omschrijving afwijking / overtreding (antinorm) % of hoogte afwijking / interventiegrens Het houden van vleeskuiken waarbij niet

Transcriptie

1 IB02-SPEC02 (Pluimvee voor productie) Overzicht specifieke interventies NVWA Besluit en Regeling houders van dieren werkblad Versie: Aanvulling op de boetecategorie: Bij een gering risico of gevolg van een overtreding mbt volksgezondheid, dierenwelzijn of milieu kan het boetebedrag gehalveerd worden. Bij een overtreding gepleegd door een particulier kan het boetebedrag gehalveerd worden. Bij een bijzondere omstandigheid (b.v.; leeftijd, omvang bedrijf, draagkracht overtreder) kan de boete verlaagd worden. Bij een ernstig risico of gevolg van een overtreding mbt volksgezondheid, dierenwelzijn of milieu kan het boetebedrag verdubbeld worden. Bij recidive (overtreding binnen vijf jaar wederom gepleegd) kan het boetebedrag verhoogd worden met het bedrag van de eerder opgelegde bestuurlijke boete. Mocht een van bovenstaande punten aan de orde zijn, dan dient dit duidelijk te worden beschreven in het boeterapport. Bron Module??? Besluit Regeling Opbouw bestand: 1. Wet Dieren 2. Besluit Houders van Dieren 3. Regeling houders van Dieren Wet Dieren Besluit houders van dieren Regeling houders van dieren Product/bedrijf Norm omschrijving afwijking / overtreding (antinorm) % of hoogte afwijking / interventiegrens categorie indeling overtreding (klasse) motivatie voor categorie indeling categorie indeling BB, Wet dieren interventies follow-up na overtreding; interventies bij herhaalde overtreding status / opmerkingen zie IB02-SPEC03 H.2. 6 Houden van pluimvee voor productie H Houden van vleeskuikens voor productie art. 2.2, lid 10 art. 2.50, lid 1 Houder van vleeskuikens voor productie Toepasselijkheid voorschriften Het houden van vleeskuiken waarbij niet niet toegestaan Overtreding (C) Het is verboden vleeskuikens te houden. aan de voorwaarden wordt voldaan. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.50, lid 2a Houder van vleeskuikens voor productie Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien: De bezettingsdichtheid is hoger dan 33 niet toegestaan Overtreding (C) a. de bezettingsdichtheid niet hoger is dan 33 kg/m2, en kg/m2 Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.50, lid 2b Houder van vleeskuikens voor productie Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien: Er wordt niet voldaan aan de artikelen niet toegestaan 2.51 t/m b. wordt voldaan aan de artikelen 2.51 tot en met Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.50, lid 3a Houder van vleeskuikens voor productie In afwijking van het eerste lid en het tweede lid, onderdeel a, is het toegestaan vleeskuikens te houden met een hogere bezettingsdichtheid dan 33 kg/m2, indien: a. de bezettingsdichtheid niet hoger is dan 39 kg/m2, en art. 2.2, lid 10 art. 2.50, lid 3b Houder van vleeskuikens voor productie In afwijking van het eerste lid en het tweede lid, onderdeel a, is het toegestaan vleeskuikens te houden met een hogere bezettingsdichtheid dan 33 kg/m2, indien: b. wordt voldaan aan de artikelen 2.55 tot en met De bezettingsdichtheid is hoger dan 39 niet toegestaan Overtreding (C) kg/m2 Er wordt niet voldaan aan de artikelen niet toegestaan Overtreding (C) 2.55 t/m Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.50, lid 4a Houder van vleeskuikens voor productie In afwijking van het eerste lid, het tweede lid, onderdeel a en het derde De bezettingsdichtheid is hoger dan 42 niet toegestaan Overtreding (C) lid, is het toegestaan vleeskuikens te houden met een hogere kg/m2 bezettingsdichtheid dan 39 kg/m2, indien: a. de bezettingsdichtheid niet hoger is dan 42 kg/m2, en art. 2.2, lid 10 art. 2.50, lid 4b Houder van vleeskuikens voor productie In afwijking van het eerste lid, het tweede lid, onderdeel a en het derde Er wordt niet voldaan aan de artikelen lid, is het toegestaan vleeskuikens te houden met een hogere 2.55 t/m 2.64 bezettingsdichtheid dan 39 kg/m2, indien: b. wordt voldaan aan het gestelde bij of krachtens de artikelen 2.55 tot en met De vleeskuikens worden volgens de eisen in punt 1 van bijlage I van eisen in punt 1 van bijlage I van de Richtlijn de Richtlijn 2007/43/EG gehouden, gehuisvest en/of verzorgd 2007/43/EG gehouden, gehuisvest en/of (drinkvoorzieningen). verzorgd (drinkvoorzieningen). De vleeskuikens worden volgens de eisen in punt 2 van bijlage I van eisen in punt 2 van bijlage I van de Richtlijn de Richtlijn 2007/43/EG gehouden, gehuisvest en/of verzorgd 2007/43/EG gehouden, gehuisvest en/of (voeding). verzorgd (voeding). De vleeskuikens worden volgens de eisen in punt 3 van bijlage I van eisen in punt 3 van bijlage I van de Richtlijn de Richtlijn 2007/43/EG gehouden, gehuisvest en/of verzorgd 2007/43/EG gehouden, gehuisvest en/of (strooisel). verzorgd (strooisel). De vleeskuikens worden volgens de eisen in punt 4 van bijlage I van eisen in punt 4 van bijlage I van de Richtlijn de Richtlijn 2007/43/EG gehouden, gehuisvest en/of verzorgd 2007/43/EG gehouden, gehuisvest en/of (ventilatie en verwarming). verzorgd (ventilatie en verwarming). De vleeskuikens worden volgens de eisen in punt 5 van bijlage I van eisen in punt 5 van bijlage I van de Richtlijn de Richtlijn 2007/43/EG gehouden, gehuisvest en/of verzorgd 2007/43/EG gehouden, gehuisvest en/of (geluidsemissie). verzorgd (geluidsemissie). De vleeskuikens worden volgens de eisen in punten 6 en 7 van bijlage eisen in punten 6 en 7 van bijlage I van de I van de Richtlijn 2007/43/EG gehouden, gehuisvest en/of verzorgd Richtlijn 2007/43/EG gehouden, (licht). gehuisvest en/of verzorgd (licht). De vleeskuikens worden volgens de eisen in punten 8 en 9 van bijlage eisen in punten 8 en 9 van bijlage I van de I van de Richtlijn 2007/43/EG gehouden, gehuisvest en/of verzorgd Richtlijn 2007/43/EG gehouden, (inspectie). gehuisvest en/of verzorgd (inspectie). De vleeskuikens worden volgens de eisen in punt 10 van bijlage I van eisen in punt 10 van bijlage I van de de Richtlijn 2007/43/EG gehouden, gehuisvest en/of verzorgd Richtlijn 2007/43/EG gehouden, (schoonmaken). gehuisvest en/of verzorgd (schoonmaken). Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: De periode van gedimd licht voordat het licht aan of uit gaat is niet langer dan dertig minuten, dit om de zonsopkomst of zonsondergang na te bootsen art. 2.52, lid 1 Houder van vleeskuikens voor productie Registratie De houder registreert voor elke stal de volgende gegevens: a. het aantal binnengebrachte vleeskuikens; b. de bruikbare oppervlakte; c. de kruising of het ras van de vleeskuikens, indien bekend; d. ten aanzien van iedere controle, het aantal dood aangetroffen vleeskuikens met een indicatie van de oorzaken, indien bekend, alsmede het aantal gedode vleeskuikens, met de reden, en e. het resterende aantal vleeskuikens in het koppel nadat er vleeskuikens uit zijn verwijderd voor verkoop of slacht. Geen of onvoldoende registratie van gegevens. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.52, lid 2 Houder van vleeskuikens voor productie Registratie Het niet 3 jaar bewaren van de gegevens De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden drie jaren bewaard en of niet ter beschikking stellen van deze worden bij een inspectie of op verzoek aan Onze Minister ter gegevens tijdens de inspectie of niet ter beschikking gesteld. beschikking gesteld ondanks verzoek van Onze Minister. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art lid 1 Houder van vleeskuikens voor productie Treffen welzijnsmaatregelen Het niet nemen van passende Niet toegestaan Ernstige overtreding (B) ernstig risico aantasting dierenwelzijn/ 2 Sanctionerende interventie Motivering klasse ernstige overtreding, Wanneer een dierenarts verbonden aan de Nederlandse Voedsel- en maatregelen met betrekking tot het ernstig risico aantasting (B): Verbeteringen gesteld in Plan van Warenautoriteit, aan de houder en een ambtenaar als bedoeld in verbeteren van het dierenwelzijn na dierengezondheid Bij herhaalde overtreding opnieuw een aanpak, lid 2, niet of niet volledig artikel 8.1, eerste lid, van de wet, gegevens heeft verstrekt met melding van een NVWA dierenarts doorgevoerd. In het Plan van aanpak geeft betrekking tot de dagelijkse mortaliteit, de gecumuleerde dagelijkse de houder aan wat hij gaat veranderen mortaliteit of de resultaten van de post mortem keuring die wijzen op aan de omstandigheden in de stal, met het slechte dierenwelzijnsomstandigheden, neemt de desbetreffende doel de leefomstandigheden van de houder passende maatregelen ter verbetering van het dierenwelzijn. vleeskuikens te verbeteren. Dit naar aanleiding van de bevindingen van de NVWA dierenarts. Niet doorvoeren van de gestelde verbetering(en) leiden tot een risico op ernstig schaden van het dierenwelzijn en/of diergezondheid. art. 2.2, lid 10 art. 2.53, lid 2a en lid 3 Houder van vleeskuikens voor productie Treffen welzijnsmaatregelen Plan van aanpak niet gemaakt / ter 2.a. Een verplichting voor de houder tot het opstellen van een plan van goedkeuring voorgelegd aan Onze aanpak; Minister (NVWA). 3. Het plan van aanpak, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, behoeft de goedkeuring van Onze Minister. art. 2.2, lid 10 art. 2.54, lid 1 Houder van vleeskuikens voor productie Opleiding De houder is niet in het bezit van een De houder van vleeskuikens, voor zover deze een natuurlijke persoon erkend certificaat waaruit blijkt dat hij is, is in het bezit van een door Onze Minister erkend certificaat waaruit passende cursussen heeft voltooid of blijkt dat hij passende cursussen heeft voltooid of gelijkwaardige gelijkwaardige ervaringen heeft ervaring heeft opgedaan. opgedaan. Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.54, lid 4 Houder van vleeskuikens voor productie Opleiding Het niet verstrekken van instructie en De houder verstrekt instructies en advies over de relevante advies aan de personen in dienst van de voorschriften inzake dierenwelzijn, inclusief die met betrekking tot de houder. dodingsmethoden die op de pluimveebedrijven worden toegepast, aan de personen die hij in dienst heeft of die voor hem diensten verrichten en die voor vleeskuikens zorgen of vleeskuikens vangen en laden. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.55, lid 1 Houder van vleeskuikens voor productie Hogere bezettingsgraad dan 33 kg/m² De houder heeft Onze Minister (RVO.nl) Niet toegestaan Overtreding (C) Ondermijning van het systeem De houder die voornemens is een zodanig aantal vleeskuikens te niet ten minste 15 dagen voordat het gaan houden dat de bezettingsdichtheid hoger zal worden dan 33 desbetreffende koppel in de stal wordt kg/m2, stelt Onze Minister (RVO.nl) ten minste 15 dagen voordat het geplaatst in kennis gesteld van zijn Zwaarder en/of meer structureel karakter: desbetreffende koppel in de stal wordt geplaatst, in kennis van zijn voornemen tot een hogere voornemen en geeft daarbij aan hoe hoog de bezettingsdichtheid zal bezettingsdichtheid dan 33 kg/m2. zijn. art. 2.2, lid 10 art. 2.55, lid 2 Houder van vleeskuikens voor productie Hogere bezettingsgraad dan 33 kg/m² De houder heeft Onze Minister (RVO.nl), Niet toegestaan Overtreding (C) Ondermijning van het systeem Indien Onze Minister daarom verzoekt, stuurt de houder een die daar om heeft verzocht, geen samenvatting van de informatie, bedoeld in artikel 2.56, tweede lid, samenvatting gestuurd van de informatie toe. bedoelt in artikel 2.56, tweede lid. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art Houder van vleeskuikens voor productie Bijhouden gegevens productiesystemen De houder heeft de vereiste documenten Niet toegestaan Overtreding (C) Ondermijning van het systeem 1. De houder legt per stal een verzameling van documenten aan niet/ onvolledig bijgehouden. waarin de productiesystemen in detail zijn beschreven. De houder heeft de documenten ondanks 2. De verzameling documenten, bedoeld in het eerste lid, bevat in een verzoek niet ter beschikking gesteld Zwaarder en/of meer structureel karakter: ieder geval informatie over technische details van de stal en de aan Onze Minister (RVO.nl). uitrusting van de stal, waaronder: De houder heeft wijzigingen niet a. een plattegrond van de stal met inbegrip van de afmetingen van de doorgegeven aan Onze Minister (RVO.nl). door de vleeskuikens ingenomen oppervlakten; b. het ventilatiesysteem en het koel- of verwarmingssysteem en de locatie van deze systemen; c. het ventilatieschema met de beoogde parameters over luchtkwaliteit, zoals luchtstroming, luchtsnelheid en temperatuur; d. de voeder- en watervoorziening en de locatie ervan; e. de alarm- en reservesystemen die in werking treden in geval van een storing van de automatische of mechanische apparatuur die noodzakelijk is voor de gezondheid en het welzijn van de dieren; f. het vloertype, en g. het normaliter gebruikte strooisel. 3. De verzameling documenten, bedoeld in het eerste lid, wordt op verzoek aan Onze Minister (RVO.nl) ter beschikking gesteld. 4. Indien de documenten op grond van het derde lid aan Onze Minister ( art. 2.2, lid 10 art Houder van vleeskuikens voor productie Ventilatie en koelverwarmingssystemen De houder heeft niet in elke stal een De houder rust elke stal van zijn pluimveebedrijf uit met een ventilatiesysteem en/of koelverwarmingssystemen, die zo zijn ventilatiesysteem en met koel- of verwarmingssystemen, die zo zijn ontworpen en gebouwd en die zo functioneren dat: ontworpen en gebouwd en die zo a. de concentratie van ammoniak niet hoger is dan 20 ppm en de functioneren dat de concentratie concentratie van kooldioxide niet hoger is dan 3000 ppm, gemeten ter ammoniak en/of kooldioxide en/of hoogte van de kop van de vleeskuikens; temperatuur en/of relatieve b. de binnentemperatuur de buitentemperatuur met niet meer dan 3 C vochtigheidsgraad binnen de gestelde overschrijdt wanneer het buiten in de schaduw warmer is dan 30 C, en eisen blijven. c de gemiddelde relatieve vochtigheidsgraad in de stal over een periode van 48 uur niet hoger is dan 70% bij een buitentemperatuur van minder dan 10 C. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.58, lid 1 Houder van vleeskuikens voor productie Documentatie De houder draagt er zorg voor dat de documentatie bij een koppel vleeskuikens dat ter slachting wordt aangeboden, gegevens bevat a. de door de houder berekende dagelijkse mortaliteit en gecumuleerde dagelijkse mortaliteit en b. de kruising of het ras van de vleeskuikens. De houder heeft er geen zorg voor gedragen dat de documentatie bij een koppel vleeskuikens dat ter slachting wordt aangeboden, gegevens bevat a. de door de houder berekende dagelijkse mortaliteit en gecumuleerde dagelijkse mortaliteit en b. de kruising of het ras van de vleeskuikens. Zwaarder en/of meer structureel karakter:

2 art. 2.2, lid 10 art. 2.58, lid 2 Exploitant van slachthuis Documentatie De gegevens, bedoeld in het eerste lid, alsmede het aantal vleeskuikens dat dood bij het slachthuis aankomt, worden onder toezicht van de dierenarts verbonden aan de Nederlandse Voedselen Warenautoriteit, door de exploitant van het slachthuis geregistreerd met vermelding van het pluimveebedrijf van herkomst en de stal van het desbetreffende pluimveebedrijf. De aannemelijkheid van de juistheid van de gegevens wordt door de exploitant van het slachthuis geverifieerd, rekening houdend met het aantal geslachte vleeskuikens en met het aantal vleeskuikens dat dood bij het slachthuis aankomt. De exploitant van het slachthuis heeft de Niet toegestaan Overtreding (C) Ondermijning van het systeem gegevens, bedoeld in het eerste lid, alsmede het aantal vleeskuikens dat dood bij het slachthuis aankomt, met vermelding Zwaarder en/of meer structureel karakter: van het pluimveebedrijf van herkomst en de stal van het desbetreffende pluimveebedrijf niet geregistreerd en/ of de exploitant heeft de aannemelijkheid van de juistheid van de gegevens niet geverifieerd. art. 2.2, lid 10 art. 2.59, lid 1 Houder van vleeskuikens voor productie Hogere bezettingsgraad dan 39 kg/m² De houder die voornemens is een zodanig Niet toegestaan Overtreding (C) Ondermijning van het systeem De houder die voornemens is een zodanig aantal vleeskuikens te aantal vleeskuikens te gaan houden dat gaan houden dat de bezettingsdichtheid hoger zal worden dan 39 de bezettingsdichtheid hoger zal worden kg/m2, stelt Onze Minister (RVO.nl) ten minste 15 dagen voordat het dan 39 kg/m2, heeft Onze Minister Zwaarder en/of meer structureel karakter: desbetreffende koppel in de stal wordt geplaatst, in kennis van zijn (RVO.nl) niet ten minste 15 dagen voornemen en geeft daarbij aan hoe hoog de bezettingsdichtheid zal voordat het desbetreffende koppel in de zijn. stal wordt geplaatst, in kennis van zijn voornemen gesteld en/of heeft daarbij niet aangegeven hoe hoog de bezettingsdichtheid zal zijn. art. 2.2, lid 10 art. 2.59, lid 2 Houder van vleeskuikens voor productie Hogere bezettingsgraad dan 39 kg/m² De houder heeft niet aan het verzoek van Niet toegestaan Overtreding (C) Ondermijning van het systeem Artikel 2.55, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing. Onze Minister (RVO.nl) voldaan en heeft geen samenvatting van de informatie gestuurd. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art Houder van vleeskuikens voor productie Gidsen voor goede praktijken De houder maakt bij de bedrijfsvoering De houder maakt bij de bedrijfsvoering gebruik van gidsen voor geen gebruik van gidsen voor goede goede praktijken, die aanbevelingen bevatten voor de naleving van praktijken, die aanbevelingen bevatten deze paragraaf. voor de naleving van deze paragraaf. art. 2.2, lid 10 art. 2.62, lid 1 Houder van vleeskuikens voor productie Gecumuleerde dagelijkse mortaliteit De gecumuleerde dagelijkse mortaliteit De gecumuleerde dagelijkse mortaliteit van ten minste zeven van ten minste zeven opeenvolgende opeenvolgende gecontroleerde koppels van een stal bedraagt gecontroleerde koppels van een stal voorafgaand aan de kennisgeving, bedoeld in artikel 2.59, eerste lid, bedraagt voorafgaand aan de minder dan de som van: kennisgeving, bedoeld in artikel 2.59, a. 1% en eerste lid, meer dan de som van: b. 0,06%, vermenigvuldigd met de slachtleeftijd van de dieren, a. 1% en uitgedrukt in dagen. b. 0,06%, vermenigvuldigd met de slachtleeftijd van de dieren, uitgedrukt in dagen. Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Indien de houder/eigenaar een toereikende verklaring voor de te hoge gecumuleerde dagelijkse mortaliteit heeft verstrekt en heeft aangetoond dat er sprake is van overmacht kan deze regel buiten beschouwing worden gehouden. art. 2.2, lid 10 art. 2.63, (lid 1 en) lid 2 zie H.6. Verzorging vleeskuikens Houder van vleeskuikens voor productie Nadere regels ter voorkoming van aandoeningen 1. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het voorkomen van de aandoening voetzoollaesies bij vleeskuikens. 2. De houder voldoet aan de krachtens het eerste lid vastgestelde voorschriften. 3. Indien de houder niet kan voldoen aan de krachtens het eerste lid vastgestelde voorschriften, kan Onze Minister ontheffing verlenen van het tweede lid, indien de houder naar het oordeel van Onze Minister een toereikende verklaring voor de buitengewone aard van de overschrijding van de norm, heeft verstrekt, en heeft aangetoond dat er sprake is van overmacht. Verwijst naar de Regeling houders van dieren art. 2.2, lid 10 art. 2.64, lid 3 Houder van vleeskuikens voor productie Nieuw pluimveebedrijf De houder heeft Onze Minister niet Niet toegestaan Overtreding (C) Ondermijning van het systeem De houder van een pluimveebedrijf als bedoeld in het tweede lid stelt binnen 15 dagen in kennis gesteld van het Onze Minister binnen 15 dagen na inwerkingtreding van deze pararaaf voornemen om een zodanig aantal in kennis van zijn voornemen om een zodanig aantal vleeskuikens te vleeskuikens te houden dat de Zwaarder en/of meer structureel karakter: houden dat de bezettingsdichtheid na de inwerkingtreding van deze bezettingsdichtheid na de paragraaf hoger zal zijn dan 39 kg/m2. inwerkingtreding van deze paragraaf hoger zal zijn dan 39 kg/m2. art. 2.2, lid 10 art. 2.65, lid 1 Houder van vleeskuikens voor productie Lagere bezettingsgraad dan 33 of 39 kg/m² De houder heeft Onze Minister (RVO.nl) Niet toegestaan Overtreding (C) Ondermijning van het systeem De houder die voornemens is wijziging aan te brengen in het door niet binnen 15 dagen in kennis gesteld hem te houden aantal vleeskuikens, waardoor de bezettingsdichtheid van het voornemen om een zodanig aantal lager wordt dan 33 of 39 kg/m2, stelt Onze Minister (RVO.nl) ten vleeskuikens te houden dat de Zwaarder en/of meer structureel karakter: minste 15 dagen voordat het desbetreffende koppel in de stal wordt bezettingsdichtheid na de geplaatst, in kennis van zijn voornemen. inwerkingtreding van deze paragraaf lager wordt dan 33 of 39 kg/m2. H Houden van legkippen voor productie art. 2.68, lid 1 Houder van legkippen voor productie Toepasselijkheid voorschriften Legkippen worden niet ten minste Legkippen worden ten minste gehuisvest en verzorgd overeenkomstig gehuisvest en verzorgd zoals bedoelt in de de artikelen 2.70, 2.73, 2.74, eerste en tweede lid, 2.75 en artikelen 2.70, 2.73, 2.74, eerste en tweede lid, 2.75 en Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.68, lid 3 Houder van legkippen voor productie Toepasselijkheid voorschriften In afwijking van het eerste lid is het tot en met 31 december 2020 toegestaan legkippen in een kooi als bedoeld in artikel 2.72 te houden indien de legkippen ten minste worden gehuisvest en verzorgd overeenkomstig de artikelen 2.72 tot en met 2.76, voor zover het een huisvestingssysteem betreft waarvan de gebruiker kan aantonen dat: a. het voor 18 april 2008 is gebouwd, of b. ten behoeve van dit huisvestingssysteem voor 18 april 2008: 1 een milieuvergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer is verleend, of 2 een aanvraag voor een bouwvergunning als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet, is gedaan en: een aanvraag voor een milieuvergunning is gedaan, of een melding als bedoeld in artikel 7 van het Besluit landbouw milieubeheer is gedaan, en dat het huisvestingssysteem voor 18 april 2010 is gebouwd en in gebruik is genomen. Legkippen worden in verrijkte kooien Niet toegestaan Ernstige overtreding (B) Ernstig risico aantasting dierenwelzijn/ 2 Sanctionerende interventie Motivering klasse ernstige overtreding, gehouden die niet voldoen aan de ernstig risico aantasting (B): Nederland heeft er voor gekozen dit voorwaarden mbt tijdig bouwen & dierengezondheid/ ernstige ondermijning Bij herhaalde overtreding opnieuw een systeem vanaf 2020 te verbieden. Er is milieuaanvraag. van het systeem een gedoogsituatie voor die stallen die voldoen aan de gestelde voorwaarden. Stallen die van deze voorwaarden afwijken voldoen niet aan de gestelde eisen en mogen niet in gebruik zijn. Het welzijn van legkippen gehouden in deze stallen wordt, gelet op het Nederlandse verbod op dit houderijsysteem, ernstig aangetast. art. 2.2, lid 10 art. 2.69, lid 3 Houder van legkippen voor productie Registratie houders Het houden van legkippen zonder te Niet toegestaan Overtreding (C) Ondermijning van het systeem Het is verboden legkippen te houden zonder te beschikken over een beschikken over een registratienummer nummer als bedoeld in het eerste lid. als bedoeld in het eerste lid. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 1a Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen Legkippen beschikken niet ten minste Legkippen beschikken ten minste / a cm2 bruikbare oppervlakte per legkip. a cm2 bruikbare oppervlakte per legkip. art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 1b Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen Legkippen beschikken niet ten minste Legkippen beschikken ten minste b. één nest per 7 legkippen dan wel een gemeenschappelijk nest van b. één nest per 7 legkippen dan wel een 1 m2 per 120 legkippen. gemeenschappelijk nest van 1 m2 per 120 legkippen. art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 1c Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen Legkippen beschikken niet ten minste Legkippen beschikken ten minste c. een met strooisel bedekte oppervlakte van 250 cm2 per legkip c. een met strooisel bedekte oppervlakte waarbij in ieder geval een derde deel van het grondoppervlak met van 250 cm2 per legkip waarbij in ieder strooisel is bedekt. geval een derde deel van het grondoppervlak met strooisel is bedekt. Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 1c Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen Legkippen beschikken niet ten minste Legkippen beschikken ten minste c. een met strooisel bedekte oppervlakte van 250 cm2 per legkip c. een met strooisel bedekte oppervlakte waarbij in ieder geval een derde deel van het grondoppervlak met van 250 cm2 per legkip waarbij in ieder strooisel is bedekt. geval een derde deel van het grondoppervlak met strooisel is bedekt. Licht en incidenteel van aard: Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 1d Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen Legkippen beschikken niet ten minste Legkippen beschikken ten minste d. een zitstok met een lengte van 15 cm per legkip die niet is d. een zitstok met een lengte van 15 cm aangebracht boven het strooisel. De horizontale afstand tussen de per legkip die niet is aangebracht boven zitstokken bedraagt ten minste 30 cm en tussen de zitstokken en de het strooisel. De horizontale afstand wand ten minste 20 cm. tussen de zitstokken bedraagt ten minste 30 cm en tussen de zitstokken en de wand ten minste 20 cm. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 1e Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen Legkippen beschikken niet ten minste Legkippen beschikken ten minste e. een passende voorziening die het doorgroeien van nagels e. een passende voorziening die het tegengaat. doorgroeien van nagels tegengaat. art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 1f Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen Legkippen beschikken niet ten minste Legkippen beschikken ten minste f. een voerbak waarvan de lengte van de voor de legkippen f. een voerbak waarvan de lengte van de toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt of, indien het voor de legkippen toegankelijke kant ten een ronde voerbak betreft, ten minste 4 cm per legkip. minste 10 cm per legkip bedraagt of, indien het een ronde voerbak betreft, ten minste 4 cm per legkip. Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Witte kippen: 6-14% van de kippen: schriftelijke waarschuwing. >15%:. Bruine kippen: schriftelijke waarschuwing. art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 1g Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen Legkippen beschikken niet ten minste Legkippen beschikken ten minste g. een bereikbare watervoorziening bestaande uit: g. een bereikbare watervoorziening 1º een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de bestaande uit: legkippen toegankelijke kant ten minste 2,5 cm per legkip bedraagt; 1º een continu werkende drinkgoot 2º een ronde drinkbak waarvan de lengte van de voor de legkippen waarvan de lengte van de voor de toegankelijke kant ten minste 1 cm per legkip bedraagt, of legkippen toegankelijke kant ten minste 3º één drinknippel of één waterbakje per 10 legkippen. Bij 2,5 cm per legkip bedraagt; watervoorziening via nippels of drinkwaterbakjes zijn per legkip ten 2º een ronde drinkbak waarvan de lengte minste twee nippels of drinkwaterbakjes bereikbaar. van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 1 cm per legkip bedraagt, of 3º één drinknippel of één waterbakje per 10 legkippen. Bij watervoorziening via nippels of drinkwaterbakjes zijn per legkip ten minste twee nippels of drinkwaterbakjes bereikbaar. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 1g Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen Legkippen beschikken niet ten minste Legkippen beschikken ten minste g. een bereikbare watervoorziening bestaande uit: g. een bereikbare watervoorziening 1º een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de bestaande uit: legkippen toegankelijke kant ten minste 2,5 cm per legkip bedraagt; 1º een continu werkende drinkgoot 2º een ronde drinkbak waarvan de lengte van de voor de legkippen waarvan de lengte van de voor de toegankelijke kant ten minste 1 cm per legkip bedraagt, of legkippen toegankelijke kant ten minste 3º één drinknippel of één waterbakje per 10 legkippen. Bij 2,5 cm per legkip bedraagt; watervoorziening via nippels of drinkwaterbakjes zijn per legkip ten 2º een ronde drinkbak waarvan de lengte minste twee nippels of drinkwaterbakjes bereikbaar. van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 1 cm per legkip bedraagt, of 3º één drinknippel of één waterbakje per 10 legkippen. Bij watervoorziening via nippels of drinkwaterbakjes zijn per legkip ten minste twee nippels of drinkwaterbakjes bereikbaar. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 2a Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen In het huisvestingssysteem waarin de In een huisvestingssysteem waarin de legkippen zich vrij op en tussen legkippen zich vrij op en tussen de de verschillende niveaus kunnen verplaatsen: verschillende niveaus kunnen verplaatsen: a. is het aantal niveaus op enig punt boven de vloer beperkt tot vier. a. is het aantal niveaus op enig punt boven de vloer niet beperkt tot vier. art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 2b Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen In het huisvestingssysteem waarin de In een huisvestingssysteem waarin de legkippen zich vrij op en tussen legkippen zich vrij op en tussen de de verschillende niveaus kunnen verplaatsen: verschillende niveaus kunnen verplaatsen: b. bedraagt de vrije hoogte tussen de niveaus ten minste 45 cm. b. bedraagt de vrije hoogte tussen de niveaus niet ten minste 45 cm. art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 2c Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen In het huisvestingssysteem waarin de In een huisvestingssysteem waarin de legkippen zich vrij op en tussen legkippen zich vrij op en tussen de de verschillende niveaus kunnen verplaatsen: verschillende niveaus kunnen verplaatsen: c. zijn de voeder- en watervoorzieningen zo over de ruimte verdeeld c. zijn de voeder- en watervoorzieningen dat alle legkippen er gelijke toegang toe hebben. niet zo over de ruimte verdeeld dat alle legkippen er gelijke toegang toe hebben. art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 2d Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen In het huisvestingssysteem waarin de In een huisvestingssysteem waarin de legkippen zich vrij op en tussen legkippen zich vrij op en tussen de de verschillende niveaus kunnen verplaatsen: verschillende niveaus kunnen verplaatsen: d. komen de uitwerpselen van de legkippen die zich op de hogere d. komen de uitwerpselen van de niveaus bevinden niet op de voor de legkippen toegankelijke lagere legkippen die zich op de hogere niveaus niveaus terecht. bevinden wel op de voor de legkippen toegankelijke lagere niveaus terecht. Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 3a, b en c Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen In het huisvestingssysteem waarin de In een huisvestingssysteem waarin de legkippen toegang hebben tot legkippen toegang hebben tot een ruimte een ruimte buiten: buiten: a. geven over de hele lengte van het gebouw verdeelde uitgangen a. geven over de hele lengte van het rechtstreeks toegang tot de ruimte buiten; gebouw verdeelde uitgangen niet b. zijn de uitgangen ten minste 35 cm hoog en 40 cm breed; rechtstreeks toegang tot de ruimte buiten; c. hebben de beschikbare uitgangen een gezamenlijke breedte van b. zijn de uitgangen niet ten minste 35 cm ten minste 2 m per 1000 legkippen. hoog en 40 cm breed; c. hebben de beschikbare uitgangen geen gezamenlijke breedte van ten minste 2 m per 1000 legkippen. Zwaarder en/of meer structureel karakter:

3 art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 3c Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen In een huisvestingssysteem waarin de legkippen toegang hebben tot een ruimte buiten: a. geven over de hele lengte van het gebouw verdeelde uitgangen rechtstreeks toegang tot de ruimte buiten; b. zijn de uitgangen ten minste 35 cm hoog en 40 cm breed; c. hebben de beschikbare uitgangen een gezamenlijke breedte van ten minste 2 m per 1000 legkippen. In het huisvestingssysteem waarin de legkippen toegang hebben tot een ruimte buiten: a. geven over de hele lengte van het gebouw verdeelde uitgangen niet rechtstreeks toegang tot de ruimte buiten; b. zijn de uitgangen niet ten minste 35 cm hoog en 40 cm breed; c. hebben de beschikbare uitgangen geen gezamenlijke breedte van ten minste 2 m per 1000 legkippen. Zwaarder en/of meer structureel karakter: In verband met extreem weer: mondelinge waarschuwing. Gesloten en geen melding aan NCAE: schriftelijke waarschuwing, hercontrole binnen 4 weken. Te weinig / te klein / niet volledig geopend: schriftelijke waarschuwing. Onvoldoende + te weinig bruikbare oppervlakte (bij overdekt): art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 3d Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen In het huisvestingssysteem waarin de In een huisvestingssysteem waarin de legkippen toegang hebben tot legkippen toegang hebben tot een ruimte een ruimte buiten: buiten: d. heeft de ruimte buiten om verontreiniging te voorkomen een d. heeft de ruimte buiten om grondoppervlakte die is afgestemd op de bezettingsgraad en het verontreiniging te voorkomen niet een bodemtype. grondoppervlakte die is afgestemd op de bezettingsgraad en het bodemtype. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.70, lid 3e Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in alternatieve huisvestingssystemen In het huisvestingssysteem waarin de In een huisvestingssysteem waarin de legkippen toegang hebben tot legkippen toegang hebben tot een ruimte een ruimte buiten: buiten: e. is de ruimte buiten voorzien van beschutting tegen slecht weer en e. is de ruimte buiten voorzien niet van roofdieren, en indien nodig van passende drinkvoorzieningen. beschutting tegen slecht weer en roofdieren, en indien nodig van passende drinkvoorzieningen. art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 1a Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: De kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, heeft: Een lid, heeft: a. Niet een hoogte van ten minste 60 cm a. een hoogte van ten minste 60 cm aan de zijde van de kooi waar de aan de zijde van de kooi waar de voerbak voerbak zich bevindt. zich bevindt. art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 1b Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: De kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, heeft: Een lid, heeft: b. niet een hoogte van ten minste 50 cm b. een hoogte van ten minste 50 cm boven de bruikbare oppervlakte. boven de bruikbare oppervlakte. Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 1c Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Een lid, heeft: c. een oppervlakte van ten minste cm2. De kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, heeft: / c. niet een oppervlakte van ten minste cm2. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 1d Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: De kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, heeft: Een lid, heeft: d. niet ten minste twee zitstokken. d. ten minste twee zitstokken. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 2a Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Legkippen die worden gehuisvest in een / 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking beschikking a. 800 cm2 bruikbare oppervlakte per legkip met een gewicht van ten a. 800 cm2 bruikbare oppervlakte per hoogste twee kilogram en 900 cm2 bruikbare oppervlakte per legkip legkip met een gewicht van ten hoogste met een gewicht van meer dan twee kilogram. twee kilogram en 900 cm2 bruikbare oppervlakte per legkip met een gewicht van meer dan twee kilogram. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 2b Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Legkippen die worden gehuisvest in een 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking beschikking b. een nest. b. een nest. art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 2c Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Legkippen die worden gehuisvest in een 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking beschikking c. een met strooisel bedekte ruimte waar de legkippen kunnen c. een met strooisel bedekte ruimte waar scharrelen en bodempikken. de legkippen kunnen scharrelen en bodempikken. art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 2d Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Legkippen die worden gehuisvest in een 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking beschikking d. een zitstok met een lengte van ten minste 15 cm per legkip en een d. een zitstok met een lengte van ten vrije ruimte boven de zitstok van ten minste 20 cm; minste 15 cm per legkip en een vrije ruimte boven de zitstok van ten minste 20 cm; Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 2e Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Legkippen die worden gehuisvest in een 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking beschikking e. een voerbak met een lengte van de voor de legkippen toegankelijke e. een voerbak met een lengte van de voor kant van ten minste 12 cm per legkip met een gewicht van ten hoogste de legkippen toegankelijke kant van ten twee kilogram en van ten minste 14,5 cm per legkip met een gewicht minste 12 cm per legkip met een gewicht van meer dan twee kilogram. van ten hoogste twee kilogram en van ten minste 14,5 cm per legkip met een gewicht van meer dan twee kilogram. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 2f Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Legkippen die worden gehuisvest in een 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking beschikking f. een passende voorziening die het doorgroeien van nagels f. een passende voorziening die het tegengaat. doorgroeien van nagels tegengaat. art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 2g Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Legkippen die worden gehuisvest in een 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking beschikking g. een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de g. een continu werkende drinkgoot legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt waarvan de lengte van de voor de dan wel drinknippels of drinkwaterbakjes, waarvan er ten minste twee legkippen toegankelijke kant ten minste voor een legkip bereikbaar zijn. 10 cm per legkip bedraagt dan wel drinknippels of drinkwaterbakjes, waarvan er ten minste twee voor een legkip bereikbaar zijn. Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Witte kippen: 6-14% van de kippen: schriftelijke waarschuwing. >15%:. Bruine kippen: schriftelijke waarschuwing. art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 3 Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: De zitstokken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, worden op verschillende hoogtes in de kooi geplaatst. De zitstokken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, zijn niet op verschillende hoogtes in de kooi geplaatst. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 4 Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Het nest, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, is niet minder verlicht dan Het nest, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, is minder verlicht dan andere gedeelten van de kooi. andere gedeelten van de kooi. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 4a en b Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Het nest heeft een oppervlak van ten minste: a cm2, wanneer in de kooi 30 of minder legkippen worden gehouden, of b. 90 cm2 per legkip, wanneer in de kooi meer dan 30 legkippen worden gehouden. Het nest heeft een oppervlak van niet ten minste: a cm2, wanneer in de kooi 30 of minder legkippen worden gehouden, of b. 90 cm2 per legkip, wanneer in de kooi meer dan 30 legkippen worden gehouden. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.71, lid 5 Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: De met strooisel bedekte ruimte, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, heeft een De met strooisel bedekte ruimte, bedoeld in het tweede lid, onderdeel oppervlak van niet ten minste: c, heeft een oppervlak van ten minste: a cm2, wanneer in de kooi 30 of a cm2, wanneer in de kooi 30 of minder legkippen worden minder legkippen worden gehouden, of gehouden, of b. 90 cm2 per legkip, wanneer in de kooi b. 90 cm2 per legkip, wanneer in de kooi meer dan 30 legkippen meer dan 30 legkippen worden gehouden. worden gehouden. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.72, lid 1a Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Verrijkte kooien Legkippen die worden gehuisvest in een / 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking a. 750 cm2 oppervlakte waarvan 600 cm2 bruikbare oppervlakte per legkip, met dien verstande dat de kooi boven andere plaatsen dan de a. 750 cm2 oppervlakte waarvan 600 cm2 bruikbare oppervlakte op elk punt ten minste 20 cm hoog moet zijn en bruikbare oppervlakte per legkip, met dien dat de totale oppervlakte van een kooi niet kleiner mag zijn dan 2000 verstande dat de kooi boven andere cm2. / Bruikbare oppervlakte voldoet aan eisen: tenminste 30 cm plaatsen dan de bruikbare oppervlakte op breed / helling ten hoogste 8 graden / hoogte ten minste 45 cm hoog. elk punt ten minste 20 cm hoog moet zijn en dat de totale oppervlakte van een kooi niet kleiner mag zijn dan 2000 cm2. / Bruikbare oppervlakte voldoet aan eisen: tenminste 30 cm breed / helling ten hoogste 8 graden / hoogte ten minste 45 cm hoog. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.72, lid 1b Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Verrijkte kooien Legkippen die worden gehuisvest in een 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking b. een nest. b. een nest. art. 2.2, lid 10 art. 2.72, lid 1c Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Verrijkte kooien Legkippen die worden gehuisvest in een 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking c. een met strooisel bedekte ruimte die ten minste 20 cm hoog is, waar de legkippen kunnen scharrelen en bodempikken. c. een met strooisel bedekte ruimte die ten minste 20 cm hoog is, waar de legkippen kunnen scharrelen en bodempikken. Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.72, lid 1d Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Verrijkte kooien Legkippen die worden gehuisvest in een 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking d. een zitstok met een lengte van 15 cm per legkip en een vrije ruimte boven de zitstok van 20 cm; d. een zitstok met een lengte van 15 cm per legkip en een vrije ruimte boven de zitstok van 20 cm; art. 2.2, lid 10 art. 2.72, lid 1e Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Verrijkte kooien Legkippen die worden gehuisvest in een 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking e. een voerbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 12 cm per legkip bedraagt. e. een voerbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 12 cm per legkip bedraagt. Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.72, lid 1f Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Verrijkte kooien Legkippen die worden gehuisvest in een 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking f. een passende voorziening die het doorgroeien van nagels tegengaat, en f. een passende voorziening die het doorgroeien van nagels tegengaat, en art. 2.2, lid 10 art. 2.72, lid 1g Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Verrijkte kooien Legkippen die worden gehuisvest in een 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking g. een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt g. een continu werkende drinkgoot dan wel drinknippels of drinkwaterbakjes, waarvan er ten minste twee waarvan de lengte van de voor de voor een legkip bereikbaar zijn. legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt dan wel drinknippels of drinkwaterbakjes, waarvan er ten minste twee voor een legkip bereikbaar zijn. Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Witte kippen: 6-14% van de kippen: schriftelijke waarschuwing. >15%:. Bruine kippen: schriftelijke waarschuwing. art. 2.2, lid 10 art. 2.72, lid 2 Houder van legkippen voor productie Houden en huisvesten in aangepaste kooien: Verrijkte kooien De bodem van de kooi biedt geen steun De bodem van de kooi biedt steun aan alle naar voren gerichte tenen aan alle naar voren gerichte tenen van van beide poten van de legkip. beide poten van de legkip. art. 2.2, lid 10 art. 2.73, lid 1 Houder van legkippen voor productie Algemene eisen huisvesting Het geluidsniveau wordt niet zo laag Het geluidsniveau wordt zo laag mogelijk gehouden. Aanhoudend of mogelijk gehouden. Aanhoudend of plotseling lawaai wordt vermeden. Constructie, opstelling, onderhoud plotseling lawaai wordt niet vermeden. en werking van ventilatietoestellen, voedermachines of andere Constructie, opstelling, onderhoud en apparaten veroorzaken zo weinig mogelijk lawaai. werking van ventilatietoestellen, voedermachines of andere apparaten veroorzaken niet zo weinig mogelijk lawaai. Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.73, lid 2 Houder van legkippen voor productie Algemene eisen huisvesting en verzorging Het huisvestingssysteem is niet zodanig Het huisvestingssysteem is zodanig opgezet dat een legkip niet kan opgezet dat een legkip niet kan ontsnappen. ontsnappen. Zwaarder en/of meer structureel karakter:

4 art. 2.2, lid 10 art. 2.74, lid 1 Houder van legkippen voor productie Algemene eisen huisvesting en verzorging De legkippen worden niet ten minste De legkippen worden ten minste eenmaal per dag door de houder eenmaal per dag door de houder geïnspecteerd. geïnspecteerd. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.74, lid 2 Houder van legkippen voor productie Algemene eisen huisvesting en verzorging De inrichting van het huisvestingssysteem De inrichting van het huisvestingssysteem is zodanig dat alle lagen en is niet zodanig dat alle lagen en kooien kooien rechtstreeks en moeiteloos kunnen worden geïnspecteerd en rechtstreeks en moeiteloos kunnen de legkippen gemakkelijk kunnen worden verwijderd. worden geïnspecteerd en de legkippen gemakkelijk kunnen worden verwijderd. art. 2.2, lid 10 art. 2.74, lid 3 Houder van legkippen voor productie Algemene eisen huisvesting en verzorging Rijen kooien zijn niet van elkaar Rijen kooien zijn van elkaar gescheiden door gangen van ten minste gescheiden door gangen van ten minste 90 cm breed. 90 cm breed. art. 2.2, lid 10 art. 2.74, lid 4 Houder van legkippen voor productie Algemene eisen huisvesting en verzorging De bodem van de onderste kooi is niet De bodem van de onderste kooi is ten minste 35 cm boven de vloer ten minste 35 cm boven de vloer van het van het gebouw geplaatst. gebouw geplaatst. art. 2.2, lid 10 art. 2.74, lid 5 Houder van legkippen voor productie Algemene eisen huisvesting en verzorging De vorm en de grootte van de De vorm en de grootte van de kooiopening zijn zodanig dat een kooiopening zijn niet zodanig dat een volwassen legkip uit de kooi kan worden gehaald zonder dat dit lijden volwassen legkip uit de kooi kan worden of verwondingen veroorzaakt. gehaald zonder dat dit lijden of verwondingen veroorzaakt. art. 2.2, lid 10 art. 2.75, lid 1 Houder van legkippen voor productie Verlichting Er is niet voldoende goed werkende Er is voldoende goed werkende verlichtingsapparatuur aanwezig voor verlichtingsapparatuur aanwezig voor een een grondige inspectie van iedere legkip op elk willekeurig tijdstip. grondige inspectie van iedere legkip op elk willekeurig tijdstip. art. 2.2, lid 10 art. 2.75, lid 2 Houder van legkippen voor productie Verlichting De stal waarin legkippen zijn Een stal waarin legkippen zijn ondergebracht is gedurende de ondergebracht is gedurende de lichtperiode zodanig verlicht dat de legkippen elkaar duidelijk kunnen lichtperiode niet zodanig verlicht dat de zien, dat zij hun omgeving visueel kunnen verkennen en dat zij hun legkippen elkaar duidelijk kunnen zien, dat gebruikelijke activiteiten kunnen ontplooien. In geval van verlichting zij hun omgeving visueel kunnen met daglicht zijn de lichtopeningen zodanig gepositioneerd dat het verkennen en dat zij hun gebruikelijke licht gelijkmatig over de stal en de kooien wordt verdeeld. activiteiten kunnen ontplooien en/of in geval van verlichting met daglicht zijn de lichtopeningen niet zodanig gepositioneerd dat het licht gelijkmatig over de stal en de kooien wordt verdeeld. Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.75, lid 3 Houder van legkippen voor productie Verlichting Per 24 uur is er geen ononderbroken Per 24 uur is er een ononderbroken duisternisperiode van 8 uur duisternisperiode van 8 uur waarin de waarin de legkippen kunnen rusten. Bij de vermindering van kunstlicht legkippen kunnen rusten en/of bij de wordt een periode van halfduister in acht genomen om de legkippen vermindering van kunstlicht wordt geen de gelegenheid te geven zonder verwondingen op stok te gaan. periode van halfduister in acht genomen om de legkippen de gelegenheid te geven zonder verwondingen op stok te gaan. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.76, lid 1 Houder van legkippen voor productie Reiniging De uitwerpselen van legkippen worden De uitwerpselen van legkippen worden regelmatig verwijderd. Dode niet regelmatig verwijderd en/of dode legkippen worden dagelijks verwijderd. legkippen worden niet dagelijks verwijderd. art. 2.2, lid 10 art. 2.76, lid 2 Houder van legkippen voor productie Reiniging Lokalen, uitrusting en gereedschappen Lokalen, uitrusting en gereedschappen waarmee de legkippen in waarmee de legkippen in aanraking aanraking komen, worden regelmatig grondig gereinigd en ontsmet, in komen, worden niet regelmatig grondig elk geval telkens wanneer de kooien om sanitaire redenen worden gereinigd en ontsmet, in elk geval telkens leeggemaakt, en ook voordat een nieuwe partij legkippen wordt wanneer de kooien om sanitaire redenen binnengebracht. Zolang de stal of de kooien bezet zijn, worden alle worden leeggemaakt, en ook voordat een oppervlakken en alle installaties goed schoon gehouden. nieuwe partij legkippen wordt binnengebracht en/of zolang de stal of de kooien bezet zijn, worden niet alle oppervlakken en alle installaties goed schoon gehouden. Zwaarder en/of meer structureel karakter: Zwaarder en/of meer structureel karakter: Regeling houders van Dieren H.6. Verzorging vleeskuikens art. 2.2, lid 10 art. 2.55, lid 1 en 2.59, lid 1 art. 6.2, lid 3 Houder van vleeskuikens voor productie Kennisgeving hogere bezettingsdichtheid De kennisgeving ging niet per stal Niet toegestaan, uitzondering zie lid 4 3. De kennisgeving gaat per stal vergezeld van de volgende vergezeld van de gegevens, genoemd in (kipsysteem) gegevens: artikel 6.2, derde lid, onderdelen a t/m f. a. het KIP-nummer, zijnde het nummer dat wordt verstrekt op grond (uitzondering lid 4) van artikel 2, tweede lid, van de Verordening identificatie en registratie van pluimveebedrijven en levend pluimvee (PPE) 2012 van het Productschap Pluimvee en Eieren; b. het relatienummer van de houder; c. het stalnummer dat is bevestigd aan de buitenkant van de stal; d. de adresgegevens van de stal; e. de bruto oppervlakte van de stal in vierkante meters; f. het bouwjaar van de stal en, indien van toepassing, het jaar waarin een grondige verbouwing met directe gevolgen voor het dierenwelzijn heeft plaatsgevonden. 4. De houder kan verstrekking van gegevens als bedoeld in het derde lid achterwege laten, voor zover deze gegevens zijn opgenomen in het KIP registratiesysteem, bedoeld in de in het derde lid, onderdeel a, genoemde verordening. Overtreding (C) Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.65, lid 1 art. 6.3, lid 1 Houder van vleeskuikens voor productie Kennisgeving lagere bezettingsdichtheid De kennisgeving, bedoeld in Artikel 2.65, Niet toegestaan Overtreding (C) De kennisgeving, bedoeld in Artikel 2.65, eerste lid, van het besluit, eerste lid, van het besluit, is niet geschiedt aan de minister (RVO.nl) doorgegeven aan de minister (RVO.nl) Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.65, lid 1 art. 6.3, lid 2 Houder van vleeskuikens voor productie Kennisgeving lagere bezettingsdichtheid Voor de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, wordt gebruikt gemaakt van het door de RVO.nl ter beschikking gestelde elektronische portaal, dan wel wordt gebruik gemaakt van het formulier dat daartoe door RVO.nl wordt verstrekt. De houder heeft bij de kennisgeving Niet toegestaan Overtreding (C) geen gebruik gemaakt van het electronische portaal of het formulier wat verstrekt is door RVO.nl. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.65, lid 1 art. 6.3, lid 3 Houder van vleeskuikens voor productie Kennisgeving lagere bezettingsdichtheid De kennisgeving ging niet per stal Niet toegestaan Overtreding (C) De kennisgeving gaat per stal vergezeld van de gegevens, genoemd vergezeld van de gegevens, genoemd in in artikel 6.2, derde lid, onderdelen a, b, c en d. artikel 6.2, derde lid, onderdelen a, b, c en d. Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.63, lid 1 art. 6.5, lid 1 Houder van vleeskuikens voor productie Aanvullende normen voor het aanhouden van een De houder die een maximale Niet toegestaan, uitzondering zie art 2.63 Overtreding (C) bezettingsdichtheid van meer dan 39 kg/m², maar ten hoogste bezettingsdichtheid van 42 kg/m² toepast, lid 3 van Besluit 42 kg/m² heeft er niet voor gezorgd dat voor elk De houder die een maximale bezettingsdichtheid van 42 kg/m² koppel in het slachthuis, of voor een voor toepast, zorgt ervoor dat voor elk koppel in het slachthuis, of voor een de export bestemd koppel op het bedrijf voor de export bestemd koppel op het bedrijf ten hoogste vijf ten hoogste vijf werkdagen voor het einde werkdagen voor het einde van de ronde, wordt vastgesteld in welke van de ronde, wordt vastgesteld in welke mate voetzoollaesies voorkomen. mate voetzoollaesies voorkomen. / 3 Licht en incidenteel van aard: Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.63, lid 1 art. 6.5, lid 2 Houder van vleeskuikens voor productie Aanvullende normen voor het aanhouden van een Ten behoeve van de vaststelling, bedoeld Niet toegestaan, uitzondering zie art 2.63 Overtreding (C) bezettingsdichtheid