Beweegprogramma Osteoporose

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beweegprogramma Osteoporose"

Transcriptie

1 TNO-rapport KvL/B&G Beweegprogramma Osteoporose Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus CE Leiden T F info-zorg@tno.nl Datum April 2007 Auteur(s) Drs. M.W.A. Jongert Drs. K. van Overbeek Dr.Ir. A.M.J. Chorus Dr. M. Hopman-Rock Opdrachtgever KNGF Aantal pagina's 93 (incl. bijlagen) Aantal bijlagen 8 Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan TNO

2 TNO-rapport KvL/B&G / 68 Dankwoord Voor de totstandkoming van dit beweegprogramma willen we de volgende personen hartelijk danken voor de medewerking: Prof. Dr. H.C.G. Kemper, emeritus hoorleraar Prof. Dr. C. Netelenbos, VUmc Prof. Dr. B.C.M. Engelsman Dr. L. de Boer, Osteoporose Stichting Nederland Dr. J. Custers, KNGF Dr. C. van Uden, VSG, Universiteit van Maastricht Dr. F. van der Giessen, LUMC Leiden H. Bult, NPi Drs. G. v.d. Poel, infomotion Dr. T. Takken, UMC Utrecht Dr. W. Hullegie, NVFS Drs. R. Veldhuizen, KNGF I. Bettman, NVFG

3 TNO-rapport KvL/B&G / 68 Inhoudsopgave Dankwoord Inleiding Leeswijzer Projectplanning Osteoporose Epidemiologische gegevens Indeling en pathogenese Klinische verschijnselen Prognose en verloop Diagnostiek Behandeling Maatschappelijke relevantie De reguliere behandeling van osteoporose volgens vigerende richtlijnen CBO-richtlijn Osteoporose NHG standaard Osteoporose KNGF richtlijn Osteoporose Literatuuronderzoek, de gehanteerde methode Inleiding Zoekstrategie Inclusie en beoordeling van studies Experts Resultaten literatuuronderzoek Inleiding Opbrengst zoekstrategie en kwaliteitsbeoordeling Methodologische kwaliteit geïncludeerde studies Beschrijving geïncludeerde studies Beschrijving resultaten Meta-analyses en systematische reviews Beschrijving resultaten RCT s Fysiologische veranderingen; effecten van (normale) veroudering en effecten van training bij mensen met osteoporose Inleiding Fysiologische veranderingen tijdens het normale verouderingsproces Trainingseffecten bij patiënten met osteoporose Training bij mensen met osteoporose Inleiding Doelgroep Noodzakelijke medische (verwijs)gegevens Intake en meetinstrumenten Trainingsdoelen Trainingsprogramma Aandachtspunten Literatuur... 63

4 TNO-rapport KvL/B&G / 68 Bijlage(n) A Aanbevelingen CBO-richtlijn B Overzicht geïncludeerde reviews C Overzicht geïncludeerde RCT s D Physical Activity Readiness Questionnaire (PAR-Q) E Patiënt Specifieke Klachtenlijst (PSK) F Testprotocol 6 minuten wandeltest G Protocol van de 1 RM schattingstest aan de hand van het ( ) 10 RM H Calamiteitenplan

5 TNO-rapport KvL/B&G / 68 1 Inleiding Sinds 2003 werkt het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) aan de ontwikkeling en implementatie van beweegprogramma s voor mensen met een chronische aandoening. Dit gebeurt in samenwerking met TNO Kwaliteit van Leven en met steun van het ministerie van VWS. Daarnaast zijn er bij de ontwikkeling van de beweegprogramma s specifieke partners betrokken. Deze specifieke samenwerkingspartners verschillen per aandoening. Voor het COPD beweegprogramma is samengewerkt met het Astmafonds en de Katholieke Universiteit in Leuven. Voor het beweegprogramma voor hartpatiënten is samengewerkt met de Nederlandse Hartstichting en de Stichting Hart in Beweging. Voor het voorliggende beweegprogramma Osteoporose is samengewerkt met de Osteoporose Stichting en met experts uit het werkveld. De formulering van de eindtermen en competenties van de post HBO-cursussen ten behoeve van de beweegprogramma s en de concrete vertaling naar de nascholingsactiviteiten zijn uitgevoerd door het Nederlands Paramedisch Instituut. De verschillende nascholingsmodules (de basismodules en de doelgroepspecifieke modules) worden uitgevoerd door het Nederlands Paramedisch Instituut en de Transfergroep van de Hogeschool Rotterdam. Specifieke beweegprogramma s zijn ontwikkeld voor mensen met uiteenlopende chronische aandoeningen omdat de patiëntgroepen van elkaar verschillen wat betreft: de achtergrond van de aandoeningen en de specifieke klachten en symptomen; de specifieke beperkingen die de mensen ondervinden o.a. ten aanzien van inspanning; de medicatie die de mensen gebruiken en de invloed die deze medicatie heeft op het inspanningsvermogen; de specifieke behandeldoelen bij de verschillende aandoeningen; de invulling van de beweegprogramma s en trainingen; de risico-oefeningen; de gewenste inspanningstesten; de preventieve waarde van bewegen voor de aandoening en de te verwachten trainingseffecten. Binnen de samenwerking zijn tot nu toe beweegprogramma s ontwikkeld voor de chronische aandoeningen: 1. COPD; 2. Coronaire hartziekten; 3. Diabetes mellitus type II; 4. Artrose van de knie en heup. De keuze voor deze vier aandoeningen is gebaseerd op: 1. prevalentie van de aandoening; 2. bewezen effecten van bewegen op het beloop van de aandoening; 3. de mate van inactiviteit van mensen met deze aandoeningen. Het voorliggende rapport is geen eindproduct; het is bedoeld als belangrijke inzet op basis waarvan de formulering van eindtermen en competenties ten behoeve van de post- HBO cursussen kan plaatsvinden. Het formuleren van de eindtermen en competenties valt niet in het kader van dit project; dit zal gebeuren door het KNGF en de aanbieders van de scholing. Ook kan dit rapport gebruikt worden als basisdocument voor implementatie. Met behulp van dit rapport kan de brede steun binnen zowel de fysiotherapie als binnen de (keten)zorg verkregen worden. Tijdens dit proces kunnen mogelijk nog inhoudelijke

6 TNO-rapport KvL/B&G / 68 aanpassingen plaatsvinden. Deze aanpassingen zullen plaatsvinden buiten het kader van dit project. 1.1 Leeswijzer In deze inleiding treft u een beschrijving aan van: de achtergrond van de KNGF beweegprogramma's; de achtergrond van dit project; de achtergrond van de aandoening; epidemiologische gegevens over osteoporose; de pathogenese/de klinische verschijnselen; de diagnostiek en behandeling conform de vigerende richtlijnen (van CBO, KNGF en NHG). Dit hoofdstuk is met name interessant als achtergrondinformatie; het geeft inzicht in de omvang van de doelgroep, de vigerende diagnostiek en behandeling. Ook is het interessant voor diegenen die meer willen weten over de totstandkoming van de beweegprogramma's. Het beweegprogramma osteoporose is gebaseerd op bevindingen uit de literatuur. Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van de bij het literatuuronderzoek gehanteerde methodiek. In hoofdstuk 3 vindt u de resultaten van het literatuuronderzoek. Dit hoofdstuk geeft u informatie over de evidentie van de effecten van bewegen op (het beloop van) osteoporose. In hoofdstuk 4 zijn fysiologische veranderingen beschreven, zowel op de korte en middenlange termijn als op de lange termijn. U kunt hierin informatie aantreffen over de effecten van (normale) veroudering en de effecten van training bij mensen met osteoporose. Hoofdstuk 5 is gewijd aan het trainen van mensen met osteoporose. Dit hoofdstuk bevat de kern van het beweegprogramma osteoporose. Indien u met name geïnteresseerd bent in de concrete(re) invulling van het beweegprogramma dient u vooral dit hoofdstuk goed te bestuderen. U treft in dit hoofdstuk een beschrijving aan van: de doelgroep (inclusief in- en exclusiecriteria); de noodzakelijke medische (verwijs)gegevens; de intake (inclusief de tests); het analyseproces; de trainingsdoelen; het trainingsprogramma. Bewust is er (in overleg met het KNGF) voor gekozen om in dit rapport het trainingsprogramma niet als een 'recept' maar als een 'concept' te presenteren. In hoofdstuk 6 vindt u de referentielijst, de geraadpleegde literatuur. 1.2 Projectplanning In de periode november 2005 tot juli 2006 heeft TNO Kwaliteit van Leven een project uitgevoerd met als doel het ontwikkelen van een concept beweegprogramma voor osteoporose patiënten, passend in de reeds opgezette ontwikkelingslijn. Er is voor Osteoporose gekozen omdat ook deze aandoening relatief vaak voor komt en er aanwijzingen zijn gevonden dat bewegen het beloop van deze aandoening gunstig kan beïnvloeden (VWS, 2001). Overigens is de mate van evidentie voor een positief effect van bewegen op het voorkomen van osteoporose duidelijk sterker dan voor de evidentie van het effect van bewegen op het beloop van de aandoening. Uit dit oogpunt is het aan te bevelen dat mensen van jongs af aan voldoende bewegen en dit gedurende het hele

7 TNO-rapport KvL/B&G / 68 verdere leven volhouden. Dit valt echter buiten de scope van dit beweegprogramma Osteoporose. Het voorliggende beweegprogramma richt zich op mensen met een verminderde botmineraaldichtheid die onvoldoende lichamelijk actief zijn en waarvoor het ontwikkelen of in stand houden van een actieve leefstijl problematisch is, bijvoorbeeld door: de ernst van de aandoening; kennisgebrek; attitude ten aanzien van bewegen; ervaren drempels/barrières ten aanzien van bewegen, zoals angst, of klachten en symptomen ten gevolge van de aandoening. De exacte inclusiecriteria worden later beschreven (zie 5.2). We richten ons hierbij op de doelgroep die niet voldoet aan de Nederlands Norm Gezond Bewegen en/of aan de fitnorm. Bij deze doelgroep moet gestreefd worden naar het ontwikkelen en in stand houden van een actieve leefstijl, waarbij de beweegnormen worden behaald en waarbij er sprake is van voldoende botbelasting. Het beweegprogramma osteoporose is met name bedoeld voor die mensen die het niet lukt om zelfstandig een actieve leefstijl te ontwikkelen en/of deze in stand te houden. In dit rapport wordt de totstandkoming en inhoud van het concept beweegprogramma osteoporose weergegeven. 1.3 Osteoporose Osteoporose, in de volksmond ook wel botontkalking genoemd, is een aandoening van het skelet die wordt gekenmerkt door een lage botmineraaldichtheid en een verstoring van de samenhang van het bot. Hierdoor is het bot brozer en is er een hogere kans op een botbreuk (fractuur). De World Health Organisation (WHO) onderscheidt verschillende gradaties van Osteoporose op basis van een botmineraal-dichtheidsmeting (BMD-meting) en het al dan niet optreden van osteoporotische fracturen (Kanis, 1994; Pols et al., 2002): Normale botmineraaldichtheid: de botmineraaldichtheid ligt op of boven de grens van 1 standaarddeviatie onder de gemiddelde botdichtheid van jong volwassen vrouwen; Osteopenie: de botmineraaldichtheid is verminderd (tussen 1 2,5 standaarddeviatie onder de gemiddelde botdichtheid van jong volwassen vrouwen), maar er is nog geen sprake van osteoporose; Osteoporose: de botmineraaldichtheid ligt meer dan 2,5 standaarddeviatie onder de gemiddelde botdichtheid van jong volwassen vrouwen; Ernstige osteoporose: osteoporose die gepaard gaat met osteoporotische fracturen. Deze definitie van de WHO wordt in de klinische praktijk veel gebruikt. Er is echter nog veel onduidelijkheid over de referentiewaarden die gebruikt zouden moeten worden bij vrouwen, en vooral ook bij mannen (Nationaal Volkskompas 2006). 1.4 Epidemiologische gegevens Op basis van bevolkingsonderzoek werd het totaal aantal personen met osteoporose (de prevalentie) in 2000 geschat op 52 per mannen en 166 per vrouwen van 55 jaar en ouder (Klift van der et al., 2002). Absoluut betekent dit dat mannen en vrouwen in Nederland in 2000 osteoporose hadden (Klift van der et al., 2002).

