VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-B VITOCELL 100-W. voor de vakman

Transcriptie

1 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-B type CVB, CVBB Bivalente warmwaterboiler 300 tot 500 l Vitocell 100-W type CVB, CVBB Bivalente warmwaterboiler 300 tot 400 l VITOCELL 100-B VITOCELL 100-W 01/2015 Na montage deze handleiding recyclen!

2 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de nationale installatievoorschriften, de ARBO voorschriften, de wettelijke milieuvoorschriften, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijv. met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. 2

3 Inhoudsopgave 1. Informatie Symbolen... 4 Gebruik conform de regelgeving... 4 Productinformatie Montage-instructies Montagevoorbereiding... 6 Aansluitingen... 6 Aanwijzingen voor de plaatsing Montageverloop Warmwaterboiler 300 l... 8 Thermometer met thermometervoeler monteren (indien aanwezig).. 8 Anodeaansluiting controleren en deksel monteren... 9 Warmwaterboiler 400 en 500 l Boiler plaatsen en isolatiemat onderaan monteren Isolatiemantel aanbrengen Thermometer met thermometersensor (indien aanwezig) en afdeklijsten monteren Thermometersensor onder (indien aanwezig) monteren Anodeaansluiting controleren en deksel monteren Boilertemperatuursensor monteren Boilertemperatuursensor bij werking met zonne-energie aanbrengen.. 15 Verwarmingswaterzijde aansluiten Opwarming van het tapwater door zonnecollectoren Opwarming van het tapwater door warmtepomp Tapwater aansluiten Veiligheidsklep Equipotentiaalverbinding aansluiten Inbedrijfstelling Technische gegevens

4 Symbolen Symbool 1. Betekenis Verwijzing naar ander document met bijkomende informatie Stap in afbeeldingen: de nummering komt overeen met de volgorde van de stappen. Waarschuwing voor materiële schade en schade aan het milieu Bereik onder spanning Goed voor opletten. Onderdeel moet hoorbaar inklikken. of Akoestisch signaal Nieuw onderdeel plaatsen. of In combinatie met gereedschap: Oppervlakte reinigen. Onderdeel deskundig als afval verwijderen. Onderdeel bij geschikt verzamelpunt afgeven. Onderdeel niet met het huisvuil meegeven. Gebruik conform de regelgeving Het apparaat mag conform het doel enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten systemen volgens EN / DIN 1988 resp. solarinstallaties volgens EN 12977, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en bedieningshandleidingen. Warmwaterboilers zijn uitsluitend voorzien voor de bevoorrading en verwarming van water met tapwaterkwaliteit, verwarmingswaterbuffers uitsluitend voor vulwater in tapwaterkwaliteit. Zonnecollectoren mogen enkel gebruikt worden met warmteoverdrachts media die door de fabrikant worden vrijgegeven. Gebruik volgens de voorschriften houdt in dat een stationaire installatie in combinatie met installatiespecifieke en toegelaten componenten werd uitgevoerd. Gebruik in bedrijven of industrie voor andere doeleinden dan voor gebouwverwarming of tapwaterverwarming, geldt als strijdig met de voorschriften. De fabrikant kan dergelijk gebruik eventueel vrijgeven. Verkeerd gebruik van het toestel resp. ondeskundige bediening (bijv. wanneer de gebruiker het toestel opent) is verboden en leidt tot aansprakelijkheidsuitsluiting. Van verkeerd gebruik is eveneens sprake wanneer de voorziene functie van componenten van het systeem gewijzigd wordt (bijv. door directe tapwaterverwarming in de collector). 4

5 Gebruik conform de regelgeving (vervolg) De wettelijke bepalingen, in het bijzonder inzake hygiene van tapwater, moeten nageleefd worden. Productinformatie Geëmailleerde, intern verwarmde warmwaterboiler voor de tapwaterverwarming in combinatie met de volgende componenten: zonnesystemen verwarmingsketels wandtoestellen warmtepompen voor bivalente werking Bovendien is het gebruik van een elektrisch verwarmingselement mogelijk. Boilerinhoud en gewicht zie pagina 20. Geschikt voor installaties conform DIN 1988, EN en DIN

