Volgmodule Praktijkonderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Volgmodule Praktijkonderwijs"

Transcriptie

1 Volgmodule Praktijkonderwijs De bestemmingen van de uitstromers Praktijkonderwijs in en in het voorjaar van 2011 Actis Onderzoek drs. D.M.S Heijnens Rotterdam, 24 mei 2011

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 De volgmetingen in het voorjaar van 2011: dataverzameling, respons en representativiteit Dataverzameling Respons Representativiteit 8 3 Bestemmingen van uitstromers in en in het voorjaar van Uitstromers : bestemmingen na anderhalf jaar Uitstromers : bestemmingen na een half jaar Leerpunten 12 4 Kenmerken van de bestemmingen van uitstromers in 2008/2009 en 2009/2010 in het voorjaar van Kenmerken van de bestemming arbeid Kenmerken van de bestemming leren Kenmerken van oud-leerlingen zonder werk of opleiding in het voorjaar van Het ontvangen van begeleiding in het voorjaar van Leerpunten 16 5 Loopbanen van uitstromers uit het praktijkonderwijs in 2008/2009 en 2009/ Loopbanen Loopbanen van uitstromers in in het voorjaar van Loopbanen van uitstromers in in het voorjaar van Leerpunten 26 6 Opbrengsten in beeld 27 7 Samenvatting 29 Bijlage Bijlage I Tabellen hoofdstuk 2 31 Bijlage II Tabellen hoofdstuk 4 33 Bijlage III Tabellen hoofdstuk

3 1 Inleiding De hoofddoelstelling van het praktijkonderwijs is het zelfstandig functioneren van leerlingen in de maatschappij. Dit uit zich in de vier domeinen wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. Na de afronding van de opleiding gaat een deel van de leerlingen werken. Maar uit de uitstroommonitor 1 blijkt ook dat steeds meer leerlingen kiezen voor een studie en daarbij vooral voor een mbo-opleiding. Voor scholen voor praktijkonderwijs is het van belang om de bestemmingen van de oud-leerlingen in beeld te brengen. Het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs (LWV-PrO) vindt dat scholen voor praktijkonderwijs de oud-leerlingen tot 2 jaar na het verlaten van de school dienen te volgen. Het streven hierbij is dat minimaal 75% van de oud-leerlingen in deze periode aan het werk is of een opleiding volgt. Oud-leerlingen die na het moment van uitstroom werken of studeren hebben een zogenoemde bestendige uitstroom. In deze rapportage is in beeld gebracht in hoeverre oud-leerlingen praktijkonderwijs in het voorjaar van 2011 een bestendige uitstroom hebben. In de voorliggende periode konden de scholen voor praktijkonderwijs deelnemen aan twee volgmetingen: één bij de uitstromers in schooljaar en één bij de uitstromers in schooljaar Op basis van de volgmetingen wordt antwoord verkregen op de vraag wat de bestemmingen van de uitstromers na respectievelijk een half jaar (bij de uitstromers in ) én na anderhalf jaar (bij de uitstromers in ) zijn. In opdracht van het Platform Praktijkonderwijs zijn de gegevens van beide volgmetingen geanalyseerd en gepresenteerd in deze rapportage. Naast de bestemmingen van de uitstromers in het voorjaar van 2011 en de vraag of minimaal 75% van de oud-leerlingen een bestendige uitstroom heeft, wordt in deze rapportage ook gekeken naar de loopbanen van oud-leerlingen. Door te kijken naar loopbanen wordt inzichtelijk hoeveel procent van de oud-leerlingen na het moment van uitstroom continu aan het werk is, een opleiding volgt of op enig moment geen werk heeft of een opleiding volgt. In de volgende hoofdstukken worden de belangrijkste resultaten van de volgmetingen in het voorjaar van 2011 gepresenteerd. Per hoofdstuk worden tevens een aantal leerpunten voor de scholen gepresenteerd. De leerpunten dienen als input voor discussie op de scholen voor praktijkonderwijs en kunnen een startpunt zijn voor verdere kwaliteitsverbetering. 1 Zie bijvoorbeeld het rapport de volgende trede van D.M.S. Heijnens (2011). 3

4 2 De volgmetingen in het voorjaar van 2011: dataverzameling, respons en representativiteit In het voorjaar van 2011 hebben de scholen voor praktijkonderwijs deelgenomen aan twee volgmetingen: een bij het cohort en een bij het cohort In paragraaf 2.1 wordt beschreven hoe de gegevens zijn verzameld. Daarna wordt in paragraaf 2.2 beschreven hoeveel scholen voor praktijkonderwijs hebben deelgenomen aan beide metingen. Tot slot wordt in paragraaf 2.3 gekeken naar de representativiteit van de metingen. Dan gaat het om de vraag of op basis van de verzamelde gegevens uitspraken gedaan kunnen worden over de bestemmingen van de uitstromers in en in het voorjaar van Dataverzameling Iedere school voor praktijkonderwijs 1 heeft een contactpersoon voor de volgmodule. In de meeste gevallen gaat het hier om stagedocenten/stagecoördinatoren die de taak hebben om de volggegevens in te voeren in de webbased vragenlijsten. Deze contactpersoon heeft op 3 januari 2011 een ontvangen met daarin opgenomen de links naar de vragenlijsten van de volgmetingen. Het verzoek daarbij was om voor 1 april 2011 de bestemmingen van alle oud-leerlingen, uitgestroomd in de schooljaren én , in beeld te brengen. Eind februari hebben alle contactpersonen én de directeur van de bewuste school een reminder ontvangen voor het tijdig invoeren van de gegevens. Twee weken voor het sluiten van de responstermijn (31 maart) is door het secretariaat van het Platform Praktijkonderwijs geïnventariseerd welke scholen tot dan toe geen gegevens hadden ingevoerd. De contactpersoon en directeur van deze scholen hebben nog een tweede reminder ontvangen voor het tijdig invoeren van de gegevens. 2.2 Respons Hoeveel scholen hebben deelgenomen aan de volgmetingen in het voorjaar van 2011? Omdat er twee volgmetingen zijn uitgevoerd wordt het antwoord op deze vraag per cohort beschreven. Te beginnen bij het cohort Cohort Bij dit cohort gaat het om de bestemmingen van de uitstromers in in het voorjaar van De scholen konden de bestemmingen van in totaal 5295 oud-leerlingen in beeld brengen (aantal leerlingen ingevoerd in de uitstroommonitor). Uiteindelijk hebben de scholen gezamenlijk de bestemmingen van 3909 oud-leerlingen in beeld gebracht. Dat betekent dat van 74% van de schoolverlaters in de bestemmingen in het voorjaar van 2011 zijn ingevoerd. 1 Onder scholen voor Praktijkonderwijs vallen ook de afdelingen voor Praktijkonderwijs 4

5 In tabel 1 is de deelname aan de uitstroommeting en bijbehorende volgmetingen per regio van het LWV-PrO weergegeven. tabel 1 Deelname uitstroom- en volgmeting bij cohort Aantal deelnemende scholen per meting Totaal aantal Uitstroom- scholen in meting Volgmeting Volgmeting Volgmeting regio voorjaar 2010 najaar 2010 voorjaar 2011 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland- Oost Gelderland- West Utrecht Noord-Holland Amsterdam Zuid-Holland Rotterdam Zuid-Holland Dordrecht Zuid-Holland Zoetermeer Zeeland West-Brabant Oost-Brabant Limburg Totaal Aan de meest recente volgmeting in het voorjaar van 2011 hebben in totaal 121 scholen (72% van het totaal aantal scholen) deelgenomen. De deelname aan de volgmeting in het voorjaar van 2011 is bijna gelijk aan de deelname in het voorjaar van 2010 (125 scholen), maar flink toegenomen in vergelijking met de volgmeting in het najaar van Dat is dus heel positief. In het najaar van 2010 namen er 98 scholen deel aan de volgmeting. In vergelijking met een half jaar geleden nemen er nu dus 23 scholen meer deel aan de volgmeting. Dat komt 1 In waren er nog 172 scholen voor praktijkonderwijs, inmiddels zijn er nog 169 scholen voor praktijkonderwijs. In de berekening van het aantal deelnemende scholen aan de volgmetingen in wordt uitgegaan van 169 scholen voor praktijkonderwijs. 5

