Water bedoeld voor menselijke consumptie, afkomstig van een drinkwaterdistributiesysteem.

Transcriptie

1 Vloeistofklassen en terugstroombeveiligingseenheden De classificatie van vloeistof die in contact staat of kan komen te staan met drinkwater speelt een belangrijke rol bij de bepaling van het verontreinigingsrisico en de selectie van de bijbehorende (terugstroom)beveiligingseenheid. Het gaat hierbij om de aard van de verontreiniging. Klasse 1: Klasse 2: Klasse 3: Klasse 4: Klasse 5: Water bedoeld voor menselijke consumptie, afkomstig van een drinkwaterdistributiesysteem. Vloeibare stof, welke geen schade voor de menselijke gezondheid oplevert. Vloeibare stof waarvan is vastgesteld dat ze geschikt is voor menselijke consumptie, inclusief water, verkregen uit een drinkwaterdistributiesysteem, en wat een verandering mag hebben ondergaan voor wat betreft smaak, geur, kleur of temperatuur (verwarming of koeling). Vloeibare stof die in enige mate de menselijke gezondheid kan schaden ten gevolge van de aanwezigheid van één of meerdere toxische of zeer toxische substanties met een LD 50 > 200 mg/kg. (LD = Lethal dose) Vloeibare stof die gevaar oplevert voor de menselijke gezondheid ten gevolge van de aanwezigheid van een of meerdere toxische of zeer toxische substanties met een LD mg/kg, of ten gevolge van radioactieve, mutagenen of carcinogenen bestanddelen. Vloeibare stof die gevaar oplevert voor de menselijke gezondheid ten gevolge van de aanwezigheid van pathogene bacteriën en/of virussen. Familie Vloeistofklasse Product en type Beveiligingseenheid AA Atmosferische onderbreking, vrije uitloop boven rand n.v.t. 8 AB Atmosferische onderbreking, met niet ronde overloop n.v.t. - AC Atmosferische onderbreking, met beluchte ondergedompelde voeding inclusief een overloop n.v.t. - AD Atmosferische onderbreking met injector n.v.t. - AF Atmosferische onderbreking met ronde overloop n.v.t. - AG Atmosferische onderbreking vrije uitloop met overloop en beproefd met vacuümtest n.v.t. 1 BA Onderbreking met verschildrukzone, controleerbaar 2 CA Onderbreker met verschildrukzone, niet controleerbaar 7 DA Beluchter met bewegende delen o o o - DB Atmosferische contactonderbreker met bewegende element o o o o - DC Beluchter zonder bewegende delen o o o o o 3, 4, 5, 6 EA Controleerbare keerklep 7 EB Niet controleerbare keerklep Zie WB EC Dubbel controleerbare keerklep - ED Dubbel niet controleerbare keerklep Zie WB GA Mechanische onderbreker, direct gestuurd - GB Mechanische onderbreker, hydraulisch gestuurd - HA Doorstroombeluchter voor slangaansluiting o - HB Anti-vacuümklep voor doucheslang o o - HC Automatische omstelinrichting Zie WB HD Doorstroombeluchter met keerklep voor slangaansluiting o - LA Drukbelaste beluchter o o - LB Drukbelaste beluchter met keerklep o = de betreffende beveiligingseenheid dekt een bepaald risico onder zowel p = atm als p > atm af o = de betreffende beveiligingseenheid dekt een bepaald risico alleen bij p = atm af = de betreffende beveiligingseenheid dekt een bepaald risico niet af Voor meer informatie raadpleeg Waterwerkblad WB 3.8 op TBE-BA TBE-CA TBE-EA QCT-EA-Mini Beluchterkraan 3 QCT-EA WF-EA 7 TBE-AB 1 2 8