8 TNO-rapport KvL/B&G / 68 Omdat veel mensen met osteoporose vaak geen klachten hebben komen zij doorgaans niet bij de huisarts. Hierdoor zijn de prevalentie cijfers van osteoporose op basis van huisartsenregistraties aanzienlijk lager (Elders et al., 2005,; Klift van der et al., 2002 ). Op basis van huisartsenregistraties werd de prevalentie voor het jaar 2000 geschat op 1,6 per 1000 mannen (> 55 jaar) en 12,0 per 1000 vrouwen (>55 jaar) (Klift van der et al., 2002). Absoluut betekent dit dat er in het jaar 2000 in Nederland mannen en vrouwen bij een huisarts bekend waren met osteoporose. Osteoporose neemt zowel bij mannen als vrouwen toe met de leeftijd. Het aantal mensen met osteopenie wordt geschat op miljoen in Nederland (Klift van der et al., 2002). Ook het aantal nieuwe patiënten met osteoporose (de incidentie) neemt toe met de leeftijd. De meest voorkomende osteoporotische fracturen zijn wervel-, heup- en polsfracturen. Ook kan osteoporose echter ten grondslag liggen aan het ontstaan van andere fracturen (Elders et al., 2005). Na iedere fractuur (ook van pols en heup) is het risico op een nieuwe fractuur ongeveer twee maal zo groot (Elders et al., 2005). Het aantal nieuwe patiënten met wervelfracturen werd op basis van bevolkingsonderzoek voor het jaar 2000 geschat op 5,9 mannen per 1000 per jaar en 14,7 vrouwen per 1000 per jaar. Absoluut betekent dit dat er in het jaar 2000 circa mannen en circa vrouwen met osteoporose bijkwamen (Klift van der et al., 2002). Na iedere wervelfractuur is de kans op een nieuwe wervelfractuur ongeveer vier maal zo groot (Elders et al., 2005). Het jaarlijkse aantal nieuwe patiënten met polsfracturen stijgt voor zowel mannen als vrouwen licht met de leeftijd. Bij vrouwen lijkt het aantal nieuwe gevallen met een polsfractuur het hoogst te zijn tussen het 65 e en 75 e levensjaar. Het aantal nieuwe patiënten met een heupfractuur stijgt sterk vanaf het 70 e levensjaar (Klift van der et al., 2002). Het verhoogde valrisico is de belangrijkste reden van de stijging van de incidentie van het aantal heupfracturen (Elders et al., 2005). De afname van de botmineraaldichtheid is van mindere betekenis hierbij. Mogelijk treedt een polsfractuur gemiddeld eerder in het leven op omdat op relatief jongere leeftijd de armen bij een val reflexmatig naar voren worden uitgestoken om de val te breken. Op wat oudere leeftijd (vanaf het 70 e levensjaar) is deze reactie verminderd en is de kans groter dat iemand op de heup zal vallen (Klift van der et al., 2002). De verwachting is dat op basis van demografische ontwikkelingen zoals bevolkingsgroei en vergrijzing, het absolute aantal gevallen van osteoporose tussen 2000 en 2020 met 33,4% zal stijgen (Klift van der et al., 2002). Ook een vermindering van lichamelijke activiteit zou voor een verdere toenamen van osteoporose kunnen zorgen (Klift van der et al., 2002). 1.5 Indeling en pathogenese Bij osteoporose maakt men onderscheid tussen primaire en secundaire vormen van osteoporose. Primaire osteoporose Men spreekt van primaire osteoporose als het botverlies ontstaat zonder dat er sprake is van een aanwijsbare oorzaak, maar als er wel een samenhang is met het natuurlijke verouderingsproces. Het botweefsel van de mens ondergaat tijdens zijn leven een continue ombouw door botafbraak en botaanmaak. Tot de leeftijd van ongeveer 30 à 35

9 TNO-rapport KvL/B&G / 68 jaar overtreft de aanmaak de afbraak, wat leidt tot een toename van de hoeveelheid botweefsel, zowel absoluut als per volume-eenheid (Linden van der & Claessens, 1995). Men spreekt op jarige leeftijd ook wel van het bereiken van de zogenaamde piekbotmassa (Elders et al., 2005). Deze wordt overwegend bepaald door genetische factoren. Daarnaast spelen voeding en leefwijze (lichaamsbeweging) een belangrijke rol (Elders et al., 2005)). Vanaf de leeftijd van 30 tot 35 jaar overtreft de botafbraak de botaanmaak. Dit leidt tot een chronisch botverlies dat duurt tot het einde van het leven (Linden van der & Claessens, 1995). Het botverlies bedraagt gemiddeld genomen 0.3 tot 0.5 % per jaar (Elders et al., 2005). Bij vrouwen is het botverlies rond de menopauze groter. Dit versnelde botverlies duurt enkele jaren en bedraagt 3-5% per jaar (Elders et al., 2005). Bij een aantal vrouwen loopt het totale botverlies op tot 40 à 50% (Elders et al., 2005). Vermindering van botmassa hoort dus bij een normaal verouderingsproces. Uit onderzoek is gebleken dat primaire osteoporose eerder te wijten is aan een verhoging van de botafbraak dan aan een afname van de botaanmaak (Linden van der & Claessens, 1995). Het is ook mogelijk dat er een abnormaliteit bestaat in het koppelingsmechanisme tussen botaanmaak en botafbraak (Linden van der & Claessens, 1995). Primaire osteoporose wordt onderverdeeld in postmenopauzale osteoporose en seniele osteoporose (Linden van der & Claessens, 1995). Postmenopauzale osteoporose vindt men bij vrouwen tussen de 51 en 61 jaar, waarbij men een duidelijk verhoogd verlies van trabeculair botweefsel vindt. Dit verlies van botweefsel leidt tot wervelfracturen. Seniele osteoporose vindt men zowel bij vrouwen als bij mannen boven de 65 jaar. De aandoening wordt gekenmerkt door een verlies van trabeculair en corticaal botweefsel, dat leidt tot heupfracturen en wervelindeukingen. Ouderdom en vrouwelijk geslacht zijn twee voorname risicofactoren voor het ontstaan van osteoporose (Elders et al., 2005; Linden van der & Claessens, 1995). Daarnaast zijn nog tal van andere risicofactoren te noemen voor een lage botdichtheid. Risicofactoren zijn een laag lichaamsgewicht en osteoporose in de familie. Roken, weinig lichaamsbeweging, en deficiënte voeding, in het bijzonder onvoldoende intake van calcium en bij ouderen die weinig buiten komen- van vitamine D, zijn risicoverhogende leefgewoonten (Elders et al., 2005). Recent zijn er aanwijzingen gevonden dat ook een sterk verhoogde homocysteïnespiegel geassocieerd is met een verhoogd risico (Elders et al., 2005). Het is onvoldoende duidelijk of alcoholgebruik een risicofactor is (Elders et al, 2005). Secundaire osteoporose Men spreekt van secundaire osteoporose als het botverlies ontstaan is door een aanwijsbare oorzaak. Voorbeelden van aandoeningen die het risico op osteoporose sterk kunnen verhogen zijn: inflammatoire darmziekten, osteogenesis imperfecta, anorexia nervosa, hypogonadisme, malabsorptiesyndroom, primaire hyperparathyreoïdie, maagresectie, syndroom van Cushing, chronische reumatoïde artritis. Ook door corticosteroïden gebruik treedt vooral in het eerste jaar van gebruik omvangrijk botverlies op (Elders et al., 2005). Bij primaire osteoporose zijn dergelijke oorzaken niet vast te stellen.

10 TNO-rapport KvL/B&G / Klinische verschijnselen Osteoporose is een aandoening die op zichzelf niet gepaard gaat met symptomen. Osteoporose is echter wel een risicofactor voor het ontstaan van fracturen. De kans op het ontstaan van een fractuur neemt toe met de ernst van de osteoporose. Bij osteoporose is er sprake van een geleidelijke overgang van een fysiologische (normaal verouderingsproces) naar een pathologische botconditie waarbij een gering trauma reeds een fractuur kan veroorzaken (Elders et al., 2005). Osteoporose geeft als zodanig dan ook geen klachten, maar wordt vaak pas opgemerkt als er een fractuur ontstaat. De meest karakteristieke fracturen bij osteoporose zijn wervelindeukingen die aanleiding kunnen geven tot rugpijn en misvorming. Daarnaast fracturen van de femurhals (heupfracturen) en van de distale uiteinden van de radius en ulna (polsfracturen) (Linden van der & Claessens, 1995). Wervelinzakkingen lijken het meest geschikt te zijn als indicator voor de diagnose osteoporose. Ze worden namelijk met name door osteoporose veroorzaakt. Fracturen van de heup en pols kunnen ook bij jonge mensen optreden en zijn niet altijd het gevolg van osteoporose (Klift van der et al., 2002). Klinische verschijnselen van osteoporose zijn: de patiënt wordt kleiner, een toename van thoracale kyfose, fracturen van wervels en dijbeenhals en een typische radiusfractuur (Linden van der & Claessens, 1995). 1.7 Prognose en verloop Genezing van osteoporose, in de zin van totaal herstel van de vroegere botmineraaldichtheid is niet mogelijk. Wel kan behandeling (zie 1.8) de gevolgen van osteoporose beïnvloeden en daarmee ook de kwaliteit van leven. Voorbeelden hiervan zijn: pijnverlichting, preventieve medicamenteuze therapie (zoals bijvoorbeeld oestrogenen, calcium, vitamine D), vermindering van valrisico (en de vaak daarmee samengaande valangst), en het voorkomen van (nieuwe) fracturen. De gevolgen van een polsfractuur zijn vaak beperkt. Meestal functioneert iemand na 4-12 weken weer normaal (Klift van der et al., 2002). Wervelinzakkingen en heupfracturen hebben verder strekkende gevolgen. Zo kunnen wervelinzakkingen gepaard gaan met functionele beperkingen door pijn en lengteverlies, vormverandering van de wervelkolom (kyphose) en lage rugpijn (Burger et al., 1997; Nevitt et al., 1998). Wervelinzakkingen zijn daarnaast een belangrijke indicatie voor een verhoogd risico op toekomstige fracturen in de wervelkolom, maar ook elders in het skelet, bijvoorbeeld in de heup (Klift, van der et al., 2002). Heupfracturen gaan gepaard met invaliditeit, verlies van kwaliteit van leven en zelfs sterfte (Klift van der et al., 2002, Pols et al., 2002). Het verloop van osteoporose is afhankelijk van de wijze waarop iemand behandeld wordt (bijv. medicatie, beweegprogramma), iemands leefstijl (bijv. voeding, alcoholgebruik, lichaamsbeweging) en de aan/afwezigheid van risicofactoren (bijv. geslacht en leeftijd). 1.8 Diagnostiek Het diagnosticeren van osteoporose vindt veelal plaats door de huisarts. De anamnese is hierbij erg belangrijk. Aandachtspunten zijn (aanwijzingen voor) wervelfracturen, risicofactoren voor osteoporose en valrisico (zie 1.11). Op indicatie vindt lichamelijk onderzoek plaats en (indien noodzakelijk) aanvullend onderzoek (Elders et al., 2005), zie 1.11.

