UNIVERSITEIT TWENTE. Woninginbraken en buurtkenmerken Een onderzoek naar de samenhang tussen woninginbraken en buurtkenmerken in de gemeente Enschede

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT TWENTE. Woninginbraken en buurtkenmerken Een onderzoek naar de samenhang tussen woninginbraken en buurtkenmerken in de gemeente Enschede"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT TWENTE Woninginbraken en buurtkenmerken Een onderzoek naar de samenhang tussen woninginbraken en buurtkenmerken in de gemeente Enschede Elise Spanjer

2 Bachelorscriptie Elise Spanjer Eerste begeleider: Prof. Dr. M. Junger Tweede begeleider: Dr. L. Montoya 2

3 Abstract Deze studie doet onderzoek naar de relatie tussen buurtkenmerken van de gemeente Enschede en woninginbraken in de gemeente Enschede voor de jaren 2007 en Daarbij worden de buurtkenmerken vergeleken met zowel de gegevens afkomstig van de Politie Twente alsmede de gegevens afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor. Na het verwijderen van twee voorspellers zijn de woninginbraken uiteindelijk vergeleken met de buurtkenmerken gemiddeld inkomen, arbeidsmarkt, bevolkingssamenstelling en slachtofferschap. Slachtofferschap kan onderverdeeld worden in percentage slachtofferschap autodiefstal en percentage slachtofferschap geweldsdelicten. Na het doen van de analyse is naar voren gekomen dat er, voor wat betreft de gegevens afkomstig van de Politie Twente, samenhang bestaat tussen de woninginbraken en de buurtkenmerken gemiddeld inkomen en arbeidsmarkt. Voor de gegevens afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor bestaat er een samenhang tussen woninginbraken en percentage slachtofferschap geweldsdelicten.. 3

4 Voorwoord Dit onderzoek is gedaan in het kader van de bachelorscriptie van de studie Bestuurskunde welke ik volg aan de Universiteit Twente te Enschede. In deze studie is onderzoek gedaan naar de samenhang tussen in de gemeente Enschede gepleegde woninginbraken en de verscheidene kenmerken van de buurten in deze gemeente. Deze studie is onderdeel van een overkoepelend project aan de Universiteit Twente waarin woninginbraken in Enschede vergeleken worden met fysieke omgevingsfactoren. Het samenstellen van dit onderzoek was niet mogelijk geweest zonder de welwillende hulp van Prof. Dr. M. Junger voor de door haar gegeven begeleiding. Tevens gaat mijn dank uit naar Dr. L. Montoya als tweede begeleider en voor het beschikbaar stellen van de gegevens van de Politie Twente en het sorteren daarvan per buurt. Elise Spanjer Losser,

5 Inhoudsopgave Abstract... 3 Voorwoord Introductie Achtergrond Onderzoeksvragen Opbouw rapport Theoretisch kader Rationele keuzebenadering Routine activiteitenbenadering Patroontheorie Broken windows Methodologie Eenheden analyse Dataverzameling en objecten Eenheden data Operationalisatie Analyse Resultaten Overzicht resultaten analyse Woninginbraken en gemiddeld inkomen Woninginbraken en bevolking Woninginbraken en slachtofferschap Discussie Conclusies Conclusie woninginbraken en gemiddeld inkomen Conclusie woninginbraken en arbeidsmarkt Conclusie woninginbraken en bevolkingssamenstelling Conclusie woninginbraken en slachtofferschap Beperkingen Suggesties voor verder onderzoek Bibliografie Bijlage 1: Buurtindeling gemeente Enschede

6 Bijlage 2: Data gepleegde woninginbraken Politie Twente Bijlage 3: Data woninginbraken Dynamische Buurtmonitor Bijlage 4: Data aantal huishoudens Bijlage 5: Data gemiddeld inkomen Bijlage 6: Data economische waarde huizen Bijlage 7: Data arbeidsmarkt Bijlage 8: Data bevolkingssamenstelling Bijlage 9: Data slachtofferschap Bijlage 10: Artikel 311 wetboek van strafrecht Bijlage 11: Uitkomst SPSS Politie Twente Bijlage 12: Uitkomst SPSS Dynamische Buurtmonitor Bijlage 12: Reflectieverslag

7 1. Introductie 1.1. Achtergrond De kans dat er in Nederland in een woning wordt ingebroken is relatief gezien niet groot wanneer het vergeleken wordt met diefstal uit auto of fietsdiefstal. Jaarlijks krijgen één op de honderd huishoudens met woninginbraak te maken (Centrum criminaliteitspreventie veiligheid, 2010). In 2007 werd één op de veertig inwoners in Nederland slachtoffer van (poging tot) inbraak (Centraal Bureau voor de Statistiek & Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties & Ministerie van Justitie, 2007). In 2008 is er keer inbraak of een poging daartoe door de Nederlandse bevolking ondervonden en dit aantal is in 2009 gestegen naar keer (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2010). De schade welke door woninginbraak veroorzaakt wordt is wel relatief hoog. Woningdiefstal brengt gemiddeld euro materiële schade met zich mee. Dit is 14 keer zo veel als de schade die door fietsdiefstal veroorzaakt wordt en 4 keer zo veel als de schade van inbraak uit auto (Centrum criminaliteitspreventie veiligheid, 2010). Daarnaast is ook de emotionele schade veroorzaakt door woninginbraak groot. Slachtoffers voelen onveiliger dan niet-slachtoffers, zowel thuis als op straat (Wittebrood, 2001). Er zijn al verschillende onderzoeken gedaan naar woninginbraken. Hierbij is bijvoorbeeld gekeken naar de fysieke omgevingskenmerken maar niet naar de kenmerken van een wijk (Veld, 2009 en Armitage, 2007). Daarnaast is er reeds onderzoek gedaan naar bepaalde kenmerken zoals aantal allochtone buurten en woninginbraak maar hier is gekeken naar heel Nederland in niet specifiek naar de stad Enschede. Er bestaat nog weinig duidelijkheid of de wijkkenmerken in Enschede relateren aan de woninginbraken die in deze stad hebben plaatsgevonden. De relevantie van dit onderzoek is dat met behulp van de uit dit onderzoek voortvloeiende resultaten vanuit een beleidsmatige invalshoek kan worden nagegaan of bij bepaalde buurtkenmerken juist meer woninginbraken voorkomen dan bij andere buurtkenmerken. Men kan dan het beleid hierop aanpassen en eventuele problemen gericht aanpakken om zo het aantal woninginbraken te verminderen Onderzoeksvragen In dit onderzoek wordt enerzijds gekeken naar de buurten waar de verschillende woninginbraken in Enschede voorkomen en anderzijds wordt er gekeken of er een relatie bestaat tussen de woninginbraken en de buurtkenmerken. De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt: In welke buurten in Enschede vinden de woninginbraken plaats die in de jaren 2007 en 2008 zijn gepleegd en in hoeverre is dat gerelateerd aan vijf buurtkenmerken? 7

8 Deze centrale onderzoeksvraag kan onderverdeeld worden in de volgende deelvragen: - Hoeveel woninginbraken zijn er in elke buurt in Enschede in de jaren 2007 en 2008 gepleegd? - Bestaat er een relatie tussen de woninginbraken en de verschillende kenmerken van elke buurt in Enschede gelet op bevolkingssamenstelling, gemiddeld inkomen, economische waarde van de huizen, arbeidsmarkt en percentage slachtofferschap? Hierbij wordt er gekeken naar een mogelijke relatie tussen de verschillende buurtkenmerken en de woninginbraken volgens de Politie Twente, en naar een mogelijke relatie tussen de verschillende buurtkenmerken en de woninginbraken volgens de Dynamische Buurtmonitor Opbouw rapport In de volgende paragraaf zal het theoretische kader van het onderzoek beschreven worden van waaruit hypothesen worden geformuleerd. Vervolgens beschrijft het hoofdstuk Methodologie de eenheden analyse, operationaliseert het de vijf kenmerken en beschrijft het tot slot de wijze waarop de data is geanalyseerd. Het hoofdstuk Resultaten geeft de belangrijkste resultaten van de uitgevoerde analyses weer en tot slot zal in het hoofdstuk Discussie de uit het hoofdstuk Resultaten voortvloeiende conclusies worden besproken, worden enkele beperkingen van het onderzoek vermeld en zullen er suggesties voor verder onderzoek gedaan worden Theoretisch kader Dit onderzoek richt zich op een mogelijke relatie tussen criminaliteit en fysieke omgevingskenmerken, namelijk de kenmerken van een buurt zoals economische waarde van de huizen. Onderzoek naar een dergelijke relatie valt onder de criminologische stroming Crime Science. Crime Science richt zich op de directe context van criminaliteit. Het kijkt naar de gebeurtenis zelf en het kijkt hoe deze gebeurtenis de kans op criminaliteit bepaalt. Crime Science legt een verband tussen omgeving, doelwit en dader. De omgeving van het doelwit is voor de dader belangrijk in zijn afweging om wel of niet tot een criminele activiteit over te gaan. Hierin onderscheidt Crime Science zich van traditionele benaderingen. Bij traditionele benaderingen staan daderkenmerken centraal. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan demografische, psychologische of sociaaleconomische factoren. Bij Crime Science staan de daderkenmerken niet centraal maar is de dader slechts een onderdeel van deze benadering. Het zijn niet de kenmerken van de dader op basis waarvan de criminele activiteit is gepleegd. De kenmerken van de omgeving van het doelwit is voor de dader belangrijk in zijn afweging (Wortley & Mazerolle, 2008). Het omgevingsperspectief is een theorie die ten grondslag ligt aan Crime Science. Wortley en Lorraine (2008) baseren het omgevingsperspectief op 3 principes, te weten: - Crimineel gedrag wordt beïnvloedt door de directe omgeving - De verdeling van criminaliteit naar tijd en ruimte is niet random maar geconcentreerd. Criminaliteit is namelijk afhankelijk van situationele factoren. 8

