NU.VU en parkeergarage

Transcriptie

1 NU.VU en parkeergarage Uitgangspuntendocument Brandmeld- ontruimingsalarminstallatie Versie B Pagina 1 van 51

2 Documenttitel NU.VU en parkeergarage Uitgangspuntendocument Brandmeldontruimingsalarminstallatie Verkorte documenttitel - Status Ter acceptatie Datum Projectnaam NU.VU Projectnummer Opdrachtgever NU.VU Holland Systemen elektronische beveiliging bv Bezoekadres Oder DD Den Haag Correspondentieadres Postbus AB Den Haag Telefoon +31 (0) Telefax +31 (0) info@hollandsystemen.nl Internet Referentie Auteur(s): Gecontroleerd door: J.Temminck H.v Buuren Document geaccordeerd door projectleider: J.Temminck Handtekening B Pagina 2 van 51

3 INHOUDSOPGAVE Blz. 1 INFORMATIE Inleiding Doelstelling Versie beheer 5 2 HUISVESTINGSKENMERKEN Atrium Brandbeveiliging concept 7 3 REGELGEVING, RICHTLIJNEN EN AFWIJKINGEN Terminologie Regelgeving en documenten Installatievoorschriften, normen en richtlijnen 8 4 RISICO ANALYSE Risico identificatie 9 5 PRESTATIE EISEN Brandmeldinstallatie Algemeen Eisen bevoegd gezag Aanvullende eisen van de opdrachtgever Ontwerpuitgangspunt brandmeldinstallatie Ontruimingsalarminstallatie Eisen bevoegd gezag Eisen opdrachtgever Ontwerpuitgangspunten ontruimingsalarminstallatie PvE brandmeldinstallatie PvE ontruimingsalarminstallatie 18 6 ORGANISATORISCHE MAATREGELEN Organisatorische maatregelen BHV-organisatie Inspectie, onderhoud en beheer Gebruikerseisen 22 7 INSPECTIE/CERTIFICERING Kwaliteitsborging Inspectiefrequentie Onderhoudscertificaat 23 8 TEKENLIJST 24 Bijlage A : Indeling detectiezones Bijlage B : Indeling alarmeringszones Bijlage C: Positie brandweeringangen B Pagina 3 van 51

4 1 INFORMATIE 1.1 Inleiding Dit document geeft de uitgangspunten voor de brandmeldinstallatie in het nieuw te bouwen universiteitsgebouw (verder genoemd NU.VU) op het VU complex aan de Boelelaan en Campusplein te Amsterdam. De nieuwbouw bestaat uit een onderwijsgebouw met onder het gebouw een parkeergarage. Het onderwijsgebouw krijgt 13 bouwlagen (12 verdiepingen en begane grond) met een totale gebruiksoppervlakte van ca m² en een 3 laags ondergrondse parkeergarage met een totale gebruiksoppervlakte van ca m². Het onderwijsgebouw krijgt een atrium en wordt ingericht als ontvangst- en ontmoetingsplaats. 1.2 Doelstelling Het vastleggen van de ontwerpuitgangspunten voor de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie, in samenhang met de bouwkundige, installatietechnische en organisatorische maatregelen zodat: Primaire doelstellingen zijn: 1. Tijdig vaststellen van brand (Bouwbesluit afdeling 6.5), Tijdig brand detecteren zodat veilig kan worden gevlucht. 2. Vluchten bij brand (Bouwbesluit afdeling 6.6), Vluchten tijdig beginnen. Afgeleide doelstellingen zijn: 1. Een beginnende brand tijdig ontdekken, lokaliseren en signaleren, waarna de aangesloten brandbeveiligingsvoorzieningen tijdig in werking wordt gesteld, binnen de context van het basisontwerp. 2. Tijdig in voldoende mate akoestisch en/of optisch informatie geven aangaande de ontruiming, om veilig vluchten te initiëren, binnen de context van het basisontwerp. B Pagina 4 van 51

