Opdrachten. Een kostenoverzicht maken van een bedrijf

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opdrachten. Een kostenoverzicht maken van een bedrijf"

Transcriptie

1 Opdrachten Een kostenoverzicht maken van een bedrijf Doel Na deze opdracht kun je: verschillende kosten van een bedrijf noemen; verschillende kosten van een bedrijf verdelen. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: een computer met Word; een printer. Oriëntatie Figuur 1-1: Wat voor bedrijfskosten zou een zalmkwekerij hebben? Het spreekwoord zegt: Voor niks gaat de zon op. En dat is ook zo. Want bij bijna alles wat je doet, maak je kosten. Heb je er weleens over nagedacht wat jij allemaal kost? Figuur 1-2: a Wat is jouw hobby?

2 b Wat heb je allemaal voor je hobby nodig? c Hoeveel kost jouw hobby ongeveer per maand? d Aan wat voor dingen geef jij zelf nog meer geld uit? Noem ten minste vijf dingen. Bedrijfskosten Ook bedrijven maken kosten. Voordat je als ondernemer je product kunt verkopen, moet je namelijk allerlei dingen betalen. Zoals brandstof, gas en licht, personeel en belastingen. Alle kosten bij elkaar noem je de bedrijfskosten. Je kunt bedrijfskosten verdelen in drie groepen, namelijk kosten voor: productiemiddelen; diensten van derden; belastingen. e Wat is de beste omschrijving van bedrijfskosten? Kosten die een bedrijf maakt om te kunnen produceren. De kosten die je maakt om een bedrijf te kunnen beginnen. De kosten van brandstof, gas en licht. Productiemiddelen Productiemiddelen vormen een kostenpost voor een bedrijf. Het zijn de middelen die je nodig hebt om een product te maken. In deze tabel zie je welke productiemiddelen er zijn. Figuur 1-3: Sommige productiemiddelen gaan lang mee. Denk maar eens aan een sorteermachine of een bakoven. Daar heb je jaren plezier van. De koeien van een melkveehouder of de appelbomen van een fruitkweker zijn ook productiemiddelen. Zulke productiemiddelen noem je duurzame productiemiddelen. Bij duurzame productiemiddelen heb je afschrijvingskosten. Een nieuwe auto is meer waard dan een auto van tien jaar oud. Als een nieuwe auto ,- kost, dan is die na 10 jaar bijvoorbeeld nog maar 3.000,- waard.

3 Je schrijft elk jaar een deel van deze waardevermindering af. Met de afschrijving bereken je wat het duurzame productiemiddel elk jaar minder waard wordt. Figuur 1-4: Drie voorbeelden van een duurzaam productiemiddel: een heftruck, koeien en een opslagloods. f Bedenk welke productiemiddelen jouw stagebedrijf nodig heeft. Noteer in de tabel bij elk productiemiddel een voorbeeld. Productiemiddel Voorbeeld van productiemiddelen in... Grondstoffen Hulpstoffen Machines Arbeid g Wat is een duurzaam productiemiddel? Kruis het aan. de stroom van een windmolen een seizoensarbeider zaad van éénjarige planten een kersenboom h Een computer van 1000,- is na twee jaar nog maar 500,- waard. Elk jaar trek je 250,- van de oorspronkelijke waarde af. Hoe noem je dit?

4 Diensten van derden Een ondernemer maakt ook kosten voor diensten van derden. Dit zijn diensten van mensen die je niet zelf in dienst hebt. Ze zijn in vaste dienst bij een ander bedrijf. Voorbeelden zijn de boekhouding die door een boekhouder wordt gedaan en het vervoer van koeien door een veevervoerbedrijf. Figuur 1-5: Een grondverzetbedrijf dat graafwerk doet voor een hovenier is een voorbeeld van diensten van derden. i Maakt jouw stagebedrijf ook gebruik van diensten van derden? Zo ja, van welke? Belastingen Bedrijven betalen ook belasting. Voorbeelden zijn: de onroerend zaakbelasting voor het bedrijfspand; de motorrijtuigenbelasting voor een trekker; de loonbelasting voor je loon; de milieubelasting voor bestrijdingsmiddelen. BTW is ook een soort belasting. Als bedrijf betaal je BTW over goederen of diensten die je koopt. Bovenop de verkoopprijs betaal je dan nog 3, 6 of 19% BTW. Het bedrag dat je aan BTW betaalt, zijn geen echte kosten, omdat ondernemers dat later weer terugkrijgen van de belastingdienst. j Waarom reken je de BTW niet echt tot de kosten van een bedrijf? Uitvoering Je gaat samen met een klasgenoot een kostenoverzicht maken voor een bedrijf. Jullie verzinnen het bedrijf zelf. Dit kan bijvoorbeeld een melkveehouderij zijn, maar ook een tuincentrum, een groentewinkel, een boomkwekerij, een manege of een heel ander bedrijf. 1 Vorm samen met een klasgenoot een groepje van twee. 2 Overleg over wat voor soort bedrijf jullie het kostenoverzicht gaan maken. Het moet een soort bedrijf zijn waar je al eens stage hebt gelopen. Noteer het bedrijf van jullie keuze.

5 3 Verzin een leuke naam voor het bedrijf. Welke naam hebben jullie gekozen? 4 Open Word op de computer. 5 Type de naam van het bedrijf op de lege pagina. Maak daaronder een korte beschrijving van jullie bedrijf. Welke producten verkopen jullie? Hoeveel personeel werkt er in het bedrijf? Wat voor machines staan er in het bedrijf? Enzovoort. 6 Maak deze schema's na in Word. Schrijf achter elke kostenpost ten minste drie voorbeelden van de kosten die dit bedrijf maakt. Tip: bel je stagebedrijf en vraag welke kostenposten zij hebben. Je kunt ook een soortgelijk bedrijf opbellen. Vraag of het uitkomt dat je voor school een paar vragen stelt. Productiemiddel Voorbeeld van productiemiddelen in... Grondstoffen Hulpstoffen Machines Arbeid Voorbeelden van diensten van derden voor ons bedrijf Voorbeelden van belastingen voor ons bedrijf 7 Print de pagina's uit en doe ze in een mapje. 8 Sla het document zo op dat je het later gemakkelijk kunt terugvinden. Afsluiting Jullie hebben een kostenoverzicht gemaakt voor jullie bedrijf. Jullie klasgenoten hebben voor hun bedrijf ook een kostenoverzicht gemaakt. a Vorm met een van de andere groepjes een groepje van vier. b Vergelijk jullie kostenoverzicht met het kostenoverzicht van het andere groepje. c Hebben jullie klasgenoten kosten genoteerd die jullie zelf zijn vergeten? Zo ja, welke dan? d Hebben jullie alle kosten op de juiste plaatsen genoteerd? Zo niet, welke kosten staan dan op de verkeerde plaats? e Verbeter zo nodig jullie kostenoverzicht op de computer en print de pagina's opnieuw uit.

6 Winst of verlies berekenen Doel Na deze opdracht kun je: winst of verlies berekenen met gegevens uit een tabel. Benodigheden Bij deze opdracht heb je nodig: een rekenmachine. Oriëntatie Figuur 1-6: Stel, je bent jarig en je wilt al je klasgenoten uitnodigen voor een feest. Dat zijn 30 jongens en meisjes. Voor het feest huur je een zaaltje en een dj. a Wat moet je behalve de zaalhuur en de dj nog meer betalen als je een feest houdt? b Hoeveel euro ben je daar ongeveer aan kwijt, denk je? c Hoe zou je op de kosten van het feestje kunnen besparen? Noem drie manieren. Winst Als ondernemer maak je niet alleen kosten. Je maakt ook winst. Om je winst te kunnen berekenen, moet je weten wat de kost- en verkoopprijs van je product is. Ook moet je de omzet van je bedrijf weten en alle productiekosten. d Welke gegevens heb je nodig om de winst te berekenen?

7 Kostprijs Om de winst te kunnen berekenen, heb je om te beginnen de kostprijs nodig. Om de kostprijs van één product te berekenen, tel je alle kosten op die je maakt bij het produceren van zulke producten. Deze kosten deel je door het aantal producten dat je maakt. In een formule ziet de berekening van de kostprijs er als volgt uit. Figuur 1-7: e Hovenier Beek kweekt buxusboompjes. Bekijk het overzicht van de productiekosten. Overzicht productiekosten Stuk grond Overige kosten Totale kosten 3.500, , ,- Bereken de kostprijs van één buxusboompje. Laat zien hoe je het berekend hebt. Figuur 1-8: Om een buxusboompje te laten groeien, worden heel veel kosten gemaakt. Verkoopprijs De kostprijs is niet hetzelfde als de verkoopprijs. Die moet immers wat hoger liggen, anders heb je niks verdiend. De verkoopprijs min de kostprijs is je winstmarge. Boven op de verkoopprijs reken je ook nog BTW. Dit is wettelijk verplicht. In een formule ziet de berekening van de verkoopprijs er als volgt uit.

8 Figuur 1-9: f Hovenier Beek wil zijn buxusboompjes verkopen. De winstmarge per boompje is 0,50. De BTW is 6%. (Je berekent de BTW over de kostprijs + de winstmarge.) Bereken de verkoopprijs van één buxusboompje. Laat zien hoe je dat hebt gedaan. Omzet De omzet van een bedrijf is het bedrag dat je per jaar binnenkrijgt met de verkoop van je producten. Het aantal producten dat je verkoopt, noem je de afzet. In een formule ziet de berekening van de omzet er als volgt uit. Figuur 1-10: Omzet is niet hetzelfde als winst, want van de omzet moeten de kosten nog worden afgetrokken. Aan je omzet kun je wel zien of je het goed doet als ondernemer. g Hovenier Beek verkoopt buxusboompjes. Bereken zijn omzet. Laat zien hoe je dat hebt gedaan. Winst berekenen Om je winst te berekenen, trek je de inkoopkosten en de productiekosten van de omzet af. In een formule ziet dit er als volgt uit. Figuur 1-11: h Hovenier Beek heeft de buxusboompjes voor 1.000,- ingekocht. Zijn totale productiekosten waren ,-. Neem de omzet over van vraag g en bereken de winst. Laat zien hoe je dat hebt gedaan. Uitvoering Je gaat de kosten en opbrengsten van het verjaardagsfeest uit de Oriëntatie berekenen. Er komen 30 jongens en meisjes. De zaalhuur is 75,-. De dj die je gaat inhuren, kost 100,-. Om de kosten te delen heb je besloten dat al je klasgenoten 5,- entreegeld moeten betalen. Je ouders hebben beloofd elk 35,- mee te betalen.

