GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES

Transcriptie

1 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 ANNEXES TECHNIQUES TECHNISCHE BIJLAGEN 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

2 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 1

3 Annexes techniques Technische bijlagen AB 01 A Appareil de balisage AB 01 A Bebakeningstoestellen AC 01 C Petits appareils de coupure et de commande AC 01 C Lichte schakel- en bedieningsapparatuur AD 01 E Armoire électrique de distribution basse tension AD 01 E Elektrische verdeelkast laagspanning AD 02 Armoire électrique de distribution basse tension ignifugée AD 02 Brandwerende elektrische verdeelkast voor laagspanning AE 01 I Tubes fluorescents LED Accessoires pour éclairage AE 01 I Fuorescentiebuizenen LED Toebehoren voor verlichting AE 02 I Appareils d éclairage AE 02 I Verlichtingstoestellen AE 03 H Lignes lumineuses précâblées. Repères QN3F AE 03 H Voorbedrade verlichtingslijnen. Symbool QN3F AE 04 B Signalisation lumineuse Sortie. Repère FL3L AE 04 B Lichtsignalisatie «uitgang». Symbool FL3L AE 05 B Ligne lumineuse précâblée avec aile acoustique. Repère PAC AE 05 B Voorbedrade verlichtingslijn met akoestische vleugel. Symbool PAC AE 06 A Ligne lumineuse précablée à flux luminaire secondaire latéral. Repère Voorbedrade verlichtingslijn met secundaire laterale lichtstroom. Symbool AE 06 A PAL PAL AE 07 Eclairage par led ae 07 Led verlichting AS 01 C Appareil d éclairage de sécurité AS 01 C Veiligheidsverlichtingstoestellen BR 01 D Bornes de raccordement et connecteurs BR 01 D Aansluitklemmen en connectoren CC 01 A Caractéristiques des câbles CC 01 A Karakteristieken van de kabels CC 02 Note de calcul câbles CC 02 Berekeningsnota kabels CNC 01 B Commande et nomenclature des câbles CNC 01 B Bestelling en naamlijst van de kabels CP 01 Système de distribution précâblé CP 01 Voorbekabeld verdeelsysteem EC 01 D Etagères et échelles à câbles (non peints) EC 01 D Kabelrekken en ladders (niet geschilderd) EC 02 A Réseau d échelles à câbles secondaire EC 02 A Netwerk secundaire kabelladders EC 03 A Treillis à câbles EC 03 A Traliekorven voor kabels FI 01 Facteurs d influences externes FI 01 Externe invloedfactoren GEN 01 B Description générale du réseau V GEN 01 B Algemene beschrijving van het V-net HVAC/01 HVAC Surpression des locaux techniques en stations HVAC/01 HVAC - In overdruk plaatsen van de technische lokalen in stations HVAC/02 HVAC Equipements de climatisation - armoire de climatisation HVAC/02 HVAC Klimaatregeling uitrustingen - klimaatkast HVAC/03 HVAC Equipements de climatisation - système «split» HVAC/03 HVAC Klimaatregeling uitrustingen - split systeem IS 04 Installation sanitaire IS 04 Sanitaire installatie MP 01 Matières plastiques MP 01 Plastische materialen PA 01 H Petit appareillage PA 01 H Kleine apparatuur PA 02 Petit appareillage de tableau et filerie PA 02 Uitrustingen voor borden en bedrading PC 01 E Pose de câbles PC 01 E Het leggen van kabels PI 01 C Protection incendie PI 01 C Brandbeveiliging PI 02 Recommandations relatives à la résistance au feu des traversées Aanbevelingen betreffende de weerstand tegen brand van de PI 02 d éléments de construction. doorvoeringen van bouwelementen PI 03 Protection contre l incendie PI 03 Beveiliging tegen brand PI 04 Protection incendie Module coupe-feu PI 04 Beveiliging tegen brand Brandwerende doorgang PL 01 Plastification PL 01 Plastificeren RA 01 B Principe du réseau automate station RA 01 B Principe automatennetwerk station RS 01 Revêtements de sol RS 01 Vloerbekledingen Annexes Techniques / Technische bijlagen

4 SE 01 C Schémas électriques - plan d implantation SE 01 C Elektrische schema's en situatieplannen ST 02 A Technologie des tableaux électriques ST 02 A Technologie van de elektrische borden TA 01 Tensions auxiliaires des postes TA 01 Hulpspanningen in de posten TC 01 A Télécontrôle TC 01 A Telecontrole TD 01 C Tableaux et coffrets (TET TCT) TD 01 C Verdeelborden en kastjes (TET TCT) TE 01 A Schéma de principe réseau de terre station TE 01 A Principeschema aardingslus station TFO 01 A Transformateurs PR/PT TFO 01 A Transformatoren gp/tp TGBT- ALSB- Automate programmable AUT 01 AUT 01 Programmeerbare automaat TP 01 Travaux de peinture TP 01 Schilderwerken VP 01 Valves publicitaires TP 01 Publiciteitspanelen Annexes Techniques / Technische bijlagen

5 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 APPAREILS DE BALISAGE BEBAKENINGSTOESTELLEN ANNEXE TECHNIQUE AB/01/A TECHNISCHE BIJLAGE AB/01/A 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

6 A. APPLIQUE MURALE POUR BALISAGE DE SECURITE NIVEAU BAS (repère SB) A. MUURWANDLAMPEN VOOR DE VEILIGHEIDSBEBAKENING OF LAAG NIVEAU (symbool SB) Description Beschrijving - Base polyamide renforcée - Diffusion polycarbonate opale - Visserie inox inviolable - Module LED - Ik 10 + (50 joules) - IP 55 - Entrée de câbles arrière - Classe de protection : 1 - Basis versterkte polyamide - Verspreider polycarbonaat opaal - Onschendbare schroeven (roestvrij staal) - LED module - Ik 10 + (50 joules) - IP 55 - Ingang van de kabels (achter) - Beveiligingsklasse : 1 B. APPAREIL A LED ENCASTRE POUR BALISAGE D OBSTACLE (repère SO) B. INGEBOUWD TOESTEL MET LED VOOR BEBAKENING VAN OBSTAKELS (symbool SO) Description Beschrijving - Corps rond en acier inoxydable de Ø 40 mm maximum et de 65 mm maximum de profondeur - Anneau de fixation et de finition en acier inoxydable plat Ø 80 mm maximum - Deux ou trois perforations dans l anneau permettent la fixation par vis de sécurité à tête fraisée de type torx - Diffuseur en verre trempé - La source est constituée d un ensemble de LED à haute efficacité de couleur blanche d une puissance totale de 1,5 W - L ensemble est IP67 IK 10 + (50 j) classe 3 - L alimentation à tension stabilisée 24 VDC est décrite ci-après. - Rond lichaam uit roestvrij staal Ø 40 mm maximum en maximale diepte: 65 mm - Bevestigingsring en afwerkingring uit plat roestvrij staal Ø 80 mm maximum - Twee of drie doorboringen in de ring laten toe deze te bevestigen met veiligheidsschroeven met verzonken kop van het type torx - Verstrooier in gehard glas - De bron bestaat uit een geheel van LED met hoog rendement, van witte kleur met een totaal vermogen van 1,5 W - Het geheel is IP67 IK 10 + (50 d) klasse 3 - De voeding met gestabiliseerde spanning 24 VDC wordt hierna beschreven. AB/01/A 2

7 C. APPAREIL A POUWER LED ENCASTRE POUR BALISAGE INDIRECT (repère SI) C. INGEBOUWD TOESTEL MET POWER LED VOOR INDIRECTE BEBAKENING (symbool SI) Description Beschrijving - Corps rond en aluminium d un Ø de 30 mm maximum et d une profondeur de 30 mm maximum - Anneau de fixation et de finition en acier inoxydable plat d un Ø de 60 mm maximum - Deux ou trois perforations dans l anneau permettent la fixation par vis de sécurité à tête fraisée de type torx - La source est une power LED blanche 1 W ou 3 W de 10 ou 30 - L ensemble est IP 67 IK 10 + (50 j) classe 3 - L alimentation à courant stabilisé est décrite ci-après. D. APPAREIL A LEDs ENCASTRE POUR BALISAGE DE CONTRE- MARCHES D ESCALIER (repère SM) - Corps de forme rectangulaire avec cadre de fixation et de finition en aluminium de dimension maximum : 300mm (L) x 55mm (h) x 75 mm (profondeur du boîtier d encastrement) - Corps et boîtier d encastrement en technopolymère - Lentille interne à prisme et verre de protection de type trempé sécurit - Joints en silicone anti-vieillissement - Le luminaire se fixe dans le boîtier d encastrement à l aide de 2 vis à tête affleurante torx en acier inoxydable - La source est composée d un ensemble de 9 LED s blanches à haute efficacité de 1,5 W au total - L ensemble est IP 10 + (50 j) classe 3 - L appareil est de type traversant avec 2 presse-étoupe PG 9 mm - L alimentation à tension stabilisée 24 VDC est décrite ci-après. - Rond lichaam uit aluminium van Ø 30 mm maximum en een diepte van maximum 30 mm - De bevestigingsring en afwerkingring uit roestvrij plat staal van maximum Ø 60 mm - Twee of drie doorboringen in de ring laten toe deze te bevestigen met veiligheidsschroeven met verzonken kop van het type torx - De bron is een power LED witte kleur 1 W of 3 W van 10 of 30 - Het geheel is IP 67 IK 10 + (50 d) klasse 3 - De voeding met gestabiliseerde gelijkstroom wordt hierna beschreven. D. INGEBOUWD TOESTEL MET LED s VOOR BEBAKENING VAN DE TREDEN VAN DE TRAPPEN (symbool SM) - Lichaam met rechthoekige vorm met bevestigings- en afwerkingkader uit aluminium met maximale afmetingen L x h x d= 300 x 55 x 75 (mm) - Lichaam en inbouwdeel zijn uit een technopolymeer - Inwendige prismavormige lens en beschermglas uit gehard veiligheidsglas - Siliconen voegen die niet verouderen - Het verlichtingstoestel wordt in de inbouwdoos bevestigd met 2 in het vlak verzonken schroeven uit roestvrij staal van het type torx - De bron is opgebouwd uit een geheel van 9 witte LED s met hoog rendement van 1,5 W in het totaal - Het geheel is IP 10 + (50 d) klasse 3 - Het apparaat is van het doorboortype met 2 wartels PG 9 mm - De gestabiliseerde voeding van 24 VDC wordt hierna beschreven. AB/01/A 3

8 E. ALIMENTATION A COURANT CONTINU STABILISEE POUR POWER LED s E. GESTABILISEERDE GELIJKSTROOMVOEDING VOOR POWER LED s Ces alimentations sont encapsulées dans un boîtier compact. Deze voedingen zitten in een compacte behuizing Caractéristiques des versions pour power LED s 1 W et 3 W Karakteristieken van de versies power LED s 1 W en 3 W U in 230 V Vac Versions 1 W 3 W U out 1-40 VDC 1-20 VDC I out 350 ma 700 ma P out 10 x 1 W 4 x 3 W Pri 2 x (2 x 2,5 mm²) Bornes à vis Sec 1 x (2 x 4 mm²) Bornes à vis Degré de protection IP 20 U in 230 V VAC Versies 1 W 3 W U out 1-40 VDC 1-20 VDC I out 350 ma 700 ma P out 10 x 1 W 4 x 3 W Pri 2 x (2 x 2,5 mm²) Schroefklemmen Sec 1 x (2 x 4 mm²) Schroefklemmen Beschermingsgraad IP 20 Protection SEC Système de sécurité incorporé auto-réparable après : Court-Circuit Surcharge Surchauffe Beveiliging SEC Ingebouwd veiligheidssysteem, zelfherstelling na: Kortsluiting Overbelasting Oververhitting F. ALIMENTATION A TENSION 24 V.D.C. STABILISEE POUR LED s F. GESTABILISEERDE GELIJKSPANNNINGSVOEDING 24 Vgs VOOR LED s Ces alimentations sont encapsulées dans un boîtier compact. Deze voedingen zitten in een compacte behuizing. Caractéristiques des versions 10 W et 25 W Karakteristieken van de versies 10 W en 25 W U in VAC U out 24 VDC I out 0,4 A ou 1,04 A U in VAC U out 24 VDC I out 0,4 A of 1,04 A AB/01/A 4

9 P out 10 W ou 25 W Pri 2 x (2 x 2,5 mm²) Bornes à vis Sec 1 x (2 x 2,5 mm²) Bornes à vis Degré de protection IP 20 P out 10 W of 25 W Pri 2 x (2 x 2,5 mm²) Schroefklemmen Sec 1 x (2 x 2,5 mm²) schroefklemmen Beschermingsgraad IP 20 Protection SEC Système de sécurité incorporé auto-réparable après : Court-Circuit Surcharge Surchauffe Charge à vide Beveiliging SEC Ingebouwd veiligheidssysteem, zelfherstelling na: Kortsluiting Overbelasting Oververhitting Nullast AB/01/A 5

10 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 PETITS APPAREILS DE COUPURE ET DE COMMANDE LICHTE SCHAKEL- EN BEDIENINGSAPPARATUUR ANNEXE TECHNIQUE AC/01 C TECHNISCHE BIJLAGE AC/01 C 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

11 A. INTERRUPTEURS DES TABLEAUX ET COFFRETS A. SCHAKELAARS VAN BORDEN EN KASTJES NBN EN CEI Type : bipolaire ou tétrapolaire suivant le cas, rotatif, à action brusque. - Commande : manuelle à poignée frontale - Indication visible de position - Intensité nominale : voir métré et listes de nomenclature. - Pouvoir assigné de fermeture en court-circuit sans protection Icm : 10 ka crête - Courant de courte durée (1 s.) admissible Icw : 3 ka eff. - Nombre de manœuvres : Norm: NBN EN CEI Type: twee- of vierpolig volgens het geval, draaiend, met snelle schakeling - Bediening: manueel met frontale greep - Zichtbare positieaanwijzer - Nominale stroomsterkte: zie meetstaat en naamlijsten - Nominaal sluitvermogen bij kortsluiting zonder beveiliging Icm: 10 ka piek - Toegestane korte-duurstroom van (1s.) Icw: 3 ka eff. - Aantal schakelingen: B. DISJONCTEURS MAGNETOTHERMIQUES B. MAGNETOTHERMISCHE SCHAKELAARS - Conformité aux normes : NBN EN ,CEI , NBN C , NBN EN à 2, CEI à 2 - Type : bipolaire, tripolaire ou tétrapolaire suivant le cas, 400 V - 50 Hz. - Intensité nominale : suivant métré et listes de nomenclature de 0,5 à 63 A. - Magnétique : courbes B, C ou D (voir listes de nomenclature) suivant NBN C Pouvoir de coupure sous 400 Vca : 10 ka minimum - Appareillage auxiliaire : un indicateur de position un déclencheur thermique sur chaque pôle un déclencheur magnétique sur chaque pôle Le déclenchement d'un pôle entraîne le déclenchement des autres pôles. un contact auxiliaire bi-fonction commutable qui s'ouvre lorsque le phénomène à signaler se produit. Dans la fonction 1 - Conform de normen: NBN EN ,CEI , NBN C , NBN EN tot 2, CEI à 2 - Type: twee-, drie-, vierpolig volgens het geval, 400 V 50 Hz - Nominale stroomsterkte: volgens meetstaat en naamlijsten van 0,5 tot 63 A - Magnetische uitschakeling: curve B, C of D (zie naamlijsten) volgens de NBN C Uitschakelvermogen 400 Vws: 10 ka minimum - Hulptoestellen: een standaanwijzer een thermische uitschakelaar op elke pool een magnetische uitschakelaar op elke pool De uitschakeling van een pool veroorzaakt de uitschakeling van de overige polen. een commuteerbaar hulpcontact met dubbele functie dat zich opent wanneer het te signaleren fenomeen zich voordoet. In AC/01 C 2

12 il y aura ouverture du contact en cas de déclenchement sur défaut, dans la fonction 2 le contact auxiliaire suit en tout temps la position des contacts principaux. la fonction 2 sera utilisée dans tous les circuits alimentés par le réseau de sécurité. La fonction 1 est utilisée dans les autres cas. functie 1 moet het contact zich openen in geval van uitschakeling wegens een storing. In functie 2 volgt het hulpcontact te allen tijde de stand van de hoofdcontacten. De functie 2 moet gebruikt worden voor alle kringen gevoed door het veiligheidsnet. De functie 1 wordt in alle andere gevallen gebruikt. 5 A sous 230 Vca - 2 A sous 48 Vcc 5 A bij 230 Vws 2 A bij 48 Vgs - Pourvu d'une commande manuelle - Durée de vie : électrique : manœuvres sous In 230 Vca et cos ϕ = 0,9 mécanique : manœuvres - Voorzien van een manuele bediening - Levensduur: elektrisch: schakelingen bij In 230 Vws en cos φ = 0,9 mechanisch: schakelingen C. DISJONCTEURS MAGNETOTHERMIQUES DIFFERENTIELS C. MAGNETOTHERMISCHE DIFFERENTIAALSCHAKELAARS - Conformité aux normes : Partie disjoncteur NBN EN ,CEI , NBN C , NBN EN à 2, CEI à 2 Partie différentielle NBN EN à 2 CEI à 2 et NBN EN à 2 CEI à 2 et addendum; résistant au courant de choc suivant NBN EN Conform de normen: Deel schakelaar: NBN EN ,CEI , NBN C , NBN EN tot 2, CEI tot 2 Deel differentiaal NBN EN tot 2 CEI tot 2 en NBN EN tot 2 CEI tot 2 en bijvoegsel, bestand tegen stootstromen volgens NBN EN Type : bipolaire ou tétrapolaire suivant le cas, 400 V - 50 Hz. - Type: twee- of vierpolig volgens het geval: 400 V 50 hz - Intensité nominale : voir métré et listes de nomenclature. - Nominale stroomsterkte: zie meetstaat en naamlijsten - Déclenchement magnétique : courbes B, C, D voir listes de - Magnetische uitschakeling: curven B, C, D; zie naamlijsten nomenclature. - Pouvoir de coupure sous 400 Vca : 10 ka - Uitschakelvermogen bij 400 Vws: 10 ka - Appareillage auxiliaire : - Hulptoestellen: un indicateur de position un déclencheur thermique sur chaque pôle un déclencheur magnétique sur chaque pôle Le déclenchement d'un pôle entraîne le déclenchement de l'autre pôle een standaanwijzer een thermische uitschakelaar op elke pool een magnetische uitschakelaar op elke pool De uitschakeling van een pool veroorzaakt de uitschakeling van de overige polen. AC/01 C 3

13 un contact auxiliaire (description voir disjoncteur magnétothermique) 5 A sous 230 Vac - 2 A sous 48 Vcc - Un dispositif de déclenchement différentiel avec seuil fixe 30 ma, 100 ma ou 300 ma selon le cas. - Un bouton-test. Een hulpcontact (beschrijving zie magnetothermische schakelaars): 5 A bij 230 Vws 2 A bij 48 Vgs - Een differentiaaluitschakelsysteem met vaste drempel van 30 ma, 100 ma of 300 ma naargelang het geval. - Een testknop. D. CONTACTEURS D. CONTACTSLUITERS - Norme NBN C IEC NBN EN CEI Type : bipolaire ou tripolaire suivant le cas. - Commande : U n bobine 230 Vca (+ 10 % - 15 %) - Intensité nominale : selon le cas (voir métré et listes de nomenclature). - Endurance mécanique 10 6 manœuvres. - Contacts auxiliaires : un inverseur pour la signalisation locale en 230 Vca et un inverseur libre (130 Vcc max) pour la télésignalisation raccordé au bornier de sortie. - Norm: NBN C IEC NBN EN CEI Type: twee- of driepolig naargelang het geval - Bediening: U n spoel 230 Vws (+ 10% - 15%) - Nominale stroomsterkte: volgens het geval (zie meetstaat en naamlijsten) - Mechanisch weerstandsvermogen: 10 6 schakelingen - Hulpcontacten : een omschakelcontact voor lokale signalisatie in 230 Vws en een vrij omschakelcontact (130 Vgs max.) voor de telesignalisatie verbonden aan het uitgangsklemmenbord E. TELERUPTEURS E. AFSTANDSSCHAKELAARS - Norme NBN C NBN EN à 2 CEI à 2 - Type : bipolaire. - Tension nominale : 230 Vca - Tension de commande : courant alternatif 230 Vca (- 20 % + 10 %) - Intensité nominale : 16 A. - Condensateurs à placer en fonction du nombre de boutons-poussoirs et longueur de ligne. - Endurance mécanique > 10 6 manœuvres F. COMMUTATEUR DE TABLEAU (en cas de commande par relais crépusculaire) - Type : à trois positions - Tension nominale : 230 V - Tension de commande : 230 Vca - Intensité : Selon le cas (voir métré et liste de nomenclature) - Norm : NBN C NBN EN tot 2 CEI tot 2 - Type: tweepolig - Nominale stroomsterkte: 230 Vws - Stuurspanning: wisselstroom 230 Vws (- 20% + 10%) - Nominale stroomsterkte: 16 A - Condensatoren te plaatsen in functie van het aantal drukknoppen en de lijnlengte. - Mechanisch weerstandsvermogen: > 10 6 schakelingen F. OMSCHAKELAAR BORD (in geval van bediening door schemerrelais) - Type: 3 standen - Nominale spanning: 230 V - Stuurspanning: 230 Vws - Stroomsterkte: volgens het geval (zie meetstaat en naamlijst) AC/01 C 4

14 - Bipolaire - Tweepolig G. BOUTONS-POUSSOIRS G. DRUKKNOPPEN - Type : 10 A/500 V - Type: 10 A/500 V IP 44 C Lumineux (témoin lumineux par diode) IP 44 C Lichtgevend (lichtgevend controlelampje door diode) - Tension de commande : 230 Vca - Stuurspanning: 230 Vws H. INTERRUPTEUR HORAIRE PROGRAMMABLE Normes NBN EN à 2 CEI à 2 - Type : Analogique - Mise à l heure automatique - Précision de l horloge ± 60 s/an - Sortie : 16A 230 V cos phi=1 - Changement automatique heure d été d hiver - Réserve de marche 6 ans - Durée d un segment 15min - Programmation minimum 30 min - Précision de commutation ± 5min - Bornier pour câble 1 à 4 mm² - Programme journalier H. PROGRAMEERBARE TIJDSCHAKELAAR NormeN NBN EN tot 2 CEI tot 2 - Type: Analoog - Automatische tijdsinstelling - Nauwkeurigheid van de klok ± 60s/jaar - Uitgang: 16A 230 V Cos phi = 1 - Automatische aanpassing winter- en zomeruur - Werkingsreserve 6 jaar - Tijdspanne van één segment 15 min - Minimale programmatietijd 30 min - Commutatienauwkeurigheid ± 5 min - Klemmenbord voor kabel 1 tot 4 mm² - Dagprogramma AC/01 C 5

15 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 ARMOIRE ELECTRIQUE DE DISTRIBUTION BASSE TENSION ELEKTRISCHE VERDEELKAST LAAGSPANNING ANNEXE TECHNIQUE AD/01 E TECHNISCHE BIJLAGE AD/01 E 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

16 DESCRIPTIF TECHNIQUE ARMOIRE ELECTRIQUE DE DISTRIBUTION BASSE TENSION TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN DE ELEKTRISCHE VERDEELKAST LAAGSPANNING Vue de face Vooraanzicht AD/01 E 2

17 AD/01 E 3

18 GENERALITES ALGEMEENHEDEN Plan de normes n ADJ/245/02 Normplan nr. ADJ/245/02 Les armoires de distribution basse tension sont assemblées et câblées dans l'usine du tableautier ou dans un atelier agréé par celui-ci. De même, le câblage intérieur y est réalisé. Si l'assemblage et le câblage sont réalisés dans un autre atelier, le soumissionnaire joindra à son offre une attestation du fabricant des tableaux stipulant que l'exécution de l'assemblage et du câblage sont conformes à la conception du fabricant. Le fonctionnaire dirigeant demandera s il le juge opportun, un exemplaire, complètement équipé et câblé en vue d'en examiner la conformité avec le Cahier Spécial des Charges. Le tableau est un ENSEMBLE à basse tension et est classé dans la catégorie «Ensemble à la conception vérifiée». Compte tenu de l'uniformité de conception, les appareils des équipements sont standardisés. Une même construction doit donc être adoptée pour chaque type d'appareil. Les dimensions maximales de l armoire sont : - profondeur : 300 mm - largeur : 2500 mm - hauteur totale sans socle : 2000 mm Le socle doit avoir une hauteur de minimum 150 mm. De LS-verdeelborden worden samengebouwd en bekabeld in de fabriek van de constructeur van de kasten of in een atelier erkend door de bordenfabrikant. Ook de interne bekabeling wordt daar aangebracht. Indien de samenbouw en bekabeling in een andere werkplaats uitgevoerd worden, moet de inschrijver bij zijn offerte een attest van de fabrikant van de borden voegen dat aangeeft dat de uitvoering van de samenbouw en bekabeling conform het concept van de fabrikant is. De leidend ambtenaar moet, zo hij dit nodig acht, een volledig uitgerust en bekabeld voorbeeld vragen met als doel de conformiteit met het Bijzonder Bestek te onderzoeken. Het bord is een GEHEEL voor laagspanning en wordt onderverdeeld in de categorie Geheel van geverifieerd ontwerp. Rekening houdend met de uniformiteit van het concept zijn de toestellen van de uitrustingen gestandaardiseerd. Eenzelfde constructie moet dus aangehouden worden voor elk type toestel. De maximale afmetingen van de kast zijn: - diepte: 300 mm - breedte: 2500 mm - totale hoogte zonder sokkel: 2000 mm De sokkel heeft een minimale hoogte van 150 mm. 1. Caractéristiques électriques de l enveloppe 1. Elektrische kenmerken van het omhulsel a) Tension d'isolement : 750 V a) Isolatiespanning: 750 V b) Tension de service : 400 V entre phase 230 V entre phase et neutre b) Bedrijfsspanning: 400 V tussen fasen 230 V tussen fase en nulgeleider AD/01 E 4

19 c) Courant max. : 250 La résistance dynamique aux courants de courts-circuits est de 40 ka crête La résistance thermique aux courants courts-circuits est de 20 ka eff. c) Max. stroom: 250 De dynamische weerstand tegen kortsluitstromen bedraagt 40 ka piek De thermische weerstand tegen kortsluitstromen bedraagt 20 ka eff. d) L'ensemble sera conforme à la norme EN-NBN et 2 d) Het geheel is conform de norm EN-NBN en 2 e) L enveloppe sera conforme à la norme EN e) Het omhulsel is conform de norm EN f) Le marquage CE sera appliqué sur les composants et sur l emballage f) De CE-markering moet aangebracht worden op de onderdelen en op de verpakking 2. Composition de l enveloppe 2. Samenstelling van het omhulsel a) L ossature est une structure modulaire composée de traverses en profilés métalliques et de panneaux d habillage permettant de constituer plusieurs cellules juxtaposées de façon rigide ou est de type monobloc. b) L armoire est constituée d'un socle de minimum 150 mm, composé d une enveloppe en tôle d acier, traitée cataphorèse + poudre époxy polyester, polymérisée à chaud et ayant subis un traitement de surface en conformité avec les tests de la norme IEC , avec une tenue de minimum 400 heures au test de brouillard salin. c) L armoire sera équipée de platine de montage de rails DIN destinés à recevoir l'équipement et d un cadre pour support de plastrons pivotant sur charnières pour permettre d accéder rapidement à l intérieur du tableau sans devoir enlever chaque plastron. Les plastrons sont fixés sur ce cadre support-plastrons par des vis 1/8 de tours imperdable nécessitant l utilisation d un outil. Chaque compartiment est équipé d un plastron spécifique. a) Het frame is een modulaire structuur samengesteld uit dwarsliggers in metalen profielen en bekledingspanelen die toelaten om meerdere cellen naast elkaar op een stevige wijze te realiseren of is van het type monoblok. b) De kast heeft een sokkel van minstens 150 mm met een omhulsel uit plaatstaal, cataforisch behandeld + epoxy-polyesterpoeder, warm gepolymeriseerd en heeft een oppervlaktebehandeling gekregen conform de testen van de norm IEC , met een weerstand van min. 400 uur bij de test met zouthoudende mist. c) De kast moet uitgerust zijn met een montageplaat met DIN rails om de uitrusting te ontvangen en met een steunkader voor borstplaten die op scharnieren draaien om een gemakkelijke toegang mogelijk te maken tot het binnenste van het bord zonder elke borstplaat te moeten wegnemen. De borstplaten worden met behulp van een werktuig op dit steunkader voor borstplaten bevestigd met onmogelijk te verliezen schroeven 1/8 toer. Elk compartiment is voorzien van een specifieke borstplaat. L armoire est composée de 3 tranches : De kast is samengesteld uit 3 delen: 1) une tranche d arrivée 2) une première tranche de disjoncteur 1) een deel inkomend veld 2) een eerste deel automaten AD/01 E 5

20 3) une tranche de borniers de sortie. 3) een deel met klemmenstrook voor uitgaande velden. d) Une séparation horizontale physique empêche le passage d un outil > 12,5 mm entre les compartiments. Chaque rangée de compartiments étant un tableau électrique à part entière, composé d une arrivée, éventuellement de différentes commandes et de plusieurs départs. Cette configuration empêchera toute ambiguïté. e) Chaque tranche d armoire se compose de 8 compartiments. Les compartiments (disjoncteurs) non utilisés sont équipés afin de permettre de recevoir directement disjoncteurs supplémentaires. d) Een fysische horizontale scheiding verhindert de doorgang van een werktuig > 12,5 mm tussen de compartimenten. Elke rij van compartimenten is een elektrische kast op zich, samengesteld uit een inkomend veld, eventueel de verschillende bedieningen en de meerdere uitgaande velden. Deze opstelling moet elke dubbelzinnigheid voorkomen. e) Elk deel van de kast is samengesteld uit 8 compartimenten. De niet gebruikte compartimenten (automaten) zijn uitgerust teneinde het direct ontvangen van extra automaten mogelijk te maken. 3. Caractéristiques mécaniques 3. Mechanische kenmerken a) Les matières plastiques seront auto extinguibles selon la norme UL 94 V1 ou V2 et exempt d'halogènes (Voir annexe technique MP/01). b) L armoire assurera une protection d'enveloppe IP 55 IK10 en position fermée et IP20 en position ouverte, conforme à la norme NBN EN a) De plastic materialen moeten zelfdovend zijn volgens de norm UL 94 V1 of V2 en halogeenvrij (zie technische bijlage MP/01). b) De kast heeft een omhullende bescherming IP 55 IK 10 in gesloten positie en IP 20 in open stand conform de norm NBN EN c) L armoire sera de type classe d isolation 1 c) De kast moet van isolatieklasse 1 zijn. d) L armoire sera munie d un socle avec fixation au mur par rail et pattes de fixation et posée sur une plaque ajourée d une épaisseur de minimum 10 mm en matière synthétique conforme à l annexe technique MP-01 et approuvée par le fonctionnaire dirigeant. e) Chaque tranche est munie d une porte. Les portes des tranches disjoncteurs sont transparentes. La porte vitrée du compartiment disjoncteurs (central) sera équipée d une serrure de type PORTEL triangulaire (7 mm). f) Les portes sont robustes (renforcées) et indéformables. Elles sont montées sur charnières permettant une ouverture d au moins 120 et verrouillables à l'aide d une poignée encastrée ou ne dépassant pas de plus de 30 mm du plan de la porte. d) De kast is uitgerust met een sokkel voor muurbevestiging met behulp van bevestigingshaken op een rail en geplaatst op een opengewerkte plaat van minstens 10 mm dik uit synthetisch materiaal conform de technische bijlage MP-01 en goedgekeurd door de leidend ambtenaar. e) Elk deel is met een deur uitgerust. De deuren van de delen automaten zijn doorzichtig. De glazen deur van het compartiment automaten (centraal) moet voorzien zijn van slot type PORTEL driehoekig (7 mm). f) De deuren zijn robuust (versterkt), niet vervormbaar en op scharnieren gemonteerd die een opening van minstens 120 toelaat. Ze zijn vergrendelbaar met een ingebouwde handgreep of een handgreep die niet verder dan 30 mm uit het deurvlak reikt. AD/01 E 6

21 g) Les portes pour les compartiments d arrivée et les borniers de départs sont équipées d une serrure de type RONIS 455. Deux clés seront livrées par armoire. Les poignées sont équipées d un dispositif permettant de cadenasser les portes. h) Les départs et les arrivées seront prévus sur les côtés, sauf stipulation contraire sur les schémas. i) Les presse-étoupe et percements, seront dimensionnés sur le plan d exécution. j) Les câbles entrant dans les ensembles ou traversant les panneaux ou séparations métalliques sont protégés par des presse-étoupes, passe-câbles ou protections spéciales selon le degré de protection imposé à l enveloppe. En cas d utilisation de câbles unifilaires, les tôles de protection et presse-étoupes sont en matériau amagnétique. k) Les entrées des câbles sont situées de façon à respecter l alignement en nappe de ceux-ci à l extérieur du tableau. Leur nombre est déterminé en fonction du nombre de câbles à raccorder, y compris une réserve de 30%. l) Tous les presse-étoupes non utilisés sont bouchés au moyen d une rondelle métallique pleine, insérée dans le presse-étoupe. m) Il est strictement interdit de passer deux câbles dans un même presse-étoupe. n) 30% d'espace libre calculé sur les disjoncteurs utilisés par compartiment doit permettre aisément les extensions ultérieures. o) L armoire doit pouvoir être manipulée dans n importe quelle position sans présenter de risque de déformations permanentes. p) L armoire de sol est prévue pour être scindée entre les deux tranches de disjoncteurs, en 2 tranches d expédition de volume égal. g) De deuren voor de compartimenten met ingaande velden en de klemmenstroken voor uitgaande velden zijn voorzien van een slot van het type RONIS 455. Per kast moeten er twee sleutels geleverd worden. De handgrepen zijn uitgerust met een voorziening om de deuren af te sluiten met een hangslot h) De in- en uitgaande velden zijn langs de zijwanden voorzien, tenzij anders aangeduid op de schema s. i) De kabelwartels en doorboringen zijn gedimensioneerd op het uitvoeringsplan. j) De ingaande kabels in de gehelen, de kabels die door de panelen gaan of de metalen afscheidingen worden beschermd door kabelwartels, kabeldoorvoeren of speciale beschermingen overeenkomstig de beschermingsgraad waaraan het omhulsel moet voldoen. Als er eenleiderkabels gebruikt worden, zijn de beschermingsplaten en kabelwartels van een niet-magnetisch materiaal. k) De kabelinvoeringen worden zodanig uitgevoerd dat de vlakke uitlijning van de kabels buiten het bord niet in het gedrang komt. Hun aantal wordt bepaald in functie van het aantal aan te sluiten kabels met inbegrip van een reserve van 30%. l) Alle ongebruikte kabelwartels worden afgedicht met een volledig metalen plaatje dat in de kabelwartel gestoken wordt. m) Het is streng verboden om twee kabels door een en dezelfde kabelwartel te steken. n) 30% vrije ruimte berekend op de gebruikte automaten per compartiment moeten latere uitbreidingen gemakkelijk toelaten. o) De kast moet in gelijk welke positie bediend kunnen worden zonder risico van blijvende vervormingen te vertonen. p) De vloerkast is voorzien om in twee delen met automaten opgesplitst te worden voor een verzending van 2 delen met gelijk volume. AD/01 E 7

22 4. Raccordements internes - filerie 4. Interne aansluitingen - bedrading Voir annexe technique PA/02. Toutes les précautions sont prises pour séparer le câblage de signalisation et/ou contrôle de commande du câblage puissance. Celui-ci doit suivre un autre cheminement. Pour ce faire, il sera fait usage d une goulotte spécifique. Zie technische bijlage PA/02. Alle maatregelen zijn genomen om de bekabeling voor signalisatie en/of bedieningscontrole te scheiden van de vermogenskabels. Deze laatste moeten een andere weg volgen en daarvoor wordt een specifieke kabelgoot gebruikt. 5. Caractéristiques de la distribution 5. Kenmerken van de verdeling a) La répartition dans le tableau se fait à l'aide de blocs 80/200 A IP22 placés horizontalement dans le compartiment disjoncteur permettant le raccordement sous tension. Ces blocs sont alimentés en 16 mm² directement par l interrupteur général, avec un maximum de 2 conducteurs par bornes, il faudra utiliser un répartiteur placé près de l interrupteur général s il y à lieu. Les raccordements des différents disjoncteurs à ces blocs se font par l avant via des bornes à ressort, insensibles aux vibrations et aux effets thermiques. b) Les départs seront sur bornes conformes à l annexe technique BR/ 01. Il peut être fait usage de bornes étayées L/N/PE par module. c) Les conducteurs PE des départs se raccordent sur la borne PE décrite en b). d) Une barre de terre en cuivre, de 45 mm² min. est placée, à l entrée dans le fond de la tranche d arrivée, et à la sortie dans le fond de la tranche borniers, ces 2 barres sont reliées entre elles par 2 conducteurs PE de 16 mm². a) De verdeling in het bord gebeurt door middel van blokken die aansluiting onder spanning mogelijk maken; deze blokken 80/200 A IP22, horizontaal geplaatst in het compartiment automaten, worden direct gevoed via 16 mm² door een algemene schakelaar met een maximum van 2 geleiders per klem. Er moet gebruik gemaakt worden van een verdeler die zo mogelijk in de nabijheid van de algemene schakelaar opgesteld is. De aansluitingen van deze verschillende automaten op deze blokken gebeurt aan de voorzijde met veerklemmen die ongevoelig zijn voor trillingen en thermische effecten. b) De uitgaande velden worden aangesloten op klemmen conform de technische bijlage BR/01. Er mag gebruik gemaakt worden van trapsgewijs geplaatste klemmen L/N/PE per module. c) De PE-geleiders van de uitgaande velden worden aangesloten op de klem PE, beschreven onder b). d) Een koperen aardingsstaaf van min. 45 mm² wordt geplaatst op de achterzijde van de ingang van het gedeelte inkomende velden en aan de achterzijde van de uitgang van het deel klemmen. Deze 2 staven worden met elkaar verbonden door 2 geleiders PE van 16 mm². 6. Repérage Schémas électriques 6. Aanbrengen van merktekens Elektrische schema s a) Sur les portes de l armoire prévoir : a) Op de deuren van de kast is voorzien: AD/01 E 8

23 Un pictogramme d'avertissement contre les dangers électriques RGIE Art.261. Une plaque signalétique reprenant la valeur du courant de court-circuit calculé, la tension de service 400V IV Le régime du neutre TNS et le numéro du tableau. Een waarschuwingspictogram tegen elektrische gevaren AREI Art Een kenplaatje met de waarde van de berekende kortsluitstroom, de bedrijfsspanning 400V IV Het regime van de nulgeleider TNS en het bordnummer. b) Pour chaque compartiment prévoir une plaque gravée avec le numéro de sous-tableau (TE1A,TE1B, TE1C.). c) Sur les disjoncteurs reprendre la numérotation des circuits reprise sur les schémas électriques. d) Sur les plastrons, prévoir des plaquettes individuelles reprenant la numérotation des circuits reprise sur les schémas, sauf les circuits de réserve qui ne doivent pas être repérés. e) La filerie interne et les bornes éventuelles seront repérées à l'aide du numéro du circuit avec un indice (exemple : 3.1, 3.2). Voir annexe PA-02 b) Voor elk compartiment wordt een gegraveerde plaat met het nummer van het onderbord voorzien. (TE1A,TE1B, TE1C.). c) Op de beveiligingsschakelaars wordt de nummering van de kringen hernomen op de elektrische schema s. d) Op de beschermplaten moeten individuele plaatjes voorzien worden die de nummering van de kringen op de schema s hernemen met uitzondering van de reservekringen die niet gemerkt moeten worden. e) De interne bedrading en de eventuele klemmen worden gemerkt met het nummer van de kring met een getal (bijvoorbeeld: 3.1., 3.2.), zie technische bijlage PA-02. f) Les bornes d'arrivées seront repérées L1, L2, L3, N. f) De klemmen van de inkomende velden zijn gemerkt L1, L2, L3, N. g) Les schémas électriques seront conformes à l annexe SE/01 g) De elektrische schema s zijn conform de bijlage SE/ Armoires réduites 7. Verkleinde kasten Ces armoires sont utilisées lorsque le nombre de compartiments ne nécessitent pas l utilisation d une armoire complète telle que décrite ci-dessus. De kasten worden gebruikt wanneer het aantal compartimenten geen volledige kast noodzaken zoals deze hiervoor beschreven is. 8. Armoires spécifiques 8. Specifieke kasten Lorsqu il s agit d une armoire spécifique comportant une seule alimentation (TV, TCFC, ), elle est de type murale et compartimentée ; l interrupteur général, les disjoncteurs et les bornes sont dans 3 compartiments disposés verticalement. L alimentation se fait par le bas et les départs par le haut. Wanneer het om een specifieke kast gaat die maar een enkele voeding bevat (TV, TCFC, ), is deze van het muurtype en nietgecompartimenteerd; de algemene schakelaar, de automaten en de klemmen bevinden zich in 3 verticaal opgestelde compartimenten. De voeding gebeurt onderaan en de uitgaande velden zijn bovenaan. AD/01 E 9

24 Annexe : Bijlage: Implantation Local BT type Inplanting LS-lokaal type AD/01 E 10

25 AD/01 E 11

26 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 ARMOIRE ELECTRIQUE DE DISTRIBUTION BASSE TENSION IGNIFUGEE BRANDWERENDE ELEKTRISCHE VERDEELKAST VOOR LAAGSPANNING ANNEXE TECHNIQUE AD/02 TECHNISCHE BIJLAGE AD/02 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

27 DESCRIPTIF TECHNIQUE ARMOIRE ELECTRIQUE DE DISTRIBUTION BASSE TENSION IGNIFUGEE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN DE BRANDWERENDE ELEKTRISCHE VERDEELKAST 1. Caractéristiques électriques 1. Elektrische kenmerken a) Tension d'isolement : 500V b) Tension de service : 230V entre phases c) L'ensemble sera conforme à la norme EN d) Le marquage CE sera appliqué sur les composants et sur l emballage a) Isolatiespanning: 500 V b) Dienstspanning : 230 V tussen fasen c) Het geheel is conform aan de norm EN d) De CE-markering zal toegepast worden op de onderdelen en op de verpakking 2. Composition 2. Samenstelling a) L armoire est constituée d une enveloppe en matière résistante au feu 90 minutes et avec le maintien de la température intérieure limite en cas d incendie selon VDE 0660 section 500 b) La construction globale sera conforme à la norme DIN 4102 c) L armoire sera équipée d une platine de montage destinée à recevoir les rails DIN et le plastron. d) La porte est équipée d un contact de signalisation N-O raccordé en série avec les contacts de signalisation des disjoncteurs. a) De kast is samengesteld uit een omhulsel dat een weerstand tegen brand heeft van 90 minuten en met behoud van begrensde binnentemperatuur in geval van brand volgens VDE 0660 sectie 500. b) De gehele constructie is conform de norm DIN 4102 c) De kast zal uitgerust zijn met een montageplaat voor de DIN rails en de beschermplaat d) De deur is uitgerust met een signalisatiecontact N-O in serie aangesloten op de signalisatiecontracten van de beveiligingsschakelaars. 3. Caractéristiques mécaniques 3. Mechanische kenmerken a) Les matières plastiques sont exemptes d'halogènes (voir annexe technique MP/01). b) L armoire assurera une protection d'enveloppe IP 54 en position fermée et IP20 en position ouverte, conforme à la norme NBN EN c) L armoire sera de type classe d isolation 2 d) L armoire sera prévue pour fixation au mur par des pattes de fixation. e) La porte sera montée sur charnières permettant une ouverture d au moins 120 et verrouillable à l'aide d un levier pivotant avec serrure RONIS 455, 2 clés seront livrées par armoire. f) Les départs et les arrivées seront prévus par le haut, sauf a) De plastische materialen zullen halogeenvrij zijn (zie technische bijlage MP/01). b) De kast heeft een omhullende bescherming IP 54 in gesloten positie en IP 20 in open stand, conform de norm NBN EN c) De kast zal klasse 2 zijn. d) De kast is voorzien om tegen de muur geplaatst te worden met een muurbevestiging bij middel van bevestigingshaken. e) De deur is op scharnieren gemonteerd, die een opening van ten minste 120 toelaten en vergrendeld worden met behulp van een scharnierende hefboom met RONIS slot 455, 2 sleutels per kast worden geleverd. f) De in- en uitgaande velden zijn bovenaan voorzien, tenzij anders AD/02 2

28 stipulation contraire sur les schémas. g) Avec presse-étoupe, sauf stipulation contraire sur les schémas. aangeduid op de schema s. g) Met kabelwartels, tenzij anders aangeduid op de schema s. 4. Raccordements internes - filerie 4. Interne aansluitingen - bedrading Voir annexe technique PA/02. Zie technische bijlage PA/ Caractéristiques de la distribution 5. Kenmerken van de verdeling a) La distribution se fera en filerie souple 6 mm² depuis l interrupteur général II 40 A jusqu aux disjoncteurs de départ b) Les câbles des départs se raccordent directement sur les disjoncteurs sans passer par un bornier c) La signalisation est reprise sur 2 bornes a) De verdeling gebeurt in soepele bedrading 6 mm² vanaf de algemene schakelaar II 40 A tot de veiligheidsschakelaars b) De uitgaande velden worden rechtstreeks op de veiligheidsschakelaars aangesloten zonder te passeren via een klemmenstrook c) De signalisatie wordt hernomen op 2 klemmen. 6. Repérage Schémas électriques 6. Aanbrengen van merktekens Elektrische schema s a) Prévoir sur les portes de l armoire : Un pictogramme d'avertissement contre les dangers électriques RGIE Art Une plaque gravée 230 V II IT. Une plaque gravée avec le numéro du tableau. b) Sur les disjoncteurs, reprendre la numérotation des circuits reprise sur les schémas électriques. c) Sur les plastrons, prévoir des plaquettes individuelles reprenant la numérotation des circuits reprise sur les schémas, sauf les circuits de réserve qui ne doivent pas être repérés. d) La filerie interne sera repérée à l'aide du numéro du circuit avec un indice (exemple : 3.1, 3.2). voir annexe PA-02 e) Les bornes d'arrivées seront repérées L1, L2. f) Les schémas électriques seront conformes à l annexe SE/01 a) Op de deuren van de kast is voorzien: Een verwittigingpictogram tegen de elektrische gevaren AREI Art Een gegraveerde plaat 230 V II IT Een gegraveerde plaat met het nummer van de kast b) Op de beveiligingsschakelaars wordt de nummering van de kringen hernomen op de elektrische schema s. c) Op de beschermplaten, individuele plaatjes voorzien die de nummering van de kringen op de schema s herneemt met de uitzondering van de reservekringen die niet moeten gemerkt worden. d) De interne bedrading en de eventuele klemmen worden gemerkt met het nummer van de kring met een getal (voorbeeld: 3.1., 3.2.) zie technische bijlage PA-02. e) De klemmen van de inkomende velden zijn gemerkt L1, L2. f) De elektrische schema s zijn conform de bijlage SE/01 AD/02 3

29 REMARQUES IMPORTANTES : BELANGRIJKE OPMERKINGEN Les armoires de distributions basse tension ignifugées sont assemblées et câblées dans l'usine du tableautier ou dans un atelier agréé par celui-ci. De même, le câblage intérieur y est réalisé. Si l'assemblage et le câblage sont réalisés dans un autre atelier, le soumissionnaire joindra à son offre une attestation du fabricant des tableaux stipulant que l'exécution de l'assemblage et du câblage sont conformes à la conception du fabricant. Le fonctionnaire dirigeant demandera s il le juge opportun un échantillon (par ex. T.G.S.), complètement équipé et câblé en vue d'en examiner la conformité avec le Cahier Spécial des Charges. Compte tenu de l'uniformité de conception, les appareils des équipements sont standardisés. Une même construction doit donc être adoptée pour chaque type d'appareil. De brandwerende verdeelborden voor laagspanning worden samengebouwd, uitgerust en bekabeld in de fabriek van de constructeur van de kasten of in een atelier erkend door de bordenfabrikant. Tevens wordt de interne bekabeling daar aangebracht. Indien de samenbouw en de bekabeling in een andere werkplaats worden uitgevoerd, zal de inschrijver bij zijn offerte een attest van de fabrikant der bordenvoegen dat aangeeft dat de uitvoering van de samenbouw en van de bekabeling conform het concept van de fabrikant is. De leidend ambtenaar zal, zo hij dit nodig acht, een staal vragen (vb. T.G.S.), volledig uitgerust en bekabeld met het oog de conformiteit met het Bijzonder Bestek te onderzoeken. Rekening houdend met de uniformiteit van het concept, zijn de toestellen van de uitrustingen gestandaardiseerd. Een zelfde constructie dient derhalve aangehouden te worden door elk type toestel. AD/02 4

30 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 - TUBES FLUORESCENTS - LED - ACCESSOIRES POUR ECLAIRAGE - FUORESCENTIEBUIZEN - LED - TOEBEHOREN VOOR VERLICHTING ANNEXE TECHNIQUE AE/01 I TECHNISCHE BIJLAGE AE/01 I 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

31 CARACTERISTIQUES DES TUBES FLUORESCENTS ET DE LEURS ACCESSOIRES KARAKTERISTIEKEN VAN DE FLUORESCENTIEBUIZEN EN HUN HULPSTUKKEN 1. Normes applicables 1. Normen van toepassing Les appareils d éclairage, leurs accessoires et leur installation sont conformes notamment aux normes suivantes : - NBN L : Eclairage intérieur des bâtiments Principes généraux - NBN L : Eclairage intérieur des bâtiments - NBN L : Eclairement, luminances, indices D éblouissement - NBN EN et 2 : Eclairage des lieux de travail Intérieur et extérieur - NBN EN ISO : Exigences ergonomiques pour Travail de bureau - éclairement - NBN EN 1838 : Eclairage de secours - NBN EN : Système d éclairage de sécurité - NBN EN : Eclairage de sécurité Installation contrôle - entretien - NBN EN : Luminaires règles particulières - NBN EN : Lampe fluorescente à deux culots- -performances - NBN EN : Lampe fluorescente à deux culots- -sécurité - NBN EN : Lampe fluorescente à culot unique - NBN EN : Lampes halogènes - NBN EN : Lampes aux halogènes Métalliques De verlichtingstoestellen, hun hulpstukken en hun installatie voldoen in het bijzonder aan de volgende normen: - NBN L : Binnenverlichting van de gebouwen Algemene principes - NBN L : Binnenverlichting van de gebouwen - NBN L : Verlichtingssterkten, luminanties en verblindingsindices - NBN EN en 2 : Werkplekverlichting Binnen en buten - NBN EN ISO : Ergonomische vereisten voor kantoorarbeid - verlichting - NBN EN 1838 : Noodverlichting - NBN EN : Noodverlichtingssysteem - NBN EN : Veiligheidsverlichting Installatie controle onderhoud - NBN EN : Bijzondere eisen verlichtingsarmaturen - NBN EN : Fluorescentielamp met twee lamphouders -prestaties - NBN EN : Fluorescentielamp met twee lamphouders -veiligheid - NBN EN : Fluorescentielamp met één lamphouder - NBN EN : Halogeenlampen - NBN EN : Halogeenlampen Metalen AE/01 I 2

32 - NBN EN : Appareillage électronique Pour lampes fluorescentes - NBN EN et 2 : Appareillage de lampes - NBN EN et 2 : Douilles diverses pour lampes - NBN EN à 205 : Interface d éclairage adressable Numérique - NBN EN : Elektronische apparatuur voor fluorescentielampen - NBN EN en 2 : Schakeltoestellen voor lampen - NBN EN en 2 : Diverse lamphouders - NBN EN tot 205 : Adresseerbare verlichtingsinterface Numeriek 2. Spécifications techniques 2. Technische specificaties A. Nomenclature des appareils d éclairage A. Nomenclatuur van de verlichtingstoestellen Voir annexe. Zie bijlage. B. Lampes fluorescentes B. Fluorescentielampen Lampes T5 : Lampen T5: Petit diamètre (max. 16 mm) Teinte : K IRC supérieur à 80 Durée de vie nominale h Flux lumineux : après heures de fonctionnement min 90 % du flux initial Kleine diameter (max. 16 mm) Kleur: 4000 K KWI hoger dan 80 Nominale levensduur u Lichtstroom: na branduren, min. 90% van de initiële stroom Flux lumineux initial (après 100 h de fonctionnement) : Initiële lichtstroom (na werking van 100 u): 80 W : 6150 lm (HO 6550 lm) 54 W : 4450 lm 49 W : 4300 lm 39 W : 3100 lm 28 W : 2550 lm (HE 2600 lm) 24 W : 1750 lm 80 W : 6150 lm (HO 6550 lm) 54 W : 4450 lm 49 W : 4300 lm 39 W : 3100 lm 28 W : 2550 lm (HE 2600 lm) 24 W : 1750 lm C. Accessoires C. Hulpstukken a. Ballast haute fréquence : i. Hoogfrequente ballast: AE/01 I 3

33 - Allumage à chaud sans clignotement - flikkervrije warme start - Mise hors service automatique du ballast en fin de durée de vie de la lampe et réamorçage automatique après remplacement de celleci - Facteur de puissance supérieur à Arbeidsfactor hoger dan 0,96 - Op het einde van de levensduur van de lamp wordt de ballast automatisch uitgeschakeld; automatische herstart na vervanging ervan - Conforme à l'en en matière de distorsion harmonique - De harmonische vervorming voldoet aan EN Le ballast résiste à une surtension de 350 V pendant 2 heures - De ballast weerstaat aan een overspanning van 350 V gedurende 2 uur - Fonctionnement stable de la lampe (pas d'effet stroboscopique, pas de clignotement des électrodes, pas d'onde lumineuse ou de striations) - Stabiele werking van de lampen (geen stroboscopisch effect, geen flikkering van de elektroden, geen lichtgolven of striatie) - Le ballast est intégré dans un seul boîtier - De ballast is geïntegreerd in 1 behuizing - La tension d'alimentation en courant alternatif est de 230 V (± 20%) 50 Hz - La lampe s'allume dans une plage de température comprise entre 15 C et 50 C - De voedingsspanning in wisselspanning is 240 V (± 20%) 50 Hz - Ontsteking van de lamp bij -15 tot +50 C - La température maximale du point test est de 75 C - De maximum testpunttemperatuur van de ballast is 75 C - Les rayonnements électromagnétiques sont limités en conformité avec l'en ; EN De elektromagnetische straling blijft beperkt overeenkomstig EN 55015; EN5022 Si le ballast est prévu pour dimming il sera du type DALI Wanneer de ballast voorzien is voor dimmen, is deze van het type DALI - Une coupure du BUS DALI provoque le passage à 100 % de l éclairage. Type de douille : Fixe Câblage interne de l'appareil : Fils cuivre 0,75 mm 2, isolement résistant à 105 C Bornes : dédoublées avec pontage pour raccordement des fils d'alimentation prévu pour fils jusqu'à 2,5 mm 2 - Een onderbreken van de BUS DALI veroorzaakt een overgang naar 100% verlichting. Lamphouder: Vast Interne bedrading van het toestel: Koperdraad van 0,75 mm 2, de isolatie weerstaat aan 105 C Klemmen: ontdubbelde klemmen met overbrugging voor aansluiting van de voedingsdraden voorzien voor draden tot 2,5 mm 2 REMARQUE : OPMERKING: AE/01 I 4

34 Les tubes et ballasts doivent être de marque identique ou à défaut, assurer un fonctionnement correct de l'ensemble, selon certificat à remettre au fonctionnaire dirigeant. De buislampen en ballasten moeten van hetzelfde merk zijn of bij gebreke, een goede werking verzekeren van het geheel. Een getuigschrift is voor te leggen aan de leidend ambtenaar. D. Commande DALI pour dimming de l éclairage E. DALI bediening voor het dimmen van de verlichting Généralités - Ce système permet d allumer, d éteindre, d augmenter et de diminuer l éclairage via un BUS - Il permettra, soit de régler cet éclairage à une valeur prédéterminée, soit de rétablir l éclairage à 100 % - Le but est de diminuer l éclairage à une valeur de ± 70 Lux de 1 h 00 à 5 h 00 du matin et de maintenir l éclairage à 100 % pendant les heures d exploitation ou sur commande du dispatching Algemeenheden - Het systeem laat toe om de verlichting aan te steken, te doven, te vermeerderen en te verminderen via een BUS - Het laat toe om hetzij deze verlichting te regelen op een vooraf bepaalde waarde, hetzij de verlichting tot 100% te herstellen - De bedoeling is om de verlichting te verminderen tot een waarde van ± 70 Lux vanaf 1u00 tot 5u00 s morgens en om deze verlichting op 100% te behouden tijdens de exploitatie-uren BUS de contrôle pour commande DALI Controlebus voor DALI bediening - Le BUS est constitué d un câble spécifique reliant la commande et - De BUS bestaat uit een specifieke kabel die de bediening met de les différents appareils verschillende toestellen verbindt - Dans les lignes lumineuses précâblées le BUS DALI est intégré - De BUS DALI wordt geïntegreerd in de voorbekabelde lichtlijnen Unité de contrôle Controle-eenheid - Constitué d un boîtier à enclipser sur rail DIN. - Bestaat uit een doos die op een DIN-rail geclipst wordt. - La fermeture d un contact ou le pilotage par une cellule - Het sluiten van een contact of het sturen door een schemerschakelaar crépusculaire enclenchera le dimming à des valeurs zal het dimmen op vooraf ingestelde waarden inschakelen. prédéterminées. La défaillance ou la coupure de l alimentation provoque l éclairage à 100 %. - une dérogation à clefs Ronis 455 permet d activer manuellement l éclairage à 100 %. - Une commande lancée à partir du dispatching permet de ramener la puissance à 30% de l éclairage nominal ou de ramener la puissance à 100% de l éclairage nominal. Het defect of de onderbreking van de voeding veroorzaakt een verlichting van 100%. - Een afwijking met sleutels Ronis 455 laat toe de verlichting van 100% handmatig te activeren. - Een bediening geactiveerd door de dispatching laat toe om het vermogen te herleiden tot 30% van de nominale verlichting of om het vermogen te verhogen tot 100% van de nominale verlichting. CARACTÉRISTIQUES DES LED S KARAKTERISTIEKEN VAN DE LED S AE/01 I 5

35 Les appareils d éclairage, leurs accessoires et leur installation sont conformes notamment aux normes suivantes : - NBN EN : Lampes LED performances - NBN EN : Lampes LED sécurité - NBN EN : Module LED pour éclairage général - définissant les exigences de sécurité ainsi que les conditions de conformité et les procédés de contrôle des modules LED, avec et sans module de commande intégré. - NBN EN : Appareillage électronique pour module LED - CEI : Réglementation d uniformité Terminologique en matière De technologie des LEDs - CEI : Modules LED - CEI : Sécurité photo-biologique des Lampes et système de lampes. De verlichtingstoestellen, hun hulpstukken en hun installatie voldoen in het bijzonder aan de volgende normen: - NBN EN : LED-lampen - prestaties - NBN EN : LED-lampen - veiligheid - NBN EN : LED-module voor algemene verlichting bepaling van de veiligheidsen conformiteitseisen en de controleprocedés van LED-modules, met en zonder ingebouwde bedieningsmodule - NBN EN : Elektronische apparatuur voor LED-module - CEI : Eenvormigheidsregeling Terminologie op het vlak van de technologie van LED s - CEI : LED-modules - CEI : Fotobiologische veiligheid van Lampen en lampsystemen 3. Spécifications techniques 3. Technische specificaties Les caractéristiques imposées ci-dessous sont mesurables et opposables à une température ambiante de 25 C. Lors de la conception d une lampe et d un luminaire LED, les différentes unités LED sont prises parmi un lot. Les unités LED d un même lot peuvent avoir des caractéristiques différentes en termes d intensité et de couleur. Pour assurer une production de luminaire de mêmes caractéristiques photométriques et de température de couleur, les constructeurs ont mis au point le "binning". De voorgeschreven karakteristieken hierna zijn meetbaar en opponeerbaar bij een omgevingstemperautur van 25 C. Tijdens het ontwerp van een LED-lamp en een LED-verlichting worden de verschillende LED-eenheden uit één partij genomen. De LED-eenheden van eenzelfde partij kunnen verschillende karakteristieken hebben wat intensiteit en kleur betreft. Om een productie van lampen met dezelfde fotometrische karakteristieken en kleurtemperatuur te garanderen, hebben de fabrikanten "binning op punt gesteld. AE/01 I 6

36 Le binning est caractérisé par le tri en fonction de critères spécifiques : Tri selon la couleur ; Sorteren op kleur; Tri selon le flux lumineux ; Sorteren volgens lichtstroom; Tri selon la tension directe. Sorteren op directe spanning. Binning wordt gekenmerkt door het sorteren in functie van specifieke criteria: - La tolérance de couleur est de 3 step s sur les ellipses de MacAdam - De kleurtolerantie is 3 stappen op de ellipsen van Macadam. - Les LEDs proviennent toutes de la même classe de tolérance (Binning), appropriée aux propriétés ci-décrites. - De LED s komen allen uit dezelfde, geschikte tolerantieklasse (Binning) met de hier beschreven eigenschappen. - Un œil avertit ne peut distinguer une disparité de couleur sur un ensemble de LED S. - Een gewaarschuwd oog kan geen kleurverschil waarnemen voor een geheel van LED S. - Taux de défaillance des LEDs C < 0,1% par 1000h - Storingsfactor van de LED s C < 0,1% per 1000 u. - Technologie COB (Chip-on-Board = puce sur carte) : Les semiconducteurs (sans boîtier «nus») sont fixés directement sur le substrat (matériau support). Avec ce procédé, on peut atteindre une «densité de composants» plusieurs fois plus forte qu avec la technologie SMD. - Technologie COB (Chip-on-Board = chip op kaart): de halfgeleiders (zonder «naakte» doos) worden direct op de drager (dragend materiaal) vastgemaakt. Met dit procedé kan een veel grotere «dichtheid van de componenten» bereikt worden dan met de SMDtechnologie. - Le cône d émission est uniforme et sans points lumineux distincts. - De emissieconus is uniform en zonder duidelijke lichtpunten. - Le substrat utilisé est en céramique, permettant un refroidissement optimal, ce qui permet d atteindre un rendement et une durée de vie supérieurs. - De gebruikte drager is van keramiek wat een optimale afkoeling en als gevolg daarvan een groter rendement en levensduur mogelijk maakt. - La gestion thermique est assurée par des dissipateurs adéquatement choisis pour atteindre les rendements et durée de vie imposés. - Het warmtebeheer wordt verzekerd door adequaat gekozen warmteafleiders om de voorgeschreven rendementen en levensduur te bereiken. BLEUE BLAUW - Couleur : bleu entre mm - Kleur: blauw tussen mm - Efficacité > 40 lm/w - Rendement > 40 lm/w - Durée de vie pour B50, L70 : h - Levensduur voor B50, L70 : uren - L alimentation doit être compatible au type de LED - De voeding moet passen bij het type LED BLANCHE Couleur :blanc K pour le blanc chaud, K pour le blanc neutre ou K pour le blanc froid. WIT Kleur: wit K voor warm wit, K voor neutraal wit of K voor koud wit. AE/01 I 7

37 - Indice de Rendu des couleurs IRC (Ra) > 80 Kleurweergave-index CRI (Ra) > 80 - L alimentation des LED S doit être compatible au type de LED De voeding van de LED s moet compatibel zijn met het type LED. - Efficacité > 110 lm/w à un courant d excitation de 350mA : Le flux lumineux est calculé à température de service, il s agit donc de «lumens chauds». Efficiëntie > 110 lm/w bij een bekrachtigingsstroom van 350 ma: de lichtstroom wordt berekend bij bedrijfstemperatuur, het betreft dus «warme lumina». - Durée de vie de h sous les conditions suivantes : Levensduur van u met de volgende voorwaarden: Dégradation progressive du flux lumineux L80/B20 : Au bout de h de fonctionnement, il reste encore 80% du flux lumineux de départ et seulement 20% des modules devraient tomber sous cette valeur de L80. Dégradation soudaine du flux lumineux L0/C05 : Au bout de h de fonctionnement, au plus 5% des modules auront cessé de fonctionner. Progressieve verzwakking van de lichtstroom L80/B20: na bedrijfsuren blijft er nog 80% van de initiële lichtstroom over en maar 20% van de modules mogen onder deze waarde van L80 vallen. Plotse verzwakking van de lichtstroom L0/C05: na bedrijfsuren mag hoogstens 5% van de modules niet meer werken. Note : les flux lumineux sont précisés après 100h de fonctionnement (période de stabilisation). Module de conversion pour créer un appareil normal/sécurité autonome avec interface vers la gestion centralisée existante Opmerking : de lichtstromen worden gepreciseerd na 100 bedrijfsuren (stabilisatieperiode). Conversiemodule om een autonoom toestel normaal/veiligheid te bekomen met interface naar het bestaande gecentraliseerde beheer - Interface DALI vers le réseau ESM existant de la S.T.I.B. - Interface DALI naar het bestaande ESM-netwerk van de M.I.V.B. - Autonomie 2h00 - Autonomie 2u00 AE/01 I 8

38 - Batterie Ni Mh haute température - Batterij Ni Mh hoge temperatuur - Protection contre décharge profonde - Beveiliging tegen sterke ontlading - Pour ballast H.F. - Voor H.F.-ballasten - Permet auto-test et signalisation - Auto-test en signalisatie mogelijk Annexe. Bijlagen Repère - Merkteken Appareils d'éclairage symbole -symbool Verlichtingtoestellen a. Type de luminaire a. Type lichttoestel AV Appareil Anti-vandalisme AV Toestel antivandalisme AG Applique générale AG Algemeen opbouwtoestel BS Bloc autonome de sécurité (secours) BS Zelfstandig veiligheidslichttoestel (nood) CM Contre-marche CM In stootbord DO Appareil Décoratif DO Decoratief apparaat BE Appareil de balisage-évacuation BE Bebakeningstoestel (evacuatie) FL Frise lumineuse FL Lichtfries GA Gap (quai) GA Gap (perron) MO Appareil Modulaire (faux-plafond) MO Modulaire toestel (verlaagd plafond) OS OSV OS OSV PS Projecteur PS Projector RE Rail d'éclairage RE Verlichtingsrail RG Réglette RG Strip licht QS Rail précâblé spécial QS Speciaal voorbedrade rail QA Rail précâblé avec aile acoustique QA Voorbedrade rail met akoestische vleugel QN Rail précâblé normal QN Normaal voorbedrade rail SP Spots SP Spots TU Appareil d'éclairage intensif (tunnel) TU Intensief lichttoestel (tunnel) UD Appareil Up & Down UD Toestel Up & Down VO Armature étanche orientable VO Verdraaibaar hermetisch toestel VV Armature étanche VV Waterdicht verlichtingstoestel VP Appareil pour valve publicitaire VP Toestel voor publiciteitspanelen VF Armature étanche pour fosse VF Waterdicht lichttoestel voor kuilen ZZ Autres ZZ Andere AE/01 I 9

39 - b. Caractéristiques b. Karacteristieken 0 Spécial (à définir) 0 Speciaal (te bepalen) 1 Apparent 1 Opbouw 2 Encastré 2 Inbouw 3 Suspendu 3 Opgehangen 4 Placé sur échelle à câbles 4 Geplaatst op kabelladders c. Type de sources c. Brontypes A Lampe spéciale à définir A Speciale lamp te bepalen F Fluorescente F Fluorescentiebuizen H Halogène H Halogeen I Iodure métallique I Metaaljodidelamp L Led (diode électro-luminescente) L Led P Fluo-compact (PL) P Fluocompact (PL) S Vapeur de sodium haute pression S hoge druk natriumdamp d. Gradation d. Dimming n No dimming n No dimming d Dimming d Dimming Exemple: SP2Ld = Spot encastré équipé d'une lampe LED sur dimmer Voorbeeld: SP2Ld = Spot inbouwd met LED-lamp op dimmer AE/01 I 10

40 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 APPAREILS D'ECLAIRAGE VERLICHTINGSTOESTELLEN ANNEXE TECHNIQUE AE/02 I TECHNISCHE BIJLAGE AE/02 I 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

41 Généralités Algemeenheden - Normes : voir annexe technique AE/01 - Accessoires conforment à l annexe technique AE/01 - Matières synthétiques conformes à l annexe technique MP/01 Nomenclature des appareils d éclairage Voir annexe. - Normen: zie technische bijlage AE/01 - Toebehoren conform aan de technische bijlage AE/01 - Synthetische stoffen conform aan de technische bijlage MP/01 Nomenclatuur van de verlichtingstoestellen Zie bijlage. A. Appareils pour les faux-plafonds métalliques (repère MO2F) A. Armaturen voor metalen valse plafonds (symbool MO2F) - embase en polyester renforcé de fibres de verre en une pièce et qui porte l'appareillage électrique auxiliaire - huis is van met glasvezel versterkt polyester uit één stuk dat de elektrische hulpapparatuur draagt - diffuseur en polycarbonate opalin, est résistant au UV, coulé en une pièce avec coins solides - diffusor in opaalachtig polycarbonaat, bestand tegen UV, uit één stuk gegoten met stevige hoeken - étanchéité est égale ou supérieure à IP 54 - de waterdichtheid is gelijk aan of hoger dan IP 54 - utilisation de tubes fluorescents de type T5 - uitgerust voor fluorescentiebuizen van het type T5 - classe de protection : 1 - beschermingsklasse: 1 B. Appareil d éclairage encastré LED pour faux-plafond modulaire (repère MO2L) B. Ingebouwd LED-verlichtingstoestel voor modulaire valse plafonds (symbool MO2L) - Boîtier d encastrement en tôle d acier de 0,6mm minimum profilé et recouvert d un vernis anti-rayures blanc particulièrement résistant, la couche appliquée est d au moins 60 microns. - Inbouwdoos van geprofileerd plaatstaal van min. 0,6 mm en behandeld met een zeer bestendige, witte, krasvrije vernis. De aangebrachte laag is minstens 60 micron dik. - Luminaire encastré comportant 4 platines de LEDs mi-puissance - Ingebouwd verlichtingstoestel met 4 platen LED s half vermogen - Diffuseur anti-uv - Diffusor anti-uv - Verre trempé dépoli et sérigraphié ou acrylique opale ou microprismatique. - IP44 - IP44 - Pour faux plafond module 600 ou Voor vals plafond module 600 of Gehard en gezeefdrukt matglas of opalen of microprismatisch acrylglas AE/02 I 2