2 Toestel Beveiliging Product Toelichting Aardappelschilmachine EA, DA 3, 4, 5 De afvoer van het afval moet zichtbaar onderbroken zijn. Zie: Aardappelschilmachine.* Aflegtafel EA 3, 4, 5 p = atm. De slang van de knijpdouche is voorzien van een veerconstructie, waardoor een contactsituatie niet wordt verwacht. Zie: Aflegtafel.* Afvalvernietiger AA, AB, AD p > atm. Dit apparaat is NIET toegestaan in Nederland. Au bain-marie EA 3, 4, 5 p = atm. Autoclaaf (medisch) sterilisatie instrumenten AA, AB, AD 8 p > atm. Zie: Autoclaaf.* Automaten voor consumptieve stoffen EA 3, 4, 5 p > atm. Automaten voor het leveren van koffie, heet en koud water, soep, etc. Autowasinstallatie (met recirculatie) AA, AB, AD 8 p > atm. Zie: Autowasinstallatie (met recirculatie).* Autowasinstallatie (zonder recirculatie) BA 1 p = atm. Zie: Autowasinstallatie (zonder recirculatie).* Badmengkraan EB, ED, HC Badgarnituur voor huishoudelijk gebruik met vulopening onder de rand. p = atm. Met automatische omstelinrichting, zie WB 3.8, tabel 4. Een thermostatische badmengkraan is altijd voorzien van geïntegreerde keerkleppen. Het aanbrengen van een aparte beveiliging is dan niet nodig. DA p = atm. Zie: WB 3.8, tabel 4. Zie: Badgarnituur voor huishoudelijk gebruik.* Bakkersoven met bevochtiging EA 3, 4, 5 Stoomdruk p < 50 kpa. Zie: Bakkersoven met bevochtiging.* Bakkerijen Waterdoseersysteem Watermengsysteem Waterkoelsysteem EA 3, 4 p = atm. Barspoelkraan met doseersysteem CA 2 p > atm. Bedpanspoeler AA, AB, AD 8 p > atm. Zie: Bedpanspoeler.* Beveiliging warmwatertoestel Inlaatcombinatie p > atm. Bedrijfswaterinstallatie (proceswater) AA, AB, AD, DC 8 p = atm. Vloeistofklasse 5 (ziekenhuis, milieudienstverlening, slachterijen etc.). Bidet met mengkraan AA, AB BA, DC, CA, DA 1, 2 p = atm. Vloeistofklasse 4. Bidet met mengkraan en handdouche EA, DA 3, 5 p = atm. p = atm. De uitloop van de mengkraan wordt beschouwd als een AA. Zie: Bidet met mengkraan* Bidet met randspoeling en onderdouche AA, AB, AD p > atm. Zie: Bidet met randspoeling en onderdouche.* Biertapinstallatie met tankreinigingsinstallatie Biertapinstallatie met fustenreinigingsinstallatie Bootliften AA, AB, AD p > atm. BA 1 p > atm. Zie: Biertapinstallatie met tankreinigings-installatie.* EA 3, 4 p > atm. Zie: Biertapinstallatie met fustenreinigings-installatie.* Brandslanghaspels EA 3 Zie: WB 4.5A. EA moet indien mogelijk max. 150 mm van aftakking geplaatst worden. Bronwaterinstallatie (eigen winning) CA 2 Booroliedoseerunit CA 2 p = atm. LD 50 > 200 mg/kg. BA 1 p = atm. LD 50 < 200 mg/kg. Zie: WB 1.4A, artikel 5 en 6 ( of-of verbinding). Horizontaal monteren met de afvoer naar beneden gericht. Voorkom overstroming. Campingtappunten EA 3, 4 p > atm. Algemene tappunten vanuit de meter/aansluitputten. Chemische ontharder CA 2 EA 3, 4 p > atm. Aansluiten caravans. EB + DA 7 p > atm. Tappunten met slangwartelkraan. p > atm. De afvoerleiding van de ontharder behoort met een zichtbare onderbreking van tenminste 50 mm (op de riolering) te zijn aangesloten. Chemische reinigingsinstallatie BA 1 p > atm. Zie: Chemische reinigingsinstallatie.* Closetpot met indisch spuitje AA, AB, AD, DC p = atm. Zie: Closetpot met indisch spuitje.* Closetpot met geïntegreerd vermaalsysteem AA, AB, AD p > atm. Zie: Closetpot met geïntegreerd vermaalsysteem.* Closetpot AA, AB, AD, DC p = atm. Zie: Closetpot.* Close-up en close-in boilers Inlaatcombinatie p > atm. Zie: WB 4.4B. CV-vulinstallatie EA, EB 3, 4, 7 Zie: CV-vulinstallaties.* Huishoudelijk (vermogen 45 kw en gevuld met drinkwater). BA, CA 2, 1 CA toegestaan indien gevuld met additieven met ATA-certificaat en/of drinkwater. Demineralisatie-installatie (doseerpomp) BA 1 p > atm. Dosering van chemicaliën. Zie: Demineralisatie-installatie met doseerpomp.* Demineralisatie-installatie met ejecteur BA 1 p = atm. Dosering van chemicaliën. Zie: Demineralisatie-installatie met ejecteur.* Demiwaterpatroon EA 3, 4 p > atm. Desinfectietoestel en desinfectants Zie: WB 2.4.

