Kosmische straling Bronnen en detectie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kosmische straling Bronnen en detectie"

Transcriptie

1 HiSPARC High-School Project on Astrophysics Research with Cosmics Toelichting Kosmische straling Bronnen en detectie Doelgroep Leerlingen VWO 5/6 NT Doelen Het lespakket geeft leerlingen inzicht in: de aard, de oorsprong en enkele fysische aspecten van kosmische straling de interactie van kosmische straling met de aardatmosfeer de bouw en werking van scintillatiedetectoren voor kosmische straling en het gebruik hiervan in astrofysisch onderzoek het karakter van wetenschappelijk onderzoek aan kosmische straling: dataverzameling en -verwerking, samenwerking. Opzet Het lespakket bestaat uit de volgende onderdelen: Kosmische straling een korte overzichtstekst van waaruit kan worden doorgeklikt naar een aantal deelonderwerpen rond de ontdekking van kosmische straling, de interactie van kosmische straling en aardatmosfeer, en de detectie van kosmische straling. Profielwerkstukken een verzameling suggesties voor een profielwerkstuk op het gebied van constructie en ijking van een scintillatiedetector, onderzoek aan kosmische straling met een scintillatiedetector, kosmische straling, relativiteitstheorie, GPS (global positioning system) enzovoort. Deelonderwerpen Hieronder staat een korte uitwerking van de opdrachten uit de verschillende deelonderwerpen, voor zover deze opdrachten niet het karakter hebben van een suggestie voor verdere verdieping naar eigen keuze van de leerling. Bij opdrachten die betrekking hebben op het uitvoeren van experimenteel onderzoek is een indicatie van het werkplan gegeven. 1.1 Sterevolutie Centrale vraag Hoe ontstaan supernova s, zwarte gaten en quasars? De opdrachten 1 en 2 zijn suggesties voor verdieping in het kader van een profielwerkstuk. 1 Oppervlaktetemperatuur volgt uit spectraalanalyse en vergelijking met stralingskrommes van zwarte stralers. Uit gemeten helderheid is bij bekende afstand de absolute helderheid te berekenen. 2 Waterstoffusie, heliumfusie, koolstoffusie en verder leidend tot explosie en implosie. 1.2 Onderzoek Centrale vraag Hoe is in het begin van de vorige eeuw het bestaan van kosmische straling ontdekt? 1 De elektroscoop slaat uit door de afstotende elektrische kracht die gelijksoortige ladingen op elkaar uitoefenen. Hoe groter de lading is, des te groter is de afstotende elektrische kracht en des te groter is de uitslag van de elektroscoop. Bij het weglekken van lading zal de uitslag van de elektroscoop dus geleidelijk kleiner worden. Een vlam of een radioactieve bron veroorzaakt ionisatie van de lucht rondom de elektroscoop, waardoor de lading op de elektroscoop geleidelijk wordt geneutraliseerd. 2 Een met de hoogte afnemende ontlaadsnelheid van de elektroscoop zoals waargenomen door Theodor Wulf wijst op het aardoppervlak als stralingsbron.

2 De toenemende ontlaadsnelheid op grotere hoogte zoals waargenomen door Victor Hess wijst op de kosmos als stralingsbron. Vergelijkbare metingen s nachts (of, zoals Victor Hess deed, tijdens een zonsverduistering) zouden kunnen uitwijzen of de ioniserende straling van de Zon afkomstig is. 3 Deze waarnemingen wijzen op geladen deeltjes als aard van kosmische straling. Het effect is te vergelijken met het verschijnsel Noorderlicht dat wordt veroorzaakt door van de Zon afkomstige geladen deeltjes een verschijnsel dat alleen op hogere geografische breedtes zichtbaar is als gevolg van de stand van het magnetisch veld van de Aarde. 1.3 Bronnen Centrale vraag Waar liggen de bronnen van hoogenergetische kosmische straling? 1 De lengte-eenheid parsec (pc) is gekoppeld aan het begrip parallax. Een ster met een parallax van 1 heeft een afstand van 1 pc of AE, zodat 1 pc = 3, km = 3,26 lichtjaar. Het Melkwegstelsel heeft een diameter van pc = 0,03 Mpc. Hoog-energetische deeltjes met een energie van meer dan ev kunnen dus uit ons Melkwegstelsel afkomstig zijn. Het Andromedastelsel als voorbeeld van een ander sterrenstelsel bevindt zich op een afstand van lichtjaar = 0, pc = 0,8 Mpc. Er moeten dus binnen een afstand van 100 Mpc voldoende sterrenstelsels zijn die als bron van hoogenergetische kosmische straling in aanmerking komen. 2.1 Elementaire deeltjes Centrale vraag Hoe ontstaan pionen en muonen bij de inslag van een primair kosmisch deeltje? 1 Een vergelijking tussen de elektrische kracht F e en de gravitatiekracht F g tussen twee elektronen op een afstand r levert: F e = (1, ) 2 /r 2 = 2, /r 2 F g = 6, (9, ) 2 /r 2 = 5, /r 2 Bij deze vergelijking is de elektrische kracht ruwweg een factor /10 71 = groter dan de gravitatiekracht. De invloed van de gravitatiekracht is toch over grote afstanden merkbaar doordat in het heelal sprake is van zeer grote massa s vergeleken met de eenheidsmassa van 1 kg. 2 In de tabel hieronder is de lading van de deeltjes berekend uit de lading van de quarks waaruit het is samengesteld. deeltje quarksamenstelling lading p + uud (2/3 + 2/3 1/3) e = +e n 0 udd (2/3 1/3 1/3) e = 0 π + uđ (2/3 + 1/3) e = +e π ud ( 2/3 1/3) e = e π 0 uū + dđ (2/3 2/3 1/3 + 1/3) e = 0 3 Bij de eerste reactie ontstaat door creatie een uū- en dđ-paar. Dit mengsel is een ongeladen pion (π 0 ): uud + uud uud + uud + uū + dđ Bij de tweede reactie ontstaat door creatie een dđ-paar. Hergroepering van de quarks in een van de protonen (p + : uud) en dit dđ-paar levert een neutron (n 0 : udd) en een positief pion (π + : uđ): uud + uud uud + uud + dđ uud + udd + uđ 2.2 Muon-verval Centrale vraag Hoe ver komt een muon met een levensduur van slechts 2, s in de richting van het aardoppervlak? 1 m µ = 207 m e

