RICHTSNOEREN VOOR ONDERZOEK IN HET BUREAU VOOR HARMONISATIE BINNEN DE INTERNE MARKT (MERKEN, TEKENINGEN EN MODELLEN) BETREFFENDE GEMEENSCHAPSMERKEN

Transcriptie

1 RICHTSNOEREN VOOR ONDERZOEK IN HET BUREAU VOOR HARMONISATIE BINNEN DE INTERNE MARKT (MERKEN, TEKENINGEN EN MODELLEN) BETREFFENDE GEMEENSCHAPSMERKEN DEEL E REGISTERBEWERKINGEN AFDELING 3 GEMEENSCHAPSMERKEN ALS VERMOGENSBESTANDDEEL HOOFDSTUK 1 OVERDRACHT Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 1

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Overdrachten Aanvraag tot aantekening van een overdracht Overdrachten versus wijzigingen van naam Onjuiste aanvraag tot aantekening van een wijziging van naam Onjuiste aanvraag tot aantekening van een overdracht Vormvereisten en materiële vereisten voor een aanvraag tot aantekening van een overdracht Talen Aanvraag ingediend voor meer dan één merk Partijen in de procedure Vormvereisten Aanduiding van het inschrijvingsnummer Gegevens van de nieuwe houder Naam en adres van de gemachtigde Handtekeningen Bewijs van overdracht Inhoudelijke vereisten Procedure voor het opheffen van gebreken Gedeeltelijke overdrachten Regels inzake de verdeling van de lijsten van waren en diensten Bezwaren Creatie van een nieuwe aanvraag of inschrijving van een Gemeenschapsmerk Overdracht tijdens andere procedures en taksaangelegenheden Specifieke kwesties met betrekking tot gedeeltelijke overdrachten Overdracht en procedure inter partes Inschrijving in het register, kennisgeving en publicatie Inschrijving in het register Kennisgeving Publicatie Overdrachten voor ingeschreven Gemeenschapsmodellen Rechten van eerder gebruik voor een ingeschreven Gemeenschapsmodel Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 2

3 7.2 Taksen Overdrachten voor internationale merken Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 3

4 1 Inleiding Artikel 1, lid 2, artikel 17, lid 1, en artikel 24, VGM Artikel 28, VGMo Artikel 23, UVGMo Een overdracht is de wijziging van de eigendom van de rechten op een Gemeenschapsmerk of een aanvraag van een Gemeenschapsmerk van een entiteit naar een andere entiteit. Een Gemeenschapsmerk of een aanvraag van een Gemeenschapsmerk kan worden overgedragen van de huidige houder aan een nieuwe houder, hoofdzakelijk door toekenning of wettelijke erfopvolging. De overdracht kan worden beperkt tot sommige van de waren of diensten waarvoor het merk is ingeschreven of waarvoor een merk is aangevraagd (gedeeltelijke overdracht). In tegenstelling tot een licentie of conversie, kan een overdracht van een Gemeenschapsmerk het eenheidskarakter van het Gemeenschapsmerk niet beïnvloeden. Een Gemeenschapsmerk kan daarom niet gedeeltelijk voor sommige grondgebieden of lidstaten worden overgedragen. De bepalingen in de VGMo en de UVGMo inzake de overdracht van tekeningen en modellen zijn vrijwel identiek aan de gelijkwaardige bepalingen van respectievelijk de VGM en de UVGM. Daarom is het volgende mutatis mutandis van toepassing op Gemeenschapsmodellen, met enkele uitzonderingen en bijzonderheden, die worden uiteengezet in paragraaf 7. Artikel 16, artikel 17, leden 5, 6 en 8, en artikelen 24 en 87, VGM Regel 31, lid 8, en regel 84, lid 3, onder g), UVGM Op verzoek worden overdrachten van ingeschreven Gemeenschapsmerken vermeld in het register en worden overdrachten van aanvragen van Gemeenschapsmerken genoteerd in de dossiers. De regels inzake de inschrijving van overdrachten en inzake de juridische effecten van overdrachten gelden zowel voor Gemeenschapsmerken als voor aanvragen van Gemeenschapsmerken. Het belangrijkste verschil is dat de verordeningen voorschrijven dat de overdracht, wanneer een aanvraag van een Gemeenschapsmerk wordt overgedragen, moet worden aangetekend in het dossier van de aanvraag in plaats van in het register. In de praktijk worden wijzigingen in de eigendom van een Gemeenschapsmerk of een aanvraag van een Gemeenschapsmerk in dezelfde database geregistreerd. Hoewel deze richtsnoeren in het algemeen geen onderscheid maken tussen de overdracht van Gemeenschapsmerken en van aanvragen van Gemeenschapsmerken, zullen speciale referenties worden opgenomen wanneer de behandeling van aanvragen van Gemeenschapsmerken afwijkt van die van Gemeenschapsmerken. Volgens artikel 17, VGM is de inschrijving van een overdracht geen voorwaarde voor haar geldigheid. Als een overdracht niet door het Bureau is ingeschreven, behoudt de ingeschreven houder de handelingsbevoegdheid, wat onder andere betekent dat de nieuwe houder geen mededelingen van het Bureau zal ontvangen, in het bijzonder niet tijdens een procedure inter partes, noch de kennisgeving van de vernieuwingstermijn van het merk. Volgens Artikel 16, VGM bepaalt het adres van de houder welk Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 4

