Cardiovasculair risicomanagement
|
|
- Francisca Maes
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 3 Cardiovasculair risicomanagement Dr. R.A. Kraaijenhagen. Achtergrond en definities In Nederland zijn hart- en vaatziekten de belangrijkste oorzaak van sterfte bij vrouwen en de tweede oorzaak bij mannen. In 2007 stierven er ruim Nederlanders aan hart- en vaatziekten. Dit is bijna een derde van alle sterfte. Het ontstaan van hart- en vaatziekten is sterk gerelateerd aan beïnvloedbare leefstijlfactoren en biologische risicofactoren, zoals lichamelijke inactiviteit, roken, overgewicht, ongezonde voeding, stress, hypercholesterolemie, hypertensie en diabetes. Deze risicofactoren voor hart- en vaatziekten komen veelvuldig voor. Van de volwassen Nederlandse bevolking heeft ongeveer een kwart een verhoogd cholesterolgehalte ( 6,5 mmol/l) en de helft een verhoogde bloeddruk ( 40/90 mmhg). Eén op de vier volwassen Nederlanders rookt, 45% heeft overgewicht, slechts ongeveer de helft voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (d.w.z. op minimaal vijf dagen per week een half uur matig intensieve activiteit), het merendeel eet te weinig fruit en groenten en te veel verzadigd vet, ook overmatige stress komt veelvuldig voor (25-30%). Door in te grijpen op deze risicofactoren Voor de tekst van dit hoofdstuk is gebruikgemaakt van de CBO-richtlijnen Cardiovasculair risicomanagement en Behandeling van tabaksverslaving. Dr. R.A. Kraaijenhagen maakt deel uit van de richtlijncommissies die deze richtlijnen vaststellen.
2 4 Hoofdstuk Cardiovasculair risicomanagement kan een belangrijk deel van de ziekte en sterfte aan hart- en vaatziekten worden voorkomen of uitgesteld. Cardiovasculair risicomanagement is de diagnostiek en behandeling, inclusief leefstijladviezen en begeleiding, van risicofactoren voor hart- en vaatziekten bij patiënten met een verhoogd risico van eerste of nieuwe manifestaties van hart- en vaatziekten. Met hart- en vaatziekten worden in dit kader door atherotrombotische processen veroorzaakte hart- en vaatziekten en hypertensie-gerelateerd hartfalen bedoeld..2 Risicoprofilering Daar het risico op hart- en vaatziekten multifactorieel bepaald is, wordt voor elk individu het cardiovasculair risicomanagement gebaseerd op een geïntegreerde beoordeling van de belangrijkste risicofactoren, het zogenoemde risicoprofiel. Het cardiovasculair risicoprofiel is een overzicht van de relevante beïnvloedbare en nietbeïnvloedbare risicofactoren: leeftijd, mannelijk geslacht, positieve familieanamnese, verhoogde bloeddruk, glucose-intolerantie, diabetes mellitus, dislipidemie, nierinsufficiëntie, (micro)albuminurie, roken, ongezond voedingspatroon, lichamelijke inactiviteit, overgewicht en overmatige stress. Het individuele risicoprofiel vormt de basis voor een stepped care -preventieaanpak op maat. Om het individuele risico op hart- en vaatziekten betrouwbaar te kunnen schatten, wordt gebruikgemaakt van een risicofunctie, waarin de belangrijkste risicofactoren in samenhang worden beoordeeld. Met deze risicofunctie wordt de kans op sterfte en morbiditeit ten gevolge van hart- en vaatziekten binnen tien jaar voorspeld. Ondertussen zijn er diverse risicofuncties voor individuele risicoprofilering gevalideerd. In de Europese en Nederlandse richtlijn voor cardiovasculair risicomanagement wordt de Heart SCORE als basis voor persoonlijke risicoschatting gebruikt. Hierin worden leeftijd, geslacht, roken, systolische bloeddruk en de totaal cholesterol (TC)/
3 .3 Behandeling 5 HDL-ratio als risicofactoren geïntegreerd. Op indicatie kan zo nodig aanvullend onderzoek worden ingezet, zoals nierfunctieonderzoek en elektro- of echocardiografie bij hypertensie, en aanvullend onderzoek naar bijvoorbeeld familiaire vetstofwisselingsziekten bij sterk verhoogde cholesterolwaarden (TC > 8 mmol/l en/of TC/ HDL-ratio > 8 en/of een LDL 6,5 mmol/l)..3 Behandeling In de richtlijn Cardiovasculair risicomanagement (NHG/CBO, 20), de zorgstandaard vasculair risicomanagement (Platform Vitale Vaten, 2008) en de nieuwe praktijkrichtlijn (beslisboom) hartrevalidatie (CCPH/LMDOH, 200) is een gezonde leefwijze de eerste stap in het cardiovasculair risicomanagement. Dat wil zeggen dat aan alle mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten adviezen dienen te worden gegeven met betrekking tot leefstijlinterventies ten aanzien van gewicht, voeding, lichamelijke activiteit, alcoholgebruik en stress. De indicatie voor medicamenteuze behandeling hangt af van de hoogte van het geschatte risico, en de verwachte winst afgezet tegen de nadelen van de behandeling (zoals bijwerkingen en medicalisering). Het beleid wordt op de individuele patiënt afgestemd, waarbij ook rekening wordt gehouden met de leeftijd, levensverwachting, additionele risicofactoren en motivatie. De behandelkeuze wordt in overleg met de patiënt bepaald, waarbij de patiënt geïnformeerd wordt over de voor- en nadelen van de diverse behandelopties (zie verder bij 7 par..3.2 )..3. Leefstijlinterventies z Roken Roken is een zeer belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. Ongeveer 30% van het aantal nieuwe gevallen van coronaire hartziekten en ongeveer 22% van de sterfte aan coronaire hartziekten is
4 6 Hoofdstuk Cardiovasculair risicomanagement toe te schrijven aan roken. De kans op (sterfte aan) hart- en vaatziekten neemt toe met het aantal sigaretten dat per dag wordt gerookt en het aantal jaren dat wordt gerookt. Het risico op (sterfte aan) coronaire hartziekten neemt de eerste jaren nadat men is gestopt met roken snel af. Daarna daalt het risico geleidelijk verder. Na vijf tot tien jaar is het risico ongeveer gelijk aan dat van mensen die nooit gerookt hebben. Om een passend advies op maat te kunnen geven is het van belang in ieder geval het rookgedrag, het risicoprofiel voor rookgerelateerde aandoeningen en het motivatieniveau van de roker te peilen. Bij rokers die niet gemotiveerd zijn om te stoppen, kan getracht worden om de motivatie te verhogen met behulp van motivational interviewing. Blijft de persoon ongemotiveerd, dan volstaat een stopadvies. Goed is om dit wel regelmatig te herhalen. Aan rokers die overwegen te stoppen, kan een motivatieverhogende interventie aangeboden worden die erop gericht is om het individu te motiveren daadwerkelijk tot actie te komen. En aan rokers die gemotiveerd zijn te stoppen, dient idealiter een intensieve ondersteunende stop met roken -interventie aangeboden te worden, als dat aansluit bij de behoeften van de roker. De voorkeur gaat uit naar de intensiefste interventie die op redelijke termijn in de bestaande situatie beschikbaar is. Een intensieve stop met roken -interventie is vooral geïndiceerd voor rokers met aan roken gerelateerde klachten, patiënten bij wie recent een met aan roken gerelateerde diagnose is gesteld, ouders van kinderen met astma en recidiverende bovensteluchtweginfecties, vrouwen die hormonale anticonceptie (gaan) gebruiken, zwangere vrouwen en hun partners. Het verwijzen naar erkende aanbieders voor telefonische coaching, groepstraining of persoonlijke coaching is een goed alternatief als intensieve ondersteuning bij het stoppen met roken niet door de hulpverlener zelf gegeven kan worden en/of indien de roker hier de voorkeur aan geeft. Verder is aangetoond dat zelfhulpinterventies op maat ook zinvol zijn. Bij iedere vorm van begeleiding aan rokers die gemiddeld tien of meer sigaretten per dag roken en een stoppoging overwegen, behoort informatie te worden gegeven over farmacotherapie. Als
