Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links:"

Transcriptie

1 Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1 Brussel Tel Fax BTW BE RPM Brussel Links: kredietobservatorium Executive summary In het derde kwartaal van 214 bleef de kredietverlening aan Belgische ondernemingen door de ingezeten banken verder licht teruglopen. Het jaar-op-jaar veranderingspercentage bedroeg in september -,1 %, tegen -1 % in juni. Deze daling op jaarbasis was toe te schrijven aan de verdere teruggang van de kortlopende kredieten (-,7 %, tegen -3 % eind juni), die evenwel minder sterk was dan in het voorgaande kwartaal. Voor de langlopende kredieten observeerde men een bescheiden toename (,1 %, tegen -,1 % aan het einde van het tweede kwartaal). Overeenkomstig het verloop van de referentietarieven op de geld- en kapitaalmarkten, liepen de rentes op nieuwe bankkredieten, ongeacht hun looptijd, in het derde kwartaal van 214 opnieuw terug. De kortetermijnrentes op kredieten aan ondernemingen daalden met 19 en 8 basispunten naargelang het om kredieten van minder of meer dan 1 miljoen ging. De rentetarieven op middellange- en langetermijnkredieten liepen met respectievelijk 3 en 29 basispunten terug. De Belgische banken meldden voor het derde kwartaal van 214 een algemene versoepeling van hun kredietvoorwaarden, méér voor de grote ondernemingen dan voor de kmo s. De banken motiveerden die versoepeling door een verbetering van hun financieringskosten en balansbeperkingen, alsook, in mindere mate, door een verscherping van de concurrentie tussen de bankinstellingen. Daarentegen zou hun risicoperceptie in omgekeerde richting hebben gespeeld. De marges op de standaardkredieten zouden zijn vernauwd, terwijl die op de meest risicovolle leningen stabiel zouden zijn gebleven. Wat de niet-monetaire voorwaarden betreft, hebben de banken een verzwaring van de algemene onkosten gemeld, terwijl ze de voorwaarden in verband met de looptijd van de kredieten licht zouden hebben versoepeld. Ondanks de versoepeling van de kredietvoorwaarden rapporteerden de banken een nieuwe vermindering van de kredietvraag, die zich enkel zou hebben voorgedaan bij de kmo s, terwijl de vraag van de grote ondernemingen onveranderd zou zijn gebleven. Volgens de kredietinstellingen zou deze daling toe te schrijven zijn aan de afname van de financieringsbehoefte voor investeringen en voor het beheer van de voorraden en het bedrijfskapitaal, alsook aan het gebruik van alternatieve vormen van financiering (interne middelen, financiering afkomstig van andere banken en van de financiële markten). Voor het vierde kwartaal van 214 gaan de banken uit van een lichte versoepeling van hun voorwaarden voor bedrijfskredieten en van een onveranderde vraag naar leningen. De ondernemingen, van hun kant, beschouwden de algemene kredietvoorwaarden voor het tweede opeenvolgende kwartaal als gunstig. In het eurogebied bleef het jaar-op-jaar veranderingspercentage van het bankkrediet aan ondernemingen in het derde kwartaal van het jaar negatief. Het beliep -1,8 %, wat niettemin een verbetering is ten opzichte van het voorgaande kwartaal (-2,2 %). De kredietontwikkelingen binnen het eurogebied blijven echter sterk verschillen tussen de lidstaten. De banken uit de monetaire unie maakten, net als in België, tijdens deze periode overigens gewag van een lichte versoepeling van hun voorwaarden voor bedrijfskredieten en van een bescheiden toename van de vraag naar krediet. Voor het vierde kwartaal van 214 verwachten ze een versoepeling van hun kredietvoorwaarden en een stijging van de vraag naar krediet.

2 VERLOOP VAN DE KREDIETVERLENING AAN ONDERNEMINGEN IN HET DERDE KWARTAAL VAN Kredietvolume Het jaar-op-jaar veranderingspercentage van de kredietverlening door ingezeten banken aan Belgische ondernemingen bleef gedurende het hele derde kwartaal van 214 licht negatief. Gecorrigeerd voor het effect van de wisselkoersschommelingen, beliep de verandering op jaarbasis eind september 214 -,1 %, dat is een verbetering ten opzichte van het einde van het tweede kwartaal, toen deze -1 % bedroeg. Parallel met die ontwikkelingen blijft de nettokredietstroom, na zuivering voor seizoeninvloeden, over de laatste vier kwartalen negatief ( -,2 miljard). In het derde kwartaal van 214 viel de toekenning van nieuwe kredieten evenwel hoger uit dan de terugbetalingen, namelijk ten belope van,3 miljard. BANCAIRE KREDIETEN 1 AAN ONDERNEMINGEN IN BELGIË 16 Bancaire kredieten en conjuncturele evolutie 2 Netto trimestriële stromen 2 (in miljard) Totaal van de kredieten (jaarlijkse veranderingspercentages) (linkerschaal) Synthetische conjunctuurcurve (afgevlakte indicator) (rechterschaal) Bron: NBB (schema A en conjunctuurenquête). ¹ Toegekend door de ingezeten banken. 2 Gezuiverd voor seizoeninvloeden. Een uitsplitsing naar looptijd toont verbeteringen ten opzichte van de voorgaande kwartalen voor de verschillende krediettypes. Het jaar-op-jaar groeitempo van de langlopende kredieten (met een looptijd van meer dan een jaar), dat in het eerste en tweede kwartaal van 214 negatief was, is positief geworden aan het einde van het derde kwartaal, en bereikte,1 %, tegen -,2 % eind maart, 2

3 en -,1 % eind juni). Tegelijkertijd bleef het volume van de kortlopende kredieten (met een looptijd van minder dan een jaar) in mindere mate verslechteren. In september bedroeg het jaar-op-jaar veranderingspercentage van die kredieten -,7 %, tegen -3 % tijdens het voorgaande kwartaal. BANCAIRE KREDIETEN¹ AAN ONDERNEMINGEN IN BELGIË (jaarlijkse veranderingspercentages) 2 Opsplitsing naar looptijd van het krediet Kortetermijnkredieten 2 Langetermijnkredieten 3 Bron: NBB (schema A). 1 Toegestaan door de ingezeten banken. 2 Voor ten hoogste een jaar. 3 Voor meer dan een jaar. Om zich te financieren, kunnen de Belgische ondernemingen tevens een beroep doen op buitenlandse banken 1. De financiële rekeningen die de Bank opstelt op basis van de betalingsbalansstatistieken 2, geven een beeld van de kredietstromen die afkomstig zijn van de niet-ingezeten banken. Ten opzichte van de overeenstemmende periode van het voorgaande jaar liep de kredietverlening door buitenlandse banken al met al op in het tweede kwartaal van 214: jaar-op-jaar zijn de nettotransacties door de banken van het eurogebied (ongerekend België) toegenomen met 1,1 miljard, terwijl de nettostroom van de door de overige buitenlandse banken verstrekte kredieten tijdens dezelfde periode onveranderd is gebleven. Als gevolg daarvan bleef het jaar-op-jaar veranderingspercentage van het bankkrediet, dat alle aan de Belgische ondernemingen toegekende bankkredieten omvat, in het tweede kwartaal van 214 op een hoog niveau van 6,2 %. 1 2 Het begrip buitenlandse (of niet-ingezeten) bank berust op het territorialiteitsbeginsel. De dochterondernemingen en bijbanken van buitenlandse banken die in België een stabiele vestiging bezitten, zijn vervat in het begrip ingezeten bank. De kredietverlening door buitenlandse banken bestaat dus enkel uit de kredietverstrekking door in het buitenland gevestigde instellingen. Deze gegevens zijn later beschikbaar dan die betreffende de door de ingezeten banken verleende kredieten: ze zijn momenteel beschikbaar tot het tweede kwartaal van

