Melissa Vermeule. Reflectieverslag construeren. Les 1 t/m 7

Transcriptie

1 Melissa Vermeule Reflectieverslag construeren. Les 1 t/m 7 9 november 2015

2 Les 1. Door construeren leer je een keuze te maken (word bepaald door berekeningen) voor de constructie, overspanning, materiaal, afmetingen component en duurzaamheid. Door meer inzicht te krijgen over construeren, word het communiceren met een constructeur makkelijker. Een hoofddraagconstructie mag niet instorten of omvallen, alle horizontale en verticale belastingen naar de ondergrond afdragen en word gekarakteriseerd door systemen, materiaal, overspanningsmaat, dimensie van elementen. Alles is een constructie, een ballon heeft trekkracht van de lucht binnenin en drukkracht door het kleiner worden van het materiaal, maar ook de ruggengraat van een mens. Duurzaamheid is voor eeuwigheid of kort maar kan goed vervangen worden (snel groeien van materiaal). Liefst zo snel mogelijk een constructeur en installateur bij je proces betrekken daardoor kan je beter met elkaar omgaan ook tijdens het bouwproces, het ontwerp houdt rekening met de beperkingen/nuttige ruimtes van installaties en de constructie, het bouwproces gaat sneller. We zijn gelijk begonnen met het analyseren van het RAVB van de eerste en tweede etage, gekeken naar positie, materiaal, afmetingen en overspanningen. Door dit gelijk te doen, heb je een idee hoe de hoofddraagconstructie van het RAVB in elkaar zit en welke materialen er allemaal worden toegepast. Ook de reden van sommige hoofddraagconstructie metselwanden kregen we uitleg over, trek- en drukkracht van materialen maar ook van wind. De overspanning van verschillende materialen zoals houten balklaag en afwerklaag van houten planken hebben de reden om drukkracht af te voeren. Les 2. Construeren: belastingen, die uitwendig op een constructie worden uitgeoefend, omzetten naar spanningen binnen een constructie materiaal uitwendig: eigen gewicht (vloer/wanden), veranderlijke belasting (wind), buiten gewone belastingen (tijdens de uitvoering, de kraan). Richtingen belastingen: eigen gewicht, wind horizontaal, water/gronddruk, overdruk op de wanden. Vector symbool voor krachten, hebben een richting, met schaal of kracht getal. Belastingen veroorzaken krachten in constructie: normaalkracht Fn F druk F trek buigend moment Mb Onder druk en boven trek wringend moment Mb dwarskracht Fd Vorm, afmeting en materiaal (druk en trek opnemen) bepalen of constructie sterk genoeg is. Eisen constructie: sterkte (weerstand aan belastingen), stijfheid (niet teveel buigen) en stabiliteit (niet omvallen). Types constructie element: 1-dimensionaal (kolom- of balkconstructie van beton of staal, niet zelf dragend), 2-dimensionaal (plaat constructie, 2 richtingen kracht afdragen), 3-dimensionaal (schaal of koepel constructie, 3 richtingen afdragen. Fwind en F eigen gewicht worden afdragen door de 2 poten. M=krachtxarm F=0

3 Les 3. Het inmeten van het Nederlands architectuur instituut, nu genaamd Het nieuwe instituut. Deze inmeting deed ik samen met Kirsten. We hadden vooraf documentatie gezocht, hierin stonden plattegronden. Deze plattegronden hadden we meegenomen naar het nieuwe instituut. Op deze plattegronden gingen we kolommen en liggers accentueren met stiften en alle maten erbij schrijven. Dit zorgde ervoor dat het overzichtelijk was om de plattegronden op de computer in te voeren. De plattegronden van de documentatie gebruikte we als onderlegger voor onze plattegronden. Nadat we deze inmeting hadden gedaan, ging ik ook meer kijken naar andere constructies in de omgeving en onderweg. We hadden naderhand pas nagedacht over hoe de constructie echt in elkaar zat zoals de buitenschil en de constructie aan de buitenkant. Dit was naderhand niet echt slim om te doen omdat je het dan niet in het echt kan gaan bekijken. Je moet dan naar de afbeeldingen van de documentatie en de eigen gemaakte foto s kijken. les 4. Staal: goedkoop, kopen per kg, veel voor loodsen, is gevoel voor brand. Staal vervormd eerst voordat het breekt. Staalsoort aangegeven als S235. Kolom: HEA en IPE, UNP, buizen en platen. Verbinden: lassen (niet op de bouwplaats), bouten (op de bouwplaats), pennen, schietnagel, klinken (niet meer toegepast). Vloerligger is zwaarder dan een dak ligger. Want op de vloer komt meer belasting en is dus hoger. Hoe hoger het gebouw, hoe meer wind. Dit hangt ook af van de afstand tot de kust. CFRP: lichter en sterker. Momenteel nog betaalbaar. Meer mogelijkheden is meer vrije vormgeving zoals de auto industrie. Haat: eerste en het langste bouwmateriaal. Hout is natuur dus met noesten. Lamineren zorgt voor meer mogelijkheden. Rechtighoekige en ronde massieve kolommen, vloer- en dakligger, houtskeletbouw, massieve wanden, duurzame materialen. Houten kanaalplaten: momenteel nog duur. Cross Laminted Panels (CLP): hoge wanden en vloeren. Hallen, scholen, kantoren en woningen. Loofhout: beuken en eiken, is duurder. Naaldhout: vuren en grenen, onderhevig krimp en kruip, brandbaar maar is zelfdovend een ingebranden laag. Vaak moet er staal toegevoegd worden. 100x200mm 6 meter lang massief, gelamineerd tot 35 meter. Opdracht 2: Uitkijktoren ontwerpen en constructief bekijken. Gelijk ideeën over hoe de uitkijktoren eruit moet en voorbeelden. Zoals een uitkijktoren met een overstek over het water heen. Voorbeelden zoals de uitkijktoren in Vaals.

