41. Toepassing van de prejudiciële beslissing over bewijsbeslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "41. Toepassing van de prejudiciële beslissing over bewijsbeslag"

Transcriptie

1 41. Toepassing van de prejudiciële beslissing over bewijsbeslag Mr. L.F.P. Coehorst In zijn prejudiciële beslissing van 13 september 2013 bepaalde de Hoge Raad dat het algemene niet-ie bewijsbeslag mogelijk is. Inmiddels heeft de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam in twee beschikkingen aan deze beslissing uitvoering gegeven. Daarin is een heldere, praktische lijn uitgezet. Inleiding In zijn prejudiciële beslissing van 13 september 2013 heeft de Hoge Raad 1 naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam 2 uitgemaakt dat art. 730 jo 843a Rv een toereikende wettelijke grondslag biedt voor het algemene niet-ie bewijsbeslag (hierna: bewijsbeslag). Anders dan Advocaat-generaal mr. E.M. Wesseling-van Gent achtte de Hoge Raad het zijn taak om handvatten te geven voor wanneer verlof moet worden verleend en voor de uitvoering van het bewijsbeslag. Dit mede omdat de wetgever aangaf de ontwikkelingen in de praktijk af te willen wachten 3. Kort na de Beslissing van de Hoge Raad heeft de Minister de Tweede Kamer bericht dat de Hoge Raad de rechtspraktijk een duidelijk kader heeft geboden waarmee zij voorlopig voort kan. 4 De prejudiciële beslissing van de Hoge Raad (hierna ook: de Beslissing ) biedt (aldus) stevig houvast voor de rechtspraktijk. De afwegingen die de Hoge Raad in zijn prejudiciële beslissing maakt strekken ertoe het bewijsbeslag, dat toelaatbaar wordt geacht, met adequate en effectieve waarborgen te omringen, en willekeurige inmenging en misbruik te voorkomen, en om ervoor te zorgen dat eventuele schadelijke gevolgen daarvan voor de wederpartij of de derde onder wie de beslaglegging plaatsvindt, binnen redelijke grenzen blijven. De eisen van proportionaliteit en subsidiariteit maken hier cruciaal onderdeel van uit. De Hoge Raad laat de rechter die het verlof verleent in grote mate vrij om binnen voornoemde strekking recht te doen aan de omstandigheden van het geval. Daarmee erkent de 1 Hoge Raad 13 september 2013, ECLI:HR:2013:BZ Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 4 december 2012, ECLI:NL:RMBAMS:2012:BY Kamerstukken II, , , nr. 3, p Brief d.d. 20 december 2013 van de Minister van Justitie aan de Tweede Kamer (kenmerk ). Hoge Raad het belang van maatwerk. Inmiddels heeft de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam twee beschikkingen 5 gewezen aan de hand van de Beslissing. In deze bijdrage bespreek ik hoe de Voorzieningenrechter daar invulling aan geeft. Ik ben van mening dat op basis van de uitgangspunten in de Beslissing een heldere en praktische lijn wordt uitgezet. Eerste beschikking: Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 19 september 2013 Nog geen week na de prejudiciële beslissing stond de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam 6 met inachtneming daarvan een verzoek tot het leggen van bewijsbeslag toe (hierna ook: de tweede beschikking). Verzoekers (1 t/m 4) wensten onder gerekwestreerden (1 en 2) bewijsbeslag te leggen vanwege het navolgende. Verzoeker 1 is 70 jaar oud en voor 90% aandeelhouder van verzoeker 3 en is tevens aandeelhouder van verzoeker 4. Verzoeker 1 is in onderhandeling met (onder andere) gerekwestreerden over de verkoop van zijn aandelen in genoemde ondernemingen. Gerekwestreerde 1 is als werknemer bij een van deze ondernemingen in dienst. Volgens verzoekers worden ten nadele van verzoekers 3 en 4 onder werktijd vanuit het kantoor van deze ondernemingen concurrerende activiteiten ontplooid. Daarbij zou gebruik worden gemaakt van de aanwezige bedrijfsmiddelen. Verzoekers stellen dat dit in strijd met het overeengekomen concurrentiebeding en tevens onrechtmatig is. Gerekwestreerde 2 is een van de bestuurders van een concurrerende onderneming. Vanuit maar buiten wetenschap van verzoeker 3 is aan deze onderneming een lening van verstrekt. Beide gerekwestreerden zouden daar weet van hebben. Verzoekers stellen dat deze handelingen 5 Beide beschikkingen zijn van de hand van mr. R.H.C. Jongeneel. 6 Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 19 september 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013: SDU UITGEVERS / NUMMER 2, APRIL 2014 BESLAG EN EXECUTIE IN DE RECHTSPRAKTIJK