9 - Het hebben van inzicht in de patronen van criminaliteit naar plaats en tijd is een belangrijk wapen in het onderzoek naar de bestrijding en preventie van criminaliteit. Bij de omgevingstheorie is het vooral van belang om naar de kenmerken van de omgeving te kijken (Wortley en Lorraine, 2008) Rationele keuzebenadering De rationele keuzebenadering vloeit evenals de routine activiteitenbenadering, welke in paragraaf behandeld wordt, voort uit het perspectief van situationele criminaliteitspreventie. Hierbij stelt Clarke (2008) dat de keuze voor crimineel gedrag bewust is en dat de gelegenheid die voor dit gedrag geboden wordt voor de overweging van de potentiële dader van groot belang is. Hierbij gaat het om de gelegenheid die door de omgeving geboden wordt en waarbij er gekeken wordt naar wat de kosten en de baten zijn. De kosten en baten worden vervolgens tegen elkaar afgewogen. Deze gelegenheid is volgens Clarke (2008) een belangrijke oorzaak van crimineel gedrag. Hij stelt dat indien criminaliteit voorkomen en bestreden dient te worden, de gelegenheid tot het plegen van crimineel gedrag moet worden gereduceerd. De rationele keuzebenadering richt zich op de verlangens, voorkeuren en motieven van (potentiële) daders. De benadering stelt dat men rationeel beredeneert en op basis daarvan een kosten- en batenafweging van het criminele gedrag maakt. Indien de baten hoger zijn dan de kosten dan is de kans groot dat dit zal leiden tot crimineel gedrag. Het voornaamste doel van de rationele keuzebenadering is om een heuristisch instrument te bieden om de omstandigheden te analyseren welke leiden tot het voorkomen van criminele gebeurtenissen (Cornish & Clarke, 2008). Hierbij gaat het dus, net zoals het perspectief van situationele criminaliteitspreventie, om preventie. Uit het onderzoek van de DSP-groep (2009) komt echter naar voren dat in gemeenten met een lager dan gemiddeld inkomen een hoger inbraakrisico is dan in andere gemeenten. Zij concluderen dat je eerder slachtoffer van woninginbraak bent als het je minder voor de wind gaat. Tseloni et al. (2004) stellen daarentegen dat je juist wel eerder slachtoffer wordt van woninginbraak als je een hoger inkomen verdient. Zij stellen dat mensen met een hoger inkomen waarschijnlijk meer waardevolle bezittingen hebben welke aantrekkelijker zijn voor inbrekers. Deze kosten- en batenafweging komt ook in het onderzoek naar voren door te kijken of de woninginbraken eerder plaatsvinden in buurten met bijvoorbeeld een hoger inkomen en buurten waar de huizen meer waard zijn dan buurten waar dit niet het geval is. Verwacht wordt dat dit wel het geval is aangezien dit zal leiden tot hogere baten waardoor het aantrekkelijker zou worden om tot het criminele gedrag over te gaan. Dit leidt voor wat betreft de buurtkenmerken gemiddeld inkomen en economische waarde huizen tot de volgende hypotheses: Hypothese 1: Er wordt meer ingebroken in buurten met een hoger gemiddeld inkomen dan in buurten met een lager gemiddeld inkomen. 9

10 In deze huizen bevinden zich vermoedelijk relatief duurdere spullen waardoor de baten hoger zullen zijn. Hypothese 2: Er wordt meer ingebroken in buurten waar de huizen meer waard zijn dan in buurten waar dit niet het geval is. In huizen die meer waard zijn, zijn vermoedelijk ook duurdere spullen te vinden die tot hoge baten kunnen leiden Routine activiteitenbenadering De routine activiteitenbenadering is, voor wat betreft de manier waarop criminaliteit, ontstaat onder te verdelen in micro- en macroniveau. Op microniveau stelt deze theorie dat criminaliteit ontstaat op het moment wanneer een gemotiveerde dader, een geschikt doelwit en de afwezigheid van een geschikte beschermer van het doelwit samenkomen (Felson, 2008, p. 70). Het macroniveau stelt dat bepaalde kenmerken van de bredere samenleving het waarschijnlijker maken dat de eerder genoemde elementen van dader, doelwit en de afwezigheid van een geschikte beschermer samenkomen (Felson, 2008). In het kader van dit onderzoek is vooral het macroniveau van belang omdat dit onderzoek zich bevindt op het niveau van de wijk/buurt. Het macroniveau richt zich immers op de bredere samenleving en het microniveau spitst zich toe op kleinere niveaus. Verder is deze theorie op het onderzoek van toepassing omdat er bijvoorbeeld een geschikte beschermer aanwezig kan zijn als men niet werkt en dus thuis is. In dat geval is dus aan één van de criteria niet voldaan en zou het dus volgens deze theorie aannemelijker zijn als er niet zou worden ingebroken. Deze theorie wordt bevestigd in het onderzoek van Vollaard et al. (2009). In dit onderzoek wordt gesteld dat de gelegenheid tot inbraak verkleind wordt doordat werklozen vaker thuis zijn. Dit wordt tevens bevestigd in het onderzoek van Pyle & Deadman (1994). Hieruit kan voor het buurtkenmerk arbeidsmarkt de volgende hypothese opgemaakt worden: Hypothese 3: Er wordt meer ingebroken in buurten waar minder werklozen wonen dan in buurten waarin meer werklozen wonen. Er is dan een geschikte beschermer aanwezig. Wanneer er gekeken wordt naar de omgeving is de patroontheorie en de theorie van broken windows van belang Patroontheorie De patroontheorie gaat ervan uit dat criminaliteit niet random naar tijd en plaats plaatsvindt maar dat het plaatsvindt volgens een patroon. Daarbij wordt er volgens de patroontheorie onderscheid gemaakt tussen zogenoemde hotspots en coldspots. Bij hotspots vindt er, in tegenstelling tot 10

11 coldspots, veel criminaliteit plaats. Hotspots en coldspots ontstaan doordat mensen continu beslissingen nemen voor wat betreft hun activiteiten. Deze keuzes hangen af van de omgeving waarin de mensen zich bevinden. Een patroon ontstaat doordat deze activiteiten en beslissingen vaak worden herhaald. Brantingham en Brantingham (2008) geven daarbij aan dat een patroon tot gevolg heeft dat de locatie waar crimineel gedrag voorkomt, de omgeving is waarin de eerdergenoemde activiteiten plaatsvinden. Is er door de keuzes een hotspot ontstaan, dan biedt deze omgeving meer gelegenheid tot het plegen van crimineel gedrag dan wanneer er door de keuzes een coldspot is ontstaan (Brantingham & Brantingham, 2008) Broken windows De broken windows theorie stelt dat er een verband is tussen minder ernstige criminaliteit, zoals vandalisme, en serieuze criminaliteit. Gemeenschappelijke controles worden verminderd door ontgetemd gedrag. Als voorbeeld wordt een stabiele buurt genoemd waarin families voor hun huizen zorgen, op elkaars kinderen letten en ongewilde indringers aanspreken. Hier kan in een paar jaar of zelfs in een paar maand verandering in komen waardoor de buurt verandert in een angstaanjagende jungle. Dit kan gebeuren wanneer er een pand zichtbaar leeg komt te staan. Ouders corrigeren bijvoorbeeld hun kinderen niet meer waardoor ze gewelddadiger worden. Dit kan alleen maar erger worden en kan leiden tot ernstige vormen van criminaliteit. Het gevolg hiervan is dat de bewoners van die buurt hun gedrag zullen aanpassen. De bewoners zullen bijvoorbeeld de straten minder gebruiken en de buurt is niet hun thuis (Kelling & Wilson, 1982). Wanneer er een kans op delicten ontstaan, dient er ingegrepen te worden, aldus Kelling & Wilson (2008). Deze kans ontstaat bijvoorbeeld wanneer een kapotte ruit niet snel genoeg gerepareerd wordt. Onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft uitgewezen dat er in Nederland in allochtone stadsbuurten twee keer zo vaak wordt ingebroken dan in stadsbuurten met weinig allochtonen (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009). Hierbij wordt overigens niet vermeld of er ook is gecontroleerd voor het aantal huishoudens. Verwacht wordt dat in dit onderzoek ook naar voren komt dat er in buurten waar het percentage allochtone mensen hoog is meer wordt ingebroken dan in buurten waar dit percentage laag is, dit omdat verwacht wordt dat er in heterogene buurten minder toezicht is en dat minder toezicht zal leiden tot meer inbraak. Dit leidt voor het buurtkenmerk bevolkingssamenstelling tot de volgende hypothese: Hypothese 4: Er wordt meer ingebroken in buurten waar veel allochtonen wonen dan in buurten waar minder allochtone mensen wonen. Onderzoek van Van der Zanden (2009) heeft uitgewezen dat er in Enschede geen samenhang bestaat tussen woninginbraak en autodiefstal en vernieling aan auto. Over een samenhang tussen woninginbraak en fietsdiefstal en tussen woninginbraak en geweldsdelicten doet zij geen uitspraak. 11

