Hiv-1 integrase remmers, een goede aanwinst voor het antiretrovirale arsenaal
|
|
- Herman Thys
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Hiv-1 integrase remmers, een goede aanwinst voor het antiretrovirale arsenaal HIV-1 integrase inhibitors, a valuable contribution to the antiretroviral armamentarium Prof. dr. S.A. Danner 1 Samenvatting Integraseremmers (INSTI s) vormen een goede aanvulling op het antiretrovirale arsenaal. De eerste INSTI, raltegravir, kwam in 2008 op de Nederlandse markt. Eind 2013 en -naar verwachting- in de loop van 2014 zullen respectievelijk elvitegravir (in een quad-pill -coformulering met de booster cobicistat, tenofovir en emtricitabine) en dolutegravir beschikbaar komen. In dit artikel worden effectiviteit, resistentiebarrière, geneesmiddelen-interacties, bijwerkingen en innamegemak van deze drie integraseremmers vergeleken. De conclusie is dat INSTI s een plaats moeten krijgen in de lijst van aanbevolen eerstelijns antiretrovirale regimes. (Tijdschr Infect 2014;9(2):30-6) 2 Summary Integrase inhibitors (INSTI s) form a valuable contribution to the antiretroviral armamentarium. The first INSTI on the Dutch market was raltegravir, introduced in At the end of 2013 and somewhere during 2014 two other INSTI s, elvitegravir (co-formulated with the pharmacological booster cobicistat, and with tenofovir and emtricitabine in a quad pill ) and dolutegravir, will be available in The Netherlands. This article reviews efficacy, resistance barrier, drug interaction, safety, tolerability and convenience of these three INSTI s. It is concluded that INSTIs should be part of recommended first-line antiretroviral regimens. Inleiding De behandeling van hiv-infectie veranderde drastisch halverwege de jaren negentig, door drie factoren: enkele sterk werkzame remmers van de hiv-replicatie kwamen beschikbaar, het inzicht was ontstaan dat combinatietherapie (een cocktail van tenminste drie hiv-remmers) voor een blijvende remming noodzakelijk was, en het werd mogelijk om de plasma hiv-rna lading op een routine basis te bepalen, zodat virologisch succes of falen van de behandeling snel duidelijk werd. Dit alles leidde vanaf 1996 binnen enkele jaren tot een dramatische daling van de hoge mortaliteit en morbiditeit door hiv-infectie, althans in die landen waar de bevolking toegang had tot goede gezondheidszorg. De behandeling bestond nadien gedurende vele jaren uit twee nucleoside-/nucleotide analoge reverse transcriptaseremmers ( Nucleoside/Nucleotide Reverse Transcriptase Inhibitors, NRTI s), de zogenaamde backbone -therapie, plus een derde sterk werkzaam middel in de vorm van ofwel een non-nucleoside reverse transcriptaseremmer ( Nonnucleoside Reverse Transcriptase Inhibitor ; NNRTI) ofwel een proteaseremmer ( Protease Inhibitor, PI). Hoewel nadien twee nieuwe klassen van antiretrovirale middelen werden geïntroduceerd (een fusie-remmer, enfuvirtide, en een CCR5-antagonist, maraviroc), vonden deze geen plaats in eerstelijnstherapie. In 2008 kwam 1 afdeling Interne Geneeskunde, VU Medisch Centrum, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam, tel: , adres: s.danner@vumc.nl. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: de auteur werkt mee aan de nascholingscursus HIV Masterclass, die georganiseerd wordt door Virology Education, die op zijn beurt zg. unrestricted educational grants ontvangt van ViiV Health Care, Merck Sharp & Dome en Gilead Sciences. Trefwoorden: antiretrovirale therapie, integraseremmers, genetische resistentiebarrière. Keywords: antiretroviral treatment, integrase inhibitors, genetic resistance barrier. Ontvangen 18 januari 2014, geaccepteerd 5 maart
2 de eerste hiv-1 integraseremmer ( integrase strand transfer inhibitor, INSTI) op de markt, raltegravir (Isentress ), en in mei 2013 werd een tweede INSTI in Nederland geregistreerd, elvitegravir, in een vaste viervoudige combinatie met tenofovir, emtricitabine en cobicistat (de zogenoemde quad pill, Stribild ), wat een eenmaaldaags-een-pil regime mogelijk maakt. Een derde INSTI, dolutegravir (Tivicay ), zal waarschijnlijk in de loop van 2014 op de markt komen. Integraseremmers zijn blijkens de studies tot nu toe krachtige antiretrovirale middelen met weinig bijwerkingen en het is een goed moment om de potentiële plaats in het antiretrovirale arsenaal vast te stellen. Bij een nieuw antiretroviraal middel zijn van belang: effectiviteit (mate van remming van de hiv-replicatie), genetische barrière (hoe gemakkelijk ontstaat resistentie ertegen?), geneesmiddelen-interacties, korte- en langetermijnbijwerkingen en innamegemak. Deze laatste twee zijn zeer belangrijk omdat de compliance bij anti-hivtherapie buitengewoon nauw luistert en de therapie waarschijnlijk levenslang moet worden voortgezet. Hoewel de integraseremmers ook effectief zijn tegen klinische isolaten van hiv-2, betreft het volgende overzicht uitsluitend studies die bij met hiv-1 geïnfecteerde patiënten verricht zijn. 1 Effectiviteit Raltegravir Raltegravir, in een dosering van tweemaal daags 400mg, bleek in combinatie met tenofovir/emtricitabine, in therapienaïeve patiënten even effectief als efavirenz plus dezelfde combinatie na 48 weken. Dit gold voor zowel hoge als lage beginwaarden voor viral load en CD4- celgetallen. De daling van de hiv-rna lading was sneller in de raltegravir-groep. Er waren in de INSTI-groep minder subjectieve bijwerkingen en minder veranderingen in de bloedvetten. 2 De dubbelblinde gerandomiseerde studie werd gedurende vijf jaar voortgezet: aan het eind bleek 25% van de patiënten in de raltegravir-groep en 35% in de efavirenz-groep de studie te hebben gestopt, in respectievelijk 5% en 10% van de gevallen vanwege bijwerkingen. In de primaire intention-to-treat -analyse na 240 weken hadden respectievelijk 71% en 61% van de patiënten een viral load <50 copies/ml, een significant verschil. 3 In een vergelijkbare tweede fase II/III- studie werden ook gelijke effectiviteit en gering aantal geneesmiddel-gerelateerde bijwerkingen gezien. 4 Een open-label nucleoside-sparend regime van raltegravir met een PI in plaats van twee NRTI s, darunavir/ritonavir, bij naïeve patiënten toonde wat gemengde resultaten: na 48 weken had 26% virologisch falen, vooral bij patiënten die startten met een viral load > c/ml. 5 In therapie-ervaren patiënten met triple-class resistentiemutaties in hun hiv-populatie, bleek raltegravir veruit superieur aan placebo (beide met zo goed mogelijke backbone -therapie). 6 Bij virologisch falen na zestien weken konden alle deelnemers meedoen aan een openlabel vervolgstudie met raltegravir. In de oorspronkelijke raltegravir groep was na 96 weken de plasma hiv-rna lading <50 c/ml bij 57%. Deze resultaten waren consistent met die in een soortgelijke fase II-studie (raltegravir in verschillende doseringen of placebo), en een derde, open studie met raltegravir in uitvoerig voorbehandelde patiënten. 7,8 In alledrie de studies waren weinig uitvallers wegens bijwerkingen. In zogenoemde switch-studies waarbij patiënten virologisch succesvol behandeld werden maar om redenen van gebruiksgemak liever overgingen op een ander regime, bleek raltegravir non-inferieur aan lopinavir/ritonavir 9 of, in uitvoerig voorbehandelde patiënten, aan enfuvirtide. 10 Bovengenoemde resultaten werden behaald met een tweemaal daagse dosering van raltegravir. In een studie in therapie-naïeve patiënten waarin 400mg tweemaal daags werd vergeleken met 800mg eenmaal daags bleek de eenmaal daagse dosering minder effectief. 