5 1.3 Versie beheer Tabel 0: Overzicht wijziging UPD versies UPD kenmerk Versie Datum Wijziging vorige versies 9X0429-0A3-101/102 bijlage 1A/1B 9X0429-0A3-101/102 bijlage 1A/1B versie maart versie april 2014 Bijstellingen na overleg opdrachtgever versie februari 2017 Aanpassingen door branddetectiebedrijf Versie maart 2017 Aanpassingen n.a.v. opmerkingen adviseur Versie maart 2017 Aanpassingen n.a.v. opmerkingen inspectieinstelling B Pagina 5 van 51

6 2 HUISVESTINGSKENMERKEN Het onderwijsgebouw krijgt 13 bouwlagen (12 verdiepingen en begane grond) met een totale gebruiksoppervlakte van ca m² en een ondergrondse parkeergarage van drie lagen met in totaal ca m². Het gebouw wordt voornamelijk gebruikt als onderwijsgebouw. Rondom een groot atrium liggen op de onderste bouwlagen de onderwijsfuncties, winkelfuncties en bijeenkomstfuncties. Op de hogere bouwlagen bevinden zich voornamelijk de kantoorruimtes voor het personeel. In de plint van het gebouw bevinden zich diverse kleine commerciële ruimtes en een café. De hoogste vloer is op ca. 47 m ten opzichte meetniveau gelegen. Laagste parkeervloer is op 9,6 m onder meetniveau gelegen. B Pagina 6 van 51

7 Tabel 1 Bouwlaag Gebruik Gebruiks oppervlakte Parkeerlaag -3 Parkeren van auto s ± m² Parkeerlaag -2 Parkeren van auto s ± m² Parkeerlaag -1 Parkeren van auto s ± m² Begane grond Ontvangst/commercieel/onderwijs ± m² 1ste verdieping Bijeenkomst/onderwijs ± m² 2de verdieping Bijeenkomst/onderwijs ± m² 3de verdieping Bijeenkomst/onderwijs ± m² 4de verdieping Bijeenkomst/onderwijs ± m² 5de verdieping Bijeenkomst/onderwijs ± m² 6de verdieping kantoor ± m² 7de verdieping kantoor ± m² 8de verdieping kantoor ± m² 9de verdieping kantoor ± m² 10de verdieping kantoor ± m² 11de verdieping kantoor ± m² 12de verdieping kantoor ± m² Totaal: ± m² 2.1 Atrium Het onderwijsgebouw krijgt een atrium als ontmoetingsruimte en aangekleed met planten tot enkele bomen. Het atrium heeft een vrije hoogte van 32 m in lage deel en 51 m in hoge deel. 2.2 Brandbeveiliging concept Naast de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie wordt een sprinklerinstallatie vanwege een overschrijding van de brandcompartimenten op basis van gelijkwaardigheid aanbracht. Voor de sprinklerinstallatie is een apart uitgangspuntendocument opgesteld. 3 REGELGEVING, RICHTLIJNEN EN AFWIJKINGEN 3.1 Terminologie De terminologie zoals gebruikt en van toepassing op dit UPD is voor het algemene verwoord in het inspectieschema brandbeveiliging inspectie brandbeveiligingssysteem (VBB- BMI-OAI-RBI) versie 10.0 inclusief erratum 1 november 2015 ingangsdatum 1 juni Regelgeving en documenten Als uitgangspunt voor de wettelijke brandveiligheidseisen is gebruik gemaakt van onderstaande documenten: Bouwbesluit 2012, zoals deze luidt per 1 juli 2013 op de website van VROM. Regeling Bouwbesluit 2012, zoals deze luidt per 1 maart 2013 op de website van VROM. B Pagina 7 van 51

8 3.3 Installatievoorschriften, normen en richtlijnen Voor de in dit uitgangspuntendocument genoemde brandbeveiligingsinstallaties zijn de volgende voorschriften, normen en richtlijnen van toepassing: Inspectie en certificering: CCV-Inspectieschema Brandbeveiliging, Brandbeveiligingssysteem (VBB-BMI- OAI-RBI) op basis van afgeleide doelstellingen. Versie 10.0 van 1 juni Brandmeldinstallatie: NEN 2535 Brandveiligheid van gebouwen - Brandmeldinstallaties- Systeem- en kwaliteitseisen en projecteringsrichtlijnen, versie 2009 met aanvulling C1:2010. NEN Beheer, controle en onderhoud van brandbeveiligingsinstallaties Deel 1: Brandmeldinstallaties, versie Ontruimingsalarminstallatie: NEN2575 Brandveiligheid van gebouwen Ontruimingsalarminstallaties - Systeem- en kwaliteitseisen en projecteringsrichtlijnen. versie 2012 NEN Beheer, controle en onderhoud van brandbeveiligingsinstallaties Deel 2: ontruimingsalarminstallaties, versie Richtlijnen: Handboek Brandbeveiligingsinstallaties van Brandweer Nederland, derde druk versie 14 juni NPR 2576:2005 Functiebehoud bij brand Richtlijn voor bekabeling, ophanging en montage van transmissiewegen B Pagina 8 van 51