5 subsidiair nationaal recht van toepassing is voor alle aspecten van het Gemeenschapsmerk als een vermogensbestanddeel die niet nader worden geregeld in de bepalingen van de VGM. Om al deze redenen is het belangrijk een overdracht bij het Bureau in te schrijven om te waarborgen dat het recht op Gemeenschapsmerken en aanvragen van Gemeenschapsmerken duidelijk is. 1.1 Overdrachten Artikel 17, leden 1 en 2, VGM Bij een overdracht van een Gemeenschapsmerk komen twee aspecten kijken, namelijk de geldigheid van de overdracht tussen de partijen en de gevolgen van een overdracht voor de procedure bij het Bureau, die pas optreden na aantekening in het register (of in de dossiers) (zie paragraaf 1.2). Wat betreft de geldigheid van de overdracht tussen de partijen, staat de VGM toe dat een Gemeenschapsmerk wordt overgedragen onafhankelijk van een overdracht van de onderneming waaraan het merk toebehoort (zie ook het arrest van 30 maart 2006, C-259/04, Elizabeth Emanuel, punten 45 en 48). Artikel 17, lid 3, VGM Wanneer een overdracht geschiedt door een toekenning, is de overdracht alleen geldig wanneer deze schriftelijk plaatsvindt en door beide partijen wordt ondertekend, tenzij de toekenning het gevolg is van een rechterlijke uitspraak. Deze vormvereiste voor de geldigheid van de overdracht van een Gemeenschapsmerk is van toepassing ongeacht de vraag of de toekenning, onder het nationale recht dat van toepassing is op overdrachten van (nationale) merken, ook geldig zou zijn zonder inachtneming van een bepaalde vorm, zoals de eis dat de overdracht schriftelijk plaatsvindt en door beide partijen wordt ondertekend. Wanneer de houder van een Gemeenschapsmerk of een aanvraag van een Gemeenschapsmerk overlijdt, worden de erfgenamen de houders van de inschrijving of aanvraag krachtens individuele rechtsopvolging of rechtsopvolging onder algemene titel. Dit wordt ook bestreken door de regels inzake overdrachten. Evenzo is er sprake van rechtsopvolging onder algemene titel wanneer een fusie tussen twee ondernemingen plaatsvindt die leidt tot de vorming van een nieuwe onderneming, of een acquisitie waarbij een onderneming een andere onderneming overneemt. Wanneer de onderneming die houder van het merk is, in haar geheel wordt overgedragen, wordt ervan uitgegaan dat ook het Gemeenschapsmerk wordt overgedragen, tenzij krachtens de op de overdracht toepasselijke wetgeving iets anders overeengekomen is of dit duidelijk uit de omstandigheden blijkt. Artikel 16, VGM Tenzij de VGM anders bepaalt, is op overdrachten het nationale recht van een lidstaat van toepassing als bepaald in artikel 16, VGM. Het nationale recht dat in die bepaling van toepassing wordt verklaard, is het nationale recht in het algemeen en omvat dus Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 5

6 ook het internationale privaatrecht, dat op zijn beurt kan verwijzen naar het recht van een andere staat. 1.2 Aanvraag tot aantekening van een overdracht Artikel 17, leden 5 en 8, VGM Regel 31, UVGM Een overdracht wordt relevant in procedures voor het Bureau wanneer een aanvraag tot aantekening van een overdracht is gedaan en de overdracht in het register is ingeschreven of, voor aanvragen van Gemeenschapsmerken, de overdracht is vermeld in het dossier van de aanvraag van het Gemeenschapsmerk. Artikel 17, lid 7, VGM In de periode tussen de datum van ontvangst van de aanvraag tot aantekening van de overdracht door het Bureau en de datum van inschrijving van de overdracht mag de nieuwe houder al verklaringen afleggen aan het Bureau met het oog op de termijnen. Als een partij bijvoorbeeld heeft verzocht om inschrijving van een overdracht van een aanvraag van een Gemeenschapsmerk waartegen het Bureau bezwaren heeft opgeworpen op absolute gronden, kan de nieuwe houder op de bezwaren reageren (zie paragraaf 5). Dit deel van de richtsnoeren bestrijkt procedures voor de aantekening van overdrachten. In de loop van het onderzoek van een aanvraag tot aantekening van een overdracht zal het Bureau alleen onderzoeken of voldoende bewijs van de overdracht is ingediend. Het Bureau onderzoekt niet of de overdracht zelf geldig is. 2 Overdrachten versus wijzigingen van naam Regel 26, leden 1, 2 en 3, UVGM Er moet onderscheid worden gemaakt tussen een overdracht en een wijziging van de naam van de houder. Een aanvraag tot wijziging van de naam van een houder van een ingeschreven Gemeenschapsmerk of een aanvraag van een Gemeenschapsmerk wordt in andere procedures afgehandeld. Voor meer informatie over naamswijzigingen, zie de richtsnoeren, deel B, Onderzoek, afdeling 2, Formaliteiten, paragraaf 7.3, Wijziging van naam/adres. Regel 26, lid 1, UVGM In het bijzonder is er geen sprake van een overdracht wanneer een natuurlijke persoon zijn naam wijzigt als gevolg van een huwelijk of na een officiële procedure tot naamswijziging, of wanneer een pseudoniem wordt gebruikt in plaats van de burgerlijke naam enz. In al deze gevallen blijft de identiteit van de houder dezelfde. Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 6

7 Wanneer de naam of de vennootschapsrechtelijke status van een rechtspersoon verandert, is het criterium voor het onderscheid tussen een overdracht en slechts een naamswijziging of de identiteit van de rechtspersoon dezelfde blijft (in welk geval deze wordt ingeschreven als een wijziging van naam) (zie het besluit van 06/09/2010, R 1232/2010-4, Cartier, punten 12-14). Met andere woorden, wanneer er geen sprake is van beëindiging van de rechtspersoon (bijv. in geval van een fusie door acquisitie, waarbij een onderneming volledig wordt overgenomen door een andere onderneming en ophoudt te bestaan) en er geen sprake is van de start van een nieuwe rechtspersoon (bijv. na een fusie van twee ondernemingen die leidt tot de oprichting van een nieuwe rechtspersoon), is er slechts sprake van een wijziging van de formele zakelijke organisatie die al bestond, maar niet van de eigenlijke identiteit zelf. De wijziging wordt daarom, indien nodig, ingeschreven als een wijziging van naam. Als een Gemeenschapsmerk bijvoorbeeld op naam van onderneming A staat en deze onderneming door een fusie opgaat in onderneming B, vindt een overdracht van activa van onderneming A naar onderneming B plaats. Ook tijdens een splitsing van onderneming A in twee afzonderlijke entiteiten, waarvan de oorspronkelijke onderneming A er een is en de ander een nieuwe onderneming B is, is er sprake van een overdracht van activa als het Gemeenschapsmerk op naam van onderneming A de eigendom van onderneming B wordt. Doorgaans is er geen sprake van een overdracht als het inschrijvingsnummer van de onderneming in het nationale handelsregister hetzelfde blijft. Evenzo bestaat het voorlopige vermoeden dat er sprake is van een overdracht van activa als er een wijziging van land plaatsvindt. Als het Bureau twijfelt over het nationale recht dat op de betrokken rechtspersoon van toepassing is, kan het passende informatie verlangen van de persoon die de aanvraag tot aantekening van de naamswijziging indient. Tenzij het betrokken nationale recht anders bepaalt, wordt een wijziging van het type onderneming dus behandeld als een wijziging van naam en niet als een overdracht, op voorwaarde dat de wijziging niet gepaard gaat met een overdracht van activa via een fusie of een acquisitie. Als de wijziging van het type onderneming daarentegen het gevolg is van een fusie, een afsplitsing of een overdracht van activa, kan er sprake zijn van een overdracht, afhankelijk van de vraag welke onderneming overneemt of wordt afgesplitst van de andere onderneming of welke onderneming welke activa aan de andere onderneming overdraagt. 2.1 Onjuiste aanvraag tot aantekening van een wijziging van naam Artikel 133, lid 1, VGM Regel 26, leden 1, 5 en 7, UVGM Wanneer een aanvraag tot aantekening van een naamswijziging wordt gedaan, maar uit het bewijsmateriaal blijkt dat het eigenlijk gaat om een overdracht van een Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 7