2 Toepassing van de prejudiciële beslissing over bewijsbeslag tot doel hebben de waarde van de door hen te verkopen ondernemingen sterk te verminderen, dan wel daaraan waarde te onttrekken ten behoeve van door gerekwestreerden nieuw opgerichte ondernemingen. Verzoeker 1 begroot dat hij hierdoor voor wordt benadeeld. Het gestelde handelen blijkt volgens de Voorzieningenrechter uit overgelegde bewijsstukken. Verzoekers behoeven echter nader bewijs om de aard en omvang van het gestelde handelen en dus de schadelijke gevolgen daarvan te kunnen onderbouwen. Met het oog daarop vragen zij verlof voor een bewijsbeslag. Tweede beschikking: Molenbeek Invest De prejudiciële vragen over bewijsbeslag zijn gesteld naar aanleiding van de zaak Molenbeek Invest 7. Kortgezegd verweet Molenbeek gerekwestreerden dat zij vertrouwelijke en/of onjuiste informatie aan Itel (een potentiële handelspartner van Molenbeek) hebben verstrekt. Daardoor zou een deal met Itel niet zijn doorgegaan. Gerekwestreerden zouden dat gedaan hebben met het oogmerk zichzelf te bevoordelen. Molenbeek was verteld dat er s bestonden die haar gelijk zouden kunnen aantonen. Die zouden echter niet vrijwillig aan Molenbeek worden verstrekt. Daarop heeft Molenbeek verzocht om (onder meer op genoemde s) bewijsbeslag te mogen leggen. De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft op 1 november 2012 het beslagverlof voorlopig verleend. Zulks in afwachting van het antwoord op door de Voorzieningenrechter gestelde prejudiciële vragen. Nadat de Voorzieningenrechter partijen in de gelegenheid heeft gesteld bij akte op de prejudiciële beslissing te reageren en te re- en dupliceren, is op 12 november 2013 de definitieve beschikking 8 gewezen. Molenbeek betoogde dat op basis van de Beslissing van de Hoge Raad het voorlopige verlof definitief kon worden verleend. Gerekwestreerden stelden echter dat het beslag onrechtmatig zou zijn gelegd omdat niet aan de door de Hoge Raad gestelde eisen zou zijn voldaan. Er zou sprake zijn van een fishing expedition en de gevraagde bescheiden zouden onvoldoende zijn gespecificeerd. Verder hadden gerekwestreerden de beslaglegging als zeer ingrijpend ervaren: De inbeslagneming had het karakter van een politie-inval. 9 Volgens gerekwestreerden zijn ten onrechte onder meer dvd s met vakantiefoto s, computers van de kinderen van gerekwestreerden, mobiele telefoons en dergelijke in beslag genomen. Gerekwestreerden gaven aan: Inbeslagneming vond vrijwel ongezien plaats. ( ) waarbij niet eens werd gecontroleerd of er wel (relevante) informatie op stond. Een en ander zou niet te rijmen zijn met het uitgangspunt van de Hoge Raad dat kortgezegd het privéleven van de beslagene zoveel mogelijk moet worden gerespecteerd. 10 Verder stelden gerekwestreerden dat het beslag te omvangrijk zou zijn (en slechts op de genoemde s zou moeten zien) en dat Molenbeek bij die s bovendien geen belang meer zou hebben omdat zij daar reeds over zou beschikken. Tot slot plaatsten gerekwestreerden kanttekeningen bij de integriteit van de bewaarder. 11 De Hoge Raad laat de rechter die het verlof verleent in grote mate vrij om recht te doen aan de omstandigheden van het geval Molenbeek betwistte deze stellingen. 12 Molenbeek stelde dat zij de gewenste informatie in haar verzoekschrift duidelijk genoeg had omschreven. Verder gaf zij aan dat de deurwaarder slechts alle ruimten heeft betreden omdat gerekwestreerden niet bereid waren vrijwillig informatie te verstrekken. De deurwaarder kon niet weten op welke computers en andere gegevensdragers zich de in beslag te nemen bescheiden bevonden en kon dus niet anders dan deze meenemen. 13 Verder stelt Molenbeek dat er pas een selectie kan worden gemaakt nadat op grond van art. 843a Rv is bepaald dat een recht op inzage bestaat. De vertrouwelijkheid is daarmee volgens Molenbeek voldoende gewaarborgd. 14 Het is interessant dat bij de toetsing van het voorlopig gegeven verlof ook de wijze waarop beslag is gelegd bij de beoordeling van het (vooraf gegeven) verlof aan de orde komt. De rechter krijgt daardoor tevens de gelegenheid om zich uit te laten over de praktische uitvoering van het beslag. Beoordeling aan de hand van de prejudiciële beslissing In beide voornoemde beschikkingen stelt de Voorzieningenrechter vast dat met de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad duidelijk is dat er een toereikende rechtsgrond is voor het toestaan van bewijsbeslag. Verder staat voorop dat de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit als toetssteen fungeren. In de Beslissing heeft de Hoge Raad eerst algemene uitgangspunten geformuleerd en vervolgens nadere regels gegeven. Ik zal deze overwegingen zoveel mogelijk groeperen aan de hand van de criteria van art. 843a Rv en op basis daarvan de beschikkingen van de Voorzieningenrechter bespreken. Rechtmatig belang In de Beslissing overwoog de Hoge Raad dat een bewijsbeslag een ingrijpend dwangmiddel is waarmee aan de wederpartij of de derde onder wie het beslag wordt gelegd 7 Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 4 december 2013, ECLI:NL:RMBAMS:2012:BY Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 12 november 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013: Idem, r.o Idem. 11 Idem, r.o Idem, r.o Idem, r.o Idem. BESLAG EN EXECUTIE IN DE RECHTSPRAKTIJK NUMMER 2, APRIL 2014 / SDU UITGEVERS 15

3 aanzienlijke hinder of schade kan worden toegebracht. 15 De verzoeker dient zijn belang bij de beslaglegging voldoende aannemelijk te maken. Beslaglegging is echter niet steeds nodig om tegemoet te komen aan de belangen van de verzoeker. Om die reden moet de verzoeker tevens feiten en omstandigheden stellen waaruit volgt dat de beslaglegging met het oog daarop noodzakelijk is. 16 Daartoe is nodig dat gegronde vrees bestaat dat de betrokken bescheiden anders verloren gaan, en dat de beoogde bewijsvoering niet op andere, voor de beslagene minder ingrijpende wijze kan plaatsvinden. De belangrijkste waarborg tegen willekeurige inmenging en misbruik is dat het bewijsbeslag er slechts op is gericht kopieën van bewijsmateriaal veilig te stellen In beide zaken acht de Voorzieningenrechter het gestelde handelen voldoende ernstig om het ingrijpende bewijsbeslag te rechtvaardigen. Daarmee lijkt de drempel die de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit vormen reeds geslecht. Deze vormen echter de hoeksteen in de door de Hoge Raad uiteengezette uitgangspunten omtrent bewijsbedrag. In de beoordeling van de noodzakelijkheid van het bewijsbeslag komen deze derhalve weer naar boven. In de eerste beschikking overweegt de Voorzieningenrechter dat uit het gestelde voldoende is af te leiden dat de in beslag te nemen bescheiden zich onder gerekwestreerden bevinden (aldus implicerend dat verzoekster bij gerekwestreerden aan het juiste adres is). Verder acht de Voorzieningenrechter bewijsbeslag noodzakelijk omdat vrees voor vernietiging of verduistering aannemelijk is. 17 In de zaak Molenbeek overwoog de Voorzieningenrechter: Gezien de aard van het aan [gerekwestreerde 1] en [gerekwestreerde 2] verweten handelen is aannemelijk dat een verzoek tot medewerking aan bewijslevering tot vernietiging dan wel verduistering van bewijsmiddelen zou hebben geleid, zodat een bewijsbeslag noodzakelijk is voor de bewijslevering van Molenbeek, zonder hen te horen op het verzoek. Er is dus voldaan aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. 18 Uit het voorgaande volgt dat de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit zich sterk doen gelden bij het te stellen rechtmatige belang bij beslaglegging. Indien de verzoeker echter aannemelijk weet te maken dat hij met recht vreest voor vernietiging of verduistering indien geen bewijsbeslag wordt gelegd en het bewijs niet op andere wijze kan worden geleverd, wordt bewijsbeslag noodzakelijk geacht. Verder blijkt dat de noodzakelijkheid van het bewijsbeslag 15 Zie Hoge Raad 13 september 2013, ECLI:HR:2013:BZ9958, r.o Idem, r.o Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 19 september 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:6969, r.o Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 12 november 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:7447, r.o kan worden afgeleid aan de aard van de gedragingen. Het zal in de regel aldus gaan om typische bewijsbeslagzaken, waarin een onbetrouwbare wederpartij onwillig is stukken te verstrekken of waarbij de verzoeker vermoedt dat de wederpartij in zijn nadeel heimelijk ongeoorloofde activiteiten verricht. Ik meen dat de Hoge Raad in de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit intelligente instrumenten heeft gevonden, waarmee de rechter die over het verlof oordeelt recht kan doen aan de omstandigheden van ieder individueel geval. Dat bewijsbeslag noodzakelijk dient te zijn om de belangen van de verzoeker veilig te stellen, biedt een goede waarborg tegen lichtvaardig gebruik van dit zware instrument. Indien de verzoeker goede redenen heeft om bewijsbeslag te willen leggen, moet hij daartoe de mogelijkheid hebben. Rechtsbetrekking In de Beslissing overwoog de Hoge Raad dat in het verzoekschrift zowel de rechtsbetrekking dient te worden gesteld met het oog waarop het verlof wordt gevraagd, als de identiteit van de wederpartij of de derde onder wie het beslag moet worden gelegd. 19 De Voorzieningenrechter besteedt in beide beschikkingen niet expliciet aandacht aan het criterium rechtsbetrekking. Met de gestelde onrechtmatige daad is daarvan reeds sprake. Voorts meen ik dat dit begrip is verdisconteerd in het vereiste rechtmatige belang. Indien het voor een partij noodzakelijk is onder een ander bewijsbeslag te leggen, zal immers steeds van enige rechtsverhouding sprake zijn. Bepaalde bescheiden De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat de in beslag te nemen bescheiden in het inleidende verzoekschrift zo precies dienen te worden omschreven als in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van de verzoeker kan worden verlangd. Dit omdat de beslaglegging niet mag ontaarden in een fishing expedition. 20 In de eerste beschikking oordeelt de Voorzieningenrechter dat verzoekers de gewenste bescheiden met voldoende bepaaldheid hebben omschreven. Helaas ontbreekt in de beschikking een weergave daarvan, zodat de mate van detail niet kenbaar is. In de zaak Molenbeek Invest overweegt de Voorzieningenrechter echter dat de bescheiden in het verlof nog niet voldoende precies zijn omschreven en geeft in de definitieve beschikking een nadere beperking van de bescheiden die onder het beslag vallen. 21 Achteraf waren deze dus nog niet zo precies ( ) omschreven als in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van de verzoeker kan worden verlangd. De door de Hoge Raad geformuleerde norm lijkt aldus strenger dan die eerder door de Voorzieningenrechter was toegepast. 19 Hoge Raad 13 september 2013, ECLI:HR:2013:BZ9958, r.o Idem. 21 Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 12 november 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:7447, r.o SDU UITGEVERS / NUMMER 2, APRIL 2014 BESLAG EN EXECUTIE IN DE RECHTSPRAKTIJK