6 Montagevoorbereiding Aansluitingen A B C D E F G H A K L M Afb.1 A Aansluiting voor thermometersensor B Magnesiumanode met massakabel C Warm water D Boilertemperatuursensor E Verwarmingswateraanvoer *1 (bovenste verwarmingsspiraal) F Circulatie G Sok voor elektrisch verwarmingselement H Verwarmingswaterretour *1 (bovenste verwarmingsspiraal) K Verwarmingswateraanvoer *2 (onderste verwarmingsspiraal) L Verwarmingswaterretour *2 (onderste verwarmingsspiraal) en boilertemperatuursensor bij werking op zonne-energie (met inschroef-hoekstuk) M Koud water/aftap Aanwijzingen voor de plaatsing! Opgelet De isolatie mag niet in aanraking komen met open vuur. Wees voorzichtig bij soldeer- en laswerkzaamheden.! Opgelet Om schade aan het materiaal te vermijden, de warmwaterboiler in een vorst- en tochtvrije ruimte opstellen. Anders moet de warmwaterboiler, als deze niet wordt gebruikt, bij vorstgevaar worden leeggemaakt. *1 De bovenste verwarmingsspiraal is bedoeld voor aansluiting op een verwarmingsketel. *2 De onderste verwarmingsspiraal is bedoeld voor aansluiting op zonnecollectoren. 6

7 Montagevoorbereiding (vervolg) Houd voldoende afstand tot de wand om de temperatuurregelaar (indien aanwezig) te kunnen bedienen. Warmwaterboiler met stelpoten uitlijnen. Opmerking Stelpoten in totaal niet meer dan 35 mm uitdraaien. Warmwaterboiler met elektrisch verwarmingselement plaatsen A a B Afb.2 Montagehandleiding elektrisch verwarmingselement Inbouw van het elektrische verwarmingselement naar keuze in positie A of B. Minimumafstand aanhouden. Montageplaats A B Afmeting a 650 mm 685 mm Opmerking De onverwarmde lengte van een ingeschroefd verwarmingselement (door de installateur te voorzien) moet minimaal 100 mm bedragen. Het inschroef-verwarmingselement moet geschikt zijn voor geëmailleerde warmwaterboilers. 7

8 Warmwaterboiler 300 l Thermometer met thermometervoeler monteren (indien aanwezig) Afb.3 1. Deksel en flensisolatie demonteren. 2. Sensor van de bovenste thermometer tot aan de aanslag in de klembeugel aan het flensdeksel schuiven. 3. Voelerleiding van de onderste thermometer door de opening in de mantel leiden. 6. Sensorbevestiging met sensor tot de aanslag in de dompelhuls plaatsen. Opmerking Als er geen thermometers zijn, de afdekkingen op de openingen plaatsen. 4. Sensorbevestiging zit bij de plaat. Temperatuursensor aan de buitenzijde zodanig op de drukveer van de sensorbevestiging bevestigen, dat ze aan de voorkant met de veer afsluit. Sensor niet met isolatieband omwikkelen. 8

9 Warmwaterboiler 300 l (vervolg) Anodeaansluiting controleren en deksel monteren C A B 2. D Afb.4 A Magnesiumanode B Massakabel Opmerking De thermometerkabel door de groef in de flensisolatie leiden. Als er geen elektrisch verwarmingselement wordt ingebouwd, de voorste sok met de bijgevoegde stop afdichten. C Thermometerkabel D Typeplaatje Typeplaatje aanbrengen. 9

10 Warmwaterboiler 400 en 500 l Boiler plaatsen en isolatiemat onderaan monteren 1. A 2. Afb.5 A Typeplaatje Opmerking Als er geen elektrisch verwarmingselement wordt ingebouwd, de voorste sok met de bijgevoegde stop afdichten. 10

11 Warmwaterboiler 400 en 500 l (vervolg) Isolatiemantel aanbrengen 6x x 3. 6x 4. 6x Afb.6 Opmerking Voor de volgende werkzaamheden zijn twee personen nodig. Er mogen geen vliesresten via de aansluitingen in de warmwaterboiler terechtkomen. 1. Op de boilerachterzijde: zes klemsluitingen op het randprofiel van de rechter en linker isolatiemantel steken. Isolatiemantel rond het boilerlichaam leggen. 2. Op boilervoorkant: zes klemsluitingen op het randprofiel van de rechter en linker isolatiemantel steken. 3. De klemsluitingen op de boilerachterzijde tot aan de aanslag inschuiven. 4. De klemsluitingen op de boilervoorzijde tot aan de aanslag inschuiven. Opmerking Klemsluitingen in eerste vergrendeling laten. 11

12 Warmwaterboiler 400 en 500 l (vervolg) Thermometer met thermometersensor (indien aanwezig) en afdeklijsten monteren A Afb.7 A Typeplaatje warmwaterboiler 1. Isolatiemantel door zachtjes te kloppen gelijkmatig om het boilerlichaam aanbrengen. 2. Thermometerleidingen door de afdeklijst en de isolatiemantel steken. 3. Afdeklijst voor monteren. 4. Sensor van de bovenste thermometer tot aan de aanslag in de klembeugel schuiven. 5. Voelerleiding van de onderste thermometer achter door de isolatiemantel naar buiten leiden. 6. Afdeklijst achter monteren Typeplaatje aanbrengen.