8 Gemeenschapsmerk of een aanvraag van een Gemeenschapsmerk, stelt het Bureau de aanvrager van aantekening daarvan in kennis en nodigt hem uit om een aanvraag tot aantekening van een overdracht in te dienen, die kosteloos is. Voor een dergelijke overdracht moet echter een taks worden betaald wanneer het de overdracht van een tekening of model betreft (zie paragraaf 7). In de mededeling wordt een termijn van doorgaans twee maanden vastgesteld, ingaande op de datum van de kennisgeving ervan. Als de aanvrager van aantekening ermee instemt of geen bewijs van het tegendeel verstrekt en hij de bijbehorende aanvraag tot aantekening van een overdracht indient, wordt de overdracht aangetekend. Als de aanvrager van aantekening zijn aanvraag niet wijzigt, dat wil zeggen, als hij erop staat dat de wijziging wordt aangetekend als een wijziging van naam, of als hij niet reageert, wordt de aanvraag tot aantekening van een wijziging van naam afgewezen. In dit geval kan te allen tijde een nieuwe aanvraag tot aantekening van de overdracht worden ingediend. 2.2 Onjuiste aanvraag tot aantekening van een overdracht Regel 31, leden 1 en 6, UVGM Wanneer een aanvraag tot aantekening van een overdracht wordt ingediend, maar het gaat eigenlijk om een wijziging van naam voor een Gemeenschapsmerk of een aanvraag van een Gemeenschapsmerk, stelt het Bureau de aanvrager van aantekening daarvan in kennis en nodigt hem uit om toestemming te verlenen om de aanduidingen met betrekking tot de houder als een naamswijziging aan te tekenen in de door het Bureau bewaarde dossiers of in het register. In deze mededeling wordt een termijn van doorgaans twee maanden vastgesteld, ingaande op de dag van de kennisgeving ervan. Als de aanvrager van aantekening ermee instemt, wordt de naamswijziging aangetekend. Als de aanvrager van aantekening hier niet mee instemt, dat wil zeggen, als hij erop staat dat de wijziging wordt aangetekend als een overdracht, of als hij niet reageert, wordt de aanvraag tot aantekening van een overdracht afgewezen. 3 Vormvereisten en materiële vereisten voor een aanvraag tot aantekening van een overdracht Het Bureau beveelt ten zeerste aan het onlineformulier Aanvraag tot aantekening te gebruiken wanneer een aanvraag tot aantekening van een overdracht wordt ingediend. Het formulier kan kosteloos worden gedownload vanaf de website van het Bureau ( Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1042/05 tot wijziging van de VTGM hoeft geen taks meer te worden betaald om een overdracht aan te tekenen. Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 8

9 3.1 Talen De aanvraag tot inschrijving van een overdracht moet worden ingediend: Regel 95, onder a) en b), en regel 96, lid 1, UVGM wanneer de overdracht betrekking heeft op een aanvraag van een Gemeenschapsmerk, in de eerste of de tweede taal die in de aanvraag van het Gemeenschapsmerk is opgegeven; wanneer de overdracht betrekking heeft op een ingeschreven Gemeenschapsmerk, in een van de werktalen van het Bureau. Wanneer de aanvraag betrekking heeft op meer dan één aanvraag van een Gemeenschapsmerk, moet de aanvrager van aantekening een taal voor de aanvraag kiezen die alle betrokken Gemeenschapsmerken gemeen hebben. Als er geen gemeenschappelijke taal is, moeten afzonderlijke aanvragen tot aantekening van overdrachten worden ingediend. Wanneer de aanvraag betrekking heeft op minstens één inschrijving van een Gemeenschapsmerk, moet de aanvrager van aantekening een van de vijf werktalen van het Bureau kiezen. Regel 76, lid 3, UVGM Wanneer het Bureau nadrukkelijk een volmacht verlangt, mag deze worden ingediend in een van de officiële talen van de Europese Unie. Regel 96, lid 2, UVGM Ondersteunende documenten mogen worden ingediend in een van de officiële talen van de Europese Unie. Dit geldt voor elk document dat als bewijs van de overdracht wordt ingediend, zoals een medeondertekend overdrachtsdocument of een overdrachtscertificaat, een akte van toekenning of een uittreksel uit een handelsregister of een verklaring van toestemming om de rechtverkrijgende aan te tekenen als de nieuwe houder. Regel 98, UVGM Wanneer de ondersteunende documenten niet worden ingediend in een van de officiële talen van de Europese Unie of in de taal van de procedure, kan het Bureau een vertaling in de taal van de procedure of, naar keus van de aanvrager van aantekening, in een van de werktalen van het Bureau eisen. Het Bureau stelt een termijn van twee maanden vast, ingaande op de datum van kennisgeving van de mededeling. Als de vertaling niet binnen de gestelde termijn wordt ingediend, wordt het document niet in aanmerking genomen en zal het als niet-ingediend worden beschouwd. Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 9

10 3.2 Aanvraag ingediend voor meer dan één merk Regel 31, lid 7, UVGM Indien de oorspronkelijke houder en de nieuwe houder in alle gevallen dezelfde zijn, kan de aanvrager van aantekening voor meerdere Gemeenschapsmerken of aanvragen van Gemeenschapsmerken één enkele aanvraag tot aantekening van de overdracht indienen. Dit heeft als voordeel dat de verschillende referenties slechts één keer hoeven te worden opgegeven en dat slechts één beslissing hoeft te worden genomen. Afzonderlijke aanvragen zijn noodzakelijk wanneer de oorspronkelijke houder en de nieuwe houder niet voor elk merk precies dezelfde zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er één rechtverkrijgende is voor het eerste merk en verscheidene rechtverkrijgenden zijn voor een ander merk, ook als de rechtverkrijgende voor het eerste merk een van de rechtverkrijgenden voor het andere merk is. Het is niet van belang of de gemachtigde in alle gevallen dezelfde is. Wanneer in dergelijke gevallen één enkele aanvraag wordt ingediend, stuurt het Bureau een schriftelijke ingebrekestelling. De aanvrager van aantekening kan het bezwaar wegnemen hetzij door de aanvraag te beperken tot de Gemeenschapsmerken of aanvragen van Gemeenschapsmerken waarvoor er slechts één en dezelfde oorspronkelijke houder en één en dezelfde nieuwe houder is, of door te verklaren dat hij ermee instemt dat zijn aanvraag in twee of meer verschillende procedures wordt behandeld. De aanvraag wordt anders in haar geheel afgewezen. 3.3 Partijen in de procedure Artikel 17, lid 5, VGM Regel 31, lid 5, UVGM De aanvraag tot aantekening van een overdracht kan worden ingediend door de oorspronkelijke houder (de houder van het Gemeenschapsmerk zoals deze is vermeld in het register, of de aanvrager van het Gemeenschapsmerk zoals deze is vermeld in het dossier van de aanvraag van het Gemeenschapsmerk) of door de nieuwe houder (de rechtverkrijgende, d.w.z. de persoon die als houder wordt vermeld nadat de overdracht is aangetekend). Het Bureau zal doorgaans met de aanvrager(s) van aantekening communiceren. In geval van twijfel kan het Bureau alle partijen om nadere toelichting vragen. Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 10