42 C. Appareil d éclairage apparent LED (repère AG1L) C. LED-verlichtingstoestel voor opbouw (symbool AG1L) - Boîtier en tôle d acier de 0,7mm minimum profilé et recouvert d un vernis anti-rayures blanc particulièrement résistant, la couche appliquée est d au moins 60 microns. - Opbouwdoos van geprofileerd plaatstaal van min. 0,7 mm en behandeld met een zeer bestendige, witte, krasvrije vernis. De aangebrachte laag is minstens 60 micron dik. - Luminaire comportant 4 platines de LEDs mi-puissance - Verlichtingstoestel met 4 platen LED s half vermogen - Diffuseur anti-uv - Diffusor anti-uv - Verre trempé dépoli et sérigraphié ou acrylique opale ou microprismatique. - IP44 - IP44 - Gehard en gezeefdrukt matglas of opalen of microprismatisch acrylglas D. Luminaire rond encastré pour faux-plafond (repère SP2L) D. Ingebouwd rond lichttoestel voor vals plafond (symbool SP2L) - un module à LED interchangeable muni d un système de refroidissement passif en aluminium extrudé à ventelles radiales - une optique réalisée d une seule pièce en polycarbonate autoextinguible lisse teintée aluminium mat - un boîtier d alimentation réalisé en polycarbonate exempt d halogène, le boîtier contient le bornier de raccordement type Wieland - le diamètre d encastrement est compris entre 150 et 200 mm, la hauteur maximum de l appareil est comprise entre 100 et 150 mm. - Rendement minimum : 65 % - minimum rendement: 65% - IP55 - IP55 - een module met verwisselbare LED uitgerust met een passief koelsysteem van geëxtrudeerd aluminium met radiale kleppen - een optiek vervaardigd uit één stuk in zelfdovend, glad polycarbonaat met matte aluminiumkleur - een voedingskast in halogeenvrij polycarbonaat, de kast bevat de aansluitklem type Wieland - de inbouwdiameter bedraagt tussen 150 en 200 mm, de max. hoogte van het toestel bedraagt tussen 100 en 150 mm - Épaisseur du plafond 9 à 30 mm - Luminaire en fonte d alu et acier inoxydable - Verre de sécurité - Réflecteur en alu anodisé - Profondeur du luminaire maximum 150 mm - Fixation par griffes - Poid 1,5 kg maximum - Angle de diffusion minimum 60 - Led K : 1100 lm minimum - Rendu de couleur > 80 - Dikte van het plafond: 9 tot 30 mm - Verlichtingstoestel in gegoten aluminimum en roestvrij staal - Veiligheidsglas - Reflector in geanodiseerd aluminium - Max. diepte van het verlichtingstoestel van 150 mm - Bevestiging door middel van klauwen - Gewicht van 1,5 kg maximum - Verstrooiingshoek minimum 60 - Led K: 1100 lm minimum - Kleurweergave > 80 E. Armatures étanches (repère VV1F,VV3F et VV4F) E. Waterdichte verlichtingstoestellen (symbool VV1F,VV3T en VV4F) Ces appareils sont composés : De toestellen bestaan uit: AE/02 I 3

43 - d un boîtier de base en polycarbonate injecté résistant aux chocs et auto-extinguible - d une unité électrique "support des accessoires" servant également de réflecteur et fixée au boîtier par des dispositifs "quart de tour" imperdables - d un diffuseur en polycarbonate transparent, stabilisé aux ultraviolets, injecté d'une seule pièce et maintenu en place par des clips imperdables en polychromate - een huis van gespoten polycarbonaat, schokvast en zelfdovend - een elektrische eenheid «steunplaat voor de hulpstukken» die als reflector gebruikt wordt en die in het huis bevestigd is met onverliesbare kwarttoerschroeven - een doorschijnende diffusor van UV-gestabiliseerd polycarbonaat; deze in één stuk gespoten diffusor wordt door onverliesbare clips in polychromaat vastgehouden. - le diffuseur a une surface lisse "antistatique". Il est retenu au boîtier lors de l'ouverture de l'appareil : un tube fluorescent de 24, 28, 39, 49, 54 ou 80 W. - la résistance mécanique de l'appareil complet est au minimum IKO8 selon la norme EN degré de protection IP 55 - beschermingsgraad: IP 55 - l appareil doit pouvoir être fixé aussi bien au plafond que sur une paroi verticale avec les mêmes clips de fixation - classe de protection : 1 - beschermingsklasse: 1. - de diffusor heeft een glad oppervlak en is antistatisch. Hij blijft aan het huis bevestigd bij het openen van het toestel: een fluorescentiebuis van 24, 28, 39, 49, 54 of 80 W - de mechanische weerstand van het volledige toestel is minstens IK08 volgens de norm EN het toestel kan zowel aan het plafond als op een verticale wand bevestigd worden met dezelfde bevestigingsclips F. Armature étanche à bagues (repère VV1F,VV3F et VV4F) F. Waterdicht armatuur met ringen (symbool VV1F,VV3T en VV4F) Caractéristiques électriques - classe de protection II - degré de protection IP 65 Caractéristiques mécaniques Elektrische eigenschappen - beschermingsklasse II - beschermingsgraad IP 65 Mechanische eigenschappen - boîtier de la base en polyester renforcé de fibre de verre autoextinguible. Le couvercle de ce boîtier est maintenu par des clips imperdables en acier inoxydable. - omhulsel van de basis in zelfdovend, met glasvezel versterkt polyester. Het deksel van het omhulsel wordt vastgehouden met onverliesbare clips uit roestvrij staal - la lampe fluorescente n est pas protégée mécaniquement - de fluorescentielamp is niet mechanisch beschermd - 2 bagues de serrage assurent le degré de protection au niveau - 2 aanspanringen verzekeren de beschermingsgraad ter hoogte des douilles van de lamphouders - l appareil doit pouvoir être fixé aussi bien au plafond que sur une - het toestel moet zowel aan het plafond als op een verticale wand paroi verticale avec les mêmes clips de fixation bevestigd kunnen worden met dezelfde bevestigingsclipsen - matière plastique conforme à l annexe technique MP/01 - plastic materiaal conform de technische bijlage MP/01 G. Appareils pour valves publicitaires (repère VP0L.) G. Verlichtingstoestellen voor publiciteitspanelen (symbool VP0L) AE/02 I 4

44 Ces appareils sont composés : Deze toestellen bestaan uit: - d une tôle de base en acier de 2 mm d'épaisseur et émaillée au four sur les deux faces. - een basisplaat in staal van 2 mm dikte en langs beide zijden geëmailleerd in de oven. - l'émaillage est fait aux résines "époxy" et a une épaisseur minimale de 120 microns. - het leren gebeurt met «epoxyharsen» tot een dikte van min. 120 micron. - la teinte de l'émail est blanche - de kleur van het is wit - de différents accessoires électriques qui sont fixés sur la tôle de base. Le montage des accessoires électriques se fait obligatoirement en atelier, un renfort est prévu au droit de chaque soquet - alle op de basisplaat bevestigde, elektrische hulpstukken. De montage van de elektrische hulpstukken moet verplicht in de werkplaats gebeuren; een versteviging wordt voorzien aan elke lamphouder H. Armatures anti-vandalisme (Repères AV1L, AV2L) H. Toestellen antivandalisme (symbool AV1L, AV2L) - Conforme à la norme EN Hauteur maximum 80 mm - Largeur maximum 100 mm - Corps en polycarbonate de 3 mm minimum - Fermeture de l armature par vis inviolable - Presse étoupe IP 66 minimum - Source lumineuse à Led - Si inox : 316 L - Possibilité d un reflecteur asymétrique - IP minimum 66 - IK 10 (50 joules) minimum I. Appareils orientables étanches en aluminium extrudé (repère VO1F, VO1L, VO3F et VO3L) - Overeenkomstig de norm EN Maximumhoogte 80 mm - Maximumbreedte 100 mm - Behuizing in polycarbonaat van minimum 3 mm - Afsluiten van het armatuur door middel van onschendbare vijzen - Kabelwartel IP 66 minimum - LED-lichtbron - Indien roestvrij staal: 316 L - Mogelijkheid van een asymmetrische reflector - IP minimum 66 - IK 10 (50 joule) minimum I. Verdraaibare hermetische toestellen in geëxtrudeerd aluminium (symbool VO1F, VO1L, VO3F en VO3L) Description : Beschrijving: - Luminaire design de forme élégante et discrète - Corps en aluminium extrudé anodisé min. 15 µ m RAL 9006 de section en forme double arrondie - Diffuseur en verre trempé monté sur charnières en techno polymère, avec joint en silicone - Embouts en aluminium moulé sous pression, peints par poudre polyester RAL Fermeture par clips en aluminium épousant parfaitement la - Lichttoestel met elegante en discrete vormgeving - Lichaam uit geanodiseerd, geëxtrudeerd aluminium min. 15 µ m RAL 9006 met dubbel afgeronde doorsnede - Diffusor van gehard glas gemonteerd op scharnieren uit technopolymeer, met siliconevoeg - Uiteinden uit drukgegoten aluminium, geschilderd met polyesterpoeder RAL Sluiting met clips in aluminium, nauw aansluitend aan de vorm AE/02 I 5

45 forme du luminaire - Réflecteur en aluminium pur 99,85 % brillanté et anodisé de forme parabolique - Le luminaire est orientable de 12 par rapport à son axe - Visserie extérieure en inox - Pour lampe fluorescente T5 ou à Led - Rendement : 65 % minimum - IP 66 IK 08 - Les luminances seront limitées à cd/m² à 70 dans le plan transversal van het toestel - Reflector in zuiver aluminium 99,85%, glanzend, geanodiseerd en van parabolische vorm - Het lichttoestel is verdraaibaar over 12 ten opzichte van zijn as - Uitwendig schroefwerk uit roestvrij staal - Voor fluorescentielamp T5 of Led - Rendement: minimum 65% - IP 66 IK 08 - De lichtsterktes moeten beperkt zijn tot cd/m² op 70 t.o.v. het transversale vlak J. Appareils étanches en aluminium extrudé (repère QN3F, QN3L) J. Hermetische toestellen in geëxtrudeerd aluminium (symbool QN3F, QN3L) Description : Beschrijving: - Luminaire design de forme élégante et discrète - Corps en aluminium extrudé anodisé min. 15 µ m RAL 9006 de section en forme double arrondie - Diffuseur en verre trempé sécurit monté sur charnières, avec joint en silicone - Câblage traversant 5 x 1,5 mm² et double presse-étoupe pour alimentation en ligne continue - Embouts en techno polymère VO-UL94 (850 C) - Fermeture par clips en aluminium épousant parfaitement la forme du luminaire avec ressort inox - Réflecteur en aluminium pur 99,85 % brillanté et anodisé de forme parabolique - Classe 1 - Visserie extérieure en inox - Avec lampe fluorescente T5 ou à Led - Rendement : 75 % minimum - IP 66 IK 08 - Fixation au plafond encliquetable par 2 ressorts inox - Peut être équipé d un dispositif d éclairage secours K. Appareils anti-vandalisme à encombrement réduit (repère AV0F, AV0L) - Lichttoestel met elegante en discrete vormgeving - Behuizing uit geanodiseerd, geëxtrudeerd aluminium min. 15 µ m RAL 9006 met dubbel afgeronde doorsnede - Diffusor van gehard securit glas gemonteerd op scharniere,n met siliconevoeg - Doorvoerbekabeling 5 x 1,5 mm² en dubbele kabelwartel voor doorlopende lijnvoeding - Uiteinden uit technopolymeer VO-UL94 (850 C) - Sluiting met clips in aluminium, nauw aansluitend aan de vorm van het toestel met roestvrij stalen veer - Reflector in zuiver aluminium 99,85 %, glanzend, geanodiseerd en van parabolische vorm - Klasse 1 - Uitwendig schroefwerk uit roestvrij staal - Met fluorescentielamp T5 of Led - Rendement: minimum 75% - IP 66 IK 08 - Bevestiging aan het plafond met 2 roestvrijstalen veren - Mag uitgerust worden met een noodverlichtinginrichting K. Antivandaal toestel met beperkte afmetingen (symbolen AV0F, AV0L) - Corps en acier zingué peint par poudre polyester de couleur - Behuizing uit verzinkt staal, geschilderd met polyesterpoeder, AE/02 I 6

46 noire ou grise - Diffuseur en polycarbonate clair - Pour lampe fluorescente ø 16 mm ou à Led - Encombrement maximum de h : 100 mm et l : 210 mm pour la pose à plat (VR) et de C : 160 mm x 160 mm pour la pose en angle (VC) - IP 65 - IK 10 + (50 joules minimum) van zwarte of grijze kleur - Diffusor uit helder polycarbonaat - Voor een fluorescentielamp van ø 16 mm of Led - Afmetingen: maximumhoogte: 100 mm en breedte 210 mm voor een vlakke opstelling (VR) en van 160 mm x 160 mm voor een opstelling onder hoek (VC) - IP 65 - IK 10 + (50 joule minimum) L. Projecteur (repère PS1I) L. Projector (symbool PS1I) Le corps Het lichaam - Boîtiers moulés en aluminium sous pression contenant le réflecteur, les auxiliaires, la lampe et le diffuseur - Les parties des boîtiers en aluminium sont protégés par une peinture polyester cuite au four - Les parties intérieures du boîtier ont une bonne résistance à la corrosion soit par un traitement approprié soit de par les matériaux qui les composent - Teintes : standard du constructeur - Entrée du câble par presse-étoupe - Compacte omhulsels uit onder druk gegoten aluminium dat de reflector, het toebehoren, de lamp en de diffusor bevat. - De delen van het omhulsel uit aluminium worden beschermd door een polyesterverf gebakken in de oven. - De binnenste delen van het omhulsel hebben een goede weerstand tegen corrosie hetzij door een gepaste behandeling, hetzij door de materialen waaruit deze samengesteld zijn. - Kleuren: standaard van de fabrikant. - Ingang van de kabel via kabelwartel Le réflecteur De reflector - Fabriqué en aluminium de haute pureté, embouti, brillanté et oxydé anodiquement ou métallisé sous vide. - Vervaardigd uit zeer zuiver aluminium, diepgetrokken, glanzend en oxidatie op anodische wijze of gemetalliseerd onder vacuüm. Le diffuseur De diffusor - En verre trempé - In gehard glas. Accessoires Toebehoren - Grille anti-éblouissante - Antiverblindingsrooster. Suspentes Ophanging - Etrier de fixation métallique protégé contre la corrosion et peint, teinte identique au luminaire - Metalen bevestigingsbeugels beschermd tegen corrosie en geschilderd, kleur identiek aan het verlichtingstoestel. AE/02 I 7

47 Caractéristiques Karakteristieken - Auxiliaires incorporés au luminaire - Luminaires prévus pour lampes à décharge soit 70 W soit 150 W 230 V - Lampe : type iodure métallique à brûleur céramique - Si utilisation de Led : le luminaire sera muni d un verre ou polycarbonate opalin - Classe d isolation électrique : 1 suivant norme EN Degré d étanchéité minimum : IP 65 suivant norme NBN C Résistance mécanique minimum aux chocs : IK 10 pour le corps et IK 8 pour le diffuseur - Fermeture par clips en Inox ou Aluminium traité - L appareil est conçu pour être fixé également au plafond, le constructeur garanti que la lampe étant alors placée sous les auxiliaires ne dégrade pas ceux-ci par un échauffement excessif. - Toebehoren ingebouwd in het toestel. - Verlichtingstoestellen voorzien voor ontladingslampen hetzij 70 W, hetzij 150 W 230 V. - Lamp: metaaljodidelampen met keramische brander. - Bij gebruik van led moet het verlichtingstoestel met glas of opalen polycarbonaat uitgerust worden - Elektrische isolatieklasse: 1 volgens norm EN Minimale dichtheidsgraad: IP 65 volgens norm NBN C Minimale mechanische weerstand tegen schokken: IK 10 voor het lichaam en IK 8 voor de diffusor. - Sluiten met clips uit inox of behandeld aluminium. - Het toestel is ontworpen om eveneens aan het plafond bevestigd te worden, de fabrikant waarborgt dat de karakteristieken van het toebehoren niet verzwakken door overdreven warmte, omdat de lamp in deze positie onder het toebehoren geplaatst wordt. AE/02 I 8

48 Annexe Appareils d'éclairage Verlichtingtoestellen Repère / symbool a Type de luminaire Type lichttoestel AV Appareil Anti-vandalisme Toestel antivandalisme AG Applique générale Algemeen opbouwtoestel BS Bloc autonome de sécurité Zelfstandig veiligheidslichttoestel (nood) (secours) CM Contre-marche Stootbord DO Appareil Décoratif Decoratief apparaat BE Appareil de balisage-évacuation Bebakeningstoestel (evacuatie) FL Frise lumineuse Lichtfries GA Gap (quai) Gap (perron) MO Appareil Modulaire (faux-plafond) Modulair toestel (vals-plafond) OS OSV OSV PS Projecteur Projector RE Rail d'éclairage Verlichtingsrail RG Réglette Strip licht QS Rail précâblé spécial Speciaal voorbedrade rail QA Rail précâblé avec aile acoustique Voorbedrade rail met akoestische vleugel QN Rail précâblé normal Normaal voorbedrade rail SP Spots Spots TU Appareil d'éclairage intensif Intensief lichttoestel (tunnel) (tunnel) UD Appareil Up & Down Toestel Up & Down VO Armature étanche orientable Verdraaibaar hermetisch toestel VV Armature étanche Waterdicht verlichtingstoestel AE/02 I 9

49 VP Appareil pour valve publicitaire Toestel voor publiciteitspanelen VF Armature étanche pour fosse Waterdicht lichttoestel voor kuilen ZZ Autres Andere b Caractéristiques Karacteristieken 0 Spécial (à définir) Speciaal (te bepalen) 1 Apparent Opbouw 2 Encastré Inbouw 3 Suspendu Opgehangen 4 Placé sur échelle à câbles Geplaatst op kabelladders c Type de sources Brontypes A Lampe spéciale à définir Speciale lamp te bepalen F Fluorescente Fluorescentiebuizen H Halogène Halogeen I Iodure métallique Metaaljodide L Led (diode électro-luminescente) Led P Fluo-compact (PL) Fluocompact (PL) S Vapeur de sodium haute pression Hoge druk natriumdamp d Gradation Dimming n No dimming No dimming d Dimming Dimming Voorbeeld : SP2Ld = Spot inbouwd met LED-lamp op dimmer Exemple: SP2Ld = Spot encastré équipé d'une lampe LED sur dimmer AE/02 I 10

50 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 LIGNES LUMINEUSES PRECABLEES Repères QN3F VOORBEDRADE VERLICHTINGSLIJNEN Symbool QN3F ANNEXE TECHNIQUE AE/03 H TECHNISCHE BIJLAGE AE/03 H 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

51 1. Description générale 1. Algemene beschrijving A. ligne lumineuse est constituée de châssis auto-portants en aluminium extrudés avec anodisation, de 15 microns minimum, ou peint par poudrage, teinte RAL à définir. Ce châssis en forme de profilé a une dimension transversale de soit 180 mm minimum (repère PS) soit 150 mm maximum (repère PE) et a une longueur de 6 m max, adaptée au pas des luminaires choisis. Ce profilé est tel qu'il permet : A. Een voorbedrade lichtlijn bestaat uit een zelfdragend chassis van geëxtrudeerd aluminium met anodisatie van minimum 15 micron of geschilderd door verstuiving, RAL tint te bepalen. Het profielvormige chassis heeft een transversale doorsnede van ofwel 180 mm minimum (symbool PS) ofwel 150 mm maximum (symbool PE) en een maximumlengte van 6 m, aangepast aan het gekozen type van lampen. Dit chassis laat het volgende toe: dans la partie inférieure : in het ondergedeelte: - l'incorporation des appareils d'éclairage dans leur totalité avec un jeu maximum entre appareil et profilé de 5 mm ; - l'incorporation de l éclairage de sécurité. Les caméras et les haut-parleurs seront, si possible, incorporés dans cette ligne lumineuse ; - l'incorporation de leur propre canalisation d'alimentation, et de gestion ainsi que le pré câblage pour les haut-parleurs et l éclairage de sécurité. - de plaatsing van de verlichtingstoestellen in hun geheel, met maximum 5 mm speling tussen profiel en apparaat; - het inbouwen van de veiligheidsverlichting. De camera s en de luidsprekers moeten, indien mogelijk, in deze lichtlijn ingebouwd worden; - het inbouwen van hun eigen voedings- en controlebedrading alsook deze voor de luidsprekers en de veiligheidsverlichting; dans la partie supérieure : in het bovengedeelte: - le cheminement de câbles électriques divers, dans un ou plusieurs espaces ouverts correspondant à une section minimale de 20 cm 2 ; ces câbles peuvent être installés ou enlevés de la gaine à câbles ainsi constituée sans rencontre d'obstacles latéraux ou longitudinaux, telles les suspensions. L'ouverture aux accès des gaines à câbles est de 40 mm minimum. Les parties inférieure et supérieure du châssis sont séparées entre elles par une ou des parois faisant partie intégrante de ce - de loop van de verschillende elektrische kabels in één of meer open ruimten met een gezamenlijke min. doorsnede van 20 cm 2 ; deze kabels kunnen in de kabelgoot geplaatst of eruit weggenomen worden zonder laterale of longitudinale hindernissen zoals ophangingen tegen te komen. De toegang tot de kabelgoten is minimaal 40 mm. De hogere en lagere delen van het chassis zijn van elkaar gescheiden door een wand of wanden die deel uitmaakt of AE/03 H 2

52 châssis participant à la rigidité mécanique de ce dernier. B. Le nombre de points de suspension est limité à trois par châssis avec une interdistance de 3 m. Un châssis équipé de luminaires supporte une charge supplémentaire uniformément répartie de 20 dan par mètre sans présenter une flèche supérieure à 1 / de la distance entre deux supports, soit 3 m. De plus, aucune déformation permanente ne peut s'ensuivre en cas d'application éventuelle d'une charge provisoire ponctuelle de 75 dan en quelque point que ce soit du châssis et ce, en charge verticale ou horizontale. C. L'assemblage de différents châssis garantit les caractéristiques précitées quant à la rigidité et empêche tout jeu horizontal ou vertical de façon à assurer le parfait alignement de la ligne ainsi constituée. L'écartement de l'ouverture du profil où s'encastre le luminaire sera construit de manière à éviter toute déformation et d'assurer le jeu de 5 mm dont question ci-dessus ainsi que la jonction impeccable entre éléments. Un repérage au moyen d'un marquage indélébile se fait sur la face interne du châssis de manière à repérer l'emplacement du luminaire correspondant à cet endroit. uitmaken van het chassis en die bijdragen tot de stevigheid ervan. B. Het aantal ophangingpunten is beperkt tot drie per chassis met een tussenafstand van 3 m. Een chassis uitgerust met lampen kan een bijkomende gelijkvormig verdeelde last van 20 dan per meter dragen, zonder een doorhang van meer dan 1 / van de afstand tussen de twee steunpunten te verkrijgen, zijnde 3 m. Daarbij mag geen enkele blijvende vervorming veroorzaakt worden bij een puntlast van 75 dan op elke willekeurige plaats van het chassis, horizontaal of verticaal belast. C. De samenvoeging van verschillende chassis waarborgt de hogergenoemde karakteristieken inzake stevigheid en laten geen speling toe, noch in horizontale noch in verticale richting, om een onberispelijke uitlijning van alle aaneengevoegde stukken te bekomen. De opening van het profiel waar het lichtapparaat ingebouwd wordt, moet zodanig zijn uitgevoerd dat geen enkele vervorming kan voorkomen en een speling van 5 mm zoals hierboven vermeld en ook een perfecte verbinding tussen de andere elementen verkregen kunnen worden. Het merken met behulp van een onuitwisbaar kenteken wordt gedaan op het binnenste vlak van het chassis zodat de plaats van de lamp overeenkomstig deze plaats gekenmerkt is. D. Dilatation D. Uitzetting L'adjudicataire prend toutes les dispositions nécessaires pour solutionner les problèmes de dilatation. A cet effet, une note justificative est jointe à l'offre. De inschrijver neemt alle nodige voorzorgen tegen mogelijke uitzettingen en voegt een rechtvaardigende nota bij zijn offerte. 2. Suspensions 2. Ophangingen Les suspensions sont constituées de tubes ou profilés de mêmes De ophangingen zijn samengesteld uit buizen of profielen van dezelfde AE/03 H 3

53 nature et traitement que les châssis ou éventuellement en inox (toute mesure est prise pour éviter les couples galvaniques). Leur hauteur est variable selon la distance séparant le plafond et la ligne lumineuse : un réglage assure la mise à niveau de la ligne lumineuse. De même, des dispositifs de compensation permettent de rectifier toute dérive latérale dans l'alignement longitudinal des châssis d'une ligne lumineuse. La construction des suspensions est dimensionnée de façon telle que le passage des rames (70 km/h) n'entraîne pas de balancement visible des lignes lumineuses. La fixation des suspensions sera réalisée avec des chevilles chimiques M8 minimum en acier inox A4 avec embout et guidage isolant. Les suspensions auront une surface minimale afin d éviter la lourdeur esthétique du montage proposé. aard en behandeling als het chassis of eventueel in roestvrij staal (alle nodige maatregelen zijn genomen om galvanische koppels te vermijden). Hun hoogte is veranderlijk in functie van de afstand tussen het plafond en de lichtlijn: een regeling moet het uitlijnen van de hoogte van de lichtlijnen mogelijk maken. Tevens moeten er compensatie-inrichtingen voorzien worden om alle laterale afwijkingen in de lengterichting van de chassis van een lichtlijn te corrigeren. De ophangingen zijn zodanig gedimensionneerd dat er bij doorgang van een treinstel (70 km/u.) geen enkele zichtbare schommeling van de lichtlijnen veroorzaakt wordt. De bevestiging van de ophangingen wordt uitgevoerd door middel van chemische verankeringspluggen M8 minimum in roestvrij staal A4 met isolerende einddop en geleidingsbus. De ophangingen moeten een minimale oppervlakte hebben zodat de esthetische zwaarte van de voorgestelde montage vermeden wordt. 3. Canalisation d alimentation 3. Voedingsleidingen La canalisation d'alimentation est constituée d'autant de conducteurs de phase et de neutre isolés en matériau spécial (annexe technique MP/01) qu'il y a de types de circuits (alimentation normale A et B ; alimentation de secours C) et un conducteur de terre. La section des conducteurs est de 2,5 mm 2. Les interconnexions des conducteurs entre les éléments pré câblés sont réalisées avec un système verrouillable de type fiche de raccordement à ressort. L utilisation de raccords rapides, sucres ou borne rapide monopolaire à ressort est strictement interdite. De voedingsleiding bestaat uit een vlakke kabel met zoveel fase- en nulleiders (geïsoleerd in speciaal materiaal, zie technische bijlage MP/01), als er kringen zijn (voedingen normaal A en B en noodvoeding C) en een aardingsgeleider. De doorsnede van de geleiders is 2,5 mm 2. De verbindingen van de geleiders tussen de voorbedrade elementen zijn gerealiseerd d.m.v. een vergrendelbaar systeem van het type verbindingsstekker met veer. Het gebruik van snelkoppelingen, «suikertjes» (kroonsteentjes) of een eenpolige snelkoppeling met veer is streng verboden. La répartition type des circuits dans un châssis est la suivante : De typische verdeling van de kringen in een chassis is als volgt: - lampe 1 alimentée par ligne 1 avec neutre 1 - lampe 2 alimentée par ligne 2 avec neutre 2 - lampe 3 alimentée par ligne 3 avec neutre 3 - lamp 1 gevoed door lijn 1 met nulleider 1 - lamp 2 gevoed door lijn 2 met nulleider 2 - lamp 3 gevoed door lijn 3 met nulleider 3 AE/03 H 4

54 Chaque ligne possède un repérage spécifique comportant en premier lieu, le type de circuit alimenté (A, B ou C) et en second lieu un numéro de circuit. Le conducteur de terre est greffé d'un certain nombre de dérivations allant d'une part aux luminaires et d'autre part à un dispositif de mise à la terre installé à demeure sur chaque châssis. L utilisation de raccords rapides, sucres ou borne rapide monopolaire à ressort est strictement interdite. Il ne peut être fait usage que de fiches de raccordements à ressort. La canalisation d'alimentation logée dans le compartiment de la ligne lumineuse renfermant les luminaires est protégée mécaniquement. Sur chaque conducteur d'une ligne de la canalisation d'alimentation est branché un connecteur une fiche de dérivation assurant la liaison au luminaire par un conducteur de même section. L'interconnexion des conducteurs électriques d'un châssis avec ceux d'un châssis voisin d'une même ligne s'effectue au moyen de connecteurs fiches de dérivation propres à chaque châssis. Les connecteurs fiches de dérivation présentent les caractéristiques suivantes : - isolement diélectrique > 500 V - isolant incassable et non hygroscopique - contacts électriques en alliage de cuivre - surfaces de contact nickelées par électrolyse - raccordement des fils sur bornes à ressorts - couleurs utilisées différentes pour chaque application - les fiches doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent le branchement de haut-parleurs sur le circuit d'éclairage et vice versa ou entre-eux. Elke lijn heeft een specifiek kenmerk dat in de eerste plaats het type van gevoede kring (A, B of C) en op de tweede plaats het kringnummer bevat. De aardingsgeleider is voorzien van een aantal aftakkingen gaande naar de verlichtingstoestellen enerzijds en naar een vaste aarding op ieder chassis anderzijds. Het gebruik van snelkoppelingen, «suikertjes» (kroonsteentjes) of een eenpolige snelkoppeling met veer is streng verboden. Er mag alleen gebruik gemaakt worden van verbindingsstekkers met veer. De voedingsleiding in het compartiment van de lichtlijn dat de lichtapparaten bevat, is mechanisch beschermd. Op elke geleider van een voedingsleiding is een verbindingsstekker aangesloten die de verbinding toelaat van het verlichtingsapparaat met een geleider van dezelfde doorsnede. De verbinding van de elektrische geleiders van het ene chassis naar het andere van eenzelfde lijn wordt uitgevoerd door middel van verbindingsstekkers eigen aan elk chassis. De verbindingsstekkers hebben de volgende karakteristieken: - diëlektrische isolatie > 500 V - onbreekbaar en niet-hygroscopisch isolatiemateriaal - elektrische contacten in een koperlegering - contactoppervlakken vernikkeld door middel van elektrolyse. - verbinding van de geleiders met veerklemmen - verschillende gebruikte kleuren voor iedere toepassing - de stekkers moeten uitgerust zijn met veiligheidsvoorzieningen die de aftakking van luidsprekers op de verlichtingskring en vice versa of onderling voorkomen. 4. Pré câblage 4. Voorbedrading AE/03 H 5

55 Pré câblage des haut-parleurs Voorbedrading van de luidsprekers La filerie sera constituée par un câble plat à six conducteurs ou de six fils monopolaires identifiables l'un par rapport aux autres. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2 minimum. La connexion des haut-parleurs se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage tous les 2 m à 2,5 m. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments pré câblés ainsi que celles de raccordement des haut-parleurs, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au point 3 ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent le branchement de haut-parleurs sur le circuit d'éclairage et vice versa. Chaque prise de dérivation pour haut-parleurs est prévue pour les six fils de manière à permettre à l'installateur des haut-parleurs de choisir son circuit. Le pré câblage des luminaires et celui des haut-parleurs sont placés dans deux logements distincts. De bedrading moet bestaan uit een platte kabel met zes geleiders of zes, onderling te identificeren, éénpolige draden. De isolatie van de geleiders en het gebruikte materiaal zijn conform de technische bijlage MP/01. De doorsnede van de geleiders bedraagt minimum 1,5 mm². De verbinding van de luidsprekers gebeurt door middel van stekkers die om de 2 à 2,5 m op de bedrading aangebracht zijn. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde elementen en de stekkers voor de aansluiting van de luidsprekers hebben dezelfde eigenschappen als de stekkers die in punt 3 beschreven worden. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers veiligheidsvoorzieningen moeten hebben om te verhinderen dat de luidsprekers op de verlichtingskring worden aangesloten en omgekeerd. Elke aftakkingstekker voor luidsprekers is voorzien voor de zes draden zodat de installateur van de luidsprekers zijn kring kan kiezen. De voorbedrading van de lampen en die van de luidsprekers bevinden zich in twee verschillende ruimten. Pré câblage pour la gestion de l éclairage Voorbekabeling voor het beheer van de verlichting La filerie sera constituée d une paire de 2 conducteurs torsadés (twisted pair), blindée. Les conducteurs seront identifiables l'un par rapport à l autre. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2. La connexion pour la gestion de l éclairage se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage à tous les luminaires. De bedrading bestaat uit een paar van 2 ineengedraaide (twisted pair) en geblindeerde geleiders. De geleiders zijn tegenover elkaar identificeerbaar. De isolatie van de geleiders en het verwerkingsmateriaal zijn conform de technische bijlage MP/01. De sectie van de geleiders is 1,5 mm². De verbinding voor het beheer van de verlichting gebeurt via de stopcontacten voorzien op de bekabeling van alle verlichtingstoestellen. AE/03 H 6

56 Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement des ballasts pour la gestion de l éclairage, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au point 3 ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent le branchement pour la gestion de l éclairage sur le circuit d'éclairage ou haut-parleur et vice versa. Le pré câblage pour la gestion de l éclairage des luminaires est placé dans le logement du pré câblage des haut-parleurs. De stekkers en verbindingsstopcontacten tussen de voorbekabelde elementen alsook deze voor het aansluiten van de ballasten voor het beheer van de verlichting hebben dezelfde karakteristieken als deze beschreven onder punt 3 hiervoor. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stopcontacten met veiligheidsvoorzieningen uitgerust moeten worden om te vermijden dat de aansluiting voor het beheer van de verlichting op de verlichtingskring of luidspreker en vice versa gebeurt. De voorbekabeling voor het beheer van de verlichting van de verlichtingstoestellen wordt voorzien in de ruimte van de voorbekabeling van de luidsprekers. Précâblage pour la gestion de l éclairage de sécurité Voorbekabeling voor het beheer van de veiligheidsverlichting La filerie sera constituée d une paire de 2 conducteurs torsadés (twisted pair), blindée. Les conducteurs seront identifiables l'un par rapport à l autre. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2. La connexion pour la gestion de l éclairage se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage à tous les luminaires de sécurité. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement pour la gestion de l éclairage, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au Précâblage des alimentations ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent les erreurs de branchement. Le précâblage pour la gestion de l éclairage des luminaires est placé dans le logement du précâblage des haut-parleurs. De bedrading moet uitgevoerd worden door een paar van 2 in elkaar gedraaide geleiders (twisted pair). De geleiders zijn onderling identificeerbaar. De isolatie van de geleiders en de aanwending van de materialen zijn conform de technische bijlage MP/01. De sectie van de geleiders bedraagt 1,5 mm². De verbinding voor het lichtbeheer wordt uitgevoerd door middel van stekkers voorzien op de bekabeling aan alle noodverlichtingstoestellen. De stekkers en verbindingsstopcontacten tussen de voorbekabelde elementen alsook deze voor het aansluiten van het lichtbeheer hebben dezelfde karakteristieken als deze beschreven in Voorbekabeling van de voedingen hiervoor. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers met veiligheidsvoorzieningen uitgerust moeten zijn die foutieve aansluitingen verhinderen. De voorbekabeling voor het beheer van de verlichting van de verlichtingstoestellen wordt voorzien in de ruimte van de voorbekabeling van de luidsprekers. AE/03 H 7

57 5. Luminaires 5. Lichttoestellen a) Appareils pour éclairage normal a) Lichttoestellen voor de normale verlichting Appareil IP 65 minimum à fluorescence T5, avec lampe, socket(s), ballast électronique. Appareil comportant un système optique de qualité à rendement maximum et d'au moins 70 %. Résistance mécanique, min 6 joules L'enceinte optique TL comporte un réflecteur, un diffuseur laissant passer les rayons lumineux, un dispositif de défilement éventuel de façon à éviter l'éblouissement dû à la source lumineuse et le tube fluorescent avec son dispositif de fixation. Les caractéristiques techniques des lampes et des accessoires sont décrites dans l annexe technique AE/01 D. Le luminaire peut être équipé d'une lampe tubulaire à fluorescence du type T5 (16 mm). L'appareil est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20 lors du remplacement de la lampe). Toute matière plastique intégrée dans le luminaire est zérohalogène et non-propagatrice de la flamme, de plus toute matière translucide est stabilisée aux rayons ultraviolets, conformément à la fiche technique MP/01. La fixation d'un luminaire dans le châssis garantit toute sécurité et demeure efficace, ferme et stable lors de fortes vibrations. L'alimentation d'un luminaire s'effectue par des connecteurs verrouillables suivant fiche BR/01. T5 fluorescentietoestellen IP 65 minimum met lamp, lamphouder(s), elektronische ballast. Het toestel omvat een optisch systeem van hoge kwaliteit met een maximaal rendement van minstens 70%. Mechanische weerstand, min. 6 joule. Het optische gedeelte TL omvat een reflector, een diffusor die het licht doorlaat, eventueel een afleidingsinrichting om verblinding te vermijden als gevolg van de lichtbron en de fluorescentiebuis met zijn bevestiging. De technische karakteristieken van de lampen en het toebehoren zijn beschreven in de technische bijlage AE/01 D. Het lichttoestel mag uitgerust zijn met een buisvormige fluorescentielamp van het type T5 (16 mm). Het lichttoestel is van zodanig concept dat bij de vervanging van de lampen geen enkel rechtstreeks contact met onderdelen onder stroom kan gebeuren (IP 20 bij het vervangen van de lamp). Ieder gebruikt plastic materiaal in het toestel is halogeenvrij en niet vuurverspreidend. Bovendien zijn de doorschijnende materialen gestabiliseerd tegen ultravioletstralen overeenkomstig de technische bijlage MP/01. De bevestiging van een lichttoestel in het chassis verzekert alle veiligheid, is voldoende stevig en blijft doeltreffend en stabiel bij hevige trillingen. De voeding van een lichttoestel wordt uitgevoerd door middel van vergrendelbare aansluitstekkers overeenkomstig de fiche BR/01. AE/03 H 8

58 Le bloc optique à TL peut être remplacé par un bloc optique de même dimension muni de baroled ou tube Led. Ce bloc optique donnera au minimum le même rendu de flux, lumen et espace d éclairement au sol. Si le luminaire est installé sous les 4 m de hauteur, il sera muni d un verre opalin afin d éviter l éblouissant. Het optische blok met TL mag door een optische blok met dezelfde maten met baroled of ledbuis vervangen worden. Dit optische blok moet minstens dezelfde weergave van flux, lumen en verlicht grondoppervlak geven. Als het lichttoestel onder een hoogte van 4 m geplaatst is, moet het van een opalen glas voorzien worden om verblinding te voorkomen. b) Luminaire de sécurité autonome à LED 3 W (repère BS2L) b) Autonoom veiligheidslichttoestel met LED s 3 W (symbool BS2L) Ce luminaire s encastre dans le compartiment à côté du luminaire raccordé sur le circuit C. Ce luminaire se raccorde sur le circuit C pour l alimentation et sur le système de gestion de l éclairage de sécurité. Dit lichttoestel wordt ingebouwd in het compartiment naast het lichttoestel dat aangesloten is op de kring C. Dit lichttoestel wordt aangesloten op de kring C voor de voeding en op het beheersysteem voor de veiligheidsverlichting. Descriptif voir annexe technique AS/01. Beschrijving zie technische bijlage AS/ Accessoires 6. Toebehoren A. Embouts A. Uiteinden Les embouts sont réalisés en aluminium anodisé comme les châssis. Ils sont adaptés aux entrées de câbles et mis en place à chaque extrémité d'une ligne formée par des châssis accouplés afin d'en fermer esthétiquement les bouts ouverts. De uiteinden zijn uit hetzelfde geanodiseerd aluminium als het chassis. Ze zijn aangepast aan de kabelingangen en worden op beide uiteinden van de lijnvormende aaneengeschakelde chassis geplaatst, teneinde deze op een esthetische wijze af te sluiten. B. Pièces spéciales B. Speciale stukken L'accès ou le départ des câbles de la ligne lumineuse depuis ou vers le plafond et au travers de l'embout de raccordement sont cachés sur la partie visible du trajet par un profilé d'aluminium anodisé ayant le même aspect que la ligne lumineuse. La réalisation est soumise à l'approbation du fonctionnaire dirigeant. Les pièces spéciales sont soit en aluminium anodisés, soit dans toute autre matière métallique ou plastique assurant la même résistance mécanique que le luminaire et répondant aux De toegang of het vertrek van de lichtlijnkabels van of naar het plafond en deze door het eindsluitstuk zijn verborgen op het zichtbare gedeelte door een profiel in geanodiseerd aluminium dat hetzelfde uitzicht heeft als de lichtlijn. De verwezenlijking is voor te leggen aan de leidend ambtenaar. De speciale stukken zijn ofwel in geanodiseerd aluminium, ofwel in een ander metalen of plastieken materiaal met dezelfde mechanische weerstand als het lichttoestel die beantwoorden aan AE/03 H 9

59 caractéristiques de l'annexe technique MP/01 (à faire approuver par le fonctionnaire dirigeant). de karakteristieken van de technische bijlage MP/01 (goed te keuren door de leidend ambtenaar). 7. Certification et marquage 7. Certificatie en merking Le luminaire portera le marquage CE et ENEC Het verlichtingstoestel moet het CE- en ENEC-label dragen. AE/03 H 10

60 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 SIGNALISATION LUMINEUSE SORTIE Repère FL3L LICHTSIGNALISATIE «UITGANG» Symbool FL3L ANNEXE TECHNIQUE AE/04/B TECHNISCHE BIJLAGE AE/04/A 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

61 1. Description générale 1. Algemene beschrijving Les appareils de signalisation lumineuse de sortie servent à diriger le public vers la sortie la plus proche ou la plus facilement accessible. Ils sont alimentés par des circuits issus des tableaux divisionnaires de sécurité (TED) de la station. Leur localisation est donnée sur les plans d'adjudication ou sera communiquée en temps utile par le fonctionnaire dirigeant. Ils sont basés sur les technologies faisant appel à l'éclairage par la tranche de panneau acrylique ou polycarbonate. Ils sont composés d'un cadre en aluminium extrudé, à l'intérieur duquel se trouve une barrette LED éclairant par la tranche, soit un pictogramme de type "Direction d'une sortie habituellement empruntée par les personnes présentes dans la zone", soit de type "Emplacement d'une sortie ou direction vers une sortie de secours" (suivant annexe de l'a.r. du 17 juin 1997). De lichtsignalisatieapparaten «uitgang» dienen om het publiek naar de dichtstbijzijnde uitgang of de meest toegankelijke uitgang te leiden. Zij worden gevoed door kringen komende van de veiligheidsverdeelborden (TED) van het station. Hun lokalisatie wordt weergegeven op de aanbestedingsplannen of moet te gelegener tijd meegedeeld worden door de leidend ambtenaar. Ze zijn gebaseerd op de technologie die gebruik maakt van de verlichting van de rand van een paneel in acryl of polycarbonaat. Ze zijn samengesteld uit een lijst in geëxtrudeerd aluminium waarin zich een LED-strip bevindt die de rand verlicht van een pictogram van het type ofwel «Richting van een uitgang die doorgaans gebruikt wordt door de personen aanwezig in de zone», ofwel «Locatie van de uitgang of richting naar een nooduitgang» (volgens het K.B. van 17 juni 1997). 2. Description du châssis 2. Beschrijving van de lijst Le châssis autoportant formant le cadre extérieur de l'appareil est composé d'un profil en aluminium extrudé recouvert d'une anodisation ton naturel de 15 microns minimum avec colmatage suivant NFA Les dimensions de ± 50 x 31 cm sont prévues pour contenir un appareil d'éclairage muni d'une barrette LED éclairant par la tranche une plaque simple ou double face devant laquelle se trouve le pictogramme conventionnel de sortie. Het zelfdragende frame dat de uitwendige lijst van het toestel vormt, is opgebouwd uit een geëxtrudeerd aluminiumprofiel, met anodisatie van natuurlijke kleur van min. 15 micron en een opvoeging volgens NFA De afmetingen van ± 50 x 31 cm zijn voorzien om een verlichtingstoestel te bevatten dat uitgerust is met een LED-strip die de rand van een enkel- of dubbelzijdige plaat verlicht; vóór deze plaat bevindt zich het conventionele pictogram «uitgang». 3. Description du luminaire 3. Beschrijving van de verlichting a) Barrette LED a) LED-strip Barrette constituée de 42 LED s sur 1 rangée Longueur d une barrette : +/- 500 mm Tension d alimentation : 24V Puissance totale de la barrette : < 12W montée sur un refroidisseur tel que la t n excède pas 45 C à une température ambiante de 25 C teinte : 6150 K Strip met 42 LED s op 1 rij Lengte van een strip: ± 500 mm Voedingspanning: 24V Totaal vermogen van de strip: < 12W gemonteerd op een koeler zodanig dat de temperatuur niet hoger is dan 45 C bij een omgevingstemperatuur van 25 C tint: 6150 K AE/04/B 2

62 durée de vie : % de pertes de flux flux lumineux initial : 20,3 lm/led, soit 852 lm/barrette angle : 120 la barrette LED s'allume dans une plage de température comprise entre 10 C et 40 C levensduur : % lichtstroomverliezen initiële lichtflux: 20,3 lm/led, ofwel 852 lm/led-strip hoek: 120 de LED-strip ontsteekt bij een omgevingstemperatuur tussen - 10 C en 40 C b) Accessoires b) Toebehoren - Transformateur : - Transformator: transformateur de type électronique protection contre la surchauffe conforme à l'en en matière de distorsion harmonique fonctionnement stable des LED (pas d'effet stroboscopique, pas de clignotement) intégré dans un seul boîtier la tension d'alimentation en courant alternatif est de 230 V (± 10%) 50 Hz la tension de sortie en courant alternatif est de 24 V (± 10%) 50 Hz les rayonnements électromagnétiques sont limités en conformité avec l'en câblage interne de l'appareil : fils cuivre 0,4 mm 2 - degré de protection : IP20 - classe de protection : 1 elektronische type van transformator bescherming tegen oververhitting harmonische vervorming conform de norm EN stabiele werking van de LED s (geen stroboscopisch effect, geen knipperen) geïntegreerd in een enkel omhulsel de voedingsspanning is 230 Vws (± 10%) 50 Hz de uitgangspanning is 24 Vws (± 10%) 50 Hz de elektromagnetische straling wordt begrensd conform EN interne bekabeling van het toestel: koperdraad 0,4 mm 2 - beschermingsgraad: IP20 - beschermingsklasse: 1 4. Mode de pose 4. Wijze van plaatsen Ces appareils sont prévus pour être soit : De toestellen zijn voorzien om opgesteld te worden hetzij: intégrés transversalement au châssis des appareils d'éclairage pré câblés (repère SS1) transversaal geïntegreerd in het chassis van de voorbekabelde lichtlijnen (merkteken SS1) intégrés longitudinalement au châssis des appareils d'éclairage pré câblés (repère SS2) longitudinaal geïntegreerd in het chassis van de voorbekabelde lichtlijnen (merkteken SS2) posés perpendiculairement à un support (mur, colonne) (repère SS3) loodrecht geplaatst op een steun (muur, kolom) (merkteken SS3) posés à plat sur un support (mur, colonne) (repère SS4) plat op een steun geplaatst (muur, kolom) (merkteken SS4) AE/04/B 3

63 5. Montage 5. Opstelling a) Intégré au pré câblé a) Geïntegreerd in de voorbekabelde lichtlijn L'intégration des appareils de signalisation sortie, au châssis des appareils d'éclairage pré câblé se situe dans l'intervalle laissé entre les blocs optiques et/ou les haut-parleurs du pré câblé. Elle s'effectue via des équerres boulonnées à l'intérieur du châssis. Ces équerres seront dimensionnées pour permettre la pose d'une boîte de dérivation avec fusibles pour appareils d'éclairage de sécurité. Le volet fermant la partie inférieure du châssis sera prédécoupé pour laisser passer l'appareil de signalisation sortie et ne peut en aucun cas lui servir de support. De integratie van de signalisatietoestellen uitgang in het chassis van de voorbekabelde lichtlijnen gebeurt ter hoogte van de tussenruimte die tussen de optische blokken en de luidsprekers van de voorbekabelde lichtlijnen gelaten werd. Dit gebeurt via hoekprofielen die met bouten aan de binnenzijde van het chassis bevestigd worden. De hoekprofielen zijn zo gedimensioneerd dat een aftakdoos met smeltveiligheden voor de veiligheidsverlichting hierop gemonteerd kan worden. Het afsluitende luik van de onderzijde van het chassis is vooraf uitgesneden om de doorgang van het signalisatietoestel uitgang mogelijk te maken en mag in geen geval als steun dienen. b) Perpendiculairement à un support b) Loodrecht op een steun Suspendu à une potence extrêmement rigide en aluminium traitée comme le châssis. Opgehangen aan een uiterst stevige steun in aluminium, behandeld zoals het chassis. c) A plat sur un support c) Plat geplaatst op een steun Fixation par l'arrière ou par le dessus de l'appareil. Bevestiging langs achter of via de bovenzijde van het toestel. 6. Pictogramme d'information 6. Informatiepictogram Découpe et collage d'une feuille de vinyle vert (RAL 6032) sur un panneau opalin. Pour les doubles faces, chaque pictogramme est protégé par un panneau en polycarbonate transparent type antireflet d'une épaisseur minimale de 3 mm. Pour les appareils simple face le dos de l'appareil est constitué d'une feuille d'aluminium traitée comme le châssis d'une épaisseur minimale de 10/10 mm. Le pictogramme aura comme dimension : ± 48 x 14 cm. Afknippen en kleven van een vinylblad van groene kleur (RAL 6032) op een opalen paneel. Voor dubbelzijdige panelen wordt elk pictogram beschermd door een paneel uit polycarbonaat, doorzichtig en niet-weerkaatsend met een min. dikte van 3 mm. Voor enkelzijdige panelen bestaat de rugzijde van het toestel uit een aluminiumplaat (behandeld zoals het chassis) met een min. dikte van 10/10 mm. Het pictogram heeft de volgende afmetingen: ± 48 x 14 cm. 7. Panneau diffuseur 7. Diffusorplaat Plaque en acrylique transparent et blanc type luminor. Plaat in doorzichtig acryl en wit type luminor. AE/04/B 4

64 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 LIGNE LUMINEUSE PRECABLEE AVEC AILE ACOUSTIQUE Repère PAC VOORBEDRADE VERLICHTINGSLIJN MET AKOESTISCHE VLEUGEL Symbool PAC ANNEXE TECHNIQUE AE/05 B TECHNISCHE BIJLAGE AE/05 B 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

65 1. Description générale 1. Algemene beschrijving La ligne lumineuse sera constituée d'ensembles éclairants auxquels sont joints des ailes. La fonction de ces ailes est d'être un absorbant acoustique et un réflecteur de lumière. Le tout est intégré dans un châssis autoportant en aluminium extrudé. Cet ensemble lumino-absorbant acoustique est spécialement conçus pour l'éclairage direct et indirect des zones publiques des quais ainsi que pour participer au confort acoustique de la station en améliorant l ambiance sonore générale. Ils seront implantés en ligne continue tout en permettant entre chaque châssis l insertion éventuelle de panneaux de signalétique dont l épaisseur des suspentes ne dépassera pas une dizaine de centimètres. De lichtlijn zal samengesteld zijn uit verlichtingsgehelen waaraan vleugels worden toegevoegd. De functie van deze vleugels moet een akoestisch absorbeermiddel en een lichtreflector zijn. Het geheel is geïntegreerd in een zelfdragend chassis uit geëxtrudeerd aluminium. Dit licht akoestisch absorberend geheel is speciaal ontworpen om voor de directe en indirecte verlichting van de publieke zones en de perrons en eveneens om bij te dragen tot het akoestisch comfort van het station door het algemeen omgevingsgeluid te verbeteren. Ze zullen in een doorlopende lijn geplaatst worden; het is echter mogelijk signaletiekpanelen tussen te voegen die niet dikker zullen zijn dan een tiental centimeter. Chaque ensemble se composera de trois parties distinctes : Elk geheel zal uit drie onderscheiden delen bestaan: a) d un caisson autoportant en aluminium extrudé précâblé, renfermant le luminaire principal et dans le prolongement du luminaire un compartiment permettant d intégrer soit un éclairage de sécurité soit un haut - parleur ou une caméra. a) een zelfdragende voorbekabelde omkasting in geëxtrudeerd aluminium, die de hoofdverlichting bevat en in de verlenging van het verlichtingstoestel een compartiment dat toelaat om veiligheidsverlichting, of een luidspreker of een camera te plaatsen. b) d'une aile réflectrice et absorbante acoustique b) een verlichtingstoestel met secundaire laterale lichtstraal c) d'un chemin de câble de 15 cm de largeur x 6 cm de hauteur accessible sans entrave et disposé de manière à préserver l esthétisme de l ensemble. Lorsque le chemin de câble pourra être vu du public il sera masqué à la vue par une tôle décorative pliée sans angle vif de même nature et couleur que le châssis c) een kabelbaan van 15 cm breedte x een hoogte van 6 cm, toegankelijk zonder hindernissen et geplaatst zodat het esthetische van het geheel gewaarborgd blijft. Wanneer de kabelbaan zichtbaar zal zijn voor het publiek zal het verborgen worden door een decoratieve plaat die geplooid zal zijn zonder scherpe hoeken en van dezelfde kleur en natuur als het verlichtingstoestel. 2. Caractéristiques mécaniques 2. Mechanische eigenschappen La résistance mécanique global de la structure et des diffuseurs doit être au degré IK08, suivant la norme EN De globale mechanische weerstand van de structuur en de diffusors moet IK08 zijn volgens de norm EN AE/05 B 2

66 Dimensions Afmetingen L appareil devra respecter une tolérance de ± 5% au vu des dimensions extérieures suivantes : Het toestel zal aan een tolerantie van ± 5% moeten beantwoorden t.o.v. de volgende buitenafmetingen: - largeur : mm - longueur : mm - hauteur : 350 mm - breedte: mm - lengte: mm - hoogte: 350 mm Il comprendra entre autre : Het zal onder andere omvatten: - un extrudé arrière ; - un extrudé avant de forme spécifique permettant de respecter le profil esthétique de l'appareil ; - une charnière extrudée continue, permettant le basculement du luminaire ; - 2 profilés porteurs cintrés. Le luminaire viendra se loger dans l'extrudé arrière en position fermée. - een geëxtrudeerd profiel achteraan - een geëxtrudeerd profiel vooraan met specifieke vorm die toelaat het specifiek esthetisch profiel van het apparaat na te leven; - een geëxtrudeerd continu scharnier, waardoor de verlichting kan kantelen; - 2 gecentreerde geprofileerde dragers Het verlichtingstoestel wordt geplaatst in het geëxtrudeerde profiel achteraan. Protection contre la corrosion Bescherming tegen corrosie Les pièces intérieures auront une bonne résistance à la De delen binnenin het toestel zullen een goede weerstand bieden AE/05 B 3

67 corrosion, soit de par leur composition, soit de par un traitement approprié. Les parties externes devront comporter une protection par peinture pour que ces parties, après un essai au brouillard salin 100 h (ISO 9227), ne présentent pas de traces d altération ou de corrosion superficielle. Tous les éléments de fixation de l appareil d éclairage sur son support seront exécutés en un matériau non corrodable dans la masse. Les précautions nécessaires seront prises afin d éviter tout couple galvanique nuisible entre métaux différents. tegen corrosie, hetzij door hun samenstelling, hetzij door de gepaste behandeling. De uitwendige delen moeten een bescherming bevatten door beschildering zodat deze delen, na een test met zoutmist 100h (ISO 9227) geen sporen nalaten van verwering of oppervlakkige corrosie. Alle bevestigingselementen van het verlichtingstoestel op de ophanging zijn uitgevoerd in een materiaal dat niet corrodeert in de massa. De nodige voorzorgen worden genomen teneinde de nadelige galvanische koppels te vermijden die optreden tussen verschillende metalen. Finition Afwerking Toutes les parties vues de l'appareil seront peintes par poudrage polyester, dans une teinte RAL Alle zichtbare onderdelen van het toestel zullen worden geschilderd door polyester poeder, in een kleur RAL Espace éclairage sécurité, caméras et haut-parleur Ruimte voor veiligheidsverlichting, camera s en luidspreker Le corps de l appareil comprendra un espace libre permettant d insérer haut-parleurs, caméras ou éclairages de sécurité. La fixation du haut-parleur, de la caméra ou de l éclairage sécurité sera réalisé à l aide de deux étriers. La tôle de fermeture sera perforée ou trouée à l'endroit d'insertion du haut-parleur ou de la caméra. Lorsque aucun élément ne sera prévu, l espace entre l appareil (Lg. ± 2000 mm) et le bloc optique (Lg. ± 1600 mm) sera fermé au moyen d une tôle inférieure cintrée dont la courbure suit parfaitement celle du bloc optique. Le haut-parleur, la caméra ou l appareil d éclairage sécurité sont rendus accessibles par basculement de la tôle support autour d une charnière intégrée au module, et ceci sans outil spécifique. Lors de ce basculement, celui-ci restera suspendu à l appareil. Het lichaam van het toestel zal een vrije ruimte omvatten waarin luidsprekers, camera s of noodverlichtingtoestellen kunnen worden geïntegreerd. De luidspreker, de camera of het veiligheidsverlichtingstoestel zal bevestigd worden met behulp van twee beugels. De afsluitplaat moet geperforeerd zijn, daar waar de luidspreker of camera wordt ingevoegd. Wanneer er geen enkel element is voorzien, wordt de ruimte tussen het toestel (Lg. ± 2000 mm) en het optische blok (Lg. ± 1600 mm) afgesloten door middel van een gebogen onderplaat waarvan de kromming perfect die van het optische blok volgt. De luidspreker, de camera en het veiligheidsverlichtingstoestel zijn bereikbaar wanneer men het optische blok rond een in het toestel geïntegreerde scharnier laat kantelen; voor dit kantelen zal geen specifiek gereedschap vereist zijn. Bij dit kantelen zal het optische AE/05 B 4

68 Toute matière plastique intégrée dans le luminaire sera zérohalogène et non-propagatrice de la flamme, de plus toute matière translucide sera stabilisée aux rayons ultra violets, conformément à la fiche technique MP/01. La fixation d'un luminaire dans le châssis garantit toute sécurité et demeurera efficace, ferme et stable lors de fortes vibrations. L'alimentation d'un luminaire s'effectuera par des connecteurs verrouillables suivant fiche BR/01. blok opgehangen blijven aan het toestel. Alle plastisch materiaal dat zal geïntegreerd zijn in het verlichtingstoestel, zal halogeenvrij en niet vlamvoortschrijdend zijn, daarenboven zal alle lichtdoorlatend materiaal gestabiliseerd zijn tegenover ultravioletstralen, overeenkomstig de technische bijlag MP/01. De bevestiging van de lamp in het chassis zal alle veiligheid waarborgen en zal doeltreffend blijven, stevig en stabiel bij sterke trillingen. Suspension Ophanging De voeding van de lamp zal geschieden door vergrendelbare connectoren volgens de technische bijlage BR/01. Les suspensions seront constituées de tubes ou profilés de même nature et traitement que les châssis ou éventuellement en inox A2 (toute mesure sera prise pour éviter les couples galvaniques). Leur hauteur sera variable selon la distance séparant le plafond et la ligne lumineuse : un réglage assurera la mise à niveau de la ligne lumineuse. Les suspensions sont fixées au plafond d'une part et à un rail d ancrage de l'autre, rail sur lequel viennent se boulonner les châssis des lignes lumineuses. L interdistance entre 2 points de suspension est inférieure ou égale à 2m La structure équipée doit supporter une charge supplémentaire uniformément répartie de 20 dan par mètre sans présenter une flèche supérieure à 1 / de la distance entre deux supports, soit 3 m. De plus, aucune déformation permanente ne peut s'ensuivre en cas d'application éventuelle d'une charge provisoire ponctuelle de 75 dan en quelque point que ce soit du châssis et ce, en charge verticale ou horizontale. De ophangingen zullen bestaan uit buizen of profielen van dezelfde aard - en die dezelfde behandeling hebben ondergaan - als de kaders; ze kunnen eventueel uit roestvast staal A2 zijn (alle maatregelen zullen genomen worden om galvanische koppels te vermijden). De hoogte van de ophangingen varieert in volgens de afstand tussen het plafond en de lichtlijn: een regeling zal zorgen voor het op niveau brengen van de lichtlijn. De ophangingen zijn bevestigd enerzijds aan het plafond en anderzijds op een verankeringrail, rail waarop die de chasssis van de verlichtingslijn worden bevestigd dmv bouten. De interafstand tussen 2 ophangingspunten is kleiner dan of gelijk aan 2m. Een frame uitgerust met lampen kan een bijkomende gelijkvormig verdeelde last van 20 dan per meter dragen, zonder een doorhang van meer dan 1 / van de afstand tussen de twee steunpunten te verkrijgen zijnde 3 m. Bovendien mag geen enkele blijvende vervorming veroorzaakt worden bij een puntlast van 75 dan op elke willekeurige plaats van het chassis, horizontaal of verticaal belast. AE/05 B 5

69 De même, des dispositifs de compensation permettent de rectifier toute dérive latérale dans l'alignement longitudinal des châssis d'une ligne lumineuse. La construction des suspensions est dimensionnée de façon telle que le passage des rames (70 km/h) n'entraîne pas de balancement visible des lignes lumineuses. Le placement de tirants n'est pas toléré. La fixation des suspensions sera réalisée avec des chevilles chimiques M8 minimum en acier inox A4 avec embout et guidage isolant. Pour raison de sécurité, la note de calcul sera établie avec une distance de 6 m entre suspentes. Tevens moet een dispositief voorzien worden om alle longitudinale afwijkingen van de lichtlijnen op te vangen. De ophangingen zijn zodanig vervaardigd dat bij het doorgaan van een treinstel (70 km/u.), geen enkele zichtbare schommeling veroorzaakt wordt in de lichtlijnen. De plaatsing van trekkabels wordt niet toegelaten. De bevestiging van de ophangingen wordt uitgevoerd door middel van chemische verankeringspinnen M8 minimum in roestvrij staal A4 met isolerende einddop en geleidingsbus. Om veiligheidsredenen zal voor de berekeningsnota 6 m tussen de ophangingpunten genomen worden. AE/05 B 6

70 3. Caractéristiques du luminaire principal 3. Eigenschappen van het hoofdverlichtingstoestel Caractéristique électrique Elektrische eigenschappen Le luminaire sera conforme à la classe d'isolation électrique I selon la norme EN Le luminaire est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20-B lors du remplacement de la lampe). Het toestel zal conform zijn aan de isolatieklasse I zoals in EN weergegeven. Het toestel is zodanig ontworpen dat geen directe toegang mogelijk is tot onderdelen die onder spanning staan tijdens het vervangen van de lamp (IP 20-B tijdens de vervanging van de lamp). Lampe Lamp Caractéristique voir annexe technique AE/01 Eigenschappen zie technische bijlage AE/01 Ballast Ballast Ce ballast HF sera de type warm start et sera conforme à l annexe technique AE/01. Le ballast sera monté sur une platine de montage amovible, fixée sur la partie dorsale du bloc optique. Cette platine sera accessible aisément après basculement du luminaire. L interconnexion entre le ballast et le bloc optique est réalisée par connecteur verrouillé. Deze HF ballast is van het type warme start en is conform aan technische bijlage AE/01. De ballast zal worden gemonteerd op een wegneembare plaat, bevestigd aan de rugzijde van het optisch blok. Deze plaat zal gemakkelijk toegankelijk zijn, na het kantelen van de lamp. De koppeling van de ballast met het optisch blok wordt uitgevoerd met een vergrendelbare stekker Douilles Hulzen Montées dans des bouchons en aluminium clipsés aux extrémités du bloc optique. Geplaatst in aluminium stoppen geclipst op de uiteinden van het optisch blok. Bloc optique Optisch blok Le bloc optique en profilés extrudés d aluminium sera équipé de deux diffuseurs en verre trempé thermique. L un transparent permettra l éclairage latéral, l autre grené permettra un éclairage direct des quais Il comprendra des miroirs en aluminium anodisé. Le bloc optique garanti un indice de protection de IP 66 selon la norme EN Het optische blok uit geëxtrudeerde profielen van aluminium zal uitgerust zijn met twee diffusors uit thermisch gehard glas. De ene diffusor is transparant en zal zorgen voor de laterale lichtverdeling, de andere is korrelig en zal voor een directe verlichting van de perrons zorgen. Het blok zal spiegels uit geanodiseerd aluminium bevatten. Het optische blok waarborgt een beschermingsgraad IP66 volgens AE/05 B 7

71 L'accès à la lampe se fera par basculement du bloc optique autour d'une charnière intégrée à l appareil sans outil spécifique. Deux amarres de sécurité empêcheront le décrochage accidentel en limitant le basculement de l appareil. L appareil sera muni des parties mobiles nécessaires pour permettre le remplacement des lampes sans dépose complète : l appareil devant rester suspendu à sa structure. La lampe s'extrait de l'enceinte optique sans pouvoir toucher le réflecteur et y est introduit avec aisance dans les mêmes conditions. L'appareil est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20 - B lors du remplacement de la lampe). Le remplacement de la source lumineuse ou de la platine «ballast» sera effectué par un homme seul, à pied d œuvre, en deux minutes maximum. De la même façon, le remplacement du bloc optique complet devra être possible de la même manière que décrit ci-dessus. de norm EN De toegang tot de lamp geschiedt door het kantelen van het optische blok rond een scharnier dat in het toestel geïntegreerd is, dit zonder specifiek gereedschap. Twee veiligheidsbevestigingen zullen het accidentele afhaken verhinderen door het kantelen van het toestel te beperken. Het toestel zal voorzien zijn van de nodige mobiele delen zijn om de lampen te kunnen vervangen zonder dat men het toestel volledig moet demonteren: het toestel moet aan de structuur opgehangen blijven. De lamp wordt uit het optisch blok gehaald zonder de reflector te kunnen aanraken en wordt er gemakkelijk in geplaatst in alle eenvoud in dezelfde omstandigheden. Het toestel is zo ontworpen dat het geen directe toegang toelaat tot die onder spanning staande onderdelen tijdens de vervanging van de lamp (IP-20 B tijdens de vervanging van de lamp). De lichtbron of van de plaat ballast moet door één enkele persoon ter plaatse vervangen kunnen worden in maximaal twee minuten. Het volledige optische blok moet zoals hiervoor beschreven, op een zelfde wijze kunnen worden vervangen. Caractéristiques photométriques Fotometrische eigenschappen - Rendement hémisphérique inférieur > 63% - Courbe de distribution des intensités lumineuses pour 1 lampe T8 de 58W 840 à la température ambiante de 25C - Rendement van de onderste hemisfeer > 63% - Distributiecurve van de lichtintensiteiten voor één lamp T8 van 58W 840 met een omgevingstemperatuur van 25C AE/05 B 8

72 4. Luminaire de sécurité 4. Veiligheidsverlichting Luminaire 18 W (repère SP) Lichttoestel 18 W (merkteken SP) Appareil IP 66 à fluorescence, avec lampe fluo compact 18 W, ballast électronique allumage à chaud, conforme à l annexe technique AE/01. Appareil comportant un système optique de qualité avec un rendement hémisphérique > 70 %. Résistance mécanique IK08 L'enceinte optique comporte un réflecteur incorporé, un diffuseur laissant passer les rayons lumineux, un dispositif de défilement éventuel de façon à éviter l'éblouissement dû à la source lumineuse et le tube fluorescent avec son dispositif de fixation. Le tube fluo compact s'extrait de l'enceinte optique sans pouvoir toucher le réflecteur et y est introduit avec aisance dans les mêmes conditions. Toestel IP 66 met fluorescentielamp, compact 18W, elektronisch ballast, warme start, conform AE/01. Het toestel bevat een optisch systeem van goede kwaliteit met een hemisferisch rendement > 70 %. Mechanische slagsterkte: IK08. Het optisch gedeelte omvat een ingebouwde reflector en een verstrooier die het licht doorlaat en eventueel een afleidingsinrichting om verblinding te vermijden vanwege de lichtbron en de fluorescentiebuis met bevestiging. De compact fluorescentiebuis wordt vervangen zonder dat men de reflector kan aanraken en wordt er opnieuw met gemak en onder dezelfde voorwaarden in ondergebracht. AE/05 B 9

73 L'appareil est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20 - B lors du remplacement de la lampe). Het lichttoestel is zodanig ontworpen dat bij de vervanging van de lampen geen enkel rechtstreeks contact met onder spanningstaande delen kan gebeuren (IP 20-B bij het vervangen van de lamp). Luminaire autonome à LED 3 W (repère SL) Zelfstandig lichttoestel met LED s 3 W (merkteken SL) a. Ce luminaire s encastre dans le compartiment à côté du luminaire raccordé sur le circuit C. b. Ce luminaire a la possibilité de se raccorder sur le circuit C ou le circuit B pour l alimentation et sur le système de gestion de l éclairage de sécurité. c. Descriptif voir annexe technique AS/01. a. Dit lichttoestel wordt ingebouwd in het compartiment naast het lichttoestel dat aangesloten is op de kring C b. Dit lichttoestel heeft de mogelijkheid om aangesloten te worden op de kring C of de kring B voor de voeding en op het beheersysteem voor de veiligheidsverlichting c. Beschrijving zie technische bijlage AS/01. Généralités Algemeenheden Toute matière plastique intégrée dans le luminaire est zérohalogène et non-propagatrice de la flamme, de plus toute matière translucide est stabilisée aux rayons ultra violets, conformément à la fiche technique MP/01. La fixation d'un luminaire dans le châssis garantit toute sécurité et demeure efficace, ferme et stable lors de fortes vibrations. L'alimentation d'un luminaire s'effectue par des connecteurs verrouillables suivant fiche BR/01. Cet appareil est repéré par un point rouge. Elk plastisch materiaal ingebracht in het toestel is halogeenvrij en niet vlamvoortschrijdend, en daarbij zijn de doorschijnende materialen gestabiliseerd tegen de ultraviolet stralen, overeenkomstig de technische bijlage MP/01. De vasthechting van een lichttoestel in het chassis verzekert alle veiligheid en blijft doeltreffend en stabiel bij hevige trillingen. De voeding van een lichttoestel wordt uitgevoerd met vergrendelbare stekkers volgens de technische bijlage BR/01. Dit toestel is gemerkt met een rode stip 5. Précâblages 5. Voorbekabeling Précâblage des alimentations Voorbedrading van de voedingen La canalisation d'alimentation est constituée d'autant de conducteurs de phase et de neutre isolés en matériau spécial ( voir annexe technique MP/01) que de types de circuits (alimentation normale A et B et alimentation de secours C) et un De voedingsleiding bestaat uit een vlakke kabel met zoveel faseen nulleiders (geïsoleerd in speciaal materiaal, zie technische bijlage MP/01), als er kringen zijn (voedingen Normaal A en B en noodvoeding C) en een aardingsgeleider. De doorsnede van de AE/05 B 10

