UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Beter voorkomen dan genezen. Risicocommunicatie in het kader van grootschalige evenementen. Case: de Gentse Feesten. Beleidsrapport aantal woorden: KATIA MONTEYNE MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting COMMUNICATIEMANAGEMENT PROMOTOR: PROF. DR. V. CAUBERGHE COMMISSARIS: DR. I. STEVENS COMMISSARIS: LIC. D. SAELENS ACADEMIEJAAR

2 Woord vooraf Het schrijven van een masterproef had voor mij iets van een bergbeklimming. Op een bepaald moment stond ik voor die berg. Ik koos voor een bepaald pad. Op die lange weg van voorbereiding, gesprekken, literatuuronderzoek, empirisch onderzoek, rapporteren, ben ik meerdere keren gestruikeld, heb ik diepe watertjes doorzwommen en waren de hellingen soms heel steil. Door de moeilijke combinatie gezin, werken en studeren kreeg de tocht soms trekjes van een lijdensweg. Eenmaal op de top echter, kijk ik terug op een lastige, maar vooral leerzame en boeiende beklimming. En nu geniet ik van het uitzicht! Dit was me echter nooit gelukt zonder de hulp, praktische en morele steun van velen. In de eerste plaats wil ik prof. dr. V. Cauberghe en haar assistente Melanie De Vocht bedanken. Dankzij hen heb ik een persoonlijk werk kunnen maken ondersteund met de nodige feedback en raadgevingen. Dank ook aan de heer D. Saelens (gastdocent aan de Ugent) en Isabelle Stevens (MICT) voor de tips, het luisterend oor en de kritische blik. Dank aan het politiecommissariaat Gent-Centrum, communicatieadviseur Tiny Van de Keere en HCP S. De Smet, voor jullie concrete antwoorden op mijn talloze mails en vragen. Dank aan mijn vrienden, voor jullie eindeloos geduld als ik weer eens een afspraak moest verzetten wegens veel te veel werk. Dank aan mijn directeur, Carine D Hondt, en mijn collega s van de BenedictusPoort voor het begrip, de lieve mails en de vele schouderklopjes. Dank aan mijn familie, de laatste maanden waren hels. Jullie positiviteit en bemoedigende woorden deden echt deugd! En dank aan mijn gezin! Mijn kinderen, Jules en Leonie: ik heb jullie zo vaak gemist de laatste maanden. Aan mijn bureau gekluisterd, ik had geen tijd voor jullie. We halen die tijd straks zeker in, beloofd! Mijn man, Geert: zonder jou was me dit nooit gelukt! Ik kon op je rekenen en dat stelde me tevreden. Bij jou kon ik dag en nacht mijn verhaal kwijt, mijn frustraties uiten, mijn vorderingen bespreken. Je praktische en morele steun zijn voor mij van ontzettend veel waarde. Hier bestaan geen woorden voor. Dank je! i

3 Inhoudstafel WOORD VOORAF... I INHOUDSTAFEL... II EXECUTIVE SUMMARY... 1 INLEIDING... 3 OBJECTIEVEN... 5 DEEL I THEORETISCH KADER Massacommunicatie Risicocommunicatie Ontstaan van risicocommunicatie Doelstellingen Concepten binnen risicocommunicatie Evenementen Soorten evenementen Risico s op evenementen Crowd management en crowd control Crowd management Crowdcontrol Dynamiek van de massa en crowd management Voorzorgsmaatregelen bij risicoanalyse Modellen: FIST (force, information, space & time) en FRIS (framework of risk information seeking) Crowd management: Force, Information, Space & Time (Fruin, 1993) Risicocommunicatie: Framework of risk information seeking (ter Huurne, 2008) GENTSE FEESTEN Historiek Organisatie Reglementering en crowd management op de Gentse Feesten Vermaakcentra Maatregelen binnen de Gentse Feestenperimeter SWOT-analyse DEEL II EMPIRISCH ONDERZOEK ii

4 3.1. Probleemstelling Wat eraan voorafging Beleidsrapporten Voorgaande onderzoeken op de Gentse Feesten Bachelorpaper Crowd management op de Gentse Feesten: Een multidisciplinaire aanpak nader bekeken. (C. Vandebotermet, ) Studiedag Evenementen en Manifestaties, 15 maart Onderzoeksdesign Onderzoeksmethode en dataverzameling: face-to-face survey Het ontwerp van de vragenlijst en rapportering Analyse en rapportering Rapportering profiel van de respondent Risicoperceptie Self efficacy en information sufficiency Betrokkenheid en vertrouwen Zelf op zoek naar info (risk info seeking) Safety en crowd control Correlaties Clusteranalyse Conclusies RISICOPERCEPTIE SELF EFFICACY en INFORMATION SUFFICIENCY RISK INFO BEHAVIOR SAFETY en CROWD CONTROL ALGEMENE CONCLUSIE Beperkingen van dit onderzoek en aanbevelingen voor vervolgonderzoek DEEL III AANBEVELINGEN REFERENTIES APPENDIX Lijst met tabellen, figuren en grafieken Vragenlijst Lijst pleinverantwoordelijken Rapportering elk risico afzonderlijk Affiche Gentse Feesten Evaluatieverslag Politie Gentse Feesten iii

5 Executive summary De Gentse Feesten draait elk jaar op volle toeren! Honderdduizenden mensen komen er samen om te feesten, te genieten van een optreden, iets te eten of te drinken. Zowel de locatie, de organisatie als het aantal bezoekers maken van dit evenement iets unieks! De grote mensenmassa die in de binnenstad samentroept, maakt de Gentse Feesten ook zeer fragiel. In het verleden zijn al meermaals grootschalige evenementen uitgemond op een tragedie met vele doden en gewonden. Daarom moeten de bezoekers een hoge graad van zelfredzaamheid en risico-informatie zoekgedrag hebben om alert op een onveilige situatie of calamiteit te reageren. Dit onderzoek naar de risicocommunicatie op de Gentse Feesten leidt naar een grondiger inzicht in deze materie. De centrale onderzoeksvraag is tweeledig: ten eerste worden de huidige risico s en risicocommunicatiemiddelen geanalyseerd en hoe die worden gepercipieerd door de bezoekers. Ten tweede wordt onderzocht welke acties in de toekomst ondernomen moeten worden om het risico-informatie zoekgedrag en de zelfredzaamheid te verbeteren. Om op deze centrale onderzoeksvraag te antwoorden werden deelvragen opgesteld waarbij gepeild werd naar het risico-informatie zoekgedrag, de risicoperceptie, info sufficiency, zelfredzaamheid en betrokkenheid van de bezoeker. Om dit te onderzoeken werd gebruikt gemaakt van kwantitatieve data. Er werd een face-to-face survey afgenomen op de Gentse Feesten zelf bij 348 bezoekers. Uit de data kunnen we de bezoekers opdelen in 2 groepen: de waakzame bezoekers en de zorgeloze bezoekers. De waakzame bezoeker weet aan welke risico s hij zich blootstelt bij een bezoek aan de Gentse Feesten en is ook verontrust over de eventuele gevolgen van een incident. Ook de kans op gebeuren schat hij vrij reëel in. Hij vindt het dan ook belangrijk goed geïnformeerd te worden. De zorgeloze bezoeker gaat zelf niet op zoek naar informatie, is niet verontrust maar wil wel geïnformeerd worden door de organisatoren over een mogelijke onveilige situatie of incident. Voor beide groepen ligt de ervaring met onveilige situaties of incidenten heel laag. Toch zijn zij bezorgd over risico s. Vooral het risico op vechtpartijen, gauwdiefstallen en overmatige drukte verontrust de bezoekers. Volgens de respondenten moeten de Stad Gent en de politie deze informatie tot bij de burgers brengen. De lichtkranten vormen hierbij het beste middel. 1

6 Uit de resultaten van de analyse, gekoppeld aan het evaluatieverslag van de Gentse Feesten 2011, kunnen een aantal aanbevelingen geformuleerd worden om het risicocommunicatiebeleid te optimaliseren. We zetten de belangrijkste op een rijtje: - de jongere generatie (of zorgeloze bezoeker) moet meer actief geïnformeerd worden om het risico-informatie zoekgedrag te stimuleren. Hiervoor kan bij deze doelgroep gebruik gemaakt worden van de nieuwe communicatiemiddelen zoals Twitter. Voor de andere bezoekers zou het opportuun zijn het aantal lichtkranten uit te breiden en ook de inhoud van de lichtkranten aan te passen. - er bestaat geen document waar het totale beleid over risicocommunicatie structureel is vastgelegd. Het risicocommunicatiebeleid is nog niet verankerd in de organisatie. Risicocommunicatie moet onderdeel uitmaken van het algemeen veiligheidsplan. Zo n overzichtsdocument moet een dwarsdoorsnede vormen van de verschillende onderdelen van risicocommunicatie. - het vertrouwen in de organisatie geeft een groot gevoel van veiligheid. Daarom is het genereren en behouden van vertrouwen een cruciale factor in risicocommunicatie. Eerlijk communiceren over mogelijke risico s of gevolgen van gevaarlijke situaties blijft cruciaal. - de bezoekers hechten veel belang aan het feit dat de organisatie er alles aan doet hen in een veilige omgeving te laten feesten, maar percipiëren nog te weinig de risico-informatie die hen geboden wordt. Daarom moeten de risicocommunicatiemiddelen drastisch verhoogd worden: meer lichtkranten en meer stewards. - mensen hebben recht om te weten aan welke risico s ze worden blootgesteld. De waarden openheid en transparantie vormen de achtergrond van risicocommunicatie. Mensen zullen een bepaald gedrag namelijk eerder uitvoeren als zij zich zeker voelen hiertoe in staat te zijn: risicocommunicatie moet een kapstok bieden aan het publiek over wat zij zelf kunnen doen om het risico te verminderen of hoe zij er mee kunnen omgaan. Zeer belangrijk is daarbij dat moet gemeld worden wat het publiek zelf kan doen om zich te beschermen tegen het mogelijke gevaar. 2

7 Inleiding Beleid op het gebied van risicobeheersing is van alle tijden. Beleid gericht op de beheersing van fysieke veiligheidsrisico s ontwikkelde zich parallel met de ontwikkeling van de staat grofweg vanaf Helsloot (geciteerd in: Muller, 2004, p. 346) beweert dat grote ongevallen momenteel telkens een zichtbaar effect hebben op de publieke opinie en daarmee, tenminste tijdelijk, op de beleidsplanning gericht op het beheersen van de risico s: de doden als gevolg van een vuurwerkopslag in Enschede in 2000 en tijdens de Love Parade in Duisburg in 2010 werden gezien als een essentieel en ontoelaatbaar falen van de overheid. Vandaar het belang van deze studie met betrekking tot risicocommunicatie op massamanifestaties, zoals de Gentse Feesten. Burgers moeten weten wat ze zelf kunnen doen om een risico te verkleinen en wat ze moeten doen in geval van een ramp of incident. Openheid en transparantie zijn hierbij heel belangrijke waarden. Door te communiceren over risico s kan het vertrouwen in de organisatie vergroot worden. Het publiek krijgt een realistischer beeld van de risico s en ze kan een alerte houding ontwikkelen. Maar het gaat verder: er dient ook rekening gehouden te worden met de risicoperceptie van de bezoekers en de bezorgdheden omtrent incidenten. Om efficiënt en effectief te kunnen communiceren, dient bovendien ook onderzocht te worden of burgers wel nood hebben aan dergelijke risico-informatie en als dit zo is, hoe men als organisatie het best de uitgedragen boodschappen kan overbrengen. Deze studie betreft een nulmeting met de bedoeling een beeld te schetsen van de risicoperceptie en het risico-informatie zoekgedrag van de bezoekers van de Gentse Feesten. Vanuit dit onderzoek kan het risicocommunicatiebeleid van de organisatie dan een coherent en vooral efficiënt geheel vormen. Om tot een antwoord te komen op deze centrale doelstelling, wordt in dit beleidsrapport eerst een theoretisch kader geschetst. Hierbij wordt kort aandacht besteed aan massacommunicatie, waarna het ontstaan, de doelstellingen en de concepten binnen risicocommunicatie worden beschreven. Aangezien het onderzoek wordt gedaan binnen het kader van de Gentse Feesten, worden de soorten evenementen en de risico s op evenementen beknopt beschreven. Er wordt in deze studie ook aandacht besteed aan de crowd of de risico s van de massa op de Gentse Feesten die bij Fruin (1993, p.1) beschreven worden als extreme crowding results in individual loss of control, and both psychological and physiological problems. 3

8 Crowd control en crowd management zijn belangrijke factoren bij onderzoek naar risicocommunicatie op massamanifestaties. Aan dit theoretisch kader worden 2 modellen gekoppeld: het FRIS-model (ter Huurne, 2008), een model over het risico-informatie zoekgedrag en het FIST-model (Fruin, 1993), een model over de impact van de dynamiek van de massa. In deel 2 wordt de algemene context van Gentse Feesten kort geschetst: het ontstaan, de organisatiestructuur en de reglementering. Vervolgens worden het empirisch onderzoek, dat gedaan werd aan de hand van een survey, de resultaten van de analyse en de conclusies geformuleerd. De bezoekers van de Gentse Feesten werden bevraagd over hun risicoperceptie, betrokkenheid, risico informatie-zoekgedrag, het vertrouwen in de organisatie en over het gevoel van veiligheid op de Gentse Feesten. Uit de resultaten bleek dat de bezoeker een groot gevoel van veiligheid heeft op de Gentse Feesten. Het vertrouwen in de organisatie speelt hierin een belangrijke rol. De waakzame burger weet aan welke risico s hij zich blootstelt bij een bezoek aan de Gentse Feesten en is eerder verontrust over de eventuele gevolgen van een incident. De zorgeloze bezoeker is niet op zoek naar informatie, maar hecht wel belang aan het feit dat de organisatie er alles aan doet om de bezoekers in een veilige omgeving te laten genieten. Ze willen ook geïnformeerd worden door de organisatoren wanneer er zich mogelijk een onveilige situatie voordoet. Tenslotte worden aanbevelingen geformuleerd om het risicocommunicatiebeleid te optimaliseren. 4

9 Objectieven De vraag om een beleidsrapport rond de risicocommunicatie op de Gentse Feesten te schrijven kwam vanuit de Politiezone Gent, commissariaat Gent-Centrum. In een eerste gesprek lag de nadruk van HCP S. De Smet op wat weten de bezoekers en wat willen ze weten. Om de risicoperceptie en het risico informatie zoekgedrag van de bezoeker van de Gentse Feesten in kaart te brengen werd een survey afgenomen bij de bezoekers zelf. Dit onderzoek kadert in een tweeledige doelstelling: - Hoe worden de huidige risico s en risicocommunicatiemiddelen gepercipieerd door de bezoekers? - Welke acties moeten in de toekomst ondernomen worden om het risico-informatie zoekgedrag te verbeteren? Een antwoord op de centrale onderzoeksvraag Welke kennis en perceptie hebben de bezoekers van de Gentse Feesten over mogelijke risico s en hoe kan het zoekgedrag geoptimaliseerd worden? kan geformuleerd worden aan de hand van de volgende deelvragen die in deel II concreet worden uitgewerkt: o In welke mate verontrusten bezoekers zich over de risico s op de Gentse Feesten? o In welke mate schatten de bezoekers de kans in dat ze met dergelijke risico s zullen worden geconfronteerd? o In welke mate zijn de bezoekers in het verleden al in contact gekomen met calamiteiten op de Gentse Feesten? o Heeft de bezoeker van de Gentse Feesten vertrouwen in de organisatie? o Naar wie gaat de grootste verantwoordelijkheid om open en duidelijk te communiceren over mogelijke risicosituaties op de Gentse Feesten volgens de bezoekers? o In welke mate hebben de bezoekers behoefte aan informatie over bepaalde risico s? o Op welke manier wenst de bezoeker in de toekomst geïnformeerd te worden over risico s? o In welke mate gaan burgers zelf actief op zoek naar informatie m.b.t. risico s? o Hoe veilig voelen de bezoekers zich? o Zijn de bezoekers op de hoogte van het feit dat er reeds middelen rond risicocommunicatie gebruikt worden? 5

10 DEEL I 6

11 1. Theoretisch kader 1.1. Massacommunicatie Gedurende de 20 e eeuw zijn steden, en met name binnensteden, centra van cultuur en vermaak geworden. De kenmerkende sociale relaties in steden lijken vooral tot stand te komen in de stedelijke openbare ruimte (pleinen en straten). Lofland (geciteerd in: van der Land, 2004, p. 70) benadrukt dat de stedelijke openbare ruimte een sociaal karakter kan hebben. Er is sociale interactie aanwezig en daarom hoeft ze niet als onpersoonlijk en afstandelijk te worden beleefd. Blumer (geciteerd in: Fauconnier, 1995, p. 39) maakt een onderscheid tussen mass, crowd, public en group, wat maakt dat noch een positieve, noch een negatieve connotatie aan de orde is bij deze begrippen. De group is in omvang eerder klein. De leden kennen elkaar en delen dezelfde waarden. De crowd of menigte fungeert, volgens Blumer, binnen een beperkte, specifieke ruimte, ze is tijdelijk en treedt vaak opnieuw op met andere samenstelling. Er zit weinig structuur in en er zijn geen wetmatigheden. Het gedrag van de crowd is meestal emotioneel en irrationeel. Een voorbeeld: fans van een zanger bij een optreden. Berlonghi (1995, p. 242) beschrijft 11 types van crowds, elk met hun eigen specifieke samenstelling: Every event has a crowd with life on his own. De massa is ruimer, zo verduidelijkt Blumer, meer heterogeen qua samenstelling en nog meer ruimtelijk verspreid. Toch vertoont ze vaak een min of meer homogeen gedrag. De massa is niet in staat op een georganiseerde manier een bepaalde doelstelling te realiseren. Volgens van Waterschoot, Lagasse, De Haes & Bilsen (2009, p. 538) ontstaat er een situatie van massacommunicatie indien er één bron is en vele ontvangers en waarbij er meestal geen contact is tussen bron en ontvangers. Feedback van de ontvangers vindt daardoor heel moeilijk plaats en met vertraging. Ook de overdracht en de ontvangst van de informatie gebeurt zelden op een ideale wijze omwille van de selectieve aandacht en perceptie. Toch heeft massacommunicatie tot doel op een snelle en efficiënte manier bij een groot publiek een bewijst-zijn op te wekken van producten, diensten of ideeën. Als de vaardigheden van het publiek ontbreken, zo verduidelijkt Lundgren (2009), zal de organisatie die communiceert andere technieken moeten ontwerpen om de verstaanbaarheid te verhogen. Wanneer de zender in deze context de bedoeling heeft de massa te informeren over mogelijke risico s, komen we op het domein van risicocommunicatie. 7

12 1.2. Risicocommunicatie ONTSTAAN VAN RISICOCOMMUNICATIE In het historisch overzicht van Schutter & Braam (2004, p. 51) over de ontwikkeling van risicocommunicatie, stellen zij dat risicoanalyse zich ontwikkelde in de jaren 60. Deze ontwikkeling liep parallel met besluitvorming en regelgeving rond de bouw van kerncentrales. Een aantal ongelukken in de chemische procesindustrie in de jaren 70 resulteerde in de toepassing van dit technisch-wetenschappelijke risico-onderzoek op vestigingsbeslissingen voor nieuwe installaties en wijzigingen in bestaande installaties. Eind jaren 60 kwam er ook belangstelling voor maatschappijwetenschappelijke aspecten van risico s en ontstond er een toenemende aandacht voor publiekscommunicatie m.b.t. risico s, kortweg aangeduid als risicocommunicatie. De term risicocommunicatie werd in 1984 voor het eerst aangetroffen in de vakliteratuur in de Verenigde Staten (Schutter & Braam, 2004, p. 18). Een van de eerste wetenschappelijke werken gepubliceerd over risicocommunicatie is risk communication van Davies, Covello & Allen in 1987 (geciteerd in: Stevens, 2010, p. 43). Gutteling en Kuttschreuter (Geciteerd in: Helsloot, 2004, p. 369) stelden vast dat de hoeveelheid empirische studies waarin de effectiviteit of de doelmatigheid van risicocommunicatie centraal staat, omgekeerd evenredig is aan de gesignaleerde breedheid en de maatschappelijke betekenis van het vraagstuk DOELSTELLINGEN Covello, Winterfeldt & Slovic (geciteerd in: Schutter & Braam, 2004, p. 57) delen de communicatie over risico s op in 4 doelstellingen: - informatie en educatie - preventieve gedragsverandering - waarschuwen voor en informeren over rampen en noodsituaties - gezamenlijke probleemoplossing en conflicthantering. Zij hebben een aantal basisprincipes en algemene richtlijnen gegeven over effectieve risicocommunicatie, over de bron van de boodschap, over het ontwerp van de boodschap, over de communicatiekanalen en over de doelgroep. Ze spreken van een preventieve gedragsverandering. Hierbij wordt van de mensen enige zelfredzaamheid verwacht. Door te communiceren wordt deze zelfredzaamheid ook gestimuleerd. Lundgren & McMagin (2009, p. 15) vermelden dat het publiek moet betrokken worden bij het proces van risico-communicatie, en het doel is dat het proces een dialoog moet zijn, geen monoloog vanuit de organisatie. 8

13 Risk communication is an interactive process. (Sellnow, Ulmer, Seeger, & Littlefield, 2008, p. 5). Gutteling (2011) definieert zijn drie doelstellingen van risicocommunicatie als volgt: - Om maatschappelijk draagvlak te creëren voor beleid, ideeën of technologische innovaties (veruit de meeste studies gaan over dit type vraagstukken), - Om gedragsverandering te bewerkstelligen (nog amper onderzoek bekend), - Om andere, commerciële redenen. Hoewel crisiscommunicatie en risicocommunicatie vaak door elkaar worden gebruikt, zijn er duidelijke verschillen. Ze hebben een totaal andere doelstelling (Sellnow et al., 2008, p. 4): the ultimate goals of risk communication is to avoid crisis CONCEPTEN BINNEN RISICOCOMMUNICATIE Zowel onderzoekers van risicoperceptie als onderzoekers van risicocommunicatie benadrukken in de jaren 90 het belang van de factor vertrouwen en de analyse van het publiek, de menigte of de massa. Schutter (2004, p. 82) vermeldt dat er de afgelopen jaren een groot aantal studies verschenen is waarin vertrouwen onderzocht wordt. De meeste aanbevelingen zijn er op gericht om vertrouwen en geloofwaardigheid te creëren of te herstellen. Zowel Jischa (2004) als Covello, McCallum & Pavlova (2004, p.9) beklemtonen dat bij het hanteren van risicocommunicatie inzicht moet verworven worden over de maatschappij en dat risicocommunicatie-strategieën enkel op lange termijn succesvol zijn als ze ontworpen zijn om vertrouwen te produceren. Vertrouwen is sociaal kapitaal. Dezelfde richting gaan ook Gurabardhi, Gutteling & Kuttschreuter (2005) uit: bij een proactieve benadering van risicocommunicatie wordt de externe omgeving gescreend en worden er communicatieactiviteiten georganiseerd om eventuele negatieve gebeurtenissen te vermijden of het publiek vooraf te instrueren. Openheid en eerlijkheid in de richting van het publiek is hierbij het motto. Door vooraf te communiceren over bepaalde risico s worden onrust en verwijten uit de samenleving veelal weggenomen. Negatieve reacties achteraf zijn nooit weg te nemen, maar kunnen wel verminderen. Kasperson, Golding & Tuler (1992) geven een ontwerp van een risicocommunicatieprogramma in 5 stappen: - behoefte-inventarisatie; - inhoudelijke analyse van het debat; - ontwerp van het risicocommunicatieproces; 9

14 - ontwerp van risicocommunicatiestrategieën en technieken; - monitoring en evaluatie. Ook ter Huurne (2008), Klinke & Renn (geciteerd in: Eriksson, Gilek & Rudén, 2010, p. 24), Lundgren et al. (2009, p. 19) en Baram (1984) benadrukken dat risicocommunicatie moet gebaseerd zijn op de noden, het vertrouwen, de percepties, de bezorgdheden en de ervaringen van de menigte. 10

15 1.3. Evenementen De afgelopen jaren is er een duidelijke toename van het aantal evenementen in België waarneembaar. De Gentse Feesten is een typisch voorbeeld van een evenement dat veel bezoekers trekt en een nationale (zelfs internationale) uitstraling heeft SOORTEN EVENEMENTEN Bij Tarlow (2002, p. 7) wordt een lange lijst van soorten evenementen weergegeven. Daarbij haalt hij het fenomeen aan van de 21 e eeuw: onze mobiele maatschappij heeft een totaal andere blik op vrije tijd en het doorgeven van informatie is nog nooit zo snel geweest. Daarom is risicocommunicatie, nu meer dan ooit, heel belangrijk, ook op kleinere evenementen, die heel snel kunnen uitgroeien tot grote crises. Schaap (2009) onderscheidt drie soorten evenementen: - terugkerende evenementen; - incidentele evenementen; - spontane evenementen. Veel evenementen zijn terugkerend, zoals de jaarmarkt, carnaval, het dorpsfeest, de bekende danceparty's (I love techno, ) en diverse grote popfestivals (Rock Werchter, ) én de Gentse Feesten. De organisatoren van deze evenementen hebben vaak al veel ervaring met het evenement of met soortgelijke evenementen. Daardoor hebben zij goed inzicht gekregen in de gevolgen voor de veiligheid: de cruciale risicofactoren zijn bekend. Schaap (2009) duidt hier op het gevaar dat veel terugkerende evenementen worden georganiseerd op 'routine. Schaap (2009) maakt een onderscheid tussen routine-evenementen en periodieke evenementen. De eerste vorm kenmerkt zich door een groot aantal herhalingen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij voetbalwedstrijden die regelmatig plaatsvinden. De autoriteiten zijn zich zeer bewust van risico's en hebben een goede informatiepositie opgebouwd. Zo kan vaak op voorhand al duidelijk zijn wanneer er sprake is van een verhoogd veiligheidsrisico en kunnen risicogroepen in kaart worden gebracht. Bij periodieke evenementen is sprake van bijvoorbeeld jaarlijks terugkerende evenementen. Voor beide typen terugkerende evenementen geldt dat er in de loop der jaren nieuwe elementen aan de orde kunnen zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot de omvang, locatie of organisatie van het evenement RISICO S OP EVENEMENTEN Evenementen brengen veiligheidsvraagstukken met zich mee, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van grote mensenmassa s op een relatief beperkte oppervlakte. Incidenten zoals grootschalig 11