3 E k = ½ m v 2 v = (2 E k /m µ ) = 1, m/s v > c: een dergelijke snelheid is niet mogelijk. 2 m 0,µ = 105,6 MeV/c 2 = 1, kg m 0,µ /m e = E 0 = m 0 c 2 = 105,6 MeV E 0 /E = 0,1 E = m c 2 en m = m 0 /( (1 v 2 /c 2 )) v = c (1 E 0 2 /E 2 ) v = c (1 0,1 2 ) = 0,995 c = 2, m/s s = v t = 0,7 km (met t de gemiddelde vervaltijd van het muon) 4 v 2 /c 2 = 1 E 0 2 /E 2 = 0,99 t = t 0 /( (1 v 2 /c 2 )) = t 0 /0,1 = 2, s E = 10 E 0 t = 10 t 0 s = v t = 7 km 5 E 2x zo groot (dus: E 0 /E = 0,05) t 2x zo groot (dus: t = 4, s) s 2x zo groot (dus: s = 14 km). De snelheid v verandert namelijk nauwelijks als E 2x zo groot wordt: v c. 2.3 Airshowers Centrale vraag Welke soorten airshowers zijn er, wat zijn hun eigenschappen en hoe is daaruit de richting en de energie van een primair kosmisch deeltje te bepalen? 1 F L = B q v = F c = m v 2 /r B q r = m v = p v c (zie 2.2 Muonverval) p = m c = E/c (want: E = m c 2 ) = 1 GeV/c q = e r = p/(b e) = m Op een showerhoogte van 10 km levert een baanstraal van 70 km een baankromming die wel te verwaarlozen is ten opzichte van een rechtlijnige voortplanting. Bovendien is voor meer energetische deeltjes de impuls, en dus de baanstraal groter. 2 In het verticale showerprofiel van figuur 7 neemt het aantal elektronen in eerste instantie toe door productie bij interacties, en daarna (als het productieproces gestopt is vanwege de afgenomen deeltjesenergie) weer af als gevolg van verstrooiing in de atmosfeer. In het horizontale showerprofiel van figuur 8 is het aantal deeltjes in de buurt van de shower-as het grootste vanwege impulsbehoud en neemt het aantal deeltjes door verstrooiing af naarmate de afstand tot de shower-as groter wordt. Het aantal muonen in de kern van een shower is voor hadronische showers (p en Fe) een factor 10 groter dan voor elektromagnetische showers (γ), bij ruwweg dezelfde aantallen elektronen resp. fotonen: grootte-orde 10 resp 1. Het onderscheid is (dus) te maken op grond van de gemeten verhoudingen tussen het aantal muonen enerzijds en het aantal elektronen en/of fotonen anderzijds. 3 De energie van het primaire deeltje is te schatten uit de energie-inhoud van de shower: sommeren van het product van de energie per deeltje en het aantal deeltjes voor de drie verschillende soorten deeltjes (muonen, elektronen en fotonen). De inslagrichting van het primaire deeltje is te schatten uit het verschil in aankomsttijd van de shower op de verschillende detectiestations. 4 De HiSPARC-detectiestations meten alleen muonen, en kunnen dus geen onderscheid maken tussen hadronische en elektromagnetische showers. Er wordt gewerkt met een door ander onderzoek onderbouwde aanname dat een gedetecteerde shower hadronisch van aard is. 5 De HiSPARC-detectiestations meten alleen de muonendichtheid en niet de energie van de gedetecteerde muonen. De energie van het primaire deeltje moet worden geschat op grond van de overeenkomst tussen de resultaten van deze metingen en simulaties. De HiSPARC-detectiestations meten wel de aankomsttijd van de shower, zodat het in vraag 3 gegeven antwoord over het schatten van de inslagrichting van het primaire deeltje juist is.

4 3.1 Detector Centrale vraag Hoe werkt een scintillatiedetector? 1 k = 2 MeV/(g/cm 2 ) bij E = 1 GeV E = k ρ l = 4 MeV 2 N f = /100 = (fotonen) 3 n = 1,58 i g = 40 In de getekende tweedimensionale situatie zullen alle fotonen met een invalshoek i kleiner dan de grenshoek i g de scintillator verlaten. Omdat i g = 40 gaat het hier om bijna de helft van de geproduceerde fotonen. In een driedimensionale situatie zal de weglengte tot aan de PMT voor de fotonen die door totale reflectie wel binnen de scintillator blijven sterk verschillen. Naarmate die weglengte voor een foton groter is, is de kans op absorptie door het scintillatormateriaal groter. Daardoor zal een deel van de geproduceerde fotonen die binnen de scintillator blijven toch onderweg verloren gaan. De afwijkende geometrie van de lichtgeleider zorgt voor een kleinere invalshoek i voor de fotonen die de lichtgeleider uiteindelijk bereiken, zodat extra fotonenverlies kan optreden doordat niet meer aan de voorwaarde voor totale reflectie (i > i g ) is voldaan. N f,k = 0,01 N f = (fotonen) 4 N e,k = ε N f,k = 1, (elektronen) N e,a = G N e,k = 3, (elektronen) 5 t 10 ns (pulslengte zie opmerking in bijschrift bij figuur 2) I = Q/ t = N e,a e/ t = 5, A (5,4 ma) U = I R = 0,27 V (270 mv) Dit resultaat klopt qua grootte-orde met de hoogte van de spanningspuls in figuur 2. Belangrijkste onzekerheden: het percentage van de bij het passeren van een muon geproduceerde fotonen dat de PMT bereikt (opdracht 3) en de voedingsspaningsafhankelijke waarde van de versterkingsfactor G van de PMT (opdracht 4). 6 De energie-afgifte van een muon bij het passeren van de scintillatorplaat is een statistisch proces. Het pulshoogtehistogram zal dus dezelfde vorm vertonen als de Landau-verdeling (zie ook 3.3 Detector testen). 7 De afstand tussen de geselecteerde detectieplaats op de scintillatorplaat en de PMT zou invloed kunnen hebben op het pulshoogtediagram: hoe groter deze afstand is, des te kleiner is het deel van de geproduceerde fotonen dat uiteindelijk de PMT bereikt, en des te kleiner is de pulshoogte. Op grond van deze redenering is te verwachten dat de pulshoogtehistogrammen voor de twee detectieplaatsen wel dezelfde vorm hebben (de bij opdracht 6 genoemde Landau-verdeling), maar dat deze ten opzichte van elkaar enigszins horizontaal verschoven zijn. 8 Een klein deel van de grote detector is te selecteren met een kleine detector boven of onder de grote detector, aangesloten op een triggerschakeling. Dan wordt de puls vanuit de grote detector alleen geregistreerd als de kleine detector een puls geeft, wat betekent dat de geregistreerde puls zijn oorsprong heeft in het deel van de grote detector onder of boven de kleine detector. Dit deel zal overigens groter zijn dan het oppervlak van de kleine detector, omdat rekening moet worden gehouden met een mogelijk schuine inval van muonen. De selectie van een deel van de grote detector is te verscherpen door het gebruik van twee kleine op een coïncidentieschakeling aangesloten detectors met daartussen de grote detector (zie 3.3 Detector testen). In dat geval is het geselecteerde deel van de grote detector even groot als het oppervlak van de kleine detectors. 3.2 Detector bouwen Centrale vraag Hoe bouwen we een scintillatiedetector? 1 Detector controleren op lichtdichtheid:

5 De PMT aansluiten op de scoop, ingesteld op een waarde van de tijdbasis waarmee de lichtsterktevariatie van het TL-licht zichtbaar te maken is (f = 100 Hz). Dit geeft een globale indicatie van het wel of niet aanwezig zijn van lichtlekken, maar zegt nog niets over de plaats daarvan. In een volledig verduisterde ruimte de scintillatorplaat en lichtgeleider volledig (van boven-/onderaf en van opzij) aftasten met een smalle lichtbundel en daarbij het scoopsignaal volgen. De op deze manier gevonden plaatsen van lichtlekken extra afdichten met zwart (landbouw)plastic. 3.3 Detector testen Centrale vraag Hoe testen we een gebouwde scintillatiedetector: hoe bepalen we de juiste instelling en hoe meten we de efficiëntie van zo n detector? 1 De top van de Landau-verdeling ligt bij 60 à 70 mv. Wat de beide andere pieken in het diagram voorstellen is nog onduidelijk: het zou ruis kunnen zijn, maar het is niet onmogelijk dat het hier om een ander soort deeltje gaat. Hier wordt nog onderzoek naar gedaan. 2 Bij het instellen van een grotere waarde van de hoogspanning over de PMT zal het spectrum langs de horizontale as worden uitgerekt. Bij het instellen van een langere meettijd zal het spectrum langs de verticale as worden uitgerekt. 3 Instellen PMT-hoogspanning en meetprogramma: PMT-hoogspanning zo regelen dat de Landau-piek in het pulshoogtehistogram op een redelijke waarde boven de ruis uitkomt (zo n 60 à 70 mv pulshoogte), startend vanuit een voldoend lage waarde van de PMT-hoogspanning (bijvoorbeeld niet meer dan 500 V) om opblazen van de PMT te voorkomen. Dit kan in eerste instantie op het oog door het bekijken van de pulshoogtes op het oscilloscoopscherm. In tweede instantie moet het pulshoogtehistogram worden gemeten met behulp van de onderstaande instellingen. Redelijke waarde van het aantal muondetecties (counts) bepalen (1000). Redelijke drempelwaarde voor ruisfiltering bepalen in het gebied tussen ruis en het begin van de Landau-verdeling in het pulshoogtehistogram (zo n 30 à 40 mv). Redelijke waarde voor de horizontale resolutie van het pulshoogtehistogram bepalen (bijvoorbeeld 1 mv). 4 Meten detectorefficiëntie: Efficiëntiemeting op minstens zes geschikt (verspreid over links/rechts en voor/achter) gekozen plaatsen op het oppervlak van de scintillatorplaat. NB: de PMThoogspanning en het meetprogramma steeds instellen op de eerder bepaalde, geschikt gekozen waarden. 7 Relatieve onzekerheid: N/N = ( N)/N = 1/ N Langere meettijd: N groter 1/ N kleiner. 8 Als voorbeeld van het bepalen van de detectorefficiëntie zoals bedoeld bij opdracht 5, 6 en 8 een samenvatting van de meetresultaten aan een van de detectoren en de verwerking daarvan. meetplaats N µ N m ε ,972 ± 0, ,953 ± 0, ,962 ± 0, ,979 ± 0, ,973 ± 0, ,958 ± 0, ,951 ± 0,031 Gemeten is bij een instelling van ruwweg N µ = 1000 counts (door de muonenteller getelde muonen). De detectorefficiëntie ε = N m /N µ is op zeven verschillende plaatsen