12 Wanneer er gekeken wordt naar een samenhang tussen woninginbraak en andere delicten dan kan ook herhaald slachtofferschap een rol spelen. Farrel en Pease (2008) deden onderzoek naar repeat victimisation. Zij stellen in dit onderzoek dat 40% van de tegen individuele personen of huishoudens gepleegde delicten herhaalde criminaliteit is. In het onderzoek zal ook naar de wijkkenmerk slachtofferschap worden gekeken. Hierbij wordt verwacht dat in buurten waarin een criminele activiteit, bijvoorbeeld fietsdiefstal, veel plaatsvindt er ook veel wordt ingebroken. Dit zou dan overeenkomen met de hierboven beschreven theorie van broken windows. Hieruit kan voor het buurtkenmerk slachtofferschap de volgende hypothese worden opgesteld: Hypothese 5: Er wordt meer ingebroken in buurten waarin men vaker slachtoffer is van crimineel gedrag dan in buurten waarin men minder vaak slachtoffer is. Een verband tussen andere delicten en woninginbraak volgens de theorie van broken windows. 12

13 2. Methodologie Dit hoofdstuk beschrijft de methodologie die in deze studie is gebruikt. Paragraaf 2.1, Eenheden analyse, beschrijft de wijze waarop de data verzameld is en beschrijft de eenheden data. Onder de paragraaf Operationalisatie worden de begrippen omschreven welke in het onderzoek gebruikt worden. Tot slot zal in de paragraaf Analyse beschreven worden hoe de onderzoeksresultaten zijn geanalyseerd Eenheden analyse In deze paragraaf worden de eenheden beschreven welke voor de analyse zijn gebruikt Dataverzameling en objecten De data is afkomstig van de Politie Twente en de Dynamische Buurtmonitor. De informatie over de in 2007 en 2008 in de gemeente Enschede gepleegde woninginbraken zijn verkregen via de Politie Twente. Het betreft een bestand met daarin alle woninginbraken welke in de jaren 2004 tot en met 2008 in de gemeente Enschede zijn gepleegd. Het bestand beslaat ongeveer 3600 huizen. Opgemerkt dient te worden dat het louter woonhuizen betreft en geen appartementen, flats, bedrijven, winkels en dergelijke waarin is ingebroken. De data van de buurtkenmerken is afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor van de gemeente Enschede(Dynamische Buurtmonitor Enschede, 2010). Deze Dynamische Buurtmonitor kan gebruikt worden om zelf tabellen of grafiek samen te stellen voor een buurt, wijk, bepaald stadsdeel of voor heel Enschede. In deze Dynamische Buurtmonitor zijn onderwerpen opgenomen zoals de samenstelling van de bevolking, woningen en werkgelegenheid. Hierbij is tevens de informatie afkomstig omtrent het percentage slachtofferschap van woninginbraken. Deze gegevens en de gegevens verkregen via de Politie Twente zullen met de buurtkenmerken vergeleken worden. De gegevens die met behulp van de Dynamische Buurtmonitor te raadplegen zijn, zijn afkomstig van diverse externe bronnen. Zo zijn de gegevens over de pandwaarde afkomstig van WOZ-registratie DPGO en de gegevens over het gemiddelde inkomen afkomstig van CBS: Regionale inkomensverdeling De gegevens over de woninginbraken zijn afkomstig van I&O Research. Vanaf 2006 is 1 januari de peildatum van de Dynamische Buurtmonitor, daarvoor was de peildatum 1 oktober. De gegevens die op dit onderzoek betrekking hebben zijn de gegevens die na 2006 verzameld zijn. In dit onderzoek is gekozen voor een peildatum van 1 januari 2007 of 1 januari De objecten die in dit onderzoek worden gebruikt zijn de buurtkenmerken. Gekozen is voor 5 kenmerken van elke buurt welke onder paragraaf 2.2 verder uitgewerkt zullen worden. De gemeente Enschede bevat 70 buurten welke onderverdeeld kunnen worden in 9 wijken (bijlage 1). Buurt onbekend en wijk onbekend zijn buiten beschouwing gelaten. De gegevens en aantallen van deze buurten en/of wijken zijn onbekend omdat ze onder de door de Dynamische Buurtmonitor ingestelde drempelwaarde liggen of ze zijn volgens de Dynamische Buurtmonitor niet van toepassing. Bovendien worden deze buurten en/of wijken buiten beschouwing gelaten omdat ze niet aan een bepaalde wijk toegewezen kunnen worden. 13

14 Voor wat betreft de woninginbraken is gekozen voor de woninginbraken die gepleegd zijn in de jaren 2007 en Dit betreft 1486 woninginbraken. Er zijn voor meerdere jaren gekozen om zo voor voldoende aantallen te zorgen. Daarnaast is er voor deze jaren gekozen omdat er dan een goede vergelijking met de wijkkenmerken gemaakt kan worden. De peildatum van de wijkkenmerken komt dan overeen met de jaren waarin de woninginbraken zijn gepleegd waardoor de factor tijd geen rol kan spelen. Dit bevordert de betrouwbaarheid omdat de wijkkenmerken in de loop der jaren kunnen veranderen. Indien het volledige bestand gebruikt zou worden met alle 5 jaren dan kan bijvoorbeeld als ongewenste factor van invloed op een mogelijke relatie zijn. De verdeling van de woninginbraken, volgens de Politie Twente, over de buurten staat in bijlage 2 weergegeven. De gegevens over de woninginbraken verzameld met behulp van de Dynamische Buurtmonitor hebben, net als alle andere gegevens van de Dynamische Buurtmonitor, een peildatum van 1 januari Dit betreft overigens niet alleen de gepleegde woninginbraken maar ook de pogingen hiertoe. Deze gegevens zijn afkomstig van I&O Research en zijn enkel op wijkniveau beschikbaar. Er is daarom voor gekozen om het percentage dat bij de wijk hoort, te gebruiken voor elke buurt die onderdeel is van die wijk. De gegevens hierover zijn te vinden in bijlage Eenheden data In dit onderzoek is er sprake van één afhankelijke variabele, de woninginbraken welke onderverdeelt wordt in de gegevens van de Politie Twente en de gegevens van de Dynamische Buurtmonitor, en vijf onafhankelijke variabele, de buurtkenmerken. Tevens is er een controle variabele, namelijk aantal huizen. Op deze manier wordt er voor het aantal huizen gecorrigeerd. Voor wat betreft de buurtkenmerken geldt voor elk kenmerk dat de peildatum 1 januari 2007 of 1 januari 2008 is. De gegevens betreffen het gemiddelde per buurt dus het gemiddelde pandwaarde per buurt en het gemiddelde inkomen per buurt. Daarnaast geldt voor 4 van de 5 wijkkenmerken dat naar het buurtniveau kan worden gekeken. Alleen voor het kenmerk percentage slachtofferschap geldt dat er geen gegevens op buurtniveau beschikbaar zijn. Deze gegevens zijn enkel op wijkniveau beschikbaar. Ervoor gekozen is om het percentage dat bij de wijk hoort te gebruiken voor elke buurt dat tot die wijk toebehoort. Het komt voor dat er voor een bepaalde wijk of buurt op een bepaald kenmerk geen gegevens beschikbaar zijn. De gegevens van de buurten t Weldink, de Leuriks, Marssteden, Het Brunink, Koekoeksbeekhoek, Twekkelo, Eilermarke, de Slank en de Broeierd, zijn onbekend voor wat betreft het kenmerk gemiddeld inkomen. Daarnaast zijn de gegevens omtrent percentage slachtofferschap van de wijk Industrie-/Havengebied onbekend. Voor het kenmerk arbeidsmarkt geldt bovendien dat er voor de buurten Weldink, de Leuriks, Koekoeksbeekhoek en de Broeierd geen gegevens bekend zijn. Tot slot zijn er voor enkele buurten geen gegevens bekend omtrent het aantal inbraken dat er in die buurt in de jaren 2007 en 2008 zijn gepleegd. De buurten waar dit het geval is zijn Het Brunink, Eilermarke en Goorseveld. Voor wat betreft de ontbrekende gegevens is gekozen om de buurten t Weldink, de Leuriks, 14