13 Warmwaterboiler 400 en 500 l (vervolg) 8. Het gat naast de afdeklijst onder de thermometer afsluiten met de afdekking (rozet). Afb.8 Thermometersensor onder (indien aanwezig) monteren Sensorbevestiging zit in de dompelhuls. Temperatuursensor aan de buitenzijde zodanig op de drukveer van de sensorbevestiging bevestigen, dat ze aan de voorkant met de veer afsluit. Sensor niet met isolatieband omwikkelen. Sensorbevestiging met thermometersensor tot de aanslag in de dompelhuls brengen Afb.9 13

14 Warmwaterboiler 400 en 500 l (vervolg) Anodeaansluiting controleren en deksel monteren A B Afb.10 C A Magnesiumanode B Massakabel C Logo Boilertemperatuursensor monteren De boilertemperatuursensor zit in de verpakking van de regeling. De sensorbevestigingen zitten in de dompelhulzen. Sensor aan de buitenzijde zodanig op de drukveer van de sensorbevestiging bevestigen, dat ze aan de voorkant met de veer afsluit. Sensor niet met isolatieband omwikkelen. Sensorbevestiging met sensor tot de aanslag in de dompelhuls plaatsen. 14

15 Boilertemperatuursensor monteren (vervolg) Afb.11 Boilertemperatuursensor bij werking met zonne-energie aanbrengen Inschroefhoekstuk en dompelhuls (leveringsomvang warmwaterboiler) in de retouraansluiting van het verwarmingswater (zonnecircuitretour) afdichten. Boilertemperatuursensor (zit bij de zonneregeling) tot de aanslag in de dompelhuls brengen en met de klemveer bevestigen Afb

16 Verwarmingswaterzijde aansluiten Alle leidingen met demonteerbare verbindingen aansluiten. Ongebruikte aansluitingen afsluiten met roodkoperen kappen. Temperatuurregelaar zo instellen dat de tapwatertemperatuur in de warmwaterboiler niet meer dan 95 C bedraagt. Bij warmwaterboiler van 300 liter en verwarmingswateraanvoertemperaturen boven 95 C: afdekrozetten van de uitgaande verwarmingsleidingen verwijderen (de rozetten hebben linkse schroefdraad). Toegestane temperaturen aan zonnesysteemzijde 160 C aan verwarmingswaterzijde 160 C Toegestane werkdruk aan zonnesysteemzijde 10 bar (1 MPa) aan verwarmingswaterzijde 10 bar (1 MPa) Testdruk aan zonnesysteemzijde 16 bar (1,6 MPa) aan verwarmingswaterzijde 16 bar (1,6 MPa) Opwarming van het tapwater door zonnecollectoren Via de onderste verwarmingsspiraal en warmtetoevoer door naverwarming of verwarming van het tapwater door een verwarmingsketel via de bovenste verwarmingsspiraal (parallel geschakeld) 1 6 WW 2 3 KW 4 5 Afb.13 1 Zonnecollector 2 Vularmatuur 3 Handvulpomp zonnesysteem 4 Warmwaterboiler 5 Olie-/gasketel 6 Verwarmingscircuit KW Koud water WW Warm water 16

17 Verwarmingswaterzijde aansluiten (vervolg) Opwarming van het tapwater door warmtepomp Via de bovenste en onderste verwarmingsspiraal (serieschakeling van de verwarmingsspiralen) 4 WW 3 KW 1 2 Afb.14 1 Warmwaterboiler 2 Warmtepomp 3 3-weg-klep 4 Verwarmingscircuit KW Koud water WW Warm water 1. Regeling van de warmtetoevoer inbouwen. 2. Alleen bij verwarmingswater met aanvoertemperaturen boven 110 C: bovendien een goedgekeurde veiligheidstemperatuurbegrenzer monteren als er in de installatie nog geen aanwezig is. Hiertoe combitoestel TR/STB (temperatuurbewaker en veiligheidstemperatuurbegrenzer) plaatsen. Tapwater aansluiten Voor de aansluiting aan de tapwaterzijde DIN 1988 en DIN 4753 in acht nemen. Alle buisleidingen met demonteerbare verbindingen aansluiten. Ongebruikte aansluitingen afsluiten met roodkoperen kappen. Circulatieleiding voorzien van een circulatiepomp, terugslagklep en tijdschakelklok. Boilergroepen altijd installeren met aangesloten circulatie. Toegelaten temperatuur: 95 C Toegestane werkdruk: 10 bar (1 MPa) Testdruk: 16 bar (1,6 MPa) 17

