Datum versie Datum revisie januari Titel
|
|
- Jacobus Jacobs
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Datum versie Datum revisie januari 2020 Titel Protocol vaststelling hersendood Auteurs Neurologie: dr. J. Pasman Neurochirurgie: prof. Dr. R. Bartels Kinderneurologie: prof. Dr. M. Willemsen Radiologie: dr. A. Meijer Intensive care: dr. F. Abdo & dr. A. Hoedemaekers 1
2 Doel Deze Radboudumc richtlijn is een toelichting op het Hersendoodprotocol van 2016 en heeft tot doel een korte praktische samenvatting te geven van het landelijk Hersendoodprotocol. Deze richtlijn binnen het Radboudumc vervangt het volledige Hersendoodprotocol uiteraard niet; zie ook officieel Hersendoodprotocol van de Gezondheidsraad: Algemeen Het vaststellen van hersendood en uitvoeren van de hersendoodprocedure is in principe alleen van belang bij het voornemen tot heart-beating orgaandonatie (ook wel 'donation after brain death' genoemd) bij een potentiële postmortale orgaandonor. Aangezien er onnodig veel misverstanden bestaan over het begrip hersendood, is het advies deze term alleen te gebruiken wanneer men van plan is de onderstaande procedure geheel te doorlopen. In alle andere situaties waarin beslissingen rond het levenseinde moeten worden genomen is de term 'hersendood' in principe niet van toepassing en wordt afgeraden deze term te gebruiken om misverstanden bij familie en naasten te voorkomen. Deze richtlijn geldt voor alle kinderen en volwassenen. Op sommige plekken gelden andere regels voor kinderen < 1 jaar. Deze afwijkingen in het protocol zijn uitgelegd in bijlage 1. Het aantonen van hersendood berust op een combinatie van verschillende typen onderzoek. Hieronder wordt aangegeven welke onderzoeken, al naar gelang de omstandigheden, noodzakelijk zijn en aan welke artsen de uitvoering ervan is voorbehouden. Deze artsen mogen niet bij de verwijdering of implantatie van de gedoneerde organen betrokken zijn. Toepassingsgebied Intensive care afdelingen van het Radboudumc. Definities Onder hersendood wordt verstaan het volledig en onherstelbaar verlies van de functies van de hersenen, inclusief de hersenstam en het verlengde merg. Algemene principes: Geen interactie meer van de patiënt met de omgeving. Totale functionele uitval van de hersenen, hersenstam en verlengde merg. hersenstam en hemisferen. Irreversibiliteit. 2
3 Werkwijze Vaststellen van hersendood berust op de volgende 4 pijlers: 1. Prealabele voorwaarden 2. Het voldoende laten uitwerken van medicamenteuze neurodepressie 3. Klinisch-neurologisch onderzoek 4. Aanvullend onderzoek Voorwaarden voorafgaande aan de procedure Het donorregister is geraadpleegd en patiënt staat met toestemming geregistreerd en/of er is toestemming gevraagd aan en verkregen van de nabestaanden. De behandelend arts bepaalt of er sprake is van een natuurlijke dood. In geval van een niet-natuurlijke dood wordt contact opgenomen met de GGD arts (en via deze persoon met de officier van justitie) die bepaalt of het lichaam wordt vrijgegeven voor orgaandonatie. Een hersendoodprocedure onder medicamenteuze neurodepressie wordt sterk afgeraden. In principe dient men ten allen tijde de neurodepressieve middelen voldoende uit te laten werken zo dat deze de uitslag van het neurologisch onderzoek niet meer kunnen vertekenen alvorens de hersendood diagnostiek ingezet wordt. Alleen in uitzonderlijke gevallen waarin circulatoir arrest dreigt kan hersendooddiagnostiek opgestart worden onder therapeutische neurodepressie. Nb ook na vaststellen hersendood via deze alternatieve route, zijn daarna nog meerdere uren nodig om de diagnostiek van geschiktheid van organen af te ronden. In het Radboudumc is afgesproken dat de intensivist, voordat de procedure gestart wordt, de prealabele voorwaarden controleert (dit wordt later nog eens door degene die verantwoordelijk is voor de procedure herhaald). In de regel zal men de procedure tot vaststelling van de hersendood pas formeel starten wanneer men in feite al volledig geïnformeerd is over de prealabele voorwaarden. 3
4 Uitvoering van de hersendoodprocedure De procedure schrijft voor dat alle stappen in een vaste volgorde moeten worden doorlopen. Dit houdt in dat elke stap een bepaald resultaat dient op te leveren voordat wordt doorgegaan met de volgende stap (zie stroomdiagram). Is het resultaat niet passend bij hersendood dan dient de procedure afgebroken te worden. Op een later tijdstip kan dan de procedure opnieuw uitgevoerd worden. Als alternatieve keuze kan er worden overgegaan op een non-heart-beating (ook wel 'donation after circulatory death' genoemd) procedure. De procedure bestaat uit 4 fasen, die hierna zullen worden besproken: Fase 1: De prealabele voorwaarden Fase 2: beoordeling of eventuele medicamenteuze neurodepressie voldoende is uitgewerkt en deze de uitslag van het neurologisch onderzoek niet meer kan vertekenen Fase 3: Het klinisch-neurologisch onderzoek Fase 4: Het aanvullend onderzoek Na iedere stap in de hersendoodprocedure zie hersendoodformulier bijlage 5- dient de, voor dat onderdeel verantwoordelijke medisch specialist zijn/haar handtekening onder de uitslag te zetten op het hersendoodformulier indien het betreffende onderzoek past bij hersendood. Bij voorkeur tekent de (kinder)neuroloog of neurochirurg die het klinisch neurologisch onderzoek verricht heeft (nadat de procedure in zijn geheel is doorlopen) het hersendoodformulier. In geval dat deze persoon niet meer aanwezig (bv door wisselen van dienst) kan een andere (kinder)neuroloog of neurochirurg de verklaring ondertekenen, na zich van de resultaten van alle stappen van het protocol vergewist te hebben. NB als de apneutest niet uitvoerbaar is (zie ook bijlage 3), dan kan de hersendood NIET vastgesteld worden. 4
5 STROOMDIAGRAM GEZONDHEIDSRAAD (pagina 157 advies gezondheidsraad; link) 5
6 Legenda bij stroomdiagram Elke stap in de procedure dient gevolgd te worden en in deze vaste volgorde. Alleen indien de test volledig voldoet aan de criteria zoals beschreven in het Landelijk Hersendoodprotocol (hier aangegeven met een 'plus teken'), kan worden doorgegaan naar de volgende test. Indien niet aan een testresultaat wordt voldaan (aangegeven door een 'min teken'), wordt de procedure gestaakt. De procedure kan op een later tijdstip opnieuw worden ingegaan indien de procedure op een eerder tijdstip niet voldaan heeft; d.w.z. dat de gehele procedure, te beginnen bij de prealabele voorwaarden, herhaald dient te worden, of men kan overgaan op een nonheartbeating procedure. Na iedere stap dient het hersendoodformulier (bijlage 5) getekend te worden door de arts die verantwoordelijk is voor het betreffende onderdeel van de procedure. Hoewel het EEG/TCD/CTA gelijk zijn gesteld in het landelijke protocol, kiezen we uit praktische overwegingen in het Radboudumc ervoor om 24/7 het EEG te gebruiken als het aanvullend onderzoek om uitval van de grote hersenen aan te tonen. Indien, in het uitzonderlijke geval, de route onder therapeutische medicamenteuze neurodepressie wordt doorlopen, wordt in het Radboudumc de CTA als aanvullend onderzoek gebruikt om cerebrale circulatiestilstand aan te tonen als maat voor volledige en irreversibele uitval van de hersenen aan te tonen. 6