16 supportersgeweld bij voetbalwedstrijden, de onderkoeling van veel mensen, de vertrappeling van muziekliefhebbers op de Love Parade in Duisburg in juli 2010 en het recente drama op Pukkelpop in augustus 2011 tonen aan dat het niet alleen gaat om theoretische risico s. Sinds medio jaren negentig zien we dat risico-inschatting en risicobeheersing bij evenementen een steeds grotere rol zijn gaan spelen in verband met de verzekerbaarheid van risico s en aansprakelijkheidskwesties. Dit geldt zowel voor de fysieke risico s (safety) als voor de beveiliging van evenementen (security) (Tarlow, 2002, p. 15). Wanneer er een ongeval plaatsvindt op een evenement, dan wordt dat tegenwoordig meer dan vroeger beschouwd als een incident dat voorkomen had kunnen worden, indien de organisator betere preventieve maatregelen had genomen. Geweld bij evenementen wordt doorgaans gerekend tot de veiligheidsrisico s vanuit het openbare orde aspect (Schaap, 2009). Hiertoe behoren diverse vormen van overlast, diefstallen en allerhande vormen van ordeverstoringen: vechtpartijen, verbaal geweld, brandstichting, geluidsoverlast, hinder. Schaap (2009) verduidelijkt dat het publiek, de activiteit, de ruimte (ruimte is een van de cruciale variabelen bij het ontstaan en voorkomen van problemen rondom of tijdens een evenement), de dreiging en de organisatie kenmerkend zijn en een grote rol spelen bij het ontstaan van calamiteiten op grootschalige evenementen. Dit alles wordt in de volgende alinea s beknopt besproken op basis van wat Schaap (2009) daarover schrijft in Muller et al. Vanuit de sociale wetenschappen wordt vaak de aanwezigheid van mensenmassa s als definiërend kenmerk van evenementen gehanteerd. Wat dit betekent voor de veiligheid is uitgewerkt door Berlonghi (1995, p. 246). Die benadering neemt niet het evenement als uitgangspunt, maar de aanwezigheid van veel mensen op een bepaalde locatie. Een sleutelelement van het organiseren van de veiligheid bij een dergelijk grootschalig publieksevenement vormt in deze benadering vooral het managen van de mensenmassa. Naast het aantal aanwezige mensen, is het profiel van het publiek een bepalende factor. Een analyse van het publiek dat een specifiek evenement trekt zal vaak een indicatie kunnen zijn voor de mogelijke veiligheidsrisico s die sociale verhoudingen, maatschappelijke ontwikkelingen en maatschappelijke gebeurtenissen voor het evenement kunnen opleveren. De risico's van een evenement worden ook mede bepaald door het soort van activiteiten dat op en rond het evenement plaatsvindt. Hierbij zijn de aard van de activiteiten en de tijdsdimensie van de activiteiten (korte, eenmalige activiteiten of voortdurende activiteiten? Activiteiten overdag of 's nachts?) van groot belang. 12

17 Ook de relatie van de activiteiten tot het publiek is belangrijk: tijdens evenementen kan het publiek meer of minder actief betrokken zijn, als toeschouwer of deelnemer. Deelname aan activiteiten kan directe persoonlijke veiligheidsrisico's opleveren (denk aan gevaarlijke sporten). Publiek dat in een massa staat te springen, levert meer risico's op dan publiek dat zittend kijkt naar een parade. De relatie tussen de omvang van een evenement en de veiligheid worden voor een groot deel bepaald door de factor ruimte. In de praktijk blijkt dat een groot deel van de crises waarmee evenementen te maken krijgen in relatie staat tot gebrek aan ruimte. Te veel personen bevinden zich op een te klein oppervlak en er ontstaat verdringing of verdrukking. In de ergste gevallen worden mensen zelfs letterlijk vertrapt. Dit wordt helaas maar al te goed geïllustreerd door het drama tijdens de Love Parade in Duisburg op 24 juli 2010, waarbij eenentwintig mensen stierven en 340 mensen gewond raakten. Er kunnen verschillende gebeurtenissen plaatsvinden die als triggers fungeren: een plotselinge omslag van het weer (het onweer dat over de weide van Pukkelpop trok waardoor iedereen droog wilde staan), een opstootje of brandje (de explosie van het Spitburgerkraam op de Gentse Feesten in 2008), een gebeurtenis die velen willen zien (optreden van Pearl Jam op Roskilde festival in 2000), bepaalde looproutes, het openen van één of meerdere hekken of doorgangen. Deze situatie wordt soms nog verergerd als vele aanwezigen moe (al vele uren op de been), dronken en/of gedrogeerd zijn. Veelal blijkt sprake van een combinatie van een gebrek aan ruimte dan wel een gepercipieerd gebrek aan ruimte en een of andere vrij onverwachte of plotselinge (positief of negatief beoordeelde) gebeurtenis. De factoren publiek, activiteiten en ruimte geven met elkaar nog geen volledig beeld van de risico's van een evenement. Verschillende incidenten maken duidelijk dat ook de factor 'dreiging' van grote betekenis is. Bij een dreiging doelt Schaap op mogelijke al dan niet moedwillige aantastingen van de veiligheid waar een evenement mee te maken kan krijgen. Een dreiging kan ontstaan door fysieke omstandigheden zoals dreigend noodweer of een dreigende aardbeving. Terroristen, activisten en voetbalhooligans kunnen het evenement beschouwen als interessant doelwit. Een doorgedraaide fan kan een dreiging veroorzaken voor een aanwezige artiest. In de analyse van risico's van evenementen is een benadering vanuit een organisatorisch perspectief relevant. De veiligheidsorganisatie van een evenement bepaalt mede de risico's, kan een risico vergroten of verkleinen en kan nieuwe risico's in zich herbergen, zowel voor als tijdens het evenement. 13

18 1.4. Crowd management en crowd control Evenementen vormen een deel van de bloeiende nationale en internationale industrie. Aangezien evenementen toenemen in populariteit, stijgt ook de opkomst. Door die snelle stijging, zijn crowd management en crowd control belangrijke items geworden in die industrie (Abbott & Geddie, p. 259; Zhan, Monekosso, Remagnino, Velastin & Xu, 2008, p. 345). Crowd management en crowd control worden dikwijls als synoniemen gebruikt (Fruin, 1993, p. 6; Berlonghi, 1995, p. 241). Crowd management voorziet erin alles naar de wensen van het publiek te laten verlopen. Crowd control begint daar waar het publiek iets doet wat je niet wilt dat het doet. Crowd management is proactive while crowd control is reactive. (Berlonghi, 1995, p. 241) CROWD MANAGEMENT Crowd management is het systematisch analyseren en door gerichte maatregelen reduceren van de risico's die ontstaan wanneer zich grote groepen mensen ergens verzamelen (Fruin, 1993; van de Haterd, 2002). Tot crowd management hoort ook het signaleren van ongewenste situaties en het ingrijpen daarin voordat de zaak escaleert. Risico s kunnen echter moeilijk gemeten worden, men moet ze inschatten. Elke risicoanalyse is daarom een inschatting die berust op vakkennis, analyse van eerdere, vergelijkbare evenementen en vooral ook op deskundigheid door ervaring. Toepassen van crowd management wordt gedaan voordat het evenement begint! Upton (2010) omschreef zijn visie op crowd management als een combinatie van de kwantitatieve en kwalitatieve benadering. Kwantitatief wil zeggen dat er gebruik gemaakt wordt van cijfers, metingen en technieken om publieksgedrag te sturen, de dichtheid van het publiek te meten, de doorstroming te berekenen, bezoekers te tellen, de publieksstroom te reguleren. Maar juist bij popconcerten en festivals is er dat onvoorspelbaar gedrag, met opwinding, met massapsychologie. De risico's in een 'psychological crowd' zijn niet te kwantificeren, ze hebben ook een grote subjectieve component. Er is ook het cultureel bepaald gedrag waarbij mensen gevaarlijke situaties juist opzoeken, zoals bij het zogenaamde 'slam dancing', 'moshing' of 'skanking', extreme manieren van dansen die in een mensenmassa tot gevaarlijke situaties kunnen leiden. Elke inschatting van risico's bij een popconcert of festival, stelt Upton (2010), moet een kwantitatieve en kwalitatieve component hebben. Net zoals Berlonghi (1995), Fruin (1993), van de Haterd (2002) en Upton (2010), is Earl (2004) ervan overtuigd dat gedrag- en veiligheidsfactoren van de crowd moeten besproken worden in preevent discussions. Zodat de infrastructuur en de dienstverlening afgestemd wordt op de risicokarakteristieken. 14

19 CROWDCONTROL Een van de belangrijkste doelstellingen van crowd management is te voorkomen dat er waar dan ook een te grote publieksdichtheid ontstaat. Misschien is dat de reden dat de termen crowd control en crowd management vaak als synoniemen gebruikt worden. Van oudsher heeft crowd control echter een meer repressieve betekenis met de nadruk op technieken en instrumenten om mensenmassa's in bedwang te houden of een bepaalde kant op te leiden, in het geval van openbare ordeproblemen desnoods met geweld of dreigen daarmee. Crowd control bij evenementen duidt op maatregelen om gebieden af te bakenen, de publieksstroom te reguleren met hekken en bewegwijzering, en op het compartimenteren van publiek door middel van barrières (Berlonghi, 2008, p. 241). Crowd control maakt vrijwel altijd deel uit van de systematische crowd management-benadering, omdat grote publieksdichtheid nu eenmaal een van de belangrijkste risico s is (van de Haterd, 2002). Ook Reinerman (2009) stelt dat crowd control gaat om het analyseren van risico s en door gerichte maatregelen reduceren van die risico s. Als ieder mens reageert zoals hij geïnformeerd is, dan betekent dit dat je door informatieverstrekking de reactie van de mens kan beïnvloeden DYNAMIEK VAN DE MASSA EN CROWD MANAGEMENT We zijn in onze samenleving gewend aan grote massa's mensen die zich op een bepaalde tijd en plaats verzamelen om er iets te beleven of ergens van te genieten. Festivals, tentoonstellingen, concerten en sportwedstrijden worden door duizenden of tienduizenden mensen bezocht, en meestal verloopt dat zonder grote problemen. Maar soms gaat zo'n massa zich ineens anders gedragen dan voorzien - vaak nadat er iets onverwachts gebeurde, of iets met een sterke emotionele impact. Een grote menigte kan dan een gevaarlijke eigen dynamiek ontwikkelen: sterke stuwing van achteren naar voren, tegengestelde publieksstromen, mensen die over hekken proberen te klimmen zoals op het Heizeldrama in In het ergste geval kan zo'n mensenmassa een verpletterende kracht ontwikkelen (van de Haterd, 2002) Fruin (2002) geeft een lange lijst van tragische incidenten waarbij tientallen of honderden mensen omkwamen. In voetbalstadions zijn duizenden onder de voet gelopen of klem gedrukt, toen poorten gesloten bleken, hekken bezweken of voortijdig vertrekkende fans op hun passen terugkeerden toen er toch nog gescoord werd. Ook bij popfestivals zijn in de loop der jaren honderden mensen omgekomen, zoals in 2000 nog tijdens het Deense Roskilde-festival waar de 'druk naar voren' acht jongeren fataal werd. In Nederland ontstond in 2001 een bijna-ramp na afloop van Dance Valley toen het vervoer van de festivalbezoekers vastliep en in Duitsland werden op de Love Parade tientallen feestvierders verpletterd door de te nauwe doorgang. 15

20 Crowd management richt zich erop te voorkomen dàt er iets mis kan gaan. Door middel van een degelijke risicoanalyse én communicatie kan men bepaalde calamiteiten voorkomen op grote evenementen (Theunissen, 2008, p. 10). Dit onderzoek wil inzicht geven in de mogelijke aanknopingspunten met crowd management om een meer effectieve risicocommunicatie door te voeren op de Gentse Feesten VOORZORGSMAATREGELEN BIJ RISICOANALYSE De kern is dat de meeste incidenten voorkomen kunnen worden door goede voorbereiding en planning. Daarvoor is het nodig systematisch de risico's op te sporen en voorzorgsmaatregelen te nemen. Die risicoanalyse moet rekening houden met factoren als: - plaats (ligging en lay-out van een locatie, vervoer erheen en terug, ontwerp van het gebouw, vluchtwegen, toegankelijkheid voor hulpdiensten); - tijd (valt het evenement samen met andere regionale evenementen, vindt het overdag of 's nachts plaats, zijn er mogelijkheden voor gespreide openings- en sluitingstijden); - externe factoren (weersomstandigheden, dreiging terrorisme); - factoren inherent aan het evenement (programmering, inschatting van de publieke belangstelling, met welk type publiek heb je te maken, hoe gedragen artiesten zich, is het te verwachten dat zich minder vredelievende groepjes onder het publiek mengen, brandgevaar bij festivalcampings); - communicatie (heldere en ondubbelzinnige informatie naar het publiek, instructie van personeel, noodstroom voor omroepsysteem en noodverlichting) (van de Haterd, 2002; Berlonghi, 1995). Naast het complexe verhaal van de factoren die allemaal op elkaar inwerken zijn er ook erg veel zogenaamde actoren, betrokkenen met hun eigen specifieke belangen: het publiek, de artiesten, de organisator, de locatieverstrekker, de vervoersbedrijven, security-bedrijven, toeleveranciers, politie, brandweer, medische diensten. Want publieksveiligheid mag dan in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de organisator van een evenement zijn, uiteindelijk is de samenwerking tussen alle betrokkenen de enige manier om tot een werkelijk verantwoord evenement te komen (Van Duykeren, geciteerd in: van de Haterd, 2002). In hoofdstuk 2 van dit rapport worden alle betrokkenen van de organisatie van de Gentse Feesten opgelijst. 16

21 Modellen: FIST (force, information, space & time) en FRIS (framework of risk information seeking) CROWD MANAGEMENT: FORCE, INFORMATION, SPACE & TIME (FRUIN, 1993) Fruin (1993) bestudeerde de dynamiek van de massa. Vier elementen vormen samen een model waardoor de dynamiek van een menigte kan begrepen worden (gebaseerd op het FIST-model van Fruin, 1993, p. 5): a) Force (kracht) De kracht die een grote massa kan ontwikkelen bij een hoge dichtheid is bijna niet tegen te houden of te controleren. Een grote mensenmassa die duwt zorgt als het ware voor een domino-effect: de mensen vallen tegen elkaar en zorgen voor een enorme druk aan de randen van de menigte. Die druk kan tot ernstige ongevallen leiden met in het ergste geval de dood. De meeste dodelijke ongevallen vinden plaats door verstikking en niet door vertrappeling. Deze ongevallen vinden meestal niet plaats aan de rand van de menigte, waar ook de omheining staat, maar een paar meter van deze rand weg. Eén kant ondervindt druk van de massa en beweegt mee, de andere kant duwt zich hier tegen om zelf geen verstikkingsgevaar op te lopen. De kleine groep die zich hier tussen bevindt, draagt bijgevolg de zwaarste gevolgen. b) Information (informatie) Informatie is ruim en heeft verschillende vormen. Het vervat alle soorten van communicatie: the sights and sounds affecting group perceptions, public address announcements, training and actions of personnel, signs, and even ticketing. (Fruin, 1993, p. 5) In een grote publieksmassa, bijvoorbeeld voor het hoofdpodium van Rock Werchter, is het praktisch onmogelijk om te zien wat er 15 meter verder precies plaatsvindt. De informatie die de menigte ontvangt, kan via meerdere kanalen verzonden worden. Dit kan via lichtkranten, brochures die worden uitgedeeld, informatieborden, politie en stewards (Vandebotermet, 2008). c) Space (ruimte) De ruimte die het individu heeft in de massa speelt ook een belangrijke rol in het begrijpen van de dynamiek van een menigte. Het al dan niet overbevolkt zijn van een ruimte is afhankelijk van twee elementen. Het eerste is de kritieke dichtheid of het gemiddelde gebied dat een persoon heeft in 17

22 een ongecontroleerde massa, het tweede is architectuur van de locatie waar de volkstoeloop plaatsvindt. In een massa staat het individu steeds op een bepaalde afstand van anderen. Vier individuen met een normaal lichaamsgewicht hebben voldoende bewegingsvrijheid per vierkante meter (Still, 2000). Als men uitgaat van het ideale gewicht van een persoon, dan zouden 8,4 personen per vierkante meter volgens Fruin ervoor zorgen dat de individuele controle van het menselijk lichaam onmogelijk wordt. De praktijk heeft al aangetoond dat het menselijk lichaam tot een dichtheid van 10 personen per vierkante meter kan geraken. Op de onderstaande afbeelding is er sprake van een dichtheid van 8,4 personen per vierkante meter, de individuen staan dusdanig dicht op elkaar dat zelfs armbewegingen moeilijk te maken zijn. Figuur 1: dichtheid van 8.4 personen per vierkante meter (Fruin, 1993) Wanneer er sprake is van een kritieke dichtheid in de mensenmassa verliest het individu controle over de bewegingen van zijn lichaam. Zware en oncontroleerbare drukgolven worden op volgende wijze door een massa gecreëerd, bij deze incidenten is de kans groot dat mensen door de druk in ademnood komen of zelfs stikken (van de Sande, 2011). De architecturale eigenschappen van een gebouw of locatie waar een evenement of crowding plaatsvindt, staat in voor het goed beheer van de ruimte. Het is belangrijk dat de architectuur van de locaties de veiligheid van grote mensenmassa s kunnen verzekeren. Voldoende ruimte voor het aantal aanwezigen is zeker nodig. Ook publieke locaties moeten deze berekening maken, treinstations moeten zorgen dat er voldoende plaats is voor de reizigers en dus ook hun verwacht 18

23 aantal bezoekers inschatten. Er moet een voldoende aantal in- en uitgangen zijn en het terrein zelf kan men verdelen in compartimenten om het publiek van elkaar te scheiden. d) Time (tijd) De verschillen in tijd bij het vormen van massa s zijn makkelijk te herkennen. Het gestaag opbouwen van een menigte of het meteen vullen of leeglopen van een ruimte, de gevolgen van deze laatste kunnen verstrekkend zijn. Door de kortere tijdspanne die een persoon heeft om een plaats te verlaten, bijvoorbeeld bij het einde van een optreden, wordt bepaalde punten overbevolkt. De uitgangen laten niet toe om een dergelijke massa vlot naar buiten te leiden. Hier wordt de maximale dichtheid van de massa vaak bereikt, de kritieke dichtheid wordt met momenten ook overschreden. Tijd is een belangrijke factor om de dynamiek van het publiek te begrijpen, organisatoren kunnen de tijd zodanig plannen dat overbevolking aan de uitgang van een terrein of festivalweide vermeden wordt. Vooral op het onderdeel informatie van het FIST-model zal in dit onderzoekrapport ingegaan worden. Bij de analyse en resultaten van het empirisch onderzoek zal onderzocht worden voor welke mogelijke informatiekanalen de bezoekers van de Gentse Feesten opteren RISICOCOMMUNICATIE: FRAMEWORK OF RISK INFORMATION SEEKING (TER HUURNE, 2008) Eén van de relevante modellen voor dit onderzoek over informatie zoekgedrag gerelateerd aan het risicodomein, is het Risk Information Seeking and Processing model (RISP) van Griffin, Dunwoody, & Neuwirth (1999). Drie determinanten zijn daarbij bepalend volgens hen: information sufficiency, perceived information gathering capacity en relevant channel beliefs. Met dit RISP-model trachtten ze de voorspellers van risico-informatie zoekgedrag te duiden. Volgens het RISP is de belangrijkste voorspeller van risico-informatie zoekgedrag de perceptie van een informatie-tekort. Deze informatiebehoefte wordt geconceptualiseerd als information sufficiency en vertegenwoordigt de perceptie van een kloof tussen de aanwezige hoeveelheid kennis ten opzichte van de benodigd geachte kennis om adequaat met risico s om te kunnen gaan. Perceived information gathering capacity is iemands perceptie van de capaciteit die hij heeft om de informatie te zoeken en te verwerken die nodig is om zijn einddoel te bereiken (Griffin et al., 1999). Het begrip relevant channel beliefs betreft de overtuiging die mensen hebben over de betrouwbaarheid en het nut van een bepaald kanaal of medium. Een model dat is ontwikkeld met de nadruk op risicogerelateerde factoren is het FRIS-model (Ter Huurne, 2008), het Framework of Risk Information Seeking. Deze aanvulling op het RISP-model 19

24 richt zich specifiek op variabelen die mensen motiveren risico-informatie te zoeken en kan gebruikt worden om risico-informatie zoekgedrag te stimuleren. Het FRIS-model geeft inzicht in de factoren waarop mensen in de praktijk hun risico-informatie zoekgedrag baseren. Mensen worden zich van het risico bewust. Hierin spelen de risicoperceptie, de mate van betrokkenheid en zelfredzaamheid een rol als katalysator van het bewustwordingsproces. Deze factoren bepalen het doel of de toepassing van risico-informatie of de behoefte aan risico-informatie. Het FRIS-model (figuur 2) geeft goed inzicht in de determinanten van risico-informatie zoekgedrag. De drie factoren die in het model gerepresenteerd worden, zijn van belang om mensen bewust te maken van risico s en bepalen uiteindelijk het risico-informatie zoekgedrag. Deze factoren vormen ook het uitgangspunt van het empirisch onderzoek in deel III. Figuur 2: Framework of risk information seeking (ter Huurne, 2008, p. 136) a. Risicoperceptie De organisatoren van de Gentse Feesten kunnen op verschillende manieren rekening houden met risicopercepties. Wanneer ze weten op welke manier de bezoekers tegen een risico aankijken, dan kan hiermee rekening gehouden worden bij de inhoud van de boodschap, het communicatiemiddel en het doel van de communicatie. Volgens Gelders, Patesson, Vandoninck, Steinberg, Van Malderen, Nicaise, De Ruyver, Pelc, Dutta, Roe & Vander Laenen, (2008, p.35) bestaat het concept risicoperceptie uit 2 componenten: een cognitieve component en een affectieve component. Het cognitieve deel is het rationele proces dat men doorloopt om objectieve risico-informatie om te zetten in gepast gedrag. Het affectieve deel hangt samen met de persoonlijke betrokkenheid bij de risico-informatie. Hier 20

25 bepaalt vooral deze affectieve component het eigenlijke gedrag van een persoon. In feite speelt de affectieve component, waarbij de nadruk ligt op emoties en persoonlijke waardeoordelen, een centrale rol in de risicoperceptie. Slovic (1987) geeft op een gedetailleerdere wijze aan hoe de risicoperceptie tot stand komt. Volgens hem baseren mensen hun oordeel op de huidige en gewenste risico s van gevaren en op de gewenste mate van regelgeving. Deze oordelen zijn weer gerelateerd aan oordelen op andere gebieden, te weten: gevarenstatus gebaseerd op kenmerken die betrekking hebben op risicoperceptie en attitudes; de voordelen dat de risico s opleveren voor de maatschappij; het aantal doden veroorzaakt door het risico in een gemiddeld jaar; het aantal doden veroorzaakt door het risico in een rampzalig jaar. b. Betrokkenheid Grofweg kan bij betrokkenheid het publiek in drie groepen worden onderverdeeld. Ten eerste de groep latente personen, zij denken niet vaak aan het probleem, in dit geval een risico, en hebben een lage betrokkenheid. Ten tweede de bewuste groep, personen in deze groep denken vaker aan het risico, maar de betrokkenheid en het gevoel persoonlijk iets te kunnen doen varieert. De derde en laatste groep bestaat uit actieve personen. Kenmerkend voor deze groep is dat zij veel frequenter aan het desbetreffende risico denken. Ze hebben daarnaast een hoge betrokkenheid en hebben niet of bijna niet het gevoel zelf iets te kunnen veranderen aan de situatie. Bij deze laatste groep is actief communiceren, verzamelen van kennis en het bijbehorende gedrag naleven het meest waarschijnlijk (Grunig, 1989). Krugman (1965) heeft ontdekt dat personen die gering betrokken zijn, wel informatie tot zich nemen. Meer nog: dat mensen informatie door herhaling tot zich nemen. Door steeds de boodschap te herhalen, leerden de personen steeds iets meer van de boodschap. c. Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid bij risico s betreft de handelingen van burgers om risico s te onderkennen en zelfstandig preventieve maatregelen te treffen. Zelfredzaamheid tijdens incidenten betreft de handelingen van burgers om vanuit een bedreigde omgeving zelfstandig en/of met hulp van aanwezige anderen een ruimte te bereiken die niet bedreigd wordt door de dreiging/het ongeval of de effecten daarvan (van den Brand, 2005). Mensen zijn alleen in staat om hun zelfredzaamheid te vergroten, als ze weten welke voorbereidingen zinvol zijn en wanneer zij vertrouwen hebben in die voorbereidingen. Als dat vertrouwen in voorbereidingen ontbreekt, kan dat gemakkelijk leiden tot bagatellisering van het 21

26 risico. In de communicatie moet er dus vooral aandacht zijn voor het handelingsperspectief (Ruitenberg & Helsloot, 2004). Doorgetrokken naar het kader van risicocommunicatie kunnen we dit beschouwen als het geloof van burgers in hun capaciteiten om gepaste actie te ondernemen wanneer geconfronteerd met risicovolle incidenten. Met betrekking tot het concept zelfeffectiviteit, duidt Ter Huurne (2009, geciteerd in De Smet, 2011) in haar rapport op het belang van vertrouwen in experten, regering en andere institutionele instellingen. Situaties waarin burgers geconfronteerd worden met risico s waar ze weinig controle over hebben of moeilijk kunnen begrijpen, leiden tot een lagere mate van zelfeffectiviteit. d. Information sufficiency In 2004 stelden Griffin, Neuwirth, Dunwoody en Giese de belangrijke component van het risicoinformatie zoekgedrag, nl. information sufficiency, als volgt voor: we propose that more effortful information seeking and processing will be motivated when the sufficiency threshold is higher than the amount of such information the respondent feels he or she currently has. Daarmee wordt naar de perceptie van een kloof tussen de aanwezige hoeveelheid kennis ten opzichte van de benodigd geachte kennis om adequaat met risico s om te kunnen gaan, verwezen. e. Risk information behavior (seeking) Atkin (1973) stelde de information seeking theory op. Daarin stelt hij dat, als de zekerheid bij de mensen over bepaalde objecten afneemt, er vervolgens behoefte ontstaat om informatie te zoeken. Maar dit risico-informatie zoekgedrag zou enkel tot stand komen als de benefits van het zoeken naar informatie opwegen tegen de kosten. Gutteling en Kuttschreuter (2002) menen dat bij de beoordeling van een risicosituatie vooral informatie gezocht wordt over de kans op gebeuren van het risico. Indien er sprake is van een dreiging, zal er informatie gezocht worden om met de dreiging te kunnen omgaan. Zij gaan er ook vanuit dat de ernst van de dreiging samenhangt met de mate van zoeken. Dit zal getoetst worden bij de analyses van dit beleidsrapport. Ter Huurne (2008, p. 16) ziet risico-informatie zoekgedrag als een startpunt om volwaardige risicocommunicatie, met een solide interactie tussen zender en ontvanger, te ontwikkelen. 22