5 .3 Behandeling 7. Tabel. Belangrijkste hinderlijke bijwerkingen van nicotinevervangende middelen. type nicotinevervanger kauwgom transdermale pleister nicotine-inhalator sublinguale zuigtablet zuigtablet bijwerkingen hikken, maag-darmklachten, kaakpijn, mond-tandklachten irritatie en overgevoeligheid huid, slecht slapen irritatie aan mond en keel, kuchen hikken, irritatie aan mond en keel, kuchen, droge lippen irritatie aan mond en keel, hikken, maag-darmklachten eerste keus dient het gebruik van een nicotinevervangend middel (NVM) in overweging te worden gegeven. Ook bij een tweede poging kunnen deze middelen worden geadviseerd. De keuze tussen de verschillende NVM s kan worden gebaseerd op persoonlijke voorkeur van de gebruiker, het bijwerkingenprofiel (. tabel. ) en de prijs. NVM s kunnen worden gebruikt bij risicogroepen zoals mensen met hart- en vaatziekten, maar ook bij verslaafde jongeren vanaf twaalf jaar. Bij zwangere of borstvoedinggevende vrouwen kunnen NVM s worden overwogen wanneer op geen enkele andere wijze het roken kan worden gestopt en wanneer de risico s van een NVM opwegen tegen de nadelen van blijven roken. Als tweede keus met betrekking tot farmacotherapeutische ondersteuning, met name voor rokers bij wie het gebruik van een NVM niet (meer) in aanmerking komt, wordt het gebruik van bupropion, nortriptyline of varenicline in overweging gegeven. Er zijn op dit moment geen goede argumenten om een rangorde aan te brengen in varenicline, bupropion of nortriptyline.
6 8 Hoofdstuk Cardiovasculair risicomanagement Er is veel onderzoek gedaan naar het effect van stop met roken -interventies op het percentage rokers dat daadwerkelijk stopt. Uit deze onderzoeken blijkt het percentage mensen die stoppen met roken na een interventie te variëren van 3-25%, afhankelijk van de gebruikte methode. Vooral persoonlijke of groepscounseling in combinatie met het gebruik van farmacologische ondersteuning is effectief. Ook geldt: hoe intensiever de begeleiding, hoe groter het effect. Effectief bewezen gedragsmatige interventies vallen voor alle rokers onder de verzekerde zorg. Daarnaast heeft het CVZ geadviseerd de combinatie van farmacologische ondersteuning en gedragsmatige ondersteuning, het zogeheten integrale stoppen-met-rokenprogramma, op te nemen in de zorgverzekeringswet als een te vergoeden aanpak. z Lichamelijke inactiviteit Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 5% van het aantal nieuwe gevallen van coronaire hartziekten toe te schrijven is aan lichamelijke inactiviteit en dat personen die regelmatig bewegen een lager risico op hart- en vaatziekten hebben. Bij patiënten met coronaire hartziekten is gebleken dat de kans op sterfte met 20-25% verlaagd kan worden door lichamelijke activiteit en de kans op sterfte aan hart- en vaatziekten met 25-30%. Het gunstige effect van lichamelijke activiteit verloopt deels via een effect op risicofactoren voor hart- en vaatziekten (zoals de bloeddruk, het LDL- en HDL-cholesterolgehalte, glucose-intolerantie en het lichaamsgewicht) en waarschijnlijk ook deels via het stimuleren van collateraalvorming en neovascularisatie bij ischemie. Hierbij is activiteit op lage tot matige intensiteit vaak al effectief. Beweegprogramma s vormen een geïntegreerd onderdeel van hartrevalidatie en ook voor specifieke hoogrisico-individuen zonder hart- en vaatziekten kan op basis van hun risicoprofiel een preventieve beweegkuur onder professionele begeleiding voorgeschreven worden. Op dit moment wordt er uitgebreid onderzoek gedaan naar de BeweegKuur voor mensen met (een verhoogd risico op) diabetes mellitus type 2. Hierbij schrijft de behandelend (huis)arts mensen een beweegrecept voor. De patiënt wordt vervolgens multi-
7 .3 Behandeling 9 disciplinair begeleid door een leefstijladviseur (vaak de praktijkondersteuner), een diëtist en in de meeste gevallen een fysiotherapeut. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de patiënt een nieuwe, gezonde leefstijl integreert in zijn dagelijkse bezigheden. z Voeding Het geven van goede voorlichting over gezonde voeding is uitermate belangrijk. Dit geldt zeker voor het vervangen van verzadigde vetten door onverzadigde vetten, omdat hiervoor sterk en overtuigend bewijs beschikbaar is betreffende een gunstig effect op het optreden van en de sterfte aan hart- en vaatziekten. Dit geldt zowel voor patiënten en personen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, als voor personen met een normaal risico. Afname van het optreden van en sterfte aan coronaire aandoeningen van 2% tot wel 44% wordt gemeld in trials, waarin het effect van vervanging van verzadigde door onverzadigde vetzuren is onderzocht. De belangrijkste onverzadigde vetten zijn n-6-vetzuren (o.a. linolzuur) en omega-3-vetzuren (zoals alfa-linoleenzuur, eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA)). De laatste twee vetzuren komen in hoge concentraties voor in vis. Alfa-linoleenzuur wordt vooral gevonden in walnoten, lijnzaad-, raapzaad- en sojaolie. Voor een mogelijk beschermend effect van onverzadigde vetten op het ontstaan van coronaire hartziekten zijn diverse mechanismen genoemd, waaronder afname in trombocytenaggregatie, verbetering van de endotheelfunctie, verlaging van bloeddruk, verlaging van triglyceriden, vermindering van ontstekingsreacties en mogelijk een gunstig effect op het optreden van hartritmestoornissen na een hartinfarct. Binnen de onverzadigde vetzuren is er één ongunstige uitzondering, namelijk de trans-onverzadigde vetzuren of transvetten. Deze ontstaan onder meer bij het harden van onverzadigde vetten. Belangrijke bronnen hiervan zijn zoutjes, zuivelproducten (vooral kaas), koek en gebak, en vlees. Van transvetten is aangetoond dat ze het HDL-cholesterol verlagen en het LDL-cholesterol en triglyceridegehalte verhogen. Een hoge consumptie van transvetzuren
8 0 Hoofdstuk Cardiovasculair risicomanagement wordt dan ook geassocieerd met een verhoogd risico op coronaire hartziekten, vergelijkbaar of zelfs hoger dan bij verzadigde vetten. Voor de plantensterolen en soja laten studies gunstige effecten op intermediaire eindpunten zien en voor de consumptie van vezels zijn in cohortstudies associaties gevonden met een verlaagde sterfte aan myocardinfarct. De bevindingen moeten nog bevestigd worden in gerandomiseerd onderzoek. Overmatige zoutconsumptie is sterk gerelateerd aan hypertensie, derhalve wordt (zeker bij patiënten met hypertensie) een zoutarm dieet geadviseerd. Eén gram zout minder eten per dag kan de systolische bloeddruk met tot 2,5 mmhg doen dalen en de diastolische druk met 0,7 tot,8 mmhg. Per mmhg afname van systolische druk neemt de kans op sterfte aan hart- en vaatziekten met,5 tot 3% af. Dit positieve effect geldt vooral voor mensen die al hypertensie hebben. Om het risico van hart- en vaatziekten te verlagen, is het advies om minder dan 6 g keukenzout per dag te eten en te zorgen voor voldoende kaliuminname. Kalium werkt bloeddrukverlagend. Groente en fruit zijn een belangrijke bron van kalium. Het dagelijks eten van twee ons groente en twee stuks fruit helpt dus om de bloeddruk op peil te houden. Belangrijk is de mensen te waarschuwen voor verborgen zout, met name kant-en-klaarmaaltijden, hartige snacks, zoute pinda s, chips, kaas, kant-en-klare sauzen en smaakmakers als bouillonblokjes, maggi, ketjap, tomatenpuree en ketchup zijn berucht. z Overgewicht Personen met overgewicht (BMI 25 kg/m 2 ), en met name personen met ernstig overgewicht (BMI 30 kg/m 2 ), hebben een hoger risico op het krijgen van hart- en vaatziekten dan personen met een normaal gewicht (BMI 8,5-25 kg/m 2 ). Het verhoogde risico van (ernstig) overgewicht verloopt deels via effecten op risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals hypertensie, een ongunstig lipideprofiel en verminderde glucosetolerantie. In onderzoek is aangetoond dat leefstijlinterventies die leiden tot gewichtsverlies een gunstig effect hebben op risicofactoren voor hart- en vaatziekten.