74 conducteur de terre. La section des conducteurs est de 2,5 mm 2. Les interconnexions des conducteurs entre les éléments pré câblés sont réalisés avec un système verrouillable. geleiders is 2,5 mm 2. De verbindingen van de geleiders tussen de voorbedrade elementen zijn gerealiseerd d.m.v. een vergrendelbaar systeem. La répartition type des circuits dans un châssis est la suivante : De typische verdeling van de kringen in een chassisis als volgt: - lampe 1 alimentée par ligne 1 avec neutre 1 - lampe 2 alimentée par ligne 2 avec neutre 2 - lampe 3 alimentée par ligne 3 avec neutre 3. Chaque ligne possède un repérage spécifique comportant en premier lieu, le type de circuit alimenté (A, B ou C) et en second lieu un numéro de circuit. Le conducteur de terre est greffé d'un certain nombre de dérivations allant d'une part aux luminaires et d'autre part à un dispositif de mise à la terre installé à demeure sur chaque châssis. La canalisation d'alimentation logée dans le compartiment de la ligne lumineuse renfermant les luminaires est protégée mécaniquement. Sur chaque conducteur d'une ligne de la canalisation d'alimentation est branché un connecteur assurant la liaison au luminaire par un conducteur de même section. Ce connecteur est constitué de deux coquilles en matières isolantes s'assemblant entre elles en enserrant d'une part le conducteur d'alimentation et d'autre part, la dérivation vers le luminaire. Chacune de ces coquilles est garnie intérieurement, côtés assemblage de coupelles. Le dispositif de serrage des deux coquilles provoque l'insertion des deux coupelles dans les isolants des conducteurs précités de manière à assurer un contact électrique sûr entre les âmes en cuivre des conducteurs et en conséquence, l'alimentation du - lamp 1 gevoed door lijn 1 met nulleider 1 - lamp 2 gevoed door lijn 2 met nulleider 2 - lamp 3 gevoed door lijn 3 met nulleider 3. Elke lijn bezit een specifiek kenmerk dat in de eerste plaats het type van de kring (A, B of C) en op de tweede plaats het kringnummer bevat. De aardingsgeleider is voorzien van een aantal aftakkingen gaande naar de verlichtingstoestellen en anderzijds naar een vaste aarding op het chassis. De voedingsleiding lopende in het vak van de lichtlijn, dat de lichtapparaten omvat, is mechanisch beschermd. Op elke geleider van een voedingsleiding is een stekker aangesloten welke de verbinding toelaat van het verlichtingsapparaat met een geleider van dezelfde doorsnede. Deze stekker is samengesteld uit een tweedelige schelp in kunststof, waartussen enerzijds de voedingsgeleider en anderzijds de aftakking naar het verlichtingstoestel gekneld wordt. Elk der schelpen is langs de kant van het samenvoegen inwendig uitgerust met klemmen. Door het aanspannen van de schelpen veroorzaken de twee klemmen een insnijding in het isolatiemateriaal van de geleider om zodoende een goed elektrisch contact te bekomen tussen de kopergeleiders en bijgevolg de voeding van het lichtapparaat in aftakking te verzekeren. AE/05 B 11

75 luminaire en dérivation. L'interconnexion des conducteurs électriques d'un châssis avec ceux d'un châssis voisin d'une même ligne s'effectue au moyen de connecteurs propres à chaque châssis. De verbinding van de elektrische voedingen van het ene chassis naar het andere van eenzelfde lijn wordt uitgevoerd door middel van verbindingsstekkers eigen aan elk chassis. Les connecteurs présentent les caractéristiques suivantes : De verbindingsstekkers hebben de volgende karakteristieken: - isolement diélectrique élevé - isolant incassable et non hygroscopique - contacts électriques en alliage de cuivre - hoge diëlektrische isolatie - onbreekbaar isolatiemateriaal en niet vochtaantrekkend - elektrische contacten i koperlegering Précâblage des Haut-parleurs Voorbedrading van de luidsprekers La filerie sera constituée par un câble plat à six conducteurs ou de six fils monopolaires identifiables l'un par rapport aux autres. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2 minimum. La connexion des haut-parleurs se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage tous les 2 m. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement des haut-parleurs, ont des caractéristiques identiques à celles du précâblé des alimentations repris ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent le branchement de haut-parleurs sur le circuit d'éclairage et vice versa. Chaque prise de dérivation pour haut-parleurs est prévue pour les six fils de manière à permettre à l'installateur des hautparleurs de choisir son circuit. Le précâblage des luminaires et celui des haut-parleurs sont placés dans deux logements distincts. De bedrading zal bestaan uit een platte kabel met zes geleiders of zes onderling identificeerbare éénpolige draden. De isolatie van de geleiders en het gebruikte materiaal zijn conform de technische bijlage MP/01. De doorsnede van de geleiders bedraagt minimum 1,5 mm 2. De verbinding van de luidsprekers gebeurt door middel van stekkers die om de 2 m op de bedrading zijn aangebracht. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde elementen en de stekkers voor de aansluiting van de luidsprekers hebben dezelfde eigenschappen als de stekkers die hiervoor beschreven worden. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers veiligheidsvoorzieningen moeten hebben om te verhinderen dat de luidsprekers op de verlichtingskring worden aangesloten en omgekeerd. Elke aftakkingstekker voor luidsprekers is voorzien voor de zes draden zodat de installateur van de luidsprekers zijn kring kan kiezen. De voorbedrading van de lampen en die van de luidsprekers AE/05 B 12

76 bevinden zich in twee verschillende ruimten. Précâblage pour la gestion de l éclairage Voorbekabeling voor lichtbeheer La filerie sera constituée d une paire de 2 conducteurs torsadés (twisted pair), blindée. Les conducteurs seront identifiables l'un par rapport à l autre. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2. La connexion pour la gestion de l éclairage se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage à tous les luminaires. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement des ballasts pour la gestion de l éclairage, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au Précâblage des alimentations ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent le branchement pour la gestion de l éclairage sur le circuit d'éclairage ou haut-parleur et vice versa. Le précâblage pour la gestion de l éclairage des luminaires est placé dans le logement du précâblage des haut-parleurs. De bedrading zal uitgevoerd worden door een paar van twee afgescheurde en in elkaar gedraaide geleiders (twisted pair). De geleiders zijn onderling identificeerbaar. De isolatie van de geleiders en de aanwending van de materialen zijn conform aan de technische bijlage MP/01. De sectie van de geleiders bedraagt 1,5 mm². De verbinding voor het lichtbeheer wordt uitgevoerd door middel van stekkers voorzien op de bekabeling aan elke lamp. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde onderdelen evenals deze voor de aansluiting van de ballasten voor het lichtbeheer zijn identiek aan deze beschreven in Voorbedrading van de voedingen hiervoor. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers moeten voorzien van veiligheidsvoorzieningen die niet toelaten om het lichtbeheersysteem aan te sluiten op de verlichtingskring of de luisprekers en vice versa. De voorbedrading voor het lichtbeheer van de verlichtingstoestellen is in ruimte van de voorbekabeling van de luidsprekers. Précâblage pour la gestion de l éclairage de sécurité Voorbekabeling voor beheer van de veiligheidsverlichting La filerie sera constituée d une paire de 2 conducteurs torsadés (twisted pair), blindée. Les conducteurs seront identifiables l'un par rapport à l autre. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2. La connexion pour la gestion de l éclairage se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage à tous les luminaires de sécurité. De bedrading zal uitgevoerd worden door een paar van twee in elkaar gedraaide geleiders (twisted pair). De geleiders zijn onderling identificeerbaar. De isolatie van de geleiders en de aanwending van de materialen zijn conform aan de technische bijlage MP/01. De sectie van de geleiders bedraagt 1,5 mm². De verbinding voor het lichtbeheer wordt uitgevoerd door middel van stekkers voorzien op de bekabeling aan veiligheidsverlichtingstoestellen. AE/05 B 13

77 Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement pour la gestion de l éclairage, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au Précâblage des alimentations ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent les erreurs de branchement. Le précâblage pour la gestion de l éclairage des luminaires est placé dans le logement du précâblage des haut-parleurs. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde onderdelen evenals deze voor de aansluiting voor het lichtbeheer zijn identiek aan deze beschreven in Voorbedrading van de voedingen hiervoor. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers moeten voorzien van veiligheidsvoorzieningen die foutieve aansluitingen verhinderen. De voorbedrading voor het lichtbeheer van de verlichtingstoestellen is in ruimte van de voorbekabeling van de luidsprekers. 6. Réflecteur absorbant acoustique 6. Absorberende akoestische reflector Composition : Samenstelling: - En partie supérieure : 1 tôle en aluminium de nuance 5754, épaisseur 2 mm minimum, profilée et cintrée pour épouser la courbure de l'appareil ; - En partie inférieure : 1 tôle en aluminium de nuance 5754, épaisseur 2 mm minimum, perforée et profilée pour épouser la courbure de l'appareil ; - Type de perforation : trous ronds 4 mm, disposés en quinconce, taux de perforation 30% ; - Matelas absorbant : Laine de verre bakélisée, d une épaisseur de 50 mm, pouvant travailler en saturation d humidité. Elle résistera parfaitement aux rayons UV et d une densité de 48 kg/m 3, protégée par un voile noir protecteur antidéfibratoire renforcé longitudinalement. - L ensemble du panneau ne nécessitera pas d entretien particulier, il sera totalement ininflammable et non générateur de fumée. - Afin d'améliorer les performances acoustiques, toutes les dispositions seront prises pour ménager un plénum de 15 mm environ entre la tôle supérieure et le matelas absorbant. - In het bovenste deel: 1 plaat in aluminium met kleurschakeling 5754, dikte 2 mm minimum, geprofileerd en gebogen om de kromming van het toestel nauw aansluitend te volgen; - In het onderste deel: 1 plaat in aluminium met kleurschakeling 5754, dikte 2 mm minimum, geperforeerd en gebogen om de kromming van het toestel nauw aansluitend te volgen; - Type van perforatie: ronde gaten 4 mm, bij vijven gegroepeerd, percentage perforatie 30%; - Absorberend matras: gebakeliseerde glaswol, met een dikte van 50 mm, dat nog werkt wanneer volledig verzadigd met vocht. Zij weerstaat perfect aan de UV-stralen en heeft een densiteit van 48 kg/m 3, is beschermd door een zwart longitudinaal versterkt doek dat beschermt tegen de vezels. - Het geheel van het paneel vraagt geen bijzonder onderhoud, hij is volledig onbrandbaar en niet rookverspreidend. - Om de akoestische eigenschappen te verbeteren, zullen alle maatregelen genomen worden om een plenum van ongeveer 15 mm uit te sparen tussen de bovenste plaat en het absorberend matras. - Om een doeltreffende bescherming te waarborgen van het AE/05 B 14

78 - Pour garantir une protection efficace du matelas pendant le nettoyage du réflecteur, le matelas absorbant sera écarté également de 15 mm minimum de la tôle perforée sur toute sa surface. - La grille perforée sera fixée de façon invisible sur la structure porteuse, de manière à permettre dans un souci esthétique un alignement parfait des appareils. - Ceux-ci seront équipés sur leur face supérieure de 4 éléments de suspentes en acier galvanisé à chaud et peint permettant un réglage selon les axes X-Y du plan horizontal. - L ensemble des fixations sera en inox A2. - L ensemble des parties visibles des pièces métalliques, à l exception du chemin de câble et de la visserie de fixation inox (tôle supérieure, tôle perforée, extrudés, suspentes, ) sera peint par poudrage polyester dans la teinte RAL matras tijdens het reinigen van de reflector, zal er eveneens een minimale afstand van 15 mm minimum zijn tussen het absorberend matras en de geperforeerde plaat over haal gehele oppervlak. - Het geperforeerd rooster zal op niet zichtbare wijze aan de draagstructuur bevestigd worden, derwijze dat uit esthetische zorg een perfecte uitlijning van de toestellen toelaten. - Deze worden op hun bovenzijde uitgerust met 4 ophangelementen uit geschilderd thermisch verzinkt staal en die een regeling volgens de assen X-Y van een horizontaal vlak toelaten. - Het geheel van de bevestigingen zal uit A2 roestvrij staal zijn. - Het geheel van de zichtbare gedeelten van de metalen stukken, met uitzondering van de kabelweg en het bevestigingsschroefwerk in roestvrij stalen punten,..) zal geschilderd worden door polyestser verstuiving met kleur RAL Performances acoustiques Akoestische prestaties L'indice global d'absorption acoustique DL α sera déterminé à partir des coefficients d'absorption α Si selon Sabine par bande de tiers d'octave, suivant la formule : i= 18 DL α = -10log , α 1 Si. i= 1 Les coefficients α Si seront déterminés sur base de mesures effectuées conformément à la norme NBN S : "Mesure du facteur d'absorption acoustique en salle réverbérante". La valeur de l'indice DL α de l'écran ne pourra être inférieure à 10. Le calcul de ces performances fait référence à un spectre de bruit de circulation routière normalisé au niveau européen (CEN). Ce spectre est exprimé en terme de niveaux L i de L i De globale geluidsabsorptie-index DL α wordt bepaald op basis van de absorptiecoëfficiënten α Si volgens Sabine per 1/3- octaafband, volgens de formule: i= 18 DL α = -10log , α 1 Si. i= 1 De coëfficiënten α Si zullen bepaald worden op basis van metingen uitgevoerd overeenkomstig de NBN S01-009: "Akoestiek - Meten van de geluidsabsorptiefactor in nagalmkamer". De waarde van de index DL α van het scherm zal niet kleiner mogen zijn dan 10. De berekening van deze prestaties verwijst naar een op Europees niveau (CEN) genormaliseerd geluidsspectrum van het wegverkeer. Dit spectrum wordt uitgedrukt in termen van L i AE/05 B 15

79 pression sonore par bandes de tiers d'octave de fréquence nominale f i pour la gamme de fréquences 100 Hz 5000 Hz; les niveaux L i sont pondérés suivant la courbe de pondération A et leur sommation est ramenée à zéro db(a) : F i (Hz) L i (dba) Les performances acoustiques de l appareil devront avoir été vérifiées par un laboratoire belge agréé. geluidsdrukniveaus L i per 1/3-octaafband met een nominale frequentie f i voor het frequentiebereik 100 Hz 5000 Hz; de niveaus L i zijn gewogen volgens wegingscurve A en hun optelling wordt teruggebracht naar nul db(a): F i (Hz) L i (dba) De akoestische prestaties van het toestel moeten geverifieerd zijn door een officieel erkend Belgisch laboratorium 7. Certification et marquage 7. Certificering en merking Le luminaire portera le marquage CE. Het verlichtingstoestel zal het CE-merking dragen. AE/05 B 16

80 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 LIGNE LUMINEUSE PRECABLEE A FLUX LUMINAIRE SECONDAIRE VOORBEDRADE VERLICHTINGSLIJN MET SECUNDAIRE LATERALE LATERAL LICHTSTROOM Repère PAL Symbool PAL ANNEXE TECHNIQUE AE/06 A TECHNISCHE BIJLAGE AE/06 A 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

81 1. Description générale 1. Algemene beschrijving La ligne lumineuse sera constituée d'ensembles éclairants intégrés dans un châssis autoportant en aluminium extrudé. Cet ensemble lumineux est spécialement conçu pour l'éclairage direct et indirect des zones publiques des quais. Ils seront implantés en ligne continue tout en permettant entre chaque châssis l insertion éventuelle de panneaux de signalétique dont l épaisseur des suspentes ne dépassera pas une dizaine de centimètres. De lichtlijn zal uit verlichtingsgehelen bestaan die geïntegreerd zijn in een zelfdragend kader uit geëxtrudeerd aluminium. Dit verlichtingsgeheel is speciaal ontworpen voor directe en indirecte verlichting van de publieke zones van de perrons. Ze zullen in een doorlopende lijn geplaatst worden; het is echter mogelijk bewegwijzeringspanelen in te voegen tussen elke chassis, waarvan de dikte van de ophangpunten die niet dikker zal zijn dan een tiental centimeter. Chaque ensemble se composera de trois parties distinctes : Elk geheel zal uit drie onderscheiden gedeelten bestaan: a) d un caisson autoportant en aluminium extrudé précâblé, renfermant le luminaire principal et dans le prolongement du luminaire un compartiment permettant d intégrer soit un éclairage de sécurité soit un haut - parleur ou une caméra. a) een zelfdragende voorbekabelde omkasting in geëxtrudeerd aluminium, die de hoofdverlichting bevat en in de verlenging van het verlichtingstoestel een compartiment dat toelaat om ofwel een veiligheidsverlichting, ofwel een luidspreker of een camera te plaatsen. b) du luminaire à flux secondaire latéral b) een verlichtingstoestel met secundaire laterale lichtstroom c) d'un chemin de câble de 15 cm de largeur x 6 cm de hauteur accessible sans entrave et disposé de manière à préserver l esthétisme de l ensemble. Lorsque le chemin de câbles pourra être vu du public il sera masqué à la vue par une tôle décorative pliée sans angle vif de même nature et couleur que le châssis c) een kabelbaan van 15 cm breedte x een hoogte van 6cm, toegankelijk zonder hindernissen en zó geplaatst dat het esthetische van het geheel gewaarborgd blijft. Wanneer de kabelbaan zichtbaar mocht zijn voor het publiek, zal deze verborgen worden door een decoratieve plaat geplooid zonder scherpe hoeken en van dezelfde kleur en natuur als het verlichtingstoestel. 2. Caractéristiques mécaniques 2. Mechanische eigenschappen La résistance mécanique globale de la structure doit être au degré IK08 pour les diffuseurs, suivant la norme EN De globale mechanische weerstand van de structuur en de diffusors moet IK08 zijn volgens de norm EN Dimensions Afmetingen L appareil devra respecter une tolérance de ± 5% au vu des dimensions Het chassis zal aan een tolerantie van ± 5% moeten beantwoorden t.o.v. de AE/06 A 2

82 extérieures suivantes : - largeur : 550 mm - longueur : mm - hauteur : 350 mm volgende buitenafmetingen: - breedte: 550 mm - lengte: mm - hoogte: 350 mm Il comprendra entre autre : Het zal onder meer bevatten: - un extrudé arrière, - une charnière extrudée continue, permettant le basculement du luminaire - 2 profilés porteurs cintrés. - een geëxtrudeerd profiel achteraan - een geëxtrudeerd continu scharnier, waardoor de verlichting kan kantelen - 2 gecentreerde geprofileerde dragers Le luminaire viendra se loger dans l'extrudé arrière en position fermée. Het verlichtingstoestel wordt geplaatst in het geëxtrudeerde profiel achteraan. Protection contre la corrosion Bescherming tegen corrosie Les pièces intérieures auront une bonne résistance à la corrosion, soit de par leur composition, soit de par un traitement approprié. Les parties externes devront comporter une protection par peinture pour que ces parties, après un essai au brouillard salin 100 h (ISO 9227), ne présentent pas de traces d altération ou de corrosion superficielle. Tous les éléments de fixation de l appareil d éclairage sur son support seront exécutés en un matériau non corrodable dans la masse. De delen binnenin het toestel zullen een goede weerstand bieden tegen corrosie, hetzij door hun samenstelling, hetzij door de gepaste behandeling. De uitwendige delen moeten een bescherming bevatten door beschildering zodat deze delen, na een test met zoutmist gedurende 100h (ISO 9227) geen sporen nalaten van verwering of oppervlakkige corrosie. Alle bevestigingselementen van het verlichtingstoestel op de ophanging zijn uitgevoerd in een materiaal dat niet corrodeert in de massa. AE/06 A 3

83 Les précautions nécessaires seront prises afin d éviter tout couple galvanique nuisible entre métaux différents. De nodige voorzorgen worden genomen teneinde de nadelige galvanische koppels te vermijden die optreden tussen verschillende metalen. Finition Afwerking Toutes les parties visibles de l'appareil seront peintes par poudrage polyester, dans une teinte RAL Alle zichtbare onderdelen van het toestel zullen worden geschilderd met polyester poeder, in een kleur RAL Espace éclairage secours, caméras et haut-parleurs Ruimte voor veiligheidsverlichting, camera s en luidspreker Le corps de l appareil comprendra un espace libre permettant d insérer hautparleurs, caméras ou éclairages de sécurité. La fixation du haut-parleur, de la caméra ou de l éclairage sécurité sera réalisé à l aide d un étrier. La tôle de fermeture sera perforée à l'endroit d'insertion du haut-parleur ou de la caméra. Lorsque aucun élément ne sera prévu, l espace entre l appareil (Lg. ± 2000 mm) et le bloc optique (Lg. ± 1600 mm) sera fermé au moyen d une tôle inférieure cintrée dont la courbure suit parfaitement celle du bloc optique. Le haut-parleur, la caméra et l appareil d éclairage secours sont rendus accessibles par basculement de la tôle support autour d une charnière intégrée au module, et ceci sans outil spécifique. Lors de ce basculement, celui-ci restera suspendu à l appareil. Toute matière plastique intégrée dans le luminaire sera zéro-halogène et nonpropagatrice de la flamme, de plus toute matière translucide sera stabilisée aux rayons ultra violets, conformément à la fiche technique MP/01. La fixation d'un luminaire dans le châssis garantit toute sécurité et demeurera efficace, ferme et stable lors de fortes vibrations. L'alimentation d'un luminaire s'effectuera par des connecteurs verrouillables suivant fiche BR/01. Het lichaam van het toestel zal een vrije ruimte bevatten waarin luidsprekers, camera s of veiligheidsverlichtingstoestellen kunnen worden geïntegreerd. De luidspreker, de camera of het veiligheidsverlichtingstoestellen zal bevestigd worden met behulp van een beugel. De afsluitplaat moet geperforeerd zijn daar waar de luidspreker of camera wordt ingevoegd. Wanneer er geen enkel element voorzien is, wordt de ruimte tussen het toestel (Lg. ± 2000 mm) en het optische blok (Lg. ± 1600 mm) afgesloten door middel van een gebogen onderplaat waarvan de kromming perfect die van het optische blok volgt. De luidspreker, de camera en het verlichtingstoestel zijn bereikbaar door het kantelen van de steunplaat rond een scharnier dat in het module geïntegreerd is en dit zonder specifiek gereedschap. Bij dit kantelen zal het optische blok opgehangen blijven aan het toestel. Alle plastisch materiaal dat geïntegreerd is in het verlichtingstoestel, zal halogeenvrij en niet vlamvoorschrijdend zijn, daarenboven zal alle lichtdoorlatend materiaal gestabiliseerd zijn tegenover ultravioletstraling, in overeenstemming met de technische bijlag MP/01. De bevestiging van een lamp in het chassis zal alle veiligheid waarborgen en zal doeltreffend blijven, stevig en stabiel bij sterke trillingen. De voeding van een lamp zal geschieden door vergrendelbare connectoren volgens de technische bijlage BR/01. AE/06 A 4

84 Suspension Ophanging Les suspensions seront constituées de tubes ou profilés de même nature et traitement que les châssis ou éventuellement en inox A2 (toute mesure sera prise pour éviter les couples galvaniques). Leur hauteur sera variable selon la distance séparant le plafond et la ligne lumineuse : un réglage assurera la mise à niveau de la ligne lumineuse. Les suspensions sont fixées au plafond d'une part et à un rail d ancrage de l'autre, rail sur lequel viennent se boulonner les châssis des lignes lumineuses. L interdistance entre 2 points de suspension est inférieure ou égale à 2m La structure équipée doit supporter une charge supplémentaire uniformément répartie de 20 dan par mètre sans présenter une flèche supérieure à 1 / de la distance entre deux supports, soit 3 m. De plus, aucune déformation permanente ne peut s'ensuivre en cas d'application éventuelle d'une charge provisoire ponctuelle de 75 dan en quelque point que ce soit du châssis et ce, en charge verticale ou horizontale. De même, des dispositifs de compensation permettent de rectifier toute dérive latérale dans l'alignement longitudinal des châssis d'une ligne lumineuse. La construction des suspensions est dimensionnée de façon telle que le passage des rames (70 km/h) n'entraîne pas de balancement visible des lignes lumineuses. Le placement de tirants n'est pas toléré. La fixation des suspensions sera réalisée avec des chevilles chimiques M8 minimum en acier inox A4 avec embout et guidage isolant. Pour raison de sécurité, la note de calcul sera établie avec une distance de 6 m entre suspentes. De ophangingen zullen bestaan uit buizen of profielen van dezelfde aard - en die dezelfde behandeling hebben ondergaan - als de kaders; ze kunnen eventueel ook uit roestvast staal A2 zijn (alle maatregelen zullen genomen worden om galvanische koppels te vermijden). De hoogte van de ophangingen varieert in overeenstemming met de afstand tussen het plafond en de lichtlijn: regelingen zullen zorgen voor het op niveau brengen van de lichtlijn. De ophangingen zijn bevestigd aan het plafond enerzijds en op een verankeringrail anderzijds, rail op die de kaders van de verlichtingslijn worden bevestigd dmv bouten. De tussenafstand tussen 2 ophangingpunten is kleiner dan of gelijk aan 2m. De uitgeruste structuur kan een bijkomende gelijkvormig verdeelde last van 20 dan per meter dragen, zonder een doorhang van meer dan 1 / van de afstand tussen de twee steunpunten, zijnde 3 m te verkrijgen. Daarbij mag geen enkele blijvende vervorming veroorzaakt worden bij een voorlopige puntlast van 75 dan, op elke willekeurige plaats van het chassis, horizontaal of verticaal belast. Tevens moet een compensatie-inrichting voorzien worden om alle laterale afwijkingen te verbeteren in de longitudinale uitlijning van de chassis van een lichtlijn. De ophangingen zijn zodanig vervaardigd dat bij het doorgaan van een treinstel (70 km/u.), geen enkele zichtbare schommeling veroorzaakt wordt in de lichtlijnen. De plaatsing van trekkabels wordt niet toegelaten. De bevestiging van de ophangingen wordt uitgevoerd door middel van chemische verankeringspluggen M8 minimum in inox A4 met isolerende einddop en geleidingsbus. Om veiligheidsredenen zal voor de berekeningsnota 6 m tussen de ophangingpunten genomen worden. 3. Caractéristiques du luminaire principal 3. Eigenschappen van het hoofdverlichtingstoestel Caractéristique électrique Elektrische eigenschappen AE/06 A 5

85 Le luminaire sera conforme à la classe d'isolation électrique I selon la norme EN Le luminaire est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20-B lors du remplacement de la lampe). Het toestel zal conform zijn aan de isolatieklasse I zoals in EN weergegeven. Het toestel is zodanig ontworpen dat geen directe toegang mogelijk is tot onderdelen die onder spanning staan tijdens het vervangen van de lamp (IP 20-B tijdens de vervanging van de lamp). Lampe Lamp Caractéristique voir annexe technique AE/01 Eigenschappen zie technische bijlage AE/01 Ballast Ballast Ce ballast HF sera de type warm start et sera conforme à l annexe technique AE/01. Le ballast sera monté sur une platine de montage amovible, fixée sur la partie dorsale du bloc optique. Cette platine sera accessible aisément après basculement du luminaire. L interconnexion entre le ballast et le bloc optique est réalisée par connecteur verrouillé. Deze HF ballast is van het type warme start en is conform aan technische bijlage AE/01. De ballast zal worden gemonteerd op een wegneembare plaat, bevestigd aan de rugzijde van het optisch blok. Deze plaat zal gemakkelijk toegankelijk zijn, na het kantelen van de lamp. De koppeling van de ballast met het optisch blok wordt uitgevoerd met een vergrendelbare stekker Douilles Hulzen Montées dans des bouchons en aluminium clipsés aux extrémités du bloc optique. Geplaatst in aluminium stoppen geclipst op de uiteinden van het optisch blok. Bloc optique Optisch blok Le bloc optique en profilés extrudés d aluminium sera équipé de deux diffuseurs en verre trempé thermique. L un transparent permettra l éclairage latéral, l autre grené permettra un éclairage direct des quais Il comprendra des miroirs en aluminium anodisé. Le bloc optique garanti un indice de protection de IP 66 selon la norme EN L'accès à la lampe se fera par basculement du bloc optique autour d'une charnière intégrée à l appareil sans outil spécifique. Deux amarres de sécurité empêcheront le décrochage accidentel en limitant le basculement de l appareil. L appareil sera muni des parties mobiles nécessaires pour permettre le remplacement des lampes sans dépose complète : l appareil devant rester Het optische blok uit geëxtrudeerde profielen van aluminium zal uitgerust zijn met twee diffusors uit thermisch gehard glas. De ene diffusor is transparant en zal zorgen voor de laterale lichtverdeling, de andere is korrelig en zal voor een directe verlichting van de perrons zorgen. Het blok zal spiegels uit geanodiseerd aluminium bevatten. Het optische blok waarborgt een beschermingsgraad IP66 volgens de norm EN De toegang tot de lamp geschiedt door het kantelen van het optische blok rond een scharnier dat in het toestel geïntegreerd is, dit zonder specifiek gereedschap. Twee veiligheidsbevestigingen zullen het accidentele afhaken verhinderen door het kantelen van het toestel te beperken. Het toestel zal voorzien zijn van de nodige mobiele delen zijn om de lampen te kunnen vervangen zonder dat men het toestel volledig moet demonteren: het AE/06 A 6

86 suspendu à sa structure. La lampe s'extrait de l'enceinte optique sans pouvoir toucher le réflecteur et y est introduit avec aisance dans les mêmes conditions. L'appareil est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20 - B lors du remplacement de la lampe). Le remplacement de la source lumineuse ou de la platine «ballast» sera effectué par un homme seul, à pied d œuvre, en deux minutes maximum. De la même façon, le remplacement du bloc optique complet devra être possible de la même manière que décrit ci-dessus. toestel moet aan de structuur opgehangen blijven. De lamp wordt uit het optisch blok gehaald zonder de reflector te kunnen aanraken en wordt er gemakkelijk in geplaatst in alle eenvoud in dezelfde omstandigheden. Het toestel is zo ontworpen dat het geen directe toegang toelaat tot die onder spanning staande onderdelen tijdens de vervanging van de lamp (IP-20 B tijdens de vervanging van de lamp). De lichtbron of van de plaat ballast moet door één enkele persoon ter plaatse vervangen kunnen worden in maximaal twee minuten. Het volledige optische blok moet zoals hiervoor beschreven, op een zelfde wijze kunnen worden vervangen. Caractéristiques photométriques Fotometrische eigenschappen - Rendement hémisphérique inférieur > 63% - Courbe de distribution des intensités lumineuses pour 1 lampe T8 de 58W 840 à la température ambiante de 25C - Rendement van de onderste hemisfeer > 63% - Distributiecurve van de lichtintensiteiten voor één lamp T8 van 58W 840 met een omgevingstemperatuur van 25C AE/06 A 7

87 4. Luminaire de sécurité 4. Veiligheidsverlichting 4.1. Luminaire 18 W (repère SP) 4.1. Lichttoestel 18 W (merkteken SP) Appareil IP 66 à fluorescence, avec lampe fluo compact 18 W, ballast électronique allumage à chaud, conforme à l annexe technique AE/01. Appareil comportant un système optique de qualité avec un rendement hémisphérique > 70 %. Résistance mécanique IK08 L'enceinte optique comporte un réflecteur incorporé, un diffuseur laissant passer les rayons lumineux, un dispositif de défilement éventuel de façon à éviter l'éblouissement dû à la source lumineuse et le tube fluorescent avec son dispositif de fixation. Le tube fluo compact s'extrait de l'enceinte optique sans pouvoir toucher le réflecteur et y est introduit avec aisance dans les mêmes conditions. L'appareil est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20 - B Toestel IP 66 met fluorescentielamp, compact 18W, elektronisch ballast, warme start, conform AE/01. Het toestel bevat een optisch systeem van goede kwaliteit met een hemisferisch rendement > 70 %. Mechanische slagsterkte: IK08. Het optisch gedeelte omvat een ingebouwde reflector en een verstrooier die het licht doorlaat en eventueel een afleidingsinrichting om verblinding te vermijden vanwege de lichtbron en de fluorescentiebuis met bevestiging. De compact fluorescentiebuis wordt vervangen zonder dat men de reflector kan aanraken en wordt er opnieuw met gemak en onder dezelfde voorwaarden in ondergebracht. Het lichttoestel is zodanig ontworpen dat bij de vervanging van de lampen geen enkel rechtstreeks contact met onder spanningstaande delen kan gebeuren AE/06 A 8

88 lors du remplacement de la lampe). (IP 20-B bij het vervangen van de lamp) Luminaire autonome à LED 3 W (repère SL) 4.2. Zelfstandig lichttoestel met LEDs 3 W (merkteken SL) Ce luminaire s encastre dans le compartiment à côté du luminaire raccordé sur le circuit C. Ce luminaire a la possibilité de se raccorder sur le circuit C ou le circuit B pour l alimentation et sur le système de gestion de l éclairage de sécurité. Descriptif voir annexe technique AS/01. Dit lichttoestel wordt ingebouwd in het compartiment naast het lichttoestel dat aangesloten is op de kring C Dit lichttoestel heeft de mogelijkheid om aangesloten te worden op de kring C of de kring B voor de voeding en op het beheersysteem voor de veiligheidsverlichting Beschrijving zie technische bijlage AS/ Généralités 4.3. Algemeenheden Toute matière plastique intégrée dans le luminaire est zéro-halogène et nonpropagatrice de la flamme, de plus toute matière translucide est stabilisée aux rayons ultra violets, conformément à la fiche technique MP/01. La fixation d'un luminaire dans le châssis garantit toute sécurité et demeure efficace, ferme et stable lors de fortes vibrations. L'alimentation d'un luminaire s'effectue par des connecteurs verrouillables suivant fiche BR/01. Cet appareil est repéré par un point rouge. Elk plastisch materiaal ingebracht in het toestel is halogeenvrij en niet vlamvoortschrijdend, en daarbij zijn de doorschijnende materialen gestabiliseerd tegen de ultraviolet stralen, overeenkomstig de technische bijlage MP/01. De vasthechting van een lichttoestel in het chassis verzekert alle veiligheid en blijft doeltreffend en stabiel bij hevige trillingen. De voeding van een lichttoestel wordt uitgevoerd met vergrendelbare stekkers volgens de technische bijlage BR/01. Dit toestel is gemerkt met een rode stip 5. Précâblages 5. Voorbekabeling Précâblage des alimentations Voorbedrading van de voedingen La canalisation d'alimentation est constituée d'autant de conducteurs de phase et de neutre isolés en matériau spécial ( voir annexe technique MP/01) que de types de circuits (alimentation normale A et B et alimentation de secours C) et un conducteur de terre. La section des conducteurs est de 2,5 mm 2. Les interconnexions des conducteurs entre les éléments pré câblés sont réalisés avec un système verrouillable. De voedingsleiding bestaat uit een vlakke kabel met zoveel fase- en nulleiders (geïsoleerd in speciaal materiaal, zie technische bijlage MP/01), als er kringen zijn (voedingen Normaal A en B en noodvoeding C) en een aardingsgeleider. De doorsnede van de geleiders is 2,5 mm 2. De verbindingen van de geleiders tussen de voorbedrade elementen zijn gerealiseerd d.m.v. een vergrendelbaar systeem. AE/06 A 9

89 La répartition type des circuits dans un châssis est la suivante : De typische verdeling van de kringen in een chassisis als volgt: - lampe 1 alimentée par ligne 1 avec neutre 1 - lampe 2 alimentée par ligne 2 avec neutre 2 - lampe 3 alimentée par ligne 3 avec neutre 3. Chaque ligne possède un repérage spécifique comportant en premier lieu, le type de circuit alimenté (A, B ou C) et en second lieu un numéro de circuit. Le conducteur de terre est greffé d'un certain nombre de dérivations allant d'une part aux luminaires et d'autre part à un dispositif de mise à la terre installé à demeure sur chaque châssis. La canalisation d'alimentation logée dans le compartiment de la ligne lumineuse renfermant les luminaires est protégée mécaniquement. Sur chaque conducteur d'une ligne de la canalisation d'alimentation est branché un connecteur assurant la liaison au luminaire par un conducteur de même section. Ce connecteur est constitué de deux coquilles en matières isolantes s'assemblant entre elles en enserrant d'une part le conducteur d'alimentation et d'autre part, la dérivation vers le luminaire. Chacune de ces coquilles est garnie intérieurement, côtés assemblage de coupelles. Le dispositif de serrage des deux coquilles provoque l'insertion des deux coupelles dans les isolants des conducteurs précités de manière à assurer un contact électrique sûr entre les âmes en cuivre des conducteurs et en conséquence, l'alimentation du luminaire en dérivation. L'interconnexion des conducteurs électriques d'un châssis avec ceux d'un châssis voisin d'une même ligne s'effectue au moyen de connecteurs propres à chaque châssis. - lamp 1 gevoed door lijn 1 met nulleider 1 - lamp 2 gevoed door lijn 2 met nulleider 2 - lamp 3 gevoed door lijn 3 met nulleider 3. Elke lijn bezit een specifiek kenmerk dat in de eerste plaats het type van de kring (A, B of C) en op de tweede plaats het kringnummer bevat. De aardingsgeleider is voorzien van een aantal aftakkingen gaande naar de verlichtingstoestellen en anderzijds naar een vaste aarding op het chassis. De voedingsleiding lopende in het vak van de lichtlijn, dat de lichtapparaten omvat, is mechanisch beschermd. Op elke geleider van een voedingsleiding is een stekker aangesloten welke de verbinding toelaat van het verlichtingsapparaat met een geleider van dezelfde doorsnede. Deze stekker is samengesteld uit een tweedelige schelp in kunststof, waartussen enerzijds de voedingsgeleider en anderzijds de aftakking naar het verlichtingstoestel gekneld wordt. Elk der schelpen is langs de kant van het samenvoegen inwendig uitgerust met klemmen. Door het aanspannen van de schelpen veroorzaken de twee klemmen een insnijding in het isolatiemateriaal van de geleider om zodoende een goed elektrisch contact te bekomen tussen de kopergeleiders en bijgevolg de voeding van het lichtapparaat in aftakking te verzekeren. De verbinding van de elektrische voedingen van het ene chassis naar het andere van eenzelfde lijn wordt uitgevoerd door middel van verbindingsstekkers eigen aan elk chassis. Les connecteurs présentent les caractéristiques suivantes : De verbindingsstekkers hebben de volgende karakteristieken: - isolement diélectrique élevé - isolant incassable et non hygroscopique - hoge diëlektrische isolatie - onbreekbaar isolatiemateriaal en niet vochtaantrekkend AE/06 A 10

90 - contacts électriques en alliage de cuivre - elektrische contacten i koperlegering Précâblage des Haut-parleurs Voorbedrading van de luidsprekers La filerie sera constituée par un câble plat à six conducteurs ou de six fils monopolaires identifiables l'un par rapport aux autres. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2 minimum. La connexion des haut-parleurs se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage tous les 2 m. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement des haut-parleurs, ont des caractéristiques identiques à celles du précâblé des alimentations repris ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent le branchement de haut-parleurs sur le circuit d'éclairage et vice versa. Chaque prise de dérivation pour haut-parleurs est prévue pour les six fils de manière à permettre à l'installateur des haut-parleurs de choisir son circuit. Le précâblage des luminaires et celui des haut-parleurs sont placés dans deux logements distincts. De bedrading zal bestaan uit een platte kabel met zes geleiders of zes onderling identificeerbare éénpolige draden. De isolatie van de geleiders en het gebruikte materiaal zijn conform de technische bijlage MP/01. De doorsnede van de geleiders bedraagt minimum 1,5 mm 2. De verbinding van de luidsprekers gebeurt door middel van stekkers die om de 2 m op de bedrading zijn aangebracht. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde elementen en de stekkers voor de aansluiting van de luidsprekers hebben dezelfde eigenschappen als de stekkers die hiervoor beschreven worden. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers veiligheidsvoorzieningen moeten hebben om te verhinderen dat de luidsprekers op de verlichtingskring worden aangesloten en omgekeerd. Elke aftakkingstekker voor luidsprekers is voorzien voor de zes draden zodat de installateur van de luidsprekers zijn kring kan kiezen. De voorbedrading van de lampen en die van de luidsprekers bevinden zich in twee verschillende ruimten. Précâblage pour la gestion de l éclairage Voorbekabeling voor lichtbeheer La filerie sera constituée d une paire de 2 conducteurs torsadés (twisted pair), blindée. Les conducteurs seront identifiables l'un par rapport à l autre. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2. La connexion pour la gestion de l éclairage se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage à tous les luminaires. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que De bedrading zal uitgevoerd worden door een paar van twee afgescheurde en in elkaar gedraaide geleiders (twisted pair). De geleiders zijn onderling identificeerbaar. De isolatie van de geleiders en de aanwending van de materialen zijn conform aan de technische bijlage MP/01. De sectie van de geleiders bedraagt 1,5 mm². De verbinding voor het lichtbeheer wordt uitgevoerd door middel van stekkers voorzien op de bekabeling aan elke lamp. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde onderdelen evenals deze AE/06 A 11

91 celles de raccordement des ballasts pour la gestion de l éclairage, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au Précâblage des alimentations ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent le branchement pour la gestion de l éclairage sur le circuit d'éclairage ou haut-parleur et vice versa. Le précâblage pour la gestion de l éclairage des luminaires est placé dans le logement du précâblage des haut-parleurs. voor de aansluiting van de ballasten voor het lichtbeheer zijn identiek aan deze beschreven in Voorbedrading van de voedingen hiervoor. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers moeten voorzien van veiligheidsvoorzieningen die niet toelaten om het lichtbeheersysteem aan te sluiten op de verlichtingskring of de luisprekers en vice versa. De voorbedrading voor het lichtbeheer van de verlichtingstoestellen is in ruimte van de voorbekabeling van de luidsprekers. Précâblage pour la gestion de l éclairage de sécurité Voorbekabeling voor beheer van de veiligheidsverlichting La filerie sera constituée d une paire de 2 conducteurs torsadés (twisted pair), blindée. Les conducteurs seront identifiables l'un par rapport à l autre. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2. La connexion pour la gestion de l éclairage se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage à tous les luminaires de sécurité. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement pour la gestion de l éclairage, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au Précâblage des alimentations ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent les erreurs de branchement. Le précâblage pour la gestion de l éclairage des luminaires est placé dans le logement du précâblage des haut-parleurs. De bedrading zal uitgevoerd worden door een paar van twee in elkaar gedraaide geleiders (twisted pair). De geleiders zijn onderling identificeerbaar. De isolatie van de geleiders en de aanwending van de materialen zijn conform aan de technische bijlage MP/01. De sectie van de geleiders bedraagt 1,5 mm². De verbinding voor het lichtbeheer wordt uitgevoerd door middel van stekkers voorzien op de bekabeling aan veiligheidsverlichtingstoestellen. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde onderdelen evenals deze voor de aansluiting voor het lichtbeheer zijn identiek aan deze beschreven in Voorbedrading van de voedingen hiervoor. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers moeten voorzien van veiligheidsvoorzieningen die foutieve aansluitingen verhinderen. De voorbedrading voor het lichtbeheer van de verlichtingstoestellen is in ruimte van de voorbekabeling van de luidsprekers. 6. Certification et marquage 6. Certificatie en merking Le luminaire portera le marquage CE. Het verlichtingstoestel zal het CE-label dragen. AE/06 A 12

92 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 ECLAIRAGE PAR LED LED-VERLICHTING 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres ANNEXE TECHNIQUE AE/07 TECHNISCHE BIJLAGE AE/07

93 1. Caractéristiques de l appareil d éclairage des espaces publics 1. Karakteristieken van verlichtingstoestellen voor openbare ruimten - Efficacité lumineuse minimale de l appareil : 80 lm/w - Intégration des LEDS dans une optique IP 65 - Indice de rendu des couleurs minimum : 80 - Indice d éblouissement UGR (United Glare Ratio) maximum de l installation d éclairage (et non pas de l appareil individuel) : 20 pour une implantation des appareils d éclairage dans les espaces du métro (quais, couloirs, salle des guichets) - Absence d optique réfléchissante - Montage et disposition des LEDS sur une matrice de manière à obtenir la courbe photométrique désirée - T de couleur de l appareil : 6000 K uniformité de la température de couleurs de l appareil obtenue par mélange de LEDS à 6000 K - Utilisation obligatoire de diodes type zener de manière à assurer la conduction et l alimentation des autres LEDS en cas de défaillance de l une d entre elles. - Un driver par luminaire alimenté en 230 Vca fournissant à chaque LED un courant constant (source de courant) typique de 350 m A - Driver intégré dans l appareil d éclairage - Minimaal lichtrendement van het toestel: 80lm/W - Integratie van de LEDS in een optiek IP 65 - Minimum index kleurweergave: 80 - Maximale verblindingindex UGR (United Glare Index) van de verlichtingsinstallatie (et niet van het individuele toestel): 20 voor een inplanting van verlichtingstoestellen in ruimten voor de metro (perrons, gangen, lokettenzalen) - afwezigheid van weerkaatsende optiek - montage en opstelling van de LEDS volgens een matrix om de gewenste fotometrische curve te verkrijgen - Kleurtemperatuur van het toestel: 6000 K eenvormigheid van de kleurtemperatuur van het toestel door menging van de LEDS op 6000 K - Verplicht gebruik van Zener diodes om de geleiding en voeding van de overige LEDS te waarborgen in geval van defect van een LED - Een driver per verlichtingstoestel gevoed met 230 Vws die aan elke LED een constante typische stroom levert (stroombron) van 350 ma - geïntegreerde driver in het verlichtingsapparaat 2. Caractéristique des LEDS 2. Karakteristieken van de LEDS - LED blanche : typiquement LED bleue ou ultraviolet recouverte de plusieurs pellicules de phosphore. La technologie peut être adaptée suivant l évolution des techniques - Utilisation de plusieurs couches de phosphore de manière à aplanir et amplifier le spectre secondaire (jaune) pour respecter l indice de rendu des couleurs ci-dessus. - Intégration des radiateurs de dissipation de chaleur à l appareil d éclairage permettant un refroidissement efficace par circulation naturelle de l air. Ce refroidisseur comportera au moins des ailettes de refroidissement. - Durée de vie avant défaillance : minimum h. - Durée de vie avant flux lumineux insuffisant (ne permettant plus d obtenir le nombre de lux au sol imposé) : minimum h. - Witte LED: typische blauwe of ultraviolette LED bedekt met meerdere lagen fosfor. De technologie kan aangepast worden volgens de technische vooruitgang - Gebruik van meerdere lagen fosfor teneinde het secundaire spectrum (geel) af te vlakken en te versterken om minimale index voor kleurweergave van hierboven na te leven - Integratie van de radiatoren voor warmteafvoer in het toestel om een doeltreffende koeling toe te laten door natuurlijke luchtcirculatie. Deze afkoeler heeft ten minste koelribben. - Levensduur voor defect: min h - Levensduur vooraleer onvoldoende lichtflux ( laat niet toe het opgelegde aantal lux op de vloer te bereiken): h - Le radiateur doit être dimensionné de manière à obtenir une - De radiator moet zo gedimensioneerd zijn om een optimale AE/07 2

94 température de jonction optimale (fonction de la LED), c est-à-dire que l on ne peut pas observer de diminution de durée de vie de l appareil dû à une mauvaise dissipation de la chaleur. - La température de couleur des LEDS doit être uniforme et rester stable (T de jonction constante). - Le flux lumineux de la LED doit être uniforme et rester constant (T de jonction constante). junctietemperatuur te bereiken, dwz dat men geen verminderen van de levensduur van het toestel mag bemerken te wijten aan een slechte verdeling van de warmte. - De kleurtemperatuur van de LEDS moet uniform zijn en stabiel blijven (constante junctiet ) - De lichtflux van de LEDS moet uniform zijn en constant blijven (constante junctiet ) AE/07 3

95 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 APPAREILS D ECLAIRAGE DE SECURITE VEILIGHEIDSVERLICHTINGSTOESTELLEN ANNEXE TECHNIQUE AS/01 C TECHNISCHE BIJLAGE AS/01 C 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

96 A. LUMINAIRE DE SECURITE AUTONOME APPARENT (Repère BS) Normes utilisées : - NBN EN 1838 : Eclairage de secours - NBN EN : Système d éclairage de sécurité - NBN EN : Eclairage de sécurité installation contrôle entretien - Voir nomenclature appareils d éclairage. A. ZICHTBAAR OPGESTELDE AUTONOME VEILIGHEIDSVERLICHTINGARMATUUR (symbool BS) Gebruikte normen: - NBN EN 1838 : Noodverlichting - NBN EN : Noodverlichtingssysteem - NBN EN : Noodverlichting installlatie controle onderhopud - Zie nomenclatuur verlichtingstoestellen Description Beschrijving Luminaire d éclairage de sécurité autonome du type non-permanent ou tube Led. Le luminaire est développé spécialement pour s adapter à un système de contrôle et de commande pour l éclairage de sécurité existant à la S.T.I.B. Le luminaire peut être installé au mur ou au plafond (directement ou suspendu). Il peut être encastré dans le plafond à l'aide d'un jeu de montage. Le luminaire répond aux normes NBN EN Il est de faible perturbation électromagnétique suivant NBN EN et insensible aux perturbations électromagnétiques suivant NBN EN Le luminaire est garanti par le fabricant pour une durée d au moins 5 ans (sauf la lampe TL). Autonome noodverlichtingsarmatuur van het niet-permanente type of LED-buis. De armatuur is speciaal ontwikkeld voor aanpassing aan een bestaand controle- en besturingssysteem voor de bestaande noodverlichting bij de M.I.V.B. De armatuur is geschikt voor montage aan de wand of het plafond (vast of opgehangen) of voor inbouw in het plafond mits gebruik van een inbouwkader. De armatuur beantwoordt aan de normen NBN EN en is stralingsarm volgens NBN EN en stralingsimmuun volgens NBN EN De armatuur wordt door de fabrikant gedurende minstens 5 jaar gewaarborgd (uitgezonderd de TL-lamp). Le luminaire est constitué de : De armatuur bestaat uit: une base en polycarbonate gris. L équipement électrique-électronique, monté sur une platine en polycarbonate blanc (coefficient de réflexion de minimum 95 %) est relié à la base par une connexion automatique par emboîtement. La base est équipée de presse-étoupes conformes à la classe IP65 pour les câblages d alimentation et bus. een basis uit grijs polycarbonaat. De elektrisch-elektronische uitrusting gemonteerd op een plaat in wit polycarbonaat (reflectiecoëfficiënt van minstens 95%), is met de basis verbonden via een automatische klikverbinding. De basis is uitgerust met IP65 conforme wartels voor de voedings- en busbedrading. une coiffe demi-elliptique, en polycarbonate clair résistant aux chocs et réalisée selon le principe de la lentille de Fresnel. La coiffe est fixée à la platine par des een half-ellipsvormige koepel volgens het principe lens van Fresnel uit helder slagvast polycarbonaat die op de plaat bevestigd wordt met onverliesbare AS/01/C 2

97 vis imperdables EN INOX a4-70 Installé au plafond à 5 m de hauteur maximum, avec une interdistance de 14 m et avec des valeurs de réflexion de 0 % pour plafond, murs et sol, le luminaire garantit un niveau d'éclairement horizontal de 1 lux au sol. schroeven in inox A4-70. De armatuur garandeert bij een plafondmontage op maximum 5 meter hoogte 1 lux horizontale verlichtingssterkte op de vloer bij een tussenafstand van 14 meter en bij reflectiewaarden van 0% voor plafond, muren en vloer. la base, la platine et la coiffe résistent au feu et sont auto-extinguibles, résistant à l essai au fil incandescent 850 C. Le luminaire est de la catégorie d isolation II et répond au degré de protection IP65 et a une résistance aux choc IK10 (20 Joule). de basis, plaat en koepel zijn brandwerend, zelfdovend en bestand tegen de gloeidraadtest van 850 C. De armatuur is van isolatieklasse II, heeft een beschermingsgraad IP65 en een slagvastheid IK10 (20 Joule). Le luminaire est installé au mur ou au plafond avec des étriers spéciaux sur lesquels le luminaire est encliqueté. De ce fait, il n est pas nécessaire de forer la base. La batterie est constituée de 4 cellules NiCd de 1,5 Ah du type haute température et assure un flux lumineux d'au moins 200 lumens. Le luminaire dispose d'une autonomie d'au moins 2 heure après une charge de 24 heures. Conformément à la norme NBN EN , le luminaire porte les données relatives à la lampe ainsi que la date et le type de batterie. Le courant de charge de la batterie est au maximum de 75 ma en charge de compensation. La batterie est déchargée automatiquement afin d éviter l effet mémoire. La batterie est déchargée automatiquement afin de favoriser sa régénération. Le luminaire est équipé d une protection contre les inversions de polarité. Le luminaire peut être muni, en option, d une batterie NiMH. De armatuur wordt bevestigd tegen wand of plafond door middel van speciale beugels waarop het armatuur wordt vastgeklikt. Hierdoor is boren in de basis niet vereist. De batterij bestaat uit 4 NiCd-cellen van 1,5 Ah van het type hoge temperatuur en verzekert een lichtstroom van minimum 200 lumen met een autonomie van minstens 2 uur na 24 uur lading. Op de armatuur zijn lampgegevens, batterijdatum en -type aangebracht zoals vereist volgens NBN EN De batterijlaadstroom bedraagt bij druppellading max. 75 ma. De batterij wordt automatisch ontladen ter voorkoming van het geheugeneffect en ter bevordering van de batterijregeneratie. De armatuur is uitgerust met een ompoolbeveiliging ter bescherming van de batterij. Zij kan in optie uitgerust worden met een NiMH-batterij. Contrôle et commande du luminaire Controle en bediening van de armatuur Le luminaire est équipé d un dispositif pour la communication bus ainsi que d un microprocesseur et d une horloge à quartz qui permet d effectuer un test automatique conforme les normes NBN EN et NBN EN 62034: De armatuur is uitgerust met een voorziening voor BUS-communicatie en met een microprocessor en kwartsklok die toelaat een automatische test uit te voeren conform de normen NBN EN en NBN EN 62034: chaque semaine, un test de fonctionnement est effectué pendant 2 minutes, ainsi que, précisément toutes les 13 semaines, un test d autonomie en fonction d une autonomie prédéfinie. wekelijks wordt gedurende 2 minuten een functietest uitgevoerd en exact om de 13 weken een autonomietest in functie van een vooropgestelde autonomietijd. l état du luminaire est indiqué par 1 LED verte et 2 LEDs jaunes. La LED verte indique que le luminaire est en bon état de fonctionnement de veille, ainsi que le statut de la communication. Les LEDs jaunes peuvent indiquer 3 sortes de défauts: défaut à la lampe, défaut à la batterie et défaut à l électronique. En cas de défaut électronique, la fréquence de clignotement de la LED désigne la nature du défaut. de toestand van de armatuur wordt weergegeven door 1 groene en 2 gele leds. De groene led geeft aan dat de armatuur in goedwerkende waaktoestand is alsmede de status van de communicatie. De gele leds kunnen 3 soorten fouten aangeven: lampfout, batterijfout en elektronicafout. In het geval van een elektronicafout geeft de knipperfrequentie van de led de aard van de fout aan. Le moment de test standard est réglé aléatoirement lors de l installation sur la période Het standaard testmoment wordt bij installatie random ingesteld over de periode van + AS/01/C 3

98 de + 3 mois pour le test d autonomie et de 7 jours pour le test de fonctionnement. Il est possible de régler un moment de test désiré par le logiciel de supervision. Lors du retour de l alimentation, la lampe reste allumée pendant 2 minutes. Chaque luminaire individuellement est muni d une adresse électronique préprogrammée. Le luminaire envoie l information au logiciel de supervision et peut recevoir et exécuter les instructions du logiciel de supervision. Lorsque la communication bus n est pas active, le luminaire continue néanmoins à fonctionner de manière autonome. Dimensions maximales Lo x La x H (mm): 360 x 180 x 100. Le luminaire détient le label de qualité ENEC et est développé et fabriqué dans une entreprise certifiée ISO maanden voor de autonomietest en 7 dagen voor de functietest. Een gewenst testmoment is instelbaar door middel van de supervisiesoftware. Bij terugkeer van de netspanning blijft de lamp 2 minuten nabranden. Elke armatuur heeft een uniek voorgeprogrammeerd elektronisch adres. De armatuur stuurt informatie naar de supervisiesoftware en kan instructies van de supervisiesoftware ontvangen en uitvoeren. Wanneer de BUS-communicatie niet actief is, blijft de armatuur eveneens autonoom functioneren. Afmetingen maximaal L x B x H (mm): 360 x 180 x 100. De armatuur heeft het ENEC keurmerk en is ontwikkeld en geproduceerd in een onderneming die ISO9001 gecertificeerd is. B. LUMINAIRE DE SECURITE AUTONOME ENCASTRE (Repère BS) B. INGEBOUWDE AUTONOME VEILIGHEIDSVERLICHTINGSARMATUUR (symbool BS) Luminaire de sécurité autonome minimaliste à LED pour l utilisation à LED 3 W, un système de contrôle et de commande qui gère un groupe de luminaires autonomes pour l éclairage de sécurité via un BUS de communication. Le luminaire, de type nonpermanent, est encastrable au plafond et a un cadre de finition rond. Le luminaire répond aux normes NBN EN et est de faible rayonnement selon la norme NBN EN et insensible au rayonnement selon la norme NBN EN Autonome minimalistische LED-veiligheidsverlichtingsarmatuur voor gebruik met LED 3 W en een controle- en besturingssysteem dat een groep autonome veiligheidsverlichtingsarmaturen beheert via een BUS-commmunicatie. De armatuur, van het niet-permanente type is geschikt voor inbouw in het plafond en heeft een rond afwerkingskader. De armatuur beantwoordt aan de normen NBN EN en is stralingsarm volgens NBN EN en stralingsimmuun volgens NBN EN Le luminaire : De armatuur is: Comporte une unité d éclairage et une embase d équipement. L unité d éclairage et l embase d équipement sont montées séparément sans outillage supplémentaire. Le câble de connexion est prévu et a une longueur de 0,5 m. L embase d équipement est fabriquée en tôle d acier galvanisé et comporte un équipement électrique et électronique et les batteries. L unité d éclairage a un cadre de finition rond en aluminium moulé sous pression, peint en RAL9006 et laqué au four. Celle-ci comporte le réflecteur moulé sur la LED favorisant la répartition de la lumière. L angle de défilement mécanique et optique est au plus de 70. Installé au plafond à 3 m de hauteur maximum, avec une interdistance de 12,6 m et avec des valeurs de réflexion de 0 % pour plafond, murs et sol, le luminaire garantit un niveau d'éclairement horizontal de 1 lux au sol, avec une uniformité de 60% au minimum sur l axe du chemin d évacuation. tweedelig en bestaat uit een lichtmodule en een apparatuurbehuizing. De lichtmodule en apparatuurbehuizing worden afzonderlijk gemonteerd zonder extra gereedschap. De voorziene verbindingskabel heeft een lengte van 0,5 m. de apparatuurbehuizing is gemaakt van verzinkte staalplaat en bevat de elektrische en elektronische uitrusting en de batterijen. de lichtmodule heeft een rond onder druk gegoten aluminium afwerkingskader, RAL9006 geschilderd en gemoffeld in de oven. De lichtmodule bevat een reflector gegoten over de LED dat de spreiding van het licht bevordert. De mechanische en optische uitstralingshoek bedraagt ten hoogste 70. Bij plafondmontage op een hoogte van maximum 3 meter bedraagt de horizontale verlichtingssterkte op de vloer 1 lux bij een tussenafstand van 12,6 meter, dit bij een reflectiewaarde van 0% voor plafond, muren en vloer en met een gelijkmatigheid van minimum 60% op de as van de vluchtweg. L unité d éclairage est pourvue d une fenêtre destinée à l indication LED. Le De lichtmodule is voorzien van één enkele LED-indicatie. Het ronde AS/01/C 4

99 cadre de finition rond a un diamètre de max. 100 mm et une hauteur d encastrement de 80 mm max. Ouverture de scie requise 90 mm max. Le luminaire est fixé dans le plafond par 2 étriers de fixation à ressort prémontés, imperdables et destinés à des épaisseurs de plafond allant de 2 jusqu à 20 mm. afwerkingkader heeft een diameter van max. 100 mm en een inbouwhoogte van max. 80 mm. Vereiste zaagopening van max. 90 mm. De lichtmodule wordt in het plafond gemonteerd d.m.v. 2 verende bevestigingsbeugels. Deze zijn voorgemonteerd, onverliesbaar en geschikt voor plafonddiktes van 2 tot 20 mm. Le luminaire a une classe d isolation I et un degré de protection IP22. De armatuur is van isolatieklasse I en heeft een beschermingsgraad IP22. La batterie se compose de 4 cellules NiMH penlite de 1,25Ah. Le luminaire a une autonomie d au moins 2 heure après 24 heures de charge. Vu la longue durée de vie de la LED, celle-ci ne doit jamais être remplacée durant toute la durée de vie du luminaire. Conformément à la norme NBN EN , le luminaire porte les données relatives à la Led ainsi que la date et le type de batterie. Le courant de charge de la batterie est temporisé et stabilisé à 125 ma. La batterie est déchargée périodiquement afin d éviter l effet mémoire. La batterie est déchargée périodiquement afin de favoriser sa régénération. Le luminaire est équipé d une protection contre les inversions de polarité. De batterij bestaat uit 4 penlite NiMH-cellen van 1,25Ah. De armatuur heeft een autonomie van minstens 2 uur na 24 uur lading. Gezien de lange levensduur van de LED hoeft deze nooit vervangen te worden over de volledige levensduur van de armatuur. Op de armatuur zijn LED-gegevens, batterijdatum en -type aangebracht zoals vereist volgens NBN EN De batterijlaadstroom is tijdgeschakeld en gestabiliseerd op 125 ma. De batterij wordt periodiek ontladen ter voorkoming van het geheugeneffect en ter bevordering van de batterijregeneratie. De armatuur is uitgerust met een ompoolbeveiliging. Contrôle et commande du luminaire Controle en bediening van de armatuur Le luminaire est équipé d un dispositif pour la communication bus ainsi que d un microprocesseur et d une horloge à quartz qui permet d effectuer un test automatique de la manière suivante : De armatuur is uitgerust met een voorziening voor BUS-communicatie en met een microprocessor en kwartsklok die toelaat een automatische test uit te voeren als volgt: chaque semaine, un test de fonctionnement est effectué pendant 2 minutes, ainsi que tous les 3 mois, un test d autonomie en fonction d une autonomie prédéfinie. wekelijks wordt gedurende 2 minuten een functietest uitgevoerd en om de 3 maanden een autonomietest in functie van een vooropgestelde autonomietijd. l état du luminaire est indiqué par 1 LED verte et 2 LED s jaunes ou rouges. La LED verte indique que le luminaire est en bon état de fonctionnement de veille, ainsi que le statut de la communication. Les LED s jaunes ou rouges peuvent indiquer 3 sortes de défauts : défaut à la lampe, défaut à la batterie et défaut à l électronique. En cas de défaut électronique, la fréquence de clignotement de la LED désigne la nature du défaut. de toestand van de armatuur wordt weergegeven door 1 groene led en 2 gele of rode leds. De groene led geeft aan dat de armatuur in goedwerkende waaktoestand is alsook de status van de communicatie. De gele of rode leds kunnen 3 soorten fouten aangeven: lampfout, batterijfout en elektronicafout. In het geval van een elektronicafout geeft de knipperfrequentie van de led de aard van de fout aan. La fréquence de test standard est réglée aléatoirement lors de l installation sur la période de 3 mois pour le test d autonomie et de 7 jours pour le test de fonctionnement. Il est possible de régler un moment de test désiré par le système. Lors du retour de l alimentation, la LED reste allumée pendant 2 minutes. Chaque luminaire individuellement est muni d une adresse électronique préprogrammée. Le luminaire envoie l information et peut recevoir et exécuter les instructions du système via un BUS de communication. Lorsque la communication BUS n est pas active, le luminaire continue néanmoins à fonctionner de manière autonome. Het standaard testmoment wordt bij installatie random ingesteld over de periode van 3 maanden voor de autonomietest en 7 dagen voor de functietest. Een gewenst testmoment is instelbaar door middel van het systeem. Bij terugkeer van de netspanning blijft de led 2 minuten nabranden. Elke armatuur heeft een uniek voorgeprogrammeerd elektronisch adres. De armatuur verzendt informatie en kan de instructies van het systeem via een BUS-communicatie ontvangen en uitvoeren. Wanneer de BUS-communicatie niet actief is, blijft de armatuur eveneens autonoom functioneren. AS/01/C 5

100 Le luminaire détient le label de qualité ENEC. De armatuur heeft het ENEC keurmerk. C. LUMINAIRE DE SECURITE AUTONOME A LED s POUR SIGNALISATION (Repère BS) C. AUTONOME VEILIGHEIDSVERLICHTINGSARMATUUR MET LEDS VOOR SIGNALISATIE (symbolen BS) Description Beschrijving Luminaire d éclairage de sécurité autonome du type permanent avec une lampe LED 2x1W. Le luminaire est développé spécialement pour s adapter à un système de contrôle et de commande pour l éclairage de sécurité déjà existant à la S.T.I.B. Le luminaire peut être installé au mur pour la signalisation simple face. Le luminaire répond aux normes NBN EN Il est de faible perturbation électromagnétique suivant NBN EN et insensible aux perturbations électromagnétiques suivant NBN EN Le luminaire est garanti par le fabricant pour une durée d au moins 5 ans. Autonome veiligheidsverlichtingsarmatuur van het permanente type met 2x 1W LEDlamp. De armatuur is speciaal ontwikkeld voor aanpassing aan een al bestaand controle- en besturingssysteem voor de veiligheidsverlichting bij de M.I.V.B. De armatuur is geschikt voor montage aan de wand voor enkelzijdige signalering. De armatuur beantwoordt aan de normen NBN EN en is stralingsarm volgens NBN EN en stralingsimmuun volgens NBN EN De armatuur wordt door de fabrikant gedurende minstens 5 jaar gewaarborgd. Le luminaire est constitué de : De armatuur bestaat uit: une base en polycarbonate gris. L équipement électrique-électronique, monté sur une platine en polycarbonate blanc (coefficient de réflexion de minimum 95 %) est relié à la base par une connexion automatique par emboîtement. La base est équipée de presse-étoupes conformes à la classe IP65 pour les câblages d alimentation et bus. een basis uit grijs polycarbonaat. De elektrisch-elektronische uitrusting gemonteerd op een plaat in wit polycarbonaat (reflectiecoëfficiënt minstens 95%) is verbonden met de basis via een automatische klikverbinding. De basis is uitgerust met IP65 conforme wartels voor de voedings- en busbedrading. une coiffe demi-elliptique, à texture égale en polycarbonate résistant aux chocs. La coiffe est fixée à la platine par des vis imperdables en inox A4-70. een half-ellipsvormige egaal getextureerde koepel uit slagvast polycarbonaat die op de plaat bevestigd wordt met onverliesbare schroeven in inox A4-70. Le pictogramme de signalisation est imprimé sur un film rigide. Celui-ci s emboîte dans la coiffe. La face extérieure dépolie prévient les réflexions gênantes, afin que le pictogramme soit bien éclairé et reconnaissable de manière optimale. het signaleringspictogram is op een stijve film gedrukt die in de koepel geklikt wordt. De gematteerde buitenkant voorkomt storende reflecties zodat het pictogram goed verlicht en optimaal herkenbaar is. une lampe qui est remplaçable. La lampe a une durée de vie attendue de 10 ans. een lamp die vervangbaar is. De verwachte levensduur van de lamp is 10 jaar. Le luminaire est de la catégorie d isolation II et répond au degré de protection IP65 et a une résistance aux choc IK10 (20 Joule). De armatuur is van isolatieklasse II, heeft een beschermingsgraad IP65 en een slagvastheid IK10 (20 Joule). Le luminaire est installé au mur ou au plafond avec des étriers spéciaux sur lesquels le luminaire est encliqueté. De ce fait, il n est pas nécessaire de forer la base. La batterie est constituée de 4 cellules NiMh de 1,25 Ah du type haute température et garantit un éclairage parfait du pictogramme conformément à la norme NBN EN Le luminaire dispose d'une autonomie d'au moins 1 heure après une charge de De armatuur wordt bevestigd tegen wand of plafond door middel van speciale beugels waarop de armatuur vastgeklikt wordt. Hierdoor is boren in de behuizing niet vereist. De batterij bestaat uit 4 NiMh-cellen van 1,25 Ah van het type hoge temperatuur en verzekert een perfecte verlichting van het pictogram die voldoet aan de norm NBN EN De armatuur heeft een autonomie van minstens 1 uur na 24 uur lading. Op de AS/01/C 6

