Projectstartarchitectuur Centrale Vegetatiedatabank

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Projectstartarchitectuur Centrale Vegetatiedatabank"

Transcriptie

1 Projectstartarchitectuur Centrale Vegetatiedatabank Erik van der Zee Peter van den Pol 8 oktober 2015

2 Projectstartarchitectuur - Centrale Vegetatiedatabank Dé basis voor analyse en rapportage van vegetatie-, habitat-, en structuur data Datum / 111

3 Colofon Documentinformatie Titel Projectnaam Centrale Vegetatiedatabank Projectcode ITP15193 Document ID Datum 16 september 2015 Status Definitief eindrapport Filenaam PSA Centrale Vegetatiedatabank BIJ12.docx Auteurs Erik van der Zee (Geodan) Peter van den Pol (Geodan) Opdrachtgever Erik Lubberink Organisatie BIJ12 Eigenaar Primaire gebruikers Naam Erik Lubberink Rol Wijzigingshistorie Versie Status Datum Beschrijving Auteur(s) 0.1 Opbouw Eerste opzet structuur EvdZ, PvdP 0.2 Concept Content uit desk research + input EvdZ, PvdP Koen Rutten verwerkt 0.3 Concept Definitief vastleggen structuur + input EvdZ, PvdP Peter van de Molen verwerkt + uitwerking architectuurschetsen + toelichtingen 0.4 Review Reviewverwerking Marlies Ellnebroek, EvdZ, PvdP Peter van der Molen, Koen Rutten, Ivo Eggink 0.9 Interne review Reviewverwerking intern Geodan EvdZ, PvdP 1.0 Vastgesteld Acceptatie door PIN PvdP Interne en externe toets (review) Versie Datum Opmerkingen BIJ12 Stakeholders Intern Geodan Tekstuele en methodische review PIN Leden Geen opmerkingen Interne en externe distributielijst Versie Datum Organisatie Aan BIJ12 Peter van der Molen, Ivo Eggink, Koen Rutten, Marlies Ellenbroek, Erik Lubberink, Tjeerd Wits BIJ12 Peter van der Molen, Ivo Eggink, Koen Rutten, Marlies Ellenbroek, Erik Lubberink, Tjeerd Wits BIJ12 Peter van der Molen, Ivo Eggink, Koen Rutten, Marlies Ellenbroek, Erik Lubberink, Tjeerd Wits Datum / 111

4 Managementsamenvatting In de afgelopen maanden heeft bureau Vellekoop en Meesters bv. onder aansturing van BIJ12 een businesscase uitgewerkt waarin uitwerking is gegeven aan de eerder geïnventariseerde wensen en randvoorwaarden in diverse scenario's voor de ontwikkeling van een Centrale VegetatieDatabank (in deze PSA afgekort tot CVD ). Uit deze businesscase kwam naar voren dat alleen een nieuwbouwapplicatie invulling geeft aan alle gewenste functionaliteit met die aanvulling dat er zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van bestaande componenten. Context en aanleiding Sinds de start van het Subsidiestelsel Natuur-en Landschap (SNL) in 2010 is, onder leiding van de gezamenlijke provincies, een keten ontwikkeld van organisaties die samenwerken op het gebied van informatievoorziening voor natuur: de Digitale Keten Natuur (DKN). Deze DKN heeft zich versterkt nadat er decentralisatieafspraken afspraken zijn gemaakt over de coördinerende rol van BIJ12 op het gebied van natuurinformatie. Binnen deze DKN zijn vegetatie-, habitat-, en structuur data een onmisbare schakel (in interviews ook de motor genoemd) bij de monitoring van natuurgebieden conform de SNL methodiek, binnen Natura2000 ten behoeve van het opstellen van natuurbeheerplannen en bij de uitvoering van de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof). Data wordt in de huidige situatie op diverse plaatsen op diverse wijzen opgeslagen. Voor habitattypenkaarten is er een tijdelijke centrale voorziening, maar deze is specifiek gericht op het gebruik binnen Aerius en voldoet maar zeer beperkt aan de gewenste functionaliteit. Zo is de validatie kwetsbaar en zijn de beschikbaarheid en doorzoekbaarheid niet goed geregeld. Ook zijn er problemen met de opslag van data en met de uniformiteit. Conclusie er is sprake van versnipperde informatie en de informatie is onvoldoende gestandaardiseerd. Een centrale- of netwerkregistratie in de vorm van een Centrale Vegetatie Databank zou daar in moeten voorzien. Beoogd doel Doelstelling van de Centrale Vegetatie Databank (CVD) is dat gegevens over vegetatie, habitattypen en structuur beter, eenduidiger en met een duidelijker kwaliteitslabel beschikbaar komen binnen de Digitale Keten Natuur. Voor aanleverende organisaties wordt het eenvoudiger om data al bij de bron gestructureerd in te winnen, valideren en bruikbaar op te leveren. Voor afnemende organisaties en systemen zullen gegevens goed vindbaar, bruikbaar en met kwaliteitslabel beschikbaar komen. Ook de toekomstvastheid wordt geborgd. De CVD wordt hiermee een onmisbare schakel in de Digitale Keten Natuur. Datum / 111

5 Kaders De relevante wet- en regelgeving en beleidslijnen voor de CVD voorziening zijn: Vogelrichtlijn (als bron voor wettelijke rapportage) Habitatrichtlijn (als bron voor wettelijke rapportage) Nieuwe wet natuurbescherming (Kader voor vergunningverlening) Omgevingswet (Kader voor positie in toekomstig informatiehuis natuur) INSPIRE (Wettelijke richtlijn voor publicatie van Habitatttypendata) Bestuursakkoord (rechtvaardiging voor initiatief tot een CVD) Natuurpact (rechtvaardiging voor initiatief tot een CVD) De belangrijkste architectuurkaders zijn: PETRA (referentiearchitectuur vanuit rol provincies en BIJ12) Kader IST-SOLL Monitoring en informatievoorziening Natuurrapportages (referentieafspraken voor IT voorzieningen ten behoeve van Natuurrapportages Uitvoeringsplan Samenhangend Eindbeeld Monitoring en informatievoorziening Natuurrapportages (kader voor het te realiseren eindbeeld van de totale informatievoorziening voor natuurrapportages) GBO Doelarchitectuur (toegepast als BIJ12 kader voor beheer en transitie) Lopende ketenafspraken over architectuur (kaders zoals gebruik IMNa en rol van de NDFF) Figuur 1: Samenhang referentiearchitecturen en plaatsing PSA voor de CVD Datum / 111

6 Scope De CVD beperkt zich tot onderstaande punten: De CVD is een register voorziening gericht op gestructureerd valideren, vastleggen en beschikbaar maken van data. De CVD is geen inwin-, reken-, analyse- of beoordelingstool. De CVD heeft betrekking op uitwisseling en vastleggen van de datadomeinen: vegetatie, habitattypen, structuurgegevens en landelijke beelden voor Habitattypen en Vegetatietypen. Koppelingen naar aanleverende systemen waaronder inwinsystemen (zoals Turboveg), Bedrijfssystemen (zoals CMSi) en geo systemen (zoals van de provincies tbv Habitattypenkaarten). Koppelingen naar afnemende systemen, zoals Rekenmodules voor Natuurkwaliteit NNN, Natura 2000/PAS en INSPIRE datapublicatie. Architectuur ontwerpkeuzes De CVD is een centrale voorziening gericht op het gestructureerd vastleggen en bruikbaar maken van data over vegetatie, habitattypen en structuur. De voorziening heeft daarmee vooral een registerfunctie die vergelijkbaar is met kadastrale registers of de nationale databank Flora en Fauna. Op basis van voorgaande onderzoeken en de genoemde architectuurkaders zijn 11 fundamentele ontwerpkeuzes gemaakt voor de realisatie van de CVD. Voor de toelichting wordt verwezen naar paragraaf (ontwerpkeuzes). ID O1 O2 O3 Ontwerpkeuze Focus op Data De CVD is een data registratie. De focus ligt op data (invoer, opslag, uitvoer). De functionaliteit van de CVD wordt daartoe beperkt Importen en Exporten van dataverzamelingen Beheer van dataverzamelingen in de voorziening (o.a. inhoud toevoegen en kwaliteitslabel toevoegen) Rapportage beperkt tot overzichten van de status van de voorziening (CVD statistieken) Systeem- en userbeheer Alle relevante vegetatiedata op één plek bij elkaar De Centrale Vegetatie Databank heeft als registratie een breed toepassingsgebied waarbij kwaliteit van data is cruciaal is. Typerend voor de CVD is dat dataverzamelingen vooral waarde hebben als de data bijeen worden gehouden. Een voorbeeld is dat het landelijk vegetatietype vooral van waarde is wanneer ook het lokale type, de kaarten en de metadata over inwinning worden vastgelegd. Het verdient daarom de voorkeur om binnen de CVD alle relevante vegetatiedata op één plek bij elkaar op te slaan. Gebruik van Packages Het principe van het gebruik van packages, naar analogie van Digitale Ruimtelijke Plannen, past goed bij het type datasets van de CVD. Vegetatie- en habitatinventarisaties zijn duidelijk gekoppeld aan een gebied op een bepaald tijdstip (ruimte+tijd). Iedere inventarisatie leidt tot een aantal logisch bij elkaar horende informatieproducten (o.a. Datum / 111

7 ID O4 O5 O6 O7 O8 O9 O10 O11 Ontwerpkeuze kaart, toelichtingen, metadata) Generiek kerndatamodel en flexibele invoer en uitvoer standaarden (Flexibiliteit / wendbaarheid) Om goed in te spelen op de benodigde flexibiliteit zal gebruik moeten worden gemaakt van een generiek datamodel. Het is onduidelijk en te duur om bij iedere wijziging van de standaard de kerndatastructuur in de voorziening aan te passen. Toekennen kwaliteitslabel aan dataverzameling Dataverzamelingen (data packages) kunnen binnen de CVD worden gelabeld met een kwaliteitskenmerk, waardoor de eindgebruiker beter waarde kan hechten aan de bron. Validatie De data in de CVD voorziening is technisch gevalideerd en daarmee in hoge mate betrouwbaar (geen vegetatietypen die niet bestaan en technisch bruikbaar voor afnemende systemen). Gebruik van Externe Catalogi Goed beheerbare ondersteunde catalogi en codelijsten waarin alle referenties zoals habitattypen, vegetatietypen en soorten gestructureerd zijn vastgelegd. De lijsten staan bij voorkeur los van de dataopslag en zijn goed in te zien via een website en geautomatiseerd uit te lezen via bijvoorbeeld een gedocumenteerde API. Een voorbeeld is codes.ndff.nl of de EUNIS website habitats. De benodigde catalogi en taxonomieën zijn beschikbaar voor de gehele keten. Standaard Koppelvlakken Via koppelvlakken kunnen monitoringtools, validatietools, rekentools en rapportage tools inprikken op de voorziening om (packages) te brengen en te halen. Er is een open (technische) standaard voor het uitwisselen voor vegetatie-, habitat-, en structuur data. Hergebruik van basisblokken Hergebruik van architectuur basisblokken componenten waar mogelijk (bvb PGR, PDOK) Basis SLA serviceniveau De verwachting is dat een standaard serviceniveau van beschikbaarheid tijdens kantooruren en oplostijden obv best effort voldoende is. Landelijke kaartbeelden Naast Packages zal de CVD jaarlijks of halfjaarlijks landelijk kaartbeelden beschikbaar stellen die zorgen voor praktisch gebruik van de landsdekkende data. Voorbeelden van toepassingen zijn vergunningverlening PAS en leefgebiedsanalyse van de PAS. Datum / 111

8 Architectuurschets Deze ontwerpkeuzes zijn de basis voor het verdere architectuurontwerp van de CVD. In onderstaande Archimate Introductory Viewpoint (zie Figuur 7) wordt de CVD voorziening op hoofdlijnen geschetst. Figuur 2 Archimate Introductory Viewpoint (business + application + technology) Datum / 111

9 Transitie Bij de realisatie van de CVD voorziening kan gebruik worden gemaakt van herbruikbare bouwblokken (infrastructuur services) die beschikbaar worden gesteld via de e-overheid, BIJ12 1 en met name met betrekking tot catalogi de gehele natuur keten partners. De belangrijkste potentieel herbruikbare bouwblokken zijn. Componenten CDS voor validatie, publicatie geoservices en metadatabeheer NDFF voor validatie, catalogi en datastructuur RO-Online voor concepten voor uitwisselen van packages en methoden voor digitaal waarmerken Turboveg, Digitale Standaard, INSPIRE en IMNa voor definitie van datastructuren datapackages In hoofdstuk 5Error! Reference source not found. wordt per component al wat verder ingegaan op de herbruikbaarheid. Bij verdere realisatie van de CVD zal de feitelijk herbruikbaarheid moeten worden afgewogen. 1 Hierbij is het uitgangspunt de bouwblokken die worden genoemd in de GBO Doelarchitectuur. Datum / 111

10 Inhoudsopgave Managementsamenvatting Inleiding Aanleiding en doelstelling PSA Afbakening PSA Aanpak en werkwijze Betrokken bij totstandkoming Gehanteerde methodiek Kaderstellende documenten voor de PSA voor CVD Leeswijzer Toegepast document template Hoofdstukindeling Tabel templates Lijst van figuren Lijst van tabellen Context en richting Centrale Vegetatiedatabank Aanleiding Doelstelling en beoogde effecten Resultaat Scope Omgevingsmodel Relaties met andere projecten en documenten Kaders Toe te passen wet- en regelgeving Relevante Beleidslijnen Toe te passen architectuurkaders Referentiearchitecturen Relatie met Visie op Dienstverlening Kaders voor beheer Overige kaders Standaarden Architectuurontwerp CVD voorziening CVD globale opzet Globaal Architectuurontwerp Plaats van de voorziening in de DKN Basisuitgangspunten en Principes (PETRA) Bedrijfsarchitectuur Organisatie Architectuurontwerp Uitgangspunten en Principes Bedrijfsarchitectuur Producten en Diensten Architectuurontwerp Uitgangspunten en Principes Bedrijfsarchitectuur Processen Architectuurontwerp Uitgangspunten en Principes Informatiearchitectuur Applicaties Architectuurontwerp Datum / 111

11 4.5.2 Uitgangspunten en Principes Informatiearchitectuur - Data en berichten Architectuurontwerp Uitgangspunten en Principes Informatiearchitectuur Informatie-uitwisseling Architectuurontwerp Uitgangspunten en Principes Technische architectuur Technische Componenten Architectuurontwerp Uitgangspunten en Principes Technische Architectuur Gegevensopslag Architectuurontwerp Uitgangspunten en Principes Technische Architectuur Netwerk Architectuurontwerp Uitgangspunten en Principes Beheer Architectuurontwerp Uitgangspunten en Principes Governance beheer Beschikbaarheid en beheerinzet Lifecyclemanagement Beveiliging Architectuurontwerp Uitgangspunten en Principes Transitie Architecture Compliance (Fit GAP analysis) Hergebruik BIJ12 componenten Hergebruik e-overheidscomponenten Overig hergebruik Implementatiestappen Conversies Naleving Monitoring tijdens realisatie Projectoverstijgende ontwerpkeuzen Architectuur afwijkingen Architectuur backlog (openstaande punten) Bijlage A Referenties Bijlage B - Terminologie Bijlage C Archimate Bijlage D Standaarden Forum Standaardisatie Bijlage E MDIAR Schema s Bijlage F SOLL en Uitvoering schemas Bijlage G Informatie Natuurrapportages Bijlage H NORA Principes Bijlage I - PETRA Basisprincipes Datum / 111

12 Bijlage J Aan CVD gerelateerde systemen Datum / 111

13 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doelstelling PSA In de afgelopen maanden heeft bureau Vellekoop en Meesters bv. onder aansturing van BIJ12 een businesscase uitgewerkt waarin uitwerking is gegeven aan de eerder geïnventariseerde wensen en randvoorwaarden in diverse scenario's voor de ontwikkeling van een Centrale VegetatieDatabank (in deze PSA afgekort tot CVD ). Uit deze businesscase komt naar voren dat alleen een nieuwbouwapplicatie invulling geeft aan alle gewenste functionaliteit met die aanvulling dat er zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van bestaande componenten. De volgende stap is het uitwerken van een Projectstartarchitectuur (PSA) voor de nieuw te bouwen applicatie waarin de basisarchitectuur wordt uitgewerkt voor de automatisering van de Centrale VegetatieDatabank. De PSA is een vertaling van de algemene principes en beleidslijnen naar een projectspecifiek kader. Relevante onderdelen uit de algemene (referentie)architectuur worden toegesneden op de scope en de specifieke problematiek van het project. Hierdoor geeft de PSA een heel concreet en doelgericht architectuurkader aan, waarbinnen het project moet worden uitgevoerd. Dit kader bestaat uit de concrete standaarden, normen en richtlijnen en uit de modellen die het project dient te hanteren. Ook projectoverstijgende ontwerpkeuzes worden in de PSA vastgelegd. De PSA geeft dus de context en de richting van de oplossing van een project weer, maar niet de oplossing zelf. De PSA gaat niet over de 'solution architecture'. 1.2 Afbakening PSA De PSA beperkt zich tot het nieuwbouw scenario zoals genoemd in de business case uitgewerkt door Vellekoop en Meesters. De PSA is op verzoek van BIJ12 lean en mean ingestoken, dit uit zich o.a. in het alleen benoemen van díe architectuurprincipes die wezenlijk zijn voor de Centrale VegetatieDatabank. Voor de overige principes wordt verwezen naar referentiearchitecturen. Focus ligt primair op de vastlegging van uitgangspunten en principes m.b.t. de realisatie van een Centrale VegetatieDatabank en de uitwerking van architectuur viewspoints van de te realiseren voorziening. In de PSA is rekening gehouden met de kaders meegegeven door DKN partners in eerdere interviews en workshops vastgelegd in referentie documenten die voor deze PSA zijn gebruikt. Aan het begin van het project is een keuze gemaakt uit een aantal referentiedocumenten die leidend zijn bij het opstellen van deze PSA, zie paragraaf Datum / 111

14 1.3 Aanpak en werkwijze Betrokken bij totstandkoming De inhoud van dit rapport is tot stand gekomen door literatuuronderzoek en interviews en workshops met een aantal direct betrokkenen in de keten (in Tabel 1 aangeduid met *). Naam Organisatie Rol Contact Erik Lubberink* BIJ12 Project owner Erik.lubberink@bij12.nl Marlies Ellenbroek BIJ12 Programma manager Marlies.Ellenbroek@bij12.nl Ivo Eggink* BIJ12 Informatiearchitect Ivo.Eggink@bij12.nl Peter van de Molen* BIJ12 Domein expert Peter.vanderMolen@bij12.nl Koen Rutten* GBO Provincies Beheer Koen.Rutten@bij12.nl Tjeerd Wits Wits Consultancy Projectleider Tjeerd@wits-consultant.com Erik van der Zee Geodan Lead architect Erik.van.der.zee@geodan.nl Peter van den Pol Geodan Domein architect Peter.van.den.pol@geodan.nl Tabel 1 Overzicht bij totstandkoming betrokken personen Gehanteerde methodiek De PSA is gebaseerd op de TOGAF Enterprise Architecture Framework en het NORA 9-vlaks model (zie Figuur 3), waarin een onderscheid wordt gemaakt in Omgeving, Business-, Applicatieen Technologie, alsmede Privacy & Beveiliging en Beheer. In de PSA zijn deze domeinen op een gestructureerde wijze uitgewerkt voor de Centrale VegetatieDatabank. Figuur 3 (a) TOGAF Achitecture Development Model (b) NORA 9-vlaksmodel. Aanvullend is gebruik gemaakt van de aan TOGAF gekoppelde architectuur modelleertaal Archimate zie Bijlage C Archimate voor een toelichting. De gewenste situatie (SOLL) is in een aantal relevante Archimate viewpoints uitgewerkt en in tekst nader toegelicht. Als modelleertool is gebruik gemaakt van de tool ARCHI. Datum / 111

15 1.3.3 Kaderstellende documenten voor de PSA voor CVD De onderstaande kaderstellende documenten vastgesteld door projectgroep. Nr Titel Motivatie 1 GBO Doelarchitectuur Aangezien BIJ12 formeel (nog) geen EA heeft geldt de PETRA en GBO doelarchitectuur als uitgangspunt voor deze PSA. 2 Kader IST SOLL afspraken 2015 Geeft concrete informatiseringskaders voor het natuur domein. 3 Natuur SOLL 2015 Geeft concrete informatiseringskaders voor het natuur domein. 4 Werkwijze monitoring beoordeling natuur Geeft inhoudelijke kaders voor CVD voorziening. 5 Business Case CVD Geeft uitgangspunten voor de te ontwikkelen CVD voorziening. 6 Informatie analyse CVD Geeft toelichting voor de te ontwikkelen CVD voorziening. Tabel 2 Kaderstellende documenten. 1.4 Leeswijzer Toegepast document template De structuur van de PSA is gebaseerd op de NORA PSA template aangevuld met elementen uit het PSA template van GBO Provincies. NORA 3.0 Template ( uitgebreid met beheeraspecten door GBO. T010 Template Projectstartarchitectuur GBO Provincies, versie 0.1 ( ), IPO Hoofdstukindeling De hoofdstukindeling van de PSA is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1 Inleiding tot het document. Hoofdstuk 2 Context en richting van de te realiseren voorziening. Hoofdstuk 3 Relevante kaders die als uitgangspunt dienen voor de voorziening. Hoofdstuk 4 Architectuurontwerp van de voorziening. Hoofdstuk 5 Transitie van IST naar SOLL en hergebruik van componenten. Hoofdstuk 6 naleving van de PSA en architecture backlog. In het rapport wordt alleen de term data gehanteerd, aangezien het onderscheid tussen data en informatie vaak niet erg duidelijk is (bijvoorbeeld omdat in een package zowel data- als informatieobjecten zijn opgenomen) Tabel templates In deze PSA worden een aantal standaard tabelstructuren gebruikt voor het beschrijven van uitgangspunten, principes en koppelingen. Deze tabelstructuren wordt hieronder toegelicht. Datum / 111

16 Voor de definities van de begrippen principe, voorschrift en richtlijn wordt verwezen naar Bijlage B - Terminologie. Voor het beschrijven van kaders, uitgangspunten, principes, voorschriften en richtlijnen wordt het volgende format gehanteerd. Code K/P/U/V/R/S Toelichting Impact op project Referentie(s) 1 Kader / Principe / Uitgangspunt / Voorschrift / Richtlijn / Standaard Tabel 3 Template format Uitgangspunten zijn genummerd en beginnen met een U. Principes zijn genummerd per paragraaf en beginnen met een P. Voorschriften zijn genummerd per paragraaf en beginnen met een V. Richtlijnen zijn genummerd per paragraaf en beginnen met een R. Elke koppeling is voorzien van een code die begint met K gevolgd door een volgnummer. Transitievoorstellen zijn genummerd en beginnen met een T. Verdere verantwoording wordt aangegeven in de kolom Referentie. Dit betreft de eventuele wettelijke basis, bestuurlijke afspraak, principe van NORA, PETRA, GEMMA, WIA / WILMA, Doelarchitectuur GBO Provincies, uitspraak van het Forum Standaardisatie, etc. Als de status niet vermeld is betekent dit dat het principe nog niet elders benoemd is of vastgesteld Lijst van figuren Figuur 1 (a) TOGAF Achitecture Development Model (b) NORA 9-vlaksmodel Figuur 2 Scope Centrale Vegetatiedatabank Figuur 3 Hiërarchie van referentiearchitecturen (bron: NORA) Figuur 4 Samenhang referentiearchitecturen en plaatsing PSA voor de CVD Figuur 5 Archimate Introductory Viewpoint (business + application + technology) Figuur 6 Positie van de Centrale Vegetatiedatabank in het primaire proces (rood kader) Figuur 7 Actor Co-operation Viewpoint Figuur 8 Business Product Viewpoint Figuur 9 Primaire processen totstandkoming Natuurrapportages Figuur 10 Application Behaviour Viewpoint Figuur 11 Information Structure Viewpoint Centrale Vegetatiedatabank Figuur 12 (a) Drie data packages met overlap (b) Periodiek landelijk totaalbeeld Figuur 13 Concept uitbreiding IMNa voor Vegetatie en Habitat (bron: Van den Pol, 2014) Figuur 14 Application Structure Viewpoint Figuur 15 Archimate Infrastructure View (beschikbare GBO bouwblokken aangegeven met *) Figuur 16 Network configuratie (uitwerken voor beperkt aantal services) Lijst van tabellen Tabel 1 Overzicht bij totstandkoming betrokken personen Tabel 2 Kaderstellende documenten Tabel 3 Template format Tabel 4 Relaties met andere projecten Tabel 5 Toe te passen wet- en regelgeving Datum / 111

17 Tabel 6 Relevante beleidslijnen Tabel 7 Kaders voor beheer Tabel 8 Overzicht inhoudelijke standaarden Tabel 9 Fundamentele ontwerpkeuzes voor de CVD voorziening Tabel 10 Overzicht stakeholders CVD voorziening Tabel 11 Organisatieuitgangspunten en principes Tabel 12 Overzicht bedrijfsfuncties CVD voorziening Tabel 13 Uitgangspunten en principes CVD dienst Tabel 14 Proces uitgangspunten en principes CVD voorziening Tabel 15 Applicatiefuncties CVD voorziening Tabel 16 Applicatie uitgangspunten en principes Tabel 17 Onderdelen vegetatie package Tabel 18 Onderdelen habitat package Tabel 19 Onderdelen structuur package Tabel 20 Relevante catalogi voor CVD voorziening Tabel 21 Uitgangspunten en principes m.b.t. data Tabel 22 Uitgangspunten en principes m.b.t. berichten Tabel 23 Overzicht CVD koppelvlakken Tabel 24 Uitgangspunten en principes m.b.t. data uitwisseling Tabel 25 Overzicht basis infrastructure services Tabel 26 Uitgangspunten en principes Technische Componenten Tabel 27 Uitgangspunten en principes m.b.t. netwerk Tabel 28 Beheeruitgangspunten en principes Tabel 29 Uitgangspunten en principes m.b.t. Beveiliging Tabel 30 Overzicht herbruikbare GBO bouwblokken Tabel 31 Overzicht e-overheidscomponenten Tabel 32 Architecture backlog items Datum / 111