27 2. Gentse Feesten In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de case van dit beleidsrapport, nl. de Gentse Feesten. Het leek ons belangrijk de context van de Gentse Feesten te situeren om zo een beeld te krijgen van het ontstaan van de Feesten, de (complexe) organisatiestructuur en de interne reglementering. De wettelijke en juridische bepalingen over het organiseren en controleren van evenementen komen niet aan bod in dit beleidsrapport aangezien deze zich op een ander onderzoeksdomein situeren. Toch zal dit item niet onbesproken blijven bij de aanbevelingen Historiek Op de website van de stad Gent ( alsook op de website van de Gentse Feesten ( ) vinden we de volledige geschiedenis van de Feesten terug. Het fenomeen dat nu jaar na jaar als "Gentse Feesten" telkens opnieuw furore maakt, begon anderhalve eeuw geleden onder de naam 'Algemene Kermis - Kermesse Générale", of couranter, "Gemeentefeest - Fête Communale". Dit door de overheid gedicteerde, jaarlijkse stadsfeest paste bij de tijdsgeest van het jonge België, gedomineerd door een bourgeoisie die haar nieuwe macht en welstand levenslustig wou etaleren. Na de geslaagde start van 1843 vloog de feestmachine tientallen jaren haast op automatische piloot verder. Jaar in jaar uit werden alles bij elkaar slechts minieme veranderingen in programma aangebracht. In de officiële terminologie hield men het steevast bij "Gemeentefeest", maar toch dook al vanaf de vroegste jaren her en der de benaming "Gentse Feesten" op. Op zich een eerder summiere omschrijving die toen al als beste bewijs van groeiende populariteit kon gelden. Al in het derde jaar van de feesttijdrekening zwaaiden de poorten van de stad tijdens de feestdagen kosteloos open, zoals een speciale affiche wist te melden. Ook de meeste monumenten en musea mochten tijdens die dagen door iedereen gratis worden bezocht. De stadspoorten verdwenen in 1860, de traditie van het gratis museumbezoek blijft tot vandaag overeind. Naar de eeuwwisseling toe ging de stadskermis, alle ervaring en routine ten spijt, steeds meer aan het slabakken. Velen hielden de feesten voor bekeken en vonden, dankzij een toegenomen mobiliteit, buiten de stad andere vormen van recreatie. Uiteindelijk zette de Eerste Wereldoorlog een punt achter de stilaan zichzelf overlevende 19deeeuwse versie van het Gentse Gemeentefeest. Tijdens de oorlogsjaren werd er in Gent uiteraard niet veel gefeest. De opschorting bood de kans om na de oorlog met een resoluut nieuwe aanpak 23

28 te starten, maar dit werd slechts gedeeltelijk hard gemaakt. Voortaan startten de feesten op de derde zondag van juli, om de nationale feestdag in de feestweek in te schakelen. Drijvende krachten waren meer en meer de lokale dekenijen en sportclubs die het initiatief grotendeels uit handen van het stadsbestuur onttrokken. Ondanks de onmiskenbare democratisering van de feestkalender werd het in de eerste helft van vorige eeuw toch steeds moeilijker om de grote massa op de been te krijgen. De reden lag voor de hand: als gevolg van de uitbouw van de sociale wetgeving en de toenemende vrije tijd, daalde de behoefte om alle vertier in één feestweek samen te persen. Veel van de manifestaties (sport, muziek, toneel) - waar in juli het etiket Gentse Feesten werd op gekleefd, kon men ook buiten die ene week vrijwel het hele jaar rond bijwonen. In 1940 zette het oorlogsgeweld voor de tweede keer een domper op de jaarlijkse feestvreugde. Werd er van stadswege niets officieels gepland, dan betekende dit echter niet dat de feestweek in de oorlogsjaren onopgemerkt voorbij ging. Pas in de "fifties" kon in het zog van de heropbouw van België en de toenemende welvaart, van een bescheiden opleving sprake zijn. Een terugkeer naar de grote dagen van weleer kon dit allerminst voorstellen. De vakantievlucht uit de stad, die al lang vóór Wereldoorlog II was begonnen, begon steeds grotere vormen aan te nemen en lokte alsmaar meer loontrekkenden weg, met funeste gevolgen voor de feesten. Toen in de jaren zestig met de groeiende sociale welvaart daar nog de charter uittocht naar zonniger stranden bovenop kwam, zakten de feesten nog dieper weg. De vernieuwing die de Gentse Feesten in de jaren 70 pas echt groot zou maken, was een uitvloeisel van de contestatiebeweging in mei Het volkse element, uit aversie tegen alles wat naar kleinburgerlijkheid rook, kreeg als vanzelf de volle aandacht. Door de toenemende betrokkenheid van vrijwel ieder die met kunst, cultuur of recreatie te doen had, kregen de feesten in de jaren 90 meer creatieve diepgang: podiumkunsten, straattheater, stadswandelingen, bezoek aan anders ontoegankelijke monumenten, tentoonstellingen, kunstmarkten, artistiek aperitief, enz... : een echt populair en stadsomvattend evenement. Door de stijgende aandacht en bezoekersaantallen werd in 2000 een permanente Gentse Feestenzone met tijdelijke en permanente vermaakcentra bepaald. Hierdoor kunnen de feesten territoriaal niet meer groeien, alles met betrekking tot de feesten moet binnen de zone plaatsvinden. De historische binnenstad, de gratis toegang, de massa en de diversiteit aan attracties en publiek maken dat het noodzakelijk is een coherente en efficiënte risicocommunicatiestrategie uit te werken. 24

29 2.2. Organisatie De Stad Gent organiseert de Gentse Feesten niet, maar de Stad Gent is wel de draaischijf van de Feesten. De Dienst Feestelijkheden coördineert het evenement, steunt de organisatoren, ondersteunt de vele initiatieven, leidt de globale communicatie en organiseert zelf verschillende activiteiten. Het organisatiecomité (OC) bestaat uit volgende instanties: Burgemeester Schepen Feesten/Voorzitter OC Schepen Milieu Kabinet Feesten/Secretaris OC Kabinet Burgemeester Kabinet Milieu Departement Stadspromotie en Sport Departement Cultuur Dienst Feestelijkheden/Directeur/Ondervoorzitter OC Dienst Feestelijkheden Politie Openbare Ordecel Scheepvaartpolitie Brandweer FOD Gezondheid Nood en Interventieplanning Gebiedsgericht Werking Centrum Dienst Bruggen Wegen en Waterlopen Dienst Markten en Foren Dienst Voorlichting Milieudienst Dienst Milieutoezicht Gentinfo Juridische Dienst De Lijn Dienst Mobiliteit Dienst Lokale Preventie/Drugcoördinator Dienst Lokale Preventie/Horecacoach IVAGO Dienst Protocol 25

30 Dienst Sociale voorzieningen KOBRA Parkeerbedrijf 2.3. Reglementering en crowd management op de Gentse Feesten De stad Gent neemt een groot aantal veiligheidsmaatregelen om de veiligheid van het publiek te verzekeren. Beleidsbeslissingen en richtlijnen worden jaarlijks besproken en herzien door de bevoegde instanties. Het collegebesluit van burgemeester en schepenen met betrekking tot de Gentse Feesten bevat reeds heel wat bepalingen die behoren tot crowd management. Het inplantingsplan van de vermaakcentra en de infrastructurele maatregelen van de Gentse Feestenperimeter bevatten ook elementen uit het crowd management. Daarenboven heb je het veiligheidsdossier en het BNIP (Bijzonder Nood- en Interventieplan) van de Gentse Feesten. De inhoud van deze documenten wordt besproken en de elementen met betrekking tot crowd management worden uitgelicht (Draaiboek Gentse Feesten). Reeds in december beginnen de werkzaamheden rond de reglementering voor de volgende editie van de Gentse Feesten. In januari keurt het college de algemene werkwijze voor de organisatie en coördinatie van de Gentse Feesten goed. Uitgangspunt hierbij is dat een algemeen plan wordt opgemaakt waarbij alle bestemmingszones worden aangeduid. Binnen dit algemeen plan wordt dan vooreerst de Gentse Feestenzone afgebakend. Vervolgens worden de vermaakcentra bepaald. Dit is de omschrijving van het publieke domein dat een organisator of dekenij ter beschikking krijgt voor de ontwikkeling van zijn activiteit. Uit gesprekken met verschillende belangrijke actoren van het OC, een bezoek met HCP S. De Smet tijdens de Gentse Feesten aan de commandopost, het evaluatieverslag en de beschrijving van het crowd management op de Gentse Feesten door Vandebotermet (2008), komen we tot het volgende: VERMAAKCENTRA Binnen zijn eigen vermaakcentrum dient elke organisator (of pleinverantwoordelijke een lijst met alle pleinverantwoordelijken bijlage 4) zijn organisatie uit te tekenen. In het collegebesluit worden ook de evacuatieroutes (gewone en bijzondere) en de aanrijroutes voor de hulp- en veiligheidsdiensten bepaald. Deze worden ook op de invulplannen van de organisatoren voorzien. Al deze elementen werden sinds 2003 jaar na jaar (samen met de veiligheidsdiensten) geëvalueerd en verfijnd. 1 Evaluatieverslag Politie: bijlage 6 26

31 Er zijn enkele voorwaarden waaraan de vermaakcentra moeten voldoen om hun activiteiten te kunnen houden. De inrichting van het centrum moet er ook voor zorgen dat het publiek de plaats vlot kan verlaten. Daarenboven moeten de organisatoren voorzien dat er bij opkomsten die een hogere publieksdichtheid van 70% verwachten, maatregelen genomen worden. Het inplantingsplan wordt op een blanco plan ingevuld, dit blanco plan wordt voorzien door de Dienst Feestelijkheden. Alle vergunde organisatoren moeten zich zo intekenen. De pleinorganisatoren moeten hun eigen plan voor een afgesproken datum indienen bij de Dienst Feestelijkheden, de Politie Gent en Brandweer Gent MAATREGELEN BINNEN DE GENTSE FEESTENPERIMETER Om het evenement in goede banen te leiden zijn er verschillende posten opgesteld binnen de perimeter van de Gentse Feesten. Er is de centrale gemeentelijke operationele commandopost in het centrum van de Gentse Feestenperimeter. Daarnaast is er een fictieve commandopost voorzien en er is ook ruimte voor een vooruitgeschoven medische post en medische interventieposten. Tenslotte heb je de brandweerpermanenties binnen de Gentse Feestenperimeter. (bron: het evaluatieverslag Gentse Feesten 2011; nood en interventieplan; Draaiboek Gentse Feesten 2011; veiligheidsplan; bezoek aan CP-OPS; Vandebotermet, 2008). Uit Vandebotermet (2008) kunnen de volgende maatregelen geciteerd worden: a) De centrale gemeentelijke operationele commandopost (CP-OPS) Deze commandopost is constant actief en bereikbaar tijdens de Gentse Feesten. Het crisiscentrum van de Gentse Feesten bevindt zich onder deze commandopost, wat zorgt voor een vlotte en snelle samenwerking bij problemen op het evenement. Er zijn drie disciplines vertegenwoordigd op deze commandopost: de politie, brandweer en medische discipline. De CP-OPS is de locatie waar alle gegevens van camerabewaking ontvangen worden. De camera s worden 24u/24u in het oog gehouden en bemand door personeelsleden van de Politiezone Gent. De lichtkranten worden eveneens beheerd vanuit deze commandopost. Over de Gentse Feestenperimeter staan zes lichtkranten verdeeld. De teksten op de lichtkranten zijn louter veiligheidsgericht of met het oog op het leiden van het publiek. Wanneer pleinen afgesloten worden bij het bereiken van hun maximale capaciteit wordt dit ook gemeld op de lichtkranten. Heel wat teksten voor de lichtkranten worden op voorhand opgesteld in samenspraak met de veiligheidsdiensten. Het is immers van groot belang snel te reageren op calamiteiten. b) Fictieve commandopost in de vermaakcentra Binnen de evenementenzone van het vermaakcentrum moet er steeds een ruimte voorzien zijn om mogelijks een commandopost op te richten. Deze post wordt pas bemand als er aanwijzingen zijn 27

32 tot of calamiteiten zijn binnen het betreffende vermaakcentrum. De verantwoordelijken van de drie disciplines en de veiligheidsverantwoordelijke van het centrum nemen plaats in deze ruimte. Wanneer het publiek dreigt te groot te worden en te zorgen voor problemen wordt deze post ingenomen om de massa te begeleiden. Vanuit deze commandopost is er een duidelijk zicht op het terrein en de evacuatiedoorgangen. c) Vooruitgeschoven medische post, medische interventieposten en brandweerpermanenties De vooruitgeschoven medische post wordt operationeel bij het afkondigen van het Medisch Interventieplan. De oprichting vindt plaats op 3 locaties binnen de Gentse Feestenperimeter. De medische interventieposten zijn dagelijks operationeel tijdens de Gentse Feesten, hun beschikbaarheid is afhankelijk van de locatie. De centraal gelegen hulpposten zijn bijvoorbeeld op ander tijdstippen open dan de hulpposten aan het ICC Het veiligheidsdossier Het stadsbestuur van Gent en de verschillende veiligheidsdisciplines stellen jaarlijks samen een blanco veiligheidsdossier op. Dit dossier bevat zowel de actieve als passieve aspecten van veiligheid die toegepast worden op de Gentse Feesten. De organisatoren en veiligheidsverantwoordelijken van de vermaakcentra dienen dit dossier in te vullen en de vooropgestelde veiligheidsrichtlijnen te volgen. Het definitieve veiligheidsdossier wordt door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd. Onderstaande onderwerpen worden onder meer aangehaald in dit veiligheidsdossier. a) De veiligheidsverantwoordelijke Deze persoon staat in voor de opvolging van de veiligheidsmaatregelen, afspraken en wetgeving binnen (en rond) het vermaakcentrum. Gezien de veiligheidsverantwoordelijke zorgt voor de constante opvolging van de veiligheid op het evenement, is hij een belangrijk contactpersoon voor de verschillende veiligheidsdiensten. b) Security en stewards De security en stewards staan onder de bevoegdheid van de veiligheidsverantwoordelijke van het vermaakcentrum en hebben verschillende taken. Zij moeten in het oog houden of de maximale publiekscapaciteit niet overschreden wordt en de evacuatieroutes vrij gehouden worden. Deze personen hebben hierdoor een preventieve functie: wanorde of misdrijven dienen zij te voorkomen. c) Capaciteitsberekening Het inplantingsplan wordt gebruikt als instrument om de maximumcapaciteit van het vermaakcentrum te berekenen. Enkel de capaciteit van de publiekszone mag berekend worden, alle andere zones (inclusief evacuatie- en publieksroutes) binnen het vermaakcentrum vallen hier buiten. De Gentse brandweer heeft, wegens het niet bestaan van een uniforme wetgeving 28

33 betreffende capaciteitsberekening, een eigen aantal parameters gemaakt op basis van alle bestaande regelgeving. Deze parameters, zeven in totaal, worden gebruikt door de organisatoren en veiligheidsverantwoordelijken om de publiekscapaciteit van hun vermaakcentrum te berekenen. d) Bijzonder Nood- Interventieplan (BNIP) De organisator en veiligheidsverantwoordelijke van het vermaakcentrum moeten voorbereid zijn op een onvoorziene gebeurtenis waarvan de gevolgen niet in te schatten zijn. De drie veiligheidsdisciplines integreren alle maatregelen van de organisator en veiligheidsverantwoordelijke en corrigeert die waar nodig (Brandweer Gent, Bijzonder Nood- en Interventieplan Gentse Feesten). e) Overbevolking Het stadsbestuur van Gent heeft specifieke afspraken gemaakt met de vermaakzones inzake overbevolking. Deze gaan als volgt: 1. Wanneer 70% van de maximumcapaciteit van de publiekszone is bereikt, verwittigt de veiligheidscoördinator de centrale gemeentelijke commandopost. 2. De verantwoordelijke officier van de commandopost verwittigt telefonisch de verantwoordelijken van discipline één, twee en drie. 3. De camera s worden gericht op het betreffende vermaakcentrum. 4. De lichtkranten krijgen een informerende tekst met betrekking tot het bijna bereiken van de maximumcapaciteit. 5. De verantwoordelijken van de eerste, tweede en derde discipline bekijken de beelden van de camera s of begeven zich naar de fictieve commandopost van het betreffende vermaakcentrum. 6. De drie disciplines kunnen door middel van overleg beslissen of het centrum al dan niet afgesloten wordt. 7. De veiligheidsverantwoordelijke geeft aan zijn medewerkers het signaal het nodige materiaal te plaatsen voor het afsluiten van het vermaakcentrum. 8. Op de lichtkranten wordt de tekst VERMAAKCENTRUM X AFGESLOTEN geplaatst. 9. De camera s worden gericht op de publieks- en evacuatieroutes en laat indien nodig de politie optreden dat de wegen niet overbevolkt geraken. Overbevolking wordt nauw in het oog gehouden in vermaakzones om overcrowding te vermijden. In dit onderzoek wordt ook nagegaan hoe de bezoeker de maatregelen die men neemt om overcrowding tegen te gaan, ervaart. 29

34 2.4. SWOT-analyse De SWOT-analyse werd uitgevoerd door Vandebotermet (2008) in het kader van een bachelorpaper. Mits enige aanpassingen aan de hand van het Evaluatieverslag van 2011 kunnen we ons hierbij aansluiten. Strength - Alle actoren zijn betrokken bij het opbouwproces en het evenement. Zowel de organisatoren, de veiligheidsdisciplines als de stad hebben hun aandeel in het proces. De veiligheidsvoorschriften die worden opgelegd door de stad Gent aan de organisatoren van de vermaakcentra bieden een grote meerwaarde. Alvorens de organisator zijn centrum mag openen, moet hij voldoen aan deze voorschriften. - Het type publiek kan goed ingeschat worden, het evenement gaat dan ook al enige tijd mee. De aard van het publiek is verschillend, tijdens de namiddag en vroege avond zijn er veel gezinnen en ouderen binnen de perimeter. s Avonds en s nachts vooral jongeren die willen feesten. De meeste calamiteiten worden dan ook verwacht, waardoor de nodige actoren tijdig kunnen ingrijpen. Gezien de vermaakcentra een heterogeen publiek aantrekken, kunnen de veiligheidsdiensten inschatten welk publiek zich aangetrokken voelt door welk vermaakcentrum. - De centrale gemeentelijke operationele commandopost (CP-OPS) is centraal gelegen binnen de Gentse Feestenperimeter. Door de grootte van de perimeter spreekt het voor zich dat er gebruik wordt gemaakt van camera s. Deze staan strategisch geplaatst en worden 24u/24u opgevolgd door de Lokale Politie Gent. - Ook het beheer van de lichtkranten vanuit deze commandopost is een sterkte. De CP-OPS is het centraal meldpunt voor alle mogelijke problemen met betrekking tot veiligheid. Er zijn voldoende actoren aanwezig om in te grijpen. Ook de plaatsing van de fictieve commandoposten in de vermaakcentra is een sterkte. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over wanneer deze posten in gebruik genomen worden. Tijdens of voor mogelijke calamiteiten bieden zij een zicht op de situatie die zich afspeelt binnen het centrum. - De interventie van de medische- en brandweereenheden is goed voorbereid. De aanrijroutes zijn op voorhand bepaald wat de snelheid van een interventie enkel maar kan bevorderen. - De evacuatieroutes zijn goed gesignaleerd door middel van borden. De routes worden bij normale omstandigheden vrijgehouden door security en stewards. Vanaf het moment dat de fictieve commandopost wordt ingesteld neemt het personeel van de Politiezone Gent deze taak over. 30

35 - Vroeg openen en laat sluiten zorgt voor een minder grote opkomst op hetzelfde tijdstip. De vermaakcentra zorgen voor optredens op de Gentse Feesten, maar door de omringende commerciële activiteiten die tot de vroege ochtend duren is er geen sprake van grote publieksverhuizingen na deze optredens. De in- en uitloop van de perimeter en vermaakcentra verloopt bijgevolg ook gemoedelijk. - Jaarlijks worden de Gentse Feesten uitgebreid geëvalueerd, zowel goede als slechte punten in de organisatie worden aangekaart. Deze evaluatie is essentieel om de zwakkere onderdelen in het veiligheidsbeleid in kaart te brengen en te verbeteren (zie Evaluatieverslag 2011 in bijlage). Weakness - Er is geen ticketverkoop. Men kan de Gentse Feestenperimeter en zijn vermaakcentra betreden zonder enige vorm van toegangsbewijs. Het ontbreken van tickets draagt bij tot het open karakter van de Gentse Feesten, maar het zorgt ook voor extra risico s. Organisatoren kunnen nooit volledig inschatten hoe groot de opkomst zal zijn op een avond. Een constante alertheid is nodig om niet tot een te groot bezoekersaantal te komen. Daarenboven kan op een ticket bijkomstige en nuttige informatie staan voor het publiek, bijvoorbeeld wat er allemaal toegelaten is op het terrein of hoe de evacuatieroutes gesignaleerd zijn. Het ontbreken van controle op ticketverkoop wordt toch deels opgevangen door het integreren van een stappenplan met betrekking tot de maximumcapaciteit van het vermaakcentrum. - Er staan slechts 6 lichtkranten verspreid over de Gentse Feestenzone. - Het is moeilijk te berekenen wanneer er precies 70% van de publiekszone in een vermaakcentrum is bezet. Bij drukke momenten kan niet geteld worden hoeveel personen het gebied betreden en vertrouwen op het zicht van de massa kan ook verraderlijk zijn. Indien mogelijk zou men een algemeen meetsysteem moeten implementeren om de capaciteit van het terrein correct te berekenen. - De infrastructuur binnen de Gentse Feestenperimeter ligt deels vast, de locatie van de gebouwen en straten kan niet worden gewijzigd. Soms kunnen kleinere straatjes zorgen voor het ontstaan van een bottleneck. Ook de uitstroom van het publiek kan door de infrastructuur beïnvloed worden, de in- en uitgangen moeten correct geplaatst zijn om het publiek evenredig het centrum te doen betreden of verlaten. Aangezien de straten naar de centra al decennia vast liggen, kan men deze niet aanpassen met het oog op een vlottere doorstroom van het publiek. 31

36 - Het grote oppervlak van de Gentse Feesten zorgt, ondanks het frequente cameragebruik, voor vandalisme, wildplassen en andere calamiteiten. Bezoekers hebben soms het gevoel niet bekeken te worden binnen de grote perimeter. Het is onmogelijk alles te controleren en daarom moet zoveel mogelijk preventief gewerkt worden, bijvoorbeeld door het plaatsen van dranghekken rond huizen. Opportunity - Nieuwe communicatiemiddelen geven extra kansen om de situatie kenbaar te maken bij de bezoekers. - Op Belgisch grondgebied zijn er geen evenementen die te vergelijken zijn met de Gentse Feesten. Er vinden genoeg evenementen plaats op pleinen in een binnenstad, maar nooit van deze grootte. Ook in het buitenland vinden de grote volksfeesten vaak niet plaats in het centrum van de stad. Dit kan en mag geen reden zijn om geen kansen van buitenaf te zien. De details in de aanpak verschillen steeds per evenement en kunnen de veiligheid en crowd management op de Gentse Feesten naar een hoger niveau tillen. Threats - Het niet bestaan van een uniforme regelgeving inzake het berekenen van de maximumcapaciteit van een ruimte kan nefast zijn voor het publiek. Indien mogelijk zou op nationaal vlak een overleg moeten plaatsvinden om de parameters van de berekening te concretiseren en vast te leggen. Ondanks het ontbreken van uniforme parameters hebben de veiligheidsdiensten van de Gentse Feesten toch hun eigen parameters kunnen opstellen voor verschillende types zones. - De Gentse Feesten vereisen een lange voorbereiding en goede organisatie. Andere evenementen op het Gentse grondgebied kunnen problemen vormen om de kwaliteit van de voorbereidingen te garanderen. Een voorbeeld hiervan is de aankomst van de Tour de France in Gent in 2007, de voorbereidingen hiervan vroegen ook veel tijd en dat evenement vond net plaats voor de Gentse Feesten. - Tijdens de Gentse Feesten moet men er ook op voorzien zijn dat er voorbij de perimeter ook problemen kunnen ontstaan en de veiligheidsdiensten moeten hier ook voldoende personeel kunnen inzetten. - Technische problemen met elektronische apparatuur als camera s of lichtkranten kunnen zware gevolgen hebben. Deze problemen kunnen vaak niet voorspeld worden, maar hun impact is niet te onderschatten. Men moet voorbereidingen treffen om deze apparatuur tijdig te kunnen vervangen voor er problemen ontstaan. Wanneer een lichtkrant niet werkt, kan het publiek informatie missen die mogelijks van belang is. 32