15 Koekoeksbeekhoek en de Broeierd uit te sluiten. Voor deze buurten zijn voor wat betreft de gekozen wijkkenmerken te weinig gegevens bekend. Tevens is ervoor gekozen om de wijk Industrie- /Havengebied uit te sluiten. Voor deze wijk ontbreken dus de gegevens voor wat betreft het slachtofferschap. De buurten in deze wijk zijn Industrie- en Havengebied, Marssteden, Koekoeksbeekhoek en de Broeierd. Zoals hierboven is aangegeven ontbreken voor elke buurt in deze wijk minimaal 1 en soms 2 keer de gegevens. Hierdoor is het moeilijk om een vergelijking te maken. De laatste buurten die worden uitgesloten zijn de buurten waarvan niet bekend is hoe vaak er in een woning is ingebroken in de jaren 2007 en Doordat deze gegevens onbekend zijn kan er geen vergelijking gemaakt worden waardoor de buurten uitgesloten dienen te worden. Zoals eerder aangegeven gaat het dan om de buurten Het Brunink, Eilermarke en Goorseveld. Bij de buurten De Slank en Twekkelo ontbreekt voor één kenmerk de gegevens. Deze buurten worden ook niet meegenomen in de vergelijking omdat het dan niet mogelijk is om een goede vergelijking te maken. Het aantal buurten wat overblijft voor de vergelijking is 59. De gegevens van elke buurt staat vermeld in bijlage 4 tot en met bijlage Operationalisatie Dit onderzoek richt zich op woninginbraken, de onafhankelijke variabele. In het convenant lokale driehoek en gemeente Enschede 2004/2005 is de volgende definitie van woninginbraken vastgesteld (Burgemeester van Enschede et al, 2004): Diefstal uit een woning en/of de aangebouwde schuren, (kelder)boxen, garages, bergingen etc. Woninginbraak valt onder gekwalificeerde diefstal. Dit is diefstal onder verzwarende omstandigheden en is terug te vinden in artikel 311 van het wetboek van strafrecht. Dit artikel stelt namelijk onder andere dat diefstal waarbij de schuldige zich toegang heeft verschaft tot de plaats van het misdrijf door middel van braak, verbreking of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de vierde categorie. Het complete wetsartikel is weergegeven in bijlage 10. De vijf wijkkenmerken waarmee de woninginbraken worden vergeleken zijn bevolkingssamenstelling, gemiddeld inkomen, economische waarde van de huizen, arbeidsmarkt en slachtofferschap. Deze kenmerken zijn de afhankelijke variabele. Hieronder zullen de kenmerken afzonderlijk worden beschreven: - Bevolkingssamenstelling Bij het kenmerk bevolkingssamenstelling wordt gekeken naar het percentage allochtone mensen die in een buurt wonen. Onder de allochtone bevolking worden alle mensen verstaan welke niet de Nederlandse etniciteit hebben. De definitie die het Centraal Bureau voor de Statistiek voor etniciteit hanteert luidt als volgt: Voor de bepaling van de etniciteit maakt het CBS gebruik van het geboorteland van de persoon zelf en van zijn of haar ouders. Autochtonen zijn mensen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het 15

16 geboorteland van de persoon zelf. Allochtonen zijn mensen van wie ten minste één van de ouders niet in Nederland is geboren (Trouw, 2008). De totale bevolking van een wijk wordt dan verminderd met de bevolking die de Nederlandse etniciteit heeft. Van het overgebleven aantal, de allochtone bevolking, is vervolgens het percentage berekend. - Gemiddeld inkomen Het gemiddelde inkomen is bepaald door te kijken naar het gemiddeld besteedbaar inkomen per particulier huishouden (Dynamische Buurtmonitor Enschede, 2010). - Economische waarde huizen Door naar de pandwaarde te kijken is de economische waarde van de huizen bepaald. Dit betreft de getaxeerde economische waarde van het pand en deze waarde is inclusief eventuele tuin en bijgebouwen (Dynamische Buurtmonitor Enschede, 2010). - Arbeidsmarkt Het kenmerk arbeidsmarkt is bepaald aan de hand van het percentage niet werkzame werkzoekenden. Dit betreft een percentage van de potentiële beroepsbevolking die als werkzoekenden ingeschreven staan bij het Arbeidsbureau. Op dat moment zitten zij zonder werk (Dynamische Buurtmonitor Enschede, 2010). - Slachtofferschap Bij slachtofferschap wordt gekeken naar slachtofferschap van andere type misdrijven in de wijk. In dit geval wordt er gekeken naar het percentage slachtofferschap van autodelicten, fietsdiefstal en geweldsdelicten. Onder autodelicten wordt diefstal uit auto, diefstal vanaf auto en vernieling aan de auto verstaan. Slachtofferschap van diefstal van auto is helaas niet beschikbaar. Mishandeling, beroving met geweld en bedreiging wordt onder geweldsdelicten geschaad(dynamische Buurtmonitor Enschede, 2010) Analyse Voor het analyseren van de eenheden is gebruik gemaakt van meervoudige lineaire regressie. Hier is voor gekozen omdat er sprake is van meer dan één verklarende variabele. In dit geval zijn dat de verschillende kenmerken van elke buurt. Met behulp van deze meervoudige regressieanalyse kan vervolgens aangetoond worden welke kenmerken samenhangen met het aantal gepleegde woninginbraken. Een P-waarde van P<0.05 wordt als significant beschouwd. Voor alle hypothesen wordt uitgegaan van een eenzijdige P-waarde aangezien er bij alle hypothesen getest wordt of er een mogelijk positief verband bestaat. Verder is ervoor gekozen om de analyses stapsgewijs uit te voeren waarbij de eerste stap de stap is waarvan uitgegaan wordt dat deze variabele de belangrijkste voorspellers zijn. Bij de eerste stap zijn aantal huishoudens, gemiddeld inkomen en economische waarde van de huizen de voorspellers. Aantal huishoudens wordt tot deze stap gerekend omdat van belang is hoeveel huishoudens zich in een buurt bevinden want hiervoor dient gecorrigeerd te 16

17 worden. Voor economische waarde van de huizen is gekozen omdat ervan uitgegaan wordt dat de dader eerst goed kijkt naar het huis waar hij wil inbreken en aan de hand daarvan schat hoeveel er voor hem te halen valt en of hij wel of niet tot de inbraak zal overgaan. Dit geldt ook voor het gemiddelde inkomen en daarom wordt dit ook tot de eerste stap gerekend. Tot de tweede stap worden bevolkingssamenstelling en arbeidsmarkt gerekend. Deze stap zegt iets over de inwoners van een buurt en zijn daarom tot deze stap gerekend. Tot slot de derde stap. Hiertoe behoort het kenmerk slachtofferschap. Deze stap is in lijn met de theorie van broken windows. Deze voorspellers zijn tot de derde stap gerekend omdat er vanuit gegaan wordt dat deze stap de minste invloed uitoefent op het voorspellen van de uitkomst. Er is voor gekozen om twee voorspellers te verwijderen, te weten economische waarde huizen en het percentage slachtofferschap van fietsdiefstal. De N is 59 en dan is 5 voorspellers groot ten opzichte van het aantal buurten. Daarnaast is gebleken dat er een hoge correlatie is tussen economische waarde van huizen en gemiddeld inkomen en tussen percentage slachtofferschap fietsdiefstal en percentage slachtofferschap autodelicten. Er is dus voor gekozen om economische waarde huizen en percentage slachtofferschap fietsdiefstal te verwijderen. Hier is voor gekozen omdat ervan uitgegaan wordt dat de economische waarde van de huizen bepaald wordt door het gemiddelde inkomen. Verwacht wordt dat hoe hoger het gemiddelde inkomen is hoe waardevoller de huizen zijn. De inbreker zou dus bijvoorbeeld aan het huis en aan de auto die voor het huis staat kunnen zien hoeveel baten een inbraak hem oplevert. Verder is er voor gekozen om percentage slachtofferschap fietsdiefstal te laten vervallen omdat ervan uitgegaan wordt dat fietsdiefstal voornamelijk plaatsvindt in de binnenstad bij stations en dergelijke. Hierbij gaan wij ervan uit dat dit niet echt in de buurten plaatsvindt en dat dit bij auto s wel het geval is. Dit gegeven wordt overigens bevestigd door de gegevens welke met behulp van de Dynamische Buurtmonitor verzameld zijn. Dit heeft tot gevolg dat hypothese 2 komt te vervallen en dat voor hypothese 5 geldt dat dit niet voor fietsdiefstal onderzocht kan worden. Hierdoor blijven de volgende hypotheses over: Hypothese 1: Er wordt meer ingebroken in buurten met een hoger gemiddeld inkomen dan in buurten met een lager gemiddeld inkomen. Hypothese 3: Er wordt meer ingebroken in buurten waar minder werklozen wonen dan in buurten waarin meer werklozen wonen. Hypothese 4: Er wordt meer ingebroken in buurten waar veel allochtonen wonen dan in buurten waar minder allochtone mensen wonen. Hypothese 5: Er wordt meer ingebroken in buurten waarin men vaker slachtoffer is van crimineel gedrag dan in buurten waarin men minder vaak slachtoffer is. Bij hypothese 5 dient dus opgemerkt te worden dat fietsdiefstal hier niet meer onder valt. 17

18 3. Resultaten In dit hoofdstuk zullen de resultaten worden weergegeven welke uit de analyse naar voren zijn gekomen. In de tabel hieronder, tabel 1, wordt weergegeven wat voor elk kenmerk het totale aantal is, het gemiddelde, het maximum en het minimum. Alle gegevens van de buurtkenmerken zijn te vinden in bijlage 4 t/m 9. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de gegevens van de buurtkenmerken gemiddelden per buurt betreffen. Het maximum van de economische waarde huizen betreft dus het maximum van alle gemiddelde waarden van de buurten tezamen. Tabel 1 Gegevens kenmerken buurten Totaal Gemiddelde Maximum Minimum Aantal gepleegde , woninginbraken Aantal huishoudens Gemiddeld inkomen x ,7 30,85 56,6 20,5 Bevolkingssamenstelling 98 24, Economische waarde huizen Arbeidsmarkt 469,5 7,11 21,5 0,6 % Slachtofferschap 183,4 20,38 27,7 7,4 autodelicten % Slachtofferschap 124,4 13,82 17,9 7,5 fietsdiefstal % Slachtofferschap 36,4 4,04 6 2,6 geweldsdelicten Zoals in paragraaf 2.3 is aangegeven is er stapsgewijs een analyse uitgevoerd. In de tabel hieronder, betreffende de gegevens van de Politie Twente, is te zien dat de verklarende variantie voor de eerste stap 0,751 is. Bij de volgende stap neemt dit slechts toe met 0,020 en van de tweede naar de derde stap is de toename 0,015. De tweede en de derde stap zorgen dus maar voor een geringe toename van de verklarende variantie. 18