van meer dan 39 kg/m², maar ten hoogste in het eerste lid, wordt bij een aantal lid 3 van Besluit 42 kg/m² vleeskuikens van een koppel niet 2. Ten behoeve van de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, wordt bij beoordeeld bij hoeveel dieren er een aantal vleeskuikens van een koppel beoordeeld bij hoeveel dieren a. geen of een zeer kleine verkleuring er zichtbaar is (klasse 0); a. geen of een zeer kleine verkleuring zichtbaar is (klasse 0); b. verkleuring maar geen diepe aantasting b. verkleuring maar geen diepe aantasting aanwezig is (klasse 1); aanwezig is (klasse 1); c. een laesie met aantasting van de opperhuid en onderhuidse c. een laesie met aantasting van de ontsteking (klasse 2) aanwezig is. opperhuid en onderhuidse ontsteking (klasse 2) aanwezig is. / Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.63, lid 1 art. 6.5,lid 3 Houder van vleeskuikens voor productie Aanvullende normen voor het aanhouden van een De houder heeft geen afspraken Niet toegestaan, uitzondering zie art 2.63 Overtreding (C) bezettingsdichtheid van meer dan 39 kg/m², maar ten hoogste gemaakt met het slachthuis respectievelijk lid 3 van Besluit 42 kg/m² het bedrijf dat de vaststelling in de stal 3. De houder maakt afspraken met het slachthuis respectievelijk het verricht. bedrijf dat de vaststelling in de stal verricht, zodanig dat de vaststelling plaatsvindt: a. bij het slachthuis: 1. door een daarvoor opgeleide medewerker, bij 100 kuikens van elk koppel, waarvan 50 kuikens direct na verwerking van ongeveer 30% van het koppel, en 50 kuikens direct na verwerking van ongeveer 60% van het koppel, met inachtneming van het protocol dat als bijlage 2 bij deze regeling is gevoegd, dan wel 2. met gebruikmaking van een digitaal meetsysteem bij ten minste 70% van alle kuikens van elk koppel; b. in de stal: maximaal 5 werkdagen voordat de laatste vleeskuikens worden weggeladen, bij 100 kuikens van elk koppel met inachtneming van het protocol dat als bijlage 3 bij deze regeling is gevoegd. / Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.63, lid 1 art. 6.5, lid 5 Houder van vleeskuikens voor productie Aanvullende normen voor het aanhouden van een De houder heeft de gegevens niet binnen Niet toegestaan, uitzondering zie art 2.63 Overtreding (C) bezettingsdichtheid van meer dan 39 kg/m², maar ten hoogste 30 dagen verstrekt aan RVO.nl. lid 3 van Besluit 42 kg/m² De in het eerste lid bedoelde houder versterkt per koppel de Zwaarder en/of meer structureel karakter: gegevens waaruit de score blijkt binnen 30 dagen na de vaststelling van de minister (RVO.nl). De artikelen 6.2, tweede lid en 6.8 tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing. Combi met artikel 5.8 lid 2 = één boete, niet twee. art. 2.2, lid 10 art. 2.63, lid 1 art. 6.5, lid 6 Houder van vleeskuikens voor productie Aanvullende normen voor het aanhouden van een De houder, bedoeld in het eerste lid, heeft Niet toegestaan, uitzondering zie art 2.63 Overtreding (C) bezettingsdichtheid van meer dan 39 kg/m², maar ten hoogste niet na elk kalenderjaar een gemiddelde lid 3 van Besluit 42 kg/m² score voor het afgelopen jaar per stal vast De houder, bedoeld in het eerste lid, stelt na elk kalenderjaar een op basis van de gegevens, bedoeld in het Zwaarder en/of meer structureel karakter: gemiddelde score voor het afgelopen jaar per stal vast op basis van vijfde lid gesteld. de gegevens, bedoeld in het vijfde lid. art. 2.2, lid 10 art. 2.63, lid 1 art. 6.6, lid 2, onderdeel a Houder van vleeskuikens voor productie Gevolgen hoge scores De houder heeft bij een gemiddelde Niet toegestaan, uitzondering zie art 2.63 Overtreding (C) Indien de gemiddelde score, bedoeld in artikel 6.5, zesde lid, meer score, zoals bedoeld in artikel 6.5, zesde lid 3 van Besluit dan 120 punten bedraagt, stelt de houder, zo mogelijk met behulp van lid, meer dan 120 punten bedraagt, niet een dierenarts, voor 1 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarop voor 1 maart van het jaar dat volgt op het de verstrekte gegevens betrekking hadden, een verbeterplan op met jaar waarop de verstrekte gegevens daarin de maatregelen die hij gaat doorvoeren in elke stal waarvoor betrekking hadden, een verbeterplan de gemiddelde score meer dan 120 punten bedroeg, om ervoor te opgesteld met daarin de maatregelen die zorgen dat in elk geval aan het einde van dat jaar wordt voldaan aan hij gaat doorvoeren in elke stal waarvoor het eerste lid. de gemiddelde score meer dan 120 punten bedroeg, om ervoor te zorgen dat in elk geval aan het einde van dat jaar wordt voldaan aan het eerste lid. / Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.63, lid 1 art. 6.6, lid 2, onderdeel b Houder van vleeskuikens voor productie Gevolgen hoge scores De houder heeft niet de Niet toegestaan, uitzondering zie art 2.63 Ernstige overtreding (B) ernstig risico aantasting dierenwelzijn/ 2 Sanctionerende interventie Motivering klasse ernstige overtreding, Indien de gemiddelde score, bedoeld in artikel 6.5, zesde lid, meer bezettingsdichtheid verlaagt in elke stal lid 3 van Besluit ernstig risico aantasting (B): Ondanks de te hoge gemiddelde dan 120 punten bedraagt, verlaagt de houder uiterlijk met ingang van waar de gemiddelde score meer dan 120 dierengezondheid/ ernstige ondermijning Bij herhaalde overtreding opnieuw een voetzoollaesiejaarscore bij de gehouden 1 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarop de meldingen punten bedroeg, tot ten hoogste 39 kg/m². van het systeem vleeskuikens in het voorgaande jaar heeft betrekking hadden, en vervolgens ten minste gedurende het hele de houder de bezettingsdichtheid niet kalenderjaar, de bezettingsdichtheid in elke stal waar de gemiddelde verlaagt tot ten hoogste 39 kg/m². score meer dan 120 punten bedroeg, tot ten hoogste 39 kg/m². Hierdoor is er een risico tot ernstige aantasting dierenwelzijn en / of diergezondheid en wordt het systeem ondermijnd. Het is een gestelde eis om tot 42 kg/m² te mogen houden dat de houder voldoet aan de normen van de voetzoollaesies. De te hoge gemiddelde score wijst op ernstige welzijnsproblemen in de stal. art. 2.2, lid 10 art. 2.63, lid 1 art. 6.6, lid 3 Houder van vleeskuikens voor productie Gevolgen hoge scores De houder heeft niet, zo mogelijk met Niet toegestaan, uitzondering zie art 2.63 Overtreding (C) Indien de gemiddelde score, bedoeld in artikel 6.5, zesde lid, meer behulp van een dierenarts, voor 1 februari lid 3 van Besluit dan 80 punten bedraagt maar minder dan 120 punten, stelt de houder, van het jaar dat volgt op het jaar waarop zo mogelijk met behulp van een dierenarts, voor 1 februari van het jaar de meldingen betrekking hadden, een dat volgt op het jaar waarop de meldingen betrekking hadden, een verbeterplan opgesteld met daarin de verbeterplan op met daarin de maatregelen die hij gaat doorvoeren in maatregelen die hij gaat doorvoeren in elke stal waar de gemiddelde score meer dan 80 punten bedroeg, om elke stal waar de gemiddelde score meer ervoor te zorgen dat binnen een jaar wordt voldaan aan het eerste lid. dan 80 punten bedroeg, om ervoor te zorgen dat binnen een jaar wordt voldaan aan het eerste lid. / Zwaarder en/of meer structureel karakter: art. 2.2, lid 10 art. 2.63, lid 1 art. 6.6, lid 5 Houder van vleeskuikens voor productie Gevolgen hoge scores De houder heeft niet binnen een maand Niet toegestaan, uitzondering zie art 2.63 Overtreding (C) Indien naar het oordeel van de minister (RVO.nl) de uitvoering van het na het verzoek van de minister (RVO.nl) lid 3 van Besluit verbeterplan er in redelijkheid niet toe kan leiden dat binnen een een aangepast verbeterplan ingestuurd. kalenderjaar kan worden voldaan aan het eerste lid, dient de houder Zwaarder en/of meer structureel karakter: op verzoek van de minister binnen een maand na dat verzoek een aangepast verbeterplan in.