9 .3 Behandeling De gewichtsvermindering lijkt vooral effect te hebben op de bloeddruk, waarbij een daling van enkele mmhg mogelijk is. De effecten op cholesterol, triglyceriden, bloedglucose en insuline zijn minder duidelijk. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar het directe effect van gewichtsverlies op het optreden van hart- en vaatziekten, maar het is waarschijnlijk dat verbeteringen in niveaus van risicofactoren uiteindelijk zullen leiden tot een verlaging van het aantal gevallen van hart- en vaatziekten. Overgewicht is het gevolg van een te hoge energie-inname en/of een te laag energieverbruik (lichamelijke inactiviteit). Bij de behandeling van overgewicht wordt dan ook in eerste instantie geadviseerd de energie-inname te verminderen en de lichamelijke activiteit te verhogen. Wanneer leefstijlinterventies onvoldoende resultaat opleveren, kunnen aanvullend medicijnen worden voorgeschreven. Deze hebben echter wel bijwerkingen en de effecten op lange termijn zijn nog onbekend. Bij zeer ernstig overgewicht kan een chirurgische ingreep overwogen worden. In de richtlijn Diagnostiek en behandeling van obesitas bij volwassenen en kinderen (CBO, 2008) wordt het volgende interventieschema gehanteerd op basis van het individuele risicoprofiel (. figuur. ). z Multifactoriële leefstijlinterventies In toenemende mate worden de laatste jaren multifactoriële leefstijlinterventies uitgevoerd, waarbij meerdere leefstijlfactoren en/ of biologische risicofactoren tegelijk professioneel worden behandeld. Deze interventies bestaan meestal uit een combinatie van twee of meer van de factoren voeding/dieet, bewegen, ontspanning of roken. Uit hartrevalidatiestudies blijkt dat multifactoriële leefstijlinterventies het risico op het opnieuw optreden van hart- en vaatziekten en/of sterfte verminderen. Bij hartpatiënten wordt ook de kwaliteit van leven verbeterd. Zoals hiervoor al beschreven, lijkt dat ook te gelden voor personen met een verhoogd cardiometabool risico, waarbij de intensiteit en de duur van de interventie belangrijke factoren voor succes zijn.
10 2 Hoofdstuk Cardiovasculair risicomanagement Combiniatie van leefstijlinterventies: dieet, lichamelijke activiteit en psychologische interventie, eventueel aangevuld met medicatie en/of chirurgie (afhankelijk van BMI, buikomvang en comorbiditeit). Comorbiditeit* Buikomvang < 02 cm (m), < 88 cm (v) > 02 cm (m), > 88 cm (v) BMI (kg/m 2 ) > 40 Algemene adviezen over leefstijl en gezonde voeding Gecombineerde leefstijlinterventies Gecombineerde leefstijlinterventies; overweeg medicatie** Gecombineerde leefstijlinterventies; overweeg medicatie**; overweeg chirurgie** * Diabetes mellitus type 2, hypertensie, cardiovasculaire aandoeningen, dyslipidemie, artrose en slaapapneu. ** Deze interventies pas overwegen indien gewichtsverlies met gecombineerde leefstijlinterventies onvoldoende effectief blijkt na een jaar (> 5% gewichtsverlies).. Figuur. Behandeling overgewicht.
11 .3 Behandeling Medicamenteuze behandeling In (inter)nationale consensus wordt een morbiditeits- en mortaliteitsrisico voor hart- en vaatziekten van > 20% in de komende tien jaar als absolute indicatie gezien voor medicamenteuze interventie. Dit risicopercentage wordt als equivalent beschouwd van een doorgemaakt cardiovasculair event. Onder dit risicopercentage wordt medische behandeling vanuit een doelmatigheidsoogpunt niet zinvol geacht. Uitzondering hierop vormen mensen met een berekend morbiditeits- en mortaliteitsrisico van 0-20% in tien jaar en een of meer van de volgende risicofactoren: z persisterend overgewicht (BMI > 30); z een positieve familieanamnese (ten minste eerstegraadsfamilielid met premature hart- of vaatziekte (mild risico: familielid < 65 jaar; sterk risico: 2 familieledenleden < 65 jaar of of meer familieleden < 60 jaar)); en z chronische nierschade ( < 65 jaar: egfr < 60 ml/min/,73 m 2, 65 jaar: egfr < 45 ml/min/,73 m 2, en/of (micro)albuminurie). Het 0-jaars morbiditeits- en mortaliteitsrisico voor hart- en vaatziekten kan worden bepaald met de Nederlandse SCORE-tabel ( 7 ). Hierin wordt het 0 jaarsrisico op ziekte of sterfte door hart- en vaatziekten (HVZ) uitgedrukt in een percentage en afgelezen op basis van leeftijd, geslacht, rookstatus en actuele SBD en TC/HDL-ratio. De kleurcodering in de tabel wordt gebruikt om het globale risico en algemene indicaties voor behandeling aan te geven: z Groen: 0 jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ < 0% (laag risico, i.p. geen medicamenteuze behandeling). z Geel: 0 jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ 0-20% (matig risico, medicamenteuze behandeling op indicatie (zie hiervoor). z Rood: 0 jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ 20% (hoog risico, i.p. begin medicamenteuze behandeling).
