KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2012"

Transcriptie

1 KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 212 D.M. Soes J.H. Bergsma W. Lengkeek B. van den Boogaard P.B. Broeckx J.L. Spier D. Beuker

2

3 KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 212 D.M. Soes J.H. Bergsma W. Lengkeek B. van den Boogaard P.B. Broeckx J.L. Spier D. Beuker opdrachtgever: Waterschap Rivierenland 18 april 213 rapport nr

4 Status uitgave: eindrapport Rapport nr.: Datum uitgave: 18 april 213 Titel: KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 212 Samenstellers: ir. D.M. Soes ir J.H. Bergsma Dr. W. Lengkeek ing. B. van den Boogaard ir. P.B. Broeckx D. Beuker drs. J.L. Spier Project nr.: Projectleider: Naam en adres opdrachtgever: ir D.M. Soes Waterschap Rivierenland J. de Jong Postbus 599, 4 AN Tiel Referentie opdrachtgever: zaaknummer 14396, 24 augustus 211 Akkoord voor uitgave: Teamleider Bureau Waardenburg bv drs.j.l. Spier Paraaf: Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv; opdrachtgever vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Bureau Waardenburg bv / Waterschap Rivierenland Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig ISO 91:28. 4

5 Inhoud 1 Inleiding Materiaal en methoden NL9_2 Alm NL9_3 Beken Groesbeek NL9_7 Kanalen Bloemers NL9_9 Kanalen Bommelerwaard-west NL9_7 Kanalen Land van Heusden en Altena NL9_13 Kanalen Tielerwaarden NL9_18 Linge en kanalen Overbetuwe NL9_2 Oude Rijn NL9_22 Sloten Bommelerwaard-west NL9_26 Sloten Overbetuwe NL9_3 Weteringen Ooijpolder Rivierkreeften en Chinese wolhandkrab Conclusies Literatuur Bijlage 1 Overzicht deelgebiede Bijlage 2 Overzicht trajecten Bijlage 3 Overzicht bestandschattingen visstandbemonstering Bijlage 4 Lengte-frequentie diagrammen per soort per waterlichaam Bijlage 5 Kaarten Bijlage 6 Resultaten KRW-toetsing 212 op trajectniveau

6 6

7 1 Inleiding In het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft Waterschap Rivierenland een visstandbemonstering laten uitvoeren in elf waterlichamen. Waterschap Rivierenland heeft Bureau Waardenburg gevraagd deze visstandbemonstering uit te voeren. Voor de uitvoering van het onderzoek heeft Bureau Waardenburg samengewerkt met een tweetal visserijbedrijven: Visserij Service Nederland (Bram van Wijk, Groot-Ammers) en Visserijbedrijf Kalkman (P. & J.P. Kalkman, Moordrecht). De voorliggende rapportage beschrijft de resultaten van de uitgevoerde visstandbemonsteringen en toetsingen aan de KRW-maatlatten. De bemonsteringen zijn uitgevoerd volgens de standaardmethodieken beschreven in het Handboek Hydrobiologie (Bijkerk 21). De bemonsteringen hebben tot doel te komen tot een representatief beeld van de visstand in de gebieden die worden onderzocht. Voor de KRW moeten drie indicatoren van de visstand worden vastgesteld; de soortensamenstelling, abundantie en lengteopbouw. In het volgend hoofdstuk wordt ingegaan op de gebruikte materialen en methoden. In de hierop volgende hoofdstukken 3 t/m 13 worden de afzonderlijke waterlichamen besproken. In het laatste hoofdstuk worden de conclusies samenvattend weergegeven en besproken. De belangrijkste figuren en tabellen zijn in de hoofdtekst van het rapport opgenomen. Verdere ondersteunende informatie, figuren, kaarten en tabellen worden in de bijlagen gegeven. Figuur 1.1: Viswerk aan de voet van Stuwwal Nijmegen. 7

8 8

9 2 Materiaal en methoden 2.1 Keuze deelgebieden en trajecten In samenwerking met de opdrachtgever zijn de elf waterlichamen opgedeeld in deelgebieden. In eerste instantie zijn deelgebieden onderscheiden op basis van waterbreedteklassen, omdat die bepalend zijn voor de bemonsteringsmethode: < 8 meter breed; 8-2 meter breed; >2 meter breed. Daarna is gekeken naar de geografische ligging van de watergangen, waarbij zijtakken van een hoofdwatergang en afzonderlijk gelegen delen als aparte deelgebieden zijn onderscheiden. Als laatste is gekeken naar afwijkende situaties die van invloed zouden kunnen zijn op de visstand. Voorbeelden hiervan zijn stuwen die migratie belemmeren, natuurlijke oevers (aangelegde nvo en meandering) en afwijkende waterkwaliteit (als gevolg van inlaatlaatwater). Een overzicht van de deelgebieden wordt gegeven in de tabel van bijlage 1. In bijlage 4 zijn de overzichtskaarten opgenomen waarop de deelgebieden zijn aangegeven. Voor de verdere verwerking van de gegevens is het noodzakelijk de oppervlakte van de deelgebieden te weten. Deze is bepaald op basis van de gemiddelde breedte van de verschillende beviste trajecten binnen een bepaald deelgebied en de bekende totale lengte van de deelgebieden Het aantal uitgevoerde trajecten per waterlichaam is conform de richtlijnen in het Handboek Hydrobiologie (Bijkerk 21). De keuze van de locatie is gebaseerd geweest op de ligging van eerder uitgevoerde trajecten, representativiteit en bereikbaarheid. De locaties zijn vooraf in het veld bekeken en de hieruit volgende keuze van de ligging van de trajecten is vervolgens afgestemd met de opdrachtgever. De ligging van de trajecten wordt gegeven in bijlage 2 & Bemonsteringsperiode Volgens de richtlijnen dient een visstandbemonstering uitgevoerd te worden in de zomermaanden, wanneer de vis willekeurig verspreid over het water voorkomt (Bijkerk, 21). Naar voorkeur van Waterschap Rivierenland is de bemonstering uitgevoerd in augustus en september. Dit met uitzondering van een drietal trajecten in Arnhem-Zuid die in oktober zijn bemonsterd. Bij deze stadswateren is, in verband met hoge visdichtheden, beperkte doorstroming en grote publieke belangstelling, als extra maatregel ter voorkoming van vissterfte gekozen voor deze koudere periode. De bemonsteringdata per traject wordt gegeven in bijlage 2. Alle trajecten zijn uitgevoerd in de voorkeursperiode die is opgegeven in de richtlijnen (Bijkerk, 21). 9

10 2.3 Uitvoering visstandbemonsteringen De visstandbemonstering is conform de geldende richtlijnen voor KRW-monitoring, zoals beschreven in het Handboek Hydrobiologie (Bijkerk 21) uitgevoerd. Deze standaardmethode is gebaseerd op Bevist-Oppervlakte-Methode (BOM). BOM houdt in dat er met standaard vistuig gevist wordt waarvan de rendementen bekend zijn. Met deze standaard vistuigen wordt een bepaald oppervlak volgens standaard inspanningen bevist. De op deze manier uitgevoerde bevissingen leveren de data waarmee een inschatting van het visbestand in soortsamenstelling en abundantie gemaakt is. Met deze inschatting van het visbestand is een toetsing van het kwaliteitselement vissen volgens de KRW uitgevoerd. Trajecten in lijnvormige wateren tot 8 meter breed worden in hun geheel bevist met elektrovisapparatuur. Afhankelijk van de breedte, diepte en bereikbaarheid van het water worden deze bevissingen wadend of vanuit een boot uitgevoerd. Voor trajecten in lijnvormige wateren tussen de 8 en 2 meter geldt dat deze in principe worden bevist met een zegen in het open water en met elektrovisapparatuur in de oever. De zegen wordt hierbij over de gehele lengte van het traject gesleept. Deze twee bevissingen worden bij de berekeningen samengenomen om tot één bestandschatting voor het traject te komen. Wanneer er sprake is van een te dichte begroeiing of een onbegaanbare oeverzone kan worden overgegaan tot het rondgooien van de zegen, in plaats van hem te slepen. Mocht ook dit niet mogelijk zijn vanwege te dichte vegetatie, te veel obstakels onder water of een te geringe waterdiepte, dan wordt noodgedwongen overgegaan tot het in zijn geheel bevissen met alleen elektrovisapparatuur. Voor trajecten in lijnvormige wateren met en breedte van meer dan 2 meter geldt dat deze in principe worden bevist met een zegen in het open water en met elektrovisapparatuur in de oever. De zegen wordt hierbij rondgevaren (= rondgooien). Bij grotere waterdiepten kan ook worden overgegaan tot een bevissing met een stortkuil in plaats van de zegen. Dit heeft echter niet de voorkeur vanwege de grotere schade die aan de vis wordt toegebracht. Gebruikte vangtuigen Voor de bemonsteringen is gebruik gemaakt van de vangtuigen: elektrovisapparaat, en zegen. Standaard is een zegen ingezet om het open water te bemonsteren. De oeverzone is bemonsterd met elektrovisapparaat. Wanneer door omstandigheden de bemonstering van het open water met een zegen niet mogelijk was, dan is met het elektrovisapparaat de gehele watergang afgevist. Zowel elektrotrajecten als zegentrajecten die zijn gesleept, zijn uitgevoerd in combinatie met keernetten. Met deze keernetten wordt een traject aan beide zijde afgezet, waardoor ze er voor zorgen dat de vis niet uit het af te vissen traject kan ontsnappen. Bij het rondgooien van een 1

11 zegen wordt veelal geen gebruik gemaakt van een keernet. Tabel 2.1 geeft een overzicht van de waterlichaam en de per waterlichaam gebruikte vangtuigen. Tabel 2.1: Overzicht van de gebruikte vangtuigen per waterlichaam. zegen & code OWL naam KRW type lengte (km) electro electro NL9_2 Alm M3 1,9 x x NL9_3 beken Groesbeek R4 6,7 x NL9_7 kanalen Bloemers M3 33,2 x x NL9_9 kanalen Bommelerwaard West M3 16,9 x x NL9_1 kanalen Land van Heusden M3 82,1 x x NL9_13 kanalen Tielerwaard M3 38,5 x x NL9_18 Linge en kanalen Overbetuwe M6a 81,4 x x NL9_2 Oude Rijn M3 6 x x NL9_22 sloten Bommelerwaard-West M1a 4,5 x x NL9_26 sloten Overbetuwe M1a 8,8 x NL9_3 weteringen Ooijpolder R5 15,7 x x Zegen Het open water van negen waterlichamen is bemonsterd met een zegen. De zegen is een net waarmee een deel van het water met daarin vis wordt omsloten. Drijvers houden de bovenkant van het net aan het wateroppervlak. De onderkant van het net wordt met stenen of lood op de bodem gehouden. Door het binnen halen van de zegen wordt het omsloten gebied steeds kleiner en komt de vis uiteindelijk terecht in een uitstulping (de zak) van het net. De maat van de zegen is aangepast aan de te onderzoeken trajecten. Bepalend voor de maat van de zegen is een combinatie van waterdiepte en grootte van het water. Het bevist oppervlak van een zegen is het door het net omsloten gebied en dus afhankelijk van de lengte van de zegen. Indien de zegen gesleept is, zoals in lijnvormige wateren, bepalen de lengte van het traject en de breedte van de watergang het bevist oppervlak. Met de GPS is vastgelegd waar gevist is met de zegen. Indien het niet mogelijk was om lijnvormige wateren slepend met de zegen te bevissen, is waar mogelijk een zogenaamde omgooi uitgevoerd. Figuur 2.1: verschillende typen zegens (STOWA 23). Elektrovisapparaat De oeverzones en smalle en/of niet met een zegen te bemonsteren wateren zijn vanuit een boot met een 5 kw elektrovisapparaat bevist. Met een aggregaat wordt een stroomveld op het water aangebracht. Op het aggregaat zijn één of twee elektrische schepnetten aangesloten. Een elektrisch schepnet fungeert als een pluspool en een kabel, die achter in de boot bevestigd is, als minpool. Vissen in de buurt van de 11

12 pluspool worden verdoofd en vervolgens met het schepnet gevangen. Op deze manier worden met de boot de vereiste oevertrajecten afgevist. De trajecten zijn met GPS vastgelegd. Een standaardtraject heeft een lengte van 25 m. Figuur 2.2: het principe van elektrovissen (STOWA 23). 2.4 Verwerking van de vangst en berekening omvang visbestand In het veld zijn gegevens van de vissen opgenomen op een standaard veldformulier. Naast gegevens van de vissen zijn hierbij ook omgevingsvariabelen opgenomen. De gevangen vissen zijn tot op soort gedetermineerd en de lengte per individu tot op 1 cm nauwkeurig bepaald. Bij grote vangsten is eerst gesorteerd in functionele lengtegroepen, waarna op gewichtsbasis monsters zijn genomen. De vissen in de monsters zijn vervolgens gedetermineerd, gemeten en geteld. De vangstgegevens zijn per traject/trek ingevoerd in het databeheerprogramma Piscaria. Piscaria bevat standaard lengte-gewicht relaties van alle vissoorten voor het omrekenen van aantallen vissen naar biomassa. Met deze relaties is voor elke soort het aantal vissen per cm-klasse omgerekend naar biomassa. Met hetzelfde databeheerprogramma is vervolgens het totale visbestand per waterlichaam berekend. 2.5 KRW-beoordeling De visstand is beoordeeld op basis van de landelijke voor KRW opgestelde maatlatten. Aan de bemonsterde wateren is een KRW type gekoppeld (zie tabel 2.1). De onderzochte wateren behoren veelal tot de niet-natuurlijk watertypen (M1a, M3 en M6a). Dit met uitzondering van de waterlichamen Weteringen Ooijpolder (R5) en Beken Groesbeek (R4) die natuurlijke watertypen toegekend hebben gekregen. Voor deze beide wateren is wel een aangepaste maatlat met een GEP van,5. De maatlatten voor M1a, M3 en M6a bestaan uit drie deelmaatlatten: gewichtspercentage brasem plus karper gewichtspercentage plantminnende soorten aantal soorten plantminnende plus migrerende soorten Iedere maatlat telt even zwaar mee in de eindbeoordeling. Per deelmaatlat zijn er 4 klassengrenzen goede ecologisch potentieel (GEP), matig, ontoereikend en slecht. 12

13 De maatlatten voor R4 en R5 bestaan uit acht deelmaatlatten: aantal kenmerkende rheofiele soorten aantal kenmerkende eurytope soorten aantal kenmerkende soorten met migratie regionaal/zee aantal kenmerkende soorten gevoelig voor habitatverstoring aantalpercentage rheofiele soorten aantalpercentage eurytope soorten aantalpercentage soorten met migratie regionaal/zee aantalpercentage soorten gevoelig voor habitatverstoring De verschillende deelmaatlatten worden in de volledige beoordeling verschillend gewogen. Per deelmaatlat zijn er 5 klassengrenzen zeer goed, goede ecologisch potentieel (GET), matig, ontoereikend en slecht. Scores op de KRW maatlatten worden uitgedrukt in ecologische kwaliteitsratio (ekr). De score op de maatlat varieert van tot 1 ekr, waarbij 1 de hoogste score is. De ekr is berekend met QBWat 5.. De resultaten staan gepresenteerd in hoofdstuk 3 t/m KRW-beoordeling KRW-maatlatten 212 De KRW-beoordeling volgens de nieuwe KRW-maatlatten verschilt op verschillende punten van de oude KRW-beoordeling, waardoor ze nog niet geheel automatisch met QBWat kon worden berekend. Deze beoordelingen zijn dan deels handmatig en deels met QBWat 5.11 berekend. De nieuwe maatlatten voor M1a, M3 en M6a hebben grotendeels dezelfde opbouw. Een verandering is dat voor M6a een deelmaatlat snoekbaars is toegevoegd. De belangrijkste aanpassing is dat de beoordeling plaatsvindt op trajectniveau. Dit betekent dat de KRW-scores eerst op trajectniveau worden uitgerekend. Indien sprake is van deelgebieden worden deze scores vervolgens per deelgebied gemiddeld. Bij de laatste stap wordt het gewogen gemiddelde van de deelgebiedscores berekend op basis van de lengte of het oppervlak van de deelgebieden. In onderhavig rapport is door de opdrachtgever gekozen voor de lengte van de deelgebieden. Dit gewogen gemiddelde is de eindscore van het waterlichaam. De nieuwe maatlatten voor R4 en R5 bestaan uit drie deelmaatlatten en zijn dus drastisch vereenvoudigd: - Aandeel rheofiele soorten als percentage van het totaalaantal soorten; - Abundantie van migrerende soorten; - Abundantie van habitatgevoelige soorten. De beoordeling vindt bij deze typen ook plaats op trajectniveau en is dus vergelijkbaar met de bovengenoemde beoordelingen voor M1a, M3 en M6a. Een laatste belangrijke wijziging is dat voor R4 en R5 alleen electrotrajecten worden meegenomen. 13

14 14

15 3 NL9_2 Alm 3.1 Beschrijving waterlichaam Figuur 3.1: Westelijk deel Alm zonder en met een natuurvriendelijke oever, de Wijde Alm en het oostelijk deel van de Alm. Het waterlichaam Alm is globaal op te delen in drie delen: de centrale gelegen Wijde Alm en de twee, ten opzichte hiervan respectievelijk westelijk en oostelijk gelegen delen. Ze is stilstaand tot langzaam stromend en wordt gevoed door neerslagwater uit omliggende polders, dat deels opgepompt moet worden vanwege de hoge ligging in het landschap. De stromingsrichting is overwegend oost-west gericht, maar kan in het oostelijk deel bij extreme droogte omkeren. De Wijde Alm is een brede plas (> 5 meter) met een diepte tot circa 1,5 meter. Naast emerse vegetatie in de oeverzone van met name riet, liesgras en kleine lisdodde en een tien meter brede zone van gele plomp is er amper aquatische vegetatie aanwezig. Naar het westen is de Alm rond de 9 meter breed en circa 1,25 meter diep. Een deel van de oevers is natuurvriendelijk ingericht. Ook hier zijn emerse vegetaties van riet, liesgras en kleine lisdodde aanwezig. De drijvende vegetatie is een smalle zone langs de oever vertegenwoordigd door gele plomp en kikkerbeet. De vanaf de Wijde Alm oostelijk gelegen watergang is smaller (circa 6 meter) en ondieper (1, meter). Verder 15

16 verschilt dit deelgebied vooral door de hoge bedekking (8-1%) aan submerse vegetatie van smalle waterpest en aarvederkruid. 3.2 Uitvoering bevissingen De twee trajecten in het westelijk deel zijn bemonsterd met een zegen (sleep) en elektro in de oever. In de Wijde Alm is het open water bevist middels rondgooien van een zegen en de oeverzone is bevist met elektro. De twee oostelijke trajecten zijn in hun geheel bevist met elekro vanuit een boot. Door de tien meter brede zone van gele plomp in de Wijde Alm was de bevissing met de zegen minder effectief voor soorten die zich graag in deze zone ophouden, zoals karper, zeelt en snoek. Hierdoor kunnen deze soorten in de bestandschatting, en dan met name voor de grotere exemplaren, zijn onderschat. Voor de kleinere exemplaren is minimaal enige compensatie opgetreden bij de elektrobevissing. 3.3 Bestandschattingen De geschatte totale visstand op basis van de vangst is 176,5 kg/ha en 6.14 N/ha. In totaal zijn er 2 vissoorten gevangen. Figuur 3.2: De procentuele verdeling per vissoort, zowel in % (N/ha) als % (kg/ha), Alm. 16

17 De biomassa wordt gedomineerd door eurytope vissoorten (87%). De snoek is hierbij een opvallende uitschieter met 44%, wat wordt veroorzaakt door het relatief grote aantal grote snoeken (>=55cm). Verder zijn het met name blankvoorn (24%) en brasem (11%) die bepalend zijn voor de biomassa eurytope vissoorten. In het waterlichaam wordt 11% bepaald door limnofiele soorten met zeelt als dominante soort (9%). Rheofiele soorten spelen met iets meer dan 1% geen rol van betekenis. In aantallen zijn de eurytope soorten wederom duidelijk dominant (76%). Hierbij zijn blankvoorn (38%), baars (18%) en brasem (11%) de meest talrijke soorten. De limnofiele bepalen de overige 24% van het aantal, waarbij bittervoorn (11%) en ruisvoorn (11%) verreweg het talrijkst zijn. Tabel 3.1: Aangetroffen biomassa (kg/ha), Alm. Gilde Naam Totaal + > >=41 Karperachtige (hybride) Eurytoop Aal, ,7 Alver,7 -,1,6 - - Baars 7,7 1,6 5,8,3 - - Blankvoorn 42,7 27,9 13,4 - - Brasem 2,2, ,7 6 Driedoornige stekelbaars Kleine modderkruiper,6 -, Kolblei 2,2-2,3 - - Pos,2,1, Snoekbaars,1 - -,1 - Rheofiel Riviergrondel Winde 2, ,2 - Limnofiel Bittervoorn 1, Kroeskarper,7,1 -,7 - Ruisvoorn 3,1,5 2,2,4 - - Tiendoornige stekelbaars Vetje Zeelt 15,9,3 1,3 7,7 6,6 Exoot Roofblei, ,3,6 Totaal >=55 Eurytoop Snoek 78,3,5 2,1 8,2 6,3 61,2 Tabel 3.2: Aangetroffen aantallen (N/ha), Alm. Gilde Naam Totaal + > >=41 Karperachtige (hybride) Eurytoop Aal Alver Baars Blankvoorn Brasem Driedoornige stekelbaars Kleine modderkruiper Kolblei Pos Snoekbaars Rheofiel Riviergrondel Winde Limnofiel Bittervoorn Kroeskarper Ruisvoorn Tiendoornige stekelbaars Vetje Zeelt Exoot Roofblei Totaal >=55 Eurytoop Snoek

18 3.4 Lengteverdeling De lengtefrequentieverdeling van de vissoorten die zijn gevangen tijdens de bemonsteringen in het waterlichaam Alm wordt gegeven in bijlage 5. De belangrijkste soorten en opvallende aspecten worden hieronder besproken. Bij brasem, pos, rietvoorn en zeelt is op basis van de gevangen vissen sprake van een goede, evenwichtige populatieopbouw. Voor de alver en in mindere mate de blankvoorn en de kolblei geldt dat de nulplus vis achterblijft ten opzichte van de latere jaarklassen. Of sprake is van het missen doordat deze nulplus vis zich buiten de trajecten had geconcentreerd of dat daadwerkelijk sprake is van een slechte aanwas in 212 is niet te zeggen. Voor de baars geldt dat ze, bijvoorbeeld ten opzichte van de snoek, een beperkte maximale lengte kent in de Alm. De snoek heeft een opvallende lengteverdeling met relatief veel grotere snoeken (>=55 cm). Dat deze klasse beter is vertegenwoordigd dan de klasse (zie ook tabel 3.2) duidt er op dat het aantal (grote) snoek is gelimiteerd door kannibalisme. 3.5 Beschermde, uitheemse en opmerkelijke soorten De bittervoorn (tabel 3 FFW) is op alle trajecten in de Alm aangetroffen en is op waterlichaam niveau goed vertegenwoordigd met 663 N/ha. De aantallen op de twee trajecten in het deel ten oosten van de Wijde Alm lagen duidelijk lager ten opzichte van de overige drie trajecten. De kleine modderkruiper (tabel 2 FFW) is met 128 N/ha duidelijk minder talrijk en is, net als de bittervoorn, in het oostelijk deel van de Alm minder vertegenwoordigd. In de Wijde Alm en het oostelijk deel van de Alm zijn in totaal zes kroeskarpers gevangen. Omgerekend voor het gehele waterlichaam geeft dit een dichtheid van 7 N/ha. Deze soort is als kwetsbaar opgenomen op de Rode Lijst. Figuur 3.3: De kroeskarper is alleen gevangen in de Alm. 18

19 De roofblei is de enige exoot die is aangetroffen in de Alm. Deze soort is alleen gevangen in de Wijde Alm. Het totaal aantal was met 2 N/ha laag. 3.6 KRW-beoordeling Tabel 3.3: KRW beoordeling conform Evers et al. (27), Alm waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Alm totaal beoordeling 1, goed M3 aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 1 1,,33 Gebufferde (regionale) kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 11 1,,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 3% 56 1,,33 Het waterlichaam Alm (M3) scoort goed (GEP,6) met de maximale eqr van 1,. Deze zeer hoge eqr wordt bepaald door de relatief hoge diversiteit aan plantenminnende en migrerende soorten en het hoge biomassa snoek (44%). Door dit ongewoon hoge biomassa percentage is zowel het gewichtspercentage karper + brasem relatief laag, als het gewichtspercentage plantenminnende soorten relatief hoog. Bij de bemonsteringen in 212 zijn geen karpers gevangen. Deze soort is in ieder geval in de Wijde Alm wel met grote exemplaren aanwezig. Wanneer enkele grotere exemplaren worden gevangen bij een volgende bemonstering dan daalt de eqr. Er is op het moment echter nog zoveel ruimte voor een beoordeling goed (GEP,6) dat dit de uiteindelijke beoordeling vermoedelijk niet zal veranderen. 3.7 KRW-beoordeling KRW-maatlatten 212 Tabel 3.4: KRW beoordeling conform Evers et al. (212), Alm. Gegeven zijn per deellichaam de score op de drie deelmaatlatten, de vissen eqr, de lengte van het deellichaam en de hierop gebaseerde factor. Geheel rechts wordt de uiteindelijke eqr van het gehele waterlichaam gegeven.!""#$"%&"! ''()'#* +#'()"(,&(("(!"*"(*,&$-"-"(!"*.//-)"( $"&12).+"-1"()'$"* %-'.",*3*4'-+"- $"&12).+"-1"()'$"* +#'()"(,&(("(!"*.//-)"( 5&.."(*"6- #"($)" 7'1)/- "6-* ')"-#&12'', 89:;<:=<>? :@A:?@::?@:: :@BCC D;EB :@DAA :@;=D 89:;<:=<>=?@::?@::?@::?@::: A;E :@:AA 89:;<:=<>C?@::?@::?@::?@::: ACAD :@D;: Bij de KRW-beoordeling volgens de KRW-maatlatten 212 is de eqr van het waterlichaam Alm ten opzichte van de oude maatlat,76 lager door de relatief lage score van het deelgebied NL9_2_D1 op de deelmaatlat aantal plantenminnende en migrerende soorten. Voor verdere toelichting zie paragraaf

20 2

21 4 NL9_3 Beken Groesbeek 4.1 Beschrijving waterlichaam Figuur 4.1: Bovenloop-oost, tweemaal bovenloop-west en middenloop Beken Groesbeek. Het waterlichaam Beken Groesbeek maakt onderdeel uit van een aantal beken ten oosten van Groesbeek die uiteindelijk uitmonden in de Groesbecker Bach (Duitsland). Het waterlichaam is beperkt tot de Leigraaf en de Groesbeek vanaf de samenkomst met de Leigraaf tot de Duitse grens. Net in Duitsland is een stuw aanwezig die elke optrek vanuit de Groesbecker Bach onmogelijk maakt. De bovenloop van het waterlichaam bestaat uit een smalle, langzaam stromende beek (2-3 meter breed) die zijn oorsprong heeft in de bebouwde kom van Groesbeek en een zeer traag stromende sloot (3,5 meter breed) die ten oosten van het natuurreservaat De Bruuk loopt. Beide bovenlopen zijn recht en verstuwd, waarbij de tak uit Groesbeek bij hoge waterafvoeren gedeeltelijk optrekbaar is voor vis. De middenloop van de Leigraaf (4 meter breed) is langzaam stromend en meanderend. In dit deel zijn geen stuwen aanwezig, met uitzondering van de stuw die dit middendeel ter hoogte van de Ketelstraat begrenst. Ten noorden van de Ketelstraat stroomt de Leigraaf in een slibvang (deze is niet onderzocht in dit onderzoek) voordat ze samenkomt met de Groesbeek. 21

22 4.2 Uitvoering bevissingen Alle vier de bemonsterde trajecten zijn wadend bevist met een draagbaar elektrovisapparaat. 4.3 Bestandschattingen De geschatte totale visstand op basis van de vangst is 14,9 kg/ha en N/ha. In totaal zijn er 4 vissoorten gevangen. Het hoge aantal vissen per hectare wordt veroorzaakt door de zeer hoge dichtheid aan stekelbaarzen in één van de trajecten (NL9_3-2) van de bovenloop-west. Er had zich hier duidelijk een clustering voorgedaan vanuit boven- en/of benedenstrooms. Qua biomassa zijn de rheofiele soorten riviergrondel en bermpje het meest vertegenwoordigd met 41% van de totale biomassa, direct gevolgd door de eurytope driedoornige stekelbaars met 36%. De tiendoornige stekelbaars bepaald met 23% de biomassa aan limnofielen. Geen van de drie gildes domineert duidelijk qua biomassa. In aantallen is de eurytope driedoornige stekelbaars duidelijk dominant (58%), gevolgd door de limnofiele tiendoornige stekelbaars (27%). De rheofiele soorten riviergrondel en bermpje bepalen samen 15% van het aantal. Figuur 4.2: De procentuele verdeling per vissoort, zowel in % (N/ha) als % (kg/ha), Beken Groesbeek. 22

