ProAccess. Analyse van coördinatie en samenwerking in achterlandvervoer van maritieme containerketens. Werknotitie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ProAccess. Analyse van coördinatie en samenwerking in achterlandvervoer van maritieme containerketens. Werknotitie"

Transcriptie

1 ProAccess Analyse van coördinatie en samenwerking in achterlandvervoer van maritieme containerketens Werknotitie 20 maart 2006

2 1 INLEIDING Doel en focus ProAccess Aanpak Opzet rapportage MOTIEVEN VOOR SAMENWERKING IN ACHTERLANDKETENS Inleiding Het belang van een goed achterlandregime voor de concurrentiekracht van zeehavens Verladerseisen Vormgeving database Opzet van de casestudies Beschrijving van de 10 cases RHINECONTAINER COMBINED CONTAINER SERVICE FAHRGEMEINSCHAFTEN OP DE RIJN ALLIANTIE ZEECONTAINERVERVOERDERS PUBLIEK OP-EN OVERSLAGPUNT CONTAINERS INLAND CONTAINERTERMINAL GERMERSHEIM ERS RAILWAYS QUALITY RAIL ROTTERDAM CONVENANT ECT EN CBRB 2000 BARGEPLANNING Ordening motieven voor coördinatie Identificatie coördinatieproblemen COÖRDINATIEMECHANISMEN IN ACHTERLANDVERVOER Inleiding Verschillende coördinatiemechanismen VERBREDING VAN TCE: COÖRDINATIEMECHANISMEN VOOR GROTE GROEPEN

3 3.3 Criteria voor het gebruik van coördinatiemechanismen EEN SCAN VAN MOGELIJKHEDEN EN MANIEREN OM DOOR COÖRDINATIE DE EFFICIENCY VAN ACHTERLANDKETENS TE VERGROTEN Structuur van de scan Deel 1: relevantie coördinatieproblemen en kansen voor betere coördinatie Deel 2: Algemene analyse coördinatiemechanismen Deel 3: specifieke analyse voor de belangrijkste kansen voor betere coördinatie Introductie en het afsluitende deel INTRODUCTIE VAN DE SCAN HET AFSLUITENDE GEDEELTE VAN DE SCAN Het gebruik van de scan GERAADPLEEGDE BRONNEN...58 APPENDIX 1: DATABASE MET ARRANGEMENTEN...61 APPENDIX 2: WETENSCHAPPELIJKE KRITIEK OP WILLIAMSON...68 APPENDIX 3: SUCCES- EN FAALFACTOREN BINNEN SAMENWERKING IN ACHTERLANDKETENS

4 1 Inleiding 1.1 Doel en focus ProAccess De doelstelling van de module ProAccess is het door nieuwe samenwerkingsverbanden of coördinatievormen effectiever en efficiënter inrichten van het maritieme achterlandnetwerk. Het project ProAccess beoogt door middel van het aanreiken van goed onderbouwde verbetermogelijkheden, welke in samenspraak met de relevante actoren (havenautoriteit, bedrijven in de binnenvaart, het spoor en wegvervoer) zijn beoordeeld, een kennistransfer te bereiken die de achterlandbereikbaarheid vergroot. De focus ligt op samenwerkingsverbanden in achterlandketens van maritieme containerstromen en interorganisatorische samenwerking tussen actoren. Deze focus wordt hieronder nader uitgelegd. Focus op maritieme containerketens Als focus is gekozen voor samenwerking en coördinatie in het achterlandvervoer van maritieme containerketens. Deze focus op het achterland vervoer van maritieme containerketens is gekozen vanwege het bestaan van onbenutte bundelingsvoordelen en onbenutte integratievoordelen in deze ketens en samenwerking of coördinatie als cruciaal instrument om deze voordelen te realiseren. Dit is te verklaren vanuit: - het feit dat de aansturing van achterlandketens van maritieme containers veelal niet in handen is van de verlader, maar van een tussenpersoon of van een rederij (agent). De vraagkant van de haven en het achterlandvervoer komt steeds meer onder druk te staan van steeds groter wordende netwerkexpediteurs (zie ING, 2004). Ook containerrederijen hebben door alliantievorming een sterke onderhandelingspositie ten opzichte van havenbedrijven, stuwadoors en vervoerder in het achterland vervoer (zie bijv. Heaver et al, 2001). - de begrijpelijke focus van alle spelers op optimalisatie van hun deel van de keten, waardoor het gevaar van suboptimalisatie ontstaat; partijen in de keten kunnen ook op zoek zijn naar een betere positie door hun taken te verbreden. Bijvoorbeeld binnenvaartoperators die ook functioneren als terminal operator en/of agent. - het feit dat een aantal belangrijke spelers in de keten geen contractuele relaties hebben, waardoor de markt zijn werk niet goed kan doen. In figuur 1.1 is dit schematische weergegeven in een achterlandketen met spoorvervoer. De zeerederij heeft een contract met de stuwadoor en de spoorvervoerder heeft een contract met de ladingbelanghebbende. Tussen de stuwadoor en de spoorvervoer 4

5 bestaat geen contractuele relatie. Voor een effectieve havenoperatie is een contract of andere vorm van coördinatie een basis voor samenwerking. Nu ontbreekt veelal een prikkel om tot een effectieve samenwerking te komen. Figuur 1.1 Voorbeeld contractuele relaties in spoorketen haven Zeerederij Stuwadoor Railgoederenverv. Ladingbelanghebbende/ Expediteur goederenstroom Railinfrastructuurbeheerder contract Focus op interorganisatorische samenwerking Kennis over samenwerking en coördinatie in achterlandvervoer- vanuit een interorganisarische oogpunt- is nog maar zeer beperkt ontwikkeld, in tegenstelling tot kennis over samenwerking en coördinatie in de containerzeevaart. Overnames en strategische allianties in de containerlijnvaart (vessel sharing agremeents, conferences etc.) zijn in door veel haven- en scheepvaarteconomen geanalyseerd. (zie Araujo de Souza jr., 2003), echter kennis over interorganisatorische samenwerking is beperkt. Het feit dat de voordelen van integratie nog niet maximaal worden benut is breed geaccepteerd en blijkt uit de resultaten van eerder onderzoek op dit punt (De Langen and Chouly, 2004). Ook andere wetenschappers pleiten voor een benadering waarin niet de technische haalbaarheid van nieuwe concepten voorop staat, maar juist de organisatorische arrangementen die nodig zijn om potentiële verbeteringen (bundelingsvoordelen) ook daadwerkelijk in te voeren (zie Panayides, 2001). In ProAccess wordt onderzoek gedaan naar de vraag welke vorm van interorganisatorische samenwerking in welke situaties het meest efficiënt is. 1.2 Aanpak De onderzoeksstappen die tot nu toe hebben plaatsgevonden staan weergegeven in de fig ProAccess levert naast een analyse van samenwerking in maritieme achterlandketens ook 2 concrete eindproducten op: een database van samenwerkingsarrangementen en een scan/tool om onderzoek te doen naar coördinatie in achterlandketens. 5

6 Table1.2 Onderzoekstappen 1. Doorlopende scan arrangementen in achterlandketens, inclusief historische analyse; 2. Studie naar coördinatiemechanismen Motieven voor coordinatie beyond price Coördinatiemechanismen/ beoordelingscriteria 3. Opstellen database Doorlopend aanvullen van de database 4. Analyse en ontwikkelen tool/scan Terminologie: samenwerkingsverband en arrangement Voordat de verschillende stappen in meer detail worden beschreven gaan we kort in op de gebruikte terminologie. Deze terminologie is nogal lastig omdat het gaat om alle vormen van coördinatie. Dat betekent dat het niet alleen gaat om samenwerkingsverbanden, maar ook bijvoorbeeld om het introduceren van nieuwe markten (bijvoorbeeld het veilen van slots voor de afhandeling van binnenvaartschepen bij zeeterminals of vrachtuitwisseling via virtuele marktplaatsen of de introductie van intermediairs). Ook systemen zoals intelligent agents kunnen leiden tot betere coördinatie tussen verschillende partijen in de containerketen. Om deze reden is gekozen voor de term arrangement. Daaronder vallen dus alle bovenbeschreven mechanismen om te komen tot betere coördinatie. Een achterlandarrangement kan in deze context worden gedefinieerd als een structuur waarmee afstemming tussen verschillende partijen in de achterlandketen gerealiseerd wordt. 6

7 De rol van de markt als coördinatiemechanisme is in dit opzicht lastig. De markt is een efficiënte coördinatievorm als de coördinatiebehoefte beperkt is tot overeenstemming over de prijs (incl. leveringscondities etc) van een product. Echter, coördinatie in achterlandketens alleen op basis van prijs leidt juist tot problemen: er is behoefte aan coordination beyond price, meer afstemming dan! t via de markt te realiseren is. Daarom wordt prijscoördinatie alleen meegenomen voor zover het gaat om de introductie van nieuwe markten of contractvormen die bedoelt zijn om de huidige inefficiënties door onvoldoende coördinatie te reduceren. De veelheid aan individuele contracten tussen verschillende partijen in de achterlandketen worden niet als arrangement beschouwd en dus niet meegenomen in de analyse. Een arrangement is dus een concrete, bestaande structuur van achterlandcoördinatie. De database uit de bovenstaande figuur bestaat uit een groot aantal van zulke concrete arrangementen. Uit het analyseren van deze arrangementen kunnen naar verwachting conclusies getrokken worden die relevant zijn voor alle actoren die zich in de praktijk bezig houden met de problematiek van coördinatie in de achterlandketen. Bij de analyse van al deze arrangementen wordt gebruik gemaakt van wetenschappelijke inzichten over de rol en werking van verschillende coördinatiemechanismen. Deze coördinatiemechanismen zijn algemeen, bijvoorbeeld verticale integratie of allianties. Er zijn dus verschillende arrangementen waarin hetzelfde coördinatiemechanisme wordt gebruikt. Stap 1: Scan arrangementen in achterlandketens De 1 e stap uit figuur 1.2 omvat een doorlopende scan van arrangementen in achterlandketens. Hiertoe wordt vakliteratuur (Nieuwsblad Transport, Mainport News, publicaties van havenbeheerders en het havenbedrijfsleven etc.), maar ook wetenschappelijke literatuur gescand. Tevens vinden interviews met experts plaats. Een aantal van deze arrangementen, waarvan verwacht wordt dat nadere bestudering leidt tot nieuwe inzichten, wordt nader beschreven. Van deze arrangementen wordt een historische beschrijving gegeven en worden de motieven die de samenwerking tot stand brachten beschreven. Dit leidt tot een lijst met motieven ( opportunities ) voor het ontwikkelen van achterlandarrangementen. Stap 2: Coördinatiemechanismen De 2 e stap resulteert in een lijst met coördinatiemechanismen. Hierbij nemen de economische theorieën uit de New Institutional Economics (NIE), een belangrijke plaats in, met name het werk Williamson over governance structures (Wiliamson, 1985), Het analysekader van Williamson wordt wel als uitgangspunt genomen, maar verbreedt omdat Williamson zich richt op de vraag hoe transacties vormgegeven worden en binnen ProAccess de bredere vraag hoe coordination beyond price 7