11 Hoewel dit vooral gold voor patiënten die startten met een hoge hiv-rna lading (> c/ml) en veel minder voor deelnemers met een basale hiv-rna lading van < c/ml, heeft dit niet geleid tot wijziging in de richtlijnen die een tweemaal daagse dosering handhaven. Elvitegravir De farmacologische eigenschappen van elvitegravir vergen de toevoeging van een farmacologische booster, een remmer van cytochroom P450-enzymen (met name enzym 3A4), om voldoende hoge plasmaspiegels te krijgen, zodat eenmaal daagse dosering mogelijk wordt. 12 In de eerste humane studies werd hiervoor ritonavir gebruikt, later cobicistat, een nieuwe booster die zelf geen antivirale activiteit heeft. 13 In een fase II-studie met 100mg ritonavir als booster werden drie verschillende doseringen elvitegravir vergeleken met een PI naar keuze bij patiënten met tenminste één resistentie-mutatie tegen PI s. De meeste patiënten waren uitgebreid voorbehandeld en hadden gemiddeld drie hiv-mutaties die geassocieerd worden met resistentie tegen thymidine-analoge reverse transcriptase remmers en elf hiv-mutaties die geassocieerd worden met resistentie tegen hiv-pi s. Elvitegravir in de hoge dosering (125mg eenmaal daags) was qua effectiviteit superieur aan de andere studiearmen in deze therapieresistente-groep
3 2 Elvitegravir, gecoformuleerd in één tablet met cobicistat, emtricitabine, en tenofovir (EVG/COBI/TDF/FTC, de quad pill of Stribild ), werd in twee fase III-studies in therapienaïeve patiënten vergeleken met op dat moment door de richtlijnen aanbevolen antiretrovirale regimes: in de ene studie met een tablet bevattende de coformulering efavirenz/emtricitabine/-tenofovir (EFZ/ TDF/FTC) en in de andere studie met de combinatie atazanavir, ritonavir (als farmacologische booster), en de coformulering tenofovir/emtricitabine (AZV/r+TDF/ FTC). In de eerste studie werden 700 patiënten geïncludeerd en na 96 weken was de effectiviteit gelijk ( intention-to-treat -analyse: hiv-rna <50c/ml in EVG/ COBI/TDF/FTC en EFZ/TDF/FTC respectievelijk 84% en 82%). 15 Uitval wegens bijwerkingen was gering in beide studiearmen: respectievelijk 5 en 7%. In de tweede studie over 708 patiënten werden eveneens gelijke resultaten gezien voor effectiviteit (96 weken intentionto-treat -analyse: hiv-rna <50c/ml in EVG/COBI/ TDF/FTC en ATV/r+TDF/FTC respectievelijk 83% en 82%), bijwerkingen en studie-uitval. 16 Deze resultaten bleven intact na 144 weken. 17,18 Elvitegravir eenmaal daags werd met raltegravir tweemaal daags vergeleken in therapie-ervaren patiënten die faalden op hun regime, in een gerandomiseerde dubbelblinde fase III-studie. Ze werden behandeld met een van beide integraseremmers plus een goed werkzame gebooste proteaseremmer en nog een derde middel. Na 48 weken werd een goede virologische respons bereikt van 59% en 58% in respectievelijk de elvitegravir en raltegravir groep. 19 Na 96 weken waren de percentages respectievelijk 48 en 45%. 20 Beide regimes werden goed verdragen: in de elvitegravir-groep werd iets meer diarree gemeld (12% tegen 7% in de raltegravir groep) en in de raltegravir-groep werden iets meer verhoogde transaminase waarden gezien (5% tegen 2% in de elvitegravir-groep). 19 In een switch-studie werden patiënten die minstens zes maanden virologisch succesvol behandeld werden met raltegravir tweemaal daags plus eenmaal daags TDF/FTC overgezet op eenmaal daags EVG/ COBI/TDF/FTC; na 48 weken hadden alle 48 patiënten nog steeds een hiv-rna load <50 c/ml, en waren geen veranderingen opgetreden in serum creatininegehalte of bloedlipiden. 21 Dolutegravir In een dose-ranging -studie bij therapienaïeve patiënten werd eenmaal daags 10, 25 en 50 mg dolutegravir vergeleken met efavirenz, met in alle groepen een backbone - therapie naar keuze van de behandelaar (tenofovir/ emtricitabine of abacavir/lamivudine). Na 96 weken was de hiv-rna load <50 c/ml in respectievelijk 79, 78 en 88% voor de dolutegravir-groepen en 72% voor de efavirenz-groep. 22 In een dubbelblind gerandomiseerd onderzoek, ook bij therapienaïeve patiënten, werd dolutegravir, gecombineerd met een tablet abacavir/lamivudine, vergeleken met een tablet efavirenz/tenofovir/emtricitabine. Na een jaar bleek in de dolutegravir-groep een groter virologisch succes (88% van de patiënten had een hiv-rna lading <50 c/ml versus 81% in de efavirenz-groep) en ook werd minder vaak gestopt wegens bijwerkingen (2% versus 10%). 23 In een andere studie bij therapienaïeve patiënten werd dolutegravir vergeleken met een PI, darunavir/ritonavir, en ook in deze studie bleek dolutegravir effectiever na een jaar (hiv-rna <50 c/ml bij 90% in de dolutegravir groep versus 83% in de proteaseremmer-groep), en ook hier was de uitval wegens bijwerkingen geringer (1% versus 4%). 24 Ook werd dolutegravir vergeleken met raltegravir in therapienaïeve patiënten. Zowel na 48 weken als na 96 weken werden gelijke resultaten gezien voor effectiviteit (na 96 weken hiv-rna <50 c/ml bij 81% in de dolutegravirgroep versus 76% in de raltegravir-groep), toename in CD4+-lymfocyten, stoppen wegens bijwerkingen (2% in beide) of ernstige bijwerkingen (geen in beide). 25,26 In therapie-ervaren patiënten, met hiv-resistentiemutaties tegen tenminste twee klassen van antiretrovirale middelen (niet tegen INSTI s) en een niet-onderdrukte hiv-rna lading, werd dolutegravir vergeleken met raltegravir. Na 48 weken bleek bij 71% in de dolutegravirgroep en bij 64% in de raltegravir groep de hiv-replicatie succesvol onderdrukt; dit was een statistisch significant verschil (p=0,03). Bijwerkingen waren ook hier gelijk in beide groepen, zelden leidend tot uitval uit de studie. 27 In de open-label single-arm VIKING-studie tenslotte werd dolutegravir gegeven aan patiënten die resistent waren tegen raltegravir (genotypisch en/of fenotypisch aangetoond) en een of meer andere klassen van antiretrovirale middelen. Gedurende elf dagen werd hun -falende- therapie voortgezet en werd raltegravir vervangen door dolutegravir 50mg eenmaal daags (cohort I) of 50mg tweemaal daags (cohort II) of, indien de raltegravir reeds eerder gestopt was, werden deze doseringen dolutegravir aan het falende regime toegevoegd. Daarna werd de dolutegravir voortgezet en werd de overige antiretrovirale therapie zo goed mogelijk aangepast. Na elf dagen bleek dat bij 96% de hiv-rna lading met >0,7 10 log gedaald was en na 24 weken had 41% in cohort I en 75% in cohort II een hiv-rna lading <50 c/ml. Er is dus sprake van duidelijke antiretrovirale activiteit van dolutegravir bij aangetoonde raltegravir-resistentie