23 Tabel 4.1: Aangetroffen biomassa (kg/ha), Beken Groesbeek Gilde Naam Totaal + > >=41 Eurytoop Driedoornige stekelbaars 5,4 2,7 2, Rheofiel Bermpje 3,7 2,3 1, Riviergrondel 2,4,3 2, Limnofiel Tiendoornige stekelbaars 3,4 2,8, Tabel 4.2: Aangetroffen aantallen (N/ha), Beken Groesbeek Gilde Naam Totaal + > >=41 Eurytoop Driedoornige stekelbaars Rheofiel Bermpje Riviergrondel Limnofiel Tiendoornige stekelbaars Lengteverdeling De lengtefrequentieverdeling van de vissoorten die zijn gevangen tijdens de bemonsteringen in het waterlichaam beken Groesbeek wordt gegeven in bijlage 5. De belangrijkste soorten en opvallende aspecten worden hieronder besproken. Bij de stekelbaarzen is op basis van de gevangen vissen sprake van een goede, evenwichtige populatieopbouw. Voor de riviergrondel en het bermpje geldt dat de maximale lengte in de beken Groesbeek achterblijft ten opzichte van landelijke gemiddeldes. 4.5 Beschermde soorten & exoten Er zijn geen beschermde soorten of exoten aangetroffen. 4.6 KRW-beoordeling Tabel 4.3: KRW beoordeling natuurlijke wateren uitgevoerd conform Van Der Molen & Pot (27). De uiteindelijke beoordeling betreft oordeel op basis van de door Waterschap Rivierenland bepaalde GEP van,5. waterlichaam deelmaatlat GET waarde score factor eqr beoordeling Beken Groesbeek totaal beoordeling,368 matig R4 aantal kenmerkende rheofiele soorten 2 2,7,8 Permanent langzaamstromende aantal kenmerkende eurytope soorten 1 1 1,,8 bovenloop op zand aantal kenmerkende soorten migratie regionaal/zee 1,,17 aantal kenmerkende habitat gevoelige soorten 2 3,8,17 aantalspercentage rheofiele soorten 7 16,3,8 aantalspercentage eurytope soorten 2 42,3,8 aantalspercentage soorten migratie regionaal/zee 15,,17 aantalspercentage habitat gevoelige soorten 85 58,2,17 Het waterlichaam Beken Groesbeek (R4) scoort matig (GEP,5) met een eqr van,368. Op basis van een expert judgement zou de totale visfauna ook als matig worden beoordeeld. De lage score wordt veroorzaakt door de afwezigheid van de 23

24 beekprik, die hier zowel op basis van regionale verspreiding als op basis van het habitat niet is te verwachten, en het hoge aantal driedoornige stekelbaarzen. Dit hoge aantal drukt de aantalpercentages van rheofiele en habitatgevoelige soorten naar beneden en geeft een hoog percentage eurytope soorten. Het is twijfelachtig of het sowieso mogelijk is om een smalle, langzaam stromende weidelandbeek als de Leigraaf met de maatlat voor R4 goed te laten scoren. De driedoornige stekelbaars is in dit typen beken een typische soort die vaak dominant in aantal is. Dit is eigenlijk geen teken van een matige ecologische toestand. 4.7 KRW-beoordeling KRW-maatlatten 212 Tabel 4.4: KRW beoordeling conform Van der Molen et al. (212), Beken Groesbeek. Gegeven zijn per deellichaam de score op de drie deelmaatlatten, de vissen eqr, de lengte van het deellichaam en de hierop gebaseerde factor. Geheel rechts wordt de uiteindelijke eqr van het gehele waterlichaam gegeven.!""#$"%&"! ''()'#* -2"/7&"#"*.//-)"( '%F(!'()&"*,&$-"-"(!"*.//-)"( '%F(!'()&"* 2'%&)')$"5/"#&$"*.//-)"( 5&.."(*"6- #"($)" 7'1)/- "6-* ')"-#&12'', 89:;<:C<>= : :@DCE?G?; :@=BA 89:;<:C<>C : :@=;; =E:= 89:;<:C<>D : : :@A; :@?DG =:?E :@C?B Bij de KRW-beoordeling volgens de KRW-maatlatten 212 is de eqr van het waterlichaam Beken Groesbeek ten opzichte van de oude maatlat,83 lager door vooral de relatief lage score van het deelgebied NL9_3_D4 op de deelmaatlat aantal rheofiele soorten. Voor verdere toelichting zie paragraaf Knelpunten waterlichaam De relatief arme visfauna van het waterlichaam Beken Groesbeek wordt mede veroorzaakt door de aanwezigheid van diverse migratieknelpunten in het waterlichaam zelf. Hierdoor is het waterlichaam opgedeeld in kleine delen die het ontstaan van stabiele populaties van bijvoorbeeld snoek bemoeilijkt. Het gaat hierbij om de stuwen in de bovenlopen en de stuw ter hoogte van de Ketelstraat. Verder is direct over de grens een stuw aanwezig die optrek vanuit Duitsland onmogelijk maakt. Het waterschap is voornemens de diverse stuwen passeerbaar te maken, waardoor op den duur vis vanuit de Waal, via het Meertje (NL9_3) de Leigraaf in kan trekken. De Leigraaf heeft een belangrijke waterafvoerende functie. Om deze functie te waarborgen wordt deze watergang intensief geschoond. Op het moment van de bemonstering waren grote delen van de beek geschoond, waarbij alle vegetatie was 24

25 verwijderd. Dergelijk intensief schonen is ongunstig wanneer men een stabiele, diverse visfauna wenst. De meanderende middenloop van de Leigraaf is relatief breed gedimensioneerd, waardoor de stroomsnelheid hier afneemt. Dit deel van de beek heeft hierdoor weinig structuur in de oevers en varieert te weinig in waterdiepte. De Leigraaf kent net als de Groesbeek hoge afvoerpieken. Een van de effecten hiervan kan zijn dat wanneer deze pieken optreden op momenten dat er weinig dekking (vegetatie) aanwezig is er grotere hoeveelheden vis stroomafwaarts spoelen. 25

26 26

27 5 NL9_7 Kanalen Bloemers 5.1 Beschrijving waterlichaam Figuur 5.1: Brede deel ten noorden van Gemaal Bloemers, Nieuwe Wetering ter hoogte van Wezel, de Oude Wetering ter hoogte van de N847 en bovenloop van de Nieuwe Wetering in Nijmegen van het waterlichaam Kanalen Bloemers. Het waterlichaam Kanalen Bloemers in het Land van Maas en Waal bestaat grotendeels uit de Nieuwe Wetering en de Oude Wetering die zich ter hoogte van de A5 samenvoegt met de Nieuwe Wetering. Deze Nieuwe Wetering wordt onder andere gevoed door inlaat vanuit het Maas-Waal-Kanaal ten zuiden van Nijmegen. In de bovenloop ligt ze langs de buitenkant van Nijmegen en loopt vervolgens grotendeels door agrarisch gebied richting Appeltern, waar ze via het gemaal Bloemers loost in de Maas. Net bovenstrooms het gemaal is de Nieuwe Wetering verbreed tot een 65 meter brede plas. Verder zijn er een tweetal bredere sloten opgenomen die uitkomen in respectievelijk de Oude en Nieuwe Wetering. Het waterlichaam is langzaam stromend en heeft verschillende stuwen die niet passeerbaar zijn voor vis. De begroeiing in de bredere en diepere delen van de Nieuwe Wetering bestaat in de meest benedenstroomse delen uit voornamelijk drijfblad (gele plomp, waterlelie, kroos). Meer stroomop neemt de hoeveelheid submerse vegetatie snel toe met voornamelijk grof hoornblad, smalle waterpest en 27

28 brede waterpest. Ook de smallere delen hebben over het algemeen een dichte submerse vegetatie (smalle waterpest, grof hoornblad, sterrenkroos) en lokaal een kroosdek. 5.2 Uitvoering bevissingen Het traject direct bovenstrooms het gemaal en één van de locaties met veel drijvende vegetatie en drijfvuil zijn uitgevoerd met rondgooien van de zegen en elektro in de oever. De overige vier zegentrekken in de Nieuwe Wetering zijn slepend uitgevoerd en de oevers zijn ook hier bemonsterd met elektro. De vier smallere trajecten (<8) zijn in hun geheel bevist met elektro vanuit een boot of wadend. Ondanks de soms hoge bedekkingsgraad aan waterplanten zijn de bemonsteringen met een zegen over het algemeen goed verlopen. De locatie waar is rondgegooid met de zegen vanwege veel begroeiing en drijfvuil heeft mogelijk een minder rendement gehad. Gezien het totaal aantal zegenbemonsteringen in deze watergang (6) is aannemelijk dat dit geen grote consequenties heeft gehad voor de uiteindelijke resultaten van het gehele waterlichaam. 5.3 Bestandschattingen De geschatte totale visstand op basis van de vangst is 86,9 kg/ha en 2,259 N/ha. In totaal zijn er 22 vissoorten gevangen. De biomassa wordt gedomineerd door eurytope vissoorten (88%). Hierbij zijn het met name brasem (48%) en in al beduidend mindere mate snoek (17%) die bepalend zijn voor de biomassa eurytope vissoorten. In het waterlichaam wordt 6% bepaald door limnofiele soorten met zeelt als dominante soort (5%). Ook de rheofiele soorten (4%) en exoten (3%) spelen een beperkte rol in dit waterlichaam. In aantallen zijn de eurytope soorten wederom duidelijk dominant (64%). Hierbij zijn blankvoorn (27%), baars (14%), driedoornige stekelbaars (9%) en kleine modderkruiper (8%) de meest talrijke soorten. De limnofiele bepalen 9% van het aantal, waaronder de tiendoornige stekelbaars het talrijkst is. De exoten zijn in de Kanalen Bloemers relatief talrijk met een aantalpercentage van 18%. Dit komt vrijwel geheel op conto van de marmergrondel met 17%. De rheofielen zijn met 3% vertegenwoordigd, met het bermpje (2%) als belangrijkste soort. 28

29 Figuur 5.2: De procentuele verdeling per vissoort, zowel in % (N/ha) als % (kg/ha), Kanalen Bloemers. Tabel 5.1: Aangetroffen biomassa (kg/ha), Kanalen Bloemers Gilde Naam Totaal + > >=41 Eurytoop Aal 4, ,9 Alver,1 -,1 - - Baars 2,1,8 1,1,2 - - Blankvoorn 7,2,4 2,5 3 1,3 - Brasem 41,3,1,2,6 4,4 Driedoornige stekelbaars, Karper 2, ,9 Kleine modderkruiper,5, Kolblei,5 -, Pos,1,1, Snoekbaars 1, ,8 Rheofiel Bermpje,1, Riviergrondel Winde 3,4-1 2,3 Limnofiel Ruisvoorn Tiendoornige stekelbaars,1, Vetje Zeelt 4,4,1,1 4,1 Exoot Graskarper 1, ,1 Marmergrondel Roofblei 1, ,6 Totaal >=55 Eurytoop Snoek 14,6,1 1,8 1,2-11,5 29

30 Tabel 5.2: Aangetroffen aantallen (N/ha), Kanalen Bloemers Gilde Naam Totaal + > >=41 Eurytoop Aal Alver Baars Blankvoorn Brasem Driedoornige stekelbaars Karper Kleine modderkruiper Kolblei Pos Snoekbaars Rheofiel Bermpje Riviergrondel Winde Limnofiel Ruisvoorn Tiendoornige stekelbaars Vetje Zeelt Exoot Graskarper Marmergrondel Roofblei Totaal >=55 Eurytoop Snoek Lengteverdeling De lengtefrequentieverdeling van de vissoorten die zijn gevangen tijdens de bemonsteringen in het waterlichaam kanalen Bloemers wordt gegeven in bijlage 5. De belangrijkste soorten en opvallende aspecten worden hieronder besproken. Bij blankvoorn, driedoornige stekelbaars, kleine modderkruiper en pos is op basis van de gevangen vissen sprake van een goede, evenwichtige populatieopbouw. Voor de snoek geldt dat er relatief weinig nulplus en grotere snoeken gevangen zijn. Voor de baars geldt dat ze, bijvoorbeeld ten opzichte van de snoek, een beperkte maximale lengte kent in de kanalen Bloemers. De brasem had in 212 een sterke nulplus jaarklasse in de kanalen Bloemers. Verder is er relatief veel grote (>4) brasem gevangen. De tussenliggende jaarklassen ontbreken echter nagenoeg. 5.5 Beschermde, uitheemse en opmerkelijke soorten De kleine modderkruiper (tabel 2 FFW) is met 189 N/ha goed vertegenwoordigd en komt verspreid in het waterlichaam voor. De bittervoorn (tabel 3 FFW) is opvallend genoeg in het geheel niet aangetroffen. De meer benenedenstrooms gelegen delen lijken geschikt voor deze soort. Bovendien is de bittervoorn in het Rivierengebied in vergelijkbare wateren een zeer algemene soort. Een voorwaarde voor de aanwezigheid van de bittervoorn is wel een populatie 3

31 zoetwatermosselen. Of die aanwezig zijn in de Kanalen Bloemers is niet onderzocht. Er zijn bijvoorbeeld wel Aziatische korfmossels en kleine modderkruipers aangetroffen, wat aangeeft dat waterbodemkwaliteit geen beperkende factor hoeft te zijn voor de zoetwatermosselen. Andere reden die kunnen verklaren dat de bittervoorn niet is gevangen zijn dat de bittervoorn de watergang nog niet heeft weten te bereiken of dat de bittervoorn, die in sommige wateren behoorlijke wisselingen in dichtheden kent, in 212 in dit waterlichaam relatief zeldzaam was en daardoor is gemist. In de Kanalen Bloemers zijn een drietal exoten gevangen: graskarper, marmergrondel en roofblei. Van de graskarper is één groot exemplaar (89 centimeter) gevangen. De roofblei is vooral als + gevangen en heeft een beperkte dichtheid (6 N/ha). Figuur 5.3: De marmergrondel is relatief talrijk in de Kanalen Bloemers. Foto P. Spaans. De marmergrondel heeft een relatief hoge dichtheid in de Kanalen Bloemers (393 N/ha). Deze soort komt wijdverspreid voor in het waterlichaam, maar is vooral veel gevangen in de Nieuwe Wetering ter hoogte van Nijmegen. Naast dat de soort hier veel voorkwam was de vangstefficiëntie door het heldere, ondiepe water relatief hoog. In diepere wateren of wateren met een slecht doorzicht worden de dichtheden van deze kleine bodemvis vermoedelijk regelmatig sterk onderschat. Ondanks dat de grotere, exotische grondels (zwartbekgrondel, Kesslers grondel en Pontische stroomgrondel) al snel de aandacht trekken is de marmergrondel zeker zo succesvol in Nederland. Ze is zo succesvol omdat ze een voorkeur heeft voor stilstaande en langzaam stromende wateren met voldoende dekking in de vorm van bijvoorbeeld waterplanten. Dergelijk habitat is, bijvoorbeeld in de Nederlandse polders, in voldoende mate aanwezig. In welke mate de marmergrondel hier impact heeft op inheemse vissoorten is nog beperkt bekend. Ze is echter al wel meerdere malen geassocieerd met de achteruitgang van andere bentische soorten, zoals witvingrondel en rivierdonderpad (zie bijvoobeeld Von Landwüst (26) en Freyhof (23)). Voor Kanalen Bloemers kan dit betekenen dat soorten als bermpje en riviergrondel lagere dichtheden hebben door de hoge dichtheden aan marmergrondel. 31

32 5.6 KRW-beoordeling Tabel 5.3: KRW beoordeling conform Evers et al. (27), Kanalen Bloemers waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Kanalen Bloemers totaal beoordeling,681 goed M3 aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 8 1,,33 Gebufferde (regionale) kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 51,54,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 3% 23,5,33 Het waterlichaam Kanalen Bloemers (M3) scoort goed (GEP,6) met een eqr van,681. De Kanalen Bloemers hebben een voldoende diversiteit aan plantenminnende en migrerende soorten, echter het grote aantal grotere brasem en de lage biomassa aan plantenminnende soorten verlagen de eqr significant. 5.7 KRW-beoordeling KRW-maatlatten 212 Tabel 5.4: KRW beoordeling conform Evers et al. (212), Kanalen Bloemers. Gegeven zijn per deellichaam de score op de drie deelmaatlatten, de vissen eqr, de lengte van het deellichaam en de hierop gebaseerde factor. Geheel rechts wordt de uiteindelijke eqr van het gehele waterlichaam gegeven.!""#$"%&"! ''()'#* +#'()"(,&(("(!"*"(*,&$-"-"(!"*.//-)"( $"&12).+"-1"()'$"* %-'.",*3*4'-+"- $"&12).+"-1"()'$"* +#'()"(,&(("(!"*.//-)"( 5&.."(*"6- #"($)" 7'1)/- "6-* ')"-#&12'', 89:;<:E<>? :@G: :@BG :@:E :@A:B B?C :@:=A :@ABE 89:;<:E<>= :@A; :@GG :@AB :@G:;?CE=E :@D?D 89:;<:E<>C :@G: :@== :@C; :@D:: GA=G :@?;E 89:;<:E<>D :@C: :@EE :@EE :@G?D BGC; :@=G: 89:;<:E<>A :@D:?@::?@:: :@B:: CDG; :@?:A Bij de KRW-beoordeling volgens de KRW-maatlatten 212 is de eqr van het waterlichaam Kanalen Bloemers ten opzichte van de oude maatlat,94 lager door vooral de relatief lage scores van de deelgebieden op de deelmaatlat aantal plantenminnende en migrerende soorten. Voor verdere toelichting zie paragraaf

33 6 NL9_9 Kanalen Bommelerwaard-west 6.1 Beschrijving waterlichaam Figuur 6.1: Tweemaal westelijk gelegen kanalen, een natuurvriendelijk aangelegde oever in de zuidelijke, aanvoerende tak en een sloot in het oostelijk deel, Kanalen Bommelerwaard-west. Het waterlichaam Kanalen Bommelerwaard-west is grotendeels gelegen in het buitengebied van Zaltbommel. Ze bestaat uit vrij smalle kanalen (12-16 meter) en brede sloten (6-8 meter). Naast de afvoerende functie van overtollig hemel- en kwelwater ontvangt ze inlaatwater vanuit de Afgedamde Maas. 6.2 Uitvoering bevissingen De twee trajecten in het westelijk deel met bredere watergangen zijn bemonsterd met een zegen (sleep) en elektro in de oever. De overige trajecten zijn in hun geheel bevist met elektro vanuit een boot. De bemonsteringen zijn, ondanks de soms dichte begroeiing met waterplanten goed verlopen. 33

34 6.3 Bestandschattingen De geschatte totale visstand op basis van de vangst is 84,8 kg/ha en N/ha. In totaal zijn er 17 vissoorten gevangen. Het vrij lage aantal soorten wordt veroorzaakt door onder andere het vrijwel afwezig zijn van rheofiele soorten en exoten. Figuur 6.2: De procentuele verdeling per vissoort, zowel in % (N/ha) als % (kg/ha), Kanalen Bommelerwaard-west. De biomassa wordt gedomineerd door eurytope vissoorten (76%). Blankvoorn (37%), brasem (2%) en snoek (22%) zijn hierbij de bepalende soorten. In het waterlichaam wordt 24% bepaald door limnofiele soorten met zeelt als dominante soort (2%). Rheofiele soorten en exoten spelen met minder dan 1% geen rol van betekenis. In aantallen zijn de eurytope soorten wederom duidelijk dominant (64%). Hierbij zijn blankvoorn (38%) en driedoornige stekelbaars (13%) de meest talrijke soorten. De limnofiele bepalen 35% van het aantal, waaronder de bittervoorn (2%) en de ruisvoorn (9%) het talrijkst zijn. Rheofiele soorten en exoten spelen met minder dan 1% geen rol van betekenis. 34

35 Figuur 6.3: Grote snoek speelde een grote rol in de Bommelerwaard-west. Tabel 6.1: Aangetroffen biomassa (kg/ha), Kanalen Bommelerwaard-west Gilde Naam Totaal + > >=41 Karperachtige (hybride) Eurytoop Alver Baars 1,7,5 1,1,1 - - Blankvoorn 25,3,9 1,9 13,6 - - Brasem 17,2,1,2,3-16,6 Driedoornige stekelbaars,1, Kleine modderkruiper,4, Kolblei,4, Pos,2, Snoekbaars Rheofiel Winde, ,5 - Limnofiel Bittervoorn,5,1, Ruisvoorn 2,5,2 1,5,8 - - Tiendoornige stekelbaars Vetje,1, Zeelt 17,8 3 1,3 12 Exoot Marmergrondel Totaal >=55 Eurytoop Snoek 18,9,1 1,8,3,2 16,5 Tabel 6.2: Aangetroffen aantallen (N/ha), Kanalen Bommelerwaard-west Gilde Naam Totaal + > >=41 Karperachtige (hybride) Eurytoop Alver Baars Blankvoorn Brasem Driedoornige stekelbaars Kleine modderkruiper Kolblei Pos Snoekbaars Rheofiel Winde Limnofiel Bittervoorn Ruisvoorn Tiendoornige stekelbaars Vetje Zeelt Exoot Marmergrondel Totaal >=55 Eurytoop Snoek

36 6.4 Lengteverdeling De lengtefrequentieverdeling van de vissoorten die zijn gevangen tijdens de bemonsteringen in het waterlichaam kanalen Bommelerwaard-west wordt gegeven in bijlage 5. De belangrijkste soorten en opvallende aspecten worden hieronder besproken. Bij blankvoorn, kleine modderkruiper en pos is op basis van de gevangen vissen sprake van een goede, evenwichtige populatieopbouw. Van de brasem zijn in 212 een redelijk aantal nulplusdieren gevangen. Oudere jaarklassen ontbreken echter nagenoeg. Voor baars, kolblei en rietvoorn geldt dat ze de grotere jaarklassen ondervertegenwoordigd zijn en dat de maximale lengte onder het landelijk gemiddelde ligt. 6.5 Beschermde, uitheemse en opmerkelijke soorten De bittervoorn (tabel 3 FFW) en de kleine modderkruiper (tabel 2 FFW) zijn op alle trajecten in de Kanalen Bommelerwaard aangetroffen en zijn op waterlichaam niveau goed vertegenwoordigd met respectievelijk 944 en 132 N/ha. De marmergrondel is de enige exoot die is aangetroffen in de Kanalen Bommelerwaard-west. Het totaal aantal was met 22 N/ha beperkt. 6.6 KRW-beoordeling Tabel 6.3: KRW beoordeling conform Evers et al. (27), Kanalen Bommelerwaardwest waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Kanalen Bommelerwaard totaal beoordeling 1, goed M3 aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 8 1,,33 Gebufferde (regionale) kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 2 1,,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 3% 46 1,,33 De diversiteit aan plantenminnende en migrerende soorten is voldoende voor de maximale score. De afwezigheid van karper, een beperkte stand aan grotere brasem in combinatie met relatief veel grotere snoeken en zeelten geeft bovendien een maximale score op de twee deelmaatlatten gewichtspercentage karper + brasem en gewichtspercentage plantenminnende soorten. 6.7 KRW-beoordeling KRW-maatlatten 212 Bij de KRW-beoordeling volgens de KRW-maatlatten 212 is de eqr van het waterlichaam Kanalen Bommelerwaard-west ten opzichte van de oude maatlat,91 36

37 lager door meer variatie in de scores op alle drie de deelmaatlatten. Voor verdere toelichting zie paragraaf Tabel 6.4: KRW beoordeling conform Evers et al. (212), Kanalen Bommelerwaardwest. Gegeven zijn per deellichaam de score op de drie deelmaatlatten, de vissen eqr, de lengte van het deellichaam en de hierop gebaseerde factor. Geheel rechts wordt de uiteindelijke eqr van het gehele waterlichaam gegeven.!""#$"%&"! ''()'#* +#'()"(,&(("(!"*"(*,&$-"-"(!"*.//-)"( $"&12).+"-1"()'$"* %-'.",*3*4'-+"- $"&12).+"-1"()'$"* +#'()"(,&(("(!"*.//-)"( 5&.."(*"6- #"($)" 7'1)/- "6-* ')"-#&12'', AC:B 89:;<:;<>= CED? AGCG EED 37

38 38

39 7 NL9_7 Kanalen Land van Heusden en Altena 7.1 Beschrijving waterlichaam Figuur 7.1: Het Noorderafwateringskanaal, het Afwateringskanaal-Noord bij Sleeuwijk, een sloot ten noorden van Babyloniënbroek en sloot langs het waterwingebied Pompstation Hoek, allen deel van de Kanalen Land van Heusden en Altena. Het Land van Heusden en Altena is een streek in het noorden van de Nederlandse provincie Noord-Brabant die begrensd wordt door de Merwede in het noorden, de Afgedamde Maas en het Heusdensch Kanaal in het oosten, de Biesbosch in het westen en de Bergsche Maas in het zuiden. Het hier gelegen waterlichaam Kanalen Land van Heusden en Altena beslaat de ten oosten van de A27 gelegen kanalen en de qua waterafvoer belangrijkere sloten. In het zuiden liggen het Noorder Afwateringskanaal en het Oude Maasje. In deze watergangen wordt water ingelaten vanuit de Bergsche Maas. Vanuit hier stroomt het water globaal richting noord om via Gemaal Altena dat uitmaalt op de Boven-Merwede het gebied te verlaten. De breedte, diepte en vegetatie in de watergangen was zeer variabel met zeer brede, plantloze kanalen tot zeer smalle sloten die volledig waren dichtgegroeid met submerse waterplanten. 39

40 7.2 Uitvoering bevissingen De bredere trajecten (>8) zijn grotendeels bemonsterd met een zegensleep en elektro in de oever. Alleen op het 35 meter brede traject 17 is een rondgooi uitgevoerd. Op een aantal trajecten was het rendement door de grote hoeveelheid waterplanten, bijvoorbeeld brede gele plompvelden mogelijk lager. Gezien de resultaten en het relatief grote aantal trajecten binnen het waterlichaam Kanalen Land van Heusden en Altena (25) is niet te verwachten dat dit van grote invloed is geweest op het totaal beeld. De overige trajecten zijn bevist met elektro en zijn goed verlopen. 7.3 Bestandschattingen De geschatte totale visstand op basis van de vangst is 233,9 kg/ha en N/ha. In totaal zijn er 23 vissoorten gevangen. De biomassa wordt gedomineerd door eurytope vissoorten (88%). Hierbij zijn het met name karper (34%), brasem (2%), snoek (15%) en blankvoorn (14%) die bepalend zijn voor de biomassa eurytope vissoorten. In het waterlichaam wordt 1% bepaald door limnofiele soorten met zeelt als dominante soort (8%). Rheofiele soorten en exoten spelen met minder dan 1% geen rol van betekenis. Figuur 7.3: De ruisvoorn was goed vertegenwoordigd in het Land van Heusden en Altena. In aantallen zijn de eurytope soorten wederom duidelijk dominant (7%). Hierbij zijn blankvoorn (3%), brasem (14%), baars (11%) en driedoornige stekelbaars (9%) de meest talrijke soorten. De limnofiele bepalen 3% het aantal, waaronder de bittervoorn (16%), de ruisvoorn (8%) en het vetje (5%) het talrijkst zijn. Rheofiele soorten en exoten spelen met minder dan 1% geen rol van betekenis. 4

41 Figuur 7.2: De procentuele verdeling per vissoort, zowel in % (N/ha) als % (kg/ha), Kanalen Land van Heusden en Altena. Tabel 7.1: Aangetroffen biomassa (kg/ha), Kanalen Land van Heusden en Altena Gilde Naam Totaal + > >=41 Karperachtige (hybride) Eurytoop Aal 2, ,1 2,8 Alver,3,2,1 - - Baars 6,3 1,6 3,3 1,4 - - Blankvoorn 32,9,6 12,8 19,2,3 - Brasem 48,6,4 1,3 8,1 1,4 37,4 Driedoornige stekelbaars,1,1, Giebel,2 - -,2 - - Karper 86, ,2 Kleine modderkruiper,1 -, Kolblei 2,8-1,1,8,9 - Pos 1,1,1 1, Snoekbaars,9,1,1 -,7 Rheofiel Riviergrondel,1, Winde 2,1-2 Limnofiel Bittervoorn,5,1, Ruisvoorn 5,2,2 1,1 2,7 1,3 - Tiendoornige stekelbaars Vetje, Zeelt 2,4,2 1,1,5 18,6 Exoot Graskarper Marmergrondel Roofblei,7 - -,1,6 Totaal >=55 Eurytoop Snoek 36,4,2 1,9,2,4 33,7 41

42 Tabel 7.2: Aangetroffen aantallen (N/ha), Kanalen Land van Heusden en Altena Gilde Naam Totaal + > >=41 Karperachtige (hybride) Eurytoop Aal Alver Baars Blankvoorn Brasem Driedoornige stekelbaars Giebel Karper Kleine modderkruiper Kolblei Pos Snoekbaars Rheofiel Riviergrondel Winde Limnofiel Bittervoorn Ruisvoorn Tiendoornige stekelbaars Vetje Zeelt Exoot Graskarper Marmergrondel Roofblei Totaal >=55 Eurytoop Snoek Lengteverdeling De lengtefrequentieverdeling van de vissoorten die zijn gevangen tijdens de bemonsteringen in het waterlichaam kanalen Land van Heusden en Altena wordt gegeven in bijlage 5. De belangrijkste soorten en opvallende aspecten worden hieronder besproken. Bij bittervoorn, blankvoorn, pos en snoek is op basis van de gevangen vissen sprake van een goede, evenwichtige populatieopbouw. Voor de kolblei geldt dat de nulplus vis achterblijft ten opzichte van de latere jaarklassen. Of sprake is van het missen doordat deze nulplus vis zich buiten de trajecten had geconcentreerd of dat daadwerkelijk sprake is van een slechte aanwas in 212 is niet te zeggen. Voor de baars geldt dat ze, bijvoorbeeld ten opzichte van de snoek, een beperkte maximale lengte kent in het Land van Heusden en Altena. De brasem had in 212 een sterke nulplus jaarklasse in het Land van Heusden en Altena. Verder zijn er diverse grote (>4) brasem gevangen. De lengteklasse 25-4 ontbreekt echter nagenoeg. De rietvoorn en de snoekbaars hadden in respectievelijk 212 en 211 sterke nulplusjaarklassen, grotere exemplaren zijn echter sterk ondervertegenwoordigd. 42

