijk verdienen, waarbij, zoveel doenlijk, rekening wordt gehouden met door de jonggehandicapte verkregen nieuwe bekwaamheden. 15

16 De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI) stelt het volgende over toezicht op UWV en gemeenten: Artikel 37. Taken van de Inspectie Werk en Inkomen De Inspectie Werk en Inkomen is belast met het toezicht op de rechtmatigheid en doelmatigheid, waaronder begrepen doeltreffendheid, van de uitvoering van de bij of krachtens deze wet of enige andere wet aan de Raad voor werk en inkomen, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Sociale verzekeringsbank opgedragen taken. 2. De Inspectie Werk en Inkomen is belast met het toezicht op de rechtmatigheid en doelmatigheid, waaronder begrepen doeltreffendheid, van de wijze waarop het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Sociale verzekeringsbank, en de colleges van burgemeester en wethouders bij de uitvoering van de aan hen opgedragen taken samenwerken. 3. De Inspectie Werk en Inkomen is belast met het toezicht op de wijze waarop de colleges van burgemeester en wethouders gezamenlijk bijdragen aan het behalen van de doelen op het terrein van werk en inkomen, inclusief de sociale werkvoorziening. Waar het gemeenten betreft, is dit het beste te typeren als stelseltoezicht. Er wordt immers gekeken naar de gezamenlijke bijdrage van colleges van Burgemeester en Wethouders aan het behalen van de doelen op het terrein van werk en inkomen. De laatste jaren is het toezicht vooral gericht op de werking en doeltreffendheid van de uitvoering, d.w.z. de bijdragen van gemeenten en zelfstandig bestuursorgananen (ZBO s) aan het bereiken van de door de wetgever gestelde doelen op het terrein van werk en inkomen. Daarbij ligt de nadruk op de werking van het stelsel van werk en inkomen en niet op het functioneren van de afzonderlijke uitvoeringsorganisaties. Dat is ook terug te zien in de aangrijpingspunten van het toezicht waarbij de nadruk ligt op systemen en processen en er niet of nauwelijks is gekeken naar (de rechtmatigheid van) producten. UWV: op productniveau is toezicht mogelijk. Er zou bijvoorbeeld gekeken kunnen worden of voor alle Wajongers een participatieplan opgesteld is en of deze aan de wettelijke vereisten voldoet. De Inspectie SZW heeft het toezicht echter anders ingericht. De nadruk ligt op de bijdrage van UWV aan de doelen die door de wetgever gesteld zijn. In dit geval een zo groot mogelijke arbeidsparticipatie van jonggehandicapten. Uitspraken op productniveau dragen in deze context hier niet aan bij. Een van de onderzoeksvragen is bijvoorbeeld geweest in hoeverre het UWV erin slaagt om vraag en aanbod van Wajongers bij elkaar te brengen. Hierbij wordt dus meer nadrukkelijk gekeken naar processen en kwaliteitssystemen omdat deze meer zeggen over de oorzaken/redenen waarom bepaalde doelen niet worden gehaald. Gemeenten: ook bij gemeenten wordt geen toezicht op productniveau gehouden. Ook hier zijn processen en systemen de aangrijpingspunten voor toezicht. Maar waar er bij het UWV nog een mogelijkheid is om eventueel toezicht uit te voeren op productniveau, is die mogelijkheid er niet bij gemeenten. Althans, niet voor de Inspectie SZW. Op gemeentelijk niveau heeft de gemeenteraad de taak om de uitvoering te controleren op rechtmatigheid en doelmatigheid. 17 De Inspectie Werk en Inkomen is per de directie W&I van de Inspectie SZW. 16

17 Het toezicht door de Inspectie SZW is signalerend, hetgeen wil zeggen dat de Inspectie informatie verzamelt en op basis daarvan conclusies trekt en oordeelt maar niet zelf de uitvoering bijstuurt of daarin intervenieert. Deze laatste bevoegdheden zijn uitdrukkelijk voorbehouden aan de minister van SZW. 3.3 Wet maatschappelijke ondersteuning Doel Doel van de vigerende Wmo (2007) is op de lange termijn de zorg aan mensen met een ernstige, zeer langdurige hulpvraag te waarborgen en betaalbaar te houden. De Wmo bereikt dat door gemeenten een samenhangend lokaal beleid te laten vaststellen om participatie van alle burgers mogelijk te maken en te bevorderen. De wet verplicht de gemeente om burgers keuze te bieden uit hulp in natura of een persoonsgebonden budget, waarmee de burger zelf de zorg of hulp kan inkopen. Daarnaast is er een compensatieplicht, wat wil zeggen dat de beperkingen (zoals huishoudelijke beperkingen) die iemand ondervindt worden gecompenseerd door voorzieningen aan te bieden. De Wmo is dus al gedecentraliseerd. Gemeenten hebben veel vrijheid om de uitvoering vorm te geven, waardoor de uitvoering per gemeente kan verschillen. Aanleiding voor de wet is aan de ene kant de wens te zorgen voor behoud van solidariteit van gezonde mensen met gehandicapten, zorgbehoevende ouderen en psychiatrische patiënten, zorgen voor kwalitatief goede zorg en ondersteuning aan burgers, en zorgen voor samenhang tussen voorzieningen in de directe leefomgeving, zodat mensen zo lang mogelijk zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren en actief kunnen deelnemen aan de samenleving ( meedoen ). Aan de andere kant is er sprake van een sterke groei van het beroep op collectieve voorzieningen die bij ongewijzigd beleid tot aanzienlijk hogere lasten in de uitvoering van de AWBZ zal leiden Rollen De gemeente stelt een beleidsplan vast en betrekt daarbij inwoners en belanghebbenden. Een burger die zorg nodig heeft moet eerst een indicatie aanvragen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het zorgkantoor beslist op basis van de indicatie of een aanvrager in aanmerking komt voor een persoonsgebonden budget. De burger kan kiezen om het budget in natura te verkrijgen, of in geld waarmee hij zelf zorg inkoopt. Het zorgkantoor is verantwoordelijk voor het bieden van de zorg. Daartoe sluit het zorgkantoor contracten af met toegelaten instellingen, die de zorg uitvoeren. Alleen toegelaten instellingen mogen zorg in natura leveren. De burger betaalt een eigen bijdrage voor de zorg. Het Centraal Administratiekantoor (CAK) bepaalt de hoogte van de eigen bijdrage en int deze ook Toezicht In de Wmo 2007 is niets specifieks opgenomen over toezicht op de uitvoering of naleving van de Wmo. Het toezicht vloeit dus voort uit algemene wetten, zoals de Gemeentewet en de Wet revitalisering generiek toezicht. Wel is er de aan de Wmo gekoppelde Kwaliteitswet Zorginstellingen 19, op basis waarvan de IGZ toezicht houdt op de kwaliteit van de huishoudelijke hulp. 18 Memorie van Toelichting Wmo 2007, Kamerstukken II , De Kwaliteitswet Zorgsinstellingen 1996 verplicht instellingen om verantwoorde zorg te bieden en de kwaliteit van de zorg systematisch te bewaken, beheersen en verbeteren. 17