18 2 Context en richting Centrale Vegetatiedatabank 2.1 Aanleiding Sinds de start van het Subsidiestelsel Natuur-en Landschap (SNL) in 2010 is, onder leiding van de gezamenlijke provincies, een keten ontwikkeld van organisaties die samenwerken op het gebied van informatievoorziening voor natuur: de Digitale Keten Natuur (DKN). Deze DKN heeft zich versterkt nadat er decentralisatieafspraken afspraken zijn gemaakt over de coördinerende rol van BIJ12 op het gebied van natuurinformatie. Dit rapport gaat in op ketensamenwerking op het vlak van vegetatie-, habitat-, en structuur data. Binnen deze DKN zijn vegetatie-, habitat-, en structuur data een onmisbare schakel (in interviews ook de motor genoemd) bij de monitoring van natuurgebieden conform de SNL methodiek, binnen Natura2000 ten behoeve van het opstellen van natuurbeheerplannen en bij de uitvoering van de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof). Een goede betrouwbaarheid, bruikbaarheid en beschikbaarheid van de data zijn daarbij bepalend voor een goede uitvoering van deze processen. Data wordt in de huidige situatie op diverse plaatsen op diverse wijzen opgeslagen. Voor habitattypenkaarten is er een tijdelijke centrale voorziening, maar deze is specifiek gericht op het gebruik binnen Aerius en voldoet maar zeer beperkt aan de gewenste functionaliteit. Zo is de validatie kwetsbaar en zijn de beschikbaarheid en doorzoekbaarheid niet goed geregeld. Ook zijn er problemen met de opslag van data en met de uniformiteit. Ook zijn er problemen met de opslag van data en zijn er problemen met de uniformiteit. Conclusie; er is sprake van versnipperde informatie en de informatie is onvoldoende gestandaardiseerd. Een centrale- of netwerkregistratie in de vorm van een Centrale Vegetatie Databank zou daar in moeten voorzien. 2.2 Doelstelling en beoogde effecten Doelstelling van de Centrale Vegetatie Databank (CVD) is dat gegevens over vegetatie, habitattypen en structuur beter, eenduidiger en met een duidelijker kwaliteitslabel beschikbaar komen binnen de Digitale Keten Natuur. Voor aanleverende organisaties wordt het eenvoudiger om data al bij de bron gestructureerd in te winnen en te valideren en bruikbaar op te leveren. Voor afnemende organisaties en systemen zullen gegevens goed vindbaar, bruikbaar en met kwaliteitslabel beschikbaar komen. Ook de toekomstvastheid wordt geborgd. De CVD wordt hiermee een onmisbare schakel bij het bepalen van de natuurkwaliteit van Natura 2000/ PAS èn voor het Natuur Netwerk Nederland. 2.3 Resultaat De PSA richt zich op de realisatie van de Centrale Vegetatiedatabank (CVD). Deze CVD is een centrale datavoorziening (registratie) en voorziet in de kern in een toekomst vaste en gestructureerde opslag. Direct daar omheen biedt de CVD gestandaardiseerde aansluitingen (interfaces) naar toeleverende en afnemende ketensystemen. In de gehele lijn van aanleveren, opslag en gebruik voorziet de CVD in strikte validatie en is er functionaliteit die het mogelijk maakt kwaliteitskenmerken toe te kennen aan datasets. 2.4 Scope Datum / 111

19 De scope van de PSA voor de Centrale Vegetatiedatabank wordt omschreven vanuit drie perspectieven: Scope functionaliteit De CVD is een register voorziening gericht op gestructureerd valideren, vastleggen en beschikbaar maken van data. De CVD is geen reken-, analyse- of beoordelingstool. Data uit de CVD kan na analyse buiten de CVD wel weer data opleveren die in de CVD kan worden opgeslagen. Concrete voorbeelden zijn: Vegetatieopnamen naar Abiotische kenmerken, Vegetatiekartering naar Habitattypenkaart, Habitattypenkaart naar Landelijke Habitattypenkaart. Scope data domeinen Vegetatie data (o.a. lokale en landelijke vegetatietypen, soorten, opnamen, kaarten). Vegetatiekenmerken over abiotiek en structuur behorend tot de vegetatie gegevens. Habitattypenkaarten (voor wat betreft Ligging en omvang). Structuur data (data over structuur die geen onderdeel uitmaakt van een vegetatiekartering). Landelijke beelden (Hiermee wordt bedoeld dat er op vaste momenten (jaarlijks of half jaarlijks) een landelijk beeld wordt vastgelegd. Minimaal een landelijke Habitattypenkaart en mogelijk ook een landelijke Vegetatiekaartbeeld). Scope koppelingen vanuit toeleverende systemen Inwinsystemen van data. Bedrijfssystemen waarin data is opgeslagen (zoals CMSi). Systemen van provincies (zoals GIS systemen waarin Habitatttyypenkaarten zijn vastgelegd). Scope koppelingen vanuit afnemende systemen Rekentools voor abiotiek. Rekenmodule Natuurkwaliteit NNN. Als bron systeem waar kwaliteit van Habitattypenkaarten mee wordt berekend. Als bron voor systemen rondom Leefgebiedenkaarten. Overige (keten) systemen waar de data wordt gebruikt voor nadere analyse (zoals beheersystemen van terreinbeherende organisaties). Als bron voor vegetatieopnamen voor de Landelijke Vegetatie Databank (LVD). Als bron voor waarnemingen voor de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Als bron voor Habitattypenkaarten voor INSPIRE thema Habitats en Biotopes. De genoemde onderdelen zijn in Figuur 4 grafisch weergegeven. Datum / 111

20 Figuur 4 Scope Centrale Vegetatiedatabank. 2.5 Omgevingsmodel Relaties met andere projecten en documenten Project Omschrijving Relatie met CVD Status Brede blik op informatievoorziening IMNA uitbreiding voor Habitat en Vegetatie (nog te realiseren) RNN Rekenservice Abiotiek Uitvoeringsplan Samenhangend Eindbeeld Monitoring en Informatievoorziening Natuurrapportages BIJ12 Unit Natuur Kader IST SOLL Afspraken Aerius / PAS Visie op informatievoorziening voor Natuur. IMNA 4 uitbreiding met habitat en vegetatie. Tool waarmee kwaliteit kan worden doorgerekend. Is kader voor het te realiseren eindbeeld van de totale informatievoorziening voor natuurrapportages. Beschrijft een set aan afspraken waarmee het netwerk natuur veranderingen kan besturen. De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) is regelgeving die nu wordt Kan worden gezien als Enterprise Architectuur voor BIJ12. Komen tot 1 standaard wijze van vastlegging en uitwisseling van habitat- en vegetatiedata. IMNa. Gebruikt informatie in de toekomst informatie uit CVD ten behoeve van berekeningen Abiotiek. Tot die tijd is CVD input voor tools als Iteratio. De CVD wordt hierin benoemd als belangrijke bouwsteen voor de totale informatievoorziening. De 18 afspraken in dit concept document zijn in deze PSA geïmplementeerd in de paragrafen van hoofdstuk 4. Aerius en PAS zijn bepalende afnemers bij de realisatie van de CVD. In ontwikkeling Te realiseren Te realiseren Gereed In ontwikkeling Regelgeving wordt geïmplementeerd. Datum / 111

21 geïmplementeerd. Aerius is daarbij het belangrijkste rekeninstrument. Tabel 4 Relaties met andere projecten / documenten Aerius is een reeds bestaand instrument. Datum / 111

22 3 Kaders 3.1 Toe te passen wet- en regelgeving Overzicht van relevante wet- en regelgeving voor de CVD voorziening. Toelichtingen op genoemde wet- en regelgeving zijn in detail uitgewerkt in het rapport (M.Ellenbroek, 2015). Cod e Wet / Regel Nivea u WR1 Vogelrichtlijn EU Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand. WR2 Habitatrichtlijn EU Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. WR3 Nieuwe wet natuurbeschermin g Toelichting Implicatie op CVD Referentie(s) NL Flora- en Faunawet, boswet en Natuurbeschermingsw et 1998 zijn opgaan in de Nieuwe Wet Natuurbescherming. WR4 Omgevingswet NL NB wet haakt aan bij deze wet. WR5 INSPIRE EU INSPIRE richtlijn is geïmplementeerd in Implementatiewet INSPIRE. Nederland is verplicht gegevens over Habtattypenkaarten te publiceren conform de dataspecificatie Habitats en Biotopes. Tabel 5 Toe te passen wet- en regelgeving. 3.2 Relevante Beleidslijnen Rapportage verplichting Rapportage verplichting Biedt kader voor vergunningverlenin g Biedt kader voor doorontwikkeling van CVD binnen het informatiehuis natuur Op dit moment worden de Habitattypenkaarte n uit Aerius as-is gepubliceerd. De CVD zal de bron worden voor het INSPIRE thema Habitats and Biotopes Vogelrichtlijn 79/409/EEG (1979) Habitatrichtlijn 92/43/EEG (1992) Nieuwe wet natuurbeschermin gt (2015) Omgevingswet gaat in op Richtlijnen en architectuuruitgangspunten zijn bekend via Geonovum Overzicht van relevante beleidslijnen voor de CVD voorziening. Code Beleidslij n Niveau Toelichting Implicatie op CVD BL1 Bestuursakkoord Natuur NL In 2011 en 2012 hebben Rijk en IPO afspraken gemaakt over de overdracht van Is rechtvaardigin g dat Referentie(s) Onder het bestuursakkoord vallen het onder- Datum / 111

23 Code BL2 Beleidslij n Natuurpac t Niveau Toelichting Implicatie op CVD verantwoordelijkheden voor het provincies natuurbeleid en het landelijke initiatief gebied van Rijk naar provincies. nemen voor CVD. NL Tabel 6 Relevante beleidslijnen. In het Natuurpact is afgesproken dat er een samenhangend eindbeeld voor monitoring en informatievoorziening ten behoeve van de Natuurrapportages moet komen. Is rechtvaardigin g voor CVD. Referentie(s) handelings-akkoord decentralisatie natuur ( ), de aanvullende afspraken ) en de uitvoeringsafspraken ( ). Natuurpact ontwikkeling en beheer van natuur in Nederland (9-2013). 3.3 Toe te passen architectuurkaders Referentiearchitecturen De Nederlandse Overheids Referentiearchitectuur (NORA) en Provinciale Enterprise Referentie Architectuur (PETRA) (zie Figuur 5) bieden de referentiearchitectuurkaders voor de PSA Centrale Vegetatie Databank. INTERNATIONALE STANDAARDEN EUROPEAN INTEROPERABILITY FRAMEWORK NEDERLANDSE OVERHEID REFERENTIE ARCHITECTUUR (NORA) DOMEIN REFERENTIE ARCHITECTUUR (PETRA en DKN) BEDRIJFSREFERENTIE ARCHITECTUUR (BIJ12 en GBO Provincies) PROJECT ARCHITECTUUR (PSA) Figuur 5 Hiërarchie van referentiearchitecturen (bron: NORA). Deze PSA richt zich in het inhoudelijke domein op de borging van de Centrale Vegetatiedatabank binnen Digitale Keten Natuur. Figuur 6 visualiseert de (hiërarchische) relaties tussen zowel het provinciale architectuurkader als de ketenarchitectuur natuur. Hierin moet worden opgemerkt dat met name het natuur architectuurkader minder expliciet is vastgelegd, maar er in de praktijk wel afspraken zijn gemaakt. Ook dient te worden opgemerkt dat de Centrale Vegetatiedatabank een keten informatievoorziening is, in die zin dat de provincies ook afhankelijk zijn van andere keten partners die niet hiërarchisch onder de verantwoordelijkheid van provincies c.q. overheid vallen. Datum / 111

24 Figuur 6 Samenhang referentiearchitecturen en plaatsing PSA voor de CVD. Op Enterprise Architecture niveau wordt in deze PSA als architectuurkaders gebruik gemaakt van de GBO Doelarchitectuur en het Kader IST-SOLL Monitoring en Informatievoorziening Natuurrapportages Relatie met Visie op Dienstverlening Het document overheidsbrede visie op dienstverlening 2011 onderkend een zestal uitgangspunten m.b.t. dienstverlening vanuit de overheid. Deze vertonen overigens sterke overlap met de NORA principes. Uitgangspunt 1 de vraag staat centraal Uitgangspunt 2 - snel en zeker Uitgangspunt 3 één overheid Uitgangspunt 4 eenmalige uitvraag data Uitgangspunt 5 transparant en aanspreekbaar Uitgangspunt 6 efficiënt werken 3.4 Kaders voor beheer De CVD is een ketenapplicatie waar zeer waarschijnlijk BIJ12 de eigenaar van wordt. In het rapport Kader van IST naar SOLL (2015, Batenburg A. Kader: van IST naar SOLL met AFSPRAKEN) wordt er over ketenapplicaties geschreven dat de systeemeigenaar verantwoordelijk is voor de werking van de CVD, maar de belangen van deze dienst verder rijken en vaak groter zijn dan alleen voor deze systeemeigenaar. Ketenorganisaties kunnen immers afhankelijk zijn van zo n applicatie omdat ze gebruik maken van bepaalde functies van de applicatie. Daarom moeten op ketenniveau afspraken worden gemaakt over het serviceniveau van de applicatiediensten. Het kader voor het verdere uitvoerende applicatiebeheer is niet nader uitgewerkt en is ook sterk afhankelijk van de uiteindelijke beheerder van de (delen van) de applicatie. De BIJ12 Unit GBO- Datum / 111

25 Provincies is de meest natuurlijke beheerorganisatie voor BIJ12, maar bijvoorbeeld de NDFF, catalogi bij Alterra en verschillende andere mogelijk herbruikbare systeemcomponenten zijn in beheer bij andere organisaties. Onderstaande documenten zijn bruikbaar als kader voor beheer van de CVD applicatie. Nr Titel Motivatie A GBO Doelarchitectuur Geeft uitgangspunten en principes voor het realiseren van ICT voorzieningen voor de gezamenlijke provincies. Mogelijk kader bij in beheer name. B C Checklist Inbeheername GBO (BIJ12, 2015) Checklist Infrastructuur GBO (Bij12, 2015) Tabel 7 Kaders voor beheer. 3.5 Overige kaders Standaarden Voor de delen van de CVD die bij GBO-Provincies in beheer genomen worden is er een formeel inbeheernameproces beschikbaar. Voor de delen van de CVD die door GBO-Provincies in beheer genomen worden zijn er randvoorwaarden gesteld aan de solution architectuur en solution building blocks ( SBBs ) en zijn gerelateerd aan de technische componenten die binnen de beheerorganisatie (GBO) worden gebruikt. Door het Forum Standaardisatie is vastgesteld dat overheden en semi-overheden verplicht zijn open standaarden, die op de lijst met 'pas toe of leg uit'-standaarden staan, toe te passen bij aanschaf of (ver)bouw van ICT-systemen/-diensten ('pas toe'). Afwijken mag alleen met zwaarwegende redenen en verantwoording hierover moet worden afgelegd in het jaarverslag ('leg uit'). Het 'pas toe of leg uit' beleid m.b.t. standaarden is voor provincies verankerd in het Bestuursakkoord rijk en provincies, juni 2008 (referentie en het Akkoord NUP, 1 december 2008 (referentie versie.pdf). In Bijlage D Standaarden Forum Standaardisatie is een selectie van (ICT) standaarden opgenomen die voor de CVD in meer of mindere mate relevant zijn. In Tabel 8 is een overzicht opgenomen van inhoudelijke standaarden die voor de ontwikkeling van de CVD voorziening relevant zijn. Code Standaard Implicatie op CVD 1 InformatieModel Natuur (IMNa). Hoewel al tientallen jaren vegetatie- en habitatdata worden vastgelegd bestaat er nog geen ketenbrede standaard voor het vastleggen en uitwisselen van vegetatie- en habitatdata. Individuele organisaties (zoals Staatsbosbeheer Datum / 111

26 en Rijkswaterstaat) of procesketens (zoals Aerius) hebben wel grote stappen gezet in standaardisering, maar een echt gemeenschappelijke definitie is er niet. Een standaard zal voor alle partijen de uitwisselbaarheid en uniformiteit verbeteren. Daarnaast is een gedegen standaard ook een belangrijke kapstok voor het ontwikkelen van ICT systemen zoals CMSi, LVD maar ook juist afnemende systemen zoals Aerius en Iteratio. Een standaard is daardoor dus ook kostenbesparend voor alle organisaties in de keten. IMNa is een model dat de definities en logische samenhang van natuurdata op ondubbelzinnige wijze beschrijft. Het doel van IMNa is om te zorgen voor een stabiele en efficiënte uitwisseling van natuurdata tussen mensen en systemen in de natuurketen in Nederland. 2 EU INSPIRE Directive Dataspecificatie Annex III Habitat and Ecotopes. Vegetatie-en habitatkaarten zijn ruimtelijke objecten binnen het natuurdomein en passen dus goed in de context van IMNa. Ook kunnen al bestaande definities (en klassen) uit IMNa gebruikt worden in de standaard voor vegetatieen habitatkaarten. Het IMNa informatiemodel is sturend in de definitie van het datamodel en koppelvlakken van de CVD voorziening. Is de Europese infrastructuur voor ruimtelijke data. De databehoefte van de habitattypekaart is grotendeels gemodelleerd volgens de INSPIRE Dataspecificatie Habitats en Biotopes. Met het aansluiten op deze standaard, kunnen eenvoudig data uitgewisseld worden met andere Europese lidstaten en kan voldaan worden aan de wettelijke INSPIRE eisen. Geeft vanuit EU sturing aan de invulling van datamodel van de CVD voorziening. 3 Catalogi (EUNIS, NDFF, etc.) Binnen de context van de CVD dient te worden gekoppeld met bestaande catalogi die in de DKN zijn vastgesteld. 4 Digitale Standaard Staatsbosbeheer De Digitale standaard van Staatsbosbeheer is een gestructureerd, bewezen en doorontwikkelde databasestructuur in Microsoft Access die met name wordt gebruikt bij de inwinning van vegetatiekarteringen door professionele karteerbureaus. De standaard is een bestpractice voor het definiëren van de Datum / 111

27 uitwisselstandaard op logisch en semantisch niveau. 5 Turboveg uitwisselformaat Turboveg is een wereldwijd gebruikte applicatie voor het beheer van vegetatieopnamen. De applicatie output is een best-practice voor het definiëren van de uitwisselstandaard op logisch en semantisch niveau. Tabel 8 Overzicht inhoudelijke standaarden. Datum / 111

28 4 Architectuurontwerp CVD voorziening 4.1 CVD globale opzet Globaal Architectuurontwerp De CVD is een centrale voorziening gericht op het gestructureerd vastleggen en bruikbaar maken van data over vegetatie, habitattypen en structuur. De voorziening heeft daarmee vooral een registerfunctie vergelijkbaar met kadastrale registers of de nationale databank Flora en Fauna. De unieke eisen aan het CVD register worden bepaald door: De aanleverende en afnemende applicaties (bepalend voor de gewenste interfaces.) het kenmerken van de dataverzamelingen (vrijwel alles dataverzamelingen hebben alleen waarde als deze ook als verzameling worden vastgelegd: sterk project gedreven.) de verwachte veranderingen in de datastructuur (verwachting is dat deze zal ontwikkelen, daarbij is het wenselijk dat ook bestaande dataverzamelingen kunnen worden ingevoerd.) In het architectuurontwerp voor de Centrale Vegetatiedatabank is uitgegaan van onderstaande fundamentele ontwerpkeuzes, die betrekking hebben op de gehele architectuur. ID Ontwerpkeuze Toelichting O1 Focus op Data O2 De CVD is een data registratie. De focus ligt op data (invoer, opslag, uitvoer). De functionaliteit van de CVD wordt daartoe beperkt Importen en Exporten van dataverzamelingen. Beheer van dataverzamelingen in de voorziening (o.a. inhoud toevoegen en kwaliteitslabel toevoegen). Rapportage beperkt tot overzichten van de status van de voorziening (CVD statistieken). Systeem- en gebruikerbeheer. Alle relevante vegetatiedata op één plek bij elkaar Het heeft de grote voorkeur om registratiefunctionaliteit los te koppelen van reken- en analysefunctionaliteit. Rekenfunctionaliteit veranderd (is dynamischer) doorgaans veel sneller in de tijd dan de gegevens die tientallen jaren vastliggen voor gebruik. De CVD kan na analyse buiten de CVD wel weer data opleveren die in de CVD kan worden opgeslagen. Concrete voorbeelden zijn: Vegetatieopnamen naar Abiotische kenmerken, Vegetatiekartering naar Habitattypenkaart, Habitattypenkaart naar Landelijke Habitattypenkaart. Daarom zijn bvb rekenservices geen onderdeel van de voorziening (externe systemen). Gestandaardiseerde koppelvlakken (GUI en API) zijn noodzakelijk om data in en uit de voorziening te krijgen voor verdere analyse en rapportage doeleinden Datum / 111

29 ID Ontwerpkeuze Toelichting De Centrale Vegetatie Databank heeft als registratie een breed toepassingsgebied en kwaliteit van data is cruciaal. Typerend voor de CVD is dat dataverzamelingen vooral waarde hebben als de data bij een Op deze manier is het eenvoudiger om technische en inhoudelijke validatie over de gehele set van vegetatiedata uit te voeren, waardoor de kwaliteit extra wordt geborgd. worden gehouden. Een voorbeeld is landelijk vegetatietype vooral van waarde is wanneer ook het lokale type, de kaarten en de metadata over inwinning worden vastgelegd. Het verdient daarom de voorkeur om binnen de CVD alle relevante vegetatiedata op één plek bij elkaar op te slaan. Ook is het risicovol om wijzigingen te ondersteunen van een deel van de data (bijvoorbeeld een opname), in plaats daarvan zou het hele samenhangende pakket moeten worden vervangen. O3 Gebruik van Packages O4 Het principe van het gebruik van packages, naar analogie van Digitale Ruimtelijke Plannen 2, past goed bij het type datasets van de CVD. Vegetatie- en habitatinventarisaties zijn duidelijk gekoppeld aan een gebied op een bepaald tijdstip (ruimte+tijd). Iedere inventarisatie leidt tot een aantal logisch bij elkaar horende informatieproducten (o.a. kaart, toelichtingen, metadata). Generiek kerndatamodel en flexibele invoer en uitvoer standaarden (Flexibiliteit / wendbaarheid). Om goed in te spelen op de benodigde flexibiliteit zal gebruik moeten worden gemaakt van een generiek datamodel. Het is onduidelijk en te duur om bij iedere wijziging van de standaard de kerndatastructuur in de voorziening aan te passen. Het nadeel van een generiek model is dat dat meer vraagt aan de invoer en de uitvoerzijde van de CVD. Dat kan worden opgelost door goed beheer te voeren op de versies van invoer (gedefinieerd door XSD s) en de bijbehorende logica om data weg te schrijven in de database (gedefinieerd door bijvoorbeeld XSLT s). Het concept package wordt gebruikt binnen de context van de CVD om bij elkaar horende informatieproducten als pakket te kunnen waarden (voorzien van een kwaliteitslabel) en aan te kunnen bieden aan eindgebruikers. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vegetatie-, habitat-, en structuurpackages. Het is noodzakelijk dat de database is gebaseerd op een zeer zorgvuldig datamodel dat waar mogelijk flexibel is naar de toekomst toe, maar wel zorgt dat data integer en zeer gestructureerd vastlegt. Er moet vanuit worden gegaan dat zowel in de input als outputzijde er veranderingen kunnen optreden. De Digitale standaard van SBB is nu v1.85, hieraan is te zien dat er veel verschillende versies in de tijd bestaan. Dit zal ook naar de toekomst toe niet anders zijn. 2 zie ook Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten. Datum / 111

30 ID Ontwerpkeuze Toelichting Deze zelfde definities kunnen worden gebruikt voor de uitvoer. Hierdoor blijft het coredatamodel gelijk en kan worden ingespeeld op versies van dataverzamelingen uit het verleden en de toekomst. Een suggestie voor een generiek datamodel is het INSPIRE model Annex III Habitats and Biotopes. Het basismodel wordt hergebruikt en waar noodzakelijk worden uitgebreid of vereenvoudigd. Dit zal nader uitgewerkt moeten worden in het IMNa productmodel vegetatie en habitats. O5 O6 Toekennen kwaliteitslabel aan dataverzameling Dataverzamelingen (data packages) kunnen binnen de CVD worden gelabeld met een kwaliteitskenmerk, waardoor de eindgebruiker beter waarde kan hechten aan de bron. Het gaat hierbij dus niet over de kwaliteit van de natuur zelf, maar om de kwaliteit van een dataverzameling als geheel in termen van bijvoorbeeld betrouwbaar, zeer betrouwbaar, vastgesteld door GS, gecontroleerd door EZ, etc.). Deze kwalificatie moet later worden uitgewerkt. Validatie De data in de CVD voorziening is technisch gevalideerd en daarmee in hoge mate betrouwbaar (geen vegetatietypen die niet bestaan en technisch bruikbaar voor afnemende systemen. Bij Habitattypenkaarten worden in de huidige situatie al kwaliteitskenmerken aan de dataset toegekend. Ook bij vegetatie datasets blijkt er behoefte aan een kwaliteitskenmerk. Met name ook bij historische datasets. Er wordt een validatie functie beschikbaar gesteld aan gebruikers van de voorziening (vergelijkbaar met validatie functionaliteit voor ruimtelijke plannen). Er wordt gevalideerd op o.a. de volgende aspecten Encodingvalidatie (bestandscodering) Schemavalidatie Bestandsnaamvalidatie Regelvalidatie Geometrische validatie Datum / 111