43 7.5 Beschermde, uitheemse en opmerkelijke soorten De bittervoorn (tabel 3 FFW) is in alle deelgebieden in het Land van Heusden en Altena aangetroffen en is op waterlichaam niveau goed vertegenwoordigd met 867 N/ha. Ze is vooral talrijk in het Noorder Afwateringskanaal/Oude Maasje en de twee hierop aangesloten watergangen Weteringen Meeuwen/Babyloniënhoek en Weteringen Eethen. De kleine modderkruiper (tabel 2 FFW) is met 32 N/ha veel minder talrijk en is in diverse deelgebieden, zoals Weteringen Meeuwen/Babyloniënhoek en Sloten Genderen, volledig afwezig in de resultaten van de bevissingen. De giebel is in de Weteringen Meeuwen/Babyloniënhoek met een lage dichtheid (6 N/ha) aangetroffen. Deze typische rivierbegeleidende soort blijkt het in de kanalen en aanverwante wateren van het Rivierengebied niet erg goed te doen en wordt weinig en in kleine aantallen aangetroffen. Negatieve effecten heeft deze soort hier dan ook niet. Ook de overige exoten die in het Land van Heusden en Altena zijn gevangen zijn hier aanwezig met lage dichtheden: graskarper (!), roofblei (6 N/ha) en marmergrondel (6 N/ha). Deze lage dichtheden geven onder andere aan dat de intrek en het inlaten van vis vanuit de rivieren zeer beperkt/verwaarloosbaar is. In het Noorder Afwateringskanaal is met de zegen een geelwangschildpad gevangen. Zover bekend heeft deze soort zich in Nederland nog niet weten voort te planten in de vrije natuur. In een uitgevoerde risicoanalyse wordt echter niet uitgesloten dat de soort zich in de toekomst wel in Nederland kan voortplanten. Negatieve effecten hiervan worden niet verwacht (Bugter et al., 211). Figuur 7.4: De vangst van een geelwangschildpad (Trachemys scripta troostii) met de zegen in het Noorderafwateringskanaal was opmerkelijk. 43

44 7.6 KRW-beoordeling Tabel 7.3: KRW beoordeling conform Evers et al. (27), Kanalen Land van Heusden en Altena. waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Kanalen Land van Heusden en Al totaal beoordeling,682 goed M3 aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 1 1,,33 Gebufferde (regionale) kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 53,51,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 3% 25,54,33 Het waterlichaam Kanalen Land van Heusden en Altena (M3) scoort goed (GET,6) met een eqr van,682. Ondanks dat het waterlichaam goed scoort op de deelmaatlat aantal plantenminnende en migrerende soorten wordt er matig gescoord op de deelmaatlat gewichtspercentage plantenminnende soorten. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de duidelijke dominantie van karper, brasem en blankvoorn in dit waterlichaam, die onvoldoende wordt gecompenseerd door de soorten als snoek, zeelt en rietvoorn. 7.7 KRW-beoordeling KRW-maatlatten 212 Tabel 7.4: KRW beoordeling conform Evers et al. (212), Kanalen Land van Heusden en Altena. Gegeven zijn per deellichaam de score op de drie deelmaatlatten, de vissen eqr, de lengte van het deellichaam en de hierop gebaseerde factor. Geheel rechts wordt de uiteindelijke eqr van het gehele waterlichaam gegeven.!""#$"%&"! ''()'#* +#'()"(,&(("(!"*"(*,&$-"-"(!"*.//-)"( $"&12).+"-1"()'$"* %-'.",*3*4'-+"- $"&12).+"-1"()'$"* +#'()"(,&(("(!"*.//-)"( 5&.."(*"6- #"($)" 7'1)/- "6-* ')"-#&12'', 89:;<?:<>? :@D: :@C; :@C: :@CGC CCCG :@:D? :@ECA 89:;<?:<>= :@;:?@:: :@G= :@BD? EGGC :@:;C 89:;<?:<>C :@E:?@::?@:: :@;:: GC?= :@:EE 89:;<?:<>D :@G: :@DA :@AC :@A=A CAAA :@:DC 89:;<?:<>A :@B: :@CC :@DE :@AC? CEC: :@:DA 89:;<?:<>G :@B: :@CE :@A: :@AAA C=:: :@:C; 89:;<?:<>E :@G:?@::?@:: :@BGE DBA: :@:A; 89:;<?:<>B :@C:?@::?@:: :@EGE GADG :@:B: 89:;<?:<>; :@;: :@G? :@AC :@GB? EAAA :@:;= 89:;<?:<>?:?@:: :@A; :@G? :@EC= ADA; :@:GG 89:;<?:<>???@:: :@=D :@C? :@A?A ==?: :@:=E 89:;<?:<>?= :@B: :@EE :@D? :@GAE?:DAG :@?=E 89:;<?:<>?C :@AB?@:: :@EG :@EEB?:?C; :@?=C 89:;<?:<>?D?@::?@::?@::?@::: C=;D :@:D: 89:;<?:<>?A?@::?@::?@::?@::: CBC? :@:DE Bij de KRW-beoordeling volgens de KRW-maatlatten 212 is de eqr van het waterlichaam Kanalen Land van Heusden en Altena ten opzichte van de oude maatlat,53 hoger doordat lokale vangsten van karpers en brasems, zoals in bijvoorbeeld de deelgebieden NL9_1_D1 en NL9_1_D5, minder doorwerken in de score van het gehele waterlichaam. Voor verdere toelichting zie paragraaf

45 8 NL9_13 Kanalen Tielerwaarden 8.1 Beschrijving waterlichaam Figuur 8.1: Twee kanalen in het westelijk deel van de Kanalen Tielerwaarden en twee kanalen in het oostelijk deel. Het waterlichaam Kanalen Tielerwaarden bestaat uit twee afzonderlijke delen. De langzaam stromend kanalen worden gevoed door inlaatwater uit de Linge, kwelwater en overtollig neerslagwater uit de polders. De stromingsrichting en de watervoerendheid van de hoofdwatergangen is gedurende het jaar constant. De watergangen zijn tussen de vijf en twintig meter breed en hebben een veelal geringe diepte met maxima onder 1,2 meter. Gedurende de bemonsteringen was op de meeste trajecten sprake van afwezige tot dunne submerse vegetatie van smalle waterpest en/of gedoornd hoornblad. Opvallend was de dikte van de sliblaag die varieerde van 2 centimeter tot meer dan een meter. 8.2 Uitvoering bevissingen De bredere trajecten (>8) zijn grotendeels bemonsterd met een zegen (sleep of rondgooien) en elektro in de oever. Eén traject >8 konden door de zeer hoge bedekking aan waterplanten niet worden bevist met een zegen. Deze is in zijn geheel 45

46 bevist met elektro. Op dit traject was het rendement door de grote hoeveelheid flab mogelijk lager. Gezien de resultaten en het relatief grote aantal trajecten binnen het waterlichaam Kanalen Tielerwaarden (13) is niet te verwachten dat dit van grote invloed is geweest op het totaal beeld. De overige trajecten zijn bevist met elektro vanuit een boot of wadend en zijn goed verlopen. 8.3 Bestandschattingen De geschatte totale visstand op basis van de vangst is 211,1 kg/ha en N/ha. In totaal zijn er 22 vissoorten gevangen. De biomassa wordt gedomineerd door eurytope vissoorten (9%). De brasem is hierbij een opvallende uitschieter met 62%, wat wordt veroorzaakt door het relatief grote aantal grote brasems (>=41 cm). Verder is het met name blankvoorn (18%) die bepalend is voor de biomassa eurytope vissoorten. In het waterlichaam wordt 9% bepaald door limnofiele soorten met zeelt als dominante soort (8%). Rheofiele soorten en exoten spelen met iets minder dan 1% geen rol van betekenis. Figuur 8.2: De procentuele verdeling per vissoort, zowel in % (N/ha) als % (kg/ha), Kanalen Tielerwaarden. In aantallen bepalen de eurytope soorten 47% van het totale aantal. Hierbij zijn blankvoorn (25%), brasem (11%) en baars (4%) de meest talrijke soorten. De 46

47 limnofiele bepalen 52% van het aantal, waaronder de bittervoorn (34%), vetje (11%) en ruisvoorn (5%) het talrijkst zijn. Rheofiele soorten en exoten spelen met iets minder dan 1% geen rol van betekenis. Tabel 8.1: Aangetroffen biomassa (kg/ha), Kanalen Tielerwaarden Gilde Naam Totaal + > >=41 Karperachtige (hybride),2 -,2 - - Eurytoop Aal 1, ,5 Alver,2,1,1 - - Baars 4,8,6 3,1 1,1 - Blankvoorn 38,6,5 17,8 19,5,8 - Brasem 13,6,3 1,4 4,4 4,3 12,1 Driedoornige stekelbaars Karper 1, ,5 Kleine modderkruiper,5, Kolblei 2,6 1,3 1,1,2 - Pos,7,2, Snoekbaars Rheofiel Bermpje,1, Riviergrondel,2, Winde Limnofiel Bittervoorn 1,3, Ruisvoorn 2,2,2,8 1,1,1 - Tiendoornige stekelbaars Vetje,3, Zeelt 16,7 2,4 1,9 11 Exoot Marmergrondel Roofblei 1, ,2 Totaal >=55 Eurytoop Snoek 8,9,5 2,7,7-4,9 Tabel 8.2: Aangetroffen aantallen (N/ha), Kanalen Tielerwaarden Gilde Naam Totaal + > >=41 Karperachtige (hybride) Eurytoop Aal Alver Baars Blankvoorn Brasem Driedoornige stekelbaars Karper Kleine modderkruiper Kolblei Pos Snoekbaars Rheofiel Bermpje Riviergrondel Winde Limnofiel Bittervoorn Ruisvoorn Tiendoornige stekelbaars Vetje Zeelt Exoot Marmergrondel Roofblei Totaal >=55 Eurytoop Snoek

48 8.4 Lengteverdeling De lengtefrequentieverdeling van de vissoorten die zijn gevangen tijdens de bemonsteringen in het waterlichaam Kanalen Tielerwaarden wordt gegeven in bijlage 5. De belangrijkste soorten en opvallende aspecten worden hieronder besproken. Bij baars, blankvoorn, pos en zeelt is op basis van de gevangen vissen sprake van een goede, evenwichtige populatieopbouw. Bij de rietvoorn is ten opzichte van de grote lengteklassen de nulplus vis sterk vertegenwoordigd. Van de snoek zijn relatief weinig grote exemplaren gevangen. De brasem had in 212 een sterke nulplus jaarklasse in de Kanalen Tielerwaarden en ook de tweejarige en driejarige vis is goed vertegenwoorigd. Verder is er relatief veel grote (>4) brasem gevangen. De tussenliggende lengteklasse 31-4 ontbreekt echter nagenoeg. Figuur 8.3: Brasem is dominant in de Kanalen Tielerwaarden. 8.5 Beschermde, uitheemse en opmerkelijke soorten De bittervoorn (tabel 3 FFW) is op vrijwel alle trajecten in de Tielerwaarden aangetroffen en is op waterlichaam niveau goed vertegenwoordigd met N/ha. Bij de bevissing van het enige traject waar geen bittervoorns zijn gevangen (13-6) is opgemerkt dat de waterbodemkwaliteit slecht was (rotte eierenlucht). Zoetwatermosselen, die noodzakelijk zijn voor de voortplanting, kunnen hier slecht tegen. Dit kan een verklaring zijn voor de afwezigheid van de bittervoorn op dit traject. 48

49 Figuur 8.4: De bittervoorn was erg talrijk in het waterlichaam Kanalen Tielerwaarden. De kleine modderkruiper (tabel 2 FFW) is met 169 N/ha duidelijk minder talrijk,maar nog steeds goed vertegenwoordigd. De kleine modderkruiper is op alle trajecten in wisselende aantallen gevangen. De roofblei (5 N/ha) en de marmergrondel (14 N/ha) zijn beide in lage dichtheden aangetroffen. 8.6 KRW-beoordeling Tabel 8.3: KRW beoordeling conform Evers et al. (27), Kanalen Tielerwaarden waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Kanalen Tielerwaard totaal beoordeling,599 matig/goed M3 aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 9 1,,33 Gebufferde (regionale) kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 63,42,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 3% 14,37,33 Het waterlichaam Kanalen Tielerwaarden (M3) scoort matig (GET,6) met een eqr van,599. Bij een logische afronding van de eqr waarde naar,6 is de score voor dit waterlichaam goed. Ondanks dat het waterlichaam goed scoort op de deelmaatlat aantal plantenminnende en migrerende soorten wordt er matig gescoord op de deelmaatlat gewichtspercentage plantenminnende soorten. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de duidelijke dominantie van blankvoorn en brasem in dit waterlichaam, die niet wordt gecompenseerd door een goede snoekstand met veel grotere exemplaren. 49

50 8.7 KRW-beoordeling KRW-maatlatten 212 Tabel 8.4: KRW beoordeling conform Evers et al. (212), Kanalen Tielerwaarden. Gegeven zijn per deellichaam de score op de drie deelmaatlatten, de vissen eqr, de lengte van het deellichaam en de hierop gebaseerde factor. Geheel rechts wordt de uiteindelijke eqr van het gehele waterlichaam gegeven.!""#$"%&"! ''()'#* +#'()"(,&(("(!"*"(*,&$-"-"(!"*.//-)"( $"&12).+"-1"()'$"* %-'.",*3*4'-+"- $"&12).+"-1"()'$"* +#'()"(,&(("(!"*.//-)"( 5&.."(*"6- #"($)" 7'1)/- "6-* ')"-#&12'', 89:;<?C<>? AA?D CGE; CD?C 89:;<?C<>D =AC= 89:;<?C<>A D:;B 89:;<?C<>E =C?= CB:? 89:;<?C<>; EAEA 89:;<?C<>?: A?CG Bij de KRW-beoordeling volgens de KRW-maatlatten 212 is de eqr van het waterlichaam Kanalen Tielerwaarden ten opzichte van de oude maatlat,92 hoger doordat lokale vangsten van karpers en brasems, zoals in bijvoorbeeld de deelgebieden NL9_1_D4 en NL9_1_D8, minder doorwerken in de score van het gehele waterlichaam. Voor verdere toelichting zie paragraaf

51 9 NL9_18 Linge en kanalen Overbetuwe 9.1 Beschrijving waterlichaam Figuur 9.1: Het Lingekanaal, typisch traject in de Linge, een spoorsloot en een stadswater in Arnhem-zuid, allen onderdeel van het waterlichaam Linge en Kanalen Overbetuwe. De centraal gelegen hoofdwatergang van dit waterlichaam is het gekanaliseerde riviertje de Linge. Opgenomen is het deel gelegen tussen het Pannerdens Kanaal, van waaruit continue water wordt binnengelaten in de Linge, en het Lingekanaal. Door het inlaten van dit water heeft de Linge een vrij constante stroming. Vanaf het Lingekanaal zet de Linge zich voort in het waterlichaam Linge en Kanalen Nederbetuwe. Overschot aan water in de Linge wordt via het Lingekanaal uitgemaald in de Neder- Rijn. Naast een drietal kleinere zijtakken die water afvoeren richting de Linge, zijn er drie grotere te onderscheiden. De noordelijke zijtak bestaat uit de stadswateren in Arnhem- Zuid en de wetering die het water van Arnhem-Zuid naar de Linge afvoeren. Deze stadwateren hebben een belangrijke functie als hengelsportwater. De tweede zijtak heeft een bovenstroomsdeel dat gevoed wordt door water uit Elst en Oosterhout en bestaat verder vooral uit spoor- en bermsloten. Vanaf het knooppunt Valburg (A15- A5) loopt deze watergang noordwaarts om ongeveer ter hoogte van Heteren in de Linge uit te komen. De laatste zijwatergang loopt globaal van Lent noordwaarts naar 51

52 de Linge, waarbij grotendeels de A325 wordt gevolgd. De breedte, diepte en vegetatie in de watergangen was zeer variabel met zeer brede, plantloze kanalen tot zeer smalle sloten die volledig waren dichtgegroeid met submerse waterplanten. 9.2 Uitvoering bevissingen De bredere trajecten (>8) zijn grotendeels bemonsterd met een zegen (sleep of rondgooien) en elektro in de oever. Een tweetal trajecten >8 konden door de zeer hoge bedekking aan waterplanten niet worden bevist met een zegen. Deze zijn in hun geheel bevist met elektro (2 stelen). Gezien de resultaten en het relatief grote aantal trajecten binnen het waterlichaam Linge en kanalen Overbetuwe (28) is niet te verwachten dat dit van grote invloed is geweest op het totaal beeld. De overige trajecten zijn bevist met elektro vanuit een boot of wadend en zijn goed verlopen. 9.3 Bestandschattingen De geschatte totale visstand op basis van de vangst is 153,4 kg/ha en N/ha. In totaal zijn er 31 vissoorten gevangen. Het relatief hoge totaal aantal vissen wordt vooral bepaald door de grote aantallen blankvoorn en bittervoorn. Figuur 9.2: De procentuele verdeling per vissoort, zowel in % (N/ha) als % (kg/ha), Linge en Kanalen Overbetuwe. 52

53 Tabel 9.1: Aangetroffen biomassa (kg/ha), Linge en kanalen Overbetuwe Gilde Naam Totaal + > >=41 Karperachtige (hybride),7 -,4,2 - - Eurytoop Aal, ,7 Alver,4,2,1 - - Baars 11,4 1,3 6,6 2,6,8 - Blankvoorn 48,8 3,5 21,8 22,2 1,3 - Brasem 38,2,5,3,6,4 36,2 Driedoornige stekelbaars, Giebel, ,9 - Karper 13,6 - -,1 13,5 Kleine modderkruiper 1,5-1, Kolblei,6,3,3 - - Pos,6, Snoekbaars,1 - - Rheofiel Bermpje,2, Kopvoorn,2 - -,2 - Riviergrondel,1, Serpeling Winde 3,3 1,1 1,6 Limnofiel Bittervoorn 2,7,1 2, Grote modderkruiper,1 - -,1 - - Ruisvoorn 1,9,1 1,1,6 - Tiendoornige stekelbaars Vetje,1, Zeelt 6,4,3 1,3 1,4 3,4 Exoot Blauwband Goudvis,1 -, Kesslers grondel Marmergrondel Pontische stroomgrondel Roofblei 3,3,8 -,4,1 2,1 Zwartbekgrondel,1 -, Totaal >=55 Eurytoop Snoek 17,6,1 5,6,1,6 11,2 Tabel 9.2: Aangetroffen aantallen (N/ha), Linge en kanalen Overbetuwe Gilde Naam Totaal + > >=41 Karperachtige (hybride) Eurytoop Aal Alver Baars Blankvoorn Brasem Driedoornige stekelbaars Giebel Karper Kleine modderkruiper Kolblei Pos Snoekbaars Rheofiel Bermpje Kopvoorn Riviergrondel Serpeling Winde Limnofiel Bittervoorn Grote modderkruiper Ruisvoorn Tiendoornige stekelbaars Vetje Zeelt Exoot Blauwband Goudvis Kesslers grondel Marmergrondel Pontische stroomgrondel Roofblei Zwartbekgrondel Totaal >=55 Eurytoop Snoek

54 Het meest opvallend van het waterlichaam Linge en Kanalen Overbetuwe is het hoge aantal soorten. Het totaal aantal ligt 8 soorten hoger dan het waterlichaam Kanalen Land van Heusden en Altenna dat wat het aantal soorten betreft binnen onderhavig onderzoek de tweede plek bekleed. Dit hoge aantal wordt mede bepaald door invloed vanuit het Pannerdens Kanaal, wat soorten oplevert als kopvoorn, serpeling en zwartbekgrondel. Verder zijn er relatief veel exoten gevangen, waaronder blauwband en goudvis. De biomassa wordt gedomineerd door eurytope vissoorten (88%). Het zijn met name blankvoorn (48%) en brasem (25%) die bepalend zijn voor de biomassa eurytope vissoorten. In het waterlichaam wordt 7% bepaald door limnofiele soorten met zeelt als dominante soort (4%). Rheofiele soorten en exoten spelen beide met iets meer dan 2% geen rol van betekenis. In aantallen zijn de eurytope soorten wederom de grootste groep (58%). Blankvoorn is hierbij met 41% verreweg de meest talrijke soort. Andere relatief veel voorkomende soorten zijn baars (6%), kleine modderkruiper (6%) en brasem (3%). De limnofiele bepalen 38% het aantal, waaronder de bittervoorn (32%) het talrijkst is. Exoten zijn ten opzichte van andere waterlichamen onderzocht in onderhavig onderzoek relatief talrijk met 3%. Rheofiele soorten spelen met minder dan 1% geen rol van betekenis. 9.4 Lengteverdeling De lengtefrequentieverdeling van de vissoorten die zijn gevangen tijdens de bemonsteringen in het waterlichaam Linge en Kanalen Overbetuwe wordt gegeven in bijlage 5. De belangrijkste soorten en opvallende aspecten worden hieronder besproken. Bij alver, kolblei, pos, rietvoorn, snoek is op basis van de gevangen vissen sprake van een goede, evenwichtige populatieopbouw. Voor blankvoorn en winde geldt dat de tweejarige vis sterk achterblijft ten opzichte van de nulplus van 212. Voor de baars geldt dat ze, bijvoorbeeld ten opzichte van de snoek, een beperkte maximale lengte kent in de Linge. De brasem had in 212 een sterke nulplus jaarklasse in de Linge en Kanalen Overbetuwe. Verder is er relatief veel grote (>42) brasem gevangen. De tussenliggende jaarklassen zijn echter slecht vertegenwoordigd. 9.5 Beschermde, uitheemse en opmerkelijke soorten De bittervoorn (tabel 3 FFW) is in alle deelgebieden in de Linge en kanalen Overbetuwe aangetroffen en is op waterlichaam niveau zeer goed vertegenwoordigd met N/ha. De aantallen in deelgebied 3, de brede sloten die de Linge verbinden met de stadswateren in Arnhem-Zuid, waren zeer hoog met N/ha. 54

55 De kleine modderkruiper (tabel 2 FFW) is met 381 N/ha talrijk aanwezig in het waterlichaam Linge en kanalen Overbetuwe en is, net als de bittervoorn, in alle deelgebieden vertegenwoordigd. Het aantal kleine modderkruipers was in de stadswateren van Arnhem-Zuid met 11 N/ha het laagst en met N/ha het hoogst in de sloot die door het industrieterrein Pannenhuis loopt (Huissen-Zuid). De grote modderkruiper is gevangen in een sloot ten zuidwesten van Elst. In totaal zijn hier vier exemplaren gevangen met een lengte variërend van 21 tot 25 centimeter. Nulplus dieren zijn hier dus niet gevangen. De begeleidende visfauna, die voor typische locaties van de grote modderkruiper relatief divers was met soorten als baars, blankvoorn, alver en roofblei, doet vermoeden dat eventuele voortplanting (voornamelijk) plaatsvindt op een andere locatie. Dit kunnen bijvoorbeeld kleine, zeer ondiepe zijslootjes zijn, die in de winter of bij lage waterstanden worden verlaten door de grotere dieren. In het vroege voorjaar (maart-april) worden deze dan weer opgezocht voor de voortplanting. De typische rheofielen serpeling en kopvoorn zijn in de Linge gevangen op het meest bovenstroomse traject. Het ligt voor de hand dat deze soorten hier terecht zijn gekomen via het water dat vanuit het Pannerdens Kanaal wordt ingelaten. Enige voortplanting, bijvoorbeeld in de directe omgeving van de inlaat, is natuurlijk nooit uit te sluiten. De kopvoorn is in 25 ook al op deze locatie gevangen (D.M. Soes, eigen waarneming) en is ook tijdens de bemonstering van 21 gevangen. Figuur 9.3: De giebel is in de Linge aanwezig met een kleine populatie. De invloed van de inlaat van water is ook merkbaar aan de aanwezigheid van vier soorten Ponto-Kaspische grondels: marmergrondel, zwartbekgrondel, Kesslers grondel en Pontische stroomgrondel. De marmergrondel en de Kesslers grondel komen zowel in Linge/Lingekanaal als in diverse zijwatergangen voor. De zwartbekgrondel is in de Linge alleen in het meest bovenstroomse traject dicht tegen 55

56 de inlaat vanuit het Pannerdens Kanaal gevangen en komt bovendien voor in het Lingekanaal, wat suggereert dat ze het Gemaal Rijndijk heeft weten te passeren. De Pontische stroomgrondel is ook (nog) beperkt tot de Linge en het Lingekanaal, maar is hier wat meer verspreidt aanwezig dan de zwartbekgrondel. De aantallen van marmergrondel liggen lokaal vrij hoog, bijvoorbeeld 228 N/ha in de Linge. De overige soorten blijven onder de 6 N/ha steken, waarbij moet worden aangetekend dat de vestiging van de zwartbekgrondel in het waterlichaam Linge en kanalen Overbetuwe van recente aard is. In 21 is deze soort niet aangetroffen. De giebel is alleen aangetroffen in het Lingekanaal. Deze typische rivierbegeleidende soort blijkt het in de kanalen en aanverwante wateren van het Rivierengebied niet erg goed te doen en wordt weinig en in kleine aantallen aangetroffen. Negatieve effecten heeft deze soort hier dan ook niet. De zeer verwante goudvis, die in dit geval goed herkenbaar was door de oranje kleur, is met één exemplaar aangetroffen in de sloot die de Linge met Arnhem-Zuid verbindt. Ook bij een herhalingsbezoek zijn geen verdere exemplaren gevangen en het gaat hier dan vermoedelijk ook om een losgelaten dier. In het oostelijk deel van de Linge zijn blauwbanden gevangen. Deze Oost-Aziatische soort is hier terecht gekomen als vervuiling van partijen pootvis en mogelijk ook door het uitzetten van vijvervis door particulieren, bijvoorbeeld wanneer er te veel vis op een vijver zit. De blauwband is ook in 21 gevangen en deze soort weet zich hier dan ook zelfstandig te handhaven. De roofblei is in het waterlichaam Linge en kanalen Overbetuwe relatief algemeen (157 N/ha). Deze dichtheid wordt grotendeels bepaald door de grote aantallen nulplus roofbleien in de Linge en het Lingekanaal. Er zijn echter ook verschillende grote dieren gevangen die tot voortplanting instaat zouden moeten zijn. Van de roofblei wordt vermeld dat ze paait op hardere ondergronden in stromend water. In de Linge zou dit bijvoorbeeld kunnen bij de inlaat vanuit het Pannerdens Kanaal. Andere potentiële locaties zijn bijvoorbeeld te vinden direct benedenstrooms van stuwen. Hoe de verhouding ligt tussen de aanwas van voortplanting in de Linge en het Lingekanaal en de vis die meekomt met het inlaten van water is onduidelijk. 9.6 KRW-beoordeling Tabel 9.3: KRW beoordeling conform Evers et al. (27), Linge en kanalen Overbetuwe waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Linge en kanalen Overbetuwe totaal beoordeling,789 goed M6a aantal plantenminnende en migrerende soorten ,,33 Grote ondiepe kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 34,9,33 zonder s cheepvaart gewichts percentage plantm innende soorten 3% 2,47,33 56

57 Het waterlichaam Linge en kanalen Overbetuwe (M3) scoort goed (GET,6) met een eqr van,789. Ondanks dat het waterlichaam goed scoort op de deelmaatlat aantal plantenminnende en migrerende soorten wordt er matig gescoord op de deelmaatlat gewichtspercentage plantenminnende soorten. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de duidelijke dominantie van blankvoorn en brasem in dit waterlichaam, die onvoldoende wordt gecompenseerd door de snoekstand. 9.7 KRW-beoordeling KRW-maatlatten 212 Tabel 9.4: KRW beoordeling conform Evers et al. (212), Linge en kanalen Overbetuwe. Gegeven zijn per deellichaam de score op de drie deelmaatlatten, de vissen eqr, de lengte van het deellichaam en de hierop gebaseerde factor. Geheel rechts wordt de uiteindelijke eqr van het gehele waterlichaam gegeven.!""#$"%&"! ''()'#* +#'()"(,&(("(!"*"(*,&$-"-"(!"*.//-)"( $"&12).+"-1"()'$"* %-'.",*3*4'-+"- $"&12).+"-1"()'$"* +#'()"(,&(("(!"*.//-)"( 5&.."(*"6- #"($)" 7'1)/- "6-* ')"-#&12'', 89:;<?B<>? =::; 89:;<?B<>= =A=AD 89:;<?B<>C 89:;<?B<>D ;GE= 89:;<?B<>A 89:;<?B<>G EDG= 89:;<?B<>B AG;B 89:;<?B<>; 89:;<?B<>?: =:?E Bij de KRW-beoordeling volgens de KRW-maatlatten 212 is de eqr van het waterlichaam Linge en kanalen Overbetuwe ten opzichte van de oude maatlat,14 lager door vooral de relatief lage scores van verschillende deelgebieden op de deelmaatlat aantal plantenminnende en migrerende soorten. Voor verdere toelichting zie paragraaf