11 3.4 Vormvereisten Regel 1, lid 1, onder b), regel 31, leden 1 en 2, en regel 79, UVGM Een aanvraag tot aantekening van een overdracht moet bevatten: het inschrijvingsnummer van het ingeschreven Gemeenschapsmerk of het aanvraagnummer van de aanvraag van het Gemeenschapsmerk; de gegevens van de nieuwe houder; indien de nieuwe houder een gemachtigde aanwijst, diens naam en kantooradres; de handtekening(en) van de perso(o)n(en) die om de aantekening verzoek(t)(en); bewijs van de overdracht als uiteengezet in paragraaf 3.5. Voor aanvullende vereisten in geval van een gedeeltelijke overdracht Aanduiding van het inschrijvingsnummer Regel 31, lid 1, onder a), UVGM Het inschrijvingsnummer van het merk moet worden opgegeven Gegevens van de nieuwe houder Regel 1, lid 1, onder b), en regel 31, lid 1, onder b), UVGM De gegevens van de nieuwe houder die moeten worden opgegeven, zijn de naam, het adres en de nationaliteit in het geval van een natuurlijke persoon. In het geval van een rechtspersoon moet de aanvrager van aantekening de officiële benaming opgeven, met vermelding van de rechtsvorm van de eenheid, die op een gebruikelijke wijze mag worden afgekort (bijvoorbeeld N.V., S.A, Ltd., PLC enz.). Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen moeten opgeven in welke staat zij hun woonplaats, zetel of een vestiging hebben. Het Bureau beveelt Amerikaanse ondernemingen ten zeerste aan hun staat van oprichting te vermelden om duidelijk onderscheid te maken tussen verschillende houders in zijn database. Deze gegevens komen overeen met de gegevens die worden verlangd van een aanvrager van een nieuw Gemeenschapsmerk. Wanneer het Bureau de nieuwe houder echter al een ID-nummer heeft toegekend, volstaat het dit nummer samen met de naam van de nieuwe houder op te geven. Op het formulier dat door het Bureau beschikbaar wordt gesteld, wordt ook verzocht de naam van de oorspronkelijke houder op te geven. Deze aanduiding vergemakkelijkt de behandeling van het dossier zowel voor het Bureau als voor de partijen. Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 11

12 3.4.3 Naam en adres van de gemachtigde Regel 77, UVGM Artikel 93, lid 1, VGM Regel 76, leden 1, 2 en 4, UVGM Aanvragen tot aantekening van een overdracht kunnen worden ingediend en ondertekend door gemachtigden namens de houder van het Gemeenschapsmerk of de nieuwe houder. Wanneer de nieuwe houder een gemachtigde aanwijst, die de aanvraag ondertekent, kan het Bureau of, in de context van procedures inter partes, de andere partij in de procedure een volmacht verlangen. In dit geval wordt de procedure, als de gemachtigde geen volmacht verstrekt, voortgezet alsof geen gemachtigde is aangewezen. Wanneer de gemachtigde van de oorspronkelijke houder ook wordt aangewezen als de gemachtigde van de nieuwe houder, kan de gemachtigde de aanvraag zowel namens de oorspronkelijke houder als de nieuwe houder ondertekenen. De gemachtigde kan ook worden verzocht om een door de nieuwe houder ondertekende volmacht te verstrekken. Artikel 92, lid 3, artikel 93, lid 1, VGM Het bovenstaande is niet alleen van toepassing op gemachtigden in de zin van artikel 93, VGM (juridische beroepsbeoefenaars en erkende gemachtigden die op de door het Bureau bijgehouden lijst ingeschreven staan), maar ook op elke werknemer die namens de werkgever optreedt of onder de voorwaarden van artikel 92, lid 3, VGM namens een rechtspersoon (onderneming) optreedt die met de werkgever economisch verbonden is. Regel 77, en regel 83, lid 1, onder h), UVGM Een algemene volmacht via het formulier dat door het Bureau beschikbaar is gesteld, wordt als voldoende beschouwd voor het verlenen van toestemming om aanvragen tot inschrijving van overdrachten in te dienen en te ondertekenen. Een individuele volmacht zal worden gecontroleerd om na te gaan dat deze de bevoegdheid om een aanvraag tot inschrijving van een overdracht in te dienen niet uitsluit. Artikel 92, lid 2, VGM Wanneer de aanvrager van aantekening de nieuwe houder is en deze nieuwe houder in de Europese Unie geen woonplaats, zetel noch werkelijke en feitelijke vestiging voor bedrijf of handel heeft, moet hij voor de doeleinden van de procedure om de overdracht in te schrijven worden vertegenwoordigd door een persoon die bevoegd is om derde partijen voor het Bureau te vertegenwoordigen (juridische beroepsbeoefenaar of erkende gemachtigde die op de door het Bureau bijgehouden lijst ingeschreven staat). Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 12

13 Voor meer informatie over vertegenwoordiging, zie de richtsnoeren, deel A, Algemene voorschriften, afdeling 5, Beroepsmatige vertegenwoordiging Handtekeningen Regel 31, lid 1, onder d), regel 31, lid 5, en regel 79, UVGM De eisen met betrekking tot de persoon die bevoegd is om de aanvraag in te dienen, en met betrekking tot de ondertekening moeten worden gezien in samenhang met de eis bewijs van de overdracht te verstrekken. In beginsel moeten de handtekeningen van de oorspronkelijke houder of houders en de nieuwe houder of houders samen of apart op de aanvraag of in een begeleidend document staan. Regel 31, lid 5, onder a), UVGM Wanneer de oorspronkelijke houder en de nieuwe houder beiden de aanvraag ondertekenen, is dit voldoende en is geen aanvullend bewijs van de overdracht vereist. Regel 31, lid 5, onder b), UVGM Wanneer de nieuwe houder de aanvrager van aantekening is en de aanvraag vergezeld gaat van een door de oorspronkelijke houder ondertekende verklaring dat deze instemt met de aantekening van de rechtverkrijgende als de nieuwe houder, is dit ook voldoende en is geen aanvullend bewijs vereist. Wanneer de gemachtigde van de oorspronkelijke houder ook wordt aangewezen als de gemachtigde van de nieuwe houder, mag de gemachtigde de aanvraag zowel namens de oorspronkelijke houder als namens de nieuwe houder ondertekenen en is geen aanvullend bewijs vereist. Wanneer de gemachtigde die zowel namens de oorspronkelijke als namens de nieuwe houder tekent, echter niet de gemachtigde is die geregistreerd staat (d.w.z. in een aanvraag waarin tegelijkertijd de gemachtigde wordt aangewezen en het Gemeenschapsmerk wordt overgedragen), neemt het Bureau contact op met de aanvrager van aantekening en verzoekt het om bewijs van de overdracht (volmacht ondertekend door de oorspronkelijke houder, bewijs van overdracht, bevestiging van de overdracht door de oorspronkelijke houder of diens geregistreerde gemachtigde). 3.5 Bewijs van overdracht Artikel 17, leden 2 en 3, VGM Regel 31, lid 1, onder d), en lid 5, onder a), b) en c), en regel 83, lid 1, onder d), UVGM Een overdracht kan uitsluitend worden ingeschreven wanneer deze wordt onderbouwd door documenten die de overdracht naar behoren bewijzen, zoals een afschrift van de akte van overdracht. Zoals hierboven al naar voren is gehaald, hoeft geen afschrift van de akte van overdracht te worden ingediend: Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 13

