organisaties plaatsgevonden. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "organisaties plaatsgevonden. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALING"

Transcriptie

1 DE NEDERLANDSCHE BANK Regeling liquiditeit Regels aan kredietinstellingen in het belang van hun liquiditeit en beleidsregels met betrekking tot het verlenen van een ontheffing van de regels inzake liquiditeit (Regeling liquiditeit) De Regeling liquiditeit stelt regels met betrekking tot de minimaal aan te houden liquiditeit door kredietinstellingen alsmede met betrekking tot de rapportage daarvan aan de Bank. De regeling is erop gericht te bewerkstelligen dat kredietinstellingen voldoende liquide activa ter beschikking hebben om tijdig en zonder noemenswaardige verliezen, op korte termijn te kunnen voldoen aan hun verplichtingen. Meer in het bijzonder beogen de liquiditeitsregels ervoor te zorgen dat een solvabele kredietinstelling in staat is een acute liquiditeitskrapte op korte termijn het hoofd te bieden. De regeling vindt haar grondslag in de artikelen 5, 21, 34, 41, eerste lid, en 55 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 (Wtk 1992). De regeling is van toepassing op alle onder toezicht van de Bank staande instellingen waarop artikel 21 Wtk 1992 van toepassing is, daarbij inbegrepen de bijkantoren in Nederland van elders gevestigde kredietinstellingen. De regeling is als volgt ingericht. In hoofdstuk 1 zijn de in de regeling toegepaste definities opgenomen. Hoofdstuk 2 bevat algemeen verbindende voorschriften als bedoeld in artikel 21, eerste lid, Wtk In hoofdstuk 3 zijn de beleidsregels opgenomen zoals die door de Bank worden gehanteerd met betrekking tot de toepassing van de ontheffingsbevoegdheid van artikel 21, vierde lid, juncto artikel 55, vierde en negende lid, Wtk Hoofdstuk 4 ten slotte, bevat de slotbepalingen ter zake van de inwerkingtreding en de intrekking van andere regelingen. De Regeling codificeert het Memorandum inzake de liquiditeitsrapportage en toetsing van de liquiditeitsvereisten d.d. 1 juli Voorafgaand aan de vaststelling van zowel het Memorandum als onderhavige regeling heeft het op grond van artikel 21, tweede lid, Wtk 1992 voorgeschreven overleg met de representatieve organisaties plaatsgevonden. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALING Artikel 1 Definities Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a) Bank: De Nederlandsche Bank NV; b) Bijlage: De bij deze regeling gevoegde bijlage; c) Derivaten: financiële instrumenten waarvan de marktwaarde is afgeleid van een referentiewaarde, zoals swaps, opties en termijncontracten, zowel beurs- als niet-beursgenoteerd; d) Convertibele valuta: de valuta s van de G10-landen, de landen die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte (EER) en de valuta s van Australië en Nieuw- Zeeland; e) Instelling: een kredietinstelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1, Wtk 1992 die: 1 een vergunning als bedoeld in artikel 6 Wtk 1992 heeft verkregen, daaronder begrepen de al dan niet zelfstandige in Nederland of elders gevestigde directe of indirecte onderdelen, zoals dochters, bijkantoren en, volledig dan wel voor het deelnemingspercentage, joint ventures; 2 een vergunning als bedoeld in artikel 38 Wtk 1992 heeft verkregen, daaronder begrepen haar in of vanuit Nederland uitgeoefende bedrijf; of 3 ingevolge artikel 31 Wtk 1992 in Nederland het bedrijf van kredietinstelling mag uitoefenen daaronder begrepen haar in of vanuit Nederland uitgeoefende bedrijf; f) Kalenderpost: een actief- of passiefpost waarvan de kasinstromen respectievelijk kasuitstromen als gevolg van aflossing of rentebetalingen in de vervalkalender worden opgenomen; g) Kalenderposten van het kernbedrijf: de verstrekte leningen met een vaste termijn aan overige tegenpartijen en de opgenomen gelden van overige tegenpartijen met een vaste termijn, inclusief te ontvangen respectievelijk te betalen rente; h) Liquiditeitsrisico: de bestaande of toekomstige bedreiging van vermogen en resultaat van de instelling als gevolg van de mogelijkheid dat de instelling op enig moment niet in staat zal zijn aan haar korte-termijnbetalingsverplichtingen te voldoen zonder dat dit gepaard gaat met onaanvaardbare kosten of verliezen; i) Liquiditeitsoverschot: de aanwezige liquiditeit voor zover groter dan de vereiste liquiditeit; j) Liquiditeitstekort: de vereiste liquiditeit voor zover groter dan de aanwezige liquiditeit; k) Maandperiode: eerste kalendermaand volgend op de verslagdatum; l) Officiële stand-by faciliteit: een liquiditeitsgarantie, die in het kader van het toezicht op kredietinstellingen is ontvangen van respectievelijk afgegeven door een binnenlandse of buitenlandse bank; m) Professionele geldmarktpartij: een onderneming of instelling niet zijnde een kredietinstelling, die in het kader van haar middelenbeheer zaken doet in de geldmarkt met bij de geldmarkt passende volumes en op die markt met enige regelmaat opereert op een manier die vergelijkbaar is met die van kredietinstellingen; n) Regeling: deze Regeling liquiditeit; o) Voorraadposten: liquide activa die niet in de vervalkalender worden opgenomen; p) Weekperiode: eerste zeven kalenderdagen volgend op de verslagdatum. De Bijlage maakt integraal onderdeel uit van de regeling. Joint ventures worden naar keuze van de instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, onder 1, volledig of voor het deelnemingspercentage in de rapportage opgenomen. (Zie ook de toelichting bij artikel 5, tweede lid.) De kalenderposten van het kernbedrijf betreffen de posten 5.4.3, en zoals opgenomen in de bijlage. Voor toelichting op het begrip Officiële stand-by faciliteit wordt verwezen naar hetgeen bij dit begrip Uit: Staatscourant 24 juni 2004, nr. 118 / pag. 35 1

2 is vermeld in de Begrippen en definities, Handboek Wtk, onderdeel Het is niet mogelijk om eenduidig partijen te definiëren die als professionele tegenpartijen kunnen worden gekwalificeerd. Dit hangt immers af van de specifieke omstandigheden. Daarom dienen de instellingen zelf aan de hand van de genoemde criteria transacties te kwalificeren als geldmarkttransacties met professionele tegenpartijen. Als voorbeeld van een professionele geldmarktpartij kan worden genoemd: de op de geldmarkt opererende institutionele belegger of grote onderneming die aldaar transacties kan aangaan met een omvang van circa eur 25 miljoen of meer, voor zover de transacties die rapporterende instelling met de desbetreffende partij aangaat een omvang van ten minste eur 5 miljoen hebben. HOOFDSTUK 2 REGELS INZAKE LIQUIDITEIT Artikel 2 Liquiditeitseisen 1 De instelling beschikt doorlopend over voldoende liquiditeit in verhouding tot de liquiditeitsrisico s waaraan zij bloot staat. Zij draagt er voor zorg dat haar totale aanwezige liquiditeit op elk moment groter of ten minste gelijk is aan de totale vereiste liquiditeit. 2 De instelling is verantwoordelijk voor een zodanige aansluiting van haar liquiditeitspositie met die van haar dochtermaatschappijen, dat geen afbreuk wordt gedaan aan de liquiditeitspositie van de instelling zelf. In dit verband wordt gewezen op de Regeling organisatie en beheersing, Handboek Wtk, onderdeel 4201, in het bijzonder het bepaalde in 1.1, Verantwoordelijkheid van de instelling en 2.3, Liquiditeitsrisico. Daarin staan de uitgangspunten en eisen opgenomen zoals die door de Bank worden gesteld aan onder meer de verantwoordelijkheid van de instelling met betrekking tot de beheersing van haar liquiditeitsrisico s. De liquiditeitseisen zijn van toepassing op concernniveau. Dat wil zeggen dat, met inachtneming van de bepalingen van deze regeling, het binnenlandse én buitenlandse bedrijf van de instelling in de liquiditeitstoetsing is betrokken. Het in het eerste lid gestelde brengt mee dat van de instelling wordt verwacht dat zij aannemelijk kan maken dat ook in de tussen de verslagdata liggende perioden wordt voldaan aan de liquiditeitseisen van de Bank. Artikel 3 Aanwezige liquiditeit 1 De aanwezige liquiditeit in de weekperiode bestaat uit de gewogen voorraadposten en de gewogen kasinstroom van de kalenderposten gedurende de weekperiode, alsmede officiële stand-by faciliteiten. De toepasselijke posten en wegingspercentages zijn opgenomen in de bijlage. 2 Als aanwezige liquiditeit in de weekperiode komen uitsluitend in aanmerking de activa die in het kader van het dagelijkse liquiditeitenbeheer aan de instelling ter beschikking staan teneinde te kunnen voorzien in de directe liquiditeitsbehoefte, alsmede de inkomende kasstromen uit het kernbedrijf waarmee in het kader van het dagelijkse liquiditeitenbeheer expliciet rekening wordt gehouden, daaronder begrepen: a) effecten op basis waarvan op korte termijn liquide middelen kunnen worden verkregen door verkoop of belening zonder dat dit gepaard gaat met meer dan marginale kosten of verliezen; b) onmiddellijk opeisbaar interbancair actief; en c) onmiddellijk opeisbare vorderingen op overheden en professionele geldmarktpartijen. 3 De aanwezige liquiditeit in de maandperiode bestaat uit de gewogen voorraadposten en de gewogen kasinstroom gedurende de maandperiode. De toepasselijke posten en wegingspercentages zijn opgenomen in de bijlage. 4 De te ontvangen rente mag naar keuze van de instelling tot de aanwezige liquiditeit worden gerekend. Indien de te ontvangen rente tot de aanwezige liquiditeit wordt gerekend, wordt eveneens de te betalen rente tot de vereiste liquiditeit gerekend. 5 Direct opeisbare tegoeden bij nietkredietinstellingen of niet-professionele geldmarktpartijen worden niet tot de aanwezige liquiditeit gerekend. De als aanwezige liquiditeit in de weekperiode op te nemen posten dienen in het kader van het dagelijkse liquiditeitenbeheer direct inzetbaar te zijn om te kunnen voorzien in de liquiditeitsbehoefte die zich voordoet. Om de kasinstromen in de weekperiode in de rapportage te kunnen opnemen dient de treasury-afdeling vooraf voldoende zicht te hebben op deze kasinstromen. De aanwezige liquiditeit in de maandperiode is breder gedefinieerd dan die in de weekperiode. De aanwezige liquiditeit binnen de maandperiode omvat mede de gewogen voorraadposten die binnen de weekperiode tot de aanwezige liquiditeit worden gerekend, mogelijk overigens op basis van een andere administratie. Om op centraal niveau tot de aanwezige liquiditeit te kunnen worden gerekend, zowel in de week- als maandperiode, dienen de activa binnen de instelling feitelijk beschikbaar en dus onbelemmerd overdraagbaar te zijn. Het begrip effecten is in de regeling niet nader gedefinieerd. In het kader van het liquiditeitstoezicht wordt een ruime uitleg van dit begrip toegepast. Als richtinggevend kan worden beschouwd de definitie van effecten zoals opgenomen in artikel 1, onder a, Wet toezicht effectenverkeer Artikel 4 Vereiste liquiditeit 1 De vereiste liquiditeit bestaat uit de som van de gewogen uitgaande kasstromen op basis van de kalenderposten, vermeerderd met de niet in de kalender opgenomen gewogen toevertrouwde middelen en overige posten die opgevraagd kunnen worden of tot een betalingsverplichting kunnen leiden, gedurende de weekperiode respectievelijk de maandperiode. De toepasselijke posten en wegingspercentages zijn opgenomen in de bijlage. 2 De te betalen rente mag naar keuze van de instelling buiten de berekening van de vereiste liquiditeit worden gelaten. Indien de te betalen rente buiten de berekening van de vereiste liquiditeit wordt gelaten, wordt eveneens de te ontvangen rente buiten de berekening van de aanwezige liquiditeit gelaten. De wegingspercentages met betrekking tot de niet-kalenderposten veronderstellen dat er binnen de desbetreffende perioden niet meer dan de Uit: Staatscourant 24 juni 2004, nr. 118 / pag. 35 2