58 58

59 1 NL9_2 Oude Rijn 1.1 Beschrijving waterlichaam * * * * Figuur 1.1: De drie bemonsterde locaties van de Oude Rijn en een grote graskarper (15 centimeter)die op de eerste locatie is gevangen. Het waterlichaam Oude Rijn ligt aan de voet van de oude Rijnbanddijk die van Bontemorgen via Lienden naar Kesteren loopt. Er wordt water ingelaten vanuit de Neder-Rijn wat voor een vrijwel constante stroming zorgt. De ongeveer 6 kilometer lange watergang is grotendeels lijnvormig bij een breedte van 3 tot 1 meter. De waterdiepte is hier rond de meter. De Nieuwe Waaij is een plas gelegen net ten noorden van Lienden. Ze heeft een oppervlakte van circa 2 hectare bij een maximale diepte van circa 3 meter. De plas en de beschaduwde, lijnvormige delen hebben geen tot amper submerse waterplanten. In het oostelijk, lijnvormig deel is een hoge bedekking aanwezig van vooral smalle waterpest. Grote delen van de lijnvormige watergang hebben een brede zone van riet en lisdodde. 59

60 1.2 Uitvoering bevissingen De plas van de Oude Rijn is in het open water bevist middels rondgooien van een zegen en de oeverzone is bevist met elektro. De twee trajecten in de lijnvormige delen zijn in hun geheel bevist met elektro vanuit een boot. 1.3 Bestandschattingen De geschatte totale visstand op basis van de vangst is 12,4 kg/ha N/ha. In totaal zijn er 21 vissoorten gevangen. De biomassa wordt gedomineerd door eurytope vissoorten (7%). Brasem (24%) en blankvoorn (17%) zijn hierbij de meest bepalende soorten. Exoten komen in dit waterlichaam op de tweede plaats met 21%. Hiervan komt 14% op rekening van een zeer grote graskarper (15 centimeter), die is gevangen in de plas. Voor het overige is het de roofblei die met 7% de biomassa van de exoten bepaald. Rheofiele soorten, vertegenwoordigd door louter de winde, maken 7% uit. In het waterlichaam wordt 2,8% bepaald door limnofiele soorten met zeelt als dominante soort (1,5%). In aantallen zijn de eurytope soorten wederom duidelijk dominant (68%). Hierbij zijn blankvoorn (39%) en baars (12%) de meest talrijke soorten. Het percentage aan limnofiele vis (28%) wordt volledig bepaald door de bittervoorn. De exoten en rheofiele spelen met respectievelijk 1% en 2% geen rol van betekenis. Figuur 1.2: De procentuele verdeling per vissoort, zowel in % (N/ha) als % (kg/ha), Oude Rijn. 6

61 Tabel 1.1: Aangetroffen biomassa (kg/ha), Oude Rijn Gilde Naam Totaal + > >=41 Eurytoop Aal 3, ,4 Alver 1,1-1,1 - - Baars 9,9 1 1,9 6,1,9 - Blankvoorn 2,5,7 8,6 1,3 1 - Brasem 29,1,1,4,6,6 27,4 Driedoornige stekelbaars, Kleine modderkruiper,2 -, Kolblei 1,2 -,3,6,3 - Pos,3, Snoekbaars 6,3, ,1 Rheofiel Winde 8,3,1-1,3 1 5,9 Limnofiel Bittervoorn,9,1, Ruisvoorn,1 -, Tiendoornige stekelbaars Zeelt 1, ,7 Exoot Graskarper 16, ,4 Kesslers grondel Marmergrondel Pontische stroomgrondel Roofblei 8,8 -,2,9 7,7 Totaal >=55 Eurytoop Snoek 12-3,6 2,6-5,7 Tabel 1.2: Aangetroffen aantallen (N/ha), Oude Rijn Gilde Naam Totaal + > >=41 Eurytoop Aal Alver Baars Blankvoorn Brasem Driedoornige stekelbaars Kleine modderkruiper Kolblei Pos Snoekbaars Rheofiel Winde Limnofiel Bittervoorn Ruisvoorn Tiendoornige stekelbaars Zeelt Exoot Graskarper Kesslers grondel Marmergrondel Pontische stroomgrondel Roofblei Totaal >=55 Eurytoop Snoek Lengteverdeling De lengtefrequentieverdeling van de vissoorten die zijn gevangen tijdens de bemonsteringen in het waterlichaam Oude Rijn wordt gegeven in bijlage 5. De belangrijkste soorten en opvallende aspecten worden hieronder besproken. Bij baars, blankvoorn en pos is op basis van de gevangen vissen sprake van een goede, evenwichtige populatieopbouw. Voor de alver en de snoek geldt dat de nulplus vis achterblijft ten opzichte van de latere jaarklassen. Of sprake is van het missen 61

62 doordat deze nulplus vis zich buiten de trajecten had geconcentreerd of dat daadwerkelijk sprake is van een slechte aanwas in 212 is niet te zeggen. Van de snoek zijn bovendien ook weinig grote exemplaren gevangen. Voor de driedoornige stekelbaars geldt dat ze beperkte maximale lengte kent in de Oude Rijn. De bittervoorn is daartegen relatief groot met een goed aandeel van 6-7 centimeter. De brasem had in 211 en 212 een kleine nulplus jaarklasse in de Oude Rijn. Verder is er enige grote (>45) brasem gevangen. De tussenliggende jaarklassen zijn zeer schaars gevangen. Figuur 1.3: In de waaij van de Oude Rijn zijn diverse grote roofbleien gevangen. 1.5 Beschermde, uitheemse en opmerkelijke soorten De bittervoorn (tabel 3 FFW) is op alle trajecten in de Oude Rijn aangetroffen en is op waterlichaam niveau goed vertegenwoordigd met N/ha. Ze was zowel in de plas als in de lijnvormige trajecten aanwezig. De kleine modderkruiper (tabel 2 FFW) is met 44 N/ha duidelijk minder talrijk. Er zijn in totaal 5 exoten aangetroffen in de Oude Rijn: graskarper, roofblei, marmergrondel, Kesslers grondel en Pontische stroomgrondel. In totaal is er een graskarper gevangen. Deze soort kan zich niet in Nederland voortplanten en kan zich zonder uitzet niet handhaven in de Oude Rijn. De marmergrondel (2 N/ha) kan dit zeker wel. Van roofblei (12 N/ha), Kesslers grondel (52 N/ha) en Pontische stroomgrondel (15 N/ha) is nog onduidelijk in welke mate voortplanting plaats vind in een water als de Oude Rijn. Door de vrijwel constante inlaat van water uit de Neder- Rijn kunnen de populaties van deze soorten in Oude Rijn geheel of gedeeltelijk 62

63 afkomstig zijn uit de Neder-Rijn. Met een totaal van 87 N/ha is het niet onaannemelijk dat de exotische grondels een negatieve impact kunnen hebben op andere kleine, bentische soorten als bermpje en riviergrondel. Dergelijke soorten zijn gedurende de bemonsteringen niet aangetroffen. 1.6 KRW-beoordeling Tabel 1.3: KRW beoordeling conform Evers et al. (27), Oude Rijn waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Oude Rijn totaal beoordeling,783 goed M3 aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 8 1,,33 Gebufferde (regionale) kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 24 1,,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 3% 12,35,33 Het waterlichaam Oude Rijn (M3) scoort goed (GET,6) met een eqr van,783. Ondanks dat het waterlichaam goed scoort op de deelmaatlat aantal plantenminnende en migrerende soorten wordt er ontoereikend gescoord op de deelmaatlat gewichtspercentage plantenminnende soorten. De grotere soorten als snoek, zeelt en ruisvoorn hebben hiervoor een te beperkt aandeel in de biomassa. 1.7 KRW-beoordeling KRW-maatlatten 212 Tabel 1.4: KRW beoordeling conform Evers et al. (212), Oude Rijn. Gegeven zijn per deellichaam de score op de drie deelmaatlatten, de vissen eqr, de lengte van het deellichaam en de hierop gebaseerde factor. Geheel rechts wordt de uiteindelijke eqr van het gehele waterlichaam gegeven.!""#$"%&"! ''()'#* +#'()"(,&(("(!"*"(*,&$-"-"(!"*.//-)"( $"&12).+"-1"()'$"* %-'.",*3*4'-+"- $"&12).+"-1"()'$"* +#'()"(,&(("(!"*.//-)"( 5&.."(*"6- #"($)" 7'1)/- "6-* ')"-#&12'', 89:;<=:<>? :@E:?@:: :@D; :@E=; AB=G :@;GC :@E=? 89:;<=:<>= :@G: :@EG :@=: :@A=: ==D :@:CE Bij de KRW-beoordeling volgens de KRW-maatlatten 212 is de eqr van het waterlichaam Oude Rijn ten opzichte van de oude maatlat,62 lager door vooral de relatief lage scores van de twee deelgebieden op de deelmaatlat aantal plantenminnende en migrerende soorten. Voor verdere toelichting zie paragraaf

64 64

65 11 NL9_22 Sloten Bommelerwaard-west 11.1 Beschrijving waterlichaam Figuur 11.1: Westelijk en oostelijk deel van de Sloten Bommelerwaard-west.. Het waterlichaam Sloten Bommelerwaard-west is een 6 tot 16 meter brede sloot ten zuiden van Brakel. In droge periodes wordt door het gemaal bij Poederoijensehoek water ingelaten vanuit de Afgedamde Maas. De gehele watergang is dicht begroeid met zowel emerse (riet, lisdodde), submerse (smalle waterpest) en drijvende (flab, kroos) vegetaties Uitvoering bevissingen Alle drie de trajecten zijn uitgevoerd met elektro vanuit een boot. Dit geldt ook voor het 16 meter brede traject dat niet met een zegen was te bevissen door de aanwezigheid van dichte begroeiing en baggerbuizen. Deze baggerwerkzaamheden zelf waren nog niet gestart. De trajecten zijn bemonsterd voordat ze werden gebaggerd. Gezien de lage rendementsfactor die wordt gehanteerd voor elektro en dat ondanks het goede doorzicht in dit deel van de watergang, er geen vluchtende vissen zijn waargenomen, is hiervoor geen extra correctie toegepast Bestandschattingen De geschatte totale visstand op basis van de vangst is 4,7 kg/ha en N/ha. In totaal zijn er 14 vissoorten gevangen. Het totaal aantal soorten is beperkt door de afwezigheid van soorten die een voorkeur hebben voor grotere wateren, zoals alver en kolblei. Deze afwezigheid wordt niet gecompenseerd door meer kritische limnofielen, zoals de grote modderkruiper, en exoten die alleen zijn vertegenwoordigd door de marmergrondel. 65

66 De biomassa wordt gedomineerd door eurytope vissoorten (85%). De snoek is hierbij een duidelijk dominant met 57%. Verder zijn het met name blankvoorn (12%) en brasem (9%) die bepalend zijn voor de biomassa eurytope vissoorten. In het waterlichaam wordt 14% bepaald door limnofiele soorten met zeelt als dominante soort (11%). Rheofiele soorten en exoten spelen met beide minder dan 1% geen rol van betekenis. In aantallen zijn de eurytope soorten vertegenwoordigd met 5%. Hierbij zijn driedoornige stekelbaars (22%), blankvoorn (15%) en kleine modderkruiper (9%) de meest talrijke soorten. De limnofiele bepalen 47% het aantal, waaronder de bittervoorn (37%) verreweg het talrijkst is. De exoten bepalen met de marmergrondel de laatste 3%. Figuur 11.2: De procentuele verdeling per vissoort, zowel in % (N/ha) als % (kg/ha), Sloten Bommelerwaard-west. 66

67 Tabel 11.1: Aangetroffen biomassa (kg/ha), Sloten Bommelerwaard-west Gilde Naam Totaal + > >=41 Eurytoop Aal, ,4 Baars 1,5,2,1 1,2 - - Blankvoorn 4,7,2 3,4 1,1 - - Brasem 3, ,5 Driedoornige stekelbaars,1, Kleine modderkruiper Rheofiel Winde, ,4 - Limnofiel Bittervoorn,5,1, Ruisvoorn,8,1,7 - - Tiendoornige stekelbaars Vetje,1, Zeelt 4,4 -,1,7-3,7 Exoot Marmergrondel Totaal >=55 Eurytoop Snoek 23,2,1 1,6-1,5 2 Tabel 11.2: Aangetroffen aantallen (N/ha), Sloten Bommelerwaard-west Gilde Naam Totaal + > >=41 Eurytoop Aal Baars Blankvoorn Brasem Driedoornige stekelbaars Kleine modderkruiper Rheofiel Winde Limnofiel Bittervoorn Ruisvoorn Tiendoornige stekelbaars Vetje Zeelt Exoot Marmergrondel Totaal >=55 Eurytoop Snoek Lengteverdeling De lengtefrequentieverdeling van de vissoorten die zijn gevangen tijdens de bemonsteringen in het waterlichaam Sloten Bommelerwaard-West wordt gegeven in bijlage 5. De belangrijkste soorten en opvallende aspecten worden hieronder besproken. Ondanks de beperkte concurentie met andere soorten blijven blankvoorn, rietvoorn en driedoornige stekelbaars klein. Bij de kleine modderkruiper is sprake van een goede, evenwichtige populatieopbouw 11.5 Beschermde, uitheemse en opmerkelijke soorten De bittervoorn (tabel 3 FFW) is op alle trajecten in de Sloten Bommelerwaard-West aangetroffen en is op waterlichaam niveau goed vertegenwoordigd met 1.69N/ha. De kleine modderkruiper (tabel 2 FFW) is met 256 N/ha minder talrijk, maar ook goed vertegenwoordigd. 67

68 De marmergrondel is de enige exoot die is aangetroffen in de Sloten Bommelerwaard- West. Het totaal aantal was met 96 N/ha redelijk hoog en enige impact op andere kleine, bentische vissoorten, als bermpje en riviergrondel, kan dan ook niet worden uitgesloten. Dergelijke vissoorten zijn echter niet aangetroffen KRW-beoordeling Tabel 11.3: KRW beoordeling conform Evers et al. (27), Sloten Bommelerwaardwest waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Sloten Bommelerwaard West totaal beoordeling,972 goed M1a aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 9 1,,33 Zoete sloten (gebufferd) gewichtspercentage karper + brasem ,,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 5 74,92,33 Het waterlichaam Sloten Bommelerwaard-west (M1a) scoort goed (GET,6) met een eqr van,972. Met voldoende plantenminnende soorten scoort het waterlichaam goed op de deelmaatlat aantal plantenminnende en migrerende soorten. De beide deelmaatlatten met gewichtspercentages scoren goed door de aanwezigheid van een goede snoekstand met ook grotere exemplaren KRW-beoordeling KRW-maatlatten 212 Tabel 11.4: KRW beoordeling conform Evers et al. (212), Sloten Bommelerwaardwest. Gegeven zijn per deellichaam de score op de drie deelmaatlatten, de vissen eqr, de lengte van het deellichaam en de hierop gebaseerde factor. Geheel rechts wordt de uiteindelijke eqr van het gehele waterlichaam gegeven.!""#$"%&"! ''()'#* +#'()"(,&(("(!"*"(*,&$-"-"(!"*.//-)"( $"&12).+"-1"()'$"* %-'.",*3*4'-+"- $"&12).+"-1"()'$"* +#'()"(,&(("(!"*.//-)"( 5&.."(*"6- #"($)" 7'1)/- "6-* ')"-#&12'', 89:;<==<>??@::?@:: :@B; :@;GD??=B :@=A= :@;GG 89:;<==<>= :@;:?@::?@:: :@;GE CCAC :@EDB Bij de KRW-beoordeling volgens de KRW-maatlatten 212 is de eqr van het waterlichaam Sloten Bommelerwaard ten opzichte van de oude maatlat,6 lager door de iets lagere scores van deelgebied NL9_22_D1 op de deelmaatlat aantal plantenminnende en migrerende soorten. Voor verdere toelichting zie paragraaf

69 12 NL9_26 Sloten Overbetuwe 12.1 Beschrijving waterlichaam Figuur 12.1: Het bredere deel ten noorden van de Betuwelijn en meer oostelijk deel langs dezelfde Betuwelijn, Sloten Overbetuwe. Het waterlichaam Sloten Overbetuwe is gelegen tussen Zetten en Dodewaard. Het meest noordelijke deel heeft een inlaat vanuit de Linge en is relatief breed. De overige smalle sloten (2-6 meter) liggen deels langs de Betuwelijn en in agrarisch gebied. De sloten zijn dichtbegroeid met smalle waterpest en hebben lokaal flinke plakkaten flab Uitvoering bevissingen Alle drie de trajecten zijn bevist met elektro vanuit een boot of wadend met een draagbaar elektroapparaat Bestandschattingen De geschatte totale visstand op basis van de vangst is 3,2 kg/ha en N/ha. In totaal zijn er 12 vissoorten gevangen. In het waterlichaam zijn geen grotere vissen gevangen: een snoek van 25 centimeter en 3 baarzen van centimeter waren de grootste vissen die zijn gevangen. Dat het totaal aantal relatief hoger ligt wordt vooral bepaald door vissoorten die van nature klein blijven: bittervoorn, driedoornige stekelbaars en vetje. De biomassa wordt gedomineerd door eurytope vissoorten (75%). Hierbij zijn blankvoorn (25%) en baars (22%) het meest bepalend. In het waterlichaam wordt 19% bepaald door limnofiele soorten met bittervoorn (13%) en vetje (6%). Rheofiele soorten, vertegenwoordigd door de riviergrondel, bepaald 6% en de exoten spelen met minder dan 1% geen rol van betekenis. 69

70 In aantallen zijn de limnofiele soorten het best vertegenwoordigd (56%). Hierbij hebben zowel het vetje (4%) als de bittervoorn (16%) een redelijk aandeel. De eurytopen bepalen 41% van het aantal, waaronder de driedoornige stekelbaars (3%) verreweg het talrijkst zijn. De rheofiele soorten en exoten spelen beide met iets meer dan 1,5% geen rol van betekenis Figuur 12.2: De procentuele verdeling per vissoort, zowel in % (N/ha) als % (kg/ha), Sloten Overbetuwe. Tabel 12.1: Aangetroffen biomassa (kg/ha), Sloten Overbetuwe Gilde Naam Totaal + > >=41 Eurytoop Baars,7,1,1,4 - - Blankvoorn,8,1, Driedoornige stekelbaars,1, Kleine modderkruiper,4 -, Pos,1, Rheofiel Riviergrondel,2 -, Limnofiel Bittervoorn,4, Vetje,2,1, Exoot Kesslers grondel Marmergrondel Roofblei Totaal >=55 Eurytoop Snoek,3 -,

71 Tabel 12.2: Aangetroffen aantallen (N/ha), Sloten Overbetuwe Gilde Naam Totaal + > >=41 Eurytoop Baars Blankvoorn Driedoornige stekelbaars Kleine modderkruiper Pos Rheofiel Riviergrondel Limnofiel Bittervoorn Vetje Exoot Kesslers grondel Marmergrondel Roofblei Totaal >=55 Eurytoop Snoek Lengteverdeling De lengtefrequentieverdeling van de vissoorten die zijn gevangen tijdens de bemonsteringen in het waterlichaam Sloten Overbetuwe wordt gegeven in bijlage 5. De belangrijkste soorten en opvallende aspecten worden hieronder besproken. Ondanks de beperkte concurentie met andere soorten blijven blankvoorn, driedoornige stekelbaars en vetje klein. Alleen de bittervoorn bereikt een goede lengte met een relatief groot aandeel van dieren van 6-7 centimeter Beschermde, uitheemse en opmerkelijke soorten De bittervoorn (tabel 3 FFW) is op twee trajecten in de Sloten Overbetuwe aangetroffen en is op waterlichaam niveau goed vertegenwoordigd met 391 N/ha. In de recent gegraven sloot langs de Betuwelijn is ze niet gevangen. De kleine modderkruiper (tabel 2 FFW) is met 95 N/ha duidelijk minder talrijk en is alleen in het brede deel ten noorden van de Betuwelijn gevangen. De exoten (roofblei, Kesslers grondel, marmergrondel) zijn voornamelijk aangetroffen in het brede deel ten noorden van de Betuwelijn. Alleen de marmergrondel is ook in het zuidelijke traject gevangen. De aantallen van deze exoten zijn nog zo beperkt dat hiervan geen negatieve impact kan worden verwacht KRW-beoordeling Tabel 12.3: KRW beoordeling conform Evers et al. (27), Sloten Overbetuwe waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Sloten Overbetuwe totaal beoordeling,675 goed M1a aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 5,5,33 Zoete sloten (gebufferd) gewichtspercentage karper + brasem 25 1,,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 5 41,52,33 71

72 Het waterlichaam Sloten Overbetuwe (M1a) scoort goed (GET,6) met een eqr van,657. Door de afwezigheid van brasem en karper scoort het waterlichaam zeer goed op de deelmaatlat gewichtspercentage karper + brasem. De beperkte diversiteit aan plantenminnende en migrerende soorten, waarbij ook algemene soorten als paling, ruisvoorn en zeelt ontbreken, en het beperkte gewichtspercentage aan plantenminnende soorten verlagen de score echter aanzienlijk KRW-beoordeling KRW-maatlatten 212 Tabel 12.4: KRW beoordeling conform Evers et al. (212), Sloten Overbetuwe. Gegeven zijn per deellichaam de score op de drie deelmaatlatten, de vissen eqr, de lengte van het deellichaam en de hierop gebaseerde factor. Geheel rechts wordt de uiteindelijke eqr van het gehele waterlichaam gegeven.!""#$"%&"! ''()'#* +#'()"(,&(("(!"*"(*,&$-"-"(!"*.//-)"( $"&12).+"-1"()'$"* %-'.",*3*4'-+"- $"&12).+"-1"()'$"* +#'()"(,&(("(!"*.//-)"( 5&.."(*"6- #"($)" 7'1)/- "6-* ')"-#&12'', 89:;<=G<>? :@G:?@:: :@A: :@E::?B;= :@=?A :@ADD 89:;<=G<>= :@?C?@:: :@CE :@A:= G;?G :@EBA Bij de KRW-beoordeling volgens de KRW-maatlatten 212 is de eqr van het waterlichaam Sloten Overbetuwe ten opzichte van de oude maatlat,131 lager door vooral de relatief lage scores van deelgebied NL9_26_D2 op de deelmaatlat aantal plantenminnende en migrerende soorten en de deelmaatlat gewichtspercentage plantenminnende soorten. Voor verdere toelichting zie paragraaf

73 13 NL9_3 Weteringen Ooijpolder 13.1 Beschrijving waterlichaam Figuur 13.1: t Meertje, aftakking van Het Meer richting het Wylerbergmeer, Het Meer ter hoogte van Maasroute en de Otterlei. Het meest bovenstroomse deel van het waterlichaam Weteringen Ooijpolder is gelegen langs de Hoefseweg (Millingen aan de Rijn). Hier is het nog een smalle greppel die al vroeg in het jaar droog staat. Op het moment dat ze zich samenvoegt met de noordelijk gelegen sloot wordt ze 1,5 meter breed en is ze jaarrond watervoerend. De waterkwaliteit is hier relatief goed, wat onder andere is te zien aan de vrijwel volledige bedekking met brede waterpest. Ter hoogte van Leuth is de hier 2 meter brede watergang nog steeds vrijwel volledig begroeid met afwisselend riet, waterkers en sterrrenkroos. De watergang verbreed naar 9,5 meter ter hoogte van de samenkomst met de Bossewässerung. Ze is hier circa 1-1,2 meter diep en heeft wederom een hoge dichtheid aan submerse vegetatie, hier vooral smalle waterpest. Verderop voegt zich weer een 15 meter brede zijtak toe, deze keer vanuit het Wylerbergmeer. Net als Het Meer waarmee ze zich samenvoegt is deze watergang amper begroeit met submerse vegetatie. Na deze samenvoeging verbreed de watergang naar circa 26 meter en mondt via het Meertje uit in de Waal. Dit benedenstroomse deel van het waterlichaam is troebel, is maximaal 1,6 meter diep en heeft geen submerse vegetatie. 73

74 De watergang is zeer traag tot traag stromend. Er zijn twee stuwen aanwezig, waarvan de stuw bij de monding in de Waal is voorzien van een vistrap. De tweede, circa 1,5 kilometer bovenstrooms het Wylerbergmeer, is dit niet. Figuur 13.2: In de watergang naar het Wylerbergmeer, waar deze exoot ook van bekend is, was parelvederkruid aanwezig Uitvoering bevissingen De drie trajecten in het benedenstroomse deel zijn bemonsterd met een zegen (sleep) en elektro in de oever. Het middelste traject is vanwege de dichte begroeiing in zijn geheel bevist met elektro vanuit een boot (2 stelen). De twee bovenstroomse trajecten waren vrijwel volledig dichtgegroeid met submerse vegetatie. Hier is gevist met een draagbaar elektroapparaat en een steeknet. Eén bovenstrooms traject stond droog en is niet bevist. Ondanks de ten opzichte van de standaard afwijkende bevissingen is aannemelijk dat deze wel representatief zijn geweest Bestandschattingen De geschatte totale visstand op basis van de vangst is 33,6 kg/ha en N/ha. In totaal zijn er 19 vissoorten gevangen. De hoge biomassa wordt bepaald door hoge dichtheden aan grotere brasem, karper en snoek in de benedenstroomse delen van het waterlichaam. Het aantal wordt gedomineerd door het vetje (65%), die een zeer hoge dichtheid had in het middelste traject. Het aantal rheofiele soorten en exoten blijft wat achter ten opzichte van de verwachtingen, waarbij vooral de afwezigheid van riviergrondel, bermpje en de 74

75 grotere, exotische grondels in het oog springt. Met name dat laatste doet vermoeden dat de uitwisseling van het waterlichaam met de Waal, ondanks de aanleg van de vistrap, niet goed functioneert. Figuur 13.3: De procentuele verdeling per vissoort, zowel in % (N/ha) als % (kg/ha), Weteringen Ooijpolder. De biomassa wordt gedomineerd door eurytope vissoorten (93%). De brasem (4%), karper (22%) en snoek (17%) zijn hierbij de bepalende soorten. In het waterlichaam bestaat 7% uit limnofiele soorten met zeelt als dominante soort (5%). Rheofiele soorten en exoten spelen met minder dan 1% geen rol. In aantallen zijn de limnofiele soorten duidelijk dominant (77%). Dit wordt vooral bepaald door het vetje (77%) en in mindere mate de bittervoorn (1%). De eurytope maken 23% van het aantal uit, waaronder blankvoorn (8%), brasem (6%) en baars (4%) het talrijkst zijn. Ook in aantallen spelen de rheofielen en exoten wederom geen rol met minder dan 1%. 75

76 Tabel 13.1: Aangetroffen biomassa (kg/ha), Weteringen Ooijpolder Gilde Naam Totaal + > >=41 Eurytoop Aal 19, ,2 18,9 Baars 7,9 1,2 4 2,6 - - Blankvoorn 13,3 1,3 4 6,3 1,8 - Brasem 12,5,5,2,3 3,8 115,7 Driedoornige stekelbaars,1, Karper 67, ,2 Kleine modderkruiper,1 -, Kolblei,5,1,3,1 - - Pos 1,7,9, Rheofiel Winde,1 -,1,1 - - Limnofiel Bittervoorn 1,1, Grote modderkruiper,3 -,2,1 - Ruisvoorn,5,4, Tiendoornige stekelbaars Vetje 3,3,4 2, Zeelt 14,9,2 1,4-13,3 Exoot Marmergrondel Roofblei 1,8,1 -,1,3 1,3 Totaal >=55 Eurytoop Snoek 51,2,1 3,1 4,2 4,4 39,3 Tabel 13.2: Aangetroffen aantallen (N/ha), Weteringen Ooijpolder Gilde Naam Totaal + > >=41 Eurytoop Aal Baars Blankvoorn Brasem Driedoornige stekelbaars Karper Kleine modderkruiper Kolblei Pos Rheofiel Winde Limnofiel Bittervoorn Grote modderkruiper Ruisvoorn Tiendoornige stekelbaars Vetje Zeelt Exoot Marmergrondel Roofblei Totaal >=55 Eurytoop Snoek Lengteverdeling De lengtefrequentieverdeling van de vissoorten die zijn gevangen tijdens de bemonsteringen in het waterlichaam Weteringen Ooijpolder wordt gegeven in bijlage 5. De belangrijkste soorten en opvallende aspecten worden hieronder besproken. Bij baars, grote modderkruiper en snoek is op basis van de gevangen vissen sprake van een goede, evenwichtige populatieopbouw. De blankvoorn had in 212 wel een goede voortplanting, echter de grotere lengteklassen waren opvallend ondervertegenwoordigd ten opzichte van deze nulplusvis. Vergelijkbare patronen zijn waarneembaar bij kolblei, pos en rietvoorn. 76