11 TNO-rapport KvL/B&G / Behandeling Inherent aan de pathologie van osteoporose zijn de meeste therapieën gericht op het verkrijgen van een verhoogde intestinale calciumabsorptie, de remming van de botafbraak en (indien mogelijk) een toename van de botaanmaak (Linden van der & Claessens, 1995). Grofweg kan men een aantal (componenten van) behandelmogelijkheden onderscheiden die vaak naast elkaar of gecombineerd worden aangeboden: Voorlichting; Behandeling van de pijn; Symptomatische en preventieve medicamenteuze therapie; Oefentherapie. Bij het geven van voorlichting richt men zich op een gezond leef- en voedingspatroon. Roken wordt afgeraden evenals overmatig alcoholgebruik. Met betrekking tot lichaamsbeweging worden algemene richtlijnen gegeven zoals het vermijden van inactiviteit of immobilisatie en wordt een bij het individu passende wijze van lichaamsbeweging gestimuleerd. Met betrekking tot de voeding wordt onder andere aandacht besteed aan (voldoende inname van) calcium. Bij ouderen is bovendien valpreventie erg belangrijk (Elders et al., 2005; Linden van der & Claessens, 1995). Voor de behandeling van acute pijn, bijvoorbeeld ten gevolge van een recente wervelindeuking is tijdelijke bedrust soms onvermijdelijk (Elders et al., 2005; Linden van der & Claessens, 1995). In de beginperiode worden frequente korte rustperioden per dag voorgeschreven. Daarna wordt de patiënt op geleide van de pijn geleidelijk aan weer gemobiliseerd. Ook wordt voor pijnbestrijding wel eens gebruik gemaakt van een lumbaal of dorsaal korset dat het beste alleen gedragen kan worden bij rechtop zitten en rechtop staan en uitgedaan wordt bij rust in liggende houding (Linden van der & Claessens, 1995). Voor symptomatische medicamenteuze therapie worden bij rugpijn bijvoorbeeld paracetamol of bij onvoldoende effect acetylsalicylzuur, een NSAID of een toevoeging van codeïnefosfaat voorgeschreven. Preventieve medicamenteuze therapie kan bestaan uit het gebruik van: calcium en vitamine D, biofosfonaten. Oestrogenen of specifieke oestrogeen receptor mudulatoren (SERM en) werden vroeger voorgeschreven tegenwoordig gebeurt dit niet meer in verband met de gezondheidsrisico s. Voor oefentherapie kan men onder andere terecht bij de fysiotherapeut. Het effect van oefentherapie (beweeginterventies) op het verloop van osteoporose wordt in het vervolg van dit rapport uitgebreid besproken Maatschappelijke relevantie Het hebben van een lage botmassa is een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van fracturen (Pols et al., 2002, Smits-Engelsman et al., 2001). Zoals eerder vermeld zijn de meest voorkomende fracturen pols-, wervel- en heupfracturen. Polsfracturen geven relatief kortdurend enige beperkingen bij het uitoefenen van dagelijkse activiteiten. De impact is echter relatief gering. Wervelfracturen leiden tot een afname van de kwaliteit van leven, chronische pijn en een sterke toename van het valrisico. Heupfracturen leiden tot een afname van de kwaliteit van leven, tot een toename van invaliditeit en een toename van de mortaliteit. In 1999 overleed na een heupfractuur 6.5% van de vrouwen en 11.1% van de mannen tijdens hun verblijf in het ziekenhuis (Pols et al. 2002). De gezondheidszorgkosten van Osteoporose bedragen miljoen per jaar (Slobbe et al, 2003). Deze kosten hebben voor 90.1 miljoen per jaar betrekking op de

12 TNO-rapport KvL/B&G / 68 behandeling van vrouwen met osteoporose. Voor mannen bedragen de kosten 16.1 miljoen euro per jaar De reguliere behandeling van osteoporose volgens vigerende richtlijnen De KNGF beweegprogramma s zijn bedoeld voor mensen met chronische aandoeningen die onvoldoende lichaamsbeweging hebben om de gezondheid positief te beïnvloeden. Op het moment dat deze mensen zich aanmelden voor de beweegprogramma s zijn zij vaak al onder behandeling (geweest) bij andere zorgverleners in verband met de chronische aandoening(en) die zij hebben. De fysiotherapeut die de beweegprogramma s aanbiedt zal daarom op de hoogte moeten zijn van de reguliere zorg zoals die wordt aangeboden aan deze mensen. Om inzicht te krijgen in deze zorg en begrip te hebben voor het gevolgde behandelbeleid volgt nu een beschrijving van de geprotocolleerde zorg zoals die wordt aangeboden aan patiënten met osteoporose. Daarom wordt in de nu volgende paragrafen (1.9 t/m 1.11) een korte beschrijving gegeven van de belangrijkste vigerende behandelrichtlijnen. Om te weten hoe het behandelbeleid is voor de verschillende beroepsgroepen worden deze richtlijnen los van elkaar besproken en niet geïntegreerd. De afgelopen jaren zijn een aantal standaarden en richtlijnen verschenen waaronder de tweede herziene richtlijn osteoporose van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, de standaard osteoporose van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de richtlijn osteoporose van het KNGF. In deze standaarden/richtlijnen wordt ook de rol van de fysiotherapeut en/of het aspect bewegen/oefentherapie (summier of uitgebreid) beschreven. Bij de samenstelling van het beweegprogramma osteoporose is rekening gehouden met de inhoud van deze standaarden/richtlijnen. Het is goed om bij de bestudering van de onderstaande behandelrichtlijnen te realiseren dat de doelstellingen van de beweegprogramma s uitsluitend gericht zijn op het activeren van inactieve mensen met een verminderde botmassa (en het bereiken van subdoelen die bijdragen aan het ontwikkelen van een actieve leefstijl). De doelen van de behandel standaarden en richtlijnen zijn anders gekozen CBO-richtlijn Osteoporose De tweede herziening van de (multidisciplinaire) CBO-richtlijn (Pols et al., 2002) dient als leidraad voor de dagelijkse praktijk van de preventie, diagnostiek en behandeling van osteoporose en is geschreven voor en door zorgverleners. De werkgroep die deze richtlijn voorbereidde, wilde antwoord krijgen op de volgende vragen: Hoe groot is het probleem osteoporose in Nederland? Wat zijn voor de klinische praktijk de belangrijkste risicofactoren voor osteoporose? Wat is de waarde van diagnostisch onderzoek? Welke vormen van preventie en behandeling zijn zinvol? Wanneer is de behandeling kosteneffectief? In de richtlijn worden 28 aanbevelingen gedaan die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek en/of meningen van diverse experts. Het betreft aanbevelingen met betrekking tot risicofactoren en case-finding, botdensiometrie, het gebruik van corticosteroïden en aanbevelingen ten aanzien van therapie. Therapie is hierbij onderverdeeld in bewegen, calcium en vitamine D en geslachtshormonen, bisfosfonaten en fluoride. Het aspect bewegen wordt hieronder uitgelicht.

13 TNO-rapport KvL/B&G / 68 Bewegingsarmoede als risicofactor In de richtlijn wordt op basis van wetenschappelijke literatuur de volgende conclusie getrokken: Het is aangetoond dat ernstige immobiliteit een risicofactor is voor heupfracturen. Lichaamsbeweging ter preventie van osteoporose bij jongeren In de richtlijn staat vermeld dat lichaamsbeweging op jonge leeftijd voor een hogere botmassa (piekbotmassa) zorgt tussen het 20 e en 30 e levensjaar en dat ook tijdens en na de puberteit lichaamsbeweging positief werkt op de botmassa. Hierbij wordt opgemerkt dat lichaamsbeweging met een hoge mechanische belasting op het bot het meest effectief blijkt te zijn. Op basis van wetenschappelijke literatuur worden dan ook de volgende conclusies getrokken: Bij jongens en meisjes (0-20 jaar) heeft lichaamsbeweging een positief effect op de botmassa. Tevens wordt in de richtlijn gewezen op het feit dat er veel winst is te behalen in het tegengaan van de daling in de hoeveelheid lichaamsbeweging bij de jeugd. De volgende aanbeveling wordt dan ook gedaan: Lichaamsbeweging dient van jongs af aan te worden bevorderd en het hele verdere leven te worden volgehouden. Het verdient aanbeveling om de daling van de dagelijkse hoeveelheid lichaamsbeweging vanaf de puberteit tegen te gaan door een jeugdbeleid dat zich richt op de bevordering van een lichamelijk actieve leefstijl (veel en veelzijdig bewegen). Er wordt opgemerkt dat het osteogene effect van lichaamsbeweging en training tamelijk specifiek is. In de richtlijn worden op basis van wetenschappelijke literatuur de volgende conclusies getrokken: Er zijn aanwijzingen dat het effect van extra lichaamsbeweging op de verbetering van de botmassa specifiek is voor het bot dat door die lichaamsbeweging wordt belast. Er zijn aanwijzingen dat de effectiviteit van lichaamsbeweging op de botmassa afhangt van de aard ervan. Het meest effectief zijn kortdurende activiteiten met een hoge intensiteit (rond de 1000 microstrain) waarbij het hele lichaamsgewicht wordt verplaatst (zoals traplopen en springen). Tevens adviseert de richtlijn periodes van immobilisatie en immobiliteit zoveel mogelijk te vermijden. De volgende aanbeveling wordt gedaan: Het verdient aanbeveling ter preventie van osteoporose lichaamsbeweging te adviseren. Gewichtsdragende lichaamsbeweging (wandelen, traplopen, springen en hardlopen) heeft een groter effect op de botmassa dan gewichtsondersteunende lichaamsbeweging (fietsen en zwemmen). Beweging ter preventie van osteoporose bij volwassenen Lichaamsbeweging kan ook op volwassen leeftijd het verlies van botmassa vertragen. In de richtlijn wordt gewezen op het feit dat er veel meer wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar de preventieve waarde van lichaamsbeweging bij vrouwen dan bij mannen. De volgende conclusies worden op basis van respectievelijk wetenschappelijke literatuur en de mening van deskundigen getrokken:

