Kaderregeling Taakbeleid

Transcriptie

1 Kaderregeling Taakbeleid Unicoz onderwijsgroep PO Taakbeleid schooljaar Versie 1.6, Januari 2017 Geldig per 1 augustus 2017 Status Voorlopige vaststelling College van Bestuur 31 oktober 2016 Positief advies werkgroep Cao 24 oktober 2016 Positief advies directeuren scholen PO 22 november 2016 Instemming Overlegmodel (personeelsgeleding) GMR 17 januari 2017 Instemming Taakbeleid (Personeelsgeleding) GMR 31 januari 2017 Taakbeleid vormt binnen Unicoz onderdeel van integraal personeelsbeleid. Hierbij staat ontwikkeling centraal: de ontwikkeling van het kind, de leerkracht en van de school. Deze regeling geeft de kaders aan van het Taakbeleid binnen de basisscholen en de school voor speciaal basisonderwijs van Unicoz.

2 Inhoud Taakbeleid en personeelsbeleid... 3 Inleiding... 3 Wat is Taakbeleid?... 3 Taakbeleid is een afstemmingsproces... 3 Uitgangspunten Taakbeleid binnen Unicoz... 4 Inleiding... 4 Kernwaarden Unicoz... 5 Wijzigingen CAO PO en CAO PO CAO PO CAO PO Arbeidsduur en werktijden... 6 Werktijdfactoren... 6 Basis- of overlegmodel... 7 Taakbeleid... 8 Lesgebonden taken (Unicoz beleid)... 8 Niet lesgebonden taken (Unicoz beleid)... 8 Professionalisering (conform CAO) Startende leerkracht (conform CAO) Terugbetalingsregeling (Unicoz beleid) Leraren- en schoolleidersregister (conform CAO) Duurzame Inzetbaarheid (DI) (conform CAO) Taakbeleid instrument (conform CAO) Werktijdenregeling Aanwezigheid (Unicoz beleid) Pauzetijden (conform CAO PO) Aanwezigheidsregistratie (conform Arbeidstijdenwet) Bijlagen Bijlage Toelichting keuze basis- of overlegmodel op schoolniveau Bijlage Stappenplan invoering overlegmodel Bijlage proces Taakbeleid overlegmodel (schematisch) Bijlage Reglement stemprocedure keuze invoeringsplan overlegmodel op schoolniveau Bijlage Duurzame Inzetbaarheid Bijlage Sparen Duurzame Inzetbaarheid (40 uur naar rato) Sparen Duurzame Inzetbaarheid 57 jaar en ouder (130 uur naar rato)

3 Taakbeleid en personeelsbeleid Inleiding De taak van de leerkracht, de taakbeleving in het onderwijs en de aantrekkelijkheid van het beroep van leerkracht vormen al jaren onderwerp van discussie. Maatregelen om het beroep van leerkracht aantrekkelijker te maken en de kwaliteit van het beroep te verbeteren zijn onder meer: - Functiedifferentiatie; - Professionalisering; - Evenwichtige taakbelasting; - Beheersing werkdruk; - Mobiliteit. Een van de middelen om bovenstaande zaken vorm te geven is integraal personeelsbeleid. In de CAO PO 1 is de verplichting opgenomen om integraal personeelsbeleid uit te voeren. Centraal hierbij staat de gesprekscyclus Resultaat & Ontwikkeling. Denk hierbij ook aan het bekwaamheidsdossier en doelgroepenbeleid. Onderdeel van integraal personeelsbeleid is Taakbeleid. Wat is Taakbeleid? Taakbeleid wordt gedefinieerd als de optimale afstemming tussen takenpakket school enerzijds en beschikbare tijd personeel anderzijds, teneinde de schooldoelen te realiseren. Doel hiervan is dat: - De onderwijskundige, strategische en organisatorische doelen die een organisatie/school zich stelt, bereikt worden; - De juiste persoon op de juiste plek zit binnen de eigen school; - Personeelsleden bij voorkeur die taken uitvoeren binnen de eigen school waarin zij goed zijn en die bij hen passen; - Het werk binnen een school evenredig verdelen over de personeelsleden. Uitgangspunt hierbij is het functiegebouw van Unicoz onderwijsgroep en daarmee de functies van de betreffende medewerkers. Taakbeleid is een afstemmingsproces Zoals eerder in onderhavige notitie beschreven wordt Taakbeleid gedefinieerd als de optimale afstemming tussen takenpakket school enerzijds en beschikbare tijd personeel anderzijds, teneinde de schooldoelen te realiseren. Binnen het afstemmingsproces tussen het takenpakket en de capaciteit van de school worden de volgende vier onderdelen benoemd: Taakomvangbeleid Het taakomvangbeleid is het op elkaar afstemmen van het totale takenpakket van de school, de beschikbare financiën en de formatie (kwantitatief). Tot nu toe is in deze notitie het taakomvangbeleid beschreven. 1 De CAO PO 2016 is te raadplegen (onder meer) op het Intranet van de Unicoz onderwijsgroep (medewerkersdeel en dan onder Personeel & Organisatie) 3