3 Toestel Beveiliging Product Toelichting Dompelbad AA, AB, AD 8 p > atm. Zie: Dompelbad.* AA, AB, AD, DC 8 p = atm. Zie: Dompelbad.* Doseertoestel, ontsmetten sanitaire ruimten BA 1 p > atm. Zie: Doseertoestel, ontsmetten sanitaire ruimten.* Drinknippels voor vee AA, AB, AD, DC 8 p = atm. Zie: Drinknippels voor vee.* Drinkwaterkoeler EA 3, 4, 5 p = atm. Filterelement (wisselelement) voor opheffen smaakbezwaren EA 3, 4, 5 p > m. Zie: Filterelement (wisselelement) voor opheffen smaakbezwaren.* Flessenspoelmachine AA, AB, AD 8 p > atm. Zie: Flessenspoelmachine.* Flessenvultappunt DC p = atm. Zie: Beoordelingsrapport gevaarlijke toestellen Publiek Drinkwatertappunt.* EA 3, 4 p > atm. Fosfaatdoseertoestel EA 3, 4 p > atm. Foto-ontwikkelapparatuur BA, DB 1 p = atm. Frisdrankenautomaat EA 3, 4, 5 p > atm. Zie: Frisdrankenautomaat.* Glazenspoelmachine Hemelwater- en/of grijswateropvang en distributiesystemen Zie:Vaatspoelmachines.* AA, AB, AD, DC 8 p = atm. Zie: WB 4.2.* Hogedrukreinigingstoestel (huishoudelijk) EA 3, 4 p > atm. Het risico op terugstroming van verontreinigd water is verwaarloosbaar klein. Daarom kan worden volstaan met een EA op het drinkwateraansluitpunt. Hogedrukreinigingstoestel (industrieel) AA, AB, AD 3, 4, 8 p > atm. Zie: Hogedrukreinigingstoestel (industrieel).* Hondentoilet DC p = atm. Zie: Hondentoilet.* Hondenwasstraat CA 2 p > atm. In de warm- en koudwatertoevoer van de zeepdosering. DA, HA Hoog-/laagbad EA 3 p > atm. Zie: Hoog-/laagbad.* p = atm. Het risico op terugstroming van verontreinigd water is verwaarloosbaar klein. Daarom kan worden volstaan met een EA op het drinkwateraansluitpunt. Ontharder / ionenwisselaar (regenerend) CA 2 p > atm. Zie: Ionenwisselaar (ontharder) automatisch regenererend.* Ontharder / ionenwisselaar (verwisselbaar patroon) EA 3, 4 p > atm. Zie: Ionenwisselaar (ontharder) met verwisselbaar patroon.* Kalvermelkmengtoestel BA 1 p > atm. Het toestel heeft eigen inwendig reinigingssysteem. Kappersmengkraan EA 3, 5 KNO-behandelstoel EA 3 Koelinstallatie BA 1 p = atm. EA in koud- en warmwatertoevoer. De douchekop is voorzien van een uittrekbare handdouche. De wasbak waar het water in wegloopt heeft alleen een functie als afvoer. p > atm. De kans op verontreiniging door oorsmeer etc. via spoelsonde door terugstroming wordt als nihil beschouwd. Zie: KNO-behandelstoel.