1. Inleiding. 2. Evaluatie. Actualisatie beleid kleine ergernissen, met name hondenuitwerpselen

Transcriptie

1 Actualisatie beleid kleine ergernissen, 1. Inleiding Ondanks het plezier dat men beleeft aan het hebben van een hond, vormen hondenuitwerpselen één van de grootste ergernissen van de bewoners van de gemeente Drimmelen. Daarom heeft de gemeente in 2004 hondenbeleid vastgesteld. Hieraan zijn diverse overleggen, inspraakavonden en dergelijke vooraf gegaan. Het vastgestelde beleid is grotendeels gebaseerd op de inspraakreacties. De doelstellingen van het hondenbeleid zijn: Het realiseren van een dusdanige gedragsverandering dat de overlast door honden verminderd wordt; het verschaffen van voorzieningen voor de hondenbezitters om bijvoorbeeld hun hond uit te laten en om de straat schoon te houden; een daling van het aantal klachten over hondenuitwerpselen; het beter stroomlijnen van de klachten in de organisatie; het goed informeren van de inwoners over het nieuwe hondenbeleid; het evalueren van het nieuwe hondenbeleid en dit nodig bijstellen. Het vastgestelde beleid valt samen te vatten in de volgende punten: Het verspreiden van afvalbakken over de gemeente. Deze bakken worden wekelijks geleegd; Het wekelijks schoonmaken van gebieden met een sociaal-maatschappelijke functie; Het aanwijzen van 3 losloopterreinen; Een aanlijnplicht binnen de bebouwde kom met uitzondering van de aangewezen losloopterreinen; Een opruimplicht binnen de bebouwde kom met uitzondering van de aangewezen losloopterreinen; Het uitbreiden van de verboden gebieden voor honden; Het natuurpark de Liniehof blijft verboden gebied; Het regelmatig communiceren over het nieuwe beleid; Toezicht door de politie tijdens toezichtrondes en op locaties waarover veel klachten binnenkomen. 2. Evaluatie Bij het vaststellen van het hondenbeleid is besloten om de werking van het beleid regelmatig te evalueren. Eind 2005/begin 2006 is het beleid daarom geëvalueerd in een evaluatierapport. Uit de conclusies van het evaluatierapport blijkt dat er nog steeds veel overlast is van honden, met name van hondenuitwerpselen. Daarnaast concludeert het rapport dat het toezicht op de opruimplicht essentieel is om een dusdanige gedragsverandering te bewerkstelligen dat dit leidt tot een vermindering van de overlast/klachten. Burgemeester en wethouders hebben daarom besloten te bezien of het hondenbeleid geactualiseerd en aangevuld kan worden met beleid toegespitst op toezicht op en handhaving van de opruimplicht. Twee andere belangrijke conclusies van het rapport zijn dat de frequentie van de communicatie over het nieuwe hondenbeleid nog niet hoog genoeg is en dat de klachten via teveel lijnen lopen in de organisatie. In dat kader is inmiddels een aantal activiteiten gepland om het beleid en de regels meer onder de aandacht te brengen. Daarbij moet gedacht worden aan het verhogen van de frequentie van publicaties over beleid en regels, aan een prominentere plaats van deze informatie op de website, aan folders etc. Over het stroomlijnen van de behandeling van klachten binnen de organisatie zijn inmiddels al afspraken gemaakt. Pagina 1/10