4 Taakverdelingsbeleid Naast het taakomvangbeleid is ook van belang het taakverdelingsbeleid waarbij de taken evenwichtig worden verdeeld over de functies en personeelsleden. Dit taakverdelingsbeleid heeft een kwantitatief en een kwalitatief aspect: capaciteiten en wensen van personeelsleden. Te stellen vragen hierbij zijn: o o o Hoeveel tijd heeft een individueel personeelslid beschikbaar op basis van zijn/haar werktijdfactor? Kan het takenpakket van een individueel personeelslid worden uitgevoerd binnen de beschikbare tijd? Zit de juiste persoon op de juiste plaats? Taakbelastingbeleid Bij taakbelastingbeleid wordt gekeken naar het creëren van een zo optimaal mogelijke werkomgeving voor de personeelsleden. Kwalitatieve personeelsinstrumenten hiervoor zijn (na)scholing, mobiliteit, intervisie, gesprekscyclus R&O, communicatie en sfeer. Belastbaarheid beleid Het laatste onderdeel van het afstemmingsproces is het belastbaarheid beleid waarbij rekening wordt gehouden met elk personeelslid vanuit de individuele belastbaarheid van de persoon (kwalitatief: ziekteverzuim/ preventiebeleid). Voorbeelden van mogelijke maatregelen: o o o o Tijdelijk aangepast takenpakket; Feedback en communicatie over (uitvoering) takenpakket; Scholing, intervisie etc.; Re-integratiebeleid voor (langdurig) zieke werknemers. Uitgangspunten Taakbeleid binnen Unicoz Inleiding Taakbeleid vormt binnen Unicoz onderdeel van het integraal personeelsbeleid (IPB). Hierbij staat ontwikkeling centraal: de ontwikkeling van het kind, de leerkracht en de organisatie op schoolniveau en op Unicoz niveau. Deze regeling Taakbeleid geeft de kaders aan van het Taakbeleid binnen het Primaire Onderwijs van Unicoz oftewel binnen de basisscholen en de school voor speciaal basisonderwijs van Unicoz. Uitgangspunt hierbij zijn vanuit de rijksoverheid wet- en regelgeving zoals de Arbeidstijdenwet. De afspraken tussen de sociale partners zoals opgeschreven in de CAO PO is een ander uitgangspunt. Vanuit Unicoz onderwijsgroep zijn hierbij bepalend de uitgangspunten van de organisatie uitgeschreven in onder meer de kernwaarden 2, het strategisch beleidsplan en het toets kader Raad van Toezicht. Zo schrijft de CAO PO voor dat bepaalde zaken binnen een school/bestuur geregeld dienen te zijn. Denk hierbij aan duurzame inzetbaarheid gericht op startende leerkrachten. Een ander voorbeeld is dat in de CAO PO in het kader van het beheersbaar maken van de werkdruk de 40 urige werkweek is ingesteld. Tegelijk laat de huidige CAO PO ook de ontwikkeling zien dat scholen steeds meer ruimte krijgen om zelf invulling te geven aan (taak)beleid, om zelf afspraken met (individuele) werknemers te maken. Zo heb je als school de keuze tussen het basismodel en het overlegmodel bij de verdeling van taken binnen een schoolteam. Per 1 augustus 2017 (schooljaar ) wordt daarom binnen Unicoz PO het overlegmodel ingevoerd. 2 De kernwaarden van de Unicoz onderwijsgroep zijn (onder meer) te raadplegen op de website van de Unicoz onderwijsgroep, 4

5 Kernwaarden Unicoz Uitgeschreven in haar kernwaarden staat Unicoz (vertaald naar Taakbeleid) voor: Uniciteit Inspiratie Openheid Solidariteit Elke school vult haar Taakbeleid uniek in, vanuit haar eigen visie, vanuit haar eigen identiteit. Hierbij past binnen de vastgestelde kaders maatwerk voor elk personeelslid, uitgaande van de schooldoelen en de competenties, wensen en belastbaarheid van elke medewerker spirit en verwondering; De invulling van de taken door ieder teamlid zelfbewust en trots op onze organisatie, onze school, ons zelf en onze leerlingen. We willen openstaan voor de ander en in de ontmoeting met de ander onszelf verrijken. We staan open voor hoe de ander, vanuit zijn/haar identiteit, invulling geeft aan het Taakbeleid en willen hiervan leren. Bij Taakbeleid hoort ook de zorg voor de ander. Unicoz staat voor het beste onderwijs voor ieder kind. Een belangrijke uitdaging hierbij is een aanbod van goed onderwijs in stand houden dat inspeelt op de verschillende kijk van ouders op de samenleving en op levensbeschouwing. Hierbij is de school het middelpunt van de organisatie. Binnen de afgesproken kaders op stichtingsniveau geeft de school dan ook vorm aan het Taakbeleid dat past bij haar visie, bij haar kinderen en bij haar team. Op schoolniveau kunnen dan ook aanvullende afspraken worden gemaakt over bijvoorbeeld duurzame inzetbaarheid en professionalisering. Taakbeleid vormt een structureel onderwerp van gesprek tussen de directeur en het personeelslid. De momenten waar dit aan de orde komt, zijn terug te vinden in de gesprekscyclus R&O. Op basis van de functiebeschrijving en het persoonlijk ontwikkelplan van de medewerker kunnen met een afzonderlijk teamlid individuele passende afspraken worden gemaakt. Gesprekscyclus Resultaat & Ontwikkeling Het Taakbeleid is een onderdeel dat (in ieder geval) terugkomt bij de jaarlijkse gesprekscyclus Resultaat & Ontwikkeling. Dit om op individueel niveau (en schoolniveau) de belasting te bewaken en om te bewaken of de verdeling nog steeds evenwichtig is. De gesprekscyclus Resultaat & Ontwikkeling vindt zijn plek in het personeelsdossier van de medewerker. Individuele afspraken worden schriftelijk vastgelegd en toegevoegd aan het personeels- en/of bekwaamheidsdossier van het betreffende personeelslid. 5

6 Wijzigingen CAO PO en CAO PO 2016 CAO PO In de CAO PO is het nodige veranderd. De belangrijkste veranderingen qua Taakbeleid zijn: De invoering va de 40-urige werkweek waarbij de maximale jaartaak 1659 uur blijft en daarmee een rooster van 41,3 werkweken; Vakantieverlof voor alle medewerkers van 428 uur op jaarbasis bij een volledig dienstverband. Deze 428 uur (= 10,7 weken verlof) is inclusief de feestdagen en komt bovenop de maximale jaartaak van 1659 uur; Bij de invulling van de weektaak kan de stichting kiezen tussen het basismodel en het overlegmodel waarbij deze maximale lessentaak wordt losgelaten. Binnen Unicoz PO kiezen we ervoor om per 1 augustus 2017 te werken met het overlegmodel; Op schoolniveau kan dan nog steeds gekozen worden voor het basismodel of het overlegmodel. De bepalingen rondom professionalisering (voorheen deskundigheidsbevordering) zijn aangepast naar 2 uur per werkweek (naar rato) en gemiddeld 500, -- per werknemer per jaar (ook naar rato). Voor directeuren geldt een budget van per jaar (naar rato); Wat betreft Duurzame Inzetbaarheid (DI) en voorheen BAPO genoemd heeft elke medewerker recht op een basisbudget van 40 uur op jaarbasis (naar rato) en daarboven voor specifieke groepen (oudere en startende leerkrachten) extra budget DI. Bovenstaande veranderingen worden verder in onderhavig Taakbeleid toegelicht en uitgewerkt. CAO PO 2016 In de CAO PO is het nodige veranderd. De belangrijkste veranderingen, die een relatie met Taakbeleid hebben, zijn: Voor het bijzonder onderwijs is afgesproken dat elk schoolbestuur vervangingsbeleid maakt en dit afstemt met de P(G)MR; Opmerking: Beleid en bijbehorende afspraken gericht op vervangingsbeleid worden beschreven in de kaderregeling Vervangingsbeleid en worden om die reden dan ook niet beschreven in onderhavige kaderregeling Taakbeleid. Arbeidsduur en werktijden Werktijdfactoren De werktijdfactor van medewerkers wordt uitgedrukt in werktijdfactor als aantal uren (en minuten) per week uitgaande van 40 uur per week. Hiermee wordt de koppeling werk- en lestijden losgelaten. (Unicoz beleid) Medewerkers in de functiecategorie onderwijsgevend personeel (OP) krijgen/hebben een benoeming van minimaal 0,4 fte (2 dagen van 8 uur per dag). (Unicoz beleid) Voor Intern Begeleiders geldt een benoeming van minimaal 0,4 fte of 16 uur per week. (Unicoz beleid) Voor (adjunct)directeuren geldt een benoeming van minimaal 0,8 fte of 32 uur per week. (Unicoz beleid) Benoemingen worden bepaald op honderdsten van fte; dus 0,25 of 0,35 fte etc. (Unicoz beleid) Opmerking 1: Werknemers met een benoeming van voor 1 augustus 2017 hebben het recht om hun werktijdfactor te behouden. In overleg kan deze echter wel worden aangepast. Bij wijziging van de werktijdfactor (deeltijdontslag of uitbreiding) wordt de werktijdfactor aangepast conform bovenstaande afspraken. Opmerking 2: Bij mobiliteit behouden werknemers hun werktijdfactor. Dit omdat werknemers een bestuursbenoeming hebben. Echter, deze kan in overleg wel worden aangepast. 6