6 vooral door de toegenomen deelname van scholen in de regio s Zuid-Holland Dordrecht, Drenthe, Utrecht en Noord-Holland. Na drie volgmetingen bij de uitstromers in kan de deelname van individuele scholen aan de diverse volgmetingen in beeld worden gebracht, zie tabel 2. tabel 2 Deelname van individuele scholen aan de volgmetingen bij cohort Deelname volgme- Deelname volgme- Deelname volgme- Aantal Percentage ting voorjaar 2010 ting najaar 2010 ting voorjaar 2011 scholen scholen Ja Ja Ja 81 48% Nee Nee Nee 27 16% Ja Nee Ja 26 15% Ja Ja Nee 9 5% Ja Nee Nee 9 5% Nee Nee Ja 9 5% Nee Ja Ja 5 Nee Ja Nee 3 2% Uit de bovenstaande tabel is af te lezen dat bijna de helft van de scholen (48%) heeft deelgenomen aan alle volgmetingen bij het cohort Zo n 16% van de scholen heeft geen enkele keer deelgenomen aan een volgmeting. In totaal gaat het om 27 scholen die niet hebben deelgenomen aan alle volgmetingen. Bij 24 scholen is dit te verklaren door het feit dat deze scholen niet hebben deelgenomen aan de uitstroommeting Wanneer een school niet deelneemt aan een uitstroommeting is deelname aan de volgmetingen ook niet mogelijk. Er zijn dus 3 scholen die wel konden deelnemen, maar dit om onbekende redenen niet gedaan hebben. Daarnaast heeft 36% van de scholen aan één of twee volgmetingen deelgenomen. Cohort Bij het cohort gaat het om de bestemmingen van de uitstromers in in het voorjaar van 2011, een half jaar na het moment van uitstroom. De scholen konden de bestemmingen van in totaal 4989 oud-leerlingen in beeld brengen. Uiteindelijk zijn de deelnemende scholen erin geslaagd om de bestemmingen van 4163 oud-leerlingen in beeld te brengen. Dan gaat het om 8 van het totaal aantal leerlingen. In tabel 3 is de deelname aan de uitstroommeting en de eerste volgmeting in het voorjaar van 2011 per regio van het LWV-PrO weergegeven. 6

7 tabel 3 Deelname uitstroom- en volgmeting bij cohort Aantal deelnemende scholen per meting Totaal aantal scholen in regio Uitstroommeting Volgmeting voorjaar 2011 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland-Oost Gelderland-West Utrecht Noord-Holland Amsterdam Zuid-Holland Rotterdam Zuid-Holland Dordrecht Zuid-Holland Zoetermeer Zeeland West-Brabant Oost-Brabant Limburg Totaal In totaal hebben 124 scholen (7) deelgenomen aan de eerste volgmeting bij het cohort Van de 45 scholen die niet hebben deelgenomen aan de eerste volgmeting konden 21 scholen sowieso niet deelnemen aan de volgmeting, omdat deze scholen niet hebben deelgenomen aan de uitstroommeting in Uit de gegevens blijkt dat binnen de regio s Limburg, Flevoland en West-Brabant alle scholen de bestemmingen van de uitstromers in in beeld hebben gebracht. In de regio s Zuid Holland Zoetermeer en Gelderland-Oost was de deelname aan de volgmeting het laagst. Leerpunten Aan beide volgmetingen heeft ongeveer driekwart van de scholen deelgenomen. Omdat de bestendigheid van de uitstroom een van de opbrengstcriteria is van de sector praktijkonderwijs is het aan te bevelen dat alle scholen deelnemen aan de volgmetingen om zo de bestemmingen van de oud-leerlingen in beeld te brengen. Het is positief dat de deelname bij het cohort flink is toegenomen in vergelijking met de deelname aan de volgmeting in het najaar van

8 2.3 Representativiteit In de volgmetingen is van respectievelijk 8 (cohort ) en 74% (cohort ) van de uitstromers de bestemming in het voorjaar van 2011 in beeld gebracht. Omdat niet van alle uitstromers de bestemming in beeld is gebracht is gekeken naar de representativiteit van de gegevens. Daarbij gaat het om de vraag of op basis van de gegevens die bekend zijn uitspraken gedaan kunnen worden over alle uitstromers in de jaren en Onder bijlage 1 (zie blz. 29 en 30) zijn twee tabellen opgenomen waarin de uitstromers in én voor wat betreft achtergrondkenmerken (geslacht, etniciteit, aantal jaar ingeschreven op de school en gemiddelde leeftijd op het moment van uitstroom) als uitstroombestemmingen uitgesplitst zijn naar respons en non-respons in de volgmeting van voorjaar De leerlingen die zijn uitgestroomd naar praktijkonderwijs zijn niet meegenomen in dit overzicht, omdat deze leerlingen niet meer door de oorspronkelijke school gevolgd hoeven te worden. Al met al blijkt dat de in het voorjaar van 2011 verzamelde gegevens representatief zijn voor de totale groepen schoolverlaters in en Uit de tabellen blijkt namelijk dat de groep oud-leerlingen waarvan in het voorjaar van 2011 gegevens bekend zijn zowel qua achtergrondkenmerken als uitstroombestemmingen goed overeen komt met de totale groep schoolverlaters in en Alleen het gemiddelde aantal jaar dat leerlingen staan ingeschreven in het praktijkonderwijs wijkt iets af. Dit is namelijk iets hoger bij de oud-leerlingen met respons. De reden hiervoor is waarschijnlijk dat scholen voornamelijk die leerlingen volgen die de school verlaten als zogenaamde einduitstroom (leerlingen die uitstromen naar werk of een mbo-opleiding) en niet de leerlingen die de school tussentijds, voor het eind van het laatste leerjaar, verlaten. 8

9 3 Bestemmingen van uitstromers in en in het voorjaar van 2011 In dit hoofdstuk gaat het om de bestemmingen van de uitstromers in en in het voorjaar van Hoeveel procent van de oud-leerlingen werkt in het voorjaar van 2011? Hoeveel procent van de oud-leerlingen volgt een bol-opleiding in het voorjaar van 2011? In paragraaf 3.1 worden deze vragen beantwoordt voor wat betreft de uitstromers in én in paragraaf 3.2 voor wat betreft de uitstromers in Vervolgens worden in paragraaf 3.3 enkele leerpunten voor de scholen benoemd. 3.1 Uitstromers : bestemmingen na anderhalf jaar In figuur 1 zijn de bestemmingen van de uitstromers in in het voorjaar van 2011 weergegeven. Figuur 1 Bestemmingen van uitstromers in in het voorjaar van 2011 Arbeid 29% 28% 26% 28% Arbeid en leren, bbl 12% 1 15% 14% Mbo AKA 2% 7% 7% Mbo bol niveau 1 5% 8% 16% 16% Mbo bol niveau 2 10% 10% 19% 18% Voorjaar 2011 (n=3909) Najaar 2010 (n=3109) Mbo bol niveau 3 1% Voorjaar 2010 (n=4073) Uitstroom (n=5309) Overig onderw ijs 7% 8% 9% 12% Dagbesteding 4% Geen w erk of school Onbekend 4% 11% 11% 9% 9% 10% 8% 0% 10% 20% 30% 9