12 4 Hoofdstuk Cardiovasculair risicomanagement De medicamenteuze behandeling berust in het algemeen op statinen, zo nodig gecombineerd met antihypertensiva. De effectiviteit van acetylsalicylzuur bij patiënten met hart- en vaatziekten is evident, maar bij mensen zonder hart- en vaatziekten lijken de nadelen groter dan de voordelen om behandeling met acetylsalicylzuur in het algemeen te rechtvaardigen. Patiënten met diabetes mellitus type 2 (DM2) hebben een verhoogde kans op hart- en vaatziekten en zouden meer kunnen profiteren van acetylsalicylzuur dan patiënten zonder DM2. Patiënten met DM2 hebben echter wel een kleinere kans op hart- en vaatziekten dan patiënten die al een cardiovasculair event doormaakten. De kans is ongeveer anderhalf maal de berekende Heart SCORE en komt neer op 5 jaar optellen bij de biologische leeftijd. Dit maakt de individuele afweging tussen voor- en nadelen belangrijk. Hetzelfde geldt voor patiënten met reumatoïde artritis (RA). z Streefwaarden voor bloeddruk en LDL-cholesterol Zowel bij bloeddruk als bij LDL-cholesterol is er een continu verband met het risico op hart- en vaatziekten. Zowel voor de bloeddruk als voor het LDL-cholesterol geldt: hoe lager de waarde, des te beter is de prognose wat hart- en vaatziekten betreft. Dit tot een zekere grens: voor bloeddruk ongeveer 0/70 mmhg en voor LDL-cholesterol ongeveer,5 mmol/l (daaronder zijn de gegevens schaars). Uiteraard geldt dat de absolute risicoreductie die bereikt wordt met het verlagen van de bloeddruk of het LDL-cholesterol afneemt bij lagere waarden van de risicofactor. Dat brengt met zich mee dat onder bepaalde waarden verdere verlaging in absolute zin steeds minder effectief wordt. z Statinen Voor de meest gangbare statinen geldt dat de procentuele daling van het LDL-cholesterol niet afhangt van de uitgangswaarde. Wel verschillen de statinen in effectiviteit wat LDL-verlaging betreft (. tabel.2 ). Uit kostenoverweging wordt geadviseerd de behandeling te starten met een generieke statine. Na enkele weken tot ten
13 .3 Behandeling 5. Tabel.2 Procentuele afname (95% betrouwbaarheidsintervallen) van het LDL-cholesterol van de in Nederland geregistreerde statinen per dosiseenheid. statinedosis (mg) atorvastatine 3 (27-36) 37 (34-4) 43 (39-47) 49 (44-54) 55 (48-62) fluvastatine 0 (4-6) 5 (-9) 2 (9-24) 27 (25-29) 33 (29-37) pravastatine 5 (-9) 20 (7-22) 24 (23-26) 29 (27-30) rosuvastatine 38 (36-40) 43 (4-45) 48 (46-5) 53 (50-56) simvastatine 23 (9-25) 27 (25-29) 32 (30-34) 37 (34-39) 42 (38-46) Bron: ontleend aan: Law MR, Wald NJ, Rudnica AR. Quantifying effect of statins on low density lipoprotein cholesterol, ischaemic heart disease, and stroke: systematic review and meta-analysis. BMJ 2003 Jun 28;326(7404):423) hoogste drie maanden wordt het LDL gecontroleerd. Zowel voor primaire als secundaire preventie wordt een streefwaarde voor LDLcholesterol van 2,5 mmol/l gehanteerd. Als de streefwaarde niet is bereikt, kan de statinedosering worden opgehoogd of kan worden overgestapt op een effectievere statine (. tabel.2 ), alhoewel hiervan niet is aangetoond dat mortaliteit of morbiditeit daalt. LDL-cholesterol is een surrogaat-eindpunt. z Andere medicamenten voor dislipidemie dan statinen De hoeveelheid bewijs voor de effectiviteit van statinen op dislipidemie is veel groter dan die van welk ander medicament ook. Daarom verdient, indien mogelijk, behandeling met statine altijd de voorkeur. Er zijn niettemin een paar situaties waarin een andere of aanvullende medicamenteuze behandeling overwogen kan worden:
14 6 Hoofdstuk Cardiovasculair risicomanagement z Indien het LDL-cholesterol hoger is dan de streefwaarde ondanks maximale behandeling met statine. z Indien het LDL-cholesterol hoger is dan de streefwaarde, maar een statine gecontraïndiceerd is of niet wordt verdragen. z Indien het LDL-cholesterol lager is dan de streefwaarde en daarbij de HDL-concentratie laag is en/of de triglycerideconcentratie hoog is. De belangrijkste in de praktijk toegepaste medicamenten zijn: z galzuurbindende harsen ; z ezetimibe ; z fibraten ; z acipimox ; z nicotinezuur. Daar het bewijs beperkt is dat deze middelen de incidentie van harten vaatziekten verminderen, wordt vooralsnog aanbevolen terughoudend te zijn met de toepassing van deze medicamenten. z Antihypertensiva Bloeddrukverlaging kan het beste geleidelijk gebeuren (in enkele weken), vooral bij ouderen en patiënten met een geïsoleerde verhoogde systolische bloeddruk (SBD), ernstige hart- en vaatziekten of diabetes mellitus (DM). Er wordt gestreefd naar een SBD < 40 mmhg. Voor patiënten met DM2 is verder verlagen van de SBD zinvol. Op dit moment zijn er vijf groepen bloeddrukverlagende middelen waarvan het effect op klinische eindpunten is aangetoond: diuretica, bètablokkers, ACE-remmers, calciumantagonisten en angiotensinereceptorblokkers (ARB). Deze geneesmiddelen hebben gemiddeld een vergelijkbaar bloeddrukverlagend effect, ze worden over het algemeen goed verdragen en zijn veilig gebleken. Bij de keuze voor een middel wordt vooral rekening gehouden met de specifieke kenmerken van de patiënt (. tabel.3 ), comorbiditeit, voorgaande ervaringen met bloeddrukverlagende middelen, interacties
15 .3 Behandeling 7. Tabel.3 Voorkeursantihypertensivum voor verschillende typen patiënten. klinische conditie jonge leeftijd ( < 55 jaar) coronairlijden chronisch, stabiel hartfalen nierinsufficiëntie; (micro) albuminurie diabetes mellitus negroïde afkomst voorkeursmedicatie ACE-remmer of ARB, evt. bètablokker bètablokker, ACE-remmer of ARB ACE-remmer of ARB, bètablokker, diureticum ACE-remmer, ARB ACE-remmer, ARB calciumantagonist, diureticum met andere middelen, contra-indicaties en potentiële bijwerkingen. Bètablokkers gaan relatief vaak gepaard met bijwerkingen, gevolgd door overige klassen. ARB s hebben de minste bijwerkingen. Diuretica en bètablokkers verhogen in geringe mate de glucoseconcentratie, maar de prognostische betekenis hiervan is omstreden. Bij gelijkwaardige alternatieven moeten ook de kosten van het geneesmiddel bij de keuze worden betrokken. Vooral thiazidediuretica hebben een gunstige kosten-effectiviteitsratio. z Combinatietherapie Veel hypertensiepatiënten hebben een combinatie van antihypertensiva nodig om de bloeddruk adequaat te verlagen. Bovendien is het optreden van bijwerkingen bij de meeste klassen antihypertensiva sterk dosisgerelateerd. Combinatie van bloeddrukverlagende middelen in lage dosis geeft een additief effect op bloeddrukverlaging, terwijl het effect op bijwerkingen minder dan additief is. Daarom is het raadzaam bij onvoldoende effect te kiezen voor een combinatietherapie in plaats van het ophogen van een middel tot de
16 8 Hoofdstuk Cardiovasculair risicomanagement maximale dosering. Op pathofysiologische gronden hebben combinaties van enerzijds remmers van het renine-angiotensinesysteem (ACE-remmers, ARB s en bètablokkers) en anderzijds RAAS-onafhankelijke middelen (calciumantagonisten en diuretica) de voorkeur. Zoals hiervoor al genoemd, dient de combinatie diuretica en bètablokkers vermeden te worden bij mensen met een verhoogd risico op diabetes mellitus, bijvoorbeeld bij obesitas en/of een licht gestoorde glucosespiegel. Om de compliance te bevorderen, is het aan te bevelen bij combinatietherapie de middelen in één tablet te combineren. z Overige antihypertensiva Indien men er met de eerdergenoemde antihypertensiva niet uitkomt, zijn er overige klassen beschikbaar, waaronder centraalwerkende middelen, alfablokkers en directe vaatverwijders, alsmede directe renineremmers. Deze middelen zijn minder goed onderzocht en komen thans niet als eerste in aanmerking voor de behandeling van hypertensie.