7 Afspraken voor medewerkers Unicoz PO (deeltijders naar rato): o Jaartaak van 1659 uur en daarnaast 428 uur vakantieverlof inclusief wettelijke feestdagen; o Werkweek van 40 uur en daarmee 41,3 werkweken (1659/40); o Voor OP geldt een benoeming van minimaal 0,4 fte; o Voor IB-ers geldt een benoeming van minimaal 0,4 fte en voor (adjunct)directeuren minimaal 0,8 fte o Benoemingen worden bepaald op honderdsten van een fte en daarmee 0,25 fte, 0,35 fte, 0,45 fte etc. Basis- of overlegmodel De CAO PO geeft scholen de ruimte om invulling te geven aan het Taakbeleid en de lessentaak. Twee modellen zijn in de CAO PO opgenomen: Het basis- en het overlegmodel: Het basismodel is in de CAO van in het kader van taakbeleid vertaald naar de 40-urige werkweek. Dit betekent dat de norm van maximaal 930 uur voor de lessentaak blijft bestaan en dat in overleg met de PGMR (instemmingsrecht) de hoogte van het opslagpercentage wordt bepaald. In overleg met een individueel teamlid kunnen aparte afspraken gemaakt worden om meer uren les te geven. Een startende leerkracht mag nooit meer dan 930 uur lesgeven. Het overlegmodel bevat meer vrijheid en kent daarmee geen algemene normen qua maximale (lessen)taak of een vaste opslagfactor die voor iedereen geldt. De PGMR heeft instemmingsrecht bij de keuze voor het overlegmodel en de PMR heeft instemmingsrecht of het overlegmodel op de school ook daadwerkelijk wordt ingevoerd. De meerderheid (de helft plus 1) van het team moet eveneens instemmen bij een keuze voor invoering van het overlegmodel. Bij zowel het basis- als het overlegmodel geldt dat minimaal twee weken vóór de zomervakantie maar liefst eerder afspraken met alle (individuele) teamleden zijn gemaakt over de formatieve inzet. Indien wordt afgeweken van de voorgeschreven 2 weken minimaal heeft de directeur de plicht dit aan zijn team/ouders uit te leggen. Dat betekent afspraken over welke dagen gewerkt wordt inclusief vergader- en scholingsdagen en met welke taken op deze dagen, alsmede afspraken over de inzet van/op eventuele flexibele uren/dagen. De term terugkomdagen is hiermee niet meer relevant. De gemaakte afspraken dienen vastgelegd te worden in een jaartaakformulier via ons systeem Cupella. LET OP! In Cupella gaan we niet meer uit van 39,2 weken uit, maar van de werkelijke werkweken en werkdagen in enig jaar! Bij beide modellen geldt verder dat (individuele) afspraken met leerkrachten om meer dan 930 uur les te geven niet ten koste mag gaan van de inzet van andere teamleden. De keuze voor het overlegmodel geldt voor drie jaar. Dit betekent dat in het tweede jaar geëvalueerd dient te worden. Als daarna de PMR of het team niet opnieuw instemt met het overlegmodel geldt automatisch weer het basismodel. Met ingang van schooljaar (1 augustus 2017) wordt op bestuursniveau binnen PO gekozen voor het overlegmodel. Elke school dient voor het begin van schooljaar de gehele procedure doorlopen te hebben. Het streven hierbij is dat elke school het overlegmodel per 1 augustus 2017 invoert. Het overlegmodel wordt ingevoerd met onderhavige aangepaste, gemoderniseerde kaderregeling Taakbeleid waarboven op de Cao noodzakelijke algemene afspraken worden gemaakt die gelden voor alle PO scholen van Unicoz. Bovengenoemde uitspraken zijn vanzelfsprekend onder voorbehoud van het besluitvormingstraject waarbij PGMR en de verschillende PMR-en en teams een formele rol hebben. 7