9 4 RISICO ANALYSE 4.1 Risico identificatie De algemene doelstellingen van de brandmeldinstallatie en ontruimingsalarminstallatie zijn: Brandmeldinstallatie Persoonlijke bescherming Schadebeperking Sturen brandbeveiligingsinstallatie Bescherming milieu Continuïteit bedrijfsvoering Ontruimingsalarminstallatie Persoonlijke bescherming Schadebeperking Sturen brandbeveiligingsinstallatie Bescherming milieu Continuïteit bedrijfsvoering B Pagina 9 van 51

10 5 PRESTATIE EISEN 5.1 Brandmeldinstallatie Algemeen Conform opgave brandweer zal er geen directe doormelding naar de brandweer worden gerealiseerd. Doormelding van brandmeldingen wordt aan een PAC gemeld Eisen bevoegd gezag Op basis van de gebruiksfuncties (kantoor, bijeenkomst, onderwijs, winkel en industrie) moet het gebouw volgens het Bouwbesluit artikel 6.20, lid 1, voorzien worden in een brandmeldinstallatie die voldoet aan de NEN 2535 met een bewakingsomvang en doormelding conform bijlage I van dit besluit: gedeeltelijke bewaking op bouwlagen 0 t/m 12. Hoofdzakelijk 1 sprinkler compartiment met de zwaarste wegende functie bijeenkomstruimte; volledige bewaking op bouwlagen parkeergarage -1 t/m -3. Een inspectiecertificaat volgens de CCV-inspectieschema Brandbeveiliging, Brandbeveiligingssysteem (VBB-BMI-OAI-RBI) moet worden afgegeven Aanvullende eisen van de opdrachtgever Voor de gebruiker dient bij brand de schade beperkt te blijven zodat de bedrijfscontinuïteit minimaal wordt verstoord. De schade wordt beperkt door een brandmeldinstallatie met een volledige bewakingsomvang te eisen. Aanvullende eisen van de verzekeraar: geen Ontwerpuitgangspunt brandmeldinstallatie Voor het ontwerp van de brandmeldinstallatie dient de NEN2535:2009 met aanvulling C1:2012 te worden aangehouden. De bewakingsomvang voor het object is: A.3.2. Eisen BMI Par. NEN 2535:2009 Omschrijving 10.2 Omvang van de Brandmeldinstallatie B = bevoegde autoriteit (brandweer) V = verzekeraar E = eigenaar G = gebruiker Eis Geëist door: B V E G Gebouw verdieping 0 t/m 12 Volledige bewaking Gedeeltelijke bewaking Ruimtebewaking (in relatie tot ontvluchten) Niet-automatische bewaking Ruimtebewaking (het bewaken van een ruimte) Objectbewaking(toelichten) Parkeergarage Volledige bewaking B Pagina 10 van 51