14 wanneer de nieuwe houder of diens gemachtigde de aanvraag tot aantekening van de overdracht alleen indient of wanneer de aanvraag vergezeld gaat van een schriftelijke, door de oorspronkelijke houder (of diens gemachtigde) ondertekende verklaring dat hij instemt met de aantekening van de overdracht; of wanneer de aanvraag tot aantekening van de overdracht is ondertekend door zowel de oorspronkelijke houder (of diens gemachtigde) als de nieuwe houder (of diens gemachtigde); of wanneer de aanvraag tot aantekening van de overdracht vergezeld gaat van een ingevuld overdrachtsformulier of overdrachtsdocument dat zowel door de oorspronkelijke houder (of diens gemachtigde) als door de nieuwe houder (of diens gemachtigde) is ondertekend. Partijen in de procedure kunnen ook gebruikmaken van de krachtens het Verdrag inzake het merkenrecht vastgestelde formulieren die beschikbaar zijn op de website van de WIPO ( Deze formulieren zijn het Overdrachtsdocument een document dat is bedoeld als zijnde de overdracht (toekenning) zelf en het Overdrachtscertificaat een document waarin de partijen in een overdracht verklaren dat een overdracht heeft plaatsgevonden. Mits volledig ingevuld, is elk van deze documenten voldoende bewijs van de overdracht. Andere bewijsmiddelen worden echter niet uitgesloten. De overeenkomst (akte) zelf of een ander document dat bewijs van de overdracht levert, mag dus ook worden ingediend. Wanneer de overdracht van het merk het gevolg is van de overdracht van de gehele onderneming van de oorspronkelijke houder, moet het document worden ingediend dat bewijs levert van de overdracht of de toekenning van de gehele onderneming, tenzij op bovenstaande wijze bewijs wordt geleverd. Wanneer de overdracht het gevolg is van een fusie of een andere rechtsopvolging onder algemene titel, zal de oorspronkelijke houder niet beschikbaar zijn om de aanvraag te ondertekenen. In deze gevallen moet de aanvraag vergezeld gaan van ondersteunende documenten die bewijs van de fusie of rechtsopvolging onder algemene titel leveren, zoals uittreksels uit het handelsregister enz. Wanneer de feiten al bekend zijn bij het Bureau, bijvoorbeeld in gelijktijdige procedures, kan het Bureau besluiten niet om aanvullend bewijs te vragen. Ondersteunende documenten hoeven niet te worden gelegaliseerd. Evenmin is het nodig originele documenten in te dienen. Originele documenten gaan deel uitmaken van het dossier en kunnen daarom niet worden geretourneerd naar de persoon die ze heeft verstrekt. Eenvoudige fotokopieën volstaan. Als het Bureau redenen heeft om te twijfelen aan de juistheid of waarheidsgetrouwheid van het document, kan het om aanvullend bewijs vragen. Het Bureau onderzoekt de documenten slechts om na te gaan dat zij daadwerkelijk bewijs leveren van hetgeen in de aanvraag is opgegeven, namelijk de identiteit van de betrokken merken en de identiteit van de partijen, en of er sprake is van een overdracht. Het Bureau doet geen onderzoek naar en doet geen uitspraak over contractuele vragen of rechtsvragen met betrekking tot nationaal recht (zie het arrest Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 14

15 van 9 september 2011, T-83/09, Craic, punt 27). Indien er twijfels rijzen, zijn het de nationale rechtbanken die gaan over de rechtmatigheid van de overdracht zelf. 3.6 Inhoudelijke vereisten Artikel 17, lid 4, VGM Indien uit de stukken waarin de overdracht is vastgelegd, duidelijk blijkt dat het Gemeenschapsmerk ten gevolge van deze overdracht het publiek kan misleiden, met name inzake soort, kwaliteit of plaats van herkomst van de waren of diensten waarvoor het ingeschreven is, weigert het Bureau de overdracht in te schrijven, tenzij de nieuwe houder ermee instemt de inschrijving van het Gemeenschapsmerk te beperken tot de waren of diensten waarvoor het niet misleidend kan zijn. Artikel 7, lid 1, onder g), VGM Een merk kan het publiek misleiden ten gevolge van zijn overdracht als het, indien het oorspronkelijk was ingediend door de nieuwe houder, had moeten worden geweigerd omdat het het publiek kon misleiden door de specifieke omstandigheden van de houder en het merk. Het criterium is dus of het merk misleidend kan zijn als gevolg van zijn houderschap. Artikel 7, lid 1, onder g), artikel 17, lid 4, artikel 43, en artikel 48, VGM De vereiste dat de kans op misleiding van het publiek het gevolg van de overdracht moet zijn, belet het Bureau om, bij het onderzoeken van een aanvraag tot aantekening van een overdracht, rekening te houden met andere problemen met betrekking tot misleiding die geen verband houden met de band tussen de houder en het merk. Wanneer een merk eenmaal is ingeschreven, kan het Bureau niet langer algemene bezwaren opwerpen op basis van een misleidend karakter. Zolang het merk nog niet is ingeschreven, kan het Bureau echter wel bezwaar maken op dergelijke gronden. Wanneer het Bureau tijdens het onderzoek van de aanvraag tot aantekening van een overdracht een dergelijke grond voor een bezwaar vaststelt, schrijft het de overdracht in indien aan alle vereisten voor de aanvraag is voldaan, maar verwijst het de zaak daarna zo nodig naar de onderzoeker voor verder onderzoek op absolute gronden. Om een door het Bureau opgeworpen bezwaar dat het handelsmerk door de verandering in het houderschap het publiek zou kunnen misleiden, weg te nemen, kan de aanvrager van aantekening echter niet aanvoeren dat de kans op misleiding al bestond op de datum van indiening van de aanvraag van het Gemeenschapsmerk. De vereiste dat de kans op misleiding van het publiek duidelijk uit de overdrachtsdocumenten moet blijken, verhindert dat het Bureau zijn bezwaren baseert op speculatieve gronden en hypothetische toekomstige ontwikkelingen. Enkel het feit dat de waren en diensten in de toekomst door een andere persoon zullen worden aangeboden of in de handel zullen worden gebracht, vormt op zichzelf geen risico op misleiding van het publiek. Speculaties over het toekomstige gebruik van het merk door de nieuwe houder vinden niet plaats. In het bijzonder mag geen rekening worden gehouden met een mogelijke verandering van de kwaliteit van de producten die onder Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 15