6 gemeten, met als resultaat een aantal waarden tussen de 0,95 en 0,98. Zonder rekening te houden met de meetonzekerheid lijkt sprake van een (geringe) plaatsafhankelijkheid van de detectorefficiëntie, zonder dat daarin echter een duidelijk patroon is te herkennen. Bij N µ = 1000 counts is de relatieve meetonzekerheid 3% ( N/N = 1/ 1000 = 0,03). De variatie in de zeven gemeten detectorefficiënties (0,95 tot 0,98) is ruwweg 3%, en daarmee van dezelfde grootte als de relatieve meetonzekerheid. Conclusie: er is geen sprake van een significante plaatsafhankelijkheid van de detectorefficiëntie. Omdat er geen sprake is van een significante plaatsafhankelijkheid is de detectorefficiëntie te bepalen als het gemiddelde van de zeven efficiëntiemetingen. Of, op een andere manier: door het optellen van de meetresultaten op elk van de meetplaatsen. Dit levert een detectorefficiëntie ε = N m /N µ = 6834/7089 = 0,964. De relatieve meetonzekerheid bij N m = 6834 counts is 1,21% ( N/N = 1/ 6834 = 0,0121). De absolute meetonzekerheid in de bepaalde detectorefficiëntie is dan dus 0,013 (1,21% van 0,964), zodat de detectorefficiëntie kan worden opgegeven als ε = 0,96 ± 0,013. Dat betekent: 67% van een zeer groot aantal gemeten detectorefficiënties zal binnen dit interval liggen. Uit de zeven efficiëntiemetingen blijkt dat deze op een enkele uitzondering na keurig binnen dit interval liggen. 3.4 Detectiestation Centrale vraag Hoe werkt een detectiestation? 1 In een tijdsduur t nadat A een puls heeft gegeven telt B f B t pulsen. Dit doet zich f A keer per seconde voor. De telsnelheid van dit proces wordt dus gegeven door f BnaA = f A f B t. Analoog geldt: f AnaB = f B f A t De telsnelheid van toevallige coïncidenties wordt dus gegeven door f t = 2 f A f B t Grootte-orde: f t = 2 f A f B t = = toevallige coïncidenties per seconde. 2 Als voorbeeld van het bepalen van de telsnelheid van echte coïncidenties tussen twee detectors een samenvatting van de meetresultaten aan een van de detectiestations en de verwerking daarvan. Detectiestation N A (m 1 ) N B (m 1 ) N m (h 1 ) BBL, UU De telsnelheid f e van echte coïncidenties volgt uit de telsnelheid f m van gemeten coïncidenties en de telsnelheid f t van toevallige coïncidenties: f e = f m f t. Een meting van de telsnelheid f m wordt uitgevoerd met twee scintillatorplaten aangesloten op een coïncidentieschakeling. Meetresultaat: N m = 580 coïncidenties per uur. Dus: f m = 0,161 Hz. De telsnelheid f t is te bepalen door meting van de telsnelheden f A en f B van de afzonderlijke scintillatorplaten en de ingestelde waarde van t. Meetresultaat: N A = 5702 resp. N B = 5339 coïncidenties per minuut. Dus: f A = 95 Hz en f B = 89 Hz. Hiermee is de telsnelheid van toevallige coïncidenties te berekenen: f t = 2 f A f B t = = 0,017 Hz. Uit het voorgaande volgt de telsnelheid van echte coïncidenties: f e = f m f t = 0,161 0,017 = 0,144 Hz. 3 Als voorbeeld van het bepalen van de onzekerheid in de telsnelheid van echte coïncidenties tussen twee detectors gebruiken we weer de meetresultaten aan het detectiestation bij opdracht 2. Daarbij gebruiken we de rekenregels voor statistische meetonzekerheden en moeten we uitgaan van de statistische meetonzekerheid in de gemeten waarden van N A, N B en N m. Daarbij gaan we er van uit dat de relatieve meetonzekerheid in de tijdmetingen verwaarloosbaar klein is. De telsnelheid f m volgt direct uit N m, zodat de relatieve onzekerheid in f m gelijk is aan de relatieve onzekerheid in N m : f m /f m = N m /N m = 1/ N m = 1/ 580 = 0,0415 f m = 0,161 ± 0,007 Hz De telsnelheid f t volgt uit het product van f A en f B, zodat de relatieve onzekerheid in f t gegeven wordt door de wortel van de som van de kwadraten van de relatieve

7 onzekerheden in f A en f B die op hun beurt weer volgen uit de relatieve onzekerheden in N A en N B : f t /f t = (( f A /f A ) 2 + ( f B /f B ) 2 ) = (( N A /N A ) 2 + ( N B /N B ) 2 ) = ((1/ N A ) 2 + (1/ N B ) 2 ) = ((1/ 5702) 2 + (1/ 5339) 2 ) = 0,019 f t = 0,017 ± 0,0003 Hz De telsnelheid f e volgt uit het verschil van f m en f t, zodat de absolute onzekerheid in f e gelijk is aan de wortel van de som van de kwadraten van de absolute onzekerheden in f m en f t : f e = (( f m ) 2 + ( f t ) 2 ) = (0,007) 2 + (0,0003) 2 ) = 0,007 f e = 0,144 ± 0,007 Hz 3.5 Detectiestation installeren Centrale vraag Hoe bouwen en installeren we een detectiestation met twee scintillatiedetectors en apparatuur voor signaalregistratie en -verwerking? 1 Een controle op de juiste werking van het detectiestation kan onder andere het volgende inhouden: Meting van de telsnelheid van de afzonderlijke detectors (grootte-orde: 100 Hz) en meting van de telsnelheid van coïncidenties tussen beide detectors (grootte-orde: 0,1 Hz) (zie 3.4 Detectiestation). Controleren van de instelling van de hoogspanning over de afzonderlijke PMT s: Landau-piek in het energiespectrum bij 60 tot 70 mv (zie 3.3 Detector testen). 3.6 Detectienetwerk Centrale vraag Hoe ziet een gewenst netwerk van detectiestations er uit, gegeven de lokale situatie? De gewenste configuratie van het detectienetwerk voor het HiSPARC-cluster Utrecht is (minstens) een drietal op onderlinge afstanden van 0,5 tot 1 km in een ruwe driehoek geplaatste detectiestations: zie de pagina Detectienetwerk op deze website. 3.7 Richting primair deeltje Centrale vraag Hoe bepalen we de inslagrichting van het primair kosmisch deeltje uit de data bij een coïncidentie tussen tenminste drie detectiestations? 1 Uit overwegingen van impulsbehoud is de veronderstelling dat de showerkern in het verlengde ligt van de baan van het primaire deeltje acceptabel. Op grond van de geometrie van de airshower (bron op 40 tot 10 km hoogte, showerdiameter met grootteorde 1 km bij het aardoppervlak) mogen het showerfront en het aardoppervlak worden opgevat als een plat vlak. Eventuele hoogteverschillen tussen de detectiestations zijn op een afstand van 40 tot 10 km tot de bron eveneens verwaarloosbaar klein. 5 Het aangepaste coördinatenstelsel is weergegeven in de tabel hieronder. detectiestation x-coördinaat (m) y-coördinaat (m) aankomsttijd ( µs ) A B ,29 C ,42 Uit deze data volgt: Azimut-hoek: m = 2,05 ξ = 116 φ = 26 Zenit-hoek: v = 1, m/s θ = 15 6 Uit de GPS-data volgen de aankomsttijden van de shower bij de detectiestations B en C: 0,1 resp. 1,2 µs. Hieruit volgt: Azimut-hoek: m = 0,819 ξ = 219 φ = 129 Zenit-hoek: v = 6, m/s θ = Energie primair deeltje Centrale vraag Hoe maken we een schatting van de energie van dat primair kosmisch