10 De meeste uitstromers in zijn anderhalf jaar na het moment van uitstroom aan het werk (41%), eventueel in combinatie met een bbl-opleiding. Een kwart van de oud-leerlingen volgt een bol-opleiding, voornamelijk op niveau 2 (19%). Nog een klein deel van de oud-leerlingen volgt een AKA opleiding (2%). Ruim een op de tien leerlingen (11%) is op zoek naar passend werk of een passende opleiding. Van 10% van de oud-leerlingen met respons is de bestemming in het voorjaar van 2011 onbekend. De overige oud-leerlingen volgen onderwijs in bijvoorbeeld het vmbo of een school voor speciaal onderwijs (totaal 7%) of krijgen dagbesteding (4%). In vergelijking met de uitstroombestemmingen in valt een aantal zaken op. Ten eerste valt op dat het aandeel leerlingen dat werkt ongeveer gelijk is gebleven: 42% van de leerlingen ging na het verlaten van de school voor praktijkonderwijs werken en in het voorjaar van 2011 is bij 41% van de oudleerlingen aangegeven dat ze werken. Ten tweede valt op dat de oud-leerlingen steeds minder vaak een AKA of bol niveau 1 opleiding volgen en steeds vaker een bol niveau 2 of zelfs niveau 3 opleiding volgen. De verklaring hiervoor is waarschijnlijk dat de oud-leerlingen na het afronden van een opleiding (in de meeste gevallen een bol niveau 1 opleiding) verder studeren en proberen een opleiding op een hoger niveau af te ronden. Het aandeel oud-leerlingen dat geen werk heeft of een opleiding volgt, is licht toegenomen in het voorjaar van 2011: van 9% bij de uitstroombestemmingen tot 11% in het voorjaar van Een ongeveer gelijk aandeel oud-leerlingen heeft blijkbaar moeite met het functioneren op de arbeidsmarkt of het vinden van een geschikte opleiding. Tot slot valt, in vergelijking met de uitstroombestemmingen, op dat het aandeel oudleerlingen met een onbekende bestemming is toegenomen. Bij de uitstroombestemmingen werd aangegeven dat van van de leerlingen de bestemming onbekend was en in het voorjaar van 2011 is dat bij 10% van de oud-leerlingen het geval. Deze toename is waarschijnlijk te verklaren vanuit het feit dat scholen na anderhalf jaar steeds meer moeite hebben met het succesvol benaderen van de oud-leerlingen. In de praktijk blijkt het vaak lastig te zijn om de oud-leerlingen te benaderen, omdat deze vaak van gsm-nummer wisselen, een ander adres hebben of verhuisd zijn. 3.2 Uitstromers : bestemmingen na een half jaar Ook bij de uitstromers in zijn de bestemmingen in het voorjaar van 2011 in beeld gebracht. Zie figuur 2. 10

11 Figuur 2 Bestemmingen van uitstromers in in het voorjaar van 2011 Arbeid 26% 27% Arbeid en leren, bbl 15% 15% Mbo AKA 5% 7% Mbo bol niveau % Mbo bol niveau 2 11% 1 Voorjaar 2011 (n=4161) Uitstroom (n=4989) Overig onderw ijs 11% 12% Dagbesteding Geen w erk of school 8% 9% Onbekend 5% 0% 10% 20% 30% Het merendeel van de uitstromers in is in het voorjaar van 2011 actief op de arbeidsmarkt. Zo n 41% van de oud-leerlingen werkt na een half jaar, eventueel in combinatie met een bbl-opleiding. Iets meer dan een kwart (26%) van de oud-leerling volgt een bol niveau 1 of 2 opleiding. Het aandeel oudleerlingen dat een AKA opleiding volgt bedraagt 5%. Zo n 11% van de oudleerlingen volgt overig onderwijs zoals een vmbo-opleiding of een opleiding in het speciaal onderwijs. De overige oud-leerlingen zijn nog werk- of schoolzoekend (9%), hebben een onbekende bestemming in het voorjaar van 2011 (5%) of krijgen dagbesteding (). Wanneer de bestemmingen van de uitstromers in in het voorjaar van 2011 worden vergeleken met de uitstroombestemmingen dan vallen exact dezelfde zaken op als bij de uitstromers in Ook bij de uitstromers in is het aandeel oud-leerlingen dat werkt gelijk gebleven (41%), volgen steeds meer oud-leerlingen een hogere bol-opleiding en neemt het aandeel leerlingen zonder werk of een opleiding (van 8% naar 9%) of met een onbekende bestemming (van naar 5%) toe. Dit wijst erop dat er sprake kan zijn van een trend bij de uitstromers. In de volgmeting van het najaar van 2011 kan worden nagegaan of er inderdaad sprake is van een trend. 11

12 3.3 Leerpunten Bij beide volgmetingen blijkt dat het aandeel oud-leerlingen dat werkt gelijk blijft, dat het aandeel oud-leerlingen dat een hogere bol-opleiding volgt toeneemt en dat het aandeel oud-leerlingen zonder werk/een opleiding of een onbekende bestemming (licht) toeneemt. Wat zijn in dit kader leerpunten voor de scholen? Enkele leerpunten worden nu puntsgewijs gepresenteerd: Iedere school voor praktijkonderwijs kan een schoolspecifieke rapportage downloaden via de link op (onder tabblad ProZO! ). Scholen kunnen op deze manier de eigen resultaten vergelijken met de landelijke én regionale resultaten van de volgmetingen. Het is raadzaam om na te gaan in hoeverre de resultaten van de school afwijken van de landelijke en regionale resultaten en te analyseren waarom de resultaten eventueel afwijken. De uitkomsten van een dergelijke analyse kan de school helpen in het verbeteren van het kwaliteitsbeleid. In de volgmetingen blijkt dat steeds meer oud-leerlingen verder studeren binnen het mbo. Er wordt bijvoorbeeld gestart met een AKA of bol niveau 1 opleiding en vervolgens begonnen aan een niveau 2 opleiding. Het is raadzaam om na te gaan hoe de school de leerlingen met het uitstroomprofiel leren voorbereidt op deze ontwikkeling. Daarbij moet in acht worden genomen dat referentieniveau 2F straks van toepassing zal zijn op de AKA en bol niveau 1 opleidingen. Dat betekent dus dat scholen voor praktijkonderwijs binnen het IOP bij een deel van de leerlingen meer aandacht zullen moeten besteden aan taal- en rekenvaardigheden. Het aandeel oud-leerlingen zonder werk of een opleiding neemt licht toe in de volgmetingen. Het gaat hierbij in de praktijk vaak over de discussie van nazorg verlenen versus volgen. Dus de oud-leerling actief begeleiden en bijvoorbeeld toeleiden naar een baan of alleen de bestemming in beeld brengen en verder geen actie ondernemen. Het is zinvol om op regionaal of landelijk niveau deze discussie te voeren in hoeverre het zaak is de oud-leerlingen te begeleiden tot 1 en 2 jaar na het moment van uitstroom. Tot slot blijkt dat het aandeel oud-leerlingen met een onbekende bestemming toeneemt per cohort. Sommige scholen slagen er beter dan andere scholen in om de bestemming van alle oud-leerlingen in beeld te brengen. Er zijn scholen die bijvoorbeeld een feestelijke terugkombijeenkomst organiseren en daar vervolgens vragen naar de huidige bestemming. Het is raadzaam om de wijze waarop de bestemmingen in beeld gebracht worden te delen binnen de eigen regio. Goede initiatieven kunnen gemeld worden bij het secretariaat van het Platform Praktijkonderwijs. Deze kunnen dan landelijk gedeeld worden. 12

