Kosten en baten van reïntegratiediensten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kosten en baten van reïntegratiediensten"

Transcriptie

1 Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam Kosten en baten van reïntegratiediensten Inge Groot Lucy Kok Carl Koopmans Onderzoek in opdracht van Stichting Instituut Gak Amsterdam, mei 2003

2 "Het doel der Stichting is het verrichten van economische onderzoekingen, zowel op het terrein der sociale economie als op dat der bedrijfseconomie, ten dienste van wetenschap en onderwijs, mede ten nutte van overheid en bedrijfsleven" (art. 2 der stichtingsakte) SEO-rapport nr. 677 ISBN Copyright 2003 SEO Amsterdam. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting voor Economisch Onderzoek te Amsterdam.

3

4 Inhoud Conclusies...i Samenvatting...iii 1 Inleiding Wat is een reïntegratiedienst? Waarderingsmethoden Reikwijdte Inventarisatie Operationalisatie Netto-effectiviteit Methode Ervaringen met netto-effectiviteitstudies Periode Diversiteit reïntegratietrajecten Effecten voor de cliënt Effecten voor de uitvoerders / rijksoverheid Effecten voor werkgevers Effecten voor reïntegratiebureaus Overige maatschappelijke effecten Discontovoet Getallenvoorbeeld...31 Reïntegratie van 100 abw-ers: de input...31 Reïntegratie van 100 abw-ers: de maatschappelijke kosten en baten Dataverzameling Tot slot...41 Referenties...43 Bijlage 1 Deelnemers aan de discussies...47

5

6 i Conclusies Om na te gaan of de 1,2 miljard euro die Nederland uitgeeft aan reïntegratie van werklozen nuttig worden besteed moeten de kosten en baten van dit beleid vanuit een maatschappelijk perspectief worden berekend. Dit betekent dat alle betrokkenen worden bekeken: de te reïntegreren cliënt, de werkgever bij wie de cliënt gaat werken, het reïntegratiebureau dat de cliënt reïntegreert, de uitvoeringsinstantie, het Rijk en de rest van de maatschappij. Op deze wijze is een integrale afweging mogelijk. Bovendien wordt zichtbaar welke partijen de meeste baat bij reïntegratie hebben. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen effecten die de welvaart vergroten en effecten die leiden tot herverdeling binnen Nederland. Bij herverdeling gaan sommigen erop vooruit ten koste van anderen, maar verandert de totale welvaart niet. Een voorbeeld is een uitkering: premiebetalers geven (onvrijwillig) een deel van hun middelen aan mensen die een uitkering ontvangen. Een besparing op uitkeringslasten is derhalve geen welvaartsvergrotend effect van reïntegratie, maar een vorm van herverdeling. Het welvaartsvergrotende effect van reïntegratie bestaat uit de extra productie die door de gereïntegreerde wordt gerealiseerd. Bij het uitvoeren van een kosten-batenanalyse is de netto-effectiviteit één van de belangrijkste ingrediënten. Niet alle gereïntegreerden moeten worden meegeteld: het is immers mogelijk dat de uitkeringsgerechtigde ook zonder reïntegratie een baan zou hebben gevonden. Nader onderzoek waarin (voormalig) uitkeringsgerechtigden langdurig worden gevolgd is gewenst. Koppeling van de UWV-administraties van verzekerden en uitkeringsgerechtigden is een eerste stap. Een positieve netto-effectiviteit hoeft niet te betekenen dat de baten van reïntegratie groter zijn dan de kosten. Het is goed mogelijk dat er bijvoorbeeld verdringing optreedt: de gereïntegreerde komt aan het werk ten koste van iemand anders. Er is dan geen sprake van een toename van de Nederlandse productie. Reïntegratie leidt tot een breed scala van kosten en baten. Voorbeelden van belangrijke kosten zijn de inzet van begeleiders en administratief personeel, de kosten van het reïntegratietraject en de kosten van reizen naar het werk. Belangrijke baten zijn bijvoorbeeld de toename van de productie, minder administratieve lasten voor uitkeringen en waarschijnlijk een toename van het levensgeluk van de cliënt.

7

8 iii Samenvatting Op de markt voor reïntegratiediensten werd in ,2 miljard euro uitgegeven. Onderzoek naar de netto effectiviteit toont aan dat de inzet van reïntegratie, zoals scholing of een sollicitatietraining, de kans op een baan nauwelijks vergroot. Is deze 1,2 miljard euro geen weggegooid geld? Wegen de baten van deze investeringen op tegen de kosten? Bij infrastructuurprojecten is het gebruikelijk om een kosten-batenanalyse te maken van een investering en op basis daarvan te beslissen of de investering wordt gedaan. Voor investeringen in reïntegratiediensten is deze afweging nooit expliciet gemaakt. Een expliciete kosten-batenanalyse van deze investeringen kan echter wel degelijk meerwaarde hebben. Kosten-batenanalyse van reïntegratietrajecten kan bij een gegeven budget de keuze tussen trajecten vergemakkelijken. Ook kan door duidelijk te maken waar de kosten en de baten neerslaan begrijpelijk worden gemaakt waarom reïntegratie niet altijd van de grond komt en hoe dit verholpen kan worden. Tot slot kan kosten-batenanalyse worden gebruikt om het macrobudget beter te onderbouwen. Kosten-batenanalyses zijn tot nu toe niet van de grond gekomen omdat zowel de methodiek als de data ontbreken. Doel van dit onderzoek is om een methodiek te ontwikkelen en een overzicht te maken van de data die nodig zijn om de kosten en baten te berekenen. Belanghebbenden en experts hebben zeer actief meegedacht bij de ontwikkeling van deze methodiek. Het rapport is echter volledig onder verantwoordelijkheid van de onderzoekers geschreven. De effectiviteit van een reïntegratietraject hangt af van de persoon voor wie dit traject wordt ingezet: een persoon met zeer goede arbeidsmarktperspectieven heeft waarschijnlijk minder behoefte aan een reïntegratietraject dan een langdurig werkloze. Het saldo van kosten en baten kan voor reïntegratietraject A positief zijn, terwijl dit voor reïntegratietraject B niet zo is. Bovendien kan het saldo van kosten en baten voor reïntegratietraject A positief zijn voor persoon C en negatief zijn voor persoon D. Er moet rekening worden gehouden met de diversiteit van reïntegratiediensten. Het is daarom aan te raden om niet één kostenbatenanalyse uit te voeren, maar ieder product en/of doelgroep afzonderlijk te bekijken (voor zover de beschikbare gegevens het toelaten). De kosten-batenanalyse wordt, conform figuur S 1, uitgevoerd in drie stappen.

9 iv Samenvatting Figuur S 1 Stappenplan voor kosten-batenonderzoek Reikwijdte - perspectief - tijdshorizon Inventarisatie bepaal kosten- en batenposten Operationalisatie - identificatie eenheden - volumemeting - waarderingsmethoden Bron: Oostenbrink, Koopmanschap en Rutten (2000). Reikwijdte De kosten-batenanalyse wordt uitgevoerd vanuit het maatschappelijk perspectief, dus de kosten en baten van alle actoren worden meegenomen. Bij het uitvoeren van een kostenbatenanalyse vanuit een maatschappelijk perspectief worden alle relevante voor- en nadelen van het reïntegratietraject voor alle partijen meegenomen. Leidt reïntegratie bijvoorbeeld tot verdringing, waardoor anderen langer afhankelijk zijn van een uitkering? Welke effecten heeft reïntegratie op de arbeidsmarkt? Hoeveel gaat de individuele cliënt erop vooruit dankzij reïntegratie? Het verdient de aanbeveling om per actor (bv. de cliënt, de uitvoerder, het reïntegratiebedrijf) weer te geven wat de voor- en nadelen van reïntegratie voor de betreffende actor zijn. Op deze wijze wordt het inzichtelijk welke actoren baat hebben bij reïntegratie en welke niet. Het bepalen van de tijdshorizon (hoeveel jaar worden kosten en baten meegenomen) vergt nader onderzoek. Inventarisatie In tabel S 1 zijn de kosten en baten van reïntegratie samengevat. Opgemerkt moet worden dat sommige kosten voor de één baten voor de ander zijn. Kijk bijvoorbeeld naar het inkomen dat een individu gaat verdienen: dit is een baat voor de cliënt, maar een kostenpost voor de werkgever. Dit geldt ook voor de eventuele besparing op de uitkeringslasten. In de eindafrekening vallen deze kosten en baten tegen elkaar weg. Deze zogenaamde herverdeeleffecten zijn schuin gedrukt.

10 Samenvatting v Tabel S 1 Cliënt Werkgever Reïntegratiebureau UWV, gemeente, rijksoverheid Overige maatschappij Kosten en baten van reïntegratiediensten Geprijsde effecten Effecten Niet-geprijsde effecten Baten (+) en kosten (-) Baten (+) en kosten (-) + loon - werkgerelateerde kosten (reizen, kleding) - verlies uitkering + toename productie - loon + kosten reïntegratietraject - kosten reïntegratiebureau (loon, materiaal, kapitaal en overige kosten) + minder uitkeringslasten + daling adm. lasten van uitkeringen - kosten reïntegratietraject - adm. lasten i.v.m. reïntegratie - subsidies voor werkgerelateerde kosten (bv. kinderopvang) + verminderde verstoring belasting- en premieheffing - verdringing op de arbeidsmarkt + toename levensgeluk cliënt - verlies vrije tijd + kennis spill-overs + minder uitgaven gezondheidszorg + beter perspectief kinderen uitkeringsgerechtigden + vermindering criminaliteit + verbetering sociale cohesie buurten Totaal + toename productie + daling adm. lasten van uitkeringen + verminderde verstoring belasting- en premieheffing - totale werkgerelateerde kosten (reizen, kleding, kinderopvang) - adm. lasten i.v.m. reïntegratie - kosten reïntegratiebureau - verdringing op de arbeidsmarkt + toename levensgeluk cliënt + kennis spill-overs + minder uitgaven gezondheidszorg + beter perspectief kinderen uitkeringsgerechtigden + vermindering criminaliteit + verbetering sociale cohesie buurten - verlies vrije tijd Operationalisatie Het bepalen van de kosten en batenposten begint doorgaans op microniveau. De baten worden pas behaald als een cliënt succesvol is gereïntegreerd. Daarbij moet rekening worden gehouden met het zogenaamde deadweight loss waarmee reïntegratie gepaard kan gaan: het is mogelijk dat reïntegratie niet nodig was om de uitkeringsgerechtigde aan een baan te helpen.

