Redactie Taco Brandsen, Wim van de Donk & Patrick Kenis. Meervoudig bestuur. Publieke dienstverlening door hybride organisaties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Redactie Taco Brandsen, Wim van de Donk & Patrick Kenis. Meervoudig bestuur. Publieke dienstverlening door hybride organisaties"

Transcriptie

1 Redactie Taco Brandsen, Wim van de Donk & Patrick Kenis Meervoudig bestuur Publieke dienstverlening door hybride organisaties

2 Meervoudig bestuur

3

4 Meervoudig bestuur Publieke dienstverlening door hybride organisaties Redactie: Taco Brandsen Wim van de Donk Patrick Kenis Uitgeverij LEMMA Den Haag 2006

5 Sehr selten ist Handeln, insbesondere soziales Handeln, nur in der einen oder der andren Art orientiert. Ebenso sind diese Arten der Orientierung natürlich in gar keiner Weise erschöpfende Klassifikationen der Arten der Orientierung des Handelns, sondern für sociologische Zwecke geschaffene, begrifflich reine Typen, denen sich das reale Handeln mehr oder minder annähert oder aus denen es noch häufiger gemischt ist. Weber, Wirtschaft und Gesellschaft, uitgave 1985:13 Omslagontwerp en typografie: Twin Design, Culemborg 2006 Taco Brandsen, Wim van de Donk & Patrick Kenis (red.) / Uitgeverij LEMMA Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (art. 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. ISBN x NUR 805

6 Inhoud Deel I Inleiding en theoretische perspectieven 15 1 Inleiding: de opkomst van hybride organisaties 17 Taco Brandsen, Wim van de Donk & Patrick Kenis 1.1 De vernieuwing van een traditie Hybriditeit als concept Hybride organisaties: de praktijk Hybride organisaties: het onderzoek Focus van de bundel Inhoudsopgave 26 Noten 28 Literatuur Doordringen tot de kern: een organisatiesociologisch perspectief op hybriditeit 31 Taco Brandsen 2.1 Inleiding De betekenis van hybriditeit in de organisatiesociologie De organisatie in interactie met haar omgeving Doorwerking in de organisatie Het wezen van hybriditeit Conclusie 41 Noten 42 Literatuur 42

7 3 Hybriditeit vanuit een netwerktheoretisch perspectief 45 Patrick Kenis 3.1 Inleiding Het fenomeen hybriditeit Het fenomeen netwerk Het verschil tussen hybriditeit en netwerken Conclusies en aanbevelingen 51 Literatuur 52 4 Caleidoscooporganisaties Culturele aspecten van hybriditeit in organisaties 55 Philip Karré Inleiding: hybriditeit als combinatie van (extreme) culturen Organisaties als culturele fenomenen De dichotome benadering: dé publieke versus dé private cultuur Benaderingen voorbij de dichotomie Het onbevredigende karakter van de benaderingen tot nu toe Afsluiting: agenda voor de toekomst 66 Noten 68 Literatuur 68 5 Vermenging van publiek- en privaatrecht 73 Michiel Scheltema 5.1 Inleiding Ontwikkelingen die het onderscheid doen verminderen Consequenties voor de verhouding tussen publiekrecht en privaatrecht Meer wisselwerking heeft grote voordelen Conclusie: gevolgen voor de rechtsontwikkeling 80 Noten 81 Literatuur 82

8 6 Een economisch perspectief op hybride organisaties 83 Pieter Ruys 6.1 Inleiding Analytisch kader Vormen van hybriditeit bij het managen van complexe diensten Conclusies 99 Noten 100 Literatuur Hybride organisaties: conceptueel of empirisch fenomeen? 103 Tim Choy & Patrick Kenis 7.1 Inleiding Wat is een hybride organisatie? Discussie Hybriditeitservaring Conclusies en aanbevelingen 117 Literatuur Deel II Hybride organisaties in de praktijk Dubbelhartigheid: de hybriditeit van vrijwilligheid 123 Paul Dekker & Wim van de Donk 8.1 Inleiding Vrijwilligerswerk: vrij van ambivalenties? Vrijwilligheid in hartstichtingen: dubbelhartige professionaliteit? Slotbeschouwing en perspectief voor verder onderzoek 137 Noten 139 Literatuur 141

9 9 Het zoekende ziekenhuis: strategiebepaling in een hybride context 143 Kim Putters 9.1 Inleiding: hybride zorgpraktijken Het ziekenhuis als doelzoekende maatschappelijke onderneming Atrium Medisch Centrum te Heerlen Analyse: dilemma s en spanningen bij de hybride strategie Conclusies: management van meervoudigheid 155 Literatuur Hybriditeit als een onmogelijke spagaat? Over maatschappelijk ondernemen in het medialandschap 161 Wim van de Donk Introductie: omroepverenigingen in discussie Historische achtergrond en bestuurlijke dynamiek: hybriditeit als context en constante? Digitalisering, competitie, consumenten en convergentie: nieuwe logica s in omroepland Het medialandschap: publiek of privaat? Conclusie 175 Noten 177 Literatuur Woningcorporaties: hybride vermogens 181 Taco Brandsen 11.1 Inleiding Historische achtergrond Formele kenmerken Corporaties als hybride organisaties Gevolgen voor strategie en organisatie Conclusie 191 Noten 192 Literatuur 192

10 12 De verzelfstandiging van TIAS Business School: synergie door hybriditeit 195 Kees Mouwen 12.1 Inleiding Van Von Humboldt naar de maatschappelijke kennisonderneming Het concept van de hybride universiteit De Tias Business School Redenen voor autonomievergroting van Tias Nieuwe positionering van Tias Business School Conclusie 209 Literatuur Hybriditeit in de ouderenzorg: leidraad voor innovatie 211 Eelco van Hout 13.1 Inleiding Zorg voor ouderen in Nederland Hybriditeit in ouderenzorg: een meervoudige en dynamische spagaat Omgaan met spanningen Reflectie 228 Noten 231 Literatuur Het CBR: een hybride structuur voor synergie en innovatie 235 Kees Mouwen & Sophie van Bijsterveld 14.1 Inleiding Het CBR: van exameninstituut tot kenniscentrum voor verkeer(sveiligheid), vervoer en mobiliteit Het CBR in het spanningsveld tussen overheid en markt Het CBR in het spanningsveld tussen overheid en markt: het politieke decor Een gedragscode voor het CBR De aanvaarding van het CBR als hybride organisatie Conclusie Naschrift 250 Noten 251 Literatuur 251

11 15 Hybriditeit, marktwerking en bakstenen in de afvalmarkt 253 Bas Klein Koerkamp & Theo Camps 15.1 Inleiding De afvalmarkt en ARN Ontwikkelingen die relevant zijn geweest voor de keuze van de (juridische) organisatievorm Wat is de invloed van de keuze voor de private organisatievorm op de besturing van de hybride organisatie? Wat is de invloed van de keuze voor de private organisatievorm op de publieke en private taakvervulling? Conclusie 266 Noten 268 Literatuur Hybridisering in het middelbaar beroepsonderwijs 271 Marlies Honingh Inleiding Hybriditeit in het beroepsonderwijs Herstructurering van het bve-veld Hybriditeit binnen ROC s Indicatoren van hybridisering Conclusies 283 Noten 285 Literatuur Hiërarchie, netwerk, of een type sui generis? Organisatievormen van terrorisme 289 Renate Mayntz 17.1 Inleiding De onderzoeksvraag en de database Van terroristische organisaties naar terreurnetwerken Terroristische organisaties als hybriden Eigen kenmerken van terroristische organisaties Conclusie: het uitbreiden van organisatietheorie naar het georganiseerde terrorisme 299 Noten 304 Literatuur 305

12 18 De IB-Groep en de vlucht uit de hybriditeit 311 André Postema 18.1 Inleiding Doelstellingen van externe verzelfstandiging van de IB-Groep Uitkomsten van de eerste evaluatie ( ) Uitkomsten van de tweede evaluatie ( ) Slotbeschouwing 320 Noten 321 Literatuur 321 Deel III Consequenties voor management en verantwoording Strategieontwikkeling en hybriditeit 325 Kees Mouwen 19.1 Inleiding Van hybride organisatie naar maatschappelijke onderneming Strategische positionering en hybriditeit Strategische koers en hybriditeit De traditionele strategische analysemethoden De integrale strategie-benadering De regie van het strategieproces in de hybride organisatie Conclusie 339 Noten 341 Literatuur Normstelling rond toezicht en verantwoording bij hybride organisaties 343 Cor van Montfort & Diny van Est 20.1 Inleiding Mededinging en concurrentie: de markt- en overheidsdiscussie en de Europese context De governance van hybride organisaties: branchecodes Ruimte voor ondernemerschap: de casus van de BVE-sector Meervoudige oriëntatie van hybride organisaties Conclusies en blik op de toekomst 355 Noten 357 Literatuur 357

13 21 Vermengen of verbinden? Lessen uit het maatschappelijk middenveld 361 Wim van de Donk & Taco Brandsen 21.1 Inleiding Het middenveld als onzekere categorie Vermaatschappelijking van bestuur: diffusie en dynamiek Implicaties voor de bestudering van openbaar bestuur Conclusie: naar conceptuele vernieuwing 367 Noten 369 Literatuur Leiderschap en hybriditeit 373 Theo Camps Leiders en managers: een dankbaar onderwerp Leiderschap in elementen en rollen Leiderschap in de private en de publieke sector: convergerende contexten? Formeel en informeel Fundamentele verandering Leiderschap in hybride organisaties 383 Literatuur Zoeken naar innovatie-impulsen: beheersen of bevorderen van hybriditeit? 387 Mark van Twist 23.1 Inleiding Innovatie door (inter-)organisationele hybriditeit Over de beperkingen van het beheersingsdenken Sturing door de overheid: beheersen of bevorderen van hybriditeit? Sturing van de overheid Meervoudige verantwoording: beleidschagrijn voorbij Conclusie 398 Literatuur 399