31 ID Ontwerpkeuze Toelichting Referentie validatie Authenticiteitsvalidatie O7 O8 O9 O10 Gebruik van Externe Catalogi Goed beheerbare ondersteunde catalogi en codelijsten waarin alle referenties zoals habitattypen, vegetatietypen en soorten gestructureerd zijn vastgelegd. De lijsten staan bij voorkeur los van de dataopslag en zijn goed in te zien via een website en geautomatiseerd uit te lezen via bijvoorbeeld een gedocumenteerde API. Een voorbeeld is codes.ndff.nl of de EUNIS website habitats. De benodigde catalogi en taxonomieën zijn beschikbaar voor de gehele keten. Wanneer externe Catalogi stabiel zijn (SLA) dan bij voorkeur linken naar Catalogi (verwijzen vs. opnemen harvesten ). Standaard Koppelvlakken Via koppelvlakken kunnen monitoringtools, validatietools, rekentools en rapportage tools inprikken op de voorziening om (packages) te brengen en te halen. Er is een open (technische) standaard voor het uitwisselen voor vegetatie-, habitat-, en structuur data Hergebruik van basisblokken Hergebruik van architectuur basisblokken componenten waar mogelijk (bvb PGR, PDOK). Basis SLA serviceniveau De verwachting is dat een standaard serviceniveau van beschikbaarheid tijdens kantooruren en oplostijden o.b.v. best effort voldoende is. Het bepalen van het serviceniveau gebeurd in overleg met ketenpartners. Catalogi moeten technisch beschikbaar zijn: De catalogi voor soorten, taxonomie en meetschalen zijn reeds beschikbaar via codes.ndff.nl. De catalogi voor vegetatietypen is gebaseerd op de Vegetatie van Nederland (VvN). De catalogi voor vegetatietypen en habitattypen worden nog niet technisch gepubliceerd. Afhankelijk van de te bieden service levels van de externe catalogi moet worden besloten catalogi te harvesten of dat verwijzen voldoende zekerheid biedt. Onderdeel van deze toets is dat de catalogi ook ondersteuning moeten bieden in historische codes. De koppelvlakken dienen te worden gebaseerd op technische standaarden zoals voorgeschreven door Forum Standaardisatie, en inhoudelijk te zijn gebaseerd op het IMNa informatiemodel. Voor vegetatie, habitat en structuur dient IMNa hiervoor te worden uitgebreid BIJ12 biedt een aantal standaard bouwblokken (ABBs en daaraan gekoppelde SBBs) die gebruikt kunnen worden bij de realisatie van de CVD voorziening. Zie hoofdstuk Transitie. Hoewel de CVD een cruciale schakel is in het natuurdomein is het gebruik van de CVD niet tijdkritisch is. Echter, de CVD is een ketenvoorziening, dat betekent ook dat ketenorganisaties mogelijk hogere eisen stellen aan de CVD. Datum / 111

32 ID Ontwerpkeuze Toelichting Een mogelijke uitzondering zou Aerius kunnen zijn. Maar waarschijnlijk zullen zij de kritische data harvesten ivm de complexiteit van berekeningen die zij moeten uitvoeren. O11 Landelijke beelden Naast Packages zal de CVD jaarlijks of halfjaarlijks landelijk kaartbeelden beschikbaar stellen die zorgen voor praktisch gebruik van de landsdekkende data. Voorbeelden van toepassingen zijn vergunningverlening PAS en leefgebiedsanalyse van de PAS Tabel 9 Fundamentele ontwerpkeuzes voor de CVD voorziening. Deze ontwerpkeuzes zijn de basis voor het verdere architectuurontwerp van de CVD. In onderstaande Archimate Introductory Viewpoint (zie Figuur 7) wordt overzicht getoond van de beoogde voorziening. Alle onderdelen komen terug in de specifieke paragrafen. Datum / 111

33 Figuur 7 Archimate Introductory Viewpoint (business + application + technology) Plaats van de voorziening in de DKN De CVD speelt een belangrijke rol in het primaire proces van opstellen Europese en Landelijke Natuurrapportages. De positie van de CVD in dit primaire proces en de keteninteractie is in MDIAR modellen (Bijlage E MDIAR Schema s) weergegeven. In Figuur 8 is deze positie nader weergegeven met een rood kader. De MDIAR schema s geven ook aan welke ICT systemen in het kader van natuurrapportage van de CVD voorziening gebruik gaan maken. Datum / 111

34 Figuur 8 Positie van de Centrale Vegetatiedatabank in het primaire proces (rood kader) Basisuitgangspunten en Principes (PETRA) De relevante PETRA uitgangspunten (UP) voor de CVD voorziening zijn opgenomen in Bijlage I - PETRA Basisprincipes. 4.2 Bedrijfsarchitectuur Organisatie Architectuurontwerp Figuur 9 toont de belangrijkste stakeholders (op organisatieniveau) die een belang hebben bij de realisatie van de oplossing. Stakeholder (Rol) + Betrokkenheid BIJ12 (Eigenaar) De CVD voorziening is eigendom van BIJ12 vanuit haar rol in de digitale keten natuur. (Kwaliteitsbeheerder) Het heeft de voorkeur om het toekennen van kwaliteit zo onafhankelijk plaats te laten vinden. In deze PSA is uitgegaan van een rol voor BIJ12, aangezien zij zelf geen Datum / 111

35 Stakeholder (Rol) + Betrokkenheid producent van vegetatie- of habitattypengegevens is. Dat wil zeggen dat BIJ12 een kwaliteitslabel toekend aan iedere dataverzameling in de CVD. Het is echter mogelijk dat een andere organisatie (bijvoorbeeld EZ of een individuele provincie het label toekend voor bijvoorbeeld Habitattypen gegevens. (Systeembeheerder) CVD voorziening wordt op functioneel niveau beheerd door BIJ12. De kans is aanzienlijk dat voor een deel van de CVD het (technisch) applicatiebeheer wordt ondergebracht bij BIJ12 unit GBO Provincies. Deze PSA doet daar verder geen uitspraken over. In het hoofdstuk transitie wordt wel een match gemaakt met aanwezige bouwblokken die aanwezig zijn bij BIJ12/GBO. De rol (systeemeigenaar) is in deze PSA niet expliciet benoemd. Naar analogie met de SNL applicatie zou dat de AACVP zijn. Europa (Raadpleger) (indirect) van data uit CVD voor EU rapportages. Habitattypenkaarten zijn INSPIRE-plichtig wat inhoudt dat een landelijke set van habitatdata conform INSPIRE specificaties aangeleverd dient te worden voor ieder Europese lidstaat. Groene Adviesbureaus en PGO s Onderzoeksinstituten (Invoerder) invoeren vegetatie en habitatdata in CVD het updaten van vegetatie-en habitattypenkaarten. (Raadpleger) gebruiken vegetatie-en habitatdata voor het uitvoeren van onder andere milieueffectrapportages en vergunningaanvragen voorbereiden. (Raadpleger) gebruiken vegetatie-en habitatdata voor uiteenlopende onderzoeksdoeleinden zoals voor het maken van trendanalyses van natuurkwaliteit en het evalueren van het effect van beheerstrategieën in natuurgebieden. Opsteller van EU rapportages zoals VHR (WOt-IN). Provincies (Invoerder) invoeren vegetatie en habitatdata in CVD (Raadpleger) vegetatiedata gebruikt om uitspraken te doen over de kwaliteitsaspecten: habitattype kwaliteit, natuurkwaliteit SNL, milieu- en watercondities, structuurkenmerken. (Raadpleger) Opsteller van rapportages natuurkwaliteit (PAS, VRN etc.) Rijk (EZ + IenM) (Kwaliteitsbeheerder) beoordelen kwaliteit CVD data. (Raadpleger) raadplegen van vegetatie en habitat informatie. Rijkswaterstaat (Invoerder) invoeren vegetatie en habitatdata in CVD. Datum / 111

36 Stakeholder (Rol) + Betrokkenheid (Raadpleger) vegetatiedata gebruikt om uitspraken te doen over de kwaliteitsaspecten: habitattype kwaliteit, natuurkwaliteit SNL, milieu- en watercondities, structuurkenmerken. (Raadpleger) Opsteller van rapportages natuurkwaliteit (PAS, VRN etc.) TBO s (Invoerder) vegetatie en habitatdata in CVD. (Raadpleger) gebruiken vegetatie-en habitatdata voor het monitoren van natuurkwaliteit ten behoeve van SNL en Natura 2000/ PAS en voor het evalueren en bijstellen van beheerplannen. Waterschappen (Invoerder) invoeren vegetatie en habitatdata in CVD Publiek ( alle partijen ) Tabel 10 Overzicht stakeholders CVD voorziening. (Raadpleger) gebruiken vegetatie-en habitatdata onder andere om uitspraken te doen over de kwaliteitsaspecten: milieu- en watercondities, structuurkenmerken en in mindere mate flora en fauna. Ook voor het opstellen van groenbeheerplannen worden deze data gebruikt. (Validator) validatie functies zijn publiek en daarmee voor iedereen beschikbaar. (Raadpleger) raadplegen van vegetatie en habitat informatie. Datum / 111

37 Figuur 9 Actor Co-operation Viewpoint Uitgangspunten en Principes Relevante uitgangspunten en principes uit referentiearchitectuur met betrekking tot organisatie. Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe Impact op CVD 1 IST-SOLL P3.2 A-01 IST-SOLL P3.4 A-11 Bij het ontwerp van een ketenproces worden de rollen gedefinieerd. De netwerkregistraties van de netwerkinformatie-infrastructuur worden bepaald aan de hand van een set gezamenlijk bepaalde criteria. CVD onderkent 6 rollen, beschreven in Figuur 9. De toeleveranciers en afnemers van de CVD hebben een belangrijke rol in het bepalen voor de detaileisen aan de CVD. Zij hebben bijvoorbeeld een Datum / 111

38 2 PETRA P3.1.3 UP16 Voor elke product / dienst, voor elk proces en elk gegeven is een verantwoordelijk eigenaar benoemd belangrijke rol bij het opstellen van de uitwisselstandaarden (IMNa). BIJ12 is eigenaar van de CVD voorziening (dienst). Tabel 11 Organisatie uitgangspunten en principes. 4.3 Bedrijfsarchitectuur Producten en Diensten Architectuurontwerp Figuur 10 geeft de CVD bedrijfsfuncties weer die binnen de scope van de CVD voorziening worden gerealiseerd. Een bedrijfsfunctie is een clustering van (deel)processen, waarbij de clustering plaatsvindt op basis van de voortbrenging van verwante (deel)producten c.q. diensten. Sommige (deel)processen hebben een duidelijke triggers relatie (volgordelijkheid), andere niet (bvb zoeken / raadplegen / rapporteren / catalogi beheren). De bedrijfsfuncties van databanken in het algemeen (en CVD in het bijzonder) bestaan uit invoer, validatie, kwalificatie, zoek en vind, raadpleging, rapportage en beheer. De bedrijfsfuncties worden aangeboden via applicatie services. Deze bestaan enerzijds uit (1) Grafische User Interfaces (GUIs) voor gebruik door mensen, en anderzijds uit (2) Application Programming Interfaces (APIs) voor gebruik door andere applicaties (machine-2-machine communicatie). Daarbij heeft het de absolute voorkeur om de GUI altijd via de API te laten fungeren. Dat wil zeggen dat er feitelijk één toegangspunt is. Datum / 111

39 Figuur 10 Business Product Viewpoint Bedrijfsfunctie Invoer Validatie Toelichting De invoer functie bestaat uit functionaliteit voor het inlezen van vegetatie-, habitat-, en structuurpackages in de voorziening. Packages kunnen handmatig worden geupload via een GUI of geautomatiseerd via een API. Een package bevat verplichte en optionele onderdelen. Wanneer er een bestaande package wordt aangevuld zal de nieuwe package als geheel worden vervangen. Geautomatiseerde technische (en eventueel inhoudelijke) validatie van packages vindt plaats door middel van een publiek toegankelijke validatie service. De service moet zo open vrij beschikbaar zijn voor de ketenpartners om aansluiting te bevorderen. Zie bijvoorbeeld de validatie service voor digitale ruimtelijke plannen: (zie scherm voorbeeld hieronder). Validatie is handmatig mogelijk via een GUI of geautomatiseerd via een API. Technische validatie wordt o.a. uitgevoerd door middel van XSD schema validatie met verwijzingen naar standaard codelijsten. Het Informatiemodel Natuur (IMNa) waarin Vegetatie, Habitat en Structuur packages nader zullen worden uitgewerkt zal input zijn voor deze XSD schema s. Binnen de CVD kunnen worden volgende uitgangspunten worden gehanteerd: - Technische validatie is noodzakelijk. Packages worden getoetst op datastructuur en codes. - (Automatische) inhoudelijke validatie is niet nodig. Bij de NDFF wordt bijvoorbeeld de waarschijnlijkheid van voorkomen getoetst aan de hand van een locatie (mariene soort in Limburg) - Handmatige inhoudelijk validatie is mogelijk gewenst. Een inhoudelijk validatie leidt tot een kwaliteitslabel. Feitelijk spreken we binnen de context van de CVD over kwalificatie van een datapackage. Opmerking: Validatie leidt tot een besluit over wel of niet opnemen van een datapackage in de CVD. Kwalificeren leidt tot een kwaliteitslabel. De ervaring die wordt gehanteerd bij de NDFF is hierbij goed herbruikbaar. Datum / 111

40 Bedrijfsfunctie Kwalificatie Waarmerking Zoek en Vind Toelichting Zie ook volgende punt kwalificatie. Kwalificatie van packages (kwaliteitslabel toekennen). Het toekennen van een kwaliteitslabel in de centrale voorziening vindt plaats via een GUI. Hier kan een inhoudelijke expert aan een nog niet inhoudelijke gevalideerde dataset een kwaliteitslabel toekennen (bijvoorbeeld goedgekeurd, afgekeurd of niet gevalideerd ). Het digitaal waarmerken van een package is gewenst. Aangezien Habitattypenkaarten grote (financiële) impact kunnen hebben is er een risico op fraude/aanpassing. Digitaal waarmerken is steeds gebruikelijker bij formeel vastgestelde documenten. Vergelijkbaar met digitaal gewaarmerkte bestemmingsplannen die zijn goedgekeurd door gemeenteraden. Functionaliteit om interactief en volledig automatisch vegetatie-en habitatdata te zoeken in de centrale voorziening. De zoekfunctie is zowel via GUI als API beschikbaar. Zoeken op packages (o.b.v. package metadata) resultaat = selected packages (bijv. alle habitatpackages van jaar X). Zoeken IN packages (o.b.v de data in de package) resultaat = selected packages (bijv. alle packages waar blauwgrasland voor komt). Zoeken IN packages (o.b.v de data in de package) resultaat = selected objects (bijv. alle blauwgrasland locaties van NL). Raadpleging Rapportage Data beheer Catalogibeheer Systeembeheer Functionaliteit om interactief of volledig automatisch benodigde data (packages) te bekijken c.q. te downloaden uit de centrale voorziening. Hiertoe zullen door de voorziening view en download GUIs en APIs worden aangeboden. Rapportage zijn niet in scope, m.u.v. van meta-info ( management informatie ) over de databank zelf, bijvoorbeeld hoeveel packages van welk type zitten erin, gebruiksdata. EU en NL rapportages worden buiten de voorziening gecreëerd op basis van data uit CVD. Zie ook vraag over zoeken. Verwijderen of vervangen van data in de centrale voorziening gebeurt via een GUI of API. Catalogibeheer omvat functionaliteit voor het beheren van catalogi en relaties naar externe catalogi c.q. interne (geharveste) catalogi. Systeembeheer functionaliteit omvat functionaliteit voor functioneel-, applicatie-, en technisch beheer van de voorziening. Dit betreft zowel GUI als API interfaces. Tabel 12 Overzicht bedrijfsfuncties CVD voorziening. De verschillende bedrijfsfuncties worden gerealiseerd door middel van applicatie services. Deze Datum / 111

41 zijn nader uitgewerkt in de onderdelen applicatiearchitectuur. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de CVD applicatie en een separate Catalogus applicatie Uitgangspunten en Principes Relevante uitgangspunten en principes uit referentiearchitectuur met betrekking tot producten en diensten. Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe Implicatie op CVD 1 IST-SOLL P3.2 A-02 2 PETRA P3.2.2 UP3 3 PETRA P3.2.5 UP8 UP23 4 PETRA P3.2.6 UP8 UP23 Elk ketenproces is beschreven op basis van het interactieperspectief. Hieraan is een view toegevoegd die specifiek ingaat op de bedrijfsprocessen die het (informatie)ketenproduct voorbrengen en die de volgorde van uitvoering t/m het eindproduct inzichtelijk maakt. De productdefinities zijn conform de landelijke afspraken van de samenwerkende catalogi, zie Locatie is een integraal onderdeel van de te leveren producten en diensten. Waar relevant zal locatiegewijze toegang tot provinciale informatie-producten mogelijk zijn. De feitelijke waardetoevoeging van de CVD in de keten is het kwaliteitslabel en de integrale doorzoekbaarheid van alle beschikbare gegevens die voor ketenpartners beschikbaar is. Zie ook figuur Business Product Viewpoint. Keuze om de producten en dienst catalogus te publiceren via samenwerkende catalogi. Vegetatie, Habitat en Structuur hebben een ruimtelijke begrenzing en invulling. Kaarten maken daarom integraal onderdeel uit van packages. Hierbij dient te worden voldaan aan de eisen rondom geodata zoals vastgelegd in NORA geo-katern en het raamwerk Geo-standaarden. Locatiegewijze toegang betekent zowel het bieden van geografische zoekingangen en het kunnen vinden van een locatie via een niet-geografische zoekingang als het geografisch Datum / 111

42 Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe Implicatie op CVD presenteren van data via de CVD interfaces. 5 PETRA P3.2.7 UP8 UP23 6 PETRA P3.2.8 UP18 UP21 UP22 7 PETRA P UP18 UP22 8 PETRA P UP18 UP21 UP22 (Geo-)informatie wordt op een begrijpelijke, consistente en herkenbare wijze gepresenteerd, overeenkomstig de daarvoor geldende richtlijnen, in lijn met de aard van de data, de context waarin deze worden gepresenteerd en rekening houdend met de beoogde doelgroep. Transparante verantwoordelijkheden en open architecturen: In een servicegerichte architectuur beschrijven de onderdelen precies de services die zij aan hun omgeving aanbieden, zonder daarbij interne aangelegenheden van het onderdeel te hoeven openbaren. Ontkoppeling: services maximaliseren de onderlinge uitwisselbaarheid (interoperabiliteit), terwijl de afhankelijkheid geminimaliseerd wordt. De afnemer moet kunnen vertrouwen op de effectiviteit en kwaliteit van de dienstverlening van de (interne) leverancier. Zie punten 2 en 3. De CVD voorziening beschikt over webservice APIs gebaseerd op open standaarden zoals vastgesteld door Forum Standaardisatie. Deze services zijn beschreven in een service register (PGR of overheid UDDI). Zie punt 4. De verwachting is dat een standaard serviceniveau van beschikbaarheid tijdens kantooruren en oplostijden obv best effort voldoende is. Het bepalen van het serviceniveau gebeurd in overleg met ketenpartners. Zie ook ontwerkeuze O10. 9 PETRA P UP1 UP2 UP3 UP4 10 PETRA P Dienstverlening vindt plaats conform Verklaring betere dienstverlening, minder administratieve lasten met de elektronische overheid. Ondertekend namens IPO op 18 april De website(s) van de provincie voldoen aan de eisen die gesteld worden in de Sluiten aan bij PETRA uitgangspunten en principes. De CVD voorziening dient te voldoen aan Datum / 111

43 Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe Implicatie op CVD UP1 overheidswebrichtlijnen, zoals zoals deze zijn webrichtlijnen. vermeld op 11 PETRA R3.2.1 P3.2.5 P3.2.7 Producten en diensten waarin geo-informatie een rol speelt, worden over de provincies heen geüniformeerd. Gebruik van standaard BIJ12 bouwblokken zoals CDS en PGR indien mogelijk (zie ook hoofdstuk transitie). Tabel 13 Uitgangspunten en principes CVD dienst 4.4 Bedrijfsarchitectuur Processen Architectuurontwerp De primaire business processen hebben betrekking op de totstandkoming van een aantal EU en NL natuurrapportages, zie Figuur 11 en Bijlage E MDIAR Schema s. De CVD voorziening speelt een belangrijke rol in de datavoorziening van deze business processen. Nadere interne CVD processen zijn niet nader omschreven. De bedrijfsfuncties in paragraaf (Producten en diensten) zouden voldoende houvast moeten geven. Datum / 111

44 Derogatie HR-HT (Habitat typen) HR-SPP (Habitat Soorten) S-SDF (Standard Data Form EU) S-TBO (beheerrapportages) S-VR (Vogelrichtlijn) S-VRN (VoortgangsRapportage Natuur) Figuur 11 Primaire processen totstandkoming Natuurrapportages Uitgangspunten en Principes Relevante uitgangspunten en principes uit referentiearchitectuur met betrekking tot processen. Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe Implicatie op CVD 1 IST-SOLL P3.2 A-04 2 PETRA P3.3.7 UP23 De beschrijving van een ketenproces benoemt alleen de bedrijfsprocessen van de organisaties die een rol spelen. De uitkomst van het bedrijfsproces wordt beschreven in de vorm van een deelproduct. Het beschrijven van het bedrijfsproces zelf (in termen van werkprocessen, processtappen, handelingen) is de verantwoordelijkheid van de organisaties zelf. Zowel in- als externe geografische informatiebronnen worden ingepast in de provinciale processen. De CVD gaat uit van drie concrete producten in de vorm van een Vegetatie, Habitattype en een structuur package. Deze drie packages zijn input in de afnemende bedrijfsprocessen zoals aangegeven in Figuur 11 Primaire processen totstandkoming Natuurrapportages. Koppeling met PDOK voor geo-referentielagen, eventueel als onderdeel van viewfunctionaliteit. 3 PETRA In de provinciale processen wordt Koppeling met SKP Datum / 111

45 P3.3.8 UP8 UP9 UP18 UP19 gebruik gemaakt van de beschikbare basisregistraties. (Sectoraal KnoopPunt). Tabel 14 Proces uitgangspunten en principes CVD voorziening 4.5 Informatiearchitectuur Applicaties Architectuurontwerp Figuur 12 toont de applicatie functies van de CVD voorziening. Figuur 12 Application Behaviour Viewpoint De functionaliteit van de CVD voorziening is hieronder verder uitgewerkt volgens het GBO IPO+AS model (Input Processing Output + Access Storage). Daaraan kunnen nog onderhoud (Maintenance) functies worden toegevoegd. Code IPO+AS Applicatiefunctie Omschrijving 1 Input Upload package (vegetatie, habitat, structuur) Uploaden en vervangen van een Aan de invoerzijde werken applicaties samen (gemodelleerd als applicatie collaboraties) om packages (vegetatie, habitat en structuur pakketten) tot stand te brengen. Deze packages kunnen vervolgens worden ingevoerd in de CVD voorziening, hetzij door een gebruiker via een Datum / 111

46 Code IPO+AS Applicatiefunctie Omschrijving bestaande package (bijvoorbeeld abiotiek toevoegen aan een reeds geupload package). GUI (graphical user interface), het zij geautomatiseerd door een applicatie via een API (application programming interface). 2 Processing Validatie Valideren van geuploade data. 3 Processing Kwalificatie Kwalificeren (labeling) van data. 5 Processing Digitaal waarmerken 6 Output Zoek en Vind Zoeken en Vinden packages c.q. objecten 7 Output Downloaden data packages (downloaden geselecteerde package(s) + downloaden geselecteerde object(en)). 8 Output Viewen data packages. (Viewen geselecteerde package(s) + viewen geselecteerde object(en)) Digitaal waarmerken middels een externe waarmerk dienst (notariële digitale service). Via zoekfunctionaliteit kan een gebruiker of applicatie bepaalde packages of data zoeken en vinden die aan de ingestelde zoekcriteria voldoen. Deze selectie kan vervolgens worden getoond c.q. worden gedownload via web frontend (GUI) raadplegen of package view en download APIs. Aan de uitvoerzijde kunnen gebruikers en applicaties data in de vorm van packages of individuele objecten uit de voorziening betrekken, hetzij door een gebruiker via een GUI (graphical user interface), het zij geautomatiseerd door een applicatie via een API (application programming interface). Afnemers van de CVD voorziening zijn met name analyse applicaties ( rekentools ) en rapportage applicaties. Deze applicaties gebruiken data uit de CVD voorziening om afgeleide data producten te creëren. Aan de uitvoerzijde kunnen gebruikers en applicaties data in de vorm van packages of individuele objecten uit de voorziening viewen, hetzij door een gebruiker via een GUI (graphical user interface), het zij geautomatiseerd door een applicatie via een API (application programming interface). Afnemers van de CVD voorziening zijn met name analyse applicaties ( rekentools ) en rapportage applicaties. Deze applicaties gebruiken data uit de CVD voorziening om afgeleide data producten te creëren. 9 Output Rapportage Creëren rapporten m.b.t. de inhoud ( content ) en gebruik van de CVD voorziening. 4 Storage Data beheer Basisfunctie van een databank. Opslaan van data packages (zie ook volgende paragraaf voor nadere uitwerking) + beheren van packages (insert update delete). Access User beheer Userbeheer functies (rollen, rechten, etc.) + e- formulier verzoek toegang tot CVD voorziening. Datum / 111

47 Code IPO+AS Applicatiefunctie Omschrijving 10 Maintenance Systeem beheer Standaard systeembeheer functies (indexing e.d.) 11 Maintenance Catalogi beheer Beheren catalogi, taxonomie. Tabel 15 Applicatiefuncties CVD voorziening Uitgangspunten en Principes Relevante uitgangspunten en principes uit referentiearchitectuur met betrekking tot applicaties. Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe Implicatie op CVD 1 IST-SOLL P3.7 A-18 PETRA P4.1.6 UP22 2 PETRA P4.1.7 UP22 Netwerkoplossingen bestaan uit een toekomstvaste schil die is voorbereid op de ideaalsituatie en een schil om informatie-uitwisseling die afwijkt van de ideaalsituatie tijdelijk mogelijk te maken. Applicaties respecteren de grenzen van de onderkende bedrijfs-functies. Applicaties werken niet (!) over grenzen van bedrijfs-functies heen. Applicatiecomponenten werken met elkaar samen op basis van services. De CVD vult dit anders in door uit te gaan van een generieke toekomstvaste kern en een schil van flexibele beheerbare API s en dataformaten om zowel historische, actuele en toekomstige data te kunnen inlezen. Modulaire opbouw van de voorziening gekoppeld aan de hoofdfuncties. De CVD voorziening baseren op webservices. 3 PETRA P4.1.8 UP23 4 PETRA P4.1.9 UP21 UP24 5 PETRA P UP20 6 PETRA P UP10 UP20 7 PETRA P UP14 UP21 Zowel in- als externe geografische informatiebronnen worden eenvoudig ingepast in de eigen informatiesystemen. Bij de inrichting van applicaties en services wordt voldaan aan de archiefwet en NEN2082 Dienstverleningskanalen sluiten aan op de generieke bouwstenen van de e-overheid. (DigiD, e-formulieren, mijn overheid etc.) Besluitvorming over het inzetten van services en applicaties verloopt als volgt: hergebruik gaat voor standaard-pakketten gaat voor (laten) bouwen. Aan partijen waaraan softwareontwikkeling wordt uitbesteed, wordt de eis gesteld dat zij gebruik maken van internationale Koppeling met SKP en PDOK, alsook PGR (metadata over geodata) voor door PS vastgestelde dataverzamelingen. Voldoen aan eisen archiefwet CVD dient maximaal hergebruik van standaard bouwblokken (bvb PGR, CDS, etc. beschikbaar bij BIJ12 en overige herbruikbare bouwblokken). CVD dient maximaal hergebruik van standaard bouwblokken (bvb PGR, CDS, etc. beschikbaar bij BIJ12 en overige herbruikbare bouwblokken). Gebruik maken van open standaarden, zie ook paragraaf over gebruik standaarden (par 4.6). Datum / 111