77 Ook de brasem had in 212 een sterke nulplus jaarklasse in de Weteringen Ooijpolder. Verder is er relatief veel grote (>4) brasem gevangen. De tussenliggende jaarklassen ontbreken echter nagenoeg Beschermde soorten, exoten en opmerkelijke waarnemingen De grote modderkruiper (tabel 3 FFW) is op twee trajecten in de Weteringen Ooijpolder aangetroffen. Her voorkomen van deze soort in dit waterlichaam was al bekend (D.M. Soes, eigen waarneming). Het aantreffen van 17 juveniele vissen in het meest bovenstroomse traject geeft aan dat sprake is van een gezonde populatie in het waterlichaam. Ook de groei van de juvenielen met een gemiddelde lengte op 22 september van 7,1 centimeter was goed. Gemiddeld bereiken grote modderkruipers een lengte van 5,9 centimeter in het eerste levensjaar (Van Emmerik & De Nie, 26). Figuur 13.4: Een juveniele grote modderkruiper uit de Weteringen Ooijpolder. De bittervoorn is met N/ha in aantal één van de talrijkst voorkomende soorten. Dit komt op conto van de drie benedenstroomse trajecten. Meer bovenstrooms is de soort namelijk in zijn geheel niet aangetroffen. De kleine modderkruiper (tabel 2 FFW) is met 19 N/ha weinig algemeen en is voornamelijk gevangen in het meest benedenstroomse traject. Het vetje dat op de Rode Lijst is opgenomen als kwetsbaar is in de Weteringen Ooijpolder met een zeer hoog aantal aanwezig. Dergelijke aantallen bereikt deze soort meestal in wateren met weinig concurrentie van andere soorten, bijvoorbeeld in nieuw gegraven vijvers of in wateren die een vissterfte hebben gehad. De dominantie van het vetje in het middelste traject ter hoogte van Maasroute, waar Het Meer zich in Duitsland voortzet als de Bossewässerung, doet dan ook vermoeden dat in dit stuwpand een calamiteit is opgetreden. Dit kan bijvoorbeeld een te lage zuurstofspanning zijn geweest. De exoten roofblei en marmergrondel zijn beide in lage dichtheden aangetroffen. 77

78 13.6 KRW-beoordeling Tabel 13.3: KRW beoordeling natuurlijke wateren uitgevoerd conform Van Der Molen & Pot (27). De uiteindelijke beoordeling betreft oordeel op basis van de door Waterschap Rivierenland bepaalde GEP van,5. waterlichaam deelmaatlat GET waarde score factor eqr beoordeling Weteringen Ooijpolder totaal beoordeling,353 matig R5 aantal kenmerkende eurytope soorten 4 6 1,,8 Langzaam stromende aantal kenmerkende habitat gevoelige soorten 6 5,5,8 middenloop/benedenloop aantal kenmerkende rheofiele soorten 3,,17 op zand aantal kenmerkende soorten migratie regionaal/zee 2 1,3,17 aantalspercentage eurytope soorten 2 23,6,8 aantalspercentage soorten migratie regionaal/zee 4 6,,8 aantalspercentage rheofiele soorten 65,,17 aantalspercentage habitat gevoelige soorten 9 78,5,17 Het waterlichaam Weteringen Ooijpolder (R5) scoort matig (GEP,5) met een eqr van,353. De lage score wordt in de eerste plaats veroorzaakt door de afwezigheid van rheofiele vis, zowel qua aantal soorten als qua omvang van de populaties. Verder is het aantalpercentage migrerende soorten veel te laag, o.a. door het ontbreken van een goede populatie paling of kopvoorn. Bij de bemonstering in 212 zijn bermpje en riviergrondel niet gevangen. Beide soorten komen wel in het systeem voor, zie bijvoorbeeld Kessel et al.. Bij een volgende bemonstering kan worden besloten een traject op te nemen dat een grotere trefkans geeft op deze soorten. Hiermee treedt met name enige verbetering op in de deelmaatlat aantal kenmerkende rheofiele soorten KRW-beoordeling KRW-maatlatten 212 Tabel 13.4: KRW beoordeling conform Van der Molen et al. (212), Weteringen Ooijpolder. Gegeven zijn per deellichaam de score op de drie deelmaatlatten, de vissen eqr, de lengte van het deellichaam en de hierop gebaseerde factor. Geheel rechts wordt de uiteindelijke eqr van het gehele waterlichaam gegeven.!""#$"%&"! ''()'#* -2"/7&"#"*.//-)"( '%F(!'()&"*,&$-"-"(!"*.//-)"( '%F(!'()&"* 2'%&)')$"5/"#&$"*.//-)"( 5&.."(*"6- #"($)" 7'1)/- "6-* ')"-#&12'', 89:;<C:<>? :@:: :@?B :@C? :@?=: DBBB :@CE? :@?DA 89:;<C:<>= :@:: :@:G :@GD :@?E= A=BB :@D:? 89:;<C:<>C :@:: :@:: :@AG :@?D? =;;B :@==B Bij de KRW-beoordeling volgens de KRW-maatlatten 212 is de eqr van het waterlichaam Ooijpolder ten opzichte van de oude maatlat,28 lager door de zeer lage score () van de verschillende deelgebieden op de deelmaatlat aantal rheofiele soorten. Voor verdere toelichting zie paragraaf

79 14 Rivierkreeften en Chinese wolhandkrab gevlekte Amerikaanse rivierkreeft rode Amerikaanse rivierkreeft gestreepte Amerikaanse rivierkreeft Chinese wolhandkrab Alm 4 Beken Groesbeek Kanalen Bloemers Kanalen Bommelerwaard-west Land van Heusden & Altena 12 1 Kanalen Tielerwaarden 15 1 Linge en Kanalen Overbetuwe 23 Oude Rijn Sloten Bommelerwaard-west Sloten Overbetuwe Weteringen Ooijpolder 6 1 Figuur 14.1: Het aantal rivierkreeften en Chinese wolhandkrabben per waterlichaam en een rode Amerikaanse rivierkreeft uit de Kanalen Bloemers. Tijdens de visbemonsteringen zijn rivierkreeften en Chinese wolhandkrabben gevangen als bijvangst. In totaal zijn er drie soorten rivierkreeften gevangen, waarbij de gevlekte Amerikaanse rivierkreeft in de meeste grotere waterlichamen voorkwam. Op vallend hoge dichtheden zijn niet vastgesteld. De Rode Amerikaanse rivierkreeft was algemeen in het waterlichaam Kanalen Bloemers. Het voorkomen in deze regio was al bekend, dit geldt echter niet voor de vangst van één exemplaar gevangen ten oosten van Almkerk. De rode Amerikaanse rivierkreeft was nog niet bekend uit het Land van Heusden en Altena. Van de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft is één exemplaar gevangen ten zuiden van Heukelum, Kanalen Tielerwaarden. Deze waarneming is een uitbreiding van het bekende areaal richting het oosten. Zowel de rode Amerikaanse rivierkreeft bij Almkerk als de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft zijn gezien door D.M. Soes. Het aantal Chinese wolhandkrabben dat is gevangen is zeer beperkt (2 ex.). Deze soort is in wateren met een goede uitwisseling met de Grote Rivieren zeker niet zeldzaam. De zeer beperkte vangst van deze soort geeft aan dat de mogelijkheden van stroomopwaartse migratie voor deze soort in de onderzochte waterlichamen beperkt is. 79

80 8

81 15 Conclusies 15.1 Uitvoering bemonsteringen De uitgevoerde bemonsteringen zijn in het algemeen naar tevredenheid verlopen. Wel bleek het op enkele locaties noodzakelijk de bemonstering aan te passen vanwege hoge dichtheden aan waterplanten. Het ging hierbij om lijnvormige wateringen van meer dan acht meter breed die volgens de richtlijnen met een zegen zouden moeten worden bemonsterd. Vanwege de hoge dichtheid aan waterplanten is echter louter met elektro gevist. Aangezien deze watergangen niet erg diep waren is aannemelijk dat deze bevissingen een representatief beeld gaven. De toenemende dichtheid aan waterplanten door de waterkwaliteitsverbeteringen die nog steeds optreden doen vermoeden dat problemen hiermee tijdens bevissingen gaan toenemen. Discussie over hoe dergelijke wateren op een representatieve wijze te bemonsteren en welke rendementen hierbij moeten worden gehanteerd is dan ook wenselijk. Het goede verloop van de bemonsteringen is mede bepaald door de bezoeken die vooraf zijn gepleegd, waardoor een efficiënter visplan kon worden opgesteld. Het wordt aanbevolen een dergelijke opzet in ieder geval toe te passen op waterlichamen waar op voorhand complicaties worden verwacht Beschermde vissoorten De bittervoorn (Tabel 3) en de kleine modderkruiper (Tabel 2) zijn beide algemeen in de onderzochte watergangen. De bittervoorn is alleen afwezig in de Beken Groesbeek en Kanalen Bloemers. Dit laatste is zeer opmerkelijk, zie ook paragraaf 5.5 voor een verdere bespreking. De kleine modderkruiper ontbrak alleen in de Beken Groesbeek. De grote modderkruiper is op twee locaties in de Weteringen Ooijpolder en op één locatie in Linge en Kanalen Overbetuwe aangetroffen. Alleen op één locatie in de Ooijpolder zijn nulplus dieren gevangen en was sprake van aantoonbare voortplanting. Dat de grote modderkruiper niet is aangetroffen in de andere waterlichamen is niet opmerkelijk aangezien deze soort vooral wordt gevonden in kleine, ondiepe sloten die veelal niet tot waterlichamen worden gerekend Exoten Voor de indeling inheems versus exoot zijn de gildes van Piscaria aangehouden. Deze komen overeen met de indeling onder de Flora en Faunawet. Dit houdt in dat soorten die ingeburgerd zijn én al voor 19 in Nederland aanwezig waren als inheems worden beschouwd (D. Bal, pers. med.). Voor de soorten die binnen onderhavig 81

82 onderzoek zijn gevangen geldt dit voor karper, giebel en snoekbaars. De hiervoor genoemde soorten worden hier verder niet besproken. In totaal zijn er binnen het onderzoek acht exotische vissoorten gevangen, zie tabel De graskarper wijkt van de overige soorten af in het feit dat ze zich in Nederland niet kan voortplanten. Alle gevangen graskarpers zijn dan ook afkomstig van uitzettingen. De overige soorten, inclusief de goudvis, hebben in Nederland populaties die zich op een natuurlijke wijze instandhouden. Tabel 15.1: Overzicht aangetroffen exoten, waarbij gegeven de herkomst en de status volgens de Flora- en Faunawet. soort herkomst status blauwband Oost-Azië exoot giebel Oost-Europa inheems goudvis Oost-Azië exoot graskarper Oost-Azië exoot karper Oost-Europa inheems Kesslers grondel Ponto-Kaspische regio exoot marmergrondel Ponto-Kaspische regio exoot Pontische stroomgrondel Ponto-Kaspische regio exoot roofblei Oost-Europa exoot snoekbaars Oost-Europa inheems zwartbekgrondel Ponto-Kaspische regio exoot In de onderzochte waterlichamen speelden de exoten een beperkte rol in zowel aantal als in gewicht, zie figuur Er waren duidelijk twee uitzonderingen: Oude Rijn en Kanalen Bloemers. In de Oude Rijn maakte de graskarper een belangrijk deel van het totaalgewicht uit (14%). Dit werd veroorzaakt door de vangst van één zeer groot exemplaar (15 centimeter). Qua voedingswijze is de graskarper vergelijkbaar met de karper met het verschil dat ze meer plantaardig materiaal consumeert. Ze wordt echter niet meegewogen in de deelmaatlat bodemwoelende vissoorten (= deelmaatlat gewichtspercentage brasem en karper). In de Kanalen Bloemers zijn zeer veel marmergrondels gevangen (393 N/ha). Dit geeft een relatief hoog percentage in aantallen, echter door het geringe gewicht van deze soort speelt ze in de maatlatten echter geen directe rol. De marmergrondel is, net als zwartbekgrondel, Kesslers grondel en Pontische stroomgrondel, een typische bodemvis. Ook deze grotere soorten zijn in enkele waterlichamen gevangen. Eventuele negatieve impact van deze soorten is in het geval van de onderzochte waterlichamen beperkt tot concurrentie met andere kleine bodemvissen, zoals bermpje, rivierdonderpad en riviergrondel. Een bredere negatieve werking in de vorm van concurrentie is alleen te verwachten bij een groter aandeel in de totale biomassa. Om een goede inschatting te kunnen maken in hoeverre er daadwerkelijk negatieve effecten optreden is meer op wetenschappelijke studies gebaseerd informatie nodig. 82

83 M")"-&($"(!Q/&S+/#!"- T#/)"(!Q5"-%")F" T#/)"(!I/,,"#"-''-!LM".) QF!"!R&S( 9&($"!"(!K'('#"(!Q5"-%")F" K'('#"(!P&"#"-''-! K'('#"(!9'(!!5'(!N"F.!"(!"(!O K'('#"(!I/,,"#"-''-!LM".) K'('#"(!I#/","-. I"4"(!J-/".%""4 H#, (U2' 4$U2' Figuur 15.1: Gegeven wordt het aandeel exoten per waterlichaam in aantal en in gewicht uitgedrukt in percentage KRW-beoordelingen Natuurlijke wateren Van de elf onderzochte waterlichamen hebben er twee een R-type toegewezen gekregen, zie tabel Zowel de Beken Groesbeek (R4) als de Weteringen Ooijpolder (R5) scoren matig. De lage scores worden echter door duidelijk verschillende zaken veroorzaakt. Voor het R4 type is de beekprik een belangrijke kenmerkende soort. Deze soort is regionaal afwezig en is ook a-typisch voor weilandbeken, zoals de Beken Groesbeek. Verder scoort dit waterlichaam ontoereikend door een hoge abundantie van de driedoornige stekelbaars. Deze soort is echter typisch voor weilandbeken met een hoge bedekking aan waterplanten. Dit geldt ook voor beken die op basis van een expert judgement als goed worden beoordeeld. Met andere woorden lijkt het erop dat de huidige maatlat voor R4 de diversiteit die binnen dit KRW-type bestaat onvoldoende dekt en weilandbeken, zoals de Beken Groesbeek moeizaam beoordeelt. Het waterlichaam Weteringen Ooijpolder scoort met name erg laag door de vrijwel complete afwezigheid van rheofiele en migrerende soorten. Belangrijke delen van dit waterlichaam stromen niet tot zeer langzaam. Dergelijke delen zullen veelal gedomineerd blijven door plantenminnende en eurytope soorten. Echter zijn ook de meer stromende delen van dit waterlichaam zeer arm aan typische rheofiele soorten. Dit geeft aan dat hier mogelijk knelpunten een rol spelen als zuurstoftekorten en beperkte optrekmogelijkheden vanuit de rivier de Waal. Dit laatste speelt uiteraard ook een belangrijke rol bij de afwezigheid van migrerende soorten. Al met al kan men zich 83

84 afvragen of op basis van de visfauna en de potenties van het waterlichaam het realistisch is het streefbeeld van R5 te willen realiseren. Tabel 15.2: KRW beoordeling natuurlijke wateren uitgevoerd conform Van Der Molen & Pot (27). De uiteindelijke beoordeling betreft oordeel op basis van de door Waterschap Rivierenland bepaalde GEP van,5. waterlichaam deelmaatlat GET waarde score factor eqr beoordeling Beken Groesbeek totaal beoordeling,368 matig R4 aantal kenmerkende rheofiele soorten 2 2,7,8 Permanent langzaamstromende aantal kenmerkende eurytope soorten 1 1 1,,8 bovenloop op zand aantal kenmerkende soorten migratie regionaal/zee 1,,17 aantal kenmerkende habitat gevoelige soorten 2 3,8,17 aantalspercentage rheofiele soorten 7 16,3,8 aantalspercentage eurytope soorten 2 42,3,8 aantalspercentage soorten migratie regionaal/zee 15,,17 aantalspercentage habitat gevoelige soorten 85 58,2,17 waterlichaam deelmaatlat GET waarde score factor eqr beoordeling Weteringen Ooijpolder totaal beoordeling,353 matig R5 aantal kenmerkende eurytope soorten 4 6 1,,8 Langzaam stromende aantal kenmerkende habitat gevoelige soorten 6 5,5,8 middenloop/benedenloop aantal kenmerkende rheofiele soorten 3,,17 op zand aantal kenmerkende soorten migratie regionaal/zee 2 1,3,17 aantalspercentage eurytope soorten 2 23,6,8 aantalspercentage soorten migratie regionaal/zee 4 6,,8 aantalspercentage rheofiele soorten 65,,17 aantalspercentage habitat gevoelige soorten 9 78,5,17 Niet-natuurlijke wateren Van de in totaal negen onderzochte waterlichamen die tot de niet-natuurlijke wateren behoren scoren er acht goed. Alleen het waterlichaam Kanalen Tielerwaard scoort matig met een eqr van,599. Bij een logische afronding naar,6 zou dit waterlichaam krap goed scoren. De maatlatten voor de niet-natuurlijke M-typen bestaan uit een drietal deelmaatlatten die hieronder afzonderlijk kort worden besproken. Wat betreft het aantal plantenminnende en migrerende soorten scoort alleen het sowieso zeer soortenarme waterlichaam Sloten Overbetuwe matig. De overige waterlichamen scoren de maximale score goed. Over deze deelmaatlat wordt dan ook zeer terecht geoordeeld dat ze te weinig onderscheidend is. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de afwezigheid van weging van bijvoorbeeld aantalverhoudingen van de diverse soorten onderling, mate van kenmerkendheid van soorten voor het systeem en de veeleisendheid van soorten. Het schrappen van deze deelmaatlat zonder enige vorm van compensatie betekent dat van de onderzochte niet-natuurlijke wateren zowel Kanalen Land van Heusden en Altena als Kanalen Tielerwaard niet meer goed zouden scoren. De Sloten Overbetuwe zouden in het geval van schrappen van de genoemde maatlat wel goed scoren. 84

85 Tabel 15.3: KRW-beoordeling niet-natuurlijke wateren conform Evers et al. (27). waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Alm totaal beoordeling 1, goed M3 aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 1 1,,33 Gebufferde (regionale) kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 11 1,,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 3% 56 1,,33 waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Kanalen Bloemers totaal beoordeling,681 goed M3 aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 8 1,,33 Gebufferde (regionale) kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 51,54,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 3% 23,5,33 waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Kanalen Bommelerwaard totaal beoordeling 1, goed M3 aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 8 1,,33 Gebufferde (regionale) kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 2 1,,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 3% 46 1,,33 waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Kanalen Land van Heusden en Al totaal beoordeling,682 goed M3 aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 1 1,,33 Gebufferde (regionale) kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 53,51,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 3% 25,54,33 waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Kanalen Tielerwaard totaal beoordeling,599 matig/goed M3 aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 9 1,,33 Gebufferde (regionale) kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 63,42,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 3% 14,37,33 waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Linge en kanalen Overbetuwe totaal beoordeling,789 goed M6a aantal plantenminnende en migrerende soorten ,,33 Grote ondiepe kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 34,9,33 zonder scheepvaart gewichtspercentage plantminnende soorten 3% 2,47,33 waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Oude Rijn totaal beoordeling,783 goed M3 aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 8 1,,33 Gebufferde (regionale) kanalen gewichtspercentage karper + brasem 45% 24 1,,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 3% 12,35,33 waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Sloten Bommelerwaard West totaal beoordeling,972 goed M1a aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 9 1,,33 Zoete sloten (gebufferd) gewichtspercentage karper + brasem ,,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 5 74,92,33 waterlichaam deelmaatlat GEP waarde score factor eqr beoordeling Sloten Overbetuwe totaal beoordeling,675 goed M1a aantal plantenminnende en migrerende soorten 6 5,5,33 Zoete sloten (gebufferd) gewichtspercentage karper + brasem 25 1,,33 gewichtspercentage plantminnende soorten 5 41,52,33 E: G: A: D: C: =:?: : %-'.", 4'-+"- Figuur 15.2: Aantalpercentages brasem en karper niet-natuurlijke wateren. 85

86 Het waterlichaam Kanalen Land van Heusden en Altena scoort matig op de deelmaatlat gewichtspercentage brasem & karper. De Kanalen Tielerwaarden scoort hier ontoereikend. De overige waterlichamen scoren hier goed. In het Land van Heusden en Altena leveren zowel brasem als karper een bijdrage aan deze negatieve score. In het geval van de Kanalen Tielerwaarden is brasem zeer dominant en speelt karper geen rol van betekenis. In beide waterlichamen spelen grote, oude brasems een belangrijke rol door hun relatief grote gewicht. Gezien de afwezigheid van middelgrote brasems is het niet onaannemelijk dat grote brasems in deze wateren op den duur gaan afnemen. Dit betekent in de meeste gevallen een significante verbetering van de maatlat score. Genoemde oorzaken voor deze afname in middelgrote brasem zijn verminderde voedselbeschikbaarheid en predatie door aalscholvers. Bij de voedselbeschikbaarheid gaat het vermoedelijk zowel om afname van de kwantiteit van het voedsel door een lagere eutrofiegraad als een afname in foerageergebiedoppervlaktes door de toename van submerse waterplanten. De karperstand in het Land van Heusden en Altena lijkt vrijwel geheel afhankelijk van het uitzetten van karper. Gedurende de bemonsteringen van zowel 21 als 212 zijn geen karpers gevangen kleiner dan 4 centimeter, waarmee natuurlijke aanwas als onwaarschijnlijk kan worden bestempeld KRW-beoordeling KRW-maatlatten 212 Natuurlijke wateren Tabel 15.4: KRW beoordeling conform Van der Molen et al. (212), Kleine stromende wateren. Gegeven zijn per deellichaam de score op de drie deelmaatlatten, de vissen eqr, de lengte van het deellichaam en de hierop gebaseerde factor. Geheel rechts wordt de uiteindelijke eqr van het gehele waterlichaam gegeven. Groesbeek (R4)!""#$"%&"! ''()'#* -2"/7&"#"*.//-)"( '%F(!'()&"*,&$-"-"(!"*.//-)"( '%F(!'()&"* 2'%&)')$"5/"#&$"*.//-)"( 5&.."(*"6- #"($)" 7'1)/- "6-* ')"-#&12'', 89:;<:C<>= :@G : :@AA :@DCE?G?; :@=AA :@=BA 89:;<:C<>C :@DCA : :@C=A :@=;; =E:= :@D=G 89:;<:C<>D : : :@A; :@?DG =:?E :@C?B Weteringen Ooijpolder (R5)!""#$"%&"! ''()'#* -2"/7&"#"*.//-)"(.//-)"( '%F(!'()&"*,&$-"-"(!"* '%F(!'()&"* 2'%&)')$"5/"#&$"*.//-)"( 5&.."(*"6- #"($)" 7'1)/- "6-* ')"-#&12'', 89:;<C:<>? :@:: :@?B :@C? :@?=: DBBB :@CE? :@?DA 89:;<C:<>= :@:: :@:G :@GD :@?E= A=BB :@D:? 89:;<C:<>C :@:: :@:: :@AG :@?D? =;;B :@==B 86

87 De scores op de nieuwe maatlatten zijn voor beide waterlichamen die in onderhavig onderzoek behoren tot de kleine, stromende wateren duidelijk lager (zie tabel 15,2 en 15.4). Deze lagere scores worden voornamelijk veroorzaakt door de lage scores op de deelmaatlat aantalspercentage rheofiele soorten. Doordat nu op trajectniveau wordt beoordeeld is de beoordeling strenger geworden omdat goed scorende trajecten in mindere mate de slecht scorende compenseren. Bovendien scoren langzaam stromende delen van een waterlichaam met relatief veel eurytope en/of limnofiele soorten slecht tot zeer slecht omdat men voor de nieuwe maatlatten heeft gekozen voor een aantalspercentage in plaats van het aantal kenmerkende soorten. Niet-natuurlijke wateren De scores op de nieuwe maatlatten van de waterlichamen die in onderhavig onderzoek behoren tot de sloten en kanalen vallen soms hoger en soms lager uit dan de scores op de oude maatlatten (zie tabel 15.5). Het belangrijkste verschil ten opzichte van de oude maatlat is dat op trajectniveau wordt getoetst. Voor de deelmaatlat aantal plantenminnende en migrerende soorten betekent dit dat soortenarme trajecten nu wel doorwerken in de eindscore. Hierdoor scoren alle waterlichamen in meer of mindere mate lager op deze deelmaatlat. De beoordeling op trajectniveau beperkt ook de invloed van grote exemplaren van soorten als brasem, karper, zeelt en snoek. Relatief goede (veel grote zeelt en/of snoek, weinig grote brasem en/of karper) en relatief slechte (veel grote brasem en/of karper, weinig grote zeelt en/of snoek) hebben hierdoor minder invloed op de totaal score van een waterlichaam. Tabel 15.5: Overzicht oude en nieuwe scores KRW-maatlatten. waterlichaam oude score nieuwe score Alm 1,924 Kanalen Bloemers,681,598 Kanalen Bommelerwaard-west 1,99 Kanalen Land van Heusden en Altena,682,735 Kanalen Tielerwaarden,599,691 Linge en kanalen Overbetuwe,789,685 Oude Rijn,783,721 Sloten Bommelerwaard-west,972,966 Sloten Overbetuwe,675,544 87

88 88

89 16 Literatuur Bijkerk, R. (red), 21. Handboek Hydrobiologie. Biologisch onderzoek voor de ecologische beoordeling van Nederlandse zoete en brakke oppervlaktewateren. Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, Amersfoort. Bugter, R.J.F., F.G.W.A. Ottburg, I. Roessink, H.A.H. Jansman, E.A. van der Grift & A.J. Griffioen, 211. Invasion of the turtles? Exotic turtles in the Netherlands: a risk assessment. Alterra report 2186, Wageningen. Evers, C.H.M., A.J.M. van den Broek, R. Buskens, A. van Leerdam & R.A.E. Knoben, 27. Omschrijving MEP en maatlatten voor sloten en kanalen voor de Kaderrichtlijn Water. STOWA, Utrecht. Molen D.T. van der & R. Pot (eds.). 27. Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn water. Stowa rapport / RWS-WD Von Landwüst, C., 26. Expansion of Proterorhinus marmoratus (Teleostei, Gobiidae) into the River Moselle (Germany). Folia Zoologica. 55(1): Freyhof, J., 23. Immigration and potential impacts of invasive freshwater fishes in Germany. Berichte des IGB 17: Molen, D.T. van der & R. Pot (eds.). 27b. Referenties en concept-maatlatten voor meren en rivieren voor de Kaderrichtlijn Water, aanvulling kleine wateren. RIZA en STOWA 89

90

91 Bijlagen

92

93 Bijlage 1 Overzicht deelgebieden

94

95 Bijlage 2 Overzicht trajecten. * = bemonsteringen die afwijken van de standaard bemonsteringen volgens het Handboek Hydrobiologie. beviste gebied trajectnaam deelgebied start x start y eind x eind y breedte traject datum type bemonstering oppervlakte (ha) Alm NL9_2-1e electro oever,75 NL9_2-1z sleep,15 NL9_2-2e electro oever,75 NL9_2-2z sleep,15 NL9_2-3e rondgooien 1,21 NL9_2-3z electro oever,75 NL9_ electro geheel,15 NL9_ electro geheel,15 Beken Groesbeek NL9_ , electro geheel,1 NL9_ , electro geheel,625 NL9_ , electro geheel,5 NL9_ , electro geheel,875 Kanalen Bloemers NL9_7-1e electro oever,75 NL9_7-1z rondgooien,81 NL9_7-2e electro oever,75 NL9_7-2z sleep,55 NL9_7-3e electro oever,75 NL9_7-3z sleep,6 NL9_7-4e electro oever,75 NL9_7-4z sleep,375 NL9_ electro geheel,1 NL9_ electro geheel,175 NL9_7-7e electro oever,75 NL9_7-7z sleep,4 NL9_7-8e electro oever,75 NL9_7-8z sleep,35 NL9_ electro geheel,15 NL9_ electro geheel,175 Kanalen Bommelerwaard west NL9_9-1e electro oever,75 NL9_9-1z sleep,325 NL9_ electro geheel,15 NL9_9-3e electro oever,75 NL9_9-3z sleep,3 NL9_ electro geheel,15 NL9_ electro geheel,2 NL9_ electro geheel*,3 NL9_ electro geheel,15 Heusden & Altena NL9_1-1e electro oever,75 NL9_1-1z sleep,36 NL9_1-2e electro oever,75 NL9_1-2z zegen,325 NL9_ electro geheel*,225 NL9_ electro geheel,15 NL9_1-5e electro oever,75 NL9_1-5z sleep,25 NL9_ electro geheel,125 NL9_1-7e electro oever,75 NL9_1-7z sleep,4 NL9_ electro geheel,5 NL9_ electro geheel,2 NL9_ electro geheel*,225 NL9_1-11e electro oever,75 NL9_1-11z sleep,3 NL9_ electro geheel,75 NL9_1-13e electro oever,75 NL9_1-13z sleep,2 NL9_1-14e electro oever,75 NL9_1-14z sleep,175 NL9_ electro geheel,2 NL9_1-16e electro oever,75 NL9_1-16z sleep,275 NL9_1-17e electro oever,4 NL9_1-17z rondgooien,5 NL9_1-18e electro oever,75 NL9_1-18z sleep,375 NL9_ electro geheel,2 NL9_ electro geheel,15 NL9_ electro geheel,175 NL9_ electro geheel,2