4 In het eurogebied bleef de kredietverlening aan ondernemingen in het derde kwartaal van 214 slinken. Ondanks een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal, blijft het groeipercentage van deze kredieten in het eurogebied ruimschoots onder het percentage dat in België is opgetekend. In september bedroeg het jaar-op-jaar veranderingspercentage -1,8 %, tegen -2,2 % aan het einde van het voorgaande kwartaal. Het gemiddelde voor het eurogebied blijft echter nog steeds zeer heterogene en sterk gefragmenteerde kredietmarkten verhullen: terwijl het jaar-op-jaar veranderingspercentage van het bankkrediet aan de ondernemingen in bijna de helft van de landen positief blijft (onder meer in Finland (5,4 %) en in Frankrijk (2,4 %)), is het in de andere landen - soms sterk - negatief. Dat is met name het geval in Ierland (-9,4 %), Spanje (-9 %), Portugal (-5,5 %) en Griekenland (-4,1 %) BANCAIRE KREDIETEN AAN ONDERNEMINGEN IN BELGIË: GEOGRAFISCHE OPSPLITSING VAN DE VERSTREKKERS (bijdrage aan de jaarlijkse groei, procentpunten, tenzij anders vermeld) BANCAIRE KREDIETEN AAN NIET-FINANCIELE ONDERNEMINGEN 1 (veranderingspercentages op jaarbasis) Belgische banken Banken van het eurogebied Banken buiten het eurogebied Jaarlijkse groei (%) Bron: NBB (financiële rekeningen en schema A). België Eurogebied Bronnen: ECB, NBB. ¹ Toegestaan door ingezeten banken, inclusief geëffectiseerde kredieten. (enkel vanaf januari 21 voor het eurogebied). De statistieken van de Kredietcentrale 3 voor ondernemingen, die zowel betrekking hebben op de toegestane kredietlijnen als op de opgenomen kredieten bij de ingezeten banken, geven een beeld van het verloop van het krediet op basis van de grootte van de kredietnemende ondernemingen, maar ook van de bedrijfstak en het gewest waartoe ze behoren. 3 De deelnemende instellingen leveren continu data aan de Centrale voor kredieten aan ondernemingen. De reeksen kunnen worden herzien, en dat over een periode van een jaar. In de grafieken die in deze toelichting worden gebruikt, worden enkel de gegevens vóór oktober 213 als definitief beschouwd. 4

5 KREDIETEN VAN DE INGEZETEN BANKEN AAN ONDERNEMINGEN IN BELGIË: OPSPLITSING NAAR GROOTTE VAN DE ONDERNEMINGEN ¹ ² (uitstaande bedragen, in miljard) 7 Toegestane kredieten 7 Opgenomen kredieten Kleine Middelgrote Grote Bron: NBB (centrale voor kredieten aan ondernemingen). 1 In april 212 werden methodologische aanpassingen ingevoerd voor het verzamelen van de gegevens van de Kredietcentrale. De gegevens van vóór die datum werden op basis van die nieuwe concepten geretropoleerd. Er blijft evenwel een reeksbreuk bestaan tussen het eerste en het tweede kwartaal van 212 doordat rekening is gehouden met het geheel van de kredieten aan de niet-financiële vennootschappen vanaf april 212, terwijl voorheen de kredieten van minder dan 25 niet moesten worden gerapporteerd. 2 Bedrijven die een verkort schema van de jaarrekeningen hebben neergelegd worden als kleine ondernemingen beschouwd. Bedrijven die een volledig schema hebben neergelegd, worden als groot of middelgroot beschouwd, al naar gelang de omzet van twee opeenvolgende jaren meer dan wel minder dan 37,2 miljoen bedroeg. Volgens de statistieken van de Kredietcentrale bedroegen de door de kredietinstellingen aan niet-financiële vennootschappen toegestane kredietlijnen eind september 214 in totaal 171,7 miljard. Het effectief door de ondernemingen aangewende kredietvolume beliep 119,8 miljard. Die leningen werden overwegend verstrekt aan kleine ondernemingen die, eind september, goed waren voor 66,4 miljard toegestane kredieten en 56,4 miljard opgenomen kredieten. Daarnaast werden kredieten toegestaan aan middelgrote ondernemingen voor een bedrag van 41,7 miljard, waarvan 28,3 miljard aan kredieten werd opgenomen. Tot slot hadden de grote ondernemingen voor 52,6 miljard toegestane kredieten en voor 26,1 miljard opgenomen kredieten uitstaan 4. Het gemiddeld opgenomen kredietbedrag - berekend voor de bedrijven die effectief leningen aangingen - beliep 13,2 miljoen voor de grote ondernemingen, 2,4 miljoen voor de middelgrote ondernemingen en,2 miljoen voor de kleine ondernemingen. Op jaarbasis, tussen eind september 213 en eind september 214, nam het uitstaande bedrag van zowel toegestane kredieten als aangewende kredieten licht toe. Voor het geheel van de niet-financiële vennootschappen beliep de stijging,8 miljard voor de toekenningen van kredieten en 1,4 miljard voor de aanwendingen. Voor de grote ondernemingen groeide het kredietvolume voor de toegestane kredieten met,4 miljard, terwijl dat voor de aangewende kredieten stabiel is gebleven. Voor de kleine ondernemingen kwam de daling voor de toekenningen uit op,2 miljard, 4 De som van de aan de kleine, middelgrote en grote ondernemingen verstrekte leningen is kleiner dan het totaal van de opgetekende toegestane of aangewende kredieten. Een bepaald aantal ervan wordt immers verleend aan ondernemingen waarvoor geen informatie over de grootte beschikbaar is (omdat ze hun balans nog niet hebben neergelegd of die niet moeten neerleggen). De aan deze ondernemingen verstrekte kredieten bedroegen in september 214 in totaal 11 miljard voor de toegekende kredieten en 9 miljard voor de opgenomen kredieten. 5

6 terwijl het volume van de aanwendingen marginaal toenam, namelijk met,1 miljard. Tot slot zagen de middelgrote ondernemingen het volume van de toegekende kredieten stabiliseren, terwijl dat van de aangewende kredieten met,4 miljard toenam. De aanwendingsgraad van de kredieten, die het bedrag van de opgenomen kredieten relateert aan dat van de toegestane kredieten, geeft weer hoe intens de ondernemingen gebruik maken van hun kredietlijnen. Algemeen beschouwd, is de aanwendingsgraad omgekeerd evenredig met de bedrijfsgrootte. Dit zou kunnen worden verklaard door het feit dat er voor kleine ondernemingen nauwelijks alternatieve financieringsvormen bestaan; het kan echter ook wijzen op een negatief verband tussen de omvang van het kredietnemende bedrijf en de beoordeling van het risico door de kredietinstellingen. 9 AANWENDINGSGRAAD VAN DE TOEGESTANE KREDIETEN DOOR DE INGEZETEN BANKEN¹ (in %) Opsplitsing naar grootte van de ondernemingen² Opsplitsing naar bedrijfstak³ Klein Middelgroot Groot Verwerkende industrie Bouwnijverheid Handel Horeca Diensten i.v.m. vastgoed Bron: NBB (centrale voor kredieten aan ondernemingen) In april 212 werden methodologische aanpassingen ingevoerd voor het verzamelen van de gegevens van de Kredietcentrale. De gegevens van vóór die datum werden op basis van die nieuwe concepten geretropoleerd. Er blijft evenwel een reeksbreuk bestaan tussen het eerste en het tweede kwartaal van 212 doordat rekening is gehouden met het geheel van de kredieten aan de niet-financiële vennootschappen vanaf april 212, terwijl voorheen de kredieten van minder dan 25 niet moesten worden gerapporteerd. Bedrijven die een verkort schema van de jaarrekeningen hebben neergelegd worden als kleine ondernemingen beschouwd. Bedrijven die een volledig schema hebben neergelegd worden als groot of middelgroot beschouwd, al naar gelang de omzet van twee opeenvolgende jaren meer dan wel minder dan 37,2 miljoen bedroeg. De selectie van sectoren is niet-exhaustief. Eind september 214 beliep de aanwendingsgraad van de kredieten 85 % voor de kleine ondernemingen, 67,9 % voor de middelgrote en 49,5 % voor de grote ondernemingen. Tegenover eind september 213 is de aanwendingsgraad voor de kmo s dus matig gestegen, namelijk met,5 procentpunt voor de kleine en met,9 procentpunt voor de middelgrote ondernemingen. Voor de grote ondernemingen is hij daarentegen licht gedaald (-,4 procentpunt). Uit het kortetermijnverloop (kwartaal-op-kwartaal) blijkt dat hij is gedaald voor alle categorieën van ondernemingen tussen juni en september 214, namelijk matig voor de kleine ondernemingen (-,1 procentpunt) en sterker voor de middelgrote en grote ondernemingen (-1,5 en -1,9 procentpunt). De aanwendingsgraad verschilt ook aanzienlijk afhankelijk van de bedrijfstak. Zo beschikken de ondernemingen uit de verwerkende nijverheid over de grootste marges inzake 'niet-aangewend' krediet, zoals de structureel lagere aanwendingsgraad doet vermoeden. De ondernemingen uit de 6