37 DEEL II 33

38 3. Empirisch Onderzoek 3.1. Probleemstelling De organisatoren van het mega-event de Gentse Feesten lijken niet te beschikken over een gestructureerde en coherente risicocommunicatie-strategie. Naar aanleiding van de recente tragische gebeurtenissen bij de Love Parade in Duisburg (2010) én de ramp op Pukkelpop (2011), is de discussie rond crisis- en risicocommunicatie op massamanifestaties terug op de agenda geplaatst. Meer risicocommunicatie lijkt perfect aangewezen bij het organiseren en managen van grootschalige evenementen. Volgens Keune, Mertens, Goorden en Loots (2001) hebben de Duitse socioloog Beck en de Britse socioloog Giddens duidelijk proberen te maken dat risico s in de loop der tijd een steeds belangrijker maatschappelijk en wetenschappelijk onderwerp zijn geworden. De laatste jaren is er vooral aandacht voor crisiscommunicatie, terwijl er onderzoek ontbreekt naar risicocommunicatie bij grootschalige evenementen. Binnen het crowd management heeft de relatief jonge discipline van risicocommunicatie een grote verandering doorgemaakt. In de laatste decennia is duidelijk geworden dat de traditionele, top-down benadering, d.w.z. het eenvoudigweg vertellen van de objectieve waarheid over risico s, niet volstaat. Groeiende inzichten in en veranderende perspectieven ten aanzien van risicocommunicatie hebben een nieuw tijdperk van risicocommunicatie doen ontstaan waarin een meer democratische, bottom-up benadering van risicocommunicatie wordt beschreven (ter Huurne, 2008). Aan de hand van de resultaten van het onderzoek, willen we de risicoperceptie, de zelfredzaamheid en de betrokkenheid van de bezoeker in kaart brengen en voorstellen formuleren om het risico-informatie zoekgedrag bij de bezoekers van de Gentse Feesten over mogelijke risico's, zoals gauwdiefstallen, overmatige drukte, vluchtroutes, afsluiten van de pleinen, panieksituaties, bij te sturen. De centrale onderzoeksvraag in dit beleidsrapport is bijgevolg: Welke kennis en perceptie hebben de bezoekers van de Gentse Feesten over de mogelijke risico s en hoe kan het zoekgedrag gestimuleerd worden? Volgende deelvragen kunnen helpen bij het beantwoorden van de centrale vraag: OV 1: In welke mate verontrusten bezoekers zich over de risico s op de Gentse Feesten? OV 2: In welke mate schatten de bezoekers de kans in dat ze met dergelijke risico s zullen worden geconfronteerd? 34

39 OV 3: In welke mate zijn de bezoekers in het verleden al in contact gekomen met calamiteiten op de Gentse Feesten? OV 4: Heeft de bezoeker van de Gentse Feesten vertrouwen in de organisatie? OV 5: Naar wie gaat de grootste verantwoordelijkheid om open en duidelijk te communiceren over mogelijke risicosituaties op de Gentse Feesten volgens de bezoekers? OV 6: In welke mate hebben de bezoekers behoefte aan informatie over bepaalde risico s? OV 7: Op welke manier wenst de bezoeker in de toekomst geïnformeerd te worden over risico s? OV 8: In welke mate gaan burgers zelf actief op zoek naar informatie over risico s? OV 9: Hoe veilig voelen de bezoekers zich? OV 10: Zijn de bezoekers op de hoogte van het feit dat er reeds enkele middelen rond risicocommunicatie gebruikt worden? 35

40 3.2. Wat eraan voorafging BELEIDSRAPPORTEN In Nederland wordt grote aandacht besteed aan risicocommunicatie en crowd management op grootschalige evenementen. Enkele onderzoekers werden voor dit beleidsrapport aangeschreven. In onderstaande tabel wordt de inbreng van de communicatie schematisch weergegeven. Ook de politie Leuven werd voor dit onderzoek aangeschreven om een benchmark te zijn door cijfers of bestaand onderzoek op te vragen over Marktrock. Van de Sande H. Nog uit te geven boek: Mail op 20/09/2011 massapsychologie of de massa in verband gebracht met: individu, motivatie, gevaar, samenleving, macht, wetten, situatie, tijd & media, tezamen een inleiding vormend tot hoe men met massa s om kan gaan. Reinerman H. Artikel: Handreiking Evenementen: Mail op 14/09/2011 crowd management. Artikel: Er voor vluchten kan niet meer. Adang O. Eigen expertise Mail op 26/08/2011 Tailleur D. Evenementenbeheer Politie Leuven: Mail op 22/08/2011 geen cijfers of onderzoek bekend over Marktrock. Ter Huurne, J. Proefschrift FRIS-model Mail op 7/02/ VOORGAANDE ONDERZOEKEN OP DE GENTSE FEESTEN In het verleden werden al enkele onderzoeken uitgevoerd op de Gentse Feesten. In 2000 werd een uitgebreide beleidsvoorbereidende nota opgesteld door Erwin Van De Wiele, directeur-generaal, Departement Cultuur, Recreatie en Welzijn; en Jan Schiettekatte, directeur Dienst Feestelijkheden. In deze nota werd een stand van zaken opgemaakt rond de Gentse Feesten, in nauwe samenwerking met een ruime "denktank" van experts. Een reeks aanbevelingen werden opgesteld waarvan het merendeel betrekking had op technisch/organisatorische aspecten van de Gentse Feesten en het (huidige en toekomstige) programma. 36

41 In 2001 werd een aanzet gegeven tot een economische analyse door na te gaan wat de impact is, op korte en lange termijn, van de Gentse Feesten op de binnenstedelijke economie (zowel binnen als buiten de eigenlijke "Gentse Feesten-zone"). Een tal bezoekers werd toen bevraagd omtrent hun bestedingspatroon. Op 8 maart 2002 keurde de Vlaamse Regering de oprichting van een "Steunpunt Toerisme en Recreatie" goed. Het Steunpunt fungeert als een basisonderzoeks- en informatiecentrum voor toeristisch-recreatieve vraagstukken. Het bouwt een beleidsondersteunend onderzoeksprogramma uit dat gericht is op: de versterking van de beleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie op het gebied van toerisme en recreatie; de detectie van de behoeften binnen de sector toerisme en recreatie; en de opvolging van de dynamiek aan de aanbod- en vraagzijde opdat middelen efficiënt en effectief ingezet worden, in het bijzonder deze van de publieke sector BACHELORPAPER CROWD MANAGEMENT OP DE GENTSE FEESTEN: EEN MULTIDISCIPLINAIRE AANPAK NADER BEKEKEN. (C. VANDEBOTERMET, ) In het verleden werd reeds een bachelorpaper geschreven over het Crowd management op de Gentse Feesten tot het bekomen van de graad van Bachelor in de Maatschappelijke Veiligheid (Vandebotermet, 2008). In deze paper wordt het begrip crowd management meermaals in de mond genomen. Er wordt beschreven wat deze term precies inhoudt en welke wetgeving hierrond bestaat. Vandebotermet beschrijft welke actoren bij de publieksbeheersing in het Gentse betrokken zijn en welke maatregelen zij nemen. In deze paper werd weliswaar geen empirisch onderzoek uitgevoerd en diende enkel om een breder perspectief te krijgen op de begrippen crowd control, crowd management en de op de organisatorische veiligheidsmaatregelen binnen de Gentse Feestenperimeter STUDIEDAG EVENEMENTEN EN MANIFESTATIES, 15 MAART Onder de Draak vzw organiseerde op 15/03/2011 al voor de achtste keer een studiedag over openbare veiligheid bij manifestaties en evenementen. Het ging vooral over Risicocommunicatie bij evenementen. In de voormiddag kwam dr. J.M. Jan Gutteling aan het woord (Center for Conflict, Risk and Safety Perception, Universiteit Twente), terwijl in de namiddag dieper ingezoomd werd op het festivaldrama dat zich in 2010 op de Love Parade in Duisburg afspeelde. Organisator Ivan 37

42 Saerens kreeg dit jaar opnieuw een aantal bekende sprekers rond de tafel voor een debat: onder meer burgemeester Louis Tobback en festivalorganisator Herman Schueremans namen hieraan deel. Als onderzoeker heeft Gutteling (2011) een brede belangstelling voor vraagstukken die betrekking hebben op de menselijke communicatie én perceptie van risico's, met specifieke interesse in het gebied van de crisis- en risicocommunicatie. De uitdaging van zijn onderzoek is na te gaan hoe de menselijke informatieverwerking en risico- en veiligheidsbeleving zich verhoudt tot de meestal moeilijk vatbare informatie en welke reacties daarbij optreden. Gutteling is er eveneens van overtuigd dat, naast preventieve veiligheidsmaatregelen waardoor de risico s en crisissituaties beter ingeschat en onder controle kunnen gehouden worden, het aanzetten tot en het aanleren van zelfredzaamheid bij individuen in sommige gevallen de gevolgen van rampen, calamiteiten of crisissituaties sterk kan beperken. In de namiddag vond het debat plaats: Schuld en boete. Een panelgesprek: Wat liep er fout tijdens de Love Parade in Duisburg? : 24 juli 2010: een mooie, warme zomerdag. De Gentse Feesten gingen het laatste weekend in en in Duisburg stroomden honderdduizenden mensen toe om te feesten tijdens de jaarlijkse Love Parade. Maar het noodlot sloeg toe, wat een groots feest had moeten worden, ontaardde in één groot drama met als resultaat: 21 doden en liefst 509 gewonden, waaronder sommigen in zeer kritieke toestand. Verschillende stakeholders debatteren over schuld en boete en vooral, had dit drama kunnen vermeden worden? En welke lessen trekken we hieruit? Het was een boeiend panelgesprek met mensen die vanuit de praktijk hun visie en hun aanbevelingen met het publiek wilden delen. In gevolge deze studiedag heb ik meer inzicht gekregen in de theoretische context van risicocommunicatie. Ook het hoe en waarom beleidsmakers, autoriteiten en organisatoren in alle mogelijke situaties hier bijzonder veel aandacht moeten aan besteden, werd duidelijk zowel in de toespraak van dr. Gutteling als in het debat. 38

43 3.3. Onderzoeksdesign ONDERZOEKSMETHODE EN DATAVERZAMELING: FACE-TO-FACE SURVEY Dit onderzoek werd gedaan door middel van een een face-to-face survey. Er werden 348 bezoekers bevraagd. De vragenlijst bestaat enkel uit gesloten vragen. Aan de hand van een 5-puntlikertschaal (afhankelijk van de vraag van helemaal niet akkoord tot helemaal akkoord, van helemaal niet verantwoordelijk tot verantwoordelijk of van altijd tot nooit ) werden alle vragen opgesteld. De respondenten werden bevraagd door de enquêteur en moesten zelf niets invullen. Elke respondent kreeg ook een incentive mee, geschonken door de Stad Gent en Politie Gent. De respondenten hadden de keuze tussen een balpen of een petje van de Politie ofwel een GSM-zakje of lippenbalsem van de Stad Gent. Alle dagen van de Gentse Feesten (van 16 tot 25 juli 2011) werd een survey afgenomen op 2 momenten van de dag: in namiddag (tussen 14 en 18u) en in de vooravond (tussen 18 en 22u). 60.6% van de respondenten (211 bezoekers) werd in de namiddag bevraagd, de overige 39.4% (137 bezoekers) s avonds. Er werden op verschillende tijdstippen vragenlijsten afgenomen om zo veel mogelijk diversiteit in socio-demografische kenmerken te bekomen en een zo hoog mogelijke representativiteit te genereren. Praktisch gezien was het echter onmogelijk om ook s nachts vragenlijsten af te nemen. De vragenlijst werd afgenomen op verschillende locaties: - aan een lichtkrant: 163 respondenten (46.8%) op de hoek Sint-Baafsplein Belfortstraat, - niet aan een lichtkrant: 185 respondenten (53.%) op de Korenmarkt en Kouter. De invloed van een lichtkrant op de antwoorden van de respondent wordt in de analyse en rapportering besproken. De onderzoekseenheden zijn alle Vlaamssprekende burgers binnen de Gentse Feestenperimeter, ouder dan 16 jaar. Ook de reden van aanwezigheid op de Gentse Feesten (bezoeker of werkzaam) werd in kaart gebracht. Voor dit onderzoek werden geen wegingsvariabelen gehanteerd omdat het met dit verkennend onderzoek, dat een nulmeting betreft, niet de bedoeling is om te segmenteren of tot bepaalde profielen te komen, maar wel om uitspraken te doen over de bredere bezoeker HET ONTWERP VAN DE VRAGENLIJST EN RAPPORTERING Wie een survey moet opstellen, kan vaak terugvallen op bestaand onderzoek. Uit de literatuurstudie bleek echter al snel dat er weinig bruikbare studies bestaan. Studies die 39

44 risicocommunicatie onderzoeken situeren zich veelal in de sfeer van Health Communication of op het gebied de chemische industrie, van transport van gevaarlijke grondstoffen, bijvoorbeeld. Deze survey werd opgesteld op basis van volgende zaken: het eerst deel van de vragenlijst is gebaseerd op eerder onderzoek van ter Huurne (2008) rond risico-informatie zoekgedrag. Risk perception, self efficacy, involvement, information sufficiency en risk information behavior werden ook hier bevraagd, doch werden de oorspronkelijke onderzoeksvragen van ter Huurne, gebaseerd op industriële risico s, gewijzigd naar het domein van risico s op grootschalige evenementen, zoals die kunnen voorkomen op de Gentse Feesten. In het tweede deel wordt nagegaan hoe de bezoeker de reeds gebruikte risicocommunicatiemiddelen waarneemt. Het gaat hier over de lichtkranten, de sfeerbeheerders en de politie op straat. Ook enkele vragen rond het veiligheidsgevoel en de mogelijke risico s op massamanifestaties komen voor in de vragenlijst. Deze vragen kwamen voort uit de gesprekken met belangrijke actoren binnen de organisatie van de Gentse Feesten. Datum Naam Organisatie + Functie 3/09/2010 Tiny Van de Keere Communicatieadviseur, Politie Gent 14/09/2010 Wim Beelaert Kabinetschef Schepen van Cultuur, L. Decaluwé 20/09/2010 Ivan Saerens Voorzitter vzw Onder de draak 21/09/2010 Steven De Smet Hoofdcommissaris Politie Gent, Externe Relaties 1/10/2010 Jan Schiettekatte Directeur Dienst Feestelijkheden, Stad Gent Niet toegestaan Patrick Joos Veiligheidsofficier Politie Gent Tabel 1: chronologisch verloop van gesprekken met belangrijke actoren van de Gentse Feesten Elk van deze personen heeft een andere blik en inbreng binnen de organisatie van de Gentse Feesten. Het evaluatieverslag van de Gentse Feesten 2011 en het Politieverslag (Dienst Feestelijkheden Stad Gent) vindt u terug als bijlage. De rapportering wordt onderverdeeld in 6 grote concepten. De eerste 5 vindt men terug in het FRIS-model van ter Huurne (2008): - Risicoperceptie - Self efficacy - Involvement - Information sufficiency - Risk info seeking 40

45 Als laatste wordt safety en crowd control gerapporteerd. Daarna worden de correlaties zoals in het model van ter Huurne voorgesteld, ook toegepast op onze data. De significante verschillen en trends worden in onderstaande rapportering weergegeven en beschreven. De gedetailleerde analyses per mogelijke onveilige situatie of risico voor occurance, severity en experience, zijnde - Agressie - Vechtpartijen - Brand - Explosie of aanslag - Overmatige drukte - Paniek in de massa - Gauwdiefstallen - en afgesloten pleinen. Deze worden in de bijlage geschematiseerd. Ze werden telkens getoetst met de sociodemografische variabelen leeftijd, geslacht, hoogst behaald diploma en aantal uren op de Gentse feesten. De verwijzing naar de grafieken in bijlage wordt gedaan aan de hand van de letter B en een cijfer. Dit is een nulmeting; het is een beschrijvend beleidsrapport en kan in de toekomst bij verder onderzoek uitgebreid worden met segmentatie en profilering van de bezoekers. 41

46 3.4. Analyse en rapportering RAPPORTERING Aangezien de survey op straat werd afgenomen, werd het aantal vragen zeer beperkt gehouden. Er werd niet gewerkt met constructen of concepten die a.d.h.v. verschillende items werden gemeten. De antwoordcategorieën worden steeds oplopend geformuleerd a.d.h.v. een 5-puntlikertschaal: van helemaal niet akkoord (=1) tot helemaal akkoord (=5). De outputs van de analyses en de grafieken in Excel werden op USB-stick toegevoegd in bijlage. Bij zowat alle variabelen was het missingpercentage, het aantal niet beantwoorde vragen, onder de 5,7% (meestal 2 à 3%), wat niet problematisch is. Alleen bij de vraag over hoe de respondent in de toekomst wil geïnformeerd worden over mogelijke risico s lag het aantal missings hoger, nl. tussen de 5.2% en 8.3%. Het gaat steeds over uitspraken met een betrouwbaarheidsniveau van minimaal 95%. Na de beschrijvende en verkennende analyses volgt een overzicht van de significante correlaties die gevonden werden PROFIEL VAN DE RESPONDENT De vragenlijst werd beantwoord door 162 (46.6%) mannen en 175 (50.4%) vrouwen. 14,9 3 7,4 lager secundair onderwijs hoger secundair onderwijs hoger onderwijs KT 13,1 34,8 hoger onderwijs LT universitair onderwijs 26,8 student Figuur 3: hoogst behaald diploma (in %, N= 336). Ruim de helft van de respondenten heeft een diploma hoger niet-universitair of universitair onderwijs op zak: 26.79% Hoger onderwijs Korte Termijn (Bachelor), 13.10% Hoger Onderwijs LT (gelijkgesteld universitair diploma) en 14.88% een universitair diploma (Master). 2.96% van de respondenten antwoordde student (figuur 3). 42

47 Figuur 4 geeft de verdeling qua leeftijd weer: bijna 75% van de respondenten is tussen de 26 en 55 jaar. De gemiddelde leeftijd was 40 jaar (M= 40.20, SD= 13.93). De jongste respondent was 16 jaar, de oudste 77 jaar. Figuur 4 : leeftijdscategorie (in %, N= 339) Ruim 65% van de respondenten blijft tussen de 3 à 6 uur op de Gentse Feesten. Een kleine minderheid (2.41%) blijft minder dan 2 uur en 8.13% blijft er langer dan 10 uur (figuur 5). 8,1 2,4 6,9 16,9 32,8 1 à 2 uur 3 à 4 uur 5 à 6 uur 7 à 8 uur 9 à 10 uur meer dan 10 uur 32,8 Figuur 5: aantal uur per bezoek (in %, N= 332) Gemiddeld blijft men 6.06 uur bij een bezoek aan de Gentse feesten (M= 6,06, SD= 2.82). Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen voor wat betreft het aantal uur dat ze op de Feesten ( ²(5, N= 323)= 4,54, p= 0,474) blijven. Evenmin tussen het hoogst behaalde diploma en het aantal uur dat ze op de Gentse Feesten blijven ( ² (25, N= 327)= , p= 0,838). Er is een heel zwak, verwaarloosbaar negatief verband tussen het aantal uur op de Gentse Feesten en de leeftijd (r= , N= 329, p < 0.001). 43

48 Aangezien de politie in de toekomst ook met nieuwe communicatiemiddelen (bijvoorbeeld Twitter) wil werken, werd aan de bezoekers het bezit van GSM of smartphone gevraagd. Van alle respondenten heeft slechts 18.2% een smartphone. Het bezit van een smartphone is vooral bij de jongere generaties duidelijk. Grafiek 1: bezit GSM/smartphone per leeftijdscategorie RISICOPERCEPTIE Risicoperceptie kan worden gezien als het waarnemen en/of beoordelen van risico s. Kijk ik steeds goed rond? 25% van de respondenten gaat op de Gentse Feesten steeds goed rondkijken om te zien of er zich in zijn buurt iets ernstigs voordoet. Bijna de helft van de bezoekers percipieert geen risico s in hun omgeving bij het bezoek aan de Gentse Feesten (grafiek 2). 44

49 Grafiek 2: risicoperceptie Het gemiddelde van jongeren (M= 2.22, SD= 1.12) is wel significant verschillend van ouderen (M= 3.75, SD= 0.62). Er is een aanwezig maar zwak positief lineair verband (r= 0.229, N= 316, p< 0,001) tussen de leeftijdscategorie en de risicoperceptie op de Gentse feesten: hoe ouder men is, hoe meer men gaat rondkijken of er zich iets ernstigs voordoet in zijn buurt (F (5,302)= 4.873, p< 0,001) (grafiek 3). Grafiek 3: gemiddelde risicoperceptie per leeftijdscategorie Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen (t= , df=306, p= 0.311) wat betreft het goed rondkijken naar onveilige situaties in de buurt. Men gaat niet significant (t= 2.154, df= 314, p= 0.032) meer rondkijken naar wat er zich afspeelt in de omgeving in de nabijheid van een lichtkrant (M= 2.76, SD = 1.29) dan niet in de buurt van een lichtkrant (M= 2.46, SD= 1.25). 45

50 Verontrusten de bezoekers zich over de risico s op de Gentse Feesten (severity)? Grafiek 4: severity De respondent van dit onderzoek is matig verontrust over de mogelijke risico s op de Gentse Feesten (M= 3.18). Minst verontrustend zijn de gevolgen van een explosie of aanslag (grafiek 4). Meest verontrustend zijn de vechtpartijen. Enkel bij de gauwdiefstallen zijn de vrouwen meer verontrust over de gevolgen dan de mannen. Op alle risico s scoort de oudste groep hoger dan de andere leeftijdsgroepen. Ze zijn dus meer verontrust dan de jongeren. Bij het vergelijken van de gemiddelde score van alle onveilige situaties samen en de leeftijd, dan stellen we vast dat de gemiddelde score van alle risico s samen groter wordt naarmate de leeftijd stijgt: er is dus een lineair verband tussen de leeftijdscategorie en het verontrust zijn over de gevolgen van een incident (r= 0.313, N= 341, p< 0.001) (grafiek 5). Grafiek 5: gemiddelde severity per leeftijdscategorie 46

51 Noch het tijdstip van afname (namiddag of avond), noch de plaats van afname (aan een lichtkrant of niet) heeft invloed op hoe verontrust de bezoeker is over de gevolgen van een onveilige situatie of risico. Hoe reëel schatten ze de kans in om met een gevaarlijke situatie of risico in contact te komen (occurance)? Grafiek 6: gemiddelde occurance per risico Een explosie (M= 1.88, SD= 1.01), brand (M= 2.01, SD= 0.93) of paniek in de massa (M= 2.61, SD= 1.07) worden weinig als reëel gezien om mee geconfronteerd te worden op de Gentse Feesten. De kans op confrontatie met gevaarlijke situaties als vechtpartijen (M= 2.72, SD= 1.16) agressie (M= 2.90, SD= 1.15) of afgesloten pleinen (M= 3.14, SD= 1.30) krijgen een matige score mee. Overmatige drukte (M= 3.51, SD= 1.11) en gauwdiefstallen (M= 3.57, SD= 1.07) krijgen de hoogste kans toegewezen om ermee geconfronteerd te worden. Vooral de oudste leeftijdscategorie (ouder dan 65) zal het reëel achten geconfronteerd te worden met gauwdiefstallen (M= 4, SD= 1.11) (F (5,331)= 2.318, p= 0.043). De jongste groep (jonger dan 25) ziet de minste kans om geconfronteerd te worden met een explosie of aanslag (M= 1.51, SD= 0.72) (F (5,327)= 6.109, p< 0.001) (grafiek B3). In tegenstelling tot severity is hier geen verband tussen leeftijd en het inschatten van de kans op geconfronteerd te worden met een risico of onveilige situatie (r= 0.132, N= 339, p= 0.018). Er is een klein significant verschil tussen mannen en vrouwen over de algemene inschatting om met een risico geconfronteerd te worden (t= , df=315, p= 0.012). De vrouwen hebben een gemiddelde score van 2.88 (SD= 0.74), de mannen 2.67 (SD= 0.73). Bij explosie, brand, 47

52 vechtpartijen en agressie scoren de vrouwen telkens significant hoger dan de mannen: vrouwen schatten de kans van met een gevaarlijke situatie in contact te komen hoger in. Noch het tijdstip van afname (namiddag of avond), noch de plaats van afname (aan een lichtkrant of niet) heeft invloed op hoe de bezoeker de kans inziet geconfronteerd te worden met een onveilige situatie of risico. In welke mate zijn de respondenten al in contact gekomen met onveilige situaties (experience)? Grafiek 7: gemiddelde experience per risico De situatie die de hoogste gemiddelde score krijgt is de overmatige drukte (M= 3.18, SD= 1.08). Daar zijn de respondenten al het meest mee in contact gekomen (meer dan 70%, grafiek B4). De laagste score wordt gegeven aan explosie of aanslag (M= 1.13, SD= 0.51). Mannen hebben al meer meegemaakt dat er een plein werd afgesloten dan vrouwen. Er is een significant verschil tussen mannen (M= 2.75, SD= 1.31) en vrouwen (M= 2.45, SD= 1.29) (t= 0.030, df= 325, p= 0.040). Bij vechtpartijen is er een significant verschil tussen de jongere (onder de 25 jaar) en de oudere respondenten (ouder dan 46 jaar) (F(5,331)= 4.692, p< 0.001): de jongeren zijn meer betrokken bij vechtpartijen dan de ouderen. Er is geen verband tussen leeftijd en de algemene ervaring die de respondenten hebben met gevaarlijke situaties, noch tussen het algemeen gemiddelde van de ervaring bij de mannen (M= 1.93, SD= 0.56) en het gemiddelde bij de vrouwen (M= 1.88, SD= 0.55). 48

53 Invloed lichtkrant? Grafiek 8: risicoperceptie bij lichtkrant of niet (in %, N= 316). De aanwezigheid van een lichtkrant verhoogt de mate waarin men rondkijkt. Er is een significant verschil (t= 2.154, df= 314, p= 0.032) bij de aanwezigheid van een lichtkrant of niet en de risicoperceptie. Aan een lichtkrant (grafiek 8) beamen meer bezoekers dat men rondkijkt dan niet aan een lichtkrant. Toch kunnen we hier ook wijzen op het hoog aantal bezoekers dat überhaupt niet rondkijkt of er zich iets voordoet. Dit werd ook al bij risicoperceptie beschreven. Op severity en occurance had de nabijheid van een lichtkrant geen invloed. 49

54 Welke actie onderneemt de bezoeker bij calamiteiten? Hierbij werden 3 mogelijkheden voorgesteld: geen aandacht aan besteden, zich verplaatsen naar een andere locatie of naar huis gaan. Grafiek 9: geen aandacht besteden aan incident Bijna de helft van de bezoekers (46%) zal, als er zich in zijn buurt iets ernstigs voordoet, er toch wel aandacht aan besteden en even onderbreken met wat hij/zij bezig was (grafiek 9). Meer dan 30% antwoordde neutraal! Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen, noch tussen de leeftijdsgroepen, noch qua opleiding. Grafiek 10: verplaatsen naar andere locatie Bijna 60% zal zich trouwens verplaatsen naar een andere locatie. Terwijl 20% blijft waar hij/zij op dat moment vertoeft (grafiek 10). 50