14 24 Zicht op meerwaarde: een onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar publiek ondernemerschap 401 Cor van Montfort & Diny van Est 24.1 Inleiding De begrippen publiek privaat Verschillende kanten van ondernemerschap in de publieke sector Redeneerlijn in vijf stappen Uitkomsten onderzoek Aanbevelingen Conclusie 416 Noten 417 Literatuur Conclusie: van veldslagen in de lucht naar kennis voor theorie en praktijk 421 Taco Brandsen, Wim van de Donk & Patrick Kenis 25.1 Inleiding De ontstaansgeschiedenis van hybride organisaties De betekenis van hybriditeit voor organisaties De risico s en meerwaarde van hybriditeit Tot slot: vragen voor de toekomst 434 Literatuur Over de auteurs 437

15

16 Deel I Inleiding en theoretische perspectieven

17

18 1 Inleiding: de opkomst van hybride organisaties Taco Brandsen, Wim van de Donk & Patrick Kenis 1.1 De vernieuwing van een traditie 1 De universiteit waar de meeste auteurs van deze bundel werkzaam zijn, is een non-profit organisatie, op katholieke grondslag, Zij functioneert echter nog voornamelijk bij gratie van staatssteun, die via verschillende instanties bij ons en onze collega s terecht komt. Behoren we nu tot het middenveld of tot de staat? Steeds meer worden we ook gedwongen om tegen markttarieven commerciële onderzoeksopdrachten te werven, waarvan we de winst deels kunnen gebruiken om ons fundamentele onderzoek te financieren en meer personeel aan te stellen. Ook krijgt het onderwijs steeds meer het karakter van een markt, waar wij ons aan studenten moeten verkopen. Op station Tilburg West worden onze klanten door posters van een concurrerende universiteit weggelokt. Zijn we dan een commerciële organisatie geworden? Een soortgelijk verhaal kan worden verteld over woningcorporaties, ziekenhuizen, thuiszorginstellingen, ROC s en tal van andere organisaties in de maatschappelijke dienstverlening. Deze organisaties laten zich niet meer omschrijven als publiek óf privaat, als staat, markt óf middenveld. Simpel gezegd, ze zijn van alles een beetje. Die vermenging noemen we hier hybriditeit, en het doel van deze bundel is te achterhalen hoe ze in de praktijk functioneren en hoe we ze moeten begrijpen. In wezen is deze vorm van vermenging niets nieuws. Nederland is een land, waar men traditioneel deze domeinen sterk met elkaar verweven heeft. Vanouds kenmerkt het bestuur van ons land zich door de aanwezigheid van halfslachtige autoriteiten (De Rooy, 2005), waarvan de constructie rond de Vereenigde Oost-Indische Compagnie een goed voorbeeld is. Hetzelfde gold voor de verzuilde arrangementen uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Al in het begin van de twintigste eeuw sprak de grondlegger van de Nederlandse bestuurskunde, Van Poelje, over de osmose tussen de publieke en de private sfeer (Van Poelje, 1931). Nieuw is hybriditeit als empirisch fenomeen dus niet. 17

19 Meervoudig bestuur 18 We lijken nu echter in een fase beland, waarin het het verschijnel steeds nadrukkelijker op de voorgrond komt te staan. Met de uitbreiding van de verzorgingsstaat en van de publieke sector in zijn geheel is het aantal dienstverlenende organisaties sterk toegenomen en zijn private dienstverleners (vooral vanuit het maatschappelijk middenveld) verstrengeld geraakt met de staat. In de jaren tachtig en negentig zijn de dienstverleners ten dele weer verzelfstandigd en op afstand van het beleid gezet. In dezelfde periode is ook een sterker element van marktwerking in deze voorziening geïntroduceerd. Daarbij ging het zeker in sociale voorzieningen niet om volledige privatisering, maar om de creatie of verdieping van gemengde arrangementen (Brandsen, 2004). Het gevolg is tweeledig. Ten eerste is de formele autonomie van veel publieke dienstverleners toegenomen. Tegelijkertijd opereren zij in een sterker meervoudige omgeving, waardoor zij niet eenvoudig meer als staat, markt of middenveld te benoemen zijn. Van oorsprong maatschappelijke organisaties zijn vaak zowel marktpartij als uitvoerder van een publieke taak. Ook komt het omgekeerde voor: van oorsprong publieke organisaties die op markten of binnen marktverhoudingen opereren. Daarmee streven zij diverse doelstellingen na, die niet altijd eenvoudig zijn te combineren, met een voortdurende spanning tussen individuele preferenties en collectieve doelstellingen of randvoorwaarden, die bij deze organisaties intrinsiek van aard lijkt te worden. Duidelijk is dat hierdoor de grenzen tussen maatschappelijke domeinen vervagen. Onduidelijk is wat het precies betekent voor de organisaties en de taken die zij vervullen. Er gebeurt veel, waar we empirisch nog te weinig zicht op hebben en theoretisch geen raad mee weten. Tegelijkertijd blijkt de toegenomen hybriditeit meer dan voorheen een normatieve lading te krijgen. Dat heeft wellicht minder van doen met het empirisch fenomeen op zichzelf, als wel met de toegenomen kracht van eenduidige rationaliteiten. In de eerste plaats heeft door allerhande factoren een klassiek economisch paradigma een sterkere grip gekregen op nationaal en Europees beleid. Hierin bestaat een strikt onderscheid tussen verschillende domeinen en heeft de markt het primaat. In Nederland heeft in de jaren negentig de werkgroep Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (MDW, de werkgroep-cohen ) uitwerking gegeven aan dat paradigma binnen een aantal beleidssectoren. Op Europees niveau krijgt de gemeenschappelijke markt door de wisselwerking van marktregelgeving en juridische uitspraken steeds verder vorm. Dit betekent dat de aan marktregulering gekoppelde veronderstellingen steeds meer als toetssteen voor allerhande vormen beleid worden gebruikt. Daarnaast geldt dat in het Nederlands openbaar bestuur steeds sterker de nadruk op verantwoording wordt gelegd wat natuurlijk mede verband houdt

20 1 Inleiding: de opkomst van hybride organisaties met de eerder genoemde ontwikkelingen. Beleidsresultaten worden vormgegeven als prestaties, en prestaties moeten inzichtelijk worden gemaakt. Inmiddels vallen termen als audit society (Power, 1997) en inquisitiedemocratie ( t Hart, 2001). Hoe men ook over de ontwikkeling denkt, feit is dat transparantie en harde prestatiemeting aan belang hebben gewonnen in de bestuurlijke praktijk. Hybriditeit is echter juist niet bevorderlijk voor eenduidigheid en overzichtelijkheid. Overigens lijkt er recent weer een tegenontwikkeling gaande, waarin door sommigen wordt gepleit voor vertrouwen en autonomie (WRR, 2004; SER, 2005). Veel van de meningen zijn niet op een empirische basis gestoeld. Feitelijke bewijzen dat er zoveel misgaat bij hybride organisaties, vanwege hun hybride karakter, zijn spaarzaam voorhanden (zie de bijdrage van Van Montfort en Van Est). Ook bij de voorstanders van hybride constructies ontbreekt veelal de bewijslast: de meerwaarde is nog zelden hard aangetoond. Er is dus geen behoefte aan nog meer standpunten, maar vooral aan scherper afgebakende concepten, meer empirisch materiaal en verfijndere theorievorming. Deze bundel geeft hiertoe een eerste aanzet. Achtereenvolgens zullen we nu ingaan op hybriditeit als concept (paragraaf 1.2), hybriditeit in de praktijk (1.3) en hybriditeit in de wetenschap (1.4). We sluiten af met twee korte paragrafen, waarin we respectievelijk de focus en inhoud van deze bundel weergeven (1.5 en 1.6) Hybriditeit als concept Zoals altijd bij modieuze begrippen kom je ze opeens overal tegen. We rijden in hybride auto s (een combinatie van aandrijftechnologieën) en de Duitse bossen worden onveilig gemaakt door hybride wolven (een kruising van een wolf en een hond). In dit boek willen we ons beperken tot hybriditeit in de publieke dienstverlening. Op dit vlak is het fenomeen hybriditeit in Nederland in eerste instantie vooral onder de aandacht gebracht vanuit de bestuurskunde, en dan met name door het werk van In t Veld (1995; 1997). Daarin ging het met name om de vraag naar de inbedding van hybride organisaties in wet- en regelgeving, naar aanleiding van de MDW-operatie. Daarna is het thema een aantal jaren niet meer systematisch opgepakt, mede omdat de specifieke beleidsdiscussie waaruit zijn werk voortkwam naar de achtergrond verschoof. Interessant genoeg heeft het thema in het buitenland door de tijd juist aan belangstelling gewonnen en kan het niet langer als een typisch Nederlands onderwerp worden beschouwd. Die belangstelling behoeft overigens niet te verbazen, als er inderdaad sprake is van de empirische ontwikkelingen, die we hierboven signaleren.