48 Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe Implicatie op CVD open standaards t.a.v. methoden en technieken voor software ontwikkeling. 8 PETRA R4.1.2 P PETRA R4.1.3 P5.2.1 Tabel 16 Applicatie uitgangspunten en principes De afbakening van een applicatie is gericht op de bedrijfsfunctie die daarmee ondersteund wordt, niet op het onderscheid tussen geo- en nietgeo-informatie. Geo-services worden maximaal benut om inpassing in een SGA te realiseren. 4.6 Informatiearchitectuur - Data en berichten Geen onderscheid tussen GEO en NIET-GEO data, locatie moet worden beschouwd als een kenmerk van een object (object oriëntatie) Gebruik van externe services zoals PDOK waar mogelijk Architectuurontwerp Het voorziene CVD datamodel is weergegeven in een Archimate information structure viewpoint (zie Figuur 13). Het bevat een overzicht van data objecten en hun onderlinge relaties die relevant zijn in deze voorziening. Er bestaan reeds modellen die herbruikbaar en kaderstellend zijn bij de ontwikkeling van de CVD database en de structuur van de packages. EU INSPIRE datamodel voor Habitats en Biotopen (ANNEX III) (als generiek model voor database) Informatiemodel Natuur (IMNa) voor Habitats en Vegetatie (in ontwikkeling) (relatie generiek en specifiek model) Datamodel voor vegetatiekarteringen CMSi van Staatsbosbeheer (voorbeeld specifiek model) Datum / 111

49 Figuur 13 Information Structure Viewpoint Centrale Vegetatiedatabank Packages (Algemeen) Vegetatie-, Habitat-, en Structuur data kunnen logisch (in ruimte + tijd) gegroepeerd worden tot data packages. De verschillende termen die in omloop zijn zoals vegetatiekaart, vegetatiedataset, habitattypekaart, habitatdataset worden in het logisch datamodel vegetatiepackage en habitatpackage genoemd. Alle vegetatie-en habitatobjecten zijn onderdeel van een vegetatie-of habitatpackage. De opzet van packages is ook gebruikelijk in de Ruimtelijke Ordening, waar digitale ruimtelijke plannen als packages worden gestructureerd en aangeboden, zie ook Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten STRI v2.0.pdf). Dit kan als inspiratie dienen voor het definiëren van natuur packages voor vegetatie, habitat en structuur. Voor de geografische onderdelen van een vegetatie-, habitat-, of structuur package kan mogelijk gebruik worden gemaakt van de OGC GeoPackage standaard (waarin geodata + bijbehorende metadata kan worden opgeslagen), zie Figuur 13. De GeoPackage standaard is echter nog zeer nieuw en niet vaak geïmplementeerd. Een kritische houding voordat deze standaard wordt gebruikt is noodzakelijk. Een data package bestaat uit een aantal (verplichte c.q. optionele) inhoudelijke bestanden (o.a. kaarten + documenten) + een geleideformulier (ook wel pakbon genoemd). Deze laatste bevat contextdata over het project, waaronder doel, tijd van opname, karteergrens, uitvoerder, etc. Samenhang habitat- vegetatie-, en structuurgegevens en catalogi. Datum / 111

50 De onderlinge samenhang van deze begrippen is weergegeven in Figuur 14. Een vegetatietype betreft een afgebakende, min of meer uniforme weergave van een werkelijk aanwezige begroeiing; een habitattype is een beleidsmatige omschrijving van op elkaar gelijkende vegetaties. Tenslotte, een beheertype is een beleidsmatige beschrijving van natuurtypen die min of meer hetzelfde soort beheer nodig hebben. Door de verschillende doelen in de omschrijvingen kan het zijn dat er op één locatie in het veld of op een kaart sprake is van overlap tussen deze drie terminologieën, waarbij niet altijd 1 op 1 vertaling mogelijk is. Figuur 14 Relatie tussen Vegetatie-, Structuur-, en Habitatgegevens (obv concept IMNa productmodel Vegetatie en Habitats. Opmering: De term project die deze afbeelding wordt gebruikt is feitelijk een package. Deze afbeelding is afkomstig van de informatieanalyse (2013, Van den Pol ). Inhoud vegetatiepackage Verzameling van vegetatieobjecten waarin ook projectcontextdata (metadata) worden opgeslagen. Dit object is dus feitelijk een verzameling van geometrieën waarop een vegetatietype is toegekend die binnen een project zijn geïnventariseerd of verzameld. Optioneel kunnen ook structuurgeometrieën worden toegevoegd direct aan dit object. # Objecttype 1 Vegetatieopname Waarnemingslijst binnen een steekproefvlak van soorten op basis van soortcatalogus en bedekking. De bedekking wordt geclassificeerd volgens bestaande classificatiemethoden. Naar deze methoden en de bijbehorende abundantiecodes wordt verwezen in het logisch datamodel. Structuur gekoppeld aan vegetatie wordt als kenmerk van vegetatie opgenomen in het vegetatiepackage. Vegetatieopnamen die buiten de grenzen van vegetatieobjecten liggen, kunnen onderdeel zijn van de dataset. Structuurobjecten zijn in principe onderdeel van een Datum / 111

51 vegetatiepackage vanwege praktische overwegingen; in het veld worden structuurkenmerken en vegetatie-en habitatdata gelijktijdig ingewonnen. De methodiek om structuurkenmerken in te winnen is nieuw en de kans groot dat deze aan verandering onderhevig is. Daarom is het opnemen van structuurobjecten binnen een vegetatieproject in de standaard optioneel. Losse structuurobjecten kunnen ook separaat worden aangeboden via een separaat structuur package. 2 Vegetatie(kaart) Interpretatie van de begrenzing van een vegetatietype op basis van een combinatie van plantensoorten. De classificatie van het vegetatietype moet gebaseerd zijn op de Nederlandse vegetatieclassificatie. Optioneel kan ook een lokaal vegetatietype aangewezen worden en kunnen soortwaarnemingen en structuurobjecten gekoppeld worden aan een vegetatietype begrenzing. 3 Toelichting(en) Documenten gerelateerd aan vegetatieopname of vegetatie kaart. 4 Kaart metadata Metadata gerelateerd aan kaart(en). 5 Pakbon Metadata over het package als geheel. Tabel 17 Onderdelen vegetatie package. Habitatpackage Verzameling van habitatobjecten waarin ook projectcontextdata (metadata) worden opgeslagen. Dit object is dus feitelijk een verzameling van geometrieën waarop een habitattype is toegekend die binnen een project zijn geïnventariseerd of verzameld. # Objecttype 1 Habitat(kaart) Interpretatie van de begrenzing van een habitattype op basis van de aanwezige vegetatie. De classificatie van het habitattype moet gebaseerd zijn op EUNIS en op de Nederlandse habitattypeclassificatie. Beide classificaties komen voor als standaard catalogus in het model. Optioneel kunnen ook florasoortwaarnemingen en motivatie voor een habitattypekeuze gekoppeld worden aan een habitattype. 2 Toelichting(en) Documenten gerelateerd aan habitat(kaart). 3 Kaart metadata Metadata gerelateerd aan kaart(en). 4 Pakbon Metadata over het package als geheel. Tabel 18 Onderdelen habitat package. Structuurpackage Verzameling van losse structuurobjecten die niet direct gerelateerd kunnen worden aan vegetatie (bijvoorbeeld doorzichtigheid van water of aantal omgevallen bomen ). # Objecttype 1 Structuur(kaart) Interpretatie van de begrenzing van een structuurelement met percentage oppervlaktebedekking 2 Toelichting(en) Documenten gerelateerd aan structuur(kaart) 3 Kaart metadata Metadata gerelateerd aan kaart(en) 4 Pakbon Metadata over het package als geheel Tabel 19 Onderdelen structuur package Datum / 111

52 Vastlegging historie en landelijke beelden Ieder data package is gerelateerd aan een bepaald gebied op een bepaald tijdstip. Door data van packages te combineren kunnen landelijke geaggregeerde beelden worden gegenereerd (zie Figuur 15). Het moet worden bepaald of de algoritmen om dit landelijk kaartbeeld te creëren onderdeel zijn van de CVD. Figuur 15 (a) Drie data packages met overlap (b) Periodiek landelijk totaalbeeld. Catalogi Er wordt zoveel mogelijk gebruik maken van (gestandaardiseerde) bestaande catalogi. Eenduidig gedefinieerde catalogi garanderen dat iedereen dezelfde taxonomieën en typeringen gebruikt. De validatie van de ingewonnen data vindt ook plaats aan de hand van deze catalogi. Deze catalogi kunnen beheerd worden in de centrale voorziening, maar er kunnen ook extern beheerde catalogi geraadpleegd worden. Bestaande catalogi zoals EUNIS, IMNa landelijke vegetatietypen en NDFF soortenlijsten worden zoveel mogelijk gebruikt zodat alle objecten volgens eenzelfde methode geclassificeerd worden en dus optelbaar zijn. Iedere gebruiker kan hierdoor bijvoorbeeld nagaan welke definitie geldt voor een bepaald vegetatietype. De waarden binnen de catalogi zijn op te vragen en uniek identificeerbaar. Een mogelijke vorm van identificatie is via een Uniform Resource Identifier (URI). Iedere URI verwijst dan naar een waarde binnen een catalogus. Bijvoorbeeld (bestaand): URI voor abundantieschaal Braun-Blanquet: Bijvoorbeeld (fictief): URI voor habitattype H4030 droge heiden: # Catalogus Beheer in CVD of extern C1 NDFF Soortenlijst Extern (NDFF) C2 EUNIS Extern (EEA) C3 IMNa Extern (SNL applicatie) C4 Landelijke vegetatie typen Extern (Alterra) Tabel 20 Relevante catalogi voor CVD voorziening InformatieModel Natuur (IMNa) De definitie van packages is gebaseerd op het logisch model in IMNa. Het is aan te bevelen om IMNa in te zetten om de relatie tussen de packages en het generieke database model te bewaken. In het rapport Informatieanalyse informatievoorziening Vegetatie- en Habitatdata (P. van den Pol, Datum / 111

53 2014) is reeds een conceptuele uitwerking gemaakt van het IMNa voor vegetatie-, habitat-, en structuurdata, zie Figuur 16. In een project dat binnenkort gaat starten worden dit concept nader uitgewerkt en vastgesteld voor de Digitale Keten Natuur. Figuur 16 Concept uitbreiding IMNa voor Vegetatie en Habitat (bron: Van den Pol, 2014). Relevante basisregistraties In principe (lees van nature ) zijn ruimtelijke begrenzingen van vegetatie en habitat en structuur over het algemeen niet gehouden aan bestaande gedefinieerde begrenzingen in basisregistraties. Topografische begrenzingen komen vaak wel overeen met vegetatiegrenzen, maar uitzonderingen op de regel komen regelmatig voor. Staatsbosbeheer heeft wel als richtlijn dat voor de buitengrens van een vegetatiegebied de Basisregistratie Topografie (BRT TOP10NL) gebruikt moet worden. Er is in die zin daarom een (losse) relatie met de BRT. De basisregistratie BRT is via PDOK benaderbaar as-a-service beschikbaar. Overige basisregistraties zijn via het Sectoraal Knooppunt Provincies (SKP) raadpleegbaar. Het SKP bevat op dit moment de basisregistraties BRP, BAG en BRK (documentatie is nu relatief beperkt: zie en is daarom op dit moment niet relevant voor de ontwikkeling van de CVD voorziening. Berichten De berichtencommunicatie aan de invoer kant gericht zijn op het valideren en invoeren van packages. Aan de uitvoerkant richten de berichten zich op zowel packages of andere combinaties van dataverzamelingen. Mogelijk via pre-defined queries Uitgangspunten en Principes Relevante uitgangspunten en principes uit referentiearchitectuur met betrekking tot data en berichten. Datum / 111

54 Data Uitgangspunten en principes gerelateerd aan data. Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe Implicatie op CVD 1 IST-SOLL P3.4 A-04 2 IST-SOLL P3.4 A-07 3 IST-SOLL P3.4 A-08 4 IST-SOLL P3.7 A-15 5 PETRA P4.2.1 UP21 UP24 Gegevens die van belang zijn voor meerdere voortbrengingsprocessen in het netwerk worden enkelvoudig vastgelegd en meervoudig gebruikt. Het eigenaarschap van de netwerkregistratie is belegd Elke netwerkregistratie heeft één registratiehouder die verantwoordelijk is voor de inrichting van de netwerkregistratie. De leverancier van een levering van gegevens en informatie voorziet deze van metadata waaruit de gebruikers context is af te lezen. De afnemer van de levering past deze metadata toe in het gebruik. Bij de opslag, mutatie, ontsluiting en archivering van data wordt voldaan aan de NEN2082 (gerelateerd aan ISO15489) De CVD is de enkelvoudige opslag van vegetatie, habitat en structuurgegevens. Vegetatiegegevens, habitattypen en structuurgegevens zijn zij netwerkregistraties. Het eigenaarschap van de registratie is BIJ12. Het eigenaarschap van de data is verschillend per dataverzameling. Meta data is onderdeel van een datapackage. Bij opzet CVD rekening houden met eisen vanuit archiefwet. O.a. archiefstukken moeten voorzien worden van metadata en kunnen gebruiken van een eigen structuur van identificatiekenmerken gebruik te kunnen maken (software onafhankelijkheid) 6 PETRA P4.2.2 UP5 UP9 UP10 UP19 UP20 UP21 7 PETRA P4.2.3 UP5 UP9 UP10 UP18 UP19 UP20 UP21 8 PETRA P4.2.4 UP5 UP9 UP10 UP18 UP19 UP20 De provincies sluiten aan op relevante, Nederlandse Basisregistraties waarbij de wettelijke verplichting leidend is. Verschillen tussen data in basisregistraties en andere bronnen, worden in geval van gerede twijfel, via een vaste procedure gemeld aan de beheerder van de betreffende basisregistratie. De definitie en taxonomie van data die zijn opgenomen in nationale basisregistraties zijn leidend. Een package moet worden beschouwd als archiefstuk. De CVD maakt gebruik van de (beperkt) basisregistratie BRT. Standaard terugmeldverplichting geldt voor alle overheidspartijen, ook die gebruik maken van CVD. Gebruik van catalogi die reeds beschikbaar zijn in de digitale keten natuur (o.a. NDFF, IMNa, ) Datum / 111

55 UP21 9 PETRA P4.2.5 UP5 UP9 UP10 UP18 UP19 UP20 UP21 10 PETRA P4.2.8 UP8 UP14 UP15 UP24 11 PETRA P UP8 12 PETRA P UP20 UP24 13 PETRA P UP24 14 PETRA P UP19 15 PETRA P UP18 UP19 De definitie en taxonomie van data die niet zijn opgenomen in nationale basisregistraties maar wel van belang zijn voor de omgevings-inrichting (alle geo-data) worden ontleend aan de ISO serie en de INSPIRE richtlijn en de vertaling hiervan door Geonovum en IDsW, inclusief de opgestelde informatiemodellen, zoals IMRO, IMWA, TOP10NL, IMKICH, IMKL en IMBOD. De provincies zorgen voor metadatering en uniforme ontsluiting van data. Locatie wordt geput uit de meest geëigende en betrouwbare ruimtelijke referentie. De provincies houden bij de registratie van data rekening met digitale duurzaamheid (volgens de aanwijzingen van de provinciale archiefinspectie, erfgoedinspectie/archieven, Nationaal Archief, enz). Een contentmanagementsysteem moet de digitale duurzaamheid van de informatie ondersteunen. Bij het toekennen van metadata wordt uitgegaan van de Archiefregeling. Elk gegeven binnen provinciale databases kent een eigenaar en een beheerder. Dataverzamelingen die door de provincie in het kader van publiekrechtelijke taken verzameld worden, worden met in achtneming van nadere wettelijke regels - ter beschikking gesteld aan de gehele overheid. Voorziening baseren op het IMNa (Informatie Model Natuur). Beschrijven van data en services d.m.v. metadata. Aanvullend, ook packages moeten worden voorzien van metadata in de vorm van een geleideformulier ( pakbon ). Koppeling met geobasisregistratie BRT. Solution architectuurbeslissing of voor opslag van documenten gebruik gemaakt gaat worden van een DMS. Rekening houden met NEN en ISO normen zie punt 1. Relevant voor vastlegging van metadata van een package, geleideformulier ( pakbon ). Eigenaar van CVD data is diegene die de data heeft geupload naar de voorziening. CVD streeft zo open mogelijk te zijn naar partners, burger en bedrijfsleven. Er wordt alleen uitzondering voor kwetsbare soorten. Hierbij wordt zo veel mogelijk het beleid van de NDFF gevolgd. Datum / 111

56 Data kan worden gedeeld via open (of indien nodig (deels) gesloten) GUI en API endpoints. 16 PETRA R4.2.4 P4.2.9 P P PETRA R4.2.5 P P PETRA R P De provincies hanteren het framework van standaarden voor de Nederlandse GII; waar nodig wordt door de provincies een uniforme invulling daarvan vastgesteld. De provincie regelt in samenwerking met de andere provincies de definiëring, betekenis, kwaliteitsafspraken en harmonisering van die geo-objecten en data die niet gespecificeerd zijn in landelijke of internationale standaarden. Overheidsinformatie wordt dan en slechts dan vernietigd als op basis van de selectielijst de bewaartermijn is verstreken; Na vervanging. De vernietiging wordt zorgvuldig gedocumenteerd. Tabel 21 Uitgangspunten en principes m.b.t. data. Het framework valt ook onder de standaarden zoals vastgesteld door Forum Standaardisatie. Bij implementatie van kaartgerelateerde functionaliteit dient de CVD rekening te houden met genoemde standaarden. De CVD wordt opgericht met dit doel voor ogen. Bij voorkeur worden geen datapackages vernietigd aangezien zij altijd waarde blijven houden. De bewaartermijn in het kader van regelgeving in het natuurdomein is minimaal 12 jaar. Berichten Uitgangspunten en principes gerelateerd aan berichten. Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe Implicatie op CVD 1 PETRA P UP18 UP20 UP21 De inhoud van berichten wordt opgemaakt conform STUF. Tabel 22 Uitgangspunten en principes m.b.t. berichten. 4.7 Informatiearchitectuur Informatie-uitwisseling Het is de vraag of STUF werkelijk toepasbaar is. Vooralsnog lijken de voordelen van STUF niet van toepassing op de CVD. Datum / 111

57 4.7.1 Architectuurontwerp De applicaties die een relatie hebben met de CVD voorziening zijn weergegeven in een Archimate Application Structure Viewpoint Figuur 17. Dit external view toont de CVD als een black box en relevante koppelvlakken met andere applicaties als GUIs en APIs. Figuur 17 Application Structure Viewpoint Een uitgebreide beschrijving van de verschillende aanleverende en afnemende applicaties is opgenomen in Bijlage J Aan CVD gerelateerde systemen. Koppelingen Onderstaande GUIs en APIs zijn voorzien. GUIs maken gebruik van de APIs, de APIs zijn ook rechtstreeks te benaderen door externe applicaties. Datum / 111

58 Code Koppelvlak (API) Implementatie in CVD 1 Upload APIs en GUIs Uploaden van packages. voor vegetatie-, habitat-, en structuurpackages 2 Validatie API en GUI Valideren van packages. 3 Kwalificatie GUI Kwalificeren van packages. 3 Search API Leveren search results (package metadata inclusief package IDs). 4 Download API Synchrone webservice. Bij het uitvoeren van complexe queries als asynchrone ( clip-zip-ship ) service (+ download notificatie via met download link wanneer query results klaar zijn ter download). 5 View API Package View GUI en API toont content van packages 6 Package Notification API (kaarten + documenten + metadata). Notificeren eindgebruikers (mensen of applicaties) omtrent veranderingen in packages (bvb wanneer optionele abiotische data zijn toegevoegd aan een bestaand package). Een mogelijke lijn hierin is door middel van een Publish Subscribe ( Pub-Sub ) mechanisme. Bvb push notificaties via bvb ATOM (soort RSS) feeds. Afnemende applicaties kunnen zich abonneren op feeds op veranderingen in packages via bvb push notificaties. Echter, een eenvoudiger/goedkoper oplossing als de publicatie van een rapportage waarin een lijst met wijzigingen staan is mogelijk voldoende. 7 Report GUI en API Leveren rapportages op basis van voor-gedefinieerde templates. 8 Data beheer GUI en API Managen van packages in de voorziening. 9 Systeembeheer GUI en Managen CVD voorziening (FB AB TB). API 10 Userbeheer GUI en API Managen users van de CVD voorziening. Code Koppelvlak (API) Implementatie in CVD 1 Catalogi beheer GUI en API Tabel 23 Overzicht CVD koppelvlakken Als onderdeel van Catalogi beheerapplicatie. Uitwisselstandaard Een goed gedocumenteerde uitwisselstandaard en bijbehorende API is noodzakelijk voor ene goede werking van de CVD. Hierdoor weten aanleverende en afnemende systemen hoe kan worden aangesloten op de centrale voorziening. Ook weten systemen op deze manier welke data verplicht en optioneel is bij het aanleveren van een dataset. Nadere uitwerking volgt binnen het IMNa project. Service protocollen De APIs dienen als SOAP of REST services te worden geïmplementeerd. Technisch gezien Datum / 111

59 kunnen packages als ATOM feeds beschikbaar worden gesteld. Binnen PDOK wordt dit principe ook gebruikt voor het aanbieden van een bundeling van bestanden (zie Een ATOM feed is een XML bestand waarin metadata kan worden opgenomen + een verwijzing is opgenomen naar bijvoorbeeld een ZIP bestand waarin de content is opgenomen. De ATOM feed standaard sluit ook aan bij de INSPIRE network service specifications Uitgangspunten en Principes Relevante uitgangspunten en principes uit referentiearchitectuur met betrekking tot informatieuitwisseling. Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe Implicatie op CVD 1 IST-SOLL P3.4 A-09 IST-SOLL P3.7 A-12 2 IST-SOLL P3.4 A-10 3 PETRA P4.3.1 UP20 UP21 Er zijn afspraken gemaakt tussen de registratiehouder en de bronhouder(s) over de aanlevering van de gegevens De specificaties voor een koppelvlak in het netwerk worden gemaakt op basis van het informatiemodel Natuur. Er zijn afspraken gemaakt tussen de registratiehouder en de afnemers van de gegevens over het gebruik van de gegevens. Het berichtenverkeer van, naar en binnen provincies is gebaseerd op de standaarden van het Forum Standaardisatie, o.a. XML voor provinciaal berichtenverkeer. SOAP en WSDL voor uitwisselen van berichten tussen applicaties binnen de provincie. Koppelvlakstandaarden van de OSB geo-standaarden. De voorziening voorziet in duidelijke protocollen voor aanleveren middels GLP s en op technisch niveau schema s voor validatie. IMNa beschijft de definitie van de datapackages en daarmee de koppelvlakken van de CVD. De CVD is een zo open mogelijke voorziening, maar afnemers mogen uit gaan van een bepaalde basiskwaliteit middels een kwaliteitslabel. Ook zullen datasets niet geheel worden uitgeleverd vanwege potentieel misbruik (locaties gevoelige soorten). De voor CVD relevante standaarden zijn opgenomen in Bijlage D Standaarden Forum Standaardisatie. 3 PETRA P4.3.8 UP20 Servicebeschrijvingen zijn vastgelegd in een service register en/of service repository. Geografische View en Download services kunnen via een CS-W 2.0 Catalog beschreven worden. Huidige PGR kan alleen metadata van geografische datasets beschrijven, de Datum / 111

60 4 PETRA P4.3.9 UP19 5 PETRA R4.3.1 P PETRA R4.3.2 P PETRA R4.3.3 P PETRA R4.3.5 P4.3.4 Provincies gebruiken voor de toegang tot hun beveiligde diensten generieke authenticatie diensten op basis van DigiD en/of PKI-overheid. De provincie hanteert alle domeinspecifieke landelijk vastgestelde informatiemodellen (IMRO, IMNa, IMWA, IMKICH, StUF-Xx, etc.) waar deze relevant zijn voor het ketenproces. Geo-datasets waarvan de provincie bronhouder is, worden in principe vrijelijk aan andere partijen ter beschikking gesteld, adequaat ontsloten en voor hergebruik beschikbaar gesteld. De provincies gebruiken het PGR als aansluitpunt voor in ieder geval centrale diensten; hieronder valt het NGR. Toegang tot geo-services kan door middel van autorisatie worden beperkt tot aan te wijzen doelgroepen. eerstvolgende versie (oktober 2015) ook geografische webservices. Overige services (bvb package view en download services die bvb als ATOM kunnen worden geregistreerd bij een overheid service catalogus De CVD heeft een open data karakter. Er is beperkte authenticatie en autorisatie om misbruik te voorkomen. Zie ook hoofdstuk beveiliging. Gebruik IMNa binnen de context van de CVD voorziening. De CVD heeft een open data karakter. Er is beperkte authenticatie en autorisatie om misbruik te voorkomen. Gebruik PGR voorziening. Webservice security, zie hoofdstuk security. 8 PETRA R4.3.7 De provincie sluit, ook voor geo-informatie, aan op de landelijke voorzieningen en communiceert met andere overheidsorganisaties via de Digikoppeling (v/h OSB). Tabel 24 Uitgangspunten en principes m.b.t. data uitwisseling Aansluiting op landelijke voorzieningen als PDOK. 4.8 Technische architectuur Technische Componenten Datum / 111

61 4.8.1 Architectuurontwerp De technische architectuur wordt uitgewerkt op het niveau van basis infrastructure services. Verdere technische invulling van deze infrastructure services wordt bepaald door GBO-Provincies, het project heeft geen invloed op verdere invulling van de technology architecture, dit is een gegeven ). In Figuur 18 zijn de relevante service uitgewerkt in een Archimate infrastructure viewpoint. Een aantal van deze infrastructuur services wordt reeds aangeboden via BIJ12 Unit GBO- Provincies (aangegeven met *). De overige services zullen in de scope van de CVD voorziening moeten worden gerealiseerd. Figuur 18 Archimate Infrastructure View (beschikbare BIJ12 bouwblokken aangegeven met *). De IT infrastructuur architectuur omvat ondersteunende basis infrastructuur services die nodig zijn om de Business Application Services te laten werken. Input services Nr Component Toelichting 1 e-formulieren Gebaseerd op Formdesk, kan bijvoorbeeld worden Datum / 111