55 Hier is wel een significant verschil tussen mannen en vrouwen (t= , df= , p= 0.024): vrouwen (M= 3.63, SD= 1.11) gaan zich significant meer naar een andere locatie verplaatsen dan mannen (M= 3.34, SD= 1.23). Geen significant verschil echter bij de leeftijdsgroepen, noch bij gevolgde opleiding. Grafiek 11: naar huis gaan Meer dan de helft van de respondenten denkt er niet aan zich naar huis te begeven. 25% zal dit wel doen (grafiek 11). Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen, noch tussen de verschillende leeftijdsgroepen, noch qua opleiding. Tabel 2: overzicht: de gemiddelden per mogelijke actie: Niets doen Ander locatie Naar huis De respondent is dus duidelijk sneller van plan een andere locatie op te zoeken als er zich in zijn buurt iets voordoet, dan naar huis te gaan of gewoon niets te doen. 51

56 SELF EFFICACY EN INFORMATION SUFFICIENCY Grafiek 12: zelfredzaamheid Meer dan de helft van de respondenten acht zichzelf in staat gepast te reageren als er zich in zijn/haar buurt iets ernstigs voordoet (grafiek 12). De gemiddelde score is 3.49 (SD= 0.98). Ze zijn dus vrij gerust over hun zelfredzaamheid. Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen. Er zijn ook geen significante verschillen tussen de leeftijdsgroepen, noch bij hoogst behaald diploma. Meer dan 36% van de respondenten spreekt zich hier niet duidelijk over uit. Weet de bezoeker aan welke risico s hij wordt blootgesteld? Grafiek 13: weten welke risico s er zijn Amper 15% (grafiek 13) geeft aan niet te weten aan welke risico s ze blootgesteld zijn bij een bezoek aan de Gentse Feesten. 52

57 Meer dan de helft (58%) is zich terdege bewust van de risico s. Het algemeen gemiddelde is 3.55 (SD= 1.11): de bezoekers weten wel vrij goed aan welke risico s ze worden blootgesteld bij een bezoek aan de Gentse Feesten. Er is geen verschil tussen mannen en vrouwen, geen verschil m.b.t. de leeftijd of opleiding. Is er voldoende informatie? Grafiek 14: info sufficiency Slechts 17% van de respondenten beweert reeds informatie gekregen te hebben op de Gentse Feesten over mogelijke onveilige situaties of risico s (grafiek 14). 27% spreekt zich hier niet duidelijk over uit. Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen, noch wat betreft leeftijd of opleiding. Belang van de lichtkranten? Er is geen significant verschil tussen de plaats waar de vragenlijsten werden afgenomen (aan lichtkrant of niet aan een lichtkrant) en het feit dat er reeds informatie gegeven werd over onveilige situaties (t= 1.725, df= 331, p= 0.085), noch tussen de plaats van afname en het feit dat de bezoeker weet aan welke risico s hij wordt blootgesteld (t= 0.572, df= 332, p= 0.568) of aan het feit dat hij veel belang hecht geïnformeerd te worden (t= 0.632, df= 337, p= 0.528). 53

58 Grafiek 15: waar hangen lichtkranten vs plaats van afname. Grafiek 15 geeft duidelijk weer dat meer respondenten aan een lichtkrant (65%) er zich van bewust zijn waar lichtkranten hangen; terwijl de groep respondenten, niet in de buurt van een lichtkrant ook duidelijk toegeeft dat ze niet weet waar een lichtkrant hangt. Dit verschil is significant (t= 2.367, df= 328, p= 0.018). Ook hier heel veel respondenten die neutraal hebben geantwoord. Bij de stelling ik weet waar lichtkranten hangen is er geen significant verschil tussen mannen en vrouwen, noch bij de leeftijdsgroepen, noch bij het hoogst behaald diploma. Slechts 25% weet wat er op de lichtkranten geprojecteerd staat. Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen, tussen de leeftijdsgroepen en bij het hoogst behaald diploma. Bij deze analyses werden er 2 groepen gemaakt van ik weet waar lichtkranten hangen : bezoekers die bevestigend antwoordden en inderdaad weten waar er hangen, en een groep die niet weet waar lichtkranten hangen. Als gevraagd wordt of de bezoeker weet welke boodschappen vermeld worden op de lichtkranten, dan is er een significant verschil tussen diegenen die weten waar lichtkranten hangen en diegenen die dit niet weten (t= , df= , p< 0.001): 19% van de bezoekers die weten waar lichtkranten hangen weet niet wat er op staat. Dus bezoekers die de lichtkranten opmerken, weten ook wel vrij goed wat er op vermeld wordt. 54

59 Grafiek 16: plaats en inhoud lichtkranten BETROKKENHEID EN VERTROUWEN Vertrouwen in de organisatie Meer dan 55% gelooft dat de organisatie er alles aan doet om de onveilige situaties voor de bezoeker op de Gentse Feesten te minimaliseren. Slechts 10% is daar niet mee akkoord. Meer dan 34% geeft neutrale antwoorden (grafiek 17). Het gemiddelde is 3.56 (SD= 0.85). Geen significant verschil tussen mannen en vrouwen. Ook geen significante verschillen bij de variabelen leeftijd en diploma. Grafiek 17: trust 55

60 Verantwoordelijkheid De respondenten kennen de grootste verantwoordelijkheid over het communiceren over risico s toe aan de stad Gent. Bijna 90% gaat (helemaal) akkoord. Op de tweede plaats komt de politie, met 80%. Brandweer en medische diensten en pleinverantwoordelijken delen een gelijke 3 e plaats. Bij de provincie Oost-Vlaanderen antwoordt 32% van de respondenten neutraal, 34% akkoord en 29% niet akkoord. Hier zijn de meningen dus in 3 (bijna) gelijke delen verdeeld. Slechts 20% vindt dat de Vlaamse Overheid hier verantwoordelijk voor is. Grafiek 18: gemiddelde score grootste verantwoordelijkheid Ook de gemiddelde scores tonen heel goed aan dat de respondenten de grootste verantwoordelijkheid om te communiceren over eventuele risico s gaan toewijzen aan de Stad Gent (M= 4.44) en de politie (M= 4.24) (grafiek 18). 56

61 Betrokkenheid Grafiek 19: involvement Bijna de helft van de bezoekers vindt het belangrijk om geïnformeerd te worden over gevaarlijke situaties of risico s verbonden aan het bezoek aan de Gentse Feesten (grafiek 19). Meer dan 30% van de respondenten spreekt zich hier niet duidelijk over uit (M= 3.33, SD= 1.11). Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen. In de verschillende leeftijdscategorieën is er wel duidelijk een significant verschil (F (5,326)= , p< 0.001): bezoekers onder de 35 jaar hechten significant minder belang aan informatie omtrent onveilige situaties, dan de bezoekers boven 36 jaar. Amper 17% van de respondenten beweert reeds informatie gekregen te hebben op de Gentse Feesten over mogelijke onveilige situaties of risico s. Het gemiddelde was amper 2.33 (SD= 1.14). Gewenste manier van informatie krijgen In grafiek 20 en 21 wordt een duidelijk licht geworpen op de manier waarop de bezoeker van de Gentse feesten in de toekomst wil geïnformeerd worden over mogelijk onveilige situaties of risico s. Het meest doeltreffende middel, voor de respondent, is d.m.v. de lichtkranten: 60% vindt dat een goed middel. Ook via de politie (50%), internet (50%), de krant (41%) of een folder (40%) kan informatie gegeven worden aan de bezoekers van de Gentse Feesten. Slechts 12% van de respondenten gaat ermee akkoord dat Twitteren een goede manier zou zijn om de bezoekers van de Gentse Feesten te informeren. 57

62 Grafiek 20: gewenste manier van info krijgen (gemiddelde scores, geslacht) Er is enkel een significant verschil tussen mannen en vrouwen voor de mogelijkheid internet (t= , df= 312, p< 0.001): de gemiddelde score voor de mannen is daar 3.04 (SD= 1.34) en bij de vrouwen is dat 3.56 (SD= 1.22): de vrouwen vinden het dus beter om via internet geïnformeerd te worden (grafiek 20 o). Grafiek 21: er is een significant verschil tussen minimaal 2 leeftijdsgroepen bij de optie informeren via de lichtkranten (F (5,316)= 6.338, p< 0.001) en via een folder (F (5,318)= 5.853, p< 0.001): lichtkrant: de 3 groepen tussen 36 en 65 jaar (resp. M= 3.75, SD= 0.97; M= 3.87, SD= 1.03; M= 3.96, SD= 1.04) verschillen significant van de groep jonger dan 25 jaar (M= 2.86, SD= 1.26) (grafiek 20 o): de oudere groepen verkiezen de lichtkrant vaker dan de jongeren. folder: de 2 groepen van 46 tot 65 jaar (resp. M= 3.25, SD= 1.21 en M= 3.83, SD= 1.26) verschillen significant van de 26 tot 35 jarigen (M= 2.48, SD= 1.41): ook de folder wordt meer gekozen door de oudere groepen dan door de jongeren. 58

63 Grafiek 21: gewenste manier van info krijgen (gemiddelde scores, leeftijdscategorie) De jongeren spreken zich niet echt duidelijk uit over hun voorkeur om geïnformeerd te worden. De ouderen daarentegen kiezen duidelijker: zij opteren voor een folder, via de lichtkranten, vanop podia of via de politie ZELF OP ZOEK NAAR INFO (RISK INFO SEEKING) Grafiek 22: risk info seeking Slechts 10% gaat op zoek naar informatie over wat hij/zij kan doen als er zich iets voordoet in zijn/haar omgeving (vb: uitkijken naar evacuatieweg, zoeken van EHBO-post, ). Het algemeen gemiddelde ligt slechts op 2.59 (SD= 1.27). 59

64 Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen, noch op niveau van diploma. Alleen de oudsten (vanaf 56 jaar) verschillen significant met de jongste groep (onder de 25 jaar): de jongeren gaan significant minder op zoek naar informatie (M= 1.41, SD= 0.69) dan de oudere groepen (56 65 jaar: M= 2.31, SD= 1.36; ouder dan 66 jaar: M= 2.64, SD= 1.33). Er is een zwak significant verband tussen de leeftijdscategorie en het al dan niet zoeken van informatie over wat de bezoeker moet doen als er zich iets voordoet (r= 0.204, N= 333, p< 0.001). Het verband is heel zwak, maar wel lineair: hoe ouder men is, hoe meer men op zoek gaat naar informatie (grafiek 23). Grafiek 23: risk info seeking (gemiddelde scores, per leeftijdsgroep) Manier van informatie zoeken Grafiek 24: huidige manier van info zoeken (in %). 60

65 Op grafiek 24 is opnieuw te zien hoe weinig de respondenten zich geïnformeerd hebben over mogelijke risico s bij een bezoek aan de Gentse Feesten d.m.v. internet, de lichtkranten of de politie. Via internet Meer dan 80% heeft zich niet geïnformeerd via internet over mogelijke risico s. Slechts 10% deed dat goed tot zeer grondig. Er is geen verschil tussen mannen en vrouwen, m.b.t. de leeftijd of inzake het behaalde diploma. Via de lichtkranten 13% van de respondenten hebben zich geïnformeerd over mogelijke onveilige situaties via de lichtkranten. 75% deed dat helemaal niet. Mannen (M= 1.93, SD= 1.24) zullen zich iets meer informeren d.m.v. de lichtkranten dan vrouwen (M= 1.61, SD= 1.11); dit verschil is significant (t= 2.491, df= 327, p= 0.013). Geen significante verschillen tussen de leeftijdsgroepen of de opleiding. Via de politie Een kleine 5% vraagt informatie aan de politie. Geen significante verschillen tussen mannen en vrouwen of opleiding. De oudste groep (ouder dan 66 jaar; M= 2.07, SD= 1.43) heeft een significant hoger gemiddelde dan de jongste groep (onder de 25 jaar) (M= 1.13, SD= 0.44) (F (5,320)= 3.913, p= 0.002). Hierbij moet rekening gehouden worden met de lage absolute cijfers bij de antwoorden akkoord en helemaal akkoord. Het gaat hier slechts om 16 respondenten die zich informeren bij de politie. 61

66 SAFETY EN CROWD CONTROL Gevoel van veiligheid 77% van de respondenten voelt zich veilig op de Gentse Feesten. 20% spreekt zich hier niet over uit en slechts 3% voelt zich niet veilig. Het gemiddelde op de schaal van 5 is vrij hoog (M= 4.01, SD= 0.79). Er is een significant verschil tussen mannen en vrouwen en het veiligheidsgevoel: mannen (M= 4.41, SD= 0.73) voelen zich veiliger dan vrouwen (M= 3.91, SD= 0.78) (t= 2.718, df= 324, p= 0.007). De nabijheid van een lichtkrant heeft geen invloed op het gevoel van veiligheid. Hierbij dient men rekening te houden dat slechts 25% weet waar er lichtkranten hangen! Crowd control Zoals reeds vermeld bij de contextbeschrijving van de Gentse Feesten zijn de verschillende maatregelen die nu reeds gehanteerd worden om de bezoeker op een veilige manier te laten genieten van de Gentse Feesten: camerabewaking, pleinen afsluiten bij overbevolking, lichtkranten, stewards en politiepatrouilles. Opvallend is dat veel respondenten hier wel een duidelijke keuze maken in hun antwoorden. Ze gaan akkoord of ze gaan niet akkoord; neutraal werd heel weinig aangestipt. Grafiek 25: gemiddelde score crowd control 62

67 Camera s: 81% vindt het goed dat camera s de Gentse Feestenzone bewaken en de veiligheid van de bezoekers nauwlettend registreren. De camera s krijgen een score van M= Er is een significant verschil tussen de jongeren onder de 25 jaar (M= 3.5, SD= 1.24) en de respondenten ouder dan 36 jaar (M >4.18): de jongeren gaan minder akkoord met de camerabewaking dan de ouderen (F (5,325)= 9.338, p< 0.001). Afsluiten van pleinen: ruim 85% gaat akkoord dat pleinen bij overmatige drukte afgesloten worden. De gemiddelde score is hier M= Ook hier spreken de jongeren (- 25 jaar, M= 3.63, SD= 1.06) zich negatiever uit tegenover het afsluiten van pleinen dan respondenten ouder dan 25 jaar (M > 4.18)(F (5, 319)= 6.987, p< 0.001). Stewards: amper 30% heeft reeds stewards of sfeerbeheerders gezien op de Gentse Feesten. Politie: 15% vindt dat er te weinig politie op straat is, 57% vindt dat er genoeg politie is tijdens de Gentse feesten en toch 28% spreekt zich hier niet duidelijk over uit (M= 3.49, SD= 1.01). Lichtkranten: amper 30% weet dat er lichtkranten hangen in de binnenstad CORRELATIES Op basis van de variabelen uit het model Framework of Risk Information Seeking van Ter Huurne (2008) en de conclusies over risico-informatie zoekgedrag van Gutteling & Kuttschreuter (2002), waarop dit onderzoek werd gebaseerd, worden hieronder enkele verbanden onderzocht. De verwaarloosbare significante correlaties (r< 0.20) worden wel opgenomen in de tabel, maar worden verder niet beschreven. Tabel 3 geeft een overzicht van alle correlaties. Verband risicoperceptie met severity, occurance en experience Severity: Er is een significant zwak verband tussen risicoperceptie en de verontrustende gedachte dat een incident tot ernstige gevolgen kan leiden (r= 0.241, N= 311, p< 0.001): de correlatie tussen de ernstige gevolgen van agressie (r= 0.265, N= 315, p< 0.001), vechtpartijen (r= 0.212, N= 314, p< 0.001), overmatige drukte (r= 0.213, N= 314, p< 0.001), paniek in de massa (r= 0.202, N= 314, p< 0.001) en gauwdiefstallen (r= 0.278, N= 316, p< 0.001) en de risicoperceptie duiden op een zwak verband. De verschillende risico s onderling hebben wel een sterker verband. De 3 hoogst correlerende risico s qua severity zijn: brand en explosie of aanslag (r= 0.783, N= 343, p< 0.01), agressie en vechtpartijen (r= 0.772, N=346, p< 0.001), overmatige drukte en paniek in de massa (r= 0.611, N= 344, p< 0.001). Occurance: er is een heel zwak significant verband tussen de risicoperceptie het steeds goed rondkijken en de kans op het reëel voordoen van een risico (r= 0.269, N=326, p< 0.001). Bij volgende risico s is de correlatie aanwezig, doch heel zwak: paniek in de massa (r= 0.26, N= 309, p< 63

68 0.001), vechtpartijen (r= 0.229, N= 312, p< 0.001) en agressie (r= 0.224, N= 312, p< 0.001). Bij de andere onveilige situaties daalt de correlatie tot onder Experience: de algemene ervaring correleert heel zwak met de perceptie van de bezoeker (r= 0.212, N= 304, p< 0.001). Wat betreft de ervaring van de bezoeker per risico, heeft enkel de ervaring met paniek in de massa een (weliswaar zwak) verband met de risicoperceptie (r = 0.244, N= 307, p< 0.000). Correlatie severity en occurance Er is een duidelijk verband tussen severity (het verontrust zijn over de gevolgen van de risico s) en occurance (de ingeschatte kans op gebeuren) (r= 0.572, N= 323, p< 0.001): hoe hoger men de kans op gebeuren van een bepaald risico inschat, hoe meer men verontrust is over de gevolgen van het risico. Correlatie risicoperceptie en risico-informatie zoekgedrag Er is een duidelijke correlatie tussen (r= 0.519, N= 311, p< 0.001) risicoperceptie en risicoinformatie zoekgedrag. Hoe meer men rondkijkt op de Gentse Feesten, hoe meer informatie men gaat zoeken over wat te doen bij een incident. Correlatie betrokkenheid en risico-informatie zoekgedrag Er is een significant verband tussen de betrokkenheid en het risico-informatie zoekgedrag (r= 0.325, N= 333, p< 0.001). Hoe meer men betrokken is, hoe meer men informatie gaat zoeken over mogelijke risico s. Correlatie betrokkenheid en risicoperceptie Er is een zwak verband tussen betrokkenheid en de risicoperceptie (r= 0.273, N= 308, p< 0.001): hoe meer men betrokken wordt, hoe meer men zal rondkijken of er iets gebeurt. Correlatie occurance en risico-informatie zoekgedrag Tussen occurance en het risico-informatie zoekgedrag is er een heel zwak, significant verband (r= 0.224, N= 320, p< 0.001): hoe hoger men de kans inschat dat het risico kan gebeuren, hoe meer men op zoek zal gaan naar informatie. 64

69 Correlatie info sufficiency en risicoperceptie Het zwakke significante verband (r= 0.268, N= 306, p< 0.001) tussen info sufficiency en risicoperceptie geeft aan dat wanneer de bezoeker over voldoende informatie beschikt, hij ook meer zal rondkijken of er zich in zijn buurt iets ernstigs voordoet. Correlatie info sufficiency en risico-informatie zoekgedrag Hier blijkt een vrij duidelijk verband te bestaan tussen info sufficiency en het risico-informatie zoekgedrag (r= 0.309, N= 327, p<0.001). Hoe meer informatie dat men krijgt van de organisatie, hoe meer men zelf ook op zoek zal gaan naar informatie over mogelijke risico s. Correlatie info sufficiency en betrokkenheid Bij deze correlatie is er een duidelijk significant verband (r= 0.306, N= 333, p< 0.001) tussen de informatie die men krijgt van de organisatie en de betrokkenheid van de bezoeker: hoe meer info men geeft, hoe meer betrokken men zich voelt. Correlatie info sufficiency en zelfredzaamheid Ook hier een zwak significant verband (r= 0.274, N= 282, p< 0.001) tussen infosufficiency en zelfredzaamheid: men zal een verhoogd gevoel van zelfredzaamheid waarnemen wanneer er voldoende informatie vanuit de organisatie naar de bezoeker stroomt. In het theoretisch kader werd reeds vermeld dat Gutteling en Kuttschreuter (2002) vaststelden dat hoe meer verontrust men was, hoe hoger het risico-informatie zoekgedrag. Maar in dit onderzoek komt dit niet tot uiting (r= 0.090, N= 334, p= 0.099). Het verband tussen occurance en risico-informatie zoekgedrag wordt in dit onderzoek inderdaad bevestigd. CONCLUSIE: Er bestaat een duidelijk verband tussen occurance en severity: hoe hoger men de kans inschat dat een bepaald risico zich zal voordoen, hoe verontruster men is over de gevolgen van dat risico. Het is duidelijk dat het belangrijk is voldoende informatie te geven en de bezoeker voldoende bij de informatiestroom te betrekken om zo te komen tot een hoger en efficiënter risico-informatie zoekgedrag. Dit zal ten goede komen aan de risicoperceptie: als bezoekers op zoek gaan naar de informatie die gegeven wordt, zal men ook bewuster (re)ageren mocht er zich iets voordoen; men is beter voorbereid. Info sufficiency houdt ook verband met de mate van zelfredzaamheid. 65

70 Uiteindelijk wil men de bezoeker bekwaam maken op een adequate manier uit te kijken naar en om te gaan met risico s. 66

71 risicoperceptie severity occurance experience infozoekgedrag betrokkenheid zelfredzaamheid info sufficiency risicoperceptie severity 0,241** occurance 0,269** 0,572** experience 0,212** 0,103 0,364** infozoekgedrag 0,519** 0,09 0,224** 0,175** betrokkenheid 0,273** 0,165** 0,167** 0,068 0,325** zelfredzaamheid 0,073-0,108-0,041 0,089 0,086 0,03 info sufficiency 0,268** 0,026 0,135* 0,181** 0,309** 0,306** 0,274** significantie * p< 0,05; ** p< 0,01 Tabel 3: correlaties 67

72 Correlatie safety en crowd control en trust Er is een duidelijk recht evenredig verband tussen het vertrouwen dat de bezoeker heeft in de organisatie en het gevoel van veiligheid (r= 0.378, N= 330, p< 0.001) CLUSTERANALYSE Op basis van info sufficiency, risicoperceptie, risico-info zoekgedrag en betrokkenheid kunnen we de respondenten in 2 clusters verdelen (grafiek 26): Grafiek 26: clusters Cluster 1 = de waakzame bezoekers (43.7% van de respondenten): zij scoren vooral hoog op risico perceptie en betrokkenheid: ze kijken goed rond zich heen om te zien of er niets gebeurt en vinden het belangrijk informatie van de organisatie te krijgen over mogelijke risico s. Cluster 2= de zorgeloze bezoekers (56.3%): die bezoekers zoeken helemaal niet naar informatie over mogelijke risico s, hechten geen belang aan de mate waarop ze geïnformeerd worden en kijken ook niet uit naar bepaalde risico s op de Gentse Feesten. De waakzame bezoekers bestaan voornamelijk uit vrouwen (54.7%). Bij de zorgeloze bezoeker gaat de verdeling tussen mannen en vrouwen gelijk op, resp. 49.7% en 50.3%. Ze verschillen significant in leeftijd (t= 4.66, df= 294, p< 0.001): de waakzame heeft een gemiddelde leeftijd van 43 jaar (SD= 12.89), de zorgeloze is gemiddeld 36 jaar (SD= 13.41). De waakzame bezoekers merken ook meer 68

73 de stewards op (t= 3.17, df= 295, p= 0.002), zijn meer op de hoogte van mogelijke onveilige situaties (t= 3.51, df= , p< 0.001) en ook meer verontrust over de gevolgen van mogelijke risico s (t= 4.7, df= , p< 0.001). De waakzame weet ook significant beter waar lichtkranten hangen (t= 3.372, df= 291, p< 0.001), wat erop staat (t= 3,855, df= 286, p< 0.001) en schat de kans dat er iets gebeurt ook hoger in (t= 5,925, df= 282, p< 0.001). 69

74 3.5. Conclusies Dit onderzoek is van verkennende aard in die zin dat het als doel heeft de huidige risicoperceptie en informatiebehoefte van de bezoeker van de Gentse Feesten, ouder dan 16 jaar, in kaart te brengen. De enquête werd face-to-face afgenomen in de periode van de Gentse feesten, tussen 16 en 25 juli In totaal werden 348 bezoekers bevraagd, waarvan 162 mannen en 175 vrouwen. De jongste respondent was 16 jaar, de oudste 77 en de gemiddelde leeftijd was 40 jaar. Om op onze centrale onderzoeksvraag te antwoorden, hebben we een aantal deelvragen opgesteld. Op die deelvragen wordt hieronder een antwoord gegeven a.d.h.v. de rapportering en analyses van de data. Geen naakte cijfers, maar concrete conclusies RISICOPERCEPTIE OV 1: in welke mate verontrusten bezoekers zich over de risico s op de Gentse Feesten (severity)? Slechts 25% van de respondenten kijkt steeds goed rond om te zien of er iets gebeurt in zijn/haar omgeving. Daarbij verschillen de ouderen en de jongeren: hoe ouder men is, hoe meer men gaat rondkijken. Ook bij severity zijn de gemiddelden van de ouderen hoger dan de jongeren; de ouderen zijn vooral meer verontrust over de gevolgen van agressie, vechtpartijen, overmatige drukte en paniek in de massa. Het verschil tussen mannen en vrouwen is enkel zichtbaar bij de gauwdiefstallen: vrouwen hebben meer angst van de gevolgen dan mannen. Algemeen komen de gevolgen van vechtpartijen als meest verontrustend over (tabel 4). De verontrustende gedachte over de gevolgen van de mogelijke risico s op de Gentse Feesten of onveilige situatie doet de bezoeker toch meer rondkijken om te zien of er zich iets ernstigs voordoet in de buurt. OV 2: in welke mate schatten de bezoekers de kans in dat ze met dergelijke risico s zullen worden geconfronteerd (occurance)? Mannen en vrouwen verschillen significant van elkaar op 4 punten inzake risico s: de kans op agressie, vechtpartijen, brand en explosie schatten de vrouwen reëler in dan de mannen. Een explosie of brand worden niet als reëel gezien om mee geconfronteerd te worden op de Gentse Feesten. 70