21 Meervoudig bestuur 20 De origine van het thema is diffuus. In elke sociaal-wetenschappelijke discipline zijn er concepten en discussies te vinden, die onder het onderzoek naar hybriditeit zouden kunnen worden geschaard. Het hangt er van af hoe losjes of hoe strak het thema wordt gedefinieerd. Het begrip hybriditeit wordt weliswaar in toenemende mate gebruikt, maar het zou onzinnig zijn om de afbakening van relevante literatuur op terminologische gronden te bepalen. Onder andere noemers is er veel interessants over geschreven. Tegelijkertijd wordt het begrip overbodig op het moment dat we er alles onder scharen iets wat in deze fase van het onderzoek naar dit fenomeen helaas dreigt te gebeuren. Maar hoe bakenen we dat zinvol af? In alle toepassingen van het begrip hybriditeit gaat het om de samenkomst van andersoortige elementen. De verschillen hebben betrekking op de aard van de onderscheiding en de aard van de samenkomst. In theorie is natuurlijk een oneindig aantal vormen van hybriditeit mogelijk. Gaat het om publieke dienstverlening, dan worden in de literatuur meestal twee typen onderscheidingen gebruikt: publiek/privaat en markt/overheid (steeds meer aangevuld met de derde sector, het maatschappelijk middenveld). Publiek/privaat is een onderscheiding, waaraan veel verschillende invullingen worden gegeven (voor een uitgebreidere bespreking van het onderscheid, zie Rutgers, 2004). Hoe zij in de analyse van organisaties concreet vorm krijgen is veelal afhankelijk van het gekozen theoretisch perspectief, en daarmee wordt ook de beoordeling van hybriditeit verschillend. Om een voorbeeld te geven, een organisatie kan gemengde financiering hebben, zonder dat de leden van die organisatie daarin enige tegenstrijdigheid of spanning ervaren. De onderscheiding markt/overheid/middenveld verwijst naar ideaaltypische domeinen van de samenleving, waarin een bepaalde vorm van sociale coördinatie overheerst. In veel analyses worden domein en coördinatiemechanisme zelfs impliciet gelijkgeschakeld, bijvoorbeeld door te veronderstellen dat er op een markt altijd en uitsluitend sprake is van concurrentie. In de praktijk worden de onderscheidingen publiek/privaat en markt/overheid veelal op één lijn gelegd, door overheid te koppelen aan publiek en markt aan privaat. Daar is conceptueel veel op af te dingen, maar het onderscheid heeft voor de operationalisatie binnen het terrein van de publieke dienstverlening betrekkelijk weinig consequenties, omdat hybriditeit meestal wordt afgemeten aan dezelfde variabelen (bijvoorbeeld financiering, waarden, regels). Een probleem is dat op grond hiervan onduidelijk is wat als hybride moet worden aangemerkt en wat niet. Bij vrijwel elk empirisch fenomeen is sprake van een mix van zuivere concepten en mechanismen, waardoor we Bozeman s motto all organizations are public zouden kunnen parafraseren als: alle organisaties zijn hybride (vgl. Bozeman, 1987). Het private en het publieke zijn onlosmakelijk verknoopt (Merriam, 1973; vgl. ook Streeck en Schmitter, 1985). Maar hoe

22 1 Inleiding: de opkomst van hybride organisaties moeten publieke en private vormen van financiering, waarden of regels verknoopt zijn, voordat we het hybride kunnen noemen? Die verknoping wordt veelal in prachtige termen beschreven als vermenging, samenballing en verbinding, die vooral in associatief opzicht van elkaar verschillen. Belangrijk voor een specifieke definitie van hybriditeit is dat het gaat om méér dan de samenkomst alleen. Anders is er geen wezenlijk onderscheid tussen hybriditeit en complexiteit, en dreigt het zelfs niet meer te zijn dan een kritische reflectie op het sociaal-wetenschappelijke gebruik van ideaaltypen (of om het simpeler te zeggen: de bewustwording dat de wereld eigenlijk ingewikkelder is dan wetenschappelijke denkschema s doen veronderstellen). De essentie van ons begrip van hybriditeit is dat het gaat om een mix van elementen, die in ideaaltypische zin wezensvreemd zijn (Noordegraaf, 2004). Dat wil zeggen dat ze onderscheidene en conflicterende waarden vertegenwoordigen. Afhankelijk van het theoretische perspectief zal de invulling daarvan verschillen. Welk perspectief ook wordt gekozen, het uiteindelijke criterium voor de benoeming van een hybride organisatie is de vaststelling van een door actoren ervaren spanning. Eén van de belangrijkste doelstellingen van onderzoek is dus te bepalen, in hoeverre een ideaaltypisch onderscheiden spanning in de werkelijkheid (hier: in de verlening van publieke diensten) tot uiting komt Hybride organisaties: de praktijk Het onderzoek tot dusver laat inderdaad zien, dat de spanningen zich uiten in de praktijk. Op elk niveau kunnen deze spanningen een andere vorm en een ander effect hebben. We zullen ze achtereenvolgens bespreken voor bestuurders, managers en de werkvloer. Bestuurders kunnen worden geconfronteerd met organisaties, die moeilijker stuurbaar zijn. Dit is althans waar critici voor waarschuwen: organisaties met een doorgeschoten autonomie, waar democratisch gekozen volksvertegenwoordigers geen grip meer op hebben. Het is een reëel risico, dat echter wel juist moet worden geïnterpreteerd. Om dit te illustreren: Koppell (2003) beschrijft hoe twee Amerikaanse hypotheekverstrekkers door hun hybride positie een sterke politieke lobby konden uitoefenen en daarmee een stevige invloed hadden op de regelgeving, waaraan ze formeel onderworpen waren. Wat wordt hiermee gezegd? Een dergelijke situatie is natuurlijk ongewoon en ongewenst, wanneer de relatie wordt beschouwd als die van een principaal en een agent. De agent mag niet op de stoel van de principaal gaan zitten! In een vanouds corporatistisch land als Nederland is het echter volstrekt gewoon en

23 Meervoudig bestuur 22 zelfs gewenst, dat de uitvoerende organen medeverantwoordelijk zijn voor de besluitvorming. Evenzeer geldt dat het normaal is, dat organisaties in de uitvoering van beleid zelf medebeslisser worden. Verzelfstandiging en de introductie van marktwerking zijn zelfs bedoeld om dat te accentueren. Het is dus van belang onderscheid te maken tussen (1) de autonomie van de organisatie, die onvermijdelijk bij haar rol als uitvoerder hoort; (2) de autonomie, voor zover door bestuurders bewust versterkt via beleidshervormingen; en (3) eventuele autonomie, die de organisatie op ongeoorloofde wijze naar zich toetrekken. In de praktijk kan dat soms moeilijk te ontwarren zijn, maar er moet in ieder geval naar gestreefd worden geweeklaag over verloren zeggenschap, politici eigen, te scheiden van reële sturingsproblemen. Managers bevinden zich in een tussenpositie en krijgen daardoor wellicht meer dan andere betrokkenen te maken met de complicaties van een hybride positie. Dat kan zich op verschillende manieren uiten. Om te beginnen ontstaat mogelijk een moeizame relatie tussen overheidsbeleid en organisatiestrategie. Volgens een politiek-bestuurlijke logica kunnen afspraken door politieke gebeurtenissen plotsklaps verbroken worden, wat van uitvoerende organisaties een hoge mate van flexibiliteit vereist en investeringen op de lange termijn bemoeilijkt (Thiel, 2004). Zo kunnen de prioriteiten van het beleid op vrij korte termijn veranderen. Dit probleem geldt natuurlijk altijd op uitvoerend niveau, maar een manager op een departement kan daar eenvoudiger rekening mee houden dan iemand, die ook op een markt opereert. Ook krijgen managers van doen met tegengestelde waarden, waar zij een middenweg tussen dienen te bewandelen. Wat vanuit een marktoptiek wellicht gewenst is (bijvoorbeeld afslanking van de dienstverlening) kan worden opgevat als een afbreuk van met publieke middelen gefinancierde taken. Verder kunnen, zo vrezen velen, binnen de organisatie zelf spanningen ontstaan over de te varen koers, met interne conflicten tot gevolg. Tot slot zullen de relaties met andere partijen veranderen, met mogelijke rolconflicten als gevolg. Zo kan het soms noodzakelijk zijn om met dezelfde partijen zowel samen te werken (bijvoorbeeld als onderdeel van dezelfde keten) als te concurreren (als spelers op dezelfde markt). Ook kunnen nieuwe initiatieven een veel intensievere en langdurige samenwerking met partners uit andere sectoren vereisen, waardoor de dienstverlening per definitie een co-productie wordt en traditionele gezagsverhoudingen en de eigen soevereiniteit op losse schroeven komen te staan. Op de werkvloer krijgen medewerkers mogelijk te maken met vergelijkbare problemen als waardenconflicten en gebrek aan binding. In eerdere literatuur over street-level bureaucrats en professionals is reeds breed uitgemeten, dat deze moeten omgaan met uiteenlopende wensen vanuit klanten en vanuit het management. Gevreesd wordt dat hybridisering zal leiden tot verdere afkalving

24 1 Inleiding: de opkomst van hybride organisaties van de autonomie van personeelsleden door strakkere arbeidsdeling, normering van werkzaamheden en beoordeling aan de hand van bovenaf opgelegde prestatie-indicatoren. In die zin wordt hybridisering als een aanjager van managementisme gezien. Verder zouden commerciële invloeden de traditionele band met klanten/cliënten kunnen verstoren door standaardisering en afroming. De uitvoerder wordt dus óf aan banden gelegd door een zakelijk management, of hij verzakelijkt zelf. De empirische hoofdstukken in deze bundel zullen laten zien wat er werkelijk gebeurt in de publieke dienstverlening. In het concluderende hoofdstuk zullen we proberen, daar enkele algemene lijnen in te onderscheiden. 1.4 Hybride organisaties: het onderzoek De aandacht voor hybriditeit verschilt sterk, naar gelang de disciplinaire traditie. Het begrip vindt oorspronkelijk zijn grondslag in de biologie waar het verwijst naar een meer of minder stabiele menging van soorten. In de sociale wereld is de toepassing van het begrip van vrij recente datum. Niettemin zijn er drie tradities, waarin het als organisatorisch fenomeen op meer dan incidentele basis bestudeerd is: de bestuurs- en beleidswetenschappen, het onderzoek naar het middenveld, en de organisatiesociologie. De eerste traditie komt vanuit de bestuurs- en beleidswetenschappen. De term zelf duikt in Nederland steeds meer op, maar wordt in het buitenland verwoord als public-private mixes of iets van dien aard. Daarbij gaat het niet om publiekprivate samenwerking, waarin het gaat om relaties tussen partijen van verschillende aard, maar om partijen die zelf een meervoudig karakter hebben. Het is logisch, gezien de Nederlandse bestuurlijke traditie, dat er in het Nederlandse bestuurskundige onderzoek aandacht voor gemengde arrangementen is geweest (Noordegraaf e.a., 2006). Recente empirische ontwikkelingen hebben de aandacht versterkt, met name vanuit de hoek van het publiek management (zie bijvoorbeeld Kickert, 1998; Pollitt en Bouckaert, 2004; Meijerink en Minderman, 2005) en vanuit de netwerkbenadering (bijvoorbeeld Kenis en Schneider, 1996; Kickert, Klijn en Koppenjan, 1997). Internationaal gezien is er een klein, maar groeiend aantal case studies van landen (bijvoorbeeld Wettenhall, 2003) en organisaties (bijvoorbeeld Hupe en Meijs, 2001; Koppell, 2003). Logischerwijs gaat in de meeste van deze studies de aandacht uit naar sturingsvraagstukken. De kracht van deze traditie is haar variëteit in theoretisch opzicht, maar daarmee is ook haar zwakte getekend. Het cumulatieve effect van de studies is vooralsnog beperkt. Ook wint de normatieve insteek het nog wel eens van de empirische gedegenheid. 23