13 4 Kenmerken van de bestemmingen van uitstromers in 2008/2009 en 2009/2010 in het voorjaar van 2011 In dit hoofdstuk wordt een aantal kenmerken van de bestemmingen van de uitstromers in 2008/2009 en 2009/2010 in het voorjaar van 2011 gepresenteerd. Bij kenmerken van bestemmingen kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de specifieke bedrijfssectoren waarin oud-leerlingen in het voorjaar van 2011 werken of de verschillende sectoren waarin oud-leerlingen een bol niveau 2 opleiding volgen. In de volgende paragrafen wordt achtereenvolgens stil gestaan bij de kenmerken van: de bestemming arbeid (paragraaf 4.1), de bestemming leren (4.2), leerlingen zonder werk of een opleiding (4.3) én het ontvangen van begeleiding (4.4). Tot slot worden in paragraaf 4.5 enkele leerpunten voor de scholen benoemd. In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven bij de figuren die gepresenteerd worden in bijlage 2 (vanaf blz.31). 4.1 Kenmerken van de bestemming arbeid In welk type arbeidsplaats werken de oud-leerlingen in het voorjaar van 2011? Én: in welk type bedrijfssector werken de oud-leerlingen? Het antwoord op dit soort vragen wordt in deze paragraaf per cohort beschreven. Allereerst het cohort Cohort Het gaat hier om oud-leerlingen praktijkonderwijs die anderhalf jaar geleden de school voor praktijkonderwijs hebben verlaten en in het voorjaar van 2011 werkzaam zijn op de arbeidsmarkt. Het merendeel van deze oud-leerlingen werkt in een reguliere arbeidsplaats, eventueel in combinatie met een subsidieregeling of ondersteuning (respectievelijk 46% en 35%). De oud-leerlingen zijn vooral werkzaam in de bouw/techniek (28%), de detailhandel/een winkel (17%), de horeca (11%) of de groenvoorziening (11%). De meeste oud-leerlingen beschikken daarbij over een jaarcontract (56%) of een vast contract (20%). Drie van de tien oud-leerlingen volgen naast het werk nog een bbl-opleiding. Het gaat daarbij vooral om (niveau 2) opleidingen in de sector techniek (42%). Cohort Bij het cohort gaat het om de leerlingen die de school in hebben verlaten. Deze oud-leerlingen zijn in het voorjaar van 2011 dus een half jaar van de school voor praktijkonderwijs. Hoe is de bestemming arbeid bij deze oud-leerlingen te typeren? Er blijken voor wat betreft het type arbeidsplaats en het type bedrijfssector waarin de oud-leerlingen werkzaam zijn nauwelijks verschillen te bestaan in vergelijking met de uitstromers in Ook de uitstromers in zijn in het voorjaar van 2011 voornamelijk werkzaam in een reguliere arbeidsplaats, eventueel in combinatie met een subsidieregeling of ondersteuning (respectievelijk 4 en 39%) in de bedrijfssectoren: bouw/techniek (27%), de detailhandel/een winkel (18%), de horeca (11%) of de groenvoorziening (11%). Voor wat betreft het type arbeidsovereenkomst dat de 13

14 oud-leerlingen hebben afgesloten blijken er wel verschillen te bestaan. De uitstromers in beschikken in het voorjaar van 2011 voornamelijk over of een jaarcontract (62%) of een halfjaarcontract (15%) en dus in mindere mate over een vast contract (9%). De reden hiervoor is waarschijnlijk dat deze oudleerlingen minder lang in dienst zijn dan de uitstromers in en vooralsnog in mindere mate over een vast contract beschikken. Zo n 37% van de oud-leerlingen volgt naast het werk een bbl-opleiding. Dit is een relatief grote groep in vergelijking met het cohort Een ander verschil met dit cohort is dat de uitstromers in in het voorjaar van 2011 voornamelijk een niveau 1 in plaats van een niveau 2 opleiding volgen in vooral de sectoren techniek en economie. Ook hier zal de afwijking tussen beide cohorten te maken hebben met het feit dat de uitstromers in de school voor praktijkonderwijs recenter geleden verlaten hebben en nog niet zijn opgestroomd (bijvoorbeeld van een niveau 1 naar een niveau 2 opleiding) binnen het mbo. 4.2 Kenmerken van de bestemming leren In deze paragraaf gaat het om de oud-leerlingen die in het voorjaar van 2011 een opleiding vmbo basisberoepsgerichte leerweg (bb), mbo AKA of bol volgen. Per cohort wordt beschreven in welke sectoren deze opleidingen (voornamelijk) gevolgd worden. Cohort Uit figuur 1 in hoofdstuk 3 blijkt dat 28% van de uitstromers in in het voorjaar van 2011 een van bovengenoemde opleidingen volgt. Het merendeel van deze oud-leerlingen volgt na anderhalf jaar een bol niveau 2 opleiding (19% van de 28%). Deze oud-leerlingen hebben voornamelijk gekozen voor de sectoren zorg en welzijn (39%) of economie/handel (31%) én in mindere mate voor de sectoren techniek (17%) of voedsel en leefomgeving (1). Ook binnen de bol niveau 1 opleidingen kiezen de oud-leerlingen voornamelijk voor de sectoren zorg en welzijn of economie/handel (beiden 28%). Is er een reden waarom de oud-leerlingen voornamelijk voor deze sectoren kiezen? Uit een analyse van de gegevens blijkt dat meisjes en allochtonen verhoudingsgewijs vaker verder studeren na het verlaten van de school voor praktijkonderwijs. Meisjes blijken dan voornamelijk te kiezen voor de sector zorg en welzijn en allochtone leerlingen kiezen voornamelijk voor de sector economie/handel. Bij de opleidingen vmbo bb en mbo AKA is er vaak nog geen sectorkeuze gemaakt, omdat de oud-leerlingen praktijkonderwijs bijvoorbeeld instromen in de onderbouw van de vmbo-school of kiezen voor een AKA-opleiding zonder vaste sectorkeuze. Cohort Een derde van de uitstromers in volgt in het voorjaar van 2011 een vmbo bb, mbo AKA of bol opleiding. Het merendeel van deze oud-leerlingen volgt na een half jaar een bol niveau 1 of bol niveau 2 opleiding (beiden 1, zie figuur 2). Zijn bij dit cohort dezelfde conclusies te trekken als bij het cohort ? Daar lijkt het wel op. Ook de uitstromers in volgen in het voorjaar van 2011 vooral bol opleidingen in de sectoren zorg en welzijn (voornamelijk de meisjes) en economie/handel (voornamelijk allochtonen). En binnen de vmbo bb en mbo AKA opleidingen wordt ook voornamelijk een oriën- 14

15 tatiejaar gevolgd. Bij het cohort zijn exact dezelfde uitkomsten waarneembaar als bij het cohort Kenmerken van oud-leerlingen zonder werk of opleiding in het voorjaar van 2011 In hoofdstuk 3 is beschreven dat respectievelijk 11% (uitstromers ) en 9% (uitstromers ) van de oud-leerlingen niet werkt of een opleiding volgt in het voorjaar van Waarom hebben deze oud-leerlingen geen bestendige uitstroom in werk of vervolgonderwijs? Cohort Anderhalf jaar na het moment van uitstroom zijn gedrags- en/of motivatieproblemen (25%) de voornaamste reden waarom oud-leerlingen geen werk hebben of een opleiding volgen. Andere veelgenoemde redenen zijn: zwangerschap/een kind (14%), ontslag/het contract wordt niet verlengd (12%) en ziekte (5%). Cohort Een half jaar na het verlaten van de school voor praktijkonderwijs zit 9% van de oud-leerlingen zonder werk of een opleiding vanwege redenen als: gedrags/motivatieproblemen (28%), ontslag/het contract wordt niet verlengd (1), zwangerschap/een kind (10%) of omdat de oud-leerling op een wachtlijst voor WSW staat (10%). Net als bij het cohort wordt bij een derde van de oud-leerlingen een breed scala aan andere redenen genoemd. Deze redenen variëren van zeer persoonlijke problemen tot meer praktische zaken, zoals het feit dat de te volgen opleiding nog moet starten. 4.4 Het ontvangen van begeleiding in het voorjaar van 2011 Scholen voor praktijkonderwijs dienen, aan oud-leerlingen die daar behoefte aan hebben, tot een jaar na het moment van uitstroom nazorg te bieden. In het voorjaar van 2011 ontvangt 76% van de uitstromers in begeleiding en 61% van de uitstromers in De uitstromers in ontvangen dus in meerdere mate begeleiding en dat is ook te verwachten omdat deze oudleerlingen pas een half jaar van school zijn en de uitstromers in al anderhalf jaar. Wie zijn de aanbieders van deze begeleiding? Per cohort worden de meest voorkomende aanbieders van begeleiding beschreven. Een oud-leerlingen kan van meerdere instanties begeleiding ontvangen en daarmee moet rekening gehouden worden bij de interpretatie van onderstaande uitkomsten. Cohort Ruim drie van de vijf oud-leerlingen krijgt na anderhalf jaar nog begeleiding. De voornaamste aanbieder van begeleiding is een begeleider van de school voor praktijkonderwijs. Zo n 52% van de oud-leerlingen (die begeleiding ontvangen) wordt nog begeleid door een medewerker van de school die hij of zij anderhalf geleden heeft verlaten. Dat is op zich een hoog percentage gelet op het feit dat scholen voor praktijkonderwijs na anderhalf jaar niet meer een verplichting hebben tot het begeleiden van oud-leerlingen. Andere veelvoorkomende aanbieders van begeleiding zijn onder meer: een begeleider van de school voor vervolgonderwijs (3), een jobcoach (16%), de werkgever of het UWV (beiden 1). 15