* p > atm. Het drinkwater wordt gebruikt om het koelmiddel te condenseren van de gasfase naar vloeistoffase. NH3 en koelmiddelen met een LD50 < 200 mg/kg worden ingedeeld in vloeistofklasse 4. Indien de betreffende warmtewisselaar een enkele scheiding heeft is een BA vereist. EA 3 p > atm. Indien de warmtewisselaar voorzien is van dubbele scheiding is een EA vereist. EA 3 Koeltorens AA, AB, AD p = atm. Koffiezetmachines/espressoapparaten EA / CA 2, 3, 4, 5 p > atm. Het drinkwater wordt gebruikt om het koelmiddel te condenseren van de gasfase naar vloeistoffase. Koelmiddelen met een LD50 > 200 mg/kg worden ingedeeld in vloeistofklasse 3. Bij toepassing van een warmtewisselaar met enkele scheiding is een EA vereist. p > atm. Voor het koffiezetdeel. Voor de heetwatervoorziening zie ook Stoomvormers. Indien uitgevoerd met systeem voor ontkalkings- en/of reinigingsmiddelen dient een CA te worden toegepast. Laarzenreinigingstoestel AA, AB, AD, DC 8 p = atm. Zie: Laarzenreinigingstoestel.* Luchtwassers / Ontgasser AA, AB, AD 8 In agrarische bedrijven ook t.o.v. van de bedrijfswateraansluiting ook bij eigen winning. Melkkoeltankreinigingsinstallatie AA, AB, AD, DC 8 p = atm. Zie: Melkkoeltankreinigingsinstallatie.* Melkrobot AA, AB, AD, DC, BA 1, 8 p = atm. BA is mogelijk bij uitvoeringen onder Kiwa WTV verklaring. Mengkraan (instelbaar) met knijpdouche EA 3, 5 p = atm. Mengkraan met slang op uitloop CA, DA 2 p = atm. Risicovermindering op basis van tabel 4 van WB 3.8. Mesontsmettingsbakje AA, AB, AD 8 p = atm. Nierdialyseapparatuur AA, AB, AD 8 p > atm. Vaste unit voor centra (HDF-dialyse). BA 1 p > atm. Mobiele unit voor centra / thuis (HEMO-dialyse). Desinfectie met chemicaliën. CA 2 p > atm. Mobiele unit voor centra / thuis (HEMO-dialyse). Desinfectie met heet water.

4 Toestel Beveiliging Product Opmerkingen Nooddouche, oogdouche EA 3 p >atm. Omgekeerde Osmose (uittapsysteem) EA 3 p > atm. Zie: Omgekeerde Osmose uittapsysteem.* Omgekeerde Osmose (recirculatie) CA 2 p > atm. Zie: Omgekeerde Osmose recirculatie.* Omgekeerde Osmose (met recirculatie en met chemicaliëndosering) Omschakeling (of/of aansluiting) Oppervlaktewater Reinigingsmiddel doseertoestel (met geïntegreerde beveiliging) Reinigingsmiddel doseertoestel (beveiliging in voedingsleiding) CA 2 BA 1 p > atm. LD50 waarden > 200 mg/kg. Zie: Omgekeerde Osmose recirculatie en met chemicaliëndosering. * p > atm. LD50 waarden 200 mg/kg. Zie: Omgekeerde Osmose recirculatie en met chemicaliëndosering.* Zie WB 1.4A, figuur 4. Toepassing alleen in agrarische bedrijven. p = atm. Toepassing van oppervlaktewater wordt beschouwd als een tweede watervoorziening. Toepassing van tweede watervoorziening is beschreven in WB 3.7. DB p = atm. Zie: Reinigingsmiddel doseertoestel - geïntegreerde beveiliging.* BA 1 p = atm. Zie: Reinigingsmiddel doseertoestel - beveiliging in voedingsleiding.* Rookkast EA 3, 4, 5 p = atm. Indien er waterdamp wordt gebruikt moet deze drukloos worden opgewekt. Scopen reinigingsdesinfectietoestel AA, AB, AD 8 p > atm. Zie: Scopen reinigingsdesinfectietoestel.* Sectietafel AA, AB, AD 8 p = atm. Zie: Sectietafel.