8 vormgegeven wordt centraal staat. Dat laatste vraagt ook om aandacht voor de rol van de overheid en collectieve arrangementen. Een aanzet tot verbreding van governance in zeehavens is gedaan door De Langen (2004), daarop wordt in dit project voortgebouwd. Naast het opstellen met een lijst van coördinatiemechanismen worden voor- en nadelen van deze mechanismen in kaart gebracht, zodat in kaart gebracht kan worden in welke omstandigheden welk coördinatiemechanisme het meest kans op verbeterde coördinatie biedt. Daarbij zijn een aantal criteria van belang zoals de mate waarin een coördinatiemechanisme gebruikt van worden voor arrangementen met veel betrokken bedrijven en de mate waarin commerciële doelstellingen gerealiseerd kunnen worden. Deze criteria worden voor een groot deel afgeleid uit bestaande wetenschappelijke inzichten, de cases worden gebruikt om te toetsen of ze een voldoende compleet beeld geven van de praktijk van het achterlandvervoer. Stap 3: Database Vervolgens krijgt de database, in stap 3, haar definitieve vorm. Figuur 1.3 geeft de vorm schematisch weer. Deze databank heeft een functie als analytisch raamwerk. Het kan gebruikt worden om bestaande samenwerkingsverbanden te analyseren, tot identificatie te komen van kansrijk geachte samenwerkingstrajecten en voor bestaande plannen te analyseren welk coördinatiemechanisme het meest doelmatig is. Figuur 1.3 Vormgeving database met arrangementen in achterlandketens Stap 1 Stap 2 Motieven Coördinatiemech. Beoordelingscriteria Arrangement A Stap 1-aan- vullen Arrangement B Arrangement C Arrangement Stap 4: analyse en ontwikkelen tool Het resultaat van stap 4 is een methodiek, tool of quick scan waarin een overzicht wordt gegeven actorspecifieke arrangementen. Daarnaast moet een inschatting van het potentieel en de haalbaarheid van het arrangement worden gemaakt. 8

9 Op basis van de in stap 2 opgestelde criteria om coördinatiemechanisme te beoordeling, wordt de beste match bepaald: met welk coördinatiemechanisme kan het beste een actorspecifiek coördinatieprobleem worden opgelost. Het potentieel van een arrangement kan dus worden bepaald op basis van actorspecifieke wensen en economisch/organisatorische haalbaarheid. De definitie en invulling van de haalbaarheid moet nog exact worden geformuleerd in werkpakket 3 van ProAccess 1.3 Opzet rapportage Deze rapportage is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van samenwerking in de 3 achterlandketens. Nadat het belang van een achterlandregime en de verladerseisen zijn uitwerkt volgt een beschrijving van de database gevolgd door een beschrijving van 10 arrangementen uit deze database. Dit is een representatie van stap 1. Uit deze beschrijving volgt een ordening van motieven voor coördinatie. Tevens worden in hoofdstuk 2 actor-specifieke coördinatieproblemen benoemd. Het resultaat van stap 2 wordt gepresenteerd in hoofdstuk 3. Centraal in hoofdstuk 3 staat de gedachte dat er bij een behoefte aan coordination beyond price meerdere coördinatiemechanismen zijn waarmee coördinatie gerealiseerd kan worden. Vanuit de economische organisatietheorie worden verschillende mechanismen beschouwd en kan een uitspraak worden gedaan over de geschiktheid van verschillende coördinatiemechanismen. De informatie verzameld in de hoofdstukken 2 en 3 is de basis voor de ontwikkeling van de scan (stap 4). De structuur van de scan is het onderwerp van hoofdstuk 4. 9

10 2 Motieven voor samenwerking in achterlandketens 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk begint met een onderbouwing van het belang van een goed achterlandregime, gevolgd door paragraaf 2.3, waarin wordt ingegaan op de verladerseisen. Nadat de vormgeving van de database is weergegeven in paragraaf 2.4 worden uit deze database 10 cases nader uitgewerkt (paragraaf 2.5 en 2.6). Het hoofdstuk wordt besloten met een opsomming van de motieven voor samenwerking in paragraaf 2.7 en een beschrijving van coördinatieproblemen in de 3 verschillende achterlandketens in paragraaf Het belang van een goed achterlandregime voor de concurrentiekracht van zeehavens. Er is de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar het belang van een goede achterlandbereikbaarheid voor de concurrentiepositie van zeehavens, met name van 'load centers' met een continentale betekenis, zoals Rotterdam, Hamburg, New York en Shanghai. Uit onderzoek naar havenkeuzes, onder meer met discrete choice models (Malchow and Kanafani, 2004 and Tiwari et al, 2003) blijkt ligging van een haven ten opzichte van het achterland van groot belang te zijn. Daarnaast blijkt ook de totale transporttijd van belang te zijn (Notteboom, 2006, De Langen, 1999). De achterlandbereikbaarheid hangt sterk samen met de kwaliteit van achterlandverbindingen (Veldman en Buckmann, 2003). Daarbij gaat het uiteraard om de kosten van achterlandtransport, maar ook om kwaliteitsfactoren zoals snelheid en frequentie (Rand Europe, 2003). Een goede achterlandbereikbaarheid is met name van belang in het contestable achterland (Morgan, 1951) In tegenstelling to het zgn. captive achterland is zijn er in het contestable achterland meerdere alternatieve havens. Haralambides (2002) laat zien dat havens steeds minder kunnen rekenen op captive lading en om een steeds groter deel van de lading moeten concurreren. In de havenconcurrentie kunnen havens zich op een aantal manieren proberen te onderscheiden van concurrenten. Daarbij nemen de mogelijkheden tot onderscheidend vermogen op het maritieme gedeelte af: alle havens zorgen dat ze voldoende diepgang bieden, alle grote havens hebben een hoge frequentie van diensten en alle havens hebben de nautische 10

11 veiligheid op orde. Vanwege deze ontwikkelingen wordt het achterlandbereik steeds belangrijker (Rijsenbrij, 2003). Dat komt mede omdat alle havens problemen ondervinden bij het optimaliseren van de achterlandbereikbaarheid. Daarbij gaat het ondermeer om: Geringe ruimte om nieuwe achterlandinfrastructuur aan te leggen; Toenemende druk van andere stakeholders om negatieve effecten van transportstromen te beperken; Congestie op het wegennet, voorrang voor personentreinen op het personennet.; Fragmentatie in de transportsector, die efficiencyverbetering complex maakt. Gegeven deze moeilijkheden streven havens ernaar zich te onderscheiden door betere achterlandbereikbaarheid. Havens die succesvol zijn in dit opzicht groeien ook bovengemiddeld: Hamburg, die al jaren sterk investeert in spoorbereikbaarheid en daarom een groot marktaandeel naar midden en Oost Europa in handen heeft. LA en Long Beach, die door gezamenlijke investeringen in de Alameda corridor succesvol zijn in het vergroten van de achterlandbereikbaarheid. Barcelona, waar de havenbeheerder investeert in achterlandknooppunten (Zaragoza en Toulouse) en daarmee de verbindingen met deze inland knooppunten sterk verbetert. De haven van Prince Rupert, gelegen zo'n 800 (!) kilometer ten noorden van vancouver, waar men vanwege de vrije capaciteit op het spoorwegennet, een containerterminal ontwikkeld om midden Canada en de US te bedienen, markten die meer dan 3000 km weg zijn. Een goede achterlandbereikbaarheid hangt niet alleen af van de beschikbaarheid van infrastructuur, maar ook van de mate waarin bedrijven er met elkaar in slagen om door betere afstemming de kwaliteit van de achterlanddienstverlening te verbeteren. Voorbeelden van samenwerking en coördinatie om de achterlanddienstverlening te verbeteren zijn ondermeer (zie De Langen en Chouly, 2005): Eurogate (Bremen, Hamburg) die ook optreedt als achterlandvervoerder ERS (European Rail Shuttle) opgericht als samenwerkingsverband om gezamenlijk volume te bundelen en het achterland beter te bedienen. Canada Pacific railways en Canada Pacific die door gebruik te maken van elkaars infrastructuur betere dienstverlening kunnen realiseren. 11

12 New Orleans Public Belt Railroad, een organisatie die alle lokale treinbewegingen verzorgt en daarmee de efficiency van de grote private spoor operators verhoogt. Deze voorbeelden geven aan dat afstemming en samenwerking in de achterlandketen kan bijdragen een de kwaliteit van de achterlanddienstverlening. Ook in Rotterdam zijn in dit opzicht al vele initiatieven genomen. Meer samenwerking en coördinatie is enerzijds zeer wenselijk voor de concurrentiekracht, maar anderzijds lastig te realiseren, juist omdat het gaat om verschillende actoren, met verschillende belangen en strategieën. Een goed achterlandregime is daarmee een potentiële bron van onderscheidend vermogen, die bovendien lastig te imiteren is (De Langen, 2004, Robinsson, 2005). 2.3 Verladerseisen De mate waarin een achterland transport systeem adequaat en concurrerend is, wordt in de eerste plaats bepaald door de eisen die de gebruikers ervan aan het systeem stellen. Deze eisen vormen primair de basis voor de motieven die aanbieders in het achterlandvervoer kunnen hebben om hun dienst te verbeteren middels samenwerking of een vorm van coördinatie. In dit project focussen we op de stromen van maritieme containers van en naar de haven. Bijzonder aan de ketens van maritieme containers is het gegeven dat de aansturing van ketens veelal niet in handen is van de verlader, maar van ofwel een reder (of andere aanbieder van een transportdienst) ofwel een tussenpersoon, zoals een rederijagent of een expediteur. Maritieme containerketens zijn daarom veelal niet dedicated voor specifieke verladers, maar maken gebruik van verschillende soorten scale en scope voordelen van bundeling. Diverse wetenschappers op het gebied van haveneconomie benadrukken dat de havenkeuze bezien moet worden op het niveau van de gehele vervoersketen in plaats van op het individuele havenniveau. Robinson (2002) benoemt havens als elementen in een waardeketen, waarbij de performance van de waardeketen centraal staat. Notteboom (2004) beargumenteert dat het de prestatie van de logistieke ketens, waarvan havens een onderdeel vormen, is die het onderscheid maakt. De van belang zijnde aspecten in de havenkeuze komen dan feitelijk neer op drie typen criteria: tijdgerelateerde criteria, service-gerelateerde criteria en kostengerelateerde criteria. Empirisch onderzoek naar havenkeuze voor goederen met herkomst of bestemming Oostenrijk (De Langen, 2005) laat zien dat zowel verladers als expediteurs de keuze voor de vervoersdienst op basis van duidelijke rationele gronden maken: kosten èn service niveau. Verschil zit in de elasticiteiten: verladers zijn meer servicegevoelig dan expediteurs terwijl expediteurs een hogere prijselasticiteit kennen. In deze studie stellen we dat het de gegeneraliseerde transportkosten van de gehele keten zijn die voor de verlader doorslaggevend zijn in zijn keuze voor de 12