11 5.2 Ontruimingsalarminstallatie Eisen bevoegd gezag Op basis van de aanwezigheid van een brandmeldinstallatie moet volgens het Bouwbesluit artikel 6.23 lid 1, in het gebouw worden voorzien in een ontruimingsalarminstallatie die voldoet aan de NEN Volgens het besluit dient er op de ontruimingsalarminstallatie een inspectiecertificaat volgens de CCV-inspectieschema Brandbeveiliging, Brandbeveiligingssysteem (VBB BMI- OAI-RBI) te worden afgegeven. Voor de bepaling van het type ontruimingsalarminstallatie is de NEN 2575 gehanteerd. Overeenkomstig stromingsdiagram B.1 van de bijlage D van de NEN :2012 moet worden toegepast: luidalarminstallatie type A Eisen opdrachtgever Geen Ontwerpuitgangspunten ontruimingsalarminstallatie Eisen OAI NEN :2012 Omschrijving Eisende partij(en) Eis Bevoegd gezag (brandweer) Verzekeraar Eigenaar/gebruiker Toelichting: 5.1 en 7.4 Type ontruimingssignaal en de wijze van activering Toelichting bij wijze van activering : Luid alarm: BP HBM BM SM slow-whoop -toonsignaal en gesproken bericht (A-installaties) slow-whoop -toonsignaal (B-installaties) BP = bedieningspaneel HBM = handbrandmelder BM = automatische brandmelder SM = sprinklermelding Stil alarm: toonsignaal op geselecteerde plaatsen toonsignaal en gecodeerd bericht toonsignaal op ontvangers van een personenzoekinstallatie BP HBM BM SM Toelichting B Pagina 11 van 51

12 5.3 PvE Brandmeldinstallatie Eisen BMI Par. NEN 2535:2009 Omschrijving Inspectiecertificaat vereist volgens het CCV-Inspectieschema Brandbeveiligingssysteem (VBB BMI-OAI-RBI) Bouwwerk Eis Ja Nee NU.VU & parkeergarage, hoofdfuncties Bijeenkomstfunctie; Onderwijsfunctie; Winkelfunctie; Kantoorfunctie; Overige; besloten overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen Eisende Partij(en) Bevoegde autoriteit Verzekeraar Eigenaar / Gebruiker Toelichting : 4.2 Brandgrootte Ruimte(n): Nummer brandgrootte: 1. Polyurethaan matten 2. Beukenhouten blokjes Keukens/afwaskeukens 7 Atrium 8 Parkeergarage 1 5. PVC-draad volgens BS 6266 Overige ruimten 1 of 2 7. Brandspiritus 8. Andere overeengekomen brandgrootte (omschrijven/ vastleggen bij toelichting)) Toelichting: Liften: De liften worden uitgevoerd als machinekamerloze liften en zijn geen standaardruimten. De schachten dienen te worden uitgevoerd met een ASD-systeem. Voor ASD-systemen geeft de NEN 2535 geen standaard projectierichtlijnen, daarom moet een proefbrand worden uitgevoerd. In ruimten met een oppervlakte < 20 m 2 kan worden volstaan met een functionele beproeving door de verst van de detector gelegen aanzuigopening bloot te stellen aan het specifiek te signaleren brandsymptoom (bijvoorbeeld testgas). Atrium: Het atrium is door de vrije hoogte geen standaard ruimte. Een proefbrand dient te worden uitgevoerd met brandgrootte 8: (afgestemd op de brandmelders voor het detecteren van vlammen en rook) volgens de NEN2535. De proefbrand uitvoeren volgens bijlage B 7.2 van de NEN2535 met 9 polyurethaanschuim brandmatten. B Pagina 12 van 51

13 Eisen BMI Par. NEN 2535:2009 Omschrijving 4.3 Gebruiksfunctie Bijeenkomstfunctie Eis Intern D Extern B Onderwijsfunctie B A Winkelfunctie D B Kantoorfunctie B A Parkeergarage E C Toelichting: Het maximale aantal toelaatbare ongewenste en onechte meldingen moet bij inbedrijfstelling of oplevering in het logboek worden vastgelegd door het branddetectiebedrijf (inclusief de bijbehorende berekening) Bijzondere omgevingsinvloeden voor het voorkomen van ongewenste en onechte meldingen Ruimte Pantry MER Keuken Parkeergarage Collegezalen Atrium Omstandigheden vocht en warmte; luchtsnelheid; temperatuur/damp; uitlaatgassen; pulserende chaotische luchtstromen door luchtbehandelingsinstallatie; variërende luchtstromen door ventilatie openingen in het dak Toelichting : 4.4 Prestatie-eis voor de systeembeschikbaarheid. De prestatie-eis voor systeembeschikbaarheid is 99,7 %. Toelichting bijzondere situaties: 10.3 Indeling detectiezones Volgens bijlage A Toelichting: B Pagina 13 van 51