101 24 heures. Conformément à la norme NBN EN , le luminaire porte les données relatives à la lampe ainsi que la date et le type de batterie. Le courant de charge de la batterie est au maximum de 75 ma en charge de compensation. Le luminaire est équipé d une protection contre les inversions de polarité. armatuur zijn lampgegevens, batterijdatum en -type aangebracht zoals vereist volgens NBN EN De batterijlaadstroom bedraagt bij druppellading max. 75 ma. De armatuur is uitgerust met een ompoolbeveiliging. Contrôle et commande du luminaire : Controle en bediening van de armatuur: Le luminaire est équipé d un dispositif pour la communication bus ainsi que d un microprocesseur et d une horloge à quartz qui permet d effectuer un test automatique conforme les normes NBN EN et NBN EN 62034: De armatuur is uitgerust met een voorziening voor BUS-communicatie en met een microprocessor en kwartsklok die toelaat een automatische test uit te voeren conform de normen NBN EN en NBN EN 62034: chaque semaine, un test de fonctionnement est effectué pendant 2 minutes, ainsi que, précisément toutes les 13 semaines, un test d autonomie en fonction d une autonomie prédéfinie. wekelijks wordt gedurende 2 minuten een functietest uitgevoerd en exact om de 13 weken een autonomietest in functie van een vooropgestelde autonomietijd. l état du luminaire est indiqué par 1 LED verte et 2 LEDs jaunes. La LED verte indique que le luminaire est en bon état de fonctionnement de veille, ainsi que le statut de la communication. Les LEDs jaunes peuvent indiquer 3 sortes de défauts: défaut à la lampe, défaut à la batterie et défaut à l électronique. En cas de défaut électronique, la fréquence de clignotement de la LED désigne la nature du défaut. de toestand van de armatuur wordt weergegeven door 1 groene led en 2 gele leds. De groene led geeft aan dat de armatuur in goedwerkende waaktoestand is alsook de status van de communicatie. De gele leds kunnen 3 soorten fouten aangeven: lampfout, batterijfout en elektronicafout. In het geval van een elektronicafout geeft de knipperfrequentie van de led de aard van de fout aan. Le moment de test standard est réglé aléatoirement lors de l installation sur la période de + 3 mois pour le test d autonomie et de 7 jours pour le test de fonctionnement. Il est possible de régler un moment de test désiré par le logiciel supervision. Lors du retour de l alimentation, la lampe reste allumée pendant 2 minutes. Chaque luminaire individuellement est muni d une adresse électronique préprogrammée. Le luminaire envoie l information au logiciel supervision et peut recevoir et exécuter les instructions du logiciel supervision. Lorsque la communication bus n est pas active, le luminaire continue néanmoins à fonctionner de manière autonome. Le luminaire est équipé d un suivi continu de la source lumineuse. Si la luminance de la couleur de sécurité du pictogramme passe sous 2 cd/m², le luminaire indiquera un défaut de lampe. (conformément à la norme EN 1838) Dimensions maximales Lo x La x H (mm): 360 x 180 x 100. Le luminaire détient le label de qualité ENEC et est développé et fabriqué dans une entreprise certifiée ISO9001. Het standaard testmoment wordt bij installatie random ingesteld over de periode van + 3 maanden voor de autonomietest en 7 dagen voor de functietest. Een gewenst testmoment is instelbaar door middel van de supervisiesoftware. Bij terugkeer van de netspanning blijft de lamp 2 minuten nabranden. Elke armatuur heeft een uniek voorgeprogrammeerd elektronisch adres. De armatuur stuurt informatie naar de supervisiesoftware en kan instructies van de supervisiesoftware ontvangen en uitvoeren. Wanneer de BUS-communicatie niet actief is, blijft de armatuur eveneens autonoom functioneren. De armatuur is uitgerust met een continue opvolging van de lichtbron. Indien de luminantie van de veiligheidskleur van het pictogram onder 2 cd/m² daalt, geeft de armatuur een lampfout aan. (conform de norm EN 1838) Afmetingen maximaal LxBxH (mm): 360 x 180 x 100. De armatuur heeft het ENEC keurmerk en is ontwikkeld en geproduceerd in een onderneming die ISO9001 gecertificeerd is. Description des différentes versions Beschrijving van de verschillende versies Le luminaire existe en plusieurs versions suivant le type de fixation et de signalisation. De armatuur bestaat in verschillende versies volgens het type van bevestiging en het type van signalisatie. AS/01/C 7

102 Fixation : en plafonnier ou drapeau En version plafonnier, il peut être suspendu jusqu à 500 mm de façon rigide à l aide d accessoires de suspension spécialement conçus pour le luminaire Bevestiging: plafond of muurtype Als plafondtype kan hij op stevige wijze opgehangen worden tot 500 mm met behulp van speciaal ontworpen ophangtoebehoren voor de armatuur. Signalisation : Simple ou double face. Signalisatie: enkel- of dubbelzijdig Type de pictogramme Type pictogram Les symboles des pictogrammes utilisés seront soumis préalablement à l approbation du fonctionnaire dirigeant. Ils seront simples ou doubles faces. La distance de perception des pictogrammes sera de maximum 25 m. L appareil repéré IS indique les sorties L appareil repéré IH indique les hydrants De symbolen van de gebruikte pictogrammen worden vóóraf ter goedkeuring voorgelegd aan de leidend ambtenaar. Zij zijn enkel- of dubbelzijdig. De waarnemingsafstand van de pictogrammen zal maximum 25 m zijn. Het toestel met merkteken IS duidt de uitgangen aan Het toestel met merkteken IH duidt de hydranten aan. Dimensions maximales (Lo x La x H) : 350 x 40 x 260 mm. Afmetingen maximaal L x B x H : 350 x 40 x 260 mm D. SYSTEME DE CONTROLE A DISTANCE PAR BUS POUR ECLAIRAGE DE SECURITE Système de contrôle et de commande intelligente qui gère un groupe de luminaires autonomes pour l éclairage de sécurité. Ce système doit être capable de communiquer individuellement avec chaque luminaire. Ces luminaires sont autonomes et capables d effectuer un autocontrôle, et sont munis d un système de communication BUS. Il se compose d un réseau BUS et d un programme pour ordinateur compatible avec les dernières versions de Windows. L installation d éclairage de sécurité gérée par ce système conforme au projet de norme européenne relatif aux systèmes d éclairage pour les sorties de secours pr EN Les luminaires sont équipés d un autocontrôle fonctionnant de manière autonome et d une électronique de communication intégrée. L autocontrôle comprend chaque semaine un test de fonctionnement de 2 minutes et précisément tous les 3 mois, un test d autonomie en fonction d une autonomie prédéfinie. Le système permet la programmation de la période et du moment de test, par appareil ou par groupe d appareils. Les moments de test peuvent être programmés périodiquement, par date ou arbitrairement pendant une période choisie. Chaque luminaire possède son adresse électronique particulière préprogrammée. Le programme identifie chaque luminaire de manière inéquivoque. Le luminaire continue à fonctionner en parfaite autonomie sans intervention du programme. L état du luminaire est indiqué par 1 LED verte et 2 LED s jaunes ou rouges. La LED verte indique que le luminaire est en bon état de fonctionnement de D. AFSTANDSCONTROLESYSTEEM PER BUS VOOR DE VEILIGHEIDSVERLICHTING Intelligent controle- en besturingssysteem dat een groep autonome veiligheidverlichtingsarmaturen beheert. Het systeem kan met elke armatuur afzonderlijk communiceren. Deze armaturen zijn autonoom en kunnen een autocontrole uitvoeren. Ze zijn voorzien van een communicatiesysteem BUS; dit bestaat uit een netwerk BUS en een computerprogramma dat compatibel is met de laatste versie van Windows. De veiligheidsverlichtingsinstallatie beheerd door dit systeem is conform de Europese ontwerpnorm met betrekking tot verlichtingssystemen voor nooduitgangen pr EN De armaturen zijn uitgerust met een autonoom werkende zelftest en een geïntegreerde communicatie-elektronica. De zelftest omvat een wekelijkse functietest van 2 min. en exact om de 3 maanden een autonomietest in functie van een vooropgestelde autonomietijd. Het testmoment en de periode kunnen midddels het systeem individueel of groepsgewijs ingesteld worden. De testmomenten kunnen periodiek, datumgebonden of willekeurig over een te kiezen periode ingesteld worden. Elke armatuur heeft een uniek voorgeprogrammeerd elektronisch adres. Daardoor identificeert het programma elke armatuur eenduidig. De armatuur blijft autonoom functioneren zonder interventie van het programma. De toestand van de armatuur wordt weergegeven door 1 groene led en 2 gele of rode leds. De groene led geeft aan dat de armatuur in goedwerkende AS/01/C 8

103 veille. Les LED s jaunes ou rouges peuvent indiquer 3 sortes de défauts : défaut à la lampe, défaut à la batterie et défaut à l électronique. En cas de défaut électronique, la fréquence de clignotement de la LED désigne la nature du défaut. Par le réseau BUS, l information est échangée entre le parc de luminaires et le programme. Un réseau BUS bifilaire torsadé de 2,5 mm². (est prévu). Le câblage peut avoir une longueur maximale de 6 km (capacité maximale 1µF). Le réseau BUS est divisé en configuration libre. La tension d alimentation est de AC 230V/50Hz et une tension sortante de DC 15V. La résistance entre l alimentation BUS et le point de raccordement le plus éloigné est de 50 Ohms maximum. La distance maximale entre l alimentation BUS et le point de raccordement le plus éloigné est de 2,7 km, lorsqu on utilise un câblage BUS de respectivement 2,5 mm². L adaptateur BUS transforme le signal BUS en format RS232. L adaptateur a une tension d alimentation de AC 230V/50Hz. Celui est raccordé à l ordinateur par la porte COM. La distance maximale entre l adaptateur BUS et l ordinateur est de 8 mètres. Sur chaque adaptateur BUS, un maximum de 500 luminaires peuvent être raccordés. Plusieurs BUS peuvent être gérés par le système. Un maximum de 8000 luminaires peuvent ainsi être gérés simultanément par le système. A l aide d un point d accès d unité de secours optionnel et d une alimentation supplémentaire, les réseaux de luminaires équipés d une interface de secours DALI peuvent également être contrôlés à l aide d un programme de commande. La compatibilité des unités de secours choisies doit être vérifiée en continu. Le programme rassemble, par le réseau BUS, en permanence des données relatives aux luminaires reliés au réseau. Les lampes des luminaires de type permanent, peuvent être connectées de manière individuelle, collective ou en groupe à votre ordinateur. Via l ordinateur, les moments de test peuvent aussi être modifiés ; les tests d autonomie ou de fonctions peuvent être lancés et interrompus ou les luminaires peuvent être mis en position de repos. Le programme permet de structurer de manière logique le parc de luminaires à plusieurs niveaux selon ses besoins personnels. Il est loisible d identifier de manière simple chaque luminaire en lui attribuant un nom et un code d emplacement choisis soi-même. Les données sont traitées en aperçus graphiques clairs et conservées sur disque. Le programme offre la possibilité de générer des rapports automatiques. Le rapport test indique les date et heure du test, le nombre total d heures de fonctionnement de la lampe et l autonomie réelle des batteries. Les rapports waaktoestand is. De gele of rode leds kunnen 3 soorten fouten aangeven: lampfout, batterijfout en elektronicafout. In het geval van een elektronicafout geeft de knipperfrequentie van de led de aard van de fout aan. Via het BUS-netwerk wordt de informatie tussen het armaturenpark en het programma uitgewisseld. Het BUS-netwerk bestaat uit een tweedraadsbekabeling twisted pair van 2,5 mm². De bedrading is voorzien en kan een totale lengte van 6 km hebben (maximale capaciteit 1µF). Het BUS-netwerk wordt naar vrije topologie ingedeeld. Voedingsspanning van AC 230V/50Hz en uitgaande spanning van DC 15V. De weerstand tussen de BUS-voeding en het uiterste aansluitpunt bedraagt maximaal 50 Ohm. De maximale afstand tussen de BUS-voeding en het uiterste aansluitpunt is 2,7 km, bij gebruik van een BUS-bedrading van respectievelijk 2,5 mm². De BUS-adapter zet het BUS-signaal om in een RS232 formaat. De adapter heeft een voedingsspanning van AC 230V/50Hz. Deze wordt aangesloten op de computer via de COM-poort. De maximale afstand tussen de BUS-adapter en de computer is 8 meter. Op elke BUS-adapter kunnen tot 500 armaturen aangesloten worden. Meerdere BUSSEN kunnen door het systeem bestuurd worden. Zo kunnen tot 8000 armaturen simultaan door het systeem beheerd worden. Middels een optioneel toegangspunt van de noodunit en een bijkomende voeding kunnen ook netwerken van armaturen uitgerust met een DALI-emergency interface met het besturingsprogramma bestuurd worden. Te allen tijde moet de comptabiliteit van de gekozen noodunits geverifieerd worden. Het programma verzamelt via het BUS-netwerk permanent gegevens over de aangesloten armaturen. Vanaf de pc kunnen de lampen van de armaturen van het permanente type individueel, in groep of gezamelijk geschakeld worden. Ook kunnen vanaf de pc de testmomenten gewijzigd worden; de functie- en autonomietest gestart of afgebroken worden of de armaturen in ruststand gezet worden. Het programma laat toe het armaturenpark logisch te structureren in meerdere niveaus volgens persoonlijke behoefte. Elke armatuur kan eenvoudig herkenbaar gemaakt worden door het toekennen van een zelfgekozen benaming en locatiecode. De gegevens worden verwerkt tot duidelijke grafische overzichten en bewaard op schijf. Het programma biedt de mogelijkheid om automatisch rapporten te genereren. Het testrapport vermeldt datum en uur van de test, totaal aantal branduren van de lamp en de reële autonomie van de batterijen. Ook de AS/01/C 9

104 de statut et d inventaire prescrits par la loi peuvent également être demandés à tout moment. Tous les rapports sont personnalisables avec le logo spécifique de l entreprise et les données utilisateur. Toutes les mises au point et les informations peuvent être protégées par plusieurs niveaux de mot de passe. Lorsqu une anomalie est constatée au niveau des luminaires, le programme donne immédiatement une présentation claire des anomalies et communique toutes les informations nécessaires pour réaliser la réparation. Les défauts sont répartis en défaut lampe, batterie ou défectuosité de l électronique. L information d entretien et les données des pièces de rechange nécessaires sont indiquées sur les instructions de réparation. Un avis de message d erreur électronique peut être envoyé automatiquement depuis le programme par . Si la communication du système BUS est interrompue, l écran vous le signale également. Pendant ce temps, les luminaires continuent à fonctionner en parfaite autonomie et à effectuer leur autocontrôle. En cas de panne de courant, les informations sont sauvegardées sur l ordinateur. Un module doit permettre l interface entre le RS232 et le réseau ISO IP de la S.T.I.B. Ce module doit pouvoir se raccorder sur le LAN en Fast Ethernet existant dans chaque station. wettelijk voorgeschreven status- en inventarisrapporten kunnen steeds opgevraagd worden. Alle rapporten zijn personaliseerbaar met het eigen bedrijfslogo en de gebruikergegevens. Alle instellingen en gegevens kunnen beschermd worden d.m.v. meerdere wachtwoordniveaus. Als de armatuur een foutmelding geeft, zorgt het programma onmiddellijk voor een overzichtelijke presentatie van de fouten en geeft alle nodige informatie voor de herstelling. Het defect wordt opgesplitst in lamp-, batterij- of elektronicafout. De onderhoudsinformatie en de gegevens van de benodigde wisselstukken worden in de herstelinstructie weergegeven. Een elektronisch foutmeldingsbericht kan automatisch vanuit het programma per verstuurd worden. Ook bij uitval van het BUS-systeem wordt een foutmelding op het scherm gegeven. De armaturen blijven intussen volledig zelfstandig werken en zichzelf testen. Bij onderbreking van de netspanning blijft de informatie op de pc bewaard. Een module moet de interface tussen de RS232 en het netwerk ISO IP van de M.I.V.B. mogelijk maken. Deze module moet op het bestaande LAN en Fast Ethernet van elk station aangesloten kunnen worden. AS/01/C 10

105 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 BORNES DE RACCORDEMENT ET CONNECTEURS AANSLUITKLEMMEN EN CONNECTOREN ANNEXE TECHNIQUE BR/01 D TECHNISCHE BIJLAGE BR/01 D 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

106 A. GENERALITES A. ALGEMEEN Les caractéristiques principales des bornes de raccordement et des connecteurs sont les suivantes : Tous les raccordements entre les divers appareillages et les câbles de puissance, de contrôle de commande et de signalisation se font au moyen de bornes fixées au châssis de l ensemble. De hoofdkarakteristieken van de aansluitingsklemmen en van de connectoren zijn de volgende : Alle aansluitingen tussen de diverse apparatuur en de stroom-, controle-, bedienings- en signalisatiekabels geschieden met behulp van klemmen die aan het chassis van het geheel bevestigd worden. Les bornes utilisées sont de type à ressort. De gebruikte klemmen zijn van het type met veer. A défaut, s il est fait usage de bornes à vis, les vis de serrage des bornes sont auto-bloquantes empêchant le desserrage intempestif sous l influence des vibrations. Il n est admis qu un seul conducteur par borne sauf si celle-ci est conçue par des raccordements multiples. Les câbles de puissance sont raccordés, le cas échéant, sur des bornes spéciales permettant le raccordement en parallèle de plusieurs conducteurs. Les bornes de raccordement de ces câbles sont situées à une distance suffisante des parois de l enveloppe pour permettre l épanouissement aisé des conducteurs, l exécution correcte des connexions et la mesure au moyen des pinces ampèremétriques. D une façon générale, les distances précisées ci-après sont à considérer comme un minimum entre les parois et le bornier. Bij gebreke daarvan worden er klemmen met schroeven gebruikt. De klemschroeven zijn zelfborgend om ongepast losraken als gevolg van trillingen te voorkomen. Er is maar één geleider per klem toegelaten, tenzij deze voor meerdere aansluitingen ontworpen is. De stroomkabels worden eventueel op speciale klemmen aangesloten die de aansluiting van meerdere parallelle geleiders mogelijk maken. De aansluitingsklemmen van deze kabels bevinden zich op een voldoende afstand van de wanden van het omhulsel om de gemakkelijke spreiding van de geleiders, de correcte uitvoering van de aansluitingen en de meting met behulp van stroomtangen mogelijk te maken. Over het algemeen worden de volgende afstanden tussen de wanden en de klem als een minimum beschouwd. 20 cm pour des sections inférieures à 16 mm², 30 cm pour les sections comprises entre 16 et 35 mm², 40 cm pour les sections comprises entre 50 et 70 mm², 50 cm pour les sections supérieures à 70 mm². 20 cm voor doorsneden kleiner dan 16 mm², 30 cm voor de doorsneden tussen 16 en 35 mm², 40 cm voor de doorsneden tussen 50 en 70 mm², 50 cm voor doorsneden groter dan 70 mm². En aucune manière, les bornes ne peuvent être placées dans le compartiment câbles. Les bornes de commande, de signalisation et de faible puissance sont montées sur des profilés chapeau. Chaque borne est amovible In geen geval mogen de klemmen in het kabelcompartiment geplaatst worden. De klemmen voor bedienings-, LS- en signalisatiekabels worden op hoedprofielen gemonteerd. Elke klem is afzonderlijk verwijderbaar zonder de BR/01 D 2

107 individuellement sans qu il soit nécessaire de déplacer les bornes voisines. Les bornes de raccordement des éléments liés au système GTB sont du type bornes sectionnables dont les états «ouverts» et «fermés» sont facilement repérables. Les connexions entre barres, plages de raccordement ou de dérivation, bornes et conducteurs sont effectuées au moyen d une clé dynamométrique au couple défini par le constructeur. Les connexions serrées au couple sont repérées avec un vernis rouge. - contact : type à ressort cage (acier Cr Ni) pressant à plat contre le conducteur. - pièces conductrices : cuivre électrolyte Ecu dur et écroui et alliages cuivreux écrouis - surface des serre fils : zinc mixte - force sur les contacts : la force de serrage s'adapte automatiquement au diamètre du conducteur et doit être égale ou supérieure à celle obtenue par une borne à vis - rigidité diélectrique > 25 kv/mm - conforme aux normes EN EN EN avec approbations : UL CSA VDE ou KEMA - avec marquage CE naburige klemmen te moeten verplaatsen. De aansluitingsklemmen van de elementen die verbonden zijn met het systeem GTB, zijn van het type sectioneerbaar. Hun toestanden "open" en "gesloten" moeten duidelijk herkenbaar zijn. De verbindingen tussen rails, aansluit- of aftakblokken, klemmen en geleiders worden uitgevoerd met behulp van een momentsleutel met een door de fabrikant bepaald koppel. De volgens koppel aangespannen verbindingen worden gemarkeerd met een rood vernis. - contact: van het kooiveertype (staal Cr Ni), platdrukkend op de geleider - geleidende delen: elektrolytisch koper hard Ecu en gehard, en legeringen van gehard koper - oppervlak van de draadklemmen: gemengd zink - kracht op de contacten: de vastklemmingskracht past zich automatisch aan de diameter van de geleider aan en moet gelijk of hoger zijn als deze bekomen door een klemming met vijzen - diëlektrische vastheid > 25 kv/mm - conform de normen EN EN EN met goedkeuringen: UL CSA VDE of KEMA - met CE-markering B. TECHNOLOGIE DES BORNES B. TECHNOLOGIE VAN DE KLEMMEN Toutes les bornes de raccordement ainsi que les connecteurs sont d'un type industriel éprouvé. Un modèle et, éventuellement, un ensemble monté sur un rail de fixation sont soumis au fonctionnaire dirigeant pour approbation. Les bornes sont du type à ressort à cage et prévues pour accepter un fil d'une section égale et supérieure à la section demandée dans les clauses techniques. La déformation du conducteur est compensée par le ressort. Alle aansluitklemmen alsook de aansluitstekkers zijn van een beproefd industrieel type. Een model en eventueel een geheel bevestigd op een rail wordt voorgelegd aan de leidend ambtenaar voor goedkeuring. Deze klemmen zijn van het kooiveertype en voorzien voor draden met een doorsnede gelijk aan en groter dan de doorsnede gevraagd in de technische bepalingen. De vervorming van de geleider wordt gecompenseerd door de veer. Les bornes et les connecteurs réunissent les qualités suivantes : De klemmen en de connectoren hebben volgende kwaliteiten: BR/01 D 3

108 - pour les bornes à étage, position du neutre sur l arrière - faible encombrement - montage et contrôle faciles - contacts des conducteurs très sûrs, résistant aux vibrations et aux chocs - repérage fixé mécaniquement (collage exclu) d'une manière indélébile - isolant incassable et non hygroscopique - matériaux d'isolement conformes à l annexe technique MP/01 - résistance au feu pour les alimentations de sécurité. C. BORNES TABLEAUX Chaque borne est munie d'un dispositif de fixation sur rail support qui assure un alignement rectiligne et stable des bornes l'une à côté de l'autre (compartimentage par 25 avec serrage en bout pour les répartiteurs). Chaque borne est amovible individuellement sans qu'il soit nécessaire de déplacer les bornes voisines. Chaque borne ne pouvant comporter qu'un seul fil, l'adjudicataire prévoit dans son offre indépendamment du métré ou de l inventaire, les bornes à 2 ou 3 entrées pour réaliser les pontages. Les bornes des circuits T.I. sont munies d'un cavalier amovible destiné au court-circuitage pour les T.I. et à l'insertion d'appareils de mesure ou de contrôle. Les bornes des circuits mesure de tension sont sectionnables (sectionnement longitudinal avec élément de connexion amovible). - voor de klemmen in niveaus, positie van de nulgeleider achteraan - kleine afmetingen - gemakkelijke montage en nazicht - zeer veilige contacten van de geleiders, bestand tegen schokken en trillingen - merktekens zijn mechanisch vastgemaakt (plakken verboden) op een onuitwisbare manier - onbreekbare isolatie, niet hygroscopisch - isolatiematerialen: conform de technische bijlage MP/01 - vuurbestendig voor wat de veiligheidsvoedingen betreft C. KLEMMEN IN DE BORDEN Elke klem is voorzien voor klemming op een rail die zorgt voor een vaste en rechte aflijning van de klemmen, de ene naast de andere (schotten per 25 stuks en eindklemming voor de verdeelborden). Elke klem is afzonderlijk afneembaar zonder dat het nodig is de aangrenzende te verplaatsen. Elke klem mag maar één enkele draad bevatten. De aannemer voorziet in zijn offerte onafhankelijk van de meetstaat of de inventaris de klemmen voor 2 of 3 ingangen voor het maken van overbruggingen. De klemmen van de stroomtransfo-kringen zijn voorzien van een afneembare beugel voor kortsluiting van de S.T.en voor het aanbrengen van een meet- of controletoestel. De klemmen van de meetkringen voor de spanning zijn scheidbaar (in de lengte scheidbaar met afneembaar aansluitstuk). D. BORNES POUR REPARTITEUR DE SIGNALISATION D. KLEMMEN VOOR DE SIGNALISATIEVERDELER Les bornes pour répartiteur de signalisation sont du type sectionnable à couteau isolé imperdable et pourvues de deux entrées parallèles et d'une sortie. De klemmen voor het signalisatieverdeelbord zijn van het type dat kan onderbroken worden d.m.v. een geïsoleerd onverliesbaar schakelmes en hebben 2 parallelle ingangen en één uitgang. BR/01 D 4

109 Les bornes sont dimensionnées pour une section de câble de 0,8 à 2,5 mm 2 à l'entrée comme à la sortie. L'adjudicataire garantit les forces de serrage pour une connexion réalisée avec un conducteur 0,8mm² d'un côté et un conducteur 2,5 mm² de l'autre. E. CONNECTEURS De klemmen zijn gedimensioneerd voor een kabeldoorsnede van 0,8 tot 2,5 mm 2, zowel aan de in- als uitgang. De aannemer garandeert de klemming voor een verbinding tussen een geleider van 0,8 mm 2 aan de ene kant en een geleider van 2,5 mm 2 aan de andere kant. E. CONNECTOREN munis d éléments de codage avec système d enclipsage verrouillé ou à vis avec décharge de traction si nécessaire voorzien van coderingselementen met een inclipsbaar vergrendelingssysteem of een vergrendelingssysteem met schroeven met trekontlasting indien nodig F. REPERAGE F. MARKERING Toutes les bornes possèdent un repérage qui lui est propre (pas de doublons) dans une même armoire. Le repérage se fait au moyen d une plaquette signalétique adaptée à la borne. Alle klemmen zijn voorzien van een eigen markering (geen herhalingen) in een en dezelfde kast. De markering geschiedt met behulp van een aan de klem aangepast kenplaatje. BR/01 D 5

110 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 CARACTERISTIQUES DES CÂBLES KARAKTERISTIEKEN VAN DE KABELS ANNEXE TECHNIQUE CC/01-A TECHNISCHE BIJLAGE CC/01-A 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

111 A.1. CARACTERISTIQUES DU MATERIAU D'ISOLATION DE TYPE XLPE MELANGE Type TEMPERATURE MAXIMALE SUR AME EN REGIME NORMAL (disponible) Unité C Isolat. XLPE 90 Vérification Propriétés mécaniques - avant vieillissement sur échantillon Résistance minimale à traction Allongement minimal à la rupture MPa % 12,5 200 EN article après vieillissement sur échantillon température durée T1 résistance minimale à la traction variation maximale T1/T0 allongement minimal à la rupture variation maximale T1/T0 C h MPa % % % 135 ± ± 25 - ± 25 EN article 8.1 EN Article après vieillissement sur câble complet (essai de non contamination) température durée T1 durée T2 Résistance minimale à la traction variation maximale T2/T0 variation maximale T2/T1 Allongement minimal à la rupture variation maximale T2/T0 variation maximale T2/T1 C h h MPa % % % % % 100 ± ± ± 25 - EN article 8.1 EN Article 9.1 Propriétés physico-chimiques Allongement à chaud température durée contrainte mécanique allongement maximal sous charge allongement rémanent maximal C min MPa % % 200 ± EN article 9 CC/01 A 2

112 MELANGE Type TEMPERATURE MAXIMALE SUR AME EN REGIME NORMAL (disponible) Unité C Isolat. XLPE 90 Vérification Absorption d'eau température durée variation maximale de masse C h mg/cm² 85 ± EN article 9.2 Rétraction à chaud Longueur d essai durée température rétraction maximale mm h C % ± 3 4 EN article 10 Résistance volumique (valeur min.) à 20 C à 60 C à 70 C à 90 C Ω.cm HD article CC/01 A 3

113 A.1. KARAKTERISTIEKEN VAN HET ISOLATIEMATERIAAL VAN HET TYPE XLPE MENGSEL Type max. temperatuur op de kern in normaal regime Beschikbaar Eenheid C Isolatie XLPE 90 Nazicht Mechanische eigenschappen - vóór veroudering op monster Min. trekweerstand Min. verlenging bij breuk MPa % 12,5 200 EN artikel na veroudering op monster temperatuur tijdsduur T1 Min. trekweerstand max. variatie T1/T0 Min. verlenging bij breuk max. variatie T1/T0 C h MPa % % % 135 ± ± 25 - ± 25 EN artikel 8.1 EN artikel na veroudering op de volledige kabel (Proef van niet-aantasting) temperatuur tijdsduur T1 tijdsduur T2 Min. trekweerstand max. variatie T2/T0 max. variatie T2/T1 Min. verlenging bij breuk max. variatie T2/T0 max. variatie T2/T1 C h h MPa % % % % % 100 ± ± ± 25 - EN artikel 8.1 EN artikel 9.1 Fysische - Chemische eigenschappen Verlenging - warm temperatuur duur mechanische belasting max. verlenging onder belasting blijvend max. verlenging C min MPa % % 200 ± EN artikel 9 Waterabsorptie EN CC/01 A 4

114 MENGSEL Type max. temperatuur op de kern in normaal regime temperatuur duur max. variatie van de massa Beschikbaar Eenheid C C h mg/cm² Isolatie XLPE ± Nazicht artikel 9.2 Retractie - warm duur van de proef duur temperatuur max. retractie mm h C % ± 3 4 EN artikel 10 Soortelijk weerstand (min. waarde) bij 20 C bij 60 C bij 70 C bij 90 C Ω.cm HD artikel CC/01 A 5

115 A.2. CARACTERISTIQUES DES MATERIAUX DE GAINE Essais Unité Prescriptions Vérification Classification du mélange de la gaine G Température assignée maximale de l'âme conductrice du câble sur lequel la gaine peut être utilisée C Caractéristiques mécaniques : 1.1. En état de livraison : - résistance minimale à la traction - allongement minimal à la rupture MPa % EN article Après vieillissement en étuve à air : Traitement - Température - tolérance - durée C C h 100 ± EN article 8.1 Résistance à la traction : a) valeur minimale après le vieillissement b) variation maximale MPa % - ± 30 EN article 9.2 Allongement à la rupture : a) valeur minimale après le vieillissement b) variation maximale % % 100 ± Caractéristiques physiques 2.1. Essai pression à température élevée : Conditions - température d'essai - tolérance Durée sous charge : - câbles de > 15 mm (coefficient K=0.7) Profondeur d'empreinte maximale admise : C C h % 80 ± EN article Comportement à basse température Essais effectués sans vieillissement préalable CC/01 A 6

116 A.2. KARAKTERISTIEKEN VAN DE MATERIALEN VAN DE MANTEL PROEVEN EENHEID VOORSCHRIFTEN NAZICHT Classificatie van het mengsel van de mantel G Max. toegekende temperatuur van de geleidende kern van de kabel waarop de mantel gebruikt mag worden C Mechanische karakteristieken: 1.1. In de staat bij levering: EN artikel minimum trekweerstand - minimum verlenging bij breuk MPa % Na veroudering in droogkamer met lucht: Behandeling - temperatuur - Tolerantie - Duur Trekweerstand: a) min. waarde na veroudering b) max. variatie Verlenging bij breuk: C C uren MPa % 100 ± ± 30 EN artikel 8.1 EN Artikel 9.2 a) min. waarde na veroudering b) max. variatie % % 100 ± Fysische karakteristieken 2.1. Drukproeven bij verhoogde temperatuur: Voorwaarden - testtemperatuur - tolerantie C C 80 ± 2 EN artikel 8.2 Duur onder belasting CC/01 A 7

117 PROEVEN EENHEID VOORSCHRIFTEN NAZICHT Classificatie van het mengsel van de mantel G Max. toegekende temperatuur van de geleidende kern van de kabel waarop de mantel gebruikt mag worden Kabels > 15 mm (coëfficiënt K = 0.7) C 90 uren 6 Diepte van de max. toegelaten indruk 2.2 Gedrag bij lage temperatuur Proeven uitgevoerd zonder voorafgaandelijke veroudering % 50 CC/01 A 8

118 A.3. CARACTERISTIQUES DES MATERIAUX DE GAINE Essais Unité Prescriptions Vérification Classification du mélange de la gaine G Température assignée maximale de l'âme conductrice du câble sur lequel la gaine peut être utilisée C 90 Elongation à froid sur éprouvettes haltères pour les diamètres de câbles > 12,5 mm : EN article 8.4 Conditions - température d'essai C - 15 ± 2 Allongement minimal sans rupture Chocs mécaniques à froid : % 20 EN article 8.5 Conditions - température d'essai Résultat à obtenir - fissuration 2.3. Essais de chocs thermiques : C - 15 ± 2 aucune EN article 9.2 Conditions - température d'essai - durée de l'essai C heure 150 ± 3 1 Résultat à obtenir - fissuration aucune 2.4. Absorption d'eau Conditions - température d'essai - durée de l'essai Variation maximale de masse C heure mg/cm² 70 ± EN article Résistance à l'abrasion Résultat à obtenir - fissuration/craquelure aucune HD 605 S1 article CC/01 A 9

119 Essais Unité Prescriptions Vérification Classification du mélange de la gaine G Température assignée maximale de l'âme conductrice du câble sur lequel la gaine peut être utilisée C Caractéristiques mécaniques après vieillissement sur câble complet EN article Traitement - température - tolérance - durée Résistance à la traction :. variation maximale C C h % 100 ± ± 30 EN article 9.2 Allongement à la rupture :. variation maximale % ± 30 CC/01 A 10

120 A.3. KARAKTERISTIEKEN VAN DE MATERIALEN VAN DE MANTEL PROEVEN EENHEID VOORSCHRIFTEN NAZICHT Classificatie van het mengsel van de mantel G Max. toegekende temperatuur van de geleidende kern van de kabel waarop de mantel gebruikt mag worden C 90 Verlenging koud op halter-proefstaven voor kabeldiameters > 12,5 mm Voorwaarden - testtemperatuur Min. verlenging zonder breuk C % - 15 ± 2 20 EN artikel 8.4 Mechanische schokken koud Voorwaarden - testtemperatuur Te bekomen resultaat - scheuren C - 15 ± 2 geen EN artikel Proeven van thermische schokken Voorwaarden - testtemperatuur - duur van de proef C uur 150 ± 3 1 EN artikel 9.2 Te bekomen resultaat - scheuren geen 2.4. Waterabsorptie Voorwaarden - testtemperatuur - duur van de proef C uur 70 ± EN artikel 9.2 Maximale variatie van de massa mg/cm² Weerstand tegen schuren Te bekomen resultaat - haarscheurtjes/barstjes geen HD 605 S1 artikel CC/01 A 11

121 PROEVEN EENHEID VOORSCHRIFTEN NAZICHT Classificatie van het mengsel van de mantel G Max. toegekende temperatuur van de geleidende kern van de kabel waarop de mantel gebruikt mag worden C 90 3 Mechanische kenmerken na veroudering op de volledige kabel Behandeling - temperatuur - tolerantie - duur C C uren 100 ± EN artikel Trekweerstand - maximale variatie % ± 30 EN artikel 9.2 Verlenging bij breuk - maximale variatie % ± 30 CC/01 A 12

122 B. ESSAI D'ABRASION (HD 605 S1 article 2.4.5) L'éprouvette de câble est posée droite et horizontale sur une surface solide. Au milieu de l'éprouvette et perpendiculairement à celle-ci, on place une cornière en acier doux, l'arête reposant sur le câble et les ailes étant symétriques par rapport au plan vertical dans l'axe longitudinal du câble. Le rayon minimal de la courbure extérieure de l'angle droit est compris entre 1 mm et 2 mm (voir figure 2.4.5). Charger verticalement la cornière, au-dessus du point de contact, pour développer une force donnée dans le tableau Traîner la cornière horizontalement le long du câble sur une distance d'au moins 600 mm et à une vitesse comprise entre 150 mm/s et 300 mm/s. A la fin de chaque parcours, inverser le sens du mouvement de façon à parcourir 50 fois le trajet d'essai de 600 mm, c'est-à-dire 25 fois dans chaque sens. Tableau Force verticale exercée sur le câble durant l'essai d'abrasion Diamètre extérieur mesuré sur le câble Force Supérieur ou égal à (mm) Inférieur à (mm) (N) Cornière en acier doux Force (voir tableau 2.4.5) A B C est la position de départ/d'arrivée est la position d'arrivée/de départ est la longueur du parcours d'essai (min.) Les dimensions sont exprimées en millimètres. CC/01 A 13

123 B. SCHUURPROEF (HD 605 S1 artikel 2.4.5) Het kabelproefstuk wordt recht en horizontaal op een stevig oppervlak gelegd. In het midden en haaks op het proefstuk plaatst men een hoekprofiel uit zacht staal, waarbij de hoek op de kabel rust en de benen symmetrisch zijn tegenover het verticaal vlak in de lengteas van de kabel. De minimum straal van de buitenste bocht van de rechte hoek is begrepen tussen 1 en 2 mm (zie fig ) Het hoekprofiel verticaal belasten boven het contactpunt om een kracht te ontwikkelen gegeven in de tabel Beweeg het hoekprofiel horizontaal langsheen de kabel over een afstand van minstens 600 mm en met een snelheid begrepen tussen 150 mm/s en 300 mm/s. Op het einde van het traject de bewegingszin omkeren om het testtraject van 600 mm 50 maal te doorlopen, d.w.z. 25 maal in elke richting. Tabel Verticale kracht uitgeoefend op de kabel tijdens de schuurproef Buitendiameter gemeten op de kabel Kracht Hoger dan of gelijk aan (mm) Lager dan (mm) (N) Kracht (zie tabel ) Hoekprofiel in zachtstaal A : is de vertrek-/aankomstpositie B : is de aankomst-/vertrekpositie C : is de lengte van het testtraject (minimum) De afmetingen zijn weergegeven in millimeter CC/01 A 14

124 C. COMPORTEMENT AU FEU Caractéristiques Essais Prescriptions Vérification Sur matériaux - Analyse des gaz de combustion ( T 800 C) NBN C Indice de Toxicité ITC Câble 5 sous-catégorie ST - Corrosivité des fumées ph (*) Conductivité µs/cm (*) 4.3 ph sous-catégorie SA Sur câble complet NBN C Opacité des fumées caisson 27 m³ Valeur de transmission de lumière 50% sous-catégorie SD - Comportement au feu Non propagation de l incendie Hauteur brûlée Max. 2,5 m sous-catégorie F2 (*) : valeurs exprimées sur l ensemble du câble par pondération, logarithmique en ph et arithmétique en conductivité, des valeurs obtenues sur les matériaux synthétiques d isolation, de bourrage et de gainage. CC/01 A 15

125 C. GEDRAG BIJ BRAND KARAKTERISTIEKEN PROEVEN VOORSCHRIFTEN NAZICHT Op materialen NBN C Rookgasanalyse (T 800 C) ondercategorie ST - Toxiciteitsindex - Corrosiviteit van de rookgassen ITC kabel ph (*) Geleidbaarheid µs/cm (*) ph ondercategorie SA Op de volledige kabel NBN C Ondoorzichtigheid van de rookgassen - Caisson 27 m³ Waarde van de lichttransmissie 50% ondercategorie SD - Brandgedrag Niet voortschrijden van de brand Brandhoogte max 2,5 m ondercategorie F2 (*) Waarden uitgedrukt voor het geheel van de kabel door weging, logaritmisch in ph en rekenkundig voor geleidbaarheid, van de warden bekomen voor de synthetische isolatiematerialen, de opvulling en de mantel. CC/01 A 16

126 1. Principe D. CALCUL DE L'INDICE DE TOXICITE Le calcul de l'indice de toxicité conventionnel ITC, est basé sur le résultat de l'analyse et du dosage des gaz nocifs produits par combustion ou pyrolyse à 800 C suivant la norme française NF X Les quantités des différents gaz émis au cours de la combustion du matériau sont pondérés par des valeurs rattachées à la nocivité particulière à chaque gaz et variable selon les effets physiologiques considérés. Les grandeurs obtenues sont additionnées pour établir un indice conventionnel ITC caractéristique d'un matériau. NATURE DES GAZ DE COMBUSTION CC z Monoxyde de carbone CO Dioxyde de carbone CO 2 Acide chlorhydrique HCl mg/m³ Les valeurs CC z de pondération sont les concentrations critiques, exprimées en mg/m³ et notées en CC, permettant une exposition de 30 minutes sans atteintes biologiques irréversibles, publiées par le National Institut of Occupational Safety and Healt (NIOSH) sous la dénomination Immediatly Dangerous for Life of Health (IDLH). Acide bromhydrique Acide fluorhydrique HBr HF Dioxyde de soufre SO Acide cyanhydrique HCN 55 Oxyde d azote N O x Acroleine CH 2 CHCOH Formaldehyde HCHO CC/01 A 17

127 2. Calcul de l'indice ITCi rapporté à 100 g de matériau i : ITCi = 100 Σ z Mz/CCz avec : Mz : masse de gaz z (en mg/gr) dégagé lors de la combustion de l'éprouvette CCz : concentration critique relative au gaz z (voir tableau ci-dessus) 3. Calcul de l'indice ITC rapporté au câble : ITC câble = Σ i ITC i m i/m t avec : m i : masse linéique du matériau i d'isolation, de bourrage ou de gaine m t : masse linéique totale du câble. CC/01 A 18

128 D. BEREKENING VAN DE TOXICITEITSINDEX 1. Principe De berekening van de conventionele toxiciteitsindex ITC is gebaseerd op het resultaat van de analyse en dosering van schadelijke gassen geproduceerd door verbranding of pyrolyse bij 800 C volgens de Franse norm NF X De hoeveelheid van de verschillende gassen uitgestoten tijdens de verbranding van het materiaal zijn afgewogen door waarden verbonden met de bijzondere schadelijkheid van elk gas en veranderlijk volgens de beschouwde fysiologische effecten. De bekomen grootheden werden opgeteld om een conventionele ITC-index op te stellen, eigen aan een materiaal. AARD VAN HET VERBRANDINGSGAS C.C.z Koolstofmonoxide CO Koolstofdioxide CO 2 Waterstofchloride HCl Waterstofbromide HBr Waterstoffluoride HF Zwaveldioxide SO 2 Waterstofcyanide HCN Stikstofoxide NO x mg/m³ De waarden door afweging CC z zijn de kritieke concentraties uitgedrukt in mg/m³ en genoteerd in cc die een blootstelling van 30 minuten toelaat zonder onomkeerbare biologische beschadiging, gepubliceerd door het National Institut of Occupational Safety and Health (NIOSH) onder de benaming Immediatly Dangerous for Life or Health (IDLH). Acroleïne CH 2 CHCOH Formaldehyde HCHO 5 25 CC/01 A 19

129 2. Berekening van de index ITCi teruggebracht op 100 g materiaal i : ITCi = 100 Σ z Mz/CCz met: Mz: massa van het gas z (in mg/g) vrijgekomen tijdens de verbranding van het proefstuk CCz: de relatieve concentratie van het gas z (zie tabel hierboven) 3. Berekening van de index ITC teruggebracht tot de kabel: ITC câble = Σ i ITC i m i/m t met: m i : lineïsche massa van het isolatiemateriaal, opvulling of mantel m t : lineïsche massa van de totale kabel. Câble «Combi» spécifique commande BUS et alimentation Caractéristiques. Câble «Combi» :c est un câble spécifique développé pour le Bus de contrôle. Câble sans halogène de couleur mauve bordé d une ligne verte comprenant : Alimentation : 3 conducteurs de 2.5 mm² (Phase, neutre et terre) Commande : 1 paire blindée (1.5 mm²) Specifieke kabel «Combi» BUS-bediening en voeding: Kenmerken Kabel «Combi»: een specifieke kabel ontwikkeld voor de controlebus. Halogeenvrije kabel, paars van kleur met groene randlijn bevattende: CC/01 A 20

130 Voeding: 3 geleiders van 2,5 mm² (fase, nul- en aardleiding) Bediening: 1 afgeschermd paar (1,5 mm²) Caractéristiques Kenmerken - 3G2,5mm² + (1 x 2 x 1,5 mm² + 0.8Mm²) blindé - Conducteur cuivre nu massif cl. 1 (IEC 60228) - Isolation 1,5 mm² sans halogène, ignifugeant, résistant aux rongeurs - Couleurs conducteur 2,5 mm² : noir, bleu et jaune/vert 1,5 mm² : (paire, blanc/rouge) - Paire blindée : les 2 conducteurs de 1,5 mm² sont assemblés en une paire revêtue d une feuille de polypropylène, fil de continuité de 0,8 mm² en cuivre étamé. - Assemblage : les 3 conducteurs 2,5 mm² sont assemblés avec la paire blindée en une seule âme de câble - Rembourrage : sans halogène afin d assurer la rondeur du câble - Gaine : sans halogène, ignifugeant, de couleur violet avec 4 rayures vertes - Diamètre du câble : 12,5 mm ; doit s adapter dans un manchon de serrage M20 - Tension de service : 2,5 mm² 600/1000 V (Uo/U) 1,5 mm² 300/500 V (Uo/U) - Plage de température : -20 C à 70 C - Rayon de courbure minimal : 10 x le diamètre extérieur - 3G2,5 mm² + (1 x 2 x 1,5 mm² + 0,8 mm²) afgeschermd - Blote massieve kopergeleider cl. 1 (IEC 60228) - Isolatie 1,5 mm² halogeenvrij, onbrandbaar, bestand tegen knaagdieren - Kleur van de geleiders 2,5 mm²: zwart, blauw en geel/groen 1,5 mm²: (paar, wit/rood) - Afgeschermd paar: de 2 geleiders van 1,5 mm² worden tot één paar geweven en omhuld door een blad polypropyleen, ononderbroken vertinde koperdraad van 0,8 mm². - Assemblage: de 3 geleiders 2,5 mm² worden met het in een enkele kern ineengezet - Het opvullen: halogeenvrij, om de ronde vorm van de kabel te krijgen - Mantel: halogeenvrij, onbrandbaar, paarse kleur met 4 groene strepen - Diameter van de kabel: 12,5 mm; moet zich aanpassen in een vastdraaimof M20 - Bedrijfsspanning: 2,5 mm² 600/1000 V (Uo/U) 1,5 mm² 300/500 V (Uo/U) - Temperatuur: -20 C tot 70 C - Minimale krommingsstraal: 10 x de buitendiameter CC/01 A 21

131 Préparation du câble. Voorbereiding van de kabel. Le câble nu doit avoir un manchon entre la partie dénudée et la partie câble proprement dite (2x1.5mm²). De blote kabel moet een mof hebben tussen het ontblote deel en het gedeelte van de kabel zelf (2x1,5 mm²). Le câble de masse du Bus doit assurer la continuité sur toute sa longueur (tenant aboutissant). De massakabel van de bus moet de continuïteit over zijn hele lengte verzekeren (houder uiteinde). Le câble doit être protégé par une gaine thermo rétractable en son tenant et son aboutissant. De kabel moet beschermd worden door een thermokrimpende mantel aan zijn houder en zijn uiteinde. Le câble nu doit être enroulé par le blindage (feuillard) en son tenant et son aboutissant lors du raccordement. De blote kabel moet opgerold worden door de blindering (bandstaal) aan zijn houder en zijn uiteinde tijdens de aansluiting. CC/01 A 22

132 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 NOTE DE CALCUL CABLES BEREKENINGSNOTA KABELS ANNEXE TECHNIQUE CC/ 02 TECHNISCHE BIJLAGE CC/ 02 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

133 SOURCES DE L ALIMENTATION VOEDINGSBRONNEN Le calcul doit être effectué : De berekening moet uitgevoerd worden: - Soit en alimentation normale, - Ofwel bij normale voeding, - soit en alimentation dégradée (commutée ou secours) c est-à-dire lorsque la station est alimentée en antenne (basse tension) via la station précédente. - Ofwel bij beschadigde voeding (geschakeld of nood), dat wil zeggen wanneer het station via het voorgaande station gevoed wordt (laagspanning). FACTEURS A UTILISER TE GEBRUIKEN FACTOREN - Les facteurs suivants doivent être utilisés : - De volgende factoren moeten gebruikt worden : - Tension d emploi (230V/400 V). - Ontwerpspanning (230V/400V) - Type de circuit choisi (mono, tri ou tétraphasé) - Gekozen type kring (mono-, drie- of vierfasig) - Le régime du neutre TNS ou IT (circuit D). - Regime van de nulleider TNS of IT (kring D) - Utilisation du neutre : oui - Gebruik van de nulleider: ja - Charge du neutre (100% ). - Belasting van de nulleider (100%) - section du neutre égal à la section de phase. - Doorsnede van de nulleider gelijjk aan de doorsnede van de fase - Chute de tension maximale admissible au droit des différents éléments - Maximaal toegestane spanningsdaling aan de verschillende elementen (éclairage, tableaux etc.). - Les chutes de tension dans les câbles sont au maximum égales à : proposition En régime nominal In nominaal regime (verlichting, borden, enz.) - De spanningsdalingen in de kabels bedragen maximaal: voorstel - 5% pour le réseau de distribution primaire (ensemble de liaison entre le transformateur et l armoires de distribution AD) - 3% pour le réseau de distribution secondaire d éclairage (entre armoire de distribution et appareils d éclairage) - 3% pour le réseau de distribution secondaire de petite force-motrice (entre armoire de distribution et unité de petite force-motrice) - 5% pour le réseau de distribution de force-motrice (entre tableaux généraux/principaux et utilisation terminale) - 5% voor het primaire verdeelnet (hele verbinding tussen de transformator en de verdeelkasten AD) - 3% voor het secundaire verlichtingsnet (tussen de verdeelkast en de verlichtingstoestellen) - 3% voor het secundaire verdeelnet kleine drijfkracht (tussen de verdeelkast en de eenheid voor kleine drijfkracht) - 5% voor het secundaire verdeelnet kleine drijfkracht (tussen de algemene/ hoofdborden en de eindgebruikers) En régime de démarrage In startregime CC/02 2

134 - 15% pour le démarrage des moteurs dont le courant de démarrage est > à 3x In alimentés par les transformateurs - 15% pour le démarrage des moteurs dont le courant de démarrage est > à 3x In alimentés par les transformateurs et sur variateur de vitesse. Il est à noter que des chutes de tension de l ordre de 10 % sont inévitables pour les éclairages tunnels. - Courant de court-circuit entre Phases et entre Phase et PE. : o basé sur un transformateur de 800 kva (Ucc 6 %) o Ou de 630 kva (Ucc 4% ). - 15% voor het starten van de motoren waarvan de aanloopstroom > is dan 3x In gevoed door de transformators - 15% voor het starten van de motoren waarvan de aanloopstroom > is dan 3x In gevoed door de transformators en met snelheisdregelaar We merken op dat spanningsdalingen van 10% onvermijdelijk zijn voor de tunnelverlichtingen. - Kortsluitstroom tussen de fasen en tussen fase en PE : o gebaseerd op een transformator van 800 kva (Ucc 6%) o Of van 630 kva (Ucc 4%) - Cos Phi :0.8 ou Cos phi 0,8 of 0,85 - Température ambiante :25 - Omgevingstemperatuur 25 C - Tension de contact : 25V- 50V. - Contactspanning: 25V-50V - Circuit Vital (câble calculé à 900 sur une longueur de max 90 m) définition de ce qu est un circuit vital dans la configuration concernée (les circuits vitaux seront définis par le Fonctionnaire dirigeant). - Calcul de la sélectivité (sélectivité des protections) pouvant être demandé (énergétique, différentielle, par courbes etc.). CONDITIONS VOORWAARDEN - Vitale kring (kabel berekend op 900 over een lengte van max. 90 m) definitie van wat een vitale kring is in de configuratie in kwestie (de vitale kringen worden bepaald door de leidend ambtenaar) - Berekening van de selectiviteit (selectiviteit van de beveiligingen) die gevraagd kan worden (energetisch, differentiaal, per kring, enz.) - Calculs effectués avec le matériel installé dans les équipements (interrupteurs, disjoncteurs etc.) Mais dépendant aussi du type de câble utilisé (défini par le fonctionnaire dirigeant), ainsi que sa constitution (alu, cuivre) et sa construction (mono ou multiconducteur avec câble de terre séparé ou non). - Berekeningen uitgevoerd met het geïnstalleerde materieel in de uitrustingen (schakelaars, stroomverbrekers, enz.) Maar ook afhankelijk van het gebruikte kabeltype (bepaald door de leidend ambtenaar) evenals zijn samenstelling (alu, koper) en constructie (mono of meerdraads met al dan niet aparte aardgeleider). MODE DE POSE MANIER VAN PLAATSEN Le mode de pose du câble doit également être défini (sur passerelle sur échelle etc.) ainsi que son environnement (enterré ou à l air libre). Il faut également préciser le nombre de câbles jointifs (par cheminement) ou non suivant les différents cas de figure : 1 couche avec 6 câbles en parallèle. Le choix des câbles répond aux directives du RGIE en matière de protection incendie, de sécurité (par ex. circuits vitaux en conformité avec l article 104) et du De manier van plaatsen van de kabel moet bepaald worden (op loopbrug, op ladder, enz.) evenals zijn omgeving (ondergronds of in open lucht). Ook het aantal al dan niet aansluitende kabels (per kabeltraject) moet volgens de verschillende gevallen bepaald worden: 1 laag met 6 parallelle kabels. De selectie van de kabels voldoet aan de richtlijnen van het AREI inzake brandveiligheid, veiligheid (bv. vitale kringen - in overeenstemming met CC/02 3

135 respect des facteurs d influences externes. artikel 104) en de naleving van de externe invloedsfactoren. CHOIX DU LOGICIEL DE CALCULS SELECTIE VAN DE BEREKENINGSSOFTWARE Les notes de calcul sont fournies dans un format exploitable et compatible avec le logiciel «TRACELEC» utilisé par les services du Fonctionnaire Dirigeant De berekeningsnota s worden verstrekt in een bruikbaar en compatibel formaat met de software "TRACELEC" die gebruikt wordt bij de diensten van de leidend ambtenaar. CC/02 4

136 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 COMMANDE ET NOMENCLATURE DES CÂBLES BESTELLING EN NAAMLIJST VAN DE KABELS ANNEXE TECHNIQUE CNC/01 B TECHNISCHE BIJLAGE CNC/01B 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres 1

137 A. Commande de câbles A. Bestelling van de kabels - Avec le formulaire officiel de l A.E.D. et envoyé par avant 12 h 00 et 3 jours ouvrables avant la livraison des câbles. - La tolérance d erreur sur la quantité pour chaque type de câble commandé est de 5 %. - Met het officiële bestelformulier van het B.U.V. en per opgestuurd vóór 12 h 00 en 3 werkdagen voor de levering der kabels. - De fouttolerantie op de hoeveelheid voor elk besteld kabeltype is 5 %. B. Lieu de livraison des bobines à câbles B. Leverplaats van de bobijnen met kabel - Sur les chantiers. - Aux parcs à câbles. - Dans les dépôts de la S.T.I.B. (transports). - Op de werven. - Op de kabelopslagplaatsen. - In de diverse depots van de M.I.V.B. (transport). C. Retours des bobines à câbles C. Terugkeer van de bobijnen met kabels Chaque retour des bobines à câbles doit être signalé à l A.E.D. 1 jour à l avance par ou par fax avec les renseignements suivants : n de C.S.C. type de câble la section n de la bobine la quantité de mètres restante Elke terugkeer van bobijnen met kabel moet meegedeeld worden aan het B.U.V. 1 dag op voorhand via of fax met volgende inlichtingen: nr. van het B.B. typekabel sectie nr. van de bobijn hoeveelheid resterende kabel D. Enlèvement des bobines vides D. Wegnemen van de lege kabelbobijnen - Sur les chantiers (3 bobines minimum) et les bobines de plus de 2 m de diamètre. - Dans les autres cas les bobines doivent être groupées dans un endroit connu (par ex. : parc à câbles de l A.E.D., dépôt de la S.T.I.B. etc., choisi par l A.E.D.). - Op de werven (minimum 3 bobijnen) en bobijnen met een minimum doorsnede van 2 m. - In de andere gevallen worden de bobijnen op een welbepaalde plaats gegroepeerd (vb. kabelpark van het B.U.V., depot van de M.I.V.B., - gekozen door het B.U.V.). Annexe Technique/Technische Bijlage CNC/01B 3

138 COMMANDE DE CABLES A Compléter par la firme AED - DITP A envoyer par avant 12h00 au plus tard 3 jours ouvrables avant réception au lieu de livraison D.N.TRUONG J.DECLERCQ E mail : dntruong@mrbc.irisnet.be + COPIE jdeclercq@mrbc.irisnet.be Tél : 02/ Tél : 02/ GSM : 0478/411 GSM : 0499/ FIRME : DATE : E mail : N CSC Type câble Section Quantité Lieu de livraison Nom du Responsable Téléphone Remarque SUIVI COMMANDE A Compléter par l'aed et à confirmer à la firme N CSC Type câble Section Quant. Bobine N de Bobine Lieu de livraison Date de livraison Remarque Annexe Technique/Technische Bijlage CNC/01B 4

139 BESTELLING KABELS Te vervolledigen door de firma BUV - DIOV Op te sturen per vóór 12h00 ten laatste 3 werkdagen vóór de ontvangst op de leveringsplaats D.N.TRUONG J.DECLERCQ E mail : dntruong@mrbc.irisnet.be + KOPIE jdeclercq@mrbc.irisnet.be Tel : 02/ Tel : 02/ GSM : 0499/ GSM : 0478/ FIRMA : DATUM : Nr. BB Type kabel Sectie Hoeveelheid Leveringsplaats Naam Verantwoordelijke Telefoon Opmerking OPVOLGEN BESTELLING Te vervolledigen door het BUV en te bevestigen door de firma Nr. BB Type kabel Sectie Hoevelh. bobijn Nr bobijn Leveringsplaats Leveringsdatum Opmerking Annexe Technique/Technische Bijlage CNC/01B 5

140 CABLES EN STOCK A Compléter par la firme AED - DITP A envoyer par chaque mois D.N.TRUONG J.DECLERCQ E mail : dntruong@mrbc.irisnet.be + COPIE jdeclercq@mrbc.irisnet.be Tél : 02/ Tél : 02/ GSM : 0499/ GSM : 0478/ FIRME : DATE : E mail : Fournitures Sortie initiale Sorties supplémentaires Désignation Section CSC Bobine Quantité initiale Date Lieu chantier Quantité restante Dates utilisations Quantité CSC Lieu chantier Quantité restante Annexe Technique/Technische Bijlage CNC/01B 6

141 KABELS IN STOCK Te vervolledigen door de firma BUV - DIOV Op te sturen per elke maand D.N.TRUONG J.DECLERCQ E mail : dntruong@mrbc.irisnet.be + KOPIE jdeclercq@mrbc.irisnet.be Tel : 02/ Tel : 02/ GSM : 0499/ GSM : 0478/ FIRMA : DATUM : Leveringen Eerste uitgang Extra uitgangen Omschrijving Sectie BB Rol Eerste hoeveelheid Datum Werfplaats Overblijvende hoeveelheid Gebruiksdata Hoeveelheid BB Werfplaats Overblijvende hoeveelheid Annexe Technique/Technische Bijlage CNC/01B 7

142 MONOPOLAIRES O7G-R XG EXAG 1x16 1x50 1x95 1x95 1x300 1x300 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée 2 Fell. Acier Ep. NOM. Feuillards mm 0,5 Diam. Ext. (approx.) mm 7,1 11,3 14,9 18,6 29,5 39,5 MINI mm MAXI mm , Etoupe mm Rayon courbure mini 12xD 12xD 12xD 15xD 15xD 18xD Température de pose mini C F2 non armés XG 3G2.5 5G2.5 5G4 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée Diam. Ext. (approx.) mm 10,8 12,5 14 MINI mm 10 10,5 12,5 MAXI mm 12 12,9 14,2 Etoupe mm / /16 Rayon courbure mini 12xD 12xD 12xD Température de pose mini C

143 F2 armés XFG 3G2.5 5G2.5 5G4 5G10 5G16 5G25 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier Ep. NOM. Feuillards mm 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 Diam. Ext. (approx.) mm 13,4 14,6 15,7 20,5 26,6 31,6 MINI mm MAXI mm Etoupe mm 13, Rayon courbure mini 15xD 15xD 15xD 15xD 15xD 15xD Température de pose mini C F2 armés EXAG 5G50 5G70 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier Ep. NOM. Feuillards mm 0,5 0,2 Diam. Ext. (approx.) mm 36,8 42,7 MINI mm MAXI mm Etoupe mm Rayon courbure mini 15xD 15xD Température de pose mini C 0 0 1

144 Résistants au feu non armés Résistants au feu armés EmGG ALSECURE P. ESiGAG EmXGAG 3G2.5 2x1,5 3G2.5 3G2.5 3G4 3G10 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée Fils Acier galv. Fils Cu et Acier Fils Cu et Acier Fils Cu et Acier diam. NOM fils ronds mm 1,2 1,2 1,2 1,2 larg. NOM fils plats mm Diam. Ext. (approx.) mm 14, ,2 20,2 22,8 26,4 MINI mm 14 10, MAXI mm 16 13, Etoupe mm 21 13,5/ Rayon courbure mini 12xD 10xD 15xD 15xD 15xD 15xD Température de pose mini C

145 Résistants au feu armés EmXGAG 3G35 4x2.5 5G16 5G35 5G95 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée Fils Cu et Acier Fils Cu et Acier diam. NOM fils ronds mm 1,2 Fils Cu et Acier Fils Cu et Acier Fils Cu et Acier larg. NOM fils plats mm 0,8 0,8 0,8 1,4 Diam. Ext. (approx.) mm 32, ,6 39,5 54,9 MINI mm MAXI mm Etoupe mm non repris Rayon courbure mini 15xD 15xD 15xD 15xD 15xD Température de pose mini C

146 Papier plomb 12 kv EIGAG 3x95 3x150 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Plomb par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier Ep. NOM. Feuillards mm 0,7 0,7 Diam sous plomb (approx) mm Diam sur plomb (approx) mm Diam. Ext. (approx.) mm Rayon courbure mini 15xD 15xD Température de pose mini C 5 5 Signalisation SXAG 2x1.5 4x1.5 7x1.5 12x1.5 19x1.5 7x2x2.5 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier Ep. NOM. Feuillards mm 0,2 0,2 0,5 0,5 0,5 diam. NOM fils ronds mm 1,2 Diam. Ext. (approx.) mm 12 13,1 16,9 21,5 24,5 26,5 MINI mm , MAXI mm , Etoupe mm 13.5/ / Rayon courbure mini 12xD 12xD 12xD 12xD 12xD 12xD Température de pose mini C

147 Signalisation TPFG TGAG Téléphonie PYROSIG.Rf 1h TSIGAG-Rf 1h 2x2x0.8 10x2x0.8 2x2x0.8 64x2x P + 3 PBL 1x2x0,9 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée Fils Acier Galv 2 Fell.Acier Tresse fils Cu Fils Acier Galv Ep. NOM. Feuillards mm 0,5 diam. NOM fils ronds mm 1,2 0,3 1,2 Diam. Ext. (approx.) mm 7,8 14,3 9, ,5 12 MINI mm 6,8 12,3 8, MAXI mm 8,8 16, Etoupe mm 9/ ,5/16 Rayon courbure mini 12xD 12xD 20xD 20xD 20xD 20xD Température de pose mini C

148 Divers EXAG-CR F2 SIHF Composite EMC SH 5G16 3G2,5 7x1,5 + coaxe 4G10 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée 2 Fell.Acier Tresse fils acier Tresse fils Cu Ep. NOM. Feuillards mm 0,5 Galvanisés diam. NOM fils ronds mm Diam. Ext. (approx.) mm 27,2 9,7 19,5 MINI mm MAXI mm Etoupe mm Rayon courbure mini 18xD 6xD 15xD 15xD Température de pose mini C

149 Eénaderigen O7G-R XG EXAG 1x16 1x50 1x95 1x95 1x300 1x300 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening 2 staalbanden NOM.Dikte staalband mm 0,5 Uitw.Diam. (benaderend) mm 7,1 11,3 14,9 18,6 29,5 39,5 MINI mm MAXI mm , Wartel mm Krommingstraal mini. 12xD 12xD 12xD 15xD 15xD 18xD Mini.Plaatsingstemperatuur C F2 niet gewapend XG 3G2.5 5G2.5 5G4 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening Uitw.Diam.(benaderend) mm 10,8 12,5 14 MINI mm 10 10,5 12,5 MAXI mm 12 12,9 14,2 Wartel mm / /16 Krommingstraal mini. 12xD 12xD 12xD Mini.Plaatsingstemperatuur C

150 F2 gewapend XFG 3G2.5 5G2.5 5G4 5G10 5G16 5G25 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden NOM.Dikte staalband mm 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 Uitw.Diam. (benaderend) mm 13,4 14,6 15,7 20,5 26,6 31,6 MINI mm MAXI mm Wartel mm 13, Krommingstraal mini. 15xD 15xD 15xD 15xD 15xD 15xD Mini.Plaatsingstemperatuur C F2 gewapend EXAG 5G50 5G70 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening 2 staalbanden 2 staalbanden NOM.Dikte staalband mm 0,5 0,2 Uitw.Diam.(benaderend) mm 36,8 42,7 MINI mm MAXI mm Wartel mm Krommingstraal mini. 15xD 15xD Mini.Plaatsingstemperatuur C 0 0 8

151 Vuurbestendig niet gewapend Vuurbestendig gewapend EmGG ASECURE P. ESIGAG EmXGAG 3G2.5 2x1,5 3G2.5 3G2.5 3G4 3G10 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening Gegalv.staaldr. Cu en staaldr. Cu en staaldr. Cu en staaldr. NOM. Dikte ronde kabels mm 1,2 1,2 1,2 1,2 NOM. Breedte paltte kabels mm Uitw.Diam.(benaderend) mm 14, ,2 20,2 22,8 26,4 MINI mm MAXI mm 16 13, Wartel mm 21 13,5/ Krommingstraal mini. 12xD 10xD 15xD 15xD 15xD 15xD Mini.Plaatsingstemperatuur C Vuurbestendig gewapend EmXGAG 3G35 4x2.5 5G16 5G35 5G95 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening Cu en staaldr. Cu en staaldr. Cu en staaldr. Cu en staaldr. Cu en staaldr. NOM. Dikte ronde kabels mm 1,2 NOM. Breedte paltte kabels mm 0,8 0,8 0,8 1,4 Uitw.Diam.(benaderen) mm 32, ,6 39,5 54,9 MINI mm MAXI mm Wartel mm Niet hernom. Krommingstraal mini. 15xD 15xD 15xD 15xD 15xD Mini.Plaatsingstemperatuur C

152 Loden papier 12kV EIGAG 3x95 3x150 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa lood per lengte-eenheid (benaderend) Kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening 2 staalbanden 2 staalbanden NOM. Dikte staalband mm 0,7 0,7 Diam.Onder lood (benaderend mm Diam.Op lood (benaderend) mm Uitw.Diam. (benaderend) mm Krommingstraal mini. 15xD 15xD Mini.Plaatsingstemperatuur C 5 5 Signalisatie SXAG 2x1.5 4x1.5 7x1.5 12x1.5 19x1.5 7x2x2.5 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden NOM. Dikte staalband mm 0,2 0,2 0,5 0,5 0,5 NOM. Dikte ronde kabels mm 1,2 Uitw.Diam. (benaderend) mm 12 13,1 16,9 21,5 24,5 26,5 MINI mm , MAXI mm , Wartel mm 13.5/ / Krommingstraal mini. 12xD 12xD 12xD 12xD 12xD 12xD Mini.Plaatsingstemperatuur C

153 Signalisatie Telefonie TPFG TGAG PYROSIG.Rf 1u TSIGAG-Rf 1u 2x2x0.8 10x2x0.8 2x2x0.8 64x2x P + 3 PBL 1x2x0,9 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening Gegalv.staaldr. 2 staalbanden Vlecht Cu draad Gegalv.staaldr. NOM. Dikte staalband mm 0,5 NOM. Dikte ronde kabels mm 1,2 0,3 1,2 Uitw.Diam. (benaderend) mm 7,8 14,3 9, ,5 12 MINI mm 6,8 12,3 8, MAXI mm 8,8 16, Wartel mm 9/ ,5/16 Krommingstraal mini. 12xD 12xD 20xD 20xD 20xD 20xD Mini.Plaatsingstemperatuur C Diversen EXAG-CR F2 SIHF Composiet EMC SH 5G16 3G2,5 7x1,5 + coax 4G10 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening 2 staalbanden Vlecht gegalv. Vlecht Cu draad NOM. Dikte staalband mm 0,5 straaldr. NOM. Dikte ronde kabels mm Uitw.Diam. (benaderend) mm 27,2 9,7 19,5 MINI mm MAXI mm Wartel mm Krommingstraal mini. 18xD 6xD 15xD 15xD Mini.Plaatsingstemperatuur C

154 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 SYSTEME DE DISTRIBUTION PRECABLE VOORBEKABELD VERDEELSYSTEEM ANNEXE TECHNIQUE CP/01 TECHNISCHE BIJLAGE CP/01 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

155 CANALISATION ELECTRIQUE SOUPLE POUR LA DISTRIBUTION SOEPEL RAILSYSTEEM VOOR DE ELEKTRISCHE VERDELING Câble conforme à la norme IEC Ensemble conforme aux normes CEI et EN Kabel conform met de norm IEC Geheel conform met de normen CEI en EN CARACTERISTIQUES ELECTRIQUES ELEKTRISCHE KARAKTERISTIEKEN Degré de protection : IP 54 Courant assigné (Inc) : 20 A Tension assignée d isolement : 1000 V Double isolation Beschermingsgraad: IP 54 Toegekende stroom (Inc): 20 A Toegekende isolatiespanning: 1000 V Dubbele isolatie TECHNOLOGIE TECHNOLOGIE Pour les isolants et les matières plastiques voir annexe technique MP 01 La canalisation est réalisée sur base d un câble plat. Les matériaux de ce câble sont du type exempt d halogène. Il est constitué de 3 conducteurs de teinte standard du fournisseur pour le conducteur de phase, l isolant sera de teinte bleue pour le neutre, et vert jaune pour le conducteur PE. La section des conducteurs est de 2,5 mm². Des connecteurs précâblés 10 A à bornes permettent l alimentation des appareils et leur raccordement sous tension. Les fiches de dérivation ont des connexions de type à pince. Les dérivations sont montées et testées en usines, avec un entraxe de dérivations de 1,5 m ou 3 m suivant le métré. Les connecteurs mâles ont les mêmes caractéristiques que les connecteurs femelles équipant le système de distribution. Voor de isolaties en het gebruikte kunststofmateriaal zie technische bijlage MP 01. Het railsysteem wordt verwezenlijkt met een soepele platte kabel. De materialen van deze kabel zijn halogeenvrij. Hij bestaat uit 3 geleiders met standaardkleur van de leverancier voor de fasegeleider; de isolatie van de nulgeleider heeft een blauwe kleur en de isolatie van de PE geleider is geel/groen. De doorsnede van de geleiders is 2,5 mm². De voorbekabelde connectoren 10 A met klemmen laten de voeding van de apparaten en hun aansluiten onder spanning toe. De aftakstekkers hebben verbindingen van het klemtype. De aftakkingen worden gemonteerd en getest in de fabriek, met een tussenafstand van de aftakkingen van 1,5 m of 3 m volgens de meetstaat. De mannelijke verbindingsstukken hebben dezelfde kenmerken als de vrouwelijke, die deel uitmaken van het verdeelsysteem. CP/01 2