2 Uit de wijkbijeenkomsten (wijkgericht werken)en de bijeenkomsten met de doelgroepen in het kader van het milieubeleidsplan is gebleken dat men veel overlast ervaart van zwerfafval, hondenpoep, illegale dumpingen en parkeren (kleine ergernissen). Meer toezicht hierop is daarom wenselijk. 3. Actualisatie en aanvulling van beleid Bij de actualisatie en eventuele aanvulling van het beleid spelen diverse aspecten een rol. Zij komen in het navolgende aan de orde Hondenbelasting De hondenbelasting is al sinds 1851 in de Gemeentewet opgenomen. Van de 458 gemeenten in Nederland kennen 335 een hondenbelasting. Gemiddeld betaalt de eigenaar 54,22 euro per jaar voor een hond, het hoogst gehanteerde tarief binnen Nederland bedraagt 110,00. Het tarief van de gemeente Drimmelen voor hondenbelasting in 2007 is 66,72 per hond en voor een kennel 241,20. Op basis van de concept-begroting 2008 bedraagt de hondenbelasting 68,04 per hond en 246,24 voor een kennel. Deze tarieven zijn gebaseerd op de huidige beleidslijn van 100% kostendekkendheid. Met deze tarieven zit de gemeente Drimmelen landelijk gezien rond het gemiddelde van gemeenten die hondenbelasting heffen. Er zijn in de afgelopen periode signalen ontvangen die wijzen in de richting van de afschaffing van de hondenbelasting. Bij een discussie over het al dan niet afschaffen van de hondenbelasting spelen een aantal zaken. Enerzijds kan de hondeneigenaar, anders dan een eigenaar van bijvoorbeeld een paard of kat, zich voelen als een melkkoe waar amper gemeentelijke voorzieningen tegenover staan. Anderzijds geeft de belastingverplichting aan de inwoners (hondeneigenaar en niet-hondeneigenaren) het gevoel dat er in ieder geval voor de overlast wordt betaald. Hoewel er nog meer argumenten pro en contra zijn aan te geven is het op basis van de Gemeentewet een gegeven, dat de inkomsten van de hondenbelasting onderdeel zijn van de algemene middelen van de gemeente. Met andere woorden: formeel juridisch is er geen sprake van een doelbelasting. De meest zuivere discussie kan het best gevoerd worden met de juiste getallen. Hoeveel komt er binnen aan hondenbelasting en hoeveel wordt besteed aan de uitvoering van het hondenbeleid binnen de gemeente Drimmelen. De volgende tabel geeft een indruk van de lasten en baten met betrekking tot het hondenbeleid op basis van de concept-begroting van Tabel 1: lasten en baten hondenbelasting Uitgaven Inkomsten Baten hondenbelasting A. Controle hondenbestand B. Heffing/invordering (Tilburg/gemeente) C. Uitvoering hondenoverlast: C1. kapitaallasten faecaliënzuiger, bakken, inrichting terreinen e.d. C2. Exploitatiekosten faecaliënzuiger brandstof, onderhoud, stortkosten), bron Binnenlands Bestuur 17/2/2006 en COELO-atlas lokale lasten 2007 Pagina 2/10

3 brandstof, onderhoud, stortkosten), aankoop zakken, onderhoud/ vervanging bakken/borden etc. incl. vandalisme C3. Uitvoering werkzaamheden eigen dienst (bediening faecaliënzuiger, onderhoud/ vervanging/lediging bakken etc./klachtenafhandeling D. Beleid/evaluatie/ klachtenregistratie/monitoring klachtenafhandeling Totaal *: Bedragen zijn afgerond. De gemeente hanteert op dit moment een beleid van 100% kostendekkendheid. Er is een egalisatievoorziening voor eventuele schommelingen. Bij vaststelling van de tarieven voor hondenbelasting wordt ook gekeken naar de stand van deze egalisatievoorziening. Hierdoor staan de structurele inkomsten dus in verhouding tot de uitgaven. Het lijkt dus gerechtvaardigd dat hondenbezitters betalen voor de kosten die gemoeid zijn met het plaatsen van de voorzieningen, de schoonmaak, het onderhoud en de uren om de overlast van honden zo veel mogelijk weg te nemen. Mocht op termijn gekozen worden om de hondenbelasting af te schaffen, dan zal een structureel gat in de begroting ontstaan dat gedekt moet worden. De kosten van het schoonmaken van onder andere de straten en velden blijven bestaan. In dit geval kunnen er geen voorzieningen blijven bestaan en zal er meer overlast van hondenuitwerpselen zijn. Maar als zelfs wordt besloten tot het verwijderen van de voorzieningen, dan blijven er nog steeds gemeentelijke kosten op het onderhavige terrein over. Bovendien zal het aantal klachten en dus de overlast toenemen. Op een