4 Toepassing van de prejudiciële beslissing over bewijsbeslag Met de eis dat de bescheiden zo precies moeten worden omschreven als in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van de verzoeker kan worden verlangd kan de rechter die over het verlof beslist recht doen aan de omstandigheden van het geval. Voor de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad werd in de literatuur ook al wel aangenomen dat de bescheiden zo precies mogelijk moeten worden omschreven. 22 Er werd echter ook gesteld dat kon worden volstaan met het benoemen van bepaalde categorieën van bescheiden, die relevant zullen zijn voor de beoordeling van het geschil. 23 Mijns inziens is de door de Hoge Raad geformuleerde maatstaf glashelder. Het biedt de verzoeker die in ernstige bewijsnood verkeert, maar tevens een goed gemotiveerd verzoek doet, de mogelijkheid toch de gewenste bewijsstukken te verkrijgen. En de partij die (bijvoorbeeld vanwege jarenlange samenwerking) min of meer exact weet welke bescheiden hij nodig heeft, zal nauwkeurig moeten aangeven welke dat zijn. Ik meen dat de plicht om de gewenste bescheiden zo precies mogelijk te omschrijven ook meebrengt dat een partij inzichtelijk moet maken waarom een nauwkeurigere beschrijving niet mogelijk is. Bij gebreke daarvan kan de Voorzieningenrechter immers niet toetsen of de bescheiden zo precies zijn omschreven als in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van verzoeker kan worden verwacht. Bewijsbeslag strekt slechts tot conservering van bewijs De Hoge Raad overweegt in de prejudiciële beslissing dat het rechterlijke verlof om het bewijsbeslag te leggen geen verdergaande aanspraken geeft dan de bewaring van de in beslag genomen bescheiden; noch dit verlof, noch de beslaglegging zelf geeft de beslaglegger dan ook recht op afgifte, inzage of afschrift. De verzoeker ontleent aan het verlof ook niet het recht bij de beslaglegging aanwezig te zijn (art. 702 lid 1 in verbinding met 443 lid 2 Rv). 24 Onder omstandigheden kunnen deze bescheiden, ter plaatse gemaakte kopieën daaronder begrepen, ter gerechtelijke bewaring worden afgegeven, zulks met inachtneming van het bepaalde in art. 709 Rv. 25 In de zaak Molenbeek overweegt de Voorzieningenrechter dat de belangrijkste waarborg tegen willekeurige inmenging en misbruik en onredelijke schadelijke gevolgen voor de wederpartij of derden in acht is genomen. Namelijk dat het beslagverlof alleen is gericht op het veilig stellen van kopieën van bewijsmateriaal, dat dit in bewaring wordt gegeven en dat pas tot afgifte wordt overgegaan nadat daarover in een procedure ex art. 843a Rv is beslist. 26 De Voorzieningenrechter bepaalde vervolgens dat het verlof 22 E.A.M. Meeuse en V.C.M. Verberne, De stand van zaken van het bewijsbeslag in niet-ie zaken, BER 2011/2, p M.A. van der Pool, Exhibitierecht in mededingingszaken, M&M maart 2010/1, p Hoge Raad 13 september 2013, ECLI:HR:2013:BZ9958, r.o Idem, r.o Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 12 november 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:7447, r.o met enige beperkingen definitief kon worden. Dat eventuele andere waarborgen niet zijn toegepast, leidde niet tot een ander oordeel. Over de door gerekwestreerden als zeer ingrijpend ervaren wijze van beslaglegging en de ongeziene inbeslagneming van diverse gegevensdragers overweegt de Voorzieningenrechter dat de voorlopige beschikking bepaalde dat: voor zover het niet mogelijk is ter gelegenheid van de beslaglegging reeds de selectie te maken van de gegevensdragers en bescheiden die onder het beslag vallen, de gegevensdragers en bescheiden ( ) in hun geheel gekopieerd dan wel meegenomen mogen worden ( ). 27 Aannemelijk was dat deze situatie zich voordeed. Terecht wees de Voorzieningenrechter er op dat (uitsluitend) het verlof aanduidt op welke bescheiden beslag mag worden gelegd. Inbeslagname van volledige gegevensdragers leidt niet tot een uitbreiding van het beslag. Het beslag omvat slechts die bescheiden waarvoor het is toegestaan. 28 Volgens de Voorzieningenrechter is het de verantwoordelijkheid van de deurwaarder om ter uitvoering van het verleende beslagverlof de gegevensdragers te zoeken die de gegevens kunnen bevatten waarop beslag gelegd mag worden. Van veel van de gegevensdragers is echter niet op voorhand vast te stellen of deze relevante gegevens bevatten. De deurwaarder moet aldus rekening houden met de mogelijkheid dat zulks wel het geval is. Of de gegevensdrager in beslag moet worden genomen is ter beoordeling van de deurwaarder. 29 Daarnaast neemt de Voorzieningenrechter voorshands aan dat Molenbeek niet over de genoemde s beschikt en nog altijd belang heeft bij een ruimer verlof dan een dat slechts ziet op deze s. Ook in de eerste beschikking overwoog de Voorzieningenrechter dat bewijsbeslag slechts strekt tot bewaring van bewijs. De wederpartij van de beslaglegger blijft er belang bij hebben de omvang van de in beslag te nemen bestanden zoveel mogelijk te beperken De deurwaarder mag de in beslag te nemen bescheiden niet onderzoeken of bestuderen ( rechercheren ), maar moet deze wel in beslag nemen. Met de Voorzieningenrechter ben ik van mening dat het beslag met een ruime marge moet worden gelegd. 30 En indien selectie op voorhand redelijkerwijs niet mogelijk is of wordt gesteld dat van vertrouwelijke gegevens sprake is, moeten bescheiden desnoods ongezien in beslag worden genomen. Zo is zeker is dat de bedoelde bescheiden worden veilig gesteld, terwijl het eventuele (bedrijfs)vertrouwelijke of privékarakter 27 Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 4 december 2013, ECLI:NL:RMBAMS:2012:BY6220, r.o Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 12 november 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:7447, r.o Idem, r.o Zie ook J. Ekelmans, De exhibitieplicht, Kluwer: 2010, p BESLAG EN EXECUTIE IN DE RECHTSPRAKTIJK NUMMER 2, APRIL 2014 / SDU UITGEVERS 17