18 Tapwater aansluiten (vervolg) WW A Z C ZP D SIV AV KW MA EV AV TF AV KW DFR RV1 AV EV DMV RV2 A B MAG-W B Afb.15 A B C D AV DFR DMV EV EV Bovenste verwarmingsspiraal voor aansluiting op de verwarmingsketel Onderste verwarmingsspiraal voor aansluiting op zonnecollectoren Terugslagklep, onder veerdruk Zichtbare uitloop van de afblaasleiding Afsluitklep Debietregelklep Drukreduceerklep Aftap KW Koud water MA Manometeraansluiting MAG-W Expansievat, voor tapwater geschikt RV1 Terugstroomblokkering RV2 Terugstroomblokkering/buisscheider SIV Veiligheidsklep TF Tapwaterfilter WW Warm water Z Circulatieleiding ZP Circulatiepomp Veiligheidsklep De installatie moet als bescherming tegen overdruk zijn uitgerust met een goedgekeurde membraan-veiligheidsklep. Toegestane werkdruk: 10 bar (1 MPa) De aansluitdiameter van de veiligheidsklep moet de volgende waarde hebben: R¾ (DN 20), max. verwarmingsvermogen 150 kw. Als het verwarmingsvermogen van de warmwaterboiler meer dan 150 kw bedraagt, kies dan een veiligheidsklep die groot genoeg is voor het verwarmingsvermogen (zie DIN , editie 3/88, paragraaf 6.3.1). De veiligheidsklep in de koudwaterleiding plaatsen. Deze mag niet door de warmwaterboiler kunnen worden afgesloten. Vernauwingen in de leiding tussen veiligheidsklep en warmwaterboiler zijn niet toegestaan. De uitblaasleiding van de veiligheidsklep mag niet worden afgesloten. Uittredend water moet zonder gevaar en zichtbaar in een afvoersysteem afgevoerd worden. In de buurt van de afblaasleiding van de veiligheidsklep, het meest praktisch op de veiligheidsklep zelf, moet een plaatje worden aangebracht met de tekst: Tijdens het verwarmen kan uit veiligheidsoverwegingen water uit de afblaasleiding komen! Niet afsluiten! De veiligheidsklep moet boven de warmwaterboiler worden gemonteerd. Equipotentiaalverbinding aansluiten Equipotentiaalverbinding tot stand brengen volgens de technische aansluitvoorwaarden van het plaatselijke energiebedrijf en de NEN-bepalingen. 18

19 Inbedrijfstelling Servicehandleiding 19

20 Technische gegevens Boilerinhoud l DIN-registernr. 9W242/11-13 MC/E Stand-byverlies Volgens DIN 12897: 2006 Q st bij een temperatuurverschil van 45 K kwh/ 24 h 1,65 1,8 1,95 Stand-byvolume V aux l Volume zonnesysteemgedeelte V sol l Afmetingen Lengte (7) met isolatie mm Totale breedte zonder isolatie mm met isolatie mm zonder isolatie mm Hoogte met isolatie mm zonder isolatie mm Kantelmaat met isolatie mm 1825 zonder isolatie mm Gewicht compleet met isolatie kg Aansluitingen kg Verwarmingsspiralen (buitenschroefdraad) R Koud water, warm water (buitenschroefdraad) R 1 1¼ 1¼ Circulatie (buitenschroefdraad) R Elektrisch verwarmingselement (binnenschroefdraad) Rp 1½ 1½ 1½ Elektrisch verwarmingselement (accessoire) Stroomtype en nominale spanning 3/N/PE 400 V/50 Hz Nom. opnamevermogen Normale werking/snelle opwarming Totaal bedrijfsklaar gewicht met elektrisch verwarmingselement Beschermingsgraad: IP 44 kw Nominale stroom A 8,7 8,7 8,7 Opwarmtijd van 10 naar 60 C bij inbouw van het elektrische verwarmingselement boven onder boven onder boven onder 300 liter h 3,8 7,2 1,9 3,6 1,3 2,4 400 l h 5,2 9,0 2,6 4,5 1,7 3,0 500 l h 6,9 11,8 3,5 5,9 2,3 3,9 Opmerking Alleen te gebruiken bij zacht tot middelhard tapwater, maximaal 14 dh (hardheidsniveau 2). 20 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.