3 aangegeven percentages aan liquiditeit zullen afvloeien als gevolg van opvragingen of betalingsverplichtingen. De wegingspercentages met betrekking tot de kalenderposten, voor zover lager dan 100%, veronderstellen dat een deel van de vervallende gelden, ter grootte van het verschil van het aangegeven percentage en 100%, doorgerold (opnieuw ingelegd) zal worden. Artikel 5 Rapportage 1 De instelling rapporteert maandelijks aan de Bank: a) de aanwezige liquiditeit en de vereiste liquiditeit over de weekperiode en de maandperiode voor de in de bijlage aangegeven posten en wegingspercentages; en b) de kasinstroom en kasuitstroom over de volgende termijnen: 1 de periode van twee maanden volgend op de maandperiode; 2 de periode van drie maanden volgend op de onder 1 genoemde periode; 3 de periode van zes maanden volgend op de onder 2 genoemde periode; en 4 de periode die volgt op de onder 3 genoemde periode. 2 De rapportage aan de Bank is gebaseerd op systematisch toegepaste uitgangspunten en vindt plaats aan de hand van de door de Bank ter beschikking gestelde rapportageformulieren en handleiding. Op basis van de maandelijkse rapportage vindt een toetsing plaats van de liquiditeitspositie tot één maand en daarbinnen afzonderlijk in de eerste week, beide gerekend vanaf de verslagdatum. De week- en maandtoetsing zijn gebaseerd op verschillende veronderstellingen. De toetsing over de eerste weekperiode gaat ervan uit dat indien een acute liquiditeitscrisis optreedt, een instelling in eerste instantie zal vertrouwen op de portefeuille die de treasury-afdeling ter beschikking staat om in de liquiditeitsbehoefte te voorzien. De instelling zal niet direct overgaan tot de verkoop van activa die niet onder het beheer van de treasury-afdeling zijn gebracht. Binnen de maandperiode heeft de instelling evenwel de tijd om zich op de onvoorziene ontwikkelingen in de liquiditeitspositie te beraden. Hierbij is het onder meer mogelijk dat bepaalde activa die niet onder treasury-beheer vallen (tegen een discount) verkocht worden om in de nieuwe liquiditeitsbehoefte te voorzien. Ook kan intussen het kredietbeleid worden aangepast en worden in beginsel alle kalenderposten binnen de relevante horizon in de berekeningen betrokken. Ter observatie zijn in de kalender de volgende looptijdbanden opgenomen: 1-<3 maanden, 3-<6 maanden, 6-<12 maanden en >12 maanden. De formele vaststelling of er mogelijk sprake is van een tekort aan liquiditeit zal zich beperken tot de liquiditeitsposities op de termijnen tot één week en tot één maand. In de rapportage worden aan de actiefzijde twee soorten posten onderscheiden: voorraadposten ; dit zijn erkende liquide activa, en kalenderposten; dit zijn posten waarvan de kasinstromen geheel of ten dele in een vervalkalender worden opgenomen. Zowel de voorraadposten als de kasinstroomposten worden in het kader van de liquiditeitstoetsing gewogen ter berekening van de aanwezige liquiditeit. De kasstroomposten in de vervaltermijnen groter dan 1 maand worden ongewogen in de rapportage opgenomen. De onderscheiden posten en wegingspercentages zijn opgenomen in de bijlage bij de regeling. Voorraadposten worden niet in de vervalkalender opgenomen. Voorraadposten betreffen posten die directe liquiditeit vertegenwoordigen, zoals kasmiddelen, maar ook alle goed verhandelbare instrumenten die door verkoop of belening op korte termijn kasmiddelen kunnen genereren. In de rapportage wordt door middel van een weging de liquiditeitswaarde van de voorraadposten nader bepaald. Deze liquiditeitswaarde bepaalt de mate waarin de voorraadposten deel uitmaken van de totale aanwezige liquiditeit. De kasstromen op basis van kalenderposten, zoals vervallende hoofdsommen en/of de (optioneel in de rapportage op te nemen) rentebetalingen, worden eveneens gewogen ter bepaling van de liquiditeitswaarde in de voor de toetsing relevante perioden. Aan de passiefzijde worden eveneens twee soorten posten onderscheiden: posten met een onbepaalde looptijd, zijnde de posten die niet in de vervalkalender worden opgenomen en posten die wel in de vervalkalender worden opgenomen. De posten die niet in de kalender worden opgenomen betreffen de balans- of buitenbalansposten met een bepaald opvraagbaarheidsrisico, hetgeen in de rapportage tot uiting wordt gebracht door een wegingspercentage ter berekening van de vereiste liquiditeit (zie de bijlage bij de regeling). De posten die wel in de vervalkalender worden opgenomen betreffen vervallende bedragen alsmede de optioneel op te nemen rentebetalingen. Van de instellingen wordt verwacht dat de rapportage is gebaseerd op zorgvuldig gekozen, realistische en consistent toegepaste beleidsuitgangspunten. Dat geldt in het bijzonder waar keuzemogelijkheden worden geboden, zoals bijvoorbeeld ter zake van het volledig of naar rato betrekken van joint ventures in de rapportage of met betrekking tot het al dan niet in de rapportage betrekken van de te ontvangen c.q. te betalen rente. In dit verband wordt tevens gewezen op artikel 44 t/m 48 van de Regeling organisatie en beheersing, Handboek Wtk, onderdeel Artikel 6 Indirecte deelnemingen en niet rechtstreekse buitenlandse vestigingen Indirecte deelnemingen en niet-rechtstreeks gehouden buitenlandse vestigingen waarbij geen sprake is van, in verhouding tot de instelling als geheel, grote liquiditeitsbehoefte terwijl de liquiditeitsvoorziening ervan in belangrijke mate afhankelijk is van de moederinstelling, worden, naar keuze van de instelling, al dan niet opgenomen in de rapportages als bedoeld in artikel 5. De bepaling is bedoeld om onnodige rapportage-inspanning weg te nemen. Indien indirecte deelnemingen en nietrechtstreeks gehouden buitenlandse vestigingen op grond van dit artikel buiten de rapportage worden gelaten, dienen de financiële intra-concern relaties met de desbetreffende adressen overigens wel in de rapportage te worden betrokken. Artikel 7 De minimis-bepaling Dochtermaatschappijen en in het buitenland gevestigde bijkantoren die elk minder dan 1% van het balanstotaal van de instelling uitmaken, worden, naar keuze van de instelling, al dan Uit: Staatscourant 24 juni 2004, nr. 118 / pag. 35 3