19 Tabel 2 Model Summary gegevens Politie Twente Model Meervoudige Verklaarde Gecorrigeerde Verandering correlatiecoëfficiënt, variantie, R2 statistieken R R Verandering Verandering R kwadraat significantie F 1,867 a,751,742,751,000 2,878 b,771,754,020,102 3,887 c,786,757,015,323 a. Voorspeller: (Constant), Gemiddeld inkomen x1000, Aantal huishoudens b. Voorspeller: (Constant), Gemiddeld inkomen x1000, Aantal huishoudens, % Allochtone bevolking, % Niet werkzame werkzoekenden c. Voorspeller: (Constant), Gemiddeld inkomen x1000, Aantal huishoudens, % Allochtone bevolking, % Niet werkzame werkzoekenden, % slachtofferschap woninginbraken buurtmonitor, % slachtofferschap geweldsdelicten, % slachtofferschap autodelicten De hieronder weergegeven tabel 3 is de Model Summary voor wat betreft de gegevens over woninginbraken verzameld met behulp van de Dynamische Buurtmonitor. In de tabel is te zien dat de verklarende variantie voor de eerste stap 0,054 is. Bij de volgende stap neemt dit slechts toe met 0,041 en van de tweede naar de derde stap is de toename 0,110. De tweede en de derde stap zorgen dus voor een grotere toename van de verklarende variantie. 19

20 Tabel 3 Model Summary gegevens Dynamische Buurtmonitor Model Meervoudige Verklaarde Gecorrigeerde Verandering correlatiecoëfficiënt, variantie, R2 statistieken R R Verandering Verandering R kwadraat significantie F 1,231 a,054,020,054,214 2,308 b,095,028,041,300 3,453 c,205,113,110,034 Voorspeller: (Constant), Gemiddeld inkomen x1000, Aantal huishoudens Voorspeller: (Constant), Gemiddeld inkomen x1000, Aantal huishoudens, % Allochtone bevolking, % Niet werkzame werkzoekenden Voorspeller: (Constant), Gemiddeld inkomen x1000, Aantal huishoudens, % Allochtone bevolking, % Niet werkzame werkzoekenden, % slachtofferschap woninginbraken buurtmonitor, % slachtofferschap geweldsdelicten, % slachtofferschap autodelicten 3.1.Overzicht resultaten analyse Deze paragraaf geeft de resultaten van de analyse in een tabel weer. Vervolgens zullen in afzonderlijke subparagrafen de resultaten besproken worden. Tabel 4, op de volgende pagina, laat zien dat er betreffende de gegevens van de politie een significante relatie bestaat voor de kenmerken gemiddeld inkomen en arbeidsmarkt. Voor de gegevens afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor bestaat er een significantie relatie voor % slachtofferschap geweldsdelicten. 20

21 Tabel 4 Resultaten stapsgewijze analyse Model B Significantie B Significantie Politie Politie Buurtmonitor Buurtmonitor (Constant) Aantal huishoudens 0, Gemiddeld inkomen x1000 0,57** 0.04* Bevolkingssamenstelling 0, Arbeidsmarkt 1.03** 0.03* % Slachtofferschap 0, autodelicten % Slachtofferschap ** 0.01* geweldsdelicten * p 0.05 ** Hoge B Woninginbraken en gemiddeld inkomen Deze paragraaf beschrijft de resultaten van de statistische analyse voor de eerste hypothese en daarnaast is er gecorrigeerd voor het aantal huishoudens. Dit is de eerste stap in de analyse. Hypothese 1: Er wordt meer ingebroken in buurten met een hoger gemiddeld inkomen dan in buurten met een lager gemiddeld inkomen. Gegevens Politie Twente In tabel 4 staat aangegeven dat er een significante relatie bestaat tussen het gemiddelde inkomen van een buurt en het aantal gepleegde woninginbraken. Dit houdt in dat het voor de dader een rol speelt wat voor inkomen een huishouden heeft. Hiermee kan dus gesteld worden dat er voldoende bewijs is dat er meer ingebroken wordt in buurten met een hoger gemiddeld inkomen dan in buurten met een lager gemiddeld inkomen. Tevens is B Een hoge B betekent hoe meer van het één hoe meer van het ander. Dit bevestigd de hypothese dat er in buurten waar het gemiddelde inkomen hoog is meer wordt ingebroken dan in buurten waar het gemiddelde inkomen laag is. Gegevens Dynamische Buurtmonitor 21

22 Tabel 4 geeft weer dat er geen significante relatie bestaat tussen het gemiddelde inkomen van een buurt en het aantal woninginbraken. Hiermee kan, afgaande op de gegevens van de Dynamische Buurtmonitor, gesteld worden dat er voldoende bewijs is om aan te nemen dat er niet meer wordt ingebroken in buurten met een hoger gemiddeld inkomen dan in buurten met een lager gemiddeld inkomen. De uitkomst van de vergelijking met de Dynamische Buurtmonitor wijkt dus af van de uitkomst van de gegevens die van de Politie Twente afkomstig zijn Woninginbraken en bevolking Deze paragraaf beschrijft de resultaten van de statistische analyse voor de derde en vierde hypothese, dit betreft de tweede stap in de analyse. Hypothese 3: Er wordt meer ingebroken in buurten waar minder werklozen wonen dan in buurten waarin meer werklozen wonen. Gegevens Politie Twente Tabel 4 geeft weer dat er voor wat betreft de arbeidsmarkt een significante relatie bestaat. Daarbij is er een B van Deze hoge B geeft weer dat het voor de dader niet van belang is of iemand wel of niet aan het werk is en dus wel of niet thuis is. Geconcludeerd kan worden dat er volgens de gegevens van de Politie Twente voldoende bewijs bestaat om aan te nemen dat er meer ingebroken wordt in buurten maar meer werklozen wonen dan in buurten waarin minder werklozen wonen. Gegevens Dynamische Buurtmonitor In tabel 4 kan worden afgelezen dat er geen significante relatie bestaat tussen het kenmerk arbeidsmarkt en de woninginbraken volgens de gegevens afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor. Op basis van deze gegevens kan daarom geconcludeerd worden dat er voldoende bewijs bestaat om aan te nemen dat er niet meer wordt ingebroken in buurten waar minder werklozen wonen dan in buurten waarin meer werklozen wonen afgaande op de gegevens van de Dynamische Buurtmonitor. Bij het kenmerk arbeidsmarkt zijn de uitkomsten niet gelijk. De hoge B bij de politiegegevens verklaart namelijk dat er meer wordt ingebroken in buurten met meer werklozen terwijl bij de gegevens afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor geconcludeerd kan worden dat er niet meer wordt ingebroken in buurten waarin minder werklozen wonen dan in buurten waarin meer werklozen wonen. Hypothese 4: Er wordt meer ingebroken in buurten waar veel allochtonen wonen dan in buurten waar minder allochtone mensen wonen. Gegevens Politie Twente 22

23 In tabel 4 wordt weergegeven dat er geen significante relatie bestaat tussen het kenmerk bevolkingssamenstelling en het aantal gepleegde woninginbraken in een buurt. Het maakt voor de dader niet uit hoe de samenstelling van de bevolking van een buurt is. Hiermee kan worden aangenomen dat er voldoende bewijs is om te stellen dat er niet meer wordt ingebroken in buurten waar veel allochtonen wonen dan in buurten waar minder allochtone mensen wonen afgaande op de gegevens van de Politie Twente. Gegevens Dynamische Buurtmonitor Tabel 4 geeft weer dat ook voor de gegevens van de Dynamische Buurtmonitor geldt dat er geen significante relatie bestaat tussen het aantal woninginbraken en het kenmerk bevolkingssamenstelling. Voor de gegevens afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor kan daarom tevens geconcludeerd worden dat er voldoende bewijs is om aan te nemen dat er niet meer wordt ingebroken in buurten waar veel allochtonen wonen dan in buurten waar minder allochtone mensen wonen. Voor wat betreft het kenmerk bevolkingssamenstelling zijn de uitkomsten hetzelfde Woninginbraken en slachtofferschap In deze paragraaf worden de resultaten voor de vijfde hypothese besproken. Dit is de derde en laatste stap in de analyse. Hypothese 5: Er wordt meer ingebroken in buurten waarin men vaker slachtoffer is van crimineel gedrag dan in buurten waarin men minder vaak slachtoffer is. Gegevens Politie Twente Voor de gegevens van de Politie Twente geldt dat uit tabel 4 kan worden afgelezen dat er geen significante relatie bestaat tussen het percentage slachtofferschap van autodelicten en het aantal gepleegde woninginbraken. In buurten waarin men vaker slachtoffer is geworden van autodelicten wordt dus niet meer ingebroken dan in buurten waarin men minder vaak slachtoffer is. Tevens kan gesteld worden dat er geen significante relatie aanwezig is tussen het percentage slachtofferschap van geweldsdelicten en gepleegde woninginbraken. Hierbij geldt dus dat in buurten waarin men slachtoffer is geworden van een geweldsdelict er niet meer wordt ingebroken dan in buurten waarin met minder vaak het slachtoffer van geweldsdelicten is geworden afgaande op de gegevens van de Politie Twente. Samenvattend kan er dus geconcludeerd worden dat er voldoende bewijs aanwezig is om aan te nemen dat er minder wordt ingebroken in buurten waarin men vaker slachtoffer is van crimineel gedrag dan in buurten waarin men minder vaak slachtoffer is. Gegevens Dynamische Buurtmonitor Betreffende de gegevens afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor kan volgens tabel 4 gesteld worden dat er geen significante relatie bestaat tussen het percentage slachtofferschap van autodelicten en het aantal woninginbraken. Er is voldoende bewijs om aan te nemen dat, volgens de 23