7 Fase 1. Prealabele voorwaarden 1.1 Prealabele voorwaarden Hier moet worden nagegaan of voldaan wordt aan de prealabele voorwaarden. Zekerheid dient verkregen te worden over de dodelijke aard van het hersenletsel, de oorzaak ervan en het ontbreken van behandelingsmogelijkheden. De prealabele voorwaarden kunnen door elke arts worden bekeken, in het Radboudumc zal dit dus in eerste instantie de IC arts zijn. Binnen het Radboudumc is afgesproken dat de (kinder)neuroloog of neurochirurg die verantwoordelijk is voor de procedure, nogmaals de prealabele voorwaarden controleert. Bepaalde situaties die bewusteloosheid en reactieloosheid kunnen veroorzaken en die de hersendooddiagnostiek onbetrouwbaar maken dienen uitgesloten te worden. Inclusiecriterium: Er is sprake van een dodelijk hersenletsel waarvan de oorzaak bekend is en welke onbehandelbaar is. Exclusiecriterium: Hypothermie (centrale lichaamstemperatuur 32 C). Intoxicaties, met uitzondering van therapeutische medicamenteuze neurodepressie. Bij aanwijzingen voor een intoxicatie moet men de betrokken stoffen opsporen in het bloed of urine. Indien dit niet mogelijk is en er verwacht kan worden dat de intoxicatie nadelige gevolgen kan hebben voor de hersen- en stamfuncties, is vaststelling van hersendood ten behoeve van orgaandonatie niet mogelijk. Hypotensie: bij volwassenen systolische bloeddruk 80 mm Hg of 10.7 kpa, c.q. bij kinderen lager dan twee standaarddeviaties onder de gemiddelde waarde voor de desbetreffende kinderleeftijd (zie bijlage 4). Blokkade van de neuromusculaire overgang. Ernstige biochemische of metabole stoornis. Reanimatie <12 uur geleden. De eerste uren na een reanimatie kan het EEG isoelektrisch zijn en kunnen de stamreflexen ook afwezig zijn. Dit is tot 12 uur na een reanimatie in potentie reversibel. 7
8 Fase 2. Beoordeling of er sprake is van medicamenteuze neurodepressie Het begrip neurodepressie wordt in het Landelijk Hersendoodprotocol niet exact omschreven. Het betreft een gerichte behandeling met geneesmiddelen zoals sedativa, hypnotica, anesthetica, of anti-epileptica ter voorkoming van verdere hersenschade. Deze middelen kunnen de betrouwbaarheid van de gebruikelijke testen om de hersenfuncties te beoordelen negatief beïnvloeden. Bij patienten met medicamenteuze neurodepressie dient gewacht te worden totdat de medicamenten voldoende zijn uitgewerkt en deze de uitslag van het neurologisch onderzoek niet meer kunnen vertekenen. Dit vraagt om een zorgvuldige afweging van de betrokken medische professionals, onder wie een intensivist en een (kinder)neuroloog of neurochirurg. Het doel is om het tijdstip te bepalen waarop met voldoende zekerheid de uitval van de hersenfuncties kan worden vastgesteld. Slechts in de uitzonderlijke situatie waarin circulatiestilstand dreigt kan het onderzoek voor het vaststellen van de hersendood worden voortgezet; dit heeft echter consequenties voor de keuze wat betreft aanvullend onderzoek. In geval van therapeutische medicamenteuze neurodepressie dienen het klinisch-neurologisch onderzoek, een (TCD +) CTA gevolgd door de apneutest uitgevoerd te worden. Een andere optie zou zijn om het hersendoodprotocol te verlaten en over te gaan op een nonheart beating procedure. 8
9 Fase 3. Het klinisch neurologisch onderzoek (zie bijlage 2) Middels klinisch neurologisch onderzoek wordt een aantal voor de hersenen en hersenstam kenmerkende functies beoordeeld. Blijkt bij een van de hierna volgende testen dat de onderzochte functie geheel of gedeeltelijk intact is, dan is er geen sprake van hersendood. Het klinisch neurologisch onderzoek dient verricht te worden door een niet bij de transplantatie betrokken (kinder)neuroloog of neurochirurg. Bij twijfel kan het onderzoek na enige tijd herhaald worden. Zie bijlage 1 voor aanvullende eisen voor kinderen <1 jaar. Bij het klinisch neurologisch onderzoek dient sprake te zijn van: 1. Afwezigheid van bewustzijn, blijkend uit het ontbreken van reacties op (pijn)prikkels, zoals vastgelegd in de Glasgow Coma Scale (GCS of EMV) voor volwassenen of de Pediatric Glascow Coma Scale voor kinderen jonger dan 6 jaar. Grimassen op pijn wordt ook hier als een reactie op pijnprikkel gezien al wordt dit niet op de GCS gescoord. Grimassen sluit derhalve hersendood uit. Ruggenmerg reflexen mogen wel aanwezig zijn en sluiten hersendood niet uit. 2. Afwezigheid van de volgende stamreflexen: Pupilreacties op licht Corneareflexen Oculocephaal reflex Oculovestibulaire calorische reactie Hoestreflex 3. Aanwijzingen voor afwezigheid van een spontane ademhaling. 9
10 Fase 4. Het aanvullend onderzoek 4.1 Het EEG Het EEG dient geen cerebrale activiteit noch reactiviteit te tonen om als passend bij hersendood beschouwd te worden. Dit moet worden vastgesteld door een (kinder)neuroloog met bevoegdheid. In het Radboudumc zal dit in de praktijk een neuroloog van de klinische neurofysiologie (KNF) zijn. Het EEG wordt volgens het protocol Hersendood geregistreerd en beoordeeld (bekend op afdeling KNF). Als er reden is te twijfelen of de effecten van sedatie nog aanwezig zijn dan dient men langer te wachten en vervolgens het gehele hersendoodprotocol op nieuw te doorlopen of over te gaan op de non-heartbeating procedure. 4.2 Transcraniële doppler (TCD) In het Radboudumc zal de TCD niet gebruikt worden als methode in kader van het aanvullend onderzoek hersendoorprotocol. De redenen hiervoor is dat er onvoldoende waarborgen zijn om de TCD voor dit specifieke doel op voldoende kwalitatief niveau en 24/7 in het Radboudumc aan te bieden. In het uitzonderlijke geval dat CTA gebruikt wordt als aanvullend onderzoek kan de TCD wel als screeningsonderzoek voorafgaande aan de CTA gebruikt worden. Waarbij het doel is om cerebrale bloeddoorstroming aan te tonen (i.t.t. het aantonen van tekenen van afwezige bloeddoorstroming). Hiermee kan belastende CTA voorkomen worden wanneer patiënten op de TCD nog tekenen van aanwezige cerebrale bloeddoorstroming vertonen CT-angiografie (CTA) Dit onderzoek dient te worden verricht door een (neuro)radioloog met expertise op het gebied van CTA-vaatdiagnostiek in het hoofd-hals gebied. De CTA wordt volgens het protocol Hersendood geregistreerd en beoordeeld (bekend op de afdeling Radiologie). 10
11 4.4 De apneutest (bijlage 3) Voor het afronden van de hersendoodprocedure dient spontane ademhaling bij de apneutest afwezig te zijn. De apneutest dient verricht te worden door een anesthesioloog, intensivist, of een longarts, danwel internist of (kinder)neuroloog met expertise op ademhalingsstoornissen. Indien het klinisch neurologisch onderzoek, gevolgd door het aanvullend onderzoek en een apneutest passend is bij hersendood (zie stroomdiagram) kan men spreken van hersendood. Indien de apneutest technisch of praktisch niet uitgevoerd kan worden, kan de hersendood niet vastgesteld worden, ongeacht de uitslagen van aanvullend onderzoek. 4. Verslaglegging De wijze waarop de hersendood is vastgesteld, dient te worden gedocumenteerd in een verklaring ( formulier vaststelling hersendood ; zie bijlage 5), waarin gegevens worden vastgelegd over de verschillende diagnostische fasen (prealabele voorwaarden, klinisch neurologisch en aanvullend onderzoek) en het officiële tijdstip van overlijden, te weten het moment waarop de definitieve diagnose hersendood is vastgesteld. Deze verklaring dient bij voorkeur ondertekend te worden door de (kinder)neuroloog of neurochirurg die het klinisch neurologisch onderzoek heeft uitgevoerd, tenzij deze niet meer aanwezig is; in dat geval kan een andere (kinder)neuroloog, of neurochirurg de verklaring ondertekenen, na zich van de resultaten van alle stappen van het protocol vergewist te hebben. 11