* Slanghaspel Softijsmachine EA 3, 4, 5 Sprinklersysteem Spuiautomaat EA 3 Per situatie afhankelijk. De bedrijfsomstandigheden waaronder slanghaspels worden toegepast is dermate divers dat het opstellen van een beoordelingsrapport praktisch onhaalbaar is. Voor brandslanghaspels zie WB 4.5A. p > atm. Indien koelmiddel LD50 > 200 mg/kg en mag er gebruik worden gemaakt van een warmtewisselaar met enkele scheiding. Zie WB 4.5B.* De gebruikte materialen in spui-automaten moeten voldoen aan de Regeling Materialen en Chemicaliën in contact met drinkwater. Als conformiteit met de Regeling niet kan worden aangetoond moet bovenstrooms van de spui-automaat een EA worden geplaatst. Stadstoilet BA 1 p = atm. Reinigingsmiddelen. Zie: Stadstoilet.* AA, AB, AC, AD, DC Stoomvormer EA 3 p stoom 50 kpa. Stoomwatermenger AC p stoom > 50kPa. p = atm. Fecaliën. DC kan worden geïntegreerd in een spoelkraan. De AC kan worden uitgevoerd als reservoir. AA, AB, AD 8 p stoom > 50 kpa met voorgeschakelde ontgasser.* EA 3, 4, 5, 6 p stoom 50 kpa. Zie: Water- en stoommenger.* AC p stoom > 50 kpa. Zie: Water- en stoommenger.* Tandartspraktijk - Amalgaamafscheider AA, AB, AD, DC 8 p = atm. Tandartsunit (met afzuiging en desinfectie) BA 1 Tandartsunit (met desinfectie) BA 1 Tandartsunit (standaard) EA 3 Tuinsproei-installatie (ingegraven) BA 1 p = atm. Tuinslangen CA, DA 2 p = atm. Urinaalspoeler AA, AB, AD 8 p > atm. Zie: Bedpanspoeler.* Urinezaksnijder AA, AB, AD, DC 8 p = atm. Ultrasoon tandsteenverwijderingsapparaat (dieren) EA 3, 4, 5 Vaatwasmachine (huishoudelijk) EA, DA-EB 3, 4, 7 Vaatspoelmachine (industrieel) AA, AB, AD 8 CA 2 Zie: Tandartsunit - met afzuiging en desinfectie.* Zie: Tandartsunit - met desinfectie.* Zie: Tandartsunit - standaard.* Vacuümontgasser BA (CA) 1 (2) Vacuümtoilet met drinkwateraansluiting DC p = atm. DC boven spoelrand plaatsen. Vijver AA of AB, AD 8 p > atm. Zie: Vijver.* p > atm. De kans op verontreiniging door speeksel etc. via de sproeier wordt als nihil beschouwd. Zie: Ultrasoon tandsteenverwijderingsapparaat (dieren).* Het wascompartiment is ingericht als atmosferische onderbreking waardoor terugheveling van voedselresten is uitgesloten. Reinigings- en naglansmiddel wordt vanuit de machine direct in het wascompartiment gedoseerd. p = atm. Vaatspoelmachine met eigen doseerpompen voor reiniging en naglansmiddel. Zie: Vaatspoelmachine (directe dosering naglansmiddel) - Horeca.* p > atm. Vaatwasmachines waarbij het naglansmiddel wordt gedoseerd met drinkwater. Deze CA is een additionele beveiliging voor het naglansmiddel. CA mag worden toegepast met ATA-additieven of met drinkwatergevulde CVinstallatie. Zie ook: CV-vulinstallatie.*