13 vervoersdienst. Het effect van de vervoersdienst op de gegeneraliseerde transportkosten van de verlader is tweeledig: de vervoersdienst zelf genereert kosten die voor de verlader komen (in termen van tijd en capaciteitskosten) de karakteristieken van de vervoersdienst (tijdstip van vertrek, tijdstip van aankomst, beschikbare capaciteit, informatieverstrekking) hebben impact op het gehele logistieke systeem van de verlader Hieruit leiden we af dat het feitelijk om drie generieke aspecten gaat waarin de motieven om het achterlandvervoer middels arrangementen gevonden kunnen worden. Deze aspecten zijn: tijd capaciteit informatie Verder in dit rapport zal nader ingegaan worden op de motieven van dienstverleners tot coördinatie. 2.4 Vormgeving database De database met arrangementen heeft nog niet haar definitieve vorm. Echter de onderstaande tabel geeft wel een indruk de (voorlopige) lay-out. De database is gevuld met informatie verkregen uit vakliteratuur (Nieuwsblad Transport, Mainport News etc.), wetenschappelijke literatuur en door interviews in het werkveld. Nadat een arrangement een naam heeft gekregen volgt een indeling naar modaliteit en functie. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk worden modaliteit en functies in de achterlandketen nader gepresenteerd. Vervolgens wordt aangegeven wat een (waarschijnlijk) motief is (geweest) om dit arrangement aan te gaan (zie de laatste paragraaf van dit hoofdstuk). Hierna volgt het coördinatiemechanisme zoals deze gedefinieerd zijn in hoofdstuk 3. Vervolgens volgt een korte beschrijving met de bijbehorende nieuwsbron. De kolommen daarna geven een aantal beoordelingscriteria, zoals bijvoorbeeld betrokkenheid havenautoriteit, betrokkenheid overheid, aantal deelnemers, aanwezigheid contract etc. Deze beoordelingscriteria worden nader uitgewerkt in hoofdstuk 3. De database is in ontwikkeling en wordt continu aangevuld. Echter de voorlopige vorm is weer gegeven in de onderstaande tabel. Appendix 1 geeft een indruk van de inhoud van de database in zijn huidige vorm. 13

14 Tabel 2. 1 Voorlopige vormgeving database arrangementen Kolomaanduiding Beschrijving Keuzemogelijkheden Arrangement Naam van het arrangement - Modi Modaliteit Binnenvaart, weg, spoor, biva/we/spoor Functie Functie in de keten Zeerederij, containerstuwadoor, terminaloperatorhaven, vervoerder, tractieleverancier, terminaloperator-achterland, expediteur, wegvervoerder achterlandterminal-eindbestemming, verlader-ontvanger Motieven Coördinatie * Beschrijving Nieuwsbron Coördinatieprobleem PA* Integratie Overheid* Aantal deelnemers* Contract* Tijdshorizon* Commerciële identiteit* Wat kunnen motieven zijn om dit arrangement aan te gaan? Hoe vindt (waarschijnlijk) coördinatie plaats tussen de deelnemers Beschrijving van het arrangement Artikelen uit vaktijdschriften, wetenschappelijke literatuur, websites Betrokkenheid havenbedrijf bij arrangementen Welke vorm van integratie vindt plaats? Betrokkenheid van overheid bij arrangement Aantal deelnemers betrokken bij het oplossen van coördinatieprobleem Bestaan er contractuele relatie tussen de deelnemers Blijft de commerciële identiteit van de actoren behouden Schaalvoordelen door bundeling van lading, Voorkoming van overcapaciteit c.q. bewerkstelligen van een gezonde mededinging in de markt (marktbehoud), Geografische marktverdeling; Operationele verbetering in de transportketen, Concurrentievoorsprong door ontwikkeling van nieuwe transport/logistieke concepten, Betere concurrentiepositie ten opzichte van andere modaliteiten,machtsvorming tegenover opdrachtgevers of andere machtige marktpartij, Betere (meer structurele) relaties met klant Supplier arr., partnership, joint-venture, hierarchie (integratie), association, p-p-partnership, public organisation - - Ja / nee Horizontaal/verticaal Ja/nee # deelnemers Ja/nee # jaar of kort/middellang/lange termijn/n.v.t Ja / nee * zie hoofdstuk 3 voor nadere uitleg 14

15 2.5 Opzet van de casestudies Uit de database, zoals in de voorgaande paragraaf besproken, zijn een aantal cases geselecteerd. De cases dienen ervoor om tot een opsomming te komen met motieven om in achterlandketens samen te werken. De vraagstelling luidt: Welke motieven (opportunities) zijn er voor actoren betrokken bij het achterlandvervoer van maritieme containerstromen, voor coördinatie beyond price De cases hebben betrekking op arrangementen tussen één of meerdere organisaties, voor een bepaalde of onbepaalde tijd, gericht op de verbetering van het achterlandvervoer. De termen arrangement en (interorganisatorische) samenwerking worden bij de casestudies afwisselend gebruikt. Met het gebruik van een beperkt aantal casestudies worden een aantal algemene conclusies worden getrokken (zgn. representatietheorie) over coördinatieproblemen en succesfactoren in het achterlandvervoer. Er zijn bij de selectie van cases diverse criteria toegepast. Dit om te zorgen dat de cases met voldoende diepgang konden worden bestudeerd. De cases moesten voldoen aan de volgende eisen: - Er moet een goede balans zijn tussen recente en oude, al gestopte, interorganisatorische samenwerkingsverbanden. - De cases hebben zowel betrekking op samenwerking binnen één modaliteit, multimodale samenwerking (m.n. terminals), op havenbrede en havenoverstijgende samenwerking. - Er moet voldoende informatie over de samenwerking beschikbaar zijn. Toegang tot documenten en juiste contactpersonen is wenselijk. - De cases vertegenwoordigen verschillende soorten coördinatiemechanisme. Daardoor is een eerste vergelijking in motieven, management, faal- en succesfactoren en afloop mogelijk. 15

16 Tabel 2.22 Overzicht cases Cases periode coördinatiemechanisme modaliteit Rhinecontainer 1978-heden Partnership Binnenvaart Combined Container Service 1976-heden Joint-venture Binnenvaart Fahrgemeinschaften op de Rijn 1986 Joint-venture Binnenvaart Alliantie Zeecontainervervoerders 1997 Associatie Wegvervoer Partnership i.c.m. association Wegvervoer Publiek op- en overslagplaats 2003 PP-partnership Wegvervoer Inlandterminal Germersheim PP-partnership Binnenvaart ERS Joint-venture Spoor Quality Rail Rotterdam 2000 Associatie Spoor Convenant ECT met binnenvaart Interfirm alliance Binnenvaart Per arrangement wordt een historische beschrijving gegeven, wordt aangegeven hoe de samenwerking is verlopen en welke factoren de samenwerking tot stand brachten. Een diepteanalyse waarin specifiek wordt nagegaan hoe de samenwerking is verlopen en welke succes- en faalfactoren heeft nog niet plaatsgevonden. In appendix 3 wordt kort ingegaan op de genomen en de nemen stappen hierin. De cases geven inzicht in de motieven van bedrijven om coordination beyond price na te streven. De cases, samen met wetenschappelijke inzichten vormen de basis voor het opstellen van een lijst met motieven voor het nastreven van meer coördinatie. Die uiteindelijk een plaats krijgen in de database. 2.6 Beschrijving van de 10 cases Rhinecontainer In 1978 richtte Nederlands grootste rederij EWT met expediteur Kühne & Nagel de containerrederij Rhinecontainer op. EWT was in de jaren 70 op zoek naar een partner met een sterke achterlandorganisatie en was Kühne & Nagel op zoek naar een nieuwe groeimarkt. De nadruk lag op risicospreiding en het inperken van de concurrentie. Er waren op dat moment al grote al bestaande rederijen op de midden- Rijn (CCS, Kayser, Koningsfeld) actief. Kühne & Nagel zag in de samenwerking met EWT de mogelijkheid om grip te krijgen op klanten die zij op dat moment kon krijgen. Samenwerking was tevens een methode van risicovermindering door risicodeling; de onvermijdbare aanloopkosten konden immers door 2 worden gedeeld. Die risicodeling was voor beide wenselijk aangezien men tamelijk onzeker en voorzichtig was over hun samenwerking. Plannen en toekomstverwachtingen zijn meerdere malen aangepast. De onzekerheid en voorzichtigheid kwam ook tot uitdruk in de keuze van de samenwerkingsvorm. Men koos niet voor een joint-venture, maar 16

17 voor een meer lossere vorm van alliantie 1, waarin in 1980 ook plaats was voor een 3e partner. Koningsveld, wat thans Rhenia Intermodal GmbH heet, werd in 1980 aandeelhouder van Rhinecontainer. Hiermee kwamen er kansen voor een verdere uitbouw van het terminalnetwerk. De terminals in Mainz en Karlsruhe werden overgenomen en in Neuss werd een terminal gehuurd en geëxploiteerd. Op de Beneden-Rijn kwamen terminals in Koln (CTS) en in Duisburg kwam Scharrer GmbH, wat later op ging in DeCeTe. De samenwerking tussen de drie partijen werd in 1985 geconcretiseerd met de oprichting van een BV. De interne taken bleven verdeeld: EWT de administratie, Kühne en Nagel de indeling van de schepen en Rhenia de terminals en de dispositie van de dalvaart. Pas in juni 1999 nam Rhinecontainer zelf mensen in dienst. Tot die tijd werd met gedetacheerd personeel gewerkt. Motieven tot samenwerking - Risicospreiding; - Ordening van de concurrentie - Vergroten van terminalnetwerk Combined Container Service Net als Rhinecontainers is het in 1978 opgerichte CCS een samenwerking zijn tussen een rederij en een logistiek dienstverlener. Een dergelijk arrangement blijkt succesvol nu CCS en Rhinecontainer beide één van de grootste spelers zijn in de containerbinnenvaart. Ondanks dat het een gelijksoortig arrangement is tussen rederij en een logistiek dienstverlener speelden er andere motieven bij de oprichting van beiden. Bij Combined Container Services- een joint-venture tussen expediteur Kieserling en Stinnesrederij- speelde vooral de integratievoordelen een doorslaggevende rol. Beide partijen vulden de behoefte van de ander aan. Kieserling zocht een partner met kennis over de Rijnvaart en schepen, Stinnes zocht commerciële contacten met zeerederijen. Bij de totstandkoming van CCS stemde de ideeën van beide partijen zo goed overeen dat de afspraken om de samenwerking op basis een joint-venture (50-50-verdeling) in een relatief kort tijdbestek tot stand kwam. Motieven tot samenwerking - Integratie van capaciteit 1 Van Driel (1992, p.78) schrijft hierover: Die Vorsicht beim Start kam auch in der Wahl der Kooperationsform zum Ausdruck. Man entschied sich nicht für eine Joint-venture, sondern für einen Kooperationsverband mit einem relativ lockeren und unkomplizierten Charakter, was die Kooperation in gewissem Sinne unverbindlich mahcte. 17