14 Eisen BMI Par. NEN 2535:2009 Omschrijving 8.6 Sturingen automatische Installatie: brandbeveilingsinstallaties (C en/of G in figuur 1) Eis Installatie: Detectie- AM HM SM Zone - Ontruimingsalarminstallatie, NU.VU activeren pv+atrium - Ontruimingsalarminstallatie, parkeergarage activeren pk - Kleefmagn./vrijloopdrangers, vrijgeven pv - Vluchtdeuren, ontgrendelen pv - Tourniquets, ontgrendelen alle - Luchtbehandelingsinstallatie, alle 0% 1) - Ventilatie parkeergarage, 0% pk - Liften, primaire stop plaats alle - Roltrappen, stoppen alle - Flitslicht, activeren alle - Sleutelkluizen, ontgrendelen alle - Slagbomen, openen alle - Doormelding PAC alle - Doormelding Energie centrum (gebruiker) alle - Doormelding Energie centrum (gebruiker) alle - Afschakelen geluidsinstallaties pv collegezalen Twee melder afhankelijk - Deluge sprinkler atrium, klep activeren 2) atrium B Pagina 14 van 51

15 Toelichting: pv = per verdieping pk = enkel parkeergarage SM = Sprinklermelding uit sprinklerinstallatie 1) Luchtbehandeling serverruimte wordt niet gestuurd. 2) De Deluge installatie in het atrium moet op basis van 2 soorten brandverschijnselen (rook en vuur) worden aangestuurd. De detectievoorzieningen voor deze 2 soorten brandverschijnselen dienen onafhankelijk van elkaar te detecteren (niet ondergebracht in één melderbehuizing). De 2 melder afhankelijkheid wordt alleen verkregen door rook en vuur detectie en niet door rook of vuur zodat een adequate aansturing wordt verkregen. Een sprinklermelding zal alle sturingen direct activeren, dus niet per bouwlaag Plaats brandweeringang N.v.t. Hoofdingang Boelelaan (Parkeergarage + NU.VU) Ingang Campusplein (Parkeergarage) Anders, namelijk : Toelichting: Beide ingangen dienen voorzien te worden van een sleutelkluis type Colt FSD-04 Flitslicht brandweeringangen Ja. Kleur : Rood Toelichting: Brandweerpaneel vereist Ja Nee (Alleen als geen doormelding is vereist) Toelichting: B Pagina 15 van 51

16 Eisen BMI Par. NEN 2535:2009 Omschrijving Locatie brandweerpaneel Eis N.v.t. Brandweeringangen Boelelaan & Campusplein Toelichting: Zie bijlage C 6.5 Uitvoering brandweerpaneel N.v.t. Geen specifieke eisen (tekstpaneel of alfanumeriek paneel) Tekst- of alfanumeriek paneel met tekening Geografisch paneel Toelichting: Geografische paneel gecombineerd met sprinklerpaneel t.b.v. hoofdingang de Boelelaan. Tekst of alfanumeriek paneel t.b.v. neveningang voor de parkeergarage Campusplein Bij het tekst- of alfanumeriek paneel dient er een verduurzaamde plattegrond van de parkeergarage aangebracht te worden. Op deze plattegrond moeten tenminste de detectiezones, sprinklersecties, aanvalstrappenhuizen en de gecodeerde voedings- en afnamepunten van droge blusleidingen zijn aangegeven. E.e.a. zoveel mogelijk gelijkend op het geografisch paneel. Herstel mogelijkheid voor de brandweer op brandweerpaneel. N.v.t. Niet noodzakelijk Noodzakelijk Toelichting: Brandweerpaneel ter goedkeuring aan de bevoegde autoriteit (brandweer) Ja N.v.t. Nee Toelichting: Opties brandmeldcentrale Verificatie van meldingen Vertraging van de uitgangssignalen naar C en/of G Vertraging van de uitgangssignalen naar E (aparte toestemming van de brandweer vereist) Toelichting: 8.2 Doormelding van storing(en) naar 24 uur bezet ontvangststation voor storingsmeldingen Intern. Gebouwbeheersysteem Extern Energie centrum Brandweer. Toelichting: B Pagina 16 van 51