75 Paniek in de massa staat bijna onderaan de ranking, wat we eigenlijk mogen toekennen aan het moment waarop de vragenlijst is afgenomen: er was nl. vrij weinig volk, de bezoeker had dus niet het minste gevoel zich in een massa te bevinden. De top 3 van de risico s waarvan de bezoekers de kans om mee geconfronteerd te worden het hoogst inschatten (tabel 4) zijn gauwdiefstallen, overmatige drukte en afgesloten pleinen. De vrouwen schatten de kans op het voorkomen van onveilige situaties toch hoger in dan de mannen. Ook de inschatting van de kans op paniek in de massa, vechtpartijen en agressie houdt verband met hoe de bezoeker risico s percipieert: hij gaat meer rondkijken of dit zich in zijn buurt voordoet. Er is een duidelijk verband tussen severity en occurance: de reële kans op confrontatie met risico s of onveilige situaties hangt samen met de mate waarin de bezoeker verontrust is over de gevolgen ervan. Hoe meer men inziet dat de kans bestaat met calamiteiten geconfronteerd te worden, hoe meer verontrust men is. OV 3: In welke mate zijn de bezoekers in het verleden al in contact gekomen met calamiteiten op de Gentse Feesten? De vraag of de respondenten al eens geconfronteerd zijn met de risico s van de Gentse Feesten, handelde niet alleen over de editie 2011, maar ook over vorige jaren. De laagste score werd gegeven aan explosie of aanslag. Hierbij werd af en toe de ontploffing van het spitburgerkraam in 2008 als voorbeeld gegeven van een explosie. De hoogste score werd toegewezen aan overmatige drukte. De meeste bezoekers zijn daar ooit al eens mee geconfronteerd geweest (tabel 4). Het verschil tussen mannen en vrouwen is enkel significant bij de ervaring van afgesloten pleinen: mannen zijn reeds meer betrokken geweest bij afgesloten pleinen dan vrouwen. Alleen bij de vechtpartijen zijn er verschillen merkbaar tussen de categorie onder de 25 jaar en de groepen ouder dan 46 jaar: jongeren werden in het verleden meer geconfronteerd met vechtpartijen dan ouderen. 71

76 severity 3.42 Vechtpartijen 3.41 Gauwdiefstallen 3.21 Agressie occurance 3.57 Gauwdiefstallen 3.5 Overmatige drukte 3.14 Afgesloten pleinen experience 3.18 Overmatige drukte 2.59 Afgesloten pleinen 1.95 Gauwdiefstallen tabel 4: top 3 gemiddelde severity, occurance, experience In tabel 4 ziet men dat zowel afgesloten pleinen als overmatige drukte in de top 3 zitten van de kans op voorkomen en de effectieve ervaring. Gauwdiefstallen halen 3 keer de top 3: men is er niet gerust in, men schat de kans op gebeuren hoog in en men heeft het ook al meegemaakt (let wel: hier is de score wel laag). Welke actie ondernemen de bezoekers bij een calamiteit? Om te bepalen welke actie de bezoeker onderneemt, werden 3 mogelijkheden voorgesteld: niets doen, zich verplaatsen naar een andere locatie of naar huis gaan. De meeste bezoekers gaan zich verplaatsen naar een andere locatie (tabel 5). Niets doen Ander locatie Naar huis tabel 5: wat doe je bij een calamiteit? (gemiddelde) SELF EFFICACY EN INFORMATION SUFFICIENCY De zelfredzaamheid van de burgers op de Gentse Feesten krijgt een vrij hoge score. Ruim de helft van de respondenten verklaart bekwaam te zijn gepast te reageren als er zich een incident voordoet. 72

77 Bijna 60% weet ook aan welke risico s men blootgesteld wordt bij een bezoek aan de Gentse Feesten. Slechts 17% verklaart reeds informatie gekregen te hebben over mogelijke onveilige situaties. Bij deze 2 variabelen (zelfredzaamheid en voldoende informatie) is er geen verband te zien met de plaats van afname van de vragenlijst: aan een lichtkrant of niet. Toch is men bewust van de afwezigheid van de lichtkranten, want meer respondenten die niet in de buurt van een lichtkrant werden bevraagd, weten ook niet waar er lichtkranten geplaatst zijn. OV 4: Heeft de bezoeker van de Gentse Feesten vertrouwen in de organisatie? De gemiddelde score van 3.56 wat betreft het vertrouwen dat de bezoeker heeft in de organisatie, bewijst dat de burger met een gerust hart naar de Gentse Feesten komt en gelooft in het feit dat de organisatoren er veilige feesten van willen maken. OV 5: Naar wie gaat de grootste verantwoordelijkheid om open en duidelijk te communiceren over mogelijke risicosituaties op de Gentse Feesten volgens de bezoekers? 4.45 Stad Gent 4.25 Politie 3.99 Pleinverantwoordelijken tabel 6: top 3 gemiddelde meeste verantwoordelijkheid Tabel 6 geeft weer dat de Stad Gent de meeste verantwoordelijkheid krijgt toebedeeld i.v.m. communicatie over risico s, daarna volgt de politie en als derde de pleinverantwoordelijken. OV 6: In welke mate hebben de bezoekers behoefte aan het feit dat ze geïnformeerd worden over bepaalde risico s? De grootste groep van bezoekers hecht veel belang aan het feit dat ze geïnformeerd worden over mogelijke risico s of gevaarlijke situaties. Vooral de bezoekers ouder dan 35 jaar vinden dit belangrijk. De jongeren, waaronder ook de studenten, hechten daar geen belang aan. OV 7: Op welke manier wenst de bezoeker in de toekomst geïnformeerd te worden over risico s? Hoewel we reeds vermeld hebben dat slechts 30% zich bewust is van de lichtkranten, komt dat communicatiemiddel op de eerste plaats (tabel 7). Hoe ouder men is, hoe liever men zich wil informeren via een lichtkrant. 73

78 Daarop volgen de podia en de politie. Twitter bengelt helemaal onderaan. Ruim 70% vindt dit helemaal geen goed communicatiemiddel. Bij Twitter zien we trouwens ook geen verschil tussen de leeftijdsgroepen Lichtkranten 3.36 Vanop podia 3.30 Politie tabel 7: Top 3 gemiddelde meest geschikte communicatiemiddelen RISK INFO BEHAVIOR OV 8: In welke mate gaan burgers zelf actief op zoek naar informatie over risico s? Uit de cijfers bleek duidelijk dat de burger zelf heel weinig op zoek gaat naar informatie over mogelijke risico s of onveilige situaties. Daarbij is er nog een verschil wat betreft de leeftijd: de jongeren gaan al helemaal niet op zoek naar die info, terwijl de ouderen dat wel nog zouden doen. Hoe ouder men is, hoe meer men op zoek gaat naar informatie over wat ze moeten/kunnen doen als er zich iets voordoet. De bron van die informatie is meestal de lichtkranten. De politie of internet wordt zelden geraadpleegd om informatie hierover te vinden. Indien men zich informeert bij de politie, dan is het nog meestal door de oudere bezoeker. Het gemiddelde van de respondenten die NIET weten waar lichtkranten hangen is 1.67 (SD= 0.73), het gemiddelde van de respondenten die WEL weten waar lichtkranten hangen is 3.47 (SD= 1.06). Dus bezoekers die de lichtkranten opmerken, weten ook wel vrij goed wat er op vermeld wordt SAFETY EN CROWD CONTROL OV 9: Hoe veilig voelen de bezoekers zich? Het algemeen veiligheidsgevoel van de bezoeker van de Gentse Feesten ligt zeer hoog. Mannen voelen zich nog veiliger dan vrouwen. De nabijheid van een lichtkrant heeft geen invloed op het gevoel van veiligheid. Hierbij dient men rekening te houden dat slechts 25% weet waar er lichtkranten hangen! OV 10: Hoe staan de bezoekers tegenover de middelen die nu gebruikt worden om de veiligheid te optimaliseren? 74

79 De camera s op straat en het afsluiten van de pleinen vinden de bezoekers goede maatregelen om de Feesten zo veilig te houden. Slechts een heel kleine minderheid gaat daar niet mee akkoord. De jongere generatie twijfelt meer aan het gebruik van camera s om eventuele incidenten te registreren. Ook over het afsluiten van de pleinen bij overmatige drukte gaan jongeren minder akkoord. De stewards of sfeerbeheerders worden nauwelijks gepercipieerd door de bezoeker op de Gentse Feesten. Meer dan de helft van de bezoekers vindt dat er genoeg politie op straat te zien is tijdens de Gentse Feesten. Toch spreekt 1/3 van de respondenten zich hier niet duidelijk over uit. Het gevoel van veiligheid en de aanwezigheid van voldoende politie op straat gaan hand in hand. Ook de aanwezigheid van camera s geeft de burger een groter gevoel van veiligheid. Het gevoel van veiligheid gaat ook samen met het vertrouwen dat men heeft in de organisatie ALGEMENE CONCLUSIE De centrale onderzoeksvraag werd door de woordvoerder van Politie Gent op één van de vele gesprekken omschreven als volgt: wat weet de burger en wat willen ze weten?. Anders gezegd: welke kennis en perceptie hebben de bezoekers van de Gentse Feesten over mogelijke risico s en welke behoefte hebben zij om hierover te worden geïnformeerd? Hoe ziet het risico-informatie zoekgedrag eruit? Dit onderzoek geeft duidelijk aan dat de burger een groot gevoel van veiligheid heeft op de Gentse Feesten. Het vertrouwen in de organisatie speelt hierin een belangrijke rol. Aan de hand van dit onderzoek kunnen we de bezoekers indelen in 2 groepen: de waakzame en de zorgeloze bezoekers. De waakzame burger weet aan welke risico s hij zich blootstelt bij een bezoek aan de Gentse Feesten en is ook verontrust over de eventuele gevolgen van een incident. Ook de kans op gebeuren schat hij vrij reëel in. Hij vindt het dan ook belangrijk goed geïnformeerd te worden. De zorgeloze bezoeker gaat zelf niet op zoek naar informatie, is niet verontrust maar wil wel geïnformeerd worden door de organisatoren over een mogelijke onveilige situatie of incident. Uit dit onderzoek blijkt dat de jongere generatie (of zorgeloze bezoeker) meer actief moet geïnformeerd worden om het risico-informatie zoekgedrag te stimuleren. Voor beide groepen ligt de ervaring met onveilige situaties of incidenten heel laag. Vooral de risico s op vechtpartijen, gauwdiefstallen en overmatige drukte verontrusten de bezoekers. 75

80 Volgens de respondenten moeten de Stad Gent en de politie deze informatie tot bij de burgers brengen. De lichtkranten vormen hierbij het beste middel. Het is duidelijk dat het belangrijk is voldoende informatie te geven en de bezoeker voldoende bij de informatiestroom te betrekken om zo te komen tot een hoger en efficiënter risico-informatie zoekgedrag. Dit zal de risicoperceptie ten goede komen: als bezoekers op zoek gaan naar de informatie die gegeven wordt, zal men ook bewuster (re)ageren mocht er zich iets voordoen; de risico s en onveilige situaties worden beter ingeschat en onder controle gehouden. Info sufficiency houdt ook verband met de mate van zelfredzaamheid. Uiteindelijk wil men de bezoeker bekwaam maken om op een adequate manier uit te kijken naar en om te gaan met risico s. Hierdoor kunnen de gevolgen van rampen of calamiteiten beperkt worden. 76

81 3.6. Beperkingen van dit onderzoek en aanbevelingen voor vervolgonderzoek Beperkingen De vragenlijst bestaat uit gesloten vragen: Likertschalen. Dat zorgt voor een vlotte codering van de antwoorden. Er werd telkens naar een neutrale formulering van de vragen en de antwoordcategorieën gestreefd en in de mate van het mogelijke gezorgd voor exhaustieve antwoordcategorieën. Toch was het onmogelijk alle concepten rond risicocommunicatie te bevragen, aangezien dit een te lange vragenlijst zou opleveren. De respondenten werden immers face-to-face bevraagd en dat impliceert een zo kort mogelijke vragenlijst. De actualiteit en mediaverslaggeving rond de tragedie op de Love Parade (juli 2010) was op het moment van de bevraging al op de achtergrond verdwenen, zodat dit feit uiteindelijk weinig tot geen rechtstreekse invloed zal hebben op de antwoorden. Al moet gezegd dat dit niet empirisch kan vastgesteld worden aangezien het een éénmalig onderzoek betrof. Ook het drama op Pukkelpop, een maand na de bevraging, kan invloed hebben op de risicoperceptie, het informatie zoekgedrag of de zelfredzaamheid. Het aantal bezoekers van de Gentse Feesten bedraagt elk jaar gemiddeld meer per dag. Met een recordaantal in 2005: +/- 1,7 miljoen bezoekers op 10 dagen! Uiteraard speelt het weer een heel grote rol in de bezoekersaantallen. Juli 2011 was een heel natte maand! Op geen enkel moment van de bevraging, behalve op de ploegvoorstelling van KAA Gent (Sint-Baafsplein), op maandag 18 juli was er sprake van massa. Op geen enkel moment hadden de bezoekers het gevoel dat het er heel druk was, wat uiteraard ook leidt tot een andere risicoperceptie, een ander veiligheidsgevoel. Aangezien het onderzoek at random werd gevoerd, kon geen onderscheid gemaakt worden tussen bezoekers die reeds een aantal uur op de Gentse Feesten rondliepen en bezoekers die net toegekomen waren. Evenmin werd een onderscheid gemaakt tussen bezoekers die voor het eerst naar de Gentse Feesten kwamen en anderen die reeds verscheidene edities hebben bezocht. Het onderzoek werd gevoerd vóór het Pukkelpopdrama. De vragenlijst werd opgesteld in functie van risico s en onveilige situaties inherent aan massamanifestaties. Maar er werd geen aandacht besteed aan de gevolgen van natuurgeweld, wat de oorzaak was van de ramp op Pukkelpop. 77

82 Op bepaalde momenten werden groepen bevraagd en konden de respondenten zelf de vragenlijst invullen. Daarbij constateren we dat niet iedereen de enquête even ernstig invult. Bij het hanteren van een 5-puntlikertschaal wordt dus ook gewerkt met een middencategorie neutraal. Bij het verwerken van de data bleek dat heel veel respondenten (soms meer dan 30%) deze optie aanstippen. Dit heeft tot gevolg dat de frequenties van de extreme antwoordmogelijkheden dalen. Tenslotte werd het onderzoek, om praktische redenen, enkel tussen 14u en 22u uitgevoerd. Een grote groep jongeren begeeft zich echter pas na 22u naar de binnenstad om er te genieten van optredens, iets te eten of te drinken. Die groep nachtmensen werd dus niet bevraagd. Het veiligheidsgevoel of de risicoperceptie kan op dat moment ook anders zijn dan overdag of s avonds. Vervolgonderzoek De vragenlijsten allemaal face-to-face afnemen bij 348 bezoekers is heel tijdrovend en arbeidsintensief. Bij verder onderzoek kan misschien nagegaan worden of dezelfde percepties ook na het bezoek aan de Gentse Feesten merkbaar zijn. Er kan dan ook via een online vragenlijst gewerkt worden waardoor meer respondenten bereikt kunnen worden. Dit zou de representativiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek ten goede komen. Tijdens de Gentse Feesten 2011 werd ook aan het bleutooth tracking project (Versichele, 2011), uitgaande van de Universiteit Gent, Vakgroep Geografie, gewerkt. Naast statistieken over het aantal bezoekers en het aantal terugkerende bezoekers onthullen de analyses ook the complex nature of this event by hinting at the existence of several mutually different visitor profiles. In eventueel vervolgonderzoek kan een samenwerking met de vakgroep Geografie bijzonder nuttig zijn om meerdere profielen van de bezoekers op te stellen. In vervolgonderzoek kunnen de cijfers van dit onderzoek gebruikt worden als benchmark voor andere grootschalige evenementen en de best practices onderzocht worden. 78

83 De wettelijke of juridische reglementeringen over het organiseren van evenementen en controleren van bezoekers komen in dit onderzoek niet ter sprake. Sommige aanbevelingen zullen dan ook moeten getoetst worden aan bepaalde wetten. We denken hier bijvoorbeeld aan de wet op de privacy in het kader van de camera s op straat (cfr. infra). Dit kan perfect dienen als opstap naar vervolgonderzoek binnen andere disciplines. 79

84 DEEL III 80

85 Aanbevelingen Zowel vanuit de gesprekken met de verschillende actoren binnen de organisatie van de Gentse Feesten, als vanuit de literatuur en vooral uit het empirisch onderzoek, kunnen enkele aanbevelingen gegeven worden. Hoewel het veiligheidsgevoel van de bezoekers op de Gentse Feesten vrij hoog bleek, kan nog gewerkt worden aan zowel de werking van de beleidsinstanties als aan de concrete toepassing van risicocommunicatie naar de burgers toe. Aanbevelingen m.b.t. de organisatie - Een zwakte bij de organisatie van de Gentse Feesten is een overload aan stakeholders. Door de logge structuur is er geen sprake van een coherente strategie. Het organisatiecomité moet daarom het nut en de noodzaak inzien van planmatige en efficiënte risicocommunicatie. - Er bestaat geen document waar het totale beleid m.b.t. risicocommunicatie structureel is vastgelegd. Er bestaat geen eenvormige visie over de manier waarop risicocommunicatie vorm moet krijgen. Risicocommunicatiebeleid is nog niet verankerd in de organisatie. Risicocommunicatie moet onderdeel uitmaken van het algemeen veiligheidsplan. Zo n overzichtsdocument moet een dwarsdoorsnede vormen van de verschillende onderdelen van risicocommunicatie. Hierbij kan het model van Kasperson et al. (1992) (cfr. supra) gevolgd worden waarin het risico-communicatieprogramma in 5 stappen ingedeeld wordt: behoefte-inventarisatie, inhoudelijke analyse, ontwerp risicocommunicatieproces, ontwerp strategieën en technieken, monitoring en evaluatie. - Binnen het model van Fruin (1993) (cfr. supra) spelen 4 factoren een belangrijke rol bij crowd management: Force, Information, Space en Time. Aangezien de brandweer zelf een capaciteitsberekening heeft gemaakt, wegens het niet bestaan van een uniforme wetgeving, op basis van een eigen aantal parameters, zou er moeten worden onderhandeld met de overheid om de Space-factor in de context van crowd management, op een eenduidige en universele manier te berekenen. Aanbevelingen m.b.t. risicocommunicatie naar de burger - Binnen dit onderzoek waren het vooral de kans op vechtpartijen, gauwdiefstallen en overmatige drukte die de bezoekers verontrustten. Deze drie onveilige situaties moeten de 81

86 grootste aandacht krijgen in het risicocommunicatiebeleid door bijvoorbeeld de teksten op de lichtkranten hieraan aan te passen. - De bezoeker is niet op zoek naar informatie, maar hecht weliswaar wel veel belang aan de het feit dat de organisatie er alles aan doet om de bezoekers in een veilige omgeving te laten genieten. Het vertrouwen in de organisatie geeft een groot gevoel van veiligheid. Daarom is het genereren en behouden van vertrouwen een cruciale factor in risicocommunicatie. Eerlijk communiceren over mogelijke risico s of gevolgen van gevaarlijke situaties blijft cruciaal. - Betrokkenheid speelt een heel grote rol bij het risico-informatie zoekgedrag van de bezoeker. Men kan de bezoeker een groter gevoel van betrokkenheid geven door de informatie over bepaalde risico s eerlijk en consequent tot bij de burger te brengen. Men zou kunnen werken met interactieve lichtkranten waarbij de burger, na controle door stad of politie, zelf bepaalde risico s, incidenten of onveilige situaties via SMS (of twitter) kan melden. - Uit dit onderzoek blijkt ook dat ze geïnformeerd willen worden door de organisatoren wanneer er zich een onveilige situatie of incident kan voordoen. De bezoekers oordelen dat de Stad Gent en de politie deze informatie tot bij de burgers moeten brengen. Meer middelen om de informatie op een gecoördineerde manier tot bij de burger te brengen zijn noodzakelijk. - Opvallend is dat de lichtkranten weinig gepercipieerd worden. Toch vormen ze voor de bezoeker het beste middel om te communiceren. Meer lichtkranten op strategische punten in de volledige Gentse Feestenperimeter plaatsen, kan het risico-informatie zoekgedrag en het inschatten van risico s en de gevolgen ervan ten goede komen. - De vorm en inhoud van de tekst op de lichtkranten kunnen aangepast worden. Afhankelijk van de plaats, het tijdstip van de dag en de dichtheid van de massa kan er met een ander kleur en/of tekst gewerkt worden. - Info sufficiency en weten aan welke risico s men wordt blootgesteld, geeft een groter risico-informatie zoekgedrag. Er moet enige gedragsverandering doorgevoerd worden bij de bezoekers. Door te communiceren wordt de zelfredzaamheid gestimuleerd. Mensen hebben recht om te weten aan welke risico s ze worden blootgesteld. De waarden openheid en transparantie vormen de achtergrond van risicocommunicatie. Mensen zullen een bepaald gedrag namelijk eerder uitvoeren als zij zich zeker voelen hiertoe in staat te zijn: risicocommunicatie moet kapstokken bieden aan het publiek over wat zij zelf kunnen doen om het risico te verminderen of hoe zij er mee om kunnen gaan. Met 82

87 risicocommunicatie moet het publiek van informatie voorzien worden over het risico en daarbij moet gemeld worden wat het publiek zelf kan doen om zich te beschermen tegen het mogelijke gevaar. - Meer risicocommunicatiemiddelen moeten ingezet worden. Niet alleen meer informatie via extra lichtkranten, ook moeten meer stewards ingezet worden. Uit dit onderzoek blijkt dat de bezoeker de stewards nauwelijks opmerkt. Dit is nochtans een goed middel om de bezoeker nog meer vertrouwen in de organisatie te geven. - Verder moet risico-informatie gemakkelijk beschikbaar zijn. Het publiek moet weten waar het extra informatie kan vinden wanneer ze er behoefte aan heeft. Door de inzet van meer stewards bijvoorbeeld, komt ook de beschikbaarheid van informatie dichter bij het publiek te staan. - Uit dit onderzoek blijkt ook dat de bezoeker van de Gentse Feesten nog niet klaar is om via de nieuwe communicatiemiddelen zoals Twitter informatie te ontvangen. Hij staat meer open voor de klassieke weg van de lichtkranten of vanop podia. De pleinverantwoordelijken moeten dus zeker betrokken worden in het risicocommunicatiebeleid aangezien zij de taak zouden moeten opnemen vanop de podia de bezoekers te informeren bij mogelijke risico s of calamiteiten. - De bezoeker vindt de camera s op straat een goed middel om de veiligheid van de burger te verhogen. De wetgeving hieromtrent (cfr. supra) buiten beschouwing gelaten, kan men het aantal camera s in de binnenstad verhogen, zodat men sneller kan inspelen op bepaalde risico s en de nodige interventieploegen ter plaatse sturen. - Tenslotte kan men de communicatiemiddelen aanpassen aan de verschillende profielen: vooral aan de zorgeloze bezoeker moeten meer middelen geboden worden om informatie over risico s te kunnen percipiëren. Dit zijn ook de jongere generaties, waardoor het wel mogelijk is voor die doelgroep (redelijk hoog bezit van smartphone) nieuwe communicatietechnieken zoals Twitter te gebruiken om ze te informeren. 83

88 Referenties Abbott, J.L. & Geddie, M.W. (2001). Event and venue management: minimizing liability through effective crowd management techniques. Event Management, 6, pp Atkin, C. K. (1973). Instrumental Utilities and Information Seeking. In P. Clarke (Ed.), New Models for Mass Communication Research (2). London: Sage. Baram, M. (1984). The right to know and the duty to disclose hazard information. American Journal of Public Health, 74(4), Berlonghi, A.E. (1995). Understanding and planning for different spectator crowds. Safety Science, 18 (4), Covello & Winterfeldt (1986). Risk communication, a review of literature. Risk abstracts, 3, De Smet, A. (2011). Wees gewaarschuwd: Een onderzoek naar risicobeleving en informatiebehoefte met betrekking tot rampen in de provincie Oost-Vlaanderen. Niet-gepubliceerd beleidsrapport Communicatiemanagement, Gent. Dienst Feestelijkheden Stad Gent (2011): Evaluatieverslag Gentse Feesten Earl, C., Parker, E., Tatrai, A. & Capra, M. F. (2004). Influence on crowd behaviour at outdoor music festivals. Environmental Health, 4 (2), Fauconnier, G. (2000). Mens en media: een introductie tot de massacommunicatie. Een introductie tot de massacommunicatie (6 e druk). Leuven: Garant. Fruin, J.J. (1993/2002). The Causes and Prevention of Crowd Disasters. Paper gepresenteerd voor de First International Conference on Engineering for Crowd Safety, London. Revised exclusively for crowdsafe.com, januari

89 Gelders, D., Patesson, R., Vandoninck, S., Steinberg, P., Van Malderen, S., Nicaise, P., De Ruyver, B., Pelc, I., Dutta, M.J., Roe, K. & Vander Laenen, F. (2008). Waarschuwen voor gevaarlijke drugs: analyse van het early warning system in België. Gent: Academia Press. Gentse Feesten. Geschiedenis van de Gentse Feesten? Geraadpleegd op 1 augustus 2011 op het World Wide Web: Griffin, R.J., Dunwoody, S. & Neuwirth, K. (1999). Proposed model of the relationship of information seeking and processing to the development of preventive behaviors. Environmental Research, 80, Griffin, R.J., Neuwirth, K., Dunwoody, S. & communication. Media psychology, 6, Giese, J. (2004). Information sufficiency and risk Grunig, J. & Hunt, T. (1984). Managing public relations. New York: Holt, Rinehart & Winston. Gruning, J.E. (1989). Sierra club study shows who become activists. Public Relations Review, 15 (3), Gurabardhi, Z., Gutteling, J.M. & Kuttschreuter, M. (2005). Strategic risk communication: adding value to society. Journal of risk research, 8, Gutteling, (2011, maart). Risicocommunicatie bij evenementen. Paper gepresenteerd voor de studiedag Manifestaties en Evenementen, Gent. Helsloot, I. (2004). Fysieke veiligheid. In E.R. Muller (Ed.), organisatie en maatregelen (pp ). Alphen aan de Rijn: Kluwer. Veiligheid: studies over inhoud, Instituut voor veiligheids- en crisismanagement (2010). Ordeverstoringen en groepsgeweld bij evenementen en grootschalige gebeurtenissen, scherpte en alertheid. Niet-gepubliceerd eindrapport in opdracht van Ministerie van Binnenlandse Zaken, Nederland, Den Haag. Jischa, M.F. (2004). Riskcommunication and riskmanagement. Materialprufung, 46 (11-12),