12 Bijlagen Bijlage 1: Diagnostiek bij kinderen jonger dan één jaar. Voor het vaststellen van de hersendood bij kinderen is het nodig de testen na een observatieperiode te herhalen, waarbij de lengte van de observatieperiode wordt bepaald door de leeftijd van het kind. Eerst wordt het gebruikelijke protocol gevolgd: vaststelling of er sprake is van medicamenteuze neurodepressie, vaststelling van de prealabele voorwaarden, klinisch-neurologisch onderzoek, aanvullend onderzoek van de grote hersenen, en apneutest. De herhaling van deze testen, na een bepaalde observatietijd, is nodig om zekerheid te verkrijgen over de interpretatie van de klinische verschijnselen en voor vaststelling van de irreversibiliteit van het volledige functieverlies. Soms wordt de interpretatie van de klinische verschijnselen bemoeilijkt. Zo kunnen bij aanzienlijk te vroeg geboren zuigelingen de hersenstamreflexen nog onvolledig ontwikkeld zijn. Voorts is bij jonge zuigelingen de calorische vestibulaire stimulatie zeer moeilijk beoordeelbaar. Daarnaast kunnen bij zuigelingen en jonge kinderen spinale ontremmingsreflexen de bepaling van de motorische respons van de comascore moeilijk interpreteerbaar maken. Gedurende de observatieperiode mogen zich geen tekenen van een zich herstellende hersenfunctie voordoen. De vereiste observatieperiode bedraagt bij kinderen: in de neonatale periode (eerste levensweek): 48 uur; daarna tot de leeftijd van twee maanden: 24 uur; in de leeftijd van twee tot twaalf maanden: 12 uur. TCD is bruikbaar bij een voldoende starre schedel: een fout-negatieve, maar geen fout-positieve, TCD-uitslag is mogelijk bij een flexibele schedel of open schedelnaden (zuigelingen). De methode dient niet te worden toegepast bij een ernstige aortaklepinsufficiëntie. Het bloed kan dan extraen intracranieel heen en weer stromen, waarbij een TCD-patroon kan ontstaan dat (ten onrechte) aangezien kan worden voor een signaal dat karakteristiek is voor cerebrale circulatiestilstand (reverberating pattern): dit is echter een fout-positieve TCD-uitslag. 12
13 Bijlage 2: Klinisch-neurologische onderzoek Technische criteria a. De GCS-score: E (ogen openen) = 1, M (motorische reactie) = 1, V (verbale reactie) = 1, of t (tube), wordt gegeven indien op geen enkele prikkel die via de hersenen of hersenstam verloopt: de ogen worden niet geopend en er is geen motorische of verbale reactie. Als standaard worden pijnprikkels op de bovenste orbitarand, het nagelbed van de vingers, het sternum, of de huidplooi van de borst (behalve bij kinderen jonger dan 6 jaar) gebruikt. Via het ruggenmerg verlopende reflexen mogen aanwezig zijn. Grimassen als enige reactie op pijn sluit hersendood altijd uit. b. De pupilreactie moet met een sterke lamp worden onderzocht. Men vergewisse zich ervan dat er geen farmacologische verklaring voor een afwezige pupilreflex is (bijvoorbeeld: atropine in het oog; hoge dosis dopamine/adrenaline intraveneus). c. De prikkel voor de oculocefale reflex wordt gegeven door snelle rotatie van het hoofd over 45 graden. Bij de test mogen geen oogbewegingen optreden. d. De prikkel voor de oculovestibulaire reflex wordt gegeven door inspuiten van ten minste 20 ml (milliliter) ijswater in de uitwendige gehoorgang waarbij het hoofd 30 graden is geflecteerd. Na twee minuten mogen geen oogbewegingen zijn opgetreden. Na een minuut rust test men het andere oor. Bij beschadigde trommelvliezen dient het ijswater in een vingercondoom in de gehoorgang te worden gespoten. Bij kinderen tot 12 jaar kan volstaan worden met 10 ml ijswater. e. De hoestreflex is afwezig, indien bij uitzuigen en bij bewegen van de tracheatube geen reacties optreden. f. Toepassing van kunstmatige beademing hoeft niet te betekenen dat spontane ademhaling volledig ontbreekt. Het is daarom noodzakelijk de beademingsafhankelijkheid na te gaan. Men dient na te gaan of de oorzaak waardoor de spontane ademhaling verloren ging, nog steeds aanwezig is, danwel of de spontane ademhaling inmiddels afwezig is indien de beademing is begonnen wegens insufficiënte respiratie. Dit oriënterend onderzoek dient te worden onderscheiden van de apneutest (zie bijlage 3) die uiteindelijk zekerheid verschaft omtrent het ontbreken van spontane ademhaling. 13
14 Bijlage 3: De Apneutest Dit onderzoek dient verricht te worden door een anesthesioloog, een intensivist, of een longarts, danwel een internist of (kinder)neuroloog met expertise op het gebied van ademhalingsstoornissen. Alvorens de test uit te voeren gelden de volgende voorwaarden: 1. Aanwijzingen voor beademingsafhankelijkheid. 2. Uitsluiting van niet in de hersenen gelegen oorzaken van het ontbreken van spontane ademhaling; naast de bij de prealabele voorwaarden genoemde oorzaken dienen uitgesloten te zijn: een hoge cervicale ruggenmerglaesie en een dubbelzijdige laesie van de nervus phrenicus. 3. Een vooraf vervaardigd onderzoek van de grote hersenen (EEG of in uitzonderlijke gevallen CTA) passend bij hersendood. Technische criteria a. Voorbereiding: na 10 minuten kunstmatige beademing met 100 procent zuurstof wordt door aanpassing van de kunstmatige beademing een PaCO2 van ten minste 40 mmhg (5,3 kpa) bereikt (uitgangswaarde), gemeten via bloedgasanalyse, danwel een PaCO2 van ten minste 45 mmhg (6 kpa) bij personen met een chronische luchtwegaandoening. b. Tijdens de test dient: Via een pulse-oximeter continue registratie te geschieden van de perifere zuurstofsaturatie, die steeds 90 procent of hoger moet zijn. Via een capnograaf, aangesloten op de endotracheale tube, continue registratie plaats te vinden van het CO2-gehalte in de ademlucht. Nb hiervoor dient een sidestream capnograaf gebruiken te worden. De O2-slang kan dan voor O2 in de endotracheale tube ingebracht worden zonder interferentie met CO2 signaal. Een elektrocardiogram te worden vervaardigd ter registratie van hartfrequentie en eventuele hartritmestoornissen. De bloeddruk - indien geen continue bewaking via een intra-arteriële lijn plaatsvindt - met intervallen van maximaal 3 minuten te worden gemeten; de systolische bloeddruk moet steeds ten minste 80 mmhg (10,7 kpa) bedragen. Voor kinderen is een speciale tabel met streefbloeddrukken opgenomen (bijlage 4). c. De apneutest begint - bij de vereiste PaCO2-uitgangswaarde - met het stopzetten van de beademingsmachine, waarna direct voorzien moet worden in zuurstoftoediening van 6 liter per minuut via een katheter ingebracht (bij volwassenen: 20 centimeter) in de endotracheale tube. Bij kinderen dit eventueel aanpassen aan het formaat van het kind. Bij personen die wegens een verminderde gaswisseling in de longen vooraf beademing met PEEP ( positive end expiratory pressure ) ondergingen, behoort de 100 procent zuurstof niet met een katheter maar via CPAP ( continuous positive airway pressure ) te worden toegediend (waarbij de apparatuur is ingesteld op druktriggering, in de gevoeligste stand). Nb op de Servo-i-machines dient hiervoor de backup beademing uitgezet te worden (knop naast het veld waarin je de 'mode' kiest). Machine zal dan niet meer vanzelf invallen maar wel alarmeren. Na de apneutest backup beademing weer herstellen. 14