4 niet opgenomen in de rapportages als bedoeld in artikel 5, onder voorwaarde dat steeds ten minste 95% van het totale geconsolideerde balanstotaal is betrokken in de rapportage van de instelling. Indien entiteiten op grond van dit artikel buiten de rapportage worden gelaten, dienen de financiële intraconcern relaties met de desbetreffende adressen overigens wel in de rapportage te worden betrokken. Artikel 8 Liquiditeitsoverschot van buitenlandse vestigingen 1 Het liquiditeitoverschot van een buitenlandse vestiging wordt gelijk gesteld aan het laagste van de volgende twee bedragen: het liquiditeitsoverschot zoals berekend op basis van de regeling of het liquiditeitsoverschot zoals berekend op basis van de lokale regels. 2 Het liquiditeitsoverschot van een buitenlandse vestiging van de instelling wordt slechts tot de aanwezige liquiditeit gerekend voor zover: a) overheveling van het liquiditeitsoverschot niet leidt tot een liquiditeitstekort bij de buitenlandse vestiging volgens de lokale liquiditeitstoetsing; b) het overschot luidt in convertibele valuta; en c) vrije en grensoverschrijdende overdracht van liquiditeit mogelijk is. Indien een instelling de liquiditeitspositie op centraal niveau op een volledig geconsolideerde basis berekent, dan heeft dat tot gevolg dat in de situatie dat de lokale regels een lager overschot meten dan de regels van de Bank, de totale liquiditeitspositie wordt overschat. Het verschil tussen het volgens de regels van de Bank berekende overschot en het lokale overschot wordt dan afgetrokken van de gerapporteerde aanwezige liquiditeit op concernniveau. Artikel 9 Rapportage (in)convertibele valuta s 1 Niet significante posities in nietlokale inconvertibele valuta s van buitenlandse vestigingen worden, naar keuze van de instelling, al dan niet opgenomen in de rapportages als bedoeld in artikel 5. 2 Een liquiditeitstekort in convertibele dan wel inconvertibele valuta s kan worden gecompenseerd met een overschot in een convertibele valuta, voor zover afkomstig uit een land van waaruit vrije transfer van liquiditeiten mogelijk is. De liquiditeitstoetsing omvat in beginsel de posities in alle valuta s. Aan de vrije transfer en/of omwisselbaarheid van sommige valuta s zijn beperkingen gesteld. Daarom wordt in de toetsing van de buitenlandse posities een onderscheid gemaakt tussen convertibele en inconvertibele valuta s en in voorkomende gevallen valuta s met een vrije transfer en die zonder vrije transfer. Indien naar het oordeel van de instelling de posities in niet-lokale inconvertibele valuta s van buitenlandse vestigingen niet voldoende significant zijn om deze afzonderlijk te rapporteren, mogen deze buiten de toetsing blijven. In het kader van de rapportage worden de posities onderscheiden in convertibele valuta s gezamenlijk, de lokale inconvertibele valuta, en overige inconvertibele valuta s, eveneens gezamenlijk. De positie in overige inconvertibele valuta s mag in onderhavig verband voor zover niet materieel uit de rapportage worden weggelaten. Een lokale valuta betreft de valuta van het land waar een vestiging zich bevindt. Voor zover niet-lokale posities in een inconvertibele valuta in de rapportage worden betrokken kunnen dergelijke posities van verschillende vestigingen (dochter of bijkantoor) in dezelfde valuta desgewenst worden gesaldeerd tot op het niveau waarop een te rapporteren (in)convertibele valuta volledig transferabel is. Indien niet met zekerheid is vast te stellen in hoeverre een valuta transferabel is, wordt maximaal tot op het niveau van land gesaldeerd. Een per saldo per valuta resterend liquiditeitsoverschot in een inconvertibele valuta (of, voor zover van toepassing, convertibele valuta zonder vrije transfer) blijft buiten beschouwing. Een liquiditeitstekort in convertibele valuta s dan wel in inconvertibele valuta s mag worden gecompenseerd met een overschot in een convertibele valuta, voor zover afkomstig uit een land waar een vrije transfer van liquiditeiten mogelijk is. Indien van het laatste geen sprake is wordt de desbetreffende positie in onderhavig verband als een positie in niet-lokale inconvertibele valuta beschouwd. Artikel 10 Grote-posten regeling liquiditeit 1 De instelling rapporteert maandelijks aan de Bank de posten ten name van één crediteur of groep van verbonden crediteuren die, na eventuele compensatie in het kader van het kredietrisico, 3% of meer belopen van het totaal der verplichtingen. 2 Onder het totaal van de verplichtingen als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de som van de volgende posten op de bedrijfseconomische balans van de instelling zoals opgenomen in Staat/formulier 8001: Bankiers (20), Toevertrouwde middelen (21), Schuldbewijzen (22), Overige schulden (23) en Achtergestelde schulden (27), onder aftrek van de verplichtingen uit hoofde van repotransacties. De grote-posten rapportage dient ter observatie. Indien de Bank een grote concentratie waarneemt in het opvraagbaarheidsrisico, zal de Bank aan de instelling nadere uitleg vragen over het ter zake gevoerde beleid. De vraag of in casu sprake is van al dan niet verantwoorde risico s in verband met onderhavige grote-posten bepaling wordt door de Bank beoordeeld in samenhang met de naleving door de desbetreffende instelling van het omtrent het liquiditeitsrisico bepaalde in de Regeling organisatie en beheersing, Handboek Wtk, onderdeel Artikel 11 Derivaten 1 De bekende kasstromen uit hoofde van derivaten alsmede de berekende potentieel uitgaande kasstromen uit hoofde van derivaten worden door de instelling opgenomen in de rapportage als bedoeld in artikel 5. Berekende potentieel inkomende kasstromen uit hoofde van derivaten worden niet opgenomen in de rapportages als bedoeld in artikel 5. 2 De instelling stelt de bedragen met betrekking tot optiederivaten vast op basis van: a) een berekening van het liquiditeitsrisico van optiecontracten waarbij de vereiste liquiditeit wordt berekend op basis van de marked-to-market waarde van de contracten met een opslag Uit: Staatscourant 24 juni 2004, nr. 118 / pag. 35 4