16 Cohort Ruim driekwart van deze oud-leerlingen krijgt begeleiding in het voorjaar van Het merendeel (64%) van de oud-leerlingen met begeleiding krijgt nog begeleiding van een medewerker van de school voor praktijkonderwijs. Dit percentage is zoals te verwachten (deze oud-leerlingen zijn pas een half jaar van school) iets hoger dan bij het cohort Voor de rest zijn de meest voorkomende begeleiders of begeleidende instanties dezelfde als bij het cohort , namelijk: een begeleider van de school voor vervolgonderwijs (34%), een jobcoach (17%), het UWV (12%) en de werkgever (11%). 4.5 Leerpunten In dit hoofdstuk zijn de kenmerken van de bestemmingen van de uitstromers in en in het voorjaar van 2011 beschreven. Wat zijn op basis van het voorgaande leerpunten voor de scholen? Afgemeten aan de situatie in het voorjaar van 2011 doen de oudleerlingen het goed op de arbeidsmarkt en in het vervolgonderwijs. Naarmate de oud-leerlingen langer van de school voor praktijkonderwijs zijn, beschikt een steeds groter aandeel van de oud-leerlingen over een vast contract of wordt een mbo opleiding op een hoger niveau gevolgd. De scholen hebben de leerlingen hiervoor blijkbaar goed toegerust. Bij beide cohorten heeft ongeveer 10% van de oud-leerlingen geen passend werk of een opleiding in het voorjaar van Zowel bij deze oudleerlingen als bij de oud-leerlingen met wel een bestendige uitstroom is het goed om na te gaan hoe de schoolloopbaan van deze oud-leerlingen verlopen is. Zijn daar conclusies uit te trekken voor de wijze waarop er op dit moment wordt gewerkt of de wijze waarop leerlingen al dan niet begeleid worden? En kunnen daaruit verbeterpunten geformuleerd worden? Scholen voor praktijkonderwijs blijven de oud-leerlingen begeleiden. Zelfs na anderhalf jaar ontvangt nog iets meer dan de helft van de oudleerlingen begeleiding. De sector kan trots zijn op haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. 16

17 5 Loopbanen van uitstromers uit het praktijkonderwijs in 2008/2009 en 2009/2010 Via de volgmetingen kan worden gekeken naar de vraag: wat gebeurt er met de leerlingen na het verlaten van de school voor praktijkonderwijs? Hoe verloopt hun loopbaan op de arbeidsmarkt en/of in het onderwijs? Behouden oudleerlingen hun baan? Zijn oud-leerlingen in staat om op te stromen naar hogere niveaus binnen het mbo? Etcetera. Om deze vragen te kunnen beantwoorden zijn de loopbanen van individuele leerlingen in beeld gebracht. In paragraaf 5.1 wordt uitgelegd wat een loopbaan precies inhoudt. Daarna wordt gekeken naar de loopbanen van de uitstromers in (paragraaf 5.2) en de uitstromers in (paragraaf 5.3) in het voorjaar van Tot slot worden in paragraaf 5.4 enkele leerpunten voor de scholen benoemd. 5.1 Loopbanen Bij loopbanen gaat het om de vraag: wat gebeurt er met de leerling na het verlaten van de school voor praktijkonderwijs? We weten wat er met de leerling gebeurt op basis van de gegevens van de uitstroommonitor en volgmodule. In dit rapport gaat het om de uitstromers in en Bij de uitstromers in zijn er tot nu toe vier meetmomenten geweest. We weten wat er met deze leerlingen gebeurt op basis van de uitstroommeting , de eerste volgmeting voorjaar 2010, de tweede volgmeting najaar 2010 én de derde volgmeting Bij de uitstromers in weten we hoe het met de leerlingen vergaat op basis van de uitstroommeting en de eerste volgmeting voorjaar De bestemming van een leerling op ieder van deze meetmomenten bepaalt hoe de loopbaan van een leerling er uit ziet. Bij een leerling die bijvoorbeeld op ieder van bovenstaande meetmomenten aan het werk is wordt de loopbaan getypeerd als arbeid. In paragraaf 5.2 en 5.3 worden de verschillende loopbanen van de uitstromers in respectievelijk en beschreven. 5.2 Loopbanen van uitstromers in in het voorjaar van 2011 De uitstromers in hebben de school voor praktijkonderwijs zo n anderhalf jaar geleden verlaten. In tabel 4 worden de vijf meest voorkomende loopbaanpatronen van deze oud-leerlingen weergegeven. 17

18 tabel 4 De belangrijkste loopbaanpatronen van uitstromers in in het voorjaar van 2011 (n=5295) Uitstroombestemming Voorjaar 2010 Najaar 2010 Voorjaar 2011 % Arbeid Arbeid Arbeid Arbeid 7.9% Bbl Bbl Bbl Bbl 3.1% Arbeid Arbeid Geen invoer Arbeid 2. Overig onderwijs Overig onderwijs Overig onderwijs Overig onderwijs 2. Arbeid Geen invoer Geen invoer Geen invoer 2. De grootste groep oud-leerlingen is continu aan het werk na het moment van uitstroom (7.9%). Uit bovenstaande tabel blijkt ook dat maar 17.9% van de oudleerlingen één van de vijf meest voorkomende loopbaanpatronen volgt. Dit is een vrij laag percentage en dat is voornamelijk te verklaren vanuit het feit dat niet bij alle oud-leerlingen gegevens zijn ingevoerd in de diverse volgmeting(en). Daarom zijn in tabel 5 de meest voorkomende loopbanen weergegeven van oudleerlingen waarbij op ieder meetmoment de bestemming in beeld is gebracht. tabel 5 De belangrijkste loopbaanpatronen van uitstromers in in het voorjaar van 2011 met invoer op alle meetmomenten (n=2477) Uitstroombestemming Voorjaar 2010 Najaar 2010 Voorjaar 2011 % Arbeid Arbeid Arbeid Arbeid 16.8% Bbl Bbl Bbl Bbl 6.6% Overig onderwijs Overig onderwijs Overig onderwijs Overig onderwijs 4.8% Bol 1 Bol 1 Bol 2 Bol 2 4.2% Bol 2 Bol 2 Bol 2 Bol 2 3.8% Geen werk/school Geen werk/school Geen werk/school Geen werk/school 2.7% Wat gebeurt er met de leerlingen na het verlaten van de school voor praktijkonderwijs? De meeste uitstromers in , waarvan op ieder meetmoment de bestemming in beeld is gebracht, zijn na het verlaten van de school continu aan het werk (16.8%) of volgen naast het werk een bbl-opleiding (6.6%). Ook wordt er regelmatig overig onderwijs, zoals vmbo of speciaal onderwijs gevolgd (4.8%). Zo n 4.2% van de oud-leerlingen is na een start in mbo bol niveau 1 opgestroomd naar bol niveau 2. Verder studeren in het mbo is voor een deel van de oud-leerlingen dus een reële optie. Ook wanneer gekeken wordt naar de oud-leerlingen waarvan op ieder meetmoment de bestemming in beeld is gebracht, valt op dat lang niet alle oudleerlingen de meest voorkomende loopbaanpatronen volgen. De zes meest voorkomende loopbanen zoals beschreven in tabel 5 worden door 38.9% van de oud-leerlingen gevolgd. Uit analyses blijkt ook dat er bij de uitstromers in al meer dan 100 verschillende loopbanen te onderscheiden zijn. 18