8 deeltje? 1 Met fictieve waarden voor α en (η α) beide groter dan 1 in formule [1] neemt de waarde van de deeltjesdichtheid S bij toenemende waarde van de afstand r tot de showerkern in eerste instantie vrij snel en daarna langzaam af richting 0. Opmerking: het bedoelde diagram is snel te maken in een Excel-rekenblad. Bij een grotere waarde van de energie van het primaire deeltje is de waarde van de constante k in formule [1] groter, waardoor de deeltjesdichtheid S bij alle waarden van r groter is. 2 Zenit-hoek θ = 15 η = 3,91. Uit S(r 0 ) = 100 met α = 1,2 en η =3,91 volgt een eerste schatting van de constante k in formule [1]: k = 667. Met Excel-rekenblad_1 volgt een eerste schatting van de positie P van de showerkern ( 150, 250) bij een aangepaste waarde van k (2000). Opmerkingen: - Uit een vergelijking tussen de berekende en gemeten waarden van de deeltjesdichtheid is te zien of en zo ja in welke richting de eerste schatting van de waarde van k moet worden bijgesteld. - Bij deze bijgestelde waarde van k is de afstand tussen de showerkern en de drie detectiestations op het rekenblad af te lezen bij de gemeten deeltjesdichtheid. Op de kaart kan nu rond elk van de drie detectiestations een cirkel worden getekend met deze afstand als straal. Uit de ligging van deze cirkels volgt dan een eerste schatting van de positie P van de showerkern. Met Excel-rekenblad_2 volgt een beste schatting van de positie P van de showerkern ( 205, 225) bij een verder aangepaste waarde van k (2250). De berekende waarden van de deeltjesdichtheid in de detectiestations A, B en C zijn dan resp. 10,2, 7,3 en 11,9 (wat redelijk in overeenstemming is met de gemeten waarden 10, 7 en 12). Opmerkingen: - In het rekenblad wordt gestart met de eerste schatting van de positie P van de showerkern en de bijgestelde waarde van k in formule [1] zoals bepaald in de vorige stap. Uit een vergelijking tussen de berekende en gemeten waarden van de deeltjesdichtheid is af te leiden of en zo ja in welke richting de positie P moet worden verschoven, en of en zo ja in welke richting de waarde van k verder moet worden bijgesteld. - Het is mogelijk om de overeenstemming tussen berekende en gemeten waarden van de deeltjesdichtheid nog beter te maken, maar dat blijkt niet tot nauwelijks meer invloed te hebben op de beste schatting van de energie van het primaire deeltje. Dit is goed te zien als ook deze energieberekening in het rekenblad wordt opgenomen. Met deze waarde van k in formule [1] toegepast in formule [2] komt de beste schatting van de energie van het primaire deeltje uit op E = 2, ev. Deze beste schatting van de energie van het primaire deeltje is een ondergrens, omdat we ervan uitgaan dat de showerkern binnen de driehoek ABC ligt. 3 Procedure: zie opdracht 2. 4 Voor het maken van een beste schatting voor de ondergrens van de energie van het primaire deeltje is de waarde van de constante η in formule [1] nodig, en dus de waarde van de zenit-hoek θ. Die hoek is alleen te bepalen uit een coïncidentie op minstens twee detectiestations. De aanname is dan dat de showerkern op de verbindingslijn tussen de twee detectiestations ligt. 5 Zenit-hoek θ = 28 η = 3,73. Uit S(r 0 ) = 100 met α = 1,2 en η =3,73 volgt een eerste schatting van de constante k in formule [1]: k = 577. Met Excel-rekenblad_1 volgt een eerste schatting van de positie P van de showerkern (400, 275) bij een aangepaste waarde van k (2000). Met Excel-rekenblad_2 volgt een beste schatting van de positie P van de showerkern (400, 275) bij een verder aangepaste waarde van k (2350). De berekende waarden van de deeltjesdichtheid in de detectiestations A, B en C zijn dan resp. 3,1, 2,0 en 3,0 (wat redelijk in overeenstemming is met de gemeten waarden 3, 2 en 3). Met deze waarde van k in formule [1] toegepast in formule [2] komt de beste schatting van de energie van het primaire deeltje uit op E = 3, ev.

HiSPARC High-School Project on Astrophysics Research with Cosmics. Interactie van kosmische straling en aardatmosfeer

HiSPARC High-School Project on Astrophysics Research with Cosmics. Interactie van kosmische straling en aardatmosfeer HiSPARC High-School Project on Astrophysics Research with Cosmics Interactie van kosmische straling en aardatmosfeer 2.3 Airshowers In ons Melkwegstelsel is sprake van een voortdurende stroom van hoogenergetische

Nadere informatie

Algemeen. Cosmic air showers J.M.C. Montanus. HiSPARC. 1 Kosmische deeltjes. 2 De energie van een deeltje

Algemeen. Cosmic air showers J.M.C. Montanus. HiSPARC. 1 Kosmische deeltjes. 2 De energie van een deeltje Algemeen HiSPARC Cosmic air showers J.M.C. Montanus 1 Kosmische deeltjes De aarde wordt continu gebombardeerd door deeltjes vanuit de ruimte. Als zo n deeltje de dampkring binnendringt zal het op een gegeven

Nadere informatie

Richting van een Extended Air Shower

Richting van een Extended Air Shower Richting van een Extended Air Shower www.space.com Door Paulien Zheng en Sam Ritchie (15 april 2016) Inhoudsopgave Inleiding 2 Over ons 2 Profielwerkstuk en stage 2 Stage-onderzoek 2 Theoretisch kader

Nadere informatie

Kosmische straling: airshowers. J.W. van Holten NIKHEF, Amsterdam

Kosmische straling: airshowers. J.W. van Holten NIKHEF, Amsterdam Kosmische straling: airshowers J.W. van Holten NIKHEF, Amsterdam 1. Kosmische straling. Kosmische straling wordt veroorzaakt door zeer energetische deeltjes die vanuit de ruimte de aardatmosfeer binnendringen

Nadere informatie

1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002

1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002 1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002 1 Kosmische straling Onder kosmische straling verstaan we geladen deeltjes die vanuit de ruimte op de aarde terecht komen. Kosmische straling is onder

Nadere informatie

Muonlevensduur. 1 Inleiding. μ ν ν e. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

Muonlevensduur. 1 Inleiding. μ ν ν e. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding Muonlevensduur 1 Inleiding De Aarde staat voortdurend bloot aan een bombardement van hoogenergetische deeltjes uit de ruimte. Dit verschijnsel noemen

Nadere informatie

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben.