14 TNO-rapport KvL/B&G / 68 Bij vrouwen van alle leeftijden heeft lichaamsbeweging een positief effect op de botmassa. De werkgroep (CBO) is van mening dat lichaamsbeweging bij mannen een positief effect heeft op de botmassa. Ook op hogere leeftijd (75+) is het positieve effect van lichaamsbeweging op de BMD nog steeds aantoonbaar. Tevens benadrukt de richtlijn dat beweging enerzijds door een verbetering van de fysieke conditie de kans op en de gevolgen van een val beperkt, maar dat anderzijds met meer bewegen de valkans ook toe neemt. Volgens de richtlijn lijkt de preventie van het aantal en de ernst van vallen en valgerelateerde blessures door lichaamsbeweging effectief te zijn. Een verbeterde balans zou hierbij een rol spelen. Tevens lijkt het dragen van heupprotectoren door ouderen het risico op valgerelateerde heupfracturen te verminderen. Hierbij dient echter wel opgemerkt te worden dat effecten van het gebruik van heupprotectoren vooral bekend zijn uit de verpleeghuissetting (Verhaar et al., 2004). In de CBO richtlijn osteoporose (Pols et al., 2002) worden de volgende conclusies op basis van wetenschappelijke literatuur gedaan: Bewegingsprogramma s voor ouderen verlagen het risico op vallen. Het is aannemelijk dat het dragen van heupprotectoren door ouderen het risico op valgerelateerde heupfracturen vermindert. De volgende aanbeveling wordt gedaan: Op hogere leeftijd (75+) dienen maatregelen ter preventie van vallen en de gevolgen van vallen (bijvoorbeeld heupbeschermers) overwogen te worden. Zoals eerder aangegeven moet men hierbij echter wel in gedachte houden dat de effecten van heupprotectoren vooral in de verpleeghuissetting zijn onderzocht Verhaar et al., 2004) NHG standaard Osteoporose De NHG standaard (Elders et al., 2005) is bedoeld als richtlijn voor het handelen door de huisarts. In deze richtlijn staat de rol van de huisarts dan ook centraal. Richtlijnen diagnostiek De standaard richt zich op drie categorieën patiënten: 1. patiënten die vragen hebben over osteoporose, zonder dat er klachten zijn; 2. patiënten die meer dan 3 maanden tenminste 7.5 mg prednison of equivalenten per dag (gaan) gebruiken; 3. patiënten met aanwijzingen voor één of meer wervelfracturen en vrouwen bij wie na het vijftigste levensjaar een fractuur is opgetreden. De anamnese richt zich op: 1. aanwijzingen voor één of meer wervelfracturen, zoals: Rugpijn(episoden): ontstaanswijze, duur, ernst, beloop, lokalisatie en uitstraling, invloed van houding en beweging, beperkingen van het dagelijks functioneren. opvallende lengtevermindering, (recente) postuurverandering. 2. Risicofactoren voor osteoporose: laag lichaamsgewicht (< 60 kg); een fractuur na het vijftigste levensjaar;

15 TNO-rapport KvL/B&G / 68 gebruik van relatief weinig zuivelproducten, relatief gering verblijf in de buitenlucht, beperkte blootstelling aan zonlicht; fracturen in de familie anamnese: in het bijzonder heupfracturen bij de moeder; gebruik van corticosteroïden. 3. Valrisico: aantal valincidenten in het afgelopen jaar; mate van mobiliteit en lichaamsbeweging; gebruik van medicijnen die het valrisico verhogen, zoals benzodiazepines; verminderde visus (Elders et al., 2005). De huisarts verricht lichamelijk onderzoek bij patiënten waarbij aanwijzingen zijn voor wervelfracturen, die corticosteroïden gebruiken en klachten hebben, die vragen hebben en bij patiënten met rugpijn, lengtevermindering, of postuurverandering. Bij patiënten met een (vermoedelijke) osteoporotische fractuur, corticosteroïdgebruikers en patiënten met rugpijn, lengtevermindering of postuurverandering verricht de huisarts lichamelijk onderzoek. Dit onderzoek concentreert zich volgens deze standaard op de vorm en functie van de wervelkolom waarbij gelet wordt op de volgende punten: klop-, druk- en asdrukpijn van de wervelkolom; beperkingen bij opstaan, lopen en andere bewegingen; lengte; de vorm van de wervelkolom: versterkte thoracale kyphose, cervicale en lumbale lordose; uitpuilen voorste buikwand en geringe afstand tussen ribbenboog en bekkenkam. Aanvullend onderzoek kan bestaan uit laboratoriumonderzoek, een röntgenfoto of botdichtheidsmeting. Laboratorium onderzoek is geïndiceerd bij patiënten met rugklachten bij wie een vermoeden bestaat op ontsteking of maligniteit, of bij patiënten waarbij twijfel bestaat over het bestaan van een vitamine D deficiëntie, of bij het vermoeden van hyperthyreoïdie of hyperparathyreoïdie. Een röntgenfoto wordt aangevraagd bij verdenking op een of meer wervelfracturen of wervelmetastasen. Een botdichtheidsmeting wordt volgens deze standaard uitsluitend verricht bij een verhoogd risico op osteoporose. Een botdichtheidsmeting wordt aangevraagd bij patiënten met een risicoscore van 4 (zie tabel 1.1). Bij personen waarbij al diverse wervelfracturen röntgenologisch zijn aangetoond hoeft de botdichtheidsmeting niet uitgevoerd te worden. Het voorkomen van de fracturen is al voldoende bewijs voor het bestaan van osteoporose. Er zijn zeer beperkte indicaties voor het uitvoeren van vervolgmetingen van de botdichtheid. Een vervolgmeting is alleen zinvol als die meting consequenties heeft voor het medisch handelen, bijvoorbeeld bij behandeling met corticosteroïden of bij secundaire osteoporose.

16 TNO-rapport KvL/B&G / 68 Tabel 1.1. indicatie botdichtheidsmeting risicoscore Risicofactor: Risicoscore: Geslacht: Doorgemaakt fractuur 4 M en V > 3 mnd gebruik > 7.5 mg/dag corticosteroïden 4 M en V Fractuur doorgemaakt na het vijftigste levensjaar 4 V Leeftijd > 70 jaar 2 V Leeftijd > 60 jaar 1 V Heupfractuur bij een 1 e graads familielid 1 V Gewicht < 60 kg 1 V Ernstige immobiliteit 1 V Op basis van de gegevens uit de anamnese, het lichamelijk en aanvullend onderzoek probeert de huisarts tot slot onderscheid te maken tussen aspecifieke lage rugpijn, osteoporotische wervelinzakkingen, wervelpathologie en overige oorzaken. Richtlijnen beleid Bij patiënten met vragen zonder klachten is vooral voorlichting van belang (categorie 1). Bij categorie 2 patiënten (langdurig corticosteroïden gebruik) is gezien het hoge risico op osteoporotische fracturen preventieve medicamenteuze behandeling aangewezen. Bij categorie 3 (wervelfracturen) gaat het vooral om case-finding; het betreft hierbij (zie boven) patiënten met verdenking op osteoporose. Bij osteoporose is er naast een abnormale vermindering van de botdichtheid een verhoogd risico op fracturen. Voorlichting is van belang voor alle drie de categorieën patiënten. Ter preventie van osteoporotische fracturen richt de voorlichting zich op vermijden van inactiviteit of immobilisatie, op de voeding en op vitamine D deficiëntie. Geadviseerd wordt om inactiviteit en immobilisatie zoveel mogelijk te vermijden en een bij het individu passende wijze van lichaamsbeweging te stimuleren. De voeding dient voldoende calcium te bevatten, ten minste mg calcium (4 zuivelconsumpties) per dag. Suppletie van de voeding met extra vitamine-d wordt in deze standaard niet aanbevolen. Geadviseerd wordt regelmatig naar buiten te gaan en gedeelten van de huid aan het zonlicht bloot te stellen. Bij ouderen speelt valpreventie een grotere rol. De richtlijnen in de NHG standaard beogen vooral nieuwe fracturen te voorkómen. De aandacht richt zich hierbij sterk op het verminderen van valongevallen, omdat deze veelal voorafgaan aan een fractuur. Met name geldt dit voor hoogbejaarden. Veel aandacht richt zich in de NHG standaard op het navragen en waar mogelijk beïnvloeden van de risico s voor vallen (Elders et al., 2005). De KNGF beweegprogramma s onder fysiotherapeutische begeleiding kunnen een rol spelen bij de concrete invulling hiervan. In de standaard wordt gepleit voor een terughoudend beleid ten aanzien van het voorschrijven van benzodiazepines. Bij patiënten met ernstige mobiliteitsstoornissen, evenwichtsstoornissen of die herhaaldelijk vallen, zou de huisarts eventueel een verwijzing kunnen overwegen naar een fysiotherapeut of oefentherapeut bijvoorbeeld voor gerichte kracht- en balanstraining. Tevens dient de huisarts aandacht te hebben voor visusstoornissen en de patiënt te wijzen op factoren in en rondom het huis die het valrisico kunnen vergroten (verlichting, drempels).

17 TNO-rapport KvL/B&G / 68 Voor symptomatische medicamenteuze therapie kunnen een aantal medicijnen worden voorgeschreven, waaronder in eerste instantie paracetamol. Bij hevige pijn ten gevolge van een wervelfractuur kan kortdurend gebruik van een sterk werkende opiaatagonist als morfine (in combinatie met laxans) noodzakelijk zijn. Soms is bedrust onvermijdelijk. Het mobiliseren van de patiënt gebeurt volgens de richtlijn op geleide van de pijn, bij angstige patiënten eventueel ondersteunt door fysiotherapie. Preventieve medicamenteuze therapie kan bestaan uit calciumsuppletie; vitamine D suppletie; bisfosfonaten. Calciumsuppletie. Dit wordt gegeven bij gezonde personen die minder dan 2 zuivelconsumpties per dag gebruiken, bij patiënten die langer dan 3 maanden meer dan 7.5 mg corticosteroïden per dag of bisfosfonaten of vitamine D gaan gebruiken. Vitamine D suppletie. Bij personen die nooit in de buitenlucht komen of een vitamine D deficiëntie hebben kan vitamine D suppletie overwogen worden. Bisfosfonaten. Voor behandeling met bisfosfonaten komen in aanmerking: patiënten met een abnormaal verminderde botdichtheid die jonger zijn dan 70 jaar; personen met meerdere aangetoonde osteoporotische (wervel)fracturen; patiënten die meer dan 3 maanden corticosteroïden gebruiken in een dosering van tenminste 7,5 mg per dag. Mensen die aan dit profiel voldoen kunnen volgens deze standaard in aanmerking komen voor (tijdelijke) preventieve behandeling met het bisfosfonaat alendronaat. Gebruik van oestrogenen ter preventie bij postmenopauzale vrouwen wordt door deze standaard niet aanbevolen. Oestrogenen hebben weliswaar een gunstig effect op het fractuurrisico bij osteoporose, maar de gezondheidsrisico s zijn groter dan de voordelen. Volgens de NHG-standaard zou verwijzing aangewezen (kunnen) zijn bij de volgende patiënten: patiënten met fracturen ten gevolge van osteoporose op ongebruikelijk jonge leeftijd (vrouwen jonger dan 50 en mannen jonger dan 65 jaar), omdat dan een grote kans op osteoporose bestaat ten gevolge van een onderliggende afwijking; patiënten met een nieuwe wervelfractuur die is ontstaan tijdens de behandeling met bisfosfonaten en bij patiënten met hevige pijn ten gevolge van één of meer wervelfracturen en bij wie medicamenteuze behandeling en bedrust onvoldoende verlichting van de pijn geven (Elders et a., 2005) KNGF richtlijn Osteoporose De KNGF richtlijn Osteoporose (Smits-Engelsman et al., 2001) heeft als doel het informeren van fysiotherapeuten over osteoporose en met osteoporose samenhangende klachten en de wijze waarop deze te beïnvloeden zijn. De richtlijn is met name van toepassing op patiënten met primaire osteoporose. Bij het werken volgens deze richtlijn wordt verondersteld dat de fysiotherapeut een verwijzing van de huisarts of medisch specialist heeft gekregen. De invoering van de directe toegankelijkheid van fysiotherapeuten heeft plaatsgevonden na het verschijnen van de KNGF richtlijn Osteoporose. Directe toegankelijkheid is dus in de KNGF richtlijn nog niet verwerkt.