19 Omdat er zoveel verschillende loopbanen bestaan zijn op basis van clustering een zestal loopbanen gecreëerd die van toepassing zijn op alle oud-leerlingen waarvan tijdens ieder meetmoment de bestemming in beeld is gebracht. Hiervoor is gekozen om de vraag wat gebeurt er met de leerlingen na het verlaten van de school voor praktijkonderwijs? nader te kunnen analyseren. Het is bijvoorbeeld interessant om na te gaan of nu juist jongens of meisjes moeite hebben met het vinden van werk of een opleiding. Of dat bijvoorbeeld het behalen van een branchecertificaat in het PrO samenhangt met het hebben van een bestendige loopbaan op de arbeidsmarkt of het vervolgonderwijs. Dit soort vragen kan leiden tot discussie op schoolniveau over aanpassing van het huidige beleid. Welke loopbanen zijn van toepassing op oud-leerlingen waarvan op ieder meetmoment gegevens bekend zijn? 1 tabel 6 Gehanteerde loopbanen bij analyse naar kenmerken (n=2166) Naam loopbaan Inhoud loopbaan Werknemer De oud-leerling werkt, eventueel in combinatie met een bbl-opleiding 32% Student De oud-leerling volgt een AKA en/of bol-opleiding 2 Percentage oudleerlingen Werknemer/student Eenmalig geen werknemer/student Regelmatig geen werknemer/student Continu geen werknemer/student De oud-leerling heeft zowel gewerkt als een AKA of bol opleiding gevolgd De oud-leerling heeft eenmalig geen werk of een opleiding, maar werkt op alle andere meetmomenten of volgt onderwijs De oud-leerling heeft vaker dan een keer geen werk of een opleiding, maar werkt op minimaal één meetmoment of volgt onderwijs De oud-leerling heeft nog niet gewerkt en/of nog geen opleiding gevolgd 12% 1 15% 6% Bijna een derde van de uitstromers in is werknemer in het voorjaar van Na het verlaten van de school voor praktijkonderwijs zijn deze oudleerlingen continu aan het werk, eventueel in combinatie met een bbl-opleiding. Zo n 2 van de oud-leerlingen is student. Deze oud-leerlingen volgen na het verlaten van de PrO-school een AKA en/of bol-opleiding. Een klein deel van de oud-leerlingen (12%) is zowel werknemer als student. Deze oud-leerlingen hebben na het moment van uitstroom volgtijdelijk zowel gewerkt als een AKA en/of bol-opleiding gevolgd. Dat betekent dat tweederde van de oud-leerlingen na het moment van uitstroom werkt en/of een opleiding volgt. Deze oud-leerlingen hebben een bestendige uitstroom. Dat betekent echter ook dat een derde van de oud-leerlingen niet continu aan het werk is of een opleiding volgt. Bij deze oud-leerlingen zijn in totaal drie loopbanen van toepassing. De eerste is eenmalig geen werknemer/student. 1 De leerlingen die zijn uitgestroomd naar het vmbo, speciaal onderwijs of zijn verhuisd, zijn hierin niet meegenomen omdat deze oud-leerlingen niet te boek staan als zogenaamde einduitstroom. 19

20 Deze oud-leerlingen (1) hebben eenmalig geen werk of een opleiding, maar volgen op alle andere meetmomenten wel een opleiding of zijn aan het werk. Daarnaast is er de loopbaan regelmatig geen werknemer/student. Oud-leerlingen met deze loopbaan (15%) hebben op meer dan een meetmoment geen werk of een opleiding, maar werken wel (of volgen een opleiding) op minimaal één meetmoment. Tot slot hebben oud-leerlingen (6%) met de loopbaan continu geen werknemer/student nog niet gewerkt of een opleiding gevolgd na het verlaten van de PrO-school. De zes loopbanen van tabel 6 worden nu geanalyseerd op basis van de volgende kenmerken: Geslacht, etniciteit, beschikking over Leerling Gebonden Financiering (LGF) en Wajong-toekenning; In het praktijkonderwijs behaalde specialisaties, branchecertificaten en AKA/niveau 1 diploma s; Het streefdoel van het in het tweede/derde leerjaar opgestelde uitstroomprofiel én Het verkrijgen van begeleiding in het voorjaar van De belangrijkste resultaten worden nu per onderwerp gepresenteerd. Daarbij moet in acht worden genomen dat de uitspraken uitsluitend van toepassing zijn op die oud-leerlingen waarvan op ieder meetmoment de bestemming in beeld is gebracht. De resultaten zijn ook opgenomen in de figuren van bijlage 3 (vanaf blz. 40). Loopbanen uitstromers en de achtergrondkenmerken a geslacht, g etnicii- teit, LGF en Wajong-toekenning 1 Zijn er verschillen tussen jongens en meisjes en het type loopbaan dat ze volgen? Er zijn inderdaad verschillen waar te nemen tussen jongens en meisjes. Zo werken jongens vaker dan meisjes na het moment van uitstroom. Meisjes volgen daarentegen voornamelijk een AKA of bol opleiding na het moment van uitstroom. Jongens gaan dus voornamelijk werken en meisjes gaan voornamelijk studeren. Opvallend is dat meisjes vaker dan jongens geen werk hebben of een opleiding volgen na het verlaten van de school voor praktijkonderwijs. Dit is voor een deel te verklaren vanuit zwangerschap/de geboorte van een kind. Hoe zit het met verschillen tussen autochtone en allochtone oud-leerlingen en het type loopbaan dat gevolgd wordt? In het voorjaar van 2011 blijkt dat autochtone oud-leerlingen vaker continu werken of een opleiding volgen dan allochtone oud-leerlingen. De autochtone oud-leerlingen zijn ook vaker vertegenwoordigd in de loopbaan regelmatig geen werknemer/student. Dat betekent dat autochtone oud-leerlingen vaker dan allochtone oud-leerlingen na het moment van uitstroom regelmatig geen werk hebben of een opleiding volgen, maar wel op minimaal één meetmoment gewerkt hebben of onderwijs gevolgd hebben. Voor wat betreft de beschikking over LGF zijn er nauwelijks verschillen waar te nemen. Alleen binnen de loopbaan werknemer/student beschikken de oud- 1 Alle beschreven verschillen zijn significant, getoetst met Chi-kwadraat toets. 20

21 leerlingen verhoudingsgewijs vaker over LGF. Al met al gaat het hier wel om kleine aantallen, want maar 4% van de oud-leerlingen die na het moment van uitstroom zowel heeft gewerkt als een opleiding heeft gevolgd beschikt over LGF. Oud-leerlingen met een Wajong-toekenning zijn het vaakst aanwezig in de loopbanen werknemer en continu geen werknemer/student. Dat betekent dat deze oud-leerlingen voornamelijk werken na het moment van uitstroom of nog niet gewerkt hebben/een opleiding hebben gevolgd na het moment van uitstroom. Loopbanen uitstromers en in i het praktijkonderwijs behaalde specialii- saties, branchecertificaten en AKA/niveau 1 diploma s 1 Leerlingen kunnen tijdens de opleiding in het praktijkonderwijs diverse certificaten en kwalificaties behalen. Deze certificaten en kwalificaties hebben een civiel effect. Dat wil zeggen dat leerlingen op basis van een certificaat en/of een kwalificatie kunnen aantonen over bepaalde kennis en/of vaardigheden te beschikken die interessant kunnen zijn voor een werkgever of instroomrechten verlenen voor een bepaalde opleiding. Daarnaast kunnen leerlingen zich tijdens de opleiding specialiseren in een bepaalde beroepsrichting. Een voorbeeld is een leerling die zich aan de hand van een IOP specialiseert in het vak metselaar. Het is te verwachten dat leerlingen met een specialisatie, branchecertificaat of een AKA/niveau 1 diploma vaker een bestendige uitstroom hebben dan leerlingen zonder. Maar is dat wel zo? Anderhalf jaar na het moment van uitstroom blijkt dat oud-leerlingen met een in het praktijkonderwijs behaald AKA/niveau 1 diploma vaker studeren dan oudleerlingen die geen AKA/niveau 1 diploma hebben behaald. En oud-leerlingen die regelmatig of continu geen werk hebben of een opleiding volgen hebben in veel mindere mate een AKA/niveau 1 diploma behaald tijdens de opleiding in het PrO. Leerlingen die in het praktijkonderwijs een branchecertificaat hebben behaald zijn anderhalf jaar na het moment van uitstroom vooral continu aan het werk of hebben gewisseld van werk naar een opleiding of andersom. Oud-leerlingen die geen branchecertificaat hebben behaald zijn daarentegen vaker student of hebben regelmatig of continu geen werk of een opleiding. Dat oud-leerlingen die geen branchecertificaat hebben behaald vaker student zijn is te verklaren, omdat een branchecertificaat in de regel een toegangsbewijs is tot de arbeidsmarkt en in mindere mate tot vervolgopleidingen. Oud-leerlingen met een in het praktijkonderwijs behaald AKA/niveau1 diploma of branchecertificaat hebben dus vaker een bestendige uitstroom in respectievelijk het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt. Leerlingen die geen AKA/niveau1 diploma of branchecertificaat hebben behaald in het praktijkonderwijs hebben minder vaak een bestendige uitstroom. Deze situatie is ook van toepassing op oud-leerlingen die zich in het praktijkonderwijs al dan niet gespecialiseerd hebben in een bepaalde beroepsrichting. De conclusie kan getrokken worden dat het behalen van AKA/niveau1 diploma s, branchecertificaten en het specialiseren in een bepaalde beroepsrichting, tijdens de opleiding in het PrO, samenhangt met het hebben van een bestendige loopbaan op de arbeidsmarkt of in het vervolgonderwijs. 1 Alle beschreven verschillen zijn significant, getoetst met Chi-kwadraat toets. 21