andere manier deze inkomsten dekken kan onrechtvaardig overkomen omdat mensen die geen hond hebben indirect voor de overlast betalen al zijn het maar enkele euro s. Afschaffen van de hondenbelasting zou wel in de rede zijn als de kosten van inning niet in verhouding staan tot de opbrengsten. Dit is ook voor een aantal gemeenten aanleiding geweest de OZB te verhogen en de hondenbelasting af te schaffen. Gelet echter op het voorgaande en met name gezien de verhoudingen tussen de structurele uitgaven en inkomsten lijkt afschaffing van de hondenbelasting niet in de rede te liggen. Zoals eerder is aangegeven blijkt uit de evaluatie dat toezicht noodzakelijk is om een gedragsverandering ten aanzien van met name de opruimplicht te bewerkstelligen. Bij een verbetering als gevolg van meer en beter toezicht (minder overlast/minder klachten) kan alsnog bezien worden de hondenbelasting af te schaffen Toezicht en handhaving Naar aanleiding van het evaluatierapport beleid bestrijding overlast honden hebben burgemeester en wethouders besloten te bezien of en hoe het hondenbeleid kan worden aangevuld met beleid toegespitst op het toezicht op kleine ergernissen, waar ook het toezicht en de handhaving op de hondenoverlast, met name de opruimplicht inzake hondenuitwerpselen, onder valt. Uit de evaluatie is gebleken dat meer communicatie alleen niet voldoende is om de overlast te verminderen. Het lijkt aan de orde om door meer toezicht en handhaving op de opruimingsplicht de groep die zich niet houdt aan de opruimplicht te waarschuwen en waar nodig te verbaliseren. Het doel Pagina 3/10

4 daarbij is om een gedragsverandering bij deze groep te veroorzaken waardoor men zich wel aan de opruimplicht gaat houden. De zojuist vermelde uitbreiding van het toezicht en de handhaving kan prima gecombineerd worden met de aanpak van andere kleine ergernissen, zoals het illegaal dumpen van afval, het zwerfafval en het fout parkeren. De aanpak van deze problematiek past bijzonder goed bij het algemene gemeentelijke streven naar verbetering van de leefomgeving Juridisch kader Handhaving is het sluitstuk van het hondenbeleid. Handhaving moet voorspelbaar en consequent zijn. Hoe duidelijker het beleid, hoe beter de handhaving. De regels met betrekking tot het hondenbeleid zijn verwerkt in de algemene plaatselijke verordening (A.P.V.). In bijlage 1 zijn de vigerende artikelen van A.P.V. over het hondenbeleid te vinden. De overtredingen dienen veelal op heterdaad geconstateerd te worden, behalve het illegaal dumpen (kan o.a. aan de hand van kenteken achterhaald worden). Zowel het niet opruimen van de hondenuitwerpselen, het illegaal dumpen als het weggooien van afval op straat (zwerfafval) zijn overtredingen die zich naar tijd gemeten zeer kortstondig zijn. Het fout parkeren en het laten loslopen van honden waar dit niet mag zijn overtredingen die naar verhouding langer duren. Omdat de meeste overtredingen zeer kort geconstateerd kunnen worden, zou veel toezicht nodig zijn. Het tijdstip waarop gecontroleerd wordt is ook van wezenlijk belang. Een hondenbezitter laat bijvoorbeeld in de loop van de avond nog even zijn hond uit. Maatwerk van de handhaving is dus een noodzaak. Daarnaast kan de A.P.V. worden aangepast om de overlast van de hondenuitwerpselen terug te dringen en de pakkans groter te maken. Hierin kan bijvoorbeeld worden opgenomen de verplichting van het bij zich hebben van een opruimmiddel. Thans is deze bepaling niet opgenomen en de opname zou dan ook een gedragsverandering betekenen. Een reden om dit niet op te nemen zou kunnen zijn dat in het hondenbeleid is opgenomen dat op de losloopterreinen de hondenbezitters de hondenuitwerpselen niet hoeven