5 van 5% van de bruto waarde daarvan; b) onder toevoeging van ofwel het op de instelling van toepassing zijnde bedrag gelijk aan de omvang van de totale value-at-risk zoals deze na toepassing van de in dat verband toepasselijke multiplicatiefactor wordt gerapporteerd aan de Bank in het kader van de solvabiliteitstoetsing ofwel het bedrag volgens de solvabiliteitstoetsing op basis van de gestandaardiseerde methoden ter berekening van de solvabiliteitsvereisten voor marktrisico; c) waarna de uitkomst van de berekening van de vereiste liquiditeit uit hoofde van derivaten wordt gecorrigeerd met de in de bijlage vermelde vermenigvuldigingsfactor. 3 Posities met een vaste minimum opbrengstwaarde ( locked trades ) mogen, anders dan gesteld onder het eerste en tweede lid, mits beheerd onder eenzelfde risicomanagement, in de vervalkalender worden opgenomen op basis van de minimum opbrengstwaarde. Derivaten worden in de rapportage opgenomen op basis van de in- en uitgaande kasstromen op de relevante tijdstippen volgens het contract. Voor zover de omvang van de toekomstige kasstromen niet volledig bekend is, zal met een aantal vaste aannames worden gewerkt. Voor zover toekomstige kasstromen zijn gebaseerd op toekomstige marktwaarden, of voor zover margincalls mogelijk zijn dan wel additioneel onderpand kan worden opgevraagd, is er sprake van een additioneel liquiditeitsrisico. Tegenover dit risico dient eveneens liquiditeit te worden aangehouden. Zogenaamde back-to-back transacties mogen, voor zover beheerd onder eenzelfde risicomanagement, in een één-op-één relatie worden gesaldeerd. Back-to-back slaat in onderhavig verband op identieke tegengestelde transacties (dat wil zeggen ook met betrekking tot de liquiditeitsaspecten van de transacties). Rapportage van niet-optiederivaten Ten aanzien van transacties die fysiek worden afgewikkeld geldt dat het liquiditeitsrisico wordt gerapporteerd door opname van de geschatte kasstromen in de toepasselijke perioden van de vervalkalender. Ten aanzien van transacties die door middel van financiële verrekening van marktwaarden worden afgewikkeld (cash settlement) geldt dat de marked-tomarket waarde in de periode van de vervalkalender wordt opgenomen waarin de settlement datum valt. Ten aanzien van transacties waarvan het niet (op voorhand) bekend is op welke wijze wordt afgewikkeld, of die bestaan uit een samenstel van contracten die fysiek en cash afgewikkeld worden, geldt dat deze verondersteld worden te worden afgewikkeld door middel van fysieke levering. Swaps De vaste kant van een renteswap kent op de betaaldata vooraf bekende kasstromen welke dienen te worden opgenomen in de onderscheiden perioden in de vervalkalender. De variabele kant kent eveneens kasstromen die dienen te worden opgenomen in de onderscheiden perioden in de vervalkalender, waarvan de omvang echter moet worden ingeschat. Deze inschatting vindt in beginsel plaats of basis van de termijnrente afgeleid uit de relevante yieldcurve. Het liquiditeitsrisico van swaps in de handelsportefeuille of niet-handelsportefeuille is in beginsel hetzelfde. Desgewenst mogen renteswaps in de niet-handelsportefeuille echter buiten de rapportage blijven. In het geval dat renteswaps verrekend worden op basis van de marktwaarde, dient de marktwaarde van de transacties te worden gerapporteerd in de periode waar de afwikkeldatum binnen valt. Voor het liquiditeitsrisico van het tussentijds moeten bijstorten van onderpand in het geval van collateralized swaps wordt verwezen naar het gestelde hieronder bij vereenvoudigde methode optiederivaten. Forward Rate Agreements (FRA s) FRA s worden verrekend op basis van de marktwaarde. Daarom dient de marktwaarde van de contracten te worden opgenomen in de periode van de vervalkalender waarbinnen de afwikkeldatum ligt. De wijze van opname van FRA s in de handelsportefeuille is gelijk aan die in de niethandelsportefeuille. FRA s in de niethandelsportefeuille mogen echter desgewenst, op basis van artikel 3, vierde lid en artikel 4, tweede lid, buiten de rapportage worden gehouden. FX forwards Van de fx spot en forward transacties (exclusief de zogenoemde non-deliverable forwards, NDF s ) dient de onderliggende ( notional ) in- en uitstroom te worden verantwoord in de toepasselijke perioden van de vervalkalender, per valuta. NDF s dienen uitsluitend in de vervalkalender te worden opgenomen tegen de marked-to-market waarde (uitgedrukt in de settlementvaluta). Futures Voor futures die op basis van de marktwaarde dagelijks worden verrekend (cash settlement) geldt dat de gestorte initial margin niet als aanwezige liquiditeit wordt gerekend. Voor futures die fysiek worden afgewikkeld geldt dat de hiermee verband houdende in- of uitgaande stromen uitgedrukt in geld of de marktwaarde van effecten (en in voorkomend geval goederen), worden opgenomen binnen de relevante periodes in de vervalkalender. Vereenvoudigde methode opties Voor de rapportage van opties wordt standaard gebruik gemaakt van een vereenvoudigde methode zoals beschreven in het tweede lid. De instelling kan verzoeken een meer geavanceerde methode toe te passen (zie artikel 17). Mits op een bestendige wijze toegepast mogen beide methoden worden gebruikt binnen dezelfde instelling. De in het tweede lid omschreven methode beoogt een benadering te geven van het liquiditeitseffect als gevolg van het sluiten van optieposities. Het berekende liquiditeitsrisico is gebaseerd op de marked-to-market waarde van de contracten en wordt gebruikt als een schatting voor de (netto) kasstroom uit hoofde van de transacties. In dit verband wordt een vereiste liquiditeitsbuffer berekend om de liquiditeitseffecten van ongunstige prijsbewegingen van de contracten te kunnen opvangen die zich vertalen in een afname van de netto kasinstroom of vergroting van de netto kasuitstroom en in additionele margevereisten in geval van beursgenoteerde opties en eventueel additionele onderpandsvereisten in het geval van otccontracten. De rapportage omvat de volgende stappen: 1 De marktwaarde van de gekochte Uit: Staatscourant 24 juni 2004, nr. 118 / pag. 35 5

6 en verkochte opties wordt in beginsel gerapporteerd in de van toepassing zijnde perioden van de vervalkalender. Alle Europese stijl opties worden gerapporteerd op de expiratiedatum. Dit geldt ook voor gekochte Amerikaanse stijl opties. Verkochte Amerikaanse stijl opties worden echter gerapporteerd in eerste weekperiode van de vervalkalender. 2 Voor de gekochte en verkochte opties wordt additioneel een liquiditeitsvereiste berekend van 5% van de bruto marked-to-market waarde van de optiecontracten. 3 Als aanvulling op dit liquiditeitsvereiste wordt als liquiditeitseis toegevoegd de omvang van de totale valueat-risk, zoals deze na toepassing van de van toepassing zijnde multiplicatiefactor wordt gerapporteerd in het kader van de solvabiliteitstoetsing, of het bedrag volgens de solvabiliteitstoetsing op basis van de gestandaardiseerde methoden. Dit bedrag kan worden opgehoogd door toepassing van een vermenigvuldigingsfactor. Bij inwerkingtreding van de regeling is deze vermenigvuldigingsfactor op 1 gesteld. Het berekende bedrag wordt opgenomen als een passiefpost onder de post onbekende verplichtingen inzake derivaten in de eerste weekperiode. Het liquiditeitsvereiste in stap twee kan worden beschouwd als een liquiditeitsvereiste voor het geval de instelling de optieportefeuille wil sluiten. Hoe groter de bruto waarde van de gekochte en verkochte opties is, des te groter zal het vereiste zijn. Hierdoor wordt beoogd het risico te ondervangen van een positie waarin de netto marked-to-market waarde relatief stabiel blijft, maar de positieve en negatieve marktwaarde een zeer grote omvang kunnen aannemen (waarbij bijvoorbeeld slechts één zijde beursgenoteerd is). Het in de derde stap toegevoegde vereiste wordt ter dekking verlangd van de effecten van een éénzijdige portefeuille. Een dergelijke portefeuille zal leiden tot een hoge value-at-risk (of anderszins een hoog gestandaardiseerd solvabiliteitsvereiste). Margincalls Potentiële margincalls kunnen plaatsvinden bij beursgenoteerde contracten of bij collateralized otc transacties. In het ergste geval is er een grote negatieve marktwaardeontwikkeling in de beursgenoteerde transacties die in waarde wordt gecompenseerd door een tegengestelde positieve marktwaardeontwikkeling van een otctransactie. Deze positie resulteert in een zeer lage value-at-risk, maar in een grote liquiditeitsafvloeiing op korte termijn. Daarom dient in beginsel de VaR van de beursgenoteerde transacties te worden bepaald om een proxy-bedrag van de potentiële margincall te kunnen vaststellen. Als alternatief dat mogelijk eenvoudiger is te berekenen kan de VaR van het complement worden berekend. Dit is de VaR van de otc-derivaten standalone. De VaR van de beursgenoteerde transacties kan alsdan geschat worden door de som van de totale VaR te nemen en de VaR van de otc derivaten. De geschatte potentiële negatieve marked-to-market verliezen in de vorm van de berekende VaR van de dagelijkse marktbewegingen, kunnen als volgt op weekbasis worden gebracht: vierkantswortel van 5, vermenigvuldigd met de desbetreffende VaR. Verondersteld wordt dat dit bedrag op een gegeven moment zou kunnen afvloeien. Prudentieel gezien wordt verondersteld dat de totale kasuitstroom onmiddellijk zou kunnen plaatsvinden in de eerste weekperiode. Voor de opvolgende kalenderperiode kan de maximale kasuitstroom als gevolg van ongunstige marktontwikkelingen worden geschat door de VaR op maandbasis te brengen onder aftrek van die voor de weekperiode en zo volgend voor de daarop volgende perioden. Voor onderpandovereenkomsten waarbij de oproepbaarheid van onderpand op een zeker moment (threshold) is gekoppeld aan de rating van een instelling, dient eveneens te zijn voorzien in een liquiditeitsvereiste voor eventuele margincalls in een downgrading scenario. Het bedrag is het verschil tussen het thresholdbedrag tussen de lopende en event scenario rating. HOOFDSTUK 3 BELEIDS- REGELS ONTHEFFING Artikel 12 Ontheffing buitenlandse dochters 1 Op verzoek van de instelling verleent de Bank ontheffing van de verplichting om liquiditeitsposities van buitenlandse dochters op te nemen in de rapportages als bedoeld in artikel 5. Ontheffing kan worden verleend onder voorwaarde dat: a) de liquiditeitsposities niet actief worden beheerd onder centraal risicomanagement van de instelling; b) de instelling, ten genoegen van de Bank, aantoont dat op lokaal niveau voldoende adequaat liquiditeitstoezicht wordt uitgeoefend; c) de buitenlandse dochter voor haar funding voor ten hoogste 20% afhankelijk is van de instelling; d) de Bank over voldoende gegevens beschikt om de liquiditeitspositie van de instelling als geheel te kunnen beoordelen; e) de instelling de Bank informeert omtrent de kwantitatieve en kwalitatieve bevindingen van het lokale liquiditeitstoezicht op desbetreffende buitenlandse dochter; en f) een op basis van de lokale toetsing vastgesteld liquiditeitsoverschot van de desbetreffende buitenlandse dochter niet wordt opgenomen in de rapportages als bedoeld in artikel 5. 2 Wanneer de lokale toezichthouder aanhoudende liquiditeitstekorten signaleert of de kwaliteit van het liquiditeitsbeheer negatief beoordeelt, kan de in het eerste lid bedoelde ontheffing worden ingetrokken. De ontheffingsmogelijkheid is bedoeld om onnodige rapportageinspanning weg te nemen. Indien buitenlandse dochters op grond van dit artikel buiten de rapportage worden gelaten, dienen de financiële intraconcern relaties met de desbetreffende adressen wel in de rapportage te worden betrokken. In de beoordeling of het lokale liquiditeitstoezicht voldoet, spelen onder meer de volgende overwegingen een rol: Toezichtregime: Gekeken wordt of het lokale bankentoezicht zich heeft geconformeerd aan algemene uitgangspunten voor prudent toezicht, waaronder mede begrepen de uitgangspunten zoals deze zijn opgenomen in het Bazelse document Sound Practices for Managing Liquidity in Banking Organisations (Bazel, februari 2000) en de Core principles ; Kwantitatieve toetsing: meegewogen wordt in hoeverre er sprake is van een regelmatige kwantitatieve toetsing Uit: Staatscourant 24 juni 2004, nr. 118 / pag. 35 6