25 Meervoudig bestuur 24 De tweede traditie is de literatuur, waarin de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld wordt beschreven. Deze wordt gekenmerkt door een empirisch object, waarin heftige empirische verschuivingen zichtbaar zijn, en door een discussie waarin sprake is van voortdurende conceptuele verwarring. Het is dan ook niet verbazend dat juist hier een thema als hybriditeit de afgelopen jaren in zwang is geraakt, hoewel het door vooral Amerikaanse wetenschappers nog te vuur en te zwaard wordt bestreden (zie hoofdstuk 21 van Van de Donk en Brandsen). De versterking van Continentaal-Europese invloeden in de discussie heeft geleid tot enkele studies, waarin het thema hybriditeit sterker op de voorgrond treedt (bijvoorbeeld Van de Donk, 2001; Dekker, 2001; Evers en Laville, 2004; Brandsen, Van de Donk en Putters, 2005). Dat geldt in het bijzonder voor onderzoek vanuit Duitsland en Nederland, waar de rol van maatschappelijke organisaties in de publieke dienstverlening vanouds groot is. Het concept van de social enterprise lijkt recent een brug tussen verschillende tradities binnen dit type onderzoek te slaan. De kracht van de recente onderzoeken is dat zij voortkomen uit een geschiedenis van definitiegeschillen, waardoor zij relatief snel loskomen van bestaande concepten. Ook berusten zij veelal op goed empirisch werk en zijn zij goed in staat om hybriditeit in een breder maatschappelijk perspectief te plaatsen, waar de bestuurskundige traditie vooral vanuit een instrumenteel perspectief werkt. Nadeel is dat hier in nog sterkere mate het gevaar bestaat van normatieve vertekening, in de zin dat dit debat soms een sterk ideologische inslag heeft. Ook gaat het nog om betrekkelijk weinig studies. De derde traditie is onderzoek vanuit het organisatiesociologisch perspectief, waarin meer dan in andere disciplines aandacht is voor de tegenstrijdigheden binnen organisaties. Het woord hybriditeit komt niet aan bod binnen deze traditie, maar in de geest is het reeds lang aanwezig. Al vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw hebben wetenschappers als Simon, Cyert, March en Olsen het beeld van de coherente, eenduidig vormgegeven organisatie ondergraven. Later zijn hun bevindingen en concepten doorgesijpeld naar disciplines als de beleidswetenschappen en de bestuurskunde. Er is binnen deze disciplines veel aandacht geweest voor de vraag, hoe organisaties met veeleisende en tegenstrijdige omgevingsinvloeden om kunnen gaan. Nauw verweven daarmee is de vraag, in hoeverre er sprake is van een beperkt aantal stabiele typen organisaties, dat op de lange termijn kan overleven. Ook is er veel onderzoek geweest naar de wijze, waarop organisaties de onzekerheden en tegenstrijdigheden in hun omgeving afweren, trachten te beïnvloeden, of laten afvloeien. De studie van hybride organisaties kan de hier ontwikkelde ideeën dan ook nauwelijks negeren (voor nadere uitwerking en literatuur, zie Brandsen, hoofdstuk 2). Een belemmering voor de directe toepassing daarvan binnen de publieke dienstver-

26 1 Inleiding: de opkomst van hybride organisaties lening is echter, dat de organisatiesociologie zich in haar recente keuze van empirische objecten voornamelijk gericht heeft op het bedrijfsleven (zie Mayntz, hoofdstuk 17). Wat een snel overzicht van deze onderzoekstradities aangeeft, is dat er in de bestudering van hybriditeit in de publieke dienstverlening nu vooral behoefte is aan gericht empirisch onderzoek en systematisch uitgewerkte theorievorming. We hebben goede aanwijzingen van wat er gaande is, er zijn ook enkele goede ideeën over, maar het blijven flarden en fragmenten. Deze bundel is een poging het stadium van vrijblijvend theoretiseren te verlaten en dieper de materie in te duiken. 1.5 Focus van de bundel De vraag, die we ons aan het begin van het boektraject stelden, is welke benadering het meest geschikt zou zijn om aan de bovengenoemde behoefte te voldoen. Het exploratieve karakter van het boek maakte een al te strakke inkadering van de hoofdstukken onwenselijk. Niettemin was het noodzakelijk tot een heldere afbakening en een zekere mate van systematiek te komen, met name voor de empirische cases, om te verhinderen dat de bundel een grabbelton zou worden van interessante verhalen die onvoldoende mogelijkheid boden tot generalisatie. De eenheid zal worden gezocht via de benadering van hybriditeit, het analyseniveau, het empirisch object en de structurering van de hoofdstukken. Het dient benadrukt te worden dat het hier om praktische en niet om principiële keuzes gaat. 25 Hybriditeit zal worden benaderd vanuit de eerder besproken omschrijving: gebaseerd op de verbinding van ideaaltypisch strijdige elementen aan de hand van de dimensies publiek/privaat of markt/overheid/middenveld, met als vraag in hoeverre deze zich vertaalt naar de empirische werkelijkheid. Dit is uiteraard nog steeds vrij breed, maar voldoende om de vergelijkbaarheid van de hoofdstukken te waarborgen. Qua analyseniveau richt het boek zich op organisaties, die als hybride kunnen worden omschreven. Beleidsarrangementen fungeren daarbij als context en niet als primair object van onderzoek. Empirisch beperken we ons (op een enkel verkennend uitstapje na) tot organisaties in de publieke dienstverlening, aangezien zich in deze sfeer vooralsnog de meest opvallende verschijningsvormen van hybriditeit voordoen.

27 Meervoudig bestuur Tot slot zal een zekere mate van eenheid wordt gezocht in de structurering van de hoofdstukken, met name van de empirische cases. Kern hiervan is dat elk hoofdstuk bepaalde feitelijke informatie moet bevatten en bepaalde thema s moet aansnijden, zodat een basis ontstaat voor vergelijking in de slothoofdstukken. De gewenste invulling en omvang van dergelijke gemeenschappelijke elementen is echter nadrukkelijk als een keuze van de individuele auteurs beschouwd. Hybride omgeving Niet-hybride omgeving Hybride organisatie X X Niet-hybride organisatie X Figuur 1.1: Afbakening bundel 1.6 Inhoudsopgave 26 Deze bundel komt voort uit een kort geleden aangevangen samenwerking binnen een netwerk van professionals en onderzoekers, die zich met het thema verbonden voelen. Sinds een aantal jaren ontmoeten zij elkaar met enige regelmaat in Kameleon-verband, een informeel netwerk van onderzoekers, zonder eigen geld, maar wel met een gedeelde interesse. Toen het plan voor een boek concrete vorm aannam, was het vooral de kunst een goed evenwicht tussen eenheid en verscheidenheid te bewaren: er is geen sprake van commissioned research, wel van verbinding van onderzoek dat al loopt op een paar gemeenschappelijke interessen. We hebben het boek onderverdeeld in drie clusters, elk met een andere insteek. In het eerste deel wordt een aantal theoretische perspectieven op hybriditeit uitgewerkt. Uiteraard is dat geen uitputtend overzicht, maar een selectie van disciplines die wij het meest relevant achtten voor de bestudering van dit verschijnsel in de publieke dienstverlening. Het gaat respectievelijk om een organisatiesociologisch perspectief (Brandsen), een netwerktheorisch perspectief (Kenis), een cultureel perspectief (Karré), een rechtstheoretisch perspectief (Scheltema), een economisch perspectief (Ruys) en een conceptuele kritiek (Choy en Kenis). Deze hoofdstukken moeten een antwoord geven op de volgende vragen: Wat is de betekenis van hybriditeit vanuit verschillende disciplinaire invalshoeken?

28 1 Inleiding: de opkomst van hybride organisaties In welk opzicht zijn verschillende disciplines bruikbaar voor de bestudering van dit fenomeen? In het tweede en meest omvangrijke deel wordt de empirische verschijningsvorm van hybriditeit in verschillende sectoren beschreven. Hoewel enkele hoofdstukken op basis van empirie tot theoretische uitspraken komen, is hun doel in de eerste plaats beschrijvend. Respectievelijk komen aan de orde: vrijwilligersorganisaties (Dekker en Van de Donk), ziekenhuizen (Putters), omroepverenigingen (Van de Donk), woningcorporaties (Brandsen), TIAS Business School (Mouwen), instellingen voor ouderenzorg (Van Hout), het Centraal Bureau Rijvaardigheid (Mouwen en Van Bijsterveld), afvalverwerkende bedrijven (Camps en Klein Koerkamp), ROC s (Honingh), terroristische organisaties (Mayntz) en de IBG (Postema). Op basis van de empirische cases kan ook meer inzicht in best practices rond hybriditeit voortkomen (al is dat voor wat betreft de terroristische organisaties begrijpelijkerwijs niet onze doelstelling). We hebben er voor gekozen deze hoofdstukken qua opbouw niet strikt te structureren, maar vooral te streven naar inhoudelijke samenhang. Deze komt tot stand aan de hand van de volgende vragen: Hoe is het hybride karakter van organisaties historisch tot stand gekomen? Wat betekent hybriditeit in termen van concrete organisatiekenmerken als structuur, cultuur, financiering en regelgeving? Hoe gaan bestuurders en managers om met de spanningen en kansen, die het hybride karakter biedt? 27 Het derde deel gaat in op vraagstukken van management, sturing en toezicht rond hybride organisaties. De hoofdstukken zijn geschreven door een gezelschap van zeer ervaren adviseurs, bestuurders en toezichthouders. Achtereenvolgens gaan zij in op strategieontwikkeling (Mouwen), toezicht en verantwoording (Van Montfort en Van Est), domeinoverschrijdend leervermogen (Van de Donk en Brandsen), leiderschap (Camps), innovatie en alliantievorming (Van Twist) en aantoonbare meerwaarde (Van Montfort en Van Est). We hopen dat de hier verwoorde inzichten een nuttige bijdrage leveren aan de praktijk. We sluiten af met een concluderend hoofdstuk, waarin we de interessantste bevindingen uit de bundel samenvatten en een onderzoeksagenda voor de toekomst formuleren. Ons beeld van de stand van zaken stemt tot optimisme. Er is nog veel te doen, maar het onderzoek naar hybride organisaties begint volwassen te worden.