8 Het opslagpercentage dat gehanteerd wordt binnen Unicoz PO wat betreft voor- en na(kijk)werk bedraagt 35%. Op schoolniveau kan op individueel niveau hiervan worden afgeweken tot een opslagpercentage van 45%. Verderop in onderhavig Taakbeleid wordt ingegaan op de taken die onder dit opslagpercentage vallen. Afspraken (Unicoz beleid): o Unicoz PO kiest met ingang van schooljaar (1 augustus 2017) voor het overlegmodel. Instemmingsrecht (P)GMR. o Elke school dient voor het begin van schooljaar de gehele procedure doorlopen te hebben. o Op schoolniveau wordt bepaald of het overleg- dan wel basismodel wordt gehanteerd. Het streven is het overlegmodel. Instemmingsrecht (P)MR. o Het opslagpercentage dat, zowel in het basis- als overlegmodel, wordt gehanteerd bedraagt 35%. Op schoolniveau kan op individueel medewerker niveau, met instemming van de betreffende medewerker, worden afgeweken tot een opslagpercentage van 45%. Taakbeleid Lesgebonden taken (Unicoz beleid) Voor de lesgebonden taken (zie de betreffende bijlage) wordt, zowel in het basis- als overlegmodel een percentage van 35% van de omvang van de lesgevende taken gehanteerd. Niet lesgebonden taken (Unicoz beleid) Niet lesgebonden taken kunnen zowel het onderwijs betreffen als ondersteunend zijn aan het onderwijsproces. Afspraak over niet-lesgebonden taken en vervangers Als sprake is van langdurige (en aaneensluitende) vervanging langer dan 3 weken dan neemt de vervanger qua Taakbeleid alle taakuren van de afwezige over. Onderstaand een volledig overzicht van de afspraken die voor alle (speciale) basisscholen van Unicoz gelden qua niet lesgebonden taken. Binnen Unicoz gelden voor bepaalde taken minimum kwaliteitsnormen. Hierover zijn dan ook Unicoz brede afspraken gemaakt die voor alle scholen gelden. Dit betreffen de volgende genormeerde taken: o I-coach 60 uur per school + 10 uur per 100 leerlingen o Interne Begeleiding Voor de functie van Interne Begeleider geldt een formatieve ondergrens van 0,4 fte. Daarnaast gelden kwalitatieve ondergrenzen * o Praktijkbegeleiding stagiaires 10 uur per leerkracht; o Contactpersoon klachtenregeling 5 uur per persoon (zie ook verder); o BHV-coördinator (inclusief EHBO) 10 uur per persoon; o Medezeggenschap 60 uur per (G)MR lid. (conform CAO) Als iemand lid is van en de MR en GMR dan betreft dit 100 uur; o Onvoorzien 5% percentage om flexibiliteit in te bouwen voor ontwikkelingen op school- en personeelsniveau. Dit percentage wordt berekend over de werktijdfactor minus norm aantal uren lesgevende en -gebonden taken. o Ondersteuningsplanraad Totaal (minimaal) 30 uur. o Mobiliteit Voor de leerkracht die door mobiliteit nieuw is binnen de school wordt in het Taakbeleid het eerste jaar na de overplaatsing ruimte 8

9 gecreëerd onder de noemer Verzachtende omstandigheden met een minimum van 40 uur bij fulltime dienstverband. o Professionele leer- Leden van PLG s (vooralsnog begrijpend lezen, en rekenen) krijgen Gemeenschappen (PLG s) minimaal 30 uur (zie ook verder). o Aandachtsfunctionaris minimaal 30 uur (zie ook verder) o Ondersteuningsplanraad SWV minimaal 60 uur (zie ook verder) (conform CAO) * Deze kwalitatieve ondergrens en andere afspraken over Interne Begeleiding zijn verwoord in de notitie Interne Begeleiding op de PO scholen van Unicoz, dd. 24 maart 2014 Opmerking: Eventuele scholing voor bovengenoemde taken valt NIET onder de uren individuele professionalisering van (gemiddeld) 2 uur per week. Niet lesgebonden taken kunnen zowel het primaire onderwijs betreffen als ondersteunend aan het primaire onderwijsproces zijn. Voorbeelden van niet lesgebonden taken zijn: Het afnemen van toetsen buiten die van de kinderen van de eigen groep/klas; Andere taken al dan niet in commissieverband. Taakbeleid medewerkers met ambulante taken Voor medewerkers met ambulante taken geldt geen verdeling lesgevende en niet-lesgevende taken. Voor hen geldt dan ook niet het opslagpercentage van 35% en enkel de 1659 uurs norm. Voor medewerkers met zowel ambulante en veel lesgevende taken zoals sommige Intern Begeleiders en sommige adjunct-directeuren gelden ook de afspraken omtrent lesgevende taken. Contactpersoon klachtenregeling Binnen de Unicoz onderwijsgroep is in het kader van de klachtenprocedure en regeling op schoolniveau sprake van contactpersonen klachtenregeling. Ter facilitering van deze contactpersoon zijn hiervoor beschikbaar 5 uur (niet ambulante) taakuren per persoon per schooljaar. Professionele leergemeenschappen/ Unicoz academy Binnen Unicoz werken we met bovenschoolse kenniskringen en/of Professionele Leer Gemeenschappen (PLG). Als lerende organisatie willen we de kwaliteiten van onze medewerkers maximaal inzetten ten behoeve van ons primaire doel: het geven van goed onderwijs. Voorbeelden zijn de PLG s Begrijpend lezen en Rekenen. Er zijn ook plannen voor PLG s Bewegingsonderwijs en School Video Interactie Begeleiding. De bovenschoolse PLG s bestaan gemiddeld uit meerdere teamleden van de verschillende scholen en eventueel ook een beleidsmedewerker en directielid van een van de scholen. Voor de teamleden geldt een ondergrens van 30 uur qua Taakbeleid. Het kan zijn dat dit soms onder lestijd is, bijvoorbeeld voor het geven van een workshop tijdens een studiedag op een andere school. Aandachtsfunctionaris Elke organisatie die werkt met ouders en/of kinderen is verplicht om een Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te hanteren. Vanuit de Wet Meldcode worden organisaties geadviseerd een aandachtsfunctionaris kindermishandeling aan te stellen, die zorg kan dragen voor de implementatie en de borging van de Meldcode. Zo werkt binnen Unicoz elke school met een aandachtsfunctionaris. Ondersteuningsplanraad Uitgaande van 4 tot 5 vergaderingen per schooljaar inclusief voorbereiding en specifieke professionalisering in totaal (minimaal) 30 uur Taakbeleid. 9