Primaire preventie HVZ
Primaire preventie HVZ Stel altijd een risicoprofiel op bij patiënten: met doorgemaakte HVZ, diabetes mellitus (DM), reumatoïde artritis (RA) of chronische nierschade met een belaste familieanamnese voor
Nadere informatieCardiovasculair risicomanagement. Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus
Cardiovasculair risicomanagement Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus Inhoud eerste uur Risicoprofilering Anamnese Lichamelijk Onderzoek Aanvullende diagnostiek Evaluatie en risicoschatting
Nadere informatieMedicatie, Consequenties voor dieetadviezen
Cardiovasculair risicomanagement Medicatie, Consequenties voor dieetadviezen Marjon Achterberg en Jan Dirk Banga CVRM in de eerste lijn 19 juni 2014 De Eenhoorn, Amersfoort Uitgangspunt: de richtlijn 2011
Nadere informatieBepalingenclusters CVRM
Bepalingenclusters CVRM Onderstaande clusters zijn afkomstig uit de HIS-tabel Bepalingenclusters en zijn in verschillende HIS en ingebouwd. De clusters zijn opgebouwd uit bepalingen uit de HIS-tabel diagnostische
Nadere informatieBijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk
Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 2 Inhoud Overzicht indicatoren... 2 Populatiegegevens... 2 Bloeddruk...
Nadere informatieCVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io
CVRM kwetsbare ouderen Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties
Nadere informatieBijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters.
Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Opmerking: deze wijzigingen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter waren geldig ten tijde van het
Nadere informatieBij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich.
Bijlage 1: samenwerkingsafspraken diëtisten binnen DBC CVRM GHC Uitgangspunten Cardio Vasculair Risico Management (CVRM) staat voor de diagnostiek, behandeling en follow-up van risicofactoren voor hart-
Nadere informatieHart en Vaataandoeningen, Leefstijlziektes? of! Leo Schrijvers Cardioloog
Van harte welkom! Hart en Vaataandoeningen, Leefstijlziektes? of! Leo Schrijvers Cardioloog CONFUCIUS: Chinees wijsgeer circa 500 voor Christus Het is niet moeilijk om het goede te herkennen, maar wel
Nadere informatieBehandeling van hypertensie
NECF onderwijsbijeenkomst 19 juni 2014 Farmacotherapie bij 80+ers: Waar zijn we eigenlijk mee bezig? Behandeling van hypertensie Evelien Lutke Schipholt, apotheker externe instellingen, CWZ Gerard Rongen,
Nadere informatieHypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist
Hypertensie Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Primaire of essentiële (95%) Secundaire (5%) G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist, jan. 2012 2 Bloeddruk
Nadere informatieWorkshop diabetes en koolhydratenbeperking bij overgewicht. Graag in samenwerking
Workshop diabetes en koolhydratenbeperking bij overgewicht Graag in samenwerking Voor zowel kinderen als volwassenen zijn overgewicht en obesitas de belangrijkste risicofactoren voor de ontwikkeling van
Nadere informatieWerkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts
Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts Werkwijze risicoprofiel De huisarts verwijst de patiënt voor een inventarisatieconsult naar de POH (labformulier en evt. urineonderzoek bij antihypertensiva
Nadere informatieRTA CVRM Regio Oss-Uden-Veghel ZH Bernhoven - ZorggroepSynchroon. Regionale Transmurale afspraak CVRM. Doel: Waarom?
RTA CVRM Regio Oss-Uden-Veghel ZH Bernhoven - ZorggroepSynchroon B. Brenninkmeijer, internist M.Rubens, huisarts F. Assouiki, internist K.Tersmette, huisarts N. Haenen, cardioloog G.Pijnenburg, huisarts
Nadere informatieDiabetes en hart- en vaatziekten. CVRM nieuwe stijl. Nieuwe richtlijn CVRM 2011 14-6-2013. Risicostratificatie. Wanneer risicostratificatie?
Diabetes en hart- en vaatziekten CVRM nieuwe stijl ~65% van alle sterfgevallen bij DM als gevolg van HVZ CVRM bij diabetes mellitus Karin Kaasjager Langerhansdagen 2013 Dood door HVZ 2- to 4-verhoogd Cardiovasculaire
Nadere informatieNadere uitwerking (medische) behandeling en streefwaarden
Nadere uitwerking (medische) behandeling en streefwaarden Streefwaarden Met HVZ RR systole RR diastole RR systole > 75 jaar Totaal Cholesterol LDL Nuchter Glucose Kalium Creatinine < 140 mmhg < 90 mmhg
Nadere informatieRegionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management
Regionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management Deze regionale transmurale afspraak (RTA) CVRM is tot stand gekomen na overleg tussen de maatschappen interne geneeskunde
Nadere informatiePersoonsgerichte preventie in de praktijk. S.A. Petra
Persoonsgerichte preventie in de praktijk S.A. Petra 30-09-2010 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Wij staan voor gezondheid! Kernwoorden Gezondheid Eigen regie Samenwerken Optimisme Innovatie
Nadere informatieRichtlijn CVRM 2011 Miriam Cohen Kaderhuisarts hart- en vaatziekten te Amsterdam
Richtlijn CVRM 2011 Miriam Cohen Kaderhuisarts hart- en vaatziekten te Amsterdam Sanne van Wissen internist-vasculair geneeskundige Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Stellingen Stelling 1: Niet elke diabeet heeft
Nadere informatieHET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN
HET EFFECT VAN DE CVRM ZORGSTRAAT OP DE BLOEDDRUK EN HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN IN DE HUISARTSENPRAKTIJK Berdien Oosterveld Begeleiding: Job van der Palen Peter van der Lugt Mirella Nijmeijer Wetenschapsavond
Nadere informatieMijn zorgplan Preventie en behandeling Hart- en Vaatziekten
Mijn zorgplan Preventie en behandeling Hart- en Vaatziekten WWW.ZORROO.NL 1 Voorwoord Zorroo staat voor Zorggroep Regio Oosterhout & Omstreken. Wij zijn een organisatie die samen met uw huisarts en andere
Nadere informatieBijsluiter gebruik HVZ-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3
Bijsluiter gebruik HVZ-indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 3 Inhoud Overzicht van de indicatoren... 2 Populatiegegevens... 2 Bloeddruk... 2 LDL en lipideverlagende
Nadere informatieWetenschap in praktijk
Wetenschap in praktijk CNE Hartrevalidatie & Acute cardiale zorg Marjolein Snaterse docent/onderzoeker Secundaire preventie coronaire hartziekten. 6 Agenda 1. Wetenschappelijk bewijs 2. Richtlijnen en
Nadere informatieIndividueel zorgplan vitale vaten
Individueel zorgplan vitale vaten Wat kunt u zelf doen? Een gezonde leefstijl is het belangrijkste bij de aanpak van risicofactoren. Misschien is uw leefstijl wel goed. Zorgverleners kunnen u adviseren
Nadere informatieDisclosure belangen spreker
Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder
Nadere informatieWorkshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld
Workshop voor apothekers en huisartsen Altijd een statine bij hart- en vaatziekten en type-2-diabetes? t Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen en inleiding Presentatie ti
Nadere informatieEen gezonder leven met een lager cholesterol. Voorlichtingsmateriaal ten behoeve van patiënten met een verhoogd cholesterol
Een gezonder leven met een lager cholesterol Voorlichtingsmateriaal ten behoeve van patiënten met een verhoogd cholesterol Een gezonder leven met een lager cholesterol Voorlichtingsmateriaal ten behoeve
Nadere informatieDokter wat heb ik. Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011
Dokter wat heb ik Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011 Pretoets Zijn de volgende stellingen juist of onjuist? 1. De risicotabel geeft een schatting van het 10-jaarsrisico
Nadere informatieLipidenbilan en cardiovasculair risico
Lipidenbilan en cardiovasculair risico OLV Ziekenhuis, Aalst-Asse-Ninove Laboratorium: 053 724281 (Dr. P. Couck, Dr. F. Beckers, Apr. L. Van Hoovels) Endocrinologie: 053 724488 (Dr. F. Nobels, Dr. P. Van
Nadere informatieProgramma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement. Welke rol speelt u bij de preventie en behandeling van hart- en vaatziekten?