29 Meervoudig bestuur Noten 1 Wij danken allen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van deze bundel, maar in het bijzonder Wilma Bosmans, Joost van Damme, Andres Dijkshoorn, Paula Evers-Haanen, Sarah Rietman en Anne Veldhoven. Literatuur Bozeman, B. (1987) All organizations are public. San Francisco: Jossey-bass. Brandsen, T. (2004) Quasi-market governance. Utrecht: Lemma. Brandsen, T., W.B.H.J. van de Donk en K. Putters (2005) Griffins or chameleons? Hybridity as a permanent and inevitable characteristic of the third sector. International Journal of Public Administration, 28 (9-10), Dekker, P. (2001) What crises, what challenges? When nonprofitness makes no difference. In: H.K. Anheier en J. Kendall (red.) Third sector policy at the crossroads. London: Routledge. Donk, W. B.H.J. van de (2001) De gedragen gemeenschap. Den Haag: SDU. Evers, A. en J.-L. Laville (2004) Social services by social enterprises: on the possible contributions of hybrid organizations and a civil society. In A. Evers en J.-L. Laville (red.) The third sector in Europe. Cheltenham: Edward Elgar. Hart, Paul t (2001) Verbroken verbindingen. Amsterdam: De Balie. Hirschman, A.O. (1970) Exit, voice and loyalty. Cambridge (MA): Harvard University Press. Hupe, P. en L. Meijs (2001) Non-profit in Nederland: maakt het wat uit. In: A. Burger en P. Dekker (red.) Noch markt noch staat. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Kenis, P.N. en V. Schneider (1996) Netzwerk und Organisation. Frankfurt am Main: Campus.

30 1 Inleiding: de opkomst van hybride organisaties Kickert, W.J.M., Klijn, E-H., en Koppenjan, J. (1997) Managing complex networks. London: Sage. Kickert, W.J.M. (1998) Aansturing van verzelfstandigende overheidsdiensten. Over publiek management van hybride organisaties. Alphen aan de Rijn; Samsom. Koppell, J.G.S. (2003) The politics of quasi-government. Cambridge: Cambridge University Press. Meijerink, M.H. en G.D. Minderman (red.) (2005) Naar een andere publieke sector. Hybriditeit en een andere wijze van taakvervulling. Den Haag: Sdu. Merriam, C.E. (1973) The study of private government. In: S.A. Lakoff en D. Rich (red.) Private government. Glenview/Brighton: Scott, Foresman and Company. Meyer, J.W. en B. Rowan (1992) Institutionalised organisations: formal structure as myth and ceremony. In: J.W. Meyer en W.R. Scott (red.) Organizational environments. London: Sage. Noordegraaf, M. (2004) Management in het publieke domein. Bussum: Coutinho. 29 Noordegraaf, M., T. Brandsen en D. Huitema (2006) Fragmented but forceful: Dutch administrative sciences and their institutional evolution. Public Administration, verschijnt in Poelje, G.A. van (1931) Osmose. Alphen aan den Rijn: Samsom. Pollitt, C. en G. Bouckaert (2000) Public Management Reform. Oxford: Oxford University Press. Power M. (1997) The audit society. Oxford: Oxford University Press. Rooy, P. de (2005) Republiek der Rivaliteiten. Amsterdam: Mets & Schilt. Rutgers, M. (2004) Grondslagen van de bestuurskunde. Bussum: Coutinho. Streeck, W. en P.C. Schmitter (1985) Community, market, state and associations? The prospective contribution of interest governance to social order.

31 Meervoudig bestuur In: W. Streeck en P.C. Schmitter (red.) Private interest government. Londen: Sage. Thiel, S. van (2004) Governance van overheidsorganisaties: overzicht en conclusies. In: S. van Thiel (red.) Governance van uitvoeringsorganisaties. Breda: Broese en Peereboom. Veld, R.J. in t (1995) Spelen met vuur. Den Haag: VUGA. Veld, R.J. in t (1997) Noorderlicht. Den Haag: VUGA. Wettenhall, R. (2003) Three-way categorisations, hybrids and intersectoral mixes in the governance equation. Asian journal of public administration, 25(1), WRR (2004) Bewijzen van goede dienstverlening. Amsterdam: Amsterdam University Press. 30

32 2 Doordringen tot de kern: een organisatiesociologisch perspectief op hybriditeit Taco Brandsen 2.1 Inleiding Het organisatiesociologisch perspectief is van groot belang voor de analyse van hybride organisaties. Niet alleen staat het organisatieniveau hier logischerwijs centraal, ook is er geen andere discipline waarin zoveel aandacht is geweest voor de dubbelzinnigheid en strijdigheid die per definitie kenmerkend zijn voor het verschijnsel. Toch is om verschillende redenen de toepassing van dit perspectief op hybriditeit in de publieke dienstverlening beperkt gebleven, waardoor nog onduidelijk blijft wat we er precies van kunnen leren. Dit hoofdstuk geeft daartoe een bescheiden aanzet. Centraal staat de vraag wanneer een organisatie vanuit organisatiesociologisch perspectief hybride genoemd kan worden. Om te beginnen zal ik bespreken, wat hybriditeit vanuit dit perspectief precies betekent. Tenzij de omschrijving wordt aangescherpt, dreigt immers het gevaar dat een oud concept simpelweg een nieuw etiket krijgt. Vervolgens zal ik enkele rudimentaire bouwstenen neerzetten voor een organisatiesociologische bestudering van hybride organisaties, waarbij ik selectief zal putten uit deze rijke traditie. Steeds zal hierbij centraal staan, wat de toepassing van bepaalde theoretische inzichten ons kan opleveren bij bestudering van hybride organisaties in de publieke dienstverlening. Mijn conclusie is dat het vanuit dit perspectief gezien tamelijk ingewikkeld is, te bepalen in hoeverre een organisatie werkelijk hybride is. Een organisatiesociologische analyse kan in dat opzicht sterk verschillen van bijvoorbeeld een economische of een juridische. In paragraaf 2.2 bespreek ik de betekenis van hybriditeit vanuit organisatiesociologisch perspectief. In de daaropvolgende paragrafen probeer ik daar conceptueel handen en voeten aan te geven, respectievelijk aan de hand van de interactie tussen organisatie en omgeving (2.3), de doorwerking van omgevingsinvloeden (2.4) en de aard van de te verwachten effecten (2.5). Het hoofdstuk eindigt met een korte conclusie (2.6). 31

33 Meervoudig bestuur 2.2 De betekenis van hybriditeit in de organisatiesociologie 32 De term hybriditeit komt niet of nauwelijks voor in organisatiesociologisch werk, wat uiteraard niet betekent dat er over het verschijnsel niets wordt gezegd. Grof gezegd kan worden geconstateerd, dat er conceptueel en theoretisch een buitengewoon nuttig instrumentarium is ontwikkeld, dat echter nog zelden op publieke dienstverlening is toegepast. Er is geen andere discipline waarin zoveel aandacht is geweest voor strijdigheid, ambiguïteit en verwarring. Deze fascinatie voor de schaduwzijden van organisaties is al zichtbaar in de vroegste verschijningsvormen van de discipline. De organisatietheorie in bredere zin komt voort uit twee verschillende tradities (Lammers e.a., 1997). De organisatiekundige stroming werd ontwikkeld vanuit de industriële praktijk, waar ondernemers worstelden met de vormgeving van productieprocessen. Het werk van auteurs als Taylor en Fayol staat aan de basis hiervan, en heeft een moderne pendant in het werk van de managementgoeroes. De oorsprong van de tweede stroming, de organisatiesociologie, ligt in de eerste plaats bij sociaal-wetenschappelijke klassiekers die organisaties beschreven als element in analyses van modernisering. Met name de ideaaltypische bureaucratie van Max Weber is een grote bron van inspiratie geweest. Het is aan die tweede stroming, dat dit hoofdstuk aandacht zal besteden. Het is een vakgebied met een sterke wisselwerking tussen theorie en praktijk, dat (wellicht daardoor) een grote invloed op andere disciplines heeft gehad. Als onderscheiden traditie ontstond de organisatiesociologie, toen onderzoekers in de eerste helft van de twintigste eeuw begonnen de feitelijke werking van klassieke organisatiebeelden te observeren en te testen. Michels beargumenteerde al vroeg dat organisaties, zelfs wanneer zij democratisch opgezet waren, een neiging hebben tot oligarchieën te verworden (Michels, 1911). In navolging van Michels heeft de organisatiesociologie vanouds een fascinatie getoond voor perverse effecten, conflicterende doelen en schijnwerkelijkheden. De eerste invloedrijke organisatiestudies van de naoorlogse periode richtten zich op publieke organisaties, al verschoof later de aandacht richting bedrijfsleven. Merton wees op de mogelijkheid van bureaucratisme, een beroepsdeformatie waardoor organisatieleden meer belang gaan hechten aan middelen (bijvoorbeeld regels en budgetten) dan aan achterliggende doelen (Merton, 1949). Selznick beschreef in een bekende studie hoe een nieuw opgerichte organisatie probeerde te overleven in een vijandige omgeving door lokale machthebbers te coöpteren, hoewel ze daarmee feitelijk tegen haar oorspronkelijke doelen in ging (Selznick, 1949). Het waren met name onderzoekers van de zgn. Carnegie School, zoals Cyert, March en Simon, die de ambigue en tegenstrijdige kanten van de organisatie-