9 1 In de tabel staat wat je allemaal nodig hebt voor het feestje. Reken per artikelsoort uit wat de kosten zijn. Noteer de kosten in de tabel. Artikelen Prijs per stuk Totaal per artikelsoort 50 flessen frisdrank 4 taarten 20 zakken chips 20 zakjes noten 2 kazen 10 worsten 0,60 3,80 1,10 1,20 8,90 1,60 2 Tel het totaal van alle artikelen op. Noteer het totaalbedrag in de volgende tabel bij Eten en drinken. Kosten feestje Eten en drinken Zaalhuur Dj Totale kosten 3 Noteer ook de kosten van de zaalhuur en de dj in de tabel. 4 Tel alle kosten op. Noteer dit bedrag in de tabel bij Totale kosten. 5 Bereken de opbrengsten van het feestje. Noteer ze in de volgende tabel. Opbrengsten feestje Entreegeld (30 personen) Bijdrage ouders Totale inkomsten 6 Je weet wat je kosten zijn. En je weet ook hoeveel geld je binnenkrijgt. Moet je nu zelf nog wat bijbetalen? Of houd je juist geld over? Noteer je berekening in de tabel. Verschil tussen kosten en opbrengsten Totale kosten Totale opbrengsten Winst of verlies 7 Heb je nu winst of verlies gemaakt? Winst Verlies 8 Hoe zou je de kosten van het feestje kunnen verlagen? 9 Hoe zou je de opbrengsten van het feestje kunnen verhogen? Afsluiting Je hebt met gegevens uit een tabel winst of verlies berekend. a Vorm samen met een klasgenoot een groepje van twee.

10 b c d Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van je klasgenoot. Hebben jullie verschillen ontdekt? Zo ja, reken dan beiden je antwoorden nog eens na. Als jullie er niet uitkomen, vragen jullie de docent wat het goede antwoord is. Wat kan een ondernemer doen als hij geld nodig heeft voor zijn bedrijf? Noem ten minste twee mogelijkheden. Balansen maken Doel Na deze opdracht kun je: uitleggen wat een balans is; uitleggen wat debet en credit betekenen; een balans maken. Benodigheden Bij deze opdracht heb je nodig: een rekenmachine. Oriëntatie Figuur 1-12: In je eigen kamer staan je eigen spullen. Die spullen zijn je bezittingen. Wat zijn jouw bezittingen waard? a

11 Noteer je vijf belangrijkste bezittingen in de eerste kolom van de tabel. Bezittingen Waarde Totaal b Hoeveel zijn jouw belangrijkste bezittingen ongeveer waard? Noteer de waarde van je bezittingen in de tweede kolom van de tabel. Noteer ook de totale waarde. c Heb je ook schulden? Heb je bijvoorbeeld geld van iemand geleend? Of moet je je scooter nog afbetalen? Noteer links wat voor schuld je hebt en rechts hoe groot die schuld is. Noteer ook de totale waarde. Schulden Waarde Totaal De balans Ook als ondernemer maak je een overzicht van je bezittingen. En van je schulden. Het is belangrijk dat je weet hoeveel geld je hebt en hoeveel geld je nog moet betalen. Daarom maak je een balans. Dit is een overzicht van alle bezittingen en schulden van een bedrijf op een bepaald moment. Bijvoorbeeld op 1 september. In de tabel zie je een voorbeeld van de balans van bloemenwinkel Anita. Je hebt altijd twee kolommen in een balans. Links staan de bezittingen en rechts de schulden. De onderdelen van de beide kolommen noem je balansposten. Zo is het winkelpand bijvoorbeeld een balanspost. Een balans moet altijd in evenwicht zijn. Het totaalbedrag van je bezittingen en je schulden moet in de balans dus gelijk zijn. d Kijk naar de balans van bloemenwinkel Anita. Vul de zin aan:

12 Dit is het overzicht van de bezittingen en schulden van bloemenwinkel Anita op de datum e Noem drie balansposten uit de balans van bloemenwinkel Anita. f Een maand later is het totaal van de schulden van bloemenwinkel Anita ,-. Hoeveel is het totaal van de bezittingen? Bezittingen De bezittingen van een bedrijf staan in de linkerkolom van de balans. Alle bezittingen hebben een bepaalde waarde. Die staat er in de balans bij. Aan de linkerkant van de balans zie je ook debiteuren staan. Debiteuren zijn mensen die nog iets moeten betalen aan je bedrijf. Het bedrag dat je nog tegoed hebt, reken je in de balans vast mee bij de bezittingen. De linkerkolom van een balans noem je ook wel de debetkant. In plaats van bezittingen staat daarom meestal het woordje debet boven de linkerkolom.

13 Figuur 1-15: De bezittingen van een bloemenwinkel zijn de bloemen en planten, maar bijvoorbeeld ook de kassa, het inpakpapier en het winkelpand. g Er zijn mensen die nog geld moeten betalen aan bloemenwinkel Anita. Hoe noem je deze mensen? h Hoeveel moeten deze mensen nog aan bloemenwinkel Anita betalen? Schulden De schulden van een bedrijf staan in de rechterkolom van de balans. De waarde van deze schulden staat erbij. Een voorbeeld van schulden is het eigen vermogen. Een ondernemer steekt vaak eigen geld in zijn bedrijf. Dit eigen geld noem je ook wel eigen vermogen. Het eigen vermogen dat je in je bedrijf steekt, is dus eigenlijk geld dat je van jezelf leent: een schuld.

14 Aan de rechterkant van de balans zie je ook crediteuren staan. Crediteuren zijn mensen aan wie je nog wat moet betalen, zoals de computerwinkelier bij wie je een computer hebt gekocht. Je hebt een schuld aan die winkelier. De rechterkolom van een balans heet ook wel de creditkant. In plaats van schulden staat daarom meestal het woordje credit boven de rechterkolom. i Vul in debet of credit. Bij boekhouden zeg je in plaats van schulden ook wel. Bij boekhouden zeg je in plaats van bezittingen ook wel. j Wie is een crediteur van bloemenwinkel Anita? Kruis het aan. Scholengemeenschap Ter Have die 200 rozen voor de diploma-uitreiking heeft besteld. Groothandel Orchidee die 200 rozen aan bloemenwinkel Anita heeft geleverd. Uitvoering Je gaat van een bedrijf de balans maken. 1 Vorm samen met een klasgenoot een groepje van twee. 2 Bekijk de volgende tabel. In de tabel staan vijftien omschrijvingen van bezittingen en schulden van manege Hippopolis. Kruis aan of de omschrijving over een bezit gaat of over een schuld. Bezittingen en schulden van manege Hippopolis Bezit Schuld De hypotheek op het bedrijfspand Het geld dat de manege in kas heeft Een lening van de ouders van de eigenaar De paarden in de manege De klimaatinstallatie Rekeningen die klanten van de manege nog moeten betalen Het bedrijfspand waarin de manege is gevestigd Rekeningen die het bedrijf nog moet betalen aan leveranciers Het eigen vermogen dat de eigenaar in zijn bedrijf heeft gestoken Het geld dat de manege op de bank heeft staan Zakken paardenvoer voor de paarden De inrichting van het kantoor

15 Bezittingen en schulden van manege Hippopolis Een lening van de bank De paardentrailers van het bedrijf De hogedrukspuit van de manege Bezit Schuld 3 Bekijk de lijst met balansposten van manege Hippopolis. Balansposten van manege Hippopolis Banklening Machines Crediteuren Kassaldo Bedrijfspand Banksaldo Debiteuren Paarden Lening ouders Grond Paardentrailer Kantoorinrichting Eigen vermogen Overige materialen Hypotheek Paardenvoer Waarde , , ,- 700, , , , , , , , , , , , ,- 4 Zet de bezittingen en schulden van de manege op de juiste plaats in de balans. Noteer ook de waarden. Er staan al een paar kostenposten ingevuld. Balans van manege Hippopolis op Bezittingen (Debet) Kassaldo 700,- Grond ,- Schulden (Credit) Eigen vermogen ,- Hypotheek ,- Overige materialen ,- Totaal Totaal 5 Tel de waarden in de kolom met de bezittingen (debet) op. Doe dit ook bij de kolom met de schulden (credit). Noteer de totaalbedragen in de balans bij Totaal. Zijn beide totaalbedragen hetzelfde? Zo niet, dan hebben jullie een fout gemaakt. Zoek de fout op en verbeter de balans. Afsluiting Jullie hebben van een bedrijf de balans opgemaakt. a Zijn de volgende beweringen over de balans juist of onjuist? Geef jullie antwoorden met kruisjes aan. Beweringen over de balans Juist Onjuist Geld dat je zelf in een bedrijf stopt, staat aan de creditkant. Als het totaal aan de debetkant toeneemt, dan neemt de creditkant af.

16 Beweringen over de balans Schulden noteer je aan de debetkant. De hypotheek voor een bedrijfspand staat aan de creditkant. De bloemen in een bloemenwinkel staan aan de debetkant. Rekeningen die je nog moet betalen, staan aan de creditkant. De akkergrond van een akkerbouwer staat aan de creditkant. Juist Onjuist b Bekijk deze balans. Kleur de dingen die op de verkeerde plaats staan. c d Kijk samen met jullie docent de antwoorden na. Hebben jullie fouten gemaakt? Zo ja, welke fouten hebben jullie dan gemaakt? e Verbeter zo nodig de fouten. Reken alles nog een keer goed na. Veranderingen op de balans doorvoeren Doel Na deze opdracht kun je: veranderingen op de balans doorvoeren. Benodigheden Bij deze opdracht heb je nodig: een rekenmachine.

17 Oriëntatie Figuur 1-18: Banksaldo en kassaldo Het geld dat in de kassa zit en het geld dat je op de bank hebt staan, horen bij de bezittingen van het bedrijf. Beide staan dus in de linkerkolom. Je noemt deze balansposten Kassaldo en Banksaldo. a Noem twee dingen waardoor je banksaldo kan afnemen. b Noem twee dingen waardoor je banksaldo kan toenemen. Veranderingen op de balans Een balans blijft niet altijd hetzelfde. Je kunt bijvoorbeeld geld lenen bij de bank en dit op je bankrekening storten. Dan verandert het bedrag bij de balanspost Banksaldo. Net als het bedrag bij de balanspost Banklening. Na elke verandering op de balans moet je een nieuwe balans maken. Je moet er steeds voor zorgen dat het totaalbedrag van de linkerkolom hetzelfde is als het totaalbedrag in de rechterkolom.