7 van het liquiditeitsrisico en of van de uitkomsten door de Bank kennis kan worden genomen via de Nederlandse kredietinstelling. In de beoordeling van deze toetsing speelt een rol welke actief- en passiefposten in de toetsing zijn betrokken, zowel die op de balans staan als buiten de balans, en welke veronderstellingen (scenario s) ten grondslag liggen aan de toetsing. Ook kan de reikwijdte van de toetsing een punt van overweging zijn; Kwalitatieve toetsing: Gekeken wordt of de lokale toezichthouder toezicht houdt op de kwaliteit van het liquiditeitsbeheer en, meer in het algemeen, aandacht heeft voor een goede administratieve organisatie en interne controle, de aanwezigheid van schriftelijk vastgelegde procedures, adequate managementinformatiesystemen, contingency plans, liquidity policy statement, etc. In voorkomende gevallen kan een aantoonbaar intensieve kwalitatieve toetsing compensatie bieden voor het geheel of ten dele ontbreken van een reguliere kwantitatieve toetsing. Indien een kredietinstelling gebruik wil maken van de ontheffingsmogelijkheid, dan dient zij daartoe per land een verzoek te doen. Indien de adequaatheid van het lokale toezicht niet kan worden vastgesteld, wordt geen toestemming verleend. Artikel 13 Ontheffing kernbedrijf Op verzoek van de instelling verleent de Bank ontheffing van de verplichting om de kalenderposten van het kernbedrijf in de vervalkalender op te nemen. Ontheffing kan worden verleend onder voorwaarde dat de inkomende kasstroom van het kernbedrijf buiten de vaststelling van de aanwezige liquiditeit wordt gelaten en dat in plaats van de desbetreffende uitgaande kasstroom van het kernbedrijf een vast door de Bank bepaald percentage van de desbetreffende toevertrouwde middelen wordt opgenomen als vereiste liquiditeit. Indien in het kader van het interne liquiditeitenbeheer en de concernbrede beoordeling van de liquiditeitspositie, mede gelet op de aard van het kernbedrijf, weinig betekenis moet worden gehecht aan de mogelijkheden tot sturing van het kasstroomsaldo van het kernbedrijf en in dit verband op centraal niveau geen (volledige) kalender beschikbaar is, dan kan het de instelling onder de genoemde voorwaarden worden toegestaan om niet de kasstromen van de onderscheiden kalenderposten van het kernbedrijf te rapporteren. Alvorens van de mogelijkheid van dit artikel gebruik te kunnen maken, dient de instelling in overleg te treden met de Bank opdat het bedoelde vervangende percentage kan worden vastgesteld. De instelling zal in dit verband de Bank tevens moeten informeren omtrent de variabiliteit van het liquiditeitsrisico. De alternatieve methode voor het kernbedrijf gaat ervan uit dat dit bedrijf op korte termijn slechts in beperkte mate kan en zal worden gestuurd in het kader van de liquiditeitspositie, mede vanuit de overweging dat grote ingrepen in het kernbedrijf in beginsel niet noodzakelijk zouden moeten zijn om liquiditeit te genereren. Artikel 14 Ontheffing EU-bijkantoren De Bank kan ontheffing verlenen aan de instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, onder 3, van de rapportageverplichting van artikel 5. Ontheffing kan slechts worden verleend nadat de Bank heeft vastgesteld dat het bijkantoor onder geconsolideerd liquiditeitstoezicht staat in de lidstaat van herkomst en dat zijdens de toezichthouder van de lidstaat van herkomst geen bezwaar bestaat tegen ontheffing. De ontheffingsmogelijkheid is bedoeld om onnodige rapportageinspanning weg te nemen. Aan een ontheffing kunnen op grond van artikel 21, vierde lid, Wtk 1992, beperkingen worden gesteld en voorschriften verbonden. Artikel 15 Ontheffing derivaten 1 Op verzoek van de instelling verleent de Bank ontheffing van de verplichting om de werkelijke kasstromen uit hoofde van derivaten op te nemen in de rapportages als bedoeld in artikel 5. Ontheffing kan worden verleend onder voorwaarde dat de instelling, in plaats van het bedrag gebaseerd op werkelijke kasstromen uit hoofde van derivaten, een fictieve passiefpost opneemt in de rapportages, ter hoogte van een bedrag dat, ten genoegen van de Bank, is aangetoond ten minste gelijk te zijn aan het maximale liquiditeitsrisico zoals vastgesteld op grond van een jaarlijks te herhalen stresstest gebaseerd op de limieten die gelden bij de instelling in het kader van het interne risicomanagement voor derivatenposities. 2 De instelling aan wie de in het eerste lid bedoeld ontheffing is verleend, voert op verzoek van de Bank een materialiteitstoets uit ter zake van de liquiditeitsrisico s uit hoofde van derivaten. De uitkomst van de materialiteitstoets kan de Bank aanleiding geven de ontheffing in te trekken of van de instelling te verlangen dat de hoogte van de fictieve passiefpost wordt aangepast. Artikel 16 Ontheffing indirecte deelnemingen en niet rechtstreekse buitenlandse vestigingen Op verzoek van de instelling kan de Bank ontheffing verlenen van de verplichting om indirecte deelnemingen en niet-rechtstreeks gehouden buitenlandse vestigingen die niet onder het bepaalde in artikel 6 vallen, op te nemen in de rapportages als bedoeld in artikel 5. Ontheffing zal in beginsel steeds worden verleend met betrekking tot die indirecte deelnemingen en niet-rechtstreeks gehouden buitenlandse vestigingen waar geen sprake is van een regelmatig terugkerende en verhoudingsgewijs grote liquiditeitsbehoefte terwijl de entiteit voor de funding afhankelijk is van de moederinstelling c.q. hoofdkantoor. Artikel 17 Geavanceerde methode optiederivatenrapportage De Bank geeft op verzoek van de instelling toestemming om, in plaats van de methode als omschreven in artikel 11, tweede lid, een meer geavanceerde methode toe te passen voor de berekening van de vereiste liquiditeit in verband met optiederivaten, onder voorwaarde dat de methode naar het oordeel van de Bank daartoe geschikt is bevonden. Geavanceerde methodes kunnen door de instellingen zelf worden ontwikkeld, maar moeten door de Bank voor het doel geschikt worden geacht. Daarbij let de Bank er op dat de toegepaste methode recht doet aan de Uit: Staatscourant 24 juni 2004, nr. 118 / pag. 35 7