96 * = bemonsteringen die afwijken van de standaard bemonsteringen volgens het Handboek Hydrobiologie. bevist gebied trajectnaam deelgebied start x start y eind x eind y breedte traject datum type bemonstering oppervlakte (ha) Kanalen Tielerwaarden NL9_13-1e electro oever,75 NL9_13-1z sleep,325 NL9_ electro geheel*,3 NL9_13-3e electro oever,75 NL9_13-3z sleep,325 Nl9_ electro geheel,15 NL9_13-5e electro oever,75 NL9_13-5z sleep,2 NL9_ electro geheel,125 NL9_ electro geheel,2 NL9_13-8e electro oever,75 NL9_13-8z sleep,225 NL9_13-9e electro oever,75 NL9_13-9z sleep,425 NL9_13-1e electro oever,75 NL9_13-1z sleep,15 NL9_13-11e electro oever,75 NL9_13-11z sleep,3 NL9_ electro geheel,175 NL9_13-13e electro oever,75 NL9_13-13z sleep,15 Linge en Kanalen Overbetuwe NL9_18-1e electro oever,75 NL9_18-1z rondgooien,36 NL9_18-2e electro oever,75 NL9_18-2z sleep,425 NL9_ electro geheel,75 NL9_18-4e electro oever,75 NL9_18-4z sleep,375 NL9_ electro geheel,2 NL9_ electro geheel*,275 NL9_ electro geheel,15 NL9_ electro geheel,75 NL9_ electro geheel,75 NL9_ electro geheel,75 NL9_ electro geheel,15 NL9_ electro geheel,1 NL9_ electro geheel,1 NL9_ electro geheel,1 NL9_18-15e electro oever,75 NL9_18-15z sleep,325 NL9_18-16e electro oever,75 NL9_18-16z sleep,175 NL9_ electro geheel,1 NL9_18-18e electro oever,75 NL9_18-18z sleep,275 NL9_ electro geheel,1 NL9_18-2e electro oever,75 NL9_18-2z sleep,45 NL9_18-21e electro oever,75 NL9_18-21z sleep,325 NL9_ electro geheel,175 NL9_18-23e electro oever,75 NL9_18-23z sleep,25 NL9_ electro geheel,125 NL9_18-25e electro oever,75 NL9_18-25z sleep,225 NL9_ electro geheel,5 NL9_18-27e electro oever,75 NL9_18-27z sleep,325 NL9_18-28e electro oever,75 NL9_18-28z sleep,225 Oude Rijn NL9_2-1e rondgooien,36 NL9_2-1z electro oever,75 NL9_ electro geheel,2 NL9_ electro geheel,1 Sloten Bommelerwaard west NL9_ electro geheel*,4 NL9_ electro geheel,175 NL9_ electro geheel,175 Sloten Overbetuwe NL9_ , electro geheel*,2375

97 Bijlage 3: Overzicht bestandschattingen visstandbemonstering 212

98

99 Bijlage 4 Lengte-frequentie diagrammen per soort per waterlichaam. Niet opgenomen zijn soorten met weinig individuen of met 1 of 2 lengteklassen. Lengte-frequentie diagrammen Alm (NL9_2) LF diagram voor Alver LF diagram voor Baars LF diagram voor Bittervoorn LF diagram voor Brasem LF diagram voor Blankvoorn LF diagram voor Kolblei

100 LF diagram voor Kleine Modderkruiper LF diagram voor Pos LF diagram voor Rietvoorn/Ruisvoorn LF diagram voor Snoek LF diagram voor Vetje LF diagram voor Zeelt

101 Lengte-frequentie diagrammen Beken Groesbeek (NL9_3) LF diagram voor Bermpje LF diagram voor Driedoornige Stekelbaars LF diagram voor Riviergrondel LF diagram voor Tiendoornige Stekelbaars

102

103 Lengte-frequentie diagrammen Kanalen Bloemers (NL9_7) LF diagram voor Baars LF diagram voor Bermpje LF diagram voor Brasem LF diagram voor Blankvoorn LF diagram voor Driedoornige Stekelbaars LF diagram voor Kleine Modderkruiper LF diagram voor Marmergrondel LF diagram voor Pos

104 LF diagram voor Snoek LF diagram voor Tiendoornige Stekelbaars LF diagram voor Vetje LF diagram voor Winde

105 Lengte-frequentie diagrammen Kanalen Bommelerwaard-west (NL9_9) LF diagram voor Baars LF diagram voor Bittervoorn LF diagram voor Brasem LF diagram voor Blankvoorn LF diagram voor Kolblei LF diagram voor Driedoornige Stekelbaars LF diagram voor Pos LF diagram voor Kleine Modderkruiper

106 LF diagram voor Rietvoorn/Ruisvoorn LF diagram voor Snoek LF diagram voor Vetje LF diagram voor Zeelt

107 Lengte-frequentie diagrammen Kanalen Land van Heusden en Altena (NL9_1) LF diagram voor Alver LF diagram voor Baars LF diagram voor Bittervoorn LF diagram voor Brasem LF diagram voor Blankvoorn LF diagram voor Driedoornige Stekelbaars LF diagram voor Kolblei LF diagram voor Kleine Modderkruiper

108 LF diagram voor Rietvoorn/Ruisvoorn LF diagram voor Pos LF diagram voor Riviergrondel LF diagram voor Snoekbaars LF diagram voor Snoek LF diagram voor Tiendoornige Stekelbaars LF diagram voor Vetje LF diagram voor Winde

109 LF diagram voor Zeelt

110

111 Lengte-frequentie diagrammen Kanalen Tielerwaard (NL9_13) LF diagram voor Alver LF diagram voor Baars LF diagram voor Bermpje LF diagram voor Bittervoorn LF diagram voor Brasem LF diagram voor Blankvoorn LF diagram voor Driedoornige Stekelbaars LF diagram voor Kolblei

112 LF diagram voor Kleine Modderkruiper LF diagram voor Pos LF diagram voor Riviergrondel LF diagram voor Rietvoorn/Ruisvoorn LF diagram voor Snoek LF diagram voor Tiendoornige Stekelbaars LF diagram voor Vetje LF diagram voor Zeelt

113 Lengte-frequentie diagrammen Linge en Kanalen Overbetuwe (NL9_18) LF diagram voor Alver LF diagram voor Baars LF diagram voor Bermpje LF diagram voor Bittervoorn LF diagram voor Brasem LF diagram voor Blankvoorn LF diagram voor Driedoornige Stekelbaars LF diagram voor Kolblei

114 LF diagram voor Kesslers Grondel LF diagram voor Kleine Modderkruiper LF diagram voor Pos LF diagram voor Pontische stroomgrondel LF diagram voor Roofblei LF diagram voor Riviergrondel LF diagram voor Rietvoorn/Ruisvoorn LF diagram voor Snoekbaars

115 LF diagram voor Snoek LF diagram voor Tiendoornige Stekelbaars LF diagram voor Vetje LF diagram voor Winde LF diagram voor Zeelt LF diagram voor Zwartbekgrondel

116

117 Lengte-frequentie diagrammen Oud Rijn (NL9_2) LF diagram voor Alver LF diagram voor Baars LF diagram voor Bittervoorn LF diagram voor Brasem LF diagram voor Blankvoorn LF diagram voor Driedoornige Stekelbaars LF diagram voor Kolblei LF diagram voor Kesslers Grondel

118 LF diagram voor Kleine Modderkruiper LF diagram voor Pos LF diagram voor Pontische stroomgrondel LF diagram voor Snoek

119 Lengte-frequentie diagrammen Sloten Bommelerwaard-west (NL9_22) LF diagram voor Baars LF diagram voor Bittervoorn LF diagram voor Blankvoorn LF diagram voor Driedoornige Stekelbaars LF diagram voor Kleine Modderkruiper LF diagram voor Rietvoorn/Ruisvoorn LF diagram voor Snoek LF diagram voor Vetje

120

121 Lengte-frequentie diagrammen Sloten Overbetuwe (NL9_26) LF diagram voor Baars LF diagram voor Bittervoorn LF diagram voor Blankvoorn LF diagram voor Driedoornige Stekelbaars LF diagram voor Kleine Modderkruiper LF diagram voor Vetje

122

123 Lengte-frequentie diagrammen Weteringen Ooijpolder (NL9_3) LF diagram voor Baars LF diagram voor Bittervoorn LF diagram voor Brasem LF diagram voor Blankvoorn LF diagram voor Driedoornige Stekelbaars LF diagram voor Grote Modderkruiper LF diagram voor Kolblei LF diagram voor Pos

124 LF diagram voor Roofblei LF diagram voor Rietvoorn/Ruisvoorn LF diagram voor Snoek LF diagram voor Tiendoornige Stekelbaars LF diagram voor Vetje LF diagram voor Zeelt

125 Bijlage 5 Kaarten

126

127 NL9_2-5 D3 NL9_2-4 NL9_2-3 D2 NL9_2-2 NL9_2 (Alm) D1 NL9_ Meters

128 D1 D2 NL9_3-1 NL9_3-4 NL9_3-2 D4 NL9_3 (Beken Groesbeek) Meters NL9_3-3 D3

129 NL9_7-3 D5 NL9_7-1 D3 NL9_7-9 NL9_7-8 D4 NL9_7-6 NL9_7-5 NL9_7-7 NL9_7-4 D2 NL9_7 (Kanalen Bloemers) NL9_7-2 NL9_7-1 D Meters

130 NL9_9-5 NL9_9-4 D3 NL9_9-7 D5 NL9_9-6 D4 NL9_9-2 D2 NL9_9-3 NL9_9 (Kanalen Bommelerwaard West) NL9_9-1 D Meters

131 NL9_1-2 NL9_1-21 D8 NL9_1-23 D8 NL9_1-24 D8 D7 NL9_1-25 NL9_1-22 D9 NL9_1-19 D1 NL9_1-18 NL9_1-17 D6 NL9_1-15 D11 NL9_1-13 NL9_1-14 D12 D12 NL9_1-16 D5 NL9_1 (Kanalen Lv Heusden & Altena) NL9_1-1 D1 NL9_1-6 D15 D2 NL9_1-5 NL9_1-2 D14 NL9_1-1 D14 NL9_1-9 NL9_1-3 NL9_1-12 D13 D3 NL9_1-8 NL9_1-4 NL9_1-7 D4 NL9_ Meters

132 NL9_13-9 NL9_13-13 D1 NL9_13-12 D9 NL9_13-11 NL9_13-1 D8 NL9_13-8 NL9_13 (Kanalen Tielerwaarden - 2) NL9_13-7 D6 D Meters

133 NL9_13-5 NL9_13-4 D3 NL9_13-6 D5 D4 NL9_13-3 D2 NL9_13 (Kanalen Tielerwaarden) NL9_13-1 NL9_13-2 D Meters

134 D6 D2 NL9_18-27 D2 NL9_18-1 NL9_18-28 NL9_18-26 D9 NL9_18-25 D6 NL9_18-22 NL9_18-21 NL9_18-24 D7 NL9_18-23 D8 NL9_18-14 NL9_18-2 D3 D3 NL9_18-19 D3 NL9_18-12 D5 D5 NL9_18-13 NL9_18-17 NL9_18-18 NL9_18-11 NL9_18-9 D5 NL9_18 (Linge en kanalen Overbetuwe) NL9_18-16 D1 NL9_18-3 NL9_18-1 D3 D1 NL9_18-2 NL9_18-4 D1 NL9_18-15 NL9_18-5 NL9_18-6 D4 NL9_26-2 NL9_26-1 NL9_26-3 NL9_18-7 NL9_ Meters

135 NL9_2-3 NL9_2-2 NL9_2 (Oude Rijn) D1 NL9_2-1 D2 D Meters

136 D2 NL9_22-3 NL9_22 (Sloten Bommelerwaard West) NL9_22-2 D1 NL9_ Meters

137 NL9_26-2 NL9_26-3 D2 NL9_26 (Sloten Overbetuwe) D1 NL9_ Meters

138 D4 NL9_3-6 NL9_3_7 D3 NL9_3-5 NL9_3-4 D2 NL9_3-3 NL9_3 (Weteringen Ooijpolder) Meters NL9_3-1 NL9_3-2 D1

139 Bijlage 6 Resultaten KRW-toetsing 212 op trajectniveau

140

141 !"#"$"%&%'"%()*+"#$)*,&+"&+(-(.!/*+("#1&"(2344(-(5**+,*++"%6746 5""+89:";+ <,5 <,5 <,5 <,5 <,5 58%1+"# +CD" EA EA EA EA EA <''#"'*+&" F F F F F G&11"%("H# 7IJKL 7IJKL 7IK22 4 4!"88#M",&%'($,*11" B B B B B!"88#M",&%' '8"M '8"M '8"M '8"M '8"M!"#"$"%&%'1","5"%+"%(N&+(M"",5**+,*++"%O B(G&11"%O B34("H#(188#+"%1*5"%1+",,&%'O B3434(D,*%+"%5&%%"%M"("%(5&'#"#"%M"(188#+"% 7IK 7IK B36("H#(*9N%M*%+&"O B3634(9#*1"5("%($*#D"# 4 4 7IBB 4 4 B3636(D,*%+"%5&%%"%M"(188#+"% 4 4 7I B3A(,""P+&:M18D98N)O B3A34(D"#;"%+*'"(98"%5**+1"(& B3A36(*P+#"$("$# B3B(+8+*,"%(&%(Q"+(58%1+"#O B3B34(**%+*,(188#+"% K B3B36(**%+*,("R"5D,*#"%(1%8"$9**# S","*%+"(188#+"%O T(G&11"%(UD"#;"%+*'"(88#$85"%V -(9#*1"5("%($*#D"#O!#*1"5 BI7? 44ILL K7IJ 46I?B 7I6A -(D,*%+"%5&%%"%M"(188#+"%O!&++"#88#% 7I?4 7I6A 7I4K 7I74 7I6A W,"&%"(E8MM"#$#N&D"# 7IBL 7I4B 7I7A 7I6A W#8"1$*#D"# AIB? 7I7? 7I6A S&"+88#%XSN&188#%(YTZ 6I42 6IAL 7I?L 7IK6 7I6A [&"%M88#%&'"(\+"$",9**#1 7I74 G"+:" 7I74 7I7? ]"",+?I6A AI?4 7I7L 64ILB 6BILL \%8"$ A2IAK KBILB 4?I2 KAI2K KLI6 -(5&'#"#"%M"(188#+"%O ^#&"M88#%&'"(\+"$",9**#1 7I7? 7I74 <*,X_*,&%'(YTZ AILL =&"+-&%M&;"#"%M"(+*R*O T(G&11"%(U5"+(D"#;"%+*'"(88#$85"%VO <,"# AIB?!**#1 2I4A 4IKL 7IKJ 7IL AI?!,*%$88#% ALILL 44IBB 7IKA 7I4J 6I?J W8,9,"& 4I2B 6I4B 4I64 _81 7I7L 4IB 7I74 S&&"#'#8%M", 7I4? S88P9,"& BIJ? \%8"$9**#1 7I74 7I6J /&%M" AI6? =&"+(Q"#$"%M"(188#+"%(U5"+(88#1D#8%$",&:$"(&%8"#)**#M"%VO `C9#&M" 7I4?

142 !"#"$"%&%'"%()*+"#$)*,&+"&+(-(.!/*+("#1&"(2344(-(5**+,*++"%6746 5""+89:";+!"$"%(<#8"19""$!"$"%(<#8"19""$!"$"%(<#8"19""$!"$"%(<#8"19""$ 58%1+"# +CD" EB EB EB EB F''#"'*+&" G G G G H&11"%("I# 7JBAK 7JA2L 7J6B4 7J4BL!"88#M",&%'($,*11" A 6 6 4!"88#M",&%' 5*+&' 8%+8"#"&$"%M 8%+8"#"&$"%M 1,";N+!"#"$"%&%'1","5"%+"%(O&+(M"",5**+,*++"%P B(H&11"%P B34("I#(188#+"%1*5"%1+",,&%'P B3434(#N"8Q&","(188#+"% 7JL 7JL 7J6K 7 B36("I#(*9O%M*%+&"P B3634(188#+"%(5&'#*+&"(#"'&8%**,RS"" B3636(N*9&+*+('"8",&'"(188#+"% 7J22 7J66 7JBA 7J2? B3A(+8+*,"%(&%(N"+(58%1+"#P B3A34(**%+*,(188#+"% B B A 6 B3A36(**%+*,("T"5D,*#"% 47U7? 47KAKU ABU7 A?BA E","*%+"(188#+"%P V(H&11"%(WD"#;"%+*'"(88#$85"%X -(#N"8Q&","(188#+"%P!"#5D:" B4J6U KJU6 6KJ74 E&&"#'#8%M", 4KJ7? 7JAB -(188#+"%(5&'#*+&"(#"'&8%**,RS""P -(N*9&+*+('"8",&'"(188#+"%P!"#5D:" B4J6U KJU6 6KJ74 E&&"#'#8%M", 4KJ7? 7JAB Y&"%M88#%&'"(Z+"$",9**#1 4KJB? 6BJ7U 6UJKB U6JB =&"+-&%M&;"#"%M"(+*T*P V(H&11"%(W5"+(D"#;"%+*'"(88#$85"%XP [#&"M88#%&'"(Z+"$",9**#1 6BJ42 LKJKL BBJ62 4KJL =&"+(N"#$"%M"(188#+"%(W5"+(88#1D#8%$",&:$"(&%8"#)**#M"%XP

143 !"#"$"%&%'"%()*+"#$)*,&+"&+(-(.!/*+("#1&"(2344(-(5**+,*++"%6746 5""+89:";+!,8"5"#1!,8"5"#1!,8"5"#1!,8"5"#1!,8"5"#1!,8"5"#1!,8"5"#1!,8"5"#1!,8"5"#1!,8"5"#1 58%1+"# EF" GA GA GA GA GA GA GA GA GA GA H''#"'*+&" I I I I I I I I I I J&11"%("K# 7L27D 7L@C@ 7LA@A 7LA>2 7L@AA 7LB>2 7L@44 7LD 7LD 7LB!"88#M",&%'($,*11" A B 6 6 B A B B B A!"88#M",&%' 5*+&' '8"M 8%+8"#"&$"%M 8%+8"#"&$"%M '8"M 5*+&' '8"M '8"M '8"M 5*+&'!"#"$"%&%'1","5"%+"%(N&+(M"",5**+,*++"%O B(J&11"%O B34("K#(188#+"%1*5"%1+",,&%'O B3434(F,*%+"%5&%%"%M"("%(5&'#"#"%M"(188#+"% 7LC 7LD 7LC 4 7L6 7LB 7L4A 7LB 7LB 7LC B36("K#(*9N%M*%+&"O B3634(9#*1"5("%($*#F"# 7LDC 7L>2 7LA4 7L7C 4 7L2B L66 B3636(F,*%+"%5&%%"%M"(188#+"% 7L7@ 7L22 7L64 7L4A 4 7L2B LA> B3A(,""P+&:M18F98N)O B3A34(F"#;"%+*'"(98"%5**+1"(& B3A36(*P+#"$("$# B3B(+8+*,"%(&%(Q"+(58%1+"#O B3B34(**%+*,(188#+"% 4@ 46 4@ 46 A 47 C 44 B3B36(**%+*,("R"5F,*#"%(1%8"$9**# S","*%+"(188#+"%O T(J&11"%(UF"#;"%+*'"(88#$85"%V -(9#*1"5("%($*#F"#O!#*1"5 A2LA4 >2L@@ 27L2B BLCC 62LA4 62L2 W*#F"# 2@L>2 -(F,*%+"%5&%%"%M"(188#+"%O W,"&%"(G8MM"#$#N&F"# 7L76 7L6D 7LB4 7L76 6LA6 S&"+88#%XSN&188#%(YTZ 7L74 7L74 [&"%M88#%&'"(\+"$",9**#1 7L L74 7L74 CL2C 7L74 J"+:" 7L74 7L74 AALAA 7L74 ]"",+ 7L74 6AL@2 6LA> 4LDD BL4@ 6@LD@ 7L74 \%8"$ 4LC4 6LAB 6L26 4LA4 62LB> >AL64 24LC 2>L76 44L>6 -(5&'#"#"%M"(188#+"%O ^#&"M88#%&'"(\+"$",9**#1 7L74 7L76 7L74 4CLC@ 7L74 7L74 7L74 BL>6 7LAA H*,X_*,&%'(YTZ 2LB@ 4>LA4 7LDD <&"+-&%M&;"#"%M"(+*R*O T(J&11"%(U5"+(F"#;"%+*'"(88#$85"%VO H,"# 7L74 7L64 7L4D!**#1 AL@ 4LCC 4LB 7L7D 4L2A 7L@6 4LA@!"#5F:" 7L74 7L74 7L4A 7L74 4LCB 4LCC!,*%$88#% 2L72 67LA6 2L7@ 7L7B 66LBB 4L6D 6L6A 7L74 `#*1$*#F"# 4>LCD W8,9,"& 7L74 7LCB G*#5"#'#8%M", 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 _81 4L4B 7L64 7L64 S88P9,"& 6@LD6 7L74 S&&"#'#8%M", 7L74 7L74 7LAA \%8"$9**#1 7L4D 44L>2 /&%M" 7L76 4L2A 42LA6 <&"+(Q"#$"%M"(188#+"%(U5"+(88#1F#8%$",&:$"(&%8"#)**#M"%VO

144 !"#"$"%&%'"%()*+"#$)*,&+"&+(-(.!/*+("#1&"(2344(-(5**+,*++"%6746 5""+89:";+ <*%3(!855","#)**#= <*%3(!855","#)**#= <*%3(!855","#)**#= <*%3(!855","#)**#= <*%3(!855","#)**#= <*%3(!855","#)**#= <*%3(!855","#)**#= 58%1+"# +FG" HB HB HB HB HB HB HB I''#"'*+&" J J J J J J J K&11"%("L# 7M@46 7MND@ 7MN@E 7MN@4 7M@BE 7M@B 4!"88#=",&%'($,*11" C C C C C C C!"88#=",&%' '8"= '8"= '8"= '8"= '8"= '8"= '8"=!"#"$"%&%'1","5"%+"%(O&+(="",5**+,*++"%P C(K&11"%P C34("L#(188#+"%1*5"%1+",,&%'P C3434(G,*%+"%5&%%"%="("%(5&'#"#"%="(188#+"% 4 7MN C36("L#(*9O%=*%+&"P C3634(9#*1"5("%($*#G"# 4 7MN4 4 7MDE C3636(G,*%+"%5&%%"%="(188#+"% 7MEC 4 7MD@ 4 7MN4 7ME@ 4 C3B(,""Q+&:=18G98O)P C3B34(G"#;"%+*'"(98"%5**+1"(& C3B36(*Q+#"$("$# C3C(+8+*,"%(&%(R"+(58%1+"#P C3C34(**%+*,(188#+"% 4C C 44 C3C36(**%+*,("S"5G,*#"%(1%8"$9**# T","*%+"(188#+"%P U(K&11"%(VG"#;"%+*'"(88#$85"%W -(9#*1"5("%($*#G"#P!#*1"5 7MN6 BEM6C 62M4E C6M6N 6M@ 7M74 -(G,*%+"%5&%%"%="(188#+"%P!&++"#88#% 7M6@ 7M4 7M42 7M74 7M74 6M6D CM22 <,"&%"(H8=="#$#O&G"# 7M46 7M2 7M7N 7M66 CMD 7MD2 7MC T&"+88#%XTO&188#%(YUZ 2MD6 4M6@ 2M44 7M44 BMC2 CMNC 4M@N [&"%=88#%&'"(\+"$",9**#1 7M74 7M74 K"+:" 7M74 7M74 7M74 7M74 4MBN ]"",+ NM7@ 4BM24 62M@B C@MN@ 66M@@ 2MN4 6EMNE \%8"$ 64M74 CCM@@ 6M4C 4M46 DM@ 6BM22 BEME2 -(5&'#"#"%="(188#+"%P ^#&"=88#%&'"(\+"$",9**#1 7M4N 7M74 7M7N 7M74 4M42 7M74 7M74 >&"+-&%=&;"#"%="(+*S*P U(K&11"%(V5"+(G"#;"%+*'"(88#$85"%WP I,"# 7MD2!**#1 4MD2 7M4 BMBD 6M2E BMC2 CM4@ BMBD!,*%$88#% D7MCC 6M6N 6NMBE BMN 2EMCE 24MD4 66M2B <8,9,"& 7M74 7M74 4M7E BM6B H*#5"#'#8%=", 7M74 7M74 7M74 _81 4ME@ 7M@6 7MB6 7M6 \%8"$9**#1 7M74 /&%=" EMDB >&"+(R"#$"%="(188#+"%(V5"+(88#1G#8%$",&:$"(&%8"#)**#="%WP `F9#&=" 7M4

145 !"#"$"%&%'"%()*+"#$)*,&+"&+(-(.!/*+("#1&"(2344(-(5**+,*++"%6746 5""+89:";+ <"=13(>(?,+3 <"=13(>(?,+3 <"=13(>(?,+3 <"=13(>(?,+3 <"=13(>(?,+3 <"=13(>(?,+3 <"=13(>(?,+3 <"=13(>(?,+3 <"=13(>(?,+3 <"=13(>(?,+3 <"=13(>(?,+3 <"=13(>(?,+3 <"=13(>(?,+3 <"=13(>(?,+3 @A7BC IJ" KD KD KD KD KD KD KD KD KD KD KD KD KD KD KD?''#"'*+&" L L L L L L L L L L L L L L L M&11"%("N# 7ODFD 7OGEH 7OBDD 7OHFG 7OBDD 4 7O262 7OHFG 7OG2G 4 7O2D4 7OG44 7OF 7OGG6 7O242!"88#P",&%'($,*11" 6 E E E E E D E E E D E E E D!"88#P",&%' 8%+8"#"&$"%P '8"P '8"P '8"P '8"P '8"P 5*+&' '8"P '8"P '8"P 5*+&' '8"P '8"P '8"P 5*+&'!"#"$"%&%'1","5"%+"%(=&+(P"",5**+,*++"%Q E(M&11"%Q E34("N#(188#+"%1*5"%1+",,&%'Q E3434(J,*%+"%5&%%"%P"("%(5&'#"#"%P"(188#+"% 7OE 4 7OH 7OF 7OH 4 7OF 7OF 4 4 7OH 7O4D 4 7OH 4 E36("N#(*9=%P*%+&"Q E3634(9#*1"5("%($*#J"# 7ODB OE2 4 7OBB 4 7ODD 4 7ODB 4 7O6E E3636(J,*%+"%5&%%"%P"(188#+"% 7OD 7O6E O2D 4 7O6H 4 7OEG 4 7OE4 7O26 7OD4 E3D(,""R+&:P18J98=)Q E3D34(J"#;"%+*'"(98"%5**+1"(& E3D36(*R+#"$("$# E3E(+8+*,"%(&%(S"+(58%1+"#Q E3E34(**%+*,(188#+"% 4D 46 B F 4D H 4D 47 4E 6 4D 4E 4E E3E36(**%+*,("T"5J,*#"%(1%8"$9**# U","*%+"(188#+"%Q V(M&11"%(WJ"#;"%+*'"(88#$85"%X -(9#*1"5("%($*#J"#Q!#*1"5 F7OHG 6GO64 7O74 F7O7H 7O74 D7O6F 4EOF 4EOG6 DGO7F 67OHD H4O4B Y*#J"# 2O6E 2GO22 6BOD6 -(J,*%+"%5&%%"%P"(188#+"%Q!&++"#88#% 7O74 7O74 7O74 7O7E 7O74 7O7H 7ODD 7O6 7O7E 7O7D 6OEH 7O4E Z&"9", 7OEB Y,"&%"(K8PP"#$#=&J"# 7O4D 7O2F 6OG 4OEE HODD 7OFF 7O6 7O6B U&"+88#%[U=&188#%(\V] EO2G 4OHF 7O2F 7O74 7O7H 4OEE 7O7D 7ODD GO42 7O24 7O4D 4OFF 7O6B ^&"%P88#%&'"(_+"$",9**#1 7O74 7O74 7O74 7O74 BBOB 7O74 M"+:" 7O74 7O74 7O74 7O74 7O4 7O74 7O74 7O74 `"",+ 7OF6 DBOHB 47OH4 HOG GOEB 42OE 4DOHB EOF4 HOFE 4EOHE DOFD FOFF 7OG6 _%8"$ 2OE2 EO2D 6BOGG D2O4D 2HO22 2HOGB BO OBF DGO2E EO24 44OGE 46OH6 HOHD -(5&'#"#"%P"(188#+"%Q a#&"p88#%&'"(_+"$",9**#1 7O7F 7O74 7O74 7O74 7O7E 7O74 6OGH 7O74 7O4 7O74 7O4 7O74 7O72 7O74?*,[b*,&%'(\V] 4OGD 6OB4 4OHH V(M&11"%(W5"+(J"#;"%+*'"(88#$85"%XQ?,"# 7O74 7O6B!**#1 7O2 FO7E 4OFB 24OD2 4ODB 4OEE 47O7F 6OGH EO6H 4OEB 4OBE 7O6 EO6F 7O6B!,*%$88#% BO7D HFOE 6DOF DO6E 6GOFG 4OGH 66O66 22OB6 6BOBB DO2G 46O4G EFO66 FODG Z#*1$*#J"# DOED Y8,9,"& FO7H DOBD 7O6E 7ODD 7O4D 2O4H 7OGF 7O4E K*#5"#'#8%P", 7O74 b81 6O42 7OE6 7O24 7ODD 7O7E DOF2 U88R9,"& 6O2 7O74 7O46 U&&"#'#8%P", 7O74 7O7E 7ODB _%8"$9**#1 7O4D 7O4H 7O62 7O46 /&%P" <I9#&P"