11 vi Samenvatting Kortom, de netto-effectiviteit van reïntegratie moet worden bepaald. Na het bepalen van de netto-effectiviteit kunnen de posten zoals genoemd in tabel S 1 worden geoperationaliseerd. Een aantal posten kan niet worden geoperationaliseerd (zoals de gevolgen van de toegenomen sociale cohesie). Wij stellen daarom voor om deze post als een pm-post mee te nemen. Van pm-posten kan wel vaak het teken worden bepaald, in dit geval positief. Dit kan al voldoende zijn om te bepalen of het saldo positief of negatief is. Zo niet, dan is het aan de politiek om af te wegen in hoeverre de pm-posten opwegen tegenover het saldo van kostenen baten. In tabel 6 in de hoofdtekst is aangegeven hoe de diverse posten kunnen worden berekend.

12 1 1 Inleiding De overheid heeft miljarden geïnvesteerd in het arbeidsmarktbeleid. 1 De vraag die bij velen leeft is of dit geld wel goed wordt besteed. In het ESB-artikel Hoe arbeidsmarktbeleid te waarderen? doen Pierre Koning, Coen Teulings en Gerard van den Berg suggesties hoe arbeidsmarktbeleid gewaardeerd zou moeten worden. 2 Zij introduceren een beslisregel die beleidsmakers kan helpen bij het maken van een kosten-batenafweging bij het arbeidsmarktbeleid. Een scholingsmaatregel voor een werkloze rendeert als de besparing in de gemiddelde verdisconteerde uitkeringslast groter is dan de kosten van de scholing. Netto-effectiviteitsonderzoek toont aan dat de inzet van reïntegratie, zoals scholing of een sollicitatietraining, de kans op een baan nauwelijks vergroot. 3 Op de markt voor reïntegratiediensten worden echter honderden miljoenen euro s uitgeven. 4 Is dit geld goed besteed? Wegen de baten van deze investering op tegen de kosten? Kunnen soortgelijke beslisregels worden geconstrueerd voor reïntegratiediensten? Dit zijn vragen die nog niet zijn beantwoord. Bij infrastructuurprojecten is het gebruikelijk om een kosten-batenanalyse te maken van een investering en op basis daarvan te beslissen of de investering wordt gedaan. Voor investeringen in reïntegratiediensten is deze afweging nooit expliciet gemaakt. Een expliciete kosten-batenanalyse van deze investeringen heeft echter wel degelijk meerwaarde. Kosten-batenanalyse van reïntegratietrajecten kan bij een gegeven budget de keuze tussen trajecten vergemakkelijken. Ook kan door duidelijk te maken waar de kosten en de baten neerslaan begrijpelijk worden gemaakt waarom reïntegratie niet altijd van de grond komt en hoe dit verholpen kan worden. Tot slot kan kosten-batenanalyse worden gebruikt om het macrobudget beter te onderbouwen. Kosten-batenanalyses zijn tot nu toe niet van de grond gekomen omdat zowel de methodiek als de data ontbreken. Doel van dit onderzoek is om de methodiek te ontwikkelen en een overzicht te maken van de data die nodig zijn om de kosten en baten te berekenen. Met behulp van deze methodiek en de benodigde data kunnen in de toekomst kosten en baten van reïntegratie worden bepaald. Belanghebbenden en experts hebben zeer actief meegedacht met de ontwikkeling van deze methodiek. Wij willen hen daarvoor hartelijk 1 Van Seters, Kok en Groot (2002). 2 Koning, Teulings en van den Berg (2002). 3 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2001). 4 Van Seters, Kok en Groot (2002).

13 2 Hoofdstuk 1 danken. In bijlage 1 zijn de participanten aan de groepsdiscussie genoemd. Het rapport is echter volledig onder verantwoordelijk van de onderzoekers geschreven. Voorafgaand aan het ontwikkelen van de methodiek voor het bepalen van de kosten en baten van reïntegratie kan de vraag worden gesteld of overheidsingrijpen überhaupt gerechtvaardigd is op deze markt. In de economische literatuur worden drie redenen genoemd waarom een overheid ingrijpt op een markt. Ten eerste kan de overheid streven naar herverdeling van inkomen. De uitkomst die de markt genereert hoeft niet altijd de uitkomst te zijn die de overheid (of breder: de maatschappij) wenselijk vindt. Het socialezekerheidsstelsel is een voorbeeld van overheidsingrijpen vanwege het herverdelingsmotief. Ten tweede kan de overheid consumptie van bepaalde goederen bevorderen waarvan ze denkt dat het goed is als de consumptie van dergelijke goederen wordt vergroot (zogenaamde merit goods). Denk bijvoorbeeld aan cultuur of veiligheidsgordels in de auto. Ten derde kan een overheid ingrijpen op een markt als de markt niet goed functioneert. Op een goed functionerende markt zorgt het prijsmechanisme voor afstemming tussen vraag en aanbod. De aangeboden producten stemmen qua hoeveelheid, prijs en kwaliteit overeen met de behoefte van de consumenten. Een goed functionerende markt stimuleert economische efficiëntie en technologische vernieuwing. Er moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan wil er sprake zijn van een goed functionerende markt. Anders is er sprake van marktfalen. De volgende vormen van falen kunnen de markt verstoren: 5 1. free rider gedrag bij een publiek goed; 2. externe effecten; 3. informatie-asymmetrie; 4. onvoldoende concurrentie. Op de markt voor reïntegratiediensten wordt overheidsingrijpen vooral gerechtvaardigd doordat reïntegratie van een uitkeringsgerechtigde gepaard gaat met positieve externe effecten: hoe minder uitkeringsgerechtigden, des te lager kunnen de belastingen en sociale premies zijn en hoe hoger de arbeidsparticipatie, des te lager de belastingen en premies zijn. Daarnaast gaat reïntegratie ook gepaard met externe effecten in sociale zin (minder sociale uitsluiting ed.). De overheid grijpt in door zelf gratis reïntegratiediensten aan te bieden (via gemeenten en het UWV). In dit onderzoeksverslag wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de vraag wat een reïntegratiedienst is. In hoofdstuk 3 worden de diverse methoden besproken die bestaan om de doelmatigheid van een product te kunnen meten: kosten-minimaliseringsanalyse, kosten- 5 Zie willekeurig welke inleiding in de micro-economie, bijvoorbeeld Stiglitz (1988).

14 Inleiding 3 effectiviteitsanalyse en kosten-batenanalyse. Bovendien wordt in dit hoofdstuk een eerste opzet geven voor een methodiek om de kosten en baten van een reïntegratietraject te bepalen. In hoofdstukken 4, 5 en 6 wordt deze opzet uitgewerkt. Hoofdstuk 7 geeft een getallenvoorbeeld. Hoofdstuk 8 gaat in op de dataverzameling die nodig is om een kostenbatenanalyse conform de ontwikkelde methodiek uit te voeren. Hoofdstuk 9 bevat enige slotopmerkingen.

15

16 5 2 Wat is een reïntegratiedienst? Voor het bepalen van de kosten en baten van reïntegratiediensten zal eerst antwoord gegeven moeten worden op de vraag wat zijn reïntegratiediensten? Om een beeld te geven van het grote scala aan diensten dat wordt aangeboden op de markt voor reïntegratiediensten zijn in Tabel 1 de belangrijkste vormen van reïntegratie samengevat. Tabel 1 Reïntegratiediensten Soort diensten Sociale activering/motivering en oriëntatie Her/om/bijscholing Arbeidsbemiddeling/(her)plaatsing Medische hulpverlening Regie Bron: van Seters (2001). Voorbeelden Training sociale vaardigheden Training weerbaarheid Leer/werktraject Beroepsgerichte scholing Beroepskeuzetest Sollicitatietraining Vacaturebemiddeling. Wachtlijstbemiddeling Rugtraining Werkplekaanpassingen Trajectbewaking Kwaliteitsbewaking Case-management De methodiek die wij hebben ontwikkeld richt zich op reïntegratie van inactieven. Reïntegratie-instrumenten worden vaak gefinancierd uit collectieve middelen: de REAbudgetten, het scholings- en activeringsbudget en reïntegratiebudgetten voor WW-ers (bijvoorbeeld de Veegwetbudgetten). Reïntegratie wordt als volgt gedefinieerd: Reïntegratie is een interventie die leidt tot een optimale arbeidsinpassing (naar gesubsidieerde of reguliere arbeid) voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Reïntegratie verkleint de mismatch tussen vraag en aanbod van arbeid door het aanbod te versterken en beter te laten aansluiten bij de vraag. Directe bemiddeling wat de hoofdactiviteit van uitzendbureaus is is geen reïntegratieactiviteit. Bemiddeling verkleint de intransparantie op de arbeidsmarkt: het maakt de match tussen vrager naar arbeid en aanbieder van arbeid eenvoudiger, maar verkleint niet het verschil dat er tussen vraag en aanbod is. 6 Diensten die gericht zijn op personen met een afstand tot de arbeidsmarkt, maar die niet gericht zijn op het toeleiden naar een arbeidsplaats worden ook niet als reïntegratiediensten beschouwd. Schuldhulpverlening is een voorbeeld van een dergelijke dienst. 6 CPB (2000).