18 c Bekijk de balans van bloemenwinkel Anita. Lees de volgende informatie goed door. Anita leent ,- extra van de bank. Haar schuld aan de bank wordt dus hoger. Anita stort die ,- op haar bankrekening. Het bedrag dat op de bankrekening van de bloemenwinkel staat, wordt dus ook hoger. d Bekijk de balans van bloemenwinkel Anita na de lening. Welke balansposten zijn er veranderd door de extra lening? Kleur die. e Welke bedragen staan er nu bij deze balansposten? Schrijf ze hier op. f Zowel in de debet- als de creditkolom is er ,- bijgekomen. Het totaalbedrag van deze kolommen verandert dus ook. Welk totaalbedrag staat er nu bij de debet- en de creditkolom? Veranderingen in de debet- en de creditkolom Bij de lening van Anita veranderde er iets in de creditkolom: de schuld aan de bank werd ,- groter. Maar ook in de debetkolom veranderde iets: het bedrag op de bankrekening werd ,- hoger. Omdat er aan beide kanten geld is bijgekomen, veranderen de totaalbedragen ook. Zowel het totaalbedrag aan de debetals de creditzijde wordt ,- hoger. g

19 Lees deze informatie goed door. Een klant (debiteur) van Anita betaalt een rekening van 250,-. De schuld van de klant aan Anita wordt kleiner. De klant stort het geld op de bankrekening van bloemenwinkel Anita. Het bedrag dat op de bankrekening staat, wordt dus groter. h Bekijk de balans van bloemenwinkel Anita na betaling van de rekening. Welke balansposten zijn er veranderd? Kleur die. i Welke bedragen staan er nu bij deze balansposten? Schrijf ze hier op. j Zijn de totaalbedragen veranderd? ja nee Veranderingen in één kolom Bij de betaalde rekening veranderden er twee dingen. De schuld van de klant (debiteur) aan bloemenwinkel Anita werd kleiner. Het bedrag op de bankrekening van bloemenwinkel Anita werd groter. Hier veranderden dus alleen dingen in de debetkolom. Dat kan ook voorkomen. Het totaalbedrag van de kolom blijft dan hetzelfde. Uitvoering Je gaat samen met een klasgenoot een aantal veranderingen op een balans doorvoeren. 1 Vorm met een klasgenoot een groepje van twee. 2 Bekijk de balans van De hof van Eden, de groentewinkel van Linda van Eden.

20 3 Linda leent 5.000,- extra van de bank. De bank stort dit bedrag op haar bankrekening. Welke balanspost verandert er aan de creditzijde? Eigen vermogen Banklening Crediteuren 4 Welke balanspost verandert er aan de debetzijde bij deze extra lening? Inventaris Debiteuren Banksaldo 5 Noteer de namen van beide balansposten in de eerste kolom van de tabel. Naam balanspost Toename Afname Hoeveel? Nieuw bedrag 6 Kruis aan of het bedrag bij de balanspost door de lening toeneemt of afneemt. 7 Noteer in de tabel met hoeveel euro de balanspost toeneemt of afneemt. 8 Wat wordt het nieuwe bedrag bij deze balansposten? Noteer het in de tabel. 9 Welke bedragen op de balans veranderen nog meer? 10 Linda koopt voor die 5.000,- een nieuwe koelcel. Hierdoor staat er nu minder geld op haar bankrekening, maar ze heeft wel een nieuw bezit. Er veranderen twee balansposten aan de debetzijde. Welke? Noteer de balansposten in de eerste kolom van de volgende tabel. Balansposten Oud saldo Nieuw saldo 11 Wat was het oude saldo bij deze balansposten? Kijk in de balans en bij de tabel van opdracht 4. Vul het oude saldo in de tabel in. 12 Wat is het nieuwe saldo? Vul dit in de tabel in. 13 Veranderen de totaalbedragen ook? ja nee 14 Linda betaalt een rekening van 500,- aan een leverancier. Hierdoor staat er 500,- minder op haar bankrekening. Haar schuld aan de leverancier wordt 500,- lager.

21 Er verandert een balanspost aan de debetzijde en een balanspost aan de creditzijde. Welke? Noteer dit in de tabel. Balansposten Oud saldo Nieuw saldo 15 Wat was het oude saldo bij deze balansposten? Kijk in de balans en bij de tabel van opdracht 9. Vul het oude saldo in de tabel in. 16 Wat is het nieuwe saldo? Vul dit in de tabel in. 17 Veranderen er ook nog andere bedragen op de balans? Zo ja, welke? Afsluiting Je hebt veranderingen op de balans van groentewinkel De hof van Eden doorgevoerd. a Zijn de volgende beweringen over veranderingen in de balans juist of onjuist? Geef je antwoorden met kruisjes aan. Beweringen over veranderingen in de balans Juist Onjuist Bij veranderingen in een balans, kan het totaalbedrag ook veranderen. Als een klant een rekening betaalt, wordt het bedrag bij Banksaldo lager. Als een klant een rekening betaalt, veranderen er alleen balansposten in de debetkolom. b In deze balans zit een fout. Schrijf op wat de fout is. c d Kijk samen met je docent je antwoorden na. Heb je fouten gemaakt? Zo ja, welke fouten heb je dan gemaakt? e Verbeter zo nodig de fouten. Reken alles nog een keer goed na. Nog meer veranderingen op de balans doorvoeren Doel Na deze opdracht kun je: veranderingen op de balans doorvoeren. Benodigheden Bij deze opdracht heb je nodig: een rekenmachine; een kladblaadje;

22 computer met Word. Oriëntatie Figuur 1-24: a b Vorm samen met een klasgenoot een groepje van twee. Bekijk de volgende tabel. Verandering Welke balansposten veranderen? Toename Afname Een debiteur betaalt met contant geld een rekening. Het geld gaat in de kas. o Crediteuren o Debiteuren o Kassaldo o Banklening Een bedrijf verkoopt een deel van zijn inventaris. De opbrengst wordt op de rekening van het bedrijf gestort. o Bedrijfspand o Crediteuren o Inventaris o Banksaldo Een bedrijf koopt nieuwe goederen in. De goederen worden niet meteen betaald. Het bedrijf heeft dus een schuld aan de leverancier. o Banklening o Voorraad o Crediteuren o Kassaldo Een ondernemer heeft een lening bij de bank. Elke maand betaalt hij van die lening 2000,- af. o Banksaldo o Bedrijfspand o Inventaris o Banklening c Kruis aan welke balansposten volgens jullie veranderen. Kruis ook aan of de balanspost toeneemt of juist afneemt.

23 Uitvoering Je gaat nu samen met je klasgenoot nog een keer veranderingen doorvoeren op de balans. 1 Vorm met een klasgenoot een groepje van twee. 2 Bekijk de balans van Roba Moderna, de kledingwinkel van Rob Marechal. 3 Van welke datum is deze balans? 4 Maak deze balans na in Word. 5 Rob koopt op 2 november een nieuwe computer. De computer kost 800,-. Hij betaalt de computer niet direct. Welke balansposten veranderen er volgens jullie? Kopieer de balans van 31 oktober. Voer de veranderingen van 2 november door op de balans. Bereken het nieuwe totaalbedrag van de debet- en creditkolom. Zijn beide totaalbedragen hetzelfde? Zo niet, reken alles dan nog een keer goed na en herstel wat je fout hebt gedaan. 6 Rob betaalt op 21 november met geld uit de kassa zijn zus 1.000,- terug. Welke balansposten veranderen er volgens jullie? Kopieer de balans van 2 november. Voer de veranderingen van 21 november door op de balans. Bereken het nieuwe totaalbedrag van de debet- en creditkolom. Zijn beide totaalbedragen hetzelfde? Zo niet, reken alles dan nog een keer goed na en herstel wat je fout hebt gedaan. 7 Rob betaalt op 30 november via de bank een rekening van 1.300,- aan een leverancier. Welke balansposten veranderen er volgens jullie? Kopieer de balans van 21 november. Voer de veranderingen van 30 november door op de balans. Bereken het nieuwe totaalbedrag van de debet- en creditkolom. Zijn beide totaalbedragen hetzelfde? Zo niet, reken alles dan nog een keer goed na en herstel wat je fout hebt gedaan. 8 Print de pagina s met de balansen uit. 9 Sla het document zo op dat je het straks gemakkelijk kunt terugvinden. Afsluiting Jullie hebben veranderingen doorgevoerd op de balans van kledingwinkel Roba Moderna. a Vind je het doorvoeren van veranderingen op de balans moeilijk? Waarom wel of waarom niet? b Waarom is het belangrijk om alle veranderingen in een bedrijf goed bij te houden? Omdat je dit volgens de wet moet doen. Doe je het niet, dan ben je strafbaar.

24 c d Omdat je dan precies weet wat de financiële situatie van het bedrijf is. Omdat je dan meteen kunt zien of je nieuwe voorraad moet inkopen. Kijk samen met je docent jullie antwoorden na. Hebben jullie fouten gemaakt? Zo ja, welke fouten hebben jullie dan gemaakt? e Verbeter zo nodig de fouten. Reken alles nog een keer goed na. Het grootboek Doel Na deze opdracht kun je: uitleggen wat een grootboekrekening is; het grootboek openen. Benodigheden Bij deze opdracht heb je nodig: een computer met Word. Oriëntatie Het grootboek Je hebt in de vorige opdrachten veranderingen op de balans verwerkt. Dit noem je boekhouden. In de opdrachten heb je voor alle bezittingen en schulden steeds een nieuwe balans gemaakt. Maar dat hoeft niet. Het is veel handiger om alleen de veranderingen te noteren. Je maakt dan voor alle balansposten een aparte kaart. Bijvoorbeeld een kaart voor de inventaris en een kaart voor de crediteuren. Op deze kaart houd je de veranderingen van deze balanspost bij. Alle kaarten bij elkaar noem je het grootboek. a Wat is de beste omschrijving van een grootboek? Alle balansen van een bedrijf bij elkaar. Een soort kaartenbak. Alle kaarten met balansposten bij elkaar. Een overzicht van je bezittingen. De grootboekrekening De kaarten uit het grootboek noem je de grootboekrekeningen. Van elke balanspost maak je een grootboekrekening. In de volgende figuur zie je hoe je dit doet. In plaats van één grote balans met dertien balansposten krijg je nu dertien losse grootboekrekeningen.