5 daarvan niet wordt geschonden. Boeder vat een en ander treffend samen: De gerechtsdeurwaarder toetst bij het leggen van beslag marginaal. Dat wil zeggen dat hij globaal inschat of iets onder het verlof valt, bij twijfel wordt het beslag doorgaans wel gelegd. Het is echter niet wenselijk dat de gerechtsdeurwaarder bij het leggen van bewijsbeslag op de stoel van de rechter gaat zitten door te beoordelen of zaken en informatie binnen de reikwijdte van het beslagverlof vallen 31 Mijns inziens is met deze werkwijze ook het belang van de (al dan niet medewerkende) beslagene in de regel het best gediend. Door mogelijk relevante gegevensdragers integraal te kopiëren hoeft de beslagleggende deurwaarder daarbinnen niet, althans minder te kijken en te zoeken naar in beslag te nemen bescheiden. Dat verkort de tijd die met de beslaglegging gemoeid is en doet ook recht aan de wens het privéleven en het familie- en gezinsleven van de beslagene zoveel mogelijk te beschermen. Opmerking verdient verder dat de Voorzieningenrechter in de zaak Molenbeek bij de overwegingen omtrent de vereiste art. 843a Rv procedure slechts spreekt over afgifte en niet over inzage. 32 Eerder overwoog de Voorzieningenrechter terecht dat hetgeen meer is gekopieerd ook niet na het voeren van een art. 843a Rv procedure aan Molenbeek ter beschikking kan worden gesteld. 33 Aldus is duidelijk is dat eerst een selectie plaats moet vinden van de bescheiden die onder het beslag vallen, alvorens afgifte plaats kan vinden. Het ligt voor de hand voor die selectie een deskundige onafhankelijke derde in te schakelen. Om praktische reden zou echter ook besloten kunnen worden slechts inzage plaats te laten vinden door een dergelijke deskundige, die vervolgens rapport uitbrengt van zijn bevindingen. Dit heeft onder meer de voorkeur indien relevante gegevens zijn verweven met vertrouwelijke informatie waarvoor geen verlof is verleend en deze slechts tegen hoge kosten kunnen worden gescheiden. Het voert voor deze bijdrage echter te ver om nader op de procedure ex art. 843a Rv vooruit te lopen. Vertrouwelijke gegevens In rechtsoverweging van de Beschikking overweegt de Hoge Raad dat verlof voor de beslaglegging niet wordt gegeven indien de bescherming van de eventuele vertrouwelijkheid van de in beslag te nemen bescheiden onvoldoende is gewaarborgd (vgl. art. 1019b lid 4 Rv). Verzoekers in de eerste zaak stelden dat geen sprake is van vertrouwelijke gegevens die bescherming behoeven. De Voorzieningenrechter gaat daarin mee. Gelet op de gestelde onderlinge verbanden tussen de verschillende partijen, lijkt die stelling aannemelijk. De Voorzieningenrechter moet zich er echter bewust van zijn dat hij zich 31 O.J. Boeder, Het leggen van bewijsbeslag, BER 2012/7, p Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 12 november 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:7447, r.o Idem, r.o eenzijdig laat voorlichten. Op grond van onder meer art. 21 Rv en de inhoud van de Beslagsyllabus 34 heeft (ook) de verzoeker weliswaar belang bij transparantie, maar voorstelbaar is dat hij niet weet of en in hoeverre er van vertrouwelijke gegevens sprake is. Overigens zal met beslaglegging door een deurwaarder en inbewaringneming door een professionele bewaarder de vertrouwelijkheid van stukken in de regel voldoende gewaarborgd zijn. Naar het oordeel van de Voorzieningenrechter was dat ook bij Molenbeek Invest het geval. Waakzaamheid blijft echter geboden. Onder meer wanneer beslag gelegd wordt op informatie in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens (bijvoorbeeld onder een financiële instelling). Onderscheid moet worden gemaakt tussen vertrouwelijke gegevens die onder het beslag vallen en die niet onder het beslag vallen. Voor laatstgenoemde gegevens kan de beslaglegger ook niet na een art. 843a Rv procedure afgifte, inzage of afschrift verkrijgen. Voorts kunnen geheimhouders als bedoeld in art. 843a lid 3 Rv vertrouwelijke gegevens buiten het beslag houden. Vertrouwelijkheid van gegevens speelt verder vooral in de art. 843a Rv procedure. Het is van het grootste belang dat niet (al dan niet) abusievelijk bepaalde gegevens ten onrechte aan de beslaglegger worden geopenbaard. Horen wederpartij In rechtsoverweging van de Beslissing overwoog de Hoge Raad dat het verlof zo nodig wordt gegeven zonder dat de wederpartij wordt gehoord, met name indien het aannemelijk is dat uitstel de verzoeker onherstelbare schade zal berokkenen of indien er een aantoonbaar gevaar voor verduistering of verlies van bewijs bestaat (vgl. art. 1019b lid 3 BW). Vanwege de hiervoor genoemde eis dat bewijsbeslag noodzakelijk moet zijn, lijkt deze overweging weinig toe te voegen. In de praktijk zal het verlof (vrijwel) steeds worden verleend zonder dat de wederpartij wordt gehoord. Daarvan was in beide besproken zaken ook sprake. Medewerkingsplicht Op praktische gronden onderscheidt de Hoge Raad in r.o en van de prejudiciële beslissing twee scenario s voor de medewerkingsplicht van de wederpartij. Het eerste doet zich voor als de instrumenterende deurwaarder een gegevensdrager (bijvoorbeeld een harde schijf of een usb-stick) aantreft met daarop een of meer versleutelde of met een toegangscode beschermde bestanden, en op redelijke gronden vermoedt dat deze bestanden onder het verlof vallen. De deurwaarder kan de gegevensdrager zelf dan in beslag nemen als de beslagene de bestanden niet voor hem toegankelijk maakt. De beslagene hoeft dus geen toegangscodes te verstrekken, 34 Beschikbaar op: (versie augustus 2013). 18 SDU UITGEVERS / NUMMER 2, APRIL 2014 BESLAG EN EXECUTIE IN DE RECHTSPRAKTIJK