op te ruimen. Echter op weg naar het losloopterrein kan een hond al zijn behoefte doen. Dit is dus geen reden om de verplichting tot het bij zich hebben van een opruimmiddel niet in te voeren. Als de gemeente dit gaat verwerken in de A.P.V. dan dienen de opruimmiddelen wel gemakkelijk verkrijgbaar zijn. Tevens is ter zake adequate communicatie van eminent belang. Bij invoering van de zojuist genoemde verplichting zou de A.P.V. op de volgende manier aangevuld kunnen worden: Artikel Verontreiniging door honden 1. De eigenaar of houder van een hond is verplicht er voor zorg te dragen dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet: a. op een gedeelte van de weg dat bestemd is of mede bestemd is voor het verkeer van voetgangers; b. op een andere door het college aangewezen plaats. 2. De strafbaarheid van het in het eerste lid gestelde verbod wordt opgeheven indien de eigenaar of houder van de hond er zorg voor draagt dat de uitwerpselen onmiddellijk worden verwijderd. 3. De eigenaar of houder van een hond is binnen de bebouwde kom of in gebieden waar de opruimplicht geldt, verplicht om een opruimmiddel bij zich te hebben en dient dit als daarom gevraagd wordt door een bevoegd ambtenaar te tonen. 4. Het verbod geldt niet voorzover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond laat begeleiden en de hond als zodanig aantoonbaar gekwalificeerd is. 5. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet op een door het college als zodanig aangewezen losloopterrein. Voor het wijzigen van de APV moet een afzonderlijke procedure doorlopen worden. Pagina 4/10

5 4. Praktische vormgeving toezicht en handhaving Aan het toezicht en de handhaving op de regels met betrekking tot het hondenbeleid en kleine ergernissen kan worden vorm gegeven op de volgende manieren: 1. uren inkopen bij de politie; 2. enkele handhavingsacties per jaar; 3. een bijzonder opsporingsambtenaar (BOA) aanstellen; 4. samenwerken met andere gemeenten in de regio. 1. Uren inkopen bij de politie. In het evaluatierapport is al aangegeven dat de politie een zeer lage prioriteit geeft aan het toezicht op en de handhaving van de opruimplicht van hondenuitwerpselen. Bij de politie kunnen uren in worden gekocht voor toezicht op de naleving van de regels met betrekking tot honden. De uren worden dan specifiek ingezet voor toezicht op de naleving van de opruimplicht. Buiten de ingekochte uren is er echter geen toezicht, eventuele boetes worden geïnd door het openbaar miniserie (OM) en het toezicht is moeilijk omdat overtreders op heterdaad betrapt moeten worden. Het uniform heeft een tijdelijke preventieve werking. Vanwege het reorganisatietraject en de onderbezetting bij de politie is het momenteel niet mogelijk het toezicht op het hondenbeleid en andere kleine ergernissen door de politie te laten uitvoeren. Deze optie komt hierdoor te vervallen. 2. Enkele handhavingsacties per jaar. De handhavingsacties enkele keren per jaar kunnen worden uitgevoerd door het gemeentelijk handhavingsteam. Aan deze variant zijn weinig extra kosten verbonden en het handhavingsteam heeft reeds ervaring met het toezicht op de naleving van de algemene plaatselijke verordening (APV). Echter het toezicht en de naleving van de regels met betrekking tot honden en andere kleine ergernissen behoort niet tot het takenpakket van het handhavingsteam. Het handhavingsteam is belast met toezicht op milieu, bouwen, RO, evenementen, horeca, reclame, e.d. Het toezicht op de regels van honden en andere kleine ergernissen valt niet onder hun BOAbevoegdheden. Dit zal dan geregeld moeten worden. Daarnaast zal het inschakelen van het handhavingsteam tot gevolg hebben dat andere toezichtstaken met meer prioriteiten in verband met veiligheid en milieu minder aandacht krijgen. Gelet op de vastgestelde handhavingsvisie en de vastgestelde prioriteiten in het kader van de professionalisering van de handhaving is dit niet aanvaardbaar. Deze optie komt hiermee ook te vervallen. 