17

18 7 3 Waarderingsmethoden Er zijn diverse methoden waarmee de doelmatigheid van producten kan worden gemeten: kosten-minimaliseringsanalyse, kosten-effectiviteitsanalyse en kosten-batenanalyse. 7 Bij kosten-minimaliseringsanalyse spelen opbrengsten helemaal geen rol: de kosten van de verschillende producten (dus van de verschillende reïntegratiediensten in onze situatie) worden vergeleken en het product met de laagste kosten wordt als het meest doelmatig beoordeeld. Een groot nadeel van deze methode is dat de methode alleen toe te passen is voor producten die dezelfde effecten genereren. Bij kosten-effectiviteitsanalyse worden de opbrengsten in natuurlijke eenheden uitgedrukt, bijvoorbeeld het aantal mensen dat dankzij een reïntegratie-instrument een baan heeft gevonden. De opbrengsten worden echter niet gemonetariseerd: er kunnen geen uitspraken worden gedaan over het saldo van kosten en baten. Bij kosten-batenanalyses worden de opbrengsten van een product wel gemonetariseerd en (voor zover mogelijk) uitgedrukt in geld. Na het uitvoeren van een kosten-batenanalyse kan worden nagegaan in hoeverre de opbrengsten van het inzetten van een bepaald product de kosten van dit product overtreffen. Het basisidee achter een kosten-batenanalyse is heel eenvoudig: als we moeten beslissen om actie A te ondernemen, dan doen we dit als de opbrengsten van actie A hoger zijn dan de kosten die gemaakt worden met actie A. 8 Het is echter doorgaans bijzonder lastig om de kosten en baten van een actie te bepalen en om deze vervolgens te kwantificeren. 9 Er zijn diverse methodieken ontwikkeld om de kosten en baten van een maatregel te bepalen. In de gezondheidszorg wordt (een variant op) figuur 1 gehanteerd. In de eerste stap wordt de reikwijdte van het onderzoek bepaald. Wordt de kosten-batenanalyse vanuit een maatschappelijk perspectief uitgevoerd (wat doorgaans het geval is) of worden alleen de kosten en baten voor een specifieke partij (bijvoorbeeld de ziektekostenverzekeraars) geïnventariseerd? Bovendien wordt in de eerste stap de tijdshorizon van het onderzoek bepaald. Sommige acties kunnen langdurige effecten met zich meebrengen. In de tweede stap worden de kosten- en batencategorieën bepaald. 7 Van Praag, Mot en Stam (1996). 8 De opbrengsten van het beste alternatief voor actie A worden gezien als kosten. Deze opbrengst wordt immers niet behaald. 9 Layard en Glaister (1994), blz. 1.

19 8 Hoofdstuk 3 Het is belangrijk dat alle relevante kosten en baten worden genoemd, zelfs kosten en baten die lastig te kwantificeren zijn. De kosten- en batenposten hangen nauw samen met het gekozen perspectief. 10 In de derde stap worden de kosten en baten geoperationaliseerd. Ten eerste moet worden bepaald in welke eenheden de kosten worden gemeten (bijvoorbeeld kosten per verpleegdag of per behandeling). Vervolgens moet het volume worden bepaald: hoe groot zijn de effecten? Ten slotte moet worden bepaald hoe de kosten en baten in geld worden gewaardeerd. De kosten en baten kunnen dan worden uitgerekend en het saldo van kosten en baten kan worden bepaald. Figuur 1 Reikwijdte - perspectief - tijdshorizon Stappenplan voor kosten-batenonderzoek Inventarisatie bepaal kosten- en batenposten Operationalisatie - identificatie eenheden - volumemeting - waarderingsmethoden Bron: Oostenbrink, Koopmanschap en Rutten (2000). In hoofdstuk 4 wordt de reikwijdte voor het bepalen van de kosten en baten van een reïntegratietraject bepaald. Hoofdstuk 5 geeft een inventarisatie van de kosten- en batenposten die relevant zijn voor het bepalen van de kosten en baten van een reïntegratietraject. Hoofdstuk 6 geeft de manier waarop de kosten- en batenposten geoperationaliseerd moeten worden. 10 De verbetering van het welzijn van de patiënt levert de ziektekostenverzekeraar bijvoorbeeld geen baat op. Indien de kosten-batenanalyse vanuit het maatschappelijk perspectief wordt uitgevoerd, worden deze baten wel meegenomen, terwijl bij een kosten-batenanalyse vanuit het perspectief van een ziektekostenverzekeraar deze baten niet worden meegenomen.

20 9 4 Reikwijdte Perspectief Ten eerste moet het perspectief van de kosten-batenanalyse worden bepaald: worden de kosten en baten vanuit maatschappelijk perspectief berekend, of vanuit een ander perspectief? Het Lisv heeft bijvoorbeeld een kosten-batenanalyse voor reïntegratie van WWgerechtigden uitgevoerd waarbij alleen de gevolgen voor het Algemene Werkloosheidsfonds (AWf) werden bepaald. Eventuele verdringingskosten voor een gemeente (doordat de WWer werd gereïntegreerd moet de bijstandsgerechtigde langer op haar baan wachten; dit leidt tot hogere lasten voor de gemeente) worden in dat onderzoek expliciet niet meegenomen. Het perspectief is het Awf. Denkbaar is ook dat een gemeente een andere kostenbatenafweging maakt bij het bepalen of zij haar bijstandsgerechtigden moet reïntegreren dan dat vanuit het maatschappelijk perspectief gemaakt zou worden. Voor een gemeente levert een niet-betaalde uitkering bijvoorbeeld baten op (mogelijkheden om dit geld aan andere zaken te besteden), terwijl uitkeringen in het maatschappelijk perspectief tot herverdeling van middelen leidt: de totale welvaart neemt niet toe (afgezien van eventuele indirecte effecten). Het maatschappelijk perspectief houdt rekening met de kosten en baten die iedereen ondervindt (dus zowel de uitvoerder, als de te reïntegreren cliënt als de rest van de Nederlandse bevolking). De volgende perspectieven zijn mogelijk: - maatschappelijk perspectief; - perspectief uitvoerder (gemeenten danwel UWV danwel werkgever); - perspectief cliënt. Besloten is dat de kosten-batenanalyse vanuit het maatschappelijk perspectief wordt uitgevoerd, omdat dan alle relevante voor- en nadelen van het reïntegratietraject voor alle partijen in kaart worden gebracht. Dit maakt een integrale afweging mogelijk. Het verdient de aanbeveling om per actor (bv. de cliënt, de uitvoerder, het reïntegratiebedrijf) weer te geven wat de voor- en nadelen van reïntegratie voor de betreffende actor zijn. Op deze wijze wordt het inzichtelijk welke actoren baat hebben bij reïntegratie en welke niet. Tijdshorizon Ten tweede moet worden bepaald welke tijdshorizon wordt gekozen: in hoeverre wegen de baten van de besparing op de uitkering over 15 jaar nog mee? Koning, Teulings en van den Berg (2002) stellen dat het in de praktijk voldoende zal zijn om alleen de kosten en baten voor de eerste vijf jaar mee te nemen. Eijgenraam et. al. (2000) gebruiken een aanmerkelijk

21 10 Hoofdstuk 4 langere tijdshorizon voor kosten-batenanalyses van infrastructuurtrajecten. De gekozen horizon is onder meer afhankelijk van de levensduur van het infrastructuurproject. Bij reïntegratietrajecten spelen drie mechanismen die de omvang van de kosten en baten op langere termijn beïnvloeden. Ten eerste veroudert de kennis die is opgedaan tijdens het reïntegratietraject. Dit pleit voor een relatief korte tijdshorizon. Ten tweede kan een gereïntegreerde echter extra kennis opbouwen op de werkvloer. De productiviteit van de gereïntegreerde wordt daardoor steeds groter. Dankzij het extra zetje dat de gereïntegreerde kreeg worden ook op langere termijn baten behaald. Dit pleit voor een lange tijdshorizon. Ten derde wordt de effectiviteit van reïntegratie beïnvloed door de conjunctuur. In een hoogconjunctuur zijn er relatief veel vacatures beschikbaar, maar weinig werkzoekenden, wat de match moeilijker maakt. In een laagconjunctuur geldt het omgekeerde. In periodes tussen hoog- en laagconjunctuur is het naar verwachting het meest eenvoudig om mensen te reïntegreren. De effectiviteit van reïntegratie wordt dus mede beïnvloed door de conjunctuur. Een lange tijdshorizon maakt de kosten-batenanalyse minder gevoelig voor conjunctuureffecten. Een methode om de keuze voor een tijdshorizon te vermijden is het werken met terugverdientijden. Deze methode gaat ervan uit dat op tijdstip nul wordt geïnvesteerd en dat de baten zich later voordoen. Vervolgens wordt het tijdstip bepaald waarop de (verdisconteerde) baten hoger zijn dan de gemaakte kosten: het tijdstip waarop de investering zich heeft terugverdiend. 11 Besloten is dat er nog geen keuze kan worden gemaakt voor de lengte van de tijdshorizon. Daarvoor is nader onderzoek nodig naar de arbeidsmarktpositie en arbeidsmarktontwikkeling van een gereïntegreerde op lange termijn. Een alternatief is het werken met terugverdientijden. 11 Aarts en Been (2000).