6 RUBRIEKSKOP maar loopt dan het risico dat zijn gegevensdragers in beslag worden genomen. In de inzageprocedure ex art. 843a Rv bepaalt de rechter of de beslagene toegang moet verschaffen (eventueel onder verbeurte van een dwangsom). Het tweede scenario gaat op indien er goede gronden zijn om te vermoeden dat de beslagene digitale bestanden elders bewaart (bijvoorbeeld in the cloud ). Hij dient deze dan voor beslaglegging toegankelijk te maken (door het verstrekken van inlogcodes). Medewerking is dan noodzakelijk omdat (het verlof voor) het bewijsbeslag anders zinloos zou zijn. In de eerste beschikking overweegt de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam dat de rechter aan het niet-naleven van de medewerkingsplicht de gevolgen kan verbinden die hij geraden acht. De instrumenterende deurwaarder kan aldus slechts optekenen dat geen medewerking wordt verleend. Verder geeft de Voorzieningenrechter aan: Tot die mogelijke gevolgen behoort dat de rechter bepaalde stellingen van verzoekers bewezen zal achten behoudens tegenbewijs door gerekwestreerden. En dat bij de beoordeling van dat tegenbewijs in het nadeel van gerekwestreerden rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat zij bewijsmiddelen in het voordeel van verzoekers hebben achtergehouden. 35 Interessant is dat de Voorzieningenrechter uitdrukkelijk bepaalt dat het beslag zich mede uitstrekt tot computerbestanden die zich bevinden bij internetdiensten als Gmail en Hotmail 36. Omdat het bewijsbeslag in de zaak Molenbeek Invest reeds was gelegd, was de medewerkingsplicht daar niet (meer) aan de orde. De door de Hoge Raad onderscheiden scenario s stoelen uitsluitend op praktische gronden. Voor de praktijk van het bewijsbeslag acht ik deze werkbaar. De kwaadwillende wederpartij zou er echter voor kunnen kiezen zijn administratie in the cloud te plaatsen, te versleutelen en zo (trachten) de aard en omvang van zijn laakbare handelen aan het zicht te onttrekken. Maar dat reduceert het bewijsbeslag niet tot een papieren tijger. Het oordeel van de Voorzieningenrechter dat de rechter aan het niet-naleven van de medewerkingsplicht de gevolgen kan verbinden die hij geraden acht ik juist. In de praktijk komt het voor dat de deurwaarder dreigt het complete computersysteem van de wederpartij down te zullen brengen zodat hij zich (middels zijn ICT deskundige) zelfstandig toegang tot het systeem kan verschaffen. Voor dergelijke radicale maatregelen biedt het verlof geen grondslag. Overige punten Verder heeft de Hoge Raad overwogen dat de Voorzieningenrechter, met name indien hij het verlof verleent zonder dat de wederpartij wordt gehoord, aan het verlof met overeenkomstige toepassing van art. 701 Rv de 35 Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 19 september 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:6969, r.o Idem, r.o voorwaarde verbindt dat de beslaglegger zekerheid stelt ter zake van de schade die hij heeft te vergoeden indien het beslag onrechtmatig blijkt te zijn. In de eerste beschikking overwoog de Voorzieningenrechter uitdrukkelijk dat hij daar geen aanleiding voor zag. Omdat het beslag inzake Molenbeek Invest reeds was gelegd zal ik van de verdere (meer ondergeschikte) punten slechts de overwegingen van de Voorzieningenrechter in de eerste beschikking weergeven. De termijn voor het instellen van de hoofdstaak stelde de Voorzieningenrechter op twee weken. Verder overwoog de Voorzieningenrechter dat hij ook buiten kantooruren om een oordeel kan worden gevraagd als zich bij de beslaglegging problemen voordoen (r.o. 2.12). De beschikking verklaart de Voorzieningenrechter namelijk in afwijking van de verzochte uitvoerbaarheid op alle dagen en uren uitvoerbaar op werkdagen tussen 09:00 uur en 21:00 uur en op zaterdagen tussen 12:00 uur en 18:00 uur. Dit om het privéleven en het familie- en gezinsleven van de beslagene zoveel mogelijk te respecteren (r.o. 2.13). Conform de Beslissing van de Hoge Raad geeft de Voorzieningenrechter aan dat de deurwaarder kan beslissen om twee verschillende processen-verbaal op te maken (r.o. 2.14). 37 Conclusie Met de prejudiciële beslissing heeft de Hoge Raad goede, op de praktijk toegesneden uitgangspunten geformuleerd. Daarmee geeft de Hoge Raad de rechtspraktijk ruimte voor maatwerk, met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit als belangrijkste toetssteen. Mede omdat de Hoge Raad vereist dat het bewijsbeslag noodzakelijk is om het gewenste bewijs veilig te stellen, zal een verzoek vooral in typische bewijsbeslagzaken worden toegewezen. In de besproken beschikkingen heeft de Voorzieningenrechter de regels van de Hoge Raad op praktische wijze toegepast. De belangrijkste waarborg voor de wederpartij en/ of de beslagene is dat pas afgifte, inzage en/of afschrift plaatsvindt nadat daarover in een procedure ex art. 843a Rv is beslist. Daarnaast is van groot belang dat de gevraagde bescheiden zo precies worden omschreven als in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kan worden geëist. Een onvoldoende gespecificeerd verzoek kan afwijzing tot gevolg hebben. Verder kan een te algemene omschrijving aanleiding geven voor vaak kostbare discussies over wat daaronder moet worden verstaan en dus in beslag moet worden genomen. Deze discussie kan zich voortzetten in de art. 843a Rv-procedure tot afgifte, inzage en/of afschrift. Ik acht het juist dat de deurwaarder een ruime marge wordt gegund bij de uitvoering van het beslag. Op stukken die niet binnen de reikwijdte van het verzoek vallen kan immers 37 Het gaat hierbij om een globale versie voor de beslaglegger en een gedetailleerde versie voor de beslagene. Zo wordt voorkomen dat de beslaglegger via het proces-verbaal toch inzage verkrijgt. Volgens de Hoge Raad voor verschillende processen-verbaal met name aanleiding indien het beslag ook vertrouwelijke bescheiden omvat of kan omvatten. BESLAG EN EXECUTIE IN DE RECHTSPRAKTIJK NUMMER 2, APRIL 2014 / SDU UITGEVERS 19