15 d. De apneutest kan worden beëindigd wanneer bij het bereiken van een, via een tweede bloedgasanalyse gemeten, PaCO2 van 50 mmhg (6,65 kpa) of hoger (dan wel 60 mmhg, ofwel 8 kpa, bij personen met chronische longaandoeningen) geen ademhalingsbewegingen zijn opgetreden. Aan de hand van de in het begin gemeten uitgangswaarde kan worden geschat - uitgaande van een gemiddelde stijging van de PaCO2 van 2 mmhg (0,27 kpa) per minuut - na hoeveel tijd de vereiste minimale eindwaarde waarschijnlijk zal zijn bereikt (globaal 5 tot 10 minuten). Ademhalingsbewegingen zijn soms moeilijk te onderscheiden van spierschokken van de borstkas. Wanneer de capnograaf een tijdelijke stijging van het CO2-gehalte in de ademlucht laat zien, is er sprake van een echte adembeweging. e. Bij het optreden van complicaties moet de apneutest worden afgebroken en dient de beademing meteen te worden hervat; tevens dient de PaCO2 te worden bepaald (bloedgasanalyse). De test is dan niet (verder) uitvoerbaar. Dit geldt onder meer bij: Daling van de systolische bloeddruk onder 80 mmhg (10,7 kpa). Bij kinderen meer dan 2 standaardeviaties onder de gemiddelde waarde voor de desbetreffende kinderleeftijd (zie bijlage 4). Daling van de via de pulse-oximeter gemeten zuurstofsaturatie onder 90 procent (bij personen met chronische longaandoeningen is een daling tot 85 procent aanvaardbaar). Het optreden van ernstige hartritmestoornissen. f. Aangezien de apneutest een vereiste is om de hersendood vast te stellen, zal het afbreken van de apneutest inhouden dat de hersendood op dat moment niet kan worden aangetoond. 15
16 Bijlage 4. Bloeddruk tabel kinderen (pagina 151, advies gezondheidsraad; link) 16
17 Bijlage 5. Gezondheidsraad formulier vaststellen hersendood (link) Referenties Modelprotocol Postmortale orgaan- en weefseldonatie van de NTS (pagina 40-56) an-_en_weefseldonatie.pdf Advies gezondheidsraad (pagina's , beschrijven het protocol) rtale_orgaandonatie.pdf Zoektermen Q-portaal: Hersendood Orgaandonatie Donorprocedure Orgaandonor Heartbeating donor Non-heartbeating donor Donation after brain death Donatie na hartdood 17
18 Tabel G4 Formulier vaststelling hersendood. [aangepaste versie dd ] Algemene gegevens patiënt Naam, voorletters: Geboortedatum: Geslacht: Adres: 1. Diagnose Primair hersenletsel:... Tijdstip ongeval/begin ziekte: datum tijd Tijdstip onderzoek: datum tijd 2. Uitsluitingscriteria a Is er sprake van: Hypothermie: ja nee Hypotensie: ja nee Intoxicatie, medicatie, anders dan medicamenteuze neurodepressie ja nee Blokkade neuromusculaire overgang: ja nee Metabole/biochemische stoornis: ja nee Geen reanimatie in de 12 uur voorafgaande aan start van de hersendoodprocedure: ja nee 3. Medicamenteuze neurodepressie Is er sprake van medicamenteuze neurodepressie die de beoordeling onbetrouwbaar maakt ja nee 4. Klinisch-neurologisch onderzoek Tijdstip: datum tijd Bewustzijn: (P)GCS-score: E = / M = / V = Hersenstamfunctie: Pupilreactie op licht: ja nee Corneareflex: ja nee Oculocefale reflex: ja nee Oculovestibulaire reflex: ja nee Hoestreflex: ja nee Spontane ademhaling: ja nee Tijdsinterval tussen testen bij kinderen < 1 jaar: a... uur Onderzoek verricht door: Naam handtekening ((kinder)neuroloog/neurochirurg) 154 Vaststellen van de dood bij postmortale orgaandonatie
19 Tabel G4 Vervolg. 5. Aanvullend onderzoek; slechts één van de drie testen (EEG, TCD of CTA) dient ingevuld te zijn - EEG verricht: ja nee Tijdstip: Datum tijd Iso-elektrisch (ook bij reacties op prikkels): ja nee Tijdsinterval tussen testen bij kinderen < 1 jaar: a... uur Beoordeeld door: [(kinder)neuroloog/klinisch neurofysioloog] naam handtekening - Transcranieel Doppleronderzoek (TCD) verricht: a ja nee Tijdstip: datum tijd Cerebrale circulatiestilstand aangetoond: ja nee Beoordeeld door: (klinisch neurofysioloog/neuroloog met ervaring op gebied van Doppler-vaatdiagnostiek) naam handtekening - Cerebrale CT-angiografie (CTA) verricht: a ja nee Tijdstip: datum tijd Cerebrale circulatiestilstand aangetoond: ja nee Beoordeeld door: ((neuro)radioloog met ervaring op gebied van vaatdiagnostiek) naam handtekening 6. Apneutest a Bezwaren tegen uitvoering ja nee Tijdstip: datum tijd Zuurstofsaturatie (pulse-oximeter) bij aanvang test: % Zuurstofsaturatie (pulse-oximeter) bij einde test: % P a CO 2 -uitgangswaarde:... mm Hg, ofwel...kpa P a CO 2 -eindwaarde:... mm Hg, ofwel...kpa Reden voortijdig afbreken test (indien van toepassing):... Apneu aangetoond: ja nee Apneu vastgesteld door: (anesthesioloog/intensivist/longarts of internist/neuroloog met expertise op dit gebied) naam handtekening 7. Verklaring Ondergetekende: naam... (kinder)neuroloog, neurochirurg te: plaats... verklaart dat van bovengenoemde patiënt de hersendood is vastgesteld op: datum... tijdstip... handtekening... a Toelichting: zie volgende pagina. Hersendoodprotocol 155
20 Toelichting Hypothermie - een centrale lichaamstemperatuur < 32 C Hypotensie - systolische bloeddruk < 80 mm Hg (10,7 kpa) en bij kinderen niet lager dan twee standaarddeviaties onder de gemiddelde waarde voor de desbetreffende kinderleeftijd. Medicatie - medicijnen die daling van het bewustzijn mede kunnen verklaren. Metabole/biochemische stoornis - die daling van het bewustzijn mede kan verklaren. Transcranieel Doppleronderzoek (TCD) - Tijdens het onderzoek dient de systolische bloeddruk minimaal 80 mm Hg (10,7 kpa) te zijn en bij kinderen niet lager dan twee standaarddeviaties onder de gemiddelde waarde voor de desbetreffende kinderleeftijd. Cerebrale CT-angiografie (CTA) - Tijdens het onderzoek dient de systolische bloeddruk minimaal 80 mm Hg (10,7 kpa) te zijn en bij kinderen niet lager dan twee standaarddeviaties onder de gemiddelde waarde voor de desbetreffende kinderleeftijd. Apneutest - 10 minuten beademen met 100% O2 - Bloedgasanalyse: P a CO 2 moet minimaal 40 mm Hg (5, 3 kpa) zijn, danwel 45 mm Hg (6 kpa) bij personen met een chronische luchtwegaandoening - Beademing stoppen, 100% O2 met 6 liter/min door tube/canule blijven toedienen - Apneutest beëindigen bij het bereiken, gemeten via een tweede bloedgasanalyse, van een P a CO 2 van 50 mm Hg (6,65 kpa) danwel 60 mm Hg (8 kpa) bij personen met een chronische luchtwegaandoening -Tijdens het onderzoek dient de systolische bloeddruk minimaal 80 mm Hg (10,7 kpa) te zijn en bij kinderen niet lager dan twee standaarddeviaties onder de gemiddelde waarde voor de desbetreffende kinderleeftijd - De apneutest mag worden uitgevoerd aan beademing met CPAP en druktriggering. Diagnostiek bij kinderen - Herhaling van het protocol na vereiste observatieperiode: in de eerste levensweek: 48 uur daarna tot de leeftijd van twee maanden: 24 uur in de leeftijd van twee tot twaalf maanden: 12 uur. 156 Vaststellen van de dood bij postmortale orgaandonatie