18 TNO-rapport KvL/B&G / 68 Rol van de fysiotherapeut De rol van de fysiotherapeut met osteoporose is volgens deze richtlijn drieledig: 1. het voorkomen van (nieuwe fracturen) door het verhogen van de bot mineraaldichtheid (BMD) en het verlagen van de valkans; 2. secundaire preventie van met osteoporose samenhangende klachten van het houdings- en bewegingsapparaat zoals een veranderde lichaamshouding (vergrote kyfose), verminderde spierkracht, verminderde balans, afgenomen mobiliteit van gewrichten of valangst, pijn (bijvoorbeeld tgv wervelfracturen) ; 3. het begeleiden van patiënten. Verschil doelstellingen KNGF richtlijn Osteoporose en KNGF Beweegprogramma osteoporose Het KNGF beweegprogramma osteoporose richt vooral op het activeren van inactieve mensen met een verminderde botmassa (met osteoporose). Het beweegprogramma richt zich op die patiënten waarvoor het ontwikkelen van een actieve leefstijl problematisch is. Het activeren van deze patiënten is gericht op het ontwikkelen van een actieve leefstijl (met accent op botbelasting en rekening houdend met de aandoening), het veranderen van het beweeggedrag om de gezondheid positief te beïnvloeden. Uit deze doelstellingen worden subdoelen afgeleid die zich kunnen richten op het geven van informatie en voorlichting, op het veranderen van attitude en het wegnemen van alle belemmeringen die het ontwikkelen van een actieve leefstijl in de weg staan. Richtpunten hierbij zijn het voldoen aan de beweegnormen (de Nederlandse Norm Gezond Bewegen en/of de fitnorm) en tevens het uitvoeren van andere vormen van lichaamsbeweging die een positief effect kunnen hebben op de botmassa (zie 5). Overigens zal het bereiken van de beweegnormen in de praktijk mogelijk niet voor alle patiënten haalbaar kunnen zijn. In dit geval wordt gestreefd naar een optimalisatie van het activiteitenpatroon. De KNGF richtlijn Osteoporose is opgesteld als behandelrichtlijn voor patiënten met osteoporose. Hierbij staan de bovenvermelde drie behandeldoelen centraal. De primaire aandachtsgebieden van de fysiotherapeutische behandeling zijn individuele behandeldoelen gericht op stoornissen, beperkingen en met name participatieproblemen van de patiënt. Volgens de KNGF (behandel)richtlijn Osteoporose dienen de patiënten na behandeling lichamelijk actief te blijven. In de praktijk blijkt dat niet voor alle patiënten haalbaar. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn. Ook zijn er patiënten die na verloop van tijd weer inactief worden. Deze patiënten kunnen instromen in het KNGF beweegprogramma osteoporose om een lichamelijk actieve leefstijl te ontwikkelen dan wel te onderhouden met steun van de fysiotherapeut (als dat in andere settings niet gerealiseerd kan worden). De KNGF richtlijn Osteoporose beschrijft specifieke behandeldoelen bij status na een (wervel)fractuur. Dit is een aandachtsgebied dat specifiek onder fysiotherapeutische behandeling valt en in de beweegprogramma s niet behandeld zal worden. In de praktijk kan dit betekenen dat de patiënten de uitvoering van de beweegprogramma s soms zullen moeten onderbreken bij het optreden van fracturen. Zij kunnen dan tijdelijk behandeld worden door de fysiotherapeut volgens de KNGF richtlijn waarbij individuele behandeldoelen meer op de voorgrond staan en vervolgens doorstromen naar een beweegprogramma osteoporose (in groepsverband werken aan een actieve leefstijl).

19 TNO-rapport KvL/B&G / 68 De reden van instroom en de doelen van de behandelrichtlijn en van de beweegprogramma s verschillen dus enigszins van elkaar. Ook zijn de doelgroepen niet identiek. Samenwerking met overige disciplines Redenen voor verwijzing van patiënten met osteoporose naar een fysiotherapeut zijn: Stoornissen en beperkingen op het gebied van het houdings- en bewegingsapparaat en bij immobiliteit; Een klinische (wervel)fractuur in de subacute fase, indien de patiënt de klachten na advisering door de arts onvoldoende zelfstandig oplost en indien de patiënt op meer begeleiding is aangewezen. Diagnostisch proces De fysiotherapeut behoort te onderzoeken welk(e) van de volgende probleemgebied(en) bij de patiënt op de voorgrond staat/staan: immobiliteit, verhoogd valrisico en/of status na een fractuur. Door middel van een anamnese wordt o.a. nagegaan of en waardoor de patiënt een verhoogd risico heeft op fracturen. Hiervoor is een checklist risicofactoren voor fracturen en vallen in de richtlijn opgenomen (zie tabel 1.2). Het onderzoek bestaat uit inspectie/observatie, palpatie en een lichamelijk onderzoek. Bij het eerste onderdeel bekijkt de fysiotherapeut of de houding van iemand aanleiding kan geven tot klachten. Bij het tweede onderdeel onderzoekt de fysiotherapeut de spier- en gewrichtsfunctie van de wervelkolom en functies/activiteiten die gerelateerd zijn aan de valkans. Hierbij wordt in de richtlijn het gebruik van meetinstrumenten aanbevolen. Op basis van een analyse stelt de fysiotherapeut een behandelplan op met als hoofddoel het voorkomen van fracturen. In de behandeling staan het begeleiden, waaronder informeren/adviseren en het oefenen en sturen van functies en activiteiten centraal. Tabel 1.2. Checklist voor risicofactoren voor fracturen en vallen (Smits-Engelsman et al., 2001) Verhoogd risico op fracturen Leeftijd > 55 jaar Een fractuur na het 50 e levensjaar (of aanwezig wervelfractuur) Familie: moeder heupfractuur Laag lichaamsgewicht (< 60 kg) Gebruik corticosteroïden (> 7.5 mg/d) Visusstoornissen Ernstige immobilisatie Verhoogde valkans Medicijngebruik: antidepressiva, sedativa etc. Cognitieve stoornissen ( score op Mini Mental State Examination < 24) Therapeutisch proces In de richtlijn worden een aantal aandachtspunten genoemd voor de behandeling c.q. begeleiding van osteoporose patiënten zoals het belang van het zelfstandig blijven bewegen van de patiënt. Het doel van de patiënt informeren/adviseren (over medicatie, veilig bewegen, risico s in de thuissituatie en leren omgaan met pijn) is volgens deze richtlijn de patiënt inzicht geven in het ziektebeeld van osteoporose, de gevaren van immobiliteit, de risicofactoren voor vallen en het voorkomen van vallen. Bij het oefenen/sturen van functies en activiteiten wordt onderscheid gemaakt tussen drie

20 TNO-rapport KvL/B&G / 68 probleemgebieden: 1. (dreigende) immobiliteit, 2. verhoogd valrisico en 3. status na een (wervel)fractuur. 1. Volgens de richtlijn behoren de behandeldoelen bij (dreigende) immobiliteit te zijn: het stimuleren van (osteogene) lichamelijke activiteit van de patiënt; het komen tot een actieve leefstijl; vermindering/opheffing van stoornissen en beperkingen die de immobiliteit veroorzaken of in stand houden. Benadrukt wordt dat de intensiteit van de lichamelijke activiteit afhankelijk is van het individuele basisniveau en uiteen kan lopen van wandelen, tuinieren en fietsen tot diverse duursporten en fitness. Het doel is de activiteiten in te bouwen in ADL, vrije tijd en sport. 2. Volgens de richtlijn behoren de behandeldoelen bij een verhoogd valrisico te zijn: het verminderen van het valrisico door het verminderen en opheffen van de stoornissen en beperkingen. Voorbeelden die in de richtlijn genoemd worden waar de behandeling zich op kan richten zijn: het vergroten van de spierfunctie, het vergroten van de mobiliteit van de gewrichten, het oefenen van verschillende val- en struikelstrategieën en het inbouwen van extensieoefeningen ten behoeve van een goede houding. In de richtlijn worden de volgende aandachtspunten genoemd met betrekking tot de wijze waarop oefeningen uitgevoerd dienen te worden: Er moet sprake zijn van een relatief hoge botbelasting (d.w.z. 50% hoger dan in de afgelopen periode); Dynamische oefenvormen met gebruikmaking van het eigen lichaamsgewicht en de zwaartekracht geven een hoge botbelasting; Omdat trainingseffecten specifiek zijn moeten in ieder geval de wervelkolom, heupen en polsen belast worden; Spierversterkende oefeningen hebben ook een osteogeen effect bij een belasting van 60-80% van de maximale spierkracht; De frequentie en duur van het bewegingsprogramma zijn afhankelijk van het doel van de training: voor verbetering van de botmassa: dagelijks trainen met een korte duur (5 min) en een hoge botbelasting met enkele herhalingen; voor verbetering van het algemene uithoudingsvermogen: trainingsduur van minimaal 30 minuten, een lage intensiteit (60-70% van de maximale hartfrequentie) en veel herhalingen. 3. Volgens de richtlijn behoren de behandeldoelen bij een status na een (wervel)fractuur te zijn: het behouden of herwinnen van de zelfstandigheid door het verminderen van de stoornissen en beperkingen die tengevolge van de fractuur zijn ontstaan; het stimuleren van het uitvoeren van activiteiten binnen het dagelijks leven (ADL activiteiten). De behandeling zou zich volgens de richtlijn moeten richten op de specifieke stoornissen en beperkingen die bij de individuele patiënt beperkingen en/of participatieproblemen veroorzaken of in stand houden, het stimuleren van lichamelijke activiteiten (zie probleemgebied 1) en het verminderen van de valkans (zie probleemgebied 2).

Fysiotherapie bij osteoporose Digna de Kam Fysiotherapeut/ Bewegingswetenschapper

Fysiotherapie bij osteoporose Digna de Kam Fysiotherapeut/ Bewegingswetenschapper Fysiotherapie bij osteoporose Digna de Kam Fysiotherapeut/ Bewegingswetenschapper Digna.dekam@radboudumc.nl Programma Inleiding Osteoporose De rol van de fysiotherapeut bij osteoporose KNGF behandelrichtlijn

Nadere informatie

TWA Osteoporose, fractuur- en valpreventie Apeldoornse Standaard Revisie 2013

TWA Osteoporose, fractuur- en valpreventie Apeldoornse Standaard Revisie 2013 TWA Osteoporose, fractuur- en valpreventie Apeldoornse Standaard Revisie 2013 Deze transmurale werkafspraak betreft de volgende categorieën patiënten patiënten die vragen hebben over osteoporose, zonder

Nadere informatie

Osteoporose Botontkalking Hou je je broze botten heel? Vakgroep Reumatologie P. van Oijen, reumatoloog J. van der Donk, osteoporoseverpleegkundige

Osteoporose Botontkalking Hou je je broze botten heel? Vakgroep Reumatologie P. van Oijen, reumatoloog J. van der Donk, osteoporoseverpleegkundige Osteoporose Botontkalking Hou je je broze botten heel? Vakgroep Reumatologie P. van Oijen, reumatoloog J. van der Donk, osteoporoseverpleegkundige Wat is botontkalking? Definitie osteoporose Een systemische

Nadere informatie

H.366781.0614. Osteoporose (bij behandeling voor borstkanker)

H.366781.0614. Osteoporose (bij behandeling voor borstkanker) H.366781.0614 Osteoporose (bij behandeling voor borstkanker) 2 Inleiding U wordt behandeld voor borstkanker, dit heeft invloed op uw botverlies. U krijgt praktische tips om uw botten gezond te houden.