25 b Teken een grootboekrekening voor het bezit Winkelpand. Je hoeft de grootboekrekening nog niet in te vullen. Het grootboek openen Voor je veranderingen in het grootboek kunt noteren, moet je het eerst openen. Bij het openen van een grootboek moet je een aantal gegevens invullen. Die gegevens neem je over van de balans. In figuur zie je de grootboekrekening van het banksaldo van Bobs Dierenshop. Figuur 1-27: De grootboekrekening van het banksaldo van Bobs Dierenshop. In de kolom Datum vul je de datum van de balans in. Bij Omschrijving noteer je Balans : je hebt de gegevens immers van de balans overgenomen. In de kolommen Debiteren en Crediteren vul je het bedrag in. Als het in de balans in de kolom Debet staat, vul je het hier in bij Debiteren. Als het bedrag in de balans in de kolom Credit staat, vul je het hier in bij Crediteren. c Bekijk de grootboekrekening voor het banksaldo van Bobs Dierenshop. In welke kolom zie je: hoeveel geld er op de bank staat?

26 op welke datum dit bedrag op de bankrekening stond? dat het banksaldo is overgenomen uit de balans? Uitvoering 1 Bekijk de balans van Peters Ponyclub. 2 Open Word op de computer. 3 Maak in Word een grootboekrekening, zoals in de voorbeelden uit de Oriëntatie. Vul de gegevens van de balans nog niet in. 4 Kopieer de grootboekrekening tien keer, zodat je in totaal elf grootboekrekeningen krijgt. 5 Typ in elke tabel de naam van de grootboekrekening. Oftewel: Grootboekrekening bedrijfspand, Grootboekrekening paardentrailer, enzovoort. 6 Open de grootboeken op de juiste manier. 7 Print de pagina s met de grootboekrekeningen uit. 8 Sla het document zo op dat je het straks gemakkelijk kunt terugvinden. Afsluiting Je hebt nu zelf grootboekrekeningen geopend. a Vorm samen met een klasgenoot een groepje van twee. b Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van je klasgenoot. c Hebben jullie verschillen ontdekt? Zo ja, zoek dan in de Oriëntatie op hoe je het grootboek moet openen. Als jullie er niet uitkomen, vragen jullie de docent wat het goede antwoord is. Verbeter zo nodig de grootboekrekeningen en print ze opnieuw uit. d Waarom is het handig om met grootboekrekeningen te werken? Werken met grootboekrekeningen Doel Na deze opdracht kun je: boekingen verwerken in het grootboek. Benodigheden Bij deze opdracht heb je nodig: een rekenmachine; een computer met Word; het grootboek uit opdracht Het grootboek ; een printer.

27 Oriëntatie Boekingsregels voor bezit Een verandering invullen in het grootboek, noem je een boeking verwerken. Je noteert daarbij de datum van de verandering in de grootboekrekening. Ook geef je de omschrijving van de verandering, bijvoorbeeld: lening, factuur of bankafschrift. In de kolommen Debiteren en Crediteren vul je in met hoeveel euro een bezit of een schuld is toegenomen of afgenomen. Het invullen van de kolommen Debiteren en Crediteren doe je volgens de boekingsregels. Voor de bezittingen gelden de volgende boekingsregels. Figuur 1-29: Dus: als Bob voor 200,- cavia s inkoopt bij de fokker, neemt het bezit Dieren met 200,- toe. Hij noteert de waarde van de cavia s in de kolom Debiteren van de grootboekrekening Dieren. Figuur 1-30: a Bob koopt een nieuwe kassa voor zijn winkel. Die kassa kost 2.000,-. Hij krijgt er op 6 augustus 2005 een factuur voor. Verwerk de aanschaf van de kassa in de grootboekrekening Inventaris. GROOT- BOEKREKE- NING INVEN- TARIS Datum Omschrijving Balans Debiteren ,- Crediteren Totaal b Op 10 augustus krijgt Bob een afschrift van zijn girorekening: het bedrag voor de kassa is afgeschreven. Het bezit Giro is dus met 2.000,- afgenomen. Verwerk dit in de grootboekrekening. GROOT- BOEKREKE- NING GIRO Datum Omschrijving Debiteren Crediteren

28 GROOT- BOEKREKE- NING GIRO Balans 7.000,- Totaal Boekingsregels voor schulden Voor de schulden zijn de boekingsregels net andersom. Figuur 1-31: Dus: als Bob de rekening voor de cavia s betaalt, wordt zijn schuld aan de fokker 200,- kleiner. Deze fokker is een crediteur. Bob noteert de 200,- in de kolom Debiteren van de grootboekrekening Crediteuren. Figuur 1-32: c Bob lost op 15 augustus ,- van zijn banklening af. Verwerk dit in de grootboekrekening Banklening. GROOT- BOEKREKE- NING BANK- LENING Datum Omschrijving Balans Bankafschrift Debiteren Crediteren ,- Totaal d Op 27 augustus neemt Bob een extra hypotheek van ,-. Zijn hypotheekschuld neemt dus toe. Verwerk deze toename in de grootboekrekening Hypotheek.

29 GROOT- BOEKREKE- NING HYPO- THEEK Datum Omschrijving Debiteren Crediteren Balans ,- Extra hypotheek Totaal Een boeking verwerken Bij een boeking heb je altijd met twee grootboekrekeningen te maken. Als je bijvoorbeeld iets koopt en niet direct betaalt, neemt je bezit toe, maar ook je schuld. En als je je schuld aflost, gaat dat geld weer van je bankrekening af. Als Bob voor 200,- cavia s koopt, neemt zijn bezit Dieren toe. Er verandert dus iets in de grootboekrekening Dieren. Maar ook in de grootboekrekening Crediteuren verandert iets. Bob heeft nu namelijk een schuld aan de fokker van de cavia s, een crediteur. Je verwerkt de boeking dus in deze twee grootboekrekeningen: Figuur 1-33: e Op 29 augustus schaft Bob een navigatiesysteem voor zijn bedrijfswagen aan. Het kost hem 300,-. Hij betaalt contant uit de kas. Verwerk de boeking in de grootboekrekeningen Bedrijfsauto en Kassaldo. GROOT- BOEKREKE- NING BEDRIJFS- AUTO Datum Omschrijving Balans Factuur Debiteren 8.000,- Crediteren Totaal

30 GROOT- BOEKREKE- NING KAS- SALDO Datum Omschrijving Debiteren Crediteren Balans 1.960,- Kasbewijs Totaal Uitvoering Je gaat een aantal boekingen verwerken op de grootboekrekeningen van Peters Ponyclub. 1 Vorm samen met een klasgenoot een groepje van twee. 2 Bekijk de balans van Peters Ponyclub. 3 Open het Word-bestand met de grootboekrekeningen van Peters Ponyclub uit opdracht Het grootboek. 4 Op 3 augustus leent Peter 5.000,- extra van de bank. Het geld wordt overgemaakt op zijn bankrekening. Vul dit schema in: noteer welke twee grootboekrekeningen je moet invullen; noteer om welk bedrag het gaat; kruis aan of het om een bezit of een schuld gaat; kruis aan of het bezit/de schuld afneemt of toeneemt. Grootboekrekening Bedrag Bezit Schuld Nemt af Nemt toe 5 Verwerk de lening van 3 augustus in het grootboek. Denk aan de boekingsregels! 6 Op 4 augustus koopt Peter twee Welsh pony s voor 2.000,-. Hij betaalt via de bank. Vul het schema in. Grootboekrekening Bedrag Bezit Schuld Nemt af Nemt toe 7 Verwerk de aanschaf van de pony s in het grootboek. Denk aan de boekingsregels. 8 Op 6 augustus betaalt Peter 1.500,- uit de kassa aan zijn timmerman. Vul het schema in.

31 Grootboekrekening Bedrag Bezit Schuld Nemt af Nemt toe 9 Verwerk de betaling van de timmerman in het grootboek. 10 Op 12 augustus betaalt Peter een rekening van 1.000,- aan zijn hooileverancier. Hij betaalt via de bank. Verwerk dit in het grootboek. Denk aan de boekingsregels. 11 Op 25 augustus stort Peter 2.900,- kasgeld op de bank. Verwerk dit in het grootboek. 12 Tel in de kolommen Debiteren en Crediteren de bedragen op. Noteer de totaalbedragen van alle grootboekrekeningen. 13 Print de pagina s met de grootboekrekeningen uit. 14 Sla het document zo op dat je het straks gemakkelijk kunt terugvinden. Afsluiting Je hebt vijf veranderingen verwerkt in de grootboekrekeningen van Peters Ponyclub. a Vergelijk jullie antwoorden met de antwoorden van een ander tweetal. b Hebben jullie verschillen ontdekt? Zo ja, reken dan jullie antwoorden nog eens na. Als jullie er niet uitkomen, vragen jullie de docent wat het goede antwoord is. Verbeter zo nodig de grootboekrekeningen en print ze opnieuw uit. c Op welke grootboekrekening hebben jullie de meeste boekingen verwerkt? Van grootboek naar balans Doel Na deze opdracht kun je: uit het grootboek een balans samenstellen. Benodigheden Bij deze opdracht heb je nodig: een rekenmachine. Oriëntatie Een nieuwe balans maken Om boekingen te verwerken, zijn grootboekrekeningen heel handig. Maar je bent het overzicht van alle geldstromen wel een beetje kwijt. Dat was op de balans duidelijker te zien. De oplossing is om van de grootboekrekeningen weer een nieuwe balans te maken. a Houd jij precies bij wanneer je geld uitgeeft of geld erbij krijgt? Waarom wel of waarom niet? b

32 Noteer een goede manier om je inkomsten en uitgaven per maand bij te houden. c Hoe kun je nu aan het eind van de maand gemakkelijk zien hoeveel geld je hebt? Proefbalans Voor je een nieuwe balans maakt, stel je een proefbalans op. In de proefbalans zet je alle totalen van de verschillende grootboekrekeningen weer onder elkaar. Je noteert dus per grootboekrekening wat het totaalbedrag in de kolom Debiteren is en wat het totaalbedrag in de kolom Crediteren is. Figuur 1-36: Bobs Dierenshop Bob van Bobs Dierenshop zet de totaalbedragen van de grootboekrekening Banklening in de proefbalans. Hij noteert het totaalbedrag onder Debiteren in de proefbalans onder Debet. Het totaalbedrag onder Crediteren noteert hij in de proefbalans onder Credit. Als er in een kolom geen bedrag staat, hoeft hij in de proefbalans niets te noteren.