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben. Uitwerkingen HiSPARC Elementaire deeltjes C.G.N. van Veen 1 Hadronen Opdracht 1: Elementaire deeltjes worden onderverdeeld in quarks en leptonen. (a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met

Nadere informatie

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Q3-1 De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Lees eerst de algemene instructies in de aparte envelop alvorens te starten met deze vraag. In deze opdracht wordt de fysica van de deeltjesversneller

Nadere informatie

Detectie van kosmische straling

Detectie van kosmische straling Detectie van kosmische straling muonen? geproduceerd op 15 km hoogte reizen met een snelheid in de buurt van de lichtsnelheid levensduur = 2,2.10-6 s s = 2,2.10-6 s x 3.10 8 m/s = 660 m = 0,6 km Victor

Nadere informatie

Quantummechanica en Relativiteitsleer bij kosmische straling

Quantummechanica en Relativiteitsleer bij kosmische straling Quantummechanica en sleer bij kosmische straling Niek Schultheiss 1/19 Krachten en krachtdragers Op kerndeeltjes werkt de zwaartekracht. Op kerndeeltjes werkt de elektromagnetische kracht. Kernen kunnen

Nadere informatie

Wat is kosmische straling?

Wat is kosmische straling? Inleiding Wij (Arjan Fraters en Thijs Robijns) hebben op de Universiteit van Utrecht een project gevolgd over kosmische straling, genaamd HiSparc: High-School Project on Astrophysics Research with Cosmics.

Nadere informatie

Air-showers, events en coïncidenties. Werkbladen. HiSPARC. 1 Inleiding. 2 Events. 2.1 De nauwkeurigheid van het meten van events. N.G.

Air-showers, events en coïncidenties. Werkbladen. HiSPARC. 1 Inleiding. 2 Events. 2.1 De nauwkeurigheid van het meten van events. N.G. Werkbladen HiSPARC Air-showers, events en coïncidenties N.G. Schultheiss 1 Inleiding Kosmische deeltjes bestaan uit snel bewegende atoomkernen, neutrino s of gamma fotonen. Deze primaire kosmische deeltje

Nadere informatie

Een enkele detector op de grond geeft een signaal, dit wordt een single genoemd.

Een enkele detector op de grond geeft een signaal, dit wordt een single genoemd. Uitwerkingen HiSPARC Air-showers, events en coïncidenties N.G. Schultheiss 1 Inleiding Op de HiSPARC site is RouteNet te vinden. Hierin staan modules die als verdieping gebruikt kunnen worden. Klik bijvoorbeeld

Nadere informatie

Uitleg HiSPARC. Algemeen. HiSPARC. 1 Inleiding. 2 HiSPARC. C.G. van Veen

Uitleg HiSPARC. Algemeen. HiSPARC. 1 Inleiding. 2 HiSPARC. C.G. van Veen Algemeen HiSPARC Uitleg HiSPARC C.G. van Veen 1 Inleiding De aarde wordt continu gebombardeerd door kosmische straling. 1 Dat zijn deeltjes die uit het heelal vandaan komen zoals protonen, ijzerkernen

Nadere informatie

Een nieuwe blik op ons heelal met de AMANDA neutrinotelescoop

Een nieuwe blik op ons heelal met de AMANDA neutrinotelescoop 10 juli 2004 Een nieuwe blik op ons heelal met de AMANDA neutrinotelescoop Philip Olbrechts olbrechts@hep.iihe.ac.be I.I.H.E.-Vrije Universiteit Brussel Waarom zijn neutrino s zo interessant? Neutrino

Nadere informatie

Speciale relativiteitstheorie

Speciale relativiteitstheorie versie 13 februari 013 Speciale relativiteitstheorie J.W. van Holten NIKHEF Amsterdam en LION Universiteit Leiden c 1 Lorentztransformaties In een inertiaalstelsel bewegen alle vrije deeltjes met een

Nadere informatie

Gemeten pieken aan Kosmische straling. Steven Asselman V6c Zaanlands Lyceum 2010

Gemeten pieken aan Kosmische straling. Steven Asselman V6c Zaanlands Lyceum 2010 Gemeten pieken aan Kosmische straling Steven Asselman V6c Zaanlands Lyceum 2010 Inhoudsopgave Voorwoord ----------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

1 Bellenvat. 1.1 Intorductie. 1.2 Impuls bepaling

1 Bellenvat. 1.1 Intorductie. 1.2 Impuls bepaling 1 Bellenvat 1.1 Intorductie In dit vraagstuk zullen we een analyse doen van een bellenvat foto die genomen is van een interactie van een π bundeldeeltje in een waterstof bellenvat. De bijgesloten foto

Nadere informatie

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben.

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben. Werkbladen HiSPARC Elementaire deeltjes C.G.N. van Veen 1 Hadronen Opdracht 1: Elementaire deeltjes worden onderverdeeld in quarks en leptonen. (a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar

Nadere informatie

Kosmische muonen. Folkert Nobels, Bas Roelenga. 1. Theorie. Contents. Inleiding

Kosmische muonen. Folkert Nobels, Bas Roelenga. 1. Theorie. Contents. Inleiding Natuurkundig practicum 3 203 204 Kosmische muonen Folkert Nobels, Bas Roelenga Abstract In dit experiment is de levensduur van het muon bepaald en is er gekeken naar de intensiteit van kosmische muonen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. ) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

Kosmische Straling. Vincent de Weger Pim van den Berg Robin Jastrzebski

Kosmische Straling. Vincent de Weger Pim van den Berg Robin Jastrzebski Kosmische Straling Vincent de Weger Pim van den Berg Robin Jastrzebski 11 februari 2005 Inhoudsopgave Een Woord Vooraf ii 1 Kosmische Straling 1 1.1 Ontdekking............................................

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2014-II

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2014-II Opgave Skydiver maximumscore 3 Voor de zwaartekracht geldt: Fz = mg = 00 9,8=,96 0 N. Als je dit aangeeft met een pijl met een lengte van 4,0 cm, levert opmeten: 3 3 F I =, 0 N, met een marge van 0,3 0

Nadere informatie

Detectie TMS MR & VRS-d Stijn Laarakkers

Detectie TMS MR & VRS-d Stijn Laarakkers Detectie TMS MR & VRS-d 2018 Stijn Laarakkers Overzicht Detectie van ioniserende straling Soorten detectoren: Ionisatiedetectoren Scintillatiedetectoren Rendement/efficiency Telfout en meetgevoeligheid

Nadere informatie

Muonen. Auteur: Hans Uitenbroek Datum: 5 februari 2013. Opleiding: VWO 6

Muonen. Auteur: Hans Uitenbroek Datum: 5 februari 2013. Opleiding: VWO 6 Muonen Auteur: Hans Uitenbroek Datum: 5 februari 2013 Opleiding: VWO 6 1 Inhoudsopgave Voorwoord 1. Inleiding 1.1. Aanleiding van het onderzoek 1.2. Probleemstelling 2. Methode en werkwijze 3. Onderzoek

Nadere informatie

Meesterklas Deeltjesfysica. Universiteit Antwerpen

Meesterklas Deeltjesfysica. Universiteit Antwerpen Meesterklas Deeltjesfysica Universiteit Antwerpen Programma 9u45 10u00 11u00 11u15 11u45 12u00 13u00 15u00 15u30 17u00 Verwelkoming Deeltjesfysica Prof. Nick van Remortel Pauze Versnellers en Detectoren

Nadere informatie

HOVO: Gravitatie en kosmologie OPGAVEN WEEK 1

HOVO: Gravitatie en kosmologie OPGAVEN WEEK 1 HOVO: Gravitatie en kosmologie OPGAVEN WEEK Opgave : Causaliteit In het jaar 300 wordt door de Aardse Federatie een ruimteschip naar een Aardse observatiepost op de planeet P47 gestuurd. Op de maan van

Nadere informatie

Begripsvragen: Elektrisch veld

Begripsvragen: Elektrisch veld Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]

Nadere informatie

Deeltjes in Airshowers. N.G. Schultheiss

Deeltjes in Airshowers. N.G. Schultheiss 1 Deeltjes in Airshowers N.G. Shultheiss 1 Inleiding Deze module volgt op de module Krahten in het standaardmodel. Deze module probeert een beeld te geven van het ontstaan van airshowers (in de atmosfeer)