18 Toezichthouders voor de Wmo zijn de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ), de gemeente en de gemeenteraad met hulp van de gemeentelijke rekenkamer. Daarnaast zijn er interne toezichthouders van zorgaanbieders; deze worden hier buiten beschouwing gelaten. De IGZ houdt toezicht op aanbieders van huishoudelijke hulp (systeemtoezicht). Ook de gemeente houdt toezicht op de aanbieders van hulp (kwaliteitstoezicht). Daarnaast houdt de gemeente toezicht op de burgers die gebruik maken van hulp of persoonsgebonden budget (nalevingstoezicht). De gemeenteraad, eventueel bijgestaan door de rekenkamer, houdt toezicht op het college (uitvoeringstoezicht). De IGZ houdt toezicht op aanbieders van huishoudelijke hulp 20. In 2010 heeft de IGZ onderzoek gedaan door middel van een schriftelijke vragenlijst bij aanbieders van huishoudelijke hulp en interviews bij 10 gemeenten. De resultaten staan in een rapport dat is aangeboden aan de Tweede Kamer 21. Sindsdien is er geen apart toezicht meer gedaan naar dit onderwerp, maar wordt het meegenomen als een aspect bij regulier toezicht op instellingen. De IGZ voert haar toezicht op 3 manieren uit: - Beoordeling van kwaliteitsjaarverslagen van instellingen - Risicogestuurde inspecties - Incidentgestuurde inspecties Instellingen moeten jaarlijks een kwaliteitsjaarverslag uitbrengen. De IGZ beoordeelt deze verslagen. De aangrijpingspunten zijn: - de kwaliteit van het personeel en van de hulp (product) - de administratie en levering van gegevens (proces) - de organisatie (bedrijfssysteem) 22. De IGZ baseert zich bij haar oordeel op het Kwaliteitsdocument voor verantwoorde hulp bij het huishouden, dat is opgesteld door IGZ, branche-, client- en beroepsorganisaties en VNG. Het document bevat kwaliteitsnormen die zijn geoperationaliseerd in indicatoren en subthema s: klantgerichtheid, communicatie en betrouwbaarheid, deskundigheid en effectiviteit. Er wordt gescoord aan de hand van twee vragenlijsten voor cliënten (klantervaringsvragenlijst) en voor aanbieders (instellingsgebonden vragenlijst). Samen met andere informatie, o.a. uit klachtenbehandeling vormt dit de basis van risicogestuurde inspectie-bezoeken aan instellingen waarbij de IGZ voornamelijk dossiers beoordeelt. Daarnaast zijn er jaargesprekken met de directies of Raden van Bestuur van de instellingen. Ook zijn er jaarlijks zo n 1200 meldingen van incidenten. De IGZ beoordeelt de meldingen aan de hand van een leidraad 23. In de meeste gevallen verzoekt de IGZ de instelling zelf onderzoek te doen 20 Interview met Heleen Buijze, IGZ, Betere kwaliteitsafspraken nodig bij hulp voor het huishouden, IGZ, september Kwaliteitsdocument voor verantwoorde hulp bij het huishouden 23 Leidraad meldingen IGZ

19 en beperkt het toezicht zich tot het beoordelen van het rapport. Bij complexe of gevoelige incidenten doet de IGZ zelf onderzoek. In zeer uitzonderlijke gevallen wordt overgegaan tot verscherpt toezicht. De gemeenten houden toezicht op de aanbieders van zorg (voor zover niet vallend onder het toezicht van de IGZ). De gemeente moet de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning borgen. Volgens de wetgever kan dat o.a. door kwaliteitseisen te hanteren en toezicht te houden op de naleving daarvan 24. Het Sociaal Cultureel Planbureau heeft onderzoek gedaan naar de wijze waarop gemeenten dit doen 25. Aangrijpingspunt voor het toezicht door gemeenten is het kwaliteitssysteem van de instellingen. De kwaliteitseisen zijn meestal in contracten met de aanbieders vastgelegd. Minder dan de helft van de gemeenten houdt toezicht op de naleving van klachtenregelingen. Bijna alle gemeenten houden toezicht op de naleving van de overige kwaliteitsafspraken met aanbieders van zorg. Dit gebeurt vooral door het bekijken van inhoudelijke en financiële (jaar)rapportages en door periodieke voortgangsoverleggen. Waar het Rijk enerzijds gemeenten aanmoedigt om samen te werken met andere gemeenten bij de uitvoering van de Wmo, zien we anderzijds dat deze samenwerking niet gebeurt in het toezicht. Het horizontale toezicht op gemeentelijk niveau vindt plaats door de Raad, met ondersteuning van de Rekenkamer. Veel rekenkamers hebben enkele jaren na invoering van de Wmo onderzoek gedaan naar de invoering en uitvoering van de Wmo 26. Aangrijpingspunten zijn over het algemeen het kwaliteitssysteem en het bedrijfssysteem. Hoewel er plaatselijke accenten zijn, is de grote lijn duidelijk: de gemeenteraad heeft te weinig informatie om haar kaderstellende en controlerende taak uit te voeren 27. Daarnaast speelt het probleem dat de planning en control cyclus niet aansluit op het integrale karakter van de Wmo: de uitgaven worden over de bestaande potjes verdeeld, waardoor er al snel geen zicht meer is op het totaal Memorie van Toelichting Wmo 2007, Kamerstukken 2004/2005, Gemeentelijk Wmo-beleid 2010, Sociaal Cultureel Planbureau, mei Zie Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies voor rapportages van Rekenkamers over Wmo 27 Zie bijvoorbeeld Zicht op invoering en uitvoering; Rekenkamer Den Haag Zie bijvoorbeeld Grip houden, Onderzoek uitvoering Wmo; Rekenkamercommissie Boxtel