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 74 Besluit van 10 februari 2017, houdende wijziging van tabel 4 in de bijlage bij het Besluit Hersendoodprotocol in verband met het herstel van
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 294 Besluit van 16 juni 2006, houdende wijziging van het Besluit van 30 juni 1997, houdende vaststelling van het Hersendoodprotocol Wij Beatrix,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 306 Besluit van 30 juni 1997, houdende vaststelling van het Hersendoodprotocol Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses
Nadere informatieHersendood en orgaandonatie Fellowonderwijs Astrid Hoedemaekers
Hersendood en orgaandonatie Fellowonderwijs 12-5-2016 Astrid Hoedemaekers Vraag en aanbod 40% ICH 25% TBI Bron: NTS DBD en DCD DBD 3.4 organs/donor - DCD 2.6 organs/donor Domınguez-Gil et al, Transpl Int
Nadere informatiePROTOCOL VASTSTELLEN VAN HERSENDOOD BIJ ORGAANDONATIE
PROTOCOL VASTSTELLEN VAN HERSENDOOD BIJ ORGAANDONATIE Afdeling Neurologie, Academisch Medisch Centrum C.N. van Ettekoven, H. Thoonsen, J. Horn, J.H.T.M. Koelman Augustus 2016 Gebaseerd op en in lijn met
Nadere informatieINHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012
INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 Inleiding: Een post-anoxisch coma wordt veroorzaakt door globale anoxie of ischemie van de hersenen,
Nadere informatiePatient met infauste prognose Voorlopige beoordeling donorgeschiktheid inclusief overleg transplantatiecoordinator Register inzien, overleg familie
Stroomschema ErasmsusMC hersendoodprotocol 20-09-2016 Linda Bralten Marjan Scheltens-de Boer Diederik Dippel Maayke Hunfeld Liesbeth Smit Ian Haitsma Mathieu van der Jagt Aad van der Lugt Marjolein Dremmen
Nadere informatieSamenvatting. Achtergrond en doel van dit advies
Samenvatting Dit advies biedt een als bindend bedoelde landelijke richtlijn voor het vaststellen van de dood bij postmortale orgaandonatie. Deze richtlijn beschrijft hoe de dood dient te worden vastgesteld
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 170 Besluit van 21 maart 2016, houdende vervanging van de bijlage bij het Besluit hersendoodprotocol 0 Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods,
Nadere informatieJuridische en ethische dilemma s en aspecten AZO-scholingsavond 13 januari 2016
Juridische en ethische dilemma s en aspecten AZO-scholingsavond 13 januari 2016 Mw. mr. Ineke Corté Jurist gezondheidsrecht Radboudumc Prof. dr. Evert van Leeuwen Hoogleraar IQ Healthcare Radboudumc Orgaandonatie
Nadere informatieToestemming geven voor orgaandonatie
Universitair Medisch Centrum Groningen Toestemming geven voor orgaandonatie Informatie voor nabestaanden Toestemming geven voor orgaandonatie 2 Universitair Medisch Centrum Groningen Inleiding Als iemand
Nadere informatieAnatomie. Anatomie. Bloedtoevoer. Cerebrum Cerebellum Hersenstam. Schedel Hersenvliezen. Liquor cerebrospinalis Bloedvoorziening
Anatomie Anatomie Cerebrum Cerebellum Hersenstam Schedel Hersenvliezen Liquor cerebrospinalis Bloedvoorziening Bloedtoevoer 1 Bewustzijnsdaling Verandering van: Bewust waarnemen van de omgeving Reactie
Nadere informatieOrgaandonatie. gemini-ziekenhuis.nl
Orgaandonatie gemini-ziekenhuis.nl Inhoud Orgaandonatie: de gang van zaken 3 Voorbereiding op orgaandonatie 4 De donor-operatie 6 Na de donor-operatie 7 Algemene informatie over orgaandonatie 8 De donatiecoördinator
Nadere informatieInformatie voor nabestaanden. Dit is een uitgave van NTS-Donorvoorlichting www.donorvoorlichting.nl. Orgaandonatie
Informatie voor nabestaanden Dit is een uitgave van NTS-Donorvoorlichting www.donorvoorlichting.nl Orgaandonatie Waarom krijgt u deze brochure? Iemand in uw naaste omgeving kan orgaandonor worden na het
Nadere informatieMODELPROTOCOL POSTMORTALE ORGAAN- EN WEEFSELDONATIE
MODELPROTOCOL POSTMORTALE ORGAAN- EN WEEFSELDONATIE Colofon ISBN 90-76906-06-8 Copyright 2001 Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO Postbus 20064 3502 LB Utrecht E-mail: mwr@cbo.nl Internet:
Nadere informatie26/10/2009. Deontologie. Wat is orgaandonatie? De Belgische wetgeving
Deontologie De wet betreffende orgaandonatie van 13 juni 1986 Wat is orgaandonatie? Orgaandonatie is het vrijwillig afstaan van organen aan een andere, meestal onbekende en niet-verwante persoon. 2 De
Nadere informatieINFORMATIE VOOR NABESTAANDEN. Dit is een uitgave van de Nederlandse Transplantatie Stichting transplantatiestichting.nl.
INFORMATIE VOOR NABESTAANDEN Dit is een uitgave van de Nederlandse Transplantatie Stichting transplantatiestichting.nl Orgaandonatie Waarom krijgt u deze brochure? Iemand in uw naaste omgeving is overleden
Nadere informatieOrgaandonatie info voor nabestaanden. Voorwoord
Orgaandonatie Voorwoord Uit reacties van nabestaanden van orgaandonoren is gebleken dat tijdens en na de orgaandonatieprocedure behoefte bestaat aan informatie. Met deze brochure hopen wij in die behoefte
Nadere informatieKwaliteitsverbetering van donororganen
Thema: Kwaliteitsverbetering van donororganen Prof.dr. Robert J. Porte, chirurg Sanna op den Dries, onderzoeker / student Geneeskunde 1-11-2013 2 Petje op, Petje af 10 vragen HOOFDPRIJS Petje op, Petje
Nadere informatieIs er nog ruimte voor de EMV op de IC? Peter Muller Neural Practitioner Topics in Intensive Care 8 december 2016
Is er nog ruimte voor de EMV op de IC? Peter Muller Neural Practitioner Topics in Intensive Care 8 december 2016 Inhoud van de presentatie: - test - inleiding - strekken en buigen - voldoet de EMV/GCS
Nadere informatieOrgaan- en weefseldonatie. Informatie voor nabestaanden
Orgaan- en weefseldonatie Informatie voor nabestaanden Inleiding De behandelend arts, of de arts die de dood heeft geconstateerd, is door de wet verplicht na te gaan of de overledene als donor geregistreerd
Nadere informatieOrgaandonatie. Informatie voor nabestaanden
Orgaandonatie Informatie voor nabestaanden 2 - Orgaandonatie Waarom u deze brochure krijgt Iemand in uw naaste omgeving is overleden en kan organen doneren. De kans is groot dat u nu voor het eerst te
Nadere informatieorgaan DONATIE DONATIE informatie voor nabestaanden
orgaan DONATIE DONATIE informatie voor nabestaanden Voorwoord Uit reacties van nabestaanden van orgaandonoren is gebleken dat tijdens en na de orgaandonatieprocedure behoefte bestaat aan informatie. Met
Nadere informatieMILDE HYPOTHERMIE NA EEN REANIMATIE
Intensive Care, afdeling R1 MILDE HYPOTHERMIE NA EEN REANIMATIE Informatie voor naasten Uw partner, familielid of naaste is opgenomen op de Intensive Care na een reanimatie. Een reanimatie heeft tot doel
Nadere informatieReeks De eeuwige mens
Reeks De eeuwige mens Orgaandonatie in de praktijk Dr. Tineke J. Wind Transplantatiecoördinator / onderzoeker MUMC+ Inhoud Geschiedenis Wat gebeurt er tijdens een orgaandonatie procedure? Nieuwe Wet op
Nadere informatie(potentiële) belangenverstrengeling
(potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder Andere relatie
Nadere informatieEen beroerte, wat nu?