24 gegevens van de Dynamische Buurtmonitor, er niet meer wordt ingebroken in buurten waarin men vaker slachtoffer wordt van autodelicten dan in buurten waarin men minder vaak slachtoffer wordt. Daarnaast wordt in tabel 4 weergegeven dat er wel een significante relatie bestaat tussen het percentage slachtofferschap van geweldsdelicten en het aantal gepleegde woninginbraken. Tevens is er sprake van een hoge B. Op basis hiervan is er dus voldoende bewijs om aan te nemen dat er wel meer wordt ingebroken in buurten waarin men vaker slachtoffer is geworden van geweldsdelicten dan in buurten waarin men minder vaak het slachtoffer is geworden, afgaande op de gegevens van de Dynamische Buurtmonitor. Voor het kenmerk slachtofferschap is de uitkomst voor wat betreft het percentage slachtofferschap van autodelicten gelijk. In beide gevallen is er niet sprake van een significante relatie. De uitkomst omtrent het percentage slachtofferschap van geweldsdelicten is wel verschillend. De uitkomst voor de Politie Twente vertoont geen significantie relatie, dit in tegenstelling tot de uitkomst van de gegevens welke afkomstig zijn van de Dynamische Buurtmonitor. 24

25 4. Discussie In deze studie is onderzoek gedaan of er een verband bestaat tussen kenmerken van buurten in de gemeente Enschede en gepleegde woninginbraken in de gemeente Enschede in de jaren 2007 en Er is een vergelijking gedaan tussen de buurtkenmerken en de gepleegde woninginbraken volgens de Politie Twente en een vergelijking tussen de buurtkenmerken en de woninginbraken afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor. Uiteindelijk zijn deze woninginbraken vergeleken met 4 kenmerken van elke wijk waarvan het kenmerk slachtofferschap opgesplitst kon worden. Een vergelijking heeft betreffende de politiegegevens een verband opgeleverd tussen het aantal gepleegde woninginbraken en respectievelijk het gemiddelde inkomen van een buurt en het percentage werklozen welke in een buurt aanwezig zijn. Voor de gegevens afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor geldt dat er een verband is tussen de woninginbraken en het percentage slachtofferschap geweldsdelicten. In dit hoofdstuk zal achtereenvolgens ingegaan worden op de conclusies welke aan de hand van het vorige hoofdstuk getrokken kunnen worden, enkele beperkingen van dit onderzoek en tot slot zullen er enkele suggesties voor vervolgonderzoek gegeven worden Conclusies Met behulp van de resultaten van de analyses kunnen enkele conclusies getrokken worden. De conclusies zullen hieronder per hypothese afzonderlijk getrokken worden Conclusie woninginbraken en gemiddeld inkomen Allereerst kan worden gesteld dat er voor de politiegegevens voor de eerste hypothese geldt dat er een verband bestaat tussen het aantal gepleegde woninginbraken en het gemiddelde inkomen van een buurt. Hierdoor kan gesteld worden dat een potentiële dader dus nagaat of een inschatting maakt wat voor inkomen een huishouden heeft waardoor dit hem hoogstwaarschijnlijk meer oplevert. Dit is geheel in lijn der verwachtingen. Dit valt overigens ook te verklaren aan de hand van de rationele keuzebenadering van Cornish & Clarke (2008). Zij stellen dat de dader een kosten- en batenafweging maakt. Wanneer een huishouden een hoger gemiddeld inkomen heeft zijn voor de dader de baten hoger waardoor het voor hem aantrekkelijker is om tot de inbraak over te gaan. De conclusie is echter tegenstrijdig met het onderzoek van de DSP-groep (2009). Zij concluderen dat als het je minder voor de wind gaat, je eerder slachtoffer van woninginbraak denkt en stellen dus het tegenovergestelde. Minder inkomen zou leiden tot meer woninginbraken. Voor deze eerste hypothese is er voor de gegevens afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor geen verband aanwezig tussen de woninginbraken en het gemiddelde inkomen van een buurt. Op basis hiervan kan gesteld worden dat het voor een dader dus niet uitmaakt wat voor inkomen een huishouden heeft. Dit is in strijd met de rationele keuzebenadering van Cornish & Clarke (2008) omdat het voor de dader dus niet uitmaakt hoe hoog te baten zijn. Deze uitkomst komt wel overeen met het onderzoek van de DSP-groep (2009). 25

26 Voor het kenmerk gemiddeld inkomen zijn de uitkomsten dus niet hetzelfde. Bij de politiegegevens is er immers wel sprake van een relatie en bij de gegevens afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor is er geen sprake van een relatie Conclusie woninginbraken en arbeidsmarkt Ook voor de derde hypothese is er afgaande op de gegevens van de Politie Twente een verband aanwezig. Er is echter ook sprake van een hoge B waardoor geldt hoe meer van het één, hoe meer van het ander. Er geldt dus dat er meer wordt ingebroken in buurten met meer werklozen. De uitkomst komt niet overeen met de hypothese. Bovendien wordt hiermee de routine activiteitenbenadering van Felson (2008) niet bevestigd. Felson stelt dat een potentiële dader tot crimineel gedrag overgaat wanneer een gemotiveerde dader, een geschikt doelwit en de afwezigheid van een geschikte beschermer van het doelwit samenkomen. Doordat werklozen overdag niet werken en het zeer waarschijnlijk is dat zij thuis zijn, is er een geschikte beschermer van het doelwit aanwezig waardoor de dader niet tot het criminele gedrag zal overgaan. Dit komt tevens niet overeen met de theorie die in het onderzoek van Vollaard et al. (2009) wordt bevestigd. Ook zij stellen dat doordat werklozen vaker thuis zijn, dit de kans tot inbraak verkleint. De in dit onderzoek naar voren gekomen resultaten op basis van de politiegegevens bevestigen dit dus niet. Voor deze hypothese afgaande op de gegevens afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor geldt dat er geen verband aanwezig is tussen het kenmerk arbeidsmarkt en de woninginbraken. Er wordt niet meer ingebroken in buurten waarin minder werklozen wonen dan in buurten waarin meer werklozen wonen. Ook deze uitkomst komt niet overeen met de routine activiteitenbenadering van Felsen (2008) en het onderzoek van Vollaard et al. (2009). Voor het buurtkenmerk arbeidsmarkt kan gesteld worden dat de uitkomsten niet met elkaar overeen komen. Bij de politiegegevens is er immers sprake van de uitkomst dat er meer wordt ingebroken in buurten waar meer werklozen zijn terwijl er bij de gegevens afkomstig van de Dynamische Buurtmonitor sprake is van een uitkomst dat er niet meer wordt ingebroken in buurten waarin minder werklozen wonen dan in buurten waarin meer werklozen wonen Conclusie woninginbraken en bevolkingssamenstelling Voor de vierde hypothese geldt voor de politiegegevens dat er geen verband bestaat tussen het percentage allochtone bevolking in een buurt en het aantal gepleegde woninginbraken. Het maakt voor de dader dus niet uit wat de samenstelling van de bevolking van een buurt is. Deze uitkomst kwam niet overeen met de gestelde hypothese. Daarnaast komt deze uitkomst niet overeen met het onderzoek wat door het Centraal Bureau voor de Statistiek is uitgevoerd (2009). Zij stelden dat er in allochtone stadsbuurten twee keer zo vaak wordt ingebroken dan in stadsbuurten met weinig allochtonen. In dit onderzoek is dat dus niet het geval. Wel dient er hierbij opgemerkt te worden dat in het onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek niet wordt vermeld of er ook voor het aantal huishoudens is gecontroleerd. In dit onderzoek is dat namelijk wel gedaan. Bovendien gaat de theorie van de Broken Windows hier niet op (Kelling & Wilson, 1982). Verwacht werd dat er in heterogene buurten minder toezicht is en dat minder toezicht zal leiden tot meer inbraak. Deze theorie wordt met de uitkomst niet bevestigd. 26

Inbraken in Enschede:

Inbraken in Enschede: Inbraken in Enschede: Woninginbraak en de samenhang met andere criminaliteit. Elke van der Zanden Juli 2009, Enschede Masterthesis Public Safety Elke van der Zanden 1 e Supervisor: prof.dr. M. Junger Hoogleraar

Nadere informatie

Slachtoffers van woninginbraak

Slachtoffers van woninginbraak 1 Slachtoffers van woninginbraak Fact sheet juli 2015 Woninginbraak behoort tot High Impact Crime, wat wil zeggen dat het een grote impact heeft en slachtoffers persoonlijk raakt. In de regio Amsterdam-Amstelland