22 11 5 Inventarisatie Het Centraal Planbureau heeft in samenwerking met een aantal andere instituten een leidraad ontwikkeld volgens welke kosten en baten van infrastructuurprojecten gemeten zouden moeten worden: de leidraad Onderzoek Economische Effecten Infrastructuur (OEEI). 12 Deze leidraad is heel geschikt om op systematische wijze de kosten en batenposten te inventariseren. In deze methodiek wordt voor een aantal alternatieven (waaronder het zogenaamde nulalternatief, de situatie waarin je het infrastructuurproject niet uit zou voeren) antwoord gegeven op de volgende vijf vragen. 1. Komen de effecten terecht bij Nederlandse of bij buitenlandse partijen? Als de effecten vooral terecht komen bij buitenlandse partijen, dan is het de vraag in hoeverre de Nederlandse overheid moet bijdragen aan dergelijke projecten. De effecten van een reïntegratietraject zullen vooral neerslaan in het binnenland. Het buitenland wordt derhalve buiten beschouwing gelaten. 2. Worden de effecten aan de hand van prijsvorming op markten wel of niet geprijsd? Effecten kunnen gemakkelijk van een prijs worden voorzien indien er een markt bestaat waarop de dienst of het product wordt verhandeld. Bijvoorbeeld de kosten van een reïntegratietraject zijn een geprijsd effect. Niet-geprijsde effecten kunnen niet van een marktprijs worden voorzien omdat er geen markt is. Bijvoorbeeld verhoging van het levensgeluk van een gereïntegreerde persoon is een niet-geprijsd effect. Dit is waardevol voor de samenleving, maar het is desondanks moeilijk om dit effect in geld uit te drukken. Soms kan een effect waarvoor geen markt bestaat toch gewaardeerd worden. Bijvoorbeeld bij infrastructuurprojecten worden de minuten reistijdwinst gewaardeerd op basis van enquêtes onder reizigers. 3. Betekent een effect een andere omvang of een andere verdeling van de welvaart? Beleidsmaatregelen leiden niet altijd tot een vergroting van de welvaart. Vaak is er sprake van herverdeeleffecten: sommigen gaan erop vooruit ten koste van anderen. De totale hoeveelheid welvaart in een land blijft echter gelijk: het saldo van kosten en baten verandert niet. Dit zie je bijvoorbeeld bij het verstrekken van een uitkering: belastingbetalers transfereren een deel van hun middelen naar mensen die een uitkering ontvangen. 4. Vloeien de effecten rechtstreeks voort uit het project, of zijn ze afgeleid uit rechtstreekse effecten? Er wordt een onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte effecten. Reïntegratie leidt tot verandering van de arbeidsmarkt. Directe effecten zijn effecten op de direct 12 Eijgenraam et al (2000).

23 12 Hoofdstuk 5 betrokkenen: in dit geval op actoren op de arbeidsmarkt. 13 Dit is immers de markt waar reïntegratie zich op richt. Indirecte effecten zijn effecten op andere terreinen in de economie. 5. Bij welke partijen komen de voor- en nadelen van de effecten terecht? Reïntegratie heeft effecten op verschillende partijen. - De cliënt die wordt gereïntegreerd; succesvolle reïntegratie betekent dat de cliënt inkomen ontvang. Daartegenover staan kosten: de uitkering en de vrije tijd worden ingeleverd. - De werkgever bij wie de gereïntegreerde komt werken ziet de productie van zijn bedrijf toenemen. In ruil daarvoor betaalt hij een salaris aan zijn nieuwe werknemer. - Het reïntegratiebedrijf verkoopt reïntegratietrajecten aan gemeenten en het UWV. Het reïntegratiebedrijf maakt daarvoor kosten (personeel, afschrijving, materiaal, kortom het reïntegratiebedrijf legt beslag op schaarse productiemiddelen). - Het UWV en de gemeente maken enerzijds kosten om cliënten te begeleiden naar werk (uitvoeringskosten, al dan niet indirecte kosten reïntegratietraject); anderzijds leidt succesvolle reïntegratie tot een besparing op de uitvoering van de uitkeringsverstrekking. Gemeenten kunnen bovendien besparen op de uitkeringsverstrekking, doordat momenteel 25% van de uitkeringsverstrekking gebudgetteerd is. Opgemerkt moet worden dat de prikkels voor gemeenten en het UWV om hun doelgroep te reïntegreren verschillend zijn De Rijksoverheid kan bij succesvolle reïntegratie besparen op de uitkeringsverstrekking. Daarentegen moeten de kosten van reïntegratie worden gefinancierd. - De overige maatschappij; reïntegratie leidt ook tot kosten en baten voor iedereen. Dit noemen wij kosten en baten voor de maatschappij. Maatschappelijke kosten en baten bestaan bijvoorbeeld uit veranderend gebruik van de gezondheidszorg, een beter perspectief voor kinderen van bijstandsgerechtigden en een verhoogd veiligheidsgevoel en verminderde criminaliteit dankzij de toegenomen sociale cohesie als gevolg van reïntegratie. Ook de vermindering (vermeerdering) van de verstorende werking van belasting- en premieheffing leidt tot maatschappelijke baten (kosten). Ten slotte heeft reïntegratie macro-effecten op de arbeidsmarkt. Verdringing is het bekendste voorbeeld. Opgemerkt moet worden dat sommige kosten voor de één baten voor de ander zijn. Kijk bijvoorbeeld naar het inkomen dat een individu gaat verdienen: dit is een baat voor de cliënt, maar een kost voor de werkgever. Per saldo (als de kosten en baten van alle partijen bij elkaar worden opgeteld, want de kosten en baten worden berekend vanuit het 13 Zie bv. Hebbink (1998) of Hamermesh (1993). 14 Zie ook van Seters, Kok en Groot (2002) voor een overzicht van de prikkels die UWV en gemeenten ondervinden om aandacht te schenken aan reïntegratie.

24 Inventarisatie 13 maatschappelijk perspectief) zal dit inkomen dus niet leiden tot een verandering van de maatschappelijke welvaart. Dit geldt ook voor de uitkering: een individu levert een uitkering in (voor hem is dit een kostenpost), de overheid hoeft deze uitkering niet meer te betalen (voor de overheid is dit een baat). In de eindafrekening vallen deze kosten en baten tegen elkaar weg: vermindering van de uitkeringslasten en het door de werkgever betaalde loon leiden tot herverdeling. De OEEI-leidraad is gemaakt om de kosten en baten van infrastructuurprojecten te bepalen. De vraag is of deze methodiek geschikt is om kosten en baten van andere investeringen en dan met name reïntegratie - te bepalen. In hoeverre zijn investeringen in infrastructuur en human capital vergelijkbaar? Bij beide typen investeringen worden eerst de kosten gemaakt en volgen de baten. De OEEI-methodiek is daarom heel geschikt om te inventariseren welke kosten- en batenposten relevant zijn voor het bepalen van de kosten en baten van reïntegratie. In tabel 2 zijn de kosten en baten van reïntegratie schematisch samengevat. De schuin gedrukte effecten in deze tabel zijn kosten en baten die in een optelling tegen elkaar wegvallen. Deze kosten- en batenposten hoeven dus niet te worden bepaald om de maatschappelijke kosten en baten te bepalen. Het is echter wel inzichtelijk om deze kosten- en batenposten weer te geven, zodat duidelijk wordt welke partijen het meest profiteren van reïntegratie. Het optellen van de kosten- en batenposten leidt tot het te bepalen saldo. In box 1 is weergegeven hoe de OEEI-methodiek zich verhoudt met de in de inleiding genoemde beslisregel. De volgende vraag is nu hoe deze kosten- en batenposten gekwantificeerd moeten worden. Het volgende hoofdstuk gaat daar op in. Box 1 Kosten-batenanalyse en de beslisregel van Koning, van den Berg en Teulings De beslisregel van Koning, van den Berg en Teulings (zie inleiding) is terug te vinden in tabel 2. Zij gaan uit van een marginaal model: wat zijn de consequenties als een uitkeringsgerechtigde net het zetje krijgt dat nodig is om te gaan werken. Voor deze (marginale) uitkeringsgerechtigde maakt het niet zo veel uit: zijn extra inkomen en levensgeluk komen waarschijnlijk vrijwel overeen met het verlies aan vrije tijd en het verlies van de uitkering. Ook voor zijn werkgever en het reïntegratiebureau zullen de kosten en baten min of meer in evenwicht zijn. De kosten voor de publieke partijen bepalen dan bij benadering ook het saldo voor de maatschappij als geheel. Het saldo van kosten en baten is positief als de besparing op de uitkerings- en administratieve lasten groter is dan de publieke kosten die gepaard gaan met reïntegratie. De beslisregel van Koning, van den Berg en Teulings kan dus worden opgevat als een marginale benadering van de hierboven beschreven kosten-batenanalyse. De beslisregel kan daarmee dienen als eerste indicatie of als check voor de uitkomsten van deze kosten-batenanalyse. Het voordeel van een dergelijke beslisregel is dat niet voor alle posten informatie hoeft te worden verzameld. Nadeel is dat de beslisregel slechts een benadering is.