7 geen aanspraak ontstaan. De deurwaarder mag echter niet rechercheren : hij moet mogelijke relevante bescheiden en gegevensdragers desnoods ongezien veiligstellen. De keerzijde van deze werkwijze is dat tijdens en bij de uitvoering van de art. 843a Rv procedure uiterste zorgvuldigheid moet worden betracht. Vanwege de ruime marge van de deurwaarder, bestaat het risico dat gegevens waarvoor geen verlof is verleend, toch ter kennis van de verzoeker komen. Indien deze de schuldeiser tot (direct) voordeel strekken, kan dat voor de wederpartij vergaande (financiële) consequenties hebben. In zoverre blijft de wederpartij van de beslaglegger er belang bij hebben de omvang van de in beslag te nemen bestanden zoveel mogelijk te beperken. Voor de wederpartij is het derhalve aan te bevelen zoveel mogelijk medewerking te verlenen en zich daarbij te voorzien van deskundige bijstand. Over de auteur L.F.P. Coehorst is advocaat te s-hertogenbosch (BANNING N.V.) 20 SDU UITGEVERS / NUMMER 2, APRIL 2014 BESLAG EN EXECUTIE IN DE RECHTSPRAKTIJK

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde Nr. 184 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

beschikking RECHTBANK DEN HAAG Team handel - voorzieningenrechter rekestnummer: KG RK Beschikking van 27 oktober 2015 in de zaak van

beschikking RECHTBANK DEN HAAG Team handel - voorzieningenrechter rekestnummer: KG RK Beschikking van 27 oktober 2015 in de zaak van beschikking RECHTBANK DEN HAAG Team handel - voorzieningenrechter rekestnummer: KG RK 15-1983 Beschikking van in de zaak van 1. de [rechtspersoon] [A], gevestigd te [plaats], 2. de [rechtspersoon] [B],

Nadere informatie

Programma. Samenwerkingsverband opleidingen 2017

Programma. Samenwerkingsverband opleidingen 2017 Samenwerkingsverband opleidingen 2017 Programma Voorbereidend onderzoek Verzoekschrift en verlof De beslaglegging met praktijkcasus van de deskundigen Riscon Arnhem B.V. Particulier recherchebureau te

Nadere informatie

verzoeksters, beide gevestigd te Frankrijk, advocaten: mr. L. Oosting en mr. R.M. van der Velden te Amsterdam,

verzoeksters, beide gevestigd te Frankrijk, advocaten: mr. L. Oosting en mr. R.M. van der Velden te Amsterdam, beschikking RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht Zaak- / rekestnummer: 493728 / KG RK 11-2074 Beschikking van in de zaak van verzoeksters, beide gevestigd te Frankrijk, advocaten: mr. L. Oosting en

Nadere informatie

beschikking... Beschikking van de voorzieningenrechter van 8 december 2016

beschikking... Beschikking van de voorzieningenrechter van 8 december 2016 1N NAAM VAN OE KON\NG beschikking... RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling privaatrecht Locatie Groningen zaaknummer I rekestnummer: Cl181172364 I PR RK 16-487 Beschikking van de voorzieningenrechter van

Nadere informatie

burgerlijk procesrecht

burgerlijk procesrecht burgerlijk procesrecht E.A. VAN DE KUILEN* EN E. BAGHERY** Bewijsbeslag in de praktijk Sinds de Hoge Raad bewijsbeslag in niet-ie-zaken heeft toegestaan, 1 is het aantal bewijsbeslagen fors toegenomen.

Nadere informatie

JBPR 2012/74 Rechtbank Haarlem, 29-06-2012, 193121/KG ZA 12-277, LJN BX1123 Bewijsbeslag, Conservatoir beslag, Inzagerecht.

JBPR 2012/74 Rechtbank Haarlem, 29-06-2012, 193121/KG ZA 12-277, LJN BX1123 Bewijsbeslag, Conservatoir beslag, Inzagerecht. JBPR 2012/74 Bewijsbeslag, Conservatoir beslag, Inzagerecht Wetsbepaling(en): Rv Artikel 730, Rv Artikel 843a, Rv Artikel 1019b, Rv Artikel 1019c Ook gepubliceerd in: Fout! De hyperlinkverwijzing is ongeldig.

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

De procedure wordt voor RITM mede behandeld door mr. M.D.R. Joppe, eveneens advocaat te Amsterdam.

De procedure wordt voor RITM mede behandeld door mr. M.D.R. Joppe, eveneens advocaat te Amsterdam. vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: C/09/458213 / HA ZA 14-90 Vonnis in incident van in de zaak van: de rechtspersoon naar vreemd recht RITM OKB ZOA, gevestigd

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 Rapport Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffier van de rechtbank te Amsterdam Sector kanton, locatie Hilversum op 3 augustus 2000 heeft nagelaten

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163 Rapport Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni 2011 Rapportnummer: 2011/163 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop de directeur

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 18-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201112376/1/V1 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde. Taxatie. Onjuiste Taxatiewaarde. Belangenbehartiging opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn (ex-)echtgenote hebben beklaagde in het kader van hun echtscheiding gevraagd hun woning te taxeren.

Nadere informatie

Risico s van een faillissement of overname datacenter / provider

Risico s van een faillissement of overname datacenter / provider Risico s van een faillissement of overname datacenter / provider & Deze lezing wordt u aangeboden door: Introductie Van wie is eigenlijk de data op de servers in een extern datacenter of bij uw provider

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Samenvatting Op de rekeningen van Consument en haar echtgenoot

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 Instantie Datum uitspraak 19-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant C/01/280880 / FA RK 14-3596_2

Nadere informatie

de ondergetekenden 1 en 2 gezamenlijk verder ook te noemen de aandeelhouders ;

de ondergetekenden 1 en 2 gezamenlijk verder ook te noemen de aandeelhouders ; AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (NAAM), gevestigd en kantoorhoudende te (postcode) te (PLAATS), aan de (STRAAT & HUISNUMMER), ten

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - INZAKE GEHEIMHOUDING

- OVEREENKOMST - INZAKE GEHEIMHOUDING - OVEREENKOMST - INZAKE GEHEIMHOUDING DE ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw.., geboren op.. 19, wonende aan de.. te.., hierna te noemen de Verstrekker, De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid..

Nadere informatie

Bevindingen De bevindingen van het CBP luiden als volgt:

Bevindingen De bevindingen van het CBP luiden als volgt: POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Zorgverzekeraar DATUM 27 februari 2003 CONTACTPERSOON

Nadere informatie

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr.

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr. AH 1471 2018Z24098 Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1202 Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1360 1 Kent u het bericht Bedrijven lamleggen met beslag

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt er over dat de Belastingdienst executoriaal beslag heeft gelegd op onroerende zaken van haar ondanks het feit dat er - in verband met de door de Belastingdienst gestelde

Nadere informatie

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken Directie Toegang Rechtsbestel/5362391/05/DTR/12 juli 2005 5362391 Bijlage De Minister van Justitie, Gelet op artikel 4:23,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

- OVEREENKOMST INZAKE BEWAARNEMING

- OVEREENKOMST INZAKE BEWAARNEMING - OVEREENKOMST INZAKE BEWAARNEMING ONDERGETEKENDEN: De besloten vennootschap A BV, statutair gevestigd te (....) en aldaar kantoorhoudende aan de. nr., hierna te noemen: A ; en De heer B, geboren op..