62 gebruikt voor het aanvragen van toegang tot de voorziening. 2 Data Loading Onderdeel van CDS, te gebruiken voor uploaden van packages naar de voorziening. 3 Metadata Registratie Optie 1: NGR Optie 2: PGR Optie 3: CDS (CDS kan metadata revisiedatum aanpassen aan de hand van harvests) Processing services Nr Component Toelichting 1 Validatie Onderdeel van CDS (ETL). 2 Geoservices Onderdeel van CDS (GIS). Output services Nr Component Toelichting 1 (Geo)search Packages zoeken. 2 Flamingo (client) view Onderdeel van CDS. service 3 Download service Onderdeel van CDS. 4 Print en Report Services Genereren van standaard rapporten m.b.t. de CVD voorziening (statistieken) o.b.v. template(s). 5 notificatie notificatie t.b.v. a-synchrone download services ( clip-zip-ship ). 6 RSS Notificatie (ATOM) Pub-Sub channel (abonnement op wijzigingen in packages). Storage services Nr Component Toelichting 1 CMS Content Management Systeem. 2 DMS Document Management Systeem. 3 File Service Toegang tot files. 4 Data(base) Service Dragen zorg voor de toegang tot data die aanwezig zijn in databases. 5 Metadata (catalog) service Toegang tot metadata. Access services Nr Component Toelichting. 1 Directory services Dragen zorg voor authenticatie en autorisatie 2 Certificate services Voorzien in de mogelijkheid gebruik te maken van certificaten nodig voor een Public Key. Datum / 111

63 3 Firewall services Dragen zorg voor de bescherming van de infrastructuur door middel van firewall en proxy. 4 e-herkenning Authenticatiemachanisme (externe) Basisregistratie services Nr Component Toelichting 1 SKP Provinciale voorziening voor toegang tot basisregistraties. 2 PDOK Voorziening voor Geo-Basisregistraties. Infrastructure services Nr Component Toelichting 1 Network Services Dragen zorg voor naam resolutie en het toewijzen van IP-nummer. 2 Web Application Services Bieden de mogelijkheid aan andere componenten om te publiceren naar een web omgeving. 3 Operating System Services Het operating System (besturingssysteem) maakt een vertaalslag tussen de hardware en de bovenliggende applicaties. 4 Computing Devices (Server) Omvat de verschillende hardware waarop een besturingssysteem kan functioneren. Maintenance services Nr Component Toelichting 1 Back-up en recovery Bieden de mogelijkheid tot het veiligstellen en terughalen van data. 2 Infrastructure Management Services Zijn verantwoordelijk voor het monitoren en managen van de infrastructuur. 3 Remote Acces Services Dragen zorg voor het ontsluiten van de infrastructuur vanaf een dislocatie. 4 Deployment Services Dragen zorg voor de automatische software installatie/updates en configuratie; OS deployment. Tabel 25 Overzicht basis infrastructure services Uitgangspunten en Principes Relevante uitgangspunten en principes uit referentiearchitectuur met betrekking tot technische componenten. Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe Impact op CVD 1 PETRA P5.1.2 UP20 UP24 2 PETRA P5.1.3 UP20 De provincies volgen voor de ITbouwstenen (inter)nationale en leveranciersonafhankelijke ( open ) standaarden. De provincies geven in hun implementatiestrategie voor de aan- Rekening mee houden bij realisatie. Rekening mee houden bij realisatie. Datum / 111

64 3 PETRA P5.1.5 UP1 4 PETRA P5.3.1 UP19 besteding en inkoop open source en gesloten source software een gelijke kans De provincies maken afspraken over de bedrijfstijden rond de technische infrastructuur. Qua e-dienstverlening neigt deze naar 7x24, uitgezonderd de tijd die nodig is voor onderhoud. Het interne netwerk is afgeschermd door een DMZ waarbinnen zich meerdere firewalls bevinden. Tabel 26 Uitgangspunten en principes Technische Componenten Besproken is dat de het basis serviceniveau (Zie ook ontwerpkeuze O10) voldoende is. Rekening mee houden bij realisatie. 4.9 Technische Architectuur Gegevensopslag Architectuurontwerp Geüploade packages worden initieel opgeslagen in een Network File System (NFS). Van daaruit worden de packages ontrafeld en opgenomen in Spatial RDBMS (geodata), DMS (documenten), en catalogi (metadata). Via een package tabel blijven de relaties tussen de data objecten van ieder package behouden. Het opslaan in genoemde systemen maakt het mogelijk om zoek indexen te genereren en vervolgens geavanceerde (package overstijgende) zoekopdrachten en queries uit te voeren op de data. Omvang data stores Onderstaande feiten en cijfers geven een indicatie van de toekomstige (te verwachten) omvang van de CVD voorziening (10000 packages records in database en files documenten). Habitattypenkaarten Een Habitattypekaart is een verzameling habitatdata die op een bepaald moment als één samenhangend geheel kunnen worden beschouwd. Wanneer één onderdeel van de data wijzigt, ontstaat er een nieuwe update (of versie) van de kaart. Jaarlijks worden er circa 70 habitat datasets (kaarten) ge-update. Dit aantal is gebaseerd op volgende uitgangspunten: o Voor 140 van de 160 Natura 2000 gebieden wordt een Habitattypekaart gemaakt. o In de praktijk wordt iedere habitattypekaart gemiddeld iedere 2 jaar vernieuwd (Veluwe ieder jaar, een kleiner gebied eens per 6 jaar). o Een update is verplicht bij een fundamentele wijziging in het veld, onder meer vanwege vergunningverlening. Minimaal eens per 6 jaar moet een habitattypekaart vernieuwd worden. De kans is groot dat de frequentie hoger wordt (eens per jaar per dataverzameling. Datum / 111

65 Vegetatiekaarten Een Vegetatiekaart is een verzameling vegetatiedata en vegetatieopnamen die op een bepaald moment als één samenhangend geheel kunnen worden beschouwd. Wanneer één onderdeel van de data wijzigt ontstaat er een nieuwe update (of versie) van de kaart. Jaarlijks worden circa 30 vlakdekkende vegetatiekaarten ingewonnen ten behoeve van Natura2000/PAS en SNL Natuurkwaliteit. Een update van een bestaande kaart komt niet vaak voor. Dit aantal is gebaseerd op circa 350 gebieden die eens in de twaalf jaar worden gekarteerd. Echter, deze getallen voor vegetatiekarteringen zijn nog onvoldoende in beeld gebracht en zijn in de beleving mogelijk hoger afhankelijk van de gehanteerde definitie van een gebied. Gelderland geeft aan dat zij 10 karteringen per jaar uitvoeren. Dit zou nader onderzocht moeten worden. Bij de implementatie van de PAS is behoefte aan ene hogere updatefrequentie (jaarlijks) voor veel terreinen. Dit gefet aan dat het gebruik van de CVD moet inspelen op een hogere frequentie dan in orige punt is aangegeven. Vanuit data van Staatsbosbeheer blijkt: o Staatsbosbeheer (SBB) inventariseert ca vegetatievlakken per kartering met een spreiding van objecten. o SBB voert ca. 200 vegetatie-opnamen per kartering uit. o SBB heeft ca. 630 karteringen digitaal beschikbaar. o De kosten per hectare voor een vegetatiekartering lopen uiteen van 26 tot 174, afhankelijk van het beheertype. o Totaal wordt er ongeveer per jaar uitgegeven aan vegetatiekarteringen, gebaseerd op de normkostentabel. Structuurkaarten In deze analyse wordt structuur alleen als onderdeel van een vegetatiekaart beschouwd. De term structuurkaart wordt niet als zodanig gedefinieerd of nader onderzocht. Vegetatiedata kunnen op zichzelf een structuurkenmerk vormen. Daarnaast wordt er vanuit gegaan dat specifieke structuurkenmerken mogelijk gemakkelijk kunnen worden toegevoegd aan een vegetatiekaart. Onder meer omdat tijdens het inwinproces structuurkenmerken door dezelfde medewerker kunnen worden geïnventariseerd. Kwantitatieve data komen zodoende overeen met die van de vegetatiekaarten Uitgangspunten en Principes Relevante uitgangspunten en principes uit referentiearchitectuur met betrekking tot dataopslag. Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe 1 N.v.t. N.v.t. N.v.t Technische Architectuur Netwerk Implicatie op CVD Datum / 111

66 Architectuurontwerp Netwerk De CVD voorziening moet vanaf het internet benaderbaar zijn. De applicatie dient daarom in een DMZ zone van het netwerk te worden geplaatst. In Figuur 19 is conceptuele schets weergegeven van de voorziening op netwerk niveau. Hierin zijn niet alle services uitgewerkt. De verschillende infrastructuur services zoals genoemd in paragraaf 4.8 moeten voor de CVD voorziening benaderbaar zijn. Bandbreedte Te verwachten belasting van het systeem is beperkt zowel aan input als output kant als het gaat om parallelle gebruikers (mensen en systemen). De omvang van een package zal ook geen problemen opleveren. Wel zal er mogelijk een limiet moeten worden gesteld aan het aantal Packages dat in één keer kan worden gedownload. Grote piekvermogen zullen beperkt zijn, mogelijk alleen bij lancering van het systeem. Virtualisatie Er wordt in verband met beheerbaarheid en schaalbaarheid van de voorziening bij voorkeur gebruik gemaakt van een gevirtualiseerde omgeving. Datum / 111

67 Figuur 19 Network configuratie (uitwerken voor beperkt aantal services) Uitgangspunten en Principes Relevante uitgangspunten en principes uit referentiearchitectuur met betrekking tot netwerken. Code Uitgangspunt c.q. Principe 1 Voor samenwerking met andere overheidsorganen zoeken de provincies exclusief aansluiting bij landelijke netwerkvoorzieningen Tabel 27 Uitgangspunten en principes m.b.t. netwerk Implicatie op CVD Waar mogelijk gebruik maken van externe services (hergebruik stimuleren) bijvoorbeeld NDFF services, PDOK services, etc. Connectie met deze externe services moet netwerktechnisch tot stand gebracht worden Referentie(s) PETRA P5.5.1 UP Beheer Datum / 111

68 Architectuurontwerp Er is een reële kans dat delen van de CVD voorziening in beheer worden genomen bij de BIJ12 Unit GBO-Provincies. Dat staat echter nog niet vast binnen deze PSA. Wel is het aan te bevelen om een aantal PETRA en GBO-Provincies uitgangspunten te hergebruiken in deze PSA. Wanneer delen in beheer worden genomen bij GBO-Provincies gelden er een aantal criteria waaraan de applicatie moet voorzien voordat deze in productie kan worden genomen (zie ook paragraaf 3.4). GBO Doelarchitectuur uitgangspunten en principes m.b.t. Beheer Inbeheernameproces GBO (Rutten, 2015) Technische en Infrastructurele randvoorwaarden GBO (Rutten, 2015) Uitgangspunten en Principes Relevante uitgangspunten en principes uit de PETRA referentiearchitectuur met betrekking tot beheer. Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe Implicatie op CVD 1 PETRA P6.1.1 UP16 UP22 2 PETRA P6.1.2 UP22 3 PETRA P6.1.3 UP22 4 IST-SOLL P3.7 A-12 Elke eigenaar van een object (proces, applicatie etc.) is daarmee ook verantwoordelijk voor functioneel beheer van dat object. Functioneel applicatiebeheer, technisch applicatiebeheer en technisch beheer zijn voor elke provincie gebaseerd op dezelfde standaard beheermethodieken (bijv. BISL15, ASL en ITIL). Gezamenlijk door provincies ontwikkelde bouwstenen worden ondergebracht bij een gemeenschappelijke beheerorganisatie (GBO-Provincies). Een verandertraject ontwikkelt de berichtenspecificaties van een koppelvlak op basis van het informatiemodel. Het resultaat wordt getoetst aan het CVD eigenaarschap beleggen (zie ook paragraaf 4.2). De CVD applicatiecomponenten die bij GBO-Provincies in beheer worden genomen moeten voldoen aan beheervoorwaarden GBO- Provincies. De CVD applicatiecomponenten die bij GBO-Provincies in beheer worden genomen moeten voldoen aan beheervoorwaarden GBO- Provincies. De beheerorganisatie van de CVD zal nauw moeten samenwerken met de beheerorganisatie van IMNa. Datum / 111

69 Tabel 28 Beheeruitgangspunten en principes Governance beheer informatiemodel en de daarin aanwezige berichtdefinities. Het verandertraject draagt het beheer van de nieuwe berichtdefinities over aan het beheer van het informatiemodel. De governance van het beheer van de CVD voorziening ligt bij BIJ12 of nader uitbesteed aan GBO-Provincies of een derde organisatie Beschikbaarheid en beheerinzet Op basis van ontwerpkeuze O10 wordt vooralsnog uitgegaan van een vrij standaard serviceniveau. De processen die de CVD bediend zijn niet tijdkritisch. Beschikbaarheidspercentages van boven de 99% zijn daarmee niet nodig. Ook is het niet nodig om buiten kantoren uren te werken aan het oplossen van productieverstoringen. Voor beschikbaarheid van de applicatie kan het beste het vergelijk worden gemaakt met het service level van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Voor de CVD applicatiecomponenten die bij GBO-Provincies in beheer worden genomen geldt dat een applicatie in beheer kan worden genomen onder service level BASIC of COMPLETE. Daarbij staat BASIC voor best effort reponse en COMPLETE voor een gegarandeerde response binnen afgesproken termijnen Lifecyclemanagement De verwachte levensduur van de Centrale Vegetatiedatabank als dienst is een periode van minimaal 12 jaar vanuit wet- en regelgeving, maar de ambitie en wens is om een structurele dienst neer te zetten zoals de NDFF voor onbeperkte tijd. Vegetatie gegevens worden al decennia ingewonnen op een gestandaardiseerde manier. De leeftijd van de applicatie is mogelijk korter en is meer gedreven door technologie. Een levensloop van 10 jaar zou normaal gesproken mogelijk moeten zijn. Gedurende de levensloop van het systeem zal adaptief, correctief en preventief onderhoud worden uitgevoerd om de voorziening met ontwikkelingen in de omgeving (technologisch, bestuurlijk en inhoudelijk) te laten meegroeien. Door de voorziening modulair op te zetten is het eenvoudig(er) om deze van de voorziening op termijn te vervangen, uit te faseren of elders onder te brengen Beveiliging Datum / 111

70 Architectuurontwerp Bij het streven naar een betere dienstverlening is informatiebeveiliging een cruciale randvoorwaarde. De bestuurs- en bedrijfsprocessen die de dienstverlening mogelijk maken, zijn namelijk afhankelijk van een goed functionerende informatievoorziening. Veel processen zijn nagenoeg onmogelijk zonder de toepassing van geautomatiseerde dataverwerking. Uitval van computersystemen, het in ongerede raken van databestanden of manipulatie van data door onbevoegden kan daarom ernstige gevolgen hebben voor de overheidsorganisatie en voor burgers en bedrijven. Politieke consequenties en imagoschade kunnen daarvan het gevolg zijn. Information Security (open vs closed data) Als algemene vuistregel kan gesteld worden dat hoe complexer en uitgebreider de beveiliging van de data in de centrale voorziening ingeregeld wordt, hoe duurder de oplossing wordt. De uitgangspunten voor beveiliging en privacy zijn daarom: Data is open en vrij beschikbaar Data over gevoelige/kwetsbare soorten is niet of minder nauwkeurig beschikbaar. Er zal een autorisatiesysteem moeten worden ingericht die is geënt op de werkwijze en ervaring die is ontwikkelt bij de NDFF. Om kosten te beperken is het wenselijk om zo min mogelijk autorisatieniveaus te introduceren. Een minimale variant voor autorisatie kan zijn: Rode lijst soorten alleen beschikbaar voor de gebruikers met het kenmerk betrouwbaar. Of Vegetatieopnamen alleen beschikbaar voor de gebruikers met het kenmerk betrouwbaar. Als autorisatie m.b.t. data en/of functionaliteit noodzakelijk is, dan zal dit zowel op GUI als op API (webservice) niveau moeten worden geïmplementeerd. De gebruiker dient te worden gewaarschuwd over mogelijke incompleetheid van de data a.d.v. autorisatie regels. Application en webservices security Toegang tot applicaties kan op verschillende manieren (meer of minder zwaar) worden geïmplementeerd. Basic authentication is de eenvoudigste manier van beveiligen, makkelijk in gebruik maar relatief gezien minder veilig dan security certificaten. Gebruik van certificaten is het veiligst maar levert ook veel praktische uitvoeringsproblemen op, zie bijvoorbeeld de ervaringen met de toegang tot de huidige Hoge Resolutie Luchtfoto webservices van PDOK die met PKI certificaten zijn afgeschermd. Gezien de vele praktische problemen is het advies om voor serverclient communicatie geen PKI te gebruiken. OGC beraadt zich op manier om geo webservices te beveiligen. Voorlopig nog geen standaard op dit gebied te verwachten Uitgangspunten en Principes Voor informatiebeveiliging bij de overheid zijn het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst [VIR] en de ISO-NEN [Code2] de meest relevante standaarden. Deze zijn tevens basis voor het NORA katern Informatiebeveiliging. Daarvan afgeleid zijn de beveiligingsprincipes van de PETRA en het daaraan gerelateerde katern Interprovinciale Baseline Informatiebeveiliging (P. Peursum, 2010). Code Referentie(s) Uitgangspunt c.q. Principe Implicatie op CVD 1 PETRA P7.1.1 UP22 UP19 De provincies conformeren zich aan de Code voor Informatiebeveiliging (ISO en ISO 27002). CVD moet rekening houden met genoemde ISO standaarden. Datum / 111

71 2 PETRA R7.1.1 P PETRA R7.1.4 P7.1.1 PETRA R7.1.5 P7.1.1 PETRA P7.2.1 UP19 PETRA P7.2.3 UP19 De organisatie van de informatiebeveiliging is ingericht voor de toegang, verwerking en gebruik door de interne organisatie en de externe partijen. In communicatie- en bedieningsprocessen zijn de volgende gebieden voorzien van een geschikt niveau van beveiliging: bediening van IT-voorzieningen, dienstverlening door een derde partij, systeemplanning en acceptatie, bescherming tegen virus en mobile code, back- up, netwerkbeveiliging, transportmedia, informatie-uitwisseling, e-commerce en systeemcontrole. De toegang is voorzien van een geschikt niveau van beveiliging voor de volgende gebieden: gebruikersrechten, computers, netwerken, besturingssystemen, toepassingen en informatie, draagbare computers en telewerken. Informatie is vrij beschikbaar, tenzij: De wet in het kader van privacy, vertrouwelijkheid, veiligheid en auteursrechten dit verbiedt; Vermelde beleidsopvattingen van bestuurders, ambtenaren en andere betrokkenen zijn te herleiden naar de persoon; Concurrentieverhoudingen kunnen worden geschaad; Het belang van de organisatie wordt geschaad. De informatieobjecten worden geclassificeerd tussen extern openbaar, intern openbaar en vertrouwelijk. Tabel 29 Uitgangspunten en principes m.b.t. Beveiliging Toegang tot CVD door externe (keten) partijen moet zo laagdrempelig mogelijk worden gemaakt zonder af te doen aan de noodzakelijke beveiligingseisen. Rekening mee houden bij de realisatie van de CVD voorziening. Rekening mee houden bij de realisatie van de CVD voorziening. De CVD heeft een open data karakter. Er is beperkte authenticatie en autorisatie om misbruik te voorkomen. Zie ook hoofdstuk beveiliging. Is mogelijke logica voor autorisatiemechanismen. Advies is om hier werkwijze en ervaring NDFF te hanteren. Datum / 111

72 5 Transitie 5.1 Architecture Compliance (Fit GAP analysis) Bij de realisatie van de CVD voorziening kan gebruik worden gemaakt van herbruikbare bouwblokken (infrastructuur services) die beschikbaar worden gesteld via de e-overheid, BIJ12 3 en met name met betrekking tot catalogi de gehele natuur keten partners. Deze herbruikbare bouwblokken zijn reeds beschreven in paragraaf 4.8. In onderstaande paragrafen is aangegeven in hoeverre deze componenten praktisch herbruikbaar zijn voor de CVD voorziening Hergebruik BIJ12 componenten In de GBO Doelarchitectuur worden 3 typen hergebruik onderscheiden: 1. Re-use by call (ook wel re-use by reference): De herbruikbare component wordt als een service aangeroepen door de component die hergebruikt. Dit betekent dat er een afhankelijkheid ontstaat in de productie. Het beheer van de herbruikbare componenten is apart belegd, maar dient rekening te houden met de afhankelijkheid. 2. Re-use by copy: De herbruikbare component wordt opgenomen in de component die hergebruikt. Dit betekent dat wijzigingen in de herbruikbare component op meerdere plaatsen dienen te worden verwerkt. 3. Re-use by concept: De herbruikbare component is een concept dat in de component die hergebruikt apart wordt geïmplementeerd. Praktisch gezien is dit een subvorm van 2. In Tabel 30 is voor ieder BIJ12 bouwblok de potentie voor hergebruik weergegeven. Nr ABBs BIJ12 Gerelateerde SBBs BIJ12 1 Applicatiescherm invoer Geen SBB beschikbaar Beschikbaar Nee Match (toelichting) Nee, GUI schermen moeten binnen CVD worden gerealiseerd Re-use N.v.t. (maatwerk) 2 E-formulieren invoer 3 Datasets laden Form desk Ja Ja, via webservice of webhook kunnen digitale formulieren worden geïntegreerd in een applicatie. Meer info zie website Formdesk elijkheden Bestaat er een soort CDS - laadstation zoals bij PDOK (?) Ja Mogelijk (gedeeltelijk) hergebruik mogelijk, nader te onderzoeken. Re-use by call (aanroepen externe form service). Re-use by copy (onderbrengen herbruikbare onderdelen binnen de CVD applicatie). 3 Hierbij is het uitgangspunt de bouwblokken die worden genoemd in de GBO Doelarchitectuur. Datum / 111

73 Nr ABBs BIJ12 Gerelateerde SBBs BIJ12 4 Metadata bijwerken 5 Metadata bijwerken Provinciaal Geo Register (PGR) 6 Valideren CDS ETL engine 7 Basisregistrat ie raadplegen 8 Basisregistratie terugmelden 9 Webcontentmanagement Beschikbaar Ja Match (toelichting) Deels hergebruik, alleen voor beschrijven van metadata van geodata (conform ISO19115). De komende nieuwe release van PGR (Q4 2015) kan ook geoservices beschrijven (conform ISO19119) Voor genereren van package metadata (geleideformulier) kan mogelijk gebruik worden gemaakt van e-formulieren CDS Ja CDS heeft functie voor metadatabeheer (met basale koppeling met data updateproces). Voor zowel metadata voor data als metadata voor services. Ja Waarschijnlijk deels te gebruiken voor realisatie van een validatie service voor packages (vergelijkbaar met de validatie service van ruimtelijke plannen, zie nen.nl/validator/validator/). Zie ook paragraaf overig hergebruik. Re-use SKP Ja Irrelevant voor CVD. N.v.t. SKP Ja Irrelevant voor CVD. N.v.t. Drupal CMS Nee (inrichting op project basis) Documentbeheer heeft eigenlijk een DMS nodig. Waarschijnlijk is en filestore voldoende. Focus ligt niet op documenten. Er moet een keuze worden gemaakt hoe documenten worden opgeslagen in de CVD voorziening. Re-use by call (gebruik PGR GUIs en APIs) Geldt alleen voor metadata van geografische data. Re-use by copy Geldt alleen voor metadata van geografische data. Re-use by cop.y N.v.t. Datum / 111

74 Nr ABBs BIJ12 Gerelateerde SBBs BIJ12 10 Servicemotor CDS Deegree GIS engine 11 Rekenmodel maken 12 Transformeren Geen SBB beschikbaar CDS ETL engine 13 Verrijken CDS ETL engine 14 Basisregistratie uitleveren CDS Deegree GIS engine Beschikbaar Ja Nee Ja Match (toelichting) Alleen hergebruik mogelijk m.b.t. tonen van geografische data (geoservices) voor m.n. provinciale kaartlagen en mogelijk in toekomst ook open satelliet-beelden (sentinel) t.b.v. planning van vegetatie opnamen Irrelevant voor CVD, rekenen vindt buiten de voorziening plaats Samenvoegen van datasets tot landelijke beelden t.b.v. periodieke rapportages (optie) Re-use Re-use by copy. N.v.t., Ja Irrelevant voor CVD N.v.t. Ja Kan worden gebruikt voor view en download services INSPIRE habitat and biotopes. ) vindt buiten de CVD plaats in CDS (INSPIRE datamodel transformatie) Reuse by call (ETL service). Re-use by call (data periodiek overhevelen naar CDS t.b.v.or INSPIRE publicatie). 15 Raadplegen (viewen) 16 Raadplegen (viewen) CDS Deegree GIS engine Flamingo Er is al een as-is service opgenomen voor Habitattypen in CDS. Zal wel moeten worden aangepast obv CVD en INSPIRE harmonisatie Tonen van data in packages. Voor het tonen van vegetatiekaarten kan gebruik worden gemaakt van de CDS GIS component (geo services) Tonen van zoekresultaten op een ruimtelijke manier. Re-use by copy. Re-use by copy. 17 Publiceren Sdu Information Provinciale Producten catalogus kan mogelijk Re-use by call (?). Datum / 111

75 Nr ABBs BIJ12 Gerelateerde SBBs BIJ12 Solutions VIND catalogus (?) 18 Rapporteren Crystal Reports BIJ12- Provincies voert nu een proof of concept uit voor het vervangen van Crystal Reports door Spago BI Beschikbaar Ja Match (toelichting) worden gebruikt om de diensten rondom natuur aan te bieden op een gestructureerde wijze. Standaard rapportages voor CVD voorziening (bvb statistieken m.b.t. content en gebruik) kunnen worden gegenereerd op basis van CR templates. De report server van GBO moet dan wel technisch in staat zijn alle benodigde data in de CVD voorziening te benaderen. Re-use Re-use by call (aanroepen report service) 19 Downloaden CDS Deegree GIS engine en ETL engine 20 Analyseren Geen SBB beschikbaar 21 Identificatie Geen SBB beschikbaar 22 Authenticatie Geen SBB beschikbaar 23 Autorisatie Geen SBB beschikbaar 24 Gebruikersbe Geen SBB heer beschikbaar Tabel 30 Overzicht herbruikbare BIJ12 bouwblokken Hergebruik e-overheidscomponenten Ja Downloaden van packages kan (waarschijnlijk deels) worden gefaciliteerd door standaard bouwblokken. Nee CVD bevat geen analyse functies, analyses worden door rekentools buiten de voorziening uitgevoerd. Wel worden resultaten van analyses, bijv rondom abiotiek opgeslagen bij het package. Nee Maatwerk (gebruik KvK / HNR c.q. OIN) Nee Maatwerk (gebruik e- Herkenning) Re-use by call (deels) N.v.t. N.v.t. N.v.t. Nee Maatwerk N.v.t. Nee Maatwerk N.v.t. Op staat een overzicht met landelijke e- overheidsbouwstenen die voor CVD relevant zijn. Datum / 111