25 14 Hoofdstuk 5 Tabel 2 cliënt werkgever Reïntegratiebureau UWV, gemeente, rijksoverheid overige maatschappij Kosten en baten van reïntegratiediensten Geprijsde effecten Effecten Niet-geprijsde effecten Baten (+) en kosten (-) Baten (+) en kosten (-) + loon - werkgerelateerde kosten (reizen, kleding) - verlies uitkering + toename productie - loon + kosten reïntegratietraject - kosten reïntegratiebureau (loon, materiaal, kapitaal en overige kosten) + minder uitkeringslasten + daling adm. lasten van uitkeringen - kosten reïntegratietraject - adm. lasten i.v.m. reïntegratie - subsidies voor werkgerelateerde kosten (bv. kinderopvang) + verminderde verstoring belasting- en premieheffing - verdringing op de arbeidsmarkt + toename levensgeluk cliënt - verlies vrije tijd + kennis spill-overs + minder uitgaven gezondheidszorg + beter perspectief kinderen uitkeringsgerechtigden + vermindering criminaliteit + verbetering sociale cohesie buurten totaal + toename productie + daling adm. lasten van uitkeringen + verminderde verstoring belasting- en premieheffing - totale werkgerelateerde kosten (reizen, kleding, kinderopvang) - adm. lasten i.v.m. reïntegratie - kosten reïntegratiebureau - verdringing op de arbeidsmarkt + toename levensgeluk cliënt + kennis spill-overs + minder uitgaven gezondheidszorg + beter perspectief kinderen uitkeringsgerechtigden + vermindering criminaliteit + verbetering sociale cohesie buurten - verlies vrije tijd

26 15 6 Operationalisatie In deze paragraaf zullen de in Tabel 2 beschreven kosten- en batenposten worden gekwantificeerd. Het bepalen van de kosten- en batenposten begint doorgaans op microniveau. De netto-effectiviteit van reïntegratie moet worden bepaald (paragraaf 1). Vervolgens kunnen de gevolgen van reïntegratie worden bepaald. Reïntegratie heeft gevolgen voor verschillende partijen. In paragraaf 2 (de cliënt), paragraaf 3 (de uitvoerder), paragraaf 4 (de werkgever), paragraaf 5 (het reïntegratiebureau) en paragraaf 6 (de maatschappij) wordt voor de verschillende actoren bepaald hoe de kosten en baten gekwantificeerd moeten worden. 6.1 Netto-effectiviteit Methode Reïntegratie kan om twee redenen niet succesvol en noodzakelijk zijn. Ten eerste is het mogelijk dat het reïntegratietraject niet slaagt. Ten tweede kan het zijn dat de gereïntegreerde ook zonder reïntegratie aan het werk was gekomen. Dit is het zogenaamde deadweight loss van het reïntegratie-instrument. 15 De effectiviteitcijfers die het UWV en reïntegratiebureaus naar buiten brengen houden alleen reden met de eerste faalfactor. Deze cijfers meten de zogenaamde bruto-effectiviteit. 16 Het is echter veel beter om ook rekening te houden met het deadweight loss. Dan wordt de netto-effectiviteit gemeten. Het bepalen van de netto-effectiviteit is bijzonder lastig: je wilt immers weten welke baankans een persoon die is gereïntegreerd had als hij geen gebruik had gemaakt van het reïntegratietraject. Om dit te bepalen zou je deze persoon op het zelfde tijdstip moeten reïntegreren én niet laten reïntegreren. Dit is niet mogelijk. Daarom wordt bij nettoeffectiviteitsanalyses doorgaans de kans op een baan van mensen die zijn gereïntegreerd vergeleken met de kans op een baan van mensen die niet zijn gereïntegreerd. Dit leidt tot selectieproblemen. Stel dat er twee groepen mensen zijn, gemotiveerde en ongemotiveerde mensen. De gemotiveerde mensen zoeken zelf actief naar werk en maken daarom geen gebruik van reïntegratie-instrumenten. Ongemotiveerde mensen maken wel gebruik van reïntegratie-instrumenten. Motivatie kan echter niet worden geobserveerd en gemeten (in vrijwel geen enkele dataset is de motivatie van de uitkeringsgerechtigde opgenomen). Netto- 15 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2001). 16 Zie den Hartog (2002) voor een overzicht van de knelpunten bij het meten van de brutoeffectiviteit van reïntegratie.

27 16 Hoofdstuk 6 effectiviteitstudies vergelijken de baankans van iemand die gebruik heeft gemaakt van reïntegratie met de baankans van eenzelfde persoon die geen gebruik heeft gemaakt van reïntegratie. Gemotiveerde mensen hebben echter naar verwachting een hogere kans om aan het werk te komen dan ongemotiveerde mensen. Dat betekent in ons voorbeeld dat mensen die geen gebruik hebben gemaakt van een reïntegratietraject een grotere kans op een baan hebben dan mensen die wel gebruik hebben gemaakt van een reïntegratietraject. Als de netto-effectiviteit wordt gemeten als het verschil in baankans tussen gereïntegreerden en niet-gereïntegreerden, dan lijkt de netto-effectiviteit laag (of zelfs negatief). Dit komt niet doordat het reïntegratietraject niet effectief is, maar doordat er twee verschillende groepen mensen worden vergeleken. Bij het bepalen van de netto-effectiviteit moet daarom rekening worden gehouden met deze selectie-effecten. De beste manier om rekening te houden met selectie-effecten is het uitvoeren van een random experiment. In een dergelijk experiment worden mensen willekeurig (bijvoorbeeld door het gooien van een muntje) toegewezen aan of meedoen met een reïntegratietraject of niet meedoen in een reïntegratietraject en op eigen kracht een baan zoeken. Doordat de mensen door toeval aan één van beide groepen zijn toegewezen, zijn de mensen (qua motivatie, problematiek, leeftijd, geslacht) in beide groepen naar verwachting gelijk. Verschillen in het saldo van kosten en baten tussen beide groepen mensen kunnen dus volledig worden toegewezen aan de inzet van het reïntegratietraject. Uitvoeren van een random experiment is echter complex. Met behulp van econometrische technieken (die rekening houden met selectie) wordt getracht om de situatie in een random experiment na te bootsen. 17 Dit vindt doorgaans plaats in twee stappen. Ten eerste dienen er twee groepen te worden vastgesteld: een controlegroep (bestaande uit mensen die geen gebruik hebben gemaakt van het reïntegratietraject) en een participatiegroep (bestaande uit mensen die wel gebruik hebben gemaakt van een reïntegratietraject). Ten tweede moet een model worden ontwikkeld dat de kans op een baan (of de lengte van de periode voordat iemand een baan heeft gevonden) verklaart. Dit model moet bovendien deelname aan het reïntegratietraject verklaren, zodat kan worden gecorrigeerd voor verschillen tussen de controlegroep en de participatiegroep. 18 De sluitende aanpak bemoeilijkt het samenstellen van een controlegroep: iedereen wordt immers gereïntegreerd. Netto-effectiviteitsanalyses maken daarom gebruik van de variatie in tijdstippen waarop de eerste daadwerkelijke interventie (scholing, sollicitatietraining, etc.) plaatsvindt. Uitkeringsgerechtigden bij wie nog geen interventie heeft plaatsgevonden (maar die wel aangemeld zijn bij het reïntegratiebureau) fungeren als controlegroep. Er blijkt momenteel nog voldoende variëteit in de tijdstippen waarop interventies plaats vinden te zijn 17 Zie bijvoorbeeld Lalonde (1986) of Heyma (2001). 18 Van Buiren en Theeuwes (1999).

28 Operationalisatie 17 om een controlegroep te construeren. Indien er onvoldoende variëteit is in de tijdstippen waarop wordt geïntervenieerd, dan kunnen relatieve effectiviteiten worden gemeten. Uitkeringsgerechtigden in een ander traject fungeren dan als controlegroep (werkt scholing beter dan sollicitatietraining?) Ervaringen met netto-effectiviteitstudies Er zijn in de loop van de jaren negentig diverse onderzoeken uitgevoerd naar de (netto-) effectiviteit van reïntegratie-instrumenten. In het rapport Aan de Slag vat Paul de Beer de belangrijkste resultaten samen. 19 Hij trekt de volgende conclusies: - het netto-effect van diverse bemiddelingsinstrumenten (zoals een beroepskeuzetest of sollicitatietraining) is over het algemeen erg klein en in bepaalde gevallen zelfs negatief; 20 - het netto-effect van scholing is klein; doordat sommige onderzoeken niet (voldoende) corrigeren voor niet waargenomen verschillen tussen mensen (bijvoorbeeld verschil in motivatie) is het gevonden effect eerder een overschatting dan een onderschatting; - sancties hebben een relatief groot effect op de kans op werkhervatting. Het meest recente onderzoek nuanceert de conclusie van Paul de Beer. Heyma (2002) vindt dat reïntegratie-instrumenten aan het einde van de jaren negentig weldegelijk effectief waren: de kans om binnen een jaar een baan te vinden verdubbelt dankzij de inzet van een reïntegratie-instrument. 21 Deze opmerkelijke uitkomst wordt door drie redenen veroorzaakt. Ten eerste wordt rekening gehouden met selectie-effecten. Niet rekening houden met deze effecten leidt tot onderschatting van het effect. Ten tweede was de conjunctuur aan het einde van de jaren negentig en begin 2000 (de periode waarin de netto-effectiviteit werd gemeten) gunstig: er was krapte op de arbeidsmarkt. Het is daardoor eenvoudiger om een arbeidsongeschikte aan een baan te helpen dan in periodes van laagconjunctuur. Ten derde heeft het onderzoek betrekking op arbeidsgehandicapten, terwijl de meeste onderzoeken waar Paul de Beer naar refereerde betrekking hebben op de reïntegratie van werklozen. Waarschijnlijk is het vooral dit laatste argument de reden voor de gevonden verschillen: voor arbeidsgehandicapten is het dus wel effectief om reïntegratie-instrumenten in te zetten. 19 De conclusies van Paul de Beer zijn gebaseerd op 12 netto-effectiviteitstudies die in de loop van de jaren negentig zijn uitgevoerd, waaronder CPB (2000) en De Koning et. al (1995). Zijl et. al. (2002, p. 64) en de Algemene Rekenkamer (2001) delen deze conclusie. Zij concluderen wel dat er bijzonder weinig netto-effectiviteitsstudies zijn uitgevoerd. 20 Voor sollicitatietrainingen wordt bijvoorbeeld een negatief effect gevonden. Dit betekent dat mensen eerder een baan vinden als zij geen sollicitatietraining volgen, dan dat zij dit wel zouden doen. De redenatie hierachter is dat mensen tijdens het volgen van een sollicitatietraining zich minder inspannen om een baan te zoeken, dan wanneer zij die training niet zouden volgen. 21 De kans op een baan binnen een jaar voor een gemiddelde arbeidsongeschikte is zonder inzet van een reïntegratie-instrument 26%. Dankzij scholing neemt de kans toe tot 47%, terwijl bemiddeling de kans tot 64% laat stijgen (Heyma, 2002).