Programma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement Welke rol speelt u bij de preventie en behandeling van hart- en vaatziekten? DGV_08_DEF1.indd 1 01-09-2008 10:19:43 NHG DGV Hoge sterfte door hart-
Nadere informatieLipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan
Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Vet in Historisch Perspectief simpele vetopstapelingsziekte
Nadere informatieKwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 2)
Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 2) Nederlandse Diabetes Federatie 033-4480845 info@diabetesfederatie.nl Stationsplein 139 3818 LE Amersfoort Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 2) De
Nadere informatieSamenvatting protocol ketenzorg CVRM. Zaanstreek, Waterland en Midden-Kennemerland
Samenvatting protocol ketenzorg CVRM Zaanstreek, Waterland en Midden-Kennemerland Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding... 3 2. Patiëntenpopulatie... 3 2.1 Inclusiecriteria... 3 2.2 Exclusiecriteria... 3 2.3.
Nadere informatieRisicofactoren voor hart- en vaatziekten in de Nederlandse bevolking. Een uitgave van de Nederlandse Hartstichting augustus 2006
cijfers en feiten Risicofactoren voor hart- en vaatziekten in de Nederlandse bevolking Een uitgave van de Nederlandse Hartstichting augustus 26 Prevalenties en trends in leefstijl- en risicofactoren in
Nadere informatieInleiding 11 INLEIDING. Aanleiding. Onderwerp en doel
Inleiding Aanleiding In 2006 verschenen de eerste Nederlandse multidisciplinaire richtlijn cardiovasculair risicomanagement (CVRM) en de daarvan afgeleide NHG-Standaard. Gezien de constante stroom van
Nadere informatieFries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels
Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding
Nadere informatieTransmurale afspraken interne <-> huisartsen
Transmurale afspraken interne huisartsen dr. D.R. Faber, internist-vasculair geneeskundige A. van Essen-Rubingh, huisarts 18-03-2014 Casus Hypertensie Vrouw, 44 jaar, belaste familie anamnese, was
Nadere informatieFries Wisselprotocol CVRM
Fries Wisselprotocol CVRM Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding waaronder zoutbeperking (tot 5 gram/dag) o stoppen roken o voldoende lichamelijke activiteiten
Nadere informatiePre-diabetes. Vasculair Preventie Centrum
Pre-diabetes Vasculair Preventie Centrum Wat is pre-diabetes? Pre-diabetes is het stadium vóór diabetes (suikerziekte). Het glucosegehalte in uw bloed (bloedsuiker) is, vooral s ochtends voordat u gegeten
Nadere informatieCardiovasculair risicomanagement 2006 Hoofdstuk 1 t/m 5
Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair risicomanagement 2006 Hoofdstuk 1 t/m 5 Organisatie Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO Participerende verenigingen/instanties Nederlands Huisartsen
Nadere informatieINVENTARISATIEFORMULIER IN- EN EXCLUSIE CVRM Versie w1.1 Jan. 2017
INVENTARISATIEFORMULIER IN- EN EXCLUSIE CVRM Versie w1.1 Jan. 2017 Opname in de keten is alleen mogelijk voor patiënten die aan de onderstaande criteria voldoen: patiënten waarvan opdrachtnemer de hoofdbehandelaar
Nadere informatieLandelijk Diabetes Congres Diabetes en hart- en vaatziekten
Landelijk Diabetes Congres Diabetes en hart- en vaatziekten Joke Lanphen, kaderhuisarts hart en vaatziekten Inhoud presentatie 1 Voorkomen van HVZ bij DM type 2 2 NHG standaard CVRM en diabetes 3 Metingen
Nadere informatieChronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015
Chronische nierschade A. van Tellingen Smeerolie voor de poli 2015 Wie dient verwezen te worden? 52-jarige vrouw met diabetische nefropathie: MDRD 62 ml/min/1.73m 2 en albuminurie 28 mg/l? 68-jarige man:
Nadere informatieLipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?
Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,
Nadere informatieHypertensie. Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013
Hypertensie Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013 Waarom bloeddruk? Bloeddruk: niet te laag Bloeddruk: niet te hoog Het verband tussen bloeddruk en cardiovasculaire complicaties heeft als drempel
Nadere informatieDia 1 Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. Dia 2. Dia 3. Vet in Historisch Perspectief. simpele vetopstapelingsziekte
Dia 1 Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Dia 2 Vet in Historisch Perspectief simpele vetopstapelingsziekte
Nadere informatieKleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. geel. Toelatingsexamen arts. 2 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2
Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker geel Toelatingsexamen arts 2 juli 2019 Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Figuur 1A: Synthese van cholesterol in levercel en andere lichaamscellen Legende:
Nadere informatieNIEUWE CVRM RICHTLIJN 2018 (concept)
NIEUWE CVRM RICHTLIJN 2018 (concept) Spiegelbijeenkomst Zorggroep Flevoland, 23 mei 2018 Dr J.E. Heeg, internist vasculaire geneeskunde Isala ziekenhuis, Zwolle Conflicts of interest dr J.E. Heeg, internist,
Nadere informatieHart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen. Cardiologie Centrum Waterland
Hart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen Cardiologie Centrum Waterland Hart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen Hart- en vaatziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak in
Nadere informatieEen hoge bloeddruk. Even voorstellen. WS Een hoge bloeddruk, de ongezouten feiten 5 en 13 november 2014. RCH Sandwich 2014 1. De ongezouten feiten
Een hoge bloeddruk De ongezouten feiten Even voorstellen Maaike Boogers Diëtiste Leonie Tromp Huisarts Tilburg Kaderarts Hart-, en Vaatziekten 2 1 Onze patiënt Leeftijd; 48 jaar BMI 44 (1.80 m, 142.5 kg)
Nadere informatieKent u de cijfers van uw hart?
Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be
Nadere informatieThema Zorg op maat uur Opening en terugblik vorig jaar uur Benchlearning Kees de Visser, huisarts Urk
Thema Zorg op maat Programma 16.30 uur Opening en terugblik vorig jaar 16.35 uur Benchlearning Kees de Visser, huisarts Urk 17:00 uur Van jaarcontrole naar jaargesprek diabetes Guy Rutten, Professor Diabetologie
Nadere informatieBeweegzorg. Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI)
Beweegzorg Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI) Inhoud 1. Waarom de GLI? 2. Wat is de GLI? 3. Welke GLI programma s zijn er? i. SLIMMER ii. Beweegkuur iii. Coaching op leefstijl (CooL) 4. Wie mag
Nadere informatieCVRM Ketenzorg: secundaire preventie Huisartsenpraktijk Maasoever
CVRM Ketenzorg: secundaire preventie Huisartsenpraktijk Maasoever We hebben reeds een hypertensie protocol, bedoeld voor alle patiënten met hypertensie. Vanaf nu gaan we op de praktijk ook werken via het
Nadere informatieUitgevoerd onderzoek in de huisartsenpraktijk
Uitgevoerd onderzoek in de huisartsenpraktijk ELLEN BANIERINK ANIOS INTERNE GENEESKUNDE 06-12-2016 Inhoud Aanleiding Vorming onderzoeksvoorstel Het onderzoek Praktisch gezien Planning Verloop Problemen
Nadere informatieUniforme aanpak cardiometabole risicofactoren en comorbiditeit. De mogelijkheden van de webtool
Uniforme aanpak cardiometabole risicofactoren en comorbiditeit De mogelijkheden van de webtool Uniforme aanpak van cardiometabole risicofactoren en comorbiditeit bij diabetes mellitus type 2, obesitas,
Nadere informatieNieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes
Nieuwe guidelines voor preventie Cardio 2013 Johan Vaes Waarom is preventie nodig? CV ziekten blijven belangrijkste doodsoorzaak Zowel mannen als vrouwen Overlijden voor 75 j is ten gevolge van CV ziekten
Nadere informatieMultidisciplinaire richtlijn. Cardiovasculair risicomanagement 2006
Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair risicomanagement 2006 Colofon Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair risicomanagement 2006 ISBN-10: 90-8523-131-0 ISBN-13: 978-90-8523-131-8 2006, Kwaliteitsinstituut
Nadere informatieFries Wisselprotocol CVRM
Fries Wisselprotocol CVRM Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding waaronder zoutbeperking (tot 5 gram/dag) o stoppen roken o voldoende lichamelijke activiteiten
Nadere informatieKleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. blauw. Toelatingsexamen arts. 2 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2
Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker blauw Toelatingsexamen arts 2 juli 2019 Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Figuur 1A: Synthese van cholesterol in levercel en andere lichaamscellen Legende:
Nadere informatie3 Persoonlijke gegevens
3 Persoonlijke gegevens Naam Telefoonnummer Voorgeschiedenis en SCORE-risico (%)* Diagnose(n) centrale zorgverlener Mevrouw Jansen Tensieweg 120 3415 BP Bovendruk 011-22110022 Zwangerschapshypertensie.
Nadere informatieProtocol module Stoppen met Roken Generiek
Protocol module Stoppen met Roken Generiek ZIO Versie.0, 70803 Inhoud Inleiding... 2 H-MIS (Minimale Interventie Strategie)... 3 Groepsprogramma Stoppen met Roken... 4 Behandeling SMR buiten de ketenzorg...
Nadere informatieCVRM in N.Kennemerland
CVRM in N.Kennemerland Goof Zonneveld Jacco Rempe Huisartsenzorg Noord-Kennemerland Zorgprogramma CVRM Preventie Preventie van HVZ traditioneel altijd aandacht voor hypertensie, onvoldoende aandacht voor
Nadere informatieWorkshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij
Workshop voor apothekers en huisartsen (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Diabetes Mellitus type 2 Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen l
Nadere informatiereview Effect van leefstijlinterventies bij patiënten met hart- en vaatziekten of hoog risico CHOLESTEROL EN VOEDING
review Effect van leefstijlinterventies bij patiënten met hart- en vaatziekten of hoog risico Uitgave van de Nederlandse Hartstichting januari 2009 In de richtlijn Hartrevalidatie (NHS/NVVC), de richtlijn
Nadere informatieInhoud Hoe BRAVO ben jij?
Inhoud Hoe BRAVO ben jij? Inleiding 2 De behandeling van een aandoening 2 Medicijnen 2 Leefstijl 5 Een verergering van je klachten 6 Jouw behandelplan 8 Bewegen 8 Roken 8 Alcohol en voeding 8 Ontspanning
Nadere informatieInhoud. CVRM Praktische toepassing van de NHG-standaard. Preventieparadox. Quiz. Preventieparadox. Preventieparadox 14-6-2015
Inhoud CVRM Praktische toepassing van de NHG-standaard Karlijn Ravenshorst, kaderarts HVZ i.o. Quiz Preventie NHG-standaard Risicotabel Hypertensie Hypercholesterolemie Patiënten met HVZ Casuïstiek Quiz
Nadere informatieSamen zorgen. Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct
Samen zorgen Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct Goof Zonneveld, huisarts in Sint Pancras en kaderhuisarts HVZ Secundaire preventie Verbinding tussen 2 e en 1 e lijn NVVC-Connect
Nadere informatieCardiovasculair risicomanagement bij allochtonen
3 Casus 1 Cardiovasculair risicomanagement bij een man van niet-westerse afkomst Wij hopen dat deze casuïstiek aan uw wensen voldoet. Wij horen het echter graag als u suggesties heeft voor verbetering.
Nadere informatiegegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.
Samenvatting In hoofdstuk 1 hebben we het belang en het doel van het onderzoek in dit proefschrift beschreven. Wereldwijd vormen hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste oorzaak van sterfte. Volgens
Nadere informatieKoolhydraten en de preventie van welvaartsziekten
Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten Evidence-based richtlijn van de German Nutrition Society Van vezels tot suikers: koolhydraten omvatten een brede range van voedingsstoffen. Wat is er precies
Nadere informatieDiabetes. D1 Diabetes prevalentie 249,0 233,9. D2 Diabetespopulatie indicatoren 78,7 85,8. D3 Hoofdbehandelaar diabetes 58,2 49,6
Diabetes uw praktijk alle praktijke n D1 Diabetes prevalentie 249,0 233,9 D2 Diabetespopulatie indicatoren 78,7 85,8 D3 Hoofdbehandelaar diabetes 58,2 49,6 D6 HbA1c bepaald 70,9 70,5 D36 HbA1c < 53 81,3
Nadere informatieChronische nierschade: hoe vaak, stadia en risico s
Factsheet Nieren en nierschade deel 3 Nierschade vraagt om continue alertheid en aandacht van de behandelaar Nierfunctie en eiwitverlies: voorspellers van complicaties Chronische nierschade: hoe vaak,
Nadere informatieHet Vrouwenhart: begeerd maar (nog) onbekend
Het Vrouwenhart: begeerd maar (nog) onbekend Nationale Gezondheidsbeurs 13 februari 2016 Utrecht Yolande Appelman Interventiecardioloog VU medisch centrum Amsterdam 2015 Campagne Hartstichting Awareness
Nadere informatieBevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie
Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie Casuïstiek Mw. K, slanke en sportieve 30 jarige vrouw wordt verwezen voor behandeling van haar verhoogde cholesterol. Haar vader kreeg op 57 jarige leeftijd
Nadere informatieKen je cardiovasculair risico!