Nadere informatie

Richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie Nederlandse Vereniging voor Reumatologie Derde herzien druk, 2011

Richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie Nederlandse Vereniging voor Reumatologie Derde herzien druk, 2011 Richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie Nederlandse Vereniging voor Reumatologie Derde herzien druk, 2011 Stroomdiagram van diagnostiek,behandeling en follow-up bij patiënten van 50 jaar en ouder met

Nadere informatie

Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik

Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik 101-106 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 27 mei 2013

Nadere informatie

Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik

Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik 101-106 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 27 mei 2013

Nadere informatie

Botontkalking. Osteoporose

Botontkalking. Osteoporose Botontkalking Osteoporose 2 In Nederland hebben ongeveer 850.000 mensen osteoporose. Osteoporose komt zowel bij mannen als vrouwen voor. Veel mensen weten niet dat zij osteoporose hebben, omdat dit niet

Nadere informatie

VAN HARTE WELKOM. Niet vallen maar opstaan. Zo lang mogelijk zelfredzaam zijn Anne Wipkink

VAN HARTE WELKOM. Niet vallen maar opstaan. Zo lang mogelijk zelfredzaam zijn Anne Wipkink VAN HARTE WELKOM Niet vallen maar opstaan Zo lang mogelijk zelfredzaam zijn Anne Wipkink INHOUD PRESENTATIE Definitie Osteoporose en Artrose Osteoporose - oorzaak - gevolg - wat kun je zelf doen? - suppletieadvies

Nadere informatie

Fractuur- en Osteoporose Polikliniek

Fractuur- en Osteoporose Polikliniek Fractuur- en Osteoporose Polikliniek 1 Patiënten van 50 jaar en ouder die in ons ziekenhuis behandeld worden voor een botbreuk kunnen zich laten onderzoeken op osteoporose (botontkalking). Opsporing en

Nadere informatie

Reumatologie/Chirurgie/Orthopedie/Interne Osteopenie en/of osteoporose

Reumatologie/Chirurgie/Orthopedie/Interne Osteopenie en/of osteoporose Reumatologie/Chirurgie/Orthopedie/Interne Osteopenie en/of osteoporose Inleiding Botopbouw Bot is levend materiaal; het wordt voordurend afgebroken en opgebouwd. Cellen met de naam osteoclasten breken

Nadere informatie

Inleiding. Wat is osteopenie? Hoe ontstaat osteopenie?

Inleiding. Wat is osteopenie? Hoe ontstaat osteopenie? Osteopenie Inleiding U heeft de uitslag van de botdichtheidsmeting (= botdensitometrie) ontvangen van de osteoporoseverpleegkundige. Uit de botdichtheidsmeting is gebleken dat u osteopenie heeft. De uitslag

Nadere informatie

Jackelien Van Laere Dienst Orthopedie en Traumatologie Universitair ziekenhuis Gent. Belang van fysiotherapie - revalidatie

Jackelien Van Laere Dienst Orthopedie en Traumatologie Universitair ziekenhuis Gent. Belang van fysiotherapie - revalidatie Jackelien Van Laere Dienst Orthopedie en Traumatologie Universitair ziekenhuis Gent Belang van fysiotherapie - revalidatie Mijn link met osteoporose Dienst traumatologie VKO Arbeidsongevallen Na val Spontane

Nadere informatie

Osteoporose en een chronische longziekte (COPD)

Osteoporose en een chronische longziekte (COPD) COPD en Osteoporose Wat is osteoporose? Osteoporose is ook bekend onder de naam botontkalking. Het is een aandoening waarbij de botafbraak sneller gaat dan de botaanmaak. Hierbij verdwijnt er kalk uit

Nadere informatie

Botbreuk en botontkalking (osteoporose)

Botbreuk en botontkalking (osteoporose) Botbreuk en botontkalking (osteoporose) Op dit moment wordt u vanwege een botbreuk behandeld in het Radboudumc. Uit onderzoek blijkt dat bij vrouwen ouder dan 50 jaar en mannen ouder dan 65 jaar die een

Nadere informatie

Osteoporose. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Osteoporose. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Osteoporose Uw behandelend arts heeft bij u osteoporose (botontkalking) vastgesteld of wil laten onderzoeken of u osteoporose hebt. In deze folder leest u wat osteoporose is, hoe het ontstaat en wat de

Nadere informatie

Botbreuken en osteoporose. Nucleaire geneeskunde

Botbreuken en osteoporose. Nucleaire geneeskunde Botbreuken en osteoporose Nucleaire geneeskunde imelda omringt u met zorg 2 Nota s Inhoud Welkom. 4 Wat is osteoporose? 5 Wat zijn de gevolgen van osteoporose? 7 Hoe wordt de diagnose gesteld? 8 Wat is

Nadere informatie

Osteoporose: de feiten

Osteoporose: de feiten Reinier de Graaf Groep Osteoporose: de feiten Dieu Donne Niesten Orthopedisch chirurg RdGG CBO richtlijn 2011 Osteoporose is een chronische aandoening die in hoofdzaak bij ouderen voorkomt Mede als gevolg

Nadere informatie

Osteopenie. Chirurgie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Osteopenie. Chirurgie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op Osteopenie Chirurgie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft de uitslag van de botdichtheidsmeting (botdensitometrie) ontvangen van de physician assistant traumachirurgie.

Nadere informatie

Infobrochure. Wat is osteoporose? Geriatrisch dagziekenhuis T mensen zorgen voor mensen

Infobrochure. Wat is osteoporose? Geriatrisch dagziekenhuis T mensen zorgen voor mensen Infobrochure Wat is osteoporose? Geriatrisch dagziekenhuis T. 011 826 394 mensen zorgen voor mensen Titel Wat is osteoporose? Osteoporose, soms ook botontkalking genoemd, is een aandoening van het skelet

Nadere informatie

Beschrijving van osteoporose... 1. Verschijnselen van osteoporose... 1. Risicofactoren voor osteoporose... 2. Diagnose stellen bij osteoporose...

Beschrijving van osteoporose... 1. Verschijnselen van osteoporose... 1. Risicofactoren voor osteoporose... 2. Diagnose stellen bij osteoporose... Osteoporose Inhoudsopgave Beschrijving van osteoporose... 1 Verschijnselen van osteoporose... 1 Risicofactoren voor osteoporose... 2 Diagnose stellen bij osteoporose... 3 Preventie van / leefregels bij

Nadere informatie

Botontkalking. Osteoporose

Botontkalking. Osteoporose Botontkalking Osteoporose 2 Informatie voor vrouwen van 50 jaar of ouder en mannen van 65 jaar of ouder die een botbreuk hebben en behandeld worden op afdeling orthopedie Op dit moment wordt u in het CWZ

Nadere informatie

Osteoporose en botdichtheidsmeting (Dexa)

Osteoporose en botdichtheidsmeting (Dexa) Osteoporose en botdichtheidsmeting (Dexa) Osteoporose en botdichtheidsmeting (DExa) Osteoporose of botontkalking is een aandoening waarbij botten dunner en zwakker worden, waardoor botbreuken gemakkelijk

Nadere informatie

Osteoporose verpleegkundigen

Osteoporose verpleegkundigen Osteoporose verpleegkundigen Belinda Wardenaar Annemie de Vroe - Roothaert 1 ETZ zorgpad osteoporose Huidige zorgpad in ETZ: Oproep screening na fractuur vanaf 50-jarige leeftijd: brief - dexa folder -

Nadere informatie

Reumatologie Chirurgie Orthopedie Interne Urologie OSTEOPENIE EN/OF OSTEOPOROSE

Reumatologie Chirurgie Orthopedie Interne Urologie OSTEOPENIE EN/OF OSTEOPOROSE Reumatologie Chirurgie Orthopedie Interne Urologie OSTEOPENIE EN/OF OSTEOPOROSE BOTOPBOUW Bot is levend materiaal; het wordt voordurend afgebroken en opge bouwd. Cellen met de naam osteoclasten breken

Nadere informatie

KNGF-standaard. Beweeginterventie osteoporose

KNGF-standaard. Beweeginterventie osteoporose KNGF-standaard Beweeginterventie osteoporose KNGF-standaard Beweeginterventie osteoporose Auteurs B.C.M. Smits-Engelsman D. de Kam M.W.A. Jongert De KNGF-standaard Beweeginterventie osteoporose is een

Nadere informatie

Osteopenie Uitleg en leefstijladviezen.

Osteopenie Uitleg en leefstijladviezen. Osteopenie Uitleg en leefstijladviezen www.nwz.nl Inhoud Wat is osteopenie? 3 Wie krijgen osteopenie? 3 Hoe ontstaat osteopenie? 4 Hoe weet u of u osteopenie heeft? 6 Uw vragen 7 2 Bij het ouder worden,

Nadere informatie

Osteoporose profylaxe bij 80+

Osteoporose profylaxe bij 80+ Osteoporose profylaxe bij 80+ Emilie Gieling, AIOS Ziekenhuisfarmacie, CWZ Prof. Dr. Joop van den Bergh, internist-endocrinoloog, VieCurie MC Noord-Limburg, Maastricht UMC & UHasselt België (potentiële)

Nadere informatie

Osteoporose. Osteoporose, wat is dat?

Osteoporose. Osteoporose, wat is dat? Osteoporose Osteoporose betekent letterlijk poreus bot of bot met gaten en wordt ook wel botontkalking genoemd. Het is de meest voorkomende stofwisselingsziekte van de botten, waarbij steeds meer botmassa

Nadere informatie

Osteoporose. informatiebrochure voor patiënten en familie. Imeldaziekenhuis

Osteoporose. informatiebrochure voor patiënten en familie. Imeldaziekenhuis Osteoporose informatiebrochure voor patiënten en familie Imeldaziekenhuis imelda omringt u met zorg Inhoud Wat is osteoporose? 3 De symptomen 3 Wat zijn de risicofactoren? 4 Preventie 5 Behandeling 8 Therapietrouw

Nadere informatie

Osteoporose VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? VRAAG HET UW APOTHEKER

Osteoporose VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? VRAAG HET UW APOTHEKER Osteoporose WAT IS OSTEOPOROSE WAT VERGROOT DE KANS OP OSTEOPOROSE GEVOLGEN VAN OSTEOPOROSE MEDICIJNEN BIJ OSTEOPOROSE WAT KUNT U ZELF DOEN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN ADVIES IN EEN PERSOONLIJK GESPREK

Nadere informatie

Sarcoïdose. & botontkalking

Sarcoïdose.  & botontkalking Sarcoïdose & botontkalking Botproblemen bij sarcoïdose kunnen ontstaan door de ziekte zelf en door langdurig medicijngebruik. Beide kunnen leiden tot botontkalking. www.sarcoidose.nl Wat zijn botten? Het

Nadere informatie

PATIËNTENFOLDER Wervelkolomcentrum Behandeling osteoporose

PATIËNTENFOLDER Wervelkolomcentrum Behandeling osteoporose PATIËNTENFOLDER Wervelkolomcentrum Behandeling osteoporose Inleiding In verband met een botbreuk, bent u onder behandeling op de polikliniek orthopedie van ACIBADEM International Medical Center. Aanvullend

Nadere informatie

Meer informatie Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u contact opnemen met de specialist die uw osteoporose behandelt.

Meer informatie Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u contact opnemen met de specialist die uw osteoporose behandelt. Osteoporose Inleiding Osteoporose is een veel voorkomende aandoening die beter bekend staat als 'botontkalking'. 'Os' betekent bot en 'porose' betekent poreus, bros. Door allerlei oorzaken kan de hoeveelheid

Nadere informatie

Fractuur- en osteoporosespreekuur

Fractuur- en osteoporosespreekuur Fractuur- en osteoporosespreekuur HET FRACTUUR- EN OSTEOPOROSESPREEKUUR Het Kennemer Gasthuis(KG) heeft een spreekuur waar patiënten ouder dan 50 jaar met een botbreuk gecontroleerd kunnen worden op osteoporose.