22 Loopbanen uitstromers en het h streefdoel van het in het tweede/derde leerjaar opgestelde uitstroomprofiel 1 Aan het eind van het tweede of het begin van het derde leerjaar stellen de school, de leerling en de ouders in onderling overleg een streefdoel op. Dit streefdoel kan zijn uitstroom naar werk, uitstroom naar werk in combinatie met vervolgonderwijs, uitstroom naar vervolgonderwijs of iets anders (bijvoorbeeld dagbesteding). Het streefdoel wordt het uitgangspunt van het onderwijsaanbod zoals beschreven in een IOP. Aan de hand van de loopbanen van oud-leerlingen kan worden nagegaan of de oud-leerlingen anderhalf jaar na het moment van uitstroom actief zijn conform het streefdoel van het uitstroomprofiel. Is de inspanning van de school, de leerling en de ouders terug te zien in de bestemming na het moment van uitstroom? Na anderhalf jaar blijkt dat oud-leerlingen met een streefdoel arbeid of leren vaker werken of een opleiding volgen in het voorjaar van Bij het merendeel van de oud-leerlingen die werken of een opleiding volgen komt het streefdoel en de bestemming na het moment van uitstroom dus overeen. In andere gevallen is bij oud-leerlingen met de loopbanen werknemer of student vaak gekozen voor het streefdoel arbeid en leren, dus veelal een bbl-opleiding in het mbo. Bij oud-leerlingen met de loopbanen werknemer/student of eenmalig geen werknemer/student is geen sprake van een veel voorkomend gemeenschappelijk streefdoel. Bij de oud-leerlingen met de minst bestendige uitstroom, dus oud-leerlingen die regelmatig of continu geen werk hebben of een opleiding volgen na het moment van uitstroom, is vaak het streefdoel arbeid overeengekomen. Tijdens de opleiding is dus ingezet op het verkrijgen van werk, maar het verkrijgen of het behouden van een baan is bij deze oud-leerlingen niet gelukt. Bij oud-leerlingen die na het verlaten van de school nog niet gewerkt hebben of geen opleiding gevolgd hebben is ook vaak het streefdoel anders opgesteld. Dit kan verklaren waarom een deel van de oud-leerlingen nog niet gewerkt heeft of een opleiding heeft gevolgd: deze oud-leerlingen volgen bijvoorbeeld dagbesteding of gaan naar een sociale werkplaats. Loopbanen uitstromers en het h verkrijgen van begeleiding in het h voor- jaar van 2011 Zijn er verschillen tussen oud-leerlingen naarmate ze al dan niet begeleiding ontvangen in het voorjaar van 2011? In het algemeen blijkt dat oud-leerlingen met een bestendige uitstroom in werk of vervolgonderwijs vaker begeleiding ontvangen dan oud-leerlingen die eenmalig, regelmatig of continu geen werk hebben gehad of een opleiding hebben gevolgd na het moment van uitstroom. De oudleerlingen die na het verlaten van de school voor praktijkonderwijs continu aan het werk zijn ontvangen het vaakst begeleiding in het voorjaar van 2011 (81%). De oud-leerlingen die nog niet gewerkt hebben of een opleiding gevolgd hebben na het moment van uitstroom ontvangen het minst vaak begeleiding in het voorjaar van 2011 (51%). Dat is op zich vreemd, want de oud-leerlingen die het meest behoefte lijken te hebben aan begeleiding ontvangen het minst vaak begeleiding. Hierbij dient wel te worden aangetekend dat scholen voor praktijkonderwijs na anderhalf geen nazorgplicht meer hebben en dat de keuze om wel of geen nazorg te verlenen dan aan de school is. 1 Alle beschreven verschillen zijn significant, getoetst met Chi-kwadraat toets. 22

23 5.3 Loopbanen van uitstromers in in het voorjaar van 2011 Ook bij de uitstromers in zijn de loopbanen in beeld gebracht. Bij het in beeld brengen van deze loopbanen is uitgegaan van twee meetmomenten, namelijk de uitstroommeting en de eerste volgmeting in het voorjaar van In totaal zijn er na een half jaar al 90 verschillende loopbanen te onderscheiden bij de uitstromers in De zeven meest voorkomende loopbanen worden gepresenteerd in tabel 7. tabel 7 De belangrijkste loopbaanpatronen van uitstromers in in het voorjaar van 2011 (n=4989) Uitstroombestemming Voorjaar 2011 % Arbeid Arbeid 17.5% Bbl Bbl 10.0% Overig onderwijs Overig onderwijs 7.9% Bol 1 Bol 1 7.7% Bol 2 Bol 2 7.7% Arbeid Geen invoer 4.8% Geen werk/school Geen werk/school 3. Uit de belangrijkste loopbaanpatronen blijkt dat 17.5% van de oud-leerlingen zijn uitgestroomd naar arbeid en in het voorjaar van 2011 nog steeds werken. Net als bij de uitstromers in valt op dat de meest voorkomende loopbanen betrekking hebben op maar een klein deel van de totale populatie (hier 59%). Daarom is ook bij de uitstromers in gekeken naar de loopbanen van oud-leerlingen waarvan op ieder meetmoment de bestemming in beeld is gebracht, zie tabel 8. In deze tabel zijn de zeven belangrijkste loopbanen weergegeven. Waarom zeven? Bij deze zeven loopbanen is sprake van een redelijk aantal oud-leerlingen met een dergelijke loopbaan. Alle andere loopbanen bestaan uit minder dan 1% van de leerlingpopulatie waarvan op ieder meetmoment de bestemming in beeld is gebracht. tabel 8 De belangrijkste loopbaanpatronen van uitstromers in in het voorjaar van 2011 met invoer op alle meetmomenten (n=4163) Uitstroombestemming Voorjaar 2011 % Arbeid Arbeid 21.0% Bbl Bbl 12.0% Overig onderwijs Overig onderwijs 9.4% Bol 2 Bol 2 9. Bol 1 Bol 1 9.2% Geen werk/school Geen werk/school 4.0% AKA AKA 3.2% 23

De volgende trede. Rapportage uitstroommonitor 2009-2010 en tweede meting volgmodule cohort 2008-2009. Actis Onderzoek. drs. D.M.S.