3. Een bijzonder opsporingsambtenaar (BOA) aanstellen. Door het aanstellen van een BOA is er voortdurend sprake van toezicht. De naleving van de regels wordt hiermee beter gewaarborgd, waardoor de overlast wordt teruggebracht. Er kan ook toezicht worden gehouden buiten kantooruren. De BOA kan ook worden ingezet voor andere ergernissen. Echter de totale kosten voor het in dienst nemen van een BOA worden geschat op per jaar (nettokosten). Daarnaast is het aanstellen van 1 BOA eigenlijk niet voldoende. Dit in verband met het lastige werk, ziekte, vakantie en de grootte van de gemeente. Gelet op het voorgaande en op het kostenaspect is deze optie dan ook niet haalbaar. 4. Samenwerken met andere gemeenten in de regio. Bij samenwerking met andere gemeenten in de regio worden het toezicht en de handhaving redelijk gewaarborgd (uiteraard niet 24 per dag en overal). De kosten, de kennis en de ervaring kunnen gedeeld worden. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft reeds haar voorkeur uitgesproken op 27 februari 2007 voor samenwerking met de gemeente Geertruidenberg. Uit navraag is gebleken dat de gemeente Geertruidenberg niet onwelwillend staat tegenover samenwerking. De gemeente Geertruidenberg doet momenteel mee aan een project voor de gezamenlijke inkoop van gemeentelijke BOA s door Dongemondgemeenten. De gemeente Geertruidenberg neemt in principe voor 1 jaar deel aan dit project, met een proeftraject van 3 maanden. Vanwege de kortere afstand wil de gemeente Geertruidenberg wel graag samenwerken met de gemeente Drimmelen in De gemeente Geertruidenberg heeft een interne medewerker in opleiding voor de buiten gewoon opsporingsbevoegdheden. Zij wil Pagina 5/10

6 minimaal 1 jaar samenwerken met de gemeente Drimmelen. Voorwaarde is wel dat de gemeente Drimmelen beschikt over een budget of krediet om een BOA aan te stellen. Pas dan wil de gemeente Geertruidenberg verder praten over de nadere invulling van de samenwerking. Het aanstellen van 1 BOA voor het toezicht houden en handhaven in 9 kernen lijkt echter te weinig. Daarbij moet nog aangetekend worden dat de kernen waarin het toezicht en de handhaving dienen plaats te vinden, niet in de directe nabijheid van elkaar liggen. Hierdoor ontstaat de nodige reistijd. Gelet op het voorgaande is het idee ontstaan om ieder (Geertruidenberg en Drimmelen) 0,75 fte BOA in dienst te nemen en over gezamenlijke werkzaamheden duidelijke werkafspraken te maken. Het salaris van 0,75 fte BOA ligt ongeveer tussen de en per jaar. De geschatte totale nettokosten voor het in dienst nemen en operationaliseren van 0,75 fte BOA bedragen circa (exclusief overhead, inclusief salariskosten, secundaire arbeidsvoorwaarden en exploitatiekosten).. Bij het inschakelen van toezichts- en handhavingscapaciteit wordt vooralsnog gedacht aan de volgende tijden: zaterdag en zondag: 12 uur toezicht (in ploegendienst, dus samen met de BOA Geertruidenberg). Op deze dagen hebben de meeste mensen namelijk verlof en hebben dus de tijd om hun hond uit te laten. Die vrije tijd biedt overigens ook de mogelijkheid om die activiteiten te verrichten die gewoonlijk onder noemer kleine ergernissen worden gerangschikt: het fout parkeren, het dumpen van afval, het veroorzaken van zwerfvuil etc. door de week: van tot uur en van tot uur (niet gezamenlijk, alleen de BOA Drimmelen) om de zojuist al genoemde redenen. Met deze methode wordt iedere