16 het merk worden verkocht. Er is alleen reden om bezwaar te maken tegen de inschrijving van een overdracht als het merk zelf misleidend zou worden in verband met zijn nieuwe houder. Bezwaren op grond van een misleidend karakter kunnen in de relevante gevallen worden weggenomen door de aanvraag van het Gemeenschapsmerk te wijzigen in overeenstemming met artikel 43, VGM of het ingeschreven Gemeenschapsmerk te wijzigen in overeenstemming met artikel 48, VGM. Voor meer informatie over de praktijk van het Bureau, zie de richtsnoeren, deel B, Onderzoek, afdeling 4, Absolute weigeringsgronden art. 7, lid 1, onder g). 3.7 Procedure voor het opheffen van gebreken Artikel 17, lid 7, VGM Regel 31, lid 6, en regel 67, lid 1, UVGM Wanneer een van de hierboven beschreven gebreken wordt vastgesteld, verzoekt het Bureau de aanvrager van aantekening de gebreken binnen twee maanden na de kennisgeving op te heffen. De kennisgeving wordt gericht aan de persoon die de aanvraag tot aantekening van de overdracht heef ingediend, of, wanneer deze persoon een gemachtigde heeft aangewezen, aan de gemachtigde. Het Bureau informeert de andere partij in de overdracht niet automatisch, tenzij dit onder de omstandigheden aangewezen is. Wanneer de aanvrager van aantekening verzuimt de gebreken op te heffen of het vereiste aanvullende bewijs te verstrekken, of wanneer het niet mogelijk is het Bureau te overtuigen dat de bezwaren niet gegrond zijn, wijst het Bureau de aanvraag af. 4 Gedeeltelijke overdrachten Artikel 17, lid 1, VGM Regel 32, UVGM Een gedeeltelijke overdracht heeft slechts betrekking op sommige van de waren en diensten in het Gemeenschapsmerk of de aanvraag van het Gemeenschapsmerk. Het gaat daarbij om de verdeling van de oorspronkelijke lijst van waren en diensten tussen de inschrijving of de aanvraag van het Gemeenschapsmerk dat behouden blijft en de nieuwe. In geval van een gedeeltelijke overdracht, gebruikt het Bureau bepaalde terminologie om de merken te identificeren. Aan het begin van de procedure is er het oorspronkelijke merk. Dit is het merk waarvoor een gedeeltelijke overdracht is aangevraagd. Na de inschrijving van de overdracht zijn er twee merken: één is een merk dat nu minder waren en diensten omvat en het behouden gebleven merk wordt genoemd, en het andere is een nieuw merk dat sommige van de waren en diensten van het oorspronkelijke merk omvat. Het behouden gebleven merk behoudt het nummer van het oorspronkelijke merk, terwijl het nieuwe merk een nieuw nummer krijgt. Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 16

17 Een overdracht kan het eenheidskarakter van het Gemeenschapsmerk niet beïnvloeden. Een Gemeenschapsmerk kan dus niet gedeeltelijk worden overgedragen voor sommige grondgebieden. Wanneer er twijfel bestaat over de vraag of de overdracht gedeeltelijk is of niet, stelt het Bureau de aanvrager van aantekening van de overdracht hiervan in kennis en nodigt hem uit om de benodigde toelichtingen te geven. Er kan ook sprake zijn van gedeeltelijke overdrachten wanneer de aanvraag tot aantekening betrekking heeft op meer dan één Gemeenschapsmerk of aanvraag van een Gemeenschapsmerk. De volgende regels zijn van toepassing op elk Gemeenschapsmerk dat en elke aanvraag van een Gemeenschapsmerk die in de aanvraag tot aantekening van de overdracht is opgenomen. 4.1 Regels inzake de verdeling van de lijsten van waren en diensten Artikel 43, VGM Regel 2, en regel 32, lid 1, UVGM In de aanvraag tot aantekening van een gedeeltelijke overdracht moeten de waren en diensten worden opgegeven waarop de gedeeltelijke overdracht betrekking heeft (de lijst van waren en diensten voor de nieuwe inschrijving). De waren en diensten moeten zo tussen het oorspronkelijke Gemeenschapsmerk of de oorspronkelijke aanvraag van het Gemeenschapsmerk en het nieuw Gemeenschapsmerk of de nieuwe aanvraag van het Gemeenschapsmerk worden verdeeld dat de waren en diensten in het oorspronkelijke Gemeenschapsmerk of de oorspronkelijke aanvraag van het Gemeenschapsmerk en het nieuwe merk of de nieuwe aanvraag elkaar niet overlappen. De twee specificaties samen mogen niet ruimer zijn dat de oorspronkelijke specificatie. De aanduidingen moeten daarom duidelijk, nauwkeurig en ondubbelzinnig zijn. Wanneer het bijvoorbeeld gaat om een Gemeenschapsmerk voor waren of diensten in meerdere klassen en de splitsing tussen de oude en nieuwe inschrijving hele klassen betreft, volstaat het de betreffende klassen voor de nieuwe inschrijving of voor de inschrijving die behouden blijft, op te geven. Wanneer in de aanvraag tot aantekening van een gedeeltelijke overdracht waren en diensten worden opgegeven die expliciet in de oorspronkelijke lijst van waren en diensten worden genoemd, zal het Bureau automatisch de waren en diensten die niet in de aanvraag tot aantekening van de overdracht worden genoemd, behouden voor het oorspronkelijke Gemeenschapsmerk of de oorspronkelijke aanvraag van het Gemeenschapsmerk. Wanneer de oorspronkelijke lijst bijvoorbeeld de waren A, B en C bevat en de aanvraag tot aantekening van de overdracht betrekking heeft op C, zal het Bureau de waren A en B in de oorspronkelijke inschrijving of aanvraag behouden en een nieuwe inschrijving of aanvraag creëren voor C. Overeenkomstig mededeling nr. 2/12 van de President van het Bureau van 20 juni 2012, worden Gemeenschapsmerken die vóór 21 juni 2012 zijn ingediend en waarin gebruik wordt gemaakt van een bepaalde hoofdklasse, geacht alle waren en diensten te bestrijken van de alfabetische lijst van die klasse in de uitgave van de Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 17