156 CANALISATION ELECTRIQUE RIGIDE POUR LA DISTRIBUTION STIJF RAILSYSTEEM VOOR DE ELEKTRISCHE VERDELING Conforme aux normes CEI et EN Conform aan de normen CEI en EN CARACTERISTIQUES ELECTRIQUES ELEKTRISCHE KARAKTERISTIEKEN Degré de protection : IP 54 Courant assigné (Inc) : 25 ou 40 A Tension assignée d isolement : 660 V Beschermingsgraad: IP 54 Toegekende stroom (Inc): 25 of 40 A Toegekende isolatiespanning: 660 V TECHNOLOGIE TECHNOLOGIE Nombre de conducteurs actifs : ; ou 4 + 4, (préciser dans le métré récapitulatif) Et éventuellement 2 conducteurs de télécommande (préciser dans le métré récapitulatif) Pour les isolants et les matières plastiques voir annexe technique MP 01 Aantal actieve geleiders: 2 + 2; of (gepreciseerd in de samenvattende meetstaat) En eventueel 2 geleiders voor telebediening (gepreciseerd in de samenvattende meetstaat) Voor de isolatie en de kunststoffen zie technische bijlage MP 01. Eléments droits Rechte elementen Les éléments droits forment l ossature de la ligne et sont constitués : De rechte elementen vormen het frame van de lijn en zijn samengesteld uit: - D un profil porteur en tôle d acier galvanisé à chaud, fermé par sertissage. - D un ou de 2 câbles méplats de 2 ou 4 conducteurs isolés en cuivre étamé de section 2,5 mm² pour 25 A et 6 mm² pour 40 A. Sur une ou 2 faces de la canalisation (préciser dans le métré récapitulatif) des dérivations sont prévues au pas de un mètre. Un système de fixation assure le montage de la canalisation et des luminaires par simple rotation d une partie de l attache avec verrouillage final automatique. Un conducteur isolé séparé assure la fonction de terre propre. Portée maximum entre fixation : 5 mètres. - Een draagprofiel uit warm verzinkt staal, gesloten door felsen. - 1 of 2 platte kabels van 2 of 4 geïsoleerde geleiders in verzinkt koper met sectie: 2,5 mm² voor 25 A en 6 mm² voor 40 A. Op 1 of 2 zijden van het railsysteem (gepreciseerd in de samenvattende meetstaat) worden aftakkingen voorzien om de 1 meter. Een bevestigingssysteem verzorgt de montage van het railsysteem en de lampen door eenvoudige rotatie van een deel van het bevestigingsmiddel met automatische eindvergrendeling. Een geïsoleerde geleider vervult de functie van eigen aarding. Maximale afstand tussen 2 bevestigingen: 5 meter. CP/01 3

157 Coffrets et utilisateurs Kasten en gebruikers Des connecteurs précâblés 10 A avec visualisation du choix des phases ou des connecteurs 16 A à bornes ou à fusible (voir métré récapitulatif) permettent l alimentation des appareils et leur mise en place sous tension. La connexion intérieure est du type à pince. Un système de détrompage permet de fixer l emplacement de catégorie d utilisateur. Voorbekabelde connectoren 10 A met visualisatie van de faseselectie of connectoren 16 A met klemmen of smeltveiligheden (zie samenvattende meetstaat), laten de voeding toe van verlichtingsapparaten en hun plaatsing onder spanning. De inwendige verbinding is van het klemtype. Een veiligheidsvoorzieningsysteem zorgt voor verbindingen per categorie van gebruiker. Jonctions et directions Verbindingen en richtingen Une éclisse électrique assure la jonction automatique et simultanée de tous les conducteurs actifs et du P.E. Les contacts, de type pince + ressort, évitent tout appui ou renvoi d effort sur la matière plastique. Une éclisse mécanique assurant la rigidité de l assemblage de deux éléments. La continuité du conducteur de protection est réalisée automatiquement. Le serrage de deux vis imperdables à embase crantée confirme la fin de l opération d assemblage. L assemblage de deux éléments droits s effectue instantanément. Des éléments flexibles permettent tout changement de direction ou contournement d obstacles. Een elektrisch verbindingsstuk zorgt voor de automatische en simultane verbinding van alle actieve geleiders en van de P.E. De contacten, het klemtype met veer, vermijden alle steun op of elk doorgeven van belastingen aan de kunststofmaterie. Een mechanisch verbindingsstuk zorgt voor de stevigheid van de assemblage van de 2 elementen. Voor de continuïteit van de beveiligingsbegeleider wordt automatisch gezorgd. Het assembleren van twee rechte elementen gebeurt ogenblikkelijk. De buigzame elementen maken elke verandering van richting of het omzeilen van hindernissen mogelijk. CP/01 4

158 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 ETAGERES ET ECHELLES A CABLES (NON PEINTS) KABELREKKEN EN LADDERS (NIET GESCHILDERD) ANNEXE TECHNIQUE EC/01 D TECHNISCHE BIJLAGE EC/01 D 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

159 A. CARACTERISTIQUES GENERALES A. HOOFDKARAKTERISTIEKEN Documents de référence: Referentiedocumenten: Les systèmes de support de câbles et leurs équipements sont conformes notamment à : De kabelsteunsystemen en hun uitrustingen voldoen in het bijzonder aan : Normes Normen NBN 45 Tubes et Manchons métalliques NBN 45 Metalen buizen en sokken NBN EN Galvanisation par procédé Sendzimir NBN EN Verzinken door Sendzimir-procedé NBN EN ISO 1461 Galvanisation à chaud NBN EN ISO 1461 Thermisch verzinken NBN EN &2 Système de conduits pour installations électriques NBN EN &2 Systemen van buizen voor elektrische installaties NBN EN Dispositifs de connexions NBN EN Verbindingsmiddelen NBN EN NBN EN Connecteurs pour usages domestiques et usages généraux analogues Système de chemin de câbles et systèmes d échelle NBN EN NBN EN Toestelstopcontacten voor huishoudelijk en soortgelijk algemeen gebruik Kabelbaansystemen en kabelladdersystemen voor het onderbrengen van elektrische leidingen à câbles pour systèmes de câblage NBN EN Colliers pour installions électriques NBN EN Kabelbandjes voor elektrische installaties NBN C Système de profilés et leurs accessoires NBN C Profielensysteem en hun toebehoren Documents complémentaires : voir Annexes. Aanvullende documenten: zie de Bijlagen Il faut prévoir une réserve de place disponible de minimum 30% sur chaque Er moet een reserve aan beschikbare ruimte van minstens 30% op elke cheminement. kabelbaan voorzien worden. Du poids des câbles installés y compris les réserves, d une charge dynamique Het gewicht van de geïnstalleerde kabels inclusief de reserves plus een ponctuelle accidentelle de 100 kg et des sollicitations mécaniques lors du tirage des accidentele dynamische puntbelasting van 100 kg en mechanische belastingen câbles. tijdens het trekken van de kabels. La flèche maximale est inférieure à 1/200 ème de la distance entre deux points d appui. De maximale doorhang is kleiner dan 1/200ste van de afstand tussen twee steunpunten. La flèche des câbles placés sur échelle à câbles est inférieure à 1% de la portée. De doorhang van de gelegde kabels op de kabelladder bedraagt minder dan 1% van de draagwijdte. Prise en compte de le CEM (compatibilité électromagnétique des chemins de câbles et en particulier dans les zones reprenant les locaux courants faibles (ex : Data). Rekening houden met de EMC (elektromagnetische compatibiliteit) van de kabelbanen en in het bijzonder in de zones met zwakstroomlokalen (bv. data). L usage d un chemin de câbles se fait lorsqu au moins 4 câbles circulent dans un Een kabelbaan wordt gebruikt wanneer minstens 4 kabels hetzelfde traject EC/01 D 2

160 même cheminement. La fixation des chemins de câbles et des câbles doit résister aux sollicitations mécaniques pouvant survenir lors d un court-circuit dans le(s) câble(s) transporté(s). Les échelles, les étagères et en général toutes les charpentes et pièces d assemblage sont exécutées en acier doux Thomas ordinaire et galvanisées à chaud par trempage suivant les prescriptions des normes NBN EN ISO 1461 et La composition chimique des aciers sera de la classe I. La teneur en silicium de l acier est inférieure à 0,03 %, suivant norme française NFA La teneur en phosphore + silicium est inférieure à 0,09 %. Pour les étagères et échelles installées dans le cadre du présent marché, un certificat de composition de l acier est fourni pour chaque lot d étagères avant mise en fabrication des étagères, ainsi qu un échantillon destiné à être analysé par un laboratoire neutre aux frais de l adjudicataire, conformément à la norme DIN art. 3.1.C. Les longerons des étagères et échelles à câbles sont constituées d éléments standards tubulaires préfabriqués de 6 m de longueur minimum. Les barreaux doivent être de forme tubulaire, afin de limiter l accumulation de poussière et ils seront bouchonnés à l aide d un matériau synthétique conforme à l annexe technique MP/01. volgen. De bevestiging van de kabelbanen en kabels moeten weerstaan aan eventuele mechanische spanningen tijdens een kortsluiting in de verplaatste kabel (s). De kabelladders en -rekken alsook alle stalen gebinten en assemblagetoebehoren zijn van warm verzinkt, gewoon, zacht Thomasstaal overeenkomstig de bepalingen van de normen N.B.N. EN ISO 1461 en De chemische samenstelling van het staal dient van klasse I te zijn. Het gehalte aan silicium in het staal moet kleiner zijn dan 0,03% volgens de Franse norm NFA Het gehalte aan fosfor + silicium moet kleiner zijn dan 0,09%. Voor de rekken en ladders die het kader van de onderhavige onderneming geplaatst worden, dient er een certificaat van samenstelling van het staal geleverd te worden alsook een monster dat op kosten van de aannemer in een neutraal laboratorium onderzocht moet worden overeenkomstig de norm DIN art. 3.1.C. De langsliggers van de kabelrekken en kabelladders bestaan uit geprefabriceerde buisvormige standaardelementen met een lengte van minstens 6 m. De dwarsliggers moeten van het buisvormige type zijn teneinde de accumulatie van stof te beperken en zij worden opgevuld met een synthetisch materiaal conform de technische bijlage MP/01. Largeurs extérieures : 400 ou 300 ou 200 mm. Buitenbreedte: 400 of 300 of 200 mm. Profondeur utile nette : 20 mm minimum. Netto nuttige diepte: 20 mm minimum. Dans le but de standardiser le matériel, les étagères de 200 ou 300 mm sont du même type que les étagères 400 mm (même épaisseur et hauteur de longeron). Tous les accessoires sont issus de la même ligne de fabrication que les chemins de câbles. Elles peuvent supporter une charge uniformément répartie de 30 dan par mètre courant et 10 cm de largeur. Dans ces conditions, pour les étagères, Teneinde het materieel te standaardiseren, zijn de rekken van 200 of 300 mm breedte van hetzelfde type als de rekken van 400 mm (zelfde dikte en hoogte van langsliggers). Al het toebehoren is afkomstig van dezelfde fabricagelijn als deze van de kabelbanen. De rekken zijn berekend om een eenvormig verdeelde last van 30 dan per strekkende meter en per 10 cm breedte te kunnen dragen. Onder deze EC/01 D 3

161 la flèche des lits de câbles sera inférieure à 4 o / oo de leur portée et celle de la console sera inférieure à 1 % de sa longueur. En plus de cette charge uniformément répartie, les étagères et échelles sont conçues pour supporter - sans déformation permanente - une charge ponctuelle accidentelle de 75 dan. La norme pour la charge tolérée pour travail en sécurité est déterminée en fonction du test modèle II de la norme IEC Les fixations des traverses verticales IPN 80 à 5 niveaux dans les tunnels et à 3 niveaux de 400 mm dans les sous quais sont calculées pour la charge de 800 dan. Les fixations des échelles verticales placées tous les 2 m sont calculées pour la charge verticale de 350 dan. Les fixations des supports verticaux, disposées dans les caniveaux tous les 2 m, seront calculées pour une charge de 350 dan. Les longerons et les barreaux des étagères, les montants verticaux ainsi que les accessoires sont galvanisés à chaud par trempage. Tous les trous d assemblage et toutes les découpes sont exécutées avant galvanisation. Tous les boulons et écrous, jusque et y compris 8 mm, seront en acier inoxydable A4. Les longerons sont entretoisés par les traverses tous les 25 cm maximum pour les étagères horizontales et pour les échelles verticales. L assemblage des traverses aux longerons se fait d une façon rigide évitant tout mouvement de la traverse par rapport aux longerons ( par exemple : en évitant les assemblages par soudure ). Toutes les pièces constituantes des chemins de câbles seront soigneusement débavurées, sont à proscrire les arêtes et angles vifs. Les chemins de câbles sont obligatoirement raccordés au réseau de terre et de protection via des liaisons équipotentielles principales. Toutes les connexions sont réalisées en utilisant des vis de pression et écrous. Les surfaces métalliques à connecter sont bien nettoyées auparavant. voorwaarden moet de doorhang van de kabelbanen minder dan 4 o / oo van hun draagwijdte bedragen; de doorhang van de steunen moet minder dan 1% van hun lengte bedragen. Behalve deze eenvormig verdeelde belasting kunnen de kabelrekken en - ladders - zonder blijvende vervorming aan een accidentele puntbelasting van 75 dan weerstaan. De safe working load (SWL) wordt bepaald aan de hand van testmodel II conform de norm IEC De bevestigingen van de verticale IPN 80 dwarssteunen bestemd voor 5 rekrijen in de tunnels en 3 rekrijen van 400 mm in de onderperrons worden berekend voor een belasting van 800 dan. De bevestigingen om de 2 m van de verticale kabelladders zijn berekend voor een verticale belasting van 350 dan. De bevestigingen om de 2 m van de verticale steunen in de kabelgoten worden berekend voor een belasting van 350 dan. De langs- en dwarsliggers van de rekken, de verticale liggers en het toebehoren zijn thermisch verzinkt door middel van onderdompeling. Alle assemblagegaten en uitsnijdingen moeten vóór galvanisatie uitgevoerd worden. Alle bouten en moeren tot en met 8 mm zijn van roestvrij staal A4. Tussen de langsliggers van de horizontale rekken en vertikale ladders worden maximaal om de 25 cm dwarsliggers aangebracht. De assemblage van de dwarsliggers op de langsliggers gebeurt stevig om elke beweging van de dwarsligger t.o.v. de langsliggers te vermijden (bijvoorbeeld: om verbindingen door lassen te vermijden). Alle bestanddelen van de kabelbanen moeten zorgvuldig ontbraamd worden, alle scherpe randen en hoeken zijn te vermijden. De kabelbanen moeten via hoofdequipotentiaalverbindingen met het aardingsen beveiligingsnetwerk verbonden zijn. Alle aansluitingen worden gemaakt met klemschroeven en moeren. De te verbinden metalen oppervlakken moeten vooraf goed gereinigd worden. EC/01 D 4

162 Tout autre système de continuité de la mise à la terre des chemins de câbles doit faire l objet d une demande de dérogation, sur base d arguments établis par l Entrepreneur prouvant l équivalence du système proposé. En outre, toutes les mesures sont prises en vue d éviter un couple galvanique. Elk ander systeem voor de ononderbroken aarding van de kabelbanen moet het voorwerp zijn van een aanvraag om afwijking op grond van argumenten vanwege de Aannemer die de gelijkwaardigheid van het voorgestelde systeem aantonen. Daarnaast worden alle maatregelen genomen om galvanische koppels te voorkomen. B. FIXATION DES ECHELLES ET ETAGERES A CABLES B. BEVESTIGING VAN DE KABELLADDERS EN -REKKEN 1. Dans les tunnels 1. In de tunnels Les traverses verticales sont fixées aux parois ou au plafond (avec embase) des tunnels tous les 2 (deux) mètres, de manière à placer l étagère supérieure à mm minimum par rapport au repérage Service Infrastructure Voies de la S.T.I.B. figuré par des points blancs sur le mur du tunnel. Dans le cas des parois en briques, chaque traverse est pourvue d au moins 3 (trois) fixations par tige filetée M10 minimum en acier inoxydable A4 et d une contre-plaque inoxydable derrière le mur. L isolation par rapport à la structure est réalisée par buselures et rondelles ou plaques isolantes. Toutes les traverses verticales doivent présenter sur leur longueur des points d ancrage et de fixation d équipements divers, et permettre également la mise en place d un dispositif de soutien formant point d appui réglable sur la paroi de l ouvrage sans imposer la moindre soudure. Dans le cas de parois ou plafond en béton, 3 (trois) chevilles chimiques M10 minimum avec embout et guidage isolants assurent la fixation de la traverse. Ces chevilles sont placées dans des trous forés au préalable dans le béton au diamètre voulu. Le forage des trous dans le béton se fait très soigneusement: le diamètre et la profondeur prescrits par le fournisseur des chevilles sont scrupuleusement respectés. Le trou est soigneusement nettoyé au jet d air comprimé ou au jet d eau avant d y placer la cheville. De verticale dwarsliggers worden om de 2 (twee) meter met houders aan de tunnelwanden of aan de plafonds bevestigd. Er wordt op toegezien dat het bovenrek minstens mm boven het referentieniveau van de Dienst Spoorinfrastructuren van de M.I.V.B. ligt zoals aangegeven door witte punten op de tunnelmuren. Bij baksteenwanden wordt elke dwarsligger voorzien van tenminste 3 (drie) bevestigingen met roestvrije A4 schroefstangen M10 minimum en roestvrije ankerplaten achter de muur. De isolatie t.o.v. het gebouw geschiedt door middel van isolerende buisjes en rondsels of isolerende platen. Alle verticale dwarsliggers moeten over hun volle lengte voorzien zijn van verankerings- en bevestigingspunten voor allerhande uitrustingen en tevens de plaatsing mogelijk maken van een steuninrichting die dienst doet als regelbaar steunpunt tegen de wand van het bouwwerk, dit zonder dat daarvoor laswerken nodig zijn. Bij betonnen wanden of plafonds wordt de bevestiging van de dwarsligger door minimum 3 (drie) chemische bouten M10 met isolerend uiteinde en geleiding verzekerd. Deze bouten worden in vooraf geboorde gaten met passende diameter in het beton geplaatst. De gaten worden met veel zorg in het beton geboord: de diameter en de diepte zoals voorgeschreven door de leverancier van de bouten moeten strikt in acht genomen worden. Alvorens de bout aan te brengen, moet het gat zorgvuldig met perslucht of waterstraal schoongemaakt worden. Les fixations sont en acier inoxydable A4. Les mesures nécessaires sont De bevestigingen zijn van roestvrij staal A4. De nodige maatregelen moeten EC/01 D 5

163 prises pour assurer un isolement par rapport a béton et d éviter toute dégradation de la plastification (rondelles isolantes). Les pièces intermédiaires entre les fixations dans le mur et les supports verticaux seront solidaires des supports par boulonnage ou soudage : le clamage est exclu. Les fixations au plafond seront calculées pour les charges propres aux différents types d étagères et seront réalisées par soudage avant galvanisation tout en tenant compte du fait que la plaque de fixation ne peut dépasser l IPN du côté du mur. Les fixations doivent supporter sans dommage les sollicitations mentionnées au paragraphe A en traction, cisaillement et traction de cisaillement combinés. D autres scellements, qu il est impossible de prévoir à l avance, devront éventuellement être faits au moment du montage. getroffen worden om een elektrische isolatie te verzekeren t.o.v. het beton en elke beschadiging van de plasticbekleding te voorkomen (isolerende rondsels). De overgangsstukken tussen de muurbevestigingen en de verticale steunen zijn met bouten aan de steunen bevestigd of worden gelast, andere bevestigingen (bv. klemmen) zijn uitgesloten. De plafondbevestigingen worden berekend voor een belasting eigen aan de verschillende types kabelrekken en worden vervaardigd door lassen vóór het thermisch verzinken, ermee rekening houdend dat de bevestigingsplaat aan de muurkant niet verder mag uitsteken dan de IPN-balk. De bevestigingen mogen niet beschadigd worden door de in paragraaf A hierboven vermelde trek- en schuifspanningen of gecombineerde trek- en schuifspanningen. Andere bevestigingen die op voorhand onmogelijk te voorzien zijn, moeten eventueel tijdens de montage uitgevoerd worden. 2. Dans les stations 2. In de stations Les traverses verticales sont fixées au mur de soutien des dalles de quai et éventuellement aux colonnes, à la dalle de quai et/ou au sol. Dans le cas des sous-quais, de manière générale et sauf impossibilité, les traverses verticales seront ancrées à la dalle de quai et reposeront au sol. Dans le cas de fixation au sol, la plaque de base ne peut dépasser la poutrelle I.P.N. côté mur. Les distances entre supports sont de 2 (deux) m comme pour le tunnel. Les charges sont mentionnées au paragraphe A ciavant. Les fixations M10 minimum en acier inoxydable A4 seront au nombre de 3 (trois) en cas de fixation murale et de fixation au sol. Toutefois, le diamètre des chevilles chimiques et l épaisseur de la plaque de base doivent être calculés en conséquence. De verticale dwarsliggers moeten aan de steunmuur van de perronvloer en eventueel aan de zuilen, op de perronvloer en/of op de bodem bevestigd worden. De verticale dwarsliggers in de onderperrons worden overwegend en behalve indien dit niet mogelijk is, in de perronvloer verankerd en rusten op de grond. Ingeval van een bodembevestiging moet er rekening mee gehouden worden dat de bevestigingsplaat aan de muurkant niet verder mag uitsteken dan de IPN-balk. De afstand tussen de steunen bedraagt 2 (twee) m zoals voor de tunnel. De belasting is aangeduid in paragraaf A hierboven. In het geval van muur- en vloerbevestiging moeten er 3 (drie) minimum M10 roestvrije A4 bevestigingen voorzien worden. Maar de diameter van de chemische bouten en de dikte van de vloerplaat moeten dienovereenkomstig berekend worden. Dans certains cas, les étagères sont disposées sur des consoles fixées Het kan voorkomen dat de rekken op afzonderlijke aan de muur bevestigde EC/01 D 6

164 individuellement au mur. draagstukken geplaatst worden. Traversée de locaux à risque : Doorgang van risicolokalen: Les locaux à risque d incendie sont les locaux de stockage, locaux poubelles, archives, ateliers, locaux techniques Les chemins de câbles et câbles traversant ces locaux sont protégés contre le feu (RF2 h), au moyen d un enduisage RF ou d un caisson en plaque RF. La présence de ce caisson ne peut constituer une entrave à la dissipation calorifique des câbles. Ceux-ci sont dimensionnés en tenant compte de cette contrainte d environnement. De lokalen die een brandgevaar inhouden, zijn de opslaglokalen, vuilnisbaklokalen, archieven, ateliers, technische lokalen... De kabelbanen en kabels die door deze lokalen lopen, worden tegen brand (RF 2u) beschermd door middel van een RF bestrijking of een caisson in RF plaat. De aanwezigheid van deze caisson mag geen belemmering vormen voor de warmteafvoer van de kabels. Deze zijn speciaal gedimensioneerd volgens de omgevingseisen. 3. Dans les caniveaux 3. In de kabelsleuven Les traverses verticales sont fixées au rail ancra A4 existant par boulonnerie en acier inoxydable A4. Ces traverses verticales sont fabriquées en profil U, T ou I de ± 0,4 m et fixées en 2 (deux) endroits minimum. Les traverses verticales sont munies d une plaque de base reposant dans le fond du caniveau. De verticale dwarsliggers worden aan de bestaande A4 ancra rails bevestigd door middel van bouten in roestvrij staal A4. Deze verticale dwarsliggers zijn vervaardigd van U-, T- of I-profielen van ± 0,4 m en vastgemaakt op minstens 2 (twee) plaatsen. De verticale dwarsliggers zijn voorzien van een steunplaat die op de bodem van de sleuf rust. 4. Quai surbaissé tramways 4. Verlaagde tramperrons Descriptif et charges identiques aux traverses verticales à 2 niveaux pour sous-quais mais d une longueur de 0,55 m ET fixation au sol. Beschrijving en belastingen gelijk aan de verticale steunen op 2 niveaus voor onderperrons maar met een lengte van 0,55 m boven EN bevestiging op de grond. 5. Remarque 5. Opmerking Des essais d arrachement des fixations sur chantier pourront être exigés pour chaque type de matériau rencontré lors du montage, ainsi que des essais de charge sur les traverses verticales; celles-ci devant résister avec 2/3 de leur fixation. Voor alle tijdens de montage gebruikte bevestigingsmiddelen mogen losrukproeven geëist worden alsook belastingsproeven op de verticale dwarsliggers. Deze laatste moeten met 2/3 van hun bevestiging nog de voorgeschreven weerstand bieden. A. MISE EN OEUVRE C. VERWERKING Lorsque les travaux de montage sur chantier nécessitent une découpe Wanneer tijdens de montagewerken op de bouwplaats een rek, ladder e.d. EC/01 D 7

165 pour la mise à longueur d une étagère, d un montant, etc. pour une adaptation locale du tracé des chemins des câbles, les arêtes de la découpe sont immédiatement débavurées et protégées à l aide de poudre copolymère ou peinture polyuréthane approuvées par le fonctionnaire dirigeant (telles que prévues au paragraphe B ci-avant). Tous les changements de direction dans le plan horizontal ou vertical des étagères sont réalisés à l aide de genouillères comprises dans le prix au mètre d étagère. Toutes les irrégularités des murs des tunnels seront reprises par les tiges filetées plus longues ou par des pièces intercalaires. Les accessoires sont compris dans le prix du support. Ce montage respecte les mêmes critères de charge. Dans les volumes techniques les longerons terminaux seront fermés à l aide d un capuchon de couleur jaune fluo conforme à l annexe technique MP/01. op lengte gesneden moet worden voor een plaatselijke aanpassing van het tracé van de kabelbanen, moeten de snijvlakken onmiddellijk ontbraamd worden en vervolgens beschermd met copolymeerpoeder of een door de leidend ambtenaar goedgekeurde polyurethaanverf (zoals voorzien in paragraaf B hierboven). Alle horizontale of verticale richtingswijzigingen van de kabelrekken bestaan uit kniestukken die in de meterprijs van de kabelrekken begrepen zijn. Alle oneffenheden van de tunnelwanden worden opgevangen door langere draadstangen of tussenstukken. Het toebehoren is in de prijs van de steunstukken begrepen. Tijdens deze montage worden dezelfde belastingscriteria nageleefd. In de technische volumes worden de langsliggers die het uiteinde vormen, afgesloten met een dop van fluogele kleur conform de technische bijlage MP/01. ANNEXES: BIJLAGEN: EC/01 D 8

166 EC/01 D 9

167 EC/01 D 10

168 EC/01 D 11

169 EC/01 D 12

170 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 RESEAU D ECHELLES A CABLES SECONDAIRE NETWERK SECUNDAIRE KABELLADDERS ANNEXE TECHNIQUE EC/02 A TECHNISCHE BIJLAGE EC/02 A A1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

171 A. CARACTERISTIQUES GENERALES A. HOOFDKARAKTERISTIEKEN Remarque : Voir Normes Annexe Technique EC01 Il s agit d une échelle à câbles plus légère et plus facile de mise en œuvre que l échelle principale décrite dans l annexe technique EC/01. Les échelles (verticales) et les étagères ( horizontales) sont identiques et de ce fait le terme échelle détermine les 2 types. L échelle à câbles est fabriquée en tôle d'acier Z275 conforme à la NBN-EN : 2004 et est testée suivant EN IEC modèle de test II. L'échelle doit être apte à la classe de corrosion C2. Les classes de corrosion sont stipulées dans la norme EN ISO L'accouplement doit garantir la liaison équipotentielle suivant EN IEC Le système entier est conforme aux directives : EMC directive 89/336 EEC et la LOW VOLTAGE directive 73/23 EEC. L échelle est composée de longerons solides tubulaires ouverts ou fermés avec une hauteur min. de 50 mm et une largeur min. de 15 mm, dans lesquels les échelons sont soudés tous les 250 mm, sans apport de soudure. Les échelons trapézoïdaux (min. 25x15 mm) doivent être aplatis et larges en vue d'une grande surface de contact avec les câbles. Les échelons sont perforés de trous de min. 8 x 18 mm, dans le sens longitudinale de l'échelle, pour faciliter la fixation rapides des câbles. Les trous sont parfaitement alignées pour fixation des câbles en ligne droite. Les éclisses s accrochent parfaitement autour des longerons et sont boulonnées avec deux boulons M6 électrozingués, avec un embout conique, afin d éviter l enfoncement du longeron lors du serrage de l éclisse, qui sont compris dans la livraison. Lorsque l'axe de l'échelle à accoupler dévie de l'axe normal, on applique des éclisses à charnière. Celles-ci permettent un changement de direction dans un plan horizontal et vertical. Tous les accessoires préfabriqués, tels que courbes, systèmes de suspension etc. sont obligatoirement de la même fabrication que les échelles à câbles. Les accessoires ne réduisent nullement la rigidité originale et sont protégés contre la corrosion de la même façon que les échelles à câbles. Dimensions : largeurs 200 mm, 300 mm, 400 mm Het betreft een kabelladder die lichter en gemakkelijker te plaatsen is dan de hoofdkabelladders beschreven in de technische bijlage EC/01 De kabelladders (verticaal) en kabelrekken (horizontaal) zijn identiek en daarom bepaalt de term kabelladder beide types. De kabelladder is vervaardigd uit staalplaat Z275 conform NBN-EN 10327:2004 en is getest volgens EN IEC testmodel II. De kabelladder moet geschikt zijn voor corrosieklasse C2. De corrossieklassen zijn vastgelegd in de norm EN ISO De koppelplaat moet de equipotentiaalverbinding garanderen volgens EN IEC Het gehele kabelladdersysteem is conform de volgende richtlijnen: EMC directive 89/336 EEC en de LOW VOLTAGE directive 73/23 EEC. De kabelladder bestaat uit stevige, open of gesloten, buisvormige zijbomen met min. hoogte van 50 mm en min. breedte van 15 mm waartussen om de 250 mm sporten zijn gelast zonder toegevoegd lasmiddel. De trapeziumvormige (min. 25x15 mm) sporten moeten vlak en breed zijn met het oog op een groot contactoppervlak met de kabels. De sporten zijn in de langsrichting van de ladder geperforeerd met sleufgaten van min. Ø 8 x 18 mm om een snelle kabelbevestiging mogelijk te maken. De sleufgaten zijn perfect uitgelijnd voor een bevestiging van de kabels in rechte lijn. De koppelplaten klemmen zich perfect vast rond de zijbomen en worden vastgeschroefd met twee bijgeleverde, elektrolytisch verzinkte bouten M6 met konisch uiteinde zodat de onderkant van de zijbomen niet ingedeukt kan worden tijdens het aanspannen van de koppelplaat. Wanneer de aslijn van de te koppelen ladder van de normale aslijn afwijkt, worden er scharnierende koppelplaten gebruikt. Deze koppelplaten laten een richtingsverandering in het horizontale en verticale vlak toe. Alle geprefabriceerde hulpstukken zoals bochten, ophangsystemen, enz. zijn verplicht van hetzelfde fabrikaat als de kabelladders. De hulpstukken verminderen in geen geval de oorspronkelijke stevigheid en zijn op dezelfde manier behandeld tegen corrosie als de kabelladders. Afmetingen: breedte 200 mm, 300 mm, 400 mm EC/02 A 2

172 Longueur 6 m Lengte 6 m B. FIXATION DES ECHELLES ET ETAGERES A CABLES B. BEVESTIGING VAN DE KABELLADDERS EN -REKKEN Charge pratique de sécurité et distance entre points d appui : Safe working load en afstand tussen de steunpunten: Les échelles permettent les charges uniformément réparties de 100 dan/m, dans le cas d'une distance entre les appuis de 2m, quelque soit la largeur de l'échelle à câbles. Dans ces conditions, pour les échelles, la flèche sera inférieure à 4 o / oo de la distance entre les supports. La flèche des supports sera inférieure à 1 % de sa longueur. Les supports verticales sont fixées au mur de soutien des dalles de quai et éventuellement aux colonnes, à la dalle de quai et/ou au sol. Les fixations M10 minimum en acier inoxydable A4 seront au nombre de 3 (trois) en cas de fixation murale et de fixation au sol. Toutefois, le diamètre des chevilles chimiques et l épaisseur de la plaque de base doivent être calculés en conséquence. Dans certains cas, les échelles à câbles sont disposées sur des consoles fixées individuellement au mur. Remarques Les consoles ou bras supports doivent être construites de telle façon que cela empêche le glissement accidentel sur le sol de l échelle, lors du montage. Des essais d arrachement des fixations sur chantier pourront être exigés pour chaque type de matériau rencontré lors du montage, ainsi que des essais de charge sur les supports verticales ; celles-ci devant résister avec 2/3 de leur fixation. De kabelladders laten toe om een gelijkmatig verdeelde belasting te dragen van 100 dan/m, bij een afstand tussen de steunpunten van 2 m en dit onafhankelijk de breedte van de kabelladder. Onder deze voorwaarden moet de doorhang van de kabelladders kleiner zijn dan 4 o / oo van de afstand tussen de steunpunten. De doorhang van de steunen moet kleiner zijn dan 1% van hun lengte. De verticale steunen moeten aan de steunmuur van de perronvloer en eventueel aan de zuilen, op de perronvloer en/of op de bodem bevestigd worden. In het geval van muur- en vloerbevestiging moeten er minimum 3 (drie) M10 roestvrije A4 bevestigingen voorzien worden. Nochtans moet de diameter van de chemische bouten en de dikte van de vloerplaat dienovereenkomstig berekend worden. In bepaalde gevallen worden de kabelladders op de consoles aangebracht die individueel aan de muur bevestigd zijn. Opmerkingen Alle consoles en steunen moeten zo vervaardigd zijn dat accidenteel wegglijden van de kabelladder tijdens de montage onmogelijk is. Voor alle tijdens de montage gebruikte bevestigingsmiddelen mogen losrukproeven geëist worden alsook belastingsproeven op de verticale steunen. Deze laatste moeten met 2/3 van hun bevestiging nog de voorgeschreven weerstand bieden. C. MISE EN OEUVRE C. AANWENDING Les échelles sont accouplées à l'aide d'éclisses de min. 300 mm de long. Ces éclisses sont pourvues de 2 perforations supplémentaires afin de permettre une liaison équipotentielle supplémentaire. Tous les changements de direction dans le plan horizontal ou vertical des échelles à câbles sont comprises dans le prix au mètre de l'échelle. Tous les accessoires pour les changements de direction seront obligatoirement de la même fabrication des échelles. De kabelladders worden onderling verbonden door middel van koppelplaten van min. 300 mm lang. Deze koppelplaten zijn tevens voorzien van 2 extra perforaties om een extra equipotentiaalverbinding mogelijk te maken. Alle horizontale of verticale richtingswijzigingen van de kabelladders zijn in de meterprijs van de kabelladders begrepen. Alle accessoires voor de richtingswijzigingen zijn verplicht van hetzelfde fabrikaat als de kabelladders. EC/02 A 3

173 La découpe et l assemblage de morceaux d échelles en vue d en faire des pièces de jonction ou de changements de direction est interdite. Il est obligatoirement fait usage de pièces prévues à cet effet (T, coudes, X, etc.). Toutes les irrégularités des murs seront reprises par les tiges filetées plus ou moins longues ou par des pièces intercalaires. Les accessoires sont compris dans le prix du support. Ce montage respecte les mêmes critères de charge. Dans les volumes techniques et enbout de chaque trajet, les longerons des échelles à câbles terminaux seront fermés à l aide d un capuchon de couleur jaune ou orange fluo conforme à l annexe technique MP/01. Chaque découpe des échelles ou les pièces constituantes des échelles seront soigneusement ébavurées, pour eviter les arrêtes et angles vifs. Het afsnijden en samenvoegen van stukken ladders om verbindingsstukken of richtingsveranderingen te maken, is verboden. Er moeten verplicht speciale stukken daarvoor gebruikt worden (T-stukken, ellebogen, X-stukken, enz.). Alle oneffenheden van de wanden worden opgevangen door min of meer lange draadstangen of door tussenstukken. Het toebehoren is in de prijs van de steunen begrepen. Tijdens de montage worden dezelfde belastingscriteria nageleefd. In de technische volumes en op het einde van elk traject worden de zijbomen van de kabelladders die het uiteinde vormen, afgesloten met een dop van fluogele of oranje kleur conform de technische bijlage MP/01. Elke afgesneden ladder of bestanddeel van de kabelladder moet zorgvuldig ontbraamd worden om scherpe randen en hoeken te vermijden. Toutes les mesures sont prises en vue d éviter un couple galvanique. Alle maatregelen worden genomen om galvanische koppels te voorkomen. EC/02 A 4

174 EC/02 A 5

175 EC/02 A 6

176 EC/02 A 7

177 EC/02 A 8

178 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 TREILLIS A CABLES KABELKORVEN ANNEXE TECHNIQUE EC/03 A TECHNISCHE BIJLAGE EC/03 A 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

179 A. CARACTERISTIQUES GENERALES Remarques : Voir Normes Annexe Technique EC01 Utilisé surtout dans les locaux techniques pour les câbles DATA et BT de Ø 20 mm. A. HOOFDKARAKTERISTIEKEN Opmerkingen : zie de normen Technische Bijlage EC01. Vooral gebruikt in de technische lokalen voor DATA- en LS-kabels met een Ø 20 mm. - Galvanisé à chaud conformément à la norme NBN EN ISO Warm verzinkt conform de norm NBN EN ISO Largeur des mailles 50 x 100 mm - Breedte van de mazen 50 x 100 mm - Ø du fil > 3,5 mm - Ø van de draad > 3,5 mm - Sans aspérité pour éviter les blessures aux câbles. - Zonder scherpe kanten om het kwetsen van de kabels te vermijden. - Tous les accessoires tel que éclisse, plaque de montage, console, accouplement, borne de terre, étrier, clame, cloison de séparation seront de la même marque et du même type que le treillis à câble. - Les changements de direction peuvent être fabriqués par coupage et pliage, les bords seront ébavurés et protégés par une peinture au zinc (galvanisation à froid). - La découpe se fera à l aide d une cisaille coupe-file préconisée par le fournisseur du treillis à câble. - Al het toebehoren zoals verbindingsplaat, montageplaat, console, koppelstuk, aardingsklem, beugel, klamp, scheidingswand, moeten van hetzelfde merk en type zijn als de kabelkorf. - De richtingsveranderingen mogen vervaardigd worden door snijden en plooien, de randen moeten ontbraamd en beschermd zijn met een zinkrijke verf (koud verzinken). - Het doorsnijden moet gebeuren met een draaddoorsnijtang aanbevolen door de leverancier van de kabelkorven. Dimensions Afmetingen - Hauteur : 60 mm - Hoogte: 60 mm - Longueur : 3 m - Lengte: 3 m - Largeur : 60, 100, 150, 200 mm - Breedte: 60, 100, 150, 200 mm Charge admissible imposée Toegelaten belastingen Conforme à la norme NBN EN Overeenkomstig de norm NBN EN Avec une distance entre support de 1,5 m Met een afstand tussen de draagsteunen van 1,5 m Largeur de mm 20 kg/m Breedte van mm 20 kg/m Largeur de 200 mm 35 kg/m Breedte van 200 mm 35 kg/m EC/03 A 2

180 EC/03 A 3

181 EC/03 A 4

182 EC/03 A 5

183 EC/03 A 6

184 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 FACTEURS D INFLUENCES EXTERNES EXTERNE INVLOEDFACTOREN ANNEXE TECHNIQUE FI/01 TECHNISCHE BIJLAGE FI/01 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres 1

185 EXTERNE INVLOEDFACTOREN VOLGENS HET AREI: ALGEMEENHEDEN FACTEURS D INFLUENCES EXTERNES SUIVANT LE RGIE : GENERALITES Affectation Benoeming Température Temperatuur Présence d'eau aanwezigheid water Corps solides Vaste voorwerpen Agents corrosifs ou polluants Corrosieve poluerende agentia Contraintes mécaniques Mechanishe spanningen Vibrations Trillingen Flore Flora Faune Fauna Courants vagabond, électrostatiques Zwerf,electrostatiesche stromen Rayonnement solaire Zonnenstraling Compétence des personnes Competencie personen Etat du corps humain Staatvan het menselijk lichaam Contact avec potentiel de terre Kontact met aardpotentiaal Possibilités d'évacuation Evacuatie mogelijkheden Matières traitées ou entreposées Behandelde en opgeslagen materialen Materiaux de construction Bouwmaterialen Structure des bâtiments Structuur der gebouwen Ambiance - Matériel Omgeving Materiaal Personnes Personen Bâtiments Gebouwen Zone à l'air libre Open lucht zonen AA3/4 AD6 AE4 AF1 AG2 AH1 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB2 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Acces Toegang AA3/4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH1 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB2 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Salle des guichets Lokettenzaal AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD3 BE1 CA1 CB1 Quais Perronnen AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD3 BE1 CA1 CB1 Sous-quais Onderperronnen AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM2 AN1 BA4 BB1 BC1 BD2 BE1 CA1 CB1 Tunnel Tunnel AA3/4 AD4 AE4 AF1 AG2 AH3 AK1 AL1 AM2 AN1 BA1 BB1 BC2 BD1 BE1 CA1 CB1 Zone voie en tunnel Spoorzone in tunnel AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH3 AK1 AL1 AM2 AN1 BA1 BB1 BC3 BD1 BE1 CA1 CB1 Zone voies à l'air libre Spoorzone in open lucht AA3/4 AD6 AE4 AF1 AG2 AH3 AK1 AL1 AM2 AN1 BA1 BB2 BC3 BD1 BE1 CA1 CB1 Locaux exploitation Lokaal Exloitatie AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Local Sel Lokaal zout AA3/4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Locaux Sanitaires Lokalen Sanitair AA4 AD3 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Locaux techniques TechniseLokalen AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Locaux service électricité Electriciteitdienst lokalen AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM2 AN1 BA4 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Locaux Tableaux BT Lokalen L.S.borden AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM2 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Local Nettoyage Reinigingslokaal AA4 AD3 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Local Poubelle Lokaal Vuilbakken AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE2 CA1 CB1 Local Pompage Lokaal Pompen AA4 AD4 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM2 AN1 BA1 BB2 BC2 BD2 BE1 CA1 CB1 3

186 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 DESCRIPTION GENERALE DU RESEAU V ALGEMENE BESCHRIJVING VAN HET V-NET ANNEXE TECHNIQUE GEN/01 B TECHNISCHE BIJLAGE GEN/01 B 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

187 1. PRINCIPES ET CARACTERISTIQUES DU RESEAU V 1. PRINCIPES EN KENMERKEN VAN HET V-NET A. Alimentation des postes de redressement Principes A. Voeding van de gelijkrichterposten Principes Ce réseau d'alimentation est établi de telle manière que des postes de redressement (P.R.) voisins sont raccordés à des postes de distribution S.T.I.B 36 kv/11kv différentes. Tous les postes de redressement sont reliés entre eux par un câble H.T. afin d'assurer pour chacun d'eux une alimentation de secours depuis deux postes de distribution S.T.I.B. 36 kv/11kv. Dit voedingsnet is zodanig opgebouwd dat naburige gelijkrichterposten (G.P.) op verschillende distributieposten M.I.V.B. 36/11 KV onderstations van de M.I.V.B.distributiepost 36 kv/11 kv aangesloten zijn. Alle gelijkrichterposten worden een H.S. kabel onderling met elkaar verbonden, om voor ieder van hen een noodvoeding te verzekeren vanuit twee M.I.V.B. distributieposten 36/11 kv. B. Alimentation des postes de transformation des stations - Principes B. Voeding van de transformatieposten van de stations - Principes Les postes de transformation (P.T.) des stations sont alimentés en 11 kv à partir des postes de redressement. Dans chaque intervalle séparant deux postes de redressement, un câble H.T. quitte le tableau 11 kv du premier poste de redressement et alimente successivement les postes de transformation des stations situées dans l'intervalle considéré pour aboutir au deuxième poste de redressement. Les boucles ainsi formées sont toutefois ouvertes en un point de celles-ci pour éviter les échanges d'énergie entre les P.R. Cette "section neutre" est déplaçable par télécommande et assure la coupure entre les deux postes au gré des besoins de l'exploitation. Il en résulte que chaque station reçoit son alimentation normale de l'un ou de l'autre des postes de redressement voisins. De transformatieposten (T.P.) van de stations worden met 11 kv gevoed vanaf de gelijkrichterposten.. In elk interval dat de twee gelijkrichterposten scheidt, verlaat een kabel het 11 kv-bord van de eerste gelijkrichterpost en voedt achtereenvolgens de transformatieposten van de stations gelegen in het beschouwde interval, om te eindigen in de tweede gelijkrichterpost. De op deze wijze bekomen lussen worden evenwel in een gegeven punt geopend om energie-uitwisselingen tussen de G.P. te vermijden. Deze "neutrale" sectie" kan door middel van afstandsbediening verschoven worden en verzekert de afschakeling tussen de twee posten naar gelang van de exploitatiebehoeften. Hierdoor krijgt elk station op elk ogenblik ofwel door de ene ofwel door de andere naburige post zijn normale voeding. 2. DISPOSITIONS DE PROTECTION DU RESEAU 2. BEVEILIGINGSSYSTEEM VAN HET NET A. Remarques préliminaires A. Voorafgaande opmerkingen a) Le système de protection du réseau H.T. du métro est prévu pour assurer la continuité de l'alimentation en H.T. compte tenu des possibilités actuelles de fourniture d'énergie par les postes de distribution STIB 36 kv/11kv. En cas de défaut sur le réseau, l'élément en défaut est éliminé très rapidement afin de limiter les dégâts et d assurer la continuité d'alimentation du reste du réseau. a) Rekening houdend met de huidige mogelijkheden van energielevering van de M.I.V.B.distributiepost 36 kv/11 kv wordt het beveiligingssysteem van het metro H.S.-net zodanig opgevat dat het een continue HS-voeding waarborgt. In geval van defect op het net, moet het defect element zeer snel uitgeschakeld kunnen worden om de schade te beperken en de continue voeding van de rest van het net te verzekeren. GEN/01 B 2

188 b) D'une façon générale, l'adjudicataire choisit les divers dispositifs de protection qui s'adaptent le mieux aux appareils de coupure proposés et qui permettent un réglage précis des temporisations. Ces dispositifs ont une consommation propre faible. Les relais effectuant des fonctions importantes sont largement calibrés et de grande sécurité. c) Les valeurs des temporisations sont définies pour assurer une bonne sélectivité tout en tenant compte des caractéristiques des dispositifs de protection et des temps de déclenchement des appareils de coupure eux-mêmes. b) Over het algemeen moet de aannemer die beveiligingstoestellen kiezen die het best zijn aangepast aan de voorgestelde schakelapparatuur en die een nauwkeurige tijdregeling toelaten. De beveiligingen hebben een klein eigen verbruik. De relais die belangrijke functies uitvoeren, zijn ruim gekalibreerd en bieden een hoge bedrijfszekerheid. c) Het vastleggen van de tijdregelingwaarden gebeurt zodanig dat ze een goede selectiviteit waarborgen, rekening houdend met de karakteristieken van de beveiligingstoestellen en de uitschakeltijden van de schakelapparatuur. B. Protection des feeders d'alimentation B. Beveiliging van de voedingen a) Côté des postes de distribution STIB 36 kv/11kv a) Kant de M.I.V.B.distributiepost 36 kv/11 kv La protection de chaque feeder 3 x 150 mm² au départ d un poste est généralement réalisée par deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée. De beveiliging van elke feeder 3 x 150 mm² aan het vertrek van een post wordt in het algemeen als volgt verwezenlijkt door 2 identieke numerische vierpolige relais welke redundant aangesloten zijn en uitgerust met volgende beveiligingen: maximum fasestroom en maximum met stroom en ogenblikkelijke homopolaire beveiliging. b) Côté poste de redressement b) Kant gelijkrichterpost Chaque cellule "Arrivée" des tableaux H.T. est pourvue de deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée. Ces relais sont du type à temporisation indépendante du courant (temps constant). Ils assurent le déclenchement du disjoncteur H.T. Elke aankomst cel van de H.S.-borden is voorzien van twee identieke numerische vierpolige relais, die redundant aangesloten zijn en uitgerust met volgende beveiligingen: maximum fasestroom en maximum stroomrelais en een ogenblikkelijke homopolaire beveiliging. Deze relais zijn van het type met een stroomonafhankelijke tijdregeling (tijd is constant). Zij verzekeren de uitschakeling van de H.S.-vermogenschakelaar. C. Protection des câbles vers les postes de transformation des stations C. Beveiliging van de kabels naar de transformatieposten der stations La protection des départs vers les postes de transformation est assurée par deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée avec temporisation réglable pour la protection vis-à-vis des défauts de terre. De beveiliging van de uitgaande velden naar de transformatieposten wordt verzekerd door twee identieke numerische vierpolige relais die redundant aangesloten zijn en uitgerust met volgende beveiligingen: maximum fasestroom en maximum stroom en een ogenblikkelijke homopolaire beveiliging met regelbare tijdsvertraging voor de aardfoutbeveiliging. GEN/01 B 3

189 D. Protection des départs "groupes redresseurs" D. Beveiliging van de uitgaande velden naar"gelijkrichterstellen" La protection des départs des groupes redresseurs s'adapte étroitement aux caractéristiques des groupes. Cette protection comporte en principe deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée à maximum de courant et de protections thermiques. Le choix exact des relais sera établi en temps opportun en collaboration avec le fonctionnaire dirigeant et le constructeur des groupes redresseurs. A noter que le déclenchement des disjoncteurs doit pouvoir s'effectuer sans apport d'énergie extérieure en cas de disparition de la tension de commande. Pour ce faire, un dispositif d'accumulation d'énergie est à prévoir pour chaque départ afin d'assurer au moins un déclenchement du disjoncteur correspondant en cas d'absence de tension auxiliaire. De beveiliging van de uitgaande velden van de gelijkrichtergroepen is nauwkeurig aangepast aan de karakteristieken van de groepen. Deze beveiliging bevat in principe twee identieke numerische vierpolige relais die redundant aangesloten zijn en uitgerust met volgende beveiligingen: maximum fasestroom en maximum stroom en met een ogenblikkelijke homopolaire beveiliging met maximum stroom en thermische beveiligingen. De juiste keuze van deze relais zal te zijner tijd bepaald worden in gemeen overleg tussen de leidend ambtenaar en de constructeur van de gelijkrichtergroepen. De uitschakeling van de vermogenschakelaars moet kunnen gebeuren zonder aanvoer van uitwendige energie ingeval van ontbreken van de bedieningsspanning. Om dit te bereiken moet een inrichting met energieopslag voorzien worden voor elk uitgaand veld om op zijn minst de uitschakeling van de overeenkomstige schakelaar te verzekeren zo deze hulpspanning ontbreekt. E. Protection des transformateurs auxiliaires des postes de redressement E. Beveiliging van de hulptransformatoren in de gelijkrichterposten La protection de phase vis-à-vis des défauts à la H.T. et des défauts B.T. (non éliminés par le disjoncteur B.T.) se fait par deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée. Il est à noter que le courant nominal est très réduit et que tant les relais que les transformateurs d'intensité doivent être judicieusement choisis pour assurer une protection efficace du transformateur. F. Protection du réseau 11 kv des postes de transformation des stations (P.T.) De beveiliging van iedere fase tegen fouten in het H.S. of L.S.-gedeelte (die niet door de L.S.-vermogenschakelaar weggewerkt zijn) gebeurt door twee identieke numerische vierpolige relais die redundant geschakeld zijn en uitgerust zijn met beveiliging met maximum fasestroom en maximum stroom en een ogenblikkelijke homopolaire beveiliging. Er valt op te merken dat de nominale stroomwaarde zeer gering is en dat zowel de relais als de stroomtransformatoren oordeelkundig dienen gekozen te worden om een doeltreffende beveiliging van de transformator te verzekeren. F. Beveiliging van het 11 kv-net van de transformatieposten (T.P.) van de stations a) Protection des interconnexions munies de disjoncteurs a) Beveiliging van de verbindingen, voorzien van vermogenschakelaars Comme il a été mentionné au paragraphe I.B chaque poste de transformation peut être alimenté par l'un des deux postes de redressement voisins. Zoals vermeld in paragraaf I.B. kan iedere transformatiepost gevoed worden door één van de naburige gelijkrichterposten. GEN/01 B 4

190 Les feeders 3 x 95 mm² reliant deux stations sont protégés dans le sens normal de l'énergie par deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée De 3 x 95 mm² feeders, die de twee stations verbinden, worden in de normale vloeirichting van de energie beveiligd door middel van twee identieke numerische vierpolige relais welke redundant aangesloten zijn en uitgerust met volgende beveiligingen: maximum stroom en ogenblikkelijk homopolair. b) Protection des départs transformateurs b) Beveiliging van de uitgaande transformatorvelden La protection des transformateurs est assurée par deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée. De beveiliging van de transformatoren gebeurt door 2 identieke numerische vierpolige relais welke redundant aangesloten zijn en uitgerust met volgende beveiligingen: maximum fasestroom en maximum stroom en een ogenblikkelijke homopolaire beveiliging. GEN/01 B 5

191 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 HVAC - SURPRESSION DES LOCAUX TECHNIQUES EN STATIONS HVAC - IN OVERDRUK PLAATSEN VAN DE TECHNISCHE LOKALEN IN STATIONS ANNEXE TECHNIQUE HVAC/01 TECHNISCHE BIJLAGE HVAC/01 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

192 1 EQUIPEMENTS DE SURPRESION DES LOCAUX TECHNIQUES EN STATIONS 1.1 Groupes de traitement d'air L article C.12 du cahier des charges type 105 de la Régie des Bâtiments, édition est complété par le texte suivant. Les groupes répondent aux classes minimum de la norme NBN EN 1886 pour : la résistance mécanique : classe D2 l étanchéité à l air : classe L2 la conductivité thermique : classe T3 les ponts thermiques : classe TB3 La qualité de fabrication est ISO 9001 et répond aux prescriptions et spécifications de la réglementation Eco-Design. Le groupe doit pouvoir résister à des températures de plus de 40 C (fonctionnement sans perte de performance ni risque de dégradation durant des périodes de 12 heures). 1 APPARATUUR VOOR HET IN OVERDRUK PLAATSEN VAN DE TECHNISCHE LOKALEN IN STATIONS 1.1 LUCHTBEHANDELINGSGROEPEN Artikel C.12 van het typebestek 105 van de Regie der Gebouwen, editie 2014, wordt aangevuld met de volgende tekst. De groepen voldoen aan de minimum klassen van de norm NBN EN 1886 voor : de mechanische weerstand : klasse D2 de luchtdichtheid : klasse L2 de thermische geleiding : klasse T3 de thermische verbindingen : klasse TB3 De vervaardigingskwaliteit voldoet aan ISO 9001 en aan de voorschriften en specificatie van de Eco-Design-regelgeving. De groep moet bestand zijn tegen temperaturen boven 40 C (werking zonder prestatieverlies of risico op achteruitgang gedurende perioden van 12 uur). HVAC/01 2

193 1.1.1 Caisson Le caisson de traitement d'air est, de préférence, de construction modulaire. L'assemblage des caissons se fait par boulonnage et à l'aide de joints souples. Le caisson est du type double paroi. L'espace entre parois est rempli d'un matériau isolant thermique, stable dans le temps et insensible aux vibrations. La tôle intérieure doit résister à l agressivité des agents atmosphériques contenus dans l air aspiré. Elle est en Aluzinc pour la partie basse du caisson où est posée le moteur et recouvert d une peinture époxy pour le reste (au minimum, en amont de la filtration fine). Les tôles extérieures sont avec peinture de finition cuite au four RAL ou galvanisées. Le caisson métallique est d une construction telle que :. l'accès aux filtres et aux ventilateurs se fait par des panneaux montés, avec charnières avec manettes, qu il repose sur des pieds d une hauteur minimum de 15 cm, afin de permettre le nettoyage et le contrôle, des ouvertures d'inspection et d'accès soient prévues en nombre suffisant. l'étanchéité soit réalisée par un joint périphérique résistant parfaitement à la compression et au vieillissement Kast De luchtbehandelingskast betreft bij voorkeur een modulaire constructie. Het assembleren van de kasten geschiedt via vastbouten, waarbij er tevens gebruikt wordt gemaakt van flexibele pakkingen. De kast is een dubbelwandige kast. Het lokaal tussen de wand is gevuld met thermisch isolatiemateriaal, dat in de loop der tijd stabiel blijft en dat ongevoelig is voor trillingen. De binnenplaat moet bestand zijn tegen de inwerking van schadelijke atmosferische invloeden in de opgezogen lucht. Deze is, zinkaluminium voor het onderste deel van de doos waarin de motor is geplaatst en bedekt met een epoxylak voor de rest (minimaal, stroomopwaarts van het fijne filter). De buitenplaten zijn gelakt en met hitte behandeld of gegalvaniseerd. De constructie van de metalen kast is als volgt : de toegang tot de filters en de ventilatoren verloopt via panelen die zijn voorzien met scharnieren en een hendel ; deze rust op voeten met een minimum hoogte van 15 cm, teneinde reiniging en controle mogelijk te maken; deze moet zijn voorzien van een toereikend aantal inspectie- en toegangsopeningen; de dichtheid moet worden bewerkstelligd met behulp van een perifere pakking die volledig bestand is tegen compressie en veroudering. 1.2 Section ventilateur Le moteur se trouve dans le flux d'air véhiculé par le ventilateur Les ventilateurs utilisés dans les caissons de traitement d'air sont du type roue libre. La construction de la section permet un entretien facile; celle-ci est ouverte sur une face, du côté du moto-ventilateur. Cette ouverture est fermée par des portes permettant de retirer le ventilateur en cas de panne et dont l'un des éléments est muni d'un hublot d'inspection placé près du moto-ventilateur. Un éclairage LED est installé, avec interrupteur à voyant de contrôle intégré, sur le caisson (degré de protection min. IP55). Le raccordement de la section ventilateur aux conduits d'air se fait toujours par des manchettes souples non combustibles, avec bride d assemblage; elles ne peuvent créer de pont acoustique. Le matériau est prévu en conséquence. 1.2 VENTILATORSECTIE De motor bevindt zich in de luchtstroom die door de ventilator wordt teweeggebracht De ventilatoren die in de luchtbehandelingskasten worden gebruikt, zijn ventilatoren met een vrijloopwiel. De constructie van de sectie laat een eenvoudig onderhoud toe. Deze is aan één kant open (aan de kant van de motorventilator. Deze opening wordt afgesloten met deuren die het mogelijk maken om de ventilator in het geval van een storing te verwijderen. Een van de elementen is bovendien voorzien van een inspectievenster dat vlakbij de motorventilator is geplaatst. De LED verlichting wordt geïnstalleerd met een schakelaar met een geïntegreerde controlelamp die op de kast wordt aangebracht (beschermingsgraad van ten minste IP55). Het aansluiten van de ventilatorsectie op de luchtkanalen verloopt altijd via flexibele moffen uit onbrandbaar materiaal, met een assemblageflens. Deze mogen geen akoestische verbinding in het leven roepen. Het materiaal wordt dienovereenkomstig gepland. HVAC/01 3

194 1.3 Section filtre Les classes des filtres sont G4 et F7. Le cadre fixe est exécuté pour des filtres de dimensions standard disponible sur le marché. La section filtre est facilement accessible pour l'entretien et le remplacement des filtres se fait toujours côté air non filtré au moyen d'une porte avec poignée et charnières. Elle est construite en fonction des filtres à y introduire. L intérieur du caisson, les cadres de fixation des filtres sont de préférence en peinture époxy. Les filtres à poche sont suspendus à l arrière pour éviter que les sacs s affaissent en cas d arrêt du ventilateur. Un manomètre différentiel bien visible permet de lire à tout moment la perte de charge du filtre (avec contact). Les prises sont situées à un endroit représentatif. Lorsque la perte de charge choisie pour le remplacement des éléments filtrants est atteinte, un voyant lumineux rouge s'allume au coffret électrique dont il dépend et renvoie un signal vers le réseau station. Les prises de pression sont montées en usine. 1.4 Section batterie Pas d application. 1.5 Section humidificateur Pas d application. 1.6 Section registre et section de mélange Clapets et registres d'air manuels Les registres des groupes de traitement d'air sont du type à lamelles multiples, parfaitement équilibrés. Ils pivotent en sens opposé. Les lamelles des registres motorisés sont montées sur paliers autolubrifiants ou à billes. La vitesse de passage maximum est de 1,8 m/sec pour les registres d'air neuf. En position fermée, sous une pression au minimum égale à la pression du circuit desservi par le groupe, le pourcentage de fuite n excède pas 2 % du débit qui passe dans la section ouverte à une vitesse de 3 m/sec. L adjudicataire indique la grandeur des registres proposés ainsi que la différence de pression au débit considéré. 1.3 FILTERSECTIE De filterclasses zijn G4 en F7. Het vaste kader wordt vervaardigd voor de verkrijgbare standaardfilterformaten. De filtersectie is eenvoudig toegankelijk voor onderhoud en het vervangen van filters geschiedt altijd via de ongefilterde zijde en via een deur met een handgreep en scharnieren. Deze secties worden opgebouwd op basis van de filters die er in worden aangebracht. Aan de binnenkant van de kast zijn de bevestigingskaders van de filters behandeld met epoxylak. De zakkenfilters worden aan de achterkant geplaatst om te voorkomen dat de zakken inzakken bij stopzetting van de ventilator. Er wordt een duidelijk zichtbare drukverschilmeter zodat op elk gewenst moment het drukverlies (met contact) over het filter kan worden afgelezen. De contacten worden op een representatieve plaats aangebracht. Wanneer de vermogensverlieswaarde voor het vervangen van filterelementen wordt bereikt, wordt er een rood lampje in geschakeld in de bijbehorende elektriciteitskast en wordt er een signaal naar het station netwerk verzonden. De drukcontacten worden in de fabriek gemonteerd. 1.4 BATTERIJSECTIE Niet van toepassing. 1.5 BEVOCHTIGERSECTIE Niet van toepassing. 1.6 SCHUIFSECTIE EN MENGSECTIE Handmatige luchtschuiven en kleppen De schuiven van de luchtbehandelingsgroepen zijn schuiven met meervoudige lamellen, die perfect in evenwicht zijn gebracht. Deze draaien in tegengestelde richtingen. De lamellen van gemotoriseerde schuiven zijn gemonteerd op zelfsmerende lagers of kogellagers. De maximale doorvoersnelheid bedraagt 1,8 m/sec voor schuiven voor verse lucht. In gesloten positie, bij een druk die ten minste gelijk is aan de druk van het circuit dat door de groep wordt bediend, mag het lekpercentage niet hoger zijn dan 2% van het debiet dat door de open sectie stroomt met een snelheid van 3 m/sec. De opdrachtnemer geeft de voorgestelde formaten van de schuiven aan, evenals het drukverschil met betrekking tot het overwogen debiet. HVAC/01 4

195 Les registres sont construits en tôle galvanisée ou en aluminium. Tout clapet ayant, après installation, une déformation telle que son bon fonctionnement n'en soit plus assuré, est refusé. L'étanchéité entre lamelles est assurée par des joints en caoutchouc ou en EPDM (bourrelets pincés mécaniquement). Les registres de préréglage d'air dans les gaines ont une manette de commande et de contrôle qui permet de vérifier exactement la position des lamelles, et ce même après la mise en place du calorifuge Régulateur d air automatique Pas d application Registres d'air motorisés Le registre motorisé et son servomoteur (modulant ou non), ainsi que les tringles de commande, sont considérés comme une entité. Longueur maximum par registre : mm. Toute défectuosité à l une de ces parties est considérée comme facteur empêchant le fonctionnement normal de l'installation. Les tringles de commande, leurs fixations sur les servomoteurs et sur les axes des clapets, sont toujours déterminés en fonction de la puissance du servomoteur. La course est réglée afin d'obtenir le principe de réglage spécifié dans l'article correspondant. Le raccordement de plusieurs registres sur un seul servomoteur est toléré pour autant que la course du servomoteur modulant correspond exactement au réglage du débit à obtenir, en tenant compte des variations de pression sur chaque circuit. Les registres provoquant du bruit lors du fonctionnement du groupe et dépassant les normes imposées, sont refusés. Il en est de même de tout clapet provoquant des vibrations ou une résonance de vibration dans les gaines ou groupes. Pour tout groupe d'air, le registre sur la prise d air extérieur est isolé thermiquement et devra se trouver en position fermée lors de l'arrêt du groupe. Il fonctionne en «tout ou rien». Les registres motorisés doivent être protégés d une peinture époxy ou équivalent afin d éviter les contacts francs entre la galvanisé et l inox. De schuiven worden vervaardigd uit gegalvaniseerd plaatstaal of aluminium. Iedere klep die na installatie vervorming vertoont waardoor het naar behoren functioneren niet is gegarandeerd, wordt geweigerd. De afdichting tussen de lamellen wordt gewaarborgd door pakkingen uit rubber of ethyleenpropy-leendieen (mechanisch samengeperst tochttrips). De schuiven voor luchtvoorregeling in de kokers hebben een bedienings- en controlehendel die het mogelijk maakt om exact de positie van de lamellen te controleren, en dit zelfs na het aanbrengen van de warmte-isolator Automatische luchtregelaar Niet van toepassing Gemotoriseerde luchtschuiven De gemotoriseerde luchtschuif, de bijbehorende (al dan niet modulerende) servomotor en de bedieningsstangen worden als één entiteit beschouwd. Maximum lengte per schuif: mm. Elk gebrek met betrekking tot een van de onderdelen zal worden beschouwd als een factor die de normale werking van de installatie belemmert. De bedieningsstangen, de bevestigingen daarvan op de servomotoren en op de assen van de klep-pen, worden altijd afgesteld op basis van het vermogen van de servomotor. De beweging wordt afgesteld met het oog op het bewerkstelligen van het regelprincipe dat is gespecificeerd in het corresponderende artikel. Het aansluiten van meerdere schuiven op een enkele servomotor wordt getolereerd voor zover de beweging van de modulerende servomotor exact correspondeert met de regeling van het beoogde debiet, waarbij er rekening wordt gehouden met drukvariaties in elk circuit. Schuiven die lawaai veroorzaken wanneer de groep in bedrijf is en die de voorgeschreven normen overschrijden, worden geweigerd. Hetzelfde geldt voor elke klep die trillingen veroorzaakt of trillin-gen in de kokers of groepen doet weerklinken. Voor de gehele luchtgroep geldt dat de schuif voor buitenluchtinlaat thermisch wordt geïsoleerd. Deze dient bovendien gesloten te zijn wanneer de groep is stopgezet. Het betreft een alles-of-niets-werkingsprincipe. De gemotoriseerde schuiven moeten worden beschermd met epoxylak of een soortgelijke lak om rechtstreeks contact tussen gegalvaniseerde en roestvrijstalen onderdelen te voorkomen. HVAC/01 5

196 1.7 Ventilateurs L article C.13. du cahier des charges type 105 de la Régie des Bâtiments, édition est complété par le texte suivant Généralités Les ventilateurs d'un fonctionnement silencieux sont équilibrés à la fois dynamiquement et statiquement. La durée de vie des roulements des paliers est de minimum heures. Les ventilateurs destinés à des fonctionnements en débit variable sont équipés en base de prises de pression réparties près de l aspiration. Les ventilateurs sont toujours sélectionnés pour travailler dans leur plage de rendement optimum. Le moteur est protégé par une peinture époxy. Le ventilateur est de type «plug fan» (roue libre) 1.7 VENTILATOREN Artikel C.13 van het typebestek 105 van de Regie der Gebouwen, editie 2014, wordt aangevuld met de volgende tekst Algemene bepalingen De geluidsarme ventilatoren zijn evenwichtig en tegelijkertijd zowel dynamisch als statisch. De levensduur van de kogellagers bedraagt ten minste uur. De ventilatoren die bestemd zijn voor gebruik met een variabel debiet, worden op de basis voorzien van drukmeetpunten die in de buurt van de zuiging worden aangebracht. De ventilatoren worden te allen tijde zo geselecteerd dat deze binnen hun optimale rendementsbereik werken. De motor worden be-schermd met epoxylak. Het ventilatortype is plug fan (vrijloopwiel) Moteur et transmission Les moteurs sont du type EC, à ventilation extérieure avec dispositif de protection IP 44. La vitesse de rotation doit être dans la courbe de fonctionnement, garantie par le fabriquant. Un garant de protection est placé (treillis métallique) sur charnières placé derrière la porte d accès : toute autre protection en complément ou en remplacement au type souhaité est à proposer par l adjudicataire. L'ensemble moto-ventilateur est monté sur base commune munie d'amortisseurs anti-vibratoires calculés en fonction du poids et de la fréquence, de façon à absorber minimum 90 % des effets de vibrations. Les moteurs se trouvant dans le flux d air traité et dont la puissance absorbée est supérieure à 0,36 kw, sont équipés d une protection thermique intégrée aux enroulements qui provoquent l arrêt du ventilateur en cas de surchauffe. Les équipements propres asservit au ventilateur sont le registre motorisé et le clapet coupe-feu. Tous les deux se ferment une fois l alimentation du ventilateur coupée. Lors de la remise en marche du ventilateur, une temporisation permet au registre motorisé et au clapet coupe-feu de s ouvrirent : si l un des deux venaient à rester bloqués, même partiellement, le ventilateur ne se met pas en route. A cette fin, un fin de course pour les deux équipements est prévu pour donner la séquence de mise en route du ventilateur Motor en overbrenging De motoren zijn van het type EC, met externe ventilatie en een beschermingsvoorziening die voldoet aan IP 44. De toerentallen moet de werkingscurve die door de fabrikant wordt gewaarborgd, respecteren. Er wordt een bescherming aangebracht (traliewerk uit metaal) op de scharnieren die achter de toegangsdeuren zijn geplaatst: elk ander type aanvullende of vervangende bescherming dan het gewenste type, dient te worden voorgesteld door de opdrachtnemer. De gehele motorventilator wordt op een algemene basis bevestigd die is voorzien van antitrillings-dempers die zijn afgestemd op het gewicht en de frequentie en die ten minste 90% van de trillingseffecten absorberen. De motoren die zich in de behandelde luchtstroom bevinden en waarvan het opgenomen vermogen hoger is dan 0,36 kw, worden uitgerust met een thermische bescherming die wordt geïntegreerd in de wikkelingen die stopzetting van de ventilator veroorzaken in geval van oververhitting. De voorzieningen die zijn onderworpen aan de ventilator zijn de gemotoriseerde schuif en de brandklep. Beide worden gesloten wanneer de voeding van de ventilator wordt onderbroken. Tijdens het opnieuw in werking stellen van de ventilator zorgt een vertraging ervoor dat de gemotoriseerde schuif en brandklep kunnen worden geopend: als een van de twee blokkeert of zelfs gedeeltelijk blokkeert, wordt de ventilator niet ingeschakeld. Hiertoe is er een begrenzing gepland voor deze twee voorzieningen ten behoeve van de inschakelingssequentie van de ventilator. HVAC/01 6