34 2 Doordringen tot de kern: een organisatiesociologisch perspectief op hybriditeit praktijk onder de aandacht brachten (o.a. Simon, 1945; March en Olsen, 1976). Veel van hun concepten zijn naar andere vakgebieden overgewaaid, bijvoorbeeld de bounded rationality en het garbage can model. In de jaren tachtig en negentig werden deze inzichten geïntegreerd in studies met een zgn. neoinstitutionele inslag, die de historische en plaatsgebonden inbedding van handelingsrationaliteiten benadrukten, als reactie op de toen populaire economische benadering (zie DiMaggio en Powell, 1991a). Er zijn invloedrijke theoretische inzichten uit voortgekomen, bijvoorbeeld met betrekking tot nietfunctionele rationaliteiten, sociale omgevingsinvloeden (bijvoorbeeld isomorfie) en de interne binding van organisaties. Zoals ik in de rest van dit hoofdstuk zal betogen kan een aantal van deze inzichten worden benut voor de studie van hybriditeit. Dat vereist echter wel een vertaalslag. In de afgelopen decennia is empirisch onderzoek in dit vakgebied voornamelijk gericht geweest op het bedrijfsleven (zie de bijdrage van Mayntz in deze bundel), waardoor de specifieke vraagstukken van publieke en semi-publieke organisaties buiten beeld zijn geraakt. Een toepassing van de theorie op hybride organisaties in de publieke dienstverlening vereist dan ook in de eerste plaats een toegespitste omschrijving van wat hybriditeit binnen deze discipline betekent. Mijn inschatting is dat de vernieuwende waarde van het concept hier kleiner is dan bijvoorbeeld in de juridische of economische wetenschap. Vanuit organisatiesociologisch perspectief moet het vooral worden beschouwd als een specifieke invulling van de eerder ontwikkelde notie van complexiteit. Deze houdt in dat voor (rationele) beslissingen over gedrag zodanig veel variabelen meespelen, dat het veel, wellicht teveel, van de beperkte capaciteit van een actor eist. De essentie van hybriditeit is de vermenging van verschillende typen elementen. Dat brengt onzekerheid met zich mee en leidt tot strategieën van onzekerheidsreductie. Maar, zoals in de inleiding al aangegeven, daarmee is het concept hybriditeit nog niet onderscheidend. Los van de vraag in hoeverre dit een opgelegde constructie is dit punt komt later aan de orde- geldt dat er in de praktijk vrijwel geen zuivere typen bestaan, en dat elk empirisch verschijnsel als een mengvorm kan worden omschreven (Brandsen e.a., 2005). Veel van deze vermengingen kunnen als complex worden ervaren. Cruciaal voor onze definitie van hybriditeit is echter, dat het gaat om de langdurige verbinding van elementen die tegenstrijdig en zelfs conflicterend zijn, of als zodanig worden ervaren. Vanuit het organisatiesociologische perspectief is vervolgens de toetssteen voor de meerwaarde van het concept hybriditeit, welke empirische implicaties het in de praktijk van organisaties heeft. Of dat zo is kan uiteraard pas na systematisch onderzoek worden beantwoord, en zover zijn we nog niet. Voordat we de vraag naar de empirische implicaties 33

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 1 Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 2 Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 3 Arie Quik Hou

Nadere informatie

Preadviezen Content.indd :55:32

Preadviezen Content.indd :55:32 Preadviezen 2016 Content.indd 1 01-11-16 13:55:32 Content.indd 2 01-11-16 13:55:32 Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Preadviezen 2016 Noodtoestand in het publiekrecht

Nadere informatie

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 41 Juridische aspecten van ketensamenwerking Naar een multidisciplinaire

Nadere informatie

De Kern van Veranderen

De Kern van Veranderen De Kern van Veranderen #DKVV De kern van veranderen marco de witte en jan jonker Alle rechten voorbehouden: niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,

Nadere informatie

Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid

Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid Mr. drs. T.H.G. Robbe model inkoopbeleid voor de (semi)overheid Berghauser Pont Publishing Postbus 14580 1001 LB Amsterdam

Nadere informatie

Gebruik ruimte. Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte

Gebruik ruimte. Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte Gebruik ruimte Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte mr. R. Sillevis Smitt Eerste druk s-gravenhage - 2018 1 e druk ISBN 978-94-6315-037-8

Nadere informatie

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

Belastingwetgeving 2015

Belastingwetgeving 2015 Belastingwetgeving 2015 Opgaven Niveau 5 MBA Peter Dekker RA Ludie van Slobbe RA Uitgeverij Educatief Ontwerp omslag: www.gerhardvisker.nl Ontwerp binnenwerk: Ebel Kuipers, Sappemeer Omslagillustratie:

Nadere informatie

Cultureel erfgoed en ruimte

Cultureel erfgoed en ruimte Cultureel erfgoed en ruimte gebieds- en ontwikkelingsgerichte erfgoedzorg in de ruimtelijke ordening Mr. J. Poelstra, Ir. A. E. de Graaf en Ir. R.J.M.M. Schram Mr. T.H.H.A. van der Schoot (eindredactie)

Nadere informatie

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 38 Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet prof. mr. J.M.

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The version of the following full text has not yet been defined or was untraceable and may differ from the publisher's version. For

Nadere informatie

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik mr. B.C. Mouthaan s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN

Nadere informatie

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 samengesteld door: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ISBN 978-90-78066-82-8 NUR 822 2013, Stichting Instituut

Nadere informatie

Oefeningen bij hoofdstuk 2

Oefeningen bij hoofdstuk 2 Schrijfgids voor economen Scripties, papers en rapporten in business, finance en management Oefeningen bij hoofdstuk 2 Susanne van Hoek-Gerritsen u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2015 Deze oefeningen

Nadere informatie

Onderzoek als project

Onderzoek als project Onderzoek als project Onderzoek als project Met MS Project Ben Baarda Jan-Willem Godding Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp omslag: Studio Frank & Lisa, Groningen Omslagillustratie:

Nadere informatie

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis s-gravenhage, 2015 Omslagfoto Het voorbereiden van renovatiewerkzaamheden

Nadere informatie

Projecthandleiding marketingcommunicatieplan

Projecthandleiding marketingcommunicatieplan Basisboek marketingcommunicatie Projecthandleiding marketingcommunicatieplan Esther de Berg (red.) Elyn Doornenbal Werner Kleiss Gabriëlle Kuiper Rutger Mackenbach bussum 2011 1/8 Deze hoort bij Basisboek

Nadere informatie

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties

Nadere informatie

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk opgaven- en werkboek Henk Fuchs GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 1e druk Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Eerste druk Noordhoff

Nadere informatie

Belastingwetgeving 2015

Belastingwetgeving 2015 Belastingwetgeving 2015 Opgaven Niveau 5 MBA Peter Dekker RA Ludie van Slobbe RA Uitgeverij Educatief Belastingwetgeving Opgaven Niveau 5 MBA Peter Dekker RA Ludie van Slobbe RA Eerste druk Uitgeverij

Nadere informatie

Stijn Sieckelinck Sanne van Buuren & Halim El Madkouri (redactie) Hoe burgers zelf de gezagscrisis aanpakken

Stijn Sieckelinck Sanne van Buuren & Halim El Madkouri (redactie) Hoe burgers zelf de gezagscrisis aanpakken Stijn Sieckelinck Sanne van Buuren & Halim El Madkouri (redactie) Hoe burgers zelf de gezagscrisis aanpakken 288 Analyse > De praktijk Ik heb geen enkel belang Kenmerken van een brugfiguur volgens Ilonka

Nadere informatie

Check je en brief

Check je  en brief Check je e-mail en brief Check je e-mail en brief Tips en checklists voor betere e-mails en brieven Eric Tiggeler TWEEDE DRUK Omslagontwerp: Textcetera, Den Haag Opmaak binnenwerk: Villa Y, Henxel Eric

Nadere informatie

De kunst van cultuurmarketing. Discussievragen en stellingen

De kunst van cultuurmarketing. Discussievragen en stellingen De kunst van cultuurmarketing Discussievragen en stellingen Ruurd Mulder Tweede, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2013 Deze discussievragen en stellingen horen bij De kunst van cultuurmarketing

Nadere informatie

PAUL POSTMA BIG DATA MARKETING SNEL - SIMPEL - SUCCESVOL

PAUL POSTMA BIG DATA MARKETING SNEL - SIMPEL - SUCCESVOL PAUL POSTMA BIG DATA MARKETING SNEL - SIMPEL - SUCCESVOL Ontwerp omslag: Bart van den Tooren Opmaak: Studio Nico Swanink Illustratie pagina 158: Gertjan Kleijne Eindredactie: Peter van der Horst ISBN 9789492196200

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie

Bedrijfsadministratie Bedrijfsadministratie Opgaven Niveau 5 MBA Peter Kuppen Frans van Luit Bedrijfsadministratie MBA Niveau 5 Opgaven Opgaven Bedrijfsadminstratie MBA Niveau 5 P. Kuppen F. van Luit Eerste druk Noordhoff

Nadere informatie

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek drs. J.P.M. van der Hoeven Vierde druk Stenfert Kroese, Groningen/Houten Wolters-Noordhoff bv voert

Nadere informatie

Boekhouden geboekstaafd

Boekhouden geboekstaafd Boekhouden geboekstaafd Drs. H. Fuchs S.J.M. van Vlimmeren OPGAVEN Zevende druk Boekhouden geboekstaafd 2 Opgaven Boekhouden geboekstaafd 2 Opgaven Drs. H. Fuchs S. J. M. van Vlimmeren Zevende druk Noordhoff

Nadere informatie

De basis van het Boekhouden

De basis van het Boekhouden De basis van het Boekhouden Werkboek Niveau 3 BKB/elementair boekhouden Hans Dijkink de basis van het boekhouden Niveau 3 BKB/elementair boekhouden Werkboek Hans Dijkink Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Nadere informatie

Een onderzoekende houding

Een onderzoekende houding Een onderzoekende houding Werken aan professionele ontwikkeling Zelfscan onderzoekende houding Maaike van den Herik en Arnout Schuitema bussum 2016 Deze zelfscan hoort bij Een onderzoekende houding. van

Nadere informatie

Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden. Het wetsvoorstel Wabo

Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden. Het wetsvoorstel Wabo Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden Het wetsvoorstel Wabo Stichting Instituut voor Bouwrecht s-gravenhage 2007 ISBN: 978-90-78066-11-8 NUR 823 2007, F.C.M.A.