33 Figuur 1-37: Van grootboekrekeningen naar proefbalans. d Wat voor bedragen noteer je in de proefbalans? e Kleur in de proefbalans waar je de gegevens van deze grootboekrekening ziet staan. GROOT- BOEKREKE- NING EIGEN VERMOGEN Datum Omschrijving Balans Debiteren Crediteren Totaal , , , ,- f Vul de gegevens van deze grootboekrekening op de juiste manier in de proefbalans in. GROOT- BOEKREKE- NING GIRO Datum Omschrijving Balans Debiteren Crediteren Totaal 7.000, ,-

34 Nieuwe balans Nadat je de proefbalans hebt gemaakt, maak je de nieuwe balans. In de nieuwe balans staan de saldo s van alle grootboekrekeningen. Een saldo is het getal dat je krijgt als je twee getallen van elkaar aftrekt. Je berekent het saldo van een grootboekrekening door het kleinste bedrag van het grootste bedrag af te trekken. In de proefbalans van Bobs Dierenshop staat er bij de balanspost Bedrijfsauto 8.000,- in de debetkolom en 1.000,- in de creditkolom. Je trekt het kleinste bedrag van het grootste bedrag af: 8.000, ,- = 7.000,-. De bedrijfsauto is een bezit. Dus komt het saldo in de nieuwe balans in de debetkolom te staan. In figuur zie je de proefbalans én de nieuwe balans van Bobs Dierenshop. Figuur 1-38: De proefbalans en de nieuwe balans van Bobs Dierenshop. Soms staat er in de proefbalans maar één getal. Bij de balanspost Crediteuren staat alleen in de kolom Credit een getal: 2.250,-. Het saldo in de nieuwe balans wordt dan: 2.250,- 0,- = 2.250,-. De balanspost Crediteuren is een schuld. Dus komt het saldo in de nieuwe balans in de creditkolom te staan. g Bekijk de proefbalans van Bobs Dierenshop. Bereken het bedrag dat bij de balanspost Goederen in de nieuwe balans komt te staan. Laat zien hoe je het berekend hebt. h Vul het bedrag voor de balanspost Goederen op de juiste plaats in de nieuwe balans in. i Bekijk de proefbalans van Bobs Dierenshop. Bereken het bedrag dat in de nieuwe balans bij de balanspost Giro komt te staan. Laat zien hoe je het berekend hebt. j Vul het bedrag voor de balanspost Giro op de juiste plaats in de nieuwe balans in.

35 Uitvoering Je gaat uit een grootboek een nieuwe balans samenstellen. 1 Vorm samen met een klasgenoot een groepje van twee. 2 Bekijk de grootboekrekeningen van kaaswinkel Jan den Hollander. Figuur 1-39:

36 3 Van welke maand zijn deze grootboekrekeningen? 4 Bereken bij elke grootboekrekening de totaalbedragen voor de kolommen Debiteren en Crediteren. Noteer de totaalbedragen in de grootboekrekeningen. 5 Noteer de totale debet- en creditbedragen van de grootboekrekeningen in de proefbalans. Balanspost Proefbalans Nieuwe balans op Debet Credit Debet Credit Bedrijfspand Bedrijfsauto Inventaris Goederen Banksaldo Kassaldo Debiteuren Eigen vermogen Hypotheek Banklening

37 Balanspost Lening broer Crediteuren Totaal Proefbalans Nieuwe balans op Tel de bedragen in de debetkolom van de proefbalans op. Doe dit ook met de bedragen in de creditkolom. Noteer de totaalbedragen in de proefbalans. Zijn beide totaalbedragen hetzelfde? Zo niet, dan hebben jullie een fout gemaakt. Zoek de fout op en verbeter de balans. 7 Wat is de datum van de nieuwe balans? 8 Schrijf op hoe je het saldo van een balanspost voor de nieuwe balans berekent. 9 Vul deze tabel in. Doe het zo: noteer de naam van de balanspost; bereken het saldo; kruis aan of de balanspost een bezit of een schuld is. Balanspost Saldo Bezit Schuld 10 Vul het saldo van de balansposten op de juiste plaats in de nieuwe balans in. Bedenk of het aan de debetof de creditkant moet staan. 11 Noteer de totale debet- en creditbedragen in de nieuwe balans. Zijn beide totaalbedragen hetzelfde? Zo niet, dan hebben jullie een fout gemaakt. Zoek de fout op en verbeter de balans. Afsluiting Je hebt uit het grootboek een nieuwe balans samengesteld. a Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een ander tweetal. b Hebben jullie verschillen ontdekt? Zo ja, reken dan beiden je antwoorden nog eens na. Als jullie er niet uitkomen, vragen jullie de docent wat het goede antwoord is. c Vond je het invullen van de balansen moeilijk? Waarom wel of waarom niet? d Hoe kun je zien of kaaswinkel Jan den Hollander het goed heeft gedaan? Vul aan. Door de bedragen van de balans te vergelijken met die van de balans.

Inhoud. Inleiding 5. 1 Boekhouden 8. 2 Milieukosten en -opbrengsten 60. 3 Handel over de grens 78. Trefwoordenlijst 93 INHOUD 7

Inhoud. Inleiding 5. 1 Boekhouden 8. 2 Milieukosten en -opbrengsten 60. 3 Handel over de grens 78. Trefwoordenlijst 93 INHOUD 7 Inhoud Inleiding 5 1 Boekhouden 8 2 Milieukosten en -opbrengsten 60 3 Handel over de grens 78 Trefwoordenlijst 93 INHOUD 7 1 Boekhouden 1.1 Opdracht 1.1 Een kostenoverzicht maken van een bedrijf Doel Na

Nadere informatie

Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie

Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie Vakwerk! Agrarische bedrijfseconomie Agrarische bedrijfseconomie Informatieboek Deel 2 Studio Maan, Feico Hoekstra eerste druk, 2006 Artikelcode: 21144.2 Colofon Auteur(s): Illustraties: Illustrator:

Nadere informatie

1 Boekhouden BOEKHOUDEN

1 Boekhouden BOEKHOUDEN 1 Boekhouden 8 BOEKHOUDEN Joël werkt bij de zalmkwekerij van Vincent Arends. Hij werkt op de administratie. Joël weet daardoor precies wat er gebeurt in het bedrijf. Hij weet bijvoorbeeld welke kosten

Nadere informatie

De Balans. Laten we aan de hand van een voorbeeld een balans opbouwen.

De Balans. Laten we aan de hand van een voorbeeld een balans opbouwen. De Balans Wat is een balans? Een balans laat zien hoe een onderneming er op een bepaald moment voor staat. Je kunt het vergelijken met een foto. Aan de linkerkant (debet) staan de bezittingen. Aan de rechterkant

Nadere informatie

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING AGRARISCHE BEDRIJFSECONOMIE CSE KB

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING AGRARISCHE BEDRIJFSECONOMIE CSE KB Examen VMBO-KB 2006 tijdvak 1 vrijdag 19 mei 9.00-11.00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING AGRARISCHE BEDRIJFSECONOMIE CSE KB Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat uit twee deelexamens

Nadere informatie

1. GROOTBOEKREKENINGEN EN DE KOLOMMENBALANS

1. GROOTBOEKREKENINGEN EN DE KOLOMMENBALANS 1. GROOTBOEKREKENINGEN EN DE KOLOMMENBALANS Alle financiële feiten worden door het boekhoudprogramma op grootboekrekeningen bijgehouden. Zoals u in het vorige hoofdstuk heeft kunnen vernemen, zijn grootboekrekeningen

Nadere informatie

Een overzicht van veel voorkomende gebeurtenissen en van de vastlegging daarvan:

Een overzicht van veel voorkomende gebeurtenissen en van de vastlegging daarvan: De balans opmaken De boekhouding kan worden gedefinieerd als een informatieverzameling, waarin de omvang en de samenstelling van het vermogen en van de mutaties daarin zijn vastgelegd. Boekhouden houdt

Nadere informatie

Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo

Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo Sectie economie 2012-2013 1 Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo In de bovenbouw kunnen jullie in de vrije ruimte het vak M&O opnemen. Het is daarom handig om dit jaar al een aantal lessen

Nadere informatie

TAAK 7 Boekhouden ALLES DOOR ELKAAR nummer 1 EXAMEN 2014. Beste leerlingen,

TAAK 7 Boekhouden ALLES DOOR ELKAAR nummer 1 EXAMEN 2014. Beste leerlingen, TAAK 7 Boekhouden ALLES DOOR ELKAAR nummer 1 EXAMEN 2014 Beste leerlingen, Een groot deel van je examen bestaat uit BOEKHOUDEN, dat is het moeilijkste onderdeel waar ieder jaar veel leerlingen op zakken.

Nadere informatie

Proefexamen BOEKHOUDEN

Proefexamen BOEKHOUDEN Proefexamen BOEKHOUDEN Beschikbare tijd: 9 minuten 15623 1 Proefexamen HET EXAMEN BESTAAT UIT 12 GENUMMERDE PAGINA'S, waarin opgenomen: 2 OPDRACHTEN, gericht op toetsing van de vaardigheid om de basisregels

Nadere informatie

BECO: DE BALANS - THEORIE

BECO: DE BALANS - THEORIE BECO: DE BALANS - THEORIE W a t i s e e n b a l a n s? Een balans is een overzicht waarin staat welke bezittingen een organisatie heeft én met wat voor soort vermogen deze bezittingen zijn gefinancierd.

Nadere informatie

2010 -- Bedrijfsadministratie 1.1 -- Deel 3a

2010 -- Bedrijfsadministratie 1.1 -- Deel 3a BAD1.1 les 3 - programma Grootboek rekeningen van bezit rekeningen van schuld rekening van eigen vermogen rekening van kosten rekening van opbrengsten Resultatenrekening. Inkoopwaarde van de verkopen 66.000

Nadere informatie

Balans "Rescue Service" per 1 juli Inventaris ,- Eigen vermogen ,- Voorraad Goederen ,- Crediteuren - 60.

Balans Rescue Service per 1 juli Inventaris ,- Eigen vermogen ,- Voorraad Goederen ,- Crediteuren - 60. Het openen van de grootboekrekeningen: Kijk welke bedragen op de balans staan Maak een soort kleine balans per grootboekrekening Als het bedrag op de balans debet staat vul dat bedrag dan ook debet in

Nadere informatie

Een lening met een onroerend goed als onderpand. 5. Waarom is het handig een boekhouding bij te houden (noem 2 redenen).

Een lening met een onroerend goed als onderpand. 5. Waarom is het handig een boekhouding bij te houden (noem 2 redenen). Sectie economie 2012-2013 1 Antwoorden opgave 1 1. Wat zijn crediteuren? Leveranciers op rekening 2. Wat zijn debiteuren? Afnemers op rekening 3. Wat is een hypotheek? Een lening met een onroerend goed

Nadere informatie

Grootboekrekening Debet Credit

Grootboekrekening Debet Credit BA. H 6 a 1 6 De kolommenbalans 1 Als voorbeeld hoe je te werk moet gaan, nemen we rekening 130 Debiteuren. Als je de debetzijde optelt, vind je een totaal van 59.000. Dit bedrag wordt aan de debetzijde

Nadere informatie

handel en administratie thema de afdeling boekhouding Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg

handel en administratie thema de afdeling boekhouding Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg handel en administratie thema de afdeling boekhouding Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg inhoud van katern thema de afdeling boekhouding Thema de afdeling Boekhouding Taak 1 De balans 5 Taak

Nadere informatie

Inhoud VII. 1. De balans 1. 2. Veranderingen in de balans 15. 3. Grootboekrekeningen 33. 4. Hulprekeningen van het eigen vermogen 61. Voorwoord...