29 18 Hoofdstuk 6 Een algemene conclusie die uit deze studies kan worden getrokken is dat het succes van de studie valt of staat met de beschikbare data. De Vos schrijft in een studie gericht op het ontwikkelen van een methodiek om arbeidsmarktbeleid te evalueren: Het identificeren van de beschikbare (data)bronnen en informatiestromen is geen sinecure. Ook het ontsluiten en geschikt maken voor nadere analyse van administratieve bestanden is kostbaar in geld en tijd. Dit blijkt uit onze ervaringen met het ontsluiten van het Vakwerkbestand van Arbeidsintegratie. 22 En Lalonde stelt in een studie waarin hij onderzoekt in hoeverre econometrische technieken geschikt zijn om beleidsmaatregelen te evalueren met een niet random geconstrueerde controlegroep: In practice, the available data affect the composition of the comparison groups and the flexibility of the econometric specifications. For example, since there is only one year of pre-training earnings data, we cannot evaluate all the econometric procedures that have been used in the literature. 23 Voor het uitvoeren van een goede econometrische studie zijn de volgende gegevens essentieel: - datum waarop werkhervatting plaats vindt (zowel voor de gereïntegreerde als de niet gereïntegreerde in de controlegroep) of uitkering stop is gezet; - datum instroom in de uitkering; - reïntegratie-instrumenten; - persoonskenmerken om te kunnen corrigeren voor verschil tussen controlegroep en treatment groep Periode Lang niet alle mensen die worden gereïntegreerd blijven hun leven lang werken. Er bestaat een kans dat de uitkeringsgerechtigde terugvalt in de uitkering. 24 Kosten en baten als gevolg van het werkzame leven van de gereïntegreerde treden dan niet meer op. Om hiermee rekening te houden moet inzicht komen in de terugvalkans in de uitkering en de kans dat de uitkeringsgerechtigde vervolgens weer uit de uitkering komt. Deze kans kan verschillen tussen mensen die gebruik hebben gemaakt van een reïntegratietraject (doordat zij meer human capital bezitten) en mensen die aan de slag kwamen zonder gebruik te hebben gemaakt van een reïntegratietraject. Anders geformuleerd, de netto-effectiviteit van het reïntegratietraject moet niet alleen worden bepaald aan het einde van het reïntegratietraject, maar ook op langere termijn. In onderstaande figuur is dit geïllustreerd met behulp van een voorbeeld. De gestippelde lijn is de kans dat gereïntegreerde A na x jaar werkt (dit kan nog steeds werkend of weer werkend zijn) als hij gebruik heeft gemaakt van een 22 Vos, de (2002), blz Lalonde (1986), blz Bijvoorbeeld doordat de opgedane kennis is verouderd.

30 Operationalisatie 19 reïntegratietraject. De doorgetrokken lijn geeft de kans dat deze persoon A een baan heeft als hij geen gebruik zou hebben gemaakt van het reïntegratietraject. Het verschil tussen beide kansen is de netto-effectiviteit van het reïntegratietraject. Figuur 2 Kans op een baan in de tijd voor een uitkeringsgerechtigde baankans 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% tijd in jaren met reintegratietraject zonder reintegratietraject NB. Dit is een fictief voorbeeld. Koppeling van de UWV-uitkeringsadministratie (voor WW-ers en WAO-ers) en de monitor scholing en activering (voor bijstandsgerechtigden) met de UWV-verzekerdenadministratie of met het Regionaal Inkomens Onderzoek (RIO) geeft voor werklozen en arbeidsgehandicapten informatie over de arbeidsmarktpositie van voormalig uitkeringsgerechtigden. Het RIO is een panel van 2 miljoen huishoudens (ca. 30% van het totale aantal Nederlandse huishoudens), gebaseerd op gegevens van het aangifteformulier voor de loon- en inkomstenbelasting. Het bevolkingsbestand van de belastingdienst is het kader waaruit de steekproef van het RIO is getrokken. Dankzij het panelkarakter van het RIO kunnen mensen gedurende meerdere jaren worden gevolgd. Beschikbare variabelen voor alle leden van het huishouden betreffen het besteedbaar inkomen en de sociaaleconomische status (zelfstandige, werknemer, uitkeringsgerechtigde). Met behulp van econometrische technieken die rekening houden met selectie-effecten kan dan de nettoeffectiviteit van een reïntegratietraject op langere termijn worden bepaald Diversiteit reïntegratietrajecten De effectiviteit van een reïntegratietraject hangt af van de persoon voor wie dit traject wordt ingezet: een persoon met zeer goede arbeidsmarktperspectieven heeft waarschijnlijk minder behoefte aan een reïntegratietraject dan een langdurig werkloze. Het saldo van kosten en baten kan voor reïntegratietraject A positief zijn, terwijl dit voor reïntegratietraject B niet zo

Kosten en baten van EQUAL-projecten: verantwoordingsdocument

Kosten en baten van EQUAL-projecten: verantwoordingsdocument Kosten en baten van EQUAL-projecten: verantwoordingsdocument Inge Groot Onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Amsterdam, november 2005 Inhoud 1 Inleiding... 1 2

Nadere informatie

Naar een succesvolle mainstreaming!

Naar een succesvolle mainstreaming! Waarom kosten en baten berekenen? Naar een succesvolle mainstreaming! Een handleiding om de kosten en baten van Equal-projecten te meten Equal-projecten ontwikkelen vernieuwende methodieken. Methodieken

Nadere informatie

Vraaggestuurde re-integratie: methode of mythe? Arjan Heyma (SEO Economisch Onderzoek) 27 mei 2011

Vraaggestuurde re-integratie: methode of mythe? Arjan Heyma (SEO Economisch Onderzoek) 27 mei 2011 Vraaggestuurde re-integratie: methode of mythe? Arjan Heyma (SEO Economisch Onderzoek) 27 mei 2011 Onderwerpen presentatie Definitie vraaggestuurde re-integratie Aanleiding onderzoek en onderzoeksvraag

Nadere informatie

Zijn maatregelen gericht op re-integratie effectief? Jaap de Koning. Presentatie voor het Muntendam Symposium, 12 december, Rode Hoed, Amsterdam

Zijn maatregelen gericht op re-integratie effectief? Jaap de Koning. Presentatie voor het Muntendam Symposium, 12 december, Rode Hoed, Amsterdam Zijn maatregelen gericht op re-integratie effectief? Jaap de Koning Presentatie voor het Muntendam Symposium, 12 december, Rode Hoed, Amsterdam Inhoud Wat is re-integratiebeleid? Hoe beoordeel je re-integratiemaatregelen?

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1

Samenvatting. Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1 Samenvatting Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1 Uitvoering onderzoek: KokxDeVoogd, Houten Ewout Bückmann Eric Dorscheidt Michiel Hes november 2017 Dit is een uitgave van

Nadere informatie

Verdringing op de arbeidsmarkt: Wat is het en hoe meet je het?

Verdringing op de arbeidsmarkt: Wat is het en hoe meet je het? Verdringing op de arbeidsmarkt: Wat is het en hoe meet je het? Presentatie op studiemiddag NISZ Utrecht, 22 januari 2016 Arjan Heyma www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Relevante vragen

Nadere informatie

Kosten en baten van reïntegratie

Kosten en baten van reïntegratie Amsterdam, november 2006 In opdracht van Boaborea Gefinancierd door Stichting Instituut Gak Kosten en baten van reïntegratie Lucy Kok David Hollanders J. Peter Hop met medewerking van Marloes de Graaf-Zijl

Nadere informatie

Effectiviteit actief arbeidsmarktbeleid voor kansarme werkzoekenden

Effectiviteit actief arbeidsmarktbeleid voor kansarme werkzoekenden Effectiviteit actief arbeidsmarktbeleid voor kansarme werkzoekenden State of the art vanuit economisch gezichtspunt Presentatie op Jaarconferentie AIAS Amsterdam, 1 juli 2016 Arjan Heyma www.seo.nl - secretariaat@seo.nl

Nadere informatie

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

Oplegmemo met nadere toelichting matrix arbeidsmarkt

Oplegmemo met nadere toelichting matrix arbeidsmarkt Oplegmemo met nadere toelichting matrix arbeidsmarkt 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Eén van de pijlers van het coalitieakkoord 2014-2018 is: Iedereen aan het werk, niemand buiten de boot. De coalitie wil

Nadere informatie

Re-integratie-instrumenten en voorzieningen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten

Re-integratie-instrumenten en voorzieningen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten Re-integratie-instrumenten en voorzieningen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten Bij de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) staat 'werken naar vermogen' centraal. De nadruk ligt op wat mensen

Nadere informatie

Second Opinion SEO-studie 'De weg terug; epiloog'

Second Opinion SEO-studie 'De weg terug; epiloog' CPB Notitie Datum : 6 juli 2006 Aan : De heer J.P.C.M. van Zijl (RWI) Second Opinion SEO-studie 'De weg terug; epiloog' 1 Verzoek RWI In het najaar van 2005 bracht de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 782 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten

Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten 24 Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten Maart 2017 PwC is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285),

Nadere informatie

VSO congres BANENAFSPRAAK. Vrijdag 2 november 2018 Spaces, Den Haag

VSO congres BANENAFSPRAAK. Vrijdag 2 november 2018 Spaces, Den Haag VSO congres BANENAFSPRAAK Vrijdag 2 november 2018 Spaces, Den Haag WAT ZIJN DE MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN EN BATEN VAN EEN SUCCESVOLLE BANENAFSPRAAK? Prof Dr A. Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

Re-integratiebeleid: Wat zijn de resultaten en wat zijn ze waard?