Nadere informatie

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek Niveau 4 PDB Mariëlle de Kock elementaire praktijk van de financiering Niveau 4 PDB Werkboek Mariëlle de Kock Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp

Nadere informatie

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Cretien van Campen m.m.v. Maaike

Nadere informatie

4.4 Methode Bevindingen Conclusie 70 Literatuur 72

4.4 Methode Bevindingen Conclusie 70 Literatuur 72 Inhoud Voorwoord 5 1 Publiek-Private Samenwerking: krachten bundelen of met het publieke belang aan de haal? 13 Maurits Sanders 1.1 Inleiding 13 1.2 Vooruitwijzing 15 Literatuur 16 2 Publiek-Private Samenwerking:

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie MBA

Bedrijfsadministratie MBA Bedrijfsadministratie MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN Tweede druk Bedrijfsadministratie MBA Uitwerkingen Bedrijfsadministratie MBA Uitwerkingen Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Tweede

Nadere informatie

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk UAV 2012 Toegelicht Handleiding voor de praktijk prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Eerste druk s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN 978-90-78066-67-5 NUR 822 2013, Stichting Instituut voor Bouwrecht, s-gravenhage

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012 WIJZIGINGSBLAD A2 Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 Publicatiedatum : 1 april 2012 Ingangsdatum : 1 april 2012 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING VOORWOORD A2:2012/BMI 2002 Pagina 2/5 Dit wijzigingsblad

Nadere informatie

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING uitwerkingen Henk Fuchs GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 1e druk Geconsolideerde jaarrekening Uitwerkingen opgaven Geconsolideerde jaarrekening Uitwerkingen opgaven Henk Fuchs Eerste druk Noordhoff Uitgevers

Nadere informatie

Antwoorden op de meerkeuzevragen

Antwoorden op de meerkeuzevragen Antwoorden op de meerkeuzevragen bij Dit is marketing! Loek ten Berge Johan van Kooten met medewerking van Esther de Berg Tweede, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012 Deze antwoorden

Nadere informatie

Essenties voor samenwerking in wonen en zorg

Essenties voor samenwerking in wonen en zorg Essenties voor samenwerking in wonen en zorg Essenties voor samenwerking in wonen en zorg Realiseer meer en beter woonzorgvastgoed H. K. van den Beld D. van Zalk 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Beroepsonderwijs tussen publiek en privaat: Een studie naar opvattingen en gedrag van docenten en middenmanagers in bekostigde en niet-bekostigde onderwijsinstellingen

Nadere informatie

Aanvullen of aanvallen?

Aanvullen of aanvallen? Aanvullen of aanvallen? M E T H O D I S C H W E R K E N Methodisch werken is het kenmerk bij uitstek van de professionele beroepsbeoefenaar, dat wil zeggen: doelgericht, planmatig, systematisch gebruikmaken

Nadere informatie

ABC voor Raadsleden INKIJKEXEMPLAAR

ABC voor Raadsleden INKIJKEXEMPLAAR ABC voor Raadsleden ABC voor Raadsleden Termen, woorden en uitdrukkingen in en om de raadzaal toegelicht en verduidelijkt mr. O. Schuwer abc voor raadsleden Berghauser Pont Publishing Postbus 14580 1001

Nadere informatie

Externe veiligheid en Ruimte

Externe veiligheid en Ruimte Het beheersen van risico s van activiteiten met gevaarlijke stoffen in het ruimtelijk spoor Het beheersen van risico s van activiteiten met gevaarlijke stoffen in het ruimtelijk spoor mr. E. Broeren Berghauser

Nadere informatie

Professional performance van artsen

Professional performance van artsen Professional performance van artsen Professional performance van artsen Tussen tijd en technologie Kiki Lombarts 2010 Uitgevers, Rotterdam 2014 Redactie: Janneke Wolters, Amsterdam Vormgeving omslag:

Nadere informatie

Als alles op de schop gaat

Als alles op de schop gaat 1 Als alles op de schop gaat als alles op de schop gaat Bert Kok Alexandra Jacobs Willy Nijhof Bart Paumen Monique Verharen (red.) Een onderwijsbiografie over een integraal veranderingsproces Bohn Stafleu

Nadere informatie

Hybride organisaties: een overzicht van het onderzoek in de Nederlandse Bestuurskunde

Hybride organisaties: een overzicht van het onderzoek in de Nederlandse Bestuurskunde Onder redactie van prof. mr. dr. H.D. Stout (TU Delft) Hybride organisaties: een overzicht van het onderzoek in de Nederlandse Bestuurskunde taco brandsen & philip marcel karré Dr. T. Brandsen is universitair

Nadere informatie

Grondexploitatiewet. vraag & antwoord

Grondexploitatiewet. vraag & antwoord Grondexploitatiewet vraag & antwoord Grondexploitatiewet vraag & antwoord drs. P.C. van Arnhem J.W. Santing Msc RE MRICS mr. G.I. Sheer Mahomed GRONDEXPLOITATIEWET - VRAAG & ANTWOORD Berghauser Pont Publishing

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam Copyright SBR, Rotterdam Colofon Auteur: prof. ir. E. Gerretsen, TNO-TPD Vormgeving: RePro Slotboom, Breda Druk: W.D. Meinema B.V., Delft Copyright SBR, Rotterdam til stichting bouwresearch Geluidwering

Nadere informatie

Leerdoelen. Conferencemanagement. Congres- en vergaderorganisatie in theorie en praktijk. John E. Moreu. u i t g e v e r ij c o u t i n h o

Leerdoelen. Conferencemanagement. Congres- en vergaderorganisatie in theorie en praktijk. John E. Moreu. u i t g e v e r ij c o u t i n h o Conferencemanagement Congres- en vergaderorganisatie in theorie en praktijk Leerdoelen John E. Moreu u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2010 Deze leerdoelen horen bij de derde, herziene uitgave

Nadere informatie

Nectar 4e editie biologie vmbo-basis deel 3B leerwerkboek

Nectar 4e editie biologie vmbo-basis deel 3B leerwerkboek Nectar 4e editie biologie vmbo-basis deel 3B leerwerkboek Serie-overzicht klas 1 + 2 nectar onderbouw klas 3 3 basis 3 kader 3 gt havo / vwo 2 3 klas 4 4 basis 4 kader 4 gt havo / vwo tweede fase 0 / 17

Nadere informatie

Boekhouden geboekstaafd

Boekhouden geboekstaafd Boekhouden geboekstaafd Drs. H. Fuchs S.J.M. van Vlimmeren OPGAVEN Achtste druk Boekhouden geboekstaafd 2 Opgaven Boekhouden geboekstaafd 2 Opgaven Drs. H. Fuchs S. J. M. van Vlimmeren Achtste druk Noordhoff

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010 WIJZIGINGSBLAD A2 Nationale Beoordelingsrichtlijn BORG 2005 versie 2 Procescertificaat voor het ontwerp, de installatie en het onderhoud van inbraakbeveiliging BORG 2005 versie 2 / A2 Publicatiedatum :

Nadere informatie

Toetsvragen bij domein 6 Stellen

Toetsvragen bij domein 6 Stellen bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 6 Stellen Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli Schaufeli

Nadere informatie

12 merken, 13 ongelukken

12 merken, 13 ongelukken 12 merken, 13 ongelukken Karel Jan Alsem & Robbert Klein Koerkamp Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp omslag: G2K Designers, Groningen/Amsterdam Aan de totstandkoming van deze uitgave

Nadere informatie

Bestuursrecht, en internet Bestuursrechtelijke normen voor elektronische overheidscommunicatie

Bestuursrecht,  en internet Bestuursrechtelijke normen voor elektronische overheidscommunicatie Bestuursrecht, e-mail en internet Bestuursrechtelijke normen voor elektronische overheidscommunicatie 2011 A.M. Klingenberg/ Boom Juridische uitgevers Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912

Nadere informatie

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk Blommaert Blommaert & Bedrijfseconomische Analyses Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief OPGAVEN Zevende druk Bedrijfseconomische Analyses Opgaven en uitwerkingen Bedrijfseconomische Analyses

Nadere informatie

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M.