Inhoud VII. 1. De balans 1. 2. Veranderingen in de balans 15. 3. Grootboekrekeningen 33. 4. Hulprekeningen van het eigen vermogen 61. Voorwoord... ELEMENTAIR BOEKHOUDEN VII Inhoud Voorwoord...................................... V 1. De balans 1 1.1 Doel van het boekhouden.............................2 1.2 De eenmanszaak...................................2

Nadere informatie

Uitwerkingen vragen en opgaven. 1 De balans. BA. H 1 Vragen. Uitwerking vragen

Uitwerkingen vragen en opgaven. 1 De balans. BA. H 1 Vragen. Uitwerking vragen BA. H 1 Vragen Uitwerkingen vragen en opgaven 1 De balans Uitwerking vragen 1 Een begroting is een vooraf gemaakt overzicht van inkomsten en uitgaven. 2 Het is belangrijk voor een gezin om een begroting

Nadere informatie

26-5-2015. Module 3 Gegevens verwerken. Geleerd in vorige presentaties. Les 2. Wat is boekhouden? Wat zijn transacties? Les 2. Leer het boekhoudproces

26-5-2015. Module 3 Gegevens verwerken. Geleerd in vorige presentaties. Les 2. Wat is boekhouden? Wat zijn transacties? Les 2. Leer het boekhoudproces Geleerd in vorige presentaties Module 3 Gegevens verwerken Les 2. Leer het boekhoudproces Business Plan op 1 A4 Budget in 5 stappen Uurtarief / DGA-salaris Papieren en digitale archief ordnersysteem Btw-administratie

Nadere informatie

Beginbalans. Grootboek

Beginbalans. Grootboek 3 eginbalans Verlies- en winstrekening en eindbalans Financiële feiten Proef- en saldibalans Journaal Grootboek In dit hoofdstuk behandelen we de grootboekrekeningen. Je leert in dit hoofdstuk hoe je grootboekrekeningen

Nadere informatie

Handleiding Handmatig boekhouden

Handleiding Handmatig boekhouden Aan de slag in beroep en bedrijf Handleiding Handmatig boekhouden Branche Uitgevers 1 Branche Uitgevers 2 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een

Nadere informatie

LEERLINGEN WERKBOEK BOEKHOUDEN 2 E LEERJAAR DOORSTROOM

LEERLINGEN WERKBOEK BOEKHOUDEN 2 E LEERJAAR DOORSTROOM LEERLINGEN WERKBOEK BOEKHOUDEN 2 E LEERJAAR DOORSTROOM NAAM KLAS 1 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK TITEL PAGINA 1 DE INVENTARISLIJST 3 2 DE BALANS 10 3 VERANDERINGEN IN DE BALANS (1) 17 4 VERANDERINGEN IN DE BALANS

Nadere informatie

Lesbrief Kopen en Werken 2 e druk Hoofdstuk 6 Het koeriersbedrijf van Ewout 6.1 Het hele vermogen van 50.000.

Lesbrief Kopen en Werken 2 e druk Hoofdstuk 6 Het koeriersbedrijf van Ewout 6.1 Het hele vermogen van 50.000. Hoofdstuk 6 Het koeriersbedrijf van Ewout 6.1 Het hele vermogen van 50.000. 6.2 80% van de bezittingen de leningen = 0,8 (18.000 + 12.000 + 6.000 + 9.000) 20.000 15.000 = 1.000. 5.000 (kas) + 1.000 = 6.000.

Nadere informatie

UIT balans en resultatenrekening

UIT balans en resultatenrekening Inzicht in winst. Bedrijven zijn verplicht een bedrijfsadministratie te voren. De belangrijkste onderdelen van de bedrijfsadministratie zijn de balans en de resultatenrekening. Het gevolg van het verplaatsen

Nadere informatie

de basis van bedrijfsadministratie

de basis van bedrijfsadministratie hoofdstuk 1 de basis van bedrijfsadministratie In het eerste hoofdstuk wordt inzicht gegeven in het voeren van een administratie. Hierbij worden de basisbegrippen zoals de balans, resultatenrekening en

Nadere informatie

fun house fun house fun house Pink

fun house fun house fun house Pink fun house fun house fun house Pink financieringsbegroting bezit en vermogen vaste activa - vlottende activa eigen vermogen - vreemd vermogen voorbeelden Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl

Nadere informatie

Taak 1 en 2 opdracht 3 De Balans deel 1

Taak 1 en 2 opdracht 3 De Balans deel 1 Taak 1 en 2 opdracht 3 De Balans deel 1 Naam leerling Klas Datum 1 Het is 1juli 2013. Je hebt nog niet eerder een balans gemaakt, daarom ga je dit samen met Almir doen. Eerst vul je alle rekeningen in

Nadere informatie

Inhoud VII. 1. De balans... 1. 2. Veranderingen in de balans... 5. 3. Grootboekrekeningen... 9. 4. Hulprekeningen van het eigen vermogen...

Inhoud VII. 1. De balans... 1. 2. Veranderingen in de balans... 5. 3. Grootboekrekeningen... 9. 4. Hulprekeningen van het eigen vermogen... ELEMENTAIR BOEKHOUDEN VII Inhoud 1. De balans... 1 2. Veranderingen in de balans... 5 3. Grootboekrekeningen... 9 4. Hulprekeningen van het eigen vermogen... 15 5. Kolommenbalans... 21 6. Dagboeken en

Nadere informatie

Begin Balans 1 januari 2008

Begin Balans 1 januari 2008 BAM: Balans opgave 1.2 Pagina 1 van 6 Begin Balans 1 januari 2008 350.000 207.750 15.000 25.000 175.000 25.000 65.000 15.000 4.000 1.250 12.500 2.500 449.000 449.000 Opdracht 1. Op 15 januiari wordt een

Nadere informatie

1 De inventarislijst en de balans

1 De inventarislijst en de balans 1 Beginbalans Verlies- en winstrekening en eindbalans Financiële feiten Proef- en saldibalans Journaal Grootboek Op de hoogte zijn van je financiële situatie: je weet zelf wel hoe belangrijk dat is. Wat

Nadere informatie

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie Samenvatting door J. 1369 woorden 10 februari 2014 5,5 2 keer beoordeeld Vak Economie 3.1 a -werken als werknemer: in dienst van bedrijf, solliciteren

Nadere informatie

Boekhouden met dagboeken

Boekhouden met dagboeken Kasboek Bankboek Inkoopboek Verkoopboek Diverse postenboek Bijlage bij het computerprogramma BoekhoudTrainer versie 4.04 Copyright 2009 De Jong Edusoft Bij het boekhouden kun je gebruik maken van twee

Nadere informatie

1 De inventarislijst en de balans

1 De inventarislijst en de balans 1 Kennisvragen paragraaf 1.1 1. Geef een definitie van het begrip administreren. 2. Geef een omschrijving van het begrip boekhouden. 3. Noem een aantal functies van boekhouden. 4. In de Wet op de Jaarverslaggeving

Nadere informatie

1 De inventarislijst en de balans

1 De inventarislijst en de balans 1 Kennisvragen 1. Geef een definitie van het begrip administreren. 2. Geef een omschrijving van het begrip boekhouden. Kennisvragen paragraaf 1.1 en 1.2 1. Wat verstaan we onder een inventarislijst? 2.

Nadere informatie

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie Elementaire kennis Bedrijfsadministratie Deel 1 Werkboek Peter H. C. Hintzen Jo L. M. Coenen Zetwerk: Fritschy opmaak & redactie, Leiden ISBN 978 90 3723 449 7 2016 Uitgeverij Edu Actief b.v. Gehele of

Nadere informatie

Balans van t Hart van Nederland per 5 oktober

Balans van t Hart van Nederland per 5 oktober Hoofdstuk 3 Veranderingen op de balans 57 Op 5 oktober zit Fred weer achter de computer. Hij ziet bij het internetbankieren dat een nog openstaande rekening van 750,- aan de leverancier betaald is. De

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie

Bedrijfsadministratie Bedrijfsadministratie Boekingsregels BAARHVILLE STUDIEHULP July 26, 2016 Auteur: Deborah Martina-Baarh Bedrijfsadministratie Thema Les GROOTBOEK & DE BOEKINGSREGELS VOOR B EZIT EN SCHULD I SKIT-MODEL Startfase

Nadere informatie

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016 TOELATINGSTOETS M&O VUL IN: Datum 14-1-2016 Naam en voorletters. Adres. Postcode. Woonplaats. Geboortedatum / / Plaats Land. Telefoonnummer. E-mail. Gekozen opleiding. OPMERKINGEN: Tijdsduur: 90 minuten

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 maandag 24 mei tijdsduur voor het gehele examen 09:00-11:00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING AGRARISCHE BEDRIJFSECONOMIE CSE KB Het examen landbouw en natuurlijke

Nadere informatie

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016 Basiskennis Boekhouden Antwoordenboek Hoofdstuk 3 Open vragen Opgave 3.1 a. Debet Balans per 5 januari Credit Inventaris 60.000 Eigen vermogen 120.000 Voorraad goederen 50.000 Lening oom 80.000 Bank 90.000

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 7 Opgave 1 a. Waar komen de grootboekrekeningen met betrekking tot privéonttrekkingen en privétoevoegingen voor, op de balans of de resultatenrekening? Privétoevoegingen en privéonttrekkingen

Nadere informatie

TAAK 8 De Balans opdracht 2 a

TAAK 8 De Balans opdracht 2 a 1 TAAK 8 De Balans opdracht 2 a Naam van de leerling Klas Opgave 1 Ga naar www.ictschutters.nl Ga naar HA Adm SDV Ga naar het werkoverzicht Boekhouden Tendens in het werkboek Ga naar Taak 8 De Balans opdracht

Nadere informatie

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten. De liquiditeits - en resultatenbegroting Een bedrijf wil graag weten of hij aan zijn betaalverplichtingen kan voldoen. Daarom wordt een planning gemaakt in de ontvangsten en de uitgaven (vaak binnen een