197 1.8 Conduits d'air L article C.14 du cahier des charges type 105 de la Régie des Bâtiments, édition est complété par le texte suivant Généralités L'Entrepreneur prévoit tous les conduits d'air nécessaires à ses installations. Les conduits sont en tôle d'acier galvanisé Conduits d air rectangulaires ou carrés L'épaisseur minimum des tôles utilisées est de 1 mm pour les gaines, dont la plus grande dimension ne dépasse pas 300 mm; l'épaisseur peut être ramenée à 0,8 mm. Pour autant que la même rigidité soit obtenue par des renforts ou pliages complémentaires, les épaisseurs minimales des tôles de 1 mm et 0,8 mm peuvent être ramenées à 0,8 mm et 0,6 mm. Leur section se limite au rapport de 1 pour 3 entre la base et la hauteur. Exceptionnellement, ce rapport peut passer à 1 pour 4 lorsque la configuration et/ou la géométrie des lieux ne permettent pas d observer le rapport limite précité Conduits d air circulaires L'épaisseur minimum des tôles utilisées est de : 0,45 mm jusqu'à 200 mm 0,60 mm de 250 à 500 mm 1 mm de 600 à 900 mm 1,25 mm au-delà mm 1.8 LUCHTKANALEN Artikel C.14 van het typebestek 105 van de Regie der Gebouwen, editie 2014, wordt aangevuld met de volgende tekst Algemene bepalingen De ondernemer voorziet in alle benodigde luchtkanalen voor de installaties. De kanalen worden vervaardigd uit gegalvaniseerd plaatstaal Luchtkanalen zijn rechthoekig of vierkant van vorm De minimum dikte van de gebruikte platen voor de kokers is 1 mm, waarvan het grootste formaat niet groter mag zijn dan 300 mm; de dikte kan worden teruggebracht tot 0,8 mm. Als dezelfde onbuigzaamheid wordt bewerkstelligd via aanvullende versterkingen of vouwen, kunnen de minimale plaatdikten van 1 mm en 0,8 mm worden teruggebracht tot 0,8 mm en 0,6 mm. De doorsnede is beperkt tot een verhouding van 1 staat tot 3 tussen de basis en de hoogte. Bij wijze van uitzondering kan dit 1 staat tot 4 zijn wanneer de configuratie en/of de geometrie van de locaties niet toestaan dat de exacte verhouding wordt respecteert Ronde luchtkanalen De minimum dikte van de gebruikte platen is : 0,45 mm jusqu'à 200 mm 0,60 mm de 250 à 500 mm 1 mm de 600 à 900 mm 1,25 mm au-delà mm Gaines flexibles Pas d application Gaines flexibles acoustiques Pas d application Flexibele kokers Niet van toepassing Flexibele akoestische kokers Niet van toepassing. HVAC/01 7

198 1.8.6 Calorifuge des conduits d'air Les conduits d air suivants sont à isoler suivant la NBN D , (dernière édition) : Les conduits d air de prise d air neuf des groupes de surpression sont calorifugés dont l épaisseur de l isolant est calculé afin d éviter la condensation sur la paroi extérieure de la gaine de ventilation Matériaux et épaisseurs Pour l'isolation des conduits d'air, les matériaux suivants sont admis : matelas souples à lamelles (avec fibres perpendiculaires aux parois du conduit) de laine de roche ayant une masse volumique minimale de 35 kg/m3 ou de laine de verre ayant une masse volumique minimale de 24 kg/m3, panneaux semi-rigides de laine minérale, de masse volumique minimale supérieure à 50 Kg/m3 en laine de roche et à 30 Kg/m3 en laine de verre, la réaction au feu des matériaux est classée A1 (AR ) panneaux de caoutchouc synthétique souple à structure à cellules fermées et paroi extérieures lisse pour des conduits d air extérieurs. Ces conduits étant soumis aux influences extérieures, l'épaisseur du calorifuge est de 50 mm en cas de laine minérale. Pour les conduits de prise d'air extérieur la surface externe de ce calorifuge constitue un pare vapeur continu Warmte-isolator van luchtkanalen De volgende luchtkanalen worden geïsoleerd op basis van NBN D (de laatste editie) : De nieuwe luchtinlaatkanalen van de overdrukgroepen worden voorzien van een warmte-isolator waarbij de dikte van het isolatiemateriaal zo wordt berekend dat condensatie op de buitenwand van de ventilatiekoker wordt vermeden Materialen en dikten Voor het isoleren van luchtkanalen zijn de volgende materialen toegelaten : flexibele lamelmatten (met vezels die loodrecht op de kanaalwand staan) uit steenwol met een dichtheid van ten minste 35 kg/m3 of glaswol met een dichtheid van ten minste 24 kg/m3, halfstijve panelen uit minerale wol met een dichtheid van ten minste 50 Kg/m3 in het geval van steenwol en van 30 kg/m3 in het geval van glaswol, de reactie van het materiaal op vuur voldoet aan klasse A1 (AR ) panelen uit synthetisch flexibel rubber met een gesloten celstructuur en gladde buitenwanden voor luchtkanalen buiten. Bij deze kanalen die blootstaan aan de invloeden van de buitenlucht, is de dikte van de warmte-isolator 50 mm in het geval van minerale wol. Voor kanalen voor buitenluchtinlaat vormt het externe oppervlak van deze warmteisolator een ononderbroken dampwerende laag. HVAC/01 8

199 Placement de l'isolation L'isolation thermique est toujours placée à l'extérieur des conduits d'air. Tous les organes de réglage et de contrôle doivent rester accessibles et les regards de visite doivent pouvoir s'ouvrir sans détérioration de l'isolation. Ces regards de visite sont pourvus d'un calorifuge indépendant. Fixation du matériau d'isolation sur les conduits d'air : o le calorifuge en caoutchouc synthétique est fixé sur les conduits d'air par collage. Le calorifuge en laine minérale est fixé sur les conduits d'air : o o soit par collage soit par tiges munies de rondelles de fixation, serties, soudées ou collées sur le conduit, la distance entre deux tiges ne dépassant pas 0,5 m; la fixation résiste à une traction de 12,5 N. Ensuite, les matelas sont maintenus par des bandes en métal ou en matière synthétique, tous les 0,5 m. Lorsqu'il est fait usage de plaques, les angles sont renforcés d'équerres et une bande métallique ou synthétique périphérique est placée tous les 0,5 m. Le revêtement des joints longitudinaux et transversaux des conduits est tel que l'efficacité du calorifuge n'est pas réduite. 1.9 Unités terminales ou intermédiaires de circuits d air L article C.15 du cahier des charges type 105 de la Régie des Bâtiments édition est à compléter par le texte suivant Bouches de pulsion et de reprise a) Type mural : double déflexion avec ailettes de façade horizontales réglables individuellement dispositif de réglage de débit par volets accouplés réglables de l'extérieur. b) Type à jet torique : carrée, circulaire, avec boîte de raccordement avec dispositif de réglage Plaatsing van de isolatie De thermische isolatie wordt altijd aan de buitenkant van de kanalen geplaatst. Alle regel- en beheervoorzieningen moeten toegankelijk blijven en de inspectieluiken moeten kunnen worden geopend zonder dat de isolatie wordt aangetast. Deze inspectieluiken worden voorzien van een afzonderlijke warmteisolator. Bevestiging van isolatiemateriaal op de luchtkanalen: o de warmte-isolator uit synthetisch rubber wordt via verlijming op de luchtkanalen aangebracht. De warmte-isolator uit minerale wol wordt: o o ofwel door verlijming op de luchtkanalen aangebracht, ofwel via staafjes met vaste, gelaste of gelijmde bevestigingsringen op de luchtkanalen aangebracht. De afstand tussen de staafjes mag niet groter zijn dan 0,5 m. De bevestiging is bestand tegen een trekkracht van 12,5 N. Vervolgens worden de matten op hun plaats gehouden met behulp van metalen banden of banden uit een synthetisch materiaal die om de 0,5 m worden aangebracht. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van platen, worden de hoeken haaks verstevigd en wordt er om de 0,5 m een metalen of synthetische band aangebracht. De bekleding van pakkingen in de lengterichting en de dwarsrichting van de kanalen zorgt ervoor dat de doeltreffendheid van de warmte-isolator niet wordt verminderd. 1.9 EINDUNITS OF TUSSENUNITS VAN HET LUCHTCIRCUIT Artikel C.15 van het typebestek 105 van de Regie der Gebouwen, editie 2014, wordt aangevuld met de volgende tekst Blaas- en inlaatopeningen a) Wandtype: dubbele deflexie met horizontale afzonderlijk regelbare voorlamellen debietregelvoorziening via gekoppelde regelkleppen aan de buitenkant. b) Torische straaltype: vierkant, rond, met een aansluitkast met regelvoorziening HVAC/01 9

200 1.9.2 Grilles d'extraction sanitaire Pas d application Grilles intumescentes Pas d application Grilles de prise d'air extérieur Les grilles verticales sont du type à lamelles multiples profilées de manière à éviter toute entrée d eau et d empêcher les passages des corps extérieurs au travers de la grille. De plus, il est prévu un treillis métallique en acier galvanisé en arrière des lamelles précitées ;(maille 10 x 10 mm - fil 1 mm). Ces grilles comportent un rejet d eau à la partie inférieure. Un joint mousse à cellule fermées est posé entre la grille et le cadre de manière à éviter toutes vibrations. Les boulons de fixation sont en acier cadmié garanti inoxydable dans les conditions d utilisation. Les grilles sont dimensionnées de manière à ce que la pression totale ne dépasse pas 70 Pa, et la vitesse de passage de l air ne dépasse pas 3 m/sec à l aspiration et 4 m/sec au refoulement.(vitesse effective dans la section libre de la grille) Les grilles sont en aluminium anodisé teinte à déterminer par le fonctionnaire dirigeant Clapets coupe-feu Pour la description des performances ainsi que pour les critères à respecter par les clapets coupe-feu situés dans les réseaux de conduits d air et de ventilation, l adjudicataire tient compte des prescriptions de l Arrêté Royal du 12 juillet Ils sont du type B. Les éléments et parois intérieures sensibles à l agressivité des agents atmosphériques contenus dans l air aspiré, seront recouverts d une peinture époxy. Les clapets ont des contacts de position d ouverture à 5 et 85. Les contacts sont envoyés à la régulation Sanitaire afzuigroosters Niet van toepassing Zwellende roosters Niet van toepassing Inlaatroosters voor buitenlucht De verticale roosters zijn roosters met meervoudige geprofileerde lamellen die elke vorm van het binnendringen van water verhinderen en het door het rooster doorlaten van vreemde voorwerpen voorkomen. Aan de achterkant van de voorgeschreven lamellen wordt bovendien traliewerk uit gegalvaniseerd ijzer aangebracht, (maas 10 x 10 mm - draad 1 mm). Het onderste gedeelte van deze rooster is voorzien van een waterafvoer. Er wordt een schuimpakking met een gesloten celstructuur aangebracht tussen het rooster en het kader en dit op een wijze dat trillingen zijn uitgesloten. De bevestigingsbouten worden vervaardigd uit koolstofstaal en zijn gegarandeerd roestvast in de gebruiksomstandigheden. De dimensionering van de roosters zorgt ervoor dat de totale druk niet hoger is dan 70 Pa, en dat de doorstroomsnelheid van de lucht niet hoger is dan 3 m/sec bij inname en 4 m/sec bij uitblazen (snelheid in de vrije sectie van het rooster). De roosters worden vervaardigd uit geanodiseerd aluminium, waarbij de kleur wordt bepaald door de leidende ambtenaar Brandkleppen Voor het beschrijven van de prestaties en de criteria waaraan deze moeten voldoen, houdt de opdrachtnemer bij de brandkleppen die zich in het netwerk van lucht- en ventilatiekanalen bevinden, rekening met het Koninklijk Besluit van 12 juli Deze zijn van het type B. De interne elementen en wanden die gevoelig zijn voor de inwerking van schadelijke atmosferische invloeden in de opgezogen lucht, worden bedekt met een epoxylak. De kleppen hebben contacten voor en open positie van 5 en 85. Contacten worden naar de regeling verzonden Registre Le groupe est équipé d un registre motorisé d isolement dont les caractéristique sont les suivantes : - Cadre et ailettes en tôle d'acier galvanisé. - Emballage extérieur ( palier fermé vers l'extérieur) Register De groep heeft een gemotoriseerd isolatie demper waarvan het kenmerkende zijn de volgende : - Kader en flappen in verzinkt plaatstaal. - Uitwendige verpakking (lager gesloten naar de buitenzijde). HVAC/01 10

201 - Commande électrique avec servomoteur (tout ou rien avec ressort de rappel). Le registre a des contacts de position d ouverture à 5 et 85. Les contacts sont envoyés à la régulation. - Elektrische bediening met servomotor (alles of niets met terugveer). Het register heeft contacten voor en open positie van 5 en 85. Contacten worden naar de regeling verzonden 1.10 Filtres à air L article C.16 du cahier des charges type 105 de la Régie des Bâtiments édition est à compléter par le texte suivant Champ d application Les présentes prescriptions sont applicables aux filtres mécaniques fixes, bloquant les particules réparties dans l air par un ou plusieurs effet(s) mécanique(s) tel(s) que des phénomènes de tamisage, d inertie, de dépôt et de diffusion etc. Elles ne concernent pas les filtres à déroulement automatique, ni les filtres électrostatiques, ni les filtres séparant de la graisse ou de la fumée d huile, ni les filtres à charbon actif LUCHTFILTERS Artikel C.16 van het typebestek 105 van de Regie der Gebouwen, editie 2014, wordt aangevuld met de volgende tekst Toepassingsgebied De huidige voorschriften zijn van toepassing op vaste mechanische filters die de deeltjes tegenhouden zich in de lucht bevinden, en dit via een of meer van de volgende fenomenen: ziften, inertie, afzetting, diffusie enz. Dit is niet van toepassing op automatische afwikkelingsfilters, elektrostatische filters, filters die vet of olierook scheiden of actieve koolstoffilters. HVAC/01 11

202 Classification des filtres Les filtres sont subdivisés en groupes et classes, selon leur rendement («efficacité»). On distingue les groupes suivants : Groupe G: filtres pour poussière grosse (ou préfiltre) Groupe F: filtres pour poussière fine (ou filtre fin) Dans chaque groupe, plusieurs classes sont définies dans la norme NBN EN Remarque de service Le cahier spécial des charges détermine le groupe et la classe du filtre, et son débit de service. L adjudicataire tient compte des poussières présentes des ambiances dans lesquelles l air est pris pour la mise en surpression des locaux traités. Toutefois, la classe minimum des filtres à prévoir est : Préfiltration : G4 Filtration fine : F Perte de pression du filtre Par souci d économie d énergie, la perte de pression initiale pi et la perte de pression finale pf du filtre ne peuvent dépasser les valeurs reprises dans le tableau suivant : Classificatie van de filters De filters worden op basis van hun rendement (doeltreffendheid) onderverdeeld in groepen en klassen. De volgende groepen worden onderscheiden : Groep G: filters voor grof stof (of voorfilters) Groep F: filters voor fijn stof (of fijne filters) Voor elke groep zijn er in de norm NBN EN 779 verscheidene klassen gedefinieerd Opmerking Het speciale bestek bepaalt de groep en klasse van het filter en het bedrijfsdebiet. De opdrachtne-mer houdt rekening met aanwezig stof in de omgevingen waaruit de lucht wordt onttrokken voor het in overdruk plaatsen van de behandelde lokalen. De minimum klasse van de filters die moet worden gepland, is : Voorfiltering: G4 Fijne filtering: F Verlies van druk over het filter Met het oog op energiezuinigheid mogen het initiële drukverlies pi en het uiteindelijke drukverlies pf de waarden in de volgende tabel niet overschrijden : Classe du filtre Perte de pression initiale maximale pour le débit de service p i, max (Pa) Perte de pression finale maximale pour le débit de service p f, max (Pa) Filterklasse Maximale initiële drukver-lies voor het bedrijfsdebiet p i, max (Pa) Maximale uiteindelijke drukverlies voor het be-drijfsdebiet p f, max (Pa) G1, G2 40 G1, G2 40 G3, G4 50 p i Pa G3, G4 50 p i Pa HVAC/01 12

203 F5 80 F5 80 F6 90 F6 90 F7 120 p i Pa F7 120 p i Pa F8, F9 150 F8, F Durée de vie du filtre La puissance filtrante des filtres du groupe G est au moins égale à 120 g par 1000 m³/h du débit de service. Pour les filtres du groupe F, la surface développée du moyen filtrant est au moins égale aux valeurs suivantes, exprimées en m² par 1000 m³/h de débit de service : Levensduur van het filter Het filterend vermogen van de filters van groep G is minimaal gelijk aan 120 g per 1000 m³/uur van het bedrijfsdebiet. Voor de filters van groep F geldt dat het gefilterde oppervlak minimaal gelijk is aan de volgende waarden, uitgedrukt in m² per 1000 m³/uur van het bedrijfsdebiet: Surface développée minimale du moyen filtrant Par 1000 m³/h en m² Minimaal gefilterd oppervlak Per 1000 m³/uur in m² Classe du filtre Concentration de poussières de l air extérieur 0,1 mg/m³ Concentration de poussières dans l air extérieur > 0,1 mg/m³ Filterklasse Stofconcentrat ie van de buitenlucht 0,1 mg/m³ Stofconcentratie in de buitenlucht > 0,1 mg/m³ F5 1,45 2 F6 1,65 2,4 F5 1,45 2 F6 1,65 2,4 HVAC/01 13

204 F7 1,85 2,8 F7 1,85 2,8 F8 et F9 avec préfiltre F7 2,4 3,8 F8 en F9 met voorfilter F7 2,4 3,8 Remarques La surface considérée est la surface nette du moyen installé sur une structure porteuse horizontale plate et solide, sans qu une force de traction quelconque soit appliquée sur le moyen. Pour le calcul de cette surface nette, il faut tenir compte de la diminution de la surface utile aux joints et aux cadres des filtres à sacs. Si le cahier spécial des charges ne reprend pas la concentration de particules de poussière de l air extérieur, il faut considérer les valeurs de la seconde colonne du tableau (concentration > 0,1 mg/m³) Eu égard à leur puissance filtrante réduite et afin d assurer une longue durée de vie, il faut doubler la surface minimale reprise dans le tableau ci-dessus pour les filtres compacts. Les filtres plats (ou plaques) sont, de préférence, à éviter Conditions techniques Les filtres doivent être conçus ou marqués de telle façon qu un faux positionnement soit impossible. Les filtres doivent remplir leur fonction normalement et ne peuvent se déformer ni se corroder s ils sont soumis aux conditions suivantes : A n importe quelle température constante entre 10 C et 70 C pour une humidité relative de 10% A n importe quelle humidité relative constante entre 0 et 100 % à 25 C Différence de pression égale à 1,25 fois la perte de pression finale pratique Les filtres se composent de matériaux non friables, inaltérables, imperméables. La réaction au feu de ces matériaux est de telle nature qu ils appartiennent à la catégorie A2, selon l Arrêté Royal du 12 juillet Les cadres fixes des filtres ont des dimensions frontales standards, disponibles sur le marché belge. La tolérance admise s élève à ± 1 mm sur chaque face. Les moyens filtrants sont secs, c est-à-dire que les particules sont bloquées sans l aide d un moyen d humidification quelconque, appliqué lors de la fabrication ou Opmerkingen Het oppervlak waarmee rekening wordt gehouden is het netto oppervlak van het geïn-stalleerde middel op een dragende structuur, die horizontaal vlak en solide is, zonder dat er om het even welke trekkracht op het middel wordt toegepast. Voor het berekenen van dit netto oppervlak, moet er rekening worden gehouden met een vermindering van het nuttige oppervlak in verband met pakkingen en kaders voor filterzakken. Als het speciale bestek geen rekening houdt met de concentratie stofdeeltjes in de buitenlucht, moeten de waarden uit de tweede kolom van de tabel worden gehanteerd (concentratie > 0,1 mg/m³) Gelet op het gereduceerde filtervermogen en met het oog op het veiligstellen van een lange levensduur, moet het minimale oppervlak in de onderstaande tabel voor compacte filters worden verdubbeld. Platte filters (of platen) moeten, bij voorkeur, worden vermeden Technische voorwaarden De filters moeten zo worden ontworpen of gemarkeerd dat een foutieve plaatsing niet mogelijk is. De filters moeten hun functie op een normale wijze vervullen en mogen niet vervormen of corroderen wanneer deze aan de volgende omstandigheden worden blootgesteld : Welke constante temperatuur dan ook tussen 10 C en 70 C bij een relatieve luchtvochtigheid van 10% Welke constante relatieve luchtvochtigheid dan ook tussen 0 en 100 % bij 25 C Een drukverschil dat gelijk is aan 1,25 keer het uiteindelijke praktische drukverlies De filters bestaan uit materialen die niet-kruimelend, stabiel en waterafstotend zijn. De reactie van deze materialen op vuur voldoet aan de categorie A2 van het Koninklijk Besluit van 12 juli De vaste kaders van de filters hebben standaard voorkantafmetingen die in België verkrijgbaar zijn. De toegelaten tolerantie is ± 1 mm met betrekking tot elk oppervlak. De filtermiddelen zijn droog. Dit houdt in dat de deeltjes worden gevangen zonder hulp van welk bevochtigingsmiddel dan ook dat tijdens de fabricage of de inbedrijfstelling HVAC/01 14

205 ajouté lors de la mise en service. Si pour des raisons techniques, le moyen filtrant est percé lors de la fabrication du filtre, les ouvertures seront obturées de telle façon que pendant toute la vie de l élément filtrant, aucun passage d air non filtré ne se produise. Les filtres sont installés dans des caissons ou des chambres étanches à l air, munis de chambres de visite ; les dimensions et la localisation de ces accès sont de telle nature que l accès aux éléments filtrants, leur enlèvement et leur installation restent faciles. Un outil adapté rend impossible le remplacement des éléments filtrants sans interruption du courant d air. La livraison d un filtre comprend un kit de remplacement complet de l ensemble des éléments filtrants. Les filtres se composent d éléments filtrants, installés dans un cadre solide avec joints et moyens de fixation rendant le passage d air non filtré impossible. Cependant, le remplacement des éléments filtrants doit rester facile. Le moyen filtrant est porté au moyen en aval par un élément empêchant sa déformation par la pression. Pour les filtres à sacs, les sacs ne peuvent se déformer en aucun cas sous l influence du courant d air, de sorte que les sacs adjacents se touchent, il en résulterait la réduction de la surface filtrante effective. Les sacs sont installés verticalement. L installation et l enlèvement des filtres à sacs doivent se faire du côté de l air vicié, soit latéralement (coulissant). L emploi de filtres coulissant est défendu pour les filtres de la classe F8. La fixation des filtres à sacs et des filtres compacts du côté de l air pur est défendue Régulation La régulation pour maintenir une surpression dans les locaux, se fait à l aide d une sonde de pression différentielle (4-20mA). Une mesure se fait dans le local, l autre mesure se fait à l extérieur du local. Les valeurs sont envoyées dans un régulateur PID. La valeur de surpression est située dans un plage de 10 à 15 Pa. wordt toegevoegd. Als het filtermiddel om technische redenen tijdens de fabricage van het filter wordt doorboord, worden de openingen op een dergelijke wijze dichtgestopt dat doorlating van ongefilterde lucht gedurende de gehele levensduur niet optreedt. De filters worden geïnstalleerd in luchtdichte kamers of kasten, die voorzien zijn van inspectiecompartimenten. De afmetingen en plaatsing van deze toegangen zorgen voor eenvoudige toegang tot de filterelementen en voor een eenvoudige verwijdering en installatie van deze elementen. Een speciale voorziening zorgt ervoor dat het niet mogelijk is om filterelementen te vervangen zonder onderbreking van de luchtstroom. De levering van een filter omvat een complete vervangingskit van de filterelementen. De filters bestaan uit filterelementen die worden geïnstalleerd in een stevig kader met pakkingen en een bevestigingsmiddel waardoor doorlating van ongefilterde lucht onmogelijk wordt. Het vervangen van de elementen moet echter eenvoudig blijven. Het filtermiddel wordt in elk geval aan de onderzijde gedragen door een element dat vervorming door druk voorkomt. Voor zakkenfilters geldt dat de zakken zich in geval kunnen onder invloed van de luchtstroom vervormen op een wijze die ertoe leid dat ze aangrenzende zakken aanreken met een afname van het effectieve filteroppervlak als gevolg. De zakken worden verticaal geïnstalleerd. Het installeren en verwijderen van de zakkenfilters moet plaatsvinden aan de ongefilterde luchtzijde of lateraal (schuivend). Het gebruik van schuiffilters is niet toegestaan voor filters voor de klasse F8. Het bevestigen van de zakkenfilters en compacte filters aan de gefilterde luchtzijde is niet toegestaan Regeling De regeling om een overdruk te behouden in de lokalen, wordt met behulp van een differentiële druksensor (4-20 ma). Een meting wordt uitgevoerd in de lokale, de andere meting buiten de ruimte. Waarden worden verzonden naar een PID regelaar. De overdrukwaarde ligt in een bereik van 10 tot 15 Pa. HVAC/01 15

206 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 HVAC EQUIPEMENTS DE CLIMATISATION - ARMOIRE DE CLIMATISATION HVAC KLIMAATREGELING UITRUSTINGEN - KLIMAATKAST ANNEXE TECHNIQUE HVAC / 02 TECHNISCHE BIJLAGE HVAC / 02 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

207 1 EQUIPEMENTS DE CLIMATISATION ARMOIRE DE CLIMATISATION 1 KLIMAATREGELING UITRUSTINGEN - KLIMAATKAST 1.1 Généralités Le ou les fluides frigorigènes utilisés sont inertes vis-à-vis de la couche d ozone, c'està-dire, ne comprenant pas de chlore. Les fluides du type CFC et HCFC sont exclus. Les systèmes sont conformes aux directives et normes en vigueur et, en l occurrence : Directive sur les machines et appareils 2006/42/EC NBN EN : Systèmes de réfrigération et pompes à chaleur - Exigences de sécurité et d'environnement - Partie 2: Conception, construction, essais, marquage et documentation EN : Appareils électrodomestiques et analogues - Sécurité - Partie 1 : exigences générales 1.1 Algemene bepalingen Het gebruikte of de gebruikte koelmiddelen zijn inert voor wat betreft de ozonlaag. Dit houdt in dat deze geen chloor bevatten. Vloeistoffen van het type CFK en HCFK worden niet gebruikt. De systemen voldoen aan de geldende richtlijnen en normen, in het onderhavige geval : Richtlijn 2006/42/EC inzake machines en apparaten NBN EN 378-2: Koelsystemen en warmtepompen - Veiligheids- en milieu-eisen - Deel 2: Ont-werp, constructie, beproeving, merken en documentatie EN : Huishoudelijke en vergelijkbare elektrische apparatuur - Veiligheid - Deel 1: Al-gemene vereisten Armoire de climatisation de précision à détente directe, à condensation par air Klimaatkast directe expansie met luchtcondensor Suivant le cas, deux exécutions sont possibles : SP - Soufflage en faux plancher SH - Soufflage en partie haute La reprise de l air se fait dans l ambiance Afhankelijk van het geval, twee uitvoeringen mogelijk : SP Luchttoevoer via de valse vloer SH Uitblaas aan de bovenzijde De terugvordering van de lucht is in de stemming 1.2 Spécifications techniques 1.2 Technische specificaties CHASSIS ET CARROSSERIE Structure STRUCTUUR EN OMKASTING Structuur HVAC/02 2

208 L armoire de climatisation a un châssis en profilé d'aluminium anodisé. La couleur est choisie par le Fonctionnaire Dirigeant. Les panneaux ont une isolation thermique et acoustique Les panneaux et portes sont en tôle d une épaisseur de 0.8mm, pré-peinte couleur blanc laminé RAL Les portes sont fermées par deux serrures à clé afin d assurer une bonne étanchéité et de limiter l accès du climatiseur aux personnes habilitées. La profondeur de l armoire n excède pas 880mm La hauteur de l armoire est inférieure à 1950mm (hors plinthe). La largeur de l armoire est inférieure à 1000 mm, raccordements (circuit froid) compris Maintenance Les compresseurs et les équipements du circuit frigorifique sont installés dans un compartiment séparé hors du flux d air Les panneaux sont tous démontables. Toutes les opérations de maintenance peuvent se faire par l avant. Des joints d étanchéité facilement remplaçables sont clipsés sur les panneaux et les portes (les joints autocollants seront refusés). Des raccords rapides type «Schrader» sont disponibles en face avant pour faciliter les opérations de mise en service, de maintenance et de contrôle. CIRCUIT FRIGORIFIQUE Le fluide frigorigène utilisé est le R 410A Le climatiseur à condensation par air n a qu un seul circuit frigorifique. Le climatiseur est équipé d une batterie inclinée (évaporateur) en tube cuivre et ailettes aluminium. La batterie est largement dimensionnée pour obtenir une puissance sensible maximale et une faible perte de charge. Le bac à condensats est en acier inoxydable. Les tubes d évacuation des condensats sont transparents, pour vérifier le bon écoulement et raccordés à un siphon en cuivre. De kast heeft een structuur met profielen uit behandeld aluminium. De kleur is door de Leidende Ambtenaar gekozen. De panelen hebben een thermische en akoestische isolatie. De panelen en deuren hebben een dikte van 0.8mm, kleur laminaatwit RAL De deuren zijn uitgerust met twee sleutelsloten om een goede dichtheid te garanderen en de toegang tot de klimaatkast te beperken tot daartoe bevoegde personen. De diepte van de kast bedraagt niet meer dan 880mm De hoogte van de kast is kleiner dan 1950mm (exclusief plint). De breedte van de kast is kleiner dan 1000 mm, aansluitingen (koelkring) inbegrepen Onderhoud De compressoren en de componenten van de koelkring zijn ingebouwd in een apart compartiment, buiten de luchtstroom. Alle panelen zijn demonteerbaar. Alle onderhoudswerken kunnen langs de voorzijde uitgevoerd worden. De panelen en deuren hebben eenvoudig te vervangen «geclipste» dichtingen (gelijmde dichtingen worden niet aanvaard). Er zijn Schräder-ventielen voorzien aan de voorzijde om de bediening, het onderhoud en de controle te vergemakkelijken. KOELKRING Het gebruikte koelmiddel is R 410A. De klimaatkast met luchtcondensor heeft slechts één koelkring. De schuin opgestelde batterij (verdamper) bestaat uit koperen buizen met aluminium vinnen. De batterij is geschikt voor een maximaal voelbaar vermogen en een zo laag mogelijk drukverlies. De condensbak is uit roestvrij staal vervaardigd. De leidingen van het condenswater zijn transparant, om een goede doorstroming te kunnen controleren, en deze zijn aangesloten op een koperen sifon. HVAC/02 3

209 Le circuit frigorifique comprend: 1 compresseur Scroll à aimants permanents 1 second compresseur Scroll à aimants permanents (ou) 1 second compresseur à débit fixe en fonctionnement uniquement lorsque la demande de refroidissement est supérieure à 50% de la capacité maximale. Le premier compresseur Scroll diminuera alors sa puissance en fonction de la charge. Le pilotage du compresseur Scroll se fait par variateur de fréquence (technologie INVERTER) permettant une variation importante de la puissance froide et une très haute efficacité même en charge partielle. Il maintient un faible courant d appel au démarrage et limite le stress mécanique du compresseur. 1 vanne d arrêt à boisseau sphérique brasée avec valve Schräder sur la ligne liquide. 1 vanne d arrêt côté compresseur pour faciliter la maintenance Un détendeur électronique avec voyant de liquide intégré Le circuit est équipé d un pressostat HP et de 2 transmetteurs HP et BP. De koelkring bevat: 1 scroll compressor voorzien van een DC motor met permanente magneten 1 tweede scroll compressor voorzien van een DC motor met permanente magneten. (of) 1 tweede compressor met vast toerental die alleen werkt wanneer de koelbehoefte meer dan 50% van de maximale capaciteit bedraagt. De eerste scroll compressor zal dan zijn vermogen in functie van de belasting verlagen. De besturing van de scroll compressor gebeurt m.b.v. een frequentieregelaar (inverter technologie), waardoor een variatie van het koelvermogen en een hoog rendement, zelfs bij deellast, mogelijk zijn. Dit zorgt ervoor dat een zwakke inschakelstroom kan behouden blijven bij het opstarten en zal de mechanische belasting van de compressor beperken. 1 afsluitventiel met bolkraan verlast met Schräder-ventiel op de vloeistofkring. 1 afsluitventiel aan de compressorzijde om het onderhoud te vergemakkelijken. Een elektronisch expansieventiel met geïntegreerd kijkglas. De koelkring is tevens voorzien van een hogedrukpressostaat en 2 hoge- en lagedrukomvormers. HUMIDIFICATEUR (OPTION) L humidificateur à vapeur est de type cylindre à électrodes. Son contrôle par microprocesseur permettra le diagnostic et l émission d alarme. On peut fournir d usine 1 cylindre à sélectionner parmi 3 gammes de conductivité de l eau pour une compatibilité plus étendue au contexte. Il est pourvu d un filtre. La production de vapeur est contrôlée et régulée en continu. On pourra régler un niveau maximum de vapeur. Il est placé dans un compartiment séparé, hors du flux d air FILTRES Les armoires sont livrées avec des filtres G4. Les filtres sont de BEVOCHTIGING (OPTIONEEL) De stoombevochtiger is van het electrode-type. De microprocessorregeling is voorzien van een diagnose en alarminstallatie. Af de fabriek kan er 1 cilinder geleverd worden, uit te kiezen uit 3 reeksen met een ander watergeleidingsvermogen voor een grotere compatibiliteit. Het zal uitgerust zijn met een filter. De stoomproductie wordt continu gecontroleerd en aangepast worden. Het maximaal stoomniveau kan ingesteld worden. De bevochtiger wordt in een apart compartiment buiten de luchtstroom gemonteerd. FILTERS De kasten worden voorzien van G4 filters. Deze cellenfilters zijn HVAC/02 4

210 type plissé et s étendent sur toute la surface de la batterie froide, obtenant ainsi une meilleure surface de filtration. Ils sont placés à l aspiration et remplaçables par l avant du climatiseur. Un pressostat différentiel réglable et gradué déclenche une alarme filtre encrassé via le microprocesseur C5-12. Un manomètre à aiguille pour contrôle voorzien van een groot filtratieoppervlak dat zich uitstrekt over het volledige oppervlak van de koelbatterij. De filters zijn gemakkelijk bereikbaar via de deuren. Een regelbare differentieeldrukschakelaar activeert het filteralarm via de microprocessor C5-12 voor de vervanging van de filters. Een verschildrukmanometer. VENTILATEUR Les ventilateurs sont du type roue libre avec moteur EC. La roue à aubes est réalisée en 1 seule pièce. Les pales seront profilées en 3 dimensions et inclinées vers l arrière pour une plus grande efficacité. Les ventilateurs sont constitués d un matériau composite qui les rendront particulièrement légers pour réduire au maximum les consommations énergétiques et limiter de façon significative les émissions sonores. Les ventilateurs sont pilotés par un moteur à commutation électronique (EC) pour fournir un maximum de flexibilité de fonctionnement et d efficacité énergétique. VENTILATOR De ventilatoren zijn van het type vrijlopend wiel met EC motor. Het schoepenwiel bestaat uit 1 enkel stuk. De schoepen zijn in 3- zijdig geprofileerd en achterovergebogen om een hoger rendement te bekomen. De ventilatoren zijn vervaardigd uit samengesteld materiaal van het waardoor ze zeer licht zijn. Op die manier kan er zoveel mogelijk energie bespaard worden en kan de geluidsemissie beperkt worden. De ventilatoren worden aangestuurd door een EC motor voor een maximale operationele flexibiliteit en energie-efficiëntie. PANNEAU ELECTRIQUE Le climatiseur est alimenté en 400V- 3Ph/50Hz +N + T Le tableau électrique est situé derrière la porte de façade et isolé du flux d air pour une maintenance simplifiée (Armoires multi-portes uniquement). Le tableau électrique comprend : o o o o o Un sectionneur général de puissance sur la porte La protection individuelle par disjoncteurs des composants (ventilateurs, compresseurs, condenseur, batterie électrique, humidificateur). Des borniers pour le report des alarmes critiques et de maintenance. Des borniers pour mise à l arrêt à distance Des borniers pour arrêt de l unité via une détection incendie externe ELEKTRISCH BORD De voeding van de kast is 400V- 3Ph/50Hz +N + T. Het elektrisch paneel bevindt zich achter de voordeur en is buiten de luchtstroom gemonteerd voor een maximale bereikbaarheid (enkel bij multi-deur kasten). De schakelkast bestaat uit: o Een hoofdstroomschakelaar op de deur. o Individuele afzekeringen van de componenten (ventilatoren, compressoren, condensor, elektrische batterij en bevochtiger). o Potentiaalvrije klemmen voor kritieke alarmen en onderhoudsalarmen. o o Een contact voor uitschakeling op afstand. Een contact voor het uitschakelen van de unit via een externe branddetectie. HVAC/02 5

211 CONTROLE ET REGULATION Régulation par microprocesseur L unité est équipée d un microprocesseur de contrôle. La régulation permet de définir les modes de fonctionnement, les points de consigne et les seuils. La température de l air repris pourra aller jusqu à 40 C La vitesse des ventilateurs est pilotée par la demande de froid. Les compresseurs sont protégés en contrôlant les intervalles de redémarrage (anti court-cycle). La température et l hygrométrie peuvent être contrôlées par une sonde pouvant être placée soit à la reprise, soit au soufflage. Les sondes de température et d hygrométrie peuvent être installées dans l armoire ou à distance. Un algorithme de régulation permet un contrôle précis de la température et de l hygrométrie. Il donne une réponse rapide aux changements de charge et limite les démarrages des compresseurs. Contrôle l encrassement des filtres. Affichage et réglage par écran Tactile On dispose d un écran couleur Tactile 4.3 pour afficher: L état de marche du climatiseur La représentation graphique des capteurs de l armoire et leurs valeurs instantanées, telles que la température et l hygrométrie Les niveaux d accès aux menus de configuration, protégés par mot de passe (Utilisateur, Maintenance, Usine). Les menus de l historique horodaté des alarmes, des consignes, des états et des courbes. SONDES ET CAPTEURS On contrôle la consommation énergétique du climatiseur pour chaque phase avec un compteur d énergie (Tension, Intensité, Puissance, facteur) On peut détecter une fuite de fluide frigorigène On peut mesurer l état des filtres par un manomètre. STURING EN REGELING Microprocessorregeling De eenheid is uitgerust met een regeling. De regeling maakt het mogelijk om de bedrijfsmodi en de instelwaarden te definiëren. De temperatuur van de terugnamelucht kan tot 40 C bedragen. De snelheid van de ventilatoren wordt bepaald door de koelingsvraag. De afscherming van de compressoren gebeurt door het regelen van de opstartintervallen. De temperatuur en de vochtigheid kunnen geregeld worden d.m.v. een voeler op de terugname of op de toevoer. De temperatuur- en vochtigheidsvoelers kunnen in de kast of op afstand geïnstalleerd worden. Een regelalgoritme maakt een precieze temperatuur- en vochtregeling mogelijk. Dit zorgt voor een snelle reactie op ladingveranderingen en beperkt het opstarten van de compressoren. Controle van filtervervuiling. Weergave en regeling via touch screen Op het kleurenscherm 4.3 wordt het volgende weergegeven: De werkingstoestand De grafische weergave van de voelers en hun actuele temperatuuren vochtwaarden. De toegangsniveaus naar de configuratiemenu s, beveiligd door een wachtwoord (Gebruiker, Onderhoud, Fabriek). De historiek van alarmen, instelgegevens en statussen. VOELERS EN SENSOREN Het energieverbruik van de kast kan per fase d.m.v. een energiemeter gecontroleerd worden (Spanning, Intensiteit, Vermogen, Factor). Lekkage van het koelmiddel kan gedetecteerd worden. De staat van de filters kan gemeten worden een manometer. HVAC/02 6

212 MISE EN RESEAU Les unités (3 maximum) de climatisation peuvent être connectées sur une même boucle réseau. L ensemble des climatiseurs peut être contrôlé à partir de l écran d un seul appareil NETWERK De units (maximaal 3) kunnen op hetzelfde netwerk aangesloten worden. Eén scherm op een kast zorgt ervoor dat alle kasten afgeregeld kunnen worden. CONDENSEUR A AIR : Le condenseur est constitué d une carrosserie en «Aluzinc» résistant à la corrosion, d une batterie en tube cuivre et ailettes aluminium. Les moteurs des ventilateurs des condenseurs sont à commutation électronique (EC) pour une meilleure efficacité énergétique et un niveau sonore maîtrisé. Les températures extérieures de fonctionnement sont de -20 C à +55 C. CONDENSATS Les condensats des évaporateurs sont évacués via des conduites en matériau non-halogène de minimum Ø32mm si elle reprend les condensats d une seule unité intérieure, et minimum de Ø40mm si elle reprend les condensats de deux unités intérieures. Un siphon hydraulique est obligatoire : il est cependant toléré un seul siphon pour deux unités. Le tracé ce fera le plus simple et le plus directe, tenant compte d une pente de 1% minimum. Le trajet et rejet des condensats devront être décidés en accord avec le fonctionnaire dirigeant. TESTS ET ESSAIS Chaque climatiseur est testé pendant la fabrication et avant expédition suivant le plan de Contrôle Qualité européen EN ISO Un certificat de contrôle Qualité européen attestant la procédure est fournie avec chaque climatiseur. LUCHTCONDENSOR : De condensor bestaat uit een corrosiebestendige behuizing uit aluzink, een batterij met koperen buizen en aluminium vinnen. De ventilatoren worden aangedreven door EC motoren, voor een betere energie-efficiëntie en een beperkte geluidsemissie. De bedrijfscondities liggen bedragen tussen -20 C tot +55 C. CONDENSAAT Het condensaat van de verdampers wordt afgevoerd via afvoerkanalen uit halogeenvrij materiaal met een diameter van ten minste 32 mm wanneer dit het condensaat van één binnenunit betreft en een diameter van ten minste 40 mm wanneer dit het condensaat van twee binnenunits betreft. Het gebruik van een waterslot is vereist: het gebruik van één sifon voor twee eenheden is echter toegestaan. Er wordt gebruikgemaakt van het eenvoudigste en meest rechtstreekse traject, waarbij er rekening wordt gehouden met ten minste 1% aan afschot. Voor het traject en de condensaatafvoer is de goedkeuring van de verantwoordelijke ambtenaar vereist. TESTS EN CERTIFICATEN : Elk toestel is tijdens het fabricageproces en voor de levering volgens EN ISO 9001 getest. Een Europees QC certificaat wordt meegeleverd met elk toestel. HVAC/02 7

213 RESEAU STATION STATION NETWERK Chaque armoire de climatisation met à disposition du réseau station, via le tableau HVAC, 8 digital input/ output ( alarmes ou états). Entrée digitale : contact libre de potentiel Voir annexe technique TC/01 Le climatiseur disposent d interfaces de type Modbus IP, Ethernet TCP/IP ou BACnet IP. Elke klimaatkast biedt aan de station netwerk, via het HVAC bord, 8 digital input/ output (alarmen of staten) Digitale ingang: potentiaalvrij contact. Zie Technische bijlage TC/01 De kast en de regeling kunnen aangesloten worden op een GBS via de interfaces Modbus IP, Ethernet TCP/IP of BACnet IP. DETECTION INCENDIE En cas d alarme incendie, l armoire de climatisation se met à l arrêt ou à la vitesse minimale de ventilation. BRANDDETECTIE In geval van branddetectie, stopt de klimaatkast of aan de minimale ventilatie snelheid. HVAC/02 8

214 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 HVAC EQUIPEMENTS DE CLIMATISATION - SYSTÈME «SPLIT» HVAC KLIMAATREGELING UITRUSTINGEN - SPLIT SYSTEEM ANNEXE TECHNIQUE HVAC/03 TECHNISCHE BIJLAGE HVAC/03 HVAC/03 1

215 1 EQUIPEMENTS DE CLIMATISATION SYSTEMES «SPLIT» 1 KLIMAATREGELING UITRUSTINGEN SPLIT SYSTEEM 1.1 Généralités Le ou les fluides frigorigènes utilisés sont inertes vis-à-vis de la couche d ozone, c'est-à-dire, ne comprenant pas de chlore. Les fluides du type CFC et HCFC sont exclus. Les systèmes sont conformes aux directives et normes en vigueur et, en l occurrence : 1.1 Algemene bepalingen Het gebruikte of de gebruikte koelmiddelen zijn inert voor wat betreft de ozonlaag. Dit houdt in dat deze geen chloor bevatten. Vloeistoffen van het type CFK en HCFK worden niet gebruikt. De systemen voldoen aan de geldende richtlijnen en normen, in het onderhavige geval : Directive sur les machines et appareils 2006/42/EC Richtlijn 2006/42/EC inzake machines en apparaten NBN EN : Systèmes de réfrigération et pompes à chaleur - Exigences de sécurité et d'environnement - Partie 2: Conception, construction, essais, marquage et documentation EN : Appareils électrodomestiques et analogues - Sécurité - Partie 1 : exigences générales 1.2 Evaporateurs NBN EN 378-2: Koelsystemen en warmtepompen - Veiligheids- en milieu-eisen - Deel 2: Ont-werp, constructie, beproeving, merken en documentatie EN : Huishoudelijke en vergelijkbare elektrische apparatuur - Veiligheid - Deel 1: Al-gemene vereisten 1.2 Verdampers Généralités Les unités intérieures ou unités terminales sont du type évaporateur à montage horizontal, fixées au plafond, avec habillage de finition, à recyclage total, avec pulsion dans l'ambiance par grille Algemene bepalingen De binnenunits of eindunits betreffen verdampers voor horizontale montage. Deze worden bevestigd aan het plafond, zijn afgewerkt en volledig recycleerbaar, en blazen uit in de omgevingslucht via een rooster. Cependant, selon des cas particuliers, le montage devra se faire verticalement par In specifieke gevallen kunnen deze verticaal worden gemonteerd wanneer er sprake is manque de place ou d efficacité via le plafond. Dans cette configuration, il faudra van plaatsgebrek of een gebrek aan doelmatigheid bij plafondmontage. In deze tenir compte des prescriptions suivantes, suppléant les prescriptions générales ad configuratie moet er rekening worden gehouden met de volgende voorschriften, die hoc évoquées précédemment : gelden naast de algemene voorschriften voor het bijzondere geval waarvan hiervoor gewag is gemaakt : des moyens de mise à niveau, pour évaporateur monté au mur, middelen voor het op niveau brengen voor de verdamper die op de wand is gemonteerd, HVAC/03 2

216 la pompe de rehausse de condensat, dans le cas où il est totalement impossible de l éviter. Les évaporateurs prévus en plafond ne peuvent en aucun cas être installés à la verticale et, inversement, les évaporateurs prévus en allège ne peuvent en aucun cas être installés à l horizontale Classification des évaporateurs Ils sont du type : de préférence avec un habillage de finition facilement démontable, à recyclage total, avec grille de pulsion horizontale ou avec grilles en partie horizontale et partiellement oblique, le flux de l air peut être orienté/choisi par l exploitant via une télécommande, avec sélecteur assurant l'arrêt, la sélection de 3 vitesses de soufflage et un mode automatique Éléments constituants Chaque évaporateur est équipé : d'un filtre à air à l'aspiration (G3) monté dans un cadre à glissière et pivotant, de verdringerpomp voor condensaat voor het geval waarin vermijding absoluut onmogelijk is. De verdampers die voor plafonds zijn gepland mogen in geen enkel geval verticaal worden geïnstalleerd en, omgekeerd, geplande verlichte verdampers mogen in geen enkel geval horizontaal worden geïnstalleerd Classificatie van de verdampers Het betreft : verdampers die bij voorkeur zijn van een afwerking die eenvoudig kan worden gedemonteerd; verdampers die volledig recycleerbaar zijn, met een horizontaal uitblaasrooster of roosters met een horizontaal gedeelte en een scheef gedeelte, zodat de luchtstroom door de exploitant via een afstandsbediening kan worden gericht of gekozen; met selectie-elementen voor stoppen, het selecteren van de 3 blaassnelheden en een automatische modus Bestanddelen Elke verdamper is met het volgende uitgerust : een luchtzuigfilter (G3) aangebracht in een schuivend of draaiend kader, à une batterie de refroidissement type évaporateur (air/réfrigérant), een koelingsaccu voor verdampers (lucht/koeling), d'un bac à condensats, een condensaatbak, d un ventilateur(s) centrifuge(s) à attaque directe, een (of meer) rechtstreeks aangedreven centrifugale ventilator(en), des dispositifs nécessaires pour l'amortissement des vibrations; ensemble moto-ventilateur monté sur suspension élastique, voorzieningen die nodig zijn voor het dempen van trillingen; de gehele motorventilatorunit wordt bevestigd op een verende ophanging, robinets d isolement (ou vanne de service), selon la fabrication et le modèle, afsluitkranen (of bedrijfsklep), afhankelijk van de fabricagewijze en het model; les dispositifs de commande incluant, l'appareillage électrique de force motrice, les systèmes de régulation électronique et les automatismes, les boutons de commande et les signalisations. Les implantations des évaporateurs sont généralement en montage type horizontal (fixation au plafond). de bedieningsvoorzieningen omvatten de elektrisch aandrijfinstallatie, de elektronische re-gelsystemen en gestuurde processen, de bedieningsknoppen en signalen. Het plaatsen van verdampers geschiedt over het algemeen via horizontale montage (bevestiging aan plafond), HVAC/03 3

217 1.2.4 Conditions particulières le moteur électrique est entièrement fermé : avec protection thermique automatique et équipé d'un condensateur permanent (cos phi = 0,9 minimum). La sélection du moteur est telle que l'échauffement maximum admissible de celui-ci, par rapport à l'ambiance, est d'environ 60 C, le ou les ventilateurs sont construits en tôles d'acier galvanisées : là où les turbines sont équilibrées elles peuvent être en aluminium. Les matériaux de synthèse tels que PVC ou similaires sont exclus. les raccordements pour le fluide réfrigérant sont réalisés du même côté de l évaporateur. Les raccordements peuvent être réalisés par flexibles : dans ce cas l'entrepreneur transmet l'agrément UBAtc. La mise en œuvre des flexibles doit être strictement conforme aux prescriptions du constructeur et accepté par le fabriquant de l évaporateur : l'ossature et le caisson de l évaporateur sont constitués de tôles d'acier galvanisées en continu, la boulonnerie et la visserie sont cadmiées. le revêtement interne de l'habillage, pour l'absorption acoustique et isolation thermique, doit être en matériaux non inflammable classe A1, la construction de l'ossature et du caisson comportant l évaporateur sont tels que les ponts thermiques sont évités et qu'aucune condensation n'apparaisse sur les faces extérieures du caisson, l'habillage est construit en tôle d'acier peinte, peinture laquée cuite au four ; l'épaisseur de cette tôle est suffisante et un dispositif est prévu pour éviter les déformations, la teinte de l'habillage des évaporateurs est au choix du fonctionnaire dirigeant si toutefois la gamme standard du fabricant le permet. Ce choix n engendre aucun supplément de prix. l'ensemble bac de récupération des condensats et support du motoventilateur, s'enlève facilement sans démonter les tubulures d'alimentation de l évaporateur, Bijzondere voorwaarden de elektromotor is volledig gesloten: met automatische thermische bescherming en uitgerust met een permanente condensator (cos phi = 0,9 minimum). De motor wordt zo gekozen dat de maximale opwarming ten opzichte van de omgeving ongeveer 60 C bedraagt; de ventilator(en) is (zijn) vervaardigd uit gegalvaniseerd plaatstaal: wanneer de schoepen-wielen in evenwicht zijn gebracht, mogen deze uit aluminium zijn. Synthesematerialen zoals PVC of soortelijk materiaal worden uitgesloten; de aansluitingen voor de koelvloeistof bevinden zich aan dezelfde zijde als de verdamper. De aansluitingen mogen flexibele aansluitingen zijn: in dat geval verstrekt de ondernemer de UBAtc-goedkeuring. De flexibele verbindingen moeten worden uitgevoerd volgens de voorschriften van de maker en worden toegestaan door de fabrikant van de verdamper : de structuur en de kast van de verdamper is vervaardigd uit ononderbroken gegalvaniseerd plaatstaal, met bouten, moeren en schroeven uit koolstofstaal; de interne bekleding voor geluids- en thermische isolatie moet zijn vervaardigd uit onbrandbare materialen die voldoen aan klasse A1; de constructie van de structuur en de kast met de verdamper zorgt er voor dat er geen sprake is van thermische doorgifte en dat er geen condensatie optreedt op de buitenvlakken van de kast; het plaatstaal is gelakt met verf die met hitte is behandeld; de plaatdikte is toereikend en uitgerust met een voorziening die vervorming voorkomt; de kleur van de aankleding van de verdampers wordt gekozen door de verantwoordelijke ambtenaar wanneer het assortiment van de fabrikant dat toelaat. Deze keuze heeft geen prijsverhoging tot gevolg; het geheel van de condensaatopvangbak en steun van de motorventilator kan eenvoudig worden verwijderd, zonder dat de voedingsbuizen van de verdamper hoeven te worden verwijderd; Si, dans un même local, plusieurs évaporateurs sont prévus, il est préféré un als er in hetzelfde lokaal meerdere verdampers zijn gepland, verdient het de HVAC/03 4

218 régulateur maître pilote les régulateurs esclaves ; ces régulateurs esclaves sont autonomes en cas de panne du régulateur maître. Dans chaque évaporateur est prévu une place suffisante et un accès aisé pour le régulateur et les borniers de raccordement. Chaque évaporateur est équipé d'un bornier électrique, monté en usine, à double entrée pour réaliser les raccordements électriques d'alimentation (230 VCA+T) de ventilo à ventilo Régulation La climatisation des locaux se réalise grâce à des sondes de température, à raison de deux sondes minimum par split, dont l implantation est proposée par l adjudicataire au fonctionnaire dirigeant. Elles transmettent leurs mesures à un régulateur séquentiel à microprocesseurs muni de deux sorties progressives minimum et pilotant en cascade la modulation de puissance de l évaporateur (principe de l INVERTER) sur base d une moyenne des températures relevées dans le local. Un potentiomètre intégré dans un boîtier mural permet de modifier la valeur du point de consigne autour d'un point de consigne programmé, dans un intervalle de ± 3 degrés. Ce boitier peut être remplacé, de préférence, par le HMI du local afin d avoir un contrôle local pour l ensemble des équipements du présent marché. Une sonde extérieure (sur le quai ou, pour les stations hors sol, à l air libre) de température et d humidité relative permet de réguler, autant que ce peut, les équipements du présent marché. voorkeur dat één hoofdregelaar ondergeschikte regelaars aanstuurt. Deze ondergeschikte regelaars zijn autonoom van de hoofdregelaar in het geval van een storing van deze laatste. In elke verdamper is voldoende lokaal voor een regelaar en aansluitklemmen en voor eenvoudige toegang daartoe. De afzonderlijke verdampers zijn uitgerust met een elektrische aansluiting die in de fabriek is ingebouwd, met een dubbele ingang voor de elektrische voedingsaansluitingen (230 VCA+T) van ventilator op ventilator Regeling Voor de airconditioning in de lokalen worden minimaal twee sondes per split gebruikt. De opdrachtnemer stelt de plaatsen voor aan de verantwoordelijke ambtenaar. De sondes geven hun meetwaarden door aan een sequentiële regelaar met microprocessors. Deze zijn uitgerust met minimaal twee progressieve uitgangen en sturen trapsgewijs de vermogensaanpassing van de verdamper (principe van een INVERTER) aan op basis van de waargenomen gemiddelde temperaturen in het lokaal. Een potentiometer die is opgenomen in de wandkast, maakt het mogelijk om de geprogrammeerde instelwaarde aan te passen (via een interval ± 3 graden). De kast kan, bij voorkeur door de lokale HMI worden vervangen, zodat er sprake is van een beheervoorziening voor het geheel aan apparatuur uit de onderhavige opdracht. Een buitensonde (op het perron of, bij bovengrondse stations, in de buitenlucht) voor de tempera-tuur en relatieve luchtvochtigheid zorgt ervoor dat de apparatuur uit de onderhavige opdracht zoveel mogelijk kan worden geregeld. Chaque sonde renvoie les informations via un automate (alarme, valeur, ). Tous les systèmes de climatisation sont pilotés via un bus de communication (ModBus) par un ou plusieurs contrôleurs d unités terminales ou par des ARCP, eux-mêmes raccordés au réseau station. Toutes les alarmes possibles émises par les équipements de régulation des installations sont mises à disposition via le bus de communication : le protocole de programmation est du type ouvert/adresse IP. À toutes fins utiles et pour une intégration du système split dans la régulation, un module de communication est à prévoir. La consigne de température d ambiance des locaux climatisés est modifiable depuis le tableau HVAC. Elke sonde verzendt informatie via een automaat (waarschuwin-gen, waarden, ). Alle airconditioningsystemen worden via een communicatiebus (ModBus) aangestuurd door een of meer eindunits of door ARCP-systemen die op hun beurt worden aangesloten op de stationnetwerk. Alle mogelijke waarschuwingen die worden weergegeven door de regelapparatuur van de installaties, zijn toegankelijk via de communicatiebus: het programmeringsprotocol is een open protocol of een IP-adres. Er wordt voor alle nuttige doeleinden en voor integratie van het splitsysteem in de regeling een communicatiemodule gepland. De insteltemperatuur voor de lokalen met airconditioning kan vanaf het HVAC-bord worden aangepast. HVAC/03 5

219 1.2.6 Conditions de fonctionnement Puissances frigorifiques Les appareils sont sélectionnés afin de respecter les critères de confort spécifiés : vitesse résiduelle d'air, température ambiante, niveau acoustique et sur base de la puissance sensible à produire tenant compte des conditions d ambiances spécifiées dans le présent document. De préférence, les performances des évaporateurs sont certifiées suivant la norme EUROVENT en vigueur Werkingsvoorwaarden Koelingsvermogen De apparaten worden zo geselecteerd dat deze voldoen aan de comfortcriteria: restluchtsnelheid, omgevingstemperatuur, geluidsniveau en het merkbare vermogen rekening houdende met de gespecificeerde omgevingen in de onderhavige opdracht. De prestaties van de verdampers voldoen bij voorkeur aan de geldende EUROVENTnorm Conditions d'ambiance Cf. au chapitre "Conditions d'ambiance" Niveaux de bruit admissibles dans les locaux Les évaporateurs sont sélectionnés au maximum sur la vitesse moyenne. Cette vitesse est la vitesse considérée comme nominale faisant suite à la sélection de l équipement en tenant compte des prescriptions NR. Le respect des valeurs NR demandées doit l être compte tenu du fonctionnement simultané des évaporateurs et du système de la surpression (GP Surpression) sans tenir compte des équipements des locaux à climatiser Omgevingsvoorwaarden Zie het hoofdstuk Omgevingsomstandigheden Toegelaten geluidsniveaus in de lokalen De verdampers worden zoveel mogelijk geselecteerd op de gemiddelde snelheid. Deze snelheid wordt beschouwd als de nominale snelheid die voortvloeit uit de selectie van de apparatuur op basis van de voorschriften van NR. Bij de naleving van de vereiste NR-waarden moet er rekening worden gehouden met het gelijktijdige bedrijf van de verdampers en het overdruksysteem (overdrukgroep). Er hoeft geen rekening te worden met de apparatuur van de lokalen waarin het klimaat moet worden geregeld Raccordements électriques Il est autorisé les raccordements électriques suivants : Monophasé VCA + Terre - 50 Hz. Triphasé 3 x 400 V + N + T - 50 Hz Elektrische aansluitingen De volgende elektrische aansluitingen zijn toegestaan : Eenfasestroom VCA + Aarde - 50 Hz. Driefasenstroom 3 x 400 V + N + T - 50 Hz. HVAC/03 6

220 1.2.7 Condensats Les condensats des évaporateurs sont évacués via des conduites en matériau nonhalogène de minimum Ø32mm si elle reprend les condensats d une seule unité intérieure, et minimum de Ø40mm si elle reprend les condensats de deux unités intérieures. Un siphon hydraulique est obligatoire : il est cependant toléré un seul siphon pour deux unités. Le tracé ce fera le plus simple et le plus directe, tenant compte d une pente de 1% minimum. Le trajet et rejet des condensats devront être décidés en accord avec le fonctionnaire dirigeant. 1.3 Unité extérieure Généralités L unité extérieure est du type haute efficacité avec compresseur/échangeur de chaleur à refroidissement par air et détendeur électronique Classification des unités extérieures Elles sont du type : Compacte et de conception résistant aux intempéries et au milieu spécifique des métros et prémétro, Boîtier composé d'un châssis autoportant et de panneaux latéraux en feuilles d'acier galvanisé traité, Châssis inférieur rigide pour une installation à l'extérieur, au sol ou sur poutre console au mur Condensaat Het condensaat van de verdampers wordt afgevoerd via afvoerkanalen uit halogeenvrij materiaal met een diameter van ten minste 32 mm wanneer dit het condensaat van één binnenunit betreft en een diameter van ten minste 40 mm wanneer dit het condensaat van twee binnenunits betreft. Het gebruik van een waterslot is vereist: het gebruik van één sifon voor twee eenheden is echter toegestaan. Er wordt gebruikgemaakt van het eenvoudigste en meest rechtstreekse traject, waarbij er rekening wordt gehouden met ten minste 1% aan afschot. Voor het traject en de condensaatafvoer is de goedkeuring van de verantwoordelijke ambtenaar vereist. 1.3 Buitenunit Algemene bepalingen De buitenunit is een hoogrendementsunit met compressor/warmtewisselaar via luchtkoeling en een elektronische reduceerklep Classificatie van de buitenunits Deze zijn van een type met : Een compact en weersbestendig ontwerp en bestand tegen het klimaat van de metro- en premetrostations, Een kast met een zelfdragend chassis en zijpanelen met bladen uit gegalvaniseerd behandeld staal, Een onbuigzaam onderchassis voor een installatie buiten, op de vloer of op een vrijdragende balk aan de wand. HVAC/03 7

221 1.3.3 Éléments constituants Cycle de réfrigération Le cycle de réfrigération inclut les différents éléments suivants : compresseur (DE Inverter), vanne d'expansion électronique (EEV), évaporateur, condenseur, récepteur de liquide, épurateur, séparateur d'huile (selon prescription du fabricant du split), équipement de contrôle et de sécurité, vannes d'arrêt de conduite d'aspiration et de liquide, orifices de service avec vannes. Le cycle de réfrigération est vidangé et chargé avec la charge de réfrigérant initiale lors de l installation et la mise en route de l ensemble des équipements constituants la climatisation des locaux (SPLIT) Conditions particulières Les unités doivent, pour rappel, résister à l atmosphère spécifique de tunnel et quai de métro bruxellois pour les installations en sous-sol. Leur fonctionnement est robuste, tant en fonctionnement à puissance constante qu en puissance modulante et ce, quelle que soit la puissance à fournir : elles ne peuvent en aucun cas souffrir des effets de «pompage» provoqués par le passage de «va-et-vient» des métros. Les éléments plus spécifiques qui suivent, doivent observer, de préférence, les caractéristiques qui sont : Compresseur Un compresseur type «INVERTER» «twin rotary» ou scroll monté sur un système antivibrations et antibruit. Un réchauffeur de carter est également prévu. Le compresseur ajuste sa puissance en fonction des charges des locaux climatisés Bestanddelen Koelingscircuit Het koelingscircuit omvat de volgende elementen : compressor (DE-inverter), elektronische expansieklep (EEK), verdamper, condensor, vloeistofontvangstvoorziening, zuiveringsvoorziening, oliescheider (volgens de voorschriften van fabrikant van het splitsysteem), controle- en veiligheidsapparatuur, afsluitkleppen voor de zuig- en de vloeistofleiding, onderhoudspoorten met kleppen. Het koelingscircuit wordt afgetapt en opnieuw gevuld met een zelfde hoeveelheid koelmiddel als tijdens de installatie en inbedrijfstelling van het geheel aan apparatuur dat de airconditioning vormt voor de lokalen (SPLIT) Bijzondere voorwaarden De units moeten bestand zijn tegen de specifieke atmosfeer van de metrotunnel en het metroperron in Brussel wanneer het ondergrondse installaties betreft. De units kennen een krachtige werking, zowel bij bedrijf met een constant vermogen, als met een variabel vermogen en ze mogen, ongeacht het desbetreffende vermogen, niet nadelig worden beïnvloed door het komen en gaan van de metro's. De hierna gespecificeerde elementen moeten, bij voorkeur voldoen aan de volgende kenmerken : Compressor Een inverter, twin-rotary- of scroll-compressor bevestigd op een antitrillings- en geluiddempend systeem. Er wordt ook voorzien in een cartervoorverwarmer. Het compressorvermogen wordt aangepast op basis van de klimaatgeregelde lokalen HVAC/03 8

222 Condenseur L échangeur est de haute efficacité et composé de tubes de cuivre et d'ailettes en aluminium dont la surface est protégée pour résister aux conditions environnementales défavorables. Le pas d ailette est calculé le plus large possible pour limiter au plus que possible l encrassement. Le condenseur sera également étudié pour fonctionner en mode «hivernal» Vanne d'expansion électronique Vanne haute et basse pression commandée par microprocesseur, est conçue pour assurer simultanément, l optimisation de la charge de l'évaporateur et du contrôle de surchauffe Ventilateurs Les ventilateurs (axiaux) à vitesse variable assurent l optimisation de la pression dans l'échangeur de chaleur et la haute efficacité des installations, en l occurrence, en fonctionnement à basse vitesse Conditions de fonctionnement Puissances frigorifiques Les appareils sont sélectionnés afin de respecter les critères de robustesse comme spécifiés ci-avant et des niveaux acoustiques Conditions d'ambiance Voir les Conditions particulières de la présente section Niveaux de bruit admissibles dans le métro ou à l air libre L unité extérieure est sélectionnée sur base du régime de fonctionnement de la machine étant le plus bruyant, dans la plage de sélection des puissances reprises au présent cahier des charges. Les prescriptions en matière de niveaux de bruit admissibles sont répertoriées en deux cas : Dans le métro À l extérieur (air libre) Pour les conditions à l air libre, ce sont les prescriptions en région de Bruxelles Capitale qui font foi : elles sont décrites dans les prescriptions acoustiques du Condensor De warmtewisselaar is een hoogrendementsunit die bestaat uit koperen buizen en aluminium lamellen met een beschermd oppervlak zodat deze bestand zijn tegen ongunstige omgevingsomstandigheden. De berekende lamelafstand is maximaal om verontreiniging tot een minimum te beperken. De condensor is tevens afgestemd op bedrijf in een wintermodus Elektronische expansieklep De hoge en lagedrukklep wordt bediend via een microprocessor en is ontworpen voor een gelijktijdige optimalisering van de verdamperbelasting en oververhittingsbeheersing Ventilatoren De (axiale) ventilatoren met variabel toerental optimaliseren de druk in de warmtewisselaar en de hoogrendementsintallaties, in dit geval, bij bedrijf op een laag toerental Werkingsvoorwaarden Koelingsvermogen De apparaten worden geselecteerd met het oog op het voldoen aan de hiervoor vermelde stevig-heidscriteria en de geluidsniveaus Omgevingsomstandigheden Zie de specifieke omstandigheden in de huidige sectie Toegelaten geluidsniveaus in de metro of de buitenlucht De buiteneenheid wordt geselecteerd rekening houdende met de luidruchtigheid binnen het toerentalbereik van de machine binnen de marge voor overgangsvermogens in het onderhavige bestek. De voorschriften voor toegelaten geluid hebben betrekking op twee situaties : In de metro Buiten (vrijlucht) Met betrekking tot buiten zijn de voorschriften in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van kracht: deze zijn opgenomen in de akoestische voorschriften van de onderhavige HVAC/03 9