8 feitelijke liquiditeitsrisico s. Een van de methoden die in dit verband zou kunnen worden toegepast wordt hieronder besproken. Andere methodes zijn mogelijk. De hier bij wijze van voorbeeld besproken geavanceerde methode kan in aanmerking komen als alternatief voor de vereenvoudigde methode van artikel 11, tweede lid. Europese stijl opties 1 Opties met dagelijkse marginberekening en cash settlement De gestorte margin wordt niet meegeteld als aanwezige liquiditeit. Het risico van aanvullend noodzakelijke margincalls wordt modelmatig ingeschat en voor het per saldo berekende risico wordt een liquiditeitsvereiste berekend (zie onder). 2 OTC/cash settlement De marktwaarde (positief en negatief) wordt in de relevante periode van de vervalkalender opgenomen. 3 Opties met dagelijkse marginberekening en fysieke levering Sorteer de transacties per periode van de vervalkalender. Per periode is de liquiditeitspositie: a) de som van de absolute waarden van de delta-equivalenten van de long cash/short fysieke activa posities uitgedrukt in onderliggende waarden, gewaardeerd tegen de liquiditeitswaarde/onderpandswaarde, minus b) de som van de absolute waarden van de delta-equivalenten van de short cash/long fysieke activa posities uitgedrukt in onderliggende waarden, gewaardeerd tegen de liquiditeitswaarde/onderpandswaarde. 4 OTC-opties met fysieke levering Sorteer de transacties per periode van de vervalkalender. Per periode is de liquiditeitspositie: a) de som van de absolute waarden van de delta-equivalenten van de long cash/short fysieke activa posities uitgedrukt in onderliggende waarden, gewaardeerd tegen de liquiditeitswaarde/onderpandswaarde, minus b) de som van de absolute waarden van de delta-equivalenten van de short cash/long fysieke activa posities uitgedrukt in onderliggende waarden, gewaardeerd tegen de liquiditeitswaarde/onderpandswaarde, plus c) de marked-to-market waarde (positief of negatief) van de transacties die in de desbetreffende periode expireren en afgewikkeld worden. Amerikaanse stijl opties Amerikaanse stijl opties zullen in de meeste gevallen worden uitgeoefend op de expiratiedatum. In een zware liquiditeitscrisis zou echter een groter aantal kunnen worden uitgeoefend. In dit verband wordt in sommige gevallen een onderscheid gemaakt tussen de behandeling van call-opties en put-opties. 1 Callopties Callopties kunnen op dezelfde manier worden behandeld als Europese stijl opties. Indien een instelling een gekochte callpositie heeft kost dit de instelling direct aanwezige liquiditeit (cash), maar de keuze hiervan af te zien ligt in de beschikking van de instelling. Indien een instelling een verkochte callpositie heeft, kan de tegenpartij vervroegd uitoefenen. Dit brengt echter kasgeld op een eerder tijdstip op dan waarop de instelling gerekend had. 2 Putopties Putopties met cash settlement worden conform de bovenbeschreven systematiek gerapporteerd. Bij Amerikaanse stijl putopties dient echter in de eerste weekperiode van de vervalkalender een extra boeking plaats te vinden, als volgt: a) de som van de absolute waarden van de delta-equivalenten van de onderliggende waarden met betrekking tot gekochte putopties, gewaardeerd tegen de liquiditeitswaarde/ onderpandswaarde, minus b) de som van de absolute waarden van de delta-equivalenten van de onderliggende waarden met betrekking tot verkochte putopties, gewaardeerd tegen de liquiditeitswaarde/ onderpandswaarde, plus c) de marked-to-market waarde (positief of negatief) van de transacties die in de desbetreffende periode expireren/afgewikkeld worden. Fx-opties Europese stijl fx-opties worden opgenomen tegen de delta-equivalentwaarden, toegepast op de uitoefenprijs in de kalenderperiode van de expiratiedatum, in de respectievelijke valuta s. Amerikaanse stijl fx-opties worden opgenomen tegen hun delta-equivalentwaarde in de eerste weekperiode. In het bovenstaande is verondersteld dat valuta-opties fysiek (d.w.z. door levering van valuta s) afgewikkeld worden (geen cash settlement). Indien er wel sprake is van cash settlement dan dienen deze opties als iedere andere optie met cash settlement te worden behandeld. HOOFDSTUK 4 SLOT- BEPALINGEN Artikel 18 Intrekking regelingen De regeling Liquiditeitsvereisten en het Memorandum inzake de liquiditeitsrapportage en toetsing van de liquiditeitsvereisten van de Bank worden ingetrokken. Artikel 19 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling liquiditeit. Artikel 20 Inwerkingtreding De regeling treedt in werking met ingang van 1 juli Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Amsterdam, 17 juni De Nederlandsche Bank N.V. Uit: Staatscourant 24 juni 2004, nr. 118 / pag. 35 8

Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017

Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017 Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [datum] 2016 houdende regels ingevolge artikel 108, derde lid, en artikel 111, zesde lid, van het Besluit prudentiële

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 28 juni 2010 1 Regeling van De Nederlandsche Bank NV van [datum], tot vaststelling

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (integrale herziening van) Regeling Liquiditeit Wft

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (integrale herziening van) Regeling Liquiditeit Wft De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD II Implementatie (integrale herziening van) Regeling Liquiditeit Wft 28 juni 2010 1 Regeling van [ datum ] 2010, Stcrt. [ nummer ], houdende regels ingevolge

Nadere informatie

Berekeningswijze CBFA "Stress test ratio"

Berekeningswijze CBFA Stress test ratio Bijlage Circulaire _2009_18-1 dd. 8 mei 2009 Berekeningswijze "Stress test ratio" Toepassingsveld: Kredietinstellingen, financiële holdings, vereffeningsinstellingen en met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde

Nadere informatie

2 ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK WTK

2 ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK WTK INHOUDSOPGAVE Onderdeel 1 TREFWOORDENREGISTER 2 ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK WTK 2001 Algemene aanwijzingen voor het gebruik van het Handboek Wtk 3 DE WET TOEZICHT KREDIETWEZEN

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn, 89/647/EEG van de Raad met betrekking tot de aanvaarding door toezichthouders van schuldvernieuwingscontracten

Nadere informatie

MODEL financieringsmaatschappijen; invoering Wet op het financieel toezicht

MODEL financieringsmaatschappijen; invoering Wet op het financieel toezicht Expertisecentrum Markttoetreding Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam Datum Uw kenmerk Doorkiesnummer 020 524 Bijlage(n) Onderwerp MODEL financieringsmaatschappijen; invoering Wet op het financieel toezicht

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_/afdrukken Page 1 of 5 Wet financiering decentrale overheden (Tekst geldend op: ) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het

Nadere informatie

Voorwaarden derivaten

Voorwaarden derivaten Voorwaarden derivaten 2 Artikel 1. Toepasselijkheid en definities 1.1 Deze voorwaarden regelen, in aanvulling op de Voorwaarden voor Beleggingsdienstverlening, de verhouding tussen Kempen & Co en Cliënt

Nadere informatie

4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248

4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248 4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. en de Pensioen- & Verzekeringskamer ingevolge

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa Handelsdebiteuren 1.624

Nadere informatie

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico Agendapunt 05 Bijlage 08 TREASURYSTATUUT I Begripsbepalingen Artikel 1 In dit statuut wordt verstaan onder: Derivaten Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde.

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa

Nadere informatie

Addendum bij prospectus 18 december Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen

Addendum bij prospectus 18 december Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen Addendum bij prospectus 18 december 2017 Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen 18 juni 2018 Inhoudsopgave 1 Wijziging Hoofdstuk 8 - Risicofactoren en risicomanagement, paragraaf 8.4.3 Tegenpartijrisico

Nadere informatie

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden)

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven Jaarrekening 2012 Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund Jaarrekening 2012 Inhoudsopgave Jaarstukken

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17690 28 juni 2013 Beleidsregel van de Stichting Autoriteit Financiële Markten aangaande de definitie en de berekening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36912 29 december 2014 Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 december 2014, CZW/S&B

Nadere informatie

Datum 8 april 2010. Betreft: Liquiditeitstoezicht. Geachte heer/mevrouw,

Datum 8 april 2010. Betreft: Liquiditeitstoezicht. Geachte heer/mevrouw, Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam Drs. H.J. Brouwer Directie Aan de instellingen zoals bedoeld in de artikelen 2:11, 2:12 en 2:13, eerste lid, artikel 2:19, artikel 3:111, eerste lid, en artikel 2:96

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17092 29 oktober 2010 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 26 oktober 2010 houdende regels ingevolge de artikelen

Nadere informatie

BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA JAARREKENING 2016 BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== 31-12-2016 ---------------- 31-12-2015 ---------------- activa: IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 5.375 6.875 MATERIËLE

Nadere informatie

Balans per 31 december 2017

Balans per 31 december 2017 Balans per 31 december 2017 (na resultaatbestemming) 2017 2016 EUR EUR EUR EUR Activa Vlottende activa Vorderingen 1 18.409 8.262 Liquide middelen 2 680.162 900.883 Totaal activa 698.571 909.145 Passiva

Nadere informatie

Opgave derivaten INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE GEGEVENS. HOOFDSTUK 2 DERIVATEN ZONDER BIJSTORTVERPLICHTING 2.1 Overzicht portefeuille

Opgave derivaten INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE GEGEVENS. HOOFDSTUK 2 DERIVATEN ZONDER BIJSTORTVERPLICHTING 2.1 Overzicht portefeuille Opgave derivaten INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE GEGEVENS HOOFDSTUK 2 DERIVATEN ZONDER BIJSTORTVERPLICHTING 2.1 Overzicht portefeuille HOOFDSTUK 3 DERIVATEN MET BIJSTORTVERPLICHTING 3.1 Overzicht portefeuille

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 84. Nr. 4843 6 maart 208 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 9 maart 208 houdende wijziging van de Regeling staten financiële

Nadere informatie

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017 JAARREKENING 2017 BALANS PER 31 DECEMBER 2017 (na resultaatbestemming) ====================== 31-12-2017 ---------------- 31-12-2016 ---------------- activa: IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 5.375 MATERIËLE VASTE

Nadere informatie

In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd.

In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd. Treasurystatuut Dynamiek Scholengroep 1. Verantwoording Scholen/schoolbesturen krijgen jaarlijks een bedrag waaruit alle kosten moeten worden gedekt en waarmee waarborgen voor 'bedrijfsvoering' op langere

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1432 18 nuari 2016 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 7 nuari 2016 houdende regels met betrekking tot het prudentieel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17099 29 oktober 2010 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 26 oktober 2010 tot vaststelling van de voorwaarden

Nadere informatie

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft: Artikel 130 Het beheerde vermogen van een icbe als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, van de wet wordt uitsluitend

Nadere informatie

Mijndomein.nl Services BV

Mijndomein.nl Services BV 15 Mijndomein.nl Services BV 1 Cappa Accountants & Adviseurs Inhoudsopgave jaarrekening 2015 De in dit rapport opgenomen getallen tussen haakjes zijn negatief. Tenzij anders vermeld luiden de bedragen

Nadere informatie

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA JAARREKENING 2015 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== 31-12-2015 ---------------- 31-12-2014 ---------------- activa: IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 6.875 8.375 MATERIËLE

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 446 13 januari 2010 Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ en vaststelling kosten van verstrekkingen en vergoedingen

Nadere informatie

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d.