Nadere informatie

Proeve van bekwaamheid Groen Ondernemen

Proeve van bekwaamheid Groen Ondernemen Proeve van bekwaamheid Groen Ondernemen Een product produceren Verslag uitwerking deelopdracht Doel Je kunt samen met anderen: een ontwerp kiezen voor een vogelnestkastje; een bestellijst maken; materialen

Nadere informatie

handel en administratie thema de afdeling boekhouding

handel en administratie thema de afdeling boekhouding 4611_HA_WB_5_boekhouding_k 02-06-2005 10:51 Pagina 1 handel en administratie thema de afdeling boekhouding Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg 4611_HA_WB_5_boekhouding_k 02-06-2005 10:51 Pagina

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 2 Opgave 1 Gegeven is de volgende balans: Balans 1-1-2017 Vaste activa Eigen vermogen 225.000 Machines 200.000 Computers 75.000 Lang vreemd vermogen Vervoermiddelen 25.000 Hypotheek o/g 110.000

Nadere informatie

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2 EENMANSZAAK DEEL 1 Periode 3 Hoofdstuk 2 Opgaven 35 t/m 58 HOOFDSTUK 2 Maak opgaven 35 t/m 40 STARTEN VAN EEN ONDERNEMING Onderzoek welke vergunningen je nodig hebt & welke wetgeving op jouw onderneming

Nadere informatie

Internetopgaven hoofdstuk 3

Internetopgaven hoofdstuk 3 Internetopgaven hoofdstuk 3 IO.3.1 IO.3.2 IO.3.3 IO.3.4 Y. van de Voort wil periodiek informatie uit de boekhouding halen. Daarbij maakt zij gebruik van een kolommenbalans. Welke uitspraak over de kolommenbalans

Nadere informatie

Debet Balans per 9 januari Credit Gebouw 150.000 Eigen vermogen 129.000

Debet Balans per 9 januari Credit Gebouw 150.000 Eigen vermogen 129.000 Elementair Boekhouden Antwoordenboek Hoofdstuk 2 Opgave 2.1 a. Het bezit Goederen neemt toe met 10.000. De schuld Crediteuren neemt toe met 10.000. Debet Balans per 6 januari Credit Gebouw 150.000 Eigen

Nadere informatie

Management en Organisatie. Proefles

Management en Organisatie. Proefles Management en Organisatie Proefles I. Geld lenen. Stel: je wordt 18 jaar, je haalt je rijbewijs en je wilt dan direct een auto hebben. Die kost 25.000, maar jij hebt geen cent. Je kijkt naar de TV en je

Nadere informatie

> Een praktijkvoorbeeld van de openingsbalans staat in de CASE achterin het boek. Rechterkant, passiva, credit Vaste activa. 7.

> Een praktijkvoorbeeld van de openingsbalans staat in de CASE achterin het boek. Rechterkant, passiva, credit Vaste activa. 7. De openingsbalans stap voor stap uitgelegd In het onderstaande schema zie je een voorbeeld van een complete openingsbalans. In de volgende schema s wordt de openingsbalans per onderwerp uitgelegd. C >

Nadere informatie

Debet Balans per 10 januari Credit Inventaris 55.000 Eigen vermogen 115.000. Bank 90.000 Totaal 195.000 Totaal 195.000

Debet Balans per 10 januari Credit Inventaris 55.000 Eigen vermogen 115.000. Bank 90.000 Totaal 195.000 Totaal 195.000 Basiskennis Boekhouden / Elementair Boekhouden Uitwerkingen Hoofdstuk 3 Opgave 3.1 a. Debet Balans per 5 januari Credit Inventaris 60.000 Eigen vermogen 120.000 Voorraad goederen 50.000 Lening oom 80.000

Nadere informatie

2015 Noordhoff Uitgevers bv. Uitwerkingen docenten De basis van het boekhouden. Uitwerkingen docenten De basis van het boekhouden 1

2015 Noordhoff Uitgevers bv. Uitwerkingen docenten De basis van het boekhouden. Uitwerkingen docenten De basis van het boekhouden 1 Uitwerkingen docenten De basis van het boekhouden Uitwerkingen docenten De basis van het boekhouden 1 Hoofdstuk 1 De balans *1.8 a Bezittingen Omschrijving Bedrag Magazijn 150.000 Twee bestelauto s à 35.000

Nadere informatie

MODULE 3: Het eigen adviesbureau De eigen winkel (vaardigheidstoets voor de opleidingen Modestyling en Interieuradviseur) Inhoud:

MODULE 3: Het eigen adviesbureau De eigen winkel (vaardigheidstoets voor de opleidingen Modestyling en Interieuradviseur) Inhoud: Het eigen adviesbureau De eigen winkel (vaardigheidstoets voor de opleidingen Modestyling en Interieuradviseur) MODULE 3: BTW Inhoud: Consumentenprijs Verkoopprijs Te betalen btw Verschuldigde btw Af te

Nadere informatie

Inleiding financiële administratie Ondersteunende administratieve beroepen Werkboek

Inleiding financiële administratie Ondersteunende administratieve beroepen Werkboek Inleiding financiële administratie Ondersteunende administratieve beroepen Werkboek Inleiding financiële administratie ondersteunende administratieve beroepen Werkboek Peter H. C. Hintzen Jo L. M. Coenen

Nadere informatie

SPEL VAN DE GOUDEN EEUW - LESMATERIAAL

SPEL VAN DE GOUDEN EEUW - LESMATERIAAL Amsterdam in 1594, aan het begin van de Gouden Eeuw. De Nederlandse kunst, wetenschap en vooral de economie bloeien op. Ondernemers krijgen nieuwe kansen en kunnen steeds grotere investeringen doen. De

Nadere informatie

Internetopgaven hoofdstuk 3

Internetopgaven hoofdstuk 3 Internetopgaven hoofdstuk 3 IO.3.1 De boekhouder van de eenmanszaak Carel Castello heeft op 31 december 013 een aantal posten op de volgende gedeeltelijke kolommenbalans samengevat: Grootboekrekeningen

Nadere informatie

De resultatenrekening

De resultatenrekening De resultatenrekening format resultatenrekening kosten/uitgaven en opbrengsten/ontvangsten afschrijvingen rente eindbalans Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl www.jooplengkeek.nl 1 De

Nadere informatie

Internetopgaven hoofdstuk 7

Internetopgaven hoofdstuk 7 Internetopgaven hoofdstuk 7 IO.7.1 Zie onderstaande MVA-staat van Anders BV, producent van kunststof kozijnen. MVA staat Anders BV Omschrijving Aanschaf Aanschaf Afschrijvings- Boekwaarde Afschrijving

Nadere informatie

Manager retail (4) en Ondernemer retail (4) Financieel 2. Budgettering. Hoofdstuk 5 Liquiditeitsbegroting. Aangepaste versie

Manager retail (4) en Ondernemer retail (4) Financieel 2. Budgettering. Hoofdstuk 5 Liquiditeitsbegroting. Aangepaste versie Manager retail (4) en Ondernemer retail (4) Financieel 2 Budgettering Hoofdstuk 5 Liquiditeitsbegroting Aangepaste versie Uitge Sarph Opdracht Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen. www.use.li/e18/0221

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie Deel I

Bedrijfsadministratie Deel I Bedrijfsadministratie Deel I De Balans BAARHVILLE STUDIEHULP August 3, 2016 Opgesteld door: Deborah Baarh 1 Bedrijfsadministratie Deel I Thema Les DE BALANS SKIT-MODEL Startfase Planning les: Het programma

Nadere informatie

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw. Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Bedrijfsadministratie met resultaat hoofdstuk 1

Uitwerkingen PDB Bedrijfsadministratie met resultaat hoofdstuk 1 Opgave 1.1 a. Bezittingen: Debiteuren 2.000 Gebouw 150.000 ING Bank 6.000 Inventaris 16.000 Kas 1.000 Voorraad goederen 50.000 + Totaal 225.000 Schulden: Crediteuren 24.000 Hypotheek 80.000 + Totaal 104.000

Nadere informatie

Reader Bedrijfsadministratief medewerker, leerjaar 2 Werkboek

Reader Bedrijfsadministratief medewerker, leerjaar 2 Werkboek Reader Bedrijfsadministratief medewerker, leerjaar 2 Werkboek Reader Bedrijfsadministratief medewerker, leerjaar 2 Werkboek Peter H. C. Hintzen Jo L. M. Coenen Brinkman Uitgeverij Amsterdam 2014 omslagontwerp:

Nadere informatie

Diverse-postenboek Datum Omschrijving Bedrag januari 2 Retour ontvangen van P. Vlag, alhier goederen ter waarde van SRD 8.650,

Diverse-postenboek Datum Omschrijving Bedrag januari 2 Retour ontvangen van P. Vlag, alhier goederen ter waarde van SRD 8.650, DEZE TAAK BESTAAT UIT 35 ITEMS MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 25. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 35. Debet Balans per 1 januari 2016 Credit Gebouwen SRD 140.000, Eigen vermogen SRD 210.000,

Nadere informatie

Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing

Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing Hoofdstuk 1 Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing 1.1 Inleiding In het boek Elementaire kennis Bedrijfsadministratie heb je geleerd om boekingen te

Nadere informatie

handel en administratie thema de afdeling boekhouding Basisberoepsgerichte leerweg

handel en administratie thema de afdeling boekhouding Basisberoepsgerichte leerweg handel en administratie thema de afdeling boekhouding Basisberoepsgerichte leerweg colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. Meppel Auteurs: A. Bosma, P.F.C. Croese, M. van Esch, H. Kamerbeek, A. Reijn, J.M.

Nadere informatie

Basiskennis Boekhouden / Elementair Boekhouden Uitwerkingen. Hoofdstuk 5. Opgave 5.1 en 5.2

Basiskennis Boekhouden / Elementair Boekhouden Uitwerkingen. Hoofdstuk 5. Opgave 5.1 en 5.2 Basiskennis Boekhouden / Elementair Boekhouden Uitwerkingen Hoofdstuk 5 Opgave 5.1 en 5.2 Proefbalans Grootboekrekening Debet Credit Debet Credit Bank 51.000 34.600 16.400 Bedrijfskosten 6.600 6.600 Crediteuren

Nadere informatie

Vakwerk! Antwoorden Agrarische bedrijfseconomie. Deel 2 (KB) Studio Maan, Feico Hoekstra

Vakwerk! Antwoorden Agrarische bedrijfseconomie. Deel 2 (KB) Studio Maan, Feico Hoekstra Vakwerk! Antwoorden Agrarische bedrijfseconomie Deel 2 (KB) Studio Maan, Feico Hoekstra tweede herziene druk, 2011 Artikelcode: 21144.1 & 21144.2 colofon Auteur(s): Illustraties: Illustrator: Redaktie:

Nadere informatie

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie Deel 1 Werkboek

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie Deel 1 Werkboek Elementaire kennis Bedrijfsadministratie Deel 1 Werkboek Elementaire kennis Bedrijfsadministratie Deel 1 Werkboek Peter H. C. Hintzen Jo L. M. Coenen Vijfde druk Brinkman Uitgeverij Amsterdam 2014 omslagontwerp:

Nadere informatie

2 Veranderingen in de balans

2 Veranderingen in de balans 2 Kennisvragen hoofdstuk 2 1. Welke soorten rekeningen vinden we terug op een balans? 2. Een balans is een momentopname. Wat bedoelen we hiermee? 3. Er kunnen zich veranderingen voordoen in de balans.