Een beroerte, wat nu? U bent opgenomen in het VUmc op de zorgeenheid neurologie, omdat u een beroerte heeft gehad. Wat is een beroerte? Een beroerte wordt in vaktaal een CVA genoemd: een Cerebro Vasculair
Nadere informatieKetenzorg orgaandonatie De rol van de SEH en IC. Marloes Witjes Promovendus Afdeling Intensive Care
Ketenzorg orgaandonatie De rol van de SEH en IC Marloes Witjes Promovendus Afdeling Intensive Care Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond (Potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieEen roesje bij endoscopie
Een roesje bij endoscopie Informatie voor patiënten die, voorafgaand aan een onderzoek of behandeling in het MDL-centrum, sedatie krijgen toegediend MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl
Nadere informatieOrgaan- en weefseldonatie DBD, donor na hersendood. Brochure voor nabestaanden
Orgaan- en weefseldonatie DBD, donor na hersendood Brochure voor nabestaanden 2 - Orgaan- en weefseldonatie Voorwoord Donatie van organen en weefsels is voor nabestaanden vaak een ingrijpende gebeurtenis.
Nadere informatieTitel kopje. Belofte maakt niet altijd schuld
Titel kopje Belofte maakt niet altijd schuld Inhoud 1. Aanleiding 2. In coma geen lijden 3. Bewustzijn en GCS 4. 2 situaties en 2 redeneringen 5. Bewustzijnsverlaging naar oorzaak 6. Belofte van de arts
Nadere informatieModelprotocol. Postmortale orgaan- en weefseldonatie
Modelprotocol Postmortale orgaan- en weefseldonatie versie 1.0 - juni 2018 Colofon Dit is een uitgave van: De Nederlandse Transplantatie Stichting Plesmanlaan 100 2332 CB Leiden Postbus 2304 2301 CH Leiden
Nadere informatieHet slaapmiddel Dormicum
Het slaapmiddel Dormicum Informatie voor patiënten die, voorafgaand aan een onderzoek of behandeling in het MDL-centrum, een slaapmiddel krijgen toegediend MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl
Nadere informatieWAT BETEKENT DAT VOOR MIJ? In deze folder leest u er alles over.
WAT BETEKENT DAT VOOR MIJ? In deze folder leest u er alles over. Vanaf 1 juli 2020 gaat de nieuwe donorwet in. Dan komt iedereen vanaf 18 jaar die is ingeschreven in een Nederlandse gemeente in het nieuwe
Nadere informatieNOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
35161 Wijziging van de Wet op de orgaandonatie in verband met het voorzien in een wettelijke grondslag voor de protocollen voor vaststelling van de dood op grond van circulatoire criteria en enkele andere
Nadere informatieToestemming geven voor orgaandonatie na een hartstilstand
Universitair Medisch Centrum Groningen Toestemming geven voor orgaandonatie na een hartstilstand Informatie voor nabestaanden Toestemming geven voor orgaandonatie na een hartstilstand 2 Universitair Medisch
Nadere informatieDr. Piet Lormans en coördinator Johan Froyman
Beste familie In deze folder proberen wij een antwoord te bieden op de vele vragen rond orgaandonatie. Hebt u nood aan bijkomende informatie, aarzel dan niet om contact op te nemen met een medisch of verpleegkundig
Nadere informatieDonoren zijn van levensbelang Inclusief donorformulier
Dit is een uitgave van NTS-Donorvoorlichting www.donorvoorlichting.nl Donoren zijn van levensbelang Inclusief donorformulier Donoren zijn van levensbelang Donororganen en donorweefsels zijn nodig om ernstig
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 161 Wijziging van de Wet op de orgaandonatie in verband met het voorzien in een wettelijke grondslag voor de protocollen voor vaststelling van
Nadere informatiePassantenprijslijst DBC-Zorgproducten geldig vanaf 1 januari 2016 t/m 31 december 2016, bedragen in Euro's
14B168 972804004 Injectie van sperma met stimulatie - punctie - labonderzoek en eventuele terugplaatsing bij Verminderde vruchtbaarheid 2.225,17 14B169 972804005 Operatie aan de eileider(s) bij Verminderde
Nadere informatieWanneer de patiënt ondersteuning/overname van de ademhaling nodig heeft, kennen we de volgende vormen:
Beademing 2 Inleiding Uw familielid of naaste is opgenomen op de intensive care en wordt beademd met een beademingsapparaat. Dit apparaat ondersteunt de natuurlijke ademhaling. Wat dit voor u betekent,
Nadere informatieWAT BETEKENT DAT VOOR MIJ? In deze folder leest u er alles over.
WAT BETEKENT DAT VOOR MIJ? In deze folder leest u er alles over. Op 1 juli 2020 komt de nieuwe donorwet. Deze wet is voor mensen in Nederland van 18 jaar of ouder die ingeschreven zijn in een Nederlandse
Nadere informatieObductie. Onderzoek na overlijden
Obductie Onderzoek na overlijden Inleiding Als iemand overlijdt kunnen artsen niet altijd verklaren wat er precies met hem of haar aan de hand was. Onderzoek van de overledene kan helpen om beter te begrijpen
Nadere informatieHERSENSCHUDDING BIJ EEN KIND FRANCISCUS VLIETLAND
HERSENSCHUDDING BIJ EEN KIND FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Uw kind heeft een licht letsel aan de schedel of de hersenen opgelopen, bijvoorbeeld als gevolg van een ongeval. Deze folder geeft u meer informatie
Nadere informatieMeer weten? Ga naar www.donorvoorlichting.nl.
Vraag 1 Wat is doneren? Doneren betekent geven of schenken. Iemand die orgaan- of weefseldonor is, geeft na zijn dood zijn organen of weefsels weg voor transplantatie. Dit heet donatie. Bekijk het filmfragment
Nadere informatieHet slaapmiddel Dormicum
Het slaapmiddel Dormicum Informatie voor patiënten die, voorafgaand aan een onderzoek of behandeling op de afdeling Endoscopie, een slaapmiddel krijgen toegediend Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland
Nadere informatieHet slaapmiddel Dormicum
Het slaapmiddel Dormicum Informatie voor patiënten die, voorafgaand aan een onderzoek of behandeling in het MDL-centrum, een slaapmiddel krijgen toegediend MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl
Nadere informatiePolikliniek slaapapneu syndroom en snurken
Polikliniek slaapapneu syndroom en snurken Ziekenhuis Gelderse Vallei U bent door uw huisarts of specialist verwezen naar de polikliniek voor slaapapneu syndroom en snurken. Hard snurken kan een hinderlijk
Nadere informatie10-9-2014. r.ars 2013 1. Leerdoelen. BLS/Assisteren ALS module 1. Vaststellen circulatiestilstand. Circulatiestilstand vastgesteld.