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. 26 juni 2017 Inhoudsopgave 1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december

Nadere informatie

De Veste B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2018

De Veste B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2018 JAARREKENING 2018 BALANS PER 31 DECEMBER 2018 (na resultaatbestemming) 31 december 2018 31 december 2017 ACTIVA Materiële vaste activa 62.290 94.446 Financiële vaste activa 31.212 70.986 Vaste activa 93.502

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2015. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2015. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2015 Balans per 30 juni 2015 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2015 31 december 2014 Vaste activa Immateriële vaste activa

Nadere informatie

Autoriteit Financiële Markten. Captin B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. handelsfaciliteit

Autoriteit Financiële Markten. Captin B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. handelsfaciliteit REGLEMENT STICHTING BEWAARINSTELLING CAPTIN 1. DEFINITIES 1.1 In dit Reglement wordt verstaan onder: "Account" "AFM" "Bestedingsruimte" (i) een Ledenaccount als bedoeld in het Handelsreglement, (ii) een

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1997 27 januari 2015 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 20 januari 2015, houdende regels met betrekking tot het

Nadere informatie

Besluit minimumbedrag eigen vermogen pensioenfondsen

Besluit minimumbedrag eigen vermogen pensioenfondsen Besluit minimumbedrag eigen vermogen pensioenfondsen Besluit van 27 januari 2006, Stb. 2006, 52, houdende regels ter berekening van het minimumbedrag van het eigen vermogen van pensioenfondsen en beroepspensioenfondsen

Nadere informatie

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld RvT

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld RvT 4.1 Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld RvT Financiën nvt 15 december 2010 4.1 Treasurystatuut Financiën/Treasurystatuut Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1. Verantwoording 3 2. Doelstelling

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 1 juli 2010 7 juli 2010 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 1 juli 2010 2 Winst- en verliesrekening over de periode

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 3:17, tweede lid, aanhef en onderdeel c, 3:18a, en 3:111a van de Wet op het financieel toezicht;

Gelet op de artikelen 3:17, tweede lid, aanhef en onderdeel c, 3:18a, en 3:111a van de Wet op het financieel toezicht; DE NEDERLANDSCHE BANK N.V. Beleidsregel maximering ratio deposito s en uitzettingen Wft Beleidsregel van de Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, houdende maximering van de ratio van deposito s en de

Nadere informatie

Stichting Tuchtrecht Vrijwilligerswerk. Jaarrekening 2014

Stichting Tuchtrecht Vrijwilligerswerk. Jaarrekening 2014 Stichting Tuchtrecht Vrijwilligerswerk Jaarrekening 2014 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Jaarrapportage 1.1 Opdrachtbevestiging 3 1.2 Algemeen 4 1.3 Resultaatvergelijking 4 1.4 Meerjarenoverzicht 6 1.5 Financiële

Nadere informatie

Ondermandaatbesluit College voor zorgverzekeringen 2010

Ondermandaatbesluit College voor zorgverzekeringen 2010 Ondermandaatbesluit College voor zorgverzekeringen 2010 De voorzitter van het College voor zorgverzekeringen, gelet op het Mandaatbesluit College voor zorgverzekeringen 2010 en de Regeling structuur en

Nadere informatie

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie 15.12.2007 VERORDENING (EG) Nr. 1489/2007 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 29 november 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13)

Nadere informatie

Jaarrekening 2014. Stichting Oevernet

Jaarrekening 2014. Stichting Oevernet Jaarrekening 2014 Stichting Oevernet 1.0 Inhoud 1 Inhoud 2 2 Jaarrekening 2.1 Bestuursverslag 3 2.2 Grondslagen 4 2.3 Balans per 31 december 6 2.4 Staat van Baten en Lasten 7 2.5 Toelichting Financiële

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN

COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN Prudentieel Toezicht Brussel, 15 april 1996 CIRCULAIRE Dl 96/2 AAN DE KREDIETINSTELLINGEN Geachte mevrouw, Geachte heer, Betreft : Tenuitvoerlegging van het reglement

Nadere informatie

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS) Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS) Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam vs. 1.2 28 november 2013 pagina 1 van13 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Treasurystatuut - januari 2015

Treasurystatuut - januari 2015 Treasurystatuut - januari 2015 Werkveld: Datum: Vastgesteld: Advies GMR: Eerst volgende toetsing: Gewijzigd: Advies GMR: Financiën Januari 2015 14 januari 2015 nvt 2019 2 1. Inleiding 1.1. Verantwoording

Nadere informatie

Steunstichting SBWU. Boekjaar 2014. Steunstichting SBWU Utrecht. 2 april 2015

Steunstichting SBWU. Boekjaar 2014. Steunstichting SBWU Utrecht. 2 april 2015 Steunstichting SBWU Boekjaar 2014 Steunstichting SBWU Utrecht 2 april 2015 Inhoud Blad Jaarrekeningverslag over boekjaar 2014 3 Jaarrekening 2014 4 Balans per 31 december 2014 5 Winst-en verliesrekening

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Pijnzorg Actief

Algemene Voorwaarden Pijnzorg Actief Algemene Voorwaarden Pijnzorg Actief Artikel 1. Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Opdrachtnemer: Pijnzorg Actief die deze algemene voorwaarden gebruikt voor het aanbieden van

Nadere informatie

HANDLEIDING RISICO BELEGGINGSPORTEFEUILLE

HANDLEIDING RISICO BELEGGINGSPORTEFEUILLE HANDLEIDING RISICO BELEGGINGSPORTEFEUILLE INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 2 PORTEFEUILLE OVERZICHT... 4 2.1 MARGIN OVERZICHT... 5 2.1.1 WAARDE PORTEFEUILLE... 5 2.1.2 KASSALDO... 5 2.1.3 NETTO LIQUIDITEITSWAARDE...

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2016 Balans per 30 juni 2016 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2016 31 december 2015 Vaste activa Immateriële vaste activa

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 41489 21 juli 2017 Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen Regeling tot wijziging van de Regeling staten financiële

Nadere informatie

Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ en vaststelling kosten van verstrekkingen en vergoedingen 2013

Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ en vaststelling kosten van verstrekkingen en vergoedingen 2013 Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ en vaststelling kosten van verstrekkingen en vergoedingen 2013 Het College voor zorgverzekeringen, gelet op artikel 91, derde lid van de Wet financiering

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2011 25 augustus 2011 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2011 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

inventaris en machines overige vorderingen bank, rekening-courant overige banken

inventaris en machines overige vorderingen bank, rekening-courant overige banken Stichting NKV Gebouw te Helmond 1 Balans per 31 december 2017 (ná verwerking voorstel resultaatbestemming) ACTIVA Vaste activa 31 december 2017 31 december 2016 Materiële vaste activa inventaris en machines

Nadere informatie

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare 3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare 3.1 Balans per 31 december 2012 (voor resultaatbestemming) Activa 31-12-2012 31-12-2011 Vaste activa Materiële vaste activa 591.897 591.897 Financiële vaste activa

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2012 28 augustus 2012 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2012 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd: CONSULTATIEVERSIE Besluit van ( datum), houdende wijziging van de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft van 15 november 2006 in verband met regels met betrekking tot de bescherming

Nadere informatie

Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft

Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de onafhankelijke

Nadere informatie

Deze definities dienen ter interpretatie van begrippen in het Informatie Memorandum alsmede de aanvullende stukken.

Deze definities dienen ter interpretatie van begrippen in het Informatie Memorandum alsmede de aanvullende stukken. 9. Begrippenlijst Deze definities dienen ter interpretatie van begrippen in het Informatie Memorandum alsmede de aanvullende stukken. Aanbieder De entiteit die de Obligaties in Old Liquors Invest B.V.

Nadere informatie

Putoptie. 1Productinformatie!

Putoptie. 1Productinformatie! Putoptie 1Productinformatie! Een valutatransactie is een overeenkomst tussen twee partijen om een afgesproken hoeveelheid van één valuta te ruilen tegen een afgesproken hoeveelheid van één andere valuta.

Nadere informatie

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 De richtsnoeren die in dit document aan bod komen, zijn van toepassing op de volgende ondernemingen (hierna "de gereglementeerde ondernemingen" genoemd): - de kredietinstellingen

Nadere informatie

Cylinder. 1Productinformatie!

Cylinder. 1Productinformatie! Cylinder 1Productinformatie! Een valutatransactie is een overeenkomst tussen twee partijen om een afgesproken hoeveelheid van één valuta te ruilen tegen een afgesproken hoeveelheid van één andere valuta.

Nadere informatie

Kandidaat Degene die door YoungConsult wordt geselecteerd voor een passende functie bij de Opdrachtgever.

Kandidaat Degene die door YoungConsult wordt geselecteerd voor een passende functie bij de Opdrachtgever. Artikel 1 Definities Algemene voorwaarden De onderhavige algemene voorwaarden die van toepassing zijn op iedere Opdracht en Overeenkomst tot Arbeidsbemiddeling welke door tussenkomst van YoungConsult tot

Nadere informatie

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen Regeling parameters pensioenfondsen Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2006, nr. AV/ PB/2006/102565b, tot vaststelling van de parameters voor pensioenfondsen

Nadere informatie

Met deze beleidsregels wordt bijgedragen aan het risicogerichte externe toezicht op de toegelaten instellingen.