4 De effectiviteit van INSTI s (raltegravir, elvitegravir of dolutegravir) bevattende regimes bij therapienaïeve patiënten is dus niet inferieur aan regimes met PI s of NNRTI s. Ook blijken integraseremmers goede keus bij patiënten die falen op andere regimes en nog INSTInaïef zijn. Over kruisresistentie tussen integraseremmers is nog niet heel veel bekend in klinische studies, al toont de VIKING-studie aan dat deze niet zeker volledig is. 28 Ook is er nog weinig onderzoek gedaan naar zogenoemde switch-strategieën, waarbij (een deel van de) therapie door een INSTI vervangen wordt om redenen van gebruiksgemak of bijwerkingen. Voor een overzicht hiervan wordt graag verwezen naar de meta-analyse van Messiaen, Wensing, Fun et al. 29 Genetische barrière tegen resistentie Tegen alle antiretrovirale middelen kan resistentie ontstaan. Hiv vermenigvuldigt zich slordig en heeft geen proof-reading -mechanismen zodat mutanten gemakkelijk ontstaan. Doorgaans zijn deze minder fit dan het oorspronkelijk wild-type virus maar onder selectiedruk -met name tijdens suboptimale geneesmiddelspiegelskunnen minder gevoelige mutanten toch uitgroeien tot de dominante viruspopulatie en door het verwerven van additionele mutaties soms ook extra fitness verkrijgen. In de klinische praktijk zijn twee zaken van belang: hoe robuust is het middel tegen resistentie, en in hoeverre is er sprake van kruisresistentie? Met robuustheid of genetische barrière tegen resistentie wordt bedoeld het aantal puntmutaties dat nodig is voordat van verminderde gevoeligheid gesproken moet worden alsmede het gemak waarmee deze mutaties ontstaan, en bij kruisresistentie gaat het erom of bij eenmaal opgetreden resistentie andere antiretrovirale middelen uit dezelfde klasse ook niet meer effectief zijn. Van het optreden van resistentie bij integraseremmers is het meest bekend over raltegravir dat al enkele jaren wordt gebruikt. In de fase III-studie in behandelingsnaïeve patiënten (raltegravir vergeleken met efavirenz) werden resistentie-mutaties in het integrase-gen slechts gevonden bij 4 van de 281 raltegravir-deelnemers of 1,4%. 2 In de BENCHMRK-studies waarbij het effect van raltegravir werd onderzocht bij INSTI-naiëve patiënten met resistentie tegen verscheidene klassen van antiretrovirale middelen ontstond na één jaar behandeling bij 23% virologisch falen. In ruim twee derde werden typische resistentiemutaties tegen raltegravir gevonden, namelijk veranderingen in de codons 148, 155, 143 of 92 (of combinaties hiervan) van het hiv-integrase-gen. In 27% van de patiënten werden er geen veranderingen gevonden terwijl bij de overige patiënten met falen mutaties werden gevonden waarvan de betekenis voor resistentie nog niet duidelijk is. 30,31 In een observationele studie gestart na de introductie van raltegravir werden bij patiënten met virologisch falen in een derde van de 89 gevallen resistentiemutaties gevonden (bij vijftien patiënten N155H, bij acht Q148H/R, bij drie Y143R, bij een E92Q, en bij drie meer dan een van deze); er was een duidelijke relatie met raltegravir-plasmaspiegels. 32 In de twee fase III-studies met elvitegravir in therapienaïeve patiënten (elvitegravir/-cobicistat/tenofovir/emtricitabine versus respectievelijk efavirenz/tenofovir/ -emtricitabine en atazanavir/ritonavir/tenofovir/emtricitabine) bleek resistentie tegen elvitegravir in slechts 2,3% van de patiënten te zijn ontstaan, voornamelijk mutaties in codon 92 betreffend, al dan niet in combinatie met mutaties in codon 66 en 155. Er was kruisresistentie met raltegravir wat ook al eerder in-vitro was aangetoond. 33,34 Dolutegravir is iets meer robuust tegen resistentieontwikkeling. Bovendien is de kruisresistentie minder. Invitro data toonden aan dat zowel voor wild-type hiv-1 als voor INSTI-resistente virussen de dissociatie tussen dolutegravir en hiv-integrase langzamer verliep dan het geval was bij raltegravir of elvitegravir. 35 Onderzoek van 39 bloedmonsters van achttien patiënten die virologisch faalden op een raltegravir-bevattend regime, liet in 30 gevallen genotypische en fenotypische resistentie tegen raltegravir zien (mediaan: >81 keer zo resistent als tegen wild-type hiv-1). Tegen dolutegravir bleek bij deze virusisolaten echter nauwelijks resistentie te bestaan (mediaan: 1,5 keer zo resistent als tegen wild-type hiv-1). Alleen bij mutaties in integrase-enzym codon 148 in combinatie met andere mutaties was sprake van verminderde gevoeligheid voor dolutegravir. 36 Geneesmiddelen-interacties Veel antiretrovirale middelen zijn ofwel leverenzym- inducers ofwel -remmers; bij het laatste gaat het om het remmen van het enzymsysteem P450, en dan met name het subsysteem CYP3A4. Dit gebeurt vooral door de farmacologische booster ritonavir. Aangezien talloze andere geneesmiddelen eveneens worden gemetaboliseerd via deze systemen zijn farmacokinetische interacties veel voorkomend. Van de drie integrase remmers hebben raltegravir en dolutegravir geen tot weinig invloed op het P450 enzymsysteem. Elvitegravir vergt een farmacologische booster, cobicistat, om voldoende hoge plasmaspiegels bij eenmaal daagse dosering te verkrijgen en derhalve zijn bij gebruik van deze combinatie (die in de quad pill Stribild is ingebouwd) meer geneesmiddeleninteracties te verwachten. 33
5 2 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Naar verwachting zullen in 2014 drie hiv-1 integraseremmers op de markt zijn, die zeer effectief zijn en uitstekend verdragen worden; daarnaast hebben ze alle hun specifieke plus- en minpunten: Raltegravir heeft het voordeel dat daarmee de meeste klinische ervaring bestaat. Het nadeel is dat het middel tweemaal daags gegeven moet worden. Elvitegravir heeft het grote voordeel dat het beschikbaar is in een coformulering die een eenmaal-daagseen-pil antiretroviraal regime mogelijk maakt. Farmacologische boosting is nodig en maakt deel uit van die ene pil. Dolutegravir (wordt nu nog niet vergoed, maar naar verwachting zal het middel in de loop van 2014 op de markt in Nederland verschijnen) heeft het voordeel dat geen farmacologische boosting nodig is zodat bij eventuele co-medicatie minder geneesmiddelen-interacties zijn te verwachten. Vooralsnog bestaat voor dit middel geen coformulering. 2. Gezien de hierboven genoemde voordelen is nu zeker de tijd gekomen om integraseremmers toe te voegen aan de lijst van aanbevolen initiële antiretrovirale regimes, in navolging van de Amerikaanse DHHS-richtlijnen die ook overigens in Nederland door de NVHB gevolgd worden. 47 Raltegravir hoort daar overigens niet bij vanwege de tweemaal daagse dosering, maar indien dit in individuele gevallen naar het oordeel van de arts geen probleem vormt is er uiteraard geen beletsel. Tolerantie en bijwerkingen In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat integraseremmers zeer goed worden verdragen. In alle fase IIIregistratiestudies was uitval als gevolg van subjectieve of objectieve bijwerkingen in de integrase-arm gering, en gelijk of kleiner dan die in de vergelijkende studie-arm. In de STARTMRK-studie (raltegravir/tenofovir/emtricitabine versus efavirenz/-tenofovir/emtricitabine) was na drie jaar de uitval wegens bijwerkingen 5% in de raltegravir-arm tegen 7% in de efavirenz-arm. Nuchtere plasma lipiden- en glucosewaarden stegen meer in de efavirenz-arm, de veranderingen in de ratio HDL/totaal chlolesterol was gelijk. 37 Ook in een observationeel cohort van patiënten die meermalen op therapie gefaald hadden en nu een rescue -regime met raltegravir gebruikten, was het percentage serious drug-related events laag (2,9%), was uitval wegens bijwerkingen zeer laag (1%) en waren er nauwelijks effecten op leverenzymen of bloedlipiden. 38 In twee fase III-studies met elvitegravir (EVT/COBI/ TDF/FTC vergeleken met respectievelijk EFV/TDF/ FTC en ATV/r+TDF/FTC) werd met betrekking tot subjectieve bijwerkingen hetzelfde gezien. Uitval door bijwerkingen was zeer laag. Subjectieve bijwerkingen als misselijkheid en diarree werden iets meer gezien in de INSTI studie-armen, terwijl de efavirenz studiearm en de atazanavir studiearm respectievelijk meer centraal zenuwstelsel effecten (duizeligheid, onrustig dromen etc.) en meer geelzucht toonden. Wat betreft laboratoriumafwijkingen werden in beide studies dezelfde effecten gezien: in de elvitegravir/cobicistat arm werd een 10-15% stijging gezien van het serum kreatininegehalte, optredend na twee tot vier weken, niet verder stijgend gedurende een jaar of twee jaar observatie en reversibel na stoppen van de medicatie Deze stijging ontstaat niet door een verminderde glomerulusfiltratie maar door een remming van de tubulaire secretie van creatinine; indien de glomerulusfiltratie niet geschat wordt aan de hand van het serum creatininegehalte (zoals bij de Cockcroft-Gault-vergelijking) maar bepaald zou worden met bv. de inuline- of iohexolklaring, blijkt deze onveranderd te blijven. 