223 présent marché Raccordements électriques Il est autorisé les raccordements électriques suivants : Monophasé VCA + Terre - 50 Hz. Triphasé 3 x 400 V + N + T - 50 Hz. 1.4 Liaisons frigorifiques Les liaisons frigorifiques sont spécialement prévues pour les applications d'air conditionné véhiculant des fluides frigorigènes. Durant les travaux d'installation, les conduites sont bouchées et protégées contre la poussière, les salissures et l humidité et toutes dégradations. Les liaisons frigorifiques sont équipées de raccords spécialement conçus pour l application utilisant les réfrigérants : ces raccordements sont prévus tant sur les unités intérieures que les unités extérieures. Les deux tubes sont recouverts d'une isolation en mousse cellulaire étanche au droit des raccords. Les longueurs maximales des liaisons frigorifiques renseignées par le fabricant doivent être respectées : au-delà de ces distances, les consignes d installation d équipements complémentaires pour le bon fonctionnement des installations prescrites par le fabriquant doivent être respectées. Il est question, en l occurrence, des pièges à huile sur la section verticale du tube dans le cas où le groupe de condensation est installé plus haut que l'unité intérieure. Dans cette configuration, la différence de niveau maximale renseignée par le fabricant ne peut pas être dépassée. Le diamètre des liaisons frigorifiques en cuivre doit respecter les directives techniques et tenir compte du type de réfrigérant utilisé. La mise sous vide et le remplissage de l'installation doivent être effectués par un technicien frigoriste agréé, respectant les directives du constructeur. Un rapport de test de mise sous pression devra être fourni par l entrepreneur sous le protocole suivant : mise sous pression 12 bars durant 24 heures. Les diamètres des liaisons frigorifiques sont dimensionnées par le fabriquant : le système «split» ne pouvant pas être un système recomposé par l adjudicataire. Les tuyauteries frigorifiques seront en cuivre : elles répondent à la norme de pression PED («Pressure Equipment Directive»). opdracht Elektrische aansluitingen De volgende elektrische aansluitingen zijn toegestaan : Eenfasestroom VCA + Aarde - 50 Hz. Driefasenstroom 3 x 400 V + N + T - 50 Hz. 1.4 Koelingsverbindingen De koelingsverbindingen zijn specifiek afgestemd op airconditioningtoepassingen waarbij er gebruik wordt gemaakt van koelvloeistoffen. Tijdens de installatiewerkzaamheden zijn de kanaalopeningen afgedicht en worden deze beschermd tegen stof, vuil, vochtigheid en welke vorm van aantasting dan ook. De koelingsverbindingen verlopen via aansluitingen die speciaal zijn ontworpen voor toepassingen die gebruikmaken van koelmiddelen : deze aansluitingen zijn gepland voor gebruik op binnenunits en buitenunits. De twee leidingen worden bedekt met schuimisolatie met een dichte celstructuur aan de rechterkant van de aansluitingen. De maximale lengten voor de koelingsverbindingen die de fabrikant voorschrijft, moeten worden gerespecteerd: boven deze afstanden moeten aanvullende instructies en voorschriften van de fabrikant voor de goede werking van de apparatuur in acht worden genomen. Er moeten olievangers in de verticale sectie van de leiding worden gebracht als de condensatiegroep hoger wordt geïnstalleerd dan de binnenunit. In deze configuratie wordt het maximale niveauverschil dat door de fabrikant is voorgeschreven, niet overschreden. De diameter van de koelingsverbindingen moet voldoen aan de technische richtlijnen en berekend zijn op het type koelmiddel dat wordt gebruikt. Het onder vacuüm plaatsen en vullen van de installatie moet worden uitgevoerd door een erkende koelingsmonteur. Dit moet gebeuren in overeenstemming met de richtlijnen van de maker. Er moet met inachtneming van het volgende protocol een testrapport over het onder druk plaatsen door de ondernemer worden verstrekt: het systeem wordt onder een druk van 12 bar geplaatst gedurende een periode van 24 uur. De diameters van de koelverbindingen worden gedimensioneerd door de fabrikant: het splitsysteem mag geen systeem zijn dat door de opdrachtnemer opnieuw is samengesteld. Het koelingsleidingwerk is vervaardigd uit koper: het voldoet aan de PED-druknorm (Pressure Equipment Directive [richtlijn in zake drukapparatuur]). Le cintrage des conduites est réalisé par cintreuse. Het buigen van de leidingen wordt bewerkstelligd via een buigmachine. HVAC/03 10

224 Les Tuyauteries frigorifiques seront isolées au moyen d un isolant constitué de mousse synthétique à structure cellulaire fermée de 10 mm minimum d épaisseur (13 mm pour les conduites extérieures à l air libre ou dans le métro). Les brasures sont réalisées par baguettes argent sous atmosphère d azote. Les conduites en cuivre sont placées : sous goulottes en matériau non-halogène pour les parties intérieures et sous goulottes métalliques galvanisées pour les parties extérieures (également dans les vides ventilés ainsi que sous les combles), Het koelingsleidingwerk wordt geïsoleerd met behulp van een isolatiemiddel uit synthetisch schuim met een gesloten celstructuur en een dikte van ten minste 10 mm (13 mm voor leidingen in de bui-tenlucht of in de metro). De verbindingen worden verwezenlijkt via hardsolderen met zilver onder een stikstof atmosfeer. De koperen leidingen worden aangebracht : onder een goot in halogeenvrij materiaal voor de binnengedeelten en onder een goot uit gegalvaniseerd metaal voor de buitengedeelten (hetzelfde geldt voor geventileerde lokalen onder daken), ou dans un chemin de câble. of in een kabelgoot. Le poste comprend : la mise sous vide, la charge en réfrigérant, l isolation complète et étanche à l air, les moyens de pose et de fixation. De inrichting omvat : De vacuümvoorziening, De koelmiddelhoeveelheid, De complete luchtdichte isolatie, De plaatsings- en bevestigingsmiddelen. HVAC/03 11

225 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 MATIERES PLASTIQUES PLASTISCHE MATERIALEN ANNEXE TECHNIQUE MP/01 TECHNISCHE BIJLAGE MP/01 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

226 MATIERES PLASTIQUES - MISES EN OEUVRE - COMPORTEMENT EN CAS D'INCENDIE Ces matières concernées ont un comportement particulièrement favorable en cas d'incendie. Elles sont exemptes d'halogènes et auto-extingibles. De plus, les fumées dégagées par ces matières placées dans un incendie sont : - non toxiques - non corrosives - de faible opacité. Les matières auront subi les divers essais repris ci-après prouvant les qualités requises. Des certificats d'essais émanant de laboratoires reconnus peuvent être demandés par le fonctionnaire dirigeant. GEBRUIK VAN PLASTIC MATERIALEN - GEDRAG IN GEVAL VAN BRAND De betrokken materialen gedragen zich zeer gunstig in geval van brand. Ze zijn halogeenvrij en zelfdovend. Bovendien zijn de rookgassen verwekt door deze materialen onderworpen aan brand: - niet giftig - niet corrosieverwekkend - zo doorzichtig mogelijk De materialen zullen de hierna vermelde testen ondergaan om de gevergde kwaliteiten te bewijzen. De testattesten verstrekt door erkende laboratoria kunnen door de leidend ambtenaar worden gevraagd. 1. Essais des matières 1. Testen van de materialen a) Matières synthétiques utilisées dans les installations électriques a) Synthetische materialen gebruikt in de elektrische installaties - Indice d'oxygène : ISO 4589 : Plastic - Détermination of flammability by oxygen index (1984) - 26 % min. - Essai au fil incandescent : CEI Essais relatifs aux risques du feu (1991) - zuurstofindex : ISO 4589 : Plastic : Determination of flammability by oxygen index (1984) - 26 % min. - proef met gloeidraad : CEI Proeven betreffende brandrisico's (1991) 960 C : Parties nécessaires pour maintenir en place les pièces transportant le courant 960 C: Delen nodig voor het ter plaatse houden van delen voor het transport van de stroom 850 C : Toutes autres parties b) Essais complémentaires sur les matières plastiques des tableaux, coffrets, luminaires, les isolants de la filerie interne des équipements et les tubes de passage des câbles et les câbles. 850 C : Alle andere gedeelten. b) Bijkomende testen op de plastische materialen van borden, kasten, lichttoestellen, isolatiestoffen van de inwendige bedrading der uitrustingen en de doorgangsbuizen der kabels en de kabels zelf. - Classement selon la réaction au feu : NF P Klassering volgens hun reactie bij brand: NF P "Sécurité contre MP/01 2

227 Sécurité contre l'incendie : Bâtiment - Matériaux de construction et d'aménagement (1985) Classe M3 min. - Corrosivité des gaz émis. Teneur totale en halogènes : < 1 % - Indice de fumée : a) Opacité des fumées : NF X : Méthodes d'essai au feu : Emission de fumée b) Toxicité des fumées : NF X : Essai de comportement au feu. Analyse des gaz de pyrolyse et de combustion Classe F1 min l'incendie: Bâtiment -Matériaux de construction et d'aménagement" (1985) Klasse M3 min. - Corrosiviteit van de vrijgekomen gassen Totaal gehalte aan halogenen: < 1 % - Rookindex: a) Opaciteit van de rookgassen : NF X : Méthodes d'essai au feu : Emission de fumée b) Toxiciteit van de rookgassen : NF X : Essai de comportement au feu. Analyse des gaz de pyrolyse et de combustion Klasse F1 min MP/01 3

228 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 PETIT APPAREILLAGE KLEINE APPARATUUR ANNEXE TECHNIQUE PA/01 H TECHNISCHE BIJLAGE PA/01 H 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

229 A. PRISES DE COURANT A. STOPCONTACTEN a. atétrapolaires Vierpolige - - Type : A/500 V, tétrapolaire (400 V + N + T) - Boîtier : en matière synthétique, teinte bleue - Etanchéité : IP 54 (NBN-C ) - Entrée pour câble avec presse-étoupe, voir F. - Type: 25 A/500 V, vierpolig (400 V + N + A) - Kastje: van kunststof, blauwe kleur - Dichtheid: IP 54 (NBN C20-001) - Kabelinvoer met kabelwartel, zie F. b. Bipolaires Tweepolige - - Type : A V, bipolaire (230 V + T) - Boîtier et couvercle : en matière synthétique, moulée, conforme à l'annexe technique MP/01 - Etanchéité : IP 54 (NBN-C ) - Entrée pour câble avec presse-étoupe, voir F. - Type: 10/16 A V, tweepolig (230 V + A) - Kastje en deksel: van kunststof conform technische bijlage MP/01 - Dichtheid: IP 54 (NBN C20-001) - Kabelinvoer met kabelwartel, zie F. B. INTERRUPTEURS B. SCHAKELAARS - Type : 10 A/250 V, bipolaire, à bascule pour montage apparent à simple ou double direction, avec lampe témoin - Type: tweepolige wipschakelaar 10 A/250 V, opbouwmodel, één of twee richtingen, met controlelampje - Boîtier : en résine synthétique moulée de teinte blanche, conforme à la - Huis: wit gegoten kunsthars, overeenkomstig technische bijlage MP/01 l annexe technique MP/01. - Etanchéité : IP 54 (NBN-C ) - Dichtheid: IP 54 (NBN C20-001) - Entrée pour câble avec presse-étoupe, voir F. - Kabelinvoer met kabelwartel, zie F. - Interrupteur à deux directions : un seul des deux interrupteurs est muni d'un témoin de fonctionnement (emplacement à déterminer avec le fonctionnaire dirigeant) ; ce témoin est lumineux lorsque le circuit commandé est sans tension. - Schakelaar met twee richtingen: een enkele van de twee schakelaars is voorzien van een werkingscontrolelampje (plaats te bepalen door de leidend ambtenaar). Dit lampje gaat branden wanneer de bevolen kring zonder spanning is. C. BOITES DE DERIVATION SUR RESEAUX NORMAL C. AFTAKDOZEN VOOR NORMALE NETTEN Entrée pour câble avec presse-étoupe, voir F. Kabelinvoer met kabelwartel, zie F. Les boîtiers (boîtes et coffrets) de raccordement sont réalisés en matériau isolant ; ils comportent un couvercle à joint et vis imperdables dont le passage s effectue à travers des logements situés en dehors du volume De verbindingskasten (dozen en kasten) zijn vervaardigd in een isolerend materiaal; zij hebben een afdichtdeksel en borgschroeven waarvan de doorgang bewerkstelligd wordt via gaten die buiten het PA/01 H 2

230 étanche. Le degré de protection est au minimum de IP 54. Les entrées défonçables sont prévues pour le passage des câbles vie des presse-étoupe, des passe-câble ou des passe-tubes. Le dimensionnement des boîtes et coffrets de raccordement est établi de façon à permettre un raccordement aisé des câbles au moyen de supports à bornes. Ces supports à bornes sont conçus pour le raccordement de plusieurs conducteurs par borne afgedichte volume zitten. De veiligheidsgraad is minstens IP54. De indrukbare ingangen zijn voorzien voor de doorgang van de kabels via kabelwartels, kabel- of buisdoorgangen. De dimensionering van de verbindingsdozen en -kasten wordt zo bepaald dat een gemakkelijke aansluiting van de kabels via steunen met klemmen mogelijk wordt. Deze steunen met klemmen zijn ontworpen voor de aansluiting van meerdere geleiders per klem. D. BOITE DE DERIVATION DE SECURITE (ORANGE). D. AFTAKDOZEN VOOR VEILIGHEIDSNETTEN (ORANJE) La description est identique au point C ci-avant, excepté pour les caractéristiques suivantes : De beschrijving is identiek aan punt C hiervoor met uitzondering van de volgende kenmerken: - Boîtier de dérivation de câble et de connexion IP 66/67. - Kabelaansluit- en verbindingsdoos IP 66/67 - Certification suivant EN Certificatie volgens EN Maintien du fonctionnement électrique 1h30 DIN Behoud van de elektrische werking van 1u30 - DIN Maintien de l isolation CEI Behoud van de isolatie - CEI Boîtier sans halogènes en plastique thermodurcissable. - Halogeenvrije doos in thermohardend plastic - Bornes résistantes aux températures élevées. - Klemmen bestand tegen hoge temperaturen - Montage rapide. - Snelle montage - Protection IP67. - Bescherming IP67 - Presse-étoupe Rf. - Rf kabelwartel E. BOUTONS-POUSSOIRS LUMINEUX E. LICHTGEVENDE DRUKKNOPPEN Type : 10 A/500 V Type: 10 A/500 V Boîtier : matière plastique (annexe technique MP/01) Doosje: plastic (technische bijlage MP/01) Etanchéité : IP 54 Dichtheid: IP 54 Entrées pour câbles avec presse-étoupe, voir.f. Kabelinvoer met kabelwartel, zie F. Diode luminescente : raccordement par vis ou clips, tension alimentation 230 V. Luminescente diode: aansluiting met schroeven of clips, voedingsspanning 230 V Couleur de la LED à soumettre à l approbation du fonctionnaire dirigeant. LED-kleur ter goedkeuring voor te leggen aan de leidend ambtenaar Sur demande du fonctionnaire dirigeant la manette doit être gravée d un symbole. Op verzoek van de leidend ambtenaar moet er op de hendel een symbool gegraveerd zijn F. PRESSE-ETOUPE F. KABELWARTELS PA/01 H 3

231 Les presse-étoupe utilisés sont étanches à la poussière et à l'eau. Cette étanchéité est réalisée par un joint "O-Ring" en néoprène (élongation 200 %) résistant aux huiles, à l'essence, à l'alcool, à l'ozone, aux acides courants et au vieillissement. Ce joint est réalisé en deux parties. Il permet un montage inarrachable. Les appareils en matière plastique sont munis de presse-étoupe en matière plastique. De kabelwartels zijn stof- en waterdicht. Deze dichtheid wordt verzekerd door een "o-ring" pakking. Deze pakking is van neopreen (rekbaarheid 200%) en is bestand tegen oliën, benzine, alcohol, ozon, gewone zuren en veroudering. Ze omvat twee delen en laat een niet afrukbare montage toe. De apparaten van plastic zijn voorzien van kabelwartels van plastic. G. BOITES DE JONCTION G. VERBINDINGSDOZEN Type : moulée à résine thermodurcissable ou thermo-rétractable Type: gevormd uit thermohardend of thermokrimpbaar hars Raccordement des conducteurs : par sertissage Aansluiting van de geleiders: door samendrukking Tension d'isolement : 1 kv Isolatiespanning: 1 kv Isolement de la liaison à MΩ Isolatie van de verbinding MΩ. IP 68 IP 68 Norme d essai en vigueur : VDE 0278 partie 623 Geldende proefnorm : VDE 0278 deel 623 Remarque importante : Belangrijke opmerking: - aucune boîte de jonction n est acceptée sur un câble Rf. - Een verbindingsdoos op een Rf kabel is niet toegestaan H. GAINE THERMORETRACTABLE H. - Gaine thermo-rétractable haute performance résistant à la flamme. - Vlambestendige high performance krimpkous - Application sur 2 couches (sur les conducteurs et sur la gaine extérieure). - Aanbrenging van 2 lagen (op de geleiders en op de buitenmantel) I. INTERRUPTEUR CREPUSCULAIR I. SCHEMERSCHAKELAAR Un interrupteur crépusculaire piloté par une cellule photo-électrique a pour tâche de commander automatiquement l'éclairage des parties de stations bénéficiant de la lumière du jour. De schemerschakelaar gestuurd door een foto-elektrische cel heeft tot taak de verlichting automatisch te bedienen van de stationsgedeelten die van daglicht genieten. L'ensemble présente les caractéristiques suivantes : Het geheel heeft de volgende karakteristieken: - tension nominale : 230 V/50 Hz - nominale spanning: 230 V/50 Hz - pouvoir de coupure : - uitschakelvermogen: o Charge résistive : 16 A/ 250 V o Resistieve belasting: 16 A/250 V o Charge inductive : 2,5 A/250 V Cos ϕ = 0,6 o Inductieve belasting: 2,5 A/250 V - cos ϕ = 0,6 o Seuil de réglage de 2 à lux o Regelniveau van 2 tot lux o temps de réponse : ± 50 s. o Responstijd: ± 50 s PA/01 H 4

232 o Indication de la position des contacts par LED o Indicatie van de stand van de contacten door LED o Degré de protection o Beschermingsgraad interrupteur : IP 20 schakelaar: IP 20 cellule : IP 65 cel: IP 65 o Température ambiante pour la cellule : - 30 à + 70 C o Omgevingstemperatuur voor de cel: -30 C tot +70 C o Capacité de raccordement : bornes prévues pour section de 1,5 à 2,5 mm2 o Mogelijkheden tot aansluiting: klemmen voorzien voor doorsneden van 1,5 tot 2,5 mm² Pour éviter des allumages-extinctions trop rapprochés lors de variations rapides de la luminosité, un filtrage doit être prévu. Ce filtrage doit être réalisé à partir du signal d éclairement en utilisant la technique de l hystérèse. Ce filtrage par hystérèse peut être doublé par un filtrage temporel (temporisation) mais la temporisation ne peut pas constituer l élément filtrant principal. Om te snelle opeenvolgende in- en uitschakelingen te vermijden als gevolg van te snelle variaties van de lichtsterkte, moet er een filtering voorzien worden. Deze filtering moet op basis van het verlichtingssignaal gebeuren met behulp van de techniek van hysteresis. Deze filtering door hysteresis kan gedubbeld worden met een tijdelijke filtering (vertraging) maar deze vertraging mag niet het belangrijkste filtrerende element zijn. L interrupteur crépusculaire devra obligatoirement être couplé avec un interrupteur horaire programmable qui agira en back-up en cas de défaillance de l ensemble cellule-interrupteur crépusculaire. De schemerschakelaar moet verplicht gekoppeld worden aan een programmeerbare klokschakelaar die in back-up moet tussenkomen in geval van falen van het geheel cel-schemerschakelaar. J. RADIATEUR POUR NICHE INCENDIE J. RADIATOR VOOR BRANDNIS Type : calorifère à ailettes de construction compacte pourvu d'éléments de chauffage semi-conducteurs à sécurité intrinsèque et à réglage automatique, limitant la température Type: klein verwarmingstoestel met ribben voorzien van halfgeleidende verwarmingselementen met ingebouwde veiligheid en automatische regeling die de temperatuur beperkt. Caractéristiques électriques : 240 W/ 230 Vac/ Mono Classe 1 Elektrische karakteristieken: 240 W/230 Vac /Mono - Klasse 1 Caractéristiques mécaniques : standard constructeur Fixation par vis Mechanische karakteristieken: standaard constructeur bevestiging door schroeven Teinte : standard constructeur Kleur: standaard constructeur K. COFFRET DE PRISES POUR NICHE INCENDIE K. CONTACTDOOS VOOR BRANDNIS Coffret de prises situés dans les niches incendie Contactdoos in de brandnissen Equipé de 3 prises 1 prise tétrapolaire 16A et 2 prises bipolaires 16A Uitgerust met 3 contacten, 1 vierpolig 16A en 2 tweepolige 16A Coffret IP44 Contactdoos IP44 Coffret en matière plastique (1 module). Doos van plastic (1 module) L. RADIATEUR ELECTRIQUE POUR LOCAUX L. ELEKTRISCHE RADIATOR VOOR LOKALEN PA/01 H 5

233 Type : mural apparent à convection naturelle. Les appareils à ailettes sont exclus de construction compacte pourvu d'éléments de chauffage semiconducteurs à sécurité Type: opbouw op wand met natuurlijke convectie. Toestellen met ribben zijn verboden, compacte constructie voorzien van halfgeleidende verwarmingselementen met veiligheid. Caractéristiques électriques : W/ 230 Vac/Mono Classe 1 Elektrische karakteristieken: 1500 W/ 230 Vac/Mono Klasse 1 Caractéristiques mécaniques : boîtier en tôle émaillée cuite au four Fixation par vis Mechanische karakteristieken: kast in geëmailleerd plaatstaal gebakken in de oven Schroefbevestiging. Teinte : standard constructeur Kleur: standaard constructeur Accessoires : thermostat intégré à l appareil Plage de réglage min : 0 à 20 C avec une sensibilité différentielle de 5 C max. M. SECHE-MAINS M. HANDDROGERS Type : activation par détection infrarouge, sans contact avec l appareil Montage mural en apparent. Toebehoren: thermostaat geïntegreerd in het toestel - Regelgebied min.: 0 tot 20 C met differentiële gevoeligheid van max 5 C. Type: activering door infrarooddetectie, zonder contact met het tioestel Wandmontage opbouw. Caractéristiques Techniques : Technische karakteristieken: Tension : 242 Vac/ 50 Hz Spanning: 242 Vac/50 Hz Puissance nominale : 1600W Nominaal vermogen: 1600W Moteur numérique, sans balais, à courant continu Numerieke motor, zonder borstels, op gelijkstroom Munis d'un détecteur infrarouge pour l'enclenchement automatique à l'approche des mains Uitgerust met een infraroodsensor voor automatisch inschakelen als een hand in de buurt komt Température d utilisation 0-40 Gebruikstemperatuur 0-40 C Consommation d énergie en veille : <0.5W Stroomverbruik in standby: <0,5 W Prévu pour le séchage des mains en 10 secondes. Voorzien voor het drogen van de handen in 10 seconden Caractéristiques mécaniques : Mechanische karakteristieken: Coque en polycarbonate ABS Behuizing van ABS polycarbonaat Revêtement antibactérien Antibacteriële coating Equerre de fixation en acier galvanisé Montagehaak van gegalvaniseerd staal Vis anti-vandale M6 Vandalismebestendige schroeven M6 Protection contre les jets d eau à la lance IP35 Bescherming tegen water uit een spuitlans IP35 Vitesse de l air 690 km/h Luchtsnelheid 690 km/u Teinte : gris ou blanc Kleur: grijs of wit Performances : Prestaties: PA/01 H 6

234 Flux d air 35 l/s Luchtstroom 35 l / s Bruit <62 db à 3m Geluid <62 db op 3 m N. BOUTON D ALARME N. ALARMKNOP Type : Coup de poing Bouton rouge 40mm avec verrouillage enfoncer et à tourner pour déverrouiller Type: Vuistslag. Rode knop Ø 40 mm met ingedrukte vergrendeling en draaiende ontgrendeling Boîtier en matière plastique jaune (voir annexe technique MP/01 D) Kast in plastic van gele kleur (zie technische bijlage MP/01 D) Caractéristique électrique : 125 VDC 0.55 A DC; 13 contacts 1 NO + 1NF Elektrische eigenschappen: 125 VDC, 0.55 A DC; 13 contacten 1 NO + 1 NF Etanchéité : IP 54, entrée pour câble avec presse-étoupe conforme à l'annexe technique PA/01 Waterdichtheid: IP 54, ingang voor kabel met kabelwartel conform de technische bijlage PA/01 O. DETECTEUR DE PRESENCE O. AANWEZIGHEIDSDETECTOR Détecteur de mouvements passif à infrarouge pour montage à l extérieur, qui enclenche des consommateurs électriques dès qu une source de chaleur pénètre dans la zone de détection. Lorsque la source de chaleur quitte la zone de détection, le détecteur de mouvements coupe les consommateurs après un délai réglable. L angle de détection s élève à 220. Pourvu d une zone de surveillance intérieure d environ 4 m sur 360. La zone de détection peut être ajustée aux circonstances locales au moyen du capteur réglable en sens horizontal, vertical et dans l axe. Avec bornes de raccordement enfichables permettant le repiquage et espace de raccordement largement dimensionné. Avec indication de fonction LED intégrée pour le réglage sur le lieu de montage. Une plaque de recouvrement facilement accessible couvre les potentiomètres de réglage du seuil crépusculaire et le temps de retardement. Enveloppe universelle, applicable sans accessoires en montage mural et plafonnier. Fixation aux coins intérieurs et extérieurs et à des tuyaux d écoulement au moyen d un étrier de montage. Le design est indépendant de la position du capteur. La portée de la lentille peut être limitée pour certaines zones au moyen du cache de Passieve infrarood bewegingsdetector geschikt voor buitenmontage die elektrische verbruikers inschakelt zodra een bewegende warmtebron in het detectiebereik komt. De bewegingsdetector schakelt de verbruikers opnieuw uit na verloop van een instelbare tijd van zodra de warmtebron de detectiezone verlaten heeft. De detectiehoek bedraagt 220. Voorzien van een binnenste bewakingszone met een straal van ongeveer 4 m over 360. De detectiezone kan aan de plaatselijke omstandigheden aangepast worden d.m.v. de horizontaal, verticaal en axiaal verstelbare sensorkop. Door steekbare aansluitklemmen geschikt voor doorverbinding en ruime aansluitruimte. Met geïntegreerde LED-functieaanduiding voor regeling op de plaats van montage. Onder de gemakkelijk toegankelijke afdekplaat bevinden zich potentiometers voor de instelling van de schemerdrempel en de vertragingstijd. Met universele behuizing, zonder toebehoren toepasbaar voor muur- en plafondmontage. Bevestiging aan de binnen- en buitenhoeken en aan afvoerbuizen mogelijk d.m.v. een montagehoek. Het design is onafhankelijk van de stand van de sensorkop. Het bereik van de lens kan voor afzonderlijke zones beperkt worden d.m.v. een soepele afdekkap. PA/01 H 7

235 masquage souple. Certains appareils d'éclairage sont munis de détecteur de présence ayant les mêmes descriptions et caractéristiques. Les détecteurs de mouvement sont basés sur la technologie infrarouge et comportent au minimum 220 zones de détection sans zone morte dans un angle de 360. Les détecteurs sont installés au plafond pour détecter une zone d environ 7 m de diamètre ou adaptés à leur condition d emploi (p.ex. détecteur à longue distance pour couloir). Les détecteurs permettent un réglage de distance et un réglage de temporisation de 1 minute à 60 minutes. Ils sont équipés d un jeu de contacts libres de potentiel (NO+NF), 242V-10A. Une LED rouge située sur le boîtier s allume pour l indication de la détection. Ils sont conçus pour fonctionner dans des températures ambiantes de - 10 C à + 45 C, le degré de protection est IP40 et IP 44 dans les locaux techniques, la classe de protection est de type II. Sommige verlichtingstoestellen worden met aanwezigheidsdetectoren uitgerust die dezelfde beschrijvingen en karakteristieken hebben. De bewegingsdetectoren zijn gebaseerd op de infraroodtechnologie en omvatten minstens 220 detectiezones zonder enige dode zone in een hoek van 360. De detectoren worden op het plafond geïnstalleerd om een oppervlak van ongeveer 7 meter in diameter te detecteren ofwel aangepast volgens hun werkomstandigheden (bv. detector voor lange afstand, gangen bv.). De detectoren maken een afstandsinstelling en een tijdsinstelling van 1 tot 60 minuten mogelijk. Ze zijn uitgerust met een set potentiaalvrije contacten (NO + NC), 242V-10A. Een rode LED op de doos gaat branden om een detectie aan te geven. Ze zijn ontworpen om te werken in omgevingstemperaturen van -10 C tot +45 C, de beschermingsgraad is IP40 en IP44 in technische lokalen, de beschermingsklasse is type II. Caractéristiques techniques Technische karakteristieken: Tension nominale : 230 V, ± 10%, 50 Hz Netspanning: 230 V, +/- 10%, 50 Hz Courant commandé max. : 16 A, AC 230 V, cos ϕ = 0,6 Max. schakelstroom: 16 A, AC 230 V, cos ϕ = 0,6 Lampes à halogène: AC 230 V, max W Halogeenlampen: AC 230 V, max W Lampes à incandescence: AC 230 V, max W Gloeilampen: AC 230 V, max W Charge capacitive : max. 35 µf Capacitieve belasting: max. 35 µf Lampes fluorescentes : AC 230 V, max W, non compensées Fluorescentielampen: AC 230 V, max W, niet gecompenseerd Puissance absorbée : < 1 W Eigen verbruik: < 1 W Nombre de plans de surveillance : 7 Aantal detectievlakken: 7 Nombre de zones : 112 avec 448 segments de commande Aantal zones: 112 met 448 schakelsegmenten Angle de détection : 220 Detectiehoek: 220 Portée : max. 12 m Reikwijdte: max. 12 m Sensibilité lumineuse : réglable en continu Lux Lichtgevoeligheid: traploos instelbaar Lux Possibilités de réglage du capteur. Instelmogelijkheden van de sensorkop PA/01 H 8

236 Montage mural : 9 vers le haut, 24 vers le bas, 12 à gauche et à droite, ± 12 dans l axe. Wandmontage: 9 naar boven, 24 naar beneden, 12 links en rechts, ± 12 axiaal Montage plafonnier : 4 vers le haut, 29 vers le bas, 25 à gauche et à droite, ± 8,5 dans l axe. Plafondmontage: 4 naar boven, 29 naar beneden, 25 draaien naar links en rechts, ± 8,5 axiaal Temporisation : réglable de l extérieur en 6 paliers d environ 1 s à environ 8 min Uitschakelvertragingstijd: van buitenaf in 6 stappen instelbaar van ongeveer 1 s tot ongeveer 8 min Température ambiante : - 25 C à + 55 C Omgevingstemperatuur: - 25 C tot + 55 C Directives CE : directive basse tension 73/23/CEE EG richtlijnen: laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG Directive CEM 89/336/CEE EMC-richtlijn 89/336/EEG Degré de protection : IP 55 Beschermingsgraad: IP 55 Couleur : blanc polaire Kleur: polair wit La platine des réglages doit être montée derrière un cache antivandal De regelplaat moet achter een vandalismebestendig dekblad gemonteerd zijn PA/01 H 9

237 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 PETIT APPAREILLAGE DE TABLEAUX ET FILERIE UITRUSTINGEN VOOR BORDEN EN BEDRADING ANNEXE TECHNIQUE PA/02 TECHNISCHE BIJLAGE PA/02 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

238 1. DISJONCTEURS MAGNETOTHERMIQUES 1. MAGNETOTHERMISCHE SCHAKELAARS Voir annexe technique AC/01. Zie technische bijlage AC/ VOYANTS LUMINEUX 2. CONTROLELAMPEN Les voyants lumineux sont du type LED à visser d'un diamètre de 8 mm environ. A présenter préalablement à la mise en oeuvre, au fonctionnaire dirigeant pour approbation. Couleur des voyants Type de signalisation Rouge enclenchement Vert déclenchement Orange défaut De controlelampen zijn van het LED-type, vast te schroeven, met een diameter van ongeveer 8 mm. Zij moeten vóór gebruik aan de leidend ambtenaar ter goedkeuring worden voorgelegd. Kleur van de controlelampen Signalisatietype Rood inschakeling Groen uitschakeling Oranje fout 3. APPAREILS DE MESURE 3. MEETAPPARATUUR - Type à cadre mobile à encastrer - Format 96 x 96 mm - Classe de précision : 1,5 - Type: draaispoeltype geschikt voor inbouw - Formaat: 96 x 96 mm - Precisieklasse: 1,5 4. FILERIES 4. BEDRADING Les fileries intérieures sont réalisées en bottes ou en nappes à l'aide de fils multibrins souples ou monobrins rigides isolés en matière zéro halogène noire et convenablement repérés d'au moins 1,5 mm 2 de section. Dans le cas d'un câblage en fils multribins souples, chaque extrémité est munie d'une cosse ou d'un soulier de câble. De interne bedrading wordt uitgevoerd in bundels of in lagen d.m.v. halogeenvrije geïsoleerde soepele meeraderige of stijve éénaderige draad met een doorsnede van minstens 1,5 mm 2, afdoend gemerkt. Een hulsje of kabelschoen dat de verschillende draadjes samenhoudt wordt aan ieder uiteinde aangebracht bij de meeraderige draad. 5. PLAQUES INDICATRICES ET REPERAGE 5. MERKPLATEN EN MERKTEKENS Le tableau ainsi que toutes les cellules sont identifiés par plaques signalétiques mentionnant, dans les deux langues nationales, les sigles et caractéristiques soumis pour approbation du fonctionnaire dirigeant. De borden en alle cellen zijn identificeerbaar door het aanbrengen van een naamplaatje met in beide landstalen de afkortingen en de teksten die aan de leidend ambtenaar ter goedkeuring werden voorgelegd. PA/02 2

239 Les plaques indicatrices comprennent également celles de la tension et le pictogramme "Danger électrique" à installer sur la porte de chaque local contenant un tableau électrique, fourni par la présente entreprise. Le repérage des appareils et des câbles est soigné. Chaque conducteur est repéré aux deux extrémités. De merkplaatjes voor "Spanning" en "Levensgevaar" zijn hierbij inbegrepen. Deze moeten geïnstalleerd worden op de deur van ieder lokaal die een elektrisch bord bevat, geleverd door de aannemer. Het merken van de apparaten en cellen wordt met zorg uitgevoerd. Iedere geleider wordt aan beide uiteinden gemerkt. 6. DETECTEURS DE PRESENCE TENSION 6. VERKLIKKER VOOR DE AANWEZIGHEID VAN SPANNING - Seuil de déclenchement : 70 à 90 % - Contacts disponibles : 2 inverseurs. - Uitschakeldrempel: 70 tot 90 % - Beschikbare contacten: 2 omschakelaars PA/02 3

240 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 POSE DES CABLES HET LEGGEN VAN KABELS ANNEXE TECHNIQUE PC/01 E TECHNISCHE BIJLAGE PC/01 E 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

241 A. GENERALITES (TIRAGE DES CABLES) A. ALGEMEENHEDEN Lorsque 4 câbles suivent le même trajet, leur pose se fait obligatoirement sur chemin de câbles, ou pour respecter des critères esthétiques sous gaine à câbles. Il est interdit de procéder au tirage des câbles avant vérification et acceptation des chemins de câbles par le fonctionnaire dirigeant. La manutention et le tirage des câbles sont faits avec le plus grand soin sous le contrôle et la surveillance du fonctionnaire dirigeant ou de son délégué. En tout état de cause, l adjudicataire est responsable des avaries qu il pourrait occasionner aux câbles lors des travaux de tirage. Le tirage des câbles se fait à bras d homme, le câble reposant sur des rouleaux disposés dans les tunnels et les sous-quais : l effort de tirage se répartit le long du câble sur le plus grand nombre de points possible. Les rouleaux sont disposés de telle manière que le tirage du câble puisse être effectué sans que celui-ci ne touche le sol. Ces rouleaux doivent tourner aisément, être en bon état et ne pas présenter d aspérité susceptible de blesser la gaine extérieure du câble. La pose d un tronçon de câble est réalisée par une équipe suffisamment nombreuse. Si l adjudicataire ne dispose que d un nombre insuffisant d hommes, le surveillant de pose peut interdire le travail de pose sans que l adjudicataire puisse prétendre à une indemnité quelconque. En fonction des conditions de pose rencontrées, si un tirage de câbles au treuil s avère nécessaire, l effort de traction est limité à 4 kg/mm² de section de cuivre. En tout état de cause, l autorisation du fonctionnaire dirigeant est demandée pour chaque cas particulier. Dans les courbes, les câbles sont posés de telle manière que le rayon minimum de courbure ne soit pas inférieur à 15 (quinze) fois le Wanneer 4 kabels eenzelfde traject volgen, dienen deze verplicht op een kabelbaan gelegd te worden of onder kabelgoot om esthetische criteria na te leven. De kabels mogen niet getrokken worden alvorens de kabelbanen door de leidend ambtenaar geverifieerd en aanvaard werden. Het behandelen en het trekken van de kabels dient zeer zorgvuldig uitgevoerd te worden onder de controle en het toezicht van de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde. De aannemer is in elk geval aansprakelijk voor de schade die hij tijdens het trekken van de kabels zou veroorzaken. De kabels worden met mankracht getrokken vanaf haspels die in de tunnels en op de onderperrons opgesteld worden; de trekkracht wordt over het grootst mogelijke aantal punten over de hele lengte van de kabel verdeeld. De haspels dienen zodanig opgesteld te worden dat de kabel tijdens het trekken de grond niet kan raken. De haspels moeten bovendien ongehinderd draaien, in goede staat verkeren en mogen geen scherpe kanten hebben die de buitenmantel van de kabel kunnen beschadigen. Voor het leggen van een kabelsectie moet de ingezette ploeg voldoende talrijk zijn. Indien de aannemer niet over voldoende manschappen beschikt, kan de opzichter het leggen van de kabels verbieden zonder dat de aannemer daarom op enige schadeloosstelling aanspraak kan maken. Indien het in bepaalde omstandigheden noodzakelijk is om de kabel met een lier te trekken, wordt de trekkracht beperkt tot 4 kg/mm² koperdoorsnede. Hoe dan ook moet voor elk bijzonder geval de machtiging van de leidend ambtenaar gevraagd worden. In de bochten worden de kabels zodanig gelegd dat de minimale kromtestraal nooit kleiner is dan 15 (vijftien) maal de kabeldiameter. PC/01 E 2

242 diamètre du câble. Sur les parcours horizontaux, sur les étagères horizontales et dans les caniveaux, les câbles reposent directement sur les surfaces d appui, sans pièce intermédiaire. Aux endroits de traversée des planchers, les câbles seront protégés de la manière suivante : câbles isolés : tubes en matière plastique zéro halogène échelles à câbles : protection par tôle métallique galvanisée amovible, d une hauteur de 1,5 m et reliée à la terre des étagères. Les câbles à haute tension sont protégés individuellement aux endroits où ils sont facilement accessibles et où ils sont placés à côté d autres câbles. De plus les traversées ont une résistance au feu = 1 h minimum par l utilisation d un produit à faire agréer par le fonctionnaire dirigeant. Op de horizontale kabeltracés, op de horizontale rekken en in de sleuven moeten de kabels rechtstreeks op de steunvlakken rusten, zonder gebruik van een tussenstuk. Waar de kabels door een vloer gaan, worden de kabels als volgt beschermd: geïsoleerde kabels: halogeenvrije buizen in plastic kabelladders: bescherming door middel van afneembare verzinkte metaalplaat van 1,5 m hoog en verbonden met de aarding van de rekken. Op plaatsen waar de hoogspanningskabels gemakkelijk bereikbaar zijn en waar ze naast andere kabels liggen, worden ze individueel beschermd. Bovendien hebben de kabeldoorgangen een brandweerstand = min. 1 u door gebruik te maken van een product dat goedgekeurd moet worden door de leidend ambtenaar. Remarque : Opmerking: L adjudicataire pose des câbles d une manière très ordonnée et évite, notamment, les croisements. Cette pose doit laisser la possibilité aux entreprises ultérieures d exécuter la pose des câbles futurs sans croisement. Au cas où le fonctionnaire dirigeant constate que la pose des câbles est négligée, l adjudicataire doit reprendre le travail de pose jusqu à approbation de celle-ci. Etant donné que des câbles sont mis à sa disposition, l adjudicataire mesure préalablement les longueurs à mettre en oeuvre et remet au fonctionnaire dirigeant la liste des longueurs mesurées ainsi que le planning des mises à disposition. De aannemer zorgt ervoor dat kabels op een goed geordende manier gelegd worden en dat met name elke kruising vermeden wordt. Dit moet aan de volgende aannemers de mogelijkheid bieden om hun kabels zonder kruisingen te leggen. Ingeval de leidend ambtenaar vaststelt dat het leggen van de kabels veronachtzaamd werd, moet de aannemer het werk overdoen tot het goedgekeurd kan worden. Aangezien er kabels ter beschikking gesteld worden, dient de aannemer voorafgaandelijk de lengtes te meten die verwerkt moeten worden en aan de leidend ambtenaar de lijst met de gemeten lengtes alsook de planning van de terbeschikkingstelling te overhandigen. Pour mémoire, le Pouvoir Adjudicateur met à disposition de Ter herinnering: de Aanbestedende Overheid stelt alle speciale kabels PC/01 E 3

243 l adjudicataire tous les câbles spéciaux (type RF et H.T. notamment) et tous les câbles normaux d une section de 16 mm² et plus. De plus, les longueurs restant sur bobines seront mesurées de manière à reconstituer un stock ou à permettre à l adjudicataire d utiliser ces longueurs lors de poses de câbles ultérieures. De telles longueurs qui s avéreraient inutilisables, et donc commandées par excès abusif, donneront lieu à l application des pénalités prévues aux Clauses Administratives (Art 20 4). Sont une charge de l entreprise les chargements et transports éventuels des bobines d un dépôt situé dans l agglomération bruxelloise, pour prise en charge et/ou pour remise des soldes subsistant sur des bobines. (met name van het type RF en HS) en alle normale kabels met een doorsnede van minstens 16 mm² en meer ter beschikking van de aannemer. Bovendien dienen de lengtes die op de haspels overschieten, gemeten te worden zodat een voorraad aangelegd kan worden of deze lengtes bij latere kabelplaatsingen gebruikt kunnen worden. Indien deze lengtes onbruikbaar zouden zijn en dus opzettelijk te veel zouden besteld zijn, gelden de geldstraffen van de Administratieve Bepalingen (Art. 20 4). Het eventuele laden en transporteren van de haspels van of naar een eventuele opslagplaats in de Brusselse agglomeratie voor overname en/of om de overschotten terug te brengen, zijn ten laste van de aannemer. B. PARTICULARITES CONCERNANT LA POSE DES CABLES B. BIJZONDERHEDEN BETREFFENDE HET LEGGEN VAN DE KABELS 1. Pose sur chemin de câbles 1. Plaatsen op kabelbanen Sur les étagères horizontales les câbles sont fixés à chaque changement de direction et tous les 3 m dans les espaces techniques et tous les 20 m dans les tunnels et sous-quais. Sur les échelles verticales, les câbles sont fixés tous les 50 cm. Les câbles haute tension, basse tension et signalisation sont séparés, les uns par rapport aux autres. Les câbles sont fixés aux échelons au moyen de colliers en matériaux et de dimensions adaptées au câble. Les câbles quittent les étagères horizontales obligatoirement en passant entre 2 (deux) barreaux ou tout dispositif similaire approuvé au préalable par le fonctionnaire dirigeant. Le trajet de transition des câbles entre les étagères horizontales et les échelles verticales, à l entrée de certaines stations, est maintenu le plus réduit possible. Pour ce faire, il est notamment fait usage de ferrures supportant la nappe des câbles. Op de horizontale rekken worden de kabels bevestigd ter hoogte van elke richtingsverandering, om de 3 m in de technische ruimten en om de 20 m in de tunnels en de onderperrons. Op de verticale ladders worden de kabels om de 50 cm bevestigd. De hoogspannings-, laagspannings- en signalisatiekabels worden van elkaar gescheiden. De kabels worden aan de sporten bevestigd met behulp van klemmen in materialen en met afmetingen die aangepast zijn aan de kabel. De kabels dienen de horizontale rekken verplicht tussen 2 (twee) dwarsprofielen of elke gelijkaardige, door de leidend ambtenaar vooraf goedgekeurde inrichting te verlaten. Het traject van de overgang van de kabels van horizontaal rek naar verticale ladder, aan de ingang van bepaalde stations, moet zo kort mogelijk gehouden worden. Hiertoe wordt met name gebruik gemaakt van steunijzers waarop het net van kabels steunt. PC/01 E 4

244 En particulier l Entrepreneur prend toutes les mesures nécessaires notamment lors du choix et de la pose des câbles pour éviter tout type de perturbation électromagnétique néfaste pouvant affecter ou compromettre le bon fonctionnement des installations. L entrepreneur veillera également à respecter l article 104 du RGIE ainsi que toutes les impositions concernant les classes autorisées de la réaction au feu des canalisations électriques. In het bijzonder moet de Aannemer alle nodige maatregelen treffen bij de keuze en het leggen van de kabels om elke vorm van schadelijke elektromagnetische interferentie te voorkomen die de goede werking van de installaties kan beïnvloeden of in gevaar brengen. De aannemer moet ook toezien op de naleving van artikel 104 van het AREI en alle voorschriften betreffende de toegestane klassen van het gedrag bij brand van de elektrische leidingen 2. Pose sous tubes renforcés 2. Plaatsen onder versterkte buizen - Tube renforcé zéro halogène conforme à la norme EN et à l annexe technique MP/01 - Diamètre M16, M20, M25, M35 et M50 - Fixé tous les 0,5 m maximum : À l aide d attache fermée par 2 vis dans les zones publiques A l aide d attaches clips dont la fixation au mur peut-être partie intégrante de l attache sous forme de cheville à enfoncer - Versterkte buis halogeenvrij conform de norm EN en de technische bijlage MP/01 - Diameter M16, M20, M25, M35 en M50 - Bevestigd om de 0,5 m maximum: Met behulp van een klein gesloten met 2 schroeven in de publieke zones Met behulp van geclipste klemmen waarvan de bevestiging op de muur deel kan uitmaken van de klem in de vorm van een plug die ingeslagen moet worden - Les attaches sont conformes à l annexe technique MP/01. - De klemmen zijn conform de technische bijlage MP/ Pose sous gaine à câbles fermés 3. Plaatsen onder gesloten kabelgoot - Matière PC-ABS - Résistance aux chocs > 10 kj/mm² - Conforme à l annexe technique MP/01 - Fixé tous les 0,5 m maximum à l aide de vis dans des chevilles en nylon - Materiaal PC-ABS - Schokbestendigheid > 10 kj/mm² - Conform de technische bijlage MP/01 - Bevestigd om de 0,5 m maximum met behulp van pluggen uit nylon 4. Pose sous gaine de sol encastrée Description générale 4. Plaatsen onder ingebouwde vloergoten Algemene beschrijving - gaine de sol noyée à fixer au sol brut pour chape de 63 ou 73 mm - verzonken vloergoot te bevestigen op de brute vloer voor een afwerkingsvloer van 63 of 73 mm - l ensemble est conforme à la norme EN het geheel is conform de norm EN conforme au RGIE - conform het AREI - les matières plastiques seront conformes à l annexe technique - de plastic materialen zijn conform de technische bijlage MP/01 PC/01 E 5

245 MP/01 Les gaines de sol sont placées dans la chape et permettent le passage des câbles vers les boîtes de sol. Elles sont construites en tôle d acier galvanisé ou électro-zingué d une épaisseur minimale de 1,5 mm pour la partie supérieure et de 1 mmm pour le reste. Sauf indications aux plans, les gaines de sol sont généralement pourvues de deux compartiments séparés par des tôles métalliques dont l épaisseur est au minimum de 1 mm. Les coudes de remontée des gaines (en allèges ou en tableaux) sont fermés par une membrane facilement perçable. Les différents tronçons de gaines sont réunis entre eux par des manchons d accouplement en tôle d acier galvanisé évitant des blessures éventuelles des câbles et formant un joint étanche à la pénétration de la chape. Dimensions (l x h) x + 30 mm x + 40 mm x + 30 mm x + 40 mm Exécution Méthode Sendzimir : Zingage par trempage en continu suivant EN Les étriers d accouplement disposent de pattes pour la fixation au sol et la mise à la terre. Boîtier d accès - adapté pour des croisements, des dérivations et des coudes. De vloergoten worden in de afwerkingsvloer gelegd en maken de doorgang van de kabels naar de vloerdozen mogelijk. Ze zijn gemaakt van verzinkte of elektroverzinkte staalplaat met een minimale dikte van 1,5 mm voor het bovenste deel en 1 mm voor de rest. Tenzij anders aangegeven op de plannen worden de vloergoten gewoonlijk voorzien van twee compartimenten gescheiden door metalen platen waarvan de dikte minstens 1 mm bedraagt. De ellebogen voor het weer naar-boven-gaan van de goten (aan steunmuren of borden) zijn afgesloten door een gemakkelijk doorboorbaar membraan. De verschillende secties van vloergoten worden onderling verbonden door verbindingsmoffen van verzinkte staalplaat die eventuele schade aan de kabels voorkomen en een afdichting bij het binnendringen van de dekvloer vormen. Afmetingen (l x h) x + 30 mm x + 40 mm x + 30 mm x + 40 mm Uitvoering Sendzimir verzinkt: continu dompelverzinkt volgens EN De koppelstrips zijn voorzien van buiglippen die zowel voor de bevestiging aan de vloer als voor de aarding zorgen. Toegangsdoos - geschikt voor het maken van kruisingen, aftakkingen en bochten. - hauteur réglable entre 60 et 140 mm. - hoogte regelbaar tussen 60 en 140 mm. PC/01 E 6

246 - la partie supérieure est munie d un couvercle en acier dans un premier temps et remplacé par une plaque encastrée de 3 mm d épaisseur dotée d une ouverture pour un couvercle carré. - le couvercle définitif sera en inox carré pour revêtements en carrelage suivant VDE , avec un indice IP54 suivant IEC de bovenzijde is voorzien van een tijdelijk stalen deksel en wordt vervangen door een inbouwplaat van 3 mm dik die voorzien is van een opening voor een vierkant deksel. - het definitieve deksel moet van inox zijn voor vierkante vloertegelbekleding volgens VDE , met een index IP 54 volgens IEC529. C. REPÉRAGE DES CÂBLES C. MERKEN VAN DE KABELS IMPORTANT BELANGRIJK Le repérage à l aide d un marqueur indélébile est INTERDIT. Het merken met behulp van een onuitwisbare marker is VERBODEN. Généralités Algemeenheden Les repères sont placés : aux 2 (deux) extrémités du câble et à chaque changement de direction sur échelles à câbles et passages sous la voie De merktekens worden aangebracht: aan de 2 (twee) uiteinden van de kabel en op elke verandering van richting op kabelladders en doorvoeringen onder het spoor. en tunnel au droit des coffrets de commande de l éclairage tunnel. in tunnels ter hoogte van de bedieningskastjes van de tunnelverlichting à chaque extrémité d une boîte de jonction. aan elk uiteinde van een verbindingskast de chaque côté des traversées des parois et planchers. aan elke kant van een doorvoer van wanden of vloeren aux endroits des regards et fosses de visite. aan de kabel- en inspectieputten à chaque boîte de dérivation un seul câble peut-être repéré, ce repère devant être répété au fond de la boîte. à chaque entrée de prise, interrupteur, appareil d éclairage et tout autre utilisateur. aan elke aftakdoos mag één enkele kabel gemerkt worden, dit merkteken wordt herhaald op de bodem van de doos. aan elke ingang van een stopcontact, schakelaar, verlichtingstoestel en elke andere gebruiker. en ligne droite, au maximum tous les 20 m. in een rechte lijn, maximaal om de 20 m. PC/01 E 7

247 Ce système de repérage comporte différentes couleurs correspondantes aux réseaux distribués (BT normal, BT secours, BT normal/secours, BT no-break, détection incendie, contrôle d accès, autres ). Dit systeem van merken omvat verschillende kleuren die overeenkomen met de gedistribueerde netwerken (normale LS, nood LS, normale/nood LS, LS no-break, branddetectie, toegangscontrole, andere ). En tunnel In tunnel L identification des câbles est réalisée par des plaquettes en matière thermoplastique gravée. La hauteur des lettres est de 7 mm minimum. Les plaquettes sont posées longitudinalement par rapport au câble et au moyen de deux colliers répondant aux spécifications reprises au chap. II D ci-avant Ils portent, au minimum, et de manière indélébile le numéro de repère du câble Le repérage est conforme aux desiderata du fonctionnaire dirigeant en respectant le principe du marquage par tenant -aboutissant. Les numéros de câbles comportent 1 à 3 (une à trois) lettres, comme indiqué ci-dessous et, en outre, 2 (deux) groupes de 2 (deux) nombres séparés par un trait. Ces nombres indiquent le poste origine et le poste aboutissement du câble * E. pour les câbles d éclairage (alimentation lampes) * P. pour les câbles des circuits prises tunnel * B.P. pour les câbles des boutons poussoirs. Ce repérage comporte en principe 8 chiffres et 2 lettres (80-81 E 04-05). De identificatie van de kabels moet gerealiseerd worden met gegraveerde plaatjes in thermoplastisch materiaal. De hoogte van de gegraveerde letters is minimaal 7 mm. De plaatjes moeten geplaatst worden in de lengterichting ten opzichte van de kabel en met behulp van twee bandjes die voldoen aan de specificaties in hoofdstuk II D hierboven. Op de plaatjes staat minstens het onuitwisbare kennummer van de kabel. Het merken gebeurt overeenkomstig de wensen van de leidend ambtenaar en conform het markeringsprincipe door begin- en eindpunt. De kabelnummers bestaan uit 1 tot 3 (één tot drie) letters zoals hierna beschreven en ook uit 2 (twee) groepen van 2 (twee) door een streepje gescheiden getallen. Deze getallen duiden de uitgangspost en de eindpost van de kabel aan * E. voor de verlichtingskabels (voeding van de lampen) * P. voor de stopcontactenkringen in de tunnel * B.P. voor de drukknopkabels. Deze markering bestaat in principe uit 8 cijfers en 2 letters (80-81 E 04-05). En station In het station - Le repère standard comporte 4 caractères comme suit : - Het standaardmerkteken bestaat uit 4 lettertekens als volgt: * 1 er caractère : 1 chiffre Numéro du tableau * 2 ième caractère : 1 lettre Tranche du tableau * 3 ième et 4 ième caractère : 1 ou 2 chiffres Numéro du circuit * 1 e teken: 1 cijfer Nummer van het bord * 2 e teken: 1 letter Onderdeel van het bord * 3 e en 4 e teken: 1 of 2 cijfers Nummer van de kring PC/01 E 8

248 - Le repère est de type indélébile soit de type gravé soit avec film protecteur. - Les caractères sont de type majuscules imprimées. - Le repère est fixé par collier ou autocollant avec film protecteur qui fait au moins un tour complet du câble. Tout repère provisoire sera ôté du câble. - Het merken is van het onuitwisbare type, hetzij van het gegraveerde type hetzij met beschermingsfilm. - De lettertekens zijn van het type gedrukte hoofdletters. - Het merkteken wordt met een bandje bevestigd of met een zelfklever met beschermingsfilm die minstens een volledige omtrek van de kabel maakt. Alle voorlopige merktekens moeten van de kabel verwijderd worden. PC/01 E 9

249 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 PROTECTION INCENDIE BRANDBEVEILIGING ANNEXE TECHNIQUE PI/01 C TECHNISCHE BIJLAGE PI/01 C 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

250 DETECTION INCENDIE BRANDDETECTIE De manière à être compatible avec le matériel déjà installé dans le réseau de métro et de pré-métro de Bruxelles, le matériel de détection incendie doit satisfaire aux caractéristiques techniques listées ci-dessous : Teneinde verenigbaar te zijn met het reeds geïnstalleerde materieel in het metro- en premetronet van Brussels, dient het branddetectiematerieel te beantwoorden aan de volgende technische karakteristieken: DETECTEURS AUTOMATIQUES AUTOMATISCHE MELDERS Détecteurs optiques. Optische detetctors Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 122µA Courant en mode normal : 390µA Courant en alarme : 19mA Température de fonctionnement : -10 C à +50 C Température de stockage : (RHV <80% à 60 C) : -30 C à +60 C Taux maximum d humidité : (à 40 C, non condensé) < 95%RH Indice de protection : IP42 Dimension (Ø x h avec socle) : 100/46 Couleur : ivoire Bedrijfsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruiksmodus: 120 µa Stroomverbruik operationeel: 390 µa Stroomverbruik in alarm: 19mA Bedrijfstemperatuur: -10 C tot +50 C Opslagtemperatuur: (RV <80% bij 60 C): -30 C tot +60 C Relatieve vochtigheid: (bij 40 C, niet gecondenseerd) < 95% RV Beschermingsindex: IP42 Afmetingen (Ø x h met sokkel): 100/46 mm Kleur: ivoor Détecteurs multicritères thermiques. Thermische detectors (multicriteria) Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 110µA Courant en mode normal : 350µA Courant en alarme : 19mA Température de fonctionnement : -10 C à +70 C Température de stockage : (RH <80% à 60 C):-30 C à +70 C Taux maximum d humidité : (à 40 C, non condensé) < 95%RH Bedrijfsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruiksmodus: 110 µa Stroomverbruik operationeel: 350 µa Stroomverbruik in alarm: 19mA Bedrijfstemperatuur: -10 C tot +70 C Opslagtemperatuur: (RV <80% bij 60 C): -30 C tot +70 C Relatieve vochtigheid: (bij 40 C, niet gecondenseerd) < 95% RV PI/01 C 2

251 Indice de protection : IP42 Dimension (Ø x h avec socle) : 100/46 Couleur : ivoire Beschermingsindex: IP42 Afmetingen (Ø x h met sokkel): 100/46 mm Kleur: ivoor Détecteurs multicritères optique/thermique Optische/thermische detectors (multicriteria) Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 120µA Courant en mode normal : 450µA Courant en alarme : 19mA Température de fonctionnement : -10 C à +50 C Température de stockage : (RH <80% à 60 C):-30 C à +60 C Taux maximum d humidité : (à 40 C, non condensé) < 95%RH Indice de protection : IP42 Dimension (Ø x h avec socle) : 100/46 Couleur : ivoire Bedrijfsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruiksmodus: 120 µa Stroomverbruik operationeel: 450 µa Stroomverbruik in alarm: 19mA Bedrijfstemperatuur: -10 C tot +50 C Opslagtemperatuur: (RV <80% bij 60 C): -30 C tot +60 C Relatieve vochtigheid: (bij 40 C, niet gecondenseerd) < 95% RV Beschermingsindex: IP42 Afmetingen (Ø x h met sokkel): 100/46 mm Kleur: ivoor Socles Sokkeltypes Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode normal : 50µA Courant en court-circuit : <10mA Courant maximum de court-circuit : 1A Courant en alarme : 19mA Température de fonctionnement : -10 C à +50 C Température de stockage : (RH <80% à 60 C):-30 C à +60 C Taux maximum d humidité : (à 40 C, non condensé) < 95%RH Indice de protection : IP42 Diamètre: 100mm Couleur : ivoire Bedrijfsspanning: Vdc Stroom bij normale modus: 50 µa Stroom bij kortsluiting: <10mA Max. kortsluitstroom: 1A Stroomverbruik in alarm: 19mA Bedrijfstemperatuur: -10 C tot +50 C Opslagtemperatuur: (RV <80% bij 60 C): -30 C tot +60 C Relatieve vochtigheid: (bij 40 C, niet gecondenseerd) < 95% RV Beschermingsindex: IP42 Diameter: 100 mm Kleur: ivoor PI/01 C 3

252 LES DETECTEURS MANUELS MANUELE DETECTORS Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 85µA Courant en mode normal : 230µA Courant en alarme : 4.1mA Température de fonctionnement : -10 C à +50 C Température de stockage : (RH <80% à 60 C):-30 C à +70 C Taux maximum d humidité : (à 40 C, non condensé) < 95%RH Indice de protection : IP42 Dimension (L x l x h hors socle de montage apparent) : 88 x 88 x 20 mm Couleur : ivoire Bedrijfsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruiksmodus: 85 µa Stroomverbruik operationeel: 230 µa Stroomverbruik in alarm: 4.1mA Bedrijfstemperatuur: -10 C tot +50 C Opslagtemperatuur: (RV <80% bij 60 C): -30 C tot +70 C Relatieve vochtigheid: (bij 40 C, niet gecondenseerd) < 95% RV Beschermingsindex: IP42 Afmetingen (L x B x H zonder montagesokkel voor opbouw): 88 x 88 x 20 mm Kleur: ivoor Bouton poussoir d alarme Alarmdrukknop Caractéristiques Karakteristieken Type: Coup de poing Bouton rouge 40mm avec verrouillage enfoncer et à tourner pour déverrouiller Boîtier en matière plastique jaune ( voir annexe technique MP/01 D) Caractéristique électrique : 125 VDC 0.55 A DC ; 13 contacts 1NO +1NF Etanchéité: IP 54, entrée pour câble avec presse-étoupe conforme à l'at PA 01 Type: Vuistslag. Rode knop Ø40 mm met ingedrukte vergrendeling en draaiende ontgrendeling Kast in plastic van gele kleur (zie technische bijlage MP/01 D) Elektrische eigenschappen: 125 VDC, 0.55 ADC ; 13 contacten 1NO + 1NF Waterdichtheid: IP 54, ingang voor kabel met kabelwartel conform PA/01 MODULE D ASSERVISSEMENT STURINGSMODULES Module d acquisition Inputmodule Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 97µA Bedrijfsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruiksmodus: 97 µa PI/01 C 4

253 Courant en mode normal : 280µA Courant en alarme (deux entrées active) : 4.3mA Stroomverbruik operationeel: 280 µa Stroomverbruik in alarm (2 actieve ingangen): 4,3 ma Module de commande. Outputmodule Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 120µA Courant en mode normal : 300µA Courant pendant l adressage : 22mA Bedrijfsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruiksmodus: 120 µa Stroomverbruik operationeel: 300 µa Stroomverbruik tijdens adressering: 22 ma Module d acquisition et de commande Input/output-module Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 120µA Courant en mode normal : 300µA Courant pendant l adressage : 22mA Bedrijfsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruiksmodus: 120 µa Stroomverbruik operationeel: 300 µa Stroomverbruik tijdens adressering: 22 ma Module de commande sirène Sirene controlemodule Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Alimentation externe : 19,2 à 30 V DC Courant en mode basse consommation : 106µA Courant en mode normal : 290µA+200µA par ligne active Courant en alarme (par ligne): 8mA Bedrijfsspanning: Vdc Externe voeding: 19,2 tot 30 V DC Stroomverbruik lage verbruiksmodus: 106 µa Stroomverbruik operationeel: 290 µa+200 µa per actieve lijn Stroomverbruik in alarm (per lijn): 8 ma Sirènes d alarme Alarmsirenes Caractéristiques Karakteristieken Type : multi tonalité U = 24 VDC Fonctionnement garanti entre: - 20 C et 80 C Puissance sonore réglable de ± 90 à ± 110 dba Type: multi tonaliteit U = 24 VDC Gewaarborgde werking tussen 20 C en +80 C Regelbaar geluidsvermogen van + 90 tot dba Dichtheid: IP 65 PI/01 C 5

254 Etanchéité : IP 65 Entrées pour câbles avec PE (voir paragraphe F) Boîtier de teinte rouge A consommation réduite permettant l utilisation de conducteur de 1,5 mm² de section sans chute de tension préjudiciable Ingangen voor kabels met wartel (zie paragraaf F) Kast met rode kleur Met beperkt verbruik en die het gebruik van een geleider met een doorsnede van 1,5 mm² toelaat zonder nadelige spanningsval. EXTINCTEURS BLUSAPPARATEN A. APPAREILS A POUDRE A. POEDERBLUSAPPARATEN INTERDIT. VERBODEN. PI/01 C 6

255 B. APPAREILS A ANHYDRIDE CARBONIQUE B. TOESTELLEN MET KOOLDIOXIDE Ces appareils sont en général placés dans les locaux de tableaux électriques. Ils sont du type mobile sur chariot et ont une commande par gâchette avec possibilité d'arrêt et de reprise de l'opération de décharge. Ils se manœuvrent en agissant sur une gâchette, après descellement de la barrette. Ils sont munis d'un tromblon monté en bout de flexible. Ces appareils contiennent une charge utile de CO 2 d'au moins 10 dan. Les récipients sont en tôle d'acier protégés contre la corrosion et peints extérieurement en couleur rouge comme pour les appareils à poudre (voir par. A). Le réservoir est éprouvé à une pression adéquate et muni d'un organe de sécurité taré suivant les prescriptions légales en vigueur. La sécurité du percuteur est assurée par une plaquette sur laquelle vient se fixer le plomb de scellement ainsi que la chaînette, toutes deux en métal plastifié. Deze toestellen worden in het algemeen opgesteld in de lokalen met elektrische borden. Zij zijn van het beweegbare type op wagentje en hebben een bediening met handgreep, met de mogelijkheid om de ontlaadoperatie te stoppen of te hernemen. Zij worden bediend met een handgreep nadat de trekpin met loodje verwijderd werd. Ze zijn uitgerust met een divergerend spuitstuk op het uiteinde van de soepele verbindingsbuis. De toestellen hebben een nuttige lading CO 2 van minstens 10 dan. De vaten zijn van staalplaat beschermd tegen roest en uitwendig in een rode verf geschilderd zoals de poederblusapparaten (zie par. A). Het reservoir wordt beproefd met een afdoende druk en voorzien van een veiligheidsinrichting gekalibreerd volgens de geldende wettelijke voorschriften. De beveiliging van de slagpin wordt verzekerd door een plaatje waaraan het loodje en de ketting bevestigd worden, beide uit geplastificeerd metaal. C. PRESCRIPTIONS C. VOORSCHRIFTEN Les équipements et produits fournis répondent aux prescriptions des normes NBN S et S et à la NT 105 de l'a.n.p.i. Le label BENOR-V est obligatoire. De uitrustingen en geleverde producten beantwoorden aan de voorschriften van de normen NBN S en S en aan NT 105 van het N.V.B.B.. Het BENOR-V label is verplicht. Les inscriptions sur les équipements sont bilingues (français-néerlandais). De aanduidingen op de toestellen zijn tweetalig (Nederlands - Frans). Les modes d'emploi du matériel sont indiqués par image ou par texte bilingue. De gebruiksaanwijzing van het materiaal gebeurt via beeldjes of door tweetalige tekst. D. EXTINCTEUR A MOUSSE PORTATIF (eau + additifs) D. DRAAGBARE SCHUIMBLUSSER (water + additieven) L extincteur à mousse portatif répond à la norme en vigueur NBN EN 3 partie 1 à 5 et est homologué BENOR et pourvu du label BENOR qui atteste de sa conformité De draagbare schuimblusser beantwoordt aan de geldende norm NBN EN 3 deel 1 tot 5 en is BENOR gekeurd en voorzien van een BENOR label dat deze conformiteit attesteert. PI/01 C 7

256 L extincteur à mousse est rempli d eau et d additifs. L additif moussant est complètement séparé des autres liquides. Le premier additif assure l extinction des matières solides (classe A 27 A minimum). Le deuxième additif moussant assure l extinction des liquides ou des solides liquéfiables (classe B classe 233 B minimum). De schuimblusser is gevuld met water en additieven. Het schuimadditief wordt volledig gescheiden gehouden van de andere vloeistoffen. Het eerste additief verzekert de blussing van de vaste stoffen (klasse A 27 A minimum). Het tweede schuimadditief verzekert de blussing van vloeibare en vloeibaar wordende stoffen (klasse B 233 B minimum). L eau : comme réfrigérant et porteur des deux produits précédents. Water: als koelmiddel en drager van de beide vorige producten. L extincteur à mousse n est pas sous pression permanente. De schuimblusser staat niet onder permanente druk. Le support mural est fixé à la tête de l extincteur (à mousse) et le support est fourni avec. Le récipient (corps de l extincteur) est en acier, et la surface intérieure et extérieure sont émaillées par procédé électrostatique. La pression d éclatement est au moins 55 bar. La poignée de percussion est en synthétique ce qui empêche toute oxydation. Le percuteur est monté sur la tête de l appareil et sert également de poignée pour transporter celui-ci. Après la mise sous pression, la poignée se met en position basse. Ceci permet de vérifier visuellement si l appareil a déjà été utilisé. De ophangbeugel zit vast aan de kop van de schuimblusser en de ophanghaak wordt bijgeleverd. Het recipiënt (romp) is van staal, en is inwendig en uitwendig elektrostatisch gemoffeld. De barstdruk is minstens 55 bar. De percussiehendel is uit kunststof zodat het geheel corrosievrij is. De percussiehendel is tegelijkertijd het draaghandvat en is bovenaan het toestel gemonteerd. Na het onder druk zetten van het toestel blijft de percussiehendel in een verlaagde positie staan. Dit geeft aan of het toestel al dan niet in gebruik werd gesteld. PI/01 C 8

257 L éjection de la mousse se fait par un tuyau souple pivotant, ce qui permet une utilisation facile autant pour les gauchers que pour les droitiers. Le débit est réglable à l aide d un pistolet qui se trouve à l extrémité du tuyau. Le pistolet diffuseur de mousse est en matière synthétique de haute qualité, ce qui exclut toute corrosion. De schuimuitdrijving gebeurt langs een soepele slang die dank zij haar draaibare aansluiting zowel linkshandig als rechtshandig gebruik mogelijk maakt. Het debiet wordt geregeld door een knijpkraan die zich op het uiteinde van de slang bevindt. De knijpkraan met schuimvormer is vervaardigd uit hoogwaardige kunststof zodat corrosievorming uitgesloten is. Unité d assurance : 1 et 1 ½ Verzekeringseenheid: 1 en 1 ½ Poids : ± 11 of ± 15,0 kg Gewicht: ± 11 of ± 15,0 kg E. Paroi résistante au feu E. Brandwerende wand Documents de référence. Referentiedocumenten Normes Normen NBN Protection contre l incendie Comportement au feu des matériaux et éléments de construction Résistance au feu des éléments de construction NBN IEC61034 Mesure de la densité de fumées dégagées par des câbles brûlant dans des conditions définies IEC61034 Beveiliging tegen brand - Gedrag bij brand bij bouwmaterialen en bouwelementen - Weerstand tegen brand van bouwelementen Meting van de dichtheid van de rook ontwikkeld door elektrische leidingen bij verbranding onder bepaalde omstandigheden Traversée ou incorporation dans une paroi. La traversée par un équipement ou son incorporation dans une paroi ne peuvent diminuer les caractéristiques de stabilité, d acoustique, d isolation thermique, d étanchéité et de résistance au feu de la paroi. Doorgang of opname in een wand. De doorgang door een uitrusting of zijn opname in een wand mag de stabiliteitseigenschappen, de akoestische eigenschappen, de thermische isolatie, de waterdichtheid en de brandwerende eigenschappen van de wand niet verminderen. Dans ce cas, les chemins de câbles sont interrompus au droit de la paroi. In dit geval worden de kabelbanen onderbroken ter hoogte van de wand. Après la traversée ou l incorporation d équipements dans une paroi résistante au feu, les ouvertures sont ragréées de manière à redonner à la paroi traversée ses priorités initiales de résistance au feu. Na de doorgang of opname van uitrustingen in een brandwerende wand worden de openingen op zo een manier hersteld dat de doorkruiste wand opnieuw over zijn aanvankelijke prioriteiten op het vlak van brandwerendheid beschikt. Le ragréage coupe-feu doit être réalisé entre les équipements et les De brandwerende herstelling moet tussen de uitrustingen en de kokers of de PI/01 C 9