18 - Integratie van (markt)kennis Fahrgemeinschaften op de Rijn De Fahrgemeinschaften zijn een goed voorbeeld van het organiserend vermogen op operationeel gebied. De containerbinnenvaart op de Rijn staat ook bekend om haar operationele samenwerkingsverbanden tussen Rijnoperators (A&S Management, 2003). Tussen 1986 en 1992 ontstaat een vorm van alliantievorming tussen containerrederijen op de Benedenrijn en Bovenrijn. Bij de oprichting van de Fahrgemeinschaften lag in eerste instantie niet de nadruk op het oplossen van capaciteitsproblemen. Een belangrijke samenwerkingsimpuls bij de oprichting van de Oberrhein Fahrgemeinschaft was een betere positie verwerven op het railvervoer van en naar Zwitserland. De spooraanbieder verlaagde in 1985 drastisch haar tarieven om het gebruik van de binnenvaart te ontmoedigen. Door de gezamenlijke inzet van scheepscapaciteit konden hoogfrequente diensten worden aangeboden wat onontbeerlijk is in de containerlijnvaart. In 1992 werd de tweede Fahrgemeinschaft op de Rijn opgericht: Fahrgemeinschaft Niederrhein. Voor het eerst werkten de twee grootste containerrederijen op de Rijn, CCS en Rhinecontainer, samen. De andere partners waren Haniel en Haeger & Schmidt, twee relatief nieuwe partijen op de Nederrijn. Bij de oprichting van de Niederrhein Fahrgemeinschaft in 1992 was vooral de sterke druk van verladers/opdrachtgevers op de vrachtprijzen. De containerbinnenvaart op de Rijn is veelal ingebed in de organisatie van Duitse (logisitieke) multinationals. Dit maakt de klantenkring van Rijnoperators veel gecompliceerder en ook commercieel gevoeliger. De laatste is de trend dat de Fahrgemeinschaften gedeeltelijk uiteenvallen. Hierbij is het motief integratie van capaciteit de belangrijkste rol. We kunnen concluderen dat wanneer Rijnoperators de status hebben dat zij verder kunnen op eigen kracht samenwerking minder noodzakelijk wordt. Zij kunnen een lijndienstschema ook zonder hulp van partners uitvoeren. Motieven tot samenwerking - Integratie van capaciteit - Trajectconcurrentie - Modaliteitconcurrentie - Prijsdruk door verlader/expediteurs Opmerking: De Fahrgemeinschaften zijn alleen actief op de Rijnvaart. Daarnaast onderscheiden we in Nederland nog twee binnenvaartmarkten: de binnenlandse vaart en de Rotterdam-Antwerpenvaart. Uit interviews is gebleken dat het concept 18

19 Fahrgemeinschaften en samenwerking in de containervaart in het algemeen sterk geografisch- en marktgebonden is. - In de Rotterdam-Antwerpen markt gaat het om shuttlediensten tussen enkele terminals uit gevoerd met zeer grote schepen. De klanten zijn hoofdzakelijk de reders, omdat er hoofdzakelijk carrier haulage wordt vervoerd. Dit maakt samenwerking eenvoudiger; er hoeft slechts met één partij onderhandeld te worden. - In de laatste en meest jonge markt -de binnenlandse containervaart- heerst een totaal ander cultuur. Het containervervoer is hier veelal geïntegreerd in de organisatie van wegvervoerders. De wegvervoerder hebben de afgelopen 10 jaar de binnenlandse vaart op de kaart gezet. De meeste binnenvaartoperators hebben een sterke positie in de organisatie en de uitvoering van containervervoer tussen zeehaven en verlader/ontvanger door via een eigen inland terminal en voor- en natransport via de weg de verlader optimaal kunnen bedienen (A&S, 2003). Door de sterke verwevenheid van binnenvaart, wegvervoer en terminal zal een Fahrgemeinschaft op de binnenlandse vaart moeilijk tot stand kunnen komen Alliantie Zeecontainervervoerders De Alliantie Zeecontainervervoerders is een samenwerkingsverband tussen de Vereniging van Zeecontainervervoerders en Transport & Logistiek Nederland, de belangenorganisatie van het wegvervoer in Nederland. In 1981 werd de Vereniging van Zeecontainervervoerders (VZV) opgericht. De leden van deze vereniging vormen de grootste groep leden binnen Alliantie. Op ongeveer 2 leden na is elk lid van de Vereniging met ongeveer 50 leden - ook lid van de Alliantie. De twee verenigingen bestaan naast elkaar en hebben dezelfde (ambtelijk) secretaris, aangesteld van uit Transport & Logistiek Nederland. De oprichting van de Vereniging van Zeecontainervervoerders kwam tot stand door één gebeurtenis. In maart 1981 deed zich bij de ECT de dreiging van een staking voor. Van Driel (1990) vat de motieven voor oprichting samen als: gezamenlijke machtsvorming tegenover ander partijen in de keten (i.c. ECT) en het bereiken van een zekere ordening van de onderlinge concurrentie. In 1997 werd op initiatief van Transport & Logistiek Nederland de Alliantie Zeecontainers opgericht. De Alliantie heeft (statutair) tot doel de belangen van haar leden te behartigen. Dit doet zij door het geven van voorlichting, het verzamelen en bewerken van gegevens op het vakgebied, het bevorderen van een goede verstandhouding en initiëren en organiseren van promotionele activiteiten voor het containerwegvervoer (TLN, 2002). De alliantie heeft ongeveer 550 leden, waarvan een kleine 50 ook lid zijn van de Vereniging voor Zeecontainervervoerders. De samenwerking tussen de zeecontainervervoerders kan bestempeld worden als succesvol; het bestaat immers nog steeds in een markt die door Welters (1991 werd 19

20 benoemd werd als een markt met een rodeo-spirit 2. De Vereniging van Zeecontainers functioneert ook nog, maar haar functie is met de komst van de Allinatie vooral die van een sociëteit : een praatclub waar 35 leden (van de 50) elke maand bij elkaar komen om contacten te onderhouden. Vroeger werd binnen deze verenging nog gepraat over tarieven; dit is formeel niet meer van toepassing na een onderzoek van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) in 2003 over prijsafspraken. 3 Motieven voor samenwerking Er zijn twee soorten samenwerkingsmotieven te herkennen, die zowel horizontaal als verticaal in de keten bestaan. - Een horizontaal samenwerkingsmotief is het onderling ordenen van de concurrentie. - Het verticale samenwerkingsmotief was de machtsvorming tegenover een partij is een gesloten systeem dat gebruik maakt van internet. Het stel wegvervoerders hun voertuigen beter te benutten. Via het systeem kunnen transportbedrijven auto s, lege en volle containers plaatsen en raadplegen. Het vrachtuitwisselingsysteem kan een bijdrage leveren aan een betere bezetting van het wagenpark, kilometerreductie (TLN, 2005). Het vrachtuitwisselingsysteem levert een bijdrage aan een betere bezetting van het wagenpark en kilometerreductie. Deze vorm van informatiebundeling tussen de zeecontainervervoerders kan bestempeld worden als succesvol samenwerkingsinitiatief. Het succes wordt vooral bepaald door het vertrouwen tussen de deelnemers onderling. Dit vertrouwen wordt voor een belangrijk gedeelte geborgd door het feit dat lidmaatschap van de Alliantie Zeecontainervervoers een voorwaarde is voor deelnemers. Ook het feit dat het alleen om het vervoer van containers gaat maakt succesvol: lading is redelijk voorspelbaar, anoniem en er zijn geen aanpassingen van het vervoermiddel nodig. 2 Hiermee wordt bedoeld dat wegvervoerders kosten-wat-kost lading proberen te bemachtigen ook al zijn de marges heel klein. De kleine marge is sterk verankerd in de marktstructuur van het containerwegvervoer: meer dan 1000 spelers, met een gemiddelde bedrijfsomvang van 5 vrachtauto s en slechts een aantal bedrijven is met meer van 50 vrachtauto s actief in het wegvervoer. 3 Brancheorganisatie als de AZ en VZV die hun leden informatie verstrekken. over kostenontwikkeling in hun branche wordt door de NMa gezien als een verkapt prijsadvies. Zeker wanneer van een dergelijke informatievoorziening de suggestie uitgaat om de tarieven te verhogen. Prijsadviezen zijn volgens de NMa synoniem aan prijsafspraken en derhalve verboden. 20

21 Motieven voor samenwerking - integratievoordelen van capaciteit - Marktbehoud (behoud van een gezonde mededing ) Publiek op-en overslagpunt containers In 2003 werd door het Havenbedrijf Rotterdam (GHR) en de Alliantie Zeecontainervervoerders (AZ), ECT en Rijkswaterstaat onderzoek gedaan naar een publiek op-en overslagpunt van containers net binnen of buiten het havengebied. De motieven achter deze samenwerking waren het oplossen van zowel havenbrede (congestie) als bedrijfspecifieke problemen (wachtijden bij de containerstuwadoor ECT). In ca. 10% van de ritten doen zich praktische of administratieve problemen voor bij het ophalen of inleveren van containers (TLN, 2005 ). Het op te richten ontkoppelpunt moest dienen voor het overslaan van containers en voor het parkeren van containers, die wachten op het vervolgtraject over de rijksweg A15 van en naar de ECT Deltaterminal. Dit vervolgtraject zou plaats vinden buiten de piektijden op de ECT Deltaterminal. Een andere optie is om met een schip tussen Moerdijk en de maasvlakte te varen en in de spitstijden vandaar over de weg naar de ontvangers te vervoeren. Het project Ontkoppelkpunt heeft twee jaar geduurd, maar uiteindelijk is een depot niet van de grond gekomen. Hiervoor zijn enkele reden aan te wijzen. Een eerste reden is dat het project haar probleemeigenschap in die twee jaar is kwijtgeraakt. Het doel was de wachttijden bij ECT verkleinen en de A15 beter te benutten buiten de piektijden. De samenwerking is verzand in een discussie wie de kosten voor de tijdelijke opslag en het finale vervoer naar de terminal moest dragen: ECT die haar wachttijden ziet verkorten, de wegvervoerder die op tijd bij de klant komt en meer ritten per dag kan maken of de ontvanger/verzender (ladingbelanghebbende) die zijn container op tijd gebracht/opgehaald ziet worden. Naast het doorbereken over de kosten over kosten was een tweede reden voor het mislukken een verschillende visie over de opbrengsten. De visie van een wegvervoerder is er een op dagbasis, terwijl het HbR en de ECT opbrengesten op jaarbasis bekijken. Een derde reden voor het niet 21

22 slagen van dit project is dat sommige grote vervoerders dit concept zelf al uivoeren. Zij gebruiken hun eigen terrein als depot van containers en shuttelen deze zelf in de daluren naar ECT. Het HbR is zich na het mislukken van dit soort projecten ook haar beperkingen gaan zien. In eerste instantie was er een positieve gedachten- zij wilde niet een te grote stempel op het project drukken en stelde een intermediaire logistiek adviseur aan (i.c. Blogistiek). Toch is het HbR zich aan het bezinnen wat haar rol bij het oplossen van dit soort problemen moet zijn. Haar traditionele rol als ontwikkelbedrijf voor de haven die problemen wil oplossen wordt lastiger in vullen. Motieven voor samenwerking - Verbeteren van terminaloperatie (wachttijden- bedrijfsintern) - Verbeteren van de havenbereikbaarheid (weg) Inland Containerterminal Germersheim In 1984 werd de Containerterminal Germersheim (ICG) opgericht. Voor de deelnemers aan deze joint-venrure was de oprichting van de ICG een poging de gesloten-terminal-politiek van 3 grote containerrederijen op de Rijn te doorbreken. Officieel stonden de terminals van deze 3 voor iedereen open, maar in de praktijk bleek dat deze terminals niet toegankelijk waren voor andere operators omdat er (beduidend) hogere tarieven werden gevraagd of doordat de wachttijden langer waren. Diverse groeperingen ageerden tegen deze gesloten terminals. Dit waren niet alleen de operators en expediteurs, maar ook stuwadoor ECT en het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam hadden interesse in deze joint-venture om een nieuwe terminal op te richten. Door de inbreng van ECT in ICG raakte veel containeroperators ontstemd. De mening van de containeroperators was dat de Rotterdamse containerstuwadoor neutraal moest blijven. Toen daarna het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam bekend maakte ook deel te nemen in de terminal kwam er een storm van kritiek vanuit de containeroperators en de overige terminaleigenaren langs de Rijn. De kritiek was dat het GHR haar neutrale positie zou opgeven. Daarnaast waren de operators en terminaleigenaren beledigd dat het GHR en ECT, na jarenlang niet betrokken te zijn, zich nu wél bekommerde over hoe de het containervervoer op de Rijn georganiseerd moest worden. Er volgde een boycot vanuit de groep containeroperators. Het rendement van een inlandterminal is afhankelijk van het overslagvolume en de omvang van het marktgebied die een terminal bestrijkt. Voor ICG gold dat beide onvoldoende waren: de overslagcijfers waren te laag en het marktgebied te klein. Een terminal waarin het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam 22