17 8.4 Doormelding van het brandalarm Categorie Geen doormelding vereist Type 1 Type 2 Toelichting: Doormelding naar particuliere alarmcentrale volgens eis eigenaar / gebruiker Automatische brandmelders en handbrandmelders als apart criterium naar PAC doormelden Signalering interne organisatie Brandmeldcentrale Energiecentrum Akoestische signaalgevers Stil ontruimingsalarminstallatie (NEN 2575) Luid ontruimingsalarminstallatie (NEN 2575) Toelichting: Eisen BMI Par. NEN 2535:2009 Omschrijving Aanvullende eisen Eis Nee Ja, zie bijlage Aanvullende opmerkingen Nee Ja, zie bijlage B Pagina 17 van 51

18 5.4 PvE Ontruimingsalarminstallatie Eisen OAI - Type A Par NEN 2575 Omschrijving 4.4 Systeembeschikbaarheid Alleen specificeren in situaties waarbij moet worden afgeweken van NEN Toelichting: Eis. % vanwege De taal of talen waarin een bericht moet worden uitgezonden Alleen specificeren bij luid alarm A-installaties: Nederlands Engels Duits Spaans Frans Toelichting: 5.1 en 7.4 Wijze van activering Toelichting bij wijze van activering : BP = bedieningspaneel HBM = handbrandmelder BM = automatische brandmelder SM = sprinklermelding BP HBM BM SM BM in relatie tot samenvallende vluchtroutes Toelichting: 10.5 Doormelding van storing(en) Intern. Gebouwbeheersysteem Extern Energiecentrum Brandweer. Toelichting: Zie 8.2 van Eisen BMI B Pagina 18 van 51

19 Eisen OAI - Type A Par NEN 2575 Omschrijving Eis Uitvoering bedieningspaneel Alleen specificeren wanneer een tekstpaneel niet toereikend is. geografisch paneel Toelichting: 12.5 Kleur optische signaalgever Wit Rood Anders, 12.5 Optische signaalgever Ruimten die van optische rode signaalgevers moeten worden voorzien: Ruimten waar gehoorbescherming vereist is; Ruimten met een slechthorende lus/installatie Omvang ontruimingsgebied het hele gebouw Ruimten die van het ontruimingsgebied worden uitgesloten: (Nood)trappenhuizen Toiletruimten exclusief de voorruimten Liftschachten en -kooien Kruipruimten, die niet door personen via deur toegankelijk zijn. Tochtportalen ingangen Nutsruimten Schachten Toelichting: Flitslichten dienen te worden geplaatst in de sprinklerpompkamer, collegezalen en ruimten waar volgens de arbo wetgeving gehoorbeschermers gedragen moeten worden. In iedere collegezaal dient er één flitslicht gemonteerd te worden welke vanaf de tribune zichtbaar moet zijn. B Pagina 19 van 51

20 Eisen OAI - Type A Par NEN 2575 Omschrijving Eis 15.3 Alarmeringszones Volgens bijlage B Toelichting: Bij een melding in het Atrium dient het gehele gebouw ontruimd te worden Locatie bedieningspaneel Hoofdbedieningspaneel Atrium begane grond Toelichting: 4.2 Geluidsniveau van toonsignalen Vereist geluidsniveau - minimaal toelaatbaar geluidsniveau : 65dB(A) - maximaal toelaatbaar geluidsniveau : 105 db(a) - geluidssignaal boven gemiddeld geluidsniveau: 6dB(A rekening houden met slaapgebieden Toelichting: B Pagina 20 van 51

21 4.3 Geluidsniveau en verstaanbaarheid van gesproken berichten Vereist geluidniveau: rekening houden met slaapgebieden Vereiste verstaanbaarheid verstaanbaar voor personen met gemiddeld gehoor gemeten verstaanbaarheid conform NEN-EN-IEC Aanvullende eisen Nee Ja Bij activering van de alarmeringszone(s) in de collegezalen moet het geluid van de geluidsapparatuur in die zalen automatisch worden onderdrukt. Aanvullende opmerkingen Nee Ja, zie bijlage B Pagina 21 van 51