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. 2) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Eindtoets Experimentele Fysica 1 (3A1X1) - Deel november 2016 van 14:30 16:30 uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Eindtoets Experimentele Fysica 1 (3A1X1) - Deel november 2016 van 14:30 16:30 uur TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Eindtoets Experimentele Fysica 1 (3A1X1) - Deel 2 11 november 2016 van 14:30 16:30 uur DIT DEEL VAN DE EINDTOETS BESTAAT UIT 6 OPGAVEN LET OP: ER ZITTEN 2 BIJLAGEN BIJ

Nadere informatie

GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert

GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert Samenvatting Deeltjes Detectie in Hoge Energie Fysica De positie waar de botsing heeft plaatsgevonden in een versneller

Nadere informatie

Het Standaardmodel. HOVO college Teylers 20 maart 2012 K.J.F.Gaemers

Het Standaardmodel. HOVO college Teylers 20 maart 2012 K.J.F.Gaemers Het Standaardmodel HOVO college Teylers 20 maart 2012 K.J.F.Gaemers 20 maart 2012 HOVO 2012 I 2 20 maart 2012 HOVO 2012 I 3 C12 atoom 6 elektronen 6 protonen 6 neutronen 20 maart 2012 HOVO 2012 I 4 20

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 31 maart 2008 Tijdsduur: 90 minuten Deze toets bestaat uit twee delen (I en II). Deel I bestaat uit meerkeuzevragen, deel II uit open vragen. De meerkeuzevragen

Nadere informatie

Natk4All Leraren opleiding Speciale Relativiteitstheorie (leerjaar )

Natk4All Leraren opleiding Speciale Relativiteitstheorie (leerjaar ) Natk4All Leraren opleiding Speciale Relativiteitstheorie (leerjaar 2016-2017) February 5, 2017 Tijd: 2 uur 30 min Afsluitend Maximum Marks: 78+5(bonusopgave) 1. In wereld van serie Star-Trek kunnen mensen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 9.1 De hemel Wanneer s nachts naar een onbewolkte hemel wordt gekeken is het eerste wat opvalt de vele fonkelende sterren. Met wat geluk kan ook de melkweg worden gezien als een

Nadere informatie

Deeltjes en velden donderdag 3 oktober 2013 OPGAVEN WEEK 2

Deeltjes en velden donderdag 3 oktober 2013 OPGAVEN WEEK 2 Deeltjes en velden donderdag 3 oktober 203 OPGAVEN WEEK 2 Opgave : Causaliteit In het jaar 300 wordt door de Aardse Federatie een ruimteschip naar een Aardse observatiepost op de planeet P47 gestuurd.

Nadere informatie

Inleiding stralingsfysica

Inleiding stralingsfysica Inleiding stralingsfysica Historie 1896: Henri Becquerel ontdekt het verschijnsel radioactiviteit 1895: Wilhelm Conrad Röntgen ontdekt Röntgenstraling RadioNucliden: Inleiding Stralingsfysica 1 Wat maakt

Nadere informatie

Leraar in Onderzoek

Leraar in Onderzoek Leraar in Onderzoek 2016-2017 Hoogenergetische Kosmische Straling eindredaktie J.J.M. Steijger Nationaal Instituut voor subatomaire fysica (Nikhef ), Postbus 41882, NL-1009 DB Amsterdam, Nederland. 28

Nadere informatie

Het Quantum Universum. Cygnus Gymnasium

Het Quantum Universum. Cygnus Gymnasium Het Quantum Universum Cygnus Gymnasium 2014-2015 Wat gaan we doen? Fundamentele natuurkunde op de allerkleinste en de allergrootste schaal. Groepsproject als eindopdracht: 1) Bedenk een fundamentele wetenschappelijk

Nadere informatie

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Elektrisch veld In de vacuüm gepompte beeldbuis van een TV staan twee evenwijdige vlakke metalen platen

Nadere informatie

1 Uitgewerkte opgaven: relativistische kinematica

1 Uitgewerkte opgaven: relativistische kinematica 1 Uitgewerkte opgaven: relativistische kinematica 1. Impuls van een π + meson Opgave: Een π + heeft een kinetische energie van 200 MeV. Bereken de impuls in MeV/c. Antwoord: Een π + meson heeft een massa

Nadere informatie

HOVO Het quantum universum donderdag 19 februari 2009 OPGAVEN WEEK 3 - Oplossingen

HOVO Het quantum universum donderdag 19 februari 2009 OPGAVEN WEEK 3 - Oplossingen HOVO Het quantum universum donderdag 9 februari 009 OPGAVEN WEEK 3 - Oplossingen Naam: Opgave : Ga uit van vergelijking 53) op bladzijde 34. Maak gebruik van een grove benadering waarbij we de afgeleide

Nadere informatie

Materie bouwstenen van het heelal FEW 2009

Materie bouwstenen van het heelal FEW 2009 Materie bouwstenen van het heelal FEW 2009 Prof.dr Jo van den Brand jo@nikhef.nl 2 september 2009 Waar de wereld van gemaakt is De wereld kent een enorme diversiteit van materialen en vormen van materie.

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 16 april 2007 Tijdsduur: 90 minuten eze toets bestaat uit twee delen (I en II). In deel I wordt basiskennis getoetst via meerkeuzevragen. eel II bestaat

Nadere informatie

FIGUUR 1 KOSMISCHE SHOWER (BRON VI) HiSPARC HOE KAN JE DE RICHTING VAN EEN KOSMISCHE SHOWER BEPALEN. SANNE VEGA & ANDOR BENT

FIGUUR 1 KOSMISCHE SHOWER (BRON VI) HiSPARC HOE KAN JE DE RICHTING VAN EEN KOSMISCHE SHOWER BEPALEN. SANNE VEGA & ANDOR BENT 13-1-2017 FIGUUR 1 KOSMISCHE SHOWER (BRON VI) HiSPARC HOE KAN JE DE RICHTING VAN EEN KOSMISCHE SHOWER BEPALEN. SANNE VEGA & ANDOR BENT Voorwoord Voor u ligt het verslag HiSPARC Hoe kan je de richting van

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Opgave Didgeridoo maximumscore 4 uitkomst: f = 78 Hz (met een marge van Hz) voorbeeld van een bepaling: In de figuur komt 9,0 cm overeen met een tijd van 0,08 s. Voor periodes wordt een

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 27 november 2003 van 09:00 12:00 uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 27 november 2003 van 09:00 12:00 uur TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen Stralingsfysica (3D1) d.d. 7 november 3 van 9: 1: uur Vul de presentiekaart in blokletters in en onderteken deze. Gebruik van boek, aantekeningen of notebook

Nadere informatie

KOSMISCHE STRALING. Nova Jansen V6c 2016/2017 Dhr. Ing. N.G. Schultheiss Zaanlands Lyceum

KOSMISCHE STRALING. Nova Jansen V6c 2016/2017 Dhr. Ing. N.G. Schultheiss Zaanlands Lyceum KOSMISCHE STRALING Nova Jansen V6c 2016/2017 Dhr. Ing. N.G. Schultheiss Zaanlands Lyceum Inhoudsopgave Blz. Inhoudsopgave 2 Voorwoord 3 1 Geschiedenis 4 2 Kosmische straling 6 # In de ruimte # Op de aarde

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2 natuurkunde vwo 05-II Opgave Indoor Skydive maximumscore 3 uitkomst: h =,7 0 m voorbeelden van een berekening: methode Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. Invullen levert: 40

Nadere informatie

Correctievoorschrift Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Correctievoorschrift Schoolexamen Moderne Natuurkunde Correctievoorschrift Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1, VWO 6 9 maart 004 Tijdsduur: 90 minuten Regels voor de beoordeling: In zijn algemeenheid geldt dat het werk wordt nagekeken volgens

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-II Opgave Visby-lens uitkomst: n =,5 voorbeeld van een berekening: De invalshoek i 54 en de brekingshoek r 3. sin i Bij lichtbreking geldt: n. sin r sin54 0,809 Hieruit volgt dat n, 5. sin3 0,530 inzicht

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 16 januari 2006 van 14:00 17:00 uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 16 januari 2006 van 14:00 17:00 uur TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen Stralingsfysica (3D d.d. 6 januari 6 van 4: 7: uur Vul de presentiekaart in blokletters in en onderteken deze. Gebruik van boek, aantekeningen of notebook is

Nadere informatie

Het HiSPARC-detectorsignaal

Het HiSPARC-detectorsignaal Onderwijs Het HiSPARC-detectorsignaal verklaard De aarde wordt vanuit de ruimte bestookt met een hagel van deeltjes. De energie van deze deeltjes varieert over twintig ordes van grootte.vooral de energierijkere

Nadere informatie

H2: Het standaardmodel

H2: Het standaardmodel H2: Het standaardmodel 2.1 12 Fundamentele materiedeeltjes De elementaire deeltjes worden in 2 groepen opgedeeld volgens spin (aantal keer dat een deeltje rond zijn eigen as draait), de fermionen zijn

Nadere informatie

NATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev.

NATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev. NATUURKUNDE KLAS 5, INHAALPROEFWERK H7, 02/12/10 Het proefwerk bestaat uit 2 opgaven met samen 32 punten. (NB. Je mag GEEN gebruik maken van de CALC-intersect-functie van je GRM!) Opgave 1: Kwiklamp (17

Nadere informatie

1 Wisselwerking en afscherming TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw

1 Wisselwerking en afscherming TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw 1 Wisselwerking en afscherming TS VRS-D/MR vj 2018 2 Wisselwerking en afscherming TS VRS-D/MR vj 2018 1-3 Atoombouw en verval 4,5 Wisselwerking van straling met materie en afscherming 6-9 Röntgentoestellen,

Nadere informatie

11 DECEMBER 2016 KOSMISCHE STRALING EN KOSMISCHE LAWINES CASPER LOMAN ZAANLANDS LYCEUM

11 DECEMBER 2016 KOSMISCHE STRALING EN KOSMISCHE LAWINES CASPER LOMAN ZAANLANDS LYCEUM 11 DECEMBER 2016 KOSMISCHE STRALING EN KOSMISCHE LAWINES CASPER LOMAN ZAANLANDS LYCEUM Inhoud Voorwoord... 2 Literair onderzoek... 3 Wat zijn kosmische lawines?... 3 Wat gebeurt er in kosmische lawines...

Nadere informatie

De Broglie. N.G. Schultheiss

De Broglie. N.G. Schultheiss De Broglie N.G. Schultheiss Inleiding Deze module volgt op de module Detecteren en gaat vooraf aan de module Fluorescentie. In deze module wordt de kleur van het geabsorbeerd of geëmitteerd licht gekoppeld

Nadere informatie

De deeltjes die bestudeerd worden hebben relativistische snelheden, vaak zeer dicht bij de lichtsnelheid c. De interacties tussen deeltjes grijpen

De deeltjes die bestudeerd worden hebben relativistische snelheden, vaak zeer dicht bij de lichtsnelheid c. De interacties tussen deeltjes grijpen 1 2 De deeltjes die bestudeerd worden hebben relativistische snelheden, vaak zeer dicht bij de lichtsnelheid c. De interacties tussen deeltjes grijpen plaats op subatomaire afstanden waar enkel de kwantummechanica

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-II Eindexamen natuurkunde - havo 00-II 4 Antwoordmodel Opgave Fietsdynamo uitkomst: f = 49 Hz (met een marge van Hz) Twee perioden duren 47 6 = 4 ms; voor één periode geldt: T = Dus f = = = 49 Hz. - T 0,5

Nadere informatie

natuurkunde havo 2018-I

natuurkunde havo 2018-I Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Scheepsradar maximumscore uitkomst: s =,9 0 4 m Elektromagnetische golven bewegen met de lichtsnelheid. De afstand die 8 4 het signaal

Nadere informatie

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 12 Elektrische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 12.1 Elektrische kracht en lading Elektrische krachten F el + + F el F el F el r F el + F el De wet van Coulomb q Q

Nadere informatie

De levensduur en snelheid van muonen meten

De levensduur en snelheid van muonen meten DE MUONPARADOX Samenvatting Dit experiment is gebaseerd op het meten van muonen uit de kosmische straling. Je maakt kennis met enkele technieken uit de deeltjesfysica. Door het meten van de levensduur

Nadere informatie

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica Wat zie je? PositronEmissieTomografie (PET) Nucleaire geneeskunde: basisprincipe Toepassing van nucleaire geneeskunde Vakgebieden

Nadere informatie

OVERAL, variatie vanuit de kern LES- BRIEF. Tweede Fase. Het neutrinomysterie. Foto: CERN

OVERAL, variatie vanuit de kern LES- BRIEF. Tweede Fase. Het neutrinomysterie. Foto: CERN OVERAL, variatie vanuit de kern LES- BRIEF Tweede Fase Het neutrinomysterie Foto: CERN 1 Het was op het nieuws, het was in de krant, iedereen had het er over: neutrino s die sneller gaan dan het licht.

Nadere informatie

natuurkunde havo 2017-I

natuurkunde havo 2017-I Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Elektrische doorstroomverwarmer maximumscore voorbeelden van antwoorden: Er gaat minder energie verloren aan de buitenlucht. / De

Nadere informatie

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme Zonnestraling Samenvatting De Zon zendt elektromagnetische straling uit. Hierbij verplaatst energie zich via elektromagnetische golven. De golflengte van de straling hangt samen met de energie-inhoud.

Nadere informatie

HISPARC. Onderzoeken 4. Door: Brian de Keijzer ( ) Nikita Commandeur ( ) Docent: J.H.R. Lambers. NH2.a

HISPARC. Onderzoeken 4. Door: Brian de Keijzer ( ) Nikita Commandeur ( ) Docent: J.H.R. Lambers. NH2.a HISPARC Onderzoeken 4 Door: Brian de Keijzer (16011015) Nikita Commandeur (14107015) Docent: NH2.a 30-03-2018 J.H.R. Lambers Samenvatting Het doel van dit onderzoek is bepalen welke richting in het heelal

Nadere informatie

Wisselwerking. van ioniserende straling met materie

Wisselwerking. van ioniserende straling met materie Wisselwerking van ioniserende straling met materie Wisselwerkingsprocessen Energie afgifte en structuurverandering in ontvangende materie Aard van wisselwerking bepaalt het juiste afschermingsmateriaal

Nadere informatie

TENTAMEN INLEIDING ASTROFYSICA WOENSDAG 14 DECEMBER,

TENTAMEN INLEIDING ASTROFYSICA WOENSDAG 14 DECEMBER, TENTAMEN INLEIDING ASTROFYSICA WOENSDAG 14 DECEMBER, 14.00-17.00 LEES ONDERSTAANDE IN DETAIL: DIT TENTAMEN OMVAT VIER OPGAVES OPGAVE 1: 2.5 PUNTEN OPGAVE 2: 2.5 PUNTEN OPGAVE 3: 2.5 PUNTEN OPGAVE 4: 2.5

Nadere informatie

Inleiding Astrofysica Tentamen 2009/2010: antwoorden

Inleiding Astrofysica Tentamen 2009/2010: antwoorden Inleiding Astrofysica Tentamen 2009/200: antwoorden December 2, 2009. Begrippen, vergelijkingen, astronomische getallen a. Zie Kutner 0.3 b. Zie Kutner 23.5 c. Zie Kutner 4.2.6 d. Zie Kutner 6.5 e. Zie

Nadere informatie

Elementaire Deeltjesfysica

Elementaire Deeltjesfysica Elementaire Deeltjesfysica FEW Cursus Jo van den Brand 24 November, 2008 Structuur der Materie Inhoud Inleiding Deeltjes Interacties Relativistische kinematica Lorentz transformaties Viervectoren Energie