7 horeca of de vastgoedsector - vaak kmo's - wenden daarentegen meestal een groter gedeelte van de hun ter beschikking gestelde kredietlijnen aan. Eind september 214 bedroeg de aanwendingsgraad van de kredieten 9,1 % voor de ondernemingen uit de horeca en 87,1 % voor die uit de vastgoedsector. Hij had een middelgrote waarde voor de ondernemingen uit de handel (72,1 %) en was het laagst in de bouwnijverheid en in de industrie (respectievelijk 62,7 % en 55,7 %). Ten opzichte van eind september 213 steeg hij in de bouwnijverheid (+2,5 procentpunten), in de handel (+1,5 procentpunt) en in de vastgoedsector (+,6 procentpunt). Hij is daarentegen gedaald in de nijverheid (-1,2 procentpunt) en in de horeca (-,4 procentpunt). Wat de gewesten betreft, ligt de aanwendingsgraad in Wallonië en in Vlaanderen gemiddeld beschouwd hoger dan in Brussel, voornamelijk omdat heel wat hoofdzetels van grote ondernemingen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd zijn. Eind september 214 bedroeg hij 75,1 % in het zuiden van het land en 73,5 % in het noorden. In Brussel beliep hij 54 %. In vergelijking met de situatie van september 213 is de aanwendingsgraad van de kredieten gestegen in Wallonië (+,6 procentpunt) en in Brussel (+,9 punt), maar marginaal gedaald in Vlaanderen (-,1 punt). 2. Rentetarieven De rentetarieven die de Belgische banken en de banken van het eurogebied op de nieuwe bedrijfskredieten toepassen, zijn een van de voornaamste indicatoren van de kredietkosten die de ondernemingen worden aangerekend. Ze worden verzameld via de MIR-enquête (zie De referentietarieven op korte en lange termijn hebben tijdens het derde kwartaal van 214 hun neerwaartse tendens voortgezet. Op 1 september verlaagde de ECB de beleidsrente tot,5 %, waardoor de driemaands Euribor daalde van,21 % eind juni 214 tot,8 % eind september 214. Wat de lange termijn betreft, namen de rendementen op de kapitaalmarkten, vooral op de markten voor overheidsobligaties, het hele kwartaal lang verder af. Eind september 214 bedroeg het rendement op de Belgische vijfjaars overheidsobligaties,29 % (tegen,58 % eind juni), wat historisch laag is. Voor de tienjaars overheidsleningen bedroeg dat rendement eind september 1,33 %, tegen 1,69 % eind juni. 7

8 RENTEVOETEN OP DE GELD- EN KAPITAALMARKTEN EN TARIEVEN OP BANCAIRE KREDIETEN (in %) 7 Rentevoeten op de geld- en kapitaalmarkten 7 Rentevoeten op nieuwe kredieten België 7 Eurogebied OLO 5 jaar Leidinggevende basisrentevoet van de ECB Euribor 3 maanden Kredieten variabel < 1 jaar, < 1 miljoen Kredieten variabel < 1 jaar, > 1 miljoen Kredieten vast 1-5 jaar, < 1 miljoen Kredieten vast > 5 jaar, < 1 miljoen Bronnen: ECB, NBB (MIR-enquête). Conform het renteverloop op de geld- en kapitaalmarkten, liepen in België ook de rentetarieven voor nieuwe bankkredieten tijdens het derde kwartaal van het jaar aanzienlijk terug. Ten opzichte van het voorgaande kwartaal daalden de korte rentes met respectievelijk gemiddeld 19 of 8 basispunten, naargelang de waarde van de kredieten minder of meer dan 1 miljoen bedroeg. In september beliepen ze 1,95 % voor de kleine bedragen en 1,68 % voor de grotere bedragen. De kosten voor middellangetermijnkredieten (kredieten met een rentevaste periode van één tot vijf jaar en een waarde van minder dan 1 miljoen) daalden met 3 basispunten tot 2,52 %, terwijl die voor leningen op lange termijn (kredieten met een rentevaste periode van meer dan 5 jaar en een waarde van minder dan 1 miljoen) met 29 basispunten afnamen tot 2,83 %, een historisch laag percentage. Afgezien van de daling van de referentietarieven, namen ook de marges van de banken (die worden benaderd door het verschil tussen de rente op kredieten aan ondernemingen en de OIS rente 5 ) in de loop van het kwartaal af voor de kredieten op korte termijn en met een laag bedrag (-9 basispunten). Ze namen daarentegen toe voor de kredieten op middellange termijn (+11 basispunten) en bleven relatief stabiel voor de overige krediettypes (+1 punt voor de kredieten op lange termijn en +2 punten voor die op korte termijn en met een bedrag van meer dan 1 miljoen). Het onderstaande kader bespreekt een uitsplitsing van deze marges en meer in het bijzonder deze relevant voor de kredieten aan kmo s. 5 Rente op de daggeldrenteswaps (Overnight Indexed Swap, OIS). Het gaat om de rente op de leningen aan banken met een zeer gunstige rating (prime banks). De rente op kortlopende kredieten werd vergeleken met de OIS op één jaar, de kredieten op middellange termijn met de OIS op drie jaar en de langlopende kredieten met de OIS op zeven jaar. 8