76 Nr e-overheid bouwblok (ABB) 1 Basisregistraties 2 Digi* (id, levering, koppeling, poort, network, etc.) 3 Berichtenbox voor bedrijven 4 Berichtenbox voor burgers 5 e- Herkenning 6 Samenwerkende catalogi 7 Webrichtlijnen SBBs Web services Geo-basisregistraties PDOK Tabel 31 Overzicht e-overheidscomponenten Overig hergebruik Beschikbaar Ja Match (toelichting) O.a. BRT en achtergrondkaarten (luchtfoto, stratenkaart) kunnen worden afgenomen via PDOK ten behoeve van CVD kaart viewer Web service Ja e-herkenning lijkt meer te passen vanwege het Re-use in CVD (type + toelichting) Re-use by call (aanroepen PDOK services vanuit CVD voorziening) Re-use by call Web service Ja Niet relevant voor CVD Re-use by call Web service Ja Niet relevant voor CVD Re-use by call Web service Ja Logische SBB voor Re-use by call authenticatie van de CVD Web service Ja Nader onderzoeken Re-use by call Web service Ja CVD voorziening moet voldoen aan webrichtlijnen Catalogi Hergebruik (re-use by call) van bestaande externe catalogi services (o.a. NDFF). Richtlijnen voor inrichting van CVD voorziening Validator digitale ruimtelijke plannen Mogelijk kan source code van de digitale ruimtelijke plannen GML/XML validator (zie deels worden hergebruikt voor validatie van vegetatie packages. Dit dient nader onderzocht te worden. Hierbij de opmerking dat het niet wenselijk is dat er meerdere validatiemechanismen zijn rondom de CVD. Dus niet CDS en Ruimtelijke Plannen. RO uitwisselingsstandaarden Een digitaal bestemmingsplan bestaat uit een kaart + regels en toelichtingen (documenten) + geleideformulier. Het is een geheel van bij elkaar horende bestanden ( package ). De Datum / 111

77 standaardaarden en concepten rondom de beschikbaarstelling en uitwisseling van digitale ruimtelijke plannen kunnen (packages) kunnen dus worden hergebruikt voor de definitie van uitwisselingsstandaarden voor vegetatie-, habit, en structuur packages. Alle standaarden en eisen m.b.t. het beschikbaar stellen van ruimtelijke plannen staan in de Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten (STRI), zie Hierin staan bijvoorbeeld eisen m.b.t. de naamgeving van bestanden, de minimale set bestanden in het "pakketje", de wijze van waarmerken (hashes), etc. Generieke Search Engine Een standaard search engine (die ook geografisch kan zoeken) is niet beschikbaar als basis bouwblok binnen BIJ12. Een oplossing gebaseerd op APACHE SOLR-Lucene zou die rol kunnen vervullen. Geadviseerd wordt een generieke search engine als bouwblok op te nemen in het BIJ12 standaard producten en diensten portfolio. Een search engine werkt op basis van INDEX bestanden (die worden gegenereerd op basis van onderliggende databases c.q. documenten) Voor iedere applicatie zou een separate index gemaakt kunnen worden. Op deze manier is hergebruik mogelijk voor verschillende applicaties mogelijk. Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) De NDFF bevat bruikbare bouwblokken. De meest interessante zijn de validatiemechanismen, ervaring met een generiek datamodel, catalogussysteem (codes.ndff.nl) en een API. Daarnaast heeft de NDFF logica ontwikkeld voor het toekennen van kwaliteitslabels. 5.2 Implementatiestappen In deze paragraaf worden de stappen beschreven die nodig zijn voor een zorgvuldige implementatie van de verandering of uitbreiding. Het stappenplan (plateaus) voor realisatie van de CVD voorziening ziet er globaal gezien als volgt uit: 1. Uitbreiding IMNa vegetatie habitat structuur resultaat = package structuur helder. 2. Opstellen PvE (persona, user stories en use cases). 3. Detail ontwerp (user interface wire frames, API interfaces, database). 4. Realisatie CVD voorziening. a. Opzet basis framework gehele applicatie (modules, klassen, functies, etc.). b. Koppelingen met externe basisregisters. c. Koppelingen met externe catalogi. d. Koppelingen met infrastructuur services (herbruikbare componenten). e. Realisatie functionaliteit (GUIs en APIs) INPUT. f. Realisatie functionaliteit (GUIs en APIs) PROCESSING. g. Realisatie functionaliteit (GUIs en APIs) OUTPUT. h. Realisatie functionaliteit (GUIs en APIs) STORAGE. i. Realisatie functionaliteit (GUIs en APIs) ACCESS. j. Realisatie functionaliteit (GUIs en APIs) MAINTENANCE. k. Realisatie Overige functionaliteit (wensen + onvoorzien). 5. Implementatie en Beheer. Datum / 111

78 a. Inrichting OTAP straat (parallel aan 4a). b. Uitrol in productie (iteratief gedurende de bouwfase na iedere sprint). 6. (bulk) Data loading legacy data (parallel aan bouwtraject). a. Converteren legacy data naar nieuwe package standaard. b. Bulk import van legecy data in CVD voorziening. Iteratief ontwikkelen heeft de voorkeur (Scrum/Agile ontwikkelen). Betekent dat na iedere sprint er een werkend stukje van de software wordt opgeleverd. 5.3 Conversies Vanuit de directe behoefte van beoordelen Natuurkwaliteit NNN en Naturen2000/PAS is het gewenst om data van afgelopen 12 jaar op te nemen in de CVD. Mogelijk is het wenselijk om dataverzamelingen van daar voor ook in te lezen. Bij Staatsbosbeheer zijn er gegevens van tientallen jaren digitaal gestructureerd beschikbaar. Bestaande vegetatie-, habitat-, en structuur data zullen moeten worden geconverteerd naar het nieuwe package definitie (standaard) of een historische package definitie en vervolgens geïmporteerd in de nieuwe CVD voorziening. Ook moet rekening gehouden dat catalogi waar deze bestaande gegevens mee zijn ingewonnen ook beschikbaar zijn voor de CVD. Bijvoorbeeld catalogi van Staatsbosbeheer. Datum / 111

79 6 Naleving 6.1 Monitoring tijdens realisatie De betrokkenheid van de projectarchitect bij een project houdt niet op bij de oplevering van de PSA. De projectarchitect heeft als taak om de projectteamleden (informatieanalisten en functioneel en technisch ontwerpers) te ondersteunen bij de eis te voldoen aan het kader, zoals dat in de PSA geschetst is. Wanneer het project producten oplevert, dient de kwaliteit daarvan gecontroleerd te worden. Prince2 kent hiervoor de quality reviews. Deze review is het meest voor de hand liggende instrument om te toetsen of de opgeleverde producten ook voldoen aan de kaders van de PSA. Dit is de taak van de controlling architect. Om te voorkomen dat iemand zijn eigen werk gaat controleren is het van belang dat de project architect en de controlerende architect twee verschillende personen zijn. Wanneer de controlling architect instemt met de kwaliteit van de producten (lees: het voldoet aan het kader van de PSA) geeft hij de bouwvergunning af: het project mag wat hem betreft verdergaan met de volgende fase of het volgende product. De controlling architect controleert de opgeleverde producten aan de hand van de PSA. De PSA bevat voor hem de toetsingscriteria in de vorm van de afbakening van de oplossing en de concrete vertaling van de architectuurprincipes. Ook de - door de architectuurboard goedgekeurde - afwijkingen, die in de PSA zijn beschreven, dient hij te betrekken bij zijn toetsing. Hij controleert dan of de afwijkingen op de architectuur in de producten is opgenomen zoals de architectuurboard dat met haar beslissing heeft beoogd. Uitgangspunt bij deze controle is dus dat de overige ontwikkelingsdocumenten een verdere invulling en detaillering geven van dat wat in de PSA beschreven is. De PSA geeft het kader middels een afbakening van de oplossingsrichting en via - op het project toegesneden - richtlijnen en standaarden. De overige systeemontwikkelingsdocumenten geven daar dan een verdere invulling aan. 6.2 Projectoverstijgende ontwerpkeuzen In vrijwel ieder project komen projectoverstijgende ontwerpkeuzen en afwijkingen op de architectuur voor. In principe kunnen deze later in het project aangevuld worden. Een deel van de afwijkingen op de (Referentie) architectuur is al bekend tijdens het opstellen van de PSA. Deze worden dan daarin opgenomen. Echter, tijdens het ontwerptraject kunnen zich nieuwe (projectoverstijgende) ontwerpkeuzen en architectuurafwijkingen aandienen. Deze kunnen in een later stadium aan de PSA worden toegevoegd. Wanneer de opdracht aan of scope van een project wijzigt is dit een reden voor het opstellen van een nieuwe PSA. Het is door deze wijziging namelijk een ander project geworden. 6.3 Architectuur afwijkingen Op elk moment in een project kan geconstateerd worden dat een bepaalde oplossing alleen gerealiseerd kan worden met een afwijking op de architectuur. Ook hier is het de projectarchitect die dat signaleert en dit escaleert naar de architectuurfunctie. De architectuurboard is de instantie die uiteindelijk een dergelijke afwijking formeel goedkeurt. Een beoogde afwijking moet aan de board worden voorgelegd, met argumenten omkleedt. Daarbij dient ook aangegeven te zijn op Datum / 111

80 welke wijze de afwijking hersteld gaat worden. Pas als de architectuurboard de afwijking toestaat, kan het project deze gaan uitvoeren. Deze afwijking wordt dan, met verwijzing naar de beslissing van de architectuurboard, in de PSA opgenomen. Indien de architectuurboard de afwijking niet goedkeurt, is zij de discussiepartner van de Project Board, die het betreffende requirement wil om zodoende tot een oplossing te komen. Architectuurafwijkingen m.b.t. de CVD voorziening worden tijdens het project geregistreerd en besproken in de Architecture Board. 6.4 Architectuur backlog (openstaande punten) De architecture backlog bevat onderwerpen waarover binnen het tijdsbestek van het opstellen van de PSA geen beslissing genomen kon worden, maar die desondanks geadresseerd dienen te worden voorafgaand c.q. tijdens de realisatie van de voorziening. Nr Categorie Backlog Item Opties c.q. Keuzes Status 1 Input N.v.t. N.v.t. N.v.t. 2 Processing Package als geheel updaten of ook delen updaten Geheel en gedeeltelijk updaten of alleen geheel updaten? N.v.t. 3 Output N.v.t. N.v.t. N.v.t. 4a Storage Hoe omgaan met Hoe vullen we de CVD Open legacy data? voorziening? 4b Storage Hoe documenten opslaan die onderdeel zijn van packages? 4c Storage Is het nodig om referentie data (bv. catalogi) te harvesten? Keuze NFS (network file system) of CMS of DMS SLA levels externe services zoals NDFF en PDOK, hoog genoeg om op te vertrouwen? 5 Access Informatiebeveiliging Open of gesloten data? Indien gesloten op welke manier services en applicatie functies (viewen c.q. downloaden van bepaalde data voorkomen) 6a Maintenance SLA Level Standaard dienstverlening conform ontwerpkeuze O10 7 Archivering Wat zijn de formele eisen vanuit archivering? 8 Bewaartermijnen Wat zijn de formele eisen vanuit archivering? Tabel 32 Architecture backlog items Navragen bij werkgroep IOG-DIV op basis van principes uit paragraaf Data en berichten. Navragen bij werkgroep IOG-DIV op basis van principes uit paragraaf Data en berichten. Open Open Open Open Open Open Datum / 111

81 Bijlage A Referenties Batenburg A. Doelarchitectuur GBO, versie ( ), IPO [Rapport] Batenburg A. Kader: van IST naar SOLL met AFSPRAKEN Monitoring en Informatievoorziening [Rapport] Geonovum Raamwerk van Geostandaarden, v3.0 ( ) [Rapport] Goutier H. Provinciale EnTerprise Referentie Architectuur (PETRA), v1.3 ( ) [Rapport] H. Goutier J. van Lieshout NORA 3.0 Principes voor samenwerking en dienstverlening, v1.0 definitief ( ) [Rapport] H. Goutier V. Crijns, E. Ruiterman, M. Aardewijn, A. de Man Ketens de baas, ICTU, ( [Rapport] Hakvoort P. H. Business Case Centrale Vegetatiedatabank, v1.0 definitief (maart 2015) [Rapport] Informatiemodel Natuur (IMNa), v3.2 concept, ( [Rapport] M.Ellenbroek et. al. Monitoring en Informatievoorziening Natuurrapportage Huidige situatie, v4.0 definitief ( ) [Rapport] M.Ellenbroek P. van der Molen Uitvoeringsplan Samenhangend Eindbeeld Monitoring en Informatievoorziening Natuurrapportages, v3.0 concept, ( ) [Rapport] Natuurkwaliteit Ketenpartners DKN Werkwijze Monitoring en Beoordeling Natuurnetwerk en Natura 2000/PAS, v [Rapport] NUP Overheidsbrede visie op dienstverlening, ( [Rapport] P. Peursum M. Wekema, A. van Grunsven Interprovinciale Baseline Informatiebeveiliging, v1.0, CIBO [Rapport] P. van den Pol N. Naus Informatieanalyse informatievoorziening vegetatie- en habitatgegevens, v1.0 definitief ( ) [Rapport] P. van den Pol W. Blanken PSA Rekenmodule Natuurkwaliteit Natuurnetwerk, v2.0 ( ) [Rapport] Rutten K. Checklist Inbeheername, v0.7 concept ( ) [Rapport] Rutten K. Checklist Checklist Technische en Infrastructurele randvoorwaarden, v0.5 concept ( ) [Rapport] Rutten K. Checklist Checklist Technische en Infrastructurele randvoorwaarden, v0.5 concept ( ) [Rapport] Datum / 111

82 Bijlage B - Terminologie Begrip AERIUS Ambitiekaart Analysetool API Beheertypen Bedrijfsarchitectuur Beheertypenkaart Beoordelingsgebieden Beschikkingenkaart BIJ12 CMSi Definitie AERIUS is het rekeninstrument van de Programmatische Aanpak Stikstof. AERIUS ondersteunt vergunningverlening en ruimtelijke planvorming rond Natura 2000-gebieden en monitoring van de PAS. Aerius monitor is de rapportage tool van het PAS bureau. Kaart waarop de ambitie (het einddoel) van alle bestaande en nieuwe natuur is begrensd en getypeerd volgens de Index Natuur- en Landschap. In de tekst van het natuurbeheerplan wordt exact geformuleerd wanneer het einddoel moet zijn bereikt. In de Ambitiekaart wordt de provinciale ambitie opgenomen. De analysetool is de user-interface waarmee gebruikers na inloggen gestructureerd en stapsgewijs een (formele) beoordeling kunnen uitvoeren op basis van input van de analist. Een application programming interface (API) is een verzameling definities op basis waarvan een computerprogramma kan communiceren met een ander programma of onderdeel (meestal in de vorm van bibliotheken). De architectuur die betrekking heeft op de bedrijfsomgeving. De bedrijfsarchitectuur gaat over de structuur en de samenhang van producten, de processen waarmee die producten worden gemaakt en de organisatieonderdelen die deze processen uitvoeren. Een beheertype is de eenduidige beschrijving van de natuur, agrarische- en landschapstypen die zijn opgenomen in de 'Index Natuur en Landschap'. Kaart waarop alle bestaande en nieuwe natuur is begrensd en getypeerd volgens de Index Natuur- en Landschap. Deze kaart omvat in elk geval de gebieden in het Natuurnetwerk. Begrip uit de Werkwijze Natuurkwaliteit. Het door de provincies begrensde gebied waarover men periodiek een oordeel wil Hebben. Een Formeel beoordelingsgebied is de variant die als stabiele basis geldt voor de formele beoordeling. Gebieden waarvoor een subsidiebeschikking in het kader van de SVNL en/of SKNL is afgegeven. Dit gebied ligt binnen de begrenzing van het natuurbeheerplan van de provincie. BIJ12 is de uitvoeringsorganisatie voor de samenwerkende provincies en werkt behalve voor provincies ook voor het Rijk en andere partners in de Ketenarchitectuur Natuur. Het Conservation Management System international (CMS-I) wordt ontwikkeld door Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en De12Landschappen in een consortium met vooral Britse natuurorganisaties. Het biedt een systeem voor het beheer door TBO's van natuur en landschap, grond, gebouwen, recreatie en cultuurhistorie. Datum / 111

83 Begrip CDS CVD De-facto standaard Digitale Keten Natuur Dossier Formele, informele en adhoc beoordelingen GBO IMNa productmodel Natuurkwaliteit Index Natuur en Landschap Informatiearchitectuur Informatiemodel Natuur (IMNa) INSPIRE Definitie De Centrale Data- en Services omgeving is de door BIJ12 (GBO) beheerde centraal ingerichte voorziening waarmee veel provinciale geo-informatie servicegericht wordt ontsloten. Centrale VegetatieDatabank Standaarden die niet gecertificeerd is door een officieel standaardisatie instituut. Een de facto standaard ontstaat doordat er een voldoende grote kritische massa van gebruikers van een afspraak (specificatie, toepassingsprofiel of referentiemodel) is. In de Digitale Keten Natuur werken alle partners die verantwoordelijk zijn voor natuurin Nederland samen aan het gemeenschappelijk gebruik van de Nederlandse natuurdata. De Digitale Keten Natuur ondersteunt de (beleids)processen voor het gebruik en de toepassing van de natuurdata. Deze component is verantwoordelijk voor de opslag van de beoordelingsresultaten en aanvullende informatie (in dossiers). Een dossier bevat alle informatie die nodig is om een beoordeling opnieuw met exact dezelfde data uit te kunnen voeren. De status die aan een beoordeling kan worden gegeven. Deze is van belang voor de informatievraag die hiermee kan worden beantwoord. De status bepaald de wijze en achterliggende data waarop de beoordeling dient te worden uitgevoerd en hoe deze dient te worden gearchiveerd. De unit Gemeenschappelijke Beheer Organisatie Provincies (GBO-Provincies) is de gemeenschappelijke organisatie voor het beheer van landelijke informatiesystemen. GBO-Provincies fungeert als tussenpersoon voor provincies bij allerlei vraagstukken op het gebied van informatievoorziening en datamanagement. GBO is ondergebracht bij BIJ12. Domein Natuurkwaliteit binnen IMNa (Informatiemodel Natuur) waarin klassen zijn opgenomen voor de standaardisering en uitwisseling van data over natuurkwaliteit. De Index Natuur en Landschap is een gemeenschappelijke natuurtaal die de typen natuur, agrarische natuur en landschap in Nederland beschrijft. Door de index worden interpretatieverschillen tussen beheer en natuur-, landschapsen waterkwaliteitsdoelen voorkomen. De informatie-architectuur beschrijft de inhoudelijke relaties en samenhang tussen toepassingen en dataverzamelingen onderling. Hiermee worden de relaties met informatie en communicatie als bedrijfsmiddelen/productiefactoren van een organisatie inzichtelijk. IMNa: het Informatiemodel Natuur (IMNa) is ontwikkelt om binnen de Digitale Keten Natuur een centrale en soms bindende rol te spelen bij het uitwisselen van digitale informatie tussen ketenpartners in het domein Natuurbeheer, - en beleid en onderzoek en uitvoering (vergunningverlening). De wettelijke Europese richtlijn INSPIRE zorgt ervoor dat milieu gerelateerde geo-informatie van alle Europese lidstaten kunnen worden gevonden, bekeken en gedownload. Datum / 111

84 Begrip IPO Iteratio Ketenarchitectuur natuur Kwalificerende kenmerken Kwaliteitsmaatlat Kwaliteitsscore MDIAR pyramide Metadata Nationaal Natuurnetwerk (NNN) Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) Natura2000 Definitie Het InterProvinciaal Overleg orgaan dat zich met name richt op belangenbehartiging en beleidsontwikkeling voor de provincies. Rekentool voor de bepaling van abiotische standplaatsfactoren. Voor de gebieden waarvoor een vegetatiekartering is uitgevoerd conform de instructie, kan gebruik gemaakt worden van een programma dat de vegetatiekaart kan vertalen naar een kaart met standplaatscondities. Het programma heet ITERATIO en is ontwikkeld door Staatsbosbeheer en is beschikbaar gesteld aan provincies. Het biedt een vlakdekkend (waar gekarteerd) beeld van de situatie en dient te worden uitgevoerd door personen met ecologische kennis om de resultaten te kunnen duiden. De Ketenarchitectuur natuur is in dit document opgenomen als een referentiestuk, hoewel dit niet bestaat uit één vastgesteld document. De Ketenarchitectuur bestaat uit de IMNa documentatie, NDFF stukken en het architectuurkader van PNL. Stuk Batenburg in concept. Begrip uit de zowel VHR (Natura 2000) als de Werkwijze Monitoring en beoordeling Natuurkwaliteit NNN en Natura 2000/ PAS. en die samen bepalend zijn voor de beoordeling. Een kwalificerend kenmerk is in een kwaliteitsmaatlat beschreven en is gebaseerd op waargenomen waarden. De maatlat waarin exact en eenduidig de relatie is beschreven tussen waargenomen waarden, geïnterpreteerde kwalificerende kenmerken en de berekende beoordeling. De kwaliteitsmaatlatten bestaan uit rekenregels en codelijsten die door de rekenservices worden gebruikt om de gewenste analyses uit te kunnen voeren. Begrip uit de Werkwijze Monitoring en beoordeling Natuurkwaliteit NNN en Natua 2000/ PAS. Door de geïnventariseerde kwalificerende kenmerken langs een kwaliteitsmaatlat te leggen wordt kwaliteitscore berekend. Diagram dat de workflow van data en informatie beschrijft van monitoring, data, informatie, beoordeling tot aan rapportage. Metadata zijn data die de karakteristieken van bepaalde data beschrijven. Het zijn dus eigenlijk data over data. Het expliciet opslaan van metadata bij de data waar het betrekking op heeft, heeft als voordeel dat de data makkelijker gevonden kan worden en dat de potentiële gebruiker inzicht heeft in de kwaliteit en actualiteit ervan. Het Natuurnetwerk is een Nederlands netwerk (voorheen EHS) van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden en de omringende agrarische gebieden beter met elkaar verbinden. De provincies zijn verantwoordelijk voor de begrenzing en de ontwikkeling van dit natuurnetwerk. De NDFF is de compleetste natuurdatabank van Nederland waarmee online natuurinformatie kunnen worden opgevraagd en beheerd. De databank geeft informatie over waarnemingen van beschermde en zeldzame planten en dieren. In de NDFF zijn de data gevalideerd opgeslagen. Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden op het Datum / 111

85 Begrip Natuurbeheerplan SNL Natuurgebied Natuurterrein Natuurtypen NORA OGC Open standaard Opendata Definitie grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Dit netwerk vormt de hoeksteen van het beleid van de EU voor behoud en herstel van biodiversiteit. Natura 2000 is niet enkel ter bescherming van gebieden (habitats), maar draagt ook bij aan soortenbescherming. Provinciaal plandocument waarin op basis van een afgestemde ambitie Format NBP, Verordening de overeengekomen doelen op het gebied van (agrarisch) natuur- en landschapsbeheer zijn vastgelegd. Het bevat een beheertypekaart van de huidige situatie en een ambitiekaart met toekomstige te realiseren doelen. Het (aangepaste) provinciale beleidskader met een beschrijving van de te realiseren doelen en kwaliteiten, vormt een onderdeel van het Natuurbeheerplan. Een natuurgebied is een aangesloten gebied dat door (meerdere) terreinbeheerders beheerd wordt. Binnen de provincie gelegen grond met als hoofdfunctie natuur, die in het Natuurbeheerplan is begrensd voor subsidie natuurbeheer, alsmede gronden waarvoor een subsidie functieverandering is verstrekt als bedoeld in de provinciale Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap. Natuurtypen zijn bedoeld als sturingsinstrument op landelijk en regionaal niveau. Ze zijn beschreven in de Index Natuur en Landschap. De indeling is vooral gebaseerd op abiotische natuurcondities (waterhuishouding en voedselrijkdom). Natuurtypen kunnen worden gebruikt voor het afstemmen van afspraken over natuurbeheer, ruimtelijke ontwikkeling en milieu, zodat de nagestreefde natuurkwaliteit gerealiseerd kan worden. Naast Natuurtypen worden ook agrarische natuurtypen en landschapselementtypen onderscheiden. Nederlandse Overheid Referentie Architectuur. De NORA is een set van overheidsbrede afspraken. De NORA stelt overheden in staat te navigeren Op relevante afspraken. Zo kunnen overheden met elkaar samenwerken om tenminste eenzelfde niveau van dienstverlening te bieden als mensen gewend zijn van bijvoorbeeld web shops en digitale dienstverleners. Open Geospatial Consortium, Inc. (OGC) is een internationale organisatie zonder winstbejag, bestaande uit bedrijven, overheidsinstellingen en universiteiten, die de leiding heeft in de ontwikkeling van interoperabele standaarden voor georuimtelijke en plaatsgebonden diensten. Een open standaard (of norm) is publiekelijk beschikbaar. De specificaties van de standaard mogen vrij van licentierechten worden toegepast, gebruikt en gehanteerd. De term wordt vooral gebruikt bij hard- en software, omdat juist daar ook veel gesloten standaarden worden gebruikt, waarbij men voor de inzage van de specificaties, een licentie dient aan te vragen. Overheden en semi-overheden zijn verplicht de open standaarden, die op de lijst met 'pas toe of leg uit'-standaarden staan, bij aanschaf of (ver)bouw van ICT-systemen/- diensten te eisen ('pas toe'). Data die voldoet aan de eisen die door de overheid zijn gesteld voor publieke Datum / 111