BLS/Assisteren ALS module 1 Volgens de laatste richtlijnen van de ERC en NRR 2010 Leerdoelen Belang van vroegtijdige herkenning verslechterende patiënt/ ABCDE benadering Het ALS algo Belang van goed uitgevoerde
Nadere informatiePostmortale orgaandonatie
Postmortale orgaandonatie mythes in de discussie dr. W. Farid Abdo Voorzitter commissie Donatie NVIC NVIC dagen, 9 februari 2017 Disclosures Onderzoek subsidies: ZonMw / NTS / VWS / Radboudumc Geen financiële
Nadere informatiePassantenprijslijst 2017 geldig voor behandelingen gestart vanaf 1 januari 2017 t/m 31 december 2017 Prijswijzigingen voorbehouden
14B168 972804004 Injectie van sperma met stimulatie - punctie - labonderzoek en eventuele terugplaatsing bij Verminderde vruchtbaarheid 2.301,08 14B169 972804005 Operatie aan de eileider(s) bij Verminderde
Nadere informatieRadboudumc passantentarieven zorgproducten per 1 januari 2017 (voorlopige tarieven)
Radboudumc passantentarieven zorgproducten per 1 januari 2017 (voorlopige tarieven) Disclaimer De ingangsdatum van deze lijst met voorlopige passantentarieven is 1 januari 2017. Deze publicatie is onder
Nadere informatieWilsbeschikking en -verklaring
Wilsbeschikking en -verklaring Inleiding Iedereen kan in een situatie terechtkomen waarin ingrijpende beslissingen genomen moeten worden. Dan is het goed alvast een mening te hebben gevormd over onderwerpen
Nadere informatiePatiënteninformatie. Sedatie door de Sedatie Praktijk Specialist (SPS) een onderzoek of behandeling onder sedatie
Patiënteninformatie Sedatie door de Sedatie Praktijk Specialist (SPS) een onderzoek of behandeling onder sedatie 20140062 Sedatie.indd 1 15-09-16 13:10 Sedatie door de Sedatie Praktijk Specialist (SPS)
Nadere informatieAfzien (withholding) van behandeling
11 Afzien (withholding) van behandeling.1 Beslissen niet (meer) cardiopulmonaal te reanimeren bij een circulatiestilstand 1. Beslissen bij ventilatoire en/of respiratoire insufficiëntie en bij apneu niet
Nadere informatieOrgaandonatie Informatie voor familie
Orgaandonatie Informatie voor familie 2 - Orgaandonatie - Informatie voor familie Orgaandonatie - Informatie voor familie - 3 Waarom krijgt u deze brochure? Toestemming Iemand in uw naaste omgeving is
Nadere informatieKlinische Genetica. Plots overlijden
Klinische Genetica Plots overlijden Klinische Genetica Inleiding In uw familie zijn een of meerdere personen op jonge leeftijd plotseling overleden. Plots overlijden op jonge leeftijd heeft vaak met het
Nadere informatieOverlijden van een dierbare
Overlijden van een dierbare Informatie voor de nabestaanden Een dierbare van u is overleden. Omdat het u nu moeilijk zal vallen uw aandacht te richten op formaliteiten, ontvangt u deze brochure. Hierin
Nadere informatieMedische Publieksacademie
Medische Publieksacademie 1 Intensive Care; Topzorg en levensvragen 2 Programma Wat is Intensive Care? Welke patiënten worden hier behandeld? IC van het MCL Keuzes maken; ethiek Einde leven zorg Orgaandonatie
Nadere informatiePatiënteninformatie. AanvalsPoli voor Kinderen. AanvalsPoli voor Kinderen Aanvallenpoli Kinderen hj.indd 1
Patiënteninformatie AanvalsPoli voor Kinderen AanvalsPoli voor Kinderen 1465340 Aanvallenpoli Kinderen hj.indd 1 1 05-12-12 09:05 AanvalsPoli voor Kinderen Polikliniek Kindergeneeskunde, route 2.2 Tel.
Nadere informatieProtocol Medicijnverstrekking en Medisch handelen op school
Inhoudsopgave: 1. Inleiding over medicijnverstrekking. 2. Het kind wordt ziek op school. 3. Het verstrekken van medicijnen op verzoek. 4. Medische handelingen. 5. Aansprakelijkheid. Bijlagen: 1. Verklaring
Nadere informatieQuizzen met de Comascore Amsterdam Symposium 28/1 en 2/2 Margreet van der Pol
Quizzen met de Comascore Amsterdam Symposium 28/1 en 2/2 Margreet van der Pol Doelen Na de les: kunt u het doel en de functie van de GCS formuleren; kunt u uiteenzetten hoe de GCS uitgevoerd moet worden;
Nadere informatieTraumatisch hersenletsel. 17 mei 2016 Ella Fonteyn
Traumatisch hersenletsel 17 mei 2016 Ella Fonteyn Inhoud Definities traumatisch hersenletsel Protocol SEH Gevolgen en behandeling Niet in deze presentatie: letsel wervelkolom, myelum of zenuwen Definities
Nadere informatieOrgaandonatie. Liesbeth van den Hof-Dijkhuizen Transplantatiecoördinator Regio Nijmegen
Orgaandonatie Liesbeth van den Hof-Dijkhuizen Transplantatiecoördinator Regio Nijmegen Onderwerpen Hoe is het in Nederland georganiseerd Instanties Cijfers WOD Vormen van orgaandonatie Modelprotocol postmortale
Nadere informatieSubarachnoïdale bloeding bij patiënten op de afdeling intensive-care en medium-care
Subarachnoïdale bloeding bij patiënten op de afdeling intensive-care en medium-care Uw familielid, vriend of vriendin is opgenomen op de afdeling met een zogenoemde subarachnoïdale bloeding. Dit is een
Nadere informatieRadboudumc passantentarieven zorgproducten per 1 januari 2016
Radboudumc passantentarieven zorgproducten per 1 januari 2016 Disclaimer De ingangsdatum van deze lijst met passantentarieven is 1 januari 2016. Deze publicatie is onder voorbehoud van landelijke en/of
Nadere informatieKlinische Neurofysiologie (KNF) EEG. (elektro-encefalogram)
Klinische Neurofysiologie (KNF) EEG (elektro-encefalogram) Binnenkort wordt u verwacht op de afdeling Klinische Neurofysiologie voor een elektro-encefalogram (EEG). In deze folder leest u over dit onderzoek
Nadere informatieHerseninfarct Snelle behandeling in de eerste uren
Herseninfarct Snelle behandeling in de eerste uren Een snelle behandeling in de eerste uren kan voorkomen dat een herseninfarct ernstige gevolgen heeft. In deze folder leest u meer over deze behandeling.
Nadere informatieWet van 24 mei 1996, houdende regelen omtrent het ter beschikking stellen van organen (Wet op de orgaandonatie)
Wet van 24 mei 1996, houdende regelen omtrent het ter beschikking stellen van organen (Wet op de orgaandonatie) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.
Nadere informatieAnesthesie. Diepe sedatie (en pijnstilling) buiten de operatiekamer
Anesthesie Diepe sedatie (en pijnstilling) buiten de operatiekamer Inhoudsopgave Voor wie is deze informatie bedoeld?...4 Wat is diepe sedatie (en pijnstilling)?...4 Waar is diepe sedatie voor bedoeld?...4
Nadere informatieDoel. Definities. Indicatie. Werkwijze/beslisboom. Uniforme opvang van de trauma patiënt op de Intensive care
Doel Uniforme opvang van de trauma patiënt op de Intensive care Definities Het protocol begint met hetgeen de patiënt het meest bedreigd (treat first what kills first). Treft men tijdens de opvang een
Nadere informatieStart / Introductie HARTELIJK WELKOM
Start / Introductie HARTELIJK WELKOM Mijn naam is: Rob Philips BIJ DEZE INFORMATIE OVER HET BELANG VAN REANIMATIE 1 Reanimatie, wat verstaat men daaronder Om met de deur in huis te vallen Wat verstaat
Nadere informatieBehandeling na reanimatie
INTENSIVE CARE Behandeling na reanimatie BEHANDELING Behandeling na reanimatie Uw familielid of naaste heeft een hartstilstand gehad en is gereanimeerd. Hij of zij wordt op de Intensive Care (IC) behandeld.