Re-integratiebeleid: Wat zijn de resultaten en wat zijn ze waard? Tijdschrift voor Openbare Financiën 40 Re-integratiebeleid: Wat zijn de resultaten en wat zijn ze waard? M. Buurman Samenvatting Recent publiceerde het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een

Nadere informatie

Wet stimulering arbeidsparticipatie

Wet stimulering arbeidsparticipatie Wet stimulering arbeidsparticipatie Op 1 januari 2009 is de Wet stimulering arbeidsparticipatie (STAP) in werking getreden (Stb. 2008, 590 en 591). In deze wet wordt een aantal wijzigingen met betrekking

Nadere informatie

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015 Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam Augustus 2015 Inleiding De Nederlandse samenleving kent nog steeds een aanzienlijk aantal laaggeletterde mensen. Taaltrajecten blijken nodig te

Nadere informatie

9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen

9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen Samenvatting door N. 1514 woorden 15 oktober 2016 9,6 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Begrippen bindende afspraak Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt/niet onderuit kunt. budget

Nadere informatie

Nutteloze trainingen of zinnige investering?

Nutteloze trainingen of zinnige investering? Nutteloze trainingen of zinnige investering? Lucy Kok Er wordt jaarlijks door UWV en gemeenten 2 miljard euro besteed aan re-integratie. Daarvan gaat 360 miljoen naar private reintegratiebedrijven. De

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II Opgave 1 Armoede en werk 1 Het proefschrift bespreekt de effecten van het door twee achtereenvolgende kabinetten-kok gevoerde werkgelegenheidsbeleid. / De titel van het proefschrift heeft betrekking op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven CPB Notitie Datum : 6 juli 2006 Aan : Ministerie van Economische Zaken Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven 1 Inleiding Op 5 juli 2006 heeft SEO, in opdracht van

Nadere informatie

De feiten over beschut werk: werken loont Kernpunten

De feiten over beschut werk: werken loont Kernpunten De feiten over beschut werk: werken loont Kernpunten Beschut werk is goedkoper dan een participatievoorziening omdat met beschut werk opbrengsten worden gerealiseerd uit productie. Hiermee kunnen ongeveer

Nadere informatie

Meet-up: een beter klimaat voor kinderopvang Over de kosten en baten van investeren in kinderen. Janneke Plantenga, Waarborgfonds, 2 november 2017

Meet-up: een beter klimaat voor kinderopvang Over de kosten en baten van investeren in kinderen. Janneke Plantenga, Waarborgfonds, 2 november 2017 Meet-up: een beter klimaat voor kinderopvang Over de kosten en baten van investeren in kinderen Janneke Plantenga, Waarborgfonds, 2 november 2017 Presentation Janneke Plantenga Wat zijn de kosten en baten

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Gepubliceerd in: Maandblad Reïntegratie nr. 9, 2007, p. 6-10 KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Drs. Maikel Groenewoud 2007 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam

Nadere informatie

5.2 Wie is er werkloos?

5.2 Wie is er werkloos? 5.2 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald

Nadere informatie

WGA: Pijler van inzetbaarheidsbeleid

WGA: Pijler van inzetbaarheidsbeleid WGA: Pijler van inzetbaarheidsbeleid Toenemende werkdruk, krapte op de arbeidsmarkt en langer doorwerken zijn een aantal van de factoren die steeds vaker leiden tot fysieke en psychische problemen bij

Nadere informatie

Aan: Het College van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Leiden Postbus 9100 2300 PC Leiden

Aan: Het College van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Leiden Postbus 9100 2300 PC Leiden Aan: Het College van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Leiden Postbus 9100 2300 PC Leiden Betreft: In spraakreactie Stichting ZON t.a.v.: Beleidsplan Participatiewet B&W 14.0684 d.d. 15 juli 2014

Nadere informatie

5.1 Wie is er werkloos?

5.1 Wie is er werkloos? 5.1 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) 163 Samenvatting (Summary in Dutch) Er zijn slechts beperkte financiële middelen beschikbaar voor publieke voorzieningen en publiek gefinancierde diensten. Als gevolg daarvan zijn deze voorzieningen en

Nadere informatie

WAT IS DE SOCIAALECONOMISCHE WAARDE VAN SPORTEN EN BEWEGEN?

WAT IS DE SOCIAALECONOMISCHE WAARDE VAN SPORTEN EN BEWEGEN? WAT IS DE SOCIAALECONOMISCHE WAARDE VAN SPORTEN EN BEWEGEN? Voorwoord Het is een veelgehoorde vraag: wat zijn de maatschappelijke effecten en economische waarde van sport en bewegen? Bijna iedereen die

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

2513 AA1XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513 AA1XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513 AA1XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten Onze ref.: 100211

Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten Onze ref.: 100211 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de minister mr J.P.H. Donner Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Utrecht, 10 mei 2010 Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten

Nadere informatie

Ab Harrewijnrede 2003 Minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21 mei 2003 te Amsterdam.

Ab Harrewijnrede 2003 Minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21 mei 2003 te Amsterdam. Ab Harrewijnrede 2003 Minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21 mei 2003 te Amsterdam. Ik ben bijzonder vereerd dat ik de eerste Ab Harrewijnrede mag uitspreken. Op een podium dat

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 altijd toekennen Bij een lagere prijs

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Paragraaf 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. uitkeringsgerechtigden: personen

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 1 1 maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat het tarief per keer legen de inwoners stimuleert om de containers minder vaak aan te bieden om daarmee lasten te besparen 1 het tarief per kilo

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie 2014-I

Eindexamen vwo economie 2014-I Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet

Nadere informatie

Tegenprestatie naar Vermogen

Tegenprestatie naar Vermogen Tegenprestatie naar Vermogen Beleidsplan Tegenprestatie in het kader van de Participatiewet 2015 Hof van Twente, oktober 2014-1 - De Tegenprestatie naar Vermogen Inleiding Al vanaf 1 januari 2012 kunnen

Nadere informatie

MICSIM. Een microsimulatiemodel voor de analyse van wijzigingen in de inkomstenbelasting. Egbert Jongen. 12 februari Centraal Planbureau

MICSIM. Een microsimulatiemodel voor de analyse van wijzigingen in de inkomstenbelasting. Egbert Jongen. 12 februari Centraal Planbureau Een microsimulatiemodel voor de analyse van wijzigingen in de inkomstenbelasting Egbert Jongen 12 februari 2016 Inhoud Doel en output Onder de motorkap Meten is weten Beleidsimplicaties Doel Een evidence

Nadere informatie

Sociaal-economische gezondheidsverschillen en werk

Sociaal-economische gezondheidsverschillen en werk Sociaal-economische gezondheidsverschillen en werk Lex Burdorf, hoogleraar Determinanten van Volksgezondheid Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Academische Werkplaats Publieke Gezondheid CEPHIR

Nadere informatie

Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag

Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag 1 Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag Bijlagen -- Inlichtingen bij Uw kenmerk Dossier/volgnummer 55808-054 Mr. G.A. van Nijendaal

Nadere informatie

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25%

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25% Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25% Inleiding Deze bijlage bevat de effecten van een mogelijke verhoging van de energiebelasting (EB) op aardgas in de

Nadere informatie

Effectiviteit van reïntegratie voor WW ers

Effectiviteit van reïntegratie voor WW ers Effectiviteit van reïntegratie voor WW ers Amsterdam, november 2006 In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Effectiviteit van reïntegratie voor WW ers Een literatuurstudie

Nadere informatie

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 -1.833.52 REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet : de WWB b. WWB:

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks Onderwerp: social return en inbesteden Datum commissie: 6 juni 2013 Datum raad: Nummer: Documentnummer: Steller: Eric Dammingh Fractie: PvdA-GroenLinks Samenvatting Meedoen

Nadere informatie

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo. Samenvatting door D. 1363 woorden 7 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1; De werknemer Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te

Nadere informatie

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte

Nadere informatie

Overheid en economie

Overheid en economie Overheid en economie Overheid en economie Het aandeel van de overheid in de economie, de overheid als actor en de overheid op regionaal niveau, een verkenning Inleiding Het begrip economische groei komt

Nadere informatie

AMSTERDAMMERS AAN HET WERK. Gemeentelijk werk voor tenminste het minimumloon

AMSTERDAMMERS AAN HET WERK. Gemeentelijk werk voor tenminste het minimumloon AMSTERDAMMERS AAN HET WERK Gemeentelijk werk voor tenminste het minimumloon 1 Samenvatting De weg uit armoede is werk. De vraag hoe mensen weer aan het werk geholpen kunnen worden is actueel. De flinke

Nadere informatie

Nieuwe kansen voor intermediairs

Nieuwe kansen voor intermediairs 1 Bemiddeling van werkzoekenden met een arbeidsbeperking Nieuwe kansen voor intermediairs De komende jaren is het aan werk helpen van werkzoekenden met een arbeidsbeperking een groot thema. In 2026 moet