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 16 november 2004 van 14:00 17:00 uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 16 november 2004 van 14:00 17:00 uur TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen Stralingsfysica (3D) d.d. 6 november 4 van 4: 7: uur Vul de presentiekaart in blokletters in en onderteken deze. Gebruik van boek, aantekeningen of notebook is

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) d.d. 30 oktober 2009 van 9:00 12:00 uur Vul de presentiekaart

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 2 april 2007 Tijdsduur: 90 minuten eze toets bestaat uit twee delen (I en II). eel I bestaat uit meerkeuzevragen, deel II uit open vragen. e meerkeuzevragen

Nadere informatie

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer

Nadere informatie

Een deels bestaande PowerPointpresentatie voor de cursus in de aandacht gebracht cq bewerkt door:

Een deels bestaande PowerPointpresentatie voor de cursus in de aandacht gebracht cq bewerkt door: Sporen van deeltjes Een deels bestaande PowerPointpresentatie voor de cursus in de aandacht gebracht cq bewerkt door: E.J. Klesser, K. Akrikez, F. de Wit, F. Bergisch, J. v. Reisen Het onderzoek naar elementaire

Nadere informatie

Higgs en de Kosmos Niels Tuning (Nikhef) 31 oktober 2013

Higgs en de Kosmos Niels Tuning (Nikhef) 31 oktober 2013 Higgs en de Kosmos Niels Tuning (Nikhef) 31 oktober 2013 De Higgs Waar gaat het over? Woensdag 4 juli 2012 Waarom is dit belangrijk? De Higgs Waar gaat het over? Dinsdag 8 oktober 2013 for the theoretical

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat

Nadere informatie

KOSMISCHE STRALING EN ONWEER

KOSMISCHE STRALING EN ONWEER KOSMISCHE STRALING EN ONWEER Robert van de Velde Léander Troost VWO 6 Dhr. ABC van Dis 18 februari 2015 Wordt er meer kosmische straling gedetecteerd tijdens onweersbuien? Kosmische Straling Wordt er meer

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 4 april 2005 Tijdsduur: 90 minuten Deze toets bestaat uit twee delen (I en II). In deel I wordt basiskennis getoetst via meerkeuzevragen. Deel II

Nadere informatie

Mooie opgaven met mooie contexten. Maar je moet het wel snappen. Standaard aanpak van bekende opgaven werkt hier niet. Je moet de aanpak wel zien.

Mooie opgaven met mooie contexten. Maar je moet het wel snappen. Standaard aanpak van bekende opgaven werkt hier niet. Je moet de aanpak wel zien. Verslag examenbespreking pilot-examen VWO 2014 (eerste tijdvak) Utrecht, 20 mei 2014 Eerste resultaten: Totaal 36 kandidaten. Gemiddeld 39,7 punten. Algemene opmerkingen: Slechts twee leerlingen van te

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 21 januari 2005 van 14:00 17:00 uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 21 januari 2005 van 14:00 17:00 uur TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen Stralingsfysica (3D) d.d. januari 5 van 4: 7: uur Vul de presentiekaart in blokletters in en onderteken deze. Gebruik van boek, aantekeningen of notebook is niet

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 24 maart 2003 Tijdsduur: 90 minuten Deze toets bestaat uit 3 opgaven met 16 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds

Nadere informatie

Profielwerkstuk Kosmische Straling Door: Klas: Begeleidende docent:

Profielwerkstuk Kosmische Straling Door: Klas: Begeleidende docent: 0 Profielwerkstuk Kosmische Straling Door: Martsen de Boer, Tjeerd Roosjen en Jelmer van der Hoeven Klas: 6VWO Begeleidende docent: Drs. Bart Vrijdaghs 1 Pagina indeling Pagina indeling 1 Voorwoord/Inleiding

Nadere informatie

Later heeft men ook nog een ongeladen deeltje met praktisch dezelfde massa als een proton ontdekt (1932). Dit deeltje heeft de naam neutron gekregen.

Later heeft men ook nog een ongeladen deeltje met praktisch dezelfde massa als een proton ontdekt (1932). Dit deeltje heeft de naam neutron gekregen. Atoombouw 1.1 onderwerpen: Elektrische structuur van de materie Atoommodel van Rutherford Elementaire deeltjes Massagetal en atoomnummer Ionen Lading Twee (met een metalen laagje bedekte) balletjes,, die

Nadere informatie

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Opgave 1 Koolstof-14-methode Eindexamen havo natuurkunde pilot 04-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Koolstof-4-methode maximumscore 3 antwoord: aantal aantal aantal massa halveringstijd

Nadere informatie

Compton-effect. Peter van Zwol Sietze van Buuren Assistent: Heinrich Wörtche 16 oktober Samenvatting

Compton-effect. Peter van Zwol Sietze van Buuren Assistent: Heinrich Wörtche 16 oktober Samenvatting Compton-effect Peter van Zwol Sietze van Buuren Assistent: Heinrich Wörtche 6 oktober 23 Samenvatting Onder verschillende hoeken zijn energiespectra van fotonen, die door een vrij elektron zijn verstrooid,

Nadere informatie

8,3. Antwoorden door Dimitris 2178 woorden 15 december keer beoordeeld. Meten aan melkwegstelsels. Jim Blom en Dimitris Kariotis

8,3. Antwoorden door Dimitris 2178 woorden 15 december keer beoordeeld. Meten aan melkwegstelsels. Jim Blom en Dimitris Kariotis Antwoorden door Dimitris 2178 woorden 15 december 2017 8,3 6 keer beoordeeld Vak NLT Meten aan melkwegstelsels Jim Blom en Dimitris Kariotis NLT Periode 2 VWO 6 10-11-2017 1.1 De straal van de aarde is

Nadere informatie

a tegen 1/(1+0,2*(R/r)^2)

a tegen 1/(1+0,2*(R/r)^2) Kegelproefje Een proefje met het laten rollen van een dubbele kegel (met bodemstraal R) over een iets schuinstaande rails, leek me wel aardig om te doen. Twee uur verder met meten en doen: Kom ik op een

Nadere informatie

13 Zonnestelsel en heelal

13 Zonnestelsel en heelal 13 Zonnestelsel en heelal Astrofysica vwo Werkblad 51 LEVENSLOOP VAN STERREN In deze opdracht ga je na hoe de levensloop van een ster eruit ziet, en wat dat betekent voor het leven op aarde. Uit het HRD

Nadere informatie

2.1 Elementaire deeltjes

2.1 Elementaire deeltjes HiSPARC High-School Project on Astrophysics Research with Cosmics Interactie van kosmische straling en aardatmosfeer 2.1 Elementaire deeltjes Bij de botsing van een primair kosmisch deeltje met een zuurstof-

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde I

Eindexamen vwo natuurkunde I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. De buis is van binnen zwart gemaakt om reflecties van het licht in de buis te voorkomen. inzicht

Nadere informatie

Muonlab Software Documentatie

Muonlab Software Documentatie HiSP RC Muonlab Software Documentatie Release 2.0 Marcel Vreeswijk, Aartjan van Pelt April 17, 2013 CONTENTS 1 Introductie 3 2 Detecteren van kosmische straling 5 2.1 Werking van scintillator en PMT..............................

Nadere informatie

Hfdst 1' Massa en rustenergie (Toevoeging hiervan nodig om begeleid zelfstandig opzoekwerk i.v.m. het Standaardmodel mogelijk te maken.

Hfdst 1' Massa en rustenergie (Toevoeging hiervan nodig om begeleid zelfstandig opzoekwerk i.v.m. het Standaardmodel mogelijk te maken. I. ELEKTRODYNAMICA Hfdst. 1 Lading en inwendige bouw van atomen 1 Elektronentheorie 1) Proefjes 2) Elektriciteit is zeer nauw verbonden met de inwendige bouw van atomen 2 Dieper en dieper in het atoom

Nadere informatie

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je

Nadere informatie