23 en ECT zaten was niet welkom in het marktgebied rond Germersheim. Het project is in 1986 stopgezet. Motieven voor samenwerking - Integratievoordelen met concurrenten - Machtsvorming tegen 1 groep concurrenten - Uitbreiding terminalnetwerk ERS Railways In 2002 werd het spoorbedrijf ERS Railways opgericht, een joint-venture van de containerrederijen P&O Nedlloyd en Maersk Sealand. Een belangrijke stuwende factor achter deze samenwerking was de ontevredenheid over de dienstverlening en de tarieven vooral op het Duitse deel van het traject tussen de Rotterdamse haven en bestemmingen in Duitsland uitgevoerd door DB Cargo. De komst van ERS leverde DB Cargo een jaarlijks verlies van een kleine containers op. Ook waren de samenwerkende partners, zei het in mindere mate, ontevreden over de prestatie van vervoerder Railion Benelux. Toch bleven Railion en DB Cargo nog treinen voor ERS Railways rijden naar bestemmingen waar ERS zelf niet op reed. Niet alleen de ontevredenheid ten opzichte van één partij was een reden tot samenwerking. Door de samenwerking tussen P&O Nedlloyd en Maersk-Sealand versterkten beide hun positie in de containerketen ten opzichte van machtiger wordende expediteurs. 4. Het samenwerkingsmotief van de twee rederijen om samen ERS oprichten is duidelijk gericht op controle over de keten en onafhankelijkheid ten opzichte van expediteurs met groter wordende inkoopmacht. Een andere les die kan worden getrokken is dat er sprake is van branchevervaging.; 2 (thans 1) rederij(en) en rijden treinen. Zij diversificeren hiermee hun dienstenpakket om zo in beter te spelen op marktkansen van logistieke dienstverlening. Motieven voor samenwerking - machtsvorming tegen één dominante partij in de keten - machtsvorming tegen de vraagkant van achterland vervoer 4 Dit geldt met name door netwerkexpediteurs. Een netwerkexpediteur kiest niet voor specifieke specialisatie op een geografische gebied. De gehele wereld wordt als specialisme aangeboden. Niet alleen geografisch zijn zijn mogelijkheden onbeperkt, ook zijn dienstenpakket is zeer uitgebreid (ING, 2003). De focus van netwerkexpediteur is om, op basis van zijn omvang, zeer gunstig in te kopen bij rederijen. Controle over de vervoersketen impliceert contact met de uiteindelijke verlader en potentieel om toegevoegde waarde te creëren (zie ook Rabobank, 2003). 23

24 2.6.9 Quality Rail Rotterdam Historische beschrijving -stuwende factoren achter de samenwerking In 2002 werd in Rotterdam een nieuwe belangenorganisatie voor het spoorvervoer opgericht: Quality Rail Rotterdam. Eén van de doelstellingen van Quality Rail Rotterdam (QRR) is het versterken van het contact tussen de marktpartijen in de Rotterdamse haven en spoorvervoerders. QRR wordt bekostigd door het Havenbedrijf Rotterdam, één van de initiatiefnemers. Het karakter van deze denktank is vooral informeel van karakter. Om het informele karakter te benadrukken wordt een aantal maal per jaar een spoorcafé geïntroduceerd. Hierbij zijn alle partijen uit de markt aanwezig: verladers, expediteurs, cargadoors, douane, railgoederenvervoerders en terminaleigenaren. Eén van de belangrijkste stuwende factoren achter de samenwerking is het gezamenlijk promoten van de Rotterdamse haven als spoorhaven. Ten tweede lost vooral het informele karakter van dit arrangement het wantrouwen op dat in de spoorsector bestaat. Dit wantrouwen bestaat ten eerst door een gebrek aan samenwerkingscultuur in de pas sinds enige jaren geliberaliseerde spoorsector. Ten tweede komt door een gebrek aan de contracten tussen partijen waarbij contracten wel wenselijk zijn. Denk hierbij aan de afwezigheid van contracten tussen de zeehaventerminal en de railgoederenvervoerder. Zeerederij Stuwadoor Railgoederenverv. Ladingbelanghebbende/ Expediteur goederenstroom Infrastr.beheerder contract Motieven voor samenwerking - Integratievoordelen op het gebied van kennis - Integratievoordelen op het gebied van cultuur 24

25 Convenant ECT en CBRB 2000 Bargeplanning In 2000 tekende het containeroverslagbedrijf ECT en het Centraal Bureau voor de Rijn een convenant waarin een kaderegeling werd vastgelegd. De doelstelling van het convenant was een zo goed mogelijke aan- en afvoer van containers met binnenvaartschepen van en naar de terminals van ECT. Het convenant bevat procedureafspraken voor de operationele samenwerking tussen ECT en de bargeoperators. De afspraken in het convenant omvatten een inspanningsverplichting. In het kader van dit convenant volgde een het project Barge Planning Support, een project dat werd betaald door de Europese Unie Met dit programma kregen de operators zicht op de kadeplanning van ECT. De binnenvaartondernemers waardeerde dit systeem, de stuwadoor ECT echter niet. ECT haalde geen waardevolle informatie uit het systeem en bestempelde de technische applicatie als te arbeidintensief (Melis, M. et al,2002). De volgende stap was de internetapplicatie bargeplanning.nl. Dit programma stelt de deelnemers in staat de performance van het overslagproces bij ECT te meten. Het systeem registreert de geplande en de gerealiseerde activiteiten (aantal geplande versus geleverde containers etc.) Motieven voor samenwerking - Autonomie in planning - Oplossen vertrouwensprobleem - Behoefte aan centrale regie gecombineerd met transparantie (twee tegenpolen) 2.7 Ordening motieven voor coördinatie. De bovenstaande cases geven inzicht in de motieven van bedrijven om coordination beyond price na te streven. Deze cases vormen de basis voor het opstellen van een lijst met motieven voor het nastreven van meer coördinatie (zie onderstaande tabel). Bij individuele bedrijven kan vervolgens aan de hand van deze motieven een scan worden gemaakt van de eventuele voordelen van betere coördinatie voor dat bedrijf. Over motieven voor samenwerking in de achterlandketens is in de wetenschappelijke literatuur weinig geschreven. De historicus Van Driel (1990) deed onderzoek naar samenwerking in haven en containervervoer. Echter zijn doel was niet om tot een ordening van motieven voor samenwerking te komen, maar om de relatie te leggen tussen de Tweede Vervoerrevolutie (bestond kortweg uit een proces van schaalvergroting en integratie in het vervoer) en veranderingen in samenwerking. 25

Coördinatie in achterlandketens van zeehavens

Coördinatie in achterlandketens van zeehavens Artikel voor RISK Magazine Thema: Ter land, ter zee en in de lucht Aantal woorden 1530 Coördinatie in achterlandketens van zeehavens Drs.ing. Martijn van der Horst Inleiding De omgeving van zeehavens wordt

Nadere informatie

Portbase Terminal Selector

Portbase Terminal Selector Portbase Terminal Selector Portbase Terminal Selector Rotterdam is de nr. 1 containerhaven van Europa. Vanaf de Noordzee tot 48 kilometer landinwaarts bieden meerdere containerterminals u een op maat gesneden

Nadere informatie

Port of Rotterdam. Ports and Hinterland congres 2012 5-12-2012

Port of Rotterdam. Ports and Hinterland congres 2012 5-12-2012 Port of Ports and Hinterland congres 2012 Emile Hoogsteden Directeur Containers, Breakbulk & Logistics 1 2 1 Port of Agenda Havenvisie 2030 Containeroverslag (t/s en achterlandvolume) Modal split Marktaandeel

Nadere informatie

< Straight into Europe >

< Straight into Europe > < Straight into Europe > Straight into Europe > Betrouwbaar Efficiënt Duurzaam Flexibel Eén ingang voor al uw vervoer tussen de zeehavens en de Europese markt. European Gateway Services (EGS) biedt u een

Nadere informatie

Portbase Terminal en Depot Selector

Portbase Terminal en Depot Selector Portbase Terminal en Depot Selector Services Portbase verbindt alle partijen in de logistieke ketens van de Nederlandse havens. Via het Port Community System faciliteert Portbase datadeling tussen bedrijven

Nadere informatie

< Straight into Europe >

< Straight into Europe > < Straight into Europe > NL Betrouwbaar Efficiënt Flexibel Duurzaam Straight into Europe > Eén loket voor al uw vervoer tussen de zeehavens en de Europese markt. European Gateway Services (EGS) biedt u

Nadere informatie

Portbase Terminal Selector

Portbase Terminal Selector Portbase Terminal Selector Portbase Terminal Selector Rotterdam is de nr. 1 containerhaven van Europa. Vanaf de Noordzee tot 48 kilometer landinwaarts bieden meerdere containerterminals u een op maat gesneden

Nadere informatie

Extending the terminal gate

Extending the terminal gate Extending the terminal gate Transition to smart network coordination Achtergrond Container terminals zijn belangrijke draaischijven voor international handel tussen Europa en de rest van de wereld. De

Nadere informatie

Plan van aanpak klein Schip Bijlage 4: Logistieke efficiëntie

Plan van aanpak klein Schip Bijlage 4: Logistieke efficiëntie Plan van aanpak klein Schip Bijlage 4: Logistieke efficiëntie Zie hoofdstuk 7 van het hoofdrapport verkenning samenwerkingsvormen mogelijke organisatie modellen November 2011 1 1. Inleiding Het is van

Nadere informatie

Rotterdam en de kracht van het achterland. Oss, 6 april 2011

Rotterdam en de kracht van het achterland. Oss, 6 april 2011 Rotterdam en de kracht van het achterland Oss, 6 april 2011 Inhoud Containerontwikkeling Rotterdam Achterlandstrategie Logistiek knooppunten 2 Ontwikkeling overslagvolume 30 2008 2009 2010 25 20 15 10

Nadere informatie

Lange termijn strategiën om meer vervoer over water te stimuleren. C.J. De Vries Koninklijke Schuttevaer/Bureau Voorlichting Binnenvaart

Lange termijn strategiën om meer vervoer over water te stimuleren. C.J. De Vries Koninklijke Schuttevaer/Bureau Voorlichting Binnenvaart Lange termijn strategiën om meer vervoer over water te stimuleren C.J. De Vries Koninklijke Schuttevaer/Bureau Voorlichting Binnenvaart Vijf manieren om binnenvaart te bevorderen 1. Het havenalliantiemodel

Nadere informatie

Het traditionele hinterland onder druk?