86 Begrip Overall beoordeling PGO s Portaal Natuur en Landschap (PNL) Principe Programmatisch e Aanpak Stikstof (PAS) ProjectStart- Architectuur (PSA) Provinciale Referentie Architectuur (PETRA) Rekenmodule Natuurkwaliteit Natuurnetwerk (RNN) Rekenservices REST Definitie ontsluiting ervan. Opendata van de overheid wordt ontsloten in het opendata portaal van de Nederlandse overheid. De overall beoordeling is de uiteindelijke kwaliteitsklasse van een beheertype zoals binnen RNN berekend door de rekenservice Natuurkwaliteit. De Particuliere Databeherende Organistaties (PGO's) zijn elk gespecialiseerd in een groep dieren of planten. Zij beheren databanken met verspreidings- en ecologische data die door duizenden vrijwilligers verzameld zijn. Zij werken daarbij samen met overheden, terreinbeheerders en wetenschappelijke instellingen in binnen- en buitenland. Het Portaal Natuur en Landschap is de website waar (beleids)informatie over natuur en landschap in Nederland wordt ontsloten. Op het portaal wordt beleids-, kennis- en praktijkinformatie over natuur en landschap beschikbaar gesteld. een richtinggevende uitspraak over de wijze waarop de gewenste bedrijfsinrichting kan worden bereikt óf een uitspraak over de gewenste bedrijfsinrichting zelf. Een principe gaat verder dan een uitgangspunt of voorschrift en beschrijft het werkelijk handelen en de implicatie ervan. In de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) werken overheden en maatschappelijke partners samen om de stikstofuitstoot te verminderen, de natuurkwaliteit te verbeteren en daarmee ook economische ontwikkelingen mogelijk te maken. Voor de uitvoering van het programma is een PAS bureau opgericht. Het PAS bureau is ondergebracht bij BIJ12. Een Project StartArchitectuur (PSA) is een projectdocument dat als hulpmiddel Bij een project wordt ingezet om veranderingen te faciliteren. De PSA richt zich daarbij op kaders die op een project van toepassing zijn en de impact van deze kaders op de beoogde verandering. De PSA is een belichaming van daadwerkelijk werken onder architectuur. De PSA maakt concreet wat architectuur voor een project betekent. De PETRA (Provinciale Referentie Architectuur) is het Enterprise architectuurkader van de gezamenlijke provincies. PETRA is een uitwerking van de NORA op provinciaal niveau. Overkoepelende term voor het totaal aan systeemontwikkeling dat noodzakelijk is voor de in de PSA beschreven automatisering van de bepaling van de natuurkwaliteit NNN conform de Werkwijze Beoordeling en monitoring Natuurkwaliteit NNN en Natura 2000/ PAS. Systeemcomponenten binnen RNN die een afgebakende functie hebben. Er zijn twee typen rekenservices. Rekenservices voor het leveren van Kwalificerende kenmerken en Rekenservice Natuurkwaliteit die kwaliteitsscores per kwaliteitsaspect kan berekenen en de overall score van een beheertype. REST staat voor Representational State Transfer. Het is een manier om webservices te creëren op basis van de bestaande en veelal eenvoudige Datum / 111

87 Begrip SNL SNL applicatie en SNL Toolkit SOVON Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) Technische architectuur Terreinbeheerde rs (TBO, PBO) Vegetatiekartering VHR (Vogel- en Habitatrichtlijn) Werkwijze Monitoring en Beoordeling Natuurnetwerk Definitie bouwstenen van het internet. Subsidiestelsel Natuur en Landschap. De SNL-applicatie biedt functionaliteit voor processen binnen het Subsidiestelsel Natuur en Landschap. Deze applicatie die in beheer is bij BIJ12 beschikt inmiddels over diverse functionele componenten waarmee datasets kunnen worden geupload, gevalideerd, aangepast, samengevoegd, gearchiveerd en ontsloten. Belangrijkste data die via de SNL applicatie wordt beheerd zijn de Natuurbeheerplannen (Beheertypenkaarten). Een ander deel van de SNL-applicatie bestaat uit een voorziening die agrarische collectieven in staat stelt om collectieve beheerplannen in te tekenen. Deze laatste voorziening wordt ook wel SNL Toolkit genoemd. Sovon Vogelonderzoek Nederland is de belangrijkste Particuliere Databeherende Organisatie (PGO) voor de ornithologie in Nederland. Zij organiseert en coördineert vogelonderzoek op landelijk niveau volgens gestandaardiseerde, wetenschappelijke criteria en stimuleert de deelname hieraan door zo veel mogelijk vrijwilligers. En zij zijn mede opsteller van de VR rapportage (maken onderdeel uit van het WOT in team). Nederland is rijk aan waardevolle natuur- en cultuurlandschappen en heeft veel natuurgebieden die waardevol zijn voor natuur en landschap. De provincies willen de natuurwaarden in deze gebieden graag behouden en verder ontwikkelen. Daarom verlenen zij subsidie hiervoor via het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). De technische architectuur vormt het kader voor de technische infrastructuur van de organisatie: de hardware waarop de informatievoorziening draait, veelal opgenomen in een netwerk en de software waardoor applicaties met elkaar kunnen samenwerken (de zogenaamde middleware). Terreinbeheerders beheren natuurgebieden. Dit kunnen zowel organisaties zijn zoals Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer (TBO's) als particulieren (PBO's). Een vegetatiekartering is de ruimtelijke weergave (kaart) van de ligging van afgebakende vegetaties. Deze vegetaties kunnen worden weergegeven wanneer er een lokale typologie is opgesteld. De Vogelrichtlijn is een EU richtlijn die tot doel heeft om alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het grondge bied van de Europese Unie te beschermen, inclusief en in het bijzonder de leefgebieden van kwetsbare en bedreigde soorten. De Habitatrichtlijn is een EU-richtlijn die als doel heeft de biodiversiteit in de Europese Unie in stand te houden door het beschermen van natuurlijke en halfnatuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. Met de Ketenpartners vastgesteld document waarin het volledige proces is beschreven van het monitoren en beoordelen van natuurkwaliteit zowel voor het Natuurnetwerk als Natura2000/PAS gebieden. Datum / 111

88 Begrip en Natura 2000/PAS Definitie XML Extensible Markup Language (XML) is een standaard van het World Wide Web Consortium voor de syntaxis van formele opmaaktalen waarmee men gestructureerde data kan weergeven in de vorm van platte tekst. Deze presentatie is zowel machineleesbaar als leesbaar voor de mens. Het XMLformaat wordt gebruikt om data op te slaan (zoals in het OpenDocumentformaat) en om data over het internet te versturen (zoals in AJAX). WOT in team (Altera) heeft de opdracht vanuit EZ om de EU rapportages te trekken en op te stellen. Het WOT in is ondergebracht bij Alterra en werkt veel samen met de PGO s. Datum / 111

89 Bijlage C Archimate ArchiMate is een open en onafhankelijke beschrijvingstaal voor enterprise-architecturen. De taal wordt ondersteund door diverse modelleerhulpmiddelen voor IT-architectuur van verschillende leveranciers. De taal is gebaseerd op IEEE-standaard ArchiMate is ontwikkeld door een samenwerkingsverband van verschillende Nederlandse organisaties uit de publieke en private sfeer. Novay, Ordina, Radboud Universiteit Nijmegen, het Leiden Institute for Advanced Computer Science (LIACS) en het Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) waren verantwoordelijk voor het initiële onderzoek. Sinds 2008 wordt ArchiMate als open standaard ondersteund en beheerd door The Open Group ( Archimate versie 2.1 is toegepast in deze PSA. Onderstaand figuur toont de Archimate 2.1 Core Components Daarnaast onderkend Archimate verschillende typen relaties tussen de genoemde objecten (zie volgende pagina). Datum / 111

90 Datum / 111

91 Bijlage D Standaarden Forum Standaardisatie Overzicht lijst relevante standaarden voor CVD (bron Forum Standaardisatie). Verkorte Volledige naam Versie Beheer-organisatie naam AES Advanced Encryption FIPS 197 NIST Standard ArchiMate ArchiMate The Open Group BPMN Business Process Model and Notation 2.0 Object Management Group CMIS Content Management Interoperability Services 1.0 OASIS CSS Cascading Style Sheets 2.1 W3C Datum en tijd Data elements and ISO ISO interchange formats -- Information interchange -- Representation of dates and times 8601:2004 Digikoppeling Digikoppeling 3.0 Logius DNSSEC ebms en WUS conform OSB (nu: Digikoppeling) eherkenning overheidskop pelvlak ETSI TS Domain Name System Security Extensions ebms en WUS zoals nader gespecificeerd binnen de OSB (nu: Digikoppeling) eherkenning overheidskoppelvlak Electronic Signatures and Infrastructures (ESI); Algorithms and Parameters for Secure Electronic Signatures; Part 1: Hash functions and asymmetric algorithms RFC4033, IETF RFC4034, RFC4035 en overig 1.0 Logius 1.4 Logius ETSI TS V2.0.0 ( ) ETSI FTP File Transfer Protocol okt-85 IETF Genericode Genericode 1.0 OASIS Geostandaarden Geo-standaarden Zie onder toelichting Geonovum Datum / 111

92 HTML HyperText Markup Language 4.01 W3C HTTP Hypertext Transfer Protocol 1.1 IETF HTTPS HTTP over TLS mei-00 IETF IMAP Internet Message Access 4, revisie 1 IETF Protocol IPsec Security Architecture for the IETF Internet Protocol IPv6 en IPv4 Internet Protocol version 6 6 en 4 IETF Internet Protocol version 4 JSON JavaScript Object Notation RFC 4627, IETF juli 2006 LDAP Lightweight Directory Access 3 IETF Protocol MIME Multipurpose Internet Mail Extensions RFC 2045 IETF MTOM NEN-ISO/IEC NEN-ISO/IEC SOAP Message Transmission Optimization Mechanism (MTOM) NEN-ISO/IEC 27001:2013 Code voor informatiebeveiliging MTOM W3C januari 2005, (voor SOAP versie 1.2) NEN-ISO/IEC NEN 27001:2013 nl NEN-ISO/IEC NEN 27002:2007 nl NEN-ISO/IEC NEN 27002: Ministerie van Binnenlandse Zaken 2.0 Open Archives Initiative NEN-ISO/IEC NEN-ISO/IEC versie 2013 NORA Nederlandse Overheid Referentie Architectuur OAI-PMH Open Archives Initiative Protocol for Metadata Harvesting ODF 1.0 Open Document Format for ISO/IEC OASIS Office Applications 26300:2006 (OpenDocument) v1.0 ODF 1.2 Open Document Format 1.2 OASIS OOXML Office Open XML ISO/IEC ISO versie 1 OWMS Overheid.nl Web Metadata Standaard 4.0 Werkmaatschappij-KOOP Datum / 111

93 PDF 1.7 Document management -- Portable document format -- Part 1: PDF 1.7 PDF/A-1 Documentbeheer - Elektronische bestandsformaat document voor langdurige bescherming - Gebruik van PDF 1.4 (PDF/A-1) PDF/A-2 Document management â Electronic document file format for long-term preservation â Part 2: Use of ISO (PDF/A) PKIoverheid PKIoverheid PvE deel 3a Certificate Policy - Domeinen Overheid/Bedrijven en OrganisatiePKIoverheid PvE deel 3b Certificate Policy - Services Bijlage bij CP Domeinen Overheid/Bedrijven en OrganisatiePKIoverheid PvE deel 3c Certificate Policy - Domein BurgerPKIoverheid PvE deel 3d Certificate Policy - Domein Autonome Apparaten ISO :2008 NEN-ISO :2005 en ISO ISO NEN ISO 2.0 Logius POP3 Post Office Protocol versie 3 3 IETF RDF Resource Description Versie 1, 10 W3C Framework februari 2004 RDFa Resource Description Framework through Attributes 1.1 W3C Richtlijn Metadata Overheidsinformatie Samenwerken de Catalogi SAML Richtlijn Metadata Overheidsinformatie Samenwerkende Catalogi 2.1 ICTU Security Assertion Markup Language (SAML) SHA-2 Secure Hash Algorithm 2 ISO/IEC : Ministerie van Binnenlandse Zaken 2.0 OASIS ISO/IEC Datum / 111

94 SKOS Simple Knowledge Organization System W3C Recommend ation 18 August 2009 W3C SLD Styles Layer Descriptor 1.0 Opengeospatial Consortium SMTP Simple Mail Transfer Protocol okt-08 IETF SOAP Simple Object Access Protocol 1.2 W3C SQL Structured Query Language 2008 ISO StUF TCP/IP TLS Standaard Uitwisselings Formaat Transmission Control Protocol / Internetprotocol Transport Layer Security Protocol Version Meest recente versie December 1974 / September , 1.1 en 1.0 (zie toelichting)â VNG/KING IETF IETF UDDI Universal Description OASIS Discovery Integration UDP User Datagram Protocol (UDP) aug-80 IETF / Internet Protocol (IP) URI Uniform Resource Identifier aug-98 IETF URL Uniform Resource Locator nov-99 IETF URN Uniform Resource Names mei-97 IETF UTF-8 8-bit Unicode Transformation nov-03 IETF Format Webrichtlijne Webrichtlijnen 2 Logius n Widgets Packaged Web Apps 2.0 W3C WSDL Web Services Description 1.1 W3C Language (WSDL) WS-Policy Web Services Policy 1.5 W3C Framework WSRP Web Services for Remote 2.0 OASIS Portlets (WSRP) WSRP Web Services for Remote 2.0 OASIS (verwijderverz oek) Portlets (WSRP) WS-Security Web Services Security 1.1 OASIS Datum / 111

95 X509 XACML Internet X.509 Public Key Infrastructure Certificate and Certificate Revocation List (CRL) Profile) extensible Access Control Markup Language RFC6818 en update van RFC5280 IETF 2.0 OASIS XForms XForms 1.1 W3C XML XML 1.0 W3C XSLT Extensible Stylesheet Language Transformations 1.0 W3C Datum / 111

96 Bijlage E MDIAR Schema s De in deze bijlage genoemde MDIAR schema s hebben als basis gediend voor de ontwikkeling van de archimate modellen in deze PSA. Derogatie Datum / 111

97 HR-HT HR-SPP Datum / 111

98 SDF TBO Datum / 111

99 VR VRN Datum / 111

100 Bijlage F SOLL en Uitvoering schemas SOLL Datum / 111

101 Uitvoeringschema Datum / 111

102 Bijlage G Informatie Natuurrapportages Datum / 111

Projectstartarchitectuur Voortgangsrapportage natuur

Projectstartarchitectuur Voortgangsrapportage natuur Projectstartarchitectuur Voortgangsrapportage natuur Managementsamenvatting en Beslisnotitie Wim Blanken 8 april 2014 Vastgesteld door: de Ambtelijke Adviescommissie Vitaal Platteland op 24 april 2014

Nadere informatie

Informatiemodel Natuur

Informatiemodel Natuur Informatiemodel Natuur Visiedocument Informatie-uitwisseling tussen mensen en systemen in de natuurketen Concept > Doelstelling > Uitleg > Gebruik > Besturing > Beheer Eén natuur taal, een keten van natuurpartners

Nadere informatie

Perspectief op de Toekomst van de NDFF. Erik Lubberink (IPO) 19 juni 2013

Perspectief op de Toekomst van de NDFF. Erik Lubberink (IPO) 19 juni 2013 Perspectief op de Toekomst van de NDFF Erik Lubberink (IPO) 19 juni 2013 Taskforce Toekomst NDFF Deelnemers: IPO, EZ, UvW, PGO s en NM (later VNG en RWS) Opdracht: maak een voorstel voor de positionering

Nadere informatie

DKN Foundation cursus

DKN Foundation cursus DKN Foundation cursus Samenwerken in een keten van overheid, private en publieke organisaties Peter van den Pol Geodan IT Vandaag in cursus deel 1 Ketensamenwerking Digitale Keten Natuur Digitale Keten

Nadere informatie

Presentatie NORA/MARIJ

Presentatie NORA/MARIJ Presentatie NORA/MARIJ 6 november 2009 Peter Bergman Adviseur Architectuur ICTU RENOIR RENOIR = REgie NuP Ondersteuning Implementatie en Realisatie Overzicht presentatie Families van (referentie-)architecturen

Nadere informatie

TROWA. Visie en scope Informatiemodel Waterschapsverordening. Datum : : 2.0, definitief

TROWA. Visie en scope Informatiemodel Waterschapsverordening. Datum : : 2.0, definitief TROWA Visie en scope Informatiemodel Waterschapsverordening Datum : 0-02-209 Versie : 2.0, definitief Documenthistorie Datum Versie Beschrijving 29--208 0. Initiële versie 07-2-208 0.2 Aangevulde/gecorrigeerde

Nadere informatie

Functioneel ontwerp Centrale Vegetatiedatabank (CVD)

Functioneel ontwerp Centrale Vegetatiedatabank (CVD) Functioneel ontwerp Centrale Vegetatiedatabank (CVD) Erik van der Zee Peter van den Pol Nick Naus 19 februari 2016 Functioneel Ontwerp - Centrale Vegetatiedatabank Je bouwt toch ook geen huis zonder een

Nadere informatie

DATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING

DATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING DATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm ArchiMate data- & applicatiemodellering beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding

Nadere informatie

Canonieke Data Modellering op basis van ArchiMate. Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans

Canonieke Data Modellering op basis van ArchiMate. Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans Canonieke Data Modellering op basis van ArchiMate Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans Abstract Modelleren op basis van de open standard ArchiMate is een goed uitgangspunt voor

Nadere informatie

Technische architectuur Beschrijving

Technische architectuur Beschrijving A gemeente Eindhoven Technische architectuur Beschrijving Specificatiecriteria Versie 1.1 A. van Loenen Technisch Beleidsadviseur B&E 21-Sep-2011 avl/fd11027578 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Realisatie

Nadere informatie

Onderdelen module 3 (gesplitst in delen 1 en 2)

Onderdelen module 3 (gesplitst in delen 1 en 2) Onderdelen module 3 (gesplitst in delen 1 en 2) Deel 1 1. Prelude 8 13 2. Achtergrond en Context MARIJ (leerdoel 3; duur 1-2 uur) 14-25 3. Eén architectuur voor de Rijksdienst (leerdoel 3; duur 1 uur)

Nadere informatie

Kickstart Architectuur. Een start maken met architectuur op basis van best practices. Agile/ TOGAF/ ArchiMate

Kickstart Architectuur. Een start maken met architectuur op basis van best practices. Agile/ TOGAF/ ArchiMate Kickstart Architectuur Een start maken met architectuur op basis van best practices. Agile/ TOGAF/ ArchiMate Context schets Net als met andere capabilities in een organisatie, is architectuur een balans

Nadere informatie

BIJ12. Meerjarenagenda 2015-2018 & Jaarplan 2015 Versie 0.6 (10 juli 2016)

BIJ12. Meerjarenagenda 2015-2018 & Jaarplan 2015 Versie 0.6 (10 juli 2016) BIJ12 Meerjarenagenda 2015-2018 & Jaarplan 2015 Versie 0.6 (10 juli 2016) 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord 1.2 Opzet gecombineerde Meerjarenagenda & Jaarplan Pagina 2 Thema s 2.1 Natuurinformatie

Nadere informatie

DATAMODELLERING ARCHIMATE DATAMODELLERING

DATAMODELLERING ARCHIMATE DATAMODELLERING DATAMODELLERING ARCHIMATE DATAMODELLERING Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm ArchiMate datamodellering beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen.

Nadere informatie

Geo-informatie is dood Leve geo-informatie!

Geo-informatie is dood Leve geo-informatie! Geo-informatie is dood Leve geo-informatie! Geo aspecten van NORA Ron Bloksma, namens Geonovum ron.bloksma@grontmij.nl NORA Wie kent NORA 2.0? Nederlandse Overheid Referentie Architectuur eoverheid & 1Overheid

Nadere informatie

Eindbeeld en uitvoeringsplan Monitoring en Informatievoorziening Natuurrapportages

Eindbeeld en uitvoeringsplan Monitoring en Informatievoorziening Natuurrapportages Eindbeeld en uitvoeringsplan Monitoring en Informatievoorziening Natuurrapportages Colofon Document informatie Titel Auteurs Versie 3 Status Uitvoeringsplan Samenhangend Eindbeeld Monitoring en Informatievoorziening

Nadere informatie

DATAMODELLERING SIPOC

DATAMODELLERING SIPOC DATAMODELLERING SIPOC Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm Sipoc beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil je een beeld krijgen van

Nadere informatie

IMNa wijzigingsprotocol

IMNa wijzigingsprotocol IMNa wijzigingsprotocol Nick Naus, Geodan Versie 10-03-2017 Inhoud Inleiding Versiebeheer Wijzigingsprotocol Voorbeelden wijzigingsverzoeken Releasemanagement Inleiding Doel: Dit document beschrijft het

Nadere informatie

DATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL

DATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL DATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm basis UML klassemodel beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen.

Nadere informatie

Hieronder staat een voorstel voor het kennismodel voor de vernieuwde EAR wiki.

Hieronder staat een voorstel voor het kennismodel voor de vernieuwde EAR wiki. Kennismodel EAR wiki Het doel is een rijksbrede informatie-infrastructuur: De kaders en de generieke diensten en producten op het terrein van informatievoorziening en ICT die worden aangeboden aan organisaties

Nadere informatie

CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties

CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties Hoe zorgen we ervoor dat we nieuwe diensten en producten soepel in onze bedrijfsvoering op kunnen nemen? Hoe geven we betere invulling

Nadere informatie

Projectstartarchitectuur Voortgangsrapportage natuur

Projectstartarchitectuur Voortgangsrapportage natuur Projectstartarchitectuur Voortgangsrapportage natuur Wim Blanken 31 maart 2014 Vastgesteld door: de Ambtelijke Adviescommissie Vitaal Platteland op 24 april 2014 Projectstartarchitectuur - Voortgangsrapportage

Nadere informatie

15 mei Inspire richtlijn van kracht

15 mei Inspire richtlijn van kracht Er is er één jarig! 15 mei 2007 Inspire richtlijn van kracht Wat regelt INSPIRE INSPIRE mijlpalen 15/5/2009 INSPIRE wet 3/12/2010 Metadata van annex I en II 9/11/2011 Discovery en view services voor annex

Nadere informatie

Kickstart-aanpak. Een start maken met architectuur op basis van best practices.

Kickstart-aanpak. Een start maken met architectuur op basis van best practices. Kickstart-aanpak Een start maken met architectuur op basis van best practices. www.theunitcompany.com Kickstart-aanpak Soms is net dat extra duwtje in de rug nodig om te komen waar je wilt zijn. In onze

Nadere informatie

Security (in) architectuur

Security (in) architectuur Security (in) architectuur ISC2 chapter Netherlands Donderdag 21 november 2013 Ing Renato Kuiper, CISSP, CISA, TOGAF, CSF Logo Klant Focus op: Security, risicomanagement, IAM, Cloud en architectuur Vanuit

Nadere informatie

Bouwblokken Kantoor. Bouwblokken voor de versnelling van ontwikkeling van IV-ondersteuning voor kantoorprocessen

Bouwblokken Kantoor. Bouwblokken voor de versnelling van ontwikkeling van IV-ondersteuning voor kantoorprocessen Bouwblokken Kantoor Bouwblokken voor de versnelling van ontwikkeling van IV-ondersteuning voor kantoorprocessen NORA Gebruikersraad 3 februari 2015 Victor Akkersdijk Vraag van B/CAO: Welke bouwblokken?

Nadere informatie

Uitbreiding van UM Aquo cluster metingen, toevoegen optioneel attribuut Identificatie waarnemingssoort aan klasse WaardeReeks MIDDELGROOT

Uitbreiding van UM Aquo cluster metingen, toevoegen optioneel attribuut Identificatie waarnemingssoort aan klasse WaardeReeks MIDDELGROOT Uitbreiding van UM Aquo cluster metingen, toevoegen optioneel attribuut Identificatie waarnemingssoort aan klasse WaardeReeks algemeen onderdeel: Publicatiedatum 1 mei 2012 UM Aquo - metingen Status concept

Nadere informatie

AERIUS: Rekeninstrument voor de PAS

AERIUS: Rekeninstrument voor de PAS AERIUS: Rekeninstrument voor de PAS Hoe bouw je als Rijksoverheid een succesvol rekeninstrument voor de wet Programmatische Aanpas Stikstof PAS? Hilbrand Bouwkamp Lead Developer AERIUS 1 PAS en AERIUS

Nadere informatie

Rekenmodule Natuurkwaliteit NNN Gebruikersdag: Minimal Viable Product (MVP)

Rekenmodule Natuurkwaliteit NNN Gebruikersdag: Minimal Viable Product (MVP) Rekenmodule Natuurkwaliteit NNN Gebruikersdag: Minimal Viable Product (MVP) Datum: 27 oktober 2016 Tijd: 10:00 14:00 Locatie: Antropia, Driebergen-Zeist Programma Tijd Onderdeel 10:00 10:15 Welkom en overhandigen

Nadere informatie

Advies voor het verwijderen van Dimensions v1.0 van de pas toe of leg uit lijst en het wijzigen van het functioneel toepassingsgebied van XBRL v2.

Advies voor het verwijderen van Dimensions v1.0 van de pas toe of leg uit lijst en het wijzigen van het functioneel toepassingsgebied van XBRL v2. Forum Standaardisatie Advies voor het verwijderen van Dimensions v1.0 van de pas toe of leg uit lijst en het wijzigen van het functioneel toepassingsgebied van XBRL v2.1 Concept ter openbare consultatie

Nadere informatie

De beheerrisico s van architectuur

De beheerrisico s van architectuur De beheerrisico s van architectuur Een overzicht van de ArChimate Risico Extensie versie 0.2 Bert Dingemans Inleiding Het implementeren van een (enterprise) architectuur brengt altijd risico s met zich

Nadere informatie

Business case Digikoppeling

Business case Digikoppeling Business case Digikoppeling Versie 1.0 Datum 02/06/2014 Status Definitief Van toepassing op Digikoppeling versies: 1.0, 1.1, 2.0, 3.0 Colofon Logius Servicecentrum: Postbus 96810 2509 JE Den Haag t. 0900

Nadere informatie

Gemeentelijke applicaties Omgevingswet en DSO

Gemeentelijke applicaties Omgevingswet en DSO Gemeentelijke applicaties Omgevingswet en DSO Provero, 29 mei 2018 Bas Hoondert Han Wammes VNG Realisatie Onderwerpen 1. Processen als vertrekpunt 2. Gemeentelijke processen en Digitaal Stelsel Omgevingswet

Nadere informatie

Project Start Architectuur (PSA)

Project Start Architectuur (PSA) Project Start Architectuur (PSA) InterActory Architectuur Service Orientatie versie 0.2 Bert Dingemans Administratieve pagina Wijzigingshistorie Versie Datum Auteur Reden wijziging 0.1 Maart 2012 Bert

Nadere informatie

Foto plaatsen. Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) Samenhang en koppelvlakken (architectuur) Victorine Binkhorst Programma DSO Lead architect

Foto plaatsen. Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) Samenhang en koppelvlakken (architectuur) Victorine Binkhorst Programma DSO Lead architect Foto plaatsen Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) Samenhang en koppelvlakken (architectuur) Victorine Binkhorst Programma DSO Lead architect Kern Omgevingswet: ondersteund met een digitaal stelsel Waarschijnlijk

Nadere informatie

Businesscase. Dit document is een sjabloon voor een businesscase rond sourcing en is gebaseerd op artikelen uit het blad Informatie Magazine.