9 Analyse van de indicatieve rentemarges op bancaire kredieten: uitsplitsing volgens type van risico Sinds het begin van de financiële crisis en de economische recessie zijn de indicatieve marges tussen de rentes op bankkredieten en de relevante marktrentes substantieel gestegen. Meer bepaald verdrievoudigden ze tussen juli 28 en mei 29, waarna ze tot eind 211 licht daalden en zich daarna enigszins stabiliseerden. In dit Kader worden deze ontwikkelingen nader geanalyseerd door een uitsplitsing te maken van dit verloop volgens de verschillende risico s die impliciet vervat zitten in deze marges. Meer bepaald focust dit Kader zich op de analyse van de indicatieve marges op kredieten die van toepassing zijn voor kmo s. De marge op bankleningen aan kmo's kan worden benaderd aan de hand van het verschil tussen de (gemiddelde) rente op kleine langlopende bankleningen en de rente op de basisherfinancieringstransacties van de ECB. Deze marge kan vervolgens worden uitgesplitst in vier (risico)premies: - Een premie voor looptijdtransformatie: ze wordt hier gemeten als het verschil tussen de vijfjaars OIS swaprente op de interbancaire markt en de rente op de basisherfinancieringstransacties van de ECB. Ze meet de vergoeding voor het risico verbonden aan looptijdtransformatie. Deze premie weerspiegelt tevens een gering kredietrisico van de banken met een zeer goede rating (prime banks). - Een premie voor investeringen in een bepaald land (in casu België): ze wordt gemeten als het verschil tussen de vijfjaars rente op overheidsobligaties van de Belgische Staat en de vijfjaars swaprente op de interbancaire markt. Ze meet (naast liquiditeitscomponenten) voornamelijk de vergoeding voor kredietrisico van de Belgische Staat. - Een risicopremie van ondernemingen met een goede rating: ze wordt gedefinieerd als het verschil tussen de vijfjaars rente op obligaties van niet-financiële ondernemingen met een Baa-rating of hoger en de rente op overheidspapier op vijf jaar. Ze vertegenwoordigt de vergoeding voor mogelijk extra risico voornamelijk kredietrisico bij een investering in de (investment grade) ondernemingssector ten opzichte van de overheidssector. - Een (risico)premie van bankleningen eigen aan kmo's: ze wordt gemeten als het verschil tussen de rente op kleine langlopende bankleningen en de rente op obligaties van ondernemingen met een goede rating. Ze vertegenwoordigt de extra premie die de banken vragen bij het aangaan van leningen aan deze ondernemingen (kmo s) omwille van, ondermeer asymmetrische informatie tussen bedrijf en kredietverstrekker, het gebrek aan publieke informatie, alsook de monitoring costs voor de banken. 9

10 De verruiming van de marge op bankleningen aan kmo's aan het einde van 28 en het begin van 29 is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de stijging van twee risicopremies: de risicopremie van ondernemingen met een goede rating en de premie voor looptijdtransformatie. Die eerste premie steeg onder invloed van de herwaardering van het kredietrisico en de zoektocht naar liquiditeit tegen de achtergrond van de recessie bij het uitbreken van de financiële crisis. De tweede premie klom hoger toen de verlagingen van de beleidsrente door de ECB vanaf het einde van 28 niet onmiddellijk doorwerkten in de geldmarktrentes op langere termijn. De risicopremie van het land, die voordien zeer klein was, werd in diezelfde periode economisch significant en bleef overigens tot eind 211 toenemen. Deze stijging is deels toe te schrijven aan de moeilijkheden die destijds optraden bij de regeringsvorming welke aanleiding gaven tot een herwaardering van het landenrisico voor België (zoals ook tot uiting kwam in de verlaging van de credit rating voor België in die periode). De risicopremie van het land schraagde derhalve ook de bancaire marge op de leningen aan kmo's. Deze marge nam in die periode echter lichtjes af wegens de daling van de marktwaardering van het kredietrisico van ondernemingen met een goede rating als gevolg van een opstoot van search for yield. 1

11 Sinds 212, daarentegen, o.a. omwille van outright monetary transactions, is de risicopremie van het land gedaald terwijl de marge op bankleningen aan kmo s min of meer stabiel bleef. Dat is, in eerste instantie, toe te schrijven aan de toename van de risicopremie van bankleningen eigen aan kmo s in 212 en, vervolgens, aan de nieuwe lichte stijging van het kredietrisico van ondernemingen met een goede rating vanaf april 214. De verhouding tussen de marge op bankleningen aan kmo s en de risicopremies is bijzonder belangrijk voor de analyse van de transmissie van het monetair beleid naar de reële economie. Deze relatie kan worden geraamd door de marge terug te brengen op drie risicobronnen: het looptijdrisico, het risico van het land en het risico gerelateerd aan de economische conjunctuur (dat het kredietrisico van de ondernemingen omvat). De bijdrage van deze risico s in de totale rentemarge van bankleningen aan kmo s kan worden geschat op basis van een eenvoudige regressie. De resultaten van deze analyse (verkregen met de kleinste kwadraten methode) kunnen als volgt worden samengevat 6 : Marge op banklening en aan kmo' s (%) 2,9,8 looptijdpr emie (%) (,9) R 2 59% (,8),64 premie (,8) van het land,17 bbp groei (%). ( 2,51) (%) De constante term geeft een referentiewaarde voor de marge op bankleningen aan kmo s, namelijk haar peil bij ontstentenis van economische groei en in het geval dat de premie voor de looptijd en voor het land nul bedragen. Ze geeft aan dat de marge, in die omstandigheden, gemiddeld iets meer dan 2 basispunten bedraagt. Uit de resultaten blijkt eveneens dat de rentemarge reageert op de ontwikkelingen van de drie risicobronnen; zo leidt een verhoging (verlaging) van de looptijdpremie en/of de landenrisicopremie tot een stijging (daling) van de rentemarge. De transmissie van de ontwikkelingen van de twee risicopremies (transformatie- en landenrisico) blijft onvolledig (de geschatte waarde van de parameters voor deze premies bedraagt minder dan 1). Onder gelijkblijvende omstandigheden werkt een stijging (daling) van deze twee premies (gemiddeld) dus niet volledig door in de rentemarge. De raming toont echter een economisch gezien belangrijk verband aan: een stijging (daling) van de premie op het looptijdrisico en van de risicopremie van het land met een procentpunt zou de marge met respectievelijk 8 en 64 basispunten doen toenemen (dalen). De coëfficiënt van de variabele 'bbp-groei' geeft trouwens aan dat de marge doorgaans daalt in periodes van gunstige conjunctuur: een stijging van de bbp-groei op jaarbasis met een procentpunt zou de marge met 17 basispunten doen dalen. Intuïtief zijn de risicopremies (waaruit de marge is samengesteld) over het algemeen immers lager bij goede macro-economische omstandigheden. 6 De standaardafwijkingen van de geschatte parameters staan tussen haakjes. De variabele 'bbp-groei' heeft betrekking op de jaar-op-jaar bbp-groei naar volume, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden. De gegevens slaan op de periode januari 23 juni

12 In het eurogebied lieten de tarieven voor bankkredieten een vergelijkbaar verloop optekenen. De rente op kortlopende kleine leningen (minder dan 1 miljoen) daalde met 27 basispunten tot 3,32 % in september 214. Die op omvangrijkere kredieten (meer dan 1 miljoen) zakte met 21 basispunten tot 1,88 %. Het banktarief voor kredieten met een rentevaste periode tussen één en vijf jaar en een waarde van minder dan 1 miljoen liep met 31 basispunten terug tot 3,5 %. Tot slot bedroeg de rente op kredieten met een rentevaste periode van meer dan vijf jaar en een waarde van minder dan 1 miljoen 2,85 % (-26 basispunten ten opzichte van het voorgaande kwartaal). De rente op kortlopende kredieten (met een looptijd van ten hoogste een jaar) bleef in België derhalve voordeliger dan gemiddeld beschouwd in het eurogebied: in september 214 waren de kredieten van minder of meer dan 1 miljoen respectievelijk 137 en 2 basispunten goedkoper. De tarieven op kortlopende kleinere kredieten liggen in het eurogebied immers, gemiddeld beschouwd, relatief hoog wegens de bijzonder hoge rentetarieven die voor deze kredieten gelden in verschillende landen (onder meer in Griekenland, Portugal, Ierland, Spanje en Italië). De kosten van langlopende leningen (met een vaste rente en een looptijd van meer dan vijf jaar) in België zijn vergelijkbaar met het gemiddelde voor het eurogebied; het verschil bedroeg in september 2 basispunten (tegen 1 basispunt in juni 214). Ook voor dit type van kredieten blijven de tarieven in het eurogebied sterk heterogeen. 3. Enquêtes naar de kredietvoorwaarden De enquête van het Eurosysteem naar de bancaire kredietverlening (zie verschaft kwalitatieve informatie over het verloop van de toekenningsvoorwaarden van en de vraag naar bankkredieten, alsook over de factoren die aan deze ontwikkelingen ten grondslag liggen. KREDIETVOORWAARDEN VAN EN VRAAG NAAR BEDRIJFSKREDIETEN: GLOBALE BEOORDELING DOOR DE BANKEN (netto gewogen percentages 1 ) 5 België Eurogebied Toekenningscriteria door de banken Door de respondenten opgetekende evolutie Door de respondenten verwachte evolutie Kredietaanvragen uitgaande van de ondernemingen Door de respondenten opgetekende evolutie Door de respondenten verwachte evolutie Bronnen: ECB, NBB (enquête van het Eurosysteem naar de bancaire kredietverlening). 1 Een positief (negatief) percentage komt overeen met een versoepeling (verstrakking) van de kredietvoorwaarden of met een toename (afname) van de kredietvraag. 12