Het traditionele hinterland onder druk? RebelGroup Advisory Belgium www.rebelgroup.be Het traditionele hinterland onder druk? Nut en noodzaak van inland terminals als onderdeel van de hinterlandstrategie voor de VND havens In opdracht van: 7

Nadere informatie

Een bereikbaar achterland langs vier wegen Achterlandbereikbaarheid als organisatievraagstuk

Een bereikbaar achterland langs vier wegen Achterlandbereikbaarheid als organisatievraagstuk Een bereikbaar achterland langs vier wegen Achterlandbereikbaarheid als organisatievraagstuk Achterlandbereikbaarheid.indd 3 27-10-2009 14:12:21 Achterlandbereikbaarheid.indd 4 27-10-2009 14:12:21 Een

Nadere informatie

Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk

Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk Jaarcongres Nederlandse Vereniging van Binnenhavens, Venlo, 5 oktober 2012 Hans Smits, CEO Havenbedrijf Rotterdam N.V. 1 Haven Rotterdam in cijfers

Nadere informatie

Samenvatting ... 7 Samenvatting

Samenvatting ... 7 Samenvatting Samenvatting... Concurrentie Zeehavens beconcurreren elkaar om lading en omzet. In beginsel is dat vanuit economisch perspectief een gezond uitgangspunt. Concurrentie leidt in goed werkende markten tot

Nadere informatie

Samenwerking in achterlandketens van zeehavens

Samenwerking in achterlandketens van zeehavens Samenwerking in achterlandketens van zeehavens Martijn van der Horst en Peter de Langen, Erasmus Universiteit Rotterdam, Faculteit der Economische Wetenschappen, leerstoel Haveneconomie, mrvanderhorst@few.eur.nl

Nadere informatie

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie De Rotterdamse haven en het achterland Havenvisie 2030 en achterlandstrategie Ellen Naaykens Havenbedrijf Rotterdam N.V. ALV ELC, Venlo 30 november 2011 Inhoud Profiel haven Rotterdam Ontwerp Havenvisie

Nadere informatie

Impactproject. Bundeling goederstromen in de Extended Gateway met een focus op de binnenvaart

Impactproject. Bundeling goederstromen in de Extended Gateway met een focus op de binnenvaart Impactproject Bundeling goederstromen in de Extended Gateway met een focus op de binnenvaart Summit Gent 18-11-2014 Impactproject: Bundelen goederenstromen in de Extended Gateway met een focus op de binnenvaart

Nadere informatie

Kanshebber in de keten Toekomstperspectief Containerbinnenvaart

Kanshebber in de keten Toekomstperspectief Containerbinnenvaart Kanshebber in de keten Toekomstperspectief Containerbinnenvaart Rotterdam, juni 2003 Kanshebber in de keten, Toekomstperspectief Containerbinnenvaart 1 Inhoudsopgave Samenvatting...3 HOOFDSTUK 1 Inleiding...6

Nadere informatie

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie. Ellen Naaykens

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie. Ellen Naaykens De Rotterdamse haven en het achterland Havenvisie 2030 en achterlandstrategie Ellen Naaykens Havenbedrijf Rotterdam N.V. Movares symposium 29 november 2011 Inhoud Profiel haven Rotterdam Ontwerp Havenvisie

Nadere informatie

Bantopa Terreinverkenning

Bantopa Terreinverkenning Bantopa Terreinverkenning Het verwerven en uitwerken van gezamenlijke inzichten Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking

Nadere informatie

Samenvatting. 5 Containerlogistiek in de binnenvaart

Samenvatting. 5 Containerlogistiek in de binnenvaart Samenvatting Aanleiding Het kabinet wil dat het aandeel containervervoer over water toeneemt. In het coalitieakkoord staat dat goederenvervoer over water en de innovatie van de binnenvaart zullen worden

Nadere informatie

Basisdocument Containerbinnenvaart. Rotterdam, juni 2003

Basisdocument Containerbinnenvaart. Rotterdam, juni 2003 Basisdocument Containerbinnenvaart Rotterdam, juni 2003 Basisdocument Containerbinnenvaart 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding...3 1.1 ALGEMEEN...3 1.2 ACHTERGROND...3 1.3 PROBLEMATIEK...4 1.4 ONDERZOEKSDOELSTELLING...5

Nadere informatie

Management Samenvatting

Management Samenvatting / werldo Management Samenvatting Inleiding en belangrijkste hoofdconclusies In deze studie naar de strategische toegevoegde waarde van het Port Community Systeem (PCS) van Portbase wordt inzicht gegeven

Nadere informatie

Bundeling goederenstromen in de Extended Gateway Antwerpen/Rotterdam met een focus op de binnenvaart

Bundeling goederenstromen in de Extended Gateway Antwerpen/Rotterdam met een focus op de binnenvaart Impactproject Bundeling goederenstromen in de Extended Gateway Antwerpen/Rotterdam met een focus op de binnenvaart Slotbijeenkomst Maastricht 3-12-2014 A. Verhoeven KvK Nederland Projectpartners Impactproject:

Nadere informatie

Agro Businessclub Westland

Agro Businessclub Westland Agro Businessclub Westland multimodaal vervoer van geconditioneerde Groenten & Fruit containers richting het achterland 1 Landelijke logistieke G&F hotspots en verbindingen Mainports Greenports Hoofdroutes

Nadere informatie

MV2 en de toekomst van de haven Een alternatieve visie op Rotterdam

MV2 en de toekomst van de haven Een alternatieve visie op Rotterdam MV2 en de toekomst van de haven Een alternatieve visie op Rotterdam Gérard Brockhoff Adstrat Adstrat Consulting, 1 Skyline Rotterdam, Ronald Tilleman Havenvisie 2050 (concurrentiepositie) Waarom is Rotterdamse

Nadere informatie

Bantopa Kennismaken met Samenwerken

Bantopa Kennismaken met Samenwerken Bantopa Kennismaken met Samenwerken Vernieuwen door Samenwerken Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking met andere bedrijven

Nadere informatie

Branche Update: Container terminals

Branche Update: Container terminals Branche Update: Container terminals Economisch Bureau Sector & Commodity Research Nadia Menkveld +31 206 286441 Concurrentiepositie haven van belang voor terminal Hoewel de overslag in de haven van Rotterdam

Nadere informatie

do it together maatschappelijk, duurzaam, milieubewust en efficiënt ondernemen

do it together maatschappelijk, duurzaam, milieubewust en efficiënt ondernemen do it together maatschappelijk, duurzaam, milieubewust en efficiënt ondernemen Introductie Samenwerking in algemene zin Shared Warehousing Duurzaam ondernemen Maatschappelijk verantwoord Partner en Samenwerking

Nadere informatie

Project Nationaal Rail Informatienetwerk: NRI Factsheet

Project Nationaal Rail Informatienetwerk: NRI Factsheet Project Nationaal Rail Informatienetwerk: NRI Factsheet Datum: Februari 2011 Door: Portbase Strategy & Business Development Contact: Paul J. Swaak copyright 2010 Portbase. Alle rechten voorbehouden Seattleweg

Nadere informatie

Multimodaal vervoer en Agrosector

Multimodaal vervoer en Agrosector Multimodaal vervoer en Agrosector Ledenbijeenkomst Agro Businessclub Westland Peter Sierat, algemeen directeur TLN Monster, 24 juni 2010 Agenda Toekomstontwikkelingen wegvervoer (on)mogelijkheden multimodaal

Nadere informatie

Synchromodaal transport: efficient en duurzaam via netwerkregie

Synchromodaal transport: efficient en duurzaam via netwerkregie Synchromodaal transport: efficient en duurzaam via netwerkregie Kees Verweij Principal Consultant Goederenvervoer Antwerpen, december 2011 Buck Consultants International Postbus 1456 6501 BL Nijmegen Telnr

Nadere informatie

Samenvatting ... 7 Samenvatting

Samenvatting ... 7 Samenvatting Samenvatting... In rapporten en beleidsnotities wordt veelvuldig genoemd dat de aanwezigheid van een grote luchthaven én een grote zeehaven in één land of regio, voor de economie een bijzondere meerwaarde

Nadere informatie

De impact van het ontbreken van contractuele relaties in de Rotterdamse haven

De impact van het ontbreken van contractuele relaties in de Rotterdamse haven Bachelorscriptie 2009 14-07-09 De impact van het ontbreken van contractuele relaties in de Rotterdamse haven Maarten P. J. Mol 296784 Economie & Bedrijfseconomie Urban Port and Transport Economics Begeleider:

Nadere informatie

1. Context en doel. 1.1 Voorbeelden belemmeringen per deelgebied 1.1.1 Governance en juridische belemmering

1. Context en doel. 1.1 Voorbeelden belemmeringen per deelgebied 1.1.1 Governance en juridische belemmering 1. Context en doel Het NLIP heeft tot doel om de elektronische informatie-uitwisseling in de Logistieke Sector in Nederland te verbeteren. En dan niet alleen de informatie-uitwisseling tussen specifieke

Nadere informatie

Watertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL

Watertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL Full Service Container Logistics Watertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL 4-10-2013 Corporate presentatie 2 4-10-2013 Corporate presentatie 3 Watertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL MCS.

Nadere informatie

Short Sea Shipping Arno Swagemakers 11 juni 2009

Short Sea Shipping Arno Swagemakers 11 juni 2009 Short Sea Shipping Arno Swagemakers 11 juni 2009 1 Historie 1966 Oprichting bedrijf 1966 1985 Conventioneel vervoer 1985 1995 Containervervoer (20ft-40ft) 1995 Verhuizing naar Axelse vlakte in Westdorpe

Nadere informatie

Naar een betrouwbaar en concurrerend binnenvaartproduct

Naar een betrouwbaar en concurrerend binnenvaartproduct Naar een betrouwbaar en concurrerend binnenvaartproduct Nextlogic werkt aan een efficiëntere afhandeling van de containerbinnenvaart met winst voor de gehele keten: zeehaventerminals, barge operators,

Nadere informatie

SCHEEPVAART OP DE WESTERSCHELDE. 23 Maart 2016

SCHEEPVAART OP DE WESTERSCHELDE. 23 Maart 2016 SCHEEPVAART OP DE WESTERSCHELDE Een duurzame toekomst Ir. Thijs de Boer 23 Maart 2016 2 Introductie Beroepsvaart Visserij Recreatie (vaart) Toerisme Veerdiensten Binnenvaart Natuurlijk systeem Omgeving

Nadere informatie

Inhoudelijke punten van de structuurvisie

Inhoudelijke punten van de structuurvisie VERSLAG Onderwerp: Zeehaven Dordrecht Afdeling: Infrastruktuurontwikkeling ARCADIS Infra BV Lichtenauerlaan 100 Postbus 4205 3006 AE Rotterdam Tel 010 253 22 22 Fax 010 456 72 50 www.arcadis.nl Plaats/datum