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348

Rapport. Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348 Rapport Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348 2 Klacht Op 10 maart 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer F. te Eindhoven, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B,tegen FBTO Zorgverzekeringen N.V. te Leeuwarden Zaak : Afgifte verzekeringsverklaring, schadevergoeding Zaaknummer : 201601999 Zittingsdatum : 21 december 2016

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, vertegenwoordigd door de heer C te D, tegen E te F en G te H Zaak : Schadevergoeding, wettelijke rente Zaaknummer : 2012.03079 Zittingsdatum : 11 september

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110961/1/V1. Datum uitspraak: 13 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Raadsbijlage Voorstel tot het bekrachtigen van het besluit inzake het instellen van beroep in cassatie (bestemmingsplan PIROC Strij psche Kampen)

Raadsbijlage Voorstel tot het bekrachtigen van het besluit inzake het instellen van beroep in cassatie (bestemmingsplan PIROC Strij psche Kampen) gemeente Eindhoven Dienst Stadsontwikkeling Raadsbijlage nummer r r S Inboeknummer g g Jo o 6 Sa S Beslisdatum Bikw ao april tggg Dossiernummer gr6.4i2 Raadsbijlage Voorstel tot het bekrachtigen van het

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Zeeland: hem niet heeft betrokken bij de totstandkoming van het indicatiebesluit dat is opgesteld met betrekking tot zijn minderjarige kind;

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

de rechtspersoon naar Deens recht TANGENT A/S, gevestigd te Aulum, Denemarken, verzoekster, advocaat: mr. W.P. den Hertog te Den Haag,

de rechtspersoon naar Deens recht TANGENT A/S, gevestigd te Aulum, Denemarken, verzoekster, advocaat: mr. W.P. den Hertog te Den Haag, beschikking RECHTBANK S-GRAVENHAGE Sector civiel recht rekestnummer: KG RK 10-429 Beschikking van in de zaak van tegen de rechtspersoon naar Deens recht TANGENT A/S, gevestigd te Aulum, Denemarken, verzoekster,

Nadere informatie

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klachten met zaaknummers 10.2004 en 155.2004 van: [ ], wonende te [ ], klager,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 2 Klacht Verzoekster klaagt erover, dat de gemeente Delft na 24 jaar de relatie met haar heeft beëindigd, zonder haar op een of andere wijze te compenseren

Nadere informatie

Rednr Nt. Gielen en Van Mierlo, ontv Noot HR 29 sept 2018, 17/01264 ORGANIK v. DOW. Inleiding

Rednr Nt. Gielen en Van Mierlo, ontv Noot HR 29 sept 2018, 17/01264 ORGANIK v. DOW. Inleiding Noot HR 29 sept 2018, 17/01264 ORGANIK v. DOW Inleiding 1. Deze zaak biedt een fraai voorbeeld van de problematiek die zweeft rond de bescherming van bedrijfsgeheimen door een onderneming. Twee belangen

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

6. Bij brief van 4 mei 2004 gaf het LBIO een incasso- en executieopdracht aan de deurwaarder.

6. Bij brief van 4 mei 2004 gaf het LBIO een incasso- en executieopdracht aan de deurwaarder. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (verder: het LBIO) de invordering van de door hem verschuldigde alimentatie op 4 mei 2004 heeft overgedragen

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025 Rapport Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025 2 Klacht Verzoekster klaagt er over dat haar over het

Nadere informatie

Impuls Kindercampus PRIVACYREGLEMENT

Impuls Kindercampus PRIVACYREGLEMENT 1 Impuls Kindercampus PRIVACYREGLEMENT VOOR DE VERWERKING VAN KLANTGEGEVENS Treedt in werking: d.d. 1 maart 2017 2 1. Begripsbepalingen 1. Impuls Kindercampus: de stichting Welzijn Westelijke Tuinsteden

Nadere informatie

11-521 RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid.

11-521 RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid. 11-521 RvT Zwolle DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. -------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 29-11-2010 Datum publicatie 15-12-2010 Zaaknummer 10/1272 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ACM Werkwijze geheimhoudingsprivilege advocaat 2014

ACM Werkwijze geheimhoudingsprivilege advocaat 2014 ACM Werkwijze geheimhoudingsprivilege advocaat 2014 Autoriteit Consument en Markt ; Gelet op de artikelen 5:17 en 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 51 en 89 van de Mededingingswet,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201107210/1/V1. Datum uitspraak: 21 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gedeeltelijk gegrond.

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146 Rapport Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september 2012 Rapportnummer: 2012/146 2 Klacht Verzoekster, een BV, klaagt erover dat de Huurcommissie te Den Haag haar verzoek

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel

Nadere informatie

LJN: BX6610, Rechtbank 's-gravenhage, AWB 11/5255

LJN: BX6610, Rechtbank 's-gravenhage, AWB 11/5255 http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=bx6610 LJN: BX6610, Rechtbank 's-gravenhage, AWB 11/5255 Datum uitspraak: 22-02-2012 Datum publicatie: 05-09-2012 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 286636 / HA ZA 07-1385

zaaknummer / rolnummer: 286636 / HA ZA 07-1385 vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 286636 / HA ZA 07-1385 Vonnis in incident van in de zaak van de rechtspersoon naar buitenlands recht SOCIETA ITALIANA PER LO SVILUPPO

Nadere informatie

vonnis AFSCHRIFT J advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam. Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/ I HA ZA

vonnis AFSCHRIFT J advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam. Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/ I HA ZA vonnis AFSCHRIFT RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/574449 I HA ZA 14-1008 Vonnis van in de zaak van de rechtspersoon naar buitenlands recht ORASURE TECHNOLOGIES, INC.,

Nadere informatie

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen Privacyreglement Inleiding en doel Iedereen heeft recht op de bescherming van zijn of haar persoonlijke gegevens. Dit privacyreglement is opgesteld op basis van de Wet Bescherming Persoonsgegevens en beschrijft

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 Rapport Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 2 Klacht Op 4 november 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Voorburg, met een klacht over een gedraging van het Korps

Nadere informatie

VERSCHONINGSRECHT COHEN-ADVOCAAT

VERSCHONINGSRECHT COHEN-ADVOCAAT VERSCHONINGSRECHT COHEN-ADVOCAAT MR. M.M. (MAÏTE) OTTES, 28 MAART 2013 INHOUD Algemene beginselen Uitspraken HvJ EG, Akzo Nobel/Commissie, C-550/07 P Rechtbank Groningen, LJN: BV7149 Hoge Raad, LJN: BY6101

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 Rapport Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Rivierenland/kantoor Gorinchem bij zijn beschikking van 7 juli 2005 geen ambtshalve vermindering

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in

Nadere informatie

Optie en Bod. Onduidelijke biedingsprocedure. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Optie en Bod. Onduidelijke biedingsprocedure. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Optie en Bod. Onduidelijke biedingsprocedure. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Klagers waren geïnteresseerd in een woning. I.v.m. een restschuld hadden de verkopers voor de verkoop van de woning

Nadere informatie

Aan de gemeente hebben we vervolgens schriftelijk een paar vragen voorgelegd. Op 17 september 2015 heeft de gemeente deze vragen beantwoord.