13 In het derde kwartaal van 214 deelden de vier Belgische grootbanken die bij deze enquête werden ondervraagd mee dat de kredietvoorwaarden voor ondernemingen al met al werden versoepeld, zowel voor lang- als voor kortlopende kredieten. De versoepeling zou voor de grote ondernemingen markanter zijn geweest. De kredietinstellingen van het eurogebied maakten gewag van vrij gelijklopende ontwikkelingen, met eveneens een lichte versoepeling voor de kredieten op lange termijn aan de grote ondernemingen, terwijl de kredietvoorwaarden voor de kmo s en voor kredieten op korte termijn onveranderd zijn gebleven. Op dit vlak is de heterogeniteit tussen de lidstaten van het eurogebied binnen de perken gebleven. De banken hebben hun kredietvoorwaarden grotendeels onveranderd gehouden of hebben ze enigszins verbeterd in de meeste landen, vooral in de grote landen van het eurogebied, met uitzondering van Nederland, waar de kredietinstellingen hun voorwaarden ietwat hebben aangescherpt. Wat de determinanten van die ontwikkelingen in België betreft, bestempelen de ondervraagde banken hun financieringskosten en balansbeperkingen (voornamelijk hun liquiditeitspositie en hun toegang tot marktfinanciering), alsook de concurrentiedruk (uitgaande van de andere bankinstellingen) als factoren die zouden hebben bijgedragen tot een versoepeling van de kredietvoorwaarden aan ondernemingen. De risicoperceptie zou daarentegen de banken er veeleer hebben toe aangezet hun toekenningscriteria aan te scherpen. De banken beschikken over verschillende instrumenten om hun kredietaanbod aan ondernemingen aan te passen. Ze kunnen dat aanbod bijvoorbeeld opvoeren (inperken) door de marges te verkleinen (vergroten), maar ook door de niet-monetaire voorwaarden te versoepelen (aan te scherpen), met name de waarborgvereisten, de contractuele clausules of de diverse kosten die verbonden zijn aan de kredietopname. KREDIETVOORWAARDEN VAN BEDRIJFSKREDIETEN IN BELGIË: VOORNAAMSTE VERKLARENDE FACTOREN EN AANGEWENDE TOEKENNINGSCRITERIA (netto gewogen percentages 1 ) Voornaamste verklarende factoren Voornaamste toekenningscriteria Financieringskosten en balansbeperkingen Concurrentiedruk Risicoperceptie Marges op de standaardkredieten Marges op de meest risicovolle kredieten Andere toekenningscriteria Bronnen: ECB, NBB (enquête van het Eurosysteem naar de bancaire kredietverlening). 1 Een positief (negatief) percentage komt overeen met een factor die heeft bijgedragen tot een versoepeling (verstrakking) van de kredietvoorwaarden of met een criterium waarin die versoepeling (verstrakking) tot uiting is gekomen. 13

14 De versoepeling van de kredietvoorwaarden in het derde kwartaal van 214 vertaalde zich in uiteenlopende ontwikkelingen van de monetaire en de niet-monetaire kredietvoorwaarden. De rapporterende banken meldden immers een nieuwe inkrimping van de marges op de standaardkredieten aan ondernemingen; dit gold zowel voor kmo s als voor grote ondernemingen, maar voor deze laatste was de daling het meest uitgesproken. Ook de marges op de meest risicovolle kredieten aan kmo s zijn ietwat afgenomen, terwijl ze voor de grote ondernemingen zijn toegenomen. Voorts verhoogden de banken over het geheel genomen de bijkomende kosten op de kredieten aan ondernemingen, terwijl ze zich minder strikt opstelden voor het volume, de clausules van de kredietovereenkomsten en de looptijd van de kredieten aan grote ondernemingen. Wat de kmo s betreft, werden alleen de voorwaarden in verband met de looptijd van de leningen versoepeld. Voor het vierde kwartaal van 214 verwachten de Belgische banken een verdere versoepeling van hun kredietvoorwaarden, zowel voor de kmo's als voor de grote ondernemingen. In het eurogebied gaan de banken ervan uit dat hun voorwaarden voor de kredietverstrekking eveneens iets gunstiger zullen zijn. Daarnaast meldden de Belgische banken dat de kredietvraag in het derde kwartaal van 214 algemeen beschouwd verminderde. Deze vermindering zou volledig voor rekening komen van de kmo s. Volgens de ondervraagde kredietinstellingen is de daling van de vraag toe te schrijven aan, enerzijds, het beroep dat de bedrijven doen op alternatieve financieringsbronnen (interne financiering, leningen verstrekt door andere banken en uitgiften van schuldbewijzen), en, anderzijds, een afname van de financieringsbehoeften die verband houden met de investeringen en met het beheer van de voorraden en van het bedrijfskapitaal. De herstructurering van de schulden en fusies en overnames zouden een omgekeerde invloed hebben gehad door de vraag te stimuleren. Voor het laatste kwartaal van 214 verwachten de Belgische banken een stijging van de vraag naar leningen voor de grote ondernemingen en een stabilisatie van die van de kmo s. 14

15 1 5 VRAAG NAAR BEDRIJFSKREDIETEN IN BELGIË: VOORNAAMSTE VERKLARENDE FACTOREN (netto gewogen percentages 1 ) Bruto-investeringen in vaste activa Voorraden en bedrijfskapitaal Andere financieringsbehoeften Interne financiering Kredieten verleend door de concurrentie Marktfinanciering Bronnen: ECB, NBB (enquête van het Eurosysteem naar de bancaire kredietverlening). 1 Een positief (negatief) percentage komt overeen met een factor die heeft bijgedragen tot een toename (afname) van de vraag naar kredieten. De banken uit het eurogebied rapporteerden voor het derde kwartaal van 214 een bescheiden toename van de kredietvraag vanwege zowel de kmo s als de grote ondernemingen. Die toename zou toe te schrijven zijn aan de stijging van de financieringsbehoeften die verband houden met het beheer van de voorraden en van het bedrijfskapitaal, alsook aan die volgend uit de herstructurering van de schulden en fusies en overnames. In tegenstelling tot de Belgische banken verwachten de kredietinstellingen uit het eurogebied voor het laatste kwartaal van 214 een stijging van de vraag naar krediet. 15