Nadere informatie

Strategische visie hinterlandverbindingen vanuit een academisch oogpunt

Strategische visie hinterlandverbindingen vanuit een academisch oogpunt Strategische visie hinterlandverbindingen vanuit een academisch oogpunt - 30 september 2011 - Dr. Christa Sys en Dr. Thierry Vanelslander Steunpunt Goederenstromen Departement Transport en Ruimtelijke

Nadere informatie

Stellingen panel 1. Titel Stellingen. Spreker

Stellingen panel 1. Titel Stellingen. Spreker Stellingen panel 1 Stellingen Panel 1 : inplanting, hinterlandverbindingen en arbeid A. Inplanting 1. Ligging shortsea hub moet vlakbij deepsea terminal omwille van de feederlading, die met pure intra

Nadere informatie

Bijeenkomst logistiek knooppunt Oss Havenbedrijf Rotterdam 22/07/2010

Bijeenkomst logistiek knooppunt Oss Havenbedrijf Rotterdam 22/07/2010 Bijeenkomst logistiek knooppunt Oss Havenbedrijf Rotterdam 22/07/2010 Samenstelling Aanwezig namens logistieke regio Oss Jan van Erp Logistiek Platform Oss Eric Nooijen - Osse Overslag Centrale Hans Pepers

Nadere informatie

MIRT- onderzoek goederenvervoercorridor Oost. Tiel 18 mei 2016 Programma manager: Zuhal Gül

MIRT- onderzoek goederenvervoercorridor Oost. Tiel 18 mei 2016 Programma manager: Zuhal Gül MIRT- onderzoek goederenvervoercorridor Oost Tiel 18 mei 2016 Programma manager: Zuhal Gül Vraagstelling MIRT onderzoek 1. Kansen/belemmeringen voor optimalisatie (t.b.v bereikbaarheid en concurrentiekracht)

Nadere informatie

containerisatie Wat is het?

containerisatie Wat is het? Wat is het? Stimuleren van containeroverslag in de bestaande haven, op het knooppunt van zee- en binnenvaart. Beoogd wordt dat zowel in het Sloegebied als in de Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone het aantal overgeslagen

Nadere informatie

freight is our trade www.neele.nl Nederlands

freight is our trade www.neele.nl Nederlands freight is our trade www.neele.nl Nederlands Full service logistieke dienstverlening Neele Logistics ontzorgt uw complete logistiek. Of u nu een vervoerder zoekt die goed de weg weet in Europa of een partij

Nadere informatie

Logistieke dienstverlening via de binnenvaart in de vervoersrelatie Nederland - Duitsland

Logistieke dienstverlening via de binnenvaart in de vervoersrelatie Nederland - Duitsland Logistieke dienstverlening via de binnenvaart in de vervoersrelatie Nederland - Duitsland Januari 1994 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Den Haag 1 - Inleiding I. INLEIDING Doelstelling: Inventarisatie

Nadere informatie

Spoorcongres Transport & logistiek van afvalstromen per rail

Spoorcongres Transport & logistiek van afvalstromen per rail Spoorcongres 2017 Transport & logistiek van afvalstromen per rail Tiel, 28 september 2017 Rick Martens, development manager logistics Introductie KEY FIGURES N+P Group: Nederlands familiebedrijf, hoofdkantoor

Nadere informatie

Voorop in de ontwikkeling van multimodale ketenregie

Voorop in de ontwikkeling van multimodale ketenregie Voorop in de ontwikkeling van multimodale ketenregie Overseas Logistics Multimodal Inland Locations Supply Chain Solutions Advanced logistics for a smaller world Als het gaat om het optimaal beheersen

Nadere informatie

MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE

MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE 2010-2020 POSITIONERING DELTALANDSCHAP 2010 BESTAANDE TOEKOMST DELTALANDSCHAP 2010-2020 STRUCTUURBEELD DELTALANDSCHAP 2020 POSITIONERING STEDELIJKE DELTA 2010

Nadere informatie

Binnenvaart Duurzaam, betaalbaar en op tijd! Philippe Govers COO BCTN Groep

Binnenvaart Duurzaam, betaalbaar en op tijd! Philippe Govers COO BCTN Groep Binnenvaart Duurzaam, betaalbaar en op tijd! Philippe Govers COO BCTN Groep Binnenvaart anno 2014 - Schepen / Varen - Inland terminals - Toegevoegde waarden Toekomstbeeld van transporten - Schaalvergroting

Nadere informatie

Programma seminar De informatie gestuurde haven Informatiemanagement binnen de innovatieve context van transport & logistiek.

Programma seminar De informatie gestuurde haven Informatiemanagement binnen de innovatieve context van transport & logistiek. Programma seminar De informatie gestuurde haven Informatiemanagement binnen de innovatieve context van transport & logistiek. Datum: donderdag 21 november 2013 Tijd: 12.00-18.00u Plaats: STC gebouw, Wilhelminakade

Nadere informatie

Binnenvaart, de vlotste verbinding tussen havens en hun hinterland!?

Binnenvaart, de vlotste verbinding tussen havens en hun hinterland!? Binnenvaart, de vlotste verbinding tussen havens en hun hinterland!? Eddy Bruyninckx CEO Gemeentelijk Havenbedrijf 20 jaar Promotie Binnenvaart Vlaanderen 11 oktober 2012 De binnenvaartverbindingen van

Nadere informatie

NEUTRALE OPLOSSING, GEMEENSCHAPPELIJK VOORDEEL

NEUTRALE OPLOSSING, GEMEENSCHAPPELIJK VOORDEEL NEUTRALE OPLOSSING, GEMEENSCHAPPELIJK VOORDEEL BARGE SERVICE CENTER HAALBAAR, BETAALBAAR EN STARTKLAAR VAN DRIE NAAR VIJF CONTAINERTERMINALS In 2014 versnippert de containerstroom in de Rotterdamse haven

Nadere informatie

Maritime & Transport Business Solutions. maritime & transport business solutions. Een sterk achterlandnetwerk ontwikkelen: Wie betaalt wat?

Maritime & Transport Business Solutions. maritime & transport business solutions. Een sterk achterlandnetwerk ontwikkelen: Wie betaalt wat? Wie betaalt wat? Frank Luisman 4 december 2012 Maritime & Transport Business Solutions maritime & transport business solutions Een sterk achterlandnetwerk ontwikkelen: Wie betaalt wat? Wie betaalt wat?

Nadere informatie

Havenvisie 2030 Drechtsteden 5 april 2011

Havenvisie 2030 Drechtsteden 5 april 2011 Havenvisie 2030 Drechtsteden 5 april 2011 1 Doel Havenvisie 2030 Richting geven aan de verdere ontwikkeling van de Rotterdamse mainport. Zekerheid en perspectief bieden aan klanten, burgers, overheden

Nadere informatie

Economisch perspectief verdieping Nieuwe Waterweg / Botlek

Economisch perspectief verdieping Nieuwe Waterweg / Botlek Economisch perspectief verdieping Nieuwe Waterweg / Botlek Sigrid Schenk Irene Pohl Rotterdam, januari 2014 Aanleiding voor verdieping NWW / Botlek Page 2 BRON: HBR Het Botlekgebied / Pernis vormt het

Nadere informatie

EUROPA S NR. 1 KNOOPPUNT VAN CONTAINER- STROMEN

EUROPA S NR. 1 KNOOPPUNT VAN CONTAINER- STROMEN EUROPA S NR. 1 KNOOPPUNT VAN CONTAINER- STROMEN DEEPSEA- EN FEEDERSERVICES Hutchison Ports ECT Delta en Hutchison Ports ECT Euromax zijn multi-user terminals. Elke rederij is hier verzekerd van maximale

Nadere informatie

Veenwouden - Holland

Veenwouden - Holland Veenwouden - Holland Alfons Freriks Logistics Veenwouden Regisseur in totaaltransport ALL AROUND EUROPE Dynamisch in denken, innovatief in ondernemen! Overal in Europa de service van Alfons Freriks Logistics

Nadere informatie

SCHEEPVAART EN DE ROL VAN DATA. Arjen de Leege en Johan Gille NDW Stakeholdersoverleg, 7 december 2017

SCHEEPVAART EN DE ROL VAN DATA. Arjen de Leege en Johan Gille NDW Stakeholdersoverleg, 7 december 2017 SCHEEPVAART EN DE ROL VAN DATA Arjen de Leege en Johan Gille NDW Stakeholdersoverleg, 7 december 2017 Rol van data in Scheepsvaart 1. Monitoring verkeersbewegingen 2. Efficiëntere afhandeling scheepvaart

Nadere informatie

Railport Antwerpen NV. SeaRail 14 juni 2016 Koen Cuypers

Railport Antwerpen NV. SeaRail 14 juni 2016 Koen Cuypers Railport Antwerpen NV SeaRail 14 juni 2016 Koen Cuypers Problematiek verspreid vervoer in Antwerpen/Europa Vaststelling Verspreid spoorvervoer in Antwerpen / Europa: sterke terugval volumes; slechts ten

Nadere informatie

Analyse naar het economisch gebruik van het vaarwegen netwerk i.r.t. bedrijventerreinen

Analyse naar het economisch gebruik van het vaarwegen netwerk i.r.t. bedrijventerreinen Analyse naar het economisch gebruik van het vaarwegen netwerk i.r.t. bedrijventerreinen Dit rapport is uitgebracht aan Provincie Zuid-Holland. Kenmerk C00451 Executive summary Zoetermeer, Het gebruik van

Nadere informatie

Haven Amsterdam NV Toekomst in vogelvlucht

Haven Amsterdam NV Toekomst in vogelvlucht Haven Amsterdam NV Toekomst in vogelvlucht Janine van Oosten, directeur CNB en rijkshavenmeester Februari 2013 Havenclub Amsterdam Haven Amsterdam is een bedrijf van de gemeente Amsterdam De havens van

Nadere informatie

1 Inleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Industry & Buildings

1 Inleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Industry & Buildings Notitie / Memo Aan: Gemeente Cranendonck, gemeente Weert Van: Datum: 31 oktober 2018 Kopie: Ons kenmerk: BF4303I&BNT1810081000 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Industry & Buildings

Nadere informatie

ALWAYS A STEP AHEAD. KETENOPTIMALISATIE CONTAINERBINNENVAART

ALWAYS A STEP AHEAD. KETENOPTIMALISATIE CONTAINERBINNENVAART ALWAYS A STEP AHEAD. KETENOPTIMALISATIE CONTAINERBINNENVAART nextlogic.nl Doorbraak in efficiëntie en betrouwbaarheid. INTEGRALE PLANNING Nextlogic biedt een integrale planning voor de afhandeling van

Nadere informatie

De binnenvaartpool. Structuurverandering in het segment van de grote drogeladingbinnenvaartschepen

De binnenvaartpool. Structuurverandering in het segment van de grote drogeladingbinnenvaartschepen De binnenvaartpool Structuurverandering in het segment van de grote drogeladingbinnenvaartschepen Edwin van Hassel DLC Gorinchem 24-1-2014 Inhoud - Probleemstelling - Waarom pools? - Pools als onderdeel

Nadere informatie

PRIMAIRE DISTRIBUTIE Planning en transport van productielocatie naar distributiecentra en tussen distributiecentra.