90 Kasperson, R.E., Golding, D. & Tuler, S.(1992). Social distrust as a factor in siting hazardous facilities and communicating risks. Journal of social issues, 48(4), Klinke, A. & Renn, O. (2010). Risk Governance: contemporary and future challenges. In Eriksson, J., Gilek, M. & Rudén, C. (Eds.). Regulating chemical risks: European and global challenges (pp. 9 28). Dordrecht: Springer. Krugman, H.E. (1965). The impact of television advertising: learning without involvement. Public Opinion Quarterly, 29 (3), Lundgren, R.E. & McMakin, A.H. (2009). Risk communication: a handbook for communicating environmental, safety and health risks (4 th ed.). Hoboken, New Jersey: J. Wiley & Sons Inc. Muller, E.R., Rosenthal, U., Helsloot, I. & van Dijkman, E.R.G. (Eds.) (2009). Crisis, studies over crisis en crisisbeheersing. Deventer: Kluwer. Politiezone Gent. Eindevaluatie Gentse Feesten Reinerman (2009, augustus - september). Crowdmanagement: er voor vluchten kan niet meer. Allround Blauw, Ruitenberg, A.G.W. & Helsloot, I. (2004). Zelfredzaamheid van burgers bij rampen en zware ongevallen. Den Haag: Kluwer. Schaap, S.D. (2009). Crisisbeheersing in bijzondere omstandigheden: evenementen. In Muller, E.R., Rosenthal, U., Helsloot, I. & van Dijkman, E.R.G. (Eds.). Crisis, studies over crisis en crisisbeheersing (pp ). Deventer: Kluwer. Schutter, H.A. & Braam, R.R. (Eds.) (2004). Risicocommunicatie: praktijk en theorie. Amsterdam: Stichting Weten. Sellnow, T. L., Ulmer, R. R., Seeger, M. W., & Littlefield, R. (2008). Effective Risk Communication: A Message-Centered Approach. New York: Springer. 86

91 Stad Gent. Gentse Feesten? Geraadpleegd op 1 augustus 2011 op het World Wide Web: Stevens, I. (2010). Public oriented risk communication in the new risk society. Niet-gepubliceerde dissertatie, Gent, Vakgroep Communicatiewetenschappen. Still, G., K. (2000). Crowd dynamics. Thesis (Ph.D.) - University of Warwick. Tarlow, P.E. ( 2002). Event risk management and safety. New York: J. Wiley & Sons Inc. ter Huurne, E. (2008). Information seeking in a risky world: the theoretical and empirical development of Fris: a framework of risk information seeking. Twente: Universiteit Twente. Theunissen, J. (2008). Handboek publieksveiligheid bij evenementen. Alphen aan den Rijn: Kluwer. Upton, geciteerd door Van de Haterd, J. Een goede voorbereiding, je hersens gebruiken en fit zijn (2010). Paper gepresenteerd voor het congres Evenement & Veiligheid, georganiseerd door de Vereniging van Beveiligingsbedrijven voor Evenementen. Utrecht. Van de Haterd, J. (2002, mei). De dynamiek van de massa. Geraadpleegd op 6 september 2011 op het World Wide Web: Van de Sande, H. (2011). Massapsychologie of de massa in verband gebracht met: individu, motivatie, gevaar, samenleving, macht, wetten, situatie, tijd & media, tezamen een inleiding vormend tot hoe men met massa s om kan gaan. Groningen (nog uit te geven). Van den Brand, R. (2005). Zelfredzaamheid en fysieke veiligheid van burgers. Verkenningen. Arnhem: Nibra. Van der Land, M. (2004). Vluchtige verbondenheid: stedelijke bindingen van de Rotterdamse nieuwe middenklasse. Amsterdam: Amsterdam University Press. Van Waterschoot, W., Lagasse, L., De Haes, J. & Bilsen, R. (2009). Marketingbeleid (12 e Antwerpen: De Boeck. druk). 87

92 Vandebotermet, C. (2008). Crowd management op de Gentse Feesten: een multidisciplinaire aanpak. Niet-gepubliceerd rapport, Kortrijk, KATHO. Versichele, M., Neutens, T., Delafontaine, M. & Van de Weghe, N. (2011) The use of Bluetooth for analysing spatiotemporal dynamics of human movement at mass events: A case study of the Ghent Festivities. Applied Geography, 32, Zhan, B., Monekosso, D.N., Remagnino, P., Velastin, S.A. & Xu, L.Q. (2008). Crowd analysis: a survey. Machine visions and applications, 19,

93 Appendix 1. Lijst met tabellen, figuren en grafieken 2. Vragenlijst 3. Rapportering elk risico afzonderlijk 4. Lijst pleinverantwoordelijken 5. Affiche Gentse Feesten Evaluatieverslag Politie Gentse Feesten 2011 Op CD-ROM: - Dataset - Outputs SPSS - Excelfiles figuren en grafieken - Evaluatieverslag Stad Gent 89

94 Lijst met tabellen, figuren en grafieken FIGUUR 1: DICHTHEID VAN 8.4 PERSONEN PER VIERKANTE METER (FRUIN, 1993) FIGUUR 2: FRAMEWORK OF RISK INFORMATION SEEKING (TER HUURNE, 2008, P. 136) FIGUUR 3: HOOGST BEHAALD DIPLOMA (IN %, N= 336) FIGUUR 4 : LEEFTIJDSCATEGORIE (IN %, N= 339) FIGUUR 5: AANTAL UUR PER BEZOEK (IN %, N= 332) GRAFIEK 1: BEZIT GSM/SMARTPHONE PER LEEFTIJDSCATEGORIE GRAFIEK 2: RISICOPERCEPTIE GRAFIEK 3: GEMIDDELDE RISICOPERCEPTIE PER LEEFTIJDSCATEGORIE GRAFIEK 4: SEVERITY GRAFIEK 5: GEMIDDELDE SEVERITY PER LEEFTIJDSCATEGORIE GRAFIEK 6: GEMIDDELDE OCCURANCE PER RISICO GRAFIEK 7: GEMIDDELDE EXPERIENCE PER RISICO GRAFIEK 8: RISICOPERCEPTIE BIJ LICHTKRANT OF NIET (IN %, N= 316) GRAFIEK 9: GEEN AANDACHT BESTEDEN AAN INCIDENT GRAFIEK 10: VERPLAATSEN NAAR ANDERE LOCATIE GRAFIEK 11: NAAR HUIS GAAN GRAFIEK 12: ZELFREDZAAMHEID GRAFIEK 13: WETEN WELKE RISICO S ER ZIJN GRAFIEK 14: INFO SUFFICIENCY GRAFIEK 15: WAAR HANGEN LICHTKRANTEN VS PLAATS VAN AFNAME GRAFIEK 16: PLAATS EN INHOUD LICHTKRANTEN GRAFIEK 17: TRUST GRAFIEK 18: GEMIDDELDE SCORE GROOTSTE VERANTWOORDELIJKHEID GRAFIEK 19: INVOLVEMENT GRAFIEK 20: GEWENSTE MANIER VAN INFO KRIJGEN (GEMIDDELDE SCORES, GESLACHT) GRAFIEK 21: GEWENSTE MANIER VAN INFO KRIJGEN (GEMIDDELDE SCORES, LEEFTIJDSCATEGORIE) GRAFIEK 22: RISK INFO SEEKING GRAFIEK 23: RISK INFO SEEKING (GEMIDDELDE SCORES, PER LEEFTIJDSGROEP) GRAFIEK 24: HUIDIGE MANIER VAN INFO ZOEKEN (IN %) GRAFIEK 25: GEMIDDELDE SCORE CROWD CONTROL GRAFIEK 26: CLUSTERS

95 TABEL 1: CHRONOLOGISCH VERLOOP VAN GESPREKKEN MET BELANGRIJKE ACTOREN VAN DE GENTSE FEESTEN TABEL 2: OVERZICHT: DE GEMIDDELDEN PER MOGELIJKE ACTIE: TABEL 3: CORRELATIES TABEL 4: TOP 3 GEMIDDELDE SEVERITY, OCCURANCE, EXPERIENCE TABEL 5: WAT DOE JE BIJ EEN CALAMITEIT? (GEMIDDELDE) TABEL 6: TOP 3 GEMIDDELDE MEESTE VERANTWOORDELIJKHEID TABEL 7: TOP 3 GEMIDDELDE MEEST GESCHIKTE COMMUNICATIEMIDDELEN

96 Vragenlijst NUMMER: Code enquêteur: Lichtkrant/ geen lichtkrant In het kader van mijn masterproef aan de Universiteit Gent, voer ik in samenwerking met de Politie Gent en Stad Gent, een onderzoek uit naar de risico s op de Gentse Feesten. Hoe wordt over (on)veilige situaties gecommuniceerd? Alle antwoorden blijven anoniem en worden enkel gebruikt in het kader van dit onderzoek. Met dank voor uw deelname. 92

97 14u 18u / 18u 22u superdruk/ druk/ kalm/ heel kalm Bent u Bezoeker Op weg naar huis/werk Ander: 1 = helemaal niet akkoord, 2 = niet akkoord, 3 = neutraal, 4 = wel akkoord, 5 = helemaal akkoord De gedachte dat volgend risico leidt tot een incident verontrust mij zeer zeker, ik schat de gevolgen ernstig in. - Agressie (verbaal, trekken, duwen) Vechtpartijen Brand Explosie (aanslag) - Overmatige drukte - Paniek - Gauwdiefstallen De kansdat ik met volgend risico geconfronteerd wordt op de GF is zeer reëel: - Agressie (verbaal, trekken, duwen) Vechtpartijen Brand Explosie (aanslag) Overmatige drukte Paniek Gauwdiefstallen Afgesloten pleinen Ik heb mij op volgende manier geïnformeerd over mogelijke risico s: 1 = helemaal niet/ 5 = zeer grondig - Via de website De lichtkranten De politie Op de Gentse Feesten zoek ik informatie over wat ik moet doen als er zich iets voordoet, m.b. evacuatieweg, EHBO-post,

98 Op de Gentse Feesten kijk ik steeds goed rond om te zien of er zich in mijn buurt iets ernstigs voordoet. Mocht er hier op de GF iets gebeuren in mijn buurt, dan: Besteed ik daar geen aandacht aan en doe ik verder met wat ik bezig was verplaats ik mij naar een andere locatie ga ik naar huis De grootste verantwoordelijkheid op gebied van (risico)communicatie op de Gentse Feesten gaat naar:1= minste verantwoordelijkheid/ 5 = grootste verantwoordelijkheid Vlaamse overheid Politie Provincie Oost-Vlaanderen Pleinverantwoordelijken Stad Gent Brandweer en medische diensten Ik zal bekwaam zijn om gepast te reageren als er zich een incident/onveilige situatie voordoet Ik weet aan welke risico s ik word blootgesteld op de Gentse Feesten In welke mate bent u al in contact gekomen met volgende risico s/situaties (op de GF): - Agressie (verbaal, trekken, duwen, ) nog nooit 1 zelden 2 af en toe 3 heel vaak 4 altijd 5 - Vechtpartijen Brand explosie (of aanslag) Overmatige drukte Paniek in de massa Gauwdiefstallen Afgesloten pleinen Als de organisatie beweert dat ze alles doet om de onveilige situaties/risico s te minimaliseren voor mij, als bezoeker, dan geloof ik dat Ik kreeg reeds informatie over mogelijke onveilige situaties op de GF De informatie die ik reeds te zien of te horen kreeg over de risico s op

99 de GF was duidelijk. (of NVT) Camera s op straat zijn een goed middel om de veiligheid in de gaten te houden Ik voel mij veilig op de Gentse Feesten In de stad hangen genoeg pictogrammen om me naar de hulpdiensten te wijzen. Ik hecht veel belang aan het feit dat ik, als bezoeker van de GF, geïnformeerd word over mogelijke risico s Ik vind het goed dat pleinen afgesloten worden bij overmatige drukte Ik weet waar er lichtkranten hangen Ik weet wat er op de lichtkranten geprojecteerd staat Rondom mij zie ik stewards/sfeerbeheerders. Er is genoeg politie op straat Ik wens op volgende manier geïnformeerd te worden over mogelijke risico s of onveilige situaties op de GF: - D.m.v. een folder De lichtkranten De politie Vanop de podia Via Twitter Via kranten Via de website Schrapen wat niet past: Ik heb een GSM/Smartphone. - Man/vrouw - Hebt u kinderen? Ja/nee - Geboortejaar: - Postcode: - Wat is uw hoogst behaalde diploma: 1. Lager secundair onderwijs 2. Hoger secundair onderwijs 3. Hoger onderwijs KT 4. Hoger onderwijs LT 5. Universitair onderwijs 6. student 95

100 - Hoelang (in uren) blijft u (gemiddeld per bezoek) op de Gentse feesten? u - Bent u Politieagent Ambulancier, dokter, medisch hulpverlener e.d. (ook als vrijwilliger) Lid van de brandweer (ook als vrijwilliger) Ander beroep waar u met risico s in contact komt, nl. Niet van toepassing. 96

101 Lijst pleinverantwoordelijken Pleinorganisatoren : gratis muziek op 10 pleinen Bij Sint-Jacobs - Guido De Leeuw - vzw Trefpunt - Bij Sint-Jacobs Gent guido@trefpuntvzw.be - Baudelopark - Guido De Leeuw - vzw Trefpunt - Bij Sint-Jacobs Gent guido@trefpuntvzw.be - Beverhoutplein - Ilse Everaert - vzw Uitbureau - Kammerstraat Gent info@uitbureau.be - Gras- & Korenlei - Jo Bonte - vzw Polé Polé - Lammerstraat Gent info@polepole.be - Groentenmarkt - Nancy De Bruyne - vzw Happy Days - Ter Vennen 2 A Heusden debruyne.nancy@telenet.be - Korenmarkt - Eli De Ryck - Kon Dekenij Korenmarkt - Lange Violettestraat Gent opperdekenij@euphonynet.be Sint-Baafsplein - Ivan Saerens - vzw Onder de Draak - Lange Kruisstraat 6a Gent info@onderdedraak.be - Vlasmarkt - Gerald Claes - vzw Vlasmarkt - Vlasmarkt Gent info@charlatan.be - t Veerlepleintje - Nico Cremers - vzw Gentse Regio Club - Riemsesteenweg Ertvelde nicocremers@yahoo.com - Festivals Europees Figurentheatercentrum - Freddy Claeys - vzw EFTC - Trommelstraat Gent eftc.gent@skynet.be - MiraMirO - Fabien Audooren - vzw ISTF - Stapelplein Gent miramiro@miramiro.be days off - Philip de Liser - vzw 5 voor 12 - Wetstraat Antwerpen jeroen@5voor12.com - Gent Jazz Festival - Bertrand Flamang - vzw Jazz en Muziek in Gent - Abrahamstraat Gent bertrand@gentjazz.com - Jeugdcircusfestival - Maarten Verhels - vzw Vlaams centrum voor Circuskunsten - ACEC fabriek Dok Noord 4F/ Gent info@circuscentrum.be - Boomtown - Jeroen Vereecke - vzw Boomtown Gent jeroen@rockoco.be

102 Rapportering elk risico afzonderlijk risicoperceptie Grafiek B1 Bij het analyseren van elk risico afzonderlijk, werd, wat betreft het hoogst behaalde diploma, nergens een significant verschil gevonden, ook niet bij het aantal uur dat de respondent op de Gentse Feesten blijft. Severity a. Agressie helemaal akkoord 10,9 akkoord 34,5 neutraal 28,7 niet akkoord 16,7 helemaal niet akkkoord 8, Ik ben verontrust over de gevolgen van agressie (in %, N= 347). Grafiek B2a 45% maakt zich ongerust over de gevolgen van agressie. 28% is er nog niet echt uit ( neutraal ). Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen. Bij de leeftijd zien we wel een significant verschil (F (5,332)= 4.58, p<0.001): de 66-plussers (M= , SD= ) verschillen significant met de groep jaar (M= , SD= ). 98

103 b. Vechtpartijen helemaal akkoord 19,5 akkoord 35,1 neutraal 20,7 niet akkoord 16,1 helemaal niet akkkoord Ik ben verontrust over de gevolgen van vechtpartijen (in %, N= 346). Grafiek B2b 55% maakt zich ongerust over de gevolgen van vechtpartijen. Mannen en vrouwen verschillen hierin niet significant van elkaar. Bij leeftijd is er een significant verschil (F (5,331) = 6.543, p<0.001): de jarigen (M= , SD= ) verschillen significant met alle oudere categorieën (cat jaar: M= 3.61, jaar: M= 3.77, > dan 66 jaar: M= 4.28). c. Brand helemaal akkoord 17,5 akkoord 21 neutraal 22,4 niet akkoord helemaal niet akkkoord 19,3 19, Ik ben verontrust over de gevolgen van brand (in %, N= 346). Grafiek B2c Bijna 40% is niet verontrust over een eventuele brand. Evenveel respondenten zijn dat wel. Hierbij is geen verschil merkbaar tussen mannen vrouwen of binnen de leeftijdscategorie waartoe men behoort. Ook hier durft 22% van de respondenten zich niet duidelijk uit te spreken. 99

104 d. Explosie of aanslag helemaal akkoord 26,7 akkoord 11,5 neutraal niet akkoord 16,1 17,8 helemaal niet akkkoord Ik ben verontrust over de gevolgen van een explosie of aanslag (in %, N= 345). Grafiek B2d 45% spreekt zich duidelijk uit niet verontrust te zijn over de gevolgen van een explosie of aanslag; 28% is dat wel. Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen. Bij leeftijd zien we een significant verschil (F (5,330) = 5.441, p <0.001): de oudste groep (M= , SD= ) verschilt significant van de jongste groep (M= , SD= ). e. Overmatige drukte helemaal akkoord 8,6 akkoord neutraal 33,3 32,2 niet akkoord 16,4 helemaal niet akkkoord 8, Ik ben verontrust over de gevolgen van overmatige drukte (in %, N= 346). Grafiek B2e 25% ziet geen ernstige gevolgen in de overmatige drukte op de Gentse Feesten. 32% spreekt zich er niet duidelijk over uit en 42% verontrust zich er wel over. Geen significant verschil merkbaar tussen mannen en vrouwen. Hier is wel een significant verschil (F(5,331)= 3.775, p= 0.002) tussen de categorie jaar (M= , SD= ) en jaar (M= , SD= ). 100

105 f. Paniek in de massa helemaal akkoord 12,9 akkoord 33,6 neutraal 22,1 niet akkoord 19,8 helemaal niet akkkoord 10, Ik ben verontrust over de gevolgen van paniek in de massa (in %, N= 345). Grafiek B2f Meer dan 55% is verontrust over de gevolgen van paniek in de massa. 30% maakt zich daar geen zorgen over. Geen verschil tussen mannen en vrouwen. Er is wel een significant verschil (F (5,330)= 4.955, p< 0.001) bij de jongeren onder de 25 jaar (M= , SD= ) en de groep tussen jaar (M= , SD= ). g. Gauwdiefstallen helemaal akkoord 19,5 akkoord neutraal 29 30,7 niet akkoord 15,2 helemaal niet akkkoord 5, Ik ben verontrust over de gevolgen van gauwdiefstallen (in %, N= 348). Grafiek B2g 50% is verontrust en schat de gevolgen ernstig in. Maar 30% spreekt zich hier niet over uit. Mannen hebben een gemiddelde score van M= (SD= ) op het ernstig inschatten van gevolgen van gauwdiefstallen en vrouwen hebben een gemiddelde van M= (SD=1.0125). Het verschil 101

106 is significant (t= -2,888, df= , p= 0,004): vrouwen zijn meer verontrust over de gevolgen van een gauwdiefstal dan mannen. Geen significante verschillen tussen de leeftijdscategorieën. Grafiek B2 Occurance Bij het analyseren van elk risico afzonderlijk werd wat betreft leeftijd, nergens een significant verschil gevonden, ook niet bij het aantal uur dat de respondent op de Gentse Feesten blijft. a. agressie helemaal akkoord 8,1 akkoord 24,1 neutraal 31,7 niet akkoord 22,1 helemaal niet akkkoord De kans dat ik met agressie geconfronteerd wordt op de GF is zeer reëel (in %, N= 344), Grafiek B3a 36% van de respondenten schat de kans om met agressie in contact te komen laag in. 32% spreekt zich er niet over uit. Er is een significant verschil (t= , df= , p= 0.013) tussen mannen en vrouwen: de mannen scoren gemiddeld M= (SD= ), de vrouwen M= (SD= ). 102

107 b. vechtpartijen helemaal akkoord 6,4 akkoord 20,4 neutraal 30,6 niet akkoord 24,2 helemaal niet akkkoord 18, De kans dat ik met vechtpartijen geconfronteerd wordt op de GF is zeer reëel (in %, N= 343), grafiek B3b 43% acht de kans met vechtpartijen geconfronteerd te worden, laag in. 31% spreekt zich er niet over uit, en 27% is van mening zich dat de kans bestaat met vechtpartijen geconfronteerd te worden. Mannen en vrouwen verschillen significant (t= , df= , p= 0.009): mannen M= (SD= ) en vrouwen M= (SD= ). c. brand helemaal akkoord 0,9 akkoord 5,6 neutraal 22,6 niet akkoord helemaal niet akkkoord 36,1 34, De kans dat ik met brand geconfronteerd wordt op de GF is zeer reëel (in %, N= 341) Grafiek B3c Slechts 6.6% ziet een reële kans in dat hij/zij geconfronteerd wordt met brand. 35% beweert het tegendeel. 22% spreekt zich er niet over uit. Tussen mannen en vrouwen is er een significant verschil (t= , df= , p= 0.010): mannen M= (SD= ) en vrouwen M= (SD= ). 103

108 d. explosie of aanslag helemaal akkoord 2 akkoord 4,1 neutraal 20,5 niet akkoord 26,6 helemaal niet akkkoord 46, De kans dat ik een explosie of aanslag geconfronteerd wordt op de GF is zeer reëel (in %, N= 342). Grafiek B3d Slechts 6% acht de kans reëel geconfronteerd te worden met een explosie of aanslag. Bijna 75% acht die kans helemaal niet reëel. Het verschil tussen mannen en vrouwen is significant (t= , df= , p= 0.012): mannen M= (SD= ) en vrouwen M= (SD= ). Het is maar bij één risico, nl. explosie of aanslag, dat er een significant verschil werd vastgesteld bij de variabele hoogst behaald diploma : enkel de respondenten met als hoogst behaald diploma lager secundair (M= , SD= ) scoren significant verschillend van de andere opleidingsniveaus: die hebben een gemiddelde score tussen (universitair diploma) en (hoger secundair onderwijs) (F (5, 325)= 5.942, p< 0,001). e. Overmatige drukte helemaal akkoord 16,5 akkoord 42,6 neutraal 22 niet akkoord 12,2 helemaal niet akkkoord 6, De kans dat ik met overmatige drukte geconfronteerd wordt op de GF is zeer reëel (in %, N= 345). Grafiek B3e 104

109 59% van de respondenten is van mening dat de kans reëel is dat ze met overmatige drukte kunnen te maken hebben. 20% ziet die kans niet reëel. Mannen en vrouwen denken hier hetzelfde over. f. Paniek in de massa helemaal akkoord 4,4 akkoord 16,2 neutraal niet akkoord 30,3 32,6 helemaal niet akkkoord 16, De kans dat ik met paniek in de massa geconfronteerd wordt op de GF is zeer reëel (in %, N= 340). Grafiek B3f Paniek in de massa wordt niet gepercipieerd als realistisch om er mee geconfronteerd te worden door 47% van de respondenten. 20% denkt dat de kans daartoe wel reëel is. Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen. g. Gauwdiefstallen helemaal akkoord 19,7 akkoord 37,9 neutraal 28,3 niet akkoord 8,4 helemaal niet akkkoord 5, De kans dat ik met gauwdiefstallen geconfronteerd wordt op de GF is zeer reëel (in %, N= 346). Grafiek B3g 58% van de respondenten acht de kans reëel geconfronteerd te worden met gauwdiefstallen. 28% spreekt zich er niet over uit en 14% ziet die kans niet als reëel. Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen. 105

110 h. Afgesloten pleinen helemaal akkoord 16,1 akkoord 29,9 neutraal 22,1 niet akkoord helemaal niet akkkoord 15,2 16, De kans dat ik met afgesloten pleinen geconfronteerd wordt op de GF is zeer reëel (in %, N= 335). Grafiek B3h 46% denkt dat het mogelijk is met afgesloten pleinen geconfronteerd te worden. Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen. Grafiek B3 EXPERIENCE Bij geen enkele situatie hier opvolgend werd er een significant verschil gevonden voor het aantal uur dat de respondenten op de Gentse Feesten verblijven, het tijdstip van afname of het hoogst 106

111 behaalde diploma. Voor geslacht en leeftijd werden daarentegen wel significante verschillen gevonden. a. Agressie altijd 1,4 heel vaak 4,3 regelmati g 15,7 zelden 37,4 nog nooit 41, In welke mate ben ik op de GF al in contact gekomen met agressie (in %, N= 345). Grafiek B4a 60% heeft zelden of nooit te maken gehad met agressie bij een bezoek aan de Gentse Feesten. Slechts 6% geeft aan daar wel heel vaak tot altijd mee te maken te hebben. Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen, noch qua leeftijd. b. Vechtpartijen altijd heel vaak 0,9 2,3 regelmatig 14,2 zelden 32,5 nog nooit 50, In welke mate ben ik op de GF al in contact gekomen met vechtpartijen (in %, N= 345). grafiek B4b Amper 3% is op de Gentse Feesten al eens in contact gekomen met vechtpartijen. Ruim 80% had dat zelden of nooit meegemaakt. Er is geen verschil tussen mannen en vrouwen, wel bij de leeftijdsgroepen (F (5,331)= 4.692, p< 0.001). Het significante verschil wordt teruggevonden tussen de groep jonger dan 25 jaar (M= , SD= ) en de oudere respondenten (tussen 46 en 55 jaar: M= , SD= , tussen 56 en 65 jaar: M= , SD= en de groep ouder dan 66 jaar: M= , SD= ). 107

112 c. brand heel vaak 0,9 regelmatig 2,3 zelden 7,9 nog nooit 88, In welke mate ben Ik op de GF al in contact gekomen met brand (in %, N= 342). Grafiek B4c Slechts 3% heeft reeds een brand meegemaakt op de Gentse Feesten. 97% heeft het nog maar zelden of nooit meegemaakt. Er is geen verschil tussen mannen en vrouwen, noch qua leeftijd. d. Explosie of aanslag altijd heel vaak regelmatig zelden 0,6 0,3 2,3 5,8 nog nooit In welke mate ben ik op de GF al in contact gekomen met een explosie of aanslag (in %, N=345). Grafiek B4d 97% heeft nog maar zelden of nooit een explosie of aanslag meegemaakt op de Gentse Feesten. Geen significante verschillen qua leeftijd, noch qua geslacht. 108

113 e. Overmatige drukte altijd 8,7 heel vaak 32,1 regelmatig 39,3 zelden 8,7 nog nooit 11, In welke mate ben ik op de GF al in contact gekomen met overmatige drukte (in %, N= 346). Grafiek B4e Slechts 20% komt maar zelden of nooit in aanraking met overmatige drukte op de Gentse Feesten. Meer dan 70% maakt dat regelmatig tot heel vaak mee. Er is geen verschil tussen mannen en vrouwen, noch qua leeftijd. f. Paniek in de massa altijd 0,3 heel vaak 5,4 regelmatig 17,3 zelden 25 nog nooit 52, In welke mate ben ik op de GF al in contact gekomen met paniek in de massa (in %, N=336). Grafiek B4f Ruim 75% heeft dit nog maar zelden of nooit meegemaakt. 22% komt dat regelmatig tot heel vaak tegen op de Gentse Feesten. Er is ook hier geen significant verschil tussen mannen en vrouwen of tussen de leeftijdsgroepen. 109

114 g. Gauwdiefstallen altijd 3,9 heel vaak regelmatig zelden 11,9 14,2 15,7 nog nooit 54, In welke mate ben ik op de GF al in contact gekomen met gauwdiefstallen (in %, N= 337). Grafiek B4g 25% heeft regelmatig tot heel vaak te maken gehad met gauwdiefstallen. Ruim 54% nog nooit. Er is wederom geen significant verschil tussen mannen en vrouwen of tussen de leeftijdsgroepen. h. Afgesloten pleinen altijd 7,7 heel vaak 20,5 regelmatig 25,2 zelden 16,6 nog nooit In welke mate ben ik op de GF al in contact gekomen met afgesloten pleinen (in %, N= 337). Grafiek B4h Meer dan 50% komt regelmatig tot altijd in contact met afgesloten pleinen bij een bezoek aan de Gentse Feesten. Er is geen significant verschil qua leeftijd, maar wel een significant verschil tussen mannen (M= , SD= ) en vrouwen (M= , SD= ) (t= 0.030, df= 325, p= 0.040). 110

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Een FRISse kijk op risicocommunicatie? Ellen Misana 15 June 2012

Een FRISse kijk op risicocommunicatie? Ellen Misana 15 June 2012 Een FRISse kijk op risicocommunicatie? Ellen Misana 15 June 2012 Deze presentatie 1. Risicocommunicatie en informatiezoekgedrag Wie, wat, waar en waarom? 2. Ontwikkeling FRIS Wat weten we (nog niet)? Recente

Nadere informatie

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als

Nadere informatie

Samenwerken in crisiscommunicatie: doe (n)iets!