dag op de juiste tijd toezicht gehouden op het gedrag van hondenuitlaters en op eventuele veroorzakers van andere ergernissen. Deze optie lijkt dus vooralsnog de voorkeur te verdienen 5. Wijkgericht werken Wijkgericht werken is door het gemeentebestuur voor de komende jaren als speerpunt benoemd. Per 1 januari 2007 is deze nieuwe werkwijze ingevoerd. Daarbij wordt dezelfde indeling gehanteerd als van de wijkagenten van de politie. Reden hiervoor is dat er regelmatig overleg wordt gevoerd tussen de politie en de gemeente om de buitenruimte schoon en heel te houden. Dat versterkt immers de veiligheid en komt de leefbaarheid ten goede Er zijn vier wijkteams. Om te zorgen dat de medewerkers meer zichtbaar zijn in de wijk en meer ruimte hebben voor het schoon, heel en veilig houden van de woonomgeving en werk- en winkelgebieden zijn taken zoals het onderhoud van de riolering en gemalen, rioolverstoppingen, het regelmatig onderhoud van groenvoorzieningen zoals schoffelen en grasmaaien uitbesteed. Naast de 4 wijkteams is er ook een bovenwijkteam dat werkzaamheden uitvoert voor de gehele gemeente. Het gaat dan om het snoeien van bomen, het vegen, de bestrijding van de hondenoverlast, de gladheidbestrijding en dergelijke. De BOA gaat toezicht houden en handhaven op het hondenbeleid en andere kleine ergernissen in alle wijken. Het kan voor de hand liggen om de BOA aan te stellen in het bovenwijkteam. Indien besloten wordt tot het aanstellen van de BOA en samenwerking met de gemeente Geertruidenberg, wordt nader bezien waar de BOA het beste binnen de organisatie geplaatst kan worden. Indien de BOA niet in het bovenwijkteam geplaatst wordt, dan is het in ieder geval wel noodzakelijk dat er nauwe samenwerking plaatsvindt met de verschillende wijkteams. Pagina 6/10

7 6. Financiën Voor de dekking van de benodigde ,- die de gemeente Drimmelen voor haar rekening zou nemen bij overname van het onderhavige beleid en de daarmee gepaard gaande aanstelling van 0,75 fte BOA, komen de volgende alternatieven in aanmerking: 6.1. Betalen uit inkomsten bestuurlijke opgelegde boeten Op 20 maart 2007 heeft de tweede kamer het wetsvoorstel bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte en het wetsvoorstel bestuurlijke boete fout parkeren en andere lichte overtredingen aangenomen. Als de wetsvoorstellen van kracht worden hebben gemeenten de keuze al dan niet tot bestuurlijke boete over te gaan. Dit moet dan bij verordening worden geregeld. De raad kan bij verordening bepalen dat bestuurlijke boete kan worden opgelegd omtrent overtredingen van : voorschriften uit verordeningen betreffende gedragingen die kunnen leiden tot overlast in de openbare ruimte welke tevens in de verordening (APV) strafbaar zijn gesteld, met uitzondering van voorschriften welke nader bij Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) worden bepaald. Dit is de zogenaamde negatieve lijst. overtredingen van voorschriften uit de afvalstoffenverordening welke nader bij AMvB zullen worden bepaald. Met betrekking tot deze dekkingsmogelijkheid is het moeilijk in te schatten in hoeverre dit kostendekkend kan zijn. De inkomsten zullen per maand en per jaar sterk verschillen. Daarnaast is de organisatie van de gemeente Drimmelen niet ingericht voor het opleggen en innen van bestuurlijke boeten. Indien dit wel toegepast wordt, dan dient onder andere beleid opgesteld te worden, de administratie aangepast te worden en dient er meer juridische ondersteuning ingeschakeld te worden. Daarnaast kan het zijn dat wanneer een gemeente de bestuurlijke boete invoert, zij gekort wordt op de algemene uitkering. Het rendement van het toepassen van de bestuurlijke boete lijkt vooralsnog laag. Invoering van het systeem kan zelfs verliesgevend zijn. Tenslotte is het nog onzeker wanneer en hoe de bestuurlijke boete in werking gaat treden. De bestuurlijke boete lijkt met dit alles als dekkingsmogelijkheid niet voor de hand te liggen Betalen uit de afvalstoffenheffing De opbrengsten van de afvalstoffenheffing gebruikt de gemeente om de kosten van het inzamelen en afvoeren van het huishoudelijk afval te betalen. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast bedrag (het vastrecht) en een variabel bedrag (afhankelijk van het soort inzameling). Het betalen van de kosten voor het aanstellen van een BOA heeft een minimale invloed op de afvalstoffenheffing. Echter inwoners zonder hond betalen ook voor iets dat niet door hun veroorzaakt wordt, anderzijds heeft iedereen er profijt van. De tarieven van de afvalstoffenheffing echter zijn geoormerkt. Artikel van de wet Milieubeheer bepaalt namelijk dat de gemeenteraad ter bestrijding van de kosten die voor haar verbonden zijn aan het beheer van huishoudelijke afvalstoffen een heffing kan instellen, waaraan kunnen worden onderworpen degenen die, al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht, feitelijk gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen en een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Het voorgaande betekent simpelweg dat de gemeente met de inkomsten uit de Afvalstoffenheffing afvalzaken moet bekostigen. Voor zover de taken van de BOA niet op dit gebied liggen (parkeren en wellicht andere kleine ergernissen) mogen zij niet worden bekostigd uit deze heffing. Hier en daar wordt ook de vraag gesteld of het uit een juridisch oogpunt te verdedigen is dat toezicht op en handhaving van regels over hondenpoepoverlast worden bekostigd uit een heffing op het gebied van Pagina 7/10

8 huishoudelijk afval.doorslaggevende jurisprudentie ter zake is tot op heden niet gevonden. In de praktijk is het echter zo dat sommige gemeenten de zojuist genoemde taken uit de afvalstoffenheffing betalen. De gehele kosten voor het aanstellen van een BOA voor 0,75 fte toerekenen aan de afvalstoffenheffing is dus niet mogelijk Betalen uit de OZB De belangrijkste gemeentelijke belasting is de onroerende-zaakbelasting (OZB). De OZB voor woningen bestaat uit twee verschillende belastingen: de eigenarenbelasting en de gebruikersbelasting. Vanaf 2006 is het gebruikersdeel voor woningen vervallen en bestaat de onroerende-zaakbelasting alleen nog maar uit de eigenarenbelasting. De eigenarenbelasting wordt bepaald door de WOZ-waarde te delen door de heffingsmaatstaf 2.500,- en dit getal te vermenigvuldigen met belastingtarief eigenaren woningen (jaarlijks vast te stellen door de gemeente). De opbrengst van de OZB hoeft niet te worden besteed aan doelen die van te voren zijn vastgesteld. De gemeente is vrij om te bepalen waaraan zij de opbrengst besteedt. Op het eerste oog lijken de argumenten om de OZB niet te gebruiken als dekking dezelfde te zijn als die in Betalen uit hondenbelasting De inkomsten van de hondenbelasting bedragen voor de gemeente Drimmelen ,- De binnen gekomen gelden worden al volledig gebruikt. In tabel 1 van de paragraaf hondenbelasting is te zien waaraan de binnen gekomen hondenbelasting wordt besteed. Een redelijk deel van het toezicht zal worden uitgevoerd op de regels met betrekking tot honden. Gelet hierop en op het aanwezige voorzieningenniveau is een verhoging dan niet onredelijk Aan de andere kant betaalt de hondeneigenaar ook voor het toezicht op de andere kleine ergernissen, hetgeen onredelijk overkomt en weer in strijd is met het principe de vervuiler betaalt. Ook leidt het bekostigen van 0,75 fte BOA tot een behoorlijke