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Osteoporose. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Jaargang 121 Nummer 2 2011

KNGF-richtlijn Osteoporose. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Jaargang 121 Nummer 2 2011 KNGF-richtlijn Osteoporose Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Jaargang 121 Nummer 2 2011 KNGF-richtlijn Osteoporose Praktijkrichtlijn Onder redactie van: B.C.M. Smits-Engelsman

Nadere informatie

Osteopenie. Uitleg en leefstijladviezen. Afdeling Interne geneeskunde

Osteopenie. Uitleg en leefstijladviezen. Afdeling Interne geneeskunde Osteopenie Uitleg en leefstijladviezen Afdeling Interne geneeskunde Wat is osteopenie? Osteopenie betekent dat de botdichtheid verminderd is. Botten bestaan onder andere uit calcium (kalk), fosfor, merg

Nadere informatie

OSTEOPOROSE Informatie voor patiënten

OSTEOPOROSE Informatie voor patiënten OSTEOPOROSE Informatie voor patiënten Diagnostiek van osteoporose en het verbeteren van de therapietrouw bij patiënten met osteoporose na een recente fractuur Wat als u nog vragen heeft? Mocht u na het

Nadere informatie

Uw onderzoek op de osteoporosepolikliniek

Uw onderzoek op de osteoporosepolikliniek Chirurgie/Orthopedie/Endocrinologie Patiënteninformatie Uw onderzoek op de osteoporosepolikliniek U ontvangt deze informatie, omdat u een onderzoek naar botontkalking krijgt op onze osteoporosekliniek.

Nadere informatie

Osteoporose Nog vragen? Patiëntenorganisaties Osteoporose Vereniging Is preventief onderzoek nuttig? Wat zijn de klachten?

Osteoporose Nog vragen? Patiëntenorganisaties Osteoporose Vereniging Is preventief onderzoek nuttig? Wat zijn de klachten? Osteoporose Osteoporose Osteoporose is ook bekend onder de naam botontkalking. Het is een aandoening waarbij de botafbraak sneller gaat dan de botaanmaak. Hierbij verdwijnt er kalk uit de botten en de

Nadere informatie

Wat is osteoporose? Loopt u risico op osteoporose? Doe de test!

Wat is osteoporose? Loopt u risico op osteoporose? Doe de test! Wat is osteoporose? Loopt u risico op osteoporose? Doe de test! ASZ Info De Eén-minuut Osteoporose Risicotest Wat u niet kunt wijzigen: uw familiale geschiedenis 1. Is er osteoporose vastgesteld bij een

Nadere informatie

Inhoud workshop. BONE workshop. calcium. Voeding-Leefstijl. calcium. calcium. Calcium Vitamine D Oefenen met FRAX Casus 1 Casus 2 Casus 3

Inhoud workshop. BONE workshop. calcium. Voeding-Leefstijl. calcium. calcium. Calcium Vitamine D Oefenen met FRAX Casus 1 Casus 2 Casus 3 Inhoud workshop BONE workshop Voeding Leefstijladvies FRAX DEXAscan Calcium Vitamine D Oefenen met FRAX Casus 1 Casus 2 Casus 3 Voeding-Leefstijl Calcium 1000-1200 mg/dag (=4-5 EH/dag) Voeding of suppletie

Nadere informatie

Osteoporose. informatiebrochure voor patiënten en familie. Imeldaziekenhuis

Osteoporose. informatiebrochure voor patiënten en familie. Imeldaziekenhuis Osteoporose informatiebrochure voor patiënten en familie Imeldaziekenhuis imelda omringt u met zorg Inhoud Wat is osteoporose? 3 De symptomen 3 Wat zijn de risicofactoren? 4 Preventie 5 Behandeling 8 Therapietrouw

Nadere informatie

Osteoporose en botdichtheidsmeting

Osteoporose en botdichtheidsmeting Osteoporose en botdichtheidsmeting en de behandeling van osteoporose Wat is osteoporose? Osteoporose of botontkalking is terugloop van de sterkte van het botweefsel. Het ontstaat doordat er minder kalkhoudend

Nadere informatie

Osteoporose in de praktijk

Osteoporose in de praktijk Osteoporose in de praktijk 29 januari 2019 Hannah C.M. van Loon Internist-endocrinoloog Osteoporose Programma: Inleiding met casus Waarom behandeling? Effect van orale bi(s)fosfonaten Reden voor switch

Nadere informatie

Valproblematiek in de eerste en tweede lijn. Dr Marielle Emmelot-Vonk Klinisch geriater Geriatrie UMC Utrecht m.h.emmelotvonk@umcutrecht.

Valproblematiek in de eerste en tweede lijn. Dr Marielle Emmelot-Vonk Klinisch geriater Geriatrie UMC Utrecht m.h.emmelotvonk@umcutrecht. Valproblematiek in de eerste en tweede lijn Dr Marielle Emmelot-Vonk Klinisch geriater Geriatrie UMC Utrecht m.h.emmelotvonk@umcutrecht.nl Het komt vaak voor Het heeft belangrijke gevolgen Balans en veroudering

Nadere informatie

Het Osteoporose Formularium. 1 e editie. een praktische leidraad

Het Osteoporose Formularium. 1 e editie. een praktische leidraad Het Osteoporose Formularium 1 e editie een praktische leidraad Deze uitgave wordt mede mogelijk gemaakt door: en binnen ATC hoofdklasse M. NB: Het voorschrijven van geneesmiddelen geschiedt onder de exclusieve

Nadere informatie

1 Epidemiologie en case finding

1 Epidemiologie en case finding 1 Epidemiologie en case finding Postmenopauzale osteoporose is de meest voorkomende metabole botziekte. Volgens recente gegevens van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft 17% van

Nadere informatie

Casus 3: Osteoporotische Indeukingsfractuur JEF MICHIELSEN

Casus 3: Osteoporotische Indeukingsfractuur JEF MICHIELSEN Casus 3: Osteoporotische Indeukingsfractuur JEF MICHIELSEN Osteoporotische indeukingsfractuur 60 jarige alleenstaande dame Plotse pijn in de dorso-lumbale wervelzuil Normaal klinisch onderzoek Geen voorgeschiedenis

Nadere informatie

KNGF-richtlijn. Osteoporose. Osteoporose. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. Jaargang 115 / nummer 1 / 2005

KNGF-richtlijn. Osteoporose. Osteoporose. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. Jaargang 115 / nummer 1 / 2005 Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Jaargang 115 / nummer 1 / 2005 KNGF-richtlijn Osteoporose Osteoporose Inhoudsopgave Praktijkrichtlijn 3 Inleiding 3 I Diagnostisch proces 5

Nadere informatie

Calcium + Vitamine D3:

Calcium + Vitamine D3: INCLUSIEF RICHTLIJNEN Calcium + Vitamine D3: O S T E O P O R O S E Inleiding Osteoporose is de medische aanduiding voor mensen bij wie de botafbraak (botontkalking) al een geruime tijd sneller gaat dan

Nadere informatie

Mevrouw B., 72 jaar, komt bij u omdat ze in de Libelle iets heeft gelezen over botontkalking.

Mevrouw B., 72 jaar, komt bij u omdat ze in de Libelle iets heeft gelezen over botontkalking. Casusschets 1 Mevrouw B., 72 jaar, komt bij u omdat ze in de Libelle iets heeft gelezen over botontkalking. Vraag 1: welke anamnestische punten zijn van belang om al dan niet tot een DEXA over te gaan?

Nadere informatie

Osteopenie. Uitleg en leefstijladviezen. mca.nl

Osteopenie. Uitleg en leefstijladviezen. mca.nl Osteopenie Uitleg en leefstijladviezen mca.nl Inhoudsopgave Wat is osteopenie? 3 Wie krijgen osteopenie? 3 Hoe ontstaat osteopenie? 3 Hoe weet u of u osteopenie heeft? 5 Uw vragen 6 Notities 7 Colofon

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Fysiotherapie en osteoporose: aansluiting bij bestaande richtlijnen?

KNGF-richtlijn Fysiotherapie en osteoporose: aansluiting bij bestaande richtlijnen? KNGF-richtlijn Fysiotherapie en osteoporose: aansluiting bij bestaande richtlijnen? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp, hoogleraar Paramedische Zorg, Centre for Quality of Care Research, UMC St Radboud, Nijmegen;

Nadere informatie

sterke botten bij borstkanker Hoe houd ik mijn botten gezond?

sterke botten bij borstkanker Hoe houd ik mijn botten gezond? sterke botten bij borstkanker Hoe houd ik mijn botten gezond? 2 3 U wordt behandeld voor borstkanker. In deze uitgave krijgt u informatie over de invloed van de behandeling op de gezondheid van uw botten,

Nadere informatie

Een tekort aan botmassa Osteopenie. Osteoporose poli

Een tekort aan botmassa Osteopenie. Osteoporose poli 00 Een tekort aan botmassa Osteopenie Osteoporose poli Wat is osteopenie? Osteopenie is het voorstadium van osteoporose (botontkalking). Letterlijk betekent het: minder bot. Dat wil niet zeggen dat u te

Nadere informatie

Botontkalking. Albert Schweitzer ziekenhuis oktober 2014 pavo 0298

Botontkalking. Albert Schweitzer ziekenhuis oktober 2014 pavo 0298 Botontkalking Albert Schweitzer ziekenhuis oktober 2014 pavo 0298 Inleiding U heeft van de arts gehoord dat u (mogelijk) botontkalking heeft. De medische benaming voor botontkalking is osteoporose. In

Nadere informatie

Gezond tot op het bot, over botontkalking en botbreuken

Gezond tot op het bot, over botontkalking en botbreuken Gezond tot op het bot, over botontkalking en botbreuken Uw voordelen? Leefstijladviezen voor stevige botten Vitamine D-advies Hulp bij stoppen met roken Begeleiding bij medicijngebruik Een persoonlijk

Nadere informatie

DSD Nederland 2013. Inhoud. Botweefsel. Botweefsel. Botweefsel. Botweefsel en lengtegroei. Botmineraaldichtheid bij DSD patienten Reden tot zorg?

DSD Nederland 2013. Inhoud. Botweefsel. Botweefsel. Botweefsel. Botweefsel en lengtegroei. Botmineraaldichtheid bij DSD patienten Reden tot zorg? DSD Nederland 2013 Botmineraaldichtheid bij DSD patienten Reden tot zorg? A. Hoek, gynaecoloog Sectie Voortplantingsgeneeskunde UMCG, Groningen Inhoud Calcium en Vitamine D, leefstijl Botmineraaldichtheid

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Osteoporose. Botontkalking

PATIËNTEN INFORMATIE. Osteoporose. Botontkalking PATIËNTEN INFORMATIE Osteoporose Botontkalking 2 PATIËNTENINFORMATIE Wat is osteoporose? Osteoporose wordt ook wel botontkalking genoemd. Als u osteoporose heeft worden uw botten erg broos en kunnen dan

Nadere informatie

Inleiding. Wat is osteoporose?

Inleiding. Wat is osteoporose? Botontkalking Inleiding U heeft van de arts gehoord dat u (mogelijk) botontkalking heeft. De medische benaming voor botontkalking is osteoporose. In deze folder leest u meer over osteoporose. Wat is osteoporose?

Nadere informatie

Bewegingsapparaat bij het ouder worden

Bewegingsapparaat bij het ouder worden Meer leren over lichaam en gezondheid Bewegingsapparaat bij het ouder worden Sandrine Bours Reumatoloog MUMC+ Agenda Inleiding Osteoporose Artrose Artritis Reumatoïde artritis Jicht Inleiding Skelet nodig

Nadere informatie

Osteopenie. VFA VFA is een moderne DEXA methode. Deze methode geeft naast de botdichtheid ook informatie over de wervelstructuur.