18 classificatie van Nice die op het moment van de indiening van kracht was (zie mededeling nr. 2/12, paragrafen V en VI). Wanneer in de aanvraag tot aantekening van een gedeeltelijke overdracht waren of diensten worden vermeld die niet nadrukkelijk in de oorspronkelijke lijst worden genoemd, maar wel onder de letterlijke betekenis van een daarin vervatte algemene benaming vallen, is dit aanvaardbaar, mits de lijst niet wordt verruimd. Voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van beperking of verruiming van de lijst, zijn de voor dergelijke situaties gebruikelijke regels van toepassing (zie de richtsnoeren, deel B, Onderzoek, afdeling 3, Classificatie). Merken die op of na 21 juni 2012 zijn ingediend en slechts gebruikmaken van de algemene benamingen van een bepaalde hoofdklasse, worden geacht de letterlijke betekenis van die hoofdklasse te bestrijken en kunnen slechts dienovereenkomstig gedeeltelijk worden overgedragen (zie mededeling nr. 2/12, paragrafen VII en VIII). Merken die na 21 juni 2012 zijn ingediend en gebruikmaken van de algemene benamingen van een bepaalde hoofdklasse plus de alfabetische lijst, worden geacht de letterlijke betekenis van die hoofdklasse plus de alfabetische lijst van de betrokken waren en diensten van die klasse te bestrijken in de uitgave van de classificatie van Nice die op het moment van de indiening van kracht was, en kunnen slechts dienovereenkomstig gedeeltelijk worden overgedragen (zie mededeling nr. 2/12, paragrafen VII en VIII). In alle gevallen wordt ten zeerste aanbevolen een duidelijke en nauwkeurige lijst van over te dragen waren en diensten in te dienen, alsmede een duidelijke en nauwkeurige lijst van waren en diensten die in de oorspronkelijke inschrijving moeten worden behouden. Bovendien moet een toelichting worden gegeven op de oorspronkelijke lijst. Als de oorspronkelijke lijst bijvoorbeeld alcoholische dranken betrof, en de overdracht betrekking heeft op whisky en gin, moet de oorspronkelijke lijst worden gewijzigd door deze te beperken tot alcoholische dranken, uitgezonderd whisky en gin. 4.2 Bezwaren Regel 31, lid 6, regel 32, lid 3, UVGM Indien de aanvraag niet voldoet aan de hierboven uiteengezette regels, nodigt het Bureau de aanvrager van aantekening uit om de gebreken op te heffen. Indien de gebreken niet worden opgeheven, wijst het Bureau de aanvraag af. Wanneer de uitwisseling van mededelingen leidt tot een lijst van waren en diensten voor de behouden gebleven inschrijving of aanvraag die afwijkt van de ingeschreven lijst in de aanvraag van het Gemeenschapsmerk, deelt het Bureau dit niet alleen mede aan de nieuwe houder, als deze de partij is die heeft verzocht om inschrijving van de gedeeltelijke overdracht, maar ook aan de oorspronkelijke houder, die de persoon blijft die kan beschikken over de lijst van waren en diensten van de oorspronkelijke inschrijving. Het Bureau eist voor elke wijziging in de oorspronkelijke lijst van waren en diensten instemming van de oorspronkelijke houder. Als de instemming niet binnen de door het Bureau vastgestelde termijn wordt gegeven, wordt de aanvraag tot aantekening van een overdracht afgewezen. Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 18

19 4.3 Creatie van een nieuwe aanvraag of inschrijving van een Gemeenschapsmerk Artikel 88, VGM Regel 32, lid 4, regel 88, en regel 89, UVGM Een gedeeltelijke overdracht leidt tot de creatie van een nieuwe aanvraag of inschrijving van een Gemeenschapsmerk. Het Bureau legt voor deze nieuwe aanvraag of nieuwe inschrijving van het Gemeenschapsmerk een afzonderlijk dossier aan, dat bestaat uit een volledig afschrift van het elektronische dossier van de oorspronkelijke aanvraag of inschrijving van het Gemeenschapsmerk, de aanvraag tot inschrijving van een overdracht en alle correspondentie over de aanvraag tot aantekening van een overdracht. De nieuwe aanvraag of inschrijving van het Gemeenschapsmerk krijgt een nieuw dossiernummer. Deze nieuwe aanvraag of inschrijving heeft dezelfde indieningsdatum en, voor zover van toepassing, voorrangsdatum als de oorspronkelijke aanvraag of inschrijving van het Gemeenschapsmerk. Als de gedeeltelijke overdracht betrekking heeft op een aanvraag van een Gemeenschapsmerk, zijn op de nieuwe aanvraag van het Gemeenschapsmerk de bepalingen inzake de inzage van dossiers in artikel 88, VGM van toepassing. Voor wat betreft de oorspronkelijke aanvraag om een Gemeenschapsmerk of inschrijving van een Gemeenschapsmerk, neemt het Bureau in zijn dossiers een afschrift van de aanvraag tot aantekening van een overdracht op, maar neemt het doorgaans geen afschriften van de verdere correspondentie over die aanvraag op. 5 Overdracht tijdens andere procedures en taksaangelegenheden Artikel 17, leden 6 en 7, VGM Onverminderd de handelingsbevoegdheid vanaf het moment waarop de aanvraag tot inschrijving van een overdracht door het Bureau is ontvangen, is de nieuwe houder, waar het termijnen betreft, automatisch partij in een procedure met betrekking tot het merk in kwestie vanaf het moment waarop de overdracht is ingeschreven. De indiening van een aanvraag tot aantekening van een overdracht is niet van invloed op de termijnen die al zijn ingegaan of vastgesteld door het Bureau, met inbegrip van de termijnen voor de betaling van taksen. Er worden geen nieuwe betalingstermijnen vastgesteld. Vanaf de datum van inschrijving van de overdracht, is de nieuwe houder gehouden alle verschuldigde taksen te betalen. Het is dus belangrijk dat de oorspronkelijke houder en de nieuwe houder in de periode tussen de indiening van de aanvraag tot aantekening van een overdracht en de bevestiging door het Bureau van de daadwerkelijke inschrijving van de overdracht in het register of vermelding ervan in het dossier, elkaar actief op de hoogte houden van termijnen en de correspondentie die tijdens de procedure inter partes wordt ontvangen. Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 19