22 6 ORGANISATORISCHE MAATREGELEN 6.1 Organisatorische maatregelen BHV-organisatie Voor de procedures rond een ontruiming dient door de BHV-organisatie een ontruimingsplan te worden opgesteld aan de hand van de hiervoor gepubliceerde norm NEN Inspectie, onderhoud en beheer Om de installaties operationeel te houden en de beveiliging te waarborgen die men ervan verwacht, moet een beheerder worden aangesteld die op de hoogte is van de aspecten die daarbij een rol spelen en moet deze persoon over een vooraf opgesteld plan beschikken om het beheer goed te kunnen regelen. Dit beheer houdt in het bewaken van: het uitvoeren van controles; het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden; het uitvoeren van storingsmelding opvolgingen; het administratief afhandelen van buiten- en inbedrijfstellingen; het administratief afhandelen van storingsmeldingen; het administratief afhandelen van brandalarmen; het bijhouden van logboeken. De beheerder die de vereiste wekelijkse en maandelijkse testen uitvoert moet hiervoor een diploma Beheerder brandmeldinstallaties bezitten. De beheerderstaken moeten volgens de NEN en NEN worden uitgevoerd Gebruikerseisen Brandmeldinstallatie Tussen de onderhouder en de gebruiker moet bij ingebruikname van de installatie een onderhoudsovereenkomst worden afgesloten volgens de NEN Beheer, controle en onderhoud van brandbeveiligingsinstallaties - Deel 1: Brandmeldinstallaties. Jaarlijks moet de onderhouder door middel van een rapport van onderhoud volgens de NEN 2654 verklaren dat de installatie voldoet aan de eisen zoals omschreven in dit uitgangspunten document. Ontruimingsalarminstallatie Tussen de onderhouder en de gebruiker moet bij ingebruikname van de installatie een onderhoudsovereenkomst worden afgesloten volgens de NEN Beheer, controle en onderhoud van brandbeveiligingsinstallaties - Deel 2: ontruimingsalarminstallaties. B Pagina 22 van 51

23 7 INSPECTIE/CERTIFICERING 7.1 Kwaliteitsborging Op de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie dient een inspectiecertificaat te rusten volgens het CCV-Inspectieschema Brandbeveiliging Brandbeveiligingssysteem VBBBMI- OAI-RBI Inspectiefrequentie Op de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie dient gedurende zijn levensduur een inspectiecertificaat te rusten. Een inspectiecertificaat heeft een geldigheid van 1 jaar en dient te worden afgegeven door een inspectie-instelling Onderhoudscertificaat Jaarlijks dient op de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie te worden onderhouden door deskundig bedrijf. Jaarlijks dient door het bedrijf een certificaat van onderhoud te worden afgegeven. B Pagina 23 van 51

24 8 TEKENLIJST Goedkeuring Naam Handtekening Bevoegde autoriteit Eisende partij Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Postbus 209, 1500 EE Zaandam Verzekeraar Eisende partij Eigenaar/Gebruiker Eisende partij Vrije Universiteit Amsterdam, Facilitaire Campus Organisatie Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam Opsteller UPD Holland Systemen B.V. Oder 3, 2491 DD Den Haag Postbus AB Den Haag Contactpersoon: J.Temminck Mail: Tel: J.Temminck B Pagina 24 van 51

25 Bijlage A Indeling detectiezones B Pagina 25 van 51

26 B Pagina 26 van 51

27 B Pagina 27 van 51

28 B Pagina 28 van 51

29 B Pagina 29 van 51

30 B Pagina 30 van 51

31 B Pagina 31 van 51

32 B Pagina 32 van 51

33 B Pagina 33 van 51

34 B Pagina 34 van 51

35 B Pagina 35 van 51

36 B Pagina 36 van 51

37 B Pagina 37 van 51

38 Bijlage B Indeling alarmeringszones B Pagina 38 van 51

39 B Pagina 39 van 51

40 B Pagina 40 van 51

41 B Pagina 41 van 51

42 B Pagina 42 van 51

43 B Pagina 43 van 51

44 B Pagina 44 van 51

45 B Pagina 45 van 51

46 B Pagina 46 van 51

47 B Pagina 47 van 51

48 B Pagina 48 van 51

49 B Pagina 49 van 51

50 B Pagina 50 van 51

51 Bijlage C Positie brandweeringangen B Pagina 51 van 51