Businesscase. Dit document is een sjabloon voor een businesscase rond sourcing en is gebaseerd op artikelen uit het blad Informatie Magazine. Businesscase Dit document is een sjabloon voor een businesscase rond sourcing en is gebaseerd op artikelen uit het blad Informatie Magazine. Colofon Datum 14 oktober 2010 Referentie Auteur BusinessCase

Nadere informatie

Architectuur bij DNB. Voor NORA gebruikersraad. Martin van den Berg, Gert Eijkelboom, 13 maart 2018

Architectuur bij DNB. Voor NORA gebruikersraad. Martin van den Berg, Gert Eijkelboom, 13 maart 2018 Architectuur bij DNB Voor NORA gebruikersraad Martin van den Berg, Gert Eijkelboom, 13 maart 2018 Agenda 1. Algemeen DNB Informatievoorziening en ICT bij DNB Architectuurfunctie 2. RANBA Wat is RANBA Hoe

Nadere informatie

Aan de slag met de informatievoorziening voor de Omgevingswet: hoe een nulmeting uit te voeren?

Aan de slag met de informatievoorziening voor de Omgevingswet: hoe een nulmeting uit te voeren? Aan de slag met de informatievoorziening voor de Omgevingswet: hoe een nulmeting uit te 1. DE OMGEVINGSWET EN DE NULMETING U wilt aan de slag met de nulmeting op de informatievoorziening voor de Omgevingswet?

Nadere informatie

Informatiesessie IMNa - Natuurontwikkeling. Nick Naus 27 maart 2014

Informatiesessie IMNa - Natuurontwikkeling. Nick Naus 27 maart 2014 Informatiesessie IMNa - Natuurontwikkeling Nick Naus 27 maart 2014 Inhoud > Inleiding en context > Uitgangspunten IMNa > Materiele levensduur-en historie object > Identificatie > IMNa Natuurontwikkeling

Nadere informatie

ICT Beheermodel informatiesystemen Drechtsteden Baseline inrichting ICT beheermodel Drechtsteden

ICT Beheermodel informatiesystemen Drechtsteden Baseline inrichting ICT beheermodel Drechtsteden Drechtsteden Technische Architectuur (DTA) ICT Beheermodel informatiesystemen Drechtsteden Baseline inrichting ICT beheermodel Drechtsteden Status : Definitief 1.0 Redactie : DTA Datum : 29-08-2007 1 Versiebeheer

Nadere informatie

Visie op Digitaal Zaakgericht werken

Visie op Digitaal Zaakgericht werken Visie op Digitaal Zaakgericht werken Aanleiding om digitaal zaakgericht te gaan werken Digitaal Zaakgericht werken is een belangrijke ontwikkeling die al geruime tijd speelt binnen de overheid, en bij

Nadere informatie

28 september 2017 PON Outsourcing Kenniscongres

28 september 2017 PON Outsourcing Kenniscongres Blockchain @Halt 28 september 2017 PON Outsourcing Kenniscongres Voorstellen Marcel Ensing www.marcelensing.nl Verandermanagement van business en ICT Programmamanager bij Halt; reorganisatie ICT Inrichten

Nadere informatie

Sjabloon Project Start Architectuur (PSA), versie 0.1

Sjabloon Project Start Architectuur (PSA), versie 0.1 Sjabloon Project Start Architectuur (PSA), versie 0.1 Doelstelling document Een PSA (Project Start Architectuur) is bedoeld om te borgen dat nieuwe ontwikkelingen en veranderingen in samenhang worden gerealiseerd

Nadere informatie

Benny Prij. NAF Insight 6 juli 2009

Benny Prij. NAF Insight 6 juli 2009 Architectuurprincipes bij TKP Benny Prij NAF Insight 6 juli 2009 1 Agenda Over TKP Diensten Bedrijfsfuncties Architectuurprincipes bij TKP Enterprise-architectuurprincipes Referentie-architectuurprincipes

Nadere informatie

Resultaten gesprekssessie 1 Elektronische Productinformatie

Resultaten gesprekssessie 1 Elektronische Productinformatie Resultaten gesprekssessie 1 Elektronische Productinformatie De gesprekssessie werd geopend met een korte inleiding over het onderwerp Elektronische productinformatie. Hierin werd onder andere geïllustreerd

Nadere informatie

Archivering en de Omgevingswet. Archiefinnovatie decentrale overheden Nieuwegein 7 april 2016

Archivering en de Omgevingswet. Archiefinnovatie decentrale overheden Nieuwegein 7 april 2016 Archivering en de Omgevingswet Archiefinnovatie decentrale overheden Nieuwegein 7 april 2016 Wim van Oekel, 07.04.2016 Onderwerpen Omgevingswet (Ow) Doelen en Inhoud Stand van zaken Digitaal Stelsel Omgevingswet

Nadere informatie

BISL Business Information Services Library. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V.

BISL Business Information Services Library. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V. BISL Business Information Services Library Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 9 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2

Nadere informatie

BRP-BZM Use Case Realisations Guidelines

BRP-BZM Use Case Realisations Guidelines BRP-BZM Use Case Realisations Guidelines Versie 2.0 02-09-2011 Definitief Versiehistorie Datum Versie Auteur 23-12-2010 0.1 Eerste versie R.F. Schaaf 04-01-2011 1.0 Feedback verwerkt R. Schaaf en D. Geluk

Nadere informatie

De complete oplossing voor uw kadastrale informatievoorziening.

De complete oplossing voor uw kadastrale informatievoorziening. De complete oplossing voor uw kadastrale informatievoorziening. Foto: Mugmedia Het Kadaster gaat de levering van kadastrale informatie ingrijpend vernieuwen. Het huidige proces van verwerken van kadastrale

Nadere informatie

CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA MODERNISERING GBA

CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA MODERNISERING GBA BIJLAGE CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA MODERNISERING GBA De documenten waarnaar wordt verwezen zijn opgesteld met inachtneming van de kabinetsrichtlijnen voor grote ICT-projecten.

Nadere informatie

Er valt veel te zeggen over enterprise architectuur. Dit document wil een deel van het onderwerp aansnijden vanuit twee motto s: Begrippen...

Er valt veel te zeggen over enterprise architectuur. Dit document wil een deel van het onderwerp aansnijden vanuit twee motto s: Begrippen... Duurzame architectuur met draagvlak Hans Admiraal 2 november 2018 Er valt veel te zeggen over enterprise architectuur. Dit document wil een deel van het onderwerp aansnijden vanuit twee motto s: Focus

Nadere informatie

Informatievoorziening ANLb

Informatievoorziening ANLb Informatievoorziening ANLb SNL Campus, 26 januari 2017 Jesse Dijkman deelprojectleider Natuurbeheerplannen Een greep uit de huidige praktijk Natuurbeheerplannen: fouten en problemen uploadproces door gebrekkige

Nadere informatie

Digitale Duurzaamheid & Enterprise Architectuur

Digitale Duurzaamheid & Enterprise Architectuur Digitale Duurzaamheid & Enterprise Architectuur Dr. Raymond Slot Lector Enterprise Architectuur Hogeschool Utrecht 9 November 2015 Lectoraat Architectuur voor Digitale Informatie Systemen Opleidingen Master

Nadere informatie

Projectplan. Kernregistratie Medewerkers en inowit

Projectplan. Kernregistratie Medewerkers en inowit Projectplan Kernregistratie Medewerkers en inowit Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (Josien Oosterhoff) Veiligheidsregio Haaglanden (Marieke van den Berg) NetAge AG5 28 augustus 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Doorontwikkeling GEMMA-architectuur en Softwarecatalogus. Dirk Moree, KING VIAG themadag

Doorontwikkeling GEMMA-architectuur en Softwarecatalogus. Dirk Moree, KING VIAG themadag Doorontwikkeling GEMMA-architectuur en Dirk Moree, KING VIAG themadag 16-12-2016 Agenda 1. Werken onder architectuur 2. Instrumentarium KING 3. en architectuur-tools 4. Migratie GEMMA 1 GEMMA 2 2 GEMMA-architectuur

Nadere informatie

DATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL

DATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL DATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm data mapping model beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil

Nadere informatie

Reactie in kader van consultatie StUF. Geachte lezer, Hierbij onze reactie op de consultatieprocedure StUF

Reactie in kader van consultatie StUF. Geachte lezer, Hierbij onze reactie op de consultatieprocedure StUF Reactie in kader van consultatie StUF Geachte lezer, Hierbij onze reactie op de consultatieprocedure StUF 1. In de beschrijving wordt niet ingegaan op de huidige situatie dat met de 'uitrol' van het stelsel

Nadere informatie

Data Governance van visie naar implementatie

Data Governance van visie naar implementatie make connections share ideas be inspired Data Governance van visie naar implementatie Frank Dietvorst (PW Consulting) deelprogrammamanager Caesar - Vernieuwing Applicatie Landschap Leendert Paape (SAS

Nadere informatie

Enterprise Architectuur PDOK

Enterprise Architectuur PDOK Enterprise Architectuur PDOK (Aanvulling op bestaande PSA) Auteurs Pieter Meijer (Programmamanager PDOK) Juan Guillen Scholten (Enterprise architect PDOK) Stephen Oostenbrink (Enterprise architect) Versie

Nadere informatie

Versiebeheer istandaarden

Versiebeheer istandaarden Versiebeheer istandaarden Datum 4 juli 2019 Status Definitief Versienummer 1.0 Volgnummer intern 2019016948 Afdeling Team Contact Informatiemanagement istandaarden info@istandaarden.nl Versies: Versie

Nadere informatie

Technisch Ontwerp W e b s i t e W O S I

Technisch Ontwerp W e b s i t e W O S I Technisch Ontwerp W e b s i t e W O S I WOSI Ruud Jungbacker en Michael de Vries - Technisch ontwerp Website Document historie Versie(s) Versie Datum Status Omschrijving / wijzigingen 0.1 20 nov 2008 Concept

Nadere informatie

Omgeving van de zaak in kaart. Modellen. Naamgeving. Omgeving van de zaak in kaart #KVAN11 1

Omgeving van de zaak in kaart. Modellen. Naamgeving. Omgeving van de zaak in kaart #KVAN11 1 Omgeving van de zaak in kaart Een schildering van een zoektocht Rienk Jonker 6 juni 2011 Modellen 6-6-2011 #KVAN11 2 Naamgeving 6-6-2011 #KVAN11 3 #KVAN11 1 Geconfronteerd met Digitaal werken (zaaksgewijs

Nadere informatie

Enterprisearchitectuur

Enterprisearchitectuur Les 2 Enterprisearchitectuur Enterprisearchitectuur ITarchitectuur Servicegeoriënteerde architectuur Conceptuele basis Organisatiebrede scope Gericht op strategie en communicatie Individuele systeemscope

Nadere informatie

Architectuur en audit: een prima duo

Architectuur en audit: een prima duo Architectuur en audit: een prima duo Architectuur en audit: een prima duo Theoretische achtergrond Architectuur en audit in de praktijk Praktijk case IB-Groep Inhoud theorie Werkgroep architectuur Hoe

Nadere informatie

VERSIE 1.0 WOLFMEISTER VOF SERVICE LEVEL AGREEMENT UITGEREIKT DOOR: WOLFMEISTER IT. Graafseweg AL - s-hertogenbosch KVK

VERSIE 1.0 WOLFMEISTER VOF SERVICE LEVEL AGREEMENT UITGEREIKT DOOR: WOLFMEISTER IT. Graafseweg AL - s-hertogenbosch KVK VERSIE 1.0 WOLFMEISTER VOF SERVICE LEVEL AGREEMENT UITGEREIKT DOOR: WOLFMEISTER IT Graafseweg 10 5213 AL - s-hertogenbosch KVK 71055657 SERVICE LEVEL AGREEMENT 1. PARTIJEN Deze Service Level Agreement

Nadere informatie

Lifecycle Management: opereren onder architectuur. Jan Willem van Veen jwvveen@archixl.nl

Lifecycle Management: opereren onder architectuur. Jan Willem van Veen jwvveen@archixl.nl Lifecycle Management: opereren onder architectuur Jan Willem van Veen jwvveen@archixl.nl Agenda Introductie mijzelf en ArchiXL Korte inleiding Lifecycle Management methodiek Inzicht in status Inzicht in

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN EISEN PROGRAMMA VAN EISEN LAS/LVS (V)SO

PROGRAMMA VAN EISEN PROGRAMMA VAN EISEN LAS/LVS (V)SO PROGRAMMA VAN EISEN LAS/LVS (V)SO HANDREIKING UITVRAAG INKOOP LAS/LVS (V)SO PROGRAMMA VAN EISEN LAS/LVS (V)SO PROGRAMMA VAN EISEN LAS/LVS (V)SO > HANDREIKING UITVRAAG INKOOP LAS/LVS (V)SO (bijlage 1) INVULFORMULIER

Nadere informatie

Referentiekader Tapsysteem

Referentiekader Tapsysteem Referentiekader Tapsysteem Status: Definitief Versie 1.0 13 november 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 2 Tapproces... 3 De keten van het tapproces... 3 Beschikbaarheid... 3 Aanvullende

Nadere informatie

Introductie ArchiMate

Introductie ArchiMate Introductie ArchiMate NAF Insight De Meern, 8 maart 2012 Egon Willemsz, enterprise architect UWV Programma Waarom ArchiMate? Praktijkvoorbeelden Samenvatting concepten Van start met ArchiMate Tot besluit

Nadere informatie

Projectplan overzicht (deel 1)

Projectplan overzicht (deel 1) Projectplan overzicht (deel 1) Algemeen Naam umc Projectleider + email Titel activiteit Programmathema Werkplaats Draagt bij aan de volgende deliverables -zie programma- Erasmus MC J.A. Hazelzet (voorlopig)

Nadere informatie

Workshop 12 ART-DECOR en Acute overdracht. Michael Tan Kai Heitmann Maarten Ligtvoet

Workshop 12 ART-DECOR en Acute overdracht. Michael Tan Kai Heitmann Maarten Ligtvoet Workshop 12 ART-DECOR en Acute overdracht Michael Tan Kai Heitmann Maarten Ligtvoet 22 november 2012 Topics Aanpak en visie Perinatologie Michael Tan Uitleg Acute Overdracht in ART-DECOR Kai Heitmann Faciliteren

Nadere informatie

STAM/IMAM Standaard en Informatiemodel Aanvragen en Meldingen

STAM/IMAM Standaard en Informatiemodel Aanvragen en Meldingen STAM/IMAM Standaard en Informatiemodel Aanvragen en Meldingen ICT-leveranciersdag, 13 februari 2018 Nico Plat Rien Berkhout Agenda Introductie en context Doel en scope informatiemodel Interactie (services)

Nadere informatie

Functiebeschrijving Technische Architect

Functiebeschrijving Technische Architect Functiebeschrijving 1. Algemene Gegevens Organisatie Functienaam Versie Auteur : [naam organisatie] : : 1.0 concept : Ad Paauwe a. Plaats in de organisatie De rapporteert aan de manager van het architectuurteam.

Nadere informatie

Vergelijking verwerkingsregister AVG

Vergelijking verwerkingsregister AVG Vergelijking verwerkingsregister AVG Voor een gemeente in Noord-Nederland is een korte vergelijking gedaan van de verwerkingsregisters van en. Hierbij is met name gekeken naar het voldoen aan de wettelijke

Nadere informatie

Stuurgroep Informatievoorziening & ICT tactische architectuur principes versie 1.0

Stuurgroep Informatievoorziening & ICT tactische architectuur principes versie 1.0 Stuurgroep Informatievoorziening & ICT tactische architectuur principes versie 1.0 De strategische I&I -principes Waarover? 0) reikwijdte I&I(-principes) Wat en waarom? 1) behoefte klantdirecties & concern

Nadere informatie

Gegevensmanagement. Verwerken in de NORA

Gegevensmanagement. Verwerken in de NORA Gegevensmanagement Verwerken in de NORA Agenda Welkom Introductie Introductie gegevensmanagement in de GEMMA Orientatie hoe gaan we gegevensmanagement opnemen in de NORA? Afspraken vervolg Korte introductie

Nadere informatie

Gemeenten voeren Regie op Informatie en Processen

Gemeenten voeren Regie op Informatie en Processen Gemeenten voeren Regie op Informatie en Processen Kenmerken van de huidige situatie Eindgebruikers - Voor elk domein binnen een gemeente worden aparte totaaloplossingen gebruikt. - Gegevens worden niet

Nadere informatie

Rijkspas: veiligheid en flexibiliteit. ID-ware, C. Borgmann, MSc Heerhugowaard 24 november 2011

Rijkspas: veiligheid en flexibiliteit. ID-ware, C. Borgmann, MSc Heerhugowaard 24 november 2011 Rijkspas: veiligheid en flexibiliteit ID-ware, C. Borgmann, MSc Heerhugowaard 24 november 2011 24-11-2011 Profile Consultancy Services State of the art software solutions Project implementation Life-cycle

Nadere informatie

BIM voor vergunningverlening. Anouk Huisman en Esther van Kooten Niekerk 31 januari 2019

BIM voor vergunningverlening. Anouk Huisman en Esther van Kooten Niekerk 31 januari 2019 BIM voor vergunningverlening Anouk Huisman en Esther van Kooten Niekerk 31 januari 2019 Aanleiding Aanleiding Omgevingswet Level Playing Field Iedereen toegang tot dezelfde data* *Conform Wob uitzondering

Nadere informatie

Praktisch Implementeren van EA bij Gemeenten

Praktisch Implementeren van EA bij Gemeenten Praktisch Implementeren van EA bij Gemeenten Edwin de Vries 3 juni 2008 Praktisch Implementeren van Enterprise Architectuur bij Gemeenten Waarom Architectuur bij Gemeenten? Praktische aanpak Invulling

Nadere informatie

MONITORING. Van Hall Larenstein 4 januari 2016. Renée Bekker & Marlies Ellenbroek

MONITORING. Van Hall Larenstein 4 januari 2016. Renée Bekker & Marlies Ellenbroek MONITORING Van Hall Larenstein 4 januari 2016 Renée Bekker & Marlies Ellenbroek Aanleiding NATUURPACT 2013 -> natuur- en biodiversiteitsbeleid www.bij12.nl Om dat werk goed, en in veel gevallen ook samen,

Nadere informatie

Waarde toevoegen aan de bedrijfsvoering met behulp van IT architectuur Uitrusting & Inrichting. Charles M. Hendriks Digital-architect Schiphol Group

Waarde toevoegen aan de bedrijfsvoering met behulp van IT architectuur Uitrusting & Inrichting. Charles M. Hendriks Digital-architect Schiphol Group Waarde toevoegen aan de bedrijfsvoering met behulp van IT architectuur Uitrusting & Inrichting Charles M. Hendriks Digital-architect Schiphol Group 1 Architectuur en succesvol ontwerpen 2 Architectuur

Nadere informatie

Stakeholder behoeften beschrijven binnen Togaf 9

Stakeholder behoeften beschrijven binnen Togaf 9 Stakeholder behoeften beschrijven binnen Togaf 9 Inventarisatie van concerns, requirements, principes en patronen Bert Dingemans Togaf 9 kent verschillende entiteiten om de behoeften van stakeholders te

Nadere informatie

Behorend bij de OCW Taxonomie versie als onderdeel van de Nederlandse Taxonomie versie 13

Behorend bij de OCW Taxonomie versie als onderdeel van de Nederlandse Taxonomie versie 13 Releasenotes Behorend bij de OCW Taxonomie versie 20190220 als onderdeel van de Nederlandse Taxonomie versie 13 Opdrachtgever: OCW Bestandsnaam: OCW_Releasenotes_ NT13_20190220 Programma: SBR/XBRL voor

Nadere informatie

PROJECT INITIATION DOCUMENT

PROJECT INITIATION DOCUMENT PROJECT INITIATION DOCUMENT Versie: Datum: x.x dd-mm-jj DOCUMENTATIE Versie Naam opdrachtgever Naam opsteller Datum: dd-mm-jj Voor akkoord: Datum:. INHOUDSOPGAVE 1. Managementsamenvatting

Nadere informatie

Roadmap gemeenten, praktijkproeven & leveranciersbetrokkenheid

Roadmap gemeenten, praktijkproeven & leveranciersbetrokkenheid Roadmap gemeenten, praktijkproeven & leveranciersbetrokkenheid Kennismiddag Leveranciers DSO 9 oktober 2018 Bas Hoondert, VNG Realisatie Van plan tot publicatie Gebiedsoriëntatie Gebiedsanalyse Opstellen

Nadere informatie

READ: de informatiestrategieaanpak van Steenwinkel Kruithof Associates (SKA)

READ: de informatiestrategieaanpak van Steenwinkel Kruithof Associates (SKA) READ: de informatiestrategieaanpak van (SKA) INLEIDING HET SPANNINGSVELD TUSSEN KORTETERMIJNVERWACHTINGEN EN LANGETERMIJNBEHOEFTEN In veel bedrijven volgen businessgerelateerde veranderingen elkaar snel

Nadere informatie

Regie op implementatie

Regie op implementatie Regie op implementatie Wat houdt dat in en hoe zorgen we dat het gebeurt? Registratie aan de bron Waarom regie op implementatie? Concrete implementaties, in de praktijk werkend en gebruikt informatie-uitwisseling

Nadere informatie

Ontwikkelaars van BIR Open BIM Standaarden en softwareleveranciers

Ontwikkelaars van BIR Open BIM Standaarden en softwareleveranciers Memo AAN Ontwikkelaars van BIR Open BIM Standaarden en softwareleveranciers VAN Bouw Informatie Raad (contactpersoon D. Spekkink, dik.spekkink@bimloket.nl) DATUM 1 januari 2016 ONDERWERP BIR Kaders voor

Nadere informatie

Natuurkwaliteit en monitoring in het Natuurnetwerk en Natura 2000 / PAS

Natuurkwaliteit en monitoring in het Natuurnetwerk en Natura 2000 / PAS Werkwijze Natuurkwaliteit en monitoring in het Natuurnetwerk en Natura 2000 / PAS Foto: Safir Natuurkwaliteit en monitoring in het Natuurnetwerk en Natura 2000 / PAS Het Rijk, de provincies en beheerders

Nadere informatie

Beheerste transformatie met behulp van Enterprise Architectuur

Beheerste transformatie met behulp van Enterprise Architectuur René van der Reijden Business Architect Pensioenfonds Horeca & Catering Beheerste transformatie met behulp van Enterprise Architectuur Voortdurend in verandering Economische Sociale Ontwikkelingen Politieke

Nadere informatie

Geadviseerd wordt om MIM in procedure te nemen voor opname op de lijst aanbevolen standaarden.

Geadviseerd wordt om MIM in procedure te nemen voor opname op de lijst aanbevolen standaarden. Notitie FORUM STANDAARDISATIE 12 december 2018 Agendapunt 3C Intakeadvies MIM Nummer: FS 181212.3C Aan: Van: Forum Standaardisatie Stuurgroep Open Standaarden Datum: 26 november 2018 Versie: 1.0 Bijlagen:

Nadere informatie

DATAMODELLERING SCORE MATRIX

DATAMODELLERING SCORE MATRIX DATAMODELLERING SCORE MATRIX Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm Score Matrix beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil je een beeld

Nadere informatie

Business Scenario. Voorbeeld Archimate Risico Extensie. versie 0.1. Bert Dingemans

Business Scenario. Voorbeeld Archimate Risico Extensie. versie 0.1. Bert Dingemans Business Scenario Voorbeeld Archimate Risico Extensie versie 0.1 Bert Dingemans Administratieve pagina Wijzigingshistorie Versie Datum Auteur Reden wijziging Review historie Naam Afdeling Functie Datum

Nadere informatie

STAM/IMAM Standaard en Informatiemodel Aanvragen en Meldingen

STAM/IMAM Standaard en Informatiemodel Aanvragen en Meldingen STAM/IMAM Standaard en Informatiemodel Aanvragen en Meldingen Schakeldag 2018 26 juni 2018 Nico Plat Rien Berkhout Agenda Introductie en context Doel en scope informatiemodel Verschillen met de huidige

Nadere informatie

DSO - een boost voor uw informatievoorziening? KRIHCRIA 13 oktober 2017 Middelburg Victor van Katwijk

DSO - een boost voor uw informatievoorziening? KRIHCRIA 13 oktober 2017 Middelburg Victor van Katwijk DSO - een boost voor uw informatievoorziening? KRIHCRIA 13 oktober 2017 Middelburg Victor van Katwijk 1 Agenda 1. Voorstellen 2. Visie op ontwikkelingen digitalisering 3. Enkele praktijkvoorbeelden o Informatie

Nadere informatie

FORUM STANDAARDISATIE Aanmelding ArchiMate

FORUM STANDAARDISATIE Aanmelding ArchiMate -----Oorspronkelijk bericht----- Van: Survey [mailto:website.open.standaarden@.nl] Verzonden: vrijdag 12 november 2010 20:34 Aan: Logius Forumstandaardisatie CC: Joris Gresnigt Onderwerp: Formulier Open

Nadere informatie

Beheer en onderhoud GPH

Beheer en onderhoud GPH Beheer en onderhoud GPH Afkomstig van: Sandra van Beek-Jacobs Versie: 1.0 Datum: 25-7-2014 Inhoudsopgave 1. Documenthistorie 3 2. Inleiding 4 2.1 Opbouw document 4 2.2 Doel document 4 2.3 Beheer van het

Nadere informatie

Toetsingsprocedure en criteria voor Erkende Voorzieningen

Toetsingsprocedure en criteria voor Erkende Voorzieningen FS 36-02-6A2 Toetsingsprocedure en criteria voor Erkende Voorzieningen Ontvankelijkheidstoets Organisatie: Forum Standaardisatie Auteurs : Marcel van Kooten en Eelco Mulder E-mail: forumstandaardisatie@logius.nl

Nadere informatie

Digikoppeling adapter

Digikoppeling adapter Digikoppeling adapter Versie 1.0 Datum 02/06/2014 Status Definitief Van toepassing op Digikoppeling versies: 1.0, 1.1, 2.0, 3.0 Colofon Logius Servicecentrum: Postbus 96810 2509 JE Den Haag t. 0900 555

Nadere informatie