42,43 Veranderingen in plasmalipiden waren zeer beperkt. Ten opzichte van efavirenz of atazanavir/ritonavir blijven verhoging van totaal cholesterol, LDL-cholesterol en HDL-cholesterol achter; de ratio totaal/hdl-cholesterol veranderde niet significant. De stijging in plasma triglyceriden was wel duidelijk lager. 39,40 Stijgingen in transaminasen werden vrijwel niet waargenomen, minder dan bij efavirenz. 39 De INSTI dolutegravir kent eveneens weinig subjectieve bijwerkingen. Ook hier wordt een stijging van zo n 10-15% in het serum creatininegehalte waargenomen, ook hier berustend op remming van de kreatinine-uitscheiding, en niet op verstoring van de glomerulusfiltratie of de renale plasmastroom. 44 Het effect is reversibel bij stoppen van dolutegravir en de stijging ontstaat ook hier in de eerste paar weken en neemt niet verder toe. 23,45 34
6 Overigens geldt voor de nieuwe INSTI s elvitegravir en dolutegravir uiteraard de algemene regel dat langere termijn bijwerkingen nog niet bekend (kunnen) zijn. Conclusie Hiv-1 integraseremmers zijn een belangrijke aanwinst voor het arsenaal aan antiretrovirale middelen. Ze zijn zeer effectief, zowel bij behandeling-naïeve patiënten als bij patiënten die virologisch faalden op NNRTI- of PIbevattende regimes. Een tweede groot voordeel is de verwachte goede compliance als gevolg van de uitstekende verdraagbaarheid en het gebrek aan belangrijke bijwerkingen. Zowel voor dolutegravir als elvitegravir/ cobicistat geldt dat het kreatininegehalte enigszins stijgt in de eerste paar weken maar dat wordt niet veroorzaakt door een verminderde glomerulusfiltratie. Toch is alertheid geboden, zeker waar deze middelen vaak gecombineerd worden met tenofovir, wat wel degelijk proximale tubulopathie kan veroorzaken. 46 Goede monitoring van de nierfunctie is dan ook aangewezen. Voor de eerste twee INSTI s, raltegravir en elvitegravir, is de genetische barrière tegen resistentie matig, net als dat het geval is bij NNRTI s: een mutatie kan reeds resistentie veroorzaken. In de klinische studies werd overigens zeer weinig resistentie waargenomen, maar voortgezet onderzoek in cohorten van routinegewijs behandelde patiënten is nodig om meer inzicht hierover te verkrijgen. De derde INSTI, dolutegravir, lijkt een iets betere barrière te hebben en ook minder gevoelig te zijn voor kruisresistentie. Referenties 1. Menendez-Arias L, et al. Antiretroviral therapy and drug resistance in human immunodeficiency virus type 2 infection. Antiviral Res 2014;102: Lennox JL, et al. Safety and efficacy of raltegravir-based versus efavirenzbased combination therapy in treatment-naive patients with HIV-1 infection: a multicentre, double-blind randomised controlled trial. Lancet 2009;374: Rockstroh JK, et al. Durable efficacy and safety of raltegravir versus efavirenz when combined with tenofovir/emtricitabine in treatment-naive HIV-1-infected patients: final 5-year results from STARTMRK. J Acquir Immune Defic Syndr 2013;63: Markowitz M, et al. Sustained antiretroviral effects of raltegravir after 96 weeks of combination therapy in treatment-naive patients with HIV-1 infection. J Acquir Immune Defic Syndr 2009;52: Taiwo B, et al. Efficacy of a nucleoside-sparing regimen of darunavir/ritonavir plus raltegravir in treatment-naive HIV-1-infected patients (ACTG A5262). AIDS 2011;25: Steigbigel RT, et al. Long-term efficacy and safety of raltegravir combined with optimezed background therapy in treatment-experienced patients with drugresistant HIV infection: week 96 results of BENCHMRK 1 and 2 phase III trials. Clin Infect Dis 2010;50: Gatell JM, et al. Long-term efficacy and safety of the HIV integrase inhibitor raltegravir in patients with limited treatment options in a phase II study. J Acquir Immune Defic Syndr 2010;53: Capetti A, et al. 96 Week Follow-Up of HIV-Infected Patients in Rescue with Raltegravir Plus Optimized Backbone Regimens: A Multicentre Italian Experience. PLoS ONE (2012) 7(7): e Eron JJ, et al. Switch to a raltegravir-based regimen versus continuation of lopinavir-ritonavir-based regimen in stable HIV-infected patients with suppressed viraemia (SWITCHMRK 1 and 2): two multicentre, double-blind randomised controlled trials. Lancet 2010;375: De Castro N, et al. Switch from enfuvirtide to raltegravir in virologically suppressed multidrug-resistant HIV-1-infected patients: a randomised open-label trial. Clin Infect Dis 2009;49: Eron J, et al. Raltegravir once daily or twice daily in previously untreated patients with HIV-1: a randomised, active-controlled, phase 3 non-inferiority trial. Lancet Infect Dis 2011;11: Ramanathan S, et al. Clinical pharmacokinetic and pharmacodynamic profile of the HIV integrase inhibitor elvitegravir. Clin Pharmacokinet 2011;50: Mathias AA, et al. GS-9350: A pharmacoenhancer without anti-hiv activity. 16th Conference on Retroviruses and Opportunistic Infections. Montreal 2009, abstr Zolopa AR, et al. Activity of elvitegravir, a once-daily integrase inhibitor, against resistant HIV type 1: results of a phase 2, randomised, controlled, doseranging clinical trial. J Infect Dis 2010;201: Zolopa A, et al. A randomized double-blind comparison of coformulated elvitegravir/cobicistat/emtricitabine/tenofovir disoproxil fumarate versus efavirenz/ emtricitabine/tenofovir disoproxil fumarate for initial treatment of HIV-1 infection: analysis of week 96 results. J Acquir Immune Def Syndr 2013;63: Rockstroh JK, et al. A randomized, double-blind comparison of coformulated elvitegravir/cobicistat/emtricitabine/tenofovir DF vs ritonavir-boosted atazanavir plus coformulated emtricitabine and tenofovir DF for initial treatment of HIV-1 infection: analysis of week 96 results. J Acquir Immune Def Syndr 2013;62: Cohen C, et al. Elvitegravir/Cobicistat/Emtricitabine/Tenofovir DF (STB) has Durable Efficacy and Differentiated Long-Term Safety and Tolerability Versus Efavirenz/ Emtricitabine/Tenofovir DF (ATR) at Week 144 in Treatment-Naïve HIV Patients. 14th European AIDS Conference, October 16-19, 2013, Brussel, België; PE 7/ Clumeck N, et al. Elvitegravir/ Cobicistat/ Emtricitabine/ Tenofovir Df (STB) Has Durable Efficacy and Differentiated Safety Compared to Atazanavir Boosted by ritonavir plus Emtricitabine/Tenofovir Df at week 144 in Treatment-naïve HIV-1 Infected Patients. 14th European AIDS Conference, October 16-19, 2013, Brussel, België; LBPS 7/ Molina JM, et al. Efficacy and safety of once daily elvitegravir versus twice daily raltegravir in treatment-experienced patients with HIV-1 receiving a ritonavirboosted protease inhibitor: randomised, double-blind, phase 3, non-inferiority study. Lancet Infect Dis 2012;12: Elion R, et al. A randomized phase 3 study comparing once-daily elvitegravir with twice-daily raltegravir in treatment-experienced subjects with HIV-1 infection: 96-week results. J Acquir Immune Def Syndr 2013;63: Mills A, et al. Safety and Tolerability of Switching from Twice Daily Raltegravir plus Truvada to Stribild in Virologically Suppressed, HIV-1 Infected Subjects. 14th European AIDS Conference, October 16-19, 2013, Brussel, België; PE7/ Stellbrink HJ, et al. Dolutegravir in antiretroviral-naive adults with HIV-1: 96-35