20 5.1 Specifieke kwesties met betrekking tot gedeeltelijke overdrachten Regel 32, lid 5, UVGM In gevallen van gedeeltelijke overdrachten zal het daaruit voortvloeiende Gemeenschapsmerk of de daaruit voortvloeiende aanvraag van het Gemeenschapsmerk zich in dezelfde procedurele fase bevinden als het oorspronkelijke (behouden gebleven) Gemeenschapsmerk of de oorspronkelijke (behouden gebleven) aanvraag van het Gemeenschapsmerk. Elke termijn die nog openstaat voor het oorspronkelijke Gemeenschapsmerk of de oorspronkelijke aanvraag van het Gemeenschapsmerk wordt geacht open te staan voor zowel het behouden gebleven Gemeenschapsmerk of de behouden gebleven aanvraag als voor het nieuwe Gemeenschapsmerk of de nieuwe aanvraag. Na de inschrijving van de overdracht behandelt het Bureau elk Gemeenschapsmerk en elke aanvraag van een Gemeenschapsmerk afzonderlijk en neemt er een afzonderlijke beslissing over. Wanneer een Gemeenschapsmerk of een aanvraag van een Gemeenschapsmerk het voorwerp is van de betaling van taksen en deze taksen door de oorspronkelijke houder zijn betaald, is de nieuwe houder niet gehouden bijkomende taksen voor het nieuwe Gemeenschapsmerk of de nieuwe aanvraag van het Gemeenschapsmerk te betalen. De relevante datum is de datum van aantekening van de overdracht in het register of in de dossiers; wanneer de taks voor het oorspronkelijke, in behandeling zijnde Gemeenschapsmerk of de oorspronkelijke in behandeling zijnde aanvraag van het Gemeenschapsmerk dus wordt betaald na de indiening van een aanvraag tot aantekening van een overdracht, maar vóór de daadwerkelijke aantekening van de overdracht, zijn geen bijkomende taksen verschuldigd. Artikel 26, lid 2, VGM Regel 4, regel 9, en leden 3 en 5, UVGM Artikel 2, leden 2 en 4, VTGM Wanneer de gedeeltelijke overdracht betrekking heeft op een aanvraag van een Gemeenschapsmerk en de klassetaksen nog niet of nog niet volledig zijn betaald, gaat het Bureau verder met het aantekenen van de overdracht in de dossiers van de behouden gebleven aanvraag van het Gemeenschapsmerk en het creëren van een nieuwe aanvraag van een Gemeenschapsmerk zoals hierboven beschreven. Wanneer de aanvraag van het Gemeenschapsmerk oorspronkelijk betrekking had op meer dan drie klassen, waarvoor dus bijkomende klassetaksen moesten worden betaald, handelt de onderzoeker de zaak af nadat de overdracht in de dossiers is aangetekend en een nieuwe aanvraag van een Gemeenschapsmerk is gecreëerd, zoals hieronder beschreven. Wanneer bijkomende klassetaksen zijn betaald voordat de overdracht werd aangetekend, maar geen bijkomende klassetaksen verschuldigd zouden zijn omdat de behouden gebleven aanvraag van het Gemeenschapsmerk betrekking heeft op drie of minder klassen, vindt geen terugbetaling plaats, omdat de taksen op het moment van betaling juist zijn betaald. Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 20

21 In alle andere gevallen behandelt de onderzoeker de behouden gebleven aanvraag van het Gemeenschapsmerk en de nieuwe aanvraag afzonderlijk, maar zonder te verlangen dat voor de nieuwe aanvraag een verdere basistaks wordt betaald. De klassetaksen voor de behouden gebleven aanvraag van het Gemeenschapsmerk en voor de nieuwe aanvraag worden vastgesteld op basis van de situatie na de inschrijving van de overdracht. Wanneer de oorspronkelijke aanvraag bijvoorbeeld zeven klassen betrof en de behouden gebleven aanvraag na de overdracht er drie heeft, terwijl de nieuwe aanvraag er vier heeft, zijn voor de behouden gebleven aanvraag geen bijkomende klassetaksen verschuldigd, terwijl voor de nieuwe aanvraag één bijkomende klassetaks moet worden betaald. Wanneer sommige van de waren en diensten van een bepaalde klasse zijn overgedragen en andere niet, is zowel voor de behouden gebleven aanvraag als voor de nieuwe aanvraag een taks voor die klasse verschuldigd. Wanneer de termijn voor de betaling van bijkomende klassetaksen al is vastgesteld, maar nog niet is verstreken, verklaart het Bureau deze termijn nietig, zodat de vaststelling kan plaatsvinden op basis van de situatie na de inschrijving van de overdracht. Artikel 47, leden 1, 3 en 4, VGM Regel 30, leden 2 en 4, UVGM Wanneer de aanvraag tot aantekening van een gedeeltelijke overdracht betrekking heeft op een inschrijving van een Gemeenschapsmerk die aan de beurt is om te worden vernieuwd, dat wil zeggen, van zes maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke inschrijving tot maximaal zes maanden na het verstrijken ervan, gaat het Bureau verder met het aantekenen van de overdracht en behandelt het de vernieuwing en de vernieuwingstaksen als hieronder beschreven. Wanneer geen aanvraag tot vernieuwing is ingediend en vóór de aantekening van de overdracht geen taksen zijn betaald, zijn de algemene regels, met inbegrip van de regels inzake de betaling van taksen, van toepassing op zowel de behouden gebleven inschrijving van het Gemeenschapsmerk als de nieuwe inschrijving (aparte aanvragen, aparte betaling van taksen, voor zover nodig). Wanneer een aanvraag tot vernieuwing is ingediend vóór de inschrijving van de overdracht, is deze aanvraag ook geldig voor het nieuwe Gemeenschapsmerk. Hoewel de oorspronkelijke houder partij blijft in de vernieuwingsprocedure voor het behouden gebleven Gemeenschapsmerk, wordt de nieuwe houder automatisch partij in de vernieuwingsprocedure voor de nieuwe inschrijving. In deze situaties, wanneer een aanvraag tot vernieuwing is ingediend, maar de toepasselijke taksen niet zijn betaald vóór de inschrijving van de overdracht, worden de te betalen taksen vastgesteld overeenkomstig de situatie na de inschrijving van de overdracht. Dit betekent dat zowel de houder van het behouden gebleven Gemeenschapsmerk als de houder van het nieuwe Gemeenschapsmerk de basisvernieuwingstaks en eventuele klassetaksen moet betalen. Wanneer niet alleen een aanvraag tot vernieuwing is ingediend vóór de inschrijving van de overdracht, maar ook de toepasselijke vernieuwingstaksen vóór deze datum zijn betaald, zijn na de inschrijving van de overdracht geen bijkomende vernieuwingstaksen verschuldigd. Eventueel reeds betaalde klassetaksen worden niet terugbetaald. Richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau, deel E, Registerbewerkingen blz. 21