16 BEOORDELING VAN DE KREDIETVOORWAARDEN DOOR DE ONDERNEMINGEN: ALGEMENE RESULTATEN Op het moment van de enquête waren de voorwaarden: Gedurende het kwartaal vóór de enquête is de specifieke voorwaarde: % 1 Ongunstig Neutraal Gunstig Verslechterd Onveranderd Verbeterd III 212-IV 213-I 213-II 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 212-III 212-IV 213-I 213-II 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III % Algemene voorwaarden Saldo 1 Rentevoet Kosten Kredietvolume Gevraagde waarborgen Algemene voorwaarden Bron: NBB (trimestriële enquête naar de kredietvoorwaarden). 1 Saldo van de antwoordpercentages gunstig/verbeterd (+) en ongunstig/verslechterd (-). Rentevoet Kosten Kredietvolume Gevraagde waarborgen Uit de in oktober 214 door de Bank uitgevoerde enquête 7 blijkt dat de bedrijfsleiders, voor het tweede kwartaal op rij, de algemene toekenningsvoorwaarden voor bankkrediet gunstig beoordelen. 33,2 % van de ondernemingen uit de verwerkende nijverheid, de bouwnijverheid en de diensten aan ondernemingen bestempelde de toekenningsvoorwaarden voor nieuwe bankkredieten als gunstig, terwijl 11,8 % ze als ongunstig beoordeelde. Al met al kwam het nettosaldo van de antwoorden van de bedrijfsleiders op 21,4 % uit (tegen 7,7 % in het voorgaande kwartaal). Dit positieve sentiment van de bedrijfsleiders is het resultaat van een meer positieve beoordeling van het verloop van de kredietvoorwaarden tijdens de drie maanden vóór de enquête. De beoordeling van het renteverloop 7 In deze enquête wordt de ondernemingen verzocht twee vragen te beantwoorden. De eerste vraag betreft de kredietvoorwaarden op het ogenblik van de enquête ('Lijken de voorwaarden om bij de banken krediet op te nemen u momenteel: gunstig, neutraal of ongunstig?'). In de toelichting worden de antwoorden op die vragen behandeld onder de titel 'Algemene voorwaarden'. De tweede vraag gaat over de tijdens het kwartaal vóór de enquête vastgestelde ontwikkelingen (verbetering, stabilisatie of verslechtering van de voorwaarden) en de antwoorden worden uitgesplitst volgens specifieke criteria (rentetarieven, andere bankkosten, kredietvolume, gevraagde waarborgen). De antwoorden op die vraag worden criterium per criterium toegelicht. 16

17 is ten opzichte van de voorgaande periode nog fors verbeterd (39 %, tegen 23 % in juli). Met betrekking tot de niet-monetaire kredietvoorwaarden (kosten, kredietvolume en gevraagde waarborgen) meldden de ondernemers een nieuwe verslechtering die evenwel minder sterk is dan in de vorige kwartalen. De resultaten naar bedrijfstak tonen dat de al met al gunstige beoordeling van de kredietvoorwaarden geldt voor alle bedrijfstakken. Het saldo van de antwoorden bedroeg 24 % in de verwerkende nijverheid, 17 % in de diensten en 16 % in de bouwnijverheid. Een en ander komt doordat de bedrijfsleiders in het derde kwartaal van 214 de rentetarieven op nieuwe kredieten duidelijk beter gingen beoordelen, en zulks in de drie bedrijfstakken. Alle andere kredietvoorwaarden (kosten, volume en gevraagde waarborgen) zijn in mindere mate verslechterd dan in het voorgaande kwartaal, met uitzondering van de bijkomende kosten en de waarborgen voor de bouwsector. De voorwaarden met betrekking tot de gevraagde waarborgen blijven een probleem voor heel wat ondernemingen van de bouwnijverheid en de diensten. 6 BEOORDELING VAN DE KREDIETVOORWAARDEN DOOR DE ONDERNEMINGEN: OPSPLITSING NAAR BEDRIJFSTAK (netto percentages¹) IV 213-I 213-II 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 212-IV 213-I 213-II 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 212-IV 213-I 213-II 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 212-IV 213-I 213-II 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 212-IV 213-I 213-II 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III Algemene voorwaarden Rentevoet Kosten Kredietvolume Gevraagde waarborgen op het moment van de enquête Ontwikkeling gedurende het kwartaal vóór de enquête Industrie Bouwnijverheid Diensten aan ondernemingen Bron: NBB (trimestriële enquête naar de kredietvoorwaarden). ¹ Saldi van de antwoordpercentages gunstig/verbeterd (+) en ongunstig/verslechterd (-). Wat de verschillen naar bedrijfsgrootte betreft, werden de algemene kredietvoorwaarden in oktober 214 door alle ondernemingscategorieën als gunstig beoordeeld: het saldo van de antwoorden bedroeg voor de kleine ondernemingen (1 tot 49 werknemers) 18 %, voor de middelgrote ondernemingen (5 tot 249 werknemers) 23 %, voor de grote ondernemingen (25 tot 499 werknemers) 3 % en voor de zeer grote ondernemingen (5 werknemers of meer) 33 %. De rentevoorwaarden zijn ten opzichte van het voorgaande kwartaal voor alle ondernemingscategorieën verbeterd. Ze zijn nooit zo gunstig geweest sinds het begin van de enquête in 22. De voorwaarden inzake de bijkomende kosten, het kredietvolume en de gevraagde waarborgen zijn al met al minder sterk verslechterd. Hoewel de bedrijfsleiders nog steeds oordelen 17

18 dat deze kredietvoorwaarden relatief verslechterd zijn, blijft de tendens voor alle ondernemingscategorieën echter overwegend opwaarts gericht. 6 BEOORDELING VAN DE KREDIETVOORWAARDEN DOOR DE ONDERNEMINGEN: OPSPLITSING NAAR GROOTTE VAN DE ONDERNEMING¹ (netto percentages²) IV 213-I 213-II 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 212-IV 213-I 213-II 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 212-IV 213-I 213-II 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 212-IV 213-I 213-II 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III 212-IV 213-I 213-II 213-III 213-IV 214-I 214-II 214-III Algemene voorwaarden Rentevoet Kosten Kredietvolume Gevraagde waarborgen op het moment van de enquête Ontwikkeling gedurende het kwartaal vóór de enquête Klein Groot Middelgroot Zeer groot Bron: NBB (trimestriële enquête naar de kredietvoorwaarden). ¹ Klein = 1-49 werknemers; middelgroot = werknemers; groot = werknemers; zeer groot = 5 werknemers of meer. ² Saldi van de antwoordpercentages gunstig/verbeterd (+) en ongunstig/verslechterd (-). Deze resultaten worden bevestigd door de SAFE-enquête (Survey on access to finance of SMEs in the euro area i ) die de kmo s van het eurogebied ondervraagt over de voorwaarden voor hun toegang tot diverse externe financieringsvormen. Tijdens de laatste ronde van deze enquête (over de periode van april tot september 214) hebben de Belgische kmo s melding gemaakt van een verbetering van de beschikbaarheid van bankkredieten, die hand in hand ging met een daling van de rente en een toename van de kredietvolumes. Daarnaast hebben ze een verdere stijging van de bijkomende kosten en van de gevraagde waarborgen op deze kredieten gemeld, die echter minder sterk was dan tijdens het voorgaande halfjaar. Tot slot zou het percentage geweigerde bankleningen aan de kmo s gevoelig zijn gedaald voor dezelfde periode (6 %, tegen 14 % tijdens het voorgaande halfjaar). i Zie voor meer bijzonderheden. 18

kortlopende kredieten langlopende kredieten buitenlandse banken1

kortlopende kredieten langlopende kredieten buitenlandse banken1 Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2010-05-20 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1 Brussel Tel. +3 1 6 99 Fax +3 1 31 97 BTW BE 3.1.34 RPM Brussel 14--8 Links: kredietobservatorium Executive summary