7 2 week results from a randomized dose-ranging study. AIDS 2013;27: Walmsley SL, et al. Dolutegravir plus Abacavir-Lamivudine for the Treatment of HIV-1 Infection. New Engl J Med 2013;369: Feinberg J, et al. Once-daily Dolutegravir (DTG) is Superior to Darunavir/ Ritonavir (DTV/r) in Antiretroviral-Naive Adaults: 48 Week Results from FLAMINGO (ING114915). 53rd Interscience Conference on Antimicrobial Agents and Chemotherapy, Denver Abstract H-1464a. 25. Raffi F, et al. Once-daily dolutegravir versus raltegravir in antiretroviral-naive adults with HIV-1 infection: 48 week results from the randomised, double-blind, non-inferiority SPRING-2 study. Lancet 2013;381: Raffi F, et al. Once-daily dolutegravir versus twice-daily raltegravir in antiretroviral-naive adults with HIV-1 infection (SPRING-2 study): 96 week results from a randomised, double-blind, non-inferiority trial. Lancet Infect Dis 2013;13: Cahn P, et al. Dolutegravir versus raltegravir in antiretroviral-experienced, integrase-inhibitor-naive adults with HIV: week 48 results from the randomised, double-blind, non-inferiority SAILING study. Lancet 2013;382: Eron JJ, et al. Safety and efficacy of dolutegravir in treatment-experienced subjects with raltegravir-resistant HIV type 1 infection: 24-week results of the VIKING Study. J Infect Dis 2013;207: Messiaen P, et al. Clinical use of HIV integrase inhibitors: a systematic review and meta-analysis. PLoS ONE 2013; 8(1):e Cooper DA, et al. Subgroup and resistance analyses of raltegravir for resistant HIV-1 infection. N Engl J Med 2008;359: Fransen S, et al. Loss of raltegravir susceptibility by human immunodeficiency virus type 1 is conferred by multiple nonoverlapping genetic pathways. J Virol 2009;83: Garrido C, et al. Plasma raltegravir exposure influences the antiviral activity and selection of resistance mutations. AIDS Res Hum Retroviruses 2012;28: White K, et al. Emergent drug resistance from the HIV-1 phase 3 elvitegravir/ cobocostat/emtricitabine/tenofovir disoproxil fumarate studies through week th Conference on Retroviruses and Opportunistic Infections; Atlanta, USA; March 3-6, Poster Shimura K, et al. Broad antiretroviral activity and resistance profile of the novel human immunodeficiency virus integrase inhibitor elvitegravir (JKT-303/ GS-9137). J Virol 2008;82: Hightower KE, et al. Dolutegravir (S/GSK ) exhibits significantly slower dissociation than raltegravir and elvitegravir from wild-type and integrase inhibitor-resistant HIV-1 integrase-dna complexes. Antimicrob Agents Chemother 2011;55: Underwood MR, et al. The activity of the integrase inhibitor dolutegravir against HIV-1 variants isolated from raltegravir-treated adults. J AIDS 2012;61: Rockstroh JK, et al. Long-term treatment with raltegravir or efavirenz combined with tenofovir/emtricitabine for treatment-naive human immunodeficiency virus-1-infected patients: 156-week results from STARTMRK. Clin Infect Dis 2011;53: Yazdanpanah Y, et al. High rate of virologic suppression with raltegravir plus etravirine and darunavir/ritonavir among treatment-experienced patients infected with multidrug-resistant HIV: results of the ANRS 139 TRIO trial. Clin Infect Dis 2009;49: Sax PE, DeJesus E, Mills A, et al. Co-formulated elvitegravir, cobicistat, emtricitabine, and tenofovir versus co-formulated efavirenz, emtricitabine, and tenofovir for initial treatment of HIV-1 infection: a randomised, double-blind, phase 3 trial, analysis of results after 48 weeks. Lancet 2012;379: DeJesus E, et al. Co-formulated elvitegravir, cobicistat, emtricitabine, and tenofovir disoproxil fumarate versus ritonavir-boosted atazanavir plus co-formulated emtricitabine and tenofovir disoproxil fumarate for initial treatment of HIV-1 infection: a randomised, double-blind, phase 3, non-inferiority trial. Lancet 2012;379: Post F, et al. Week 96 renal safety update of elvitegravir/cobicistat/-emtricitabine/tenofovir DF from two phase 3 randomized controlled trials. 14th European AIDS Conference, Brussels, Begium; October PE7/ Lepist E, et al. Effect of cobicistat and ritonavir on proximal renal tubular cell uptake and efflux transporters. 51st Interscience Conference on Antimicrobial Agents and Chemotherapy, Chicago, USA; Sept 17-20, A German P, et al. Effect of cobicistat on glomerular filtration rate (GFR) in subjects with normal and impaired renal function. 51st Interscience Conference on Antimicrobial Agents and Chemotherapy, Chicago, USA; Sept 17-20, H Koteff J, et al. A phase 1 sudy to evaluate the effect of dolutegravir on renal function via measurement of iohexol and para-aminohippurate clearance in healthy subjects. Br J Clin Pharmacol 2013;75: Raffi F, et al. Once-daily dolutegravir versus raltegravir in antiretroviral-naive adults with HIV-1 infection: 48 week results from the randomized, double-blind, non-inferiority SPRING-2 study. Lancet 2013;381: Fernanez-Fernandez B, et al. Tenofovir nephrotoxicity: 2001 update. AIDS Rese Treat 2011; Article ID: 2011: Recommendation on Integrase Inhibitor Use in Antiretroviral Treatment-Naive HIV-Infected Individuals from the HHS Panel on Antiretroviral Guidelines for Adults and Adolescents (October 30, 2013). 36
Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus EJ 'S-GRAVENHAGE. Datum 28 augustus 2018 Betreft GVS-beoordeling Biktarvy
> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Betreft GVS-beoordeling Biktarvy Geachte heer Bruins, In uw brief van 9 juli jl.
Nadere informatieInformatieblad TDM protocol raltegravir
1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Raltegravir heeft een IC 95 waarde van 33 nm in aanwezigheid van 50% humaan serum, wat overeenkomt met 0,015 mg/l (M m = 444,4 g/mol). Raltegravir
Nadere informatieInformatieblad TDM protocol etravirine
1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Etravirine (TMC125) is een non-nucleoside RT remmer die nog werkzaam kan zijn als er door gebruik van nevirapine en/of efavirenz al enige mate
Nadere informatieHIV een kleine update. Marjolijn Pronk 16 januari 2018
HIV een kleine update Marjolijn Pronk 16 januari 2018 Hiv een kleine update HIV in Nederland Testen in de huisarts praktijk HIV en cart (combination antiretroviral therapy) De (nieuwe) HIV patient, wat
Nadere informatieChemoprofylaxe voor HIV. Charles Boucher
Chemoprofylaxe voor HIV Charles Boucher Elk jaar 2.5 millioen nieuwe infecties De epidemie is niet onder controle!!! Voor elke twee patienten die met therapie starten raken vijf nieuwe patienten besmet
Nadere informatieInformatieblad TDM protocol darunavir
1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect De EC 50 waarde voor in vitro activiteit van darunavir varieert van 1,2 tot 8,5 nm wat overeenkomt met 0,7 tot 5,0 ng/ml. In de aanwezigheid van
Nadere informatiehoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands
hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 204 204 SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Inleiding Het humaan immuundeficiëntie virus (HIV) is de
Nadere informatieWij adviseren u dan ook om de indicatie HIV-1 patiënten die niet eerder behandeld zijn aan de vergoedingsstatus van darunavir toe te voegen.
Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Postbus 20350 2500 EJ s-gravenhage Uw brief van Uw kenmerk Datum 12 maart 2009 Farmatec/FZ-2919252 12 mei 2009 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer
Nadere informatieInformatieblad TDM protocol raltegravir
1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Raltegravir heeft een IC 95 waarde van 33 nm in aanwezigheid van 50% humaan serum, wat overeenkomt met 0,015 mg/l (M m = 444,4 g/mol). Raltegravir
Nadere informatieAan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE. Datum 26 juni 2017 Betreft Herbeoordeling dolutegravir (Tivicay )
> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE instituut Nederland Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl
Nadere informatieAan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG. Datum 2 september 2014 Uitbreiding nadere voorwaarden Stribild
> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Zorginstituut Nederland Pakket Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH
Nadere informatieNederlandse samenvatting 1. Chapter Nederlandse samenvatting. Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 1 http://hdl.handle.net/1765/112830 Chapter 10 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 2 Erasmus Medical Center Rotterdam Nederlandse samenvatting 3 Nederlandse samenvatting
Nadere informatieUw brief van Uw kenmerk Datum 5 december 2005 Farmatec/P februari 2006
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Uw brief van Uw kenmerk Datum 5 december 2005 Farmatec/P 2642282 6 februari 2006 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer
Nadere informatieAan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE 0540.2014096408 Zorginstituut Nederland Pakket Eekholt 4 1112 XH Diemen
Nadere informatieNieuwe inzichten in AIDS-behandeling
Nieuwe inzichten in AIDS-behandeling Selwyn Lowe MD, PhD internist-infectioloog Afd Medische Microbiologie Afd. Interne Geneeskunde Maastricht University Medical Center (MUMC) Nieuwe inzichten? What about
Nadere informatieDatum 26 april 2017 Betreft GVS beoordeling tenofovir alafenamide (Vemlidy ) Onze referentie
> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ s GRAVENHAGE Zorginstituut Nederland Bedrijfsdiensten Automatisering Eekholt 4 1112
Nadere informatieFarmacokinetiek van de eenmaal-daagse combinatie raltegravir + atazanavir bij hiv-1-geïnfecteerde patiënten
Farmacokinetiek van de eenmaal-daagse combinatie raltegravir + atazanavir bij hiv-1-geïnfecteerde patiënten 180 J.A. Jansen a *, E.P.H. Colbers bc, A. van der Ven cd, C. Richter e, J. Rockstroh f, M. van
Nadere informatieCasus 1 Een 33-jarige man, homosexueel, bezoekt u omdat hij een HIVantistoffen test wenst. Zes jaar geleden (1999) heeft hij frequente sexuele
Een 33-jarige man, homosexueel, bezoekt u omdat hij een HIVantistoffen test wenst. Zes jaar geleden (1999) heeft hij frequente sexuele contacten in San Francisco, US, gehad. De test blijkt positief. Hij
Nadere informatieMonitoringrapport 2011
4021 Monitoringrapport 2011 Human Immunodeficiency Virus (HIV) Infectie in Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rondom 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de
Nadere informatie0530.2016008234. Onze conclusie is dat Genvoya opgenomen kan worden op bijlage 1 en 2 van de Regeling zorgverzekering.
> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport T.a.v. mevrouw Schippers Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE 0530.2016008234 Zorginstituut Nederland Pakket Eekholt
Nadere informatieMonitoringrapport 2012
Monitoringrapport 2012 Humaan 12 immuundeficiëntievirus 217 (HIV) infectie in 6Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rond 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de
Nadere informatieINFORMATIE VOOR PATIËNTEN OVERSTAPPEN VAN TRUVADA MET PROTEASEREMMER EN BOOSTER NAAR GENVOYA
INFORMATIE VOOR PATIËNTEN OVERSTAPPEN VAN TRUVADA MET PROTEASEREMMER EN BOOSTER NAAR GENVOYA WOORD VOORAF U ontvangt deze brochure omdat uw arts u Genvoya heeft voorgeschreven. En omdat u overstapt van
Nadere informatieDe toekomst van HIV-behandeling: Van langwerkende medicatie tot genezing? ERIC FLORENCE ITG
De toekomst van HIV-behandeling: Van langwerkende medicatie tot genezing? ERIC FLORENCE ITG Overzicht Uitgebreide introductie Korte overzicht van: Klinisch verloop van HIV infectie Epidemiologie van hiv
Nadere informatieBehandeling. bij HIV-infectie. Wat staat u te wachten? Welke medicijnen krijgt u? Hoe houdt u zo lang mogelijk een goede conditie?
Behandeling bij HIV-infectie Wat staat u te wachten? Welke medicijnen krijgt u? Hoe houdt u zo lang mogelijk een goede conditie? Colofon De inhoud van deze brochure is met de grootst mogelijke zorg samengesteld.
Nadere informatiewat kunnen we leren van andere specialismen?? Kees Brinkman Amsterdam
nationale hepatitisdag 16 September 2014 behandeling en monitoring wat kunnen we leren van andere specialismen?? Kees Brinkman Amsterdam monitoring in Nederland waarom??? maatschappelijke relevantie: prevalentie
Nadere informatieInformatieblad TDM protocol saquinavir
1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Unboosted saquinavir (dwz: zonder ritonavir): er zijn een aantal onderzoeken beschreven die een positieve relatie hebben gevonden tussen de saquinavir
Nadere informatieBarnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.
Barnidipine C08CA12, december 2017 Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt barnidipine door
Nadere informatieInformatieblad TDM protocol (fos)amprenavir
1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect PI naieve patienten: een farmacokinetisch/-dynamisch model is ontwikkeld om de relatie te evalueren tussen amprenavir plasmaspiegels en virologische
Nadere informatieUw brief van Uw kenmerk Datum 7 maart 2007 Farmatec/P april 2007
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Uw brief van Uw kenmerk Datum 7 maart 2007 Farmatec/P 2755046 10 april 2007 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer
Nadere informatieInformatieblad TDM-protocol nucleoside reverse transcriptase inhibitoren (NRTIs)
1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Alle nucleoside reverse zijn prodrugs. Deze middelen dienen intracellulair te worden gefosforyleerd tot achtereenvolgens een mono-, di- en trifosfaat.