10 Professionalisering (conform CAO) De nieuwe CAO PO schrijft voor dat 2 uur per week (= 83 uur op jaarbasis voor een fulltimer) besteed dient te worden aan zijn/haar eigen individuele professionalisering. Hierbij bestaat een relatie met de doelen van de school, zoals beschreven in het school(ondernemings)plan. Door de school georganiseerde bijeenkomsten als teamcursussen, Unicoz onderwijs(mid)dag, bijeenkomsten over nieuwe methodes en overige (didactische) vergaderingen vallen niet onder deze 2 uur per week. Deze uren vallen onder het overige Taakbeleid. De planning van deze door school georganiseerde uren dient voorafgaande aan het nieuwe schooljaar (lees: voor de zomervakantie) te zijn vastgesteld. Scholing in het kader van het verhogen van de eigen bekwaamheid (denk bijvoorbeeld aan scholing in het kader van ontwikkeling naar leerkracht LB) heeft een persoonlijk en organisatiebelang. Dit betekent dat (de tijd voor) het volgen van lessen/bijeenkomsten en (de tijd voor) het maken van opdrachten/huiswerk deels voor rekening van de werkgever zijn ( in de baas zijn tijd ), deels voor rekening van de werknemer ( in je eigen tijd ). Het deel van de werkgever valt binnen de uren van het Taakbeleid. De medewerker legt in het kader van de gesprekscyclus R&O verantwoording af over zijn/haar totale professionalisering. Hiervoor is het instrument Taakbeleid beschikbaar. Zie verder in deze regeling. (G)MR leden beschikken voor professionalisering in het kader van hun taak medezeggenschap binnen het Taakbeleid over 12 uur op jaarbasis waarover in de gesprekscyclus R&O verantwoording dient te worden afgelegd aan zijn/haar directeur. Afspraken voor alle medewerkers Unicoz PO (deeltijders naar rato): o 2 uur per week individuele professionalisering (uren mogen gebundeld worden) Startende leerkracht (conform CAO) Voor de specifieke doelgroep startende leerkracht 3 sluit Unicoz aan bij de CAO PO (artikel 9.9). Zo zijn specifieke afspraken gemaakt over de introductie en begeleiding van startende leerkrachten op school- en bovenschool niveau waarmee invulling wordt gegeven aan het aparte budget duurzame inzetbaarheid van 40 uur per jaar gedurende drie jaar (naar rato van de werktijdfactor). Zie hiervoor verder onder Duurzame Inzetbaarheid. Jaarlijks wordt conform de CAO PO de startende leerkracht via de gesprekscyclus Resultaat & Ontwikkeling beoordeeld conform de bekwaamheden basisbekwaam, vakbekwaam en startbekwaam. Terugbetalingsregeling (Unicoz beleid) Voor opleidingen waarbij Unicoz faciliteert in tijd (bijvoorbeeld taakuren) en/of geld (bijvoorbeeld collegegeld) geldt een scholingscontract met daarbij een terugbetalingsregeling. Leraren- en schoolleidersregister (conform CAO) Lerarenregister Registerleraar.nl is het beroepsregister voor leerkrachten in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en speciaal (voortgezet) onderwijs. Door je te registreren als leerkracht laat je zien dat je bevoegd en bekwaam bent én dat je hieraan blijft werken. Leerlingen, ouders, collega s en schoolleiding kunnen vertrouwen op jouw professionaliteit. Het register wordt geleidelijk ingevoerd. Nu is de registratie vrijwillig. Vanaf 1 augustus 2017 zal het verplicht zijn. Alle bevoegde leerkrachten komen in het register te staan en gaan hun professionaliseringsactiviteiten via het systeem bijhouden. 3 Onder startende leerkrachten wordt verstaan conform de definitie van de Cao PO: de leerkracht met een benoeming in de laagste drie salarisregels van de salarisschaal LA of LB. 10

11 Tussen augustus 2018 en augustus 2022 wordt bijgehouden of je voldoende aan nascholing hebt gedaan. Zo niet, dan krijg je een aantekening maar dat heeft nog geen consequenties. Pas in de daaropvolgende periode van vier jaar (augustus 2022 augustus 2026) wordt het register volledig van kracht. ( Het register leraar vormt integraal onderdeel van het Taakbeleid van Unicoz PO. In het kader van professionalisering is het lerarenregister onderwerp van gesprek tussen de leerkracht en zijn/haar directeur als onderdeel van de jaarlijkse gesprekscyclus Resultaat & Ontwikkeling. Het register leraar is openbaar en daarmee voor iedereen toegankelijk. Schoolleidersregister Sinds juni 2013 kunnen schoolleiders die een leidinggevende functie in het primair onderwijs hebben zich inschrijven in het register. Om u vervolgens te kunnen registreren als Registerdirecteur onderwijs (RDO) of Registeradjunct-directeur onderwijs (RADO) toont u aan te beschikken over de basiskwalificaties zoals beschreven in de beroepsstandaard voor schoolleiders in het po. Eenmaal geregistreerd blijft u werken aan uw professionele ontwikkeling. In vier jaar werkt u toe naar herregistratie. ( Op basis van de CAO PO zijn directieleden zich verplicht in te schrijven in het schoolleidersregisterpo.nl (artikel 9.12). Registratie is verplicht uiterlijk voor 1 januari Hieraan koppelt de CAO PO rechtspositionele maatregelen. Het schoolleidersregister vormt integraal onderdeel van het Taakbeleid van Unicoz PO. In het kader van professionalisering is het schoolleidersregister onderwerp van gesprek tussen de directeur en het bestuur als onderdeel van de jaarlijkse gesprekscyclus Resultaat & Ontwikkeling. Duurzame Inzetbaarheid (DI) (conform CAO) Voor alle medewerkers geldt een basisbudget van 40 uur per jaar voor duurzame inzetbaarheid (naar rato van de werktijdfactor). Dit budget kan door de werknemer worden ingezet voor verschillende activiteiten die de duurzame inzetbaarheid van de werknemer bevorderen, zoals studieverlof, coaching, peerreview, oriëntatie op mobiliteit, niet plaats- en/of tijdgebonden werkzaamheden. In overleg met de leidinggevende kan ook gekozen worden het budget duurzame inzetbaarheid aan andere doelen te besteden. Het mag niet worden opgenomen voor vrij opneembaar verlof. Ook is het mogelijk om het budget Duurzame Inzetbaarheid voor een periode van maximaal 3 jaar te sparen voor een vooraf afgesproken doel. Zie hiervoor de bijlage. Zoals boven geschreven heeft een startende leerkracht gedurende drie jaar een extra budget van 40 uur per jaar duurzame inzetbaarheid. Dit budget mag niet gespaard worden. Werknemers van 57 jaar en ouder hebben boven op het basisbudget recht op het bijzondere budget duurzame inzetbaarheid van 130 uur per jaar (naar rato van de werktijdfactor). Hiervoor geldt géén eigen bijdrage. Achteraf moet in de gesprekscyclus Resultaat & Ontwikkeling worden verantwoord waaraan de uren duurzame inzetbaarheid zijn besteed. De werknemer van 57 jaar en ouder kan (in tegenstelling tot anderen) er ook voor kiezen het bijzonder duurzame inzetbaarheidsbudget voor oudere werknemers (deels) in te zetten voor verlof. In dat geval geldt een eigen bijdrage van 50 procent (of 40 procent voor een werknemer in een functie met schaal 8 of lager) over het salaris van maximaal 130 uur. Zie ook de betreffende artikelen/bepalingen van de CAO PO. Voor medewerkers van 52 jaar en ouder die voor 1 oktober 2014 gebruikmaakten van de (oude) regeling BAPO geldt voor het bijzonder budget duurzame inzetbaarheid een overgangsregeling. Zie ook hiervoor de betreffende artikelen/bepalingen in de CAO PO. In overleg met de leidinggevende wordt bepaald wat de verhouding is van lesgebonden en niet-lesgebonden taken bij de invulling van het budget Duurzame Inzetbaarheid. 11