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2017-06-02 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2016-12-02 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (bijwerking van 17 februari 2010)

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (bijwerking van 17 februari 2010) Observatorium voor krediet aan vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 00 00 Fax +32 2 221 00 01 BTW BE 0203.201.340 RPR Brussel -02-17 Links: kredietobservatorium VOORNAAMSTE

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2018-09-07 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen 2015-09-04. kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen 2015-09-04. kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2015-09-04 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (bijwerking van 18 november 2009)

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (bijwerking van 18 november 2009) Observatorium voor krediet aan vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 00 00 Fax +32 2 221 00 01 BTW BE 0203.201.340 RPR Brussel 2009-11-18 Links: kredietobservatorium VOORNAAMSTE

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen 2016-05-27. kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen 2016-05-27. kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2016-05-27 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2018-03-02 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2019-03-01 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2017-12-01 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 46 28 Mail: pressoffice@nbb.be BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2019-06-03 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2018-12-07 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (trimestriële bijwerking van 2 mei 2012) Executive summary

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (trimestriële bijwerking van 2 mei 2012) Executive summary Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE- Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 3.1.34 RPM Brussel 12--22 Links: kredietobservatorium VOORNAAMSTE

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 23.21.34 RPM Brussel 214-2-28 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 1 BE-1 Brussel Tel. +3 1 6 99 Fax +3 1 31 97 BTW BE 3.1.3 RPM Brussel 1--7 Links: kredietobservatorium Executive summary

Nadere informatie

Bijdrage van het departement Studiën aan het Observatorium voor krediet aan vennootschappen VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN

Bijdrage van het departement Studiën aan het Observatorium voor krediet aan vennootschappen VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 23.21.34 RPM Brussel 213-8-26 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN (bijwerking van 26 mei 2009)

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN (bijwerking van 26 mei 2009) Observatorium voor krediet aan vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 00 00 Fax +32 2 221 00 01 BTW BE 0203.201.340 RPR Brussel 2009-05-26 Links: kredietobservatorium VOORNAAMSTE

Nadere informatie

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (trimestriële bijwerking van 20 mei 2011) Executive summary

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (trimestriële bijwerking van 20 mei 2011) Executive summary Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 23.21.34 RPM Brussel 211- - Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

Bijdrage van het departement Studiën aan het Observatorium voor krediet aan vennootschappen VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN

Bijdrage van het departement Studiën aan het Observatorium voor krediet aan vennootschappen VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 1 BE-1 Brussel Tel. +3 1 6 99 Fax +3 1 31 97 BTW BE 3.1.3 RPM Brussel 13-11- Links: kredietobservatorium Bijdrage van het

Nadere informatie

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links: Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2016-02-26 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari 28-2-22 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven februari 28 Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari De stabilisering van de conjunctuurbarometer volgt

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november 25--24 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - november 25 Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november Na de aanmerkelijke stijging in oktober, is

Nadere informatie

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe 4--24 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - november 4 Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe De conjunctuurbarometer van de Nationale

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Januari 2012 Jan van Nispen Inleiding Sinds 2008 zijn woorden zoals crisis, financieringsproblemen, waarborgen en bailouts niet meer uit de

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe 27--23 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven november 27 Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe Na een fors herstel in oktober is de conjunctuurbarometer

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Mei 212 Jan van Nispen Inleiding De start van de financiële crisis ligt nu al enkele jaren achter ons, maar in 211 voelden we nog steeds de

Nadere informatie

Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus

Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus 26-8-24 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - augustus 26 Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus De conjunctuurbarometer van de Nationale

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november

Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november 218-11-23 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven november 218 Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november Het ondernemingsklimaat verbeterde in alle

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2016 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2015-04-29 Links: Publicatie NBB.stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015 De economische activiteit stijgt met

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Een van de informatiebronnen voor de ecb bij het voeren van het monetaire beleid is de Bank Lending Survey, een kwalitatieve kwartaalenquête naar

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

Kredietverlening in tijden van financiële crisis Cijfermatig overzicht in het kader van de rondetafel: Banken en Bedrijven

Kredietverlening in tijden van financiële crisis Cijfermatig overzicht in het kader van de rondetafel: Banken en Bedrijven Kredietverlening in tijden van financiële crisis Cijfermatig overzicht in het kader van de rondetafel: Banken en Bedrijven oktober/november 29 Jan van Nispen Inleiding Eén van de cruciale elementen om

Nadere informatie

Banken verlenen recordaantal kredieten aan ondernemingen

Banken verlenen recordaantal kredieten aan ondernemingen Jürgen de Witte Banken verlenen recordaantal kredieten aan ondernemingen Anne-Mie Ooghe Senior Officer Corporate Banking bij Febelfin Het uitstaande volume kredieten aan ondernemingen bereikte in januari

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2014-04-30 Links Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Bij een stijging van 0,3 % in

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Maart 212 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 212 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: najaar 21 Jan van Nispen Situering van de het monitoring rapport In september 21 was het twee jaar geleden dat de financiële dienstverlener

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België November 211 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 21 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer

Nadere informatie

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL 009-04-3 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - april 009 LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL Voortaan worden de synthetische curven

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Oktober 212 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 212 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer

Nadere informatie

Het bankkrediet aan de particuliere

Het bankkrediet aan de particuliere Het bankkrediet aan de particuliere sector in België M. Hradisky * Na een toename met meer dan 1 pct. op jaarbasis in is de groei van de kredietverlening aan de particuliere sector in België aanhoudend

Nadere informatie

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 10 december 2003 PERSBERICHT Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 Vandaag introduceert de Europese Centrale Bank (ECB) een nieuwe reeks geharmoniseerde statistieken betreffende

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Februari 212 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 212 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: maart 21 Jan van Nispen Inleiding en situering van de het monitoring rapport 29 was een jaar dat de geschiedenis zal ingaan als het jaar waarin

Nadere informatie

sector 5. Financiële situatie van de private 5.1 Particulieren

sector 5. Financiële situatie van de private 5.1 Particulieren 5. Financiële situatie van de private sector België behoort tot de weinige Europese landen waarvan de economie traditioneel een positieve financiële positie genereert. Ondanks de financiële onrust zijn

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de Belgische bancaire kredietverlening aan niet-financiële ondernemingen

Recente ontwikkelingen in de Belgische bancaire kredietverlening aan niet-financiële ondernemingen Recente ontwikkelingen in de Belgische bancaire kredietverlening aan niet-financiële ondernemingen Vlaams Parlement, Commissie Financiën 11 december 2012 Mathias Dewatripont Directeur Impact financiële

Nadere informatie

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage (1 januari 2016): 0 %

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage (1 januari 2016): 0 % Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage (1 januari 2016): 0 % Krachtens artikel 5, 2 van Bijlage IV van de Bankwet heeft de Nationale Bank

Nadere informatie

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 Willemstad, september 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat...

Nadere informatie

WERKGROEP "KREDIETEN AAN DE ONDERNEMINGEN" Syntheseverslag

WERKGROEP KREDIETEN AAN DE ONDERNEMINGEN Syntheseverslag WERKGROEP "KREDIETEN AAN DE ONDERNEMINGEN" Syntheseverslag September 2009 2. 3. INHOUDSTAFEL Inhoudstafel... 3 1. Algemene context... 5 2. Beschikbare statistieken en verbeteringen aangebracht door de

Nadere informatie

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel Na de snelle daling van de bedrijfswinsten door de kredietcrisis, is er recentelijk weer sprake van winstherstel. De crisis heeft echter geen gat geslagen in de grote financiële buffers van bedrijven.