De volgende trede. Rapportage uitstroommonitor 2009-2010 en tweede meting volgmodule cohort 2008-2009. Actis Onderzoek. drs. D.M.S. De volgende trede Rapportage uitstroommonitor 2009-2010 en tweede meting volgmodule cohort 2008-2009 Actis Onderzoek drs. D.M.S. Heijnens Rotterdam, 7 januari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 Deel 1 Uitstroommonitor

Nadere informatie

Volgmodule praktijkonderwijs voorjaar 2013

Volgmodule praktijkonderwijs voorjaar 2013 Volgmodule praktijkonderwijs voorjaar 2013 Rapportage van de volgmetingen bij de uitstroomcohorten 2010-2011 en 2011-2012 Actis Onderzoek drs. D.M.S. Heijnens Rotterdam, 22 april 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding

Nadere informatie

Volgmodule Praktijkonderwijs voorjaar 2012

Volgmodule Praktijkonderwijs voorjaar 2012 Volgmodule Praktijkonderwijs voorjaar 2012 Rapportage van de volgmetingen van de uitstroomcohorten 2009-2010 en 2010-2011 Actis Onderzoek drs. D.M.S. Heijnens Rotterdam, 16 mei 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding

Nadere informatie

Uitstroom uit het praktijkonderwijs in de regio Rotterdam

Uitstroom uit het praktijkonderwijs in de regio Rotterdam Uitstroom uit het praktijkonderwijs in de regio Rotterdam Rapportage uitstroommonitor 2009-2010 en tweede meting volgmodule cohort 2008-2009 Actis Onderzoek drs. D.M.S. Heijnens Rotterdam, 14 februari

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2010/2011

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2010/2011 Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2010/2011 Rapportage van de uitstroommeting 2010/11 en de volgmetingen in het najaar van 2011 e Actis Onderzoek drs. D.M.S. Heijnens Rotterdam, 30 januari 2012 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Volgmodule Praktijkonderwijs

Volgmodule Praktijkonderwijs Volgmodule Praktijkonderwijs Eerste meetmoment cohort 2008-2009 Actis Onderzoek drs. D.M.S. Heijnens Rotterdam, 21 april 2010 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Dataverzameling

Nadere informatie

De uitstroom uit het praktijkonderwijs in de regio Rotterdam

De uitstroom uit het praktijkonderwijs in de regio Rotterdam De uitstroom uit het praktijkonderwijs in de regio Rotterdam Rapportage van de uitstroommeting 2010/11 en de volgmetingen in het najaar van 2011 e Actis Onderzoek drs. D.M.S. Heijnens Rotterdam, 19 maart

Nadere informatie

De uitstroom van leerlingen uit het praktijkonderwijs in het schooljaar 2008-2009

De uitstroom van leerlingen uit het praktijkonderwijs in het schooljaar 2008-2009 De uitstroom van leerlingen uit het praktijkonderwijs in het schooljaar 2008-2009 Actis Advies drs. D.M.S. Heijnens Rotter, 9 december 2009 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1 Uitstroommonitor 2008-2009 5 1.1

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2015-2016 Samenvatting van de monitor 2015-2016 en de volgmodules najaar 2016 Platform Praktijkonderwijs december 2016 Definitieve versie 161208 1 Vooraf In de periode

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2016-2017 Samenvatting van de monitor 2016-2017 en de volgmodules najaar 2017 Sectorraad Praktijkonderwijs december 2017 Versie definitief 1 Vooraf In de periode 1 september

Nadere informatie

Achtergrondkenmerken uitgestroomde leerling

Achtergrondkenmerken uitgestroomde leerling e Uitstroommmonitor 2008-2011 3. Leeftijd leerling bij uitstroom Achtergrondkenmerken uitgestroomde leerling 12 0 0.0 % 22 0.4 % 0 0.0 % 21 0.4 % 0 0.0 % 17 0.3 % 13 5 14.3 % 135 2.4 % 2 7.4 % 134 2.6

Nadere informatie

Landelijke Uitstroommmonitor Praktijkonderwijs Benchmark rapportage scholen uit eigen regio Uitstroommonitor 2009-2010

Landelijke Uitstroommmonitor Praktijkonderwijs Benchmark rapportage scholen uit eigen regio Uitstroommonitor 2009-2010 Landelijke Uitstroommmonitor Praktijkonderwijs Benchmark rapportage scholen uit eigen regio Uitstroommonitor 2009-2010 Landelijk Regio Mean Assen Emmen Steen Borg Rech RVEC Totaal score landelijk Totaal

Nadere informatie

Congres Werknemer in opleiding 2011. Workshop Nazorg in het praktijkonderwijs

Congres Werknemer in opleiding 2011. Workshop Nazorg in het praktijkonderwijs Congres Werknemer in opleiding 2011 Workshop Nazorg in het praktijkonderwijs Even voorstellen Dennis Heijnens (Platform Praktijkonderwijs) Ed Veenema (mentor/stagedocent en nazorgmedewerker Praktijkschool

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014 monitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, 29 december 2014 1 Introductie In de periode 1 september 31

Nadere informatie

Achtergrondkenmerken uitgestroomde leerling

Achtergrondkenmerken uitgestroomde leerling e Uitstroommeting Praktijkonderwijs 2008-2009 Achtergrondkenmerken uitgestroomde leerling 4. Wat is het geslacht van de leerling? Jongen 20 59 % 3158 59 % Meisje 14 41 % 2233 41 % 5. Wat is voor zover

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2014-2015 Samenvatting van de monitor 2014-2015 en de volgmodules najaar 2015

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2014-2015 Samenvatting van de monitor 2014-2015 en de volgmodules najaar 2015 Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2014-2015 Samenvatting van de monitor 2014-2015 en de volgmodules najaar 2015 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, januari 2016 1 Vooraf In de periode 1 september 31

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013 Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, 2 december 2013 1 Introductie In deze beknopte samenvatting

Nadere informatie

Achtergrondkenmerken van de uitgestroomde leerling

Achtergrondkenmerken van de uitgestroomde leerling Achtergrondkenmerken van de uitgestroomde leerling In de uitstroommonitor worden leerlingen ingevoerd die tussen 1 oktober van het vorige schooljaar en 30 september van het huidige zijn uitgestroomd. Het

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Samenvatting uitkomst volgmodules Voorjaar 2015

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Samenvatting uitkomst volgmodules Voorjaar 2015 Uitstroommonitor praktijkonderwijs Samenvatting uitkomst volgmodules Voorjaar 2015 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, 31 mei 2015 1 Introductie In de eerste maanden van 2015 zijn door de scholen voor

Nadere informatie

Evaluatie Stimulans

Evaluatie Stimulans Evaluatie Stimulans 2009-2010 Actis Advies drs. D.M.S. Heijnens Rotterdam, 11 juni 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Uitkomsten 4 2.1 Activiteiten Stimulans scholen 4 2.2 Tevredenheid ten aanzien van

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie DOOR- EN UITSTROOM UIT PRAKTIJKONDERWIJS, VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS EN ENTREE-OPLEIDINGEN (COHORT 2013/14, 2014/15 EN

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Utrecht, juni 2013 Inhoud 1 Kort verblijf 4 2 Deel I - Speciaal onderwijs 5 2.1 Uitstroom 5 2.2 IQ van

Nadere informatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Samenvatting Op basis van de geactualiseerde gegevens van het CBS zien de samenwerkende inspecties binnen Toezicht Sociaal Domein

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Eerste landelijke opbrengstbevraging in het (voortgezet) speciaal onderwijs

Eerste landelijke opbrengstbevraging in het (voortgezet) speciaal onderwijs Eerste landelijke opbrengstbevraging in het (voortgezet) speciaal onderwijs In deze rapportage leest u de belangrijkste kwantitatieve gegevens van de eerste opbrengstbevraging. Tenzij anders aangegeven,

Nadere informatie

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2015

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2015 Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2015 INHOUD 1. Inleiding... 1 2. Data... 1 3. Uitgangspunten bij het risicomodel... 1 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en vso... 1 3.2 Scores op de indicatoren...

Nadere informatie

Uitwerking berekening prestatieanalyse (voortgezet) speciaal onderwijs 2017

Uitwerking berekening prestatieanalyse (voortgezet) speciaal onderwijs 2017 Uitwerking berekening prestatieanalyse (voortgezet) speciaal onderwijs 2017 INHOUD 1. Inleiding... 1 2. Data... 1 3. Uitgangspunten bij de prestatieanalyse... 1 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en

Nadere informatie

UITWERKING BEREKENING PRESTATIEANALYSE SECTOR SPECIAAL ONDERWIJS 2016

UITWERKING BEREKENING PRESTATIEANALYSE SECTOR SPECIAAL ONDERWIJS 2016 UITWERKING BEREKENING PRESTATIEANALYSE SECTOR SPECIAAL ONDERWIJS 2016 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Data 4 3 Uitgangspunten bij de prestatieanalyse 5 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en vso 5 3.2 Scores

Nadere informatie

Opbrengsten VSO De Kameleon Inleiding

Opbrengsten VSO De Kameleon Inleiding Opbrengsten VSO De Kameleon 204-205 Inleiding Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. Uitgangspunt voor dat aanbod zijn de kerndoelen

Nadere informatie

Groenhorst College Praktijkonderwijs

Groenhorst College Praktijkonderwijs