Nadere informatieHIV, behandeling en rol van de apotheker
HIV, behandeling en rol van de apotheker Utrechts Farmaca Overleg 5 april 2012 Quirine Fillekes Apotheker-onderzoeker UMC St Radboud Q.Fillekes@akf.umcn.nl Inhoud Bespreking geneesmiddelgroepen Nederlandse
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/49830
Nadere informatieHIV & hart- en vaatziekten
HIV & hart- en vaatziekten & Dr. Astrid ML Oude Lashof, internist-infectioloog Inhoud 1. Hiv-infectie opfrissen 2. Hiv behandeling 3. Hiv populatie in NL 4. Hiv dyslipidemie 5. Problemen hiv-behandeling
Nadere informatieINFORMATIE VOOR PATIËNTEN
INFORMATIE VOOR PATIËNTEN OVERSTAPPEN VAN STRIBILD ELVITEGRAVIR 150 MG COBICISTAT 150 MG EMTRICITABINE 200 MG TENOFOVIRDISOPROXILFUMARAAT 245 MG TABLETTEN NAAR GENVOYA ELVITEGRAVIR 150 MG COBICISTAT 150
Nadere informatieTDM-protocol (fos)amprenavir
TDM-protocol (fos)amprenavir 1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect PI-naïeve patiënten: een farmacokinetisch-dynamisch model is ontwikkeld om de relatie te evalueren tussen amprenavirplasmaspiegels
Nadere informatieUw brief van Uw kenmerk Datum 10 oktober 2008 ---- 1 december 2008
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ s-gravenhage Uw brief van Uw kenmerk Datum 10 oktober 2008 ---- 1 december 2008 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer PAK/28112800
Nadere informatieBehandeling van gestoorde levertesten. Prof.Dr.H.Van Vlierberghe Dienst Maag-, Darm- en Leverziekten UZ Gent
Behandeling van gestoorde levertesten. Prof.Dr.H.Van Vlierberghe Dienst Maag-, Darm- en Leverziekten UZ Gent Behandeling van gestoorde levertesten = steeds de behandeling van de OORZAAK van deze gestoorde
Nadere informatieVoortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden
Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Traditionele behandeling van VTE UFH LMWH Fondap. Vitamin-K antagonists Vitamin-K
Nadere informatieResistentie tegen medicijnen. bij HIV-therapie
Resistentie tegen medicijnen bij HIV-therapie Colofon De inhoud van deze brochure is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Aan eventuele fouten kunnen geen rechten worden ontleend. Bij gebruik van
Nadere informatieM studie (Longkanker) / luchtpijp & longkanker
M14-361-studie (Longkanker) / luchtpijp & longkanker Onderzoek naar een nieuwe behandeling voor patiënten met vergevorderde kleincellige longkanker die behandeld worden met carboplatine en etoposide (standaardbehandeling).
Nadere informatieRenal function? Landelijke standaardisatie nierfunctiemeting is nodig
Renal function? Landelijke standaardisatie nierfunctiemeting is nodig Renal function = glomerular filtration rate (GFR) = volume of plasmawater that is filtrated per unit of time Prof.dr Jack F.M. Wetzels
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieUpdate PCSK9 trials. Vascular Rounds MUMC
Update PCSK9 trials Vascular Rounds MUMC 16 mei 2017 Frank L.J. Visseren Disclosures Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties: Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding
Nadere informatieDataverzameling en datakwaliteit. Karakteristieken van de geregistreerde populatie
Dataverzameling en datakwaliteit De controle op de verzameling en de kwaliteit van de gegevens is cruciaal voor de waarde van observationele gegevens die door de Stichting HIV Monitoring (SHM) verzameld
Nadere informatieErvaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4)
Fosinopril C09AA09, januari 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt fosinopril door Ephor als behandeling van hypertensie niet
Nadere informatieIndicatie Urgency-incontinentie en/of verhoogde mictiefrequentie.
Tolterodine G04BD07, januari 2018 Indicatie Urgency-incontinentie en/of verhoogde mictiefrequentie. Standpunt Ephor In het rapport over de muscarine-antagonisten van november 2016 wordt tolterodine door
Nadere informatieRisico minimalisatie materiaal betreffende tenofovirdisoproxil voor voorschrijvers - Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen
Risico minimalisatie materiaal betreffende voor voorschrijvers - Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen De risico minimalisatie materialen voor zijn beoordeeld door het College ter
Nadere informatieKlinische implicaties van de EVOLVE studie
ASN Review 2012 Klinische implicaties van de EVOLVE studie Marc Vervloet, internist-nefroloog VU medisch centrum Associatie PTH met mortaliteit Kalantar-Zadeh, Kidney Int 2007 Welke evidence? Associatie
Nadere informatieen leeftijdsgerelateerde en andere niet HIV-gerelateerde ziekten zullen de behandeling van HIV compliceren. Bovendien kunnen
6 Inleiding De HIV epidemie onder met name homoseksuele mannen is niet onder controle (Bezemer 2007, ingediend voor publicatie). Weliswaar heeft de in 1996 geïntroduceerde, grootschalige antiretrovirale
Nadere informatieLandelijk Diabetes Congres 2016
Landelijk Diabetes Congres 2016 Insuline Pompen, zelfcontrole en sensoren, need to know Thomas van Bemmel, Internist Gelre Ziekenhuis Apeldoorn Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling zie hieronder
Nadere informatieImmunologische aspecten van hiv-infectie
Immunologische aspecten van hiv-infectie Hiv en aids, de multidisciplinaire aanpak ITG Antwerpen woensdag 19 april 2017 Patrick Lacor Interne geneeskunde-infectiologie Aids-referentiecentrum UZ Brussel
Nadere informatieRISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE TENOFOVIRDISOPROXIL-BEVATTENDE PRODUCTEN VOOR VOORSCHRIJVERS.
RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE TENOFOVIRDISOPROXIL-BEVATTENDE PRODUCTEN VOOR VOORSCHRIJVERS. Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen met HIV De risico minimalisatie materialen
Nadere informatieLamotrigine in bipolar depression Loos, Marcus Lambertus Maria van der
Lamotrigine in bipolar depression Loos, Marcus Lambertus Maria van der IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the
Nadere informatieFlavoxaat G04BD02, december 2018
Flavoxaat G04BD02, december 2018 Indicatie Urine-incontinentie, pollakisurie, nycturie, loze aandrang. Standpunt Ephor In het rapport over de muscarine-antagonisten van november 2016 wordt flavoxaat door
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieHIV update 2014. HIV cyclus 13-01-14. overzicht eind 2012. Kees Brinkman patiëntendag 17 Januari 2014. HIV infectie snelheid van transmissie
HIV update 2014 Kees Brinkman patiëntendag 17 Januari 2014 Totaal volwassenen 18.707 OLVG 2.670 AMC-UvA 2.380 Erasmus MC 1.952 UMCU 1.309 St Elisabeth Zkh 880 MCH - Westeinde 805 UMCG 707 Slotervaart Zkh
Nadere informatieWelke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?
Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Joost Hoekstra, internist, AMC Potentiële belangenverstrengeling Klinische Diabetologie AMC ontvangt sponsoring van cq doet projecten met
Nadere informatieSignificante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus?
Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus? Dr. L. Dirix Medische Oncologie Behandeling van vaste tumoren Adjuverende therapie Uitgezaaide ziekte Gerandomizeerd onderzoek
Nadere informatieMonitoringrapport. Humaan immuundeficiëntievirus (HIV) infectie in Nederland. Nederlandse samenvatting
2 1 Monitoringrapport 4 02014 Humaan immuundeficiëntievirus (HIV) infectie in Nederland Nederlandse samenvatting HIV in Nederland: een overzicht In Nederland geregistreerde HIV-patiënten per medio 2014:
Nadere informatieVeiligheid en methodologie of Waarom voortijdig stoppen? Job van der Palen METC Twente
Veiligheid en methodologie of Waarom voortijdig stoppen? Job van der Palen METC Twente Waarom voortijdig stoppen? Veiligheid Effectiviteit Futiliteit Andere redenen Veiligheid (1) Data and Safety Monitoring
Nadere informatieTowards virological monitoring of HIV-1 drug resistance in resource-limited settings Aitken, S.C.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Towards virological monitoring of HIV-1 drug resistance in resource-limited settings Aitken, S.C. Link to publication Citation for published version (APA): Aitken,
Nadere informatieWitte, driehoekige, filmomhulde tabletten met een diameter van 8,5 mm, met aan de ene kant gegraveerd GSI en aan de andere kant 150.