Nadere informatiePassantenprijslijst 2016 Erasmus MC. Versie 2 RZ16B 1 van 151. Onder voorbehoud van druk en zetfouten
Passantenprijslijst Versie 2 RZ16B 1 van 151 14B168 972804004 Injectie van sperma met stimulatie punctie labonderzoek en eventuele terugplaatsing bij Verminderde vruchtbaarheid 2.447,69 14B169 972804005
Nadere informatieInformatie na overlijden. Wat u moet weten en doen als een familielid of directe naaste in het Waterlandziekenhuis is overleden
Informatie na overlijden Wat u moet weten en doen als een familielid of directe naaste in het Waterlandziekenhuis is overleden Inhoud Inleiding 4 Eigen keuze 4 Verblijf in het mortuarium 4 Verzorging en
Nadere informatieStandaard prijslijst DBC- en Overige zorgproducten - HagaZiekenhuis 2016
Standaard prijslijst DBC- en Overige zorgproducten - HagaZiekenhuis 2016 VOORWAARDEN - Op alle door het ziekenhuis en door de daaraan verbonden vrijgevestigd medisch specialisten met patiënten gesloten
Nadere informatieStandaard prijslijst DBC- en Overige zorgproducten 2017 (excl. Dure geneesmiddelen) (geldig van 1 januari 2017 t/m 31 december 2017)
Standaard prijslijst DBC- en Overige zorgproducten 2017 (excl. Dure geneesmiddelen) (geldig van 1 januari 2017 t/m 31 december 2017) VOORWAARDEN - Op alle door het ziekenhuis en door de daaraan verbonden
Nadere informatiePASSANTENPRIJSLIJST DBC-ZORGPRODUCTEN 01-01-2016 t/m 31-12-2016 (versie 2)
PASSANTENPRIJSLIJST DBC-ZORGPRODUCTEN 01-01-2016 t/m 31-12-2016 (versie 2) Tarieven zijn van toepassing op behandelingen gestart in 2016. Voor de overige zorgproducten (OVP's) hanteert MC Slotervaart de
Nadere informatieRadboudumc passantentarieven zorgproducten per 1 januari 2015
Radboudumc passantentarieven zorgproducten per 1 januari 2015 Disclaimer De ingangsdatum van deze lijst met passantentarieven is 1 januari 2015. Deze publicatie is onder voorbehoud van landelijke en/of
Nadere informatieDeclaratiecode Zorgproduct Omschrijving Tarief 14B101 972800034 Een beperkt advies voor vragen die te maken hebben met erfelijkheid ten behoeve van
Declaratiecode Zorgproduct Omschrijving Tarief 14B101 972800034 Een beperkt advies voor vragen die te maken hebben met erfelijkheid ten behoeve van de gynaecologie bij erfelijkheidsadvies 467,75 14B102
Nadere informatiePassantentarieflijst Maastricht UMC+ 2016 *
972804004 Injectie van sperma met stimulatie - punctie - labonderzoek en eventuele terugplaatsing bij Verminderde vruchtbaarheid 14B168 20160101 20161231 2.225,17 972804005 Operatie aan de eileider(s)
Nadere informatieBijlage 14A. SYMPTOOMSCOREFORMULIER DUBBELBLINDE PLACEBOGECONTROLEERDEKOEMELK PROVOCATIE 2 E EN 3 E LIJN
Bijlage 14A. SYMPTOOMSCOREFORMULIER DUBBELBLINDE PLACEBOGECONTROLEERDEKOEMELK PROVOCATIE 2 E EN 3 E LIJN Betreft 0 TEST DAG 1 (Voor zowel TEST DAG 1 en TEST DAG 2 wordt dit formulier ingevuld) 0 TESTDAG
Nadere informatieZorgproducten en OVP's Ingangsdatum Einddatum
14B168 972804004 Injectie van sperma met stimulatie - punctie - labonderzoek en eventuele terugplaatsing bij Verminderde vruchtbaarheid 2.301,08 14B169 972804005 Operatie aan de eileider(s) bij Verminderde
Nadere informatieVersie 1 per Prijslijst 2017 (tbv passanten en/of onverzekerde zorg)
Deze prijslijst geldt voor alle zorgproducten die een start hebben in 2017 en voor overige zorgproducten die in 2017 worden uitgevoerd. Voor exacte definities en registratieregels van zorgproducten en
Nadere informatieSlaapregistratie (polygrafie) met CPAP in het ziekenhuis
Slaapregistratie (polygrafie) met CPAP in het ziekenhuis Tijdens de slaap verslappen alle lichaamsspieren. Het achterste deel van de tong kan zo naar achteren zakken, waardoor het de bovenste luchtweg
Nadere informatieAls het mis gaat. Stoornissen bewustzijn. Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts
Als het mis gaat. Stoornissen bewustzijn Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts Casus 1 Vrouw, 74 jaar diep bewusteloos gevonden in de tuin Bekend met diabetes type II Langzame snurkende ademhaling Langzame
Nadere informatiePost-cardiac arrest syndroom
Post-cardiac arrest syndroom Medisch Centrum Leeuwarden Dr. M.A. Kuiper FCCP FCCM Neuroloog-Intensivist Medisch Centrum Leeuwarden Uitkomsten van reanimaties Wereldwijd wordt gerapporteerd dat maar 5-10%
Nadere informatieVerankering: Dit protocol is verankerd in ons pedagogisch beleid en is verbonden aan ons protocol medicijnverstrekking en protocol zieke kinderen.
Protocol wet Big. Doel: Uitgangspunten, afwegingen en werkwijze met betrekking tot kinderen waarbij medisch noodzakelijke handelingen moeten worden verricht tijdens opvanguren, conform de wet BIG. Waarom?
Nadere informatieRichtlijn Forensische Geneeskunde Orgaan- en Weefseldonatie
Richtlijn Forensische Geneeskunde Orgaan- en Weefseldonatie Inhoudsopgave 1. Onderwerp 2 2. Doelstelling 2 3. Toepassingsgebied 2 4. Uitgangspunt 3 5. Toestemming 3 6. Werkwijze 3 6.1 Werkwijze bij weefseldonatie
Nadere informatieTRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop
TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop Welke drie functies zijn van direct levensbelang en hoe noemen we deze functies? Hersenfunctie
Nadere informatieMedicijnbeleid Dromedaris
Medicijnbeleid Dromedaris Vooraf In de dagelijkse praktijk krijgt elke school te maken met zieke kinderen en kinderen die medicijnen gebruiken. Het is van belang goede afspraken te maken tussen ouders
Nadere informatiePrijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 januari 2016*
Prijslijst DBC DOT 2016 versie 2016 2.0 Prijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 januari 2016* * De ingangsdatum van de zorgvraag is uiteindelijk bepalend voor het tarief dat in rekening wordt
Nadere informatieDeclaratiecode Zorgproduct
Declaratiecode Zorgproduct Tarief Omschrijving 14B101 972800034 467,75 Een beperkt advies voor vragen die te maken hebben met erfelijkheid ten behoeve van de gynaecologie bij erfelijkheidsadvies 14B102
Nadere informatieFlevoziekenhuis prijslijst 2015 Declaratiecode Zorgproduct Omschrijving Totaal prijs 14B101 972800034 Een beperkt advies voor vragen die te maken
14B101 972800034 Een beperkt advies voor vragen die te maken hebben met erfelijkheid ten behoeve van de gynaecologie bij erfelijkheidsadvies 467,75 14B102 972800035 Een beperkt advies voor vragen die te
Nadere informatie4.2 Wilsonbekwaamheid Bij iemand die op het moment van overlijden 12 jaar of ouder is en bij leven wilsonbekwaam was, zijn orgaan- en weefseldonatie
4.2 Wilsonbekwaamheid Bij iemand die op het moment van overlijden 12 jaar of ouder is en bij leven wilsonbekwaam was, zijn orgaan- en weefseldonatie niet toegestaan. Het is de expliciete bedoeling van
Nadere informatieMedisch Centrum Haaglanden Bronovo-Nebo
Ingangsdatum 1-1- Einddatum:31-12- 14B168 972804004 Injectie van sperma met stimulatie - punctie - labonderzoek en eventuele terugplaatsing bij Verminderde vruchtbaarheid 2.225,17 14B169 972804005 Operatie
Nadere informatiePassantenprijslijst Slingeland Ziekenhuis 2016 (RZ16) vanaf 01/01/2016 Versie 1.0 9-6-2016
A 14B168 972804004 Injectie van sperma met stimulatie - punctie - labonderzoek en eventuele terugplaatsing bij Verminderde vruchtbaarheid 2.225,17 A 14B169 972804005 Operatie aan de eileider(s) bij Verminderde
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Beroerte (CVAB)
Factsheet en Beroerte (CVAB) A. Beschrijving CVAB 2014 [2.6.; 15-01- 2015] Registratie gestart: 2014 Nr Type Uitvraag Bron. indicator over (jaar) 1. Percentage TIA- en CVA patiënten ingevuld in de CVAB
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 370 Wet van 24 mei 1996, houdende regelen omtrent het ter beschikking stellen van organen (Wet op de orgaandonatie) Wij Beatrix, bij de gratie
Nadere informatiePASSANTENPRIJSLIJST DBC-ZORGPRODUCTEN 01-01-2016 t/m 31-12-2016
PASSANTENPRIJSLIJST DBC-ZORGPRODUCTEN 01-01-2016 t/m 31-12-2016 Tarieven zijn van toepassing op behandelingen gestart in 2016. Voor de overige zorgproducten (OVP's) hanteert de MC Groep de door de NZa
Nadere informatie