Osteopenie. VFA VFA is een moderne DEXA methode. Deze methode geeft naast de botdichtheid ook informatie over de wervelstructuur. Osteopenie U bent in ons ziekenhuis onder behandeling geweest voor een breuk in een van uw botten. Omdat gebleken is dat mensen van uw leeftijd met een botbreuk vaak osteopenie (tekort aan botmassa) of

Nadere informatie

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Fysiotherapie na acceleratie

Nadere informatie

Botontkalking. Chirurgie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Botontkalking. Chirurgie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op Botontkalking Chirurgie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft van de arts gehoord dat u (mogelijk) botontkalking heeft. De medische benaming voor botontkalking

Nadere informatie

Behandeling van osteoporotische polsfracturen

Behandeling van osteoporotische polsfracturen Behandeling van osteoporotische polsfracturen Fragility Fracture Care Gerald Kraan Orthopedisch Chirurg Lindenhof 2014 Definitie Osteoporose systemische aandoening skelet lage botmassa toegenomen risico

Nadere informatie

Chapter 8. Summary in Dutch / Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Summary in Dutch / Nederlandse samenvatting Chapter 8 Summary in Dutch / Nederlandse samenvatting Summary in Dutch Wervelfracturen bij geriatrische patienten: prevalentie en klinische relevantie. Inleiding Dit proefschrift is ontstaan met als doel

Nadere informatie

Osteopenie. Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen.

Osteopenie. Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Osteopenie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Wat is osteopenie? 1 Wat zijn de oorzaken en gevolgen van osteopenie? 1 Heb ik osteopenie? 2 Betekenis hoogte T- score 2 Osteoporose voorkomen

Nadere informatie

De osteoporosespolikliniek

De osteoporosespolikliniek De osteoporosespolikliniek De Osteoporosepolikliniek Patiënten van 50 jaar en ouder die met een botbreuk op de spoedeisende hulp (SEH) van het St. Anna Ziekenhuis komen, krijgen binnen 3 maanden een uitnodiging

Nadere informatie

Osteopenie. Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Wat is osteopenie? Wat zijn de gevolgen van osteopenie? Oorzaak van osteopenie

Osteopenie. Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Wat is osteopenie? Wat zijn de gevolgen van osteopenie? Oorzaak van osteopenie Osteopenie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Inhoudsopgave 1 Wat is osteopenie? 1 Wat zijn de gevolgen van osteopenie? 1 Oorzaak van osteopenie 1 Wie krijgen er last van osteopenie?

Nadere informatie

H Botontkalking (osteoporose)

H Botontkalking (osteoporose) H.40058.0318 Botontkalking (osteoporose) Inleiding Een botbreuk, met name na het vijftigste levensjaar kan wijzen op botontkalking (osteoporose). Door een snelle behandeling kan het risico op een nieuwe

Nadere informatie

Mevrouw B., 72 jaar, komt bij u omdat ze in de Libelle iets heeft gelezen over botontkalking.

Mevrouw B., 72 jaar, komt bij u omdat ze in de Libelle iets heeft gelezen over botontkalking. Casusschets 1 Mevrouw B., 72 jaar, komt bij u omdat ze in de Libelle iets heeft gelezen over botontkalking. Vraag 1: welke anamnestische punten zijn van belang om al dan niet tot een DEXA over te gaan?

Nadere informatie

Polikliniek voor Fractuurpreventie en Osteoporose

Polikliniek voor Fractuurpreventie en Osteoporose U heeft een afspraak op de polikliniek voor Fractuurpreventie en Osteoporose van het Erasmus MC omdat u een botbreuk (fractuur) heeft opgelopen. Het kan zijn dat er sprake is van botontkalking (osteoporose).

Nadere informatie

Fractuur en Osteoporosepolikliniek. Berthina van de Wardt, Verpleegkundige

Fractuur en Osteoporosepolikliniek. Berthina van de Wardt, Verpleegkundige Fractuur en Osteoporosepolikliniek Berthina van de Wardt, Verpleegkundige B.H.E.vandewardt@umcutrecht.nl 14-02-2013 Inhoud Ontstaan F&O polikliniek Bestaansrecht F&O polikliniek Doel van de F&O polikliniek

Nadere informatie

Osteoporose en Botdichtheidsmeting

Osteoporose en Botdichtheidsmeting Osteoporose en Botdichtheidsmeting Botontkalking en onderzoek hiernaar Wat is osteoporose? Osteoporose wordt ook wel botontkalking genoemd. Het is een aandoening waarbij de botten dunner en zwakker worden

Nadere informatie

Kom naar buiten en hou je Fit. Kom naar buiten en hou je Fit

Kom naar buiten en hou je Fit. Kom naar buiten en hou je Fit Fifty + Fifty + Kom naar buiten en hou je Fit Kom naar buiten en hou je Fit IJSLANDER heeft in samenwerking met Top Health Partners (THP) een lijn bewegingstoestellen voor ouderen ontwikkeld voor in de

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur

Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur NISB ontwikkelt de BeweegKuur met subsidie van het ministerie van VWS en in samenwerking met NHG, LVG, NVDA, KNGF, LHV,

Nadere informatie

ziekenhuis polikliniek ZorgSaam

ziekenhuis polikliniek ZorgSaam werken fractuur- bij en osteoporose divisie ziekenhuis polikliniek ZorgSaam 1 2 Botdichtheidsmeting: waarom en voor wie? Botbreuken bij mensen ouder dan 50 jaar zijn vaak het gevolg van te weinig bot (osteoporose).

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32551 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32551 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32551 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Krol, Charlotte Georgette Title: Pitfalls in the diagnosis and management of skeletal

Nadere informatie

Whitepaper aspecifieke lage rugpijn. Martijn Groot, orthopedisch manueel therapeut Daniel Righard, master manueel therapeut i.o.

Whitepaper aspecifieke lage rugpijn. Martijn Groot, orthopedisch manueel therapeut Daniel Righard, master manueel therapeut i.o. Whitepaper aspecifieke lage rugpijn Martijn Groot, orthopedisch manueel therapeut Daniel Righard, master manueel therapeut i.o. (co-writer) Inhoud Inleiding De praktijk Het trainingsprogramma De ervaringen

Nadere informatie

Niets aan de hand toch

Niets aan de hand toch Niets aan de hand toch (Kinder-) Manuele Therapie Psychologie Nek- en hoofdpijn bij kinderen en jongeren met NAH Presentatie BAW 'Niets aan de hand toch' Opbouw van de Presentatie Verzoek aan jullie Vraagstelling

Nadere informatie

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014 Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014 Uitgangspunten: Beweeginterventies zijn het geheel van activiteiten dat tot doel heeft een bijdrage te leveren aan het voorkomen,

Nadere informatie

Botontkalking. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Botontkalking. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op Botontkalking Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft van de arts gehoord dat u (mogelijk) botontkalking heeft. De medische benaming voor botontkalking is osteoporose.

Nadere informatie

REUMATHOLOOG. Hilde Beulens

REUMATHOLOOG. Hilde Beulens REUMATHOLOOG Hilde Beulens Verzamelnaam Er bestaan meer dan 200 reumatische aandoeningen. 1 op de 5 Belgen heeft reumatische klachten. 1 op 1000 kinderen in België lijdt aan kinderreuma. 1/3de van de bevolking

Nadere informatie

Beweegprogramma ms in de eerste en tweede lijn

Beweegprogramma ms in de eerste en tweede lijn Beweegprogramma ms in de eerste en tweede lijn Carien Linders v.d. Lijcke fysiotherapeut PMC Heusdenhout, Breda lid NAHFysioNet Hoe ontstaan? Als opdracht voor cursus Neurorevalidatie... Aanvulling van

Nadere informatie

Behandeling van osteoporose (botontkalking) Afdeling Interne geneeskunde

Behandeling van osteoporose (botontkalking) Afdeling Interne geneeskunde Behandeling van osteoporose (botontkalking) Afdeling Interne geneeskunde Wat is osteoporose? Osteoporose betekent letterlijk poreus of broos bot. De botten zijn broos doordat er te weinig mineralen, voornamelijk

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Vallen komt in alle leeftijdsgroepen voor, maar vormt vooral bij ouderen een groot gezondheidsprobleem. Onder een val wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de betrokkene onbedoeld op de grond of een lager

Nadere informatie

Bewegen in Nederland

Bewegen in Nederland Onderzoeksresultaten Resultaten Monitor Bewegen en Gezondheid Bewegen in Nederland 2000-2008 Sinds 2000 meet de Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse bevolking om

Nadere informatie

Osteoporose voorkomen

Osteoporose voorkomen Osteoporose voorkomen Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Inhoudsopgave 1 Wat is osteoporose? 1 Oorzaken van osteoporose 1 Risicogroepen 2 Heb ik osteoporose? 2 Voorkomen van osteoporose

Nadere informatie

Patienten informatieavond artrose

Patienten informatieavond artrose Patienten informatieavond artrose Agenda 19.30 19.35 Algemeen welkom 19.35 19.50 Artrose 19.50 20.05 Fysiotherapie 20.05 20.20 Diëtetiek 20.20 20.40 Pauze 20.40 21.00 Totale knieprothese 21.00 21.20 Totale

Nadere informatie

Rode Vlaggen. Cursus. Directe Toegankelijkheid Oefentherapie

Rode Vlaggen. Cursus. Directe Toegankelijkheid Oefentherapie Rode Vlaggen Cursus Directe Toegankelijkheid Oefentherapie Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm

Nadere informatie

PATIËNTENFOLDER. ORTHOPEDIE Artrose in de heup

PATIËNTENFOLDER. ORTHOPEDIE Artrose in de heup PATIËNTENFOLDER ORTHOPEDIE Artrose in de heup Algemeen Er is bij u artrose in uw heup vastgesteld. Aan de hand van deze folder krijgt u informatie over de heup, de diagnose artrose, de gevolgen en behandeling

Nadere informatie

Botbreuken Een voorspoedig herstel

Botbreuken Een voorspoedig herstel Botbreuken Een voorspoedig herstel Afdeling Orthopedie Wat is een botbreuk? Een botbreuk heet in het medisch jargon: fractuur. Dit betekent letterlijk 'breuk'. Een botbreuk kan uiteenlopen van een scheurtje

Nadere informatie

Triple Aim en uitkomstdoelen

Triple Aim en uitkomstdoelen Fractuurpreventie Esther Donga, Internist Endocrinoloog Math Wijnands, Reumatoloog Jernt Korst, Kaderarts bewegingsapparaat Belinda Wardenaar, Osteoporose verpleegkundige Annemie de Vroe-Roothaert, Osteoporose

Nadere informatie

Behandeling van osteoporose Botontkalking.

Behandeling van osteoporose Botontkalking. Behandeling van osteoporose Botontkalking www.nwz.nl Inhoud Wat is osteoporose? 3 Wie krijgen osteoporose? 3 Behandeling van osteoporose 4 Wat kunt u doen om uw botten te beschermen? 4 Het is belangrijk

Nadere informatie

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,

Nadere informatie

Artrose Bewegen bij heup- en knieartrose

Artrose Bewegen bij heup- en knieartrose Artrose Bewegen bij heup- en knieartrose Tips om zelf uw klachten te verminderen en informatie over wat de fysiotherapeut voor u kan betekenen Speciaal voor mensen met artrose is in diverse fysiotherapiepraktijken

Nadere informatie

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut Amersfoort UMC St Radboud, Nijmegen Werkgroep Onderzoek Kwaliteit AANDACHTSPUNTEN doel conventionele

Nadere informatie