stijging van het tarief hondenbelasting (kosten worden verhaald op een kleine groep), waardoor het tarief hondenbelasting waarschijnlijk boven het landelijk gemiddelde komt te liggen Bekostiging via het systeem van de tariefgebonden producten Hiermee wordt het volgende bedoeld. Binnen het totaalproduct toezicht en handhaving door de reeds meerder malen genoemde BOA kunnen subproducten worden onderscheiden. Deze subproducten kunnen worden beksotigd via de tarieven die op het betreffende gebied in de rede liggen en voorhanden zijn. Binnen het zojuist genoemde toezichts- en handhavingsproduct worden in ieder geval de volgende subproducten onderscheiden: 1. toezicht op de overlast van voornamelijk hondenuitwerpselen; 2. toezicht op het dumpen van afval; 3. toezicht op het zwerfvuil; 4. toezicht op het foutparkeren. Op deze toezichts- en handhavingsproducten lijken de volgende tarieven/belastingen het meeste van toepassing: 1. hondenbelasting; 2. afvalstoffenheffing; 3. OZB. Pagina 8/10

9 Deze wijze van bekostiging is het meest zuiver en doet ook optimaal recht aan het systeem van de betalende vervuiler/veroorzaker. Alleen is dit systeem begrotingstechnisch complex wegens het toerekenen van overhead aan de verschillende tarieven Overige aspecten Mocht blijken dat de kosten van het aanstellen van een BOA lager zijn dan in het voorgaand begroot, dan kan het overige geld terug vloeien in de egalisatievoorziening op het onderhavige gebied. Duidelijkheidshalve zij ten slotte het volgende opgemerkt. Indien uiteindelijk niet besloten wordt tot actualisering van het beleid op het gebied van de kleine ergernissen en met name het hondenbeleid middels toezicht en handhaving dan zullen de in 2 vermelde overlast en de daarmee gepaard gaande ergernissen blijven bestaan. 7. Conclusies en aanbevelingen 1. Toezicht en handhaving Zoals uit het in 2 vermelde evaluatierapport al naar voor is gekomen valt of staat een verbetering van de resultaten van het beleid op het gebied van de hondenoverlast in de gemeente Drimmelen met toezicht en handhaving. 2. Gezamenlijke toezichts- en handhavingscapaciteit Uitvoering van het toezicht en de handhaving als bedoeld onder 1. kan optimaal plaatsvinden middels samenwerking met de gemeente Geertruidenberg en wel via het gezamenlijk in dienst nemen van 1,5 fte aan BOA-capaciteit op dat gebied (0,75 fte per gemeente). 3. Tevens toezicht en handhaving van andere kleine ergernissen Het lijkt opportuun dat de BOA( s), belast met het toezicht op en de handhaving van het geactualiseerde hondenbeleid, zich ook bezighouden met andere zogenaamde kleine ergernissen zoals foutparkeren en zwerfafval. De werktijden van de betreffende functionaris(sen) dienen aan te sluiten op de te verrichten taken. 4. Afstemming met de politie Het ligt in de rede om na het aanstellen van een BOA, de taken, de prioriteiten, de ondersteuning en de kwaliteitseisen (te stellen aan de beschikkingen) af te stemmen met de politie. 5. Aanvulling van de APV Vergemakkelijking van de toezichts- en handhavingstaak kan plaatsvinden via opname in de APV van een artikel dat hondenuitlaters verplicht om opruimspullen bij zich te hebben. Pagina 9/10

10 6. Dekking van de kosten Ter dekking van de geschatte kosten van ca ,- voor het aanstellen van 0,75 fte BOA voor de gemeente Drimmelen zijn de volgende dekkingsmogelijkheden over (bestuurlijke boete en geheel betalen uit afvalstoffenheffing niet mogelijk): 1. OZB; 2. Hondenbelasting; 3. Combinatie van afvalstoffenheffing, hondenbelasting en OZB; systeem van tariefgebonden producten. De keuze voor de dekkingsmogelijkheid kan het beste bepaald worden bij de behandeling van de begroting voor 2008 Pagina 10/10