12 Afspraken voor medewerkers Unicoz PO (deeltijders naar rato): o 40 uur individueel budget Duurzame Inzetbaarheid. Deze uren mogen gespaard worden (zie bijlage) o Startende leerkrachten krijgen een extra budget van 40 uur gedurende 3 jaar. Dit budget mag niet gespaard worden. o Medewerkers van 57 jaar of ouder hebben recht op een bijzonder budget DI. o Het bestuur reserveert middelen voor de gespaarde uren DI. o De medewerker maakt voorafgaand aan het schooljaar afspraken met zijn/haar directeur over de invulling van de uren DI. Bij de jaarlijkse gesprekscyclus R&O wordt de uiteindelijke invulling van de uren DI door de medewerker verantwoord. Taakbeleid instrument (conform CAO) Binnen de (speciale) basisscholen van de Unicoz onderwijsgroep wordt gebruikgemaakt van een instrument om op medewerkersniveau taken toe te kennen. Het instrument is tevens bedoeld ter verantwoording van de toegekende taken. Het te gebruiken instrument voldoet aan de eisen van de CAO PO en onderhavig Unicoz Taakbeleid. Afspraken voor medewerkers Unicoz PO: o De directeur legt het Taakbeleid voor het nieuwe schooljaar van elke medewerker vast vóór de zomervakantie en o De directeur reikt (een uitdraai van) het betreffende Taakbeleid uiterlijk ook vóór de zomervakantie uit aan de medewerkers. Werktijdenregeling Aanwezigheid (Unicoz beleid) Een fulltime medewerker heeft een 40-urige werkweek en een jaartaak van 1659 uur. Dit staat gelijk aan 1,00 wtf. In het onderwijs is werk niet altijd gebonden aan de schoolwerkplek. Dit maakt het werken in het onderwijs voor velen ook aantrekkelijk. Tegelijk is dit ook een beperkende factor omdat onderwijs een gezamenlijk verantwoordelijkheid betreft, een teamproces waarbij contact met de collega s belangrijk is. Door het groepsproces met de kinderen in de klas zijn deze contacten beperkt. Ook voor het management ten behoeve van het aansturen van de organisatie kan het lastig zijn dat het werk vaak niet werkplek/school gebonden is. De afspraak binnen de basisscholen (en school voor speciaal basisonderwijs) is dat medewerkers minimaal 80% van hun werktijdfactor hun taken op school uitvoeren. Daarbij geldt dat een onderwijsgevend personeelslid minimaal 30 minuten voorafgaand aan de lessen aanwezig. 12

13 Pauzetijden (conform CAO PO) Een werknemer heeft recht op een pauze van 30 minuten tussen en uur. Met instemming van de PMR kan gekozen worden voor twee maal een pauze van 15 minuten, beiden tussen en uur. Een pauze betekent echt vrij en daarmee geen combinatie met zaken als pleinwacht en/of lunchen met de klas. Aanwezigheidsregistratie (conform Arbeidstijdenwet) Wetgeving geeft aan dat een deugdelijke registratie terzake van arbeids- en rusttijden gevoerd moet worden welke het toezicht op de naleving mogelijk maakt. 13

14 14 Bijlagen

15 Bijlage Toelichting keuze basis- of overlegmodel op schoolniveau Om op schoolniveau de keuze te maken tussen het overleg- of basismodel zijn een aantal zaken belangrijk Zorg voor informatie. Zowel het team als de MR-leden stemmen over de modelkeuze en moeten dus goed weten wat de verschillen zijn tussen het nieuwe overlegmodel en het bekende basismodel. 2. Overleg begint centraal. Onderdeel van dit overleg zijn de te maken afspraken over de kaders (zoals de opslagfactor en welke taken vallen hieronder?) en de stemprocedure (over de invoering van het model). Over de kaders en daarbij de modelkeuze vindt dan ook eerst overleg plaats tussen bestuur en het directeurenoverleg en vervolgens tussen bestuur en de PGMR. 3. Modelkeuze is een optie. Wordt op Unicoz niveau gekozen voor het overlegmodel, dan kan op schoolniveau toch gekozen worden voor het basismodel. Andersom kan niet. 4. Eigen ruimte per school. Wordt op Unicoz niveau gekozen voor het overlegmodel, dan maakt de directie van de school een voorstel aan de PMR het overlegmodel in te voeren; het invoeringsplan*. Het vormgeven van het overlegmodel kan overigens ook beteken dat het basismodel met wat aanpassingen wordt gehanteerd. 5. De opslagfactor blijft gelijk ongeacht de keuze voor het model. De opslagfactor kan per individuele medewerker verschillen op basis van het aantal zorgleerlingen, groepsgrootte en dergelijke. Besef altijd dat het verhogen van de opslagfactor ten koste gaat van andere uren in het Taakbeleid. 6. Stemmen** hoort er altijd bij. Teamleden moeten bij hun persoonlijke beslissing zelf de afweging kunnen maken tussen het collectieve en het individuele belang bij de keuze tussen het overleg- of het basismodel. Een geheime schriftelijke stemming geeft de ruimte voor deze afweging. 7. Ieders stem telt. De kern hiervan is dat ook afwezigen mee moeten kunnen stemmen en de stem van een parttimer gelijk staat aan de stem van een fulltimer. 8. Blijf evalueren. De beslissing om het overlegmodel in te voeren geldt voor een periode van 3 jaar. Gebeurt er daarna niets, dan keert de school na afloop automatisch terug naar het basismodel. Zowel voor directie, team als MR is het dan ook belangrijk om de praktijk van het Taakbeleid tijdig te (blijven) evalueren. *Het invoeringsplan bevat in ieder geval: - De afspraken die directie en team hebben gemaakt over de werkzaamheden die binnen de school worden uitgevoerd; - De afspraken die de directie en het team hebben gemaakt over de wijze waarop de werkzaamheden worden verdeeld over de beschikbare formatie; **Bij stemming in het team gelden de volgende afspraken: - Er is sprake van een geheime stemming - De stem van een parttimer staat gelijk aan die van een fulltimer - Elk teamlid krijgt de kans om te stemmen en daarmee ook afwezige teamleden - Er geldt een opkomstpercentage van 80% - Op basis van dit percentage van 80% geldt vervolgens de meerderheid (helft plus 1). 4 Vrij bewerking van een tekst van de Aob, verschenen in infomr 1/