Aan de gemeente hebben we vervolgens schriftelijk een paar vragen voorgelegd. Op 17 september 2015 heeft de gemeente deze vragen beantwoord. 1 van 5 De heer M. Ons kenmerk 2015 057 Contactpersoon Mw. mr. P. Weggemans Datum 8 oktober 2015 Bijlage(n) Onderwerp uw klacht over Almelo Geachte heer M., De Overijsselse Ombudsman ontving uw klacht

Nadere informatie

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. 18-24 RvT Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn ex-partner zijn door de voorzieningenrechter

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie

Nadere informatie

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei

Nadere informatie

KAS BEWAARDER KLANTENVERMOGEN BND B.V.

KAS BEWAARDER KLANTENVERMOGEN BND B.V. KAS BEWAARDER KLANTENVERMOGEN BND B.V. OVEREENKOMST VAN BEHEER EN BEWARING INZAKE BELEGGINGSFONDS INHOUDSOPGAVE Artikel Pagina Artikel 1 Algemeen... 3 Artikel 2 Bewaring... 3 Artikel 3 Belangenbehartiging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ1808

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ1808 ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ1808 Instantie Datum uitspraak 12-04-2011 Datum publicatie 19-04-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 200.068.520 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Klaagster en haar partner gaan uit elkaar. In dat kader moet de gezamenlijke woning worden verkocht. Als na geruime tijd geen verkoop

Nadere informatie

Raad van Toezicht te Arnhem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen en Vastgoeddeskundigen NVM EINDBESLISSING.

Raad van Toezicht te Arnhem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen en Vastgoeddeskundigen NVM EINDBESLISSING. Eindbeslissing. Eigen belang. Failissement. Paulianeus handelen. Klagers zijn d.m.v. hun administratiekantoor opgetreden als boekhouders voor ondermeer makelaarskantoor A (beklaagde 1). Na het faillissement

Nadere informatie

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 080.00 ingediend door: tegen: hierna te noemen klager`, hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5

Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5 RAPPORT 2007/0087, NATIONALE OMBUDSMAN, 8 MEI 2007 Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5 SAMENVATTING Verzoeker was in 1988 door de kantonrechter veroordeeld

Nadere informatie

Regeling melding misstand woningcorporaties

Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon integriteit.

Nadere informatie

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen C te D en E te F Zaak : Eigen bijdrage thuiszorg Zaaknummer : 2009.02399 1/6 Zittingsdatum : 18 augustus 2010 Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof.

Nadere informatie

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen aan LOVCK&T van Expertgroep Burgerlijk procesrecht datum 29 mei 2019 onderwerp Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen / reële

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. te Utrecht en Achmea Zorgverzekeringen N.V. te Zeist Zaak : Inzage zorgverbruik Zaaknummer : 201601295 Zittingsdatum

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 februari 2007 Rapportnummer: 2007/041

Rapport. Datum: 27 februari 2007 Rapportnummer: 2007/041 Rapport Datum: 27 februari 2007 Rapportnummer: 2007/041 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat X Gerechtsdeurwaarders: op 4 april 2006 een herhaald bevel heeft gedaan tot betaling van per 1 maart 2006 verschuldigde

Nadere informatie

NMa werkwijze analoog & digitaal rechercheren: een bestendige regeling gevonden? mr. drs. B.M.M. Reuder, advocaat Houthoff Buruma

NMa werkwijze analoog & digitaal rechercheren: een bestendige regeling gevonden? mr. drs. B.M.M. Reuder, advocaat Houthoff Buruma NMa werkwijze analoog & digitaal rechercheren: een bestendige regeling gevonden? mr. drs. B.M.M. Reuder, advocaat Houthoff Buruma Analoog en digitaal onderzoek: vogelvlucht Analoog Zoeken in bepaalde kamers

Nadere informatie

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek. R e g i s t r a t i e k a m e r Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid..'s-Gravenhage, 19 januari 1999.. Onderwerp AMvB informatieplicht banken Bij brief van 8 oktober 1998 heeft u de Registratiekamer

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

3. Op 26 juni 2007 diende verzoekster een klacht in omdat zij tot op dat moment het verschuldigde bedrag nog niet had ontvangen.

3. Op 26 juni 2007 diende verzoekster een klacht in omdat zij tot op dat moment het verschuldigde bedrag nog niet had ontvangen. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster, advocate, klaagt erover dat het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de vergoeding proceskosten en griffierecht ten bedrage van 360,- niet

Nadere informatie

Voorwaarden Verwerking persoonsgegevens (Bewerkersovereenkomst)

Voorwaarden Verwerking persoonsgegevens (Bewerkersovereenkomst) Voorwaarden Verwerking persoonsgegevens (Bewerkersovereenkomst) Indien een onderneming die behoort tot de groep van De Meerlanden Holding N.V. (de betreffende onderneming en De Meerlanden Holding N.V.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Contractcateringbranche Vrijwillig Vervroegd Uittreden 2004/2008 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN

Nadere informatie

Rapport. Datum: 16 juli 1998 Rapportnummer: 1998/285

Rapport. Datum: 16 juli 1998 Rapportnummer: 1998/285 Rapport Datum: 16 juli 1998 Rapportnummer: 1998/285 2 Klacht Op 12 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer ing. V. te 's-gravenhage, met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 januari 2007 Rapportnummer: 2007/017

Rapport. Datum: 30 januari 2007 Rapportnummer: 2007/017 Rapport Datum: 30 januari 2007 Rapportnummer: 2007/017 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Limburg/kantoor Venlo weigert de hem toekomende teruggaaf omzetbelasting alsnog te storten

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157

Rapport. Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157 Rapport Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157 2 Klacht Op 10 november 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer A. te Uden, ingediend door de heer mr. K.E. Leoni, advocaat

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni 2013 Rapportnummer: 2013/073 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een consulent van de sociale dienst van de gemeente Weert hem heeft

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203

Rapport. Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203 Rapport Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203 2 Klacht Op 16 september 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer en mevrouw B. te Ter Apel, met een klacht over een gedraging

Nadere informatie

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland 1. Welke verschillende soorten maatregelen zijn er? Bewarende maatregelen zijn maatregelen die tot doel hebben waar mogelijk zeker te stellen dat de schuldenaar

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:286

ECLI:NL:OGEAA:2016:286 ECLI:NL:OGEAA:2016:286 Instantie Datum uitspraak 13-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer K.G. 482 van 2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240 Rapport Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffie van de rechtbank Rotterdam, sector civiel, heeft verzuimd om haar op 6 november 2006 ingeleverde

Nadere informatie

Privacy reglement. Inleiding

Privacy reglement. Inleiding Privacy reglement Inleiding De Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) vervangt de Wet persoonsregistraties (WPR). Daarmee wordt voldaan aan de verplichting om de nationale privacywetgeving aan te passen

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand (klokkenluidersregeling)

Klokkenluidersregeling. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand (klokkenluidersregeling) Klokkenluidersregeling Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand (klokkenluidersregeling) Reglement van Regionaal Opleidingen Centrum Rivor Conform de code Goed bestuur in

Nadere informatie