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

5 Samenvatting en conclusies

5 Samenvatting en conclusies 5 Samenvatting en conclusies In 2008 werden in Nederland bijna 5,2 miljoen mensen het slachtoffer van criminaliteit (cbs 2008). De meeste van deze slachtoffers kregen te maken met diefstal of vernieling,

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1 Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Internetbijlagen bij hoofdstuk 8 Wonen,

Nadere informatie

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013 Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013 Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal januari 2014 In 2013 registreerde de politie voor Amersfoort 10.249 misdrijven. Het aantal misdrijven is sinds

Nadere informatie

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014 Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014 Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal januari 2015 In 2014 registreerde de politie voor Amersfoort 9.134 misdrijven. Ten opzichte van een jaar eerder

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Eigendomscriminaliteit door Oost-Europese daders: mobiliteit voor en tijdens de feiten

Eigendomscriminaliteit door Oost-Europese daders: mobiliteit voor en tijdens de feiten Eigendomscriminaliteit door Oost-Europese daders: mobiliteit voor en tijdens de feiten Stijn Van Daele NVK, 08/10/2010 1 Awareness space Overzicht Onderzoeksvraag Methodologie Resultaten Conclusies 2 Awareness

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-030 23 april 2010 9.30 uur Aantal slachtoffers criminaliteit stabiel, meer vandalisme Aantal ondervonden delicten stijgt door meer vandalisme Aantal

Nadere informatie

Bijlage 1 Gebruikte gegevens

Bijlage 1 Gebruikte gegevens Bijlagen hoofdstuk 7 Tabellen bij Huijbregts en Leertouwer (2007) De invloed van etniciteit en pakkans op de geweldscriminaliteit van minderjarigen. In Van der Laan et al (red) Justitie en Demografie.

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Vermogensdelicten 2 Geweld 4 Vernieling en overlast 6 Verdachten 8 Onveiligheidsgevoelens 9 Preventie 11 Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie INHOUD 1 Samenvatting... 3 2 De Statistische gegevens... 5 2.1. De Bevolkingsontwikkeling en -opbouw... 5 2.1.1. De bevolkingsontwikkeling... 5 2.1.2. De migratie... 5 2.1.3.

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019 Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Criminaliteit en slachtofferschap

Criminaliteit en slachtofferschap 3 Criminaliteit en slachtofferschap M.M.P. Akkermans Bijna één op de vijf Nederlanders van 15 jaar en ouder was in 2015 slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit zoals gewelds-, vermogensof vandalismedelicten.

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel 6 secondant #6 december 21 Groot effect SOV/ISD-maatregel Selectieve opsluiting recidivisten werkt Crimi-trends Een langere opsluiting van hardnekkige recidivisten heeft een grote bijdrage geleverd aan

Nadere informatie

Inleiding. Beleving van veiligheid. Veiligheid als begrip

Inleiding. Beleving van veiligheid. Veiligheid als begrip Inleiding In het kader van veiligheid zijn politie en gemeenten eerstverantwoordelijk voor openbare orde, handhaving van wettelijke regels en bestrijding van criminaliteit. Burgers ervaren veiligheid als

Nadere informatie

iiitogiontant Resultaten uit de PPP-studies naar criminaliteit en criminaliteits preventie op bedrijventerreinen \sf

iiitogiontant Resultaten uit de PPP-studies naar criminaliteit en criminaliteits preventie op bedrijventerreinen \sf Resultaten uit de PPP-studies naar criminaliteit en criminaliteits preventie op bedrijventerreinen Een selectie naar ondernemingen uit het Midden- en Kleinbedrijf V. Sabee R.F.A. van den Bedem J.J.A. Essers

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

openbare orde en veiligheid

openbare orde en veiligheid 125 openbare orde en veiligheid 12 126 Openbare orde en veiligheid Aantal alternatieve straffen voor jeugdigen neemt af In 2003 zijn 68 jeugdigen op alternatieve wijze gestraft. De trend in alternatieve

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders An empirical comparison Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) S 209 Nederlandse samenvatting Cyber-delinquenten versus traditionele

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid Groningen september tot december 18 JANUARI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

2012 b 2013 b 2012 b 2013 b (% één of meer keer slachtoffer)

2012 b 2013 b 2012 b 2013 b (% één of meer keer slachtoffer) 338 Criminaliteit en rechtshandhaving 2013 Tabellen bij hoofdstuk 3 Tabel 3.5 Slachtofferschap en door burgers ondervonden delicten naar delictsoort, volgens de VM a 2012 b 2013 b 2012 b 2013 b (% één

Nadere informatie

Zij weer? Over inbrekers die twee keer langskomen

Zij weer? Over inbrekers die twee keer langskomen TERUG MAIL SLA OP Zij weer? Over inbrekers die twee keer langskomen SAMENVATTING 27/1/2009 Als er in de buurt is ingebroken, kun je maar beter de ramen dichthouden en een extra slot op de deur doen. De

Nadere informatie

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Er is een nieuwe groep van jonge, zeer actieve veelplegers die steeds vaker met de politie in aanraking komt / foto: Pallieter de Boer. Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Jongere veelplegers roeren zich

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld 24 maximumscore 2 Ministerie van Binnenlandse Zaken (en Koninkrijksrelaties) heeft als taak (één van de volgende): 1 het bevorderen van de openbare orde en veiligheid

Nadere informatie

6 SECONDANT #1 MAART 2013. Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND. Naar inhoudsopgave

6 SECONDANT #1 MAART 2013. Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND. Naar inhoudsopgave 6 SECONDANT #1 MAART 2013 Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND SECONDANT #1 MAART 2013 7 De laatste jaren voelen burgers zich minder vaak

Nadere informatie

Betrouwbaar observeren van omgevingskenmerken

Betrouwbaar observeren van omgevingskenmerken Betrouwbaar observeren van omgevingskenmerken VVC marktdag Gent 08-02-2013 t. +32 9 264 69 46 f. +32 9 264 69 71 e. 8 februari2013 Inhoud Mijn onderzoek Opzetten scorelijst Pilot scorelijst Stand van zaken

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek Samenvatting Achtergrond van het onderzoek Tot op heden zijn er in Nederland geen cijfers beschikbaar over de omvang van kindermishandeling. Deze cijfers zijn hard nodig; kennis over de aard en omvang

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Wie worden slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit?

Wie worden slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit? Wie worden slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit? Harry Huys Ruim een kwart van Nederlandse inwoners gaf in 2006 aan slachtoffer geweest te zijn van veelvoorkomende criminaliteit zoals geweld-

Nadere informatie

Leefbaarheidsmonitor. Inzicht in de leefbaarheid en veiligheid in uw gemeente. Scope Onderzoek B.V. KvK Stadionstraat 11B9 4815NC Breda

Leefbaarheidsmonitor. Inzicht in de leefbaarheid en veiligheid in uw gemeente. Scope Onderzoek B.V. KvK Stadionstraat 11B9 4815NC Breda Leefbaarheidsmonitor Inzicht in de leefbaarheid en veiligheid in uw gemeente Scope Onderzoek B.V. KvK 64421279 Stadionstraat 11B9 4815NC Breda Inhoud Het meten van de ervaren leefbaarheid is voor gemeenten

Nadere informatie

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen Leefbaarheid 7,5 Leefbaarheid (rapportcijfer) : 7,5 Fysieke voorzieningen (score) Sociale cohesie in de buurt (score) Aanpak gemeente L&V (% (zeer) ) Gemeente, 2015 6,3 29,0 38,2 Overlast in de buurt %

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Opgave 3 De burger als rechter

Opgave 3 De burger als rechter Opgave 3 De burger als rechter Bij deze opgave horen tekst 5 en de tabellen 2 en 3 uit het bronnenboekje. Inleiding Hoe behoren volgens het Nederlandse publiek veroordeelde plegers van misdrijven gestraft

Nadere informatie

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid Resultaten gemeentebeleidsmonitor 217 Veiligheid en leefbaarheid 1. Inleiding Om de twee jaar wordt er een onderzoek, de zogeheten gemeentebeleidsmonitor, uitgevoerd onder de inwoners naar verschillende

Nadere informatie

openbare orde en veiligheid

openbare orde en veiligheid 127 openbare orde en veiligheid 12 128 Openbare orde en veiligheid Daling aantal inbraken, maar toename van diefstal op straat. In 2005 zijn 370 huis-gerelateerde diefstallen gepleegd. Dit zijn diefstallen/inbraken

Nadere informatie

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM a

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM a 336 Criminaliteit en rechtshandhaving 2012 Tabellen bij hoofdstuk 3 Tabel 3.4 Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM a VMR IVM b 2004 c 2005 c 2006 c 2007 c 2008 d 2009

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden Veiligheidsmonitor 2008, gemeente 1 Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 In deze bijlage worden de uitkomsten van de monitor weergegeven in tabellen. Van de volgende gebieden worden cijfers gepresenteerd:

Nadere informatie

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Definitie Voortijdig schoolverlaters zijn leerlingen tot 23 jaar die het (reguliere) onderwijs verlaten zonder dat zij een

Nadere informatie

Inhoud sector Horeca. Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 WODC 30 december 2005 128

Inhoud sector Horeca. Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 WODC 30 december 2005 128 Inhoud sector Horeca Kerncijfers sector Horeca 130 Achtergrondkenmerken sector Horeca 131 1 Slachtofferschap criminaliteit 132 1.1 Bijna de helft horecazaken slachtoffer criminaliteit 132 1.2 Een op de

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor Gemeente Leiden Resultaten per stadsdeel en in de tijd Mediad Rotterdam, maart 2011 Veiligheidsmonitor, Gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Jeugdige recidiverende woninginbrekers

Jeugdige recidiverende woninginbrekers Jeugdige recidiverende woninginbrekers Utrecht, 17 februari 2014 Pepijn van Amersfoort en Sander Scherders Inleiding De aanpak van woninginbraken heeft prioriteit in de regio Utrecht (Regionale Veiligheidsstrategie

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40

Nadere informatie

Persbericht. 31 juli 2013. Werkloosheid en bezuinigingen grootste problemen in Twentse gemeenten

Persbericht. 31 juli 2013. Werkloosheid en bezuinigingen grootste problemen in Twentse gemeenten Persbericht 31 juli 2013 Werkloosheid en bezuinigingen grootste problemen in Twentse gemeenten Werkloosheid en bezuinigingen zijn volgens inwoners van Twente verreweg de grootste problemen in hun gemeenten.