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische Bufferpercentage voor 2019K2: 0%

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische Bufferpercentage voor 2019K2: 0% Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische Bufferpercentage voor 2019K2: 0% Krachtens artikel 5, 2 van Bijlage IV van de Bankwet heeft de Nationale Bank van

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Nationale Bank van België Conjunctuuronderzoekingen Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België April 215 15 5-5 -15 - -35 26 27 28 29 21 211 212 213 214 215 Afgevlakte seizoengezuiverde reeks

Nadere informatie

Een goed 2015, een aarzelend

Een goed 2015, een aarzelend Een goed 2015, een aarzelend 2016 Conjunctuurenquête Expeditiesector 1e kwartaal 2016 Een goed 2015, een aarzelend 2016 Conjunctuurenquête Expeditiesector 1e kwartaal 2016 De 3-maandelijkse conjunctuurenquête

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Lichte achteruitgang van invoer en uitvoer in eerste jaarhelft van 2012

Lichte achteruitgang van invoer en uitvoer in eerste jaarhelft van 2012 Instituut voor de nationale rekeningen 202-09-4 Links: Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie. Verloop van de Belgische buitenlandse handel Lichte achteruitgang van invoer en uitvoer in eerste

Nadere informatie

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB). NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee

Nadere informatie

Record aan hypothecair krediet in 2017

Record aan hypothecair krediet in 2017 Persbericht Record aan hypothecair krediet in 2017 Brussel, 29 januari 2018 In 2017 werden er bijna 243.000 hypothecaire kredietovereenkomsten afgesloten voor een totaalbedrag van 31 miljard EUR (exclusief

Nadere informatie

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Nationale Bank van België (2004). De sociale balans 2003, Economisch Tijdschrift 4-2004. Voor het eerst heeft de Nationale Bank van België de sociale balansen

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland Tweede kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Kenniscentrum voor Financiering van KMO Centre de Connaissances du Financement des PME VZW. KeFiK-rapport

Kenniscentrum voor Financiering van KMO Centre de Connaissances du Financement des PME VZW. KeFiK-rapport Kenniscentrum voor Financiering van KMO Centre de Connaissances du Financement des PME VZW KeFiK-rapport KMO-financiering 2011 Inhoudstafel Voorwoord 4 Executive summary 6 Inleiding 10 Deel 1: Evolutie

Nadere informatie

Financiële rekeningen van de particulieren, de bedrijven en de overheid

Financiële rekeningen van de particulieren, de bedrijven en de overheid Financiële rekeningen van de particulieren, de bedrijven en de overheid 7. Financiële rekeningen van de particulieren, de bedrijven en de overheid 7.1 Gevolgen van de financiële crisis De financiële crisis,

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 20 T/1 5 jaar www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,2 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9

Nadere informatie

Hypothecair krediet: duurzame groei

Hypothecair krediet: duurzame groei Beroepsvereniging van het Krediet Persbericht Hypothecair krediet: duurzame groei Brussel, 6 mei 2011 In het eerste trimester van 2011 werden 24% meer hypothecaire kredieten verstrekt dan in het eerste

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Spaarmiddelen en financiering van de Belgische economie

Spaarmiddelen en financiering van de Belgische economie Spaarmiddelen en financiering van de Belgische economie 3. Spaarmiddelen en financiering van de Belgische economie 3.1 Financieel gedrag van ondernemingen en huishoudens beïnvloed door aarzelende conjunctuur

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-009 15 februari 2012 9.30 uur Economie 0,7 procent gekrompen In vierde kwartaal 0,7 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Consumptie 1,8 procent lager

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2003 - I Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

Groene kredieten stuwen hypotheekmarkt in 2011 naar ongekende hoogte

Groene kredieten stuwen hypotheekmarkt in 2011 naar ongekende hoogte Persbericht Groene kredieten stuwen hypotheekmarkt in 2011 naar ongekende hoogte Brussel, 7 februari 2012 De belangrijkste vaststellingen voor het volledige jaar 2011: De hypothecaire kredietverlening

Nadere informatie

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis Jan Smets 29ste Vlaams Wetenschappelijk Economisch Congres, Gent, 19 november 2010 DS.10.09.340 Het Europees

Nadere informatie

Belgische kredietmarkt is niet getekend door kredietschaarste

Belgische kredietmarkt is niet getekend door kredietschaarste Belgische kredietmarkt is niet getekend door kredietschaarste De Belgische banken hebben sinds de financiële crisis in 2007 nooit méér kredieten verleend dan eind maart 2012. Zowel particulieren, ondernemingen

Nadere informatie

Suivi mensuel de la conjoncture - Maandelijkse opvolging van de conjunctuur

Suivi mensuel de la conjoncture - Maandelijkse opvolging van de conjunctuur Suivi mensuel de la conjoncture - Maandelijkse opvolging van de conjunctuur mai 3 mei 2013 Wat moet men onthouden? 1. Belgische economie sinds begin 2011 amper nog gegroeid 2. Uitvoer en investeringen

Nadere informatie

Beantwoording Kamervragen 2009Z07254 1

Beantwoording Kamervragen 2009Z07254 1 Beantwoording Kamervragen 9Z7 Vragen van het lid Tang (PvdA) aan de minister van Financiën over de hoge fundingkosten van banken als gevolg van de hoge spaarrentes die banken in Nederland bieden. Vraag

Nadere informatie

Economische vooruitzichten en uitdagingen voor de Belgische economie

Economische vooruitzichten en uitdagingen voor de Belgische economie Economische vooruitzichten en uitdagingen voor de Belgische economie Algemene vergadering Voka - 6 mei 213 Jan Smets Directeur, Nationale Bank van België DS.13.4.176 Plan van de presentatie I. Internationale

Nadere informatie

Januari 2013. Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren?

Januari 2013. Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren? Januari 2013 Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren? Analyse uitgevoerd voor het Observatorium Krediet en Schuldenlast Duvivier

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

Hypothecair krediet : het recordjaar 2010

Hypothecair krediet : het recordjaar 2010 Beroepsvereniging van het Krediet Persbericht Hypothecair krediet : het recordjaar 2010 Brussel, 9 februari 2011 - De Beroepsvereniging van het Krediet (BVK), lid van Febelfin, de Belgische federatie van

Nadere informatie

VERSLAG AAN DE KONING

VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat wij de eer hebben aan de handtekening van Uwe Majesteit voor te leggen regelt de uitvoering van de wet van 24 maart 2003 tot wijziging van de wet van 12 juni

Nadere informatie

1llh1ll1llL 3.5% 5 Pl. Recente ontwikkelingen bancaire kredietverlening in Nederland (DNB, 31 mei 2013)

1llh1ll1llL 3.5% 5 Pl. Recente ontwikkelingen bancaire kredietverlening in Nederland (DNB, 31 mei 2013) Procentuele Recente ontwikkelingen bancaire kredietverlening in Nederland (DNB, 31 mei 2013) De groei van de kredietverlening aan huishoudens en bedrijven is sinds het uitbreken van de kredietcrisis in

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012

Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012 DOSSIER Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012 13 Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012 Verzekeringsmakelaar blijft stand houden Onlangs verscheen het jaarlijkse rapport van

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-032 15 mei 2012 9.30 uur Economie 1,1 procent gekrompen In eerste kwartaal 1,1 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Investeringen 4,2 procent lager Consumptie

Nadere informatie

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur : Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

Inleiding. 1. methodologie en beschrijving van de bestudeerde populatie. Xavier Deville

Inleiding. 1. methodologie en beschrijving van de bestudeerde populatie. Xavier Deville Financiering van de ondernemingen in België : analyse op basis van de tabellen van middelen en bestedingen Xavier Deville Inleiding Een onderneming kan voor de financiering van haar activiteit uit haar

Nadere informatie