UGP-FOLDER Ken je cardiovasculair risico! Wat zijn risicofactoren voor hart- en vaatziekten en welke risicofactoren zijn er? Risicofactoren voor hart- en vaatziekten zijn factoren die de kans op ziekten
Nadere informatieHART EN VAATZIEKTEN PROTOCOL CELLO
HART EN VAATZIEKTEN PROTOCOL CELLO Leiden Augustus 2011 Inleiding Dit protocol omvat diagnostiek, preventie en behandeling van hart- en vaatziekten (HVZ) en dient als hulpmiddel voor het opzetten en houden
Nadere informatieHART EN VAATZIEKTEN PROTOCOL CELLO
HART EN VAATZIEKTEN PROTOCOL CELLO Leiden Augustus 2011 Inleiding Dit protocol omvat diagnostiek, preventie en behandeling van hart- en vaatziekten (HVZ) en dient als hulpmiddel voor het opzetten en houden
Nadere informatieTopics in Chronic Disease. Chronische Nierschade en de huisarts
Topics in Chronic Disease Chronische Nierschade en de huisarts Toets Nierinsufficiëntie Casus Metabole stoornissen Vervolg casus Nabespreking toets Nierinsufficiëntie komt bij ruim 10% van de Nederlandse
Nadere informatieStadia chronische nierschade
Factsheet Nieren en nierschade deel 3 Nierschade vraagt om continue alertheid en aandacht van de behandelaar Nierfunctie en eiwitverlies: voorspellers van complicaties Stadia chronische nierschade Nierschade
Nadere informatieZorgplan vaatrisicopoli
Wilhelmina Ziekenhuis Assen Vertrouwd en dichtbij Informatie voor patiënten Zorgplan vaatrisicopoli z Uw zorgplan voor de vaatrisicopoli Voor u ligt uw zorgplan van de vaatrisicopoli van het WZA. Het zorgplan
Nadere informatieMyocard infarct Diagnostiek en transmurale afspraken OLVG regio. dr. Geert-Jan Geersing Huisarts Buitenhof Prof.dr. Freek Verheugt Cardioloog OLVG
Myocard infarct Diagnostiek en transmurale afspraken OLVG regio dr. Geert-Jan Geersing Huisarts Buitenhof Prof.dr. Freek Verheugt Cardioloog OLVG Presentatie vandaag Epidemiologie myocardinfarct Diagnostiek
Nadere informatieINFOKAART OUDEREN EN ROKEN
INFOKAART OUDEREN EN ROKEN Roken Roken is de risicofactor die de meeste sterfte en het meeste gezondheidsverlies met zich brengt en zodoende ook zorgt voor veel verlies aan kwaliteit van leven (1). Vijftien
Nadere informatieOproep van uw huisarts voor het opstellen van een Cardiovasculair Risicoprofiel Risicofactoren hart- en vaatziekten in beeld
Oproep van uw huisarts voor het opstellen van een Cardiovasculair Risicoprofiel Risicofactoren hart- en vaatziekten in beeld Hart- en vaatziekten zijn in Nederland de belangrijkste bedreiging van de gezondheid.
Nadere informatieProtocol obesitas. Mw. J. Mentink, student geneeskunde. Drs. W.E. Schrader, huisarts. Drs. D.M. Keesenberg, gezondheidswetenschapper
Protocol obesitas Mw. J. Mentink, student geneeskunde Drs. W.E. Schrader, huisarts Drs. D.M. Keesenberg, gezondheidswetenschapper BMI & buikomvang Diagnostiek Oorzaken van obesitas Risicofactoren & co-morbiditeit
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING In de Westerse wereld vormen hart- en vaatziekten de belangrijkste oorzaken van ziekte en overlijden. Bij het ontstaan van hart- en vaatziekten speelt atherosclerose (slagaderverkalking)
Nadere informatieHart &Vaten. Hart en Vaten Pas. PeriScaldes
Hart &Vaten Hart en Vaten Pas PeriScaldes In het geval ik onwel word: Bel 112 voor een ambulance Hart & Vaten Pas Bel mijn huisarts: (0031) In case I get unwell: Call 112 in the Netherlands for an ambulance
Nadere informatieConsensus Screening op risicofactoren hart/vaatziekten
Consensus Screening op risicofactoren hart/vaatziekten Samenvatting Bij het preventief sportmedisch onderzoek (basisplus en groot Sportmedisch Onderzoek) bepalen we tenminste Cholesterol en HDL-cholesterol
Nadere informatieHart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen
Hart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen Hart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen Hart- en vaatziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak in de westerse wereld. Het onderliggende
Nadere informatieHet Huisartsenteam. Gaat verder dan genezen. Hart & Vaten Pas
Het Huisartsenteam Gaat verder dan genezen Hart & Vaten Pas Ik heb een hart- of vaatziekte Het Huisartsenteam Gaat verder dan genezen In het geval ik onwel word: Bel 112 voor een ambulance Bel mijn huisarts:
Nadere informatieVitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011
Vitale Vaten Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Verleiden Opbouw presentatie Inleiding hart- en vaatziekten Project Vitale Vaten Gorinchem
Nadere informatieCholesterol. Alles wat je ooit wilde weten
Cholesterol Alles wat je ooit wilde weten Waar komt cholesterol vandaan? Het overgrote deel van de cholesterol in ons lichaam maakt ons lichaam zélf aan. Eén derde nemen we op via onze voeding. Cholesterol
Nadere informatieChronische Nierschade in Nederland
Chronische Nierschade in Nederland Stadium GFR (ml/min/1,73m 2 ) Albuminurie > 30 mg/24 hr Prevalentie VS (%) Prevalentie Nederland (%) 1 >90 Ja 3,3 1,3 2 60-89 Ja 3,0 3,8 3 30-59 Ja/nee 4,3 5,3 4 15-29
Nadere informatieROIG Vasculaire Geneeskunde 26 september 2007
ROIG Vasculaire Geneeskunde 26 september 2007 Locatie: Rijn-zaal Voorzitter: Yvo Smulders 0830 Ontvangst met koffie 0900-0930 Introductie, risicofactoren en risicostratificatie Y. Smulders, VUmc 0930-1000
Nadere informatieAlles over VETTEN GOEDE ÉN SLECHTE. E-book
Alles over VETTEN GOEDE ÉN SLECHTE E-book WAT IS VET? VET IS EEN VOEDINGSSTOF DIE ZIT IN BIJVOORBEELD HALVARINE, OLIE, VLEES, KAAS EN IN KOEK, SNACKS EN SAUZEN. VET IS ALTIJD EEN MENGSEL VAN VETZUREN.
Nadere informatieBloeddruk: hoe lager hoe beter?
Bloeddruk: hoe lager hoe beter? Zijn de SPRINT en andere studies van nut voor met name de oudere type 2 patiënten? Dr. K.J.J. (Hans) van Hateren Huisarts & onderzoeker Geen Conflicts of interest Number
Nadere informatiePre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.
Pre-diabetes Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over. Wat is pre-diabetes Pre-diabetes is het stadium vóór diabetes (suikerziekte). Het
Nadere informatieregio uw praktijk 2004 43.8 56.2 % % jaar 6.9 jaar 15.9 66.5 8.2 9.4 % % % 67.8 54.1 17.6 % % % 7.1 4.4 81.8 148.5 29.9 mmhg
Algemene gegevens -5 In het onderstaande overzicht kunt u de gegevens uit uw praktijk van 5 (laatste kolom) vergelijken met die van 5 huisartspraktijken uit de regio (eerste kolom) en uw eigen praktijk
Nadere informatieMedicatie bij atherosclerose. Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG
Medicatie bij atherosclerose Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG Wat heeft de patiënt? Cerebrovasculair lijden Perifeer arterieel vaatlijden Coronairlijden Inhoud Trombocytenaggregatieremmers
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting De groei en de ontwikkeling van diverse orgaansystemen en regelmechanismen in de foetus tijdens de periode in de baarmoeder worden verstoord door vroeggeboorte.
Nadere informatie