5 Toestel Beveiliging Product Opmerkingen Voedselbereider (bovenliggende sproeibuis) Voedselbereider (onderliggende sproeibuis) Water- en stoommenger Warme drankenautomaat EA 3, 4 p > atm. De druk van de stoom is lager dan 50 kpa. EA, (CA, BA) 3, 4 (2, 1)) AC p = atm. De kans dat verontreiniging optreedt met een vreemde stof van vloeistofklasse 5 wordt als nihil beschouwd. Zie: Voedselbereider bovenliggende sproeibuis. Indien een reinigings-/desinfectiemiddel wordt toegepast dan op basis van vloeistofklasse beveiliging CA/BA selecteren i.p.v. EA. p> atm. Hoewel de sproeibuis voortdurend in contact is met de vreemde stof wordt een AC ook als afdoende beveiliging gezien. Zie: Voedselbereider onderliggende sproeibuis.* AC p = atm. De condensor kan als AA, AB, AC of AD zijn uitgevoerd. EA 3, 4, 5, 6 p stoom 50 kpa. Zie: Water- en stoommenger.* AC p stoom > 50 kpa. Zie: Water- en stoommenger.* EA 3, 4, 5 p > atm. Heet water/ stoom (p < 50 kpa). EA 3, 4, 5 Warmtapwatertoestel EA 3, 4, 5 p > atm. Zie ook: WB 4.4B.* Warmtepomp met gesloten bodemwarmtewisselaar - Vulinstallatie Warmtepomp met open bron - Vulinstallatie p = atm. De kans op bacteriologische verontreiniging is beperkt vanwege de periodieke uitwisseling van de onthardingspatroon. Zie: Warme drankenautomaat.* CA 2 p > atm. LD 50 > 200 mg/kg. Zie: Warmtepomp met gesloten bodemwisselaar - vulinst.* BA 1 p > atm. LD 50 < 200 mg/kg. Zie: Warmtepomp met gesloten bodemwisselaar - vulinst.* CA 2 p > atm. LD 50 > 200 mg/kg. Zie: Warmtepomp met open bronvulinstallatie.* BA 1 p > atm. LD 50 < 200 mg/kg. Zie: Warmtepomp met open bronvulinstallatie.* Wasmachine (huishoudelijk) EA, DA-EB 3, 4, 7 De wasmachinekraan moet wel minimaal 300 mm boven het toestel zijn geplaatst. Watersnijmachine Zie: Bedrijfswaterinstallaties (proceswater) of dompelbad.* Waterlevering (zeevaart) AA of AB, AD Waterlevering (binnenvaart) BA 1 Waterlevering jachthavens (pleziervaart) CA / DA 2 Waterlevering vanuit een andere bron Zie WB 3.7 en WB 3.8.* IJsblokjesmachine EA 3, 4, 5 p = atm. Zetmeelafscheider AA, AB, AD, DC 8 p = atm. Zwembad AA, AB, AD p = atm. p = atm. Bij het laden van drinkwater in zeehavens is het laden van drinkwater een onbeheersbaar proces wegens het gebrek aan toezicht van het Waterleidingbedrijf bij dit type werkzaamheden. Zie: WB 3.8 en WB 4.1.* p= atm. Bij het laden van drinkwater in binnenvaartschepen is het laden van drinkwater een dermate beheersbaar proces dat een BA een geschikte beveiligingseenheid is. p = atm. De DA beveiligingseenheden zijn vereist voor het afdekken van het risico dat bij kruisverbindingen tussen de vaartuigen onderling verontreiniging optreedt. CA centraal en DA per tappunt. * Voor een uitgebreid overzicht van toestellen raadpleeg of Voorwaarden, Normen en Uitwerking Beoordelingsrapporten gevaarlijke toestellen. 2015/26 - Wijzigingen voorbehouden / ZZ90013/NL01 / R7-1526