258 fourreaux ou les équipements et le béton. Il ne peut subsister aucun espace libre. De plus, le produit de ragréage doit être déposé autour des canalisations sur une longueur minimale de 30 cm au de part et d autre de la paroi. Les ragréages coupe-feu présentent la même résistance au feu que l élément traversé. uitrustingen en het beton gerealiseerd worden. Er mag geen vrije ruimte overblijven. Bovendien moet het afdichtende product rond de leidingen over een minimale lengte van 30 cm aan weerszijden van de wand aangebracht worden. De brandwerende herstellingen moeten dezelfde brandwerendheid hebben als het doorkruiste element. Les matériaux utilisés doivent : De gebruikte materialen moeten/mogen: - Etre incombustibles - Onbrandbaar zijn - Ne pas dégager des gaz toxiques ni être corrosifs - Geen giftige gassen afgeven noch bijtend zijn - Présenter la résistance au feu requise - De vereiste brandweerstand hebben - Résister à l humidité et aux moisissures - Aan vocht en schimmel weerstaan - Conserver leurs propriétés physiques et chimiques dans le temps - Hun fysische en chemische eigenschappen behouden in de tijd - Présenter une adhérence excellente - Een uitstekende hechting hebben - Etre imperméables aux fumées et aux gaz - Ondoordringbaar zijn voor rook en gas - Permettre la pose ultérieure de nouveaux câbles - De plaatsing achteraf van nieuwe kabels mogelijk maken L Entrepreneur doit fournir pour le produit de ragréage coupe-feu, un certificat d essais établi par un laboratoire agréé. En outre, le fabricant du produit doit délivrer à l Entrepreneur une garantie de bonne exécution de la mise en œuvre du produit. De Aannemer moet voor het brandwerend afdichtende product een testcertificaat bezorgen dat door een erkend laboratorium uitgereikt werd. Bovendien moet de fabrikant van het product aan de Aannemer een garantie geven voor de goede uitvoering van de plaatsing van het product. PI/01 C 10

259 PI/01 C 11

260 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 RECOMMANDATIONS RELATIVES À LA RÉSISTANCE AU FEU DES TRAVERSÉES D ÉLÉMENTS DE CONSTRUCTION. AANBEVELINGEN BETREFFENDE DE WEERSTAND TEGEN BRAND VAN DE DOORVOERINGEN VAN BOUWELEMENTEN ANNEXE TECHNIQUE PI/02 TECHNISCHE BIJLAGE PI/02 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

261 CHAPITRE I CHAMP D APPLICATION HOOFDSTUK I TOEPASSINGSGEBIED Les présentes recommandations s appliquent aux traversées d éléments de construction par des conduites de fluides, de solides, d électricité ou d ondes électromagnétiques, qui ne peuvent pas altérer le degré de résistance au feu exigé pour ces éléments ( point 3.1 des annexes 2, 3 et 4 de l arrêté royal du 7 juillet 1994 fixant les normes de base en matière de prévention contre l incendie et l explosion, auxquelles les bâtiments nouveaux doivent satisfaire) Ces recommandations ne sont pas applicables aux conduits d air, aux gaines de ventilation, aux cheminées et aux clapets coupe-feu. Deze aanbevelingen zijn van toepassing op de doorvoeringen doorheen bouw elementen van leidingen voor fluïda, vaste stoffen, elektriciteit of elektromagnetische golven, die de vereiste w eerstand tegen brand van deze elementen niet nadelig mogen beïnvloeden (punt 3.1 van de bijlagen 2, 3 en 4 van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuw e gebouw en moeten voldoen). Deze aanbevelingen zijn niet van toepassing op de luchtkanalen, verluchtingskokers, rookkanalen en brandwerende kleppen. CHAPITRE II TERMINOLOGIE HOOFDSTUK II TERMINOLOGIE Pour l application des présentes recommandations, on entend par : 1. traversée : une ouverture aménagée dans un élément de séparation pour permettre le passage d une conduite de fluides, de solides, d électricité ou d ondes électromagnétiques, comme la lumière (ex. câbles de transmission de données et câbles en fibres optiques) ; 2. dispositif d obturation : un dispositif utilisé à l endroit d une traversée pour limiter la propagation du feu à travers l élément de construction ; Voor de toepassing van deze aanbevelingen wordt verstaan onder: 1. een doorvoering: een opening in een scheidingselement, voor de doorgang van een leiding voor fluïda, vaste stoffen, elektriciteit of elektromagnetische golven, zoals licht (bvb. Data- en glasvezelkabels); 2. een afdichting: een inrichting die ter plaatse van een doorvoering wordt gebruikt om de verspreiding van brand doorheen het bouwelement te beperken; 3. traversée simple : une traversée d une conduit e ou d un câble située à une distance suffisant e des autres traversées de façon à éviter tout e incidence réciproque. Cette distance minimale entre deux conduites ou câbles quelconques est au moins égale au diamètre le plus grand des deux conduites (y compris l isolation combustible éventuelle) ou câbles ( fig.1) ; 3. enkelvoudige doorvoering: een doorvoering van een leiding of kabel die op een voldoende afstand van andere doorvoeringen gelegen is zodat er geen wederzijdse beïnvloeding is. De onderlinge afstand tussen twee willekeurige leidingen of kabels is tenminste gelijk is aan de grootste diameter van de beide leidingen (met inbegrip van eventueel brandbare isolatie) of kabels (fig. 1); 4. matériau d isolation incombustible : produit de construction destiné à l isolation des conduites qui : 4. onbrandbaar isolatiemateriaal: bouwproduct voor de isolatie van leidingen dat: PI/02 2

262 soit, satisfait à la classification A2-s1, d0 suivant la norme NBN EN ; soit, est composé d un matériau d isolation qui satisfait à la classe A0 définie à l annexe 5 des normes de base, et d un revêtement d isolation éventuel avec un matériau qui satisfait à la classe A1 définie à l annexe 5 des normes de base ; 5. matériau d isolation combustible : produit de construction destiné à l isolation des conduites qui n est pas une isolation incombustible ; 6. mortier : un mélange à base d un liant comme le plâtre, la chaux et/ou le ciment comprenant un agrégat inorganique avec adjonction ou non d un matériau composite de renforcement et d additifs chimiques. ofwel beantwoordt aan de klassering A2-s1,d0 volgens de norm NBN EN ; ofwel opgebouwd is uit een isolatiemateriaal dat beantwoordt aan de klasse A0, zoals omschreven in bijlage 5 bij de basisnormen, en een eventuele bekleding van de isolatie met een materiaal dat beantwoordt aan de klasse A1, zoals omschreven in bijlage 5 bij de basisnormen; 5. brandbaar isolatiemateriaal: bouwproduct voor de isolatie van leidingen die geen onbrandbare isolatie is; 6. mortel: een mengsel op basis van gips, kalk en/of cement met anorganische vulstof al dan niet met toevoeging van composietversterking en chemische toeslagstoffen; PI/02 3

263 Fig. 1 PI/02 4

264 Fig. 1 PI/02 5

265 CHAPITRE III GÉNÉRALITÉS HOOFDSTUK III ALGEMEENHEDEN Critères requis Vereiste criteria La résistance au feu d un élément de construction se définit comme le temps pendant lequel l élément de construction satisfait simultanément aux critères de stabilité (R), d étanchéité aux flammes (E) et d isolation thermique (I). Pour évaluer la conformité des traversées à l exigence de résistance au feu énoncée au point 3.1 des annexes 2, 3 et 4 des normes de base, on ne prend pas en considération leur incidence sur la fonction portante (R) des éléments de construction. Seule la fonction séparante, c'est-à-dire la capacité à satisfaire aux critères d étanchéité aux flammes (E) et d isolation (thermique) (I), est prise en compte. De plus, on considère que l'incidence des traversées simples par des conduites d'un diamètre inférieur ou égal à 160 mm, sans isolation ou avec isolation incombustible, sur l'isolation thermique (I) peut être négligée. Les critères requis pour caractériser l'incidence d'une traversée d'un élément de construction sur la fonction séparant e de celui-ci sont donc donnés par le tableau ci-dessous. De brandweerstand van een bouw element wordt omschreven als de tijd gedurende welke het bouwelement gelijktijdig voldoet aan de eisen betreffende stabiliteit (R), vlamdichtheid (E) en thermische isolatie (I). Om de overeenstemming van de doorvoeringen met de vereiste van weerstand tegen brand, vermeld in punt 3.1 van de bijlagen 2, 3 en 4 van de basisnormen, te evalueren, houdt men geen rekening met hun invloed op het draagvermogen (R) van de bouw elementen. Enkel het scheidend vermogen, dit wil zeggen het vermogen om te voldoen aan de criteria van de vlamdichtheid (E) en de (thermische) isolatie (I), wordt in aanmerking genomen. Er wordt bovendien rekening mee gehouden dat de invloed van enkelvoudige doorvoeringen van leidingen met een diameter kleiner dan of gelijk aan 160 mm zonder isolatie of met onbrandbare isolatie, op de thermische isolatie (I) mag verwaarloosd worden. De vereiste criteria om de invloed van een doorvoering van een bouw element op het scheidend vermogen van deze laatste weer te geven, worden bijgevolg geven in onderstaande tabel. PI/02 6

266 ISOLATION DE LA CONDUITE Pas de matériau d isolation ou matériau d isolation incombustible Matériau d isolation combustible DIAMETRE D* Critères requis pour caractériser la résistance au feu d une traversée E (uniquement étanchéité aux D 160 mm flammes) D > 160 mm EI (étanchéité aux flammes et isolation thermique) Tous les D ISOLATIE VAN DE LEIDING geen of onbrandbaar isolatiemateriaal Brandbaar isolatiemateriaal DIAMETER D* Vereiste criteria nodig om de w eerst and tegen brand van een doorvoering te karakteriseren D 160 mm D > 160 mm Alle D E (enkel vlamdichtheid/integriteit) EI (vlamdichtheid/integriteit en thermische isolatie) Tableau 1 * diamètre extérieur nominal de la conduite ou du câble Tabel 1 * nominale buitendiameter van de leiding of de kabel Durée requise Vereiste tijdsduur Le dispositif d obturation doit satisfaire aux critères requis pendant un temps au moins équivalent à celui prescrit pour l élément de construction. Cependant, lorsque l élément de construction est la paroi d une gaine contenant des canalisations, la durée requise correspond à un temps au moins égal à la moitié du temps prescrit pour les parois de la gaine et au moins égal à 30 minutes. CHAPITRE IV ÉVALUATION DE LA RÉSISTANCE AU FEU DES TRAVERSÉES La résistance au feu, exprimée en termes d étanchéité aux flammes (E) et d isolation (thermique) (I), du dispositif d'obturation à l endroit de la traversée peut être démontrée : soit par le marquage CE, en tenant compte des informations qui font partie de ce marquage ; soit, à défaut de marquage CE en vigueur pour ces produits, par un agrément BENOR et/ou ATG, ou équivalent, en tenant compte des informations y afférentes ; soit, à défaut de marquage CE en vigueur pour ces produits, par un De afdichting moet voldoen aan de vereiste criteria gedurende ten minste dezelfde tijdsduur als vereist voor het bouwelement. Wanneer het bouwelement de wand van een leidingenkoker is, moet aan de vereiste criteria worden voldaan gedurende een tijdsduur ten minste gelijk aan de helft van de tijdsduur als vereist voor het bouwelement, en ten minste gelijk aan een minimale tijdsduur van 30 minuten. HOOFDSTUK IV BEOORDELING VAN DE BRANDWEERSTAND VAN DOORVOERINGEN De brandweerstand van de afdichting in termen van vlamdichtheid (E) en thermische isolatie (I) kan aangetoond worden: hetzij door de CE-markering, rekening houdend met de gegevens die deel uitmaken van deze markering; hetzij, bij gebrek aan een geldende CE-markering voor deze producten door een BENOR- en/of ATG-goedkeuring, of een equivalent, rekeninghoudend met de gegevens die betrekking hebben op deze goedkeuring; hetzij, bij gebrek aan een geldende CE-markering voor deze producten, PI/02 7

267 essai selon la norme NBN EN ou NBN ; soit par l application d une des solutions types proposées au chapitre V. CHAPITRE V SOLUTIONS TYPES POUR LES TRAVERSÉES QUI N ALTÈRENT PAS LA RÉSISTANCE AU FEU REQUISE Solution A : Obturation d une traversée simple au moyen de mortier ou de laine de roche Le tableau 2 reprend les diamètres maximaux (en mm) des conduites traversant des éléments de construction pour lesquels une simple obturation au moyen de mortier ou de laine de roche n altère pas la résistance au feu requise. door een test, uitgevoerd volgens de norm NBN EN of NBN ; hetzij door de toepassing van één van de typeoplossingen beschreven in hoofdstuk V. HOOFDSTUK V OPLOSSINGEN TYPES VOOR DE DOORVOERINGEN DIE DE VEREISTE WEERSTAND TEGEN BRAND NIET NADELIG BEINVLOEDEN Oplossing A Afdichten van een enkelvoudige doorvoering met mortel of steenwol In tabel 2 zijn de maximale diameters (in mm) van de leidingen door bouwelementen weergegeven waarvoor een eenvoudige afdichting met mortel of steenwol de aangegeven vereiste brandweerstand niet nadelig beïnvloeden. PI/02 8

268 nature de la conduite Obturation E 30 E 60 E 120 conduites combustibles et câbles électriques obturation au mortier obturation à la laine de roche conduites incombustibles * Obturation au mortier ou à la laine de roche remplies (automatiquement) avec de l eau en cas d incendie et obturation au mortier ou à la laine de roche * conduites fabriquées en métal ou autres matériaux incombustibles dont le point de fusion est supérieur à 1000 K (727 C), à l exception des conduites en verre Tableau 2 aard van de leiding Afdichting E 30 E 60 E 120 brandbare leidingen en elektrische kabels Afdichting met mortel Afdichting met steenwol onbrandbare leidingen* Afdichting met mortel of met steenwol gevuld met water in geval van brand (automatisch) Leiding uit metaal of uit een andere onbrandbare stof, waarvan het smeltpunt hoger is dan 1000 K ( 727 K), met uitzondering van glas. PI/02 9

269 Les recommandations suivantes doivent toutefois être respectées : De volgende aanbevelingen moeten evenwel nageleefd worden: Tabel 2 1) Les éléments de construction dans lesquelles sont aménagées les traversées ont une résistance au feu d au moins Rf 1 h suivant NBN ou EI 60 suivant NBN EN ) Dans le cas de l obturation au mortier 1) De bouwelementen waarin de doorvoeringen zijn aangebracht, hebben een brandweerstand van tenminste Rf 1 h volgens NBN of EI 60 volgens NBN EN ) Bij afdichting met mortel Fig. 2 a Fig. 2b Les conduites sont jointoyées sur tout leur pourtour au moyen de mortier et ce, sur une profondeur d obturation minimum Lm = 50 mm pour une étanchéité aux flammes requise de 30 et 60 minutes (E30 et E60) et Lm = 70 mm pour une étanchéité aux flammes requise de 120 minutes ( E120). Il peut être tenu compte de l épaisseur d un éventuel enduit pour la réalisation de la profondeur d obturation Lm. L obturation se fera de préférence des deux côtés de l élément de construction. Dans ce cas, l épaisseur totale Lm peut être réalisée par le cumul de B + C Lm, à condition que B 25 mm et C 25 mm De leidingen w orden rondom volledig afgedicht met een mortel en dit over een afdichtingdiepte van minstens Lm = 50 mm voor een vereist e vlamdichtheid van 30 en 60 minuten (E30 en E60) en Lm = 70 mm voor een vereiste vlamdichtheid van 120 minuten (E 120) Er kan rekening gehouden w orden met de dikte van een eventuele bepleistering voor het verkrijgen van de afdichtingdiepte Lm. De afdichting gebeurt bij voorkeur langs beide zijden van het bouwelement. In dit geval kan de totale dikte Lm gerealiseerd w orden door het optellen van B + C Lm, op voorwaarde dat B 25 mm en PI/02 10

270 (fig 2a). Si l obturation ne peut s effectuer que d un seul côté, l épaisseur totale Lm doit être réalisée de ce côté : A Lm (fig 2a). Dans le cas d une paroi de séparation légère (ou d un élément de construction comportant un grand espace intérieur creux), l obturation devra généralement se faire des deux côtés pour parvenir à l épaisseur requise ( fig.2b). C 25 mm (fig. 2a). Als de afdichting maar langs één zijde gerealiseerd kan worden, moet de totale dikte Lm langs deze zijde gerealiseerd worden: A Lm (fig. 2a). In geval van een lichte scheidingswand (of een bouwelement met een grote holle binnenruimte), zal de af dichting in het algemeen langs beide zijden moeten gebeuren om de vereiste dikte te kunnen bekomen (fig. 2b). 3) Dans le cas de l obturation au moyen de laine de roche. 3) Bij afdichting met steenwol PI/02 11

271 Fig. 3 Fig. 3 PI/02 12

272 Les conduites sont jointoyées sur tout leur pourtour au moyen de laine de roche, et ce sur une profondeur totale d au moins 50 mm. ( fig.3) L obturation peut se faire d un seul côté. La laine de roche doit être pressée fermement dans l élément de construction. Dans le cas d une paroi de séparation légère, il faut remplir préalablement le vide de la paroi légère, à l endroit de la traversée, à l aide d un matériau d isolation dont la densité supporte une compression ferme. En outre l obturation doit se faire des deux côtés de l élément de construction. 4) Les conduites doivent être suspendues et fixées suivant les règles de l art. Les fixations les plus proches de l élément de construction ne peuvent pas être situées à plus de 500 mm de part et d autre de celui-ci (fig.4). De leidingen worden rondom volledig afgedicht met steenwol en dit over een totale diepte van tenminste 50 mm (fig. 3). De afdichting kan langs één zijde gebeuren. De steenwol dient goed stevig aangedrukt te worden. In geval van een lichte scheidingswand moet in de kern ter plaatse van de doorvoering een isolatiemateriaal met zodanig dichtheid aangebracht zijn dat het stevig aangedrukt kan worden. De afdichting met steenwol moet bovendien langs beide zijden van het bouwelement gebeuren. 4) De leidingen moeten ondersteund en bevestigd zijn volgens de regels van goed vakmanschap. De bevestigingen het dichtst bij het bouwelement mogen niet verder dan 500 mm langs weerszijden ervan gelegen zijn (fig. 4). Fig. 4 PI/02 13

273 Solution type B Traversée simple au moyen d'un fourreau Oplossing B Enkelvoudige doorvoering met een mantelbuis Les règles de l'art prescrivent dans certains cas l'utilisation d'un fourreau. Le tableau 3 reprend les diamètres maximaux (en mm) des conduites traversant des éléments de construction pour lesquelles l utilisation d un fourreau avec jeu ouvert ou non n altère pas la résistance au feu requise De regels van de goede praktijk schrijven in sommige gevallen het gebruik van een mantelbuis voor. In tabel 3 zijn de maximale diameters (in mm) van de leidingen door bouw element en weergegeven waarvoor een afdichting met mantelbuis, al dan niet met open speling, de aangegeven vereiste brandweerstand niet nadelig beïnvloeden. * espace entre la conduite et le fourreau, caractérisé par la différence entre le diamètre intérieur du fourreau et le diamètre (extérieur) de la conduite tableau 3 PI/02 14

274 * ruimte tussen de leiding en de mantelbuis, gekarakteriseerd door het verschil tussen de binnendiameter van de mantelbuis en de buitendiameter van de leiding. Tabel 3 PI/02 15

275 Les recommandations pratiques suivantes doivent toutefois être respectées : 1) Les éléments de construction sont en maçonnerie ou en béton. 2) L obturation entre le fourreau et l élément de construction se fait au mortier et satisfait aux conditions vues plus haut pour l obturation des conduites au mortier (solution A, point 2), étant entendu que le remplissage doit toujours se faire des deux côtés de l élément de construction, sur une profondeur minimale de 25 mm. De volgende praktische aanbevelingen moeten evenwel nageleefd worden: 1) De bouwelementen zijn in metselwerk of beton. 2) De afdichting tussen de mantelbuis en het bouwelement wordt uitgevoerd in mortel en voldoet aan de voormelde voorwaarden voor de afdichting van de leidingen in mortel (oplossing A, punt 2), met dien verstande dat de opvulling steeds langs beide zijden van het bouwelement dient te gebeuren, op een minimale diepte van 25 mm. Fig. 5 PI/02 16

276 3) Les fourreaux sont 3) De mantelbuizen zijn gemaakt en métal ou autre matériau incombustible dont le point de fusion est supérieur à 1000 K (727 C), à l exception des conduites en verre ou en chlorure de polyvinyle rigide (PVC-U) classé en B, s3, d0 suivant la norme NBN EN ou en A1 suivant la méthode n 2 telle que définie à l annexe 5 de l arrêté royal du 7 juillet 1994; dans ce cas, l épaisseur de la paroi du fourreau est au moins égale à l épaisseur de la paroi de la conduite. Le fourreau reste partiellement apparent et dépasse de l élément de construction. Si le jeu entre la conduite et le fourreau reste ouvert, il doit être aussi étroit que possible : 4 mm au maximum. Si le jeu entre la conduite et le fourreau est rempli, il est de 45 mm au maximum et est obturé sur tout son pourtour au moyen de laine de roche placée selon les recommandations décrites pour la solution type A, au point 3. Si le diamètre du fourreau est inférieur ou égal à 25 mm, il n est pas imposé de conditions relatives au jeu. 4) Les conduites sont des conduites incombustibles ou en chlorure de polyvinyle rigide (PVC-U). 5) Les conduites doivent être suspendues et fixées comme indiqué pour la solution-type A, au point 4. Solution type C Raccordement direct à une cuvette de WC suspendue Dans le cas d une cuvette de WC suspendue, la traversée est protégée en grande partie par la cuvette de WC. On admet que le raccordement réalisé au moyen d une conduite combustible d un diamètre de 110 mm maximum n altère pas la résistance au feu requise dans les conditions suivantes : uit metaal of andere onbrandbare materiaal met een smeltpunt groter dan 1000 K (727 C), met uitzondering van leidingen in glas of uit harde polyvinylchloride ( PVC-U) geklasseerd in B, s3, d0 volgens de norm NBN EN of in A1 volgens methode nr. 2 zoals gedefinieerd in bijlage 5 bij het koninklijk besluit van 7 juli 1994; de wanddikte van de mantelbuis is tenminste gelijk aan de wanddikte van de leiding. De mantelbuis wordt gedeeltelijk zichtbaar gelaten en moet uitsteken ten opzichte van het bouwelement. Als de speling tussen de leiding en de mantelbuis open blijft, moet deze zo klein mogelijk zijn (maximum 4 mm). Als de speling tussen de leiding en de mantelbuis opgevuld is, mag deze maximaal 45 mm bedragen en wordt deze rondom volledig af gedicht met steenwol, volgens de aanbevelingen beschreven voor de oplossing type A, in punt 3. Indien de diameter van de mantelbuis kleiner dan of gelijk aan 25 mm is, worden er geen voorwaarden opgelegd betreffende de speling. 4) De leidingen zijn onbrandbare leidingen of leidingen in harde polyvinylchloride ( PVC-U) 5) De leidingen moeten opgehangen en bevestigd zijn, zoals aangegeven voor de oplossingtype A, punt 4 Oplossing C Rechtstreekse aansluiting op een hangtoilet In het geval van een hangtoilet is de doorvoering in belangrijke mate beschermd door de closet pot. Men erkent dat de aansluiting, uitgevoerd door middel van een brandstofleiding met een diameter van maximaal 110 mm, de vereiste weerstand tegen brand niet nadelig beïnvloedt in de volgende omstandigheden: PI/02 17

277 a. l élément de construction dans lequel la cuvette est fixée est en maçonnerie ou en béton; b. l obturation se fait au moyen de mortier ou de laine de roche conformément aux recommandations décrites pour la solution -type A, points 2 ou 3 ; c. la durée requise est de 30 minutes. d. het bouwelement waarop het toilet is bevestigd, bestaat uit metselwerk of beton; e. de afdichting gebeurt met mortel of steenwol, overeenkomstig de aanbevelingen beschreven voor de oplossing type A, punt 2 of 3; f. de maximale vereiste duur bedraagt 30 minuten. PI/02 18

278 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 PROTECTION CONTRE L INCENDIE BEVEILIGING TEGEN BRAND ANNEXE TECHNIQUE PI/03 TECHNISCHE BIJLAGE PI/03 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

279 PROTECTION CONTRE L INCENDIE DANS LES STATIONS DE METRO BEVEILIGING TEGEN BRAND IN DE METROSTATIONS L étude préalable des installations d évacuation des fumées et de chaleur fait mention d une série de recommandations. Afin de réduire les risques d un incendie dans les installations souterraines, il est indispensable d améliorer la sécurité incendie par la mise en place de moyens de protection passive et de protection active. De voorafgaandelijke studie van de installaties voor rook- en warmte-extractie vermeldt een reeks aanbevelingen. Teneinde de risico s van een brand in de ondergrondse installaties te verminderen, is het onontbeerlijk om de brandveiligheid te verbeteren door het invoeren van actieve en passieve beschermingsmaatregelen. 1. Moyens de protection passive 1. Passieve beschermingsmiddelen a) But : a) Doel: réduire le potentiel incendie (action à la source) et la propagation de celui-ci ; augmenter la protection du feu des locaux, espaces ou équipements vitaux contre un incendie externe; éviter la propagation des fumées ; assurer un éclairage suffisant des chemins d évacuation et d intervention. het brandpotentieel verminderen (actie aan de bron) en de uitbreiding ervan; het verhogen van de beveiliging tegen brand van lokalen, ruimten en vitale uitrustingen tegen een externe brand, het verhinderen van rookverspreiding; een voldoende verlichting van de vlucht - en interventiewegen verzekeren. b) Ces moyens de protection consistent en : b) De beschermingsmaatregelen bestaan uit: un compartimentage RF conforme à la réglementation belge (pour les espaces publics) et aux recommandations NFPA 130 (USA) et françaises pour des zones spécifiques liées à l exploitation et à l usage métro ; un choix de matériaux de parachèvement des stations et de technologies à faible potentiel calorifique ; une protection renforcée des câbles électriques existants en tunnel; des resserrages des passages câbles en parois ; un éclairage de sécurité en tunnels et en stations. een compartimentering RF conform de Belgische reglementering (voor openbare ruimten), de aanbevelingen NFPA 130 (USA) of Franse aanbevelingen voor specifieke zones met metro-exploitatie of metrogebruik; een keuze van afwerkingmaterialen in de stations of van technologieën met een laag calorisch vermogen; een versterkte bescherming van de bestaande elektrische kabels in de tunnels, het opvullen van de kabeldoorvoer doorheen de wanden; een veiligheidsverlichting in de tunnels en in de stations. 2. Moyens de protection active 2. Actieve beschermingsmiddelen: a) But : a) Doel: pour détecter au plus tôt tout incendie ; om zo snel mogelijk een brand te detecteren; PI/03 2

280 combattre les incendies en général ; évacuer les fumées et la chaleur d incendie en tunnel et en station ; circonscrire et combattre automatiquement les incendies dans des zones et espaces spécifiques. in het algemeen branden te bestrijden; rookgassen en warmte afkomstig van een brand af te voeren uit tunnel of station; het beperken en automatisch bestrijden van branden in specifieke zones of lokalen. b) Ces moyens de protection consistent en : b) De beschermingsmaatregelen bestaan uit: des systèmes de détection incendie dans les locaux et les tunnels ; des équipements des premières interventions : dévidoirs, hydrants, extincteurs portables ; des installations de sprinklage sous eau dans les espaces commerciaux ; des installations de ventilation de désenfumage (tunnel et stations) etc. branddetectiesystemen in lokalen en in tunnels; uitrustingen van eerste interventie : haspels, brandkranen en draagbare blustoestellen; onder druk staande sprinklerinstallaties voor handelsruimten; ventilatie-uitrustingen voor rookextractie (tunnels en stations) enz. 3. Mise en oeuvre 3. Realisatie: a) Moyens de protection passive a) Passieve beschermingsmiddelen: application des A.R. et normes NBN en vigueur à ce jour : toepassen van de K.B. en normen NBN die van kracht zijn: - parois de commerce en contact avec le public : Rf = 1 h sur l ensemble de la surface (même entre poutre) ; - parois entre les locaux commerciaux : Rf = ½ h sur toute leur hauteur ; - resserrage des murs maçonnés et rétablir la résistance de ceux-ci ; - resserrage des câbles au travers des parois ; - le choix des matériaux : selon l annexe 5 de l A.R. du 19/12/1997 (M.B. du ). le revêtement de sol est de la classe A3 ; les parois et murs répondant à la classe A2 ; les plafonds et faux plafonds sont de la classe A1. - wand van een handelsruimte in contact met het publiek : Rf = 1 h over het geheel van de oppervlakte (zelfs tussen balken); - wanden tussen handelslokalen : Rf = ½ h over de volledige hoogte; - het dichtmaken van gemetselde muren en het herstellen van hun weerstand; - het dichtmaken van de doorvoer van kabels doorheen de wanden; - de keuze van materialen : volgens bijlage 5 van het K.B. van 19 december 1997 (B.S. van ) vloerbekleding is van klasse A3; wanden en muren zijn van klasse A2; plafonds en valse plafonds zijn van klasse A1; PI/03 3

281 - les zones au-dessus des plafonds ou faux plafonds ne sont pas en communication avec le couloir public et les barrières de séparation répondent à la classe concerné (plafond/paroi/sol). - de zones boven de plafonds of valse plafonds zijn niet in verbinding met de publieke gang en de afscheidingswanden beantwoorden aan de desbetreffende klasse (plafond/wand/vloer). b) Moyens de protection actifs : b) Actieve beschermingsmiddelen: mise en place d un système de sprinklage conforme aux spécifications de la norme NBN (EN) ; mise en place d un système de détection incendie, par commerce, avec report au central D.I. de la station. c) Résistance au feu des parois verticales et des faux plafonds (A.R. du Art et 3.4.) Dans les chemins d évacuation (dont font partie les accès) et dans les locaux accessibles au public, les revêtements des parois verticales présentant une stabilité au feu Rf 1 h, c est-à-dire la même résistance que celle des éléments structuraux, ceci concernant tant le revêtement lui-même que le système de fixation. La variante en Aluminium ne peut pas être retenue sauf si un traitement spécial engendre une attestation Rf 1 h. Dans les chemins d évacuation (dont font partie les accès) et dans les locaux accessibles au public, les faux plafonds présentent une stabilité au feu Rf ½ h, ceci concernant tant le revêtement luimême que le système de fixation. Dans les chemins d évacuation et dans les locaux accessibles au public, l espace entre le plafond (constructif) et le faux plafond est divisé par des cloisonnements verticaux Rf ½ h de façon à former des volumes dont la surface en plan s inscrit dans un carre ne dépassant pas 25 m de côté. het aanbrengen van een sprinklersysteem conform specificaties van de norm NBN (EN) 12845; het aanbrengen van een branddetectiesysteem, per handelszaak, met overdracht naar een branddetectiecentrale van het station. c) Brandweerstand van verticale wanden en verlaagde plafonds (K.B. van Art en 3.4.) In evacuatiewegen (waarvan toegangen deel uitmaken) en in lokalen toegankelijk voor het publiek, hebben verticale wanden een brandweerstand Rf = 1 h; d.w.z. dezelfde weerstand hebben als de structurele elementen, dit zowel voor het element zelf als voor zijn bevestigingssysteem. De variante uit Aluminium kan enkel weerhouden worden wanneer een speciale behandeling een attest Rf = 1 h voortbrengt. In evacuatiewegen (waar ingangen deel uitmaken) en in lokalen toegankelijk voor het publiek, hebben verlaagde plafonds een brandweerstand Rf = ½ h, dit zowel voor de bekleding als voor het bevestigingssysteem. In evacuatiewegen en in lokalen toegankelijk voor het publiek is de ruimte tussen het plafond (constructief) en het verlaagd plafond verdeeld met verticale schotten Rf = ½ h op zulke wijze dat volumes gevormd worden met een oppervlakte, in bovenaanzicht, en kunnen omschreven worden met een vierkant met als zijde = 25 m. d) Moyens de première intervention : d) Middelen van eerste interventie: extincteurs à mousse - 6 kg - pour les feux des classes A, B, C - Chaque commerce doit être équipé d extincteurs ; schuimblussers - 6 kg - voor branden van klasse A, B, C. Elke handelszaak moet uitgerust zijn met poederblussers. PI/03 4

282 hydrants : à prévoir dans les salles des guichets et les longs couloirs équipés de volumes commerciaux. brandkranen : te voorzien in de lokettenzalen en lange gangen voorzien naar handelsruimten. e) Impositions particulières e) Bijzondere opleggingen Protections particulières au cas où des activités de cuisine sont exercées (voir A.R. et normes) ; Permis d exploitation à établir et à remettre par le service des pompiers de Bruxelles aux nouveaux commerces ou après transformation. Contrôles périodiques imposés, tant au point de vue incendie, qu installation électrique. Bijzondere beschermingsmaatregelen in geval van keukenactiviteiten (zie K.B. en normen) het opstellen en overhandigen van een exploitatievergunning door de brandweerdiensten van Brussel aan nieuwe handelszaken of na transformatie; opgelegde periodieke controles, in verband met brandbeveiliging en met elektrische installaties. Cette liste des mesures à prendre n est pas limitative. Deze lijst van te nemen maatregelen is niet beperkend. 4. Panneaux de fibro-silicates sur ossature et finition au moyen de panneaux fibro-silicates 4. Silicaatvezelpanelen op een raamwerk en afwerking met silicaatvezelpanelen a) But a) Doel : Des panneaux en fibro-silicates habillent des colonnes et des parois verticales et ce, dans les zones dégagées après enlèvement des faux plafonds éventuels. Les panneaux sont constitués de plaques en fibro-silicate, exemptes d amiante, autoclavées, fixées sur une ossature métallique. La fourniture et la pose de tels panneaux doivent comprendre toutes les fournitures, mises en oeuvre et poses nécessaires à la réalisation complète - dans les règles de l art - de l objet des postes en cause, en ce compris les pièces spéciales, les accessoires de montage (supports, suspentes, clips, renforts, etc.), les scellements, les découpages, mises à la terre, les joints et autres moyens d achèvement imposes, les moyens d exécution (échafaudages, plates-formes, échelles, etc.) et d étayage en ce inclus l évacuation en dehors du domaine public de ces moyens après utilisation et toutes sujétions propres à une exécution parfaite. Silicaatvezelpanelen bekleden kolommen en verticale wanden in de vrijgemaakte zones, na wegname van de eventuele verlaagde plafonds. Deze panelen zijn samengesteld uit asbestvrije, in een autoclaaf behandelde platen, bevestigd op een metalen geraamte. Het leveren en plaatsen van dergelijke panelen omvatten alle leveringen, bewerkingen, plaatsingen nodig voor de volledige realisatie - volgens de regels van goede vakmanschap - die het voorwerp uitmaken van de betrokken posten, met inbegrip van speciale stukken, montagetoebehoren (steunen, ophangstukken, clips, verstevigingen, ), de verankeringen, de uitsnijdingen, aardingen, voeg- en andere afwerkingstukken welke nodig zijn, de uitvoeringsmiddelen (stellingen, platforms, ladders, ) en stutwerk, alsmede het verwijderen - buiten het openbaar domein - van deze middelen na uitvoering, met alle bijhorigheden aan een perfecte uitvoering. Ces opérations comprendront aussi le nettoyage final s il y a lieu, ainsi Deze operaties omvatten eveneens de finale reiniging, met alle kosten PI/03 5

283 que les frais d échantillons et de présentations préalables à la mise en oeuvre, de même que les frais résultant des contraintes nées de la présence d entreprises simultanées lors de l exécution et/ou du montage des ouvrages se référant aux indices du présent article. voor monsters of presentatiekosten voorafgaand aan de uitvoering, alsook de kosten welke voortvloeien uit de aanwezigheid van gelijktijdige aannemingen tijdens de uitvoering en/of montage van de werken beschreven onder dit artikel. b) Caractéristiques b) Karakteristieken La fourniture, la mise en oeuvre et la pose des panneaux en fibresilicates répondent aux stipulations suivantes : L ensemble - plaques et supports - devra avoir une résistance au feu d une heure suivant NBN Cette résistance sera attestée par un rapport d essai adéquat émanant d un laboratoire reconnu, spécialisé en la matière. Les panneaux sont constitués d une ossature en acier traité anticorrosion sur laquelle sont fixées ces plaques en fibro-silicate autoclavées, exemptes d amiante. De levering, uitvoering en plaatsing van silicaatvezelpanelen beantwoorden aan volgende voorschriften: Het geheel - platen en steunen - moet een brandweerstand hebben van 1 uur volgens NBN Deze weerstand is bevestigd door een proefverslag uitgereikt door een erkend daartoe gespecialiseerd proeflaboratorium. De panelen zijn samengesteld uit een raamwerk in staal dat tegen corrosie behandeld werd en waarop deze in een autoclaaf behandelde en asbestvrije silicaatvezelpanelen bevestigd worden. c) Montage sur ossature c) Montage op raamwerk Les plaques sont fixées sur l ossature par des vis autoforantes et autotaraudeuses, et à tête autofraisante à raison d une vis tous les 20 cm. Les têtes de vis ainsi que les joints (4 mm) entre plaques seront enduits au mastic polyuréthane et acrylique parfaitement lissés. L ossature est réalisée au moyen de profilés en acier AE235 galvanisé à chaud. Les profilés sont assemblés par soudure avant galvanisation. Si cela s avère nécessaire, l ossature peut être réalisée en plusieurs sections ( cadres ) solidarisées par boulons, pour autant que la rigidité de l ensemble n en soit pas affectée; dans cette hypothèse, le détail des assemblages fera l objet d un plan établi par et aux frais de l adjudicataire et soumis à l approbation du fonctionnaire dirigeant. L ensemble du poste protection incendie au moyen de panneaux fibro-silicate doit comprendre la réalisation et la fourniture des panneaux et de l ossature métallique, y compris les pièces d appui et d ancrage ainsi que les découpes, profils spéciaux de finition sur les De panelen worden op het raamwerk bevestigd middels zelfborende, zelftappende schroeven met zelffrezende kop. Er wordt 1 schroef voorzien elke 20 cm. De koppen van de schroeven en de voegen (4 mm) tussen de panelen worden dichtgestreken met een polyurethaan en acrylisch mastiek volkomen gladgestreken. Het raamwerk wordt vervaardigd uit stalen profielen AE 235, warm verzinkt. De profielen worden voor verzinken aan elkaar gelast. Indien nodig kan het raamwerk in meerdere secties (kaders) samengesteld worden, die met bouten verbonden worden, voor zover de stevigheid van het geheel niet nadelig beïnvloed wordt. Het detail van deze samenbouw zal het voorwerp uitmaken van een plan opgemaakt door en op kosten van de aannemer, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de leidend ambtenaar. Het geheel van de post brandbeveiliging door silicaatvezelpanelen omvat:de verwezenlijking en het leveren van de panelen met hun metalen raamwerk. Daar is ook inbegrepen: de steun- en verankeringsstukken, de PI/03 6

284 bords inférieurs et supérieurs des panneaux, et tenir compte du fait que les panneaux devront éventuellement être peints. uitsnijdingen, speciale afwerkingprofielen (onderste en bovenste randen) van de panelen. Er wordt eveneens rekening gehouden dat deze panelen eventueel worden geschilderd. d) Revêtement de plafond par projection d) Bekleding van het plafond door opspuiten Ce travail comprend la fourniture et pose d un revêtement projeté (ou rigide) suivant avis du fonctionnaire dirigeant permettant d améliorer la résistance au feu (1 h) des éléments de structure, plafond en béton ou de murs existants. Ceci en conformité avec la norme NBN Tous les produits utilisés seront conformes aux normes en vigueur et exempt d asbeste ou d amiante. Dit werk omvat het leveren en aanbrengen van een bekleding door opspuiten (of stijve bekleding) volgens beslissing van de leidend ambtenaar, teneinde de brandweerstand (1 uur) van de structuurelementen (balken, plafond in beton of bestaande muren) te verbeteren, dit overeenkomstig de norm NBN Alle gebruikte producten zijn conform met de geldende normen en zijn asbest- of amiantvrij. Les travaux de peinture comprennent obligatoirement : Alle schilderwerken omvatten verplicht: Nettoyage et dégraissage approfondis, fourniture et application d une couche de fixation et de deux couches de finition. Sont réputées comprises toutes les fournitures, mises en oeuvre et application nécessaires à la réalisation complète dans les règles de l art de l objet du poste en cause et ce compris la préparation soignée des surfaces à peindre, le rebouchage des trous de fixations des suspentes de l ancien éclairage et éléments de faux plafonds, toutes les contraintes engendrées par l exécution des travaux par phases, la ventilation adéquate des zones de travail, la protection des voyageurs et la protection également de tout ce qui pourrait être souillé entre autres les nouveaux appareils d éclairage du type précâblé, la remise en état et le nettoyage de tout ce qui aurait été abîmé ou souillé durant ou par suite des travaux, les retouches éventuelles. Grondige reiniging en ontvetting, leveren en aanbrengen van een fixatielaag en twee afwerkingslagen. Wordt geacht inbegrepen te zijn : alle leveringen, verwerkingen en toepassingen nodig voor de volledige verwezenlijking van het voorwerp van deze post en dit volgens de regels der kunst. Hierin is ook inbegrepen : de verzorgde voorbereiding van de te schilderen oppervlakken, het dichten van de bevestigingsgaten van de oude verlichting of van de ophangelementen van het verlaagd plafond, alle kosten die voortvloeien uit de uitvoering van het werken in fasen, de afdoende ventilatie van de werkruimte, de bescherming van de reizigers en de bescherming van al wat kan bevlekt worden : ondermeer de nieuwe voorbedrade verlichtingsapparaten, het in de oorspronkelijke staat herstellen van wat beschadigd of bevlekt werd gedurende de uitvoering der werken, met inbegrip van de eventuele verfcorrecties. e) Peintures de protection e) Beschermingsschilderwerken Tous les métaux oxydables non protégés contre la corrosion, notamment pour les vis et les boulons, sont proscrits. Les tôles et ferrures sont convenablement préparées et poncées Zijn verboden: alle oxideerbare metalen, die niet beschermd zijn tegen corrosie, onder meer voor schroeven en bouten. Platen en ijzerprofielen worden grondig voorbereid en geponst PI/03 7

285 avant d être soigneusement protégées contre la rouille. L ossature est ensuite peinte extérieurement en une couleur à soumettre pour approbation du fonctionnaire dirigeant. vooraleer beschermd te worden tegen roest. Het geraamte wordt aan de buitenzijde geschilderd in een kleur, ter goedkeuring voor te leggen aan de leidend ambtenaar. f) Resserrages coupe feu 1 h f) Brandbestendig afdichten Rf = 1 h La pose de dispositifs de resserrage coupe feu Rf 1 h pour canalisations diverses, avec cadre amovible, doit permettre une pose sans déconnecter les canalisations existantes et la pose ultérieure de canalisations munies de leur tête de raccordement. Het plaatsen van brandbestendige doorvoerelementen (Rf = 1 h) voor diverse leidingen, met wegneembaar kader, maakt een montage mogelijk zonder de bestaande leidingen te demonteren en waar het aanbrengen van latere leidingen met hun aansluitingskoppeling mogelijk blijft. PI/03 8

286 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 PROTECTION INCENDIE MODULE COUPE-FEU BEVEILIGING TEGEN BRAND BRANDWERENDE DOORGANG ANNEXE TECHNIQUE PI/04 TECHNISCHE BIJLAGE PI/04 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

287 PROTECTION INCENDIE MODULE COUPE FEU BEVEILIGING TEGEN BRAND BRANDWERENDE DOORGANG DESCRIPTION BESCHRIJVING Le module coupe-feu sera composé d un boîtier contenant le produit intumescent et de plaques de fixations. Le produit intumescent devra être placé à l intérieur du boîtier avant sa pose dans la paroi ou le plancher. Le produit intumescent sera sous forme de deux lamelles, placées de par et d autre dans le boîtier. Ce boîtier devrait pouvoir s ouvrir pour permettre son installation sur des câbles déjà tirés. On utilisera un, deux, trois, quatre ou sept modules ensemble en fonction de la largeur du chemin de câble. Le module coupe-feu doit permettre le passage des câbles sans avoir à intervenir sur le produit coupe-feu. Le boîtier sera en acier galvanisé d épaisseur de minimum 1.5mm et peint en couleur «orange vif». Les accessoires (plaque de montage) seront en acier galvanisé d épaisseur 1.5 mm. De brandwerende module bestaat uit een vierkante koker met aan de binnenzijde het zwellende product en aan de buitenzijde montageplaatjes. Het zwellende product wordt in de koker geplaatst alvorens deze in de muur of de vloer te monteren. Het zwellende product dient onder de vorm van twee lamellen geplaatst worden tegenover elkaar in de koker. Deze koker bezit een demonteerbaar deksel zodat bestaande kabels van een installatie kunnen toegevoegd worden. Men gebruikt één, twee, drie, vier of zeven modules te samen in functie van de nodige capaciteit (breedte van de kabelgoot). De brandwerende module moet steeds toegankelijk zijn voor bijkomende kabels zonder het brandwerende product te beschadigen. De koker dient in verzinkt staal van minimum 1,5 mm en in opvallend oranje geverfd. De toebehoren (montageplaten) zijn in verzinkt staal van minimum1,5 mm. Le produit intumescent sera recouvert par un film protecteur. Het zwellend product zal bedekt worden met een beschermende film. Le boîtier doit permettre d assurer la continuité électrique de l installation. Il sera, à cet effet, pourvu d une attache permettant la liaison du câble de mise à la terre au boîtier. De koker moet de elektrische continuïteit van de installatie garanderen. Er zal, in functie hiervan, een mogelijkheid voor aansluiting op het aardingsnet van de installatie aan de koker worden voorzien. PERFORMANCES PRESTATIES Pare flamme Le produit devra être pare flamme au minimum 120 minutes suivant la norme européenne EN1366-3, quel que soit son taux de remplissage (vide ou plein). Vlambestendigheid Het product dient minstens 120 minuten vlambestendig te zijn volgens de Europese norm EN1366-3, welke zijn niveau van opvulling ook is (leeg of vol). Le produit intumescent devra obstruer le passage en cas d incendie. Het zwellende product dient als belemmering van de doorgang in geval van brand. PI/04 2

288 Conductivité thermique Le module coupe-feu ne devra pas être en contact direct avec le chemin de câbles afin d éviter le transfert de la chaleur par conduction. Le module coupe-feu ne dépassera pas de plus de 80 mm de la paroi pour ne pas avoir une grande surface au contact du feu. Etanchéité à la fumée et aux gaz «froids» Le module coupe-feu doit assurer une étanchéité aux fumées et aux gaz froids. Le produit intumescent devra exercer une pression constante sur les câbles, et ce, quel que soit le nombre de câbles. DIMENSIONS Les dimensions externes du module coupe-feu seront les suivantes : Hauteurs de 75 mm, 37 mm Largeurs de 75 mm, 37 mm Longueur de 267 mm Les dimensions internes du module coupe-feu seront les suivantes : Hauteurs de 56 mm, 23 mm Largeurs de 69 mm, 31 mm Longueur de 267 mm Les dimensions externes des plaques seront les suivantes : Hauteurs de 102 mm, 108 mm, 253 mm Largeurs de 102 mm, 185 mm, 261 mm, 406 mm, 610 mm, 203 mm Diamètre de 139 mm. MISE EN ŒUVRE Le module coupe-feu sera installé suivant les recommandations du fabricant. Son installation devra être simple et rapide. Elle ne devra pas nécessiter un autre produit ou matériau que celui fourni par le fabricant (modules et plaques) Thermisch geleidingsvermogen De brandwerende module mag niet in direct contact staan met de kabelgoot om zo de overbrenging van hittegeleiding te verhinderen. De brandwerende module mag niet meer dan 80mm uit de muur steken om geen te grote oppervlakte in contact te stellen met vuur. Dichtheid tegenover rook en «koude» gassen De brandwerende module dient een dichtheid te garanderen tegenover rook en koude gassen. Het zwellende product moet een constante druk uitoefenen op de kabels, wat het aantal kabels ook is. AFMETINGEN De buitenmaten van de brandwerende module zijn de volgende: Hoogten 75 mm, 37 mm Breedten 75 mm, 37 mm Lengten 267 mm De binnenmaten van de brandwerende module zijn de volgende: Hoogten 56 mm, 23 mm Beedten 69 mm, 31 mm Lengten 267 mm De buitenmaten van de kaders zijn de volgende: Hoogten 102 mm, 108 mm, 253 mm Breedten 102 mm, 185 mm, 261 mm, 406 mm, 610 mm, 203 mm Diameter 139 mm VERWERKING De brandwerende module dient geïnstalleerd volgens de aanbevelingen van de fabrikant. De installatie zal snel en eenvoudig dienen te gebeuren. De installatie bevat enkel producten uit het programma van de fabrikant (modules en platen). PI/04 3

289 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 PLASTIFICATION PLASTIFICEREN ANNEXE TECHNIQUE PL/01 TECHNISCHE BIJLAGE PL/01 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

290 PLASTIFICATION PLASTIFICEREN Une réception technique préalable des pièces après galvanisation aura lieu en présence du fonctionnaire dirigeant et du sous-traitant désigné pour la plastification. La sintérisation est réalisée au moyen d'une matière synthétique sous forme de poudre. Cette matière est un copolymère saponifié d'éthylène et d'acétate de vinyle qui ne contient ni plastifiant, ni solvant, ni anti-oxydant mais qui peut contenir un colorant. La couche de protection est auto-extinguible et ne peut dégager le chlore même lors d'un échauffement. Les accessoires galvanisés à plastifier sont débavurés, dégraissés et nettoyés dans le but d'obtenir une surface rugueuse garantissant l'accrochage. Ce nettoyage est effectué par un traitement chimique garantissant également l'accrochage. Il peut être remplacé par un sablage à pression réduite avec du corindon 0,5 et 1,2 mm. Dans les deux cas, le soumissionnaire donne les détails de son procédé et toutes les garanties d'efficacité de l'accrochage suivant les documents approuvés par le sous-traitant de la plastification. Ensuite, les pièces sont préchauffées à une température ne modifiant pas la texture de la galvanisation (250 C max.) suivant la masse de chaque pièce, et son immergées dans un bain où la poudre est fluidisée par un courant d'air ascendant. L'épaisseur de la couche de protection est de l'ordre de 350 microns, aucune valeur individuelle inférieure à 300 microns n'est admise. La surface de finition doit être lisse et brillante, exempte de défauts. Een voorafgaande technische oplevering van de stukken na het verzinken geschiedt in de aanwezigheid van de leidend ambtenaar en de voor het plastificeren gekozen onderaannemer. Het sinteren geschiedt met een synthetisch materiaal in poedervorm. Dit materiaal is een verzeept co-polymeer van ethyleen en vinylacetaat dat noch weekmakers, noch oplosmiddelen of antioxydanten bevat, maar eventueel een kleurstof mag bevatten. De beschermingslaag moet zelfdovend zijn en mag geen chloordampen vrijgeven, zelfs niet bij verhitting. Teneinde een voldoende ruwe oppervlakte te bekomen die een goede hechting waarborgt, moeten alle te plastificeren verzinkte toebehoren ontbraamd, ontvet en gereinigd worden. Deze voorbereiding die ook een goede hechting verzekert, wordt chemisch uitgevoerd. Zij kan vervangen worden door een zandstraalprocédé onder verminderde druk met korund met korrelafmeting tussen 0,5 en 1,2 mm. In beide gevallen geeft de inschrijver details aangaande zijn procédé alsook alle waarborgen inzake de doeltreffendheid van de hechting en dit, overeenkomstig de documenten voor het plastificeren die door de gekozen onderaannemer werden goedgekeurd. Vervolgens wordt het stuk, naargelang de massa, voorverwarmd tot een temperatuur die de textuur van de zinklaag niet wijzigt (250 C max.). Het wordt ondergedompeld in een bad, waarin bovenvermeld poeder door opwaartse luchtstroming in zwevende toestand wordt gehouden. De dikte van de beschermingslaag is ongeveer 350 micron; ze mag op geen enkele plaats dunner zijn dan 300 micron. De afgewerkte vlakken moeten glad en glanzend zijn en vrij van defecten. PL/01 2

291 Le revêtement présente les caractéristiques suivantes : De bekleding heeft volgende karakteristieken: a) mécaniques : a) mechanische: - résistance à la rupture - DIN dan/cm 2 - allongement à la rupture - DIN % - module d'élasticité - DIN dan/cm 2 - résistance à la flexion - DIN dan/cm 2 - dureté shore A = 95 ; d = 58 - trekvastheid - DIN dan/cm 2 - rekbaarheid - DIN % - elasticiteitsmodules - DIN dan/cm 2 - buigingsweerstand - DIN dan/cm 2 - Shorehardheid - A = 95; d = 58 b) thermiques : b) thermische: Le revêtement doit supporter une chaleur de 70 C. Des températures de pointe de 90 C doivent être tolérées pendant de courtes durées sans contrainte mécanique. Indice de fusion : ASTM.E De bekleding moet een droge warmte van 70 C verdragen. Temperatuurpieken van 90 C moeten gedurende korte tijd getolereerd worden zonder aanleiding te geven tot moeilijkheden van mechanische aard. Smeltpuntindex: ASTM.E c) électriques : c) elektrische: - rigidité diélectrique : 410 kv/cm - rigidité transversale : ohm/cm (caractéristiques valables pour la matière non colorée) - diëlektrische vastheid: 410 kv/cm - transversale resistiviteit: ohm/cm (karakteristieken geldig voor niet-gekleurde stof). d) de longévité : d) levensduur: Test au brouillard salin ASTM B 117 : avec des éprouvettes non entaillées, le revêtement ne peut présenter aucune dégradation après heures. Les teintes définitives de la couche de protection seront déterminées ultérieurement et soumises à l'approbation du fonctionnaire dirigeant. Les endroits par lesquels les pièces sont plongées dans le bain sont réparés immédiatement après trempage. Toutes les précautions doivent être prises lors de manutentions (chargement, Zoutneveltest ASTM B 117 : bij niet ingesneden monsters mag de bekleding na uren niet de minste beschadiging vertonen. De definitieve tinten van de beschermingslagen zullen later bepaald worden en ter goedkeuring voorgelegd worden aan de leidende ambtenaar. De plaatsen waar de stukken tijdens het onderdompelen vastgehouden worden, zullen na onderdompeling onmiddellijk bijgewerkt worden. Bij het laden, transport, lossen en opstellen op de bouwplaats zullen alle PL/01 3

292 transport, déchargement et mise à pied d œuvre) pour éviter les blessures. Les réparations sur chantier doivent être possibles avec la même poudre et ce, après un préchauffage à 165 C minimum de l'endroit à réparer ou avec une peinture à base de polyuréthanne à soumettre pour approbation au fonctionnaire dirigeant. nodige maatregelen getroffen worden om beschadiging te voorkomen. Herstellingen op de bouwplaats dienen mogelijk te zijn met hetzelfde poeder, en dit na een voorverwarmen tot minimum 165 C van de te herstellen plek, of met een verf of basis van polyuretaan, die door de leidend ambtenaar goed te keuren is. PL/01 4

293 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 PRINCIPE RESEAU AUTOMATE STATION PRINCIPE AUTOMATENNETWERK STATION ANNEXE TECHNIQUE RA/01 B TECHNISCHE BIJLAGE RA/01 B 1 Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

294 Réseau Automates station. Automatennetwerk station Note simplifiée. Vereenvoudigde nota Introduction. Inleiding. Ce document prétend expliciter le mode de fonctionnement du système automates station (métro) suivant le schéma de principe joint en annexe. Il s agit d un réseau des armoires électriques dans lequel est repris l état des disjoncteurs et permet la mesure de consommation d énergie par tranche des armoires électriques. Ce descriptif a pour but de décrire le mode de fonctionnement pour une (1) station (métro). Dit document wil de werkwijze van het automatensysteem in het station (metro) uitleggen volgens het principeschema in bijlage. Het betreft een netwerk van elektrische kasten waar de status van de stroomverbrekers weergegeven wordt en dat de meting van het energieverbruik per tranche van elektrische kasten mogelijk maakt. Het doel van deze beschrijving is de werkwijze voor één (1) station (metro) te illustreren. Tableaux et armoires électriques. Elektrische borden en kasten; Exemple de tableaux et armoires électriques impactées : Voorbeeld van elektrische borden en kasten in kwestie: Armoires AD. TDES TExD TCFC TCFD Kasten AD. TDES TExD TCFC TCFD Coffret automate. Automatenkoffer Chaque local à son propre automate qui reprend les informations (états) des disjoncteurs par tranche ainsi que la consommation de ceux-ci également par tranche. L ensemble d un automate consiste en un ensemble de modules de communication serial (RS UNI). Elk lokaal heeft zijjn eigen automaat die de informatie (statussen) van de stroomverbrekers per tranche weergeeft alsook het verbruik ervan eveneens per tranche. Een volledige automaat bestaat uit een geheel van seriële communicatiemodules (RS UNI). RA/01 B 2

295 L un pour tous les modules «Smartlink» (si d application), l autre pour les mesures énergétiques (PM). En plus de l automate un switch est prévu avec les ports en fibres optiques afin de réaliser la liaison avec l armoire concentrateur de la station ellemême avec le réseau NRT (fibre optique monomode) exploitation STIB (protocole OPC-UA). De ene voor alle modules «Smartlink» (indien toepassing), de andere voor de energetische metingen (PM). Naast de automaat wordt met de poorten in optische vezel een switch voorzien om de verbinding met de concentratorkast van het station zelf te realiseren met het netwerk NRT (monomode optische vezel) exploitatie MIVB (protocol OPC-UA). RA/01 B 3

296 Armoire AD (exemple). Kast AD (voorbeeld). L armoire AD consiste en un certains nombres de tranches (variable) fig 1. Chaque tranche contient éventuellement des modules «Smartlink»ainsi que les modules de comptage d énergie (Power Meter-PM). De kast AD bestaat uit een bepaald aantal delen (variabel) fig 1. Ieder deel bevat eventueel modules «Smartlink» evenals modules voor de energiemeting (Power Meter-PM). Les deux (2) types de module ont une communication par Modbus RTU. De twee (2) moduletypes hebben een communicatie via Modbus RTU. Chaque module doit recevoir une adresse Modbus RTU différente. Elke module moet een verschillend adres Modbus RTU krijgen. Une seule adresse est utilisée pour tous les tableaux du local. Een enkel adres wordt gebruikt voor alle borden van het lokaal. RA/01 B 4

297 RA/01 B 5

298 Mod. In/Out Kast AD Exemple de / Voorbeeld Van Power Meter Concentrateur. Concentrator. L automate concentrateur va reprendre toutes les données de chaque local concerné (fig 3). De automaat-concentrator gaat alle gegevens van ieder betrokken lokaal overnemen (fig 3). Visualisation. Visualisatie Une page de visualisation (IHM) est prévue, il sera possible visualiser les détails d une armoire ou tableau en particulier. Cas particulier d une armoire AD (exemple), il sera prévu une visualisation de l état de l armoire. Een visualisatiepagina (IHM) is voorzien en het moet mogeljk zijn om de details van een specifieke kast of bord weer te geven. Specifiek geval van een kast AD (voorbeeld) : een visualisatie van de status van de kast moet voorzien worden. RA/01 B 6

299 Tous les disjoncteurs des tranches seront visibles avec indication d avertissement et/ou d alarme pour chacun de ceux-ci (codes couleurs, surbrillance, clignotement etc.). Sur cette page l on pourra également retrouver la consommation par tranche. Alle stroomverbrekers van de delen moeten zichtbaar zijn met waarschuwings- en/of alarmmelding voor ieder van hen (kleurcodes, markeren, knipperen, enz.). Op deze pagina moet ook het verbruik per deel te vinden zijn. Schéma de principe. Principeschema RA/01 B 7

300 RA/01 B 8

301 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 REVÊTEMENTS DE SOL VLOERBEKLEDINGEN ANNEXE TECHNIQUE RS/01 TECHNISCHE BIJLAGE RS/01 1. Seule adresse officielle 1. Enig officieel adres

302 A. POSE DES REVETEMENTS DE SOL EN CARREAUX CERAMIQUES A. HET LEGGEN VAN DE KERAMISCHE VLOERTEGELS L'ensemble des opérations comporte les étapes suivantes : Het geheel van de uitvoeringsfazen omvat volgende stappen: 1 Réalisation de la chape sous pavement 1 Uitvoering van de rok onder de betegeling 2 Pose des carreaux Pose au mortier colle flex (C2) à haute performance et à prise rapide (ouverture aux piétons : max 4 heures sur chape durcie). Le mode de pose (simple ou double encollage) sera adapté au format des carreaux et à l état de surface de la chape ; ceci afin d obtenir une surface d encollage de min. 80 % uniformément répartie à l arrière des carreaux. L ensemble du complexe (chape, égaline éventuelle, mortier colle et carreaux) doit résister aux caractères d adhérence suivants : 2 Plaatsing der tegels Plaatsing m.b.v. een cementlijm flex (C2) met hoge prestaties en een snelle hechting (betreedbaar voor voetgangers : max. 4 uur op de verharde rok). De plaatsingswijze (enkel of dubbel gelijmd) zal aangepast worden aan het formaat van de tegels en aan de staat van het rokoppervlak; dit om een lijmoppervlak van min. 80 % gelijkmatig verdeeld op de achterzijde van de tegels te bekomen. Het geheel van deze producten (rok, eventuele egalinelaag, cementlijm en tegels) moeten weerstaan aan volgende hechtingscriteria : > à 0,5 N /mm² pour les essais de contrôle sur chantier. > dan 0,5 N/mm² voor de controleproeven op de werf. 3 Rejointoiement Les joints sont réalisés à l'aide d'une barbotine de ciment (ton gris), présentant après durcissement une surface étanche et lisse, et résistant parfaitement aux sollicitations mécaniques et aux agents de nettoyage. 3. Opvoeging De voegen zullen met behulp van een vloeibaar cementmortel (grijze kleur), die na de verharding een dicht en glad oppervlak vertonen en perfekt aan de mechanische belastingen en aan reinigingsprodukten weerstaan, uitgevoerd worden. B. CARACTERISTIQUES DES CARREAUX CERAMIQUES B. DE KARAKTERISTIEKEN VAN DE KERAMISCHE VLOERTEGELS Fourniture, mise en œuvre et pose de revêtement de sol en carreaux céramiques en grès cérame fin vitrifié non émaillé. Les carreaux sont fabriqués à base de kaolins et d'argiles feldspathiques broyés, séchés, pressés et cuits C. Ils correspondent au groupe BI de la norme EN 87 et répondent aux caractéristiques suivantes : Het leveren, maken en leggen van een vloerbedekking in keramische tegels van fijn verglaasde, geperste, niet-geëmailleerde gres. De tegels moeten gemaakt zijn op basis van gemalen, gedroogde, geperste en op 1250 C gebakken kaolien en veldspaat. Ze beantwoorden aan de groep BI van de norm EN 87 en bezitten de volgende eigenschappen: - Format : à définir en temps utile par le fonctionnaire dirigeant -Formaat: ten gepaste tijd door de leidend ambtenaar te bepalen - Epaisseur : 8,5 mm à12 mm -Dikte: 8,5 mm tot 12mm - Aspect : structure granitée à grain très fin dans toute la masse ; finition satinée ; les bords des carreaux sont légèrement chanfreinés. -Uitzicht: zeer fijne in de hele massa gespikkelde structuur ; gesatineerde afwerking; de randen van de tegels zijn lichtjes afgeschuind. - Teinte : à définir en temps utile par le fonctionnaire dirigeant -Tint: ten gepaste tijd door de leidend ambtenaar te bepalen RS/01 2

303 - Joints : la largeur des joints doit être comprise entre 3 et 4 mm ; les joints sont exécutes en léger creux par rapport à la surface des carreaux. -Voegen: de breedte van de voegen moet strikt tussen 3 en 4 mm liggen ; de voegen worden lichtjes hol uitgevoerd ten opzichte van het oppervlak van de tegels. - Caractéristiques physiques (réf. norme EN 176): -Fysische kenmerken (zie norm EN 176): Dimensions et aspect de surface (suivant norme EN 98) Afmetingen en uitzicht van het oppervlak (volgens norm EN 98). - Longueur et largeur : - Lengte en breedte - écart admissible de la dimension par carreau (4 côtés) à la dimension nominale de fabrication : 0,75 % ; - écart admissible de la dimension par carreau (4 côtés) à la moyenne de 10 épreuves (40 côtés) : 0,4 % ; - toelaatbare afwijking van de tegelafmetingen (4 kanten) gemeten ten opzichte van de nominale fabricatie afmeting : 0,75 %. - toelaatbare afwijking van de tegelafmetingen (4 kanten), gemiddelde van 10 monsters (40 kanten) : 0,4 %. - Epaisseur : - Dikte: écart admissible de l'épaisseur moyenne par carreau à la dimension nominale de fabrication : 5 % ; toelaatbare afwijking van de gemiddelde dikte per tegel ten opzichte van de nominale fabricatie afmeting : 5 % - Rectitude des arêtes (belle face) : - Rechtheid van de kanten (mooie zijde) écart maximal de rectitude par rapport aux dimensions nominale de fabrication correspondantes : 0,5 %. toelaatbare afwijking van de rechtheid ten opzichte van de overeenkomstige nominale fabricatie afmeting: 0,5 %. - Angularité : - Rechtheid van de hoeken écart maximal d'angularité par rapport aux dimensions nominale de fabrication correspondantes : 0,6 %. toelaatbare afwijking van de rechte hoeken ten opzichte van de overeenkomstige nominale fabricatie afmeting : 0,6 %. - Planéité : écart maximal de planéité - Vlakheid: maximale afwijking van de vlakheid: - courbure centrale par rapport à la diagonale calculée d'après les dimensions de fabrication : 0,5 % - courbure latérale par rapport à la dimension de fabrication correspondante : 0,5 % ; - voile par rapport à la diagonale calculée d'après les dimensions de fabrication : 0,5 % - doorbuiging in het midden ten opzichte van de diagonaal (berekend aan de hand van de fabricage afmetingen): 0,5%. - doorbuiging aan de zijkanten ten opzichte van de overeenkomstige fabricage afmeting : 0,5 %. - kromheid ten opzichte van de diagonaal (berekend aan de hand van de fabricage afmetingen) : 0,5 %. - Aspect : - Uitzicht: les carreaux doivent être exempts de défauts visibles susceptibles de nuire à l'aspect d'une zone importante du de tegels moeten vrij zijn van zichtbare fouten die het uitzicht van een belangrijke zone van de betegeling zouden kunnen schaden. RS/01 3

304 carrelage. Propriétés physiques Fysische eigenschappen - Masse d'eau absorbée (suivant norme NBN EN ISO ) : au maximum 3 %. - Résistance à la flexion (suivant norme NBN EN ISO ) : 50 N/mm². - Dureté superficielle - éch.de MOHS (norme NBN EN 101) : 6 min. - Résistance aux chocs (suivant norme NBN ) : classe 4. - Résistance à l'abrasion profonde (suivant norme NBN EN ISO ) : volume maximum de matière enlevée en mm³ : Coefficient de dilatation thermique linéaire de la température ambiante à 100 C (suivant norme NBN EN ISO ) : maximum 9 x 10-6 K Résistance au choc thermique (suivant norme NBN EN ISO ) : exigée. - Résistance au gel (suivant norme NBN EN ISO ) : exigée. - Charge de rupture : >4000N - Opgeslorpte watermassa (volgens norm NBN EN ISO ): ten hoogste 3 %. - Buigsterkte (volgens norm NBN EN ISO ): 50 N/mm² - Oppervlaktehardheid - schaal van MOHS (volgens norm EN 101): 6 min - Weerstand tegen schokken (volgens norm NBN ): klasse 4. - Weerstand tegen diepe afslijting (volgens norm NBN EN ISO ): maximum weggenomen volume in mm³ : Lineaire thermische uitzettingscoëfficiënt op een omgevingstemperatuur van 100 C (volgens norm NBN EN ISO ): maximum 9 x 10-6 K Weerstand tegen thermische schokken (volgens norm NBN EN ISO ) : geëist. - Vorstbestendigheid (volgens norm NBN EN ISO ): geëist. - Breuklast : >4000N Propriétés chimiques (NBN EN ISO ) : Chemische eigenschappen (NBN EN ISO ): - Résistance aux produits chimiques ménagers et additifs pour eau de piscine aux acides et aux bases, sauf aux produits contenant de l'acide fluorhydrique et ses composés : exigée. - Weerstand tegen huishoudelijke scheikundige producten en additieven voor zwembadwater, weerstand tegen zuren en basen, behalve tegen producten die fluorwaterstofzuur en verbindingen ervan bevatten: geëist NOTE : NOTA: La colle des revêtements à poser sera du type «flex». Les fiches techniques de la colle seront soumises à l accord préalable du fonctionnaire dirigeant. De lijm van de te plaatsen bekledingen zal van het «flex»type zijn.technische erkenningen van de lijm: aan de goedkeuring van de leidende ambtenaar voor te leggen. RS/01 4

305 RS/01 5

306 SERVICE PUBLIC RÉGIONAL DE BRUXELLES GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL Bruxelles Mobilité Direction Infrastructure des Transports Publics C.C.N. rue du Progrès 80 (Bte 1) 1035 BRUXELLES 1 Mobiel Brussel Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 INSTALLATION SANITAIRE SANITAIRE INSTALLATIE ANNEXE TECHNIQUE FI/01 1 Seule adresse officielle TECHNISCHE BIJLAGE FI/01 1. Enig officieel adres