146 !"#"$"%&%'"%()*+"#$)*,&+"&+(-(.!/*+("#1&"(2344(-(5**+,*++"%6746 5""+89:";+ 58%1+"# +<=" D(?&11"%C D3434(=,*%+"%5&%%"%A"("%(5&'#"#"%A"(188#+"% D3634(9#*1"5("%($*#="# D3636(=,*%+"%5&%%"%A"(188#+"% D3E(,""F+&:A18=98B)C D3E34(="#;"%+*'"(98"%5**+1"(&1 D3E36(*F+#"$("$# D3D(+8+*,"%(&%(G"+(58%1+"#C D3D34(**%+*,(188#+"% D3D36(**%+*,("H"5=,*#"%(1%8"$9**#1 I","*%+"(188#+"%C J(?&11"%(K="#;"%+*'"(88#$85"%L -(9#*1"5("%($*#="#C!#*1"5 M*#="# -(=,*%+"%5&%%"%A"(188#+"%C!&++"#88#% N&"9", M,"&%"(O8AA"#$#B&="# I&"+88#%PIB&188#%(QJR ^&"%A88#%&'"(_+"$",9**#1?"+:" `"",+ _%8"$ -(5&'#"#"%A"(188#+"%C a#&"a88#%&'"(_+"$",9**#1 >*,Pb*,&%'(QJR U&"+-&%A&;"#"%A"(+*H*C J(?&11"%(K5"+(="#;"%+*'"(88#$85"%LC >,"#!**#1!,*%$88#% N#*1$*#="# M8,9,"& O*#5"#'#8%A", b81 I88F9,"& I&&"#'#8%A", _%8"$9**#1 /&%A" U&"+(G"#$"%A"(188#+"%(K5"+(88#1=#8%$",&:$"(&%8"#)**#A"%LC S<9#&A" S"B13(T(>,+3 S"B13(T(>,+3 S"B13(T(>,+3 S"B13(T(>,+3 S"B13(T(>,+3 S"B13(T(>,+3 S"B13(T(>,+3 S"B13(T(>,+3 S"B13(T(>,+3 S"B13(T(>,+3 UV7WX47-4Y UV7WX47-4Z UV7WX47-4[ UV7WX47-4W UV7WX47-67 UV7WX47-64 UV7WX47-66 UV7WX47-6E UV7WX47-6D UV7WX47-62 OE OE OE OE OE OE OE OE OE OE \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ 7]2WW 7]222 7]24W 7]WD2 7]EY4 4 7]WEE 7][ 7][ 7]ZEE E E E D 6 D D D D D 5*+&' 5*+&' 5*+&' '8"A 8%+8"#"&$"%A '8"A '8"A '8"A '8"A '8"A 7]Y 7][ 4 4 7][ 4 7][ 7]D 7]D 7]6 7]W4 7]EZ 7]66 7]WY 7] ]6W 7]2 7]EE 7][[ 7]7Y D 4Y 4E 4[ 4D 4E 4E Y EE]ED 2]D6 [6]ZE E4]22 [E]4[ 7]6Z 7]62 7]74 7]Z[ Y6]Z2 7][W 7]7E 7]6E 7]6Z 7]74 7]D 7]46 7]74 7]74 7]74 7]64 7]4E 7]46 4]26 7]EW E]6E 4]YW D]24 7]64 7]74 7]YZ 7]46 4[]Y 7]74 7]74 7]7E 7]7D 7]74 7]74 7][Y 4]42 2]4W E[]6E 6Y]6D 7]46 [E]EE 62]WZ [E][Z 2][Y 4Y]D[ Y]7E 4][Z 4]EY EE]E[ [2]2Z 4]WD 7]76 7]74 7]74 7]74 7]62 7]74 4]7Z 7]E D]6[ 7]26 6]44 7]4D 7][ 7]D6 7]D D]E 7][2 7]Z[ D]22 4]Z[ 4]64 W]W2 42]42 6W]DY 46]W 6Y]ZZ E]W2 D]Z2 4Z]Y2 47]YY 64][ 4]DW 4Z]72 4]7Z 7]7E 7]74 7]6Z 7][D 4]Y6 7]62 E][[ 4]22 7]74 7]74 7]74 7]YZ 6]D[ 7]76 7]74 7]ZE 7]62 7]74 7]6Z 7]4 7]74 7]4 7]74 7]64 4W]Z4 7]74 4][Y 7]6Z 4E][Y 4]DW 4]WD 7]74 7]E4 7]7E 7]4

147 !"#"$"%&%'"%()*+"#$)*,&+"&+(-(.!/*+("#1&"(2344(-(5**+,*++"%6746 5""+89:";+ <&","#)**#="% <&","#)**#="% <&","#)**#="% <&","#)**#="% <&","#)**#="% <&","#)**#="% <&","#)**#="% <&","#)**#="% <&","#)**#="% <&","#)**#="% <&","#)**#="% <&","#)**#="% <&","#)**#="% 58%1+"# GH" IB IB IB IB IB IB IB IB IB IB IB IB IB J''#"'*+&" K K K K K K K K K K K K K L&11"%("M# 7N2DB 7N@BB 7ND7D 7NE26 7NB76 7NE@D 7N@BB 7ND6 7N2E6 7ND4@ 7ND 7N@BB 7ND7B!"88#=",&%'($,*11" B C C C 6 C C C B C C C C!"88#=",&%' 5*+&' '8"= '8"= '8"= 8%+8"#"&$"%= '8"= '8"= '8"= 5*+&' '8"= '8"= '8"= '8"=!"#"$"%&%'1","5"%+"%(O&+(="",5**+,*++"%P C(L&11"%P C34("M#(188#+"%1*5"%1+",,&%'P C3434(H,*%+"%5&%%"%="("%(5&'#"#"%="(188#+"% 4 7NF 4 4 7NF 7NC 7NF NF 7ND C36("M#(*9O%=*%+&"P C3634(9#*1"5("%($*#H"# 7NBB 4 7NCF 4 7N7E 4 4 7NC 7NBC 7NCC 7NBE 4 4 C3636(H,*%+"%5&%%"%="(188#+"% 7NBD 4 7NBC 7N62 7N7B 7N@@ 4 7NCD 7NBF 7NC4 7NCB 4 7N64 C3B(,""Q+&:=18H98O)P C3B34(H"#;"%+*'"(98"%5**+1"(& C3B36(*Q+#"$("$# C3C(+8+*,"%(&%(R"+(58%1+"#P C3C34(**%+*,(188#+"% 4E F 4E 4B 4C 42 4D 4F 44 C3C36(**%+*,("S"5H,*#"%(1%8"$9**# T","*%+"(188#+"%P U(L&11"%(VH"#;"%+*'"(88#$85"%W -(9#*1"5("%($*#H"#P!#*1"5 E4NF6 2EN6 7NCC 7NB6 DCNE2 E4N44 24N4D DFN4F CNC4 7NDC -(H,*%+"%5&%%"%="(188#+"%P!&++"#88#% 7N7B 4ENEF 7NBC 7NF2 7N76 7N@D 7N4B 7N4F 7N74 7N@4 FNF6 7N@D X,"&%"(I8=="#$#O&H"# 7N4B 7N74 7NBC 7N74 7N74 7N74 7NDC 7N44 7N44 7N6C 7N64 6N@C BN2 T&"+88#%YTO&188#%(ZU[ 4NC4 CNCC 4NE6 7NDB DN4F BN4@ 7N7C 7N66 7N4F 7N72 2NFF <&"%=88#%&'"(\+"$",9**#1 7N74 7N74 7N74 7N74 L"+:" 7N74 7N74 7N7B 7N74 7N74 6N2D 7N76 7N7C 7N74 7N74 CNC4 7N@D ]"",+ 47N4 C7 7NBE BNC6 42NC 46N@D 4CN@D 42NB6 B7NFF \%8"$ 4N6C BNC6 7N7@ B6N@D 2@NEC BNEB 7NB 7ND2 7NF2 B6NB2 -(5&'#"#"%="(188#+"%P ^#&"=88#%&'"(\+"$",9**#1 7N74 7N74 7N74 7N7D 7N74 7N74 J*,Y_*,&%'(ZU[ 7N2E 7N@4 4NFF 6N22 >&"+-&%=&;"#"%="(+*S*P U(L&11"%(V5"+(H"#;"%+*'"(88#$85"%WP J,"# 7N74 7N76 7N7@ 7NC6 7N6C 6NFE!**#1 CN6F 7N74 BN7D DNFC 7N6F 4N24 EN@@ 7N2E 4N22 4N7E BNEC 7N74 EN@D!"#5H:" 7N74 7N74 7N7D 7NF2 7N74 7N76 7N7D 7N44 7NB6!,*%$88#% EN42 6BNB2 F7NBC BN@2 26ND@ DN2B 4DN7F FN@E 47N6@ F6NF X8,9,"& 6N26 6N6F CN6E 7NB2 7NC@ 7NDF BNB6 7NC6 I*#5"#'#8%=", 7N74 7N74 7N74 7N74 7N74 7N74 _81 7NB4 4NFB 7N6C 7N44 4N46 6NC@ 4NC@ T88Q9,"& CNCF 7N7E T&&"#'#8%=", 7N4E 7N7D 7N4F 7NC6 7N4D 7N74 \%8"$9**#1 7N6F 7N4B 7N74 /&%=" 7N6E >&"+(R"#$"%="(188#+"%(V5"+(88#1H#8%$",&:$"(&%8"#)**#="%WP `G9#&=" 4NC2 7N62

148 !"#"$"%&%'"%()*+"#$)*,&+"&+(-(.!/*+("#1&"(2344(-(5**+,*++"%6746 5""+89:";+ <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" <&%'" 58%1+"# EF" GC* GC* GC* GC* GC* GC* GC* GC* GC* GC* GC* GC* GC* GC* GC* GC* GC* GC* GC* H''#"'*+&" I I I I I I I I I I I I I I I I I I I J&11"%("K# 7LA44 4 7L>AA 7LDC4 7L>AA 7LBBA 7L>AA 7LC>2 4 7LDAA 7L@7@ 4 7L>AA 7L6>A 7LB76 7LDD2 7LCB 7LAB2 7LD6@!"88#M",&%'($,*11" 6 B B B B A B B B B B B B 6 A B B 6 B!"88#M",&%' 8%+8"#"&$"%M '8"M '8"M '8"M '8"M 5*+&' '8"M '8"M '8"M '8"M '8"M '8"M '8"M 8%+8"#"&$"%M 5*+&' '8"M '8"M 8%+8"#"&$"%M '8"M!"#"$"%&%'1","5"%+"%(N&+(M"",5**+,*++"%O B(J&11"%O B34("K#(188#+"%1*5"%1+",,&%'O B3434(F,*%+"%5&%%"%M"("%(5&'#"#"%M"(188#+"% 7LC 4 7L@ 4 7L@ 7LC 7L@ 7LC 4 7L L@ 7LB 7LC 7L@ 7LC 7LC 7LC B36("K#(*9N%M*%+&"O B3634(9#*1"5("%($*#F"# 7L LC@ 4 7LB LAB 7LA LAB 4 B3636(F,*%+"%5&%%"%M"(188#+"% 7L4A 4 4 7LC 4 7L6@ 4 7LB> 4 4 7LB L4B 7L6@ 7L26 7LA6 7L7> 7L2@ B3A(,""P+&:M18F98N)O B3A34(F"#;"%+*'"(98"%5**+1"(&1 -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- -Q- B3A36(*P+#"$("$# B3B(+8+*,"%(&%(R"+(58%1+"#O B3B34(**%+*,(188#+"% 4@ 4> A > B 47 4B 4D 4@ > 4D 4D B3B36(**%+*,("S"5F,*#"%(1%8"$9**# T","*%+"(188#+"%O U(J&11"%(VF"#;"%+*'"(88#$85"%W -(9#*1"5("%($*#F"#O!#*1"5 DCLA 4L64 7L74 B4L>2 7L74 7LAA 7L42 64LB4 D6LCC 4@LD6 D7LD2 7L4@ C7LA B>LA2 6>L4C -(F,*%+"%5&%%"%M"(188#+"%O!&++"#88#% 7L7B AL@C 2L> 7L4C 7L74 7L62 AL74 7L>4 4LB2 7LCD >L>D 7L74 7LA> 7L7@ 2L6D 7L74 7L46 BL@C Y&"9", 4L4@ X,"&%"(G8MM"#$#N&F"# 7L74 4LAC 4L64 6LCB 7L74 4L@@ AL6 ALCB 7LCD 6L>4 4LD> 7LC2 7L46 7LA 4L6C 7L22 7L4@ T&"+88#%QTN&188#%(ZU[ 4L64 4L64 7L7D 7LC4 7L74 >L7A CL@4 7L74 7LD6 \&"%M88#%&'"(]+"$",9**#1 7L74 7L74 J"+:" 7L74 7L74 7LB 7L74 7L74 2LCC 7L74 7L42 7L7> ^"",+ 4ALD6 67L74 2BL76 BL26 2LCB >L4A BLAC 6LAB 7LA4 A7L@ 7LC> CLDC ]%8"$ 4L>C AAL2C D@LC> DL4@ 4AL66 BL76 C2LB4 ABL4@ CDL>6 BLC@ C7LBA ADL72 A 6L> 4L2> 66L@C -(5&'#"#"%M"(188#+"%O _#&"M88#%&'"(]+"$",9**#1 7L74 7L74 7L4A 7L74 7L74 7L74 7L74 7LAC 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L7B H*,Q`*,&%'(ZU[ BL72 =&"+-&%M&;"#"%M"(+*S*O U(J&11"%(V5"+(F"#;"%+*'"(88#$85"%WO H,"# 7LA2 7L74 7LDA 7L42 7L@A 7L42 7L74 7L6D!**#1 7LD 46LAC 7L>B 7L4C ALB2 4LDC 4>L22 >L4A ACLDA >LAC 4CL>C BL4@ 6LD4 42L>6 44LDA 7L7D 7L74 AL6 ALCB 6CLB4 7L74 7L42 CL62 7L74 7L7@ 7L74 7L76 7L7>!,*%$88#% BL4 64L2@ 47L2> 4AL7A 7L2D 4L74 4L4A 7LDA CAL2B 6ALDD DL4B 64L6@ 44LCC A7 DDLA 4>LAD A7L>C Y8NM&1 7LC4 X8,9,"& 7L6@ BLA2 7LDD 7L6D 7L6D X"11,"#1(Y#8%M", 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 X8F88#% G*#5"#'#8%M", 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 7L74 `81 7L@@ DLC> 7LA> 7L4A 7LCA 7L42 7L2B 7LB2 `8%+&1;R"(1+#885'#8%M", 7L74 7L74 7L>> 7L74 T88P9,"& 2LBA 7LCB >LCC 7LC4 7L4A 7L7D 4L6B 7L7> 7L6D T&&"#'#8%M", 7LAC 4L7D 7LA@ 2L>B 7LDA 7L74 7L4A 7L4@ ]%8"$9**#1 7L6C 7L74 7LA2 7L7D ]"#F",&%' /&%M" 7L4D 6LAC 7L22 4>L4 AL74 C7L6D BLDA 2LC> 4L72 7L>> ^)*#+9"$'#8%M", 7L42 =&"+(R"#$"%M"(188#+"%(V5"+(88#1F#8%$",&:$"(&%8"#)**#M"%WO ae9#&m" 4LD

149 !"#"$"%&%'"%()*+"#$)*,&+"&+(-(.!/*+("#1&"(2344(-(5**+,*++"%6746 5""+89:";+ 58%1+"# +<=" D(?&11"%C D3434(=,*%+"%5&%%"%A"("%(5&'#"#"%A"(188#+"% D3634(9#*1"5("%($*#="# D3636(=,*%+"%5&%%"%A"(188#+"% D3E(,""F+&:A18=98B)C D3E34(="#;"%+*'"(98"%5**+1"(&1 D3E36(*F+#"$("$# D3D(+8+*,"%(&%(G"+(58%1+"#C D3D34(**%+*,(188#+"% D3D36(**%+*,("H"5=,*#"%(1%8"$9**#1 I","*%+"(188#+"%C J(?&11"%(K="#;"%+*'"(88#$85"%L -(9#*1"5("%($*#="#C!#*1"5 M*#="# -(=,*%+"%5&%%"%A"(188#+"%C!&++"#88#% N&"9", N#8+"(O8AA"#$#B&="# M,"&%"(O8AA"#$#B&="# I&"+88#%PIB&188#%(QJR S&"%A88#%&'"(T+"$",9**#1?"+:" U"",+ T%8"$ -(5&'#"#"%A"(188#+"%C _#&"A88#%&'"(T+"$",9**#1 >*,P`*,&%'(QJR W&"+-&%A&;"#"%A"(+*H*C J(?&11"%(K5"+(="#;"%+*'"(88#$85"%LC >,"#!**#1!,*B)9*%A!"#5=:"!,*%$88#% N8BA&1 M8,9,"& M"11,"#1(N#8%A", M8=88#% O*#5"#'#8%A", `81 `8%+&1;G"(1+#885'#8%A", I88F9,"& I&&"#'#8%A", T%8"$9**#1 T"#=",&%' /&%A" U)*#+9"$'#8%A", W&"+(G"#$"%A"(188#+"%(K5"+(88#1=#8%$",&:$"(&%8"#)**#A"%LC a<9#&a" V&%'" V&%'" V&%'" V&%'" V&%'" V&%'" V&%'" V&%'" V&%'" WV7XY4Z-67 WV7XY4Z-64 WV7XY4Z-66 WV7XY4Z-6E WV7XY4Z-6D WV7XY4Z-62 WV7XY4Z-6[ WV7XY4Z-6\ WV7XY4Z-6Z O[* O[* O[* O[* O[* O[* O[* O[* O[* ] ] ] ] ] ] ] ] ] 7^[Z6 7^27\ 7^ZE 7^[42 7^2\ 7^DZZ 7^Z[\ 7^[[6 7^62 D E D D E E D D 6 '8"A 5*+&' '8"A '8"A 5*+&' 5*+&' '8"A '8"A 8%+8"#"&$"%A 7^D 7^[ 7^[ 7^D 4 7^[ 7^[ 7^D 7^D 4 7^2[ 4 4 7^D[ 7^2Z 4 4 7^6[ 7^[2 7^E[ 7^ZX 7^DD 7^62 7^6Z 4 7^2Z 7^4 -P- -P- -P- -P- -P- -P- -P- -P- -P Z 44 X 42 4\ 4\ 47 4[ 4\ E7^4D 4\^[6 D^D 64^[D 7^2Z 4[^XE 7^42 \X^E2 E4^[2 2Z^4[ 6X^ZZ 7^74 44^X2 7^DZ 4^76 4^[2 67 \^\[ 7^62 7^74 4^X4 7^42 4^24 4\^E 4^[ 4^4E 7^ZX [^6X 7^74 6^\\ 4^76 7^7[ 7^74 7^74 4^7Z [^X6 7^74 6^46 7^E 4^6[ E^E2 7^74 6Z^[4 46^74 4D^D\ 42^X4 D^X4 D6^4[ 4X^24 6^7[ 7^42 7^72 4^7Z 7^7Z 7^74 7^6D 7^7Z 7^ED Z^4D Z^74 2^[[ Z^\ 2^2D 7^DD 7^XX 4^[4 7^74 4^[6 7^7Z 4^7Z 6X^Z\ 6X^DZ DX^7[ E\^2[ 67^46 E2^\\ X^\E [[^6Z \^E\ 7^2E 2^XZ 6^6D 4^[ 7^74 7^74 7^74 7^74 7^E6 7^74 7^74 7^74 7^74 7^74 7^74 7^74 7^74 7^74 7^72 7^2E 7^42 7^\4 7^74 7^74 7^74 7^74 44^E 4^E[ 7^DZ Z^E2 7^74 4^76 7^74 7^74 4^DE 4^4\ E^ZD 2^X2 7^[X 7^6E 7^7[ 7^ED 6^ZD 4^6 7^6[

150 !"#"$"%&%'"%()*+"#$)*,&+"&+(-(.!/*+("#1&"(2344(-(5**+,*++"%6746 5""+89:";+ <=>"(?&:% <=>"(?&:% @A7BC67-4 +EF" GD GD GD H''#"'*+&" I I I J&11"%("K# 7LMNO 7LPPD 7L26!"88#>",&%'($,*11" O O D!"88#>",&%' '8"> '8"> 5*+&'!"#"$"%&%'1","5"%+"%(=&+(>"",5**+,*++"%Q O(J&11"%Q O34("K#(188#+"%1*5"%1+",,&%'Q O3434(F,*%+"%5&%%"%>"("%(5&'#"#"%>"(188#+"% 7LM 7LN 7LM O36("K#(*9=%>*%+&"Q O3634(9#*1"5("%($*#F"# 4 4 7LPM O3636(F,*%+"%5&%%"%>"(188#+"% 7LO2 7L26 7L6 O3D(,""R+&:>18F98=)Q O3D34(F"#;"%+*'"(98"%5**+1"(& O3D36(*R+#"$("$# O3O(+8+*,"%(&%(S"+(58%1+"#Q O3O34(**%+*,(188#+"% 4O B 4N O3O36(**%+*,("T"5F,*#"%(1%8"$9**# ?","*%+"(188#+"%Q U(J&11"%(VF"#;"%+*'"(88#$85"%W -(9#*1"5("%($*#F"#Q!#*1"5 7LD6 DNLBD -(F,*%+"%5&%%"%>"(188#+"%Q!&++"#88#% 7LB2 6L76 7L46 X,"&%"(G8>>"#$#=&F"# 7LB2 7L6?&"+88#%Y?=&188#%(ZU[ 7L76 \&"%>88#%&'"(]+"$",9**#1 7L74 ^"",+ 7LD6 6LDO ]%8"$ 4MLP6 64LMM 6LOP -(5&'#"#"%>"(188#+"%Q _#&">88#%&'"(]+"$",9**#1 7L74 7L74 7L74 H*,Y`*,&%'(ZU[ U(J&11"%(V5"+(F"#;"%+*'"(88#$85"%WQ H,"# 7LB2 7L2B!**#1 2LMN PL7N DLBP!,*%$88#% O7L7M 6BL42 NL66 a#*1$*#f"# 64LBO X8,9,"& 4L6M 7LBN X"11,"#1(a#8%>", 7L74 7L74 G*#5"#'#8%>", 7L74 `81 7LD6 7L64 `8%+&1;S"(1+#885'#8%>", 7L74?88R9,"& 7L74 44LN6 ]%8"$9**#1 NLDO /&%>" D6LOB 4ML4B

151 !"#"$"%&%'"%()*+"#$)*,&+"&+(-(.!/*+("#1&"(2344(-(5**+,*++"%6746 5""+89:";+ <,8+"%(!855","#)**#=-/"1+ <,8+"%(!855","#)**#=-/"1+ <,8+"%(!855","#)**#=-/"1+ 58%1+"# +CD" E4* E4* E4* F''#"'*+&" G G G H&11"%("I# 7J@KL 7J@BB 4!"88#=",&%'($,*11" L L L!"88#=",&%' '8"= '8"= '8"=!"#"$"%&%'1","5"%+"%(M&+(="",5**+,*++"%N L(H&11"%N L34("I#(188#+"%1*5"%1+",,&%'N L3434(D,*%+"%5&%%"%="("%(5&'#"#"%="(188#+"% 4 7JO 4 L36("I#(*9M%=*%+&"N L3634(9#*1"5("%($*#D"# L3636(D,*%+"%5&%%"%="(188#+"% 7JO@ 4 4 L3B(,""P+&:=18D98M)N L3B34(D"#;"%+*'"(98"%5**+1"(& L3B36(*P+#"$("$# L3L(+8+*,"%(&%(Q"+(58%1+"#N L3L34(**%+*,(188#+"% 46 L3L36(**%+*,("R"5D,*#"%(1%8"$9**# S","*%+"(188#+"%N T(H&11"%(UD"#;"%+*'"(88#$85"%V 7J74 7J74 -(D,*%+"%5&%%"%="(188#+"%N!&++"#88#% 4JB2 7J74 6J2K W,"&%"(E8=="#$#M&D"# 7J@K 4BJX@ 6BJ7X S&"+88#%YSM&188#%(ZT[ 4J@B BJL2 6J2K \&"%=88#%&'"(<+"$",9**#1 7J74 H"+:" 7J4@ 7J74 BJL2 B2JO@ <%8"$ 2XJK4 X6JL4 B7JXX -(5&'#"#"%="(188#+"%N ^#&"=88#%&'"(<+"$",9**#1 7J4@ BJL2 6J2K F*,Y_*,&%'(ZT[ 4J4K >&"+-&%=&;"#"%="(+*R*N T(H&11"%(U5"+(D"#;"%+*'"(88#$85"%VN!**#1 BJO2 BJL2 6J2K!,*%$88#% 46J26 7J74 7J74 E*#5"#'#8%=", 7J74 7J74 /&%=" 7J@K >&"+(Q"#$"%="(188#+"%(U5"+(88#1D#8%$",&:$"(&%8"#)**#="%VN

152 !"#"$"%&%'"%()*+"#$)*,&+"&+(-(.!/*+("#1&"(2344(-(5**+,*++"%6746 5""+89:";+ <,8+"%(="#9"+>)" <,8+"%(="#9"+>)" <,8+"%(="#9"+>)" +EF" G4* G4* G4* H''#"'*+&" I I I J&11"%("K# 7LM 7LNNN 7L22A!"88#O",&%'($,*11" N D D!"88#O",&%' '8"O 5*+&' 5*+&'!"#"$"%&%'1","5"%+"%(>&+(O"",5**+,*++"%P N(J&11"%P N34("K#(188#+"%1*5"%1+",,&%'P N3434(F,*%+"%5&%%"%O"("%(5&'#"#"%O"(188#+"% 7LC 7L4D 7L4D N36("K#(*9>%O*%+&"P N3634(9#*1"5("%($*#F"# N3636(F,*%+"%5&%%"%O"(188#+"% 7L2 7L6 7L2N N3D(,""Q+&:O18F98>)P N3D34(F"#;"%+*'"(98"%5**+1"(& N3D36(*Q+#"$("$# N3N(+8+*,"%(&%(R"+(58%1+"#P N3N34(**%+*,(188#+"% 46 D 2 N3N36(**%+*,("S"5F,*#"%(1%8"$9**# T","*%+"(188#+"%P U(J&11"%(VF"#;"%+*'"(88#$85"%W -(9#*1"5("%($*#F"#P -(F,*%+"%5&%%"%O"(188#+"%P!&++"#88#% ALDM 7L74 X,"&%"(G8OO"#$#>&F"# 42LC6 J"+:" 7L74 47 N6LYN <%8"$ 46L2 -(5&'#"#"%O"(188#+"%P Z#&"O88#%&'"(<+"$",9**#1 7L74 67?&"+-&%O&;"#"%O"(+*S*P U(J&11"%(V5"+(F"#;"%+*'"(88#$85"%WP!**#1 42LC6 M7!,*%$88#% DNLDM N6LYN X"11,"#1([#8%O", 7L74 4NL6Y G*#5"#'#8%O", 7L74 \81 DL46 7L74 T88Q9,"& 7L74 T&&"#'#8%O", ALDM?&"+(R"#$"%O"(188#+"%(V5"+(88#1F#8%$",&:$"(&%8"#)**#O"%WP

153 !"#"$"%&%'"%()*+"#$)*,&+"&+(-(.!/*+("#1&"(2344(-(5**+,*++"%6746 5""+89:";+ /"+"#&%'"%(<8&:=8,>"# /"+"#&%'"%(<8&:=8,>"# /"+"#&%'"%(<8&:=8,>"# /"+"#&%'"%(<8&:=8,>"# /"+"#&%'"%(<8&:=8,>"# /"+"#&%'"%(<8&:=8,>"# +F=" G2 G2 G2 G2 G2 G2 H''#"'*+&" I I I I I I J&11"%("K# 7L4CM 7L474 7L7AM 7L6DN 7L72M 7L66C!"88#>",&%'($,*11" !"88#>",&%' 1,";O+ 1,";O+ 1,";O+ 8%+8"#"&$"%> 1,";O+ 8%+8"#"&$"%>!"#"$"%&%'1","5"%+"%(P&+(>"",5**+,*++"%Q D(J&11"%Q D34("K#(188#+"%1*5"%1+",,&%'Q D3434(#O"8R&","(188#+"% D36("K#(*9P%>*%+&"Q D3634(188#+"%(5&'#*+&"(#"'&8%**,ST"" 7L66 7L4C 7L D3636(O*9&+*+('"8",&'"(188#+"% 7LCD 7L6E 7L6M 7LAA 7L6C 7LMA D3C(+8+*,"%(&%(O"+(58%1+"#Q D3C34(**%+*,(188#+"% 46 4N 46 N 2 2 D3C36(**%+*,("U"5=,*#"% 44ED7 42DDC A744 67NAE CM77 CA7D G","*%+"(188#+"%Q V(J&11"%(W="#;"%+*'"(88#$85"%X -(#O"8R&","(188#+"%Q /&%>" 7L7A -(188#+"%(5&'#*+&"(#"'&8%**,ST""Q!#*1"5 4ALD2 4DL72 46LEC 7L7N H*,SY*,&%'(ZV[ 7LM 7L26 7LC G88R9,"& 7L2C 7L7A 7LND /&%>" 7L7A -(O*9&+*+('"8",&'"(188#+"%Q!&++"#88#% 6ELMM C4L6D 6M \#8+"(]8>>"#$#P&="# 4L72 6MLEE ^*#="# 7L6N ^,"&%"(]8>>"#$#P&="# 7LEC 7L7A ]*#5"#'#8%>", 7L4E H*,SY*,&%'(ZV[ 7LM 7L26 7LC G88R9,"& 7L2C 7L7A 7LND G&"+88#%SGP&188#%(ZV[ 42L22 4LA4 7L76 _&"%>88#%&'"(`+"$",9**#1 42LEA DELA2 J"+:" 7L26 7LND AALCM /&%>" 7L7A a"",+ 7LCD 7LC2 7L42 MLD6 4ELM4 `%8"$ 4LCN 4L22 CLD2 7L6C 4L72 6LED?&"+-&%>&;"#"%>"(+*U*Q V(J&11"%(W5"+(="#;"%+*'"(88#$85"%XQ!**#1 ML7A 4DLMC ALC4 7L76!,*%$88#% 66LN2 6AL6C 4ALC2 b#&">88#%&'"(`+"$",9**#1 4L2N AL2D 7L6A ECLNM 6LED ^8,9,"& 7LEN DLMN Y81 4LMN 7LN4 4D?&"+(O"#$"%>"(188#+"%(W5"+(88#1=#8%$",&:$"(&%8"#)**#>"%XQ