PRIMAIRE DISTRIBUTIE Planning en transport van productielocatie naar distributiecentra en tussen distributiecentra. POST KOGEKO Uw klanten willen hun bestelling op tijd en in perfecte staat ontvangen. Of het nu gaat om een volle vracht of om een enkele pallet of colli. Post-Kogeko Logistics maakt dat voor u waar. Wij

Nadere informatie

Aanpassingen Vlaams Goederenvrachtmodel

Aanpassingen Vlaams Goederenvrachtmodel Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Vuurkruisenplein 20 2020 ANTWERPEN Aanpassingen Vlaams Goederenvrachtmodel Model versie 1.5 en 1.5+ juni 2011 nv Hendrik Consciencestraat 1b 2800

Nadere informatie

Centre of expertise. voor samenwerking. B&C Bout&Co. structuur in samenwerking

Centre of expertise. voor samenwerking. B&C Bout&Co. structuur in samenwerking B&C Bout&Co structuur in samenwerking Centre of expertise voor samenwerking Centre of expertise Bout & Co vergroot de performance door verbetering van de structuur in samenwerking tussen ondernemingen,

Nadere informatie

Middelen om de supply chain te verduurzamen. Wytze Rauwenhoff Flanders Logistics-consulenten

Middelen om de supply chain te verduurzamen. Wytze Rauwenhoff Flanders Logistics-consulenten Middelen om de supply chain te verduurzamen Wytze Rauwenhoff Flanders Logistics-consulenten Inhoud 1. Voorstelling Flanders Logistics-consulenten Voorstelling project Methodiek 2. Duurzaamheidsverbeteringen

Nadere informatie

Samenvatting. Werkwijze

Samenvatting. Werkwijze I Samenvatting Duitsland en de haven van Rotterdam hebben een groot belang bij elkaar. Een substantieel deel van de maritieme aan- en afvoer in de Rotterdamse haven is afkomstig van of bestemd voor de

Nadere informatie

Doel Het tot stand doen komen van een Container Transferium Rotterdam (CT), mede ter verbetering van de bereikbaarheid van de Haven van Rotterdam

Doel Het tot stand doen komen van een Container Transferium Rotterdam (CT), mede ter verbetering van de bereikbaarheid van de Haven van Rotterdam Container Transferium Rotterdam Doel Het tot stand doen komen van een Container Transferium Rotterdam (CT), mede ter verbetering van de bereikbaarheid van de Haven van Rotterdam J.C. Huizinga-Heringa,

Nadere informatie

Wereldklasse doen! Havenbedrijf Rotterdam. Henk de Bruijn 25 september 2013. Copyright - Port of Rotterdam

Wereldklasse doen! Havenbedrijf Rotterdam. Henk de Bruijn 25 september 2013. Copyright - Port of Rotterdam Wereldklasse doen! Havenbedrijf Rotterdam Henk de Bruijn 25 september 2013 1 Haven- en industriegebied + 2 Havengebieden Maasvlakte Waal-/Eemhaven Europoort Botlek 3 Haven in cijfers Rotterdamse haven

Nadere informatie

HANDHAVING IN DE BINNENVAART - TOEZICHT, EEN LAST?

HANDHAVING IN DE BINNENVAART - TOEZICHT, EEN LAST? HANDHAVING IN DE BINNENVAART - TOEZICHT, EEN LAST? Ing. Robert Tieman Secretaris veiligheid en milieu Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart Vasteland 12e 3011 BL Rotterdam Inleiding De noodzaak

Nadere informatie

The Legal Position of Terminal Operators in Hinterland Networks

The Legal Position of Terminal Operators in Hinterland Networks Belgisch-Nederlands Colloquium Rotterdam 25 september 2014 The Legal Position of Terminal Operators in Hinterland Networks Susan Niessen susanniessen@law.eur.nl 1 Programma Introductie Redenen voor verandering

Nadere informatie

fax (0591) onderwerp Vragen ex. art. 38 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad

fax (0591) onderwerp Vragen ex. art. 38 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad Raadhuisplein 1 7811 AP Emmen t. 14 0591 f. 0591 685599 Postbus 30001 7800 RA Emmen e. gemeente@emmen.nl i. www.emmen.nl Aan de raad van de gemeente Emmen Afdeling Directiestaf team Staf ons kenmerk 12.436679

Nadere informatie

Digitale Transformatie van de Binnenvaart en het belang voor de BV Nederland

Digitale Transformatie van de Binnenvaart en het belang voor de BV Nederland Digitale Transformatie van de Binnenvaart en het belang voor de BV Nederland RPPC Voorjaarslezing Ries Bode Voorzitter Bureau Telematica Binnenvaart Rotterdam, 23 mei 2017 Bureau Telematica Binnenvaart

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief

Nadere informatie

Afval: een serieuze partner in de logistieke keten

Afval: een serieuze partner in de logistieke keten Barge en shortsea congres Transport/logistiek waste-products van weg naar water Tilburg, 4 februari 2016 Rick Martens, manager logistics Afval: een serieuze partner in de logistieke keten 1 Introductie

Nadere informatie

Container Terminal Doesburg Presentatie

Container Terminal Doesburg Presentatie Container Terminal Doesburg Presentatie Container Terminal Rotra Familiebedrijf 4de generatie 860 medewerkers Koninklijk Actief in logistiek sinds 1909 Onberispelijk gedrag van het management Financieel

Nadere informatie

Rekenmodule Last Mile. Beschrijving & case. 14 december 2011

Rekenmodule Last Mile. Beschrijving & case. 14 december 2011 Last Mile Beschrijving & case 14 december 2011 Inhoud Last Mile Inhoud beschrijving Kern van de tool Aanpak Mensen & middelen Resultaat Case beschrijving / best practice Toepassing Aanvullende informatie

Nadere informatie

Twin hub. Intermodal rail freight Twin hub Network North West Europe

Twin hub. Intermodal rail freight Twin hub Network North West Europe Twin hub Intermodal rail freight Twin hub Network North West Europe Ekki Kreutzberger en Rob Konings Zeehavens en intermodale rail hub-en-spoke netwerken. Op weg naar een nieuwe innovatiegolf VLW 2013,

Nadere informatie

Het succes van samen werken!

Het succes van samen werken! White paper Het succes van samen werken! Regover B.V. Bankenlaan 50 1944 NN Beverwijk info@regover.com www.regover.com Inleiding Regover B.V., opgericht in 2011, is gespecialiseerd in het inrichten en

Nadere informatie

Bantopa (Samen)werken aan Samenwerken

Bantopa (Samen)werken aan Samenwerken Bantopa (Samen)werken aan Samenwerken Masterclass - Alliantievaardigheden Een praktische leidraad voor toekomstige alliantiemanagers Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen

Nadere informatie

VOS Keten. Knelpunten en Kansen binnen Rotterdams havengebied

VOS Keten. Knelpunten en Kansen binnen Rotterdams havengebied VOS Keten Knelpunten en Kansen binnen Rotterdams havengebied Wie staat hier? Toon Boonekamp Adviseur Energie, Water en Afval Ondersteuning industriële klanten op de technische thema s duurzaamheid en contacten

Nadere informatie

Test naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige

Test naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige Test naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige Klantgerichtheid Selecteren van een klant Wanneer u hoog scoort op 'selecteren

Nadere informatie

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B JANUARI 2016 VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING ONDERDEEL 1 (CASE)

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B JANUARI 2016 VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING ONDERDEEL 1 (CASE) VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING ONDERDEEL 1 (CASE) 26 JANUARI 2016 1 Vragen bij de case WINTECH..GESTRAND IN HET ZICHT VAN DE HAVEN? (totaal 90 punten) Vraag 1 (20 punten) a. Bereken

Nadere informatie

Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2017

Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2017 Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2017 Datum: 14 mei 2018 Status: Definitief Pagina 2 van 9 Inhoud Inhoud 3 1. Samenvatting

Nadere informatie

Project: TransPortS (TPS) Meerjarenplan

Project: TransPortS (TPS) Meerjarenplan Stichting TRANSUMO Postadres: Postbus 48 2600 AA Delft Project: TransPortS (TPS) Meerjarenplan Titel projectvoorstel: TransPortS (TPS) Projectnummer: TM 05.004 Cluster: Transitie Management Type onderzoek:

Nadere informatie

Stakeholders forum Logistiek Platform West-Poort 6 november 2013

Stakeholders forum Logistiek Platform West-Poort 6 november 2013 Stakeholders forum Logistiek Platform West-Poort 6 november 2013 - Resultaten stemming - Inhoud Verdeling Doelgroepen... 2 Ruimte en infrastructuur... 3 Marketing en acquisitie... 5 Kennisinfrastructuur...

Nadere informatie

Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2018

Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2018 Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van in 2018 Datum: 27 mei 2019 Status: Definitief Pagina 2 van 9 Inhoud Inhoud 3 1. Samenvatting 4 2. Inleiding

Nadere informatie

Green-Consultant - info@green-consultant.nl - Tel. 06-51861495 Triodos Bank NL17TRIO0254755585 - KvK 58024565 - BTW nummer NL070503849B01 1

Green-Consultant - info@green-consultant.nl - Tel. 06-51861495 Triodos Bank NL17TRIO0254755585 - KvK 58024565 - BTW nummer NL070503849B01 1 Bestemd voor: Klant t.a.v. de heer GoedOpWeg 27 3331 LA Rommeldam Digitale offerte Nummer: Datum: Betreft: CO 2 -Footprint & CO 2 -Reductie Geldigheid: Baarn, 24-08-2014 Geachte heer Klant, Met veel plezier

Nadere informatie

Model Stedelijke Distributie voor (potentiële) Lean & Green Awardwinnaars. Beschrijving & case

Model Stedelijke Distributie voor (potentiële) Lean & Green Awardwinnaars. Beschrijving & case voor (potentiële) Lean & Green Awardwinnaars Beschrijving & case 18 mei 2011 Inhoud Inhoud beschrijving Model Stedelijke Distributie Kern van de tool Aanpak Mensen & middelen Resultaat Case beschrijving

Nadere informatie

Facilitair accountmanager

Facilitair accountmanager Facilitair accountmanager Doel Inventariseren en analyseren van de wensen en ervaringen van klanten van de dienst ten aanzien van de dienstverlening en het uitzetten van daaruit voorvloeiende activiteiten,

Nadere informatie

Blue Ports - waterknooppunten

Blue Ports - waterknooppunten 1 Blue Ports - waterknooppunten B E R E I K B A A R, D U U R Z A A M E N L E E F B A A R B A RT BOUWENS 1 5 O K TO B E R 2 0 1 0 W W W. M O V A R E S. N L / W A T E R Onze ruimte onder druk? 2 Oorzaak:

Nadere informatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Plan van aanpak Rekenkamer Maastricht februari 2007 1 1. Achtergrond en aanleiding 1 De gemeente Maastricht wil maatschappelijke doelen bereiken.

Nadere informatie

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Sytze Rienstra en Jan van Donkelaar, 15 januari 2010 Er is de laatste tijd bij de beoordeling van projecten voor de binnenvaart veel discussie over

Nadere informatie

Vanuit Nederland de hele wereld over. Continenten verbonden. Personally worldwide.

Vanuit Nederland de hele wereld over. Continenten verbonden. Personally worldwide. Vanuit Nederland de hele wereld over. Continenten verbonden. Personally worldwide. Wij staan voor u klaar. Wereldwijd. Al sinds 1921 vervoeren wij goederen voor onze klanten over de gehele wereld. Van

Nadere informatie