Nadere informatie

Inzicht in maatschappelijke winst

Inzicht in maatschappelijke winst Inzicht in maatschappelijke winst Een onderzoek naar de maatschappelijke impact van Werkse! en Patijnenburg Voorjaar 2017 De Participatiewet is op 1 januari 2015 ingegaan, met als doel dat iedereen die

Nadere informatie

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018 Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Met een doorkijk naar 2018 Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Een belangrijke taak van UWV is het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid = mensen Door werkgevers: bedrijven en overheid Werkgelegenheid Hoe lager het loon, hoe groter de vraag naar arbeid Aanbod van arbeid: beroepsbevolking (iedereen tussen de

Nadere informatie

Onderwerp: Aanvraag ESF-subsidie Actieve Inclusie 2014 2016 Reg.nummer: 2014/379169

Onderwerp: Aanvraag ESF-subsidie Actieve Inclusie 2014 2016 Reg.nummer: 2014/379169 Collegebesluit Onderwerp: Aanvraag ESF-subsidie Actieve Inclusie 2014 2016 Reg.nummer: 2014/379169 1 Inleiding; Sinds mei 2014 is er een nieuwe ESF-subsidieregeling van kracht. Een belangrijke wijziging

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

Special. Het volledige onderzoek van SEO Economisch Onderzoek vindt u op www.kinderopvang.nl. Het (economisch) belang van kinderopvang

Special. Het volledige onderzoek van SEO Economisch Onderzoek vindt u op www.kinderopvang.nl. Het (economisch) belang van kinderopvang Special Het volledige onderzoek van SEO Economisch Onderzoek vindt u op www.kinderopvang.nl Het (economisch) belang van kinderopvang 2 Het (economisch) belang van kinderopvang Voorwoord Wat levert kinderopvang

Nadere informatie

4. Werkloosheid in historisch perspectief

4. Werkloosheid in historisch perspectief 4. Werkloosheid in historisch perspectief Werkloosheid is het verschil tussen het aanbod van arbeid en de vraag naar arbeid. Het arbeidsaanbod in Noord-Nederland hangt samen met de mate waarin de inwoners

Nadere informatie

Begrippenbijsluiter It takes two to tango

Begrippenbijsluiter It takes two to tango Begrippenbijsluiter It takes two to tango Over reïntegratie op de arbeidsmarkt In deze begrippenlijst staan in alfabetische volgorde begrippen uitgelegd die te maken hebben met reïntegratie. De begrippenbijsluiter

Nadere informatie

Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa)

Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) 1. Inleiding De overheid heeft besloten de Ziektewet (ZW) per 1 januari 2013 aan te

Nadere informatie

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid. 1 1)Waaruit bestaat de vraag op de arbeidsmarkt? 2)Noem een ander woord voor werkgelegenheid. 3)Wie vragen arbeid? 4)Met welk woord wordt het aanbod van arbeid ook aangeduid? 5)Geef de omschrijving van

Nadere informatie

6. Project management

6. Project management 6. Project management Studentenversie Inleiding 1. Het proces van project management 2. Risico management "Project management gaat over het stellen van duidelijke doelen en het managen van tijd, materiaal,

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATEN ANALYSE. Prof Dr A. Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC Rotterdam, Nederland

MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATEN ANALYSE. Prof Dr A. Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC Rotterdam, Nederland MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATEN ANALYSE Prof Dr A. Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC Rotterdam, Nederland Maatschappelijke kosten-baten analyse Welke aspecten moeten worden meegenomen?

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Rookremmers 1 maximumscore 2 De genoemde bijkomende/onbedoelde (maatschappelijke)

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie II

Eindexamen vwo economie II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat de particuliere

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a

Nadere informatie

Bouwaanvragen. Opbrengst bouwleges

Bouwaanvragen. Opbrengst bouwleges Kwartaalrapportage 1. Inleiding Vorig jaar werd Nederland geconfronteerd met de kredietcrisis. In eerste instantie werd nog gedacht dat dit probleem zich zou beperken tot de VS. Niets blijkt minder waar.

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 0,15 0,12 100% = 25%

Nadere informatie

Domein E: Concept Ruilen over de tijd

Domein E: Concept Ruilen over de tijd 1. Het bruto binnenlands product is gestegen met 0,9%. Het inflatiepercentage bedraagt 2,1%. Bereken de reële groei van het BBP. 2. Waarmee wordt het inflatiepercentage gemeten? 3. Lees de onderstaande

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Elke beslissing heeft consequenties voor de toekomst en deze consequenties kunnen voordelig of nadelig zijn. Als de extra kosten de voordelen overschrijden,

Nadere informatie

Baas ZoEKT BAAN aan de slag met Re-integratie

Baas ZoEKT BAAN aan de slag met Re-integratie Baas ZoEKT BAAN aan de slag met Re-integratie 22 september 2006 Georganiseerd door: Met medewerking van: Baas ZoEKT BAAN aan de slag met Re-integratie Workshop Re-integratiebeleid, welke keuzes kunt u

Nadere informatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie Wajongers aan het werk met loondispensatie UWV, Directie Strategie, Beleid en Kenniscentrum Dit memo gaat in op de inzet van loondispensatie bij Wajongers en op werkbehoud en loonontwikkeling. De belangrijkste

Nadere informatie

WAT ZIJN DE MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN EN BATEN VAN EEN SUCCESVOLLE BANENAFSPRAAK?

WAT ZIJN DE MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN EN BATEN VAN EEN SUCCESVOLLE BANENAFSPRAAK? WAT ZIJN DE MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN EN BATEN VAN EEN SUCCESVOLLE BANENAFSPRAAK? Prof Dr A. Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC Rotterdam, Nederland Maatschappelijke kosten en baten

Nadere informatie

Eigen risico dragen voor de WGA vaak financieel aantrekkelijk

Eigen risico dragen voor de WGA vaak financieel aantrekkelijk Binnenkort voert het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een aantal veranderingen door in de wijze waarop de WGA wordt gefinancierd. Deze wijzigingen maken het voor zorginstellingen aantrekkelijker

Nadere informatie

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro. Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair

Nadere informatie

EVALUATIE WERKTOP. Auteurs: Prof. dr. Nicolette van Gestel, Dr. Shirley Oomens, Eva Buwalda-Groeneweg MA

EVALUATIE WERKTOP. Auteurs: Prof. dr. Nicolette van Gestel, Dr. Shirley Oomens, Eva Buwalda-Groeneweg MA EVALUATIE WERKTOP Auteurs: Prof. dr. Nicolette van Gestel, Dr. Shirley Oomens, Eva Buwalda-Groeneweg MA In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Juni 2014 SAMENVATTING Gemeenten

Nadere informatie

Schadevoorziening bij brand- en bouwveiligheid

Schadevoorziening bij brand- en bouwveiligheid Schadevoorziening bij brand- en bouwveiligheid Amsterdam, september 2013 In opdracht van WODC Schadevoorziening bij brand- en bouwveiligheid Een evenwichtig systeem? Bert Hof en Nicole Rosenboom Roetersstraat

Nadere informatie

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER Raadsvergadering: 19 december 2012 Registratienummer: TB 12.3407403 Agendapunt: 8 Onderwerp: Voorstel: Toelichting: Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Geschiedenis Participatiewet

Geschiedenis Participatiewet De Participatiewet Welkom 1 Opening 2 Inhoud van de Participatiewet 3 De Participatiewet, lucht, last of lust voor ondernemers 4 Praktijkervaringen 5 Paneldiscussie met de zaal over belemmeringen, kansen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1424 Vragen van het lid

Nadere informatie

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota Samenvatting Aanpak Pagina 2 Doelstelling Vergelijking van keuzes: Doorgaan met huidige uitvoering óf Opzetten van een gezamenlijk uitvoeringsorganisatie

Nadere informatie

Nummer : 02/36 Datum : 20 maart 2002 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nummer : 02/36 Datum : 20 maart 2002 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie Nummer : 02/36 Datum : 20 maart 2002 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Nogmaals: Arbeidsmarkteffecten van inkomensafhankelijke regelingen In CPB Notitie 00/03, Arbeidsmarkteffecten

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Aan de raad AGENDAPUNT 3 Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Voorstel: 1. De kaders uit het beleidsplan 'Werken werkt!' vaststellen, zijnde: a. als doelstellingen: - het bevorderen van de mogelijkheden

Nadere informatie

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Welke opvangmogelijkheden zijn er in principe voor kinderen van inburgeraars?

Welke opvangmogelijkheden zijn er in principe voor kinderen van inburgeraars? INBURGERING EN KINDEROPVANG/VVE Welke opvangmogelijkheden zijn er in principe voor kinderen van inburgeraars? (1)Formele opvang onder de Wet kinderopvang (kinderen van 0-4 jaar) Onderscheid wordt gemaakt

Nadere informatie

Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen

Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen Beleidsverslag Werk en inkomen 2013 1/11 Inhoud Beleidsverslag 2013...1 Werk en inkomen...1 Inhoud...2 1 Inleiding...2 2.1 Ontwikkeling van de omvang van het uitkeringsbestand...3

Nadere informatie

Arbeid = arbeiders = mensen

Arbeid = arbeiders = mensen Vraag van en aanbod naar arbeid Arbeid = arbeiders = mensen De vraag naar mensen = werkenden Het aanbod van mensen = beroepsbevolking Participatiegraad Beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking * 100%

Nadere informatie

Samenvatting van: Zorgkosten en maatschappelijke baten van reumatherapieën bij reumatoïde artritis

Samenvatting van: Zorgkosten en maatschappelijke baten van reumatherapieën bij reumatoïde artritis Samenvatting van: Zorgkosten en maatschappelijke baten van reumatherapieën bij reumatoïde artritis Iris Blankers Annelise Notenboom Carlien Schrijvershof Het rapport is te downloaden van www.ape.nl Nadere

Nadere informatie