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt Gemeente Leiden Nederland en Grotestedenbeleid G32 Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32 Leefbaarheid in de buurt Landelijke

Nadere informatie

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt Kernrapport Veiligheidsmonitor (2013-2017) Gemeente Leiden Leefbaarheid in buurt Inleiding In dit hoofdstuk staat het thema leefbaarheid in de woonbuurt centraal. Eerst komt aan de orde hoe Nederlanders

Nadere informatie

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends 8 secondant #3/4 juli/augustus 2008 Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007 Diefstallen in winkels en horeca nemen toe Crimi-trends De criminaliteit tegen het bedrijfsleven moet in 2010 met een kwart

Nadere informatie

SAMENVATTING. Inleiding

SAMENVATTING. Inleiding SAMENVATTING Inleiding De Wet tijdelijk huisverbod (Wth) is op 1 januari 2009 in werking getreden. Met een huisverbod kan een (potentiële) pleger van huiselijk geweld tien dagen uit huis worden geplaatst.

Nadere informatie

Pagina 0 van 49. Webshop Bol.com. Onderzoeksvaardigheid Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy

Pagina 0 van 49. Webshop Bol.com. Onderzoeksvaardigheid Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy Pagina 0 van 49 Webshop Bol.com Onderzoeksvaardigheid 2 7-4-2014 Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy Pagina 1 van 49 Inhoud H1 Inleiding...2 H1.1 Aanleiding...2 H1.2 Probleemstelling...2 H2 Beschrijvende

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Resultaten per district en in de tijd Bureau Onderzoek Op Maat april 2010 Veiligheidsmonitor 2009, gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de

Nadere informatie

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Martine Mol De geboorte van een heeft grote invloed op het arbeidspatroon van de vrouw. Veel vrouwen gaan na de geboorte van het minder werken.

Nadere informatie

openbare orde en veiligheid

openbare orde en veiligheid 125 openbare orde en veiligheid 12 126 Openbare orde en veiligheid Hengelo is van de drie Twentse steden het meest veilig, maar er is een stijgende trend zichtbaar. Het aantal geweldsdelicten in Hengelo

Nadere informatie

Beoordeling website Buurtveiligheid Amsterdam

Beoordeling website Buurtveiligheid Amsterdam Beoordeling website Buurtveiligheid Amsterdam Sinds kort staan er buurtcijfers over veiligheid op het internet van de gemeente Amsterdam. Ook de politie Haaglanden heeft een tijd geleden dit initiatief

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling

1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling Bijlage II Aanvullende analyses 1 Inleiding In aanvulling op de kwantitatieve informatie over de diverse arbeid-en-zorg thema s, is een aantal analyses verricht Aan deze analyses lagen de volgende onderzoeksvragen

Nadere informatie

Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten

Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten 24 Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten Maart 2017 PwC is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285),

Nadere informatie

Bijlage 4 Tabellen. Verklaring van tekens in tabellen

Bijlage 4 Tabellen. Verklaring van tekens in tabellen Bijlage 4 Tabellen Verklaring van tekens in tabellen. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim - = nihil - = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) = het getal is kleiner

Nadere informatie

BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID

BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID Situatie objectieve en subjectieve veiligheid burgers en Cijfers met betrekking tot Bron 2002 objectieve veiligheid burgers (landelijk) feitelijk ondervonden

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

27,5% voelt zich wel eens onveilig. Vergelijking in de tijd (Onveiligheidsgevoel in procenten) Nederland. Utrecht

27,5% voelt zich wel eens onveilig. Vergelijking in de tijd (Onveiligheidsgevoel in procenten) Nederland. Utrecht Staat van 2014 Onheidsgevoel Welk percentage van de inwoners voelt zich wel eens on? 27,5% voelt zich wel eens on Naast de objectieve en die de heid meten in het thema heid, geeft deze het subjectieve

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 7 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie onderdelen

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen vwo 2015-II

maatschappijwetenschappen vwo 2015-II Opgave 2 Rondhangen Bij deze opgave horen de teksten 2 en 3 en tabel 1. Inleiding De Kamer ontvangt elk jaar een rapportage van de minister van Justitie over de voortgang van de aanpak van problematische

Nadere informatie

Proefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129

Proefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129 Gedurende de geschiedenis hebben verschillende factoren zoals slavernij, migratie, de katholieke kerk en multinationals zoals de Shell raffinaderij de gezinsstructuren

Nadere informatie

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie steeds beter De veiligheidssituatie in s-hertogenbosch verbetert. Dit bleek al uit de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Ronald van Bekkum (UWV), Harry Bierings en Robert de Vries In arbeidsmarktbeleid en in statistieken van het CBS wordt een duidelijk onderscheid gemaakt

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Methode en selectie

1 Inleiding. 2 Methode en selectie 1 Inleiding In de CPB Policy Brief over de positie van de middeninkomens op de woningmarkt (CPB, 2016) spelen subsidies in de verschillende segmenten van de woningmarkt een belangrijke rol als verklaring

Nadere informatie

De beveiligingsscan sta voor je zaak.nl

De beveiligingsscan sta voor je zaak.nl m in i ster beve ili gings ie v a n E c o n o m isc he ke n ili Za et h n n va ake tief he Z e e n i nitia ngs beve ngs gings De beveiligingsscan sta voor je zaak.nl 2011 De beveiligingsscan Op naar een

Nadere informatie

WijkWijzer Deel 1: de problemen

WijkWijzer Deel 1: de problemen WijkWijzer Deel 1: de problemen Ondiep, Utrecht overlast dronken mensen overlast door drugsgebruik overlast jongeren vernieling openbare werken rommel op straat overlast van omwonenden auto-inbraak fietsendiefstal

Nadere informatie

VeiligheidsMonitor. Elke Moons en Ger Linden, Geocongres 30 juni 2016

VeiligheidsMonitor. Elke Moons en Ger Linden, Geocongres 30 juni 2016 VeiligheidsMonitor Elke Moons en Ger Linden, Geocongres 30 juni 2016 Opzet presentatie Ontwikkeling 2005-heden Huidige onderzoeksinstrument Enkele landelijke trends (Laag)regionale mogelijkheden Politie-indeling

Nadere informatie

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Hoe veilig is Leiden? Integrale Veiligheidsmonitor gemeente Leiden Bijlagenrapport April 2012 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2012/022 Datum April

Nadere informatie

Leefbaarheid woonbuurt. Functioneren gemeente. Overlast in de buurt. Gemeente Leiden. significantie ( + = positief verschil; - = negatief verschil)

Leefbaarheid woonbuurt. Functioneren gemeente. Overlast in de buurt. Gemeente Leiden. significantie ( + = positief verschil; - = negatief verschil) Resultaten Veiligheidsmonitor: alle items gemeente Leiden, 2012 t/m 2017 Dezelfde overzichten zijn bechikbaar van alle Leidse wijken en stadsdelen en ook van alle gemeenten in de politie-eenheid Den Haag

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen

Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen Veiligheid Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen 17 Geregistreerde criminaliteit sinds 2005 gedaald Vermogensmisdrijven vormen met 60 procent het grootste aandeel Gevolgd

Nadere informatie

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting In de jaarlijkse publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving bundelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Summary 215. Samenvatting

Summary 215. Samenvatting Summary 215 216 217 Productontwikkeling wordt in steeds vaker georganiseerd in de vorm van consortia. Het organiseren van productontwikkeling in consortia is iets wat uitdagingen met zich meebrengt omdat

Nadere informatie

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM*

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM* 346 Criminaliteit en rechtshandhaving 2010 Tabellen bij hoofdstuk 3 Tabel 3.4 Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM* VMR IVM** 2005*** 2006*** 2007*** 2008**** 2009****

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp DOCUMENTATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp DOCUMENTATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp 2000 DOCUMENTATIE Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever

Nadere informatie

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013 Factsheet 14-6 Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 13 Auteurs: S.J. Vergouw, R.P.W. Jennissen, G. Weijters & P.R. Smit 14 Het WODC heeft een nieuwe methode ontwikkeld om de ontwikkelingen in

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ? Samenvatting Het terugdringen van de jeugdcriminaliteit is een belangrijk thema van het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het beleidsprogramma Aanpak Jeugdcriminaliteit is de aanpak

Nadere informatie