16 Bijlage Stappenplan invoering overlegmodel Bestuursniveau Stap 1 College van Bestuur stelt Kaderregeling Taakbeleid vast na: periode november/ - advies Directeurenoverleg en vervolgens december instemming personeelsgeleding GMR Schoolniveau Stap 2 De directie stelt het invoeringsplan overlegmodel vast na: periode dec. 2016/ - instemming personeelsgeleding MR februari instemming team Stap 3 De directie spreekt met elk teamlid af wat de werkdagen zijn, periode april/mei 2017 welke taken worden toebedeeld en wat de individuele opslagfactor is en registreert dit in en communiceert dit via het Taakbeleid instrument 16

17 Bijlage proces Taakbeleid overlegmodel (schematisch) Kaderregeling Taakbeleid inclusief invoering overlegmodel op bestuursniveau Bestuursniveau Document Kaderregeling Taakbeleid Positief advies DO Instemming PGMR Beslismoment: Vaststelling CvB Schoolniveau Proces: Directeur bespreekt invulling overlegmodel met team en PMR Voor einde 3 e jaar proces opnieuw doorlopen Document Invoeringsplan Taakbeleid Instemming meerderheid team Instemming PMR Beslismoment: Vaststelling directeur Document Waaruit instemming team en PMR (met handtekeningen) blijkt Document Uiterlijk twee weken voor einde schooljaar Jaarlijkse brief 17

18 Bijlage Reglement stemprocedure keuze invoeringsplan overlegmodel op schoolniveau 5 Voorstel Het invoeringsplan overlegmodel Taakbeleid wordt als voorstel, nadat de personeelsgeleding van de MR met dit voorstel heeft ingestemd, schriftelijk door de schooldirectie aan alle betrokken werknemers verstrekt. De schoolleiding draagt samen met de personeelsgeleding van de MR zorg voor voorlichting aan het personeel. Naast het invoeringsplan ontvangen alle betrokken werknemers a. een voorlopig voorstel voor de uren die staan voor elke taak en prioritering van taken. Dit om duidelijkheid te scheppen voor wanneer er meer wenselijke taken zijn dan er uren te verdelen zijn, zodat het voorlopige voorstel als één geheel beoordeeld kan worden; b. een overzicht met de voorgestelde wijzigingen c.q. de afwijkingen ten opzichte van het vorige Taakbeleid. De onderdelen a en b maken geen deel uit van het invoeringsplan waarover de stemming wordt gehouden, maar betreffen de uitwerking van het Taakbeleid waarover in overleg met het team en met instemming van de PMR afspraken worden gemaakt indien de meerderheid van het personeel met het invoeringsplan instemt. Instemming Het voorstel wordt door de schooldirectie in stemming gebracht conform de onderstaande procedure. 1. Er wordt een stemcommissie gevormd door een lid van de schooldirectie, een lid van de personeelsgeleding van de MR en een (op voordracht van beiden aan te wijzen) werknemer. De stemcommissie stelt de periode en plaats van de stemming vast en draagt zorg voor de correcte uitreiking van de stembiljetten. Tevens stelt de commissie een lijst op van stemgerechtigde werknemers en maakt deze uiterlijk 10 werkdagen voor aanvang van de stemming binnen de school bekend. 2. Tussen de datum waarop het definitieve voorstel is gedaan en de dagen waarop de uitgebrachte stem moet zijn ingediend, dient minimaal een periode van 10 werkdagen te liggen. 3. Stemgerechtigd zijn diegenen op wie het voorstel (in overwegende mate) betrekking heeft. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen werknemers met een parttime of fulltime dienstverband en werknemers met een vast of tijdelijk dienstverband. Ook werknemers zonder dienstverband doch ten minste 6 maanden te werk gesteld zijn stemgerechtigd. 4. De schooldirectie draagt er zorg voor dat ook collega s die wegens ziekte of zwangerschaps-/bevallingsverlof afwezig zijn, en waarvan aannemelijk is dat zij binnen een half jaar weer aan het werk zijn, in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen. Stemprocedure 1. Gelegenheid om een stem uit te brengen is er gedurende een volle werkweek. 2. De stemming over het voorstel vindt schriftelijk plaats door het invullen van een gewaarmerkt stembiljet. De stembiljetten dienen in een dichte envelop in een stembus te worden gedeponeerd. 3. De stemcommissie beslist over door belanghebbenden ingediende bezwaren met betrekking tot de uitvoering van de stemprocedure of de vaststelling van de uitslag. Van deze beslissing wordt door de commissie een schriftelijke verantwoording verstrekt. Vaststelling uitslag 1. De uitslag van de stemming is geldig wanneer tenminste 80% van de stemgerechtigde werknemers zijn stem heeft uitgebracht. Blanco stemmen en stembiljetten waaruit de keuze van de stemgerechtigde niet duidelijk blijkt tellen hierbij niet mee. 2. Als een meerderheid van de werknemers die een geldige stem heeft uitgebracht met het definitieve voorstel kan instemmen, geldt het invoeringsplan als vastgesteld. 3. Wanneer minder dan 80% van de stemgerechtigde werknemers hun stem hebben uitgebracht kan de schooldirectie besluiten het voorstel na 10 werkdagen opnieuw in stemming te brengen met inachtneming van dit reglement. Indien ook deze tweede stemronde niet leidt tot een uitslag waarbij tenminste 80% van de stemgerechtigde werknemers zijn stem heeft uitgebracht wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 4. Indien het voorstel is verworpen dan geldt het basismodel Taakbeleid zoals dat in het voorgaande jaar werd gehanteerd voor de school. 5 Op basis van voorbeeldreglement AOb 18