Samenwerken in crisiscommunicatie: doe (n)iets! Samenwerken in crisiscommunicatie: doe (n)iets! www.crisisbesluitvorming.nl Wie ben ik? Mijn missie: minder maatschappelijke kosten en minder maatschappelijk onrust! Samenwerken: doe (n)iets I. Doelen

Nadere informatie

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Wat gaan we doen? Inleiding risicocommunicatie Risicocommunicatie: een spel van invloed en beinvloeden: 1 e

Nadere informatie

Is een crisis via sociale media te beheersen? Door: Sonja Utz & Friederike Schultz

Is een crisis via sociale media te beheersen? Door: Sonja Utz & Friederike Schultz Is een crisis via sociale media te beheersen? Door: Sonja Utz & Friederike Schultz Op 5 januari 2011 woedde een enorme brand in een chemisch bedrijf in Moerdijk en een grote rookwolk trok over de regio.

Nadere informatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie April 2012 Concrete tips voor effectieve interne communicatie Amsterdam, augustus 2012 Geloofwaardige interne communicatie Deze white

Nadere informatie

Opleidingsmodules HEv-proof

Opleidingsmodules HEv-proof Opleidingsmodules HEv-proof In-company aanbod 2013 VDMMP en het Kenniscentrum Evenementenveiligheid bieden diverse opleidingsmodules bij de landelijke Handreiking Evenementenveiligheid (HEv). Ons in-company

Nadere informatie

Proactief en voorspellend beheer Beheer kan effi ciënter en met hogere kwaliteit

Proactief en voorspellend beheer Beheer kan effi ciënter en met hogere kwaliteit Proactief en voorspellend beheer Beheer kan effi ciënter en met hogere kwaliteit Beheer kan efficiënter en met hogere kwaliteit Leveranciers van beheertools en organisaties die IT-beheer uitvoeren prijzen

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Aart Garssen AC SGBO Vierdaagse. Teddy Vrijmoet Directeur Vierdaagsefeesten

Aart Garssen AC SGBO Vierdaagse. Teddy Vrijmoet Directeur Vierdaagsefeesten Aart Garssen AC SGBO Vierdaagse Teddy Vrijmoet Directeur Vierdaagsefeesten 1 2 groot en gezellig groot en gezellig 3 4 groot en gezellig groot en gezellig 5 6 groot en gezellig 7 groot en gezellig 8 Plattegrond

Nadere informatie

Risico Analyse bij evenementen. Gerard van Duykeren

Risico Analyse bij evenementen. Gerard van Duykeren Risico Analyse bij evenementen Gerard van Duykeren Gerard van Duykeren Directeur The Security Company Voorzitter Evenementen en Horeca sectie Nederlandse Veiligheidsbranche Voorzitter onderwijsfonds Evenementen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar:

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar: Samenvatting literatuuronderzoek superpromoters Aanleiding en definitie De overheid zoekt naar nieuwe manieren om haar boodschap zo overtuigend mogelijk over het voetlicht te krijgen. Dit geldt in het

Nadere informatie

Gedragscode. Gewoon goed doen

Gedragscode. Gewoon goed doen Gedragscode Gewoon goed doen 2 Inhoudsopgave pagina 1. Missie, ambitie en kernwaarden 4 2. Gewoon goed doen 5 3. Waarom een gedragscode? 6 4. Omgaan met de patiënt/klant: respectvol en gastvrij 7 5. Professioneel

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Monitoring. Voorkomen is beter dan genezen! Kon ik maar in de toekomst kijken!

Monitoring. Voorkomen is beter dan genezen! Kon ik maar in de toekomst kijken! Monitoring ieder bedrijf heeft te maken met IT. IT is tegenwoordig niet meer weg te denken uit de bedrijfsvoering. Binnen het MKB zijn de bedrijven vaak te klein om de benodigde specifieke IT kennis in

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

Risicocommunicatie. Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008

Risicocommunicatie. Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008 Risicocommunicatie Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008 Presentatie Beleving risico s in relatie tot (praktijk) Wat is een risico?

Nadere informatie

AGRESSIE EN WEERBAARHEID. Overzicht Elementen Training

AGRESSIE EN WEERBAARHEID. Overzicht Elementen Training AGRESSIE EN WEERBAARHEID Overzicht Elementen Training Voorwoord Hier is een overzicht van Agressie en Weerbaarheid Wat leuk dat je interesse hebt in onze training Agressie en Weerbaarheid! In deze training

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen COMMUNICATIE training effectief communiceren met iedereen Een training van COMMUNICERENENZO Mensen zijn belangrijk. Resultaten ook Mensen zijn belangrijk en waardevol. Resultaten worden behaald dankzij

Nadere informatie

OvD-Bz: nuchter omgaan met risico s?!? Vandaag. Wat ziet u? Nederland: Schat het aantal dodelijke slachtoffers

OvD-Bz: nuchter omgaan met risico s?!? Vandaag. Wat ziet u? Nederland: Schat het aantal dodelijke slachtoffers Wat ziet u? OvD-Bz: nuchter omgaan met risico s?!? Jop Groeneweg Universiteit Leiden Landelijke netwerkdag OvD-Bz Rotterdam, 24 september 2015 Vandaag Nederland: Schat het aantal dodelijke slachtoffers

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector 6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector Hoe kun je dienstverleners het beste betrekken bij klantonderzoek? Ik ben de afgelopen jaren onder de indruk geraakt van een specifieke vorm van 3 e generatie

Nadere informatie

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden De gemeente Dordrecht zet zich in om overlast in het algemeen, en van coffeeshops in het bijzonder, te verminderen. Dordrecht telt in totaal acht

Nadere informatie

Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand.

Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand. Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand. Theoretische achtergrond: - Miller en Rollnick De motivering van cliënten en het verminderen van weerstand zijn centrale thema's.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

19. Reflectie op de zeven leerfuncties

19. Reflectie op de zeven leerfuncties 19. Reflectie op de zeven leerfuncties Wat is het? Wil een organisatie kennisproductief zijn, dan heeft zij een leerplan nodig: een corporate curriculum dat de organisatie helpt kennis te genereren, te

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Risicomanagementbeleid Gemeente Medemblik IO

Risicomanagementbeleid Gemeente Medemblik IO Risicomanagementbeleid 2015-2018 Gemeente Medemblik IO-14-18168 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Wat is Risicomanagement?... 4 1.1 Risico...4 1.2 Risicomanagement...4 1.3 Risicoprofiel...4 2. Doelstellingen

Nadere informatie

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Training Omgaan met Agressie en Geweld Training Omgaan met Agressie en Geweld 2011 Inleiding In veel beroepen worden werknemers geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag, waaronder agressie. Agressie wordt door medewerkers over het algemeen

Nadere informatie

Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap

Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap in de reflectie zie je de bron Effectief Leiderschap.. een persoonlijke audit U geeft leiding aan een team, een project of een afdeling. U hebt veel kennis, u

Nadere informatie

Docenten en jeugdwerkers

Docenten en jeugdwerkers Docenten en jeugdwerkers Omgaan met radicalisering: Doelen Deze aanbevelingen zijn bedoeld voor docenten op middelbare scholen en alle andere professionals die regelmatig contact hebben met jongeren. Doel

Nadere informatie

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! Calamiteitenplan Voorbeelddocument

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! Calamiteitenplan Voorbeelddocument PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! Calamiteitenplan Voorbeelddocument Inhoud Algemene gegevens... 3 Gegevens evenement... 3 Gegevens aanwezigen... 4 Telefoonlijsten... 4 Overige belangrijke nummers...

Nadere informatie

Rekenkameronderzoek Veiligheid

Rekenkameronderzoek Veiligheid Rekenkameronderzoek Veiligheid ONDERZOEK ONDER HET BEWONERSPANEL DORDRECHT Inhoud In hoeverre zijn de bewoners op de hoogte van de voorlichting van de gemeente Dordrecht? Wat weten ze van de veiligheidsrisico

Nadere informatie

Frans de Hoyer GW Management. E-Mail Marketing (mysterye-mail) E-Mailnieuwsbrief Social media voor de Automotive. De wereld is veranderd

Frans de Hoyer GW Management. E-Mail Marketing (mysterye-mail) E-Mailnieuwsbrief Social media voor de Automotive. De wereld is veranderd Frans de Hoyer GW Management E-Mail Marketing (mysterye-mail) E-Mailnieuwsbrief Social media voor de Automotive De wereld is veranderd 1 We kopen online We plaatsen alles online 2 Dit onderdeel valt ineens

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden.

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden. 10 vaardigheden 3 Netwerken 7 Presenteren 1 Argumenteren 10 Verbinden Beïnvloeden 4 Onderhandelen Onderzoeken Oplossingen zoeken voor partijen wil betrekken bij het dat u over de juiste capaciteiten beschikt

Nadere informatie

Beleids- en BeheersCyclus. Cursus beleidsplanning, -monitoring en evaluatie: Inleidend hoofdstuk

Beleids- en BeheersCyclus. Cursus beleidsplanning, -monitoring en evaluatie: Inleidend hoofdstuk Beleids- en BeheersCyclus Cursus beleidsplanning, -monitoring en evaluatie: Inleidend hoofdstuk Inhoud cursus Rode draad 1.2 Inleiding 1.3 Definities 1.4 Model strategisch 1.5 Belang strategisch 1.6 Belang

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Vertrouwen winnen of gezag afdwingen?

Vertrouwen winnen of gezag afdwingen? Vertrouwen winnen of gezag afdwingen? Dra. Anjuli Van Damme Promotor Prof. dr. Lieven Pauwels Inhoud 1. Is het gezag van politie tanende? 2. Het belang van het vertrouwen 3. Waaruit vloeit het vertrouwen

Nadere informatie

Resultaten Onderzoek September 2014

Resultaten Onderzoek September 2014 Resultaten Onderzoek Initiatiefnemer: Kennispartners: September 2014 Resultaten van onderzoek naar veranderkunde in de logistiek Samenvatting Logistiek.nl heeft samen met BLMC en VAViA onderzoek gedaan

Nadere informatie

Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico

Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico Dr. Olga Damman Dr. Maaike van den Haak Nina Bogaerts, Msc Amber van der Meij, Bsc Prof.dr. Danielle Timmermans Quality of Care EMGO Institute for

Nadere informatie

Feiten over. Veiligheidsbeleving. in de gemeente Arnhem

Feiten over. Veiligheidsbeleving. in de gemeente Arnhem Feiten over Veiligheidsbeleving in de gemeente Arnhem Feiten over Veiligheidsbeleving in de gemeente Arnhem Voor burgers speelt het persoonlijke gevoel van veiligheid een belangrijke rol. Dit gevoel wordt

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

GOUDEN TIPS voor Professioneel Relatiebeheer

GOUDEN TIPS voor Professioneel Relatiebeheer 10 GOUDEN TIPS voor Professioneel Relatiebeheer www.fokjeritsma.nl info@fokjeritsma.nl 2 Inhoudsopgave Inleiding... 5 Wees je bewust van je doel... 6 Bellen: een uitstekend instrument... 6 Systeem... 7

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2340 Vragen van de leden

Nadere informatie

Sociale en culturele factoren in evacuatie simulaties. Dr. Natalie van der Wal

Sociale en culturele factoren in evacuatie simulaties. Dr. Natalie van der Wal Sociale en culturele factoren in evacuatie simulaties Dr. Natalie van der Wal Uit de praktijk blijkt dat weinig mensen direct overgaan tot actie als het brandalarm afgaat. Het zal wel een oefening zijn,

Nadere informatie

GRAAG STELLEN WIJ ONS AAN U VOOR

GRAAG STELLEN WIJ ONS AAN U VOOR GRAAG STELLEN WIJ ONS AAN U VOOR Altijd al gezocht naar een trainingsconcept voor uw medewerkers waar je meteen van zegt: GewoonDoen! Nu is deze kans eindelijk aanwezig en wel voor een deelnameprijs van

Nadere informatie

4 Testen en optimaliseren

4 Testen en optimaliseren Alle wegwijzers in de fase: 4 Testen en optimaliseren 4.1 Je ontwerp testen bij de doelgroep (74) 4.2 Je ontwerp voorleggen aan een expert (75) 4.3 Je ontwerp voorleggen aan de opdrachtgever (76) 4.4 Je

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Appendix A Checklist voor visible learning inside *

Appendix A Checklist voor visible learning inside * Appendix A Checklist voor visible learning inside * * Op www.bazalt.nl/lerenzichtbaarmaken kunt u dit formulier downloaden en vervolgens printen. Het is belangrijk dat de medewerkers van de school deze

Nadere informatie

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport Sanne Gielen Inleiding Starten met een nieuwe sport is voor iedereen spannend; Hoe zal de training eruit zien? Zal de coach aardig zijn? Heb ik een klik met mijn teamgenoten? Kán ik het eigenlijk wel?

Nadere informatie

Emotionele inleiding

Emotionele inleiding Opzet Stressmanagement voor & door de trainer Jeroen Meganck S.P.O.C. / KU Leuven 24/05/2014 Praktisch gericht Interactief Samenbrengen van expertise Atleet In the spotlight Trainer In the dark Voor de

Nadere informatie

15 tips om meer uit uw e-mailcampagnes te halen

15 tips om meer uit uw e-mailcampagnes te halen 15 tips om meer uit uw e-mailcampagnes te halen Volgens de IT-beveiligingsorganisatie Symantec werd in februari 2007 wereldwijd 70% van alle e-mails als SPAM bestempeld en op mailserverniveau tegengehouden.

Nadere informatie

Lieke Drukker Ninja van der Honing september 2012

Lieke Drukker Ninja van der Honing september 2012 Lieke Drukker Ninja van der Honing september 2012 Wij Jullie Afstemmen verhaal op jullie vragen Iedereen stopt tijd en vooral energie in het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Communicatie tijdens de eerste 24 uur van een crisis/incident

Communicatie tijdens de eerste 24 uur van een crisis/incident Communicatie tijdens de eerste 24 uur van een crisis/incident Introductie Introductie Er doet zich een ernstig incident (crisis) voor. In deze uitgave staat beschreven welke communicatiestappen je het

Nadere informatie

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan, 22 Augustus 2014 1 Voorwoord Duurzaamheid is geen trend, het is de toekomst. Het is niet meer weg te denken

Nadere informatie

Training met persolog profielen

Training met persolog profielen Training met persolog profielen Verkrijg de beste resultaten op het werk en in uw dagelijks leven Ontdek een praktische manier om uw persoonlijkheid te ontwikkelen: U leert verschillende gedragstendensen

Nadere informatie

Motiveren om te leren

Motiveren om te leren Motiveren om te leren Een succesvol opleidingsbeleid is afhankelijk van verschillende factoren. De keuze van een goede opleidingsaanbieder speelt een rol, net zoals een grondige behoeftedetectie en de

Nadere informatie

Wacht maar tot ik groot ben!

Wacht maar tot ik groot ben! www.geerttaghon.be Wacht maar tot ik groot ben! Omgaan met agressie bij kleine kinderen Geert Taghon 2013 Ontwikkeling kleine kind De wereld leren kennen en zich hieraan aanpassen (adaptatie) Processen

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel!

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel! Gaby Remmers: senior onderzoeker Blauw Research Drijfveer: organisaties helpen inzicht te krijgen in de kansen op een nog klantgerichtere dienstverlening Andre Heeling: onderzoeker Blauw Research Drijfveer:

Nadere informatie

Uit rapportage TNO Operationele Prestaties Kennemerland

Uit rapportage TNO Operationele Prestaties Kennemerland Uit rapportage TNO Operationele Prestaties Kennemerland Over het algemeen zal een scenario paniek in menigten ontstaan vanuit een klein incident. In de regio is dit onderkend door een pro-actief en preventief

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen Richtlijnen voor auteurs - De hoofdindeling ligt vast en bestaat uit volgende rubrieken:

Nadere informatie

Opgave 1 Agressie op het sportveld

Opgave 1 Agressie op het sportveld Opgave 1 Agressie op het sportveld Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Inleiding In 12 raakte een grensrechter na afloop van een amateurvoetbalwedstrijd ernstig gewond

Nadere informatie

smartops people analytics

smartops people analytics smartops people analytics Introductie De organisatie zoals we die kennen is aan het veranderen. Technologische ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden zorgen dat onze manier van werken verandert. Waar veel

Nadere informatie

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen

Nadere informatie

Vaardigheidsmeter Communicatie

Vaardigheidsmeter Communicatie Vaardigheidsmeter Communicatie Persoonlijke effectiviteit Teamvaardigheden Een goede eerste indruk Zelfempowerment Communiceren binnen een team Teambuilding Assertiviteit Vergaderingen leiden Anderen beïnvloeden

Nadere informatie

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS duurzame plaatsing van werknemers met autisme 1 Welkom bij toolbox AUTIPROOF WERKT Autiproof Werkt is een gereedschapskist met instrumenten die gebruikt kan worden bij

Nadere informatie

Datum 19 april 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de militaire beveiliging van Belgische kerncentrales

Datum 19 april 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de militaire beveiliging van Belgische kerncentrales 1 > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 16950 2500 BZ Den Haag www.nctv.nl

Nadere informatie

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap Kwaliteit van Goed Werkgeverschap Meting KWH-Goed Werkgeverschaplabel Rapportage opgesteld door KWH in samenwerking met EVZ organisatie-advies Bijlagen Corporatie Rotterdam, 20xx Inhoudsopgave

Nadere informatie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie Zaken voor mannen Verhalen van mannen met epilepsie Introductie Niet alle mannen vinden het prettig om over hun gezondheid te praten. Ieder mens is anders. Elke man met epilepsie ervaart zijn epilepsie

Nadere informatie

Inhoudstafel Leermeermoment Chicago Jongeren Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doelstelling van de activiteit... 2 Overzicht...

Inhoudstafel Leermeermoment Chicago Jongeren Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doelstelling van de activiteit... 2 Overzicht... Inhoudstafel Leermeermoment Chicago Jongeren Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doelstelling van de activiteit... 2 Overzicht... 2 Praktische voorbereiding... 2 Tijd (duur)... 2 Locatie... 2 Materiaal...

Nadere informatie

Informatie over EthicsPoint

Informatie over EthicsPoint Informatie over EthicsPoint Melden algemeen Beveiliging en vertrouwelijkheid van meldingen Tips en beste praktijken Informatie over EthicsPoint Wat is EthicsPoint? EthicsPoint is een uitgebreid en vertrouwelijk

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

Klantonderzoek: de laatste inzichten!

Klantonderzoek: de laatste inzichten! : de laatste inzichten! Hoe tevreden bent u over de door ons bedrijf geleverde producten en diensten? Veel bedrijven gebruiken deze vraag om de klanttevredenheid te meten. Op een schaal van zeer ontevreden

Nadere informatie

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Resultaten en lessen voor de toekomst drs. A.A.M. Brok Voorzitter veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, portefeuillehouder jaar van transport en veiligheid

Nadere informatie

Train-the-Trainer: agressiebeheersing. D-na voor ICOBA

Train-the-Trainer: agressiebeheersing. D-na voor ICOBA Train-the-Trainer: agressiebeheersing D-na voor ICOBA Vandaag INHOUD? Verschillende lagen Het CLIA-competence-model (prof. Decorte) Men dient te beschikken over domeinspecifieke kennis en vaardigheden

Nadere informatie

EQ - emotionele intelligentie in kaart

EQ - emotionele intelligentie in kaart EQ - emotionele intelligentie in kaart 24-3-2014 BASISPROFIEL Laan van Vlaanderen 323 1066 WB Amsterdam INTRODUCTIE Het EQ rapport brengt iemands emotionele intelligentie in kaart. Dit is het vermogen

Nadere informatie

De Verschrikkelijkheid van het moment: de rol van zelfvertrouwen en herstel van zelfvertrouwen in het proces van studeren, 28 maart 2013

De Verschrikkelijkheid van het moment: de rol van zelfvertrouwen en herstel van zelfvertrouwen in het proces van studeren, 28 maart 2013 De Verschrikkelijkheid van het moment: de rol van zelfvertrouwen en herstel van zelfvertrouwen in het proces van studeren, 28 maart 2013 Marc Ophalvens, Studentenpsycholoog gedragstherapeut I. Zelfbeeld

Nadere informatie

MARKETEER RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen)

MARKETEER RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen) Waarvoor ben ik aangenomen? (Doel) Het ontwikkelen, coördineren en realiseren van campagnes en acties binnen een team en/of thema met als doel het bereiken, benaderen en activeren van de doelgroepen. Welke

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Handelingsprotocol bij extreem grensoverschrijdend gedrag. SBO Toermalijn

Handelingsprotocol bij extreem grensoverschrijdend gedrag. SBO Toermalijn Handelingsprotocol bij extreem grensoverschrijdend gedrag SBO Toermalijn 2016-2017 Onderdeel van het veiligheidsplan 2016-2017 0 Handelingsprotocol bij extreem grensoverschrijdend gedrag door leerlingen.

Nadere informatie

GEDRAGSMANAGEMENT. Inleiding. Het model. Poppe Persoonlijk Bas Poppe: 06 250 30 221 www.baspoppe.nl info@baspoppe.nl

GEDRAGSMANAGEMENT. Inleiding. Het model. Poppe Persoonlijk Bas Poppe: 06 250 30 221 www.baspoppe.nl info@baspoppe.nl GEDRAGSMANAGEMENT Dit kennisitem gaat over gedrag en wat er komt kijken bij gedragsverandering. Bronnen: Gedragsmanagement, Prof.dr. Theo B. C. Poiesz, 1999; Samenvatting boek en college, A.H.S. Poppe,

Nadere informatie

Competence Navigator - Individueel rapport. Piet Pienter 16.03.2015. Competence Navigator - Individueel rapport Piet Pienter 16.03.2015 11:05 1.

Competence Navigator - Individueel rapport. Piet Pienter 16.03.2015. Competence Navigator - Individueel rapport Piet Pienter 16.03.2015 11:05 1. 16.03.2015 16.03.2015 11:05 1. Algemene verdeling van de indicaties Aantal deelnemers: 7, Aantal indicaties 136 / 140 In het 360 diagnose proces over jouw competenties, hebben 7 mensen, waaronder jijzelf,

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

5 Samenvatting en conclusies

5 Samenvatting en conclusies 5 Samenvatting en conclusies In 2008 werden in Nederland bijna 5,2 miljoen mensen het slachtoffer van criminaliteit (cbs 2008). De meeste van deze slachtoffers kregen te maken met diefstal of vernieling,

Nadere informatie

BEÏNVLOEDENDE FACTOREN VAN THERAPIETROUW EN ZELFMANAGEMENT BIJ ORALE TKIs: EEN KWALITATIEF ONDERZOEK. Mathieu Verbrugghe Prof. dr.

BEÏNVLOEDENDE FACTOREN VAN THERAPIETROUW EN ZELFMANAGEMENT BIJ ORALE TKIs: EEN KWALITATIEF ONDERZOEK. Mathieu Verbrugghe Prof. dr. BEÏNVLOEDENDE FACTOREN VAN THERAPIETROUW EN ZELFMANAGEMENT BIJ ORALE TKIs: EEN KWALITATIEF ONDERZOEK Mathieu Verbrugghe Prof. dr. Ann Van Hecke INLEIDING THERAPIEONTROUW Een patiënt wordt therapieontrouw

Nadere informatie

Governance. Informatiemanagement. Architectuur. Gemeenschappelijk

Governance. Informatiemanagement. Architectuur. Gemeenschappelijk Beleggen Bewaken Sturen Informatiemanagement Inspireren Verbinden Organiseren Architectuur Verbeelden Structureren Afstemmen Gemeenschappelijk Communiceren Adviseren Beïnvloeden Beleggen: kan taken, verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden

Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden zeker gedeeltelijk niet 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Voor discussies heb ik geen tijd, ík beslis. Medewerkers met goede voorstellen

Nadere informatie

Evaluatie Nieuwsbrief Duurzame Mobiliteit

Evaluatie Nieuwsbrief Duurzame Mobiliteit Evaluatie Nieuwsbrief Duurzame Mobiliteit De Nieuwsbrief Duurzame Mobiliteit bestaat 1 jaar. In dat jaar verschenen 20 edities van onze nieuwsbrief. Tijd om eens te zien wat we kunnen verbeteren aan het

Nadere informatie