154

155

156 Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie & milieu Postbus 365, 41 AJ Culemborg Telefoon , Fax

KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014

KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen J.H. Bergsma P.B. Broeckx D.M. Soes Ecologie & landschap KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen ir

Nadere informatie

KRW visstandbemonstering Waterschap Aa en Maas D.M. Soes P.B. Broeckx J.L. Spier B. van den Boogaard J.H. Bergsma

KRW visstandbemonstering Waterschap Aa en Maas D.M. Soes P.B. Broeckx J.L. Spier B. van den Boogaard J.H. Bergsma KRW visstandbemonstering Waterschap Aa en Maas 212 D.M. Soes P.B. Broeckx J.L. Spier B. van den Boogaard J.H. Bergsma KRW visstandbemonstering Waterschap Aa en Maas 212 D.M. Soes P.B. Broeckx J.L. Spier

Nadere informatie

De visstand in vaarten en kanalen

De visstand in vaarten en kanalen De visstand in vaarten en kanalen Jochem Hop Bijeenkomst Vissennetwerk 6 juni 2013, Bilthoven Inhoudsopgave Inleiding Materiaal en Methode Analyse Trends Inleiding KRW-watertypen M3, M10, M6 en M7 M3 gebufferde

Nadere informatie

KRW visstandonderzoek in dertig waterlichamen in het beheergebied van Waterschap Rivierenland in 2018

KRW visstandonderzoek in dertig waterlichamen in het beheergebied van Waterschap Rivierenland in 2018 KRW visstandonderzoek in dertig waterlichamen in het beheergebied van Waterschap Rivierenland in 2018 Rapport 2: Toetsing en beoordeling van de visstand voor de KRW In opdracht van: Waterschap Rivierenland

Nadere informatie

Visstandonderzoek in vier waterlichamen in het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland 2013

Visstandonderzoek in vier waterlichamen in het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland 2013 Visstandonderzoek in vier waterlichamen in het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland 2013 Rapportnummer: 20130405/rap01 Status rapport: Definitief Datum rapport: 6-3-2014 Auteur: Projectleider: Kwaliteitscontrole:

Nadere informatie

KRW visstandmonitoring Drentsche Aa 2016

KRW visstandmonitoring Drentsche Aa 2016 KRW visstandmonitoring Drentsche Aa 2016 Rapport 2016-109 W. Patberg KRW Visstandmonitoring Drentsche Aa 2016 Rapport 2016-109 W. Patberg bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres postbus 111 9750 AC

Nadere informatie

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014 Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014 KRW-visbemonstering Tochten lage afdeling NOP en Vaarten NOP Rapport VSN 2014.05 In opdracht van Waterschap Zuiderzeeland 4 december 2014

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Noord-Willemskanaal 2013

KRW-visstandmonitoring Noord-Willemskanaal 2013 KRW-visstandmonitoring Noord-Willemskanaal 2013 Rapport 2013-091 W. Patberg G. Wolters KRW-visstandmonitoring Noord-Willemskanaal 2013 Rapport 2013-091 W. Patberg G. Wolters bezoekadres oosterweg 127

Nadere informatie

Vertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal. Jasper Arntz 6 juni 2013

Vertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal. Jasper Arntz 6 juni 2013 Vertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal Jasper Arntz 6 juni 2013 Inhoud Karakteristieken Julianakanaal Grensmaasproject Effecten van vertroebeling Abiotische monitoring Biotische

Nadere informatie

KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016

KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016 KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016 Rapport 2016-112 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016 Rapport 2016-112 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters bezoekadres

Nadere informatie

De aanpassing van de maatlatten. Eddy Lammens, RWS WVL Roelf Pot. De evaluatie van de maatlatten in 2010

De aanpassing van de maatlatten. Eddy Lammens, RWS WVL Roelf Pot. De evaluatie van de maatlatten in 2010 RWS Water, Verkeer en Leefomgeving De aanpassing van de maatlatten Eddy Lammens, RWS WVL Roelf Pot 1 van Verkeer en van 9-5-201212-4-20128-9 Infrastructuur 12-4-20128-9 en Milieu De evaluatie van de maatlatten

Nadere informatie

Vissen met een potje water edna metabarcoding

Vissen met een potje water edna metabarcoding Vissen met een potje water edna metabarcoding Jelger Herder, Mark Scheepens en Marco Beers Den Bosch, 3 November 2016 Environmental DNA (edna) Hoe werkt het? Alle soorten in het water laten DNA sporen

Nadere informatie

Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel

Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel veldwerkverslag 2008 Rapport 2009-023 J.H. Wanink Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel veldwerkverslag

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011

KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011 KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011 Rapport 2012-024 G.H. Bonhof G. Wolters KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011 Rapport 2012-024 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Eemskanaal / Winschoterdiep 2014

KRW-visstandmonitoring Eemskanaal / Winschoterdiep 2014 KRW-visstandmonitoring Eemskanaal / Winschoterdiep 2014 Rapport 2014-097 G. Wolters W. Patberg KRW-visstandmonitoring Eemskanaal / Winschoterdiep 2014 Rapport 2014-097 G. Wolters W. Patberg bezoekadres

Nadere informatie

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde

Nadere informatie

RWS Waterdienst. Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in Projectnummer:

RWS Waterdienst. Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in Projectnummer: RWS Waterdienst Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in 28 Projectnummer: 28219 Status Definitief Kenmerk 28219/rap1 Datum 19 november 28 Opgesteld

Nadere informatie

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar december 2006 Versie 1 door: Kemper Jan H. Statuspagina Titel Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Samenstelling:

Nadere informatie

KRW visstandmonitoring Kanalen Oldambt 2016

KRW visstandmonitoring Kanalen Oldambt 2016 KRW visstandmonitoring Kanalen Oldambt 2016 Rapport 2016-110 W. Patberg G. Wolters KRW Visstandmonitoring Kanalen Oldambt 2016 Rapport 2016-110 W. Patberg G. Wolters bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres

Nadere informatie

KRW visstandmonitoring Oldambtmeer 2016

KRW visstandmonitoring Oldambtmeer 2016 KRW visstandmonitoring Oldambtmeer 2016 Rapport 2016-111 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters KRW visstandmonitoring Oldambtmeer 2016 Rapport 2016-111 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters bezoekadres

Nadere informatie

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 WATERSCHAP AA EN MAAS 20 september 2012 076534150:0.7 - Definitief C01012.100177.0100 5 Waterschap Aa en Maas Hevelpassage Kaweise Loop 5.1 KAWEISE

Nadere informatie

Inventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland

Inventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland Inventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland Een rapportage van RAVON in opdracht Waterschap Zuiderzeeland (mede namens Natuurmonumenten en de provincie Flevoland) J. Kranenbarg

Nadere informatie

EU-Intercalibratie maatlatten M-typen. Meten = Weten?

EU-Intercalibratie maatlatten M-typen. Meten = Weten? EU-Intercalibratie maatlatten M-typen Meten = Weten? Inhoud presentatie Aanleiding Kort maatlatten M-typen Aanpak onderzoek Resultaten buitenland deel Resultaten binnenland deel Vergelijking maatlatten

Nadere informatie

Het visperspectief. Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Het visperspectief. Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Het visperspectief Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Intro Foto: Wikipedia Deel 1: De leefgebieden, de knelpunten en de oplossingen Deel

Nadere informatie

Rapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport:

Rapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport: Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande en kleine wateren Scheldemeander Meerseput, Scheldemeander Het Anker, Leiemeander te Oeselgem, Oude Durme te Hamme en de Rupelmondse Kreek, 22 Provincie

Nadere informatie

Onderzoek naar de visstand in Tochten H en J

Onderzoek naar de visstand in Tochten H en J KRW VISSTANDONDERZOEK ZUIDERZEELAND 2013 Onderzoek naar de visstand in Tochten H en J N. van Kessel B. Niemeijer In opdracht van: Waterschap Zuiderzeeland 23 januari 2014 N A T U U R B A L A N S L I M

Nadere informatie

Visstandmonitoring Zuidlaardermeer (KRW) en Foxholstermeer 2009

Visstandmonitoring Zuidlaardermeer (KRW) en Foxholstermeer 2009 Visstandmonitoring Zuidlaardermeer (KRW) en Foxholstermeer 29 Rapport 21-21 G.H. Bonhof G. Wolters Visstandmonitoring Zuidlaardermeer (KRW) en Foxholstermeer 29 Rapport 21-21 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Westerwoldse Aa Zuid, 2014

KRW-visstandmonitoring Westerwoldse Aa Zuid, 2014 KRW-visstandmonitoring Westerwoldse Aa Zuid, 2014 Rapport 2014-095 G.H. Bonhof G. Wolters KRW-visstandmonitoring Westerwoldse Aa Zuid, 2014 Rapport 2014-095 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres oosterweg

Nadere informatie

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J.

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Aan: P.C. Jol Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Hop Inleiding Omstreeks begin mei 2013 is de

Nadere informatie

Visstandbemonstering Randmeren- Oost In opdracht van Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied

Visstandbemonstering Randmeren- Oost In opdracht van Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied Visstandbemonstering Randmeren- Oost 21 In opdracht van Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied 23 december 21 Verantwoording Titel Visstand bemonstering Randmeren- Oost 21 Opdrachtgever Dienst IJsselmeergebied

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Hunze 2009

KRW-visstandmonitoring Hunze 2009 KRW-visstandmonitoring Hunze 2009 Rapport 2010-22 G.H. Bonhof G. Wolters KRW-visstandmonitoring Hunze 2009 Rapport 2010-022 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres postbus 111

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Vijvers Vlaams-Brabant Rapportnummer: 265/3 Status rapport: Definitief Datum rapport: 5 maart 22 Auteur: Gecontroleerd:

Nadere informatie

edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW)

edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW) edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW) Jelger Herder Utrecht, 9 april 2015 Sommige soorten zijn lastig te monitoren Grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) Vrijwilligers

Nadere informatie

Steeknet & Hengelvangstregistratie

Steeknet & Hengelvangstregistratie Steeknet & Hengelvangstregistratie Schepnetvissers & hengelaars gezamenlijk op pad? Jan Kranenbarg & Toine Aarts Opbouw presentatie 1. Hengelaars & schepnetters bekeken 2. Wat wordt er zoal gevangen? 3.

Nadere informatie

NVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen

NVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen NVO's en vis Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen Amersfoort, 24 november 2011 Carlo Rutjes & Michelle de la Haye Scoren met natuurvriendelijke

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

AquaTerra Water en Bodem B.V

AquaTerra Water en Bodem B.V AquaTerra Water en Bodem B.V Visstandonderzoek in het beheersgebied van Waterschap Veluwe in Projectnummer: AT3..7 Datum: April 6 Status: Definitief Opgesteld: P. Rutjes Gecontroleerd: M. Beers, J.Kampen

Nadere informatie

Aanpassing vismaatlatten voor M-typen. Inleiding. Inleiding. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten

Aanpassing vismaatlatten voor M-typen. Inleiding. Inleiding. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten Aanpassing vismaatlatten voor M-typen Inleiding Nu 5 deelmaatlatten vis in zoete M-typen 5. Aantal soorten 1. brasem - snoekbaars 2. baars - blankvoorn 3. ruisvoorn - snoek 4. zeelt - kroeskarper Guus

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Hazewinkel, De Bocht en Den Aerd, 2012

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Hazewinkel, De Bocht en Den Aerd, 2012 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Hazewinkel, De Bocht en Den Aerd, 22 Provincie Antwerpen Rapportnummer: 22369/rap Status rapport: Definitief Datum rapport: 2-2-23 Auteur:

Nadere informatie

Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten

Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten 2000-2010 Martijn Schiphouwer (i.p.v. Jan Kranenbarg) Vreugderijkerwaard, 18-10-2012 Opbouw presentatie 1. ON-onderzoek 2009: nevengeulen & uiterwaardwateren

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Paalse Plas, Meynekomplas en Heerenlaak, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Paalse Plas, Meynekomplas en Heerenlaak, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Paalse Plas, Meynekomplas en Heerenlaak, Provincie Limburg Rapportnummer: 9_LI/rap Status rapport: Definitief Datum rapport: 9 maart Auteur:

Nadere informatie

Waterschap Hunze en Aa's

Waterschap Hunze en Aa's Waterschap Hunze en Aa's KRW visstandbemonstering kerngebieden kanalen Westerwolde 28 Projectnummer: 28631 Status Definitief Datum januari 29 Opgesteld door Matthijs Koole Gecontroleerd Jouke Kampen AquaTerra

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in oude kanaaldelen, Oud Kanaal Bocholt, Oud Kanaal Bree-beek, Oud Kanaal Lanklaar en Oud Kanaal Dilsen 2018.

Onderzoek naar het visbestand in oude kanaaldelen, Oud Kanaal Bocholt, Oud Kanaal Bree-beek, Oud Kanaal Lanklaar en Oud Kanaal Dilsen 2018. Onderzoek naar het visbestand in oude kanaaldelen, Oud Kanaal Bocholt, Oud Kanaal Bree-beek, Oud Kanaal Lanklaar en Oud Kanaal Dilsen 208. Provincie Limburg Rapportnummer: 2080379/rap02 Status rapport:

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Hunze, 2015

KRW-visstandmonitoring Hunze, 2015 KRW-visstandmonitoring Hunze, 2015 Rapport 2016-023 G.H. Bonhof J.H. van der Heide G. Wolters KRW-visstandmonitoring Hunze, 2015 Rapport 2016-023 G.H. Bonhof J.H. van der Heide G. Wolters bezoekadres

Nadere informatie

TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages

TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK onderzoek aan vier vispassages De waterhuishouding aan de voet van de stuwwal vanaf Ubbergen tot en met Beek is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd.

Nadere informatie

KRW visstandonderzoek Friesland 2018

KRW visstandonderzoek Friesland 2018 KRW visstandonderzoek Friesland 218 Rapportnummer: 218361/rap1 Status rapport: Definitief Datum rapport: 7-6-219 Auteur: Projectleider: Kwaliteitscontrole: Ir. R. Kleppe Ing. S. Bouwman Ing. M. Koole Ing.

Nadere informatie

Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden

Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden BIJLAGE Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Stromingsgilde Aal Anguilla anguilla EURY Alver Alburnus alburnus EURY Baars Perca fluviatilis EURY

Nadere informatie

Waterschap Rijn & IJssel

Waterschap Rijn & IJssel Waterschap Rijn & IJssel KRW-bemonstering 19 beken Waterschap Rijn en IJssel Projectnummer: 20070629 Status Definitief Paraaf Datum februari 2008 Opgesteld door Patrick Rutjes Renata Fortuin Gecontroleerd

Nadere informatie

Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009)

Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009) Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009) Linde Galle en Gerlinde Van Thuyne Blankenbergse vaart,

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Leiemeanders Oost-Vlaanderen

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Leiemeanders Oost-Vlaanderen Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Leiemeanders Oost-Vlaanderen Rapportnummer: 265/4 Status rapport: Definitief Datum rapport: 5 maart 22 Auteur: Gecontroleerd:

Nadere informatie

Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant

Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant Activiteitenverslag Aa en Maas 2015 Martijn Schiphouwer Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant Activiteitenverslag Aa en Maas 2015 Martijn Schiphouwer Colofon Status

Nadere informatie

Werkprotocol visbemonsteringen KRW

Werkprotocol visbemonsteringen KRW Visserij Service Nederland sterk in viswerk Werkprotocol visbemonsteringen KRW Bemonstering, verwerking gegevens, rapportage Opgesteld: Januari 2012 Update februari 2014 Visserij Service Nederland, Groot-Ammers

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen Rapportnummer: 26/ Status rapport: Definitief Datum rapport: maart 22 Auteur:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Schoendalebocht, Oude Leiearm te St-Baafsvijve en het Waggelwater, 2012

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Schoendalebocht, Oude Leiearm te St-Baafsvijve en het Waggelwater, 2012 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Schoendalebocht, Oude Leiearm te St-Baafsvijve en het Waggelwater, 22 Provincie West Vlaanderen Rapportnummer: 22369/rap4 Status rapport:

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring boezemkanalen Oldambt 2010

KRW-visstandmonitoring boezemkanalen Oldambt 2010 KRW-visstandmonitoring boezemkanalen Oldambt 2010 Rapport 2011-013 G.H. Bonhof G. Wolters KRW-visstandmonitoring boezemkanalen Oldambt 2010 Rapport 2011-013 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres oosterweg

Nadere informatie

Beoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen

Beoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen Beoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen 24-04-2013 Nieuwe maatlatten nieuwe keuzes Waterrijke gebieden en samengestelde waterlichamen: waar lopen we tegenaan? - 2 voorbeelden

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING...

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... SAMENVATTING Het Waterschap Rivierenland heeft in haar meetprogramma 2010 de doelstelling KRW waterlichamen te inventariseren op vis. Hiervoor heeft zij ATKB gevraagd om een visstand bemonstering uit te

Nadere informatie

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Rapport: VA2009_32 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs Juni, 2009 door: Martin Kroes & Robin Blokhuizen Statuspagina Titel: Flora- en faunawetbemonstering

Nadere informatie

Errata Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water (STOWA )

Errata Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water (STOWA ) Errata Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water 2015-2021 (STOWA 2012-31) versie: 07-08-2014 contact: Niels Evers: Frank van Herpen niels.evers@rhdhv.com frank.van.herpen@rhdhv.com

Nadere informatie

RWS Waterdienst. Visstandonderzoek Volkerak-Zoomeer november-december Projectnummer:

RWS Waterdienst. Visstandonderzoek Volkerak-Zoomeer november-december Projectnummer: RWS Waterdienst Visstandonderzoek Volkerak-Zoomeer november-december 28 Projectnummer: 281446 Status Definitief Datum januari 29 Opgesteld door J. Kampen, M. Koole Gecontroleerd P. Rutjes AquaTerra KuiperBurger

Nadere informatie

Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015

Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers

Nadere informatie

SAMENVATTING In het Friese Waterbeheerplan is een pilot beheervisserij aangekondigd. Daarvoor is de Leijen is geselecteerd.

SAMENVATTING In het Friese Waterbeheerplan is een pilot beheervisserij aangekondigd. Daarvoor is de Leijen is geselecteerd. SAMENVATTING In het Friese Waterbeheerplan 2010-2015 is een pilot beheervisserij aangekondigd. Daarvoor is de Leijen is geselecteerd. Vóór de daadwerkelijke start van de beheervisserij in de Leijen dient

Nadere informatie

Waterschap Hunze en Aa's

Waterschap Hunze en Aa's Waterschap Hunze en Aa's KRW visstandbemonstering kerngebieden kanalen Hunze-Veenkoloniën 28 Projectnummer: 28631 Status Definitief Datum januari 29 Opgesteld door Matthijs Koole Gecontroleerd Jouke Kampen

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande wateren De Volharding en Mellevijver 2014

Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande wateren De Volharding en Mellevijver 2014 Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande wateren De Volharding en Mellevijver 2014 Provincie Antwerpen Rapportnummer: 20140778_Antw/rap01 Status rapport: Definitief Datum rapport: 22 april 2015

Nadere informatie

Waterschap Hunze en Aa's

Waterschap Hunze en Aa's Waterschap Hunze en Aa's Projectnummer: 20071132 Status Definitief Datum 13 februari 2008 Opgesteld door Tom Bruinsma & Marco Beers Gecontroleerd door Matthijs Koole AquaTerra-KuiperBurger ATKB Geldermalsen

Nadere informatie

Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag

Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag Rode Loop Gerlinde Van Thuyne en Yves Maes INBO.IR.2012.24

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Meer van Rotselaar, Demermeander Schoonhoven en de Vallei van de drie beken, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Meer van Rotselaar, Demermeander Schoonhoven en de Vallei van de drie beken, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Meer van Rotselaar, Demermeander Schoonhoven en de Vallei van de drie beken, 214 Provincie Vlaams Brabant Rapportnummer: 21439_VLB/rap1

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Schildmeer 2009

KRW-visstandmonitoring Schildmeer 2009 KRW-visstandmonitoring Schildmeer 2009 Rapport 2010-20 G.H. Bonhof G. Wolters KRW-visstandmonitoring Schildmeer 2009 Rapport 2010-020 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres postbus

Nadere informatie

Visstandbemonstering Vollenhover- en Kadoelermeer Rapportnummer: /rapp001 Status rapport: Definitief Datum rapport: juli 2010

Visstandbemonstering Vollenhover- en Kadoelermeer Rapportnummer: /rapp001 Status rapport: Definitief Datum rapport: juli 2010 Visstandbemonstering Vollenhover- en Kadoelermeer 21 Waterschap Zuiderzeeland Rapportnummer: 291265/rapp1 Status rapport: Definitief Datum rapport: juli 21 Auteur: J. Hop paraaf: Gecontroleerd: J. Kampen

Nadere informatie

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden -

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Johan van Giels Bijeenkomst Vissennetwerk 19 mei 2016, Haringvliet Inhoudsopgave Inleiding/achtergrond Materiaal en Methode Soortensamenstelling Omvang visbestand

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS Waterdienst. De aanpassing van de KRW vismaatlatten. Eddy Lammens, RWS WD

Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS Waterdienst. De aanpassing van de KRW vismaatlatten. Eddy Lammens, RWS WD RWS Waterdienst De aanpassing van de KRW vismaatlatten Eddy Lammens, RWS WD 1 van 9-5-201212-4-20128-9 Infrastructuur 12-4-20128-9 en Milieu November 2011 De evaluatie van de maatlatten in 2010 Voorafgaand

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Oldambtmeer 2010

KRW-visstandmonitoring Oldambtmeer 2010 KRW-visstandmonitoring Oldambtmeer 2010 Rapport 2010-103 G.H. Bonhof G. Wolters koeman en bijkerk bv ecologisch onderzoek en advies KRW-visstandmonitoring Oldambtmeer 2010 Rapport 2010-103 G.H. Bonhof

Nadere informatie

Vismonitoring Hollandse IJssel 2003

Vismonitoring Hollandse IJssel 2003 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Vismonitoring Hollandse IJssel 3 8 juni 4 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Vismonitoring Hollandse IJssel 3 8 juni 4 3 Vismonitoring Hollandse IJssel . Inleiding

Nadere informatie

Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet

Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet Visserij Service Nederland sterk in viswerk Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet Bemonstering, vaststellen ecologisch effect, aanvragen ontheffing Opgesteld: Januari 2012 Update februari 2014 Visserij

Nadere informatie

Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland

Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten

Nadere informatie

KRW visstandmonitoring Lauwersmeer 2014

KRW visstandmonitoring Lauwersmeer 2014 KRW visstandmonitoring Lauwersmeer 2014 Rapport 2014-094 W. Patberg KRW visstandmonitoring Lauwersmeer 2014 Rapport 2014-094 W. Patberg bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres postbus 111 9750 AC Haren

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren, Scheldemeander Nederename, Eine de Ster-Noord & Zuid, Heurne den Heuvel en Spettekraai 2018.

Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren, Scheldemeander Nederename, Eine de Ster-Noord & Zuid, Heurne den Heuvel en Spettekraai 2018. Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren, Scheldemeander Nederename, Eine de Ster-Noord & Zuid, Heurne den Heuvel en Spettekraai 218. Provincie Oost-Vlaanderen Rapportnummer: 218379/rap1_OVL

Nadere informatie

RWS Waterdienst. Visstandbemonstering Volkerak-Zoommeer. Projectnummer:

RWS Waterdienst. Visstandbemonstering Volkerak-Zoommeer. Projectnummer: RWS Waterdienst Visstandbemonstering Volkerak-Zoommeer Projectnummer: 851 Status Definitief Kenmerk 851/rap1 Datum oktober Opgesteld door Jouke Kampen Gecontroleerd Johan van Giels AquaTerra - KuiperBurger

Nadere informatie

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen 1 Wijze van citeren: Boets P., Dillen A., Malfroid D., Poelman E. (2017). Visstandsonderzoek

Nadere informatie

KNNV afdeling Delfland

KNNV afdeling Delfland voor een natuurlijke leefomgeving In opdracht en in overleg met RAVON Uitgevoerd door de studiegroep vissen KNNV afdeling Delfland Doel: input voor digitale visatlas van Nederland en speciaal Zuid-Holland

Nadere informatie

Rivierkreeften, wat doen we ermee? Menno Soes

Rivierkreeften, wat doen we ermee? Menno Soes Rivierkreeften, wat doen we ermee? Menno Soes Foto: Theodoor Heijerman Rivierkreeften Overzicht in Nederland voorkomende rivierkreeften. Nederlandse naam Europese rivierkreeft Turkse rivierkreeft Californische

Nadere informatie

Visrechten Water Verhuurder Huurder Visrecht Ringvaart HHS van Schieland WJ den Boer volledig Ringvaart Hennipsloot

Visrechten Water Verhuurder Huurder Visrecht Ringvaart HHS van Schieland WJ den Boer volledig Ringvaart Hennipsloot NL39_03 Ringvaart Visrechten Water Verhuurder Huurder Visrecht Ringvaart HHS van Schieland WJ den Boer volledig Ringvaart Hennipsloot SportvisserijZuidwest Nederland machtigi ng Waterbeheerder: Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O rapportnr.

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren E3-Put Oostakker en Oude Leie Astene, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren E3-Put Oostakker en Oude Leie Astene, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren E3-Put Oostakker en Oude Leie Astene, 214 Provincie Oost Vlaanderen Rapportnummer: 214539_O-VL/rap1 Status rapport: Definitief Datum rapport:

Nadere informatie

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Rapport: VA 2010_06 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Juni, 2010 door: I.L.Y. Spierts Statuspagina Statuspagina Titel: Flora- en faunabemonstering

Nadere informatie

Inventarisatie vissen in de Harderbroek en de Stille Kern, Flevoland

Inventarisatie vissen in de Harderbroek en de Stille Kern, Flevoland Inventarisatie vissen in de Harderbroek en de Stille Kern, Flevoland REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Inventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland Een rapportage van

Nadere informatie

RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch

RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch Frank Spikmans en Rombout van Eekelen oktober 2008 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501

Nadere informatie

VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003. West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal

VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003. West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003 Sven Vrielynck (1) en Gerlinde Van Thuyne (2) (1) Provinciale Visserijcommissie West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge (2) Instituut voor Bosbouw en

Nadere informatie

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Hondshalstermeer 2009

KRW-visstandmonitoring Hondshalstermeer 2009 KRW-visstandmonitoring Hondshalstermeer 2009 Rapport 2010-019 G.H. Bonhof G. Wolters KRW-visstandmonitoring Hondshalstermeer 2009 Rapport 2010-019 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres oosterweg 127 Haren

Nadere informatie

Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen

Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen Rapport: VA9_33 Bijlagenrapport 8 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper

Nadere informatie

Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact)

Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact) Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact) Rapport: VA9_33 Bijlagenrapport 7 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen.

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Rivierenhof en Blaasveld Broek

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Rivierenhof en Blaasveld Broek Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Rivierenhof en Blaasveld Broek Rapportnummer: 200605/002 Status rapport: Definitief Datum rapport: 3 april 202 Auteur:

Nadere informatie

Bijlagenrapport 4 Centrifugaalpompen

Bijlagenrapport 4 Centrifugaalpompen Bijlagenrapport Centrifugaalpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)

Nadere informatie

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Rapport: VA2012_36 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV 22 november 2012 door: Q.A.A. de Bruijn Statuspagina Statuspagina Titel: Vistoets Opsterlandse

Nadere informatie

Waterleidingbedrijf Amsterdam

Waterleidingbedrijf Amsterdam Waterleidingbedrijf Amsterdam De uitdunning van de visstand in de plas Loenderveen Oost / Projectnummer: AT..796 Datum: Oktober Status: Definitief Opgesteld: S. Vernooij Gecontroleerd: J. Kampen AquaTerra

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Kader Richtlijn Water

Kader Richtlijn Water Kader Richtlijn Water Visstandbemonsteringen waterlichamen Delfland Rapport VA2006_44 Opgesteld in opdracht van: Hoogheemraadschap van Delfland 5 februari 2007 Definitieve versie door: M.J. Kroes & F.T.

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek naar het visbestand en de vismigratie in de Grensmaasregio in het Vlaamse Gewest

Wetenschappelijk onderzoek naar het visbestand en de vismigratie in de Grensmaasregio in het Vlaamse Gewest Wetenschappelijk onderzoek naar het visbestand en de vismigratie in de Grensmaasregio in het Vlaamse Gewest Rapportnummer: 3/rap Status rapport: Definitief Datum rapport: februari Auteur: J. Hop paraaf:

Nadere informatie

Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland

Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland St. Zeeschelp M. Dubbeldam Waterschap Zeeuwse Eilanden W. Quist Inhoudsopgave Waterschap Zeeuwse Eilanden Beleidskader (kort) Huidige situatie Gewenste beeld Maatregelen

Nadere informatie