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M. Serie: Elementaire theorie accountantscontrole Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M. Majoor RA Auteurs Drs. B.A. Heikoop-Geurts RA M.J.Th. Mooijekind RA Drs. H.L. Verkleij

Nadere informatie

Leidraad inbrengwaarde

Leidraad inbrengwaarde Leidraad inbrengwaarde Leidraad inbrengwaarde drs. ing. F.H. de Bruijne RT ir. ing. T.A. te Winkel RT ISBN: 978-90-78066-47-7 NUR 820-823 2010, Instituut voor Bouwrecht Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) : Peeters-Podgaevskaja, A.V. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) : Peeters-Podgaevskaja, A.V. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) : Peeters-Podgaevskaja, A.V. Link to publication Citation for published version (APA): Peeters-Podgaevskaja, A. V. (2008). : Amsterdam: Pegasus General rights It

Nadere informatie

Basisstudie in het boekhouden

Basisstudie in het boekhouden OPGAVEN Basisstudie in het boekhouden M.H.A.F. van Summeren, P. Kuppen, E. Rijswijk Zevende druk Basisstudie in het boekhouden Opgavenboek Opgavenboek Basisstudie in het boekhouden M.H.A.F. van Summeren

Nadere informatie

Praktische toelichting op de UAV 2012

Praktische toelichting op de UAV 2012 Praktische toelichting op de UAV 2012 Praktische toelichting op de UAV 2012 prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Eerste druk s-gravenhage - 2012 1 e druk ISBN 978-90-78066-56-9 NUR 822 2012, Stichting Instituut

Nadere informatie

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen 1 De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen In het publieke domein worden allerlei nieuwe technieken gebruikt: ambtenaren gebruiken Twitter, games, webplatformen en monitoringtools om de

Nadere informatie

Woord vooraf. Zoetermeer, augustus 2005

Woord vooraf. Zoetermeer, augustus 2005 i Woord vooraf Op basis van het aantal in omloop gebrachte varianten in fittersboekjes kan verondersteld worden, dat aan dergelijke boekjes een grote behoefte bestaat. Een aantal bij de VOMI, Branchevereniging

Nadere informatie

Nectar 4e editie biologie vmbo-kader deel 4 leerboek

Nectar 4e editie biologie vmbo-kader deel 4 leerboek Nectar 4e editie biologie vmbo-kader deel 4 leerboek Serie-overzicht klas 1 + 2 nectar onderbouw klas 3 3 basis 3 kader 3 gt havo / vwo 2 3 klas 4 4 basis 4 kader 4 gt havo / vwo tweede fase 0 / 17 2017

Nadere informatie

De aansprakelijkheidsverzekering

De aansprakelijkheidsverzekering De aansprakelijkheidsverzekering Dit boek is het achtste deel van een boekenreeks van Uitgeverij Paris: de ACIS-serie. ACIS staat voor het UvA Amsterdam Centre for Insurance Studies. Dit multidisciplinaire

Nadere informatie

Publieke waarde creëren. Daniël van Geest en Peter Teesink

Publieke waarde creëren. Daniël van Geest en Peter Teesink Publieke waarde creëren Daniël van Geest en Peter Teesink Een kortere versie van onderstaand artikel verscheen eerder in het magazine Vensters Open 2. Het is geschreven door Peter Teesink, gemeentesecretaris

Nadere informatie

Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing

Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli

Nadere informatie

Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn

Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn Communiceren met ziel en zakelijkheid Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn Copyright: Uitgeverij Boom Nelissen, Amsterdam & Silvia Blankestijn, 2012 Omslag: Bart van den Tooren, Bureau

Nadere informatie

Boekhouden geboekstaafd Opgaven

Boekhouden geboekstaafd Opgaven Boekhouden geboekstaafd Wim Broerse, Derk Jan Heslinga, Wim Schauten 13 e druk Boekhouden geboekstaafd 1 Drs. W.J. Broerse Drs. D.J.J. Heslinga Drs. W.M.J. Schauten Dertiende druk Noordhoff Uitgevers

Nadere informatie

Wet toelating zorginstellingen

Wet toelating zorginstellingen Wet toelating zorginstellingen Wet toelating zorginstellingen Tweede, herziene druk Mr. dr. J.J.M Linders Gezondheidswetgeving in de praktijk Redactie: Mr. R.N. van Donk Mr. dr. H.E.G.M. Hermans Mr. dr.

Nadere informatie

Cursus. Kindvolgsysteem, begeleidingsplannen

Cursus. Kindvolgsysteem, begeleidingsplannen Cursus, begeleidingsplannen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Margriet van der Wielen Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel:, begeleidingsplannen

Nadere informatie

Leerboek verpleegkunde maatschappij en gezondheid

Leerboek verpleegkunde maatschappij en gezondheid Leerboek verpleegkunde maatschappij en gezondheid Verpleegkundig redeneren en CanMEDS-rollen in de eerste lijn Henk Rosendal Reed Business Education, Amsterdam Reed Business, Amsterdam 2015 Omslagontwerp

Nadere informatie

Bedrijfseconomie. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN. Tweede druk

Bedrijfseconomie. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN. Tweede druk Bedrijfseconomie Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN Tweede druk Bedrijfseconomie Uitwerkingen Bedrijfseconomie Uitwerkingen Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Tweede druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie MBA

Bedrijfsadministratie MBA Bedrijfsadministratie MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK Tweede druk Bedrijfsadministratie MBA Opgaven- en werkboek Bedrijfsadministratie MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Tweede

Nadere informatie

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)

Nadere informatie

Thuisloosheid bij jongeren en volwassenen

Thuisloosheid bij jongeren en volwassenen Thuisloosheid bij jongeren en volwassenen Werken in sph Redactie: Marijke van Bommel Maria van Deutekom Britt Fontaine Marja Magnée Alfons Ravelli Thuisloosheid bij jongeren en volwassenen Auteurs: Marc

Nadere informatie

! "# $%&'( ')%'**+%,%!- . / - 1&# 2-134, 5) ! </9:;)*;:*'6+ 7# / =0 >/0? 0#

! # $%&'( ')%'**+%,%!- . / - 1&# 2-134, 5) ! </9:;)*;:*'6+ 7# / =0 >/0? 0# ! " $%&'( ')%'**+%,%!-. / 00 - & 2-34, 5) '(67!8!-!/9:;)*;:*'6+''!

Nadere informatie

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Vakbekwaamheid en ervaring

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Vakbekwaamheid en ervaring INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Publicatiedatum : 1 augustus 2014 Ingangsdatum : 1 augustus 2014 VOORWOORD Pagina 2/7 De Vereniging van Inspectie-instellingen voor Veiligheid en Brandveiligheid (VIVB)

Nadere informatie

Handleiding bij Beter beginnen

Handleiding bij Beter beginnen Handleiding bij Beter beginnen Handleiding bij Beter beginnen Trudy Mooren en Maartje Schoorl Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 Ó 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle

Nadere informatie

Leercoaching in het hbo. Leercoach

Leercoaching in het hbo. Leercoach Leercoaching in het hbo Leercoach Leercoaching in het hbo Een kapstok om studenten uit te dagen zelf de regie te nemen Jette van der Hoeven 2e druk Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu

Nadere informatie

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN. Tweede druk

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN. Tweede druk Fiscale Jaarrekening Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN Tweede druk Fiscale jaarrekening Uitwerkingen opgaven Fiscale jaarrekening Uitwerkingen opgaven Henk Fuchs Yvonne van de Voort Tweede

Nadere informatie

Inleiding 7. 1 Een nieuwe praktijk: van regeltoepassing naar casusbeslissingen 11

Inleiding 7. 1 Een nieuwe praktijk: van regeltoepassing naar casusbeslissingen 11 Inhoudsopgave Inleiding 7 1 Een nieuwe praktijk: van regeltoepassing naar casusbeslissingen 11 2 Een nieuwe theorie: van bureaucratie naar casusorganisatie 25 2.1 Het bureaucratische principe 25 2.2 Webers

Nadere informatie

Toetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid

Toetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje

Nadere informatie

12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp

12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp 12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp Eerste druk 12 merken, 13 ongelukken 12 merken, 13 ongelukken Karel Jan Alsem & Robbert Klein Koerkamp Eerste druk Noordhoff Uitgevers

Nadere informatie

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk Jaarrekening Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK Tweede druk Jaarrekening Opgaven- en werkboek Jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Tweede druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Opmaak binnenwerk:

Nadere informatie

Organisatievragen rond de brede school en de combinatiefunctionaris Nationale Kennisdag Combinatiefunctionaris 2011

Organisatievragen rond de brede school en de combinatiefunctionaris Nationale Kennisdag Combinatiefunctionaris 2011 Sectie bestuurs- & politieke wetenschappen Organisatievragen rond de brede school en de combinatiefunctionaris Nationale Kennisdag Combinatiefunctionaris 2011 Dr. Marlies Honingh contact: m.honingh@fm.ru.nl

Nadere informatie

Bijlagen bij het ecologisch krachtenveld

Bijlagen bij het ecologisch krachtenveld Professioneel pedagogisch handelen Omgaan met probleemgedrag in opvoedingssituaties Bijlagen bij het ecologisch krachtenveld Gerbert Sipman u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2014 Deze bijlagen horen

Nadere informatie

Cursus. Groepsdynamica en leiderschapsstijlen

Cursus. Groepsdynamica en leiderschapsstijlen Cursus Groepsdynamica en leiderschapsstijlen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Bertine Pruim Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Groepsdynamica

Nadere informatie

Praktisch Verbintenissenrecht

Praktisch Verbintenissenrecht Praktisch Verbintenissenrecht Mr. dr. C. Phillips 2 e druk Toegang tot online studiehulp Als koper van dit e-book kun je een unieke code aanmaken die toegang geeft tot de website bij het e-book. 1. Ga

Nadere informatie

Lodewijk het lieve beestje

Lodewijk het lieve beestje Lodewijk het lieve beestje Uitgeverij, training en diensten Colofon Uitgeverij: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Redactie: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Vormgeving: Force digitale producties Illustraties:

Nadere informatie

Supervisie in onderwijs en ontwikkeling

Supervisie in onderwijs en ontwikkeling Supervisie in onderwijs en ontwikkeling Supervisie in onderwijs en ontwikkeling Delen en helen Onder redactie van: Sijtze de Roos Auteurs: Heleen Bakker Hans Borst Corine Havelaar-Bakker Sijtze de Roos

Nadere informatie

In gesprek met de palliatieve patiënt

In gesprek met de palliatieve patiënt In gesprek met de palliatieve patiënt In gesprek met de palliatieve patiënt Anne-Mei The Cilia Linssen Bohn Stafleu van Loghum Houten ª 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle

Nadere informatie