Nadere informatie

PRAKTIJKEXAMEN BASISKENNIS BOEKHOUDEN Toets journaalposten en grootboekrekening

PRAKTIJKEXAMEN BASISKENNIS BOEKHOUDEN Toets journaalposten en grootboekrekening PRAKTIJKEXAMEN BASISKENNIS BOEKHOUDEN Toets journaalposten en grootboekrekening Stegeman computers Mevrouw Stegeman is eigenaresse van een bedrijf dat computers en aanverwante artikelen verkoopt. Zij heeft

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 4 Opgave 1 Pietersen heeft een op 8 november 2018 ontvangen factuur van 1.200 als administratiekosten geboekt. Het betrof echter de huur van november 2018. a. Maak de correctieboeking. Geboekt

Nadere informatie

Boekhouden en financiële administratie Examennummer: 96065 Datum: 8 februari 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Boekhouden en financiële administratie Examennummer: 96065 Datum: 8 februari 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Boekhouden en financiële administratie Examennummer: 96065 Datum: 8 februari 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 6 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 3 cases met elk

Nadere informatie

10. Break the Code. Registratieformulier Break the Code. Namen groepsleden. Code poging 1 Puzzel 1 Puzzel 2 Puzzel 3

10. Break the Code. Registratieformulier Break the Code. Namen groepsleden. Code poging 1 Puzzel 1 Puzzel 2 Puzzel 3 10. Break the Code Registratieformulier Break the Code Namen groepsleden Code poging 1 Puzzel 1 Puzzel 2 Puzzel 3 Code poging 2 (indien nodig) Puzzel 1 Puzzel 2 Puzzel 3 Puzzel 1: woordzoeker Instructies

Nadere informatie

Het doel is dat jullie door middel van deze methode de basis van het boekhouden leren en gegevens leren te interpreteren of verklaren.

Het doel is dat jullie door middel van deze methode de basis van het boekhouden leren en gegevens leren te interpreteren of verklaren. Introductie in boekhouden. Boekhouden wordt wel eens als saai en soms onnodig vak gezien. Je huurt later als je een eigen bedrijf hebt toch een boekhouder of een accountant in. Of je besteedt de boekhouding

Nadere informatie

Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSPE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan dit er één is.

Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSPE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan dit er één is. Examen VMBO-KB 2010 gedurende 200 minuten landbouw en natuurlijke omgeving agrarische bedrijfseconomie CSPE KB Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSPE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan dit

Nadere informatie

Reader Bedrijfsadministratief medewerker, leerjaar 2 theorieboek

Reader Bedrijfsadministratief medewerker, leerjaar 2 theorieboek Reader Bedrijfsadministratief medewerker, leerjaar 2 theorieboek Reader Bedrijfsadministratief medewerker, leerjaar 2 theorieboek Peter H. C. Hintzen Jo L. M. Coenen Brinkman Uitgeverij Amsterdam 2014

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1

Collegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1 Collegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1 2017-2018 Bedrijfseconomie voor notariëlen week 1 HC 1, 4 september 2017 Inleiding in de jaarrekening Voor de waardebepaling van een bedrijf

Nadere informatie

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1

Nadere informatie

M & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat.

M & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat. Antwoorden door een scholier 1631 woorden 8 april 2005 7,1 39 keer beoordeeld Vak M&O M & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat. Resultatenbegroting

Nadere informatie

De Chipsfabriek. Bijlage 1

De Chipsfabriek. Bijlage 1 Bijlage 1 De Chipsfabriek Uit het marktonderzoek blijkt dat een chipsfabriek gewenst is, maar hoe begin je nu een chipsfabriek? Je begint met het schrijven van een ondernemingsplan. Een onderdeel is het:

Nadere informatie

Blz. 95: Halverwege vierde bullet: De nummers die beginnen met een 4, 8 of 9 gaan naar de winst- en verliesrekening

Blz. 95: Halverwege vierde bullet: De nummers die beginnen met een 4, 8 of 9 gaan naar de winst- en verliesrekening THEORIEBOEK Blz. 95: Halverwege vierde bullet: De nummers die beginnen met een 4, 8 of 9 gaan naar de winst- en verliesrekening Blz. 129: Model opgaaf gegevens loonheffing: blad 2 ontbreekt. Figuur 10.1

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 35 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 25. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 35.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 35 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 25. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 35. DEZE TAAK BESTAAT UIT 35 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 25. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 35. Welke bewering ten aanzien van de balans is onjuist? A B C D De balans is een momentopname.

Nadere informatie

BASISKENNIS BOEKHOUDEN. 8. Belastingen

BASISKENNIS BOEKHOUDEN. 8. Belastingen 137 8. Belastingen Iedere burger moet belasting betalen. Maar ook ondernemingen krijgen te maken met belastingen. Voor de overheid zijn belastingen inkomsten die worden gebruikt om overheidstaken uit te

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving 2013 agrarische bedrijfseconomie CSPE KB uitwerkbijlage

landbouw en natuurlijke omgeving 2013 agrarische bedrijfseconomie CSPE KB uitwerkbijlage landbouw en natuurlijke omgeving 2013 agrarische bedrijfseconomie CSPE KB uitwerkbijlage Naam kandidaat Kandidaatnummer PK-0978-b-13-1-u 1 / 14 lees verder Onderdeel A boekhouden opdracht 1 boekingsstuk

Nadere informatie

Maak je eigen jaarbegroting

Maak je eigen jaarbegroting Maak je eigen jaarbegroting Inleiding Een begroting maken. Het woord begroting wordt normaal gesproken alleen gebruikt bij bedrijven en de overheid. Maar het is tijd om ook jouw budget dezelfde aandacht

Nadere informatie

Debet Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 apr Van balans 25.000

Debet Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 apr Van balans 25.000 Basiskennis Boekhouden / Elementair Boekhouden Uitwerkingen Hoofdstuk 4 Opgave 4.1 a. De eerste stap is het openen van de grootboekrekeningen vanaf de balans. Daarna werken we aan de hand van de financiële

Nadere informatie

Beginner. Beginner. Beginner

Beginner. Beginner. Beginner Beginner Nummer 1 Beginner Nummer 2 Beginner Antwoordmodel Antwoordmodel Antwoordmodel Nummer 3 2014: uitgave 0/kosten 30 Afschrijving De waardevermindering van de auto (een onderdeel van de vaste activa)

Nadere informatie

1 De inventarislijst en de balans

1 De inventarislijst en de balans 1 Beginbalans Verlies- en winstrekening en eindbalans Financiële feiten Proef- en saldibalans Journaal Grootboek Elke ondernemer is verplicht een boekhouding of bedrijfsadministratie te voeren. In de eerste

Nadere informatie

Rente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente?

Rente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente? Rente Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente? Als een bedrijf een nieuwe machine wil kopen, is daar niet

Nadere informatie

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016 Basiskennis Boekhouden ntwoordenboek Hoofdstuk 2 Open vragen Opgave 2.1 a. Het bezit Goederen neemt toe met 10.000. De schuld Crediteuren neemt toe met 10.000. Debet Balans per 6 januari Credit Gebouw

Nadere informatie

Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden. Correctiemodel voorbeeldexamen

Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden. Correctiemodel voorbeeldexamen Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden Correctiemodel voorbeeldexamen 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden 1 / 15 Vraag 1 Toetsterm

Nadere informatie

FINANCIEEL MANAGEMENT IN JOUW HORECABEDRIJF. Waar je geld vandaan komt, en waar het naartoe gaat. En vooral ook: waarom!

FINANCIEEL MANAGEMENT IN JOUW HORECABEDRIJF. Waar je geld vandaan komt, en waar het naartoe gaat. En vooral ook: waarom! FINANCIEEL MANAGEMENT IN JOUW HORECABEDRIJF Waar je geld vandaan komt, en waar het naartoe gaat. En vooral ook: waarom! 1 Voor u ligt een boekje over financieel management in de horeca, onderdeel van het

Nadere informatie

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING AGRARISCHE BEDRIJFSECONOMIE CSE KB

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING AGRARISCHE BEDRIJFSECONOMIE CSE KB Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 1 maandag 23 mei 09:00-11:00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING AGRARISCHE BEDRIJFSECONOMIE CSE KB Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat uit twee deelexamens

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 4 Opgave 1 a. Maak de correctieboeking. 8-nov 450 1.200 140 1.200 De juiste boeking is: 8-nov 420 1.200 140 1.200 Gelijke journaalregels doorstrepen: 8-nov 450 1.200 140 1.200 8-nov 420 1.200

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie Deel 1

Bedrijfsadministratie Deel 1 Bedrijfsadministratie Deel 1 Inventarislijst BAARHVILLE STUDIEHULP September 4, 2016 Opgesteld door: Deborah Baarh Bedrijfsadministratie Deel 1 Inventarislijst Thema Les De inventarislijst SKIT-MODEL Startfase

Nadere informatie

1. Er wordt een voorraad ingekocht op rekening voor een bedrag van 10.000.

1. Er wordt een voorraad ingekocht op rekening voor een bedrag van 10.000. Geef van onderstaande (losstaande) feiten aan of er een mutatie optreedt op de balans en/of V&W rekening en/of liquiditeitsoverzicht. Als je kiest voor de balans, dan dien je aan te geven welke post of

Nadere informatie

A. Bosma, P.F.C. Croese, M. van Esch, H. Kamerbeek, A. Reijn, J.M. van der Steeg

A. Bosma, P.F.C. Croese, M. van Esch, H. Kamerbeek, A. Reijn, J.M. van der Steeg 4611_HA_WB_5_boekhouding_k 02-06-2005 10:51 Pagina 2 colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. Meppel Auteurs: A. Bosma, P.F.C. Croese, M. van Esch, H. Kamerbeek, A. Reijn, J.M. van der Steeg Redactie: Edu Actief

Nadere informatie