Met deze beleidsregels wordt bijgedragen aan het risicogerichte externe toezicht op de toegelaten instellingen. Toelichting Beleidsregels verantwoord beleggen door toegelaten instellingen volkshuisvesting Inleiding Met deze beleidsregels wordt nadere invulling gegeven aan de normen inzake beleggingsactiviteiten

Nadere informatie

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare 3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare 3.1 Balans per 31 december 2013 (voor resultaatbestemming) Activa 31-12-2013 31-12-2012 Vaste activa Materiële vaste activa 591.897 591.897 Financiële vaste activa

Nadere informatie

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd: Directie Financiële Markten Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 15 augustus 2007 FM 2007-01901 M Onderwerp Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling invoering Wft De Minister van Financiën, Gelet

Nadere informatie

European Forward Extra

European Forward Extra European Forward Extra 1Productinformatie! Een valutatransactie is een overeenkomst tussen twee partijen om een afgesproken hoeveelheid van één valuta te ruilen tegen een afgesproken hoeveelheid van één

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de publicatiebalans 2018

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de publicatiebalans 2018 gevestigd te Rapport inzake de publicatiebalans 2018 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. 24 juni 2019 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december 2018 4 1.2 Grondslagen van

Nadere informatie

Participating Forward

Participating Forward Participating Forward 1Productinformatie! Een valutatransactie is een overeenkomst tussen twee partijen om een afgesproken hoeveelheid van één valuta te ruilen tegen een afgesproken hoeveelheid van één

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 4, vierde lid, van het Besluit marktmisbruik Wft;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 4, vierde lid, van het Besluit marktmisbruik Wft; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8349 12 mei 2011 Regeling van de Minister van Financiën van 4 mei 2011, nr. FM/2011/8728M, tot aanwijzing van categorieën,

Nadere informatie

STICHTING DEPOSITARY QUANTRUST MACRO FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2013

STICHTING DEPOSITARY QUANTRUST MACRO FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2013 JAARREKENING 2013 INHOUDSOPGAVE Bestuursverslag Balans Winst- en verliesrekening Toelichting behorende tot de jaarrekening Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Algemeen

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...

Nadere informatie

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Boxmeer, juli 2016 I-SZ/2016/1924 / RIS 2016-456 (Bijlage) Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Begripsbepaling

Nadere informatie

Treasury reglement. 4 juni 2014. 1 van 5

Treasury reglement. 4 juni 2014. 1 van 5 Treasury reglement 4 juni 2014 1 van 5 01. Inleiding In het licht van de Code Goed Bestuur Publieke Dienstverleners heeft Spaarnelanden een Treasuryreglement opgesteld. Dit reglement de stelt de aandeelhouder

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand; Nr De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand; Overwegende dat de gemeenteraad

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK 31.10.2003 L 283/81 EUROPESE CENTRALE BANK RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 23 oktober 2003 voor transacties van deelnemende lidstaten met hun werksaldi in buitenlandse valuta's ingevolge artikel

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Peel en Maas

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Peel en Maas DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders Gezien de behandeling in de gezamenlijke raadsvergadering van 7 december 2009 Gelet op het bepaalde

Nadere informatie

Jaarrekening 2015 Stichting Oevernet

Jaarrekening 2015 Stichting Oevernet Jaarrekening 2015 Stichting Oevernet Inhoud 1 Bestuursverslag 3 1.1 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 4 2 Jaarrekening 2.1 Balans per 31 december 2015 6 2.2 Staat van baten en lasten over

Nadere informatie

STICHTING BEWAARDER COMMODITY DISCOVERY FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2014

STICHTING BEWAARDER COMMODITY DISCOVERY FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2014 JAARREKENING 2014 INHOUDSOPGAVE Bestuursverslag Balans Winst- en verliesrekening Toelichting behorende tot de jaarrekening Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Algemeen

Nadere informatie

Stichting Beheer Warenar Kerkstraat HE Wassenaar

Stichting Beheer Warenar Kerkstraat HE Wassenaar Kerkstraat 75 2242 HE INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 31 december 2016 1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 2 Toelichting op de balans per 31 december 2016 6 A BALANS PER 31 DECEMBER 2016

Nadere informatie

Addendum bij het Prospectus van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen d.d. 1 januari 2017

Addendum bij het Prospectus van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen d.d. 1 januari 2017 Addendum bij het Prospectus van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen d.d. 1 januari 2017 Betreft: I. Wijziging Hoofdstuk 7 Kosten en vergoedingen, paragraaf 7.1.1 Transactiekosten... 2 II. Wijziging

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. Van: Albij administratieve dienstverlening Iroko PM Dordrecht KvKnr hierna te noemen de opdrachtnemer.

ALGEMENE VOORWAARDEN. Van: Albij administratieve dienstverlening Iroko PM Dordrecht KvKnr hierna te noemen de opdrachtnemer. ALGEMENE VOORWAARDEN Van: Albij administratieve dienstverlening Iroko 97 3315 PM Dordrecht KvKnr. 51657023 hierna te noemen de opdrachtnemer. Artikel 1. Toepasselijkheid 1. Deze algemene voorwaarden zijn,

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 11. Hoofdstuk 1 Treasury 13

Inhoud. Voorwoord 11. Hoofdstuk 1 Treasury 13 Inhoud Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Treasury 13 1.1 Treasurytaken 13 1.1.1 Cash & liquidity management / Financiering 14 1.1.2 Renterisicobeheer 14 1.1.3 Valutarisicobeheer 15 1.1.4 Beheer van prijsrisico

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 28.11.2017 L 312/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/2194 VAN DE COMMISSIE van 14 augustus 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees

Nadere informatie

Relevante wetsartikelen aanvraag verklaring van geen bezwaar uit hoofde van artikel 3:96 Wet financieel toezicht

Relevante wetsartikelen aanvraag verklaring van geen bezwaar uit hoofde van artikel 3:96 Wet financieel toezicht Relevante wetsartikelen aanvraag verklaring van geen bezwaar uit hoofde van artikel 3:96 Wet financieel toezicht In dit document vindt u een overzicht van relevante wetsartikelen die van toepassing zijn

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 2:26d, derde lid, en 3:3 van de Wet op het financieel toezicht;

Gelet op de artikelen 2:26d, derde lid, en 3:3 van de Wet op het financieel toezicht; Regeling van de Minister van Financiën van 2018-0000000000, directie Financiële Markten, tot wijziging van het Besluit aangewezen staten Wft en de Vrijstelingsregeling Wft in verband met de bilaterale

Nadere informatie

Deze definities dienen ter interpretatie van begrippen in het Informatie Memorandum alsmede de aanvullende stukken.

Deze definities dienen ter interpretatie van begrippen in het Informatie Memorandum alsmede de aanvullende stukken. 9. Begrippenlijst Deze definities dienen ter interpretatie van begrippen in het Informatie Memorandum alsmede de aanvullende stukken. Aanbieder De entiteit die de Obligaties in Landgoed Keihoef B.V. aanbiedt

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3714 25 januari 2017 Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie Het bestuur van stichting Fonds

Nadere informatie

Deze definities dienen ter interpretatie van begrippen in het Informatie Memorandum alsmede de aanvullende stukken en/of Bijlagen.

Deze definities dienen ter interpretatie van begrippen in het Informatie Memorandum alsmede de aanvullende stukken en/of Bijlagen. 9. Begrippenlijst Deze definities dienen ter interpretatie van begrippen in het Informatie Memorandum alsmede de aanvullende stukken en/of Bijlagen. Aanbieder De entiteit die de Bedrijfsobligatieleningen

Nadere informatie

Jaarrekening 2010. ASR Nederland Beleggingsbeheer N.V.

Jaarrekening 2010. ASR Nederland Beleggingsbeheer N.V. Jaarrekening ASR Nederland Beleggingsbeheer N.V. Inhoudsopgave Bestuursverslag... 3 Balans per 31 december....4 Winst- en verliesrekening over... 5 Toelichting tot de beperkte balans per 31 december...

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden PH&A Salaris en Advies

Algemene Voorwaarden PH&A Salaris en Advies Algemene Voorwaarden PH&A Salaris en Advies Artikel 1. Definities a) Opdrachtgever: De natuurlijk persoon of de rechtspersoon die aan Opdrachtnemer de Opdracht heeft gegeven tot het verrichten van Werkzaamheden.

Nadere informatie

1 Jaarrekening. 1.1 Balans per 31 december 2016 (na resultaatbestemming)

1 Jaarrekening. 1.1 Balans per 31 december 2016 (na resultaatbestemming) 1 Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december 2016 (na resultaatbestemming) 1.2 Staat van baten en lasten over 2016 1.3 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2016 Stichting Het Dorp te Arnhem Algemeen

Nadere informatie

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN C.D.V. - D. 135/D/COR1 STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN Deze staat bevat de gegevens, bestemd voor de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (Belgische toezichthouder inzake verzekeringen) betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 869 Wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Wet op het consumentenkrediet teneinde de reikwijdte van de bepalingen inzake de informatieverstrekking

Nadere informatie

ECB-OPENBAAR. Aan: de leiding van belangrijke banken. Frankfurt am Main, 28 juli 2017

ECB-OPENBAAR. Aan: de leiding van belangrijke banken. Frankfurt am Main, 28 juli 2017 DANIÈLE NOUY Voorzitter van de Raad van Toezicht ECB-OPENBAAR Aan: de leiding van belangrijke banken Frankfurt am Main, 28 juli 2017 Openbare leidraad betreffende informatie over transacties die de grenzen

Nadere informatie