4 Les 5. Verschillen hout en staal: Herkomst (staal veel voor doen, hout natuurlijk), Temperatuur (staal laag, hout lang vasthouden), brand (hout inbranden, staal brandbaar en bezwijken), krachten (staal trekkracht, hout allebei 1/20 lager dan staal), afmetingen (staal sterker, licht en langere afmetingen, hout korter, lamineren en zwaarder), gewicht (1/16 gewicht hout lager dan staal) en kosten (staal goedkoper door productie en bewerkingen). Overeenkomsten hout en staal: vorm (buigen door warmte of stoom), stabiliteit (kolommen, liggers, portalen en dichte wanden), bevestiging (pinnen, bouten en lassen), formaten (standaard afmetingen). Beton: hallen, bruggen, parkeergarage en woningen. Vloeibaar maar bekisting nodig. In het werk gestort of prefab. Grind, zand, cement, water. Versterken met staal dit kan trek opnemen. Kolomkop met plaat of ponskolom dat voorkomt dat de kolom door de vloer drukt. Bollenplaatvloer (besparing beton. 2 kanten krachten afdragen) en holconplaatvloer (grote oversparingen). Steen: kan druk aan, komt uit de bergen of via de rivier. Oudste constructie. Vervorming vele formaten. Baksteen gestapeld, nu mortel met stootvoeg (verticaal) en lintvoeg (horizontaal). Baksteen, kalkzandsteen, gasbeton of cellenbeton. Let op muurdoorbrekeningen latei van staal of beton. Maximale maat voor bakken en metselaar. Je kunt spelen met voegdieptes en baksteenformaten. Sterkte afhankelijk van de mortel. Kalkzandsteen: zand en kalk (druk verhard), zelfs verdiepingshoog mogelijk. Cellenbeton: aluminium poeder extra toevoegen aan zand, kalk en water. Licht voor dakplaten. Les 6. Bespreken van de uitkijktoren opdracht. Plattegronden duidelijker, ook de hoogtematen moeten op de tekeningen staan. Uitleggen hoe de stabiliteit werkt. De eiffeltoren: krachten naar de buitenkant en via 4 punten naar beneden, rond 8000 ton. Andere toren/ nylon kous constructie: krachtverloop in de constructie, alles valt samen, rond 2000 ton. Dit word ook gedaan door Norman Foster bij de came bridge. Daken kunnen bezwijken door regenwater en het gaat iedere keer steeds verder doorzakken. Rekening houden met: brandveiligheid, ontploffingsgevaar, aanrijdingsgevaar. Aardbevingen: Limburg door mijnen en Groningen door gaswinning (word steeds erger en actueler). Eigen gewicht: G, voorspankracht P, veranderlijke belastingen Q Newton: SI- eenheid, gewicht, krachten. Massa: kg, zwaartekracht. 1 kg = 10 N 1000 N = 1KN

5 Les 7. Goed opgepakt na de feedback van vorige week met het behoud van het karakter van het ontwerp. Als ik de andere ontwerpen en technische ontwerpen zie, wil ik graag meedenken aan hoe het in elkaar zit en eventuele problemen oplossen. Ik denk dat het soms vervelend kan overkomen. Maar als ik een idee heb hoe het zou kunnen, zou ik ook graag een bevestiging willen of het eventueel zo kan of waarom niet. De fundering van mijn uitkijktoren kan ook een fundering op staal zijn, dit is goedkoper en de horizontale krachten worden ook afdragen. Dit moet wel uitgerekend worden door de constructeur en er moeten grondmetingen gedaan worden of de fundering op staal wel kan. Σ Fvertivaal = 0, Σ Fhorizontaal = 0 en Σ moment = 0. σ = F / A (A is oppervlakte) is de spanning kracht per eenheid van een oppervlakte (sigma). Fz = m x G. Zwaarte kracht is 10m/s en 1kg is 10 N.