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Viread 123 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke filmomhulde tablet bevat 123 mg tenofovirdisoproxil (als fumaraat). Hulpstof met bekend
Nadere informatieUniversity of Groningen. HIV infection and treatment: beyond viral control Sprenger, Herman
University of Groningen HIV infection and treatment: beyond viral control Sprenger, Herman IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL CELSENTRI 150 mg filmomhulde tabletten. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg
Nadere informatieFictieve casus. Risico inschatting SOA en welke therapie is aangewezen. Risico op een SOA afhankelijk van. Welke SOA/infecties
Risico inschatting SOA en welke therapie is aangewezen Quirijn de Mast Internist infectioloog Fictieve casus Vrouw 26 jaar Na het uitgaan verkracht (vaginaal) door onbekende Nederlandse man Geen condoom
Nadere informatieInleiding. Lange termijnsverwikkelingen van HIV-infectie en therapie. Dr. Paul De Munter Dienst Algemene Interne - UZ Leuven
Lange termijnsverwikkelingen van HIV-infectie en therapie Dr. Paul De Munter Dienst Algemene Interne - UZ Leuven Inleiding Chrnische infectie met HIV Prgressieve immuundeficiëntie Chrnische inflammatie
Nadere informatieUw brief van Uw kenmerk Datum 10 januari 2012 Farma- 15 mei 2012
Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 0350 500 EJ Den Haag Uw brief van Uw kenmerk Datum 10 januari 01 Farma- 15 mei 01 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer ZA/01057874 mw.
Nadere informatieWat doet hiv in het lichaam en wat doet de behandeling?
Wat doet hiv in het lichaam en wat doet de behandeling? Patrick Lacor Aidsreferentiecentrum UZ Brussel Cursus hiv en aids, de multi-disciplinaire aanpak www.itg.be rubriek Les 3 4 maart 20 rubriek Onderwijs
Nadere informatieOseltamivir. Herjan Bavelaar AIOS MMB
Oseltamivir Herjan Bavelaar AIOS MMB Inhoudsopgave à Introduc5e à Globaal overzicht evidence algemene popula5e à IC- specifieke literatuur à Conclusie/ discussie Introduc5e Influenza Familie: Orthomyxoviridae
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Tenofovir disoproxil Zentiva 245 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke filmomhulde tablet
Nadere informatieElke ml suspensie voor oraal gebruik bevat 100 mg darunavir (als ethanolaat).
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL PREZISTA 100 mg/ml suspensie voor oraal gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ml suspensie voor oraal gebruik bevat 100 mg darunavir (als ethanolaat).
Nadere informatieBreda, 25 juni 2018 Ref.: PHNL/HIV/0618/0006
Breda, 25 juni 2018 Ref.: PHNL/HIV/0618/0006 Belangrijke risico-informatie: Verhoogd risico op falen van de behandeling en verhoogd risico op transmissie van de hiv-infectie van moeder op kind door lage
Nadere informatieTDM-protocol nevirapine
TDM-protocol nevirapine 1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Havlir et al. hebben in een klein onderzoek van zeven patiënten die nevirapine-monotherapie (NVP) kregen een relatie tussen
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Viread 123 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke filmomhulde tablet bevat 123 mg tenofovirdisoproxil
Nadere informatieLOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE
LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE A.W. Graffelman LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE
Nadere informatieSectie Infectieziekten
Sectie Infectieziekten 1 December 2015 U kunt helpen de HIV / AIDS epidemie te beëindigen You can help to end the HIV / AIDS epidemic Sectie Infectieziekten Weet uw HIV status Know your HIV status by 2020
Nadere informatieTenofovirdisoproxil Aurobindo 204 mg, filmomhulde tabletten. Elke filmomhulde tablet bevat 204 mg tenofovirdisoproxil (als fumaraat).
1.3.1 Samenvatting van de productkenmerken Rev.nr. 1706 Pag. 1 van 24 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Tenofovirdisoproxil Aurobindo 204 mg, filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Nadere informatieHIV Drug Resistance among Adults and Children
HIV Drug Resistance among Adults and Children in sub-saharan Africa One of the biggest medical accomplishments of the beginning of this century has been the expanded access to life-saving antiretroviral
Nadere informatieBijwerkingen en monitoring van nieuwe MS behandelingen
Bijwerkingen en monitoring van nieuwe MS behandelingen Bob van Oosten, neuroloog MS Centrum Amsterdam VUmc MSMS 2013 Disclosures Geen VUmc MS centrum Amsterdam ontvangt financiële ondersteuning voor onderzoeksactiviteiten
Nadere informatieBehandelproblematiek en laatste ontwikkelingen in Hepatitis B Nationale hepatitis dag 2017
Behandelproblematiek en laatste ontwikkelingen in Hepatitis B Nationale hepatitis dag 2017 Bart Takkenberg Academisch Medisch Centrum Amsterdam Disclosures Speaker for Gore WL, Bayer, and Norgine Advisory
Nadere informatieElke filmomhulde tablet bevat rilpivirinehydrochloride, overeenkomend met 25 mg rilpivirine.
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke
Nadere informatieDr. Steven Callens Dienst Algemeen Inwendige Geneeskunde, Infectieziekten en Psychosomatiek Universitair Ziekenhuis Gent
HIV Dr. Steven Callens Dienst Algemeen Inwendige Geneeskunde, Infectieziekten en Psychosomatiek Universitair Ziekenhuis Gent 1 HIV Hepatitis C (&B) - TB HIV TB HCV HBV 2 HIV 3 4 5 Evolutie van HIV epidemie
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Truvada 200 mg/245 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke filmomhulde tablet bevat 200
Nadere informatieDosering: geen dosisaanpassing op basis van leeftijd. Een startdosering van 5 mg wordt geadviseerd.
Fosinopril C09AA09, april 2019 Indicatie Behandeling van hypertensie en symptomatisch hartfalen.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Fosinopril wordt door Ephor niet geadviseerd als behandeling van hypertensie
Nadere informatieElke filmomhulde tablet bevat rilpivirinehydrochloride, overeenkomend met 25 mg rilpivirine.
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke
Nadere informatiePEP en PrEP. Heidi Ammerlaan, internist-infectioloog
PEP en PrEP Heidi Ammerlaan, internist-infectioloog HIV Undetectable consensus Statement U = U People living with HIV on ART with an undetectable viral load in their blood have a negligible risk of sexual
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatie25 jaar hiv-geneesmiddelen
25 jaar hiv-geneesmiddelen 25 years of drugs against HIV S. Simonian Samenvatting Opmerkelijk kort na de vaststelling van hiv als veroorzaker van aids (tussen 1982-1984), werd zidovudine als eerste antiretrovirale
Nadere informatieCHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING
CHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING Chapter 10 156 Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin de veranderingen in het vermogen van plasma om de uitstroom (efflux) van cholesterol uit cellen
Nadere informatieTabel 1: Controle van de nierfunctie bij patiënten zonder risicofactoren voor de nieren
RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE TENOFOVIRDISOPROXILFUMARAAT (TDF) VOOR VOORSCHRIJVERS DIE HIV-1 GEÏNFECTEERDE KINDEREN EN ADOLESCENTEN IN DE LEEFTIJD VAN 2 TOT JONGER DAN 18 JAAR BEHANDELEN.
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL PREZISTA 100 mg/ml suspensie voor oraal gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ml suspensie voor oraal gebruik bevat
Nadere informatieOLIJFdag 3 oktober 2015
OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening
Nadere informatieHIV Monitoring Rapport
Humaan immuundeficiëntievirus (HIV) infectie in Nederland 2015 Samenvatting en aanbevelingen HIV Monitoring Rapport Het HIV Monitoring Report 2015 is nu beschikbaar via www.hiv-monitoring.nl Voorwoord
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de
Nadere informatieElke filmomhulde tablet bevat rilpivirinehydrochloride, overeenkomend met 25 mg rilpivirine.
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EDURANT 25 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke filmomhulde tablet bevat rilpivirinehydrochloride, overeenkomend met 25 mg rilpivirine.
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Elke filmomhulde tablet bevat rilpivirinehydrochloride, overeenkomend met 25 mg rilpivirine.
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EDURANT 25 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke filmomhulde tablet bevat rilpivirinehydrochloride,
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Truvada 200 mg/245 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke filmomhulde tablet bevat 200
Nadere informatieFesoterodine G04BD11, december 2017
Fesoterodine G04BD11, december 2017 Indicatie Urgency-incontinentie en/of toegenomen mictiefrequentie. Standpunt Ephor In het rapport over de muscarine-antagonisten van november 2016 wordt fesoterodine
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Viread 123 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke filmomhulde tablet bevat 123 mg tenofovirdisoproxil
Nadere informatie