19 Bijlage Duurzame Inzetbaarheid Duurzame inzetbaarheid (40 uur bij fulltime dienstverband) Duurzame inzetbaarheid is een begrip dat inmiddels in vele sectoren en bij een groot aantal organisaties en daarmee ook in de betreffende CAO s een plek heeft gevonden. Ook in de CAO PO heeft het begrip duurzame inzetbaarheid een prominente plek. Definitie duurzame inzetbaarheid De meest gehanteerde definitie van duurzame inzetbaarheid, in ieder geval in professionele kring, is de definitie van Van der Klink en anderen, 2010: Duurzame inzetbaarheid betekent dat werknemers in hun arbeidsleven doorlopend over daadwerkelijk realiseerbare mogelijkheden, alsmede over de voorwaarden beschikken om in huidig en toekomstig werk met behoud van gezondheid en welzijn te (blijven) functioneren. Dit impliceert een werkcontext die hen hiertoe in staat stelt, evenals de attitude en motivatie om deze mogelijkheden daadwerkelijk te benutten." Met andere woorden: Duurzame inzetbaarheid betekent dat de medewerkers hun talenten optimaal benutten, steeds op de goede plek zitten of ernaar toe bewegen. Het uitgangspunt is vanuit het heden naar de toekomst kijken en ervoor zorgen dat de medewerker duurzaam inzetbaar wordt en blijft. Uitgangspunten Unicoz Activiteiten in het kader van duurzame inzetbaarheid vinden niet plaats onder lestijd tenzij er gegronde redenen zijn om hiervan af te wijken. Afwijkingen dienen vastgesteld te worden op bestuursniveau na overleg met medewerker en directeur. Waar moet ik concreet aan denken bij duurzame inzetbaarheid? Je moet concreet denken aan alles wat jou kan helpen om duurzaam inzetbaar te worden en te blijven en wat heeft het jou als medewerker opgeleverd. Voorbeelden zijn onder meer peer-review, studieverlof, intervisie, coaching en oriëntatie op mobiliteit. Wat zegt de CAO PO over duurzame inzetbaarheid? De CAO PO onderscheidt verschillende vormen van duurzame inzetbaarheid: Basisbudget: Iedere werknemer heeft jaarlijks het recht om 40 uur (naar rato van de werktijdfactor) van de werktijd te besteden aan duurzame inzetbaarheid. Startersbudget Startende leerkrachten (salarisschaal LA/LB trede 1/2/3) hebben, naast het basisbudget van 40 uur, recht op een bijzonder duurzaamheidsbudget van 40 uur per jaar (ook weer naar rato). Budget voor werknemers van 57 jaar en ouder hebben naast het basisbudget recht op een bijzonder budget van 130 uur (naar rato) ten behoeve van duurzame inzetbaarheid. Voor medewerkers van 52 jaar en ouder die voor 1 oktober 2014 gebruikmaakten van de (oude) regeling BAPO geldt voor het bijzonder budget duurzame inzetbaarheid een overgangsregeling. Zie ook hiervoor de betreffende artikelen/bepalingen in de CAO PO. Spaarmogelijkheid Het basisbudget en het budget voor oudere werknemers heeft een spaarmogelijkheid. Een eventuele spaarafspraak hierover moet schriftelijk worden vastgelegd door de werknemer en de werkgever. Hiervoor zijn twee aparte formulieren beschikbaar. Gesprek met je leidinggevende Voorafgaand aan het nieuwe schooljaar bespreek je samen met je directeur hoe jij je uren duurzame inzetbaarheid het nieuwe schooljaar gaat inzetten. In het gesprek dat je (minimaal) jaarlijks hebt met je directeur in het kader van de gesprekscyclus Resultaat & Ontwikkeling verantwoord je je aan je directeur hoe jij je uren duurzame inzetbaarheid het (afgelopen) schooljaar hebt ingezet en wat het jou en de school heeft opgeleverd. 19

20 20 Waar vind ik meer informatie over duurzame inzetbaarheid? In de CAO PO (hoofdstuk 8A) lees je meer over duurzame inzetbaarheid en ook alle exacte regels hieromtrent. Aan onderhavige tekst kan je dan ook geen rechten aan ontlenen. De CAO PO is hierbij bepalend. De CAO PO is onder meer te vinden op het Intranet van Unicoz. Op Internet, onder meer bij de verschillende vakbonden en de PO-Raad, is nog veel meer informatie over duurzame inzetbaarheid te lezen. Natuurlijk kan je met vragen ook terecht bij je directeur.

21 Bijlage Sparen Duurzame Inzetbaarheid (40 uur naar rato) 1 Werkgever Naam werkgever: Unicoz onderwijsgroep Adres: Bredewater 4 Postcode: 2715 CA Zoetermeer BRIN nummer school: Naam school: 2 Persoonsgegevens Naam Medewerker: Adres: Postcode: Naam school: 3 Doel voor sparen Het sparen van de uren duurzame inzetbaarheid is beperkt tot een periode van maximaal 3 jaar. Alleen de uren uit artikel 8A.4 van de CAO PO kunnen door u worden gespaard. Aan het recht tot sparen is de verplichting gekoppeld dat hier een plan aan ten grondslag ligt 4 Gewenste spaar- en opname periode duurzame inzetbaarheid Schooljaar Jaar Recht 4 Sparen 2 Opnemen / jaar uur uur uur / jaar uur uur uur / jaar uur uur uur ======================================================================== Totaal uur uur uur 5 Ondertekening werknemer Ondergetekende verklaart, dat dat het bovenstaande naar waarheid is ingevuld: Plaats: Datum: Handtekening: 6 Ondertekening door of namens de werkgever Ondergetekende verklaart akkoord te zijn met het verzoek van de werknemer: Plaats: Datum: Handtekening Advies directeur: Handtekening College van Bestuur: Toets P&O 21

22 Sparen Duurzame Inzetbaarheid 57 jaar en ouder (130 uur naar rato) 1 Werkgever Naam werkgever: Unicoz onderwijsgroep Adres: Bredewater 4 Postcode: 2715 CA Zoetermeer BRIN nummer school: Naam school: 2 Persoonsgegevens Naam Medewerker: Adres: Postcode: Naam school: 3 Doel voor sparen Het sparen van de uren duurzame inzetbaarheid is beperkt tot een periode van maximaal 5 jaar. Alleen de uren uit artikel 8A.4 en 8A.7 van de CAO PO kunnen door u worden gespaard. Aan het recht tot sparen is de verplichting gekoppeld dat hier een plan aan ten grondslag ligt. Opname van de gespaarde uren is beperkt tot maximaal 340 uur op jaarbasis. 4 Gewenste spaar- en opname periode duurzame inzetbaarheid Schooljaar Jaar Recht 4 Sparen 2 Opnemen / 57 jaar uur uur uur / 58 jaar uur uur uur / 59 jaar uur uur uur / 60 jaar uur uur uur / 61 jaar uur uur uur / 62 jaar uur uur uur / 63 jaar uur uur uur / 64 jaar uur uur uur / 65 jaar uur uur uur / 66 jaar uur uur uur / 67 jaar uur uur uur ======================================================================== Totaal uur uur uur 22

23 5 Ondertekening werknemer Ondergetekende verklaart, dat dat het bovenstaande naar waarheid is ingevuld: Plaats: Datum: Handtekening: 6 Ondertekening door of namens de werkgever Ondergetekende verklaart akkoord te zijn met het verzoek van de werknemer: Plaats: Datum: Handtekening Advies directeur: Handtekening College van Bestuur: Toets P&O 23