20 4 Het toezicht na Concept Jeugdwet Doel Het doel van de concept Jeugdwet is het jeugdstelsel vereenvoudigen en het effectiever en efficiënter maken met als uiteindelijk doel het versterken van de eigen kracht van de jongere en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van diens gezin en sociale omgeving Rollen Met deze wet wordt de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg gedecentraliseerd naar de gemeenten. De decentralisatie zorgt voor de bestuurlijke en financiële randvoorwaarden. De decentralisatie heeft betrekking op: provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, geestelijke gezondheidzorg voor jeugdigen, zorg voor jeugdigen met een verstandelijke beperking, begeleiding en persoonlijke verzorging van jeugdigen, vervoer bij begeleiding en persoonlijke verzorging van jeugdigen, kortdurend verblijf ten behoeve van jeugdigen, GGZ in het kader van het jeugdstrafrecht (forensische zorg) en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en van jeugdreclassering. Figuur 1: Huidige en nieuwe situatie Jeugdzorg 29 Het Rijk blijft systeemverantwoordelijk voor de jeugdzorg. Dit houdt in dat zij de noodzakelijke randvoorwaarden moet creëren. De Gemeentewet biedt het kader voor de lokale bestuurlijke verhoudingen en de interbestuurlijke verhoudingen. Dit wetsvoorstel voegt nog een extra dimensie toe, namelijk de gemeenten zijn verplicht om een plan op te stellen voor een integraal jeugdbeleid met een sterk agenda zettend karakter. Het wetsvoorstel verplicht gemeenten tot het vinden van maximaal lokaal draagvlak, maximale transparantie van het gemeentelijke beleid en tot horizontale verantwoording op lokaal niveau. Het rijk is terughoudend met het uitvragen van informatie en sluit 29 Memorie van toelichting Jeugdwet

21 aan op de bestaande informatiebronnen. Het rijk heeft wel een ondersteunende rol door het ontwikkelen van monitorinstrumenten, het bieden van handreikingen en het stimuleren van kwaliteit en innovatie Toezicht Het toezicht op de jeugdhulp heeft 2 belangrijke uitgangspunten: Burgers (jongeren en ouders) mogen erop vertrouwen dat daar waar wettelijke kwaliteitseisen worden gesteld aan de jeugdhulp, er ook controle op de naleving is. Voor uitvoerders (jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen)om te weten waarop zij gecontroleerd worden en welke gevolgen niet naleving van de wet kan hebben. In de Bestuursafspraken is afgesproken dat het Rijk in ieder geval toezicht houdt op: gesloten vormen van jeugdhulp, het van staatswege ingrijpen en wellicht sommige vormen van gespecialiseerde jeugdhulp. Met de Motie Dille heeft de Tweede Kamer verzocht om na de transitie van de jeugdzorg het integraal toezicht door de IGZ en IJZ bij alle vormen van jeugdzorg te behouden. Uit een consultatieronde blijkt dat de voorkeur uitgaat naar zoveel mogelijk eenduidige kwaliteitseisen. Het gevolg van de motie en de wens van eenduidige kwaliteitseisen leidt tot de logische keuze van 1 landelijk toezichtregime. Daarom is in het wetsvoorstel gekozen voor 1 landelijk en uniform toezicht op de aanbieders van jeugdhulp, gecertificeerde instellingen en organisaties die in het jeugddomein werkzaam zijn. Na de decentralisatie wordt het toezicht op het nieuwe jeugdstelsel door beide inspecties uitgevoerd. De IJZ heeft dan als taak het onderzoeken van de kwaliteit in algemene zin. De IGZ en IJZ houden samen toezicht op de naleving van de wet. Daar waar het gaat om de ten uitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen, wordt het toezicht uitgevoerd door de IVen J. IJZ en IVenJ werken nu al nauw samen en voor het nieuwe stelsel worden nadere afspraken gemaakt over hoe de rollen bij de samenwerking in het toezicht het beste vorm kunnen krijgen. Daarbij dient ook rekening te worden gehouden met de nieuwe rol van gemeenten en de vraag wat gemeenten van toezichthouders nodig hebben om hun nieuwe verantwoordelijkheid waar te kunnen maken. Zo nodig wordt het een en ander vastgelegd in een ministeriële regeling. De IJZ betrekt in de nieuwe situatie ook colleges van gemeenten bij de uitvoering van haar toezichttaak. Colleges kunnen hun wensen kenbaar maken voor het jaarwerkprogramma van de inspectie. Ook kunnen colleges (in georganiseerd verband) speciale aandacht vragen voor ambulante jeugdhulp, nieuwe aanbieders of gecertificeerde instellingen. Verder kan een college in overleg treden met de IJZ over ad hoc onderzoek bij een bepaalde aanbieder of gecertificeerde instelling. Bij het toezicht op de naleving van de wet door gecertificeerde instellingen wordt niet gekeken naar het voldoen aan de certificatie-eisen. Dit doet de certificerende instelling. De inspectie en certificerende instelling maken wel afspraken over informatie-uitwisseling en de afbakening van controle en toezicht. Op dit moment is nog niet duidelijk welke instelling de certificaten gaat uitreiken. De voorkeur gaat uit naar een instantie die reeds is aangesloten op de Raad voor Accreditatie. Het toezicht van de inspectie is aanvullend op de controles door de Raad voor Accreditatie. 21

22 Op grond van Artikel 2.12 hebben de ministers bij de jeugdzorg een aanwijzingsbevoegdheid in geval van ernstige tekortkomingen bij de rechtmatigheid. De aanwijzing heeft het karakter van een opdracht van de minister aan een gemeente om binnen een bepaalde termijn tot wetconforme uitvoering over te gaan. Dit leidt tot een beperktere aanwijzingsbevoegdheid dan in de Awb. Deze expliciete aanwijzigingsbevoegdheid sluit niet aan op het huidige interbestuurlijke toezicht, waarbij uit wordt gegaan van generieke toezichtinstrumenten. De IJZ heeft in juli 2013 haar Visie Landelijk toezicht jeugdhulp gepubliceerd. In deze visie geeft de IJZ aan wat haar toekomst beeld is bij het toezicht op de jeugdzorg. Aangegeven wordt op welke wijze het bestaande toezicht wordt toegesneden op de nieuwe context en doelen. Volgens de IJZ moeten de taken en rollen van de IJZ passen binnen besturingsfilosofie van de decentralisatie. De IJZ concludeert dat de belangrijkste veranderen in het toezicht zijn: 30 o o o o o De inspectie richt zich bij het programmeren van het toezicht op de kwaliteit van de jeugdzorg in algemene zin en op de naleving van de wettelijke eisen niet alleen op het belang en de wensen van de rijksoverheid maar ook op die van gemeenten. Zo levert zij een betekenisvolle bijdrage aan de verantwoordelijkheid van het Rijk en van de gemeenten ten aanzien van het stelsel en de uitvoering. De handhaving komt in handen te liggen van de inspectie en is gebaseerd op een gedegen en transparant handhavingsbeleid. De inspectie krijgt ruimere bevoegdheden en instrumenten om handhavende maatregelen te treffen ten aanzien van jeugdhulpaanbieders. Een evenwichtig samengesteld handhavinginstrumentarium geeft de inspectie de mogelijkheden om snel en gericht jeugdhulpaanbieders of professionals tot verbetering aan te zetten én om bedreigingen van de kwaliteit van de jeugdhulp snel en effectief aan te pakken. De doelstelling van de nieuwe wet en het nieuwe stelsel zijn gericht op integrale jeugdhulp. Dit brengt met zich mee dat ook de inspectie een integrale beoordeling van de kwaliteit van die hulp geeft. Een integrale informatieverzameling, een integrale beoordeling en een integrale interventie vormen de drie kenmerkende onderdelen van dit toezicht. Er komt een intensivering van het bestaande samenwerkend toezicht op jeugdzaken. Daarbij is samenwerking in het landelijk toezicht op de jeugdhulp door de relevante rijksinspecties de norm zonder dat organisatiestructuren deze in de weg staan. 4.2 Concept Participatiewet Doel Met de Participatiewet voert de regering het principe van één regeling consequent door voor iedereen die in staat is om te werken, ook de mensen met een arbeidsbeperking die daarvoor aangewezen zijn op ondersteuning. Voor iedereen uit deze doelgroep gaan dezelfde rechten en plichten gelden. 30 IJZ, Visie Landelijk Toezicht op de Jeugdzorg, blz. 34, Juli

Factsheet Rol van gemeenten en inspecties in het kader van toezicht

Factsheet Rol van gemeenten en inspecties in het kader van toezicht Factsheet Rol van gemeenten en inspecties in het kader van toezicht Ter voorbereiding op de Cursus crisismanagement tijdens de tweedaagse van de subcommissie Jeugd op 29 oktober 2014 geven we hier een

Nadere informatie

.., Algemene Rekenkamer. Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus Ei DEN HAAG. Geachte mevrouw Schippers,

.., Algemene Rekenkamer. Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus Ei DEN HAAG. Geachte mevrouw Schippers, Algemene Rekenkamer.., Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 Ei DEN HAAG Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag i mr. drs. H.M.W.G. Goossens 1 drs. A.B.M. GPoerich

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015

T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015 T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015 Utrecht, juni 2015 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie

Nadere informatie

Kwaliteit. 1 Inleiding. 2 De wettelijke voorwaarden. 2.1 Jeugdwet

Kwaliteit. 1 Inleiding. 2 De wettelijke voorwaarden. 2.1 Jeugdwet Kwaliteit 1 Inleiding Wat is kwaliteit van zorg en wat willen we als gemeenten samen met onze zorgaanbieders ten aanzien van kwaliteit afspreken? Om deze vraag te beantwoorden vinden twee bijeenkomsten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 797 Wijziging van diverse wetten op het terrein van de volksgezondheid in verband met de fusie van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 545 Uitvoering Wet Werk en Bijstand Nr. 189 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Gemeente

Hoofdstuk 2. Gemeente Fawzi Salih van K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd heeft voor u een eerste screening gemaakt van hoofdstuk 2. Het resultaat van de screening is terug te vinden op de volgende pagina s. De samenvatting per

Nadere informatie

Decentralisaties Ook de gemeente Waddinxveen heeft er mee te maken. Wat houden de decentralisaties in? Waar komt het vandaan? Waarom? 7 Oktober 2014 Waar komt het vandaan? Samen voor elkaar: de samenleving

Nadere informatie

De nieuwe Jeugdwet op hoofdlijnen. André Schoorl Programma stelselherziening jeugd

De nieuwe Jeugdwet op hoofdlijnen. André Schoorl Programma stelselherziening jeugd De nieuwe Jeugdwet op hoofdlijnen André Schoorl Programma stelselherziening jeugd Aanleiding Conclusies Parlementaire werkgroep 2011: - Huidige stelsel is versnipperd - Samenwerking rond gezinnen schiet

Nadere informatie

Financiën Sociaal Domein

Financiën Sociaal Domein Financiën Sociaal Domein VNG Expertisecentrum Gemeentefinanciën Hans Giesing september 2013 Decentralisatie Sociaal Domein (1) Bouwen op de eigen kracht van burgers Motto: één gezin, één plan, één regisseur

Nadere informatie

Aan: de gemeenteraad Vergadering: 23 juni 2014

Aan: de gemeenteraad Vergadering: 23 juni 2014 Aan: de gemeenteraad Vergadering: 23 juni 2014 Onderwerp: Kwaliteitseisen ten behoeve van opdrachtgeven in het sociaal domein Agendapunt: STATUS RAADSVOORSTEL Raadsbesluit. Wij stellen U voor om: 1. In

Nadere informatie

Lange Voorhout 8 Postbus EA Den Haag Sport. Dhr G. Koop (MSc) Postbus F Ei DEN HAAG T

Lange Voorhout 8 Postbus EA Den Haag Sport. Dhr G. Koop (MSc) Postbus F Ei DEN HAAG T Algemene Rekenkamer Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Lange Voorhout 8 Postbus 0015 500 EA Den Haag Sport Dhr G. Koop (MSc) Postbus 0350 F 070-344130 500 Ei DEN HAAG T 070-344344 E w g.koop rekenkamer.ni

Nadere informatie

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015 Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking Wat verandert er in de zorg in 2015 De zorg in beweging Wat verandert er in 2015? In 2015 verandert er veel in de zorg. Via een aantal

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk

Nadere informatie

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013 Stelselwijziging jeugd Informatie 20 februari 2013 Inhoud - Decentralisatie jeugdzorg - In dialoog met ouders www.krimpenaandenijssel.nl Was Wordt OUD NIEUW (2015) AWBZ J-LVG en PGB voor J-LVG / J-GGZ

Nadere informatie

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond Visie en Stappenplan Transitie Jeugdzorg IJmond versie 8 februari 2012 1 1. Aanleiding Gemeenten worden volgens het Regeerakkoord 2010-2014

Nadere informatie

Decentralisaties. Ingangsdatum 1 januari 2015: Jeugdzorg (behandeling in 1e kamer ws in feb 2014) Wmo 2015 / AWBZ. Participatiewet

Decentralisaties. Ingangsdatum 1 januari 2015: Jeugdzorg (behandeling in 1e kamer ws in feb 2014) Wmo 2015 / AWBZ. Participatiewet WIJeindhoven: landingsbaan 3D s Decentralisaties Ingangsdatum 1 januari 2015: Jeugdzorg (behandeling in 1e kamer ws in feb 2014) Wmo 2015 / AWBZ Participatiewet WIJeindhoven: landingsbaan 3D s Jeugdzorg

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst VGN Stand van Zaken Jeugdwet

Informatiebijeenkomst VGN Stand van Zaken Jeugdwet Informatiebijeenkomst VGN Stand van Zaken Jeugdwet Transitiebureau Jeugd September 2013 Stand van zaken jeugdwet en landelijke ontwikkelingen 2 Voorlichtingsbijeenkomst nieuwe jeugdwet Het gebeurt per

Nadere informatie

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond *2012/8521* 2012/8521 registratienummer 2012/8521 Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond 1. Aanleiding Gemeenten worden volgens het Regeerakkoord 2010-2014 en de Bestuursafspraken

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Postbus 20350 2509 EJ DEN HAAG. Geachte heer Van Rijn,

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Postbus 20350 2509 EJ DEN HAAG. Geachte heer Van Rijn, De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Postbus 20350 2509 EJ DEN HAAG Datum 8 augustus 2013 Onderwerp Wetsvoorstel versterking eigen kracht Uw kenmerk Ons

Nadere informatie

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek Betreft Vergaderdatum hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek 25-februari-2014 Gemeenteblad 2014 / Agendapunt Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. De hoofdlijnennotitie

Nadere informatie

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland Rotterdam, 14 december 2013 Programma Inleiding Overzicht stand van zaken Voorstellen sprekers landelijk, provinciaal

Nadere informatie

Transitieavond Maandag 16 april 2012 19.30 uur 22.00 uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

Transitieavond Maandag 16 april 2012 19.30 uur 22.00 uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV Transitieavond Maandag 16 april 2012 19.30 uur 22.00 uur 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV Kabinet Rutte Gemeenten zijn in staat de eigen kracht en de mogelijkheden van burgers en hun sociale netwerk

Nadere informatie

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013 presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013 Waarom decentraliiseireiri)? veranderde visie: van recht

Nadere informatie

opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg

opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg 1 inleiding aanleiding voor de quick scan In het regeerakkoord heeft het kabinet aangekondigd dat de jeugdzorg wordt gedecentraliseerd naar

Nadere informatie

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? overheden Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? overheden zorginstellingen

Nadere informatie

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet Pagina 1 van 6 Versie Nr.1 Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening Aan de raad. Participatiewet Beslispunten *Z00288A120 E* 1. Vast te stellen de Re-integratieverordening

Nadere informatie

WELKOM Informatiebijeenkomst wetsvoorstel jeugd

WELKOM Informatiebijeenkomst wetsvoorstel jeugd WELKOM Informatiebijeenkomst wetsvoorstel jeugd Transitiebureau Jeugd September 2013 Stand van zaken jeugdwet en landelijke ontwikkelingen 2 Voorlichtingsbijeenkomst nieuwe jeugdwet Het gebeurt per 1 januari

Nadere informatie

Kenniscafé Utrecht Stand van Zaken Jeugdwet

Kenniscafé Utrecht Stand van Zaken Jeugdwet Kenniscafé Utrecht Stand van Zaken Jeugdwet Transitiebureau Jeugd 1 Oktober 2013 Waarom doen we dit ook al weer? Evaluatie van de Wet op de jeugdzorg & Analyse van de parlementaire werkgroep Toekomstverkenning

Nadere informatie

AALTEN ACTUEEL. Agenda IN HET KORT... Gewijzigde data afvalinzameling en openingstijden met de feestdagen OPENBARE BEKENDMAKINGEN.

AALTEN ACTUEEL. Agenda IN HET KORT... Gewijzigde data afvalinzameling en openingstijden met de feestdagen OPENBARE BEKENDMAKINGEN. Iedere week worden in Aalten Actueel de openbare bekendmakingen gepubliceerd. U kunt het actuele nieuws volgen op www.aalten.nl, facebook en twitter. 9 december 2014 Gewijzigde data afvalinzameling en

Nadere informatie

Zelftest clie ntondersteuning voor gemeenten

Zelftest clie ntondersteuning voor gemeenten Zelftest clie ntondersteuning voor gemeenten Aanleiding Op 16 oktober heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen die de regering verzoekt om een zelftest aan gemeenten aan te reiken die gemeenteraden,

Nadere informatie

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh wim.hoddenbagh@vng.nl

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh wim.hoddenbagh@vng.nl Datum 27 oktober 2010 Onderwerp Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Telefoonnummer 070-3738602 Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim

Nadere informatie

Vernieuwen en vertrouwen

Vernieuwen en vertrouwen Vernieuwen en vertrouwen Samenvatting Vernieuwen en vertrouwen Gemeenten krijgen er in 2015 drie grote taken bij in het sociaal domein: jeugd, zorg en werk. Bovendien moeten gemeenten het sociaal domein

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014 Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014 Dit calamiteitenprotocol Wmo/Jeugdwet bevat proces- en communicatieafspraken wanneer zich een calamiteit of geweldsincident voordoet

Nadere informatie

Afsprakenkader. Stelselwijziging Jeugd. Factsheet

Afsprakenkader. Stelselwijziging Jeugd. Factsheet Stelselwijziging Jeugd Factsheet Afsprakenkader afstemming gemeenten en rijksinspecties over de uitvoering van het landelijk toezicht in het jeugddomein 2 Stelselwijziging Jeugd 1. Uitgangspunten a. Deze

Nadere informatie

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort Het sociaal domein Renate Richters Els van Enckevort Om te beginnen vijf stellingen Zijn ze waar of niet waar? - 2 - Stelling 1 Ongeveer 5% van de jeugdigen in Nederland heeft met (een vorm van) jeugdzorg

Nadere informatie

Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag

Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend Utrecht, maart 2014 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie

Nadere informatie

Zozijn en de Stelselwijzigingen. Zozijn participeert!

Zozijn en de Stelselwijzigingen. Zozijn participeert! Zozijn en de Stelselwijzigingen Zozijn participeert! Doel van deze bijeenkomst Informeren over belangrijke veranderingen De impact hiervan op de dienstverlening en cliënten De aanpak van Zozijn Vragen

Nadere informatie

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 Waar gaan we het over hebben? 1. Waarom decentraliseren? 2. Decentralisatie Jeugdzorg 3. Decentralisatie

Nadere informatie

Veranderingen in de zorg Algemene Wet Bijzondere Ziekte Kosten. Jeugdzorg wordt Jeugdhulp

Veranderingen in de zorg Algemene Wet Bijzondere Ziekte Kosten. Jeugdzorg wordt Jeugdhulp Veranderingen in de zorg. Algemene Wet Bijzondere Ziekte Kosten. Het kabinet wil de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vanaf 2015 ingrijpend hervormen. De taakverdeling ziet er vanaf 2015 op hoofdlijnen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 29 304 Certificatie en accreditatie in het kader van het overheidsbeleid Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Vanaf 1 januari 2015 zijn wij als gemeente verantwoordelijk voor de jeugdhulp in Hendrik-Ido- Ambacht.

Nadere informatie

Transities in het sociale domein

Transities in het sociale domein Transities in het sociale domein 3 transities Transities De landelijke overheid brengt een aantal taken in het sociale domein naar gemeenten. Het gaat om het decentraliseren van alle taken rond Jeugd en

Nadere informatie

Hervorming Langdurige Zorg. Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans

Hervorming Langdurige Zorg. Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans Hervorming Langdurige Zorg Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans Hervorming langdurige zorg Waarom? 1. Meer voor elkaar zorgen 2. Betere kwaliteit ondersteuning en zorg 3. Financiële houdbaarheid

Nadere informatie

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP Vanaf 2015 krijgt de gemeente er zorgtaken bij. Een deel van de zorg die nu via het zorgkantoor vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) loopt, gaat

Nadere informatie

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk!

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk! Decentralisatie Jeugdzorg Van transitie naar transformatie Samen maken we het mogelijk! 13 oktober 2011 Drentse pilot jeugd Waar gaat het om? Opvoed- en opgroeiondersteuning Jeugdgezondheidszorg Opvoed-

Nadere informatie

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis Utrecht, juli 2016 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie

Nadere informatie

Over welke taken jeugdzorg gaat het? Jeugdzorg Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugd GGZ Zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen

Over welke taken jeugdzorg gaat het? Jeugdzorg Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugd GGZ Zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen Transitie Jeugdzorg Inhoud Waar gaat het over? Over welke taken jeugdzorg gaat het? Waarom een transitie? Om welke cliënten gaat het? Wie zijn betrokken? Wanneer vindt de transitie plaats? Financiële aspecten

Nadere informatie

Transformaties in rijks- en lokaal beleid. 19 september 2013 Jolanda Verbiesen

Transformaties in rijks- en lokaal beleid. 19 september 2013 Jolanda Verbiesen Transformaties in rijks- en lokaal beleid 19 september 2013 Jolanda Verbiesen Waar geven gemeenten geld aan uit? 1. Salarissen ambtenaren 2. Overdrachtsuitgaven (oa. Bijstand) 3. Inkoop tot 2007 ca. 1000,-

Nadere informatie

Persoonsgebonden budget (pgb) Informatiebijeenkomst Gemeente Houten

Persoonsgebonden budget (pgb) Informatiebijeenkomst Gemeente Houten Persoonsgebonden budget (pgb) Informatiebijeenkomst Gemeente Houten Welkomstwoord door Michiel van Liere, wethouder Jeugd Toelichting op het persoonsgebonden budget (pgb) Jeugd door Aagje Meijer, projectleider

Nadere informatie

NOTITIE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN FRIESE GEMEENTELIJKE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN WMO TOEZICHT. Werkgroep Provinciaal Toezicht

NOTITIE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN FRIESE GEMEENTELIJKE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN WMO TOEZICHT. Werkgroep Provinciaal Toezicht NOTITIE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN FRIESE GEMEENTELIJKE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN WMO TOEZICHT Werkgroep Provinciaal Toezicht Inhoud Inleiding... 3 Aanleiding... 3 Verschil toezicht op rechtmatigheid

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 6 oktober 2016

No.W /III 's-gravenhage, 6 oktober 2016 ... No.W12.16.0278/III 's-gravenhage, 6 oktober 2016 Bij Kabinetsmissive van 19 september 2016, no.2016001566, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) en van de begrotingsstaten

Nadere informatie

Vrijwillige overstap naar nieuwe Wajong mogelijk vanaf 2013

Vrijwillige overstap naar nieuwe Wajong mogelijk vanaf 2013 Regelingen en voorzieningen CODE 1.3.3.37 Vrijwillige overstap naar nieuwe Wajong mogelijk vanaf 2013 bronnen www.rijksoverheid.nl, nieuwsbericht d.d. 2.11.2012 Hulp bij vinden baan voor mensen in oude

Nadere informatie

DECENTRALISATIE STAND VAN ZAKEN BREDE COMMISSIE 26 AUGUSTUS 2013

DECENTRALISATIE STAND VAN ZAKEN BREDE COMMISSIE 26 AUGUSTUS 2013 DECENTRALISATIE STAND VAN ZAKEN BREDE COMMISSIE 26 AUGUSTUS 2013 Doel: Informeren over proces tot nu toe Informeren over vervolgstappen Opbouw presentatie Wat is er aan de hand? Wat hebben we tot nu toe

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen. tekst raadsvoorstel Inleiding Vanaf januari 2015 (met de invoering van de nieuwe jeugdwet) worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.

Nadere informatie

Is er nog ruimte voor kaderstelling? Een goede controle begint vóór 1 januari 2015. Decentralisaties in het sociaal domein in Dordrecht

Is er nog ruimte voor kaderstelling? Een goede controle begint vóór 1 januari 2015. Decentralisaties in het sociaal domein in Dordrecht Is er nog ruimte voor kaderstelling? Een goede controle begint vóór 1 januari 2015 Decentralisaties in het sociaal domein in Dordrecht Fase 2 van het onderzoek naar de drie Decentralisaties in het sociale

Nadere informatie

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012 Nieuwe taken naar gemeenten de mens centraal 21 mei 2012 1 Visie gemeente Den Helder Strategische Visie Sociale Structuurvisie Woon / Leefklimaat Integrale Participatie Onderwijs Ontwikkeling Beeld van

Nadere informatie

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen Utrecht, april 2016 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Inspectie Werk en Inkomen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Inspectie Werk en Inkomen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Het college van Burgemeester en Wethouders Inspectie Werk en Inkomen Wilhelmina van Pruisenweg 52 drs. C.H.L.M. van de Louw D a t u m 2 6 OKT. 2011 Betreft Aanbieding Programmarapportages

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg. 2 april 2014 Ronald Buijs Directeur Yulius KJP

Transitie Jeugdzorg. 2 april 2014 Ronald Buijs Directeur Yulius KJP Transitie Jeugdzorg 2 april 2014 Ronald Buijs Directeur Yulius KJP 2 Vragen van het organisatiecomité De transities in het sociale domein, een antwoord op? Wat is de transitie Jeugdzorg precies? Hoe ziet

Nadere informatie

Passend Onderwijs & Transitie Jeugdzorg 16 september 2013

Passend Onderwijs & Transitie Jeugdzorg 16 september 2013 Passend Onderwijs & Transitie Jeugdzorg 16 september 2013 Arjan Reniers a.reniers@hco.nl Instructie Onze school beschikt over een ondersteuningsprofiel en ik weet (in grote lijnen) wat daarin staat. Ja

Nadere informatie

De ondersteuning en zorg voor kinderen en hun opvoeders wordt in het huidige stelsel gefinancierd door meerdere partijen:

De ondersteuning en zorg voor kinderen en hun opvoeders wordt in het huidige stelsel gefinancierd door meerdere partijen: Bijlage DECENTRALISATIE JEUGDZORG Aanleiding tot de decentralisatie jeugdzorg De ondersteuning en zorg voor kinderen en hun opvoeders wordt in het huidige stelsel gefinancierd door meerdere partijen: Financiering

Nadere informatie

Algemene Rekenkamer. Ontwerp Besluit Jeugdwet; overleg op grond van artikel 96 Comptabiliteitswet Geachte heer Van Rijn,

Algemene Rekenkamer. Ontwerp Besluit Jeugdwet; overleg op grond van artikel 96 Comptabiliteitswet Geachte heer Van Rijn, Het De - De Het Algemene Rekenkamer Algemene Rekenkamer Lange Voorhout S Staatssecretaris van Volksgezondheid, Postbus 20015 Welzijn en Sport 2500 EA Den Haag Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG T w www.rekenkamernl

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 maart 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 maart 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar 1. Inleiding Dit protocol bevat proces- en communicatieafspraken tussen jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen

Nadere informatie

ECSD/U Lbr. 14/010

ECSD/U Lbr. 14/010 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Bestuurljke afspraken clientondersteuning Wmo uw kenmerk ons kenmerk ECSD/U201400446 Lbr. 14/010 bijlage(n)

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het sociale domein

Ontwikkelingen in het sociale domein Ontwikkelingen in het sociale domein Wat zijn de gevolgen van de decentralisaties September 2013 Welkom De 3 decentralistatie in het sociale domein AWBZ naar Wmo Participatiewet Jeugdwet De 3 decentralistatie

Nadere informatie

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg Beleid Jeugdhulp De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg Agenda Wie ben ik? - Sandra Raaijmakers, beleidsmedewerker jeugdzorg Wat is mijn doel voor de avond? - Informeren over stand

Nadere informatie

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom? Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom? Het ministerie van VWS heeft wee websites in het leven geroepen die hierover uitgebreid informatie geven www.dezorgverandertmee.nl en www.hoeverandertmijnzorg.nl

Nadere informatie

Nadere regels jeugdhulp gemeente Voorschoten Definitieve versie

Nadere regels jeugdhulp gemeente Voorschoten Definitieve versie Nadere regels jeugdhulp gemeente Voorschoten 2015 Definitieve versie Inhoudsopgave Nadere regels jeugdhulp gemeente Voorschoten 2015... 3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 Artikel 2 Vormen van jeugdhulp...

Nadere informatie

Presentatie stand van zaken bovenlokale samenwerking sociaal domein

Presentatie stand van zaken bovenlokale samenwerking sociaal domein Alleen gesproken woord geldt Presentatie stand van zaken bovenlokale samenwerking sociaal domein Door Annemarie Jorritsma Dames en heren, We zijn allemaal volop aan de slag met de voorbereidingen van de

Nadere informatie

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden INLEIDING: Veel bijeenkomsten bezocht en meegedacht die gaan over de transitie. Inschrijven en verkrijgen van een raamovereenkomst met de 14 Twentse gemeenten De planning voor 2015 maken tot zover de indicatie

Nadere informatie

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014 DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN Raadsvoorstellen 2014 Presentatie: 11-12 12-20132013 Planning raadsbesluiten Beleidskader (nieuwe Wmo en Jeugdwet): januari 2014 Transitiearrangement Zorg voor Jeugd: :

Nadere informatie

Regiemodel Jeugdhulp 2015

Regiemodel Jeugdhulp 2015 Regiemodel Jeugdhulp 2015 Visie op de inrichting van een nieuw stelsel voor jeugdhulp na de decentralisatie versie 1 november 2012 Registratienr. 12.0013899 1 INLEIDING... 2 1.1 Schets van de opbouw van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500EA Den Haag Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties DG Bestuur, Ruimte en Wonen Directie D&B www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Startnotitie. Invoeren Wet revitalisering generiek toezicht. Informatie: Versiebeheer: Registratienummer Vaststelling Directie Vaststelling College

Startnotitie. Invoeren Wet revitalisering generiek toezicht. Informatie: Versiebeheer: Registratienummer Vaststelling Directie Vaststelling College Startnotitie Invoeren Wet revitalisering generiek toezicht Informatie: Registratienummer Vaststelling Directie Vaststelling College Portefeuillehouder Opdrachtgever Opdrachtnemer S.C.G.M. den Dulk-Winder

Nadere informatie

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van); Ontwerpbesluit van [[ ]] Houdende regels met betrekking tot de werkzaamheden die het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen uitvoert om te beoordelen of een persoon uitsluitend in een beschutte omgeving

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 Het college van burgemeester en wethouders van Tiel; Gelet op artikel 3.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 4.1.8 van de Jeugdwet, Besluit vast te stellen het volgende: Calamiteitenprotocol

Nadere informatie

b. In het eerste lid, onderdeel l, wordt bij besluit als bedoeld in artikel 21 vervangen door: bij besluit als bedoeld in artikel 20.

b. In het eerste lid, onderdeel l, wordt bij besluit als bedoeld in artikel 21 vervangen door: bij besluit als bedoeld in artikel 20. 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet basisvoorziening kinderopvang) Vierde nota van wijziging Het voorstel

Nadere informatie

Samenwerkend Toezicht Jeugd Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Toezichtkader Stelseltoezicht Jeugd

Samenwerkend Toezicht Jeugd Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Toezichtkader Stelseltoezicht Jeugd Samenwerkend Toezicht Jeugd Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Toezichtkader Stelseltoezicht Jeugd Utrecht, maart 2015 In Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) is al het rijkstoezicht georganiseerd

Nadere informatie

Gemeente Midden-Delfland

Gemeente Midden-Delfland r Gemeente Midden-Delfland 2013-25758 (BIJLAGE) Memo Concept wettekst nieuwe Wmo Deze informatiebrief gaat in op de hervorming van de langdurige zorg in Nederland en specifiek de concept wettekst van de

Nadere informatie

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015 Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015 De raad van de gemeente Velsen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2014 met nummer..; gelet op de artikelen 2.9,

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DGBK Bestuur, Democratie en Financiën - Project Decentralisaties Contactpersoon P.B. Schavemaker pieter.schavemaker@

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 606 Jeugdzorg 2003 2006 Nr. 24 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Gemeenten moeten daarbij mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunen en voorkomen dat inwoners op ondersteuning aangewezen zijn.

Gemeenten moeten daarbij mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunen en voorkomen dat inwoners op ondersteuning aangewezen zijn. DE CONCEPT WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015 in het kort Onderstaand schetsen wij de contouren van de nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning. Vervolgens wordt een samenvatting gegeven van de concept

Nadere informatie

Bijlage 6 Wettelijke kaders, gemeentelijke taken en nieuwe ontwikkelingen

Bijlage 6 Wettelijke kaders, gemeentelijke taken en nieuwe ontwikkelingen Bijlage 6 Wettelijke kaders, gemeentelijke taken en nieuwe ontwikkelingen Een groot aantal wetten is van invloed op het integrale jeugdbeleid. Als lokale overheid heeft de gemeente Heerenveen een eigen

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, nr. ;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, nr. ; Ontwerpbesluit van tot aanpassing van het Besluit advisering beschut werk Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, nr. ; Gelet op de artikelen 10b, tweede lid,

Nadere informatie

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst 25-08- Inleiding Met de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle burgers met arbeidsvermogen die ondersteuning

Nadere informatie

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland 1 Inspectie Jeugdzorg Utrecht, oktober 2015 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Startnotitie Ontwikkeltafel Kwaliteit 1

Startnotitie Ontwikkeltafel Kwaliteit 1 Startnotitie Ontwikkeltafel Kwaliteit 1 tbv de bijeenkomst op 10 april 2015 1 Inleiding In 2014 is in verschillende ontwikkeltafels het inkoopbeleid, inclusief de DVO-2015 ontwikkeld. In deze ontwikkeltafels

Nadere informatie

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting -

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting - Kadernota Sociaal Domein Managementsamenvatting Kadernota Sociaal Domein Managementsamenvatting DOEN wat nodig is Managementsamenvatting - 1 - Kadernota sociaal domein 2 Doen wat nodig is De gemeente Almere

Nadere informatie

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar 1. Inleiding Dit protocol bevat proces- en communicatieafspraken tussen jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen

Nadere informatie

Veelgestelde vragen & antwoorden. zorg, wmo 2015, jeugd, werk, pgb en overgangsregelingen

Veelgestelde vragen & antwoorden. zorg, wmo 2015, jeugd, werk, pgb en overgangsregelingen Veelgestelde vragen & antwoorden zorg, wmo 2015, jeugd, werk, pgb en overgangsregelingen Algemeen Wat verandert er? De zorg in Nederland wordt vanaf 2015 geregeld in vier wetten: De Wet langdurige zorg

Nadere informatie

Kwaliteit en Rechtmatigheid in de Wmo 2015 en Jeugdwet. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Kwaliteit en Rechtmatigheid in de Wmo 2015 en Jeugdwet. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Kwaliteit en Rechtmatigheid in de Wmo 2015 en Jeugdwet Steller M. Gabry De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 70 73 Bijlage(n) - Ons kenmerk 5418938 Datum

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Kaderstellend en besluitvormend. Aan de Raad Agenda nr. 6 Vaststellen concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio.

RAADSVOORSTEL Kaderstellend en besluitvormend. Aan de Raad Agenda nr. 6 Vaststellen concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio. RAADSVOORSTEL Kaderstellend en besluitvormend Aan de Raad Agenda nr. 6 Vaststellen concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio. Datum 26 februari 2014 1. Samenvatting In de strategische

Nadere informatie

aanbesteding en inkoop 3D

aanbesteding en inkoop 3D aanbesteding en inkoop 3D 9 juli 2015 1 inleiding In het onderzoeksprogramma dat de Rekenkamer Lansingerland op 20 februari 2015 aan de raad heeft gestuurd, is een onderzoek aangekondigd naar de aanbesteding

Nadere informatie

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning; Oude en nieuwe Wmo De Tweede Kamer is akkoord met het Voorstel van wet Wmo 2015. Na behandeling in de Eerste Kamer zal dit voorstel eind 2014 de huidige Wmo gaan vervangen. Tussen de huidige Wmo en het

Nadere informatie

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin)

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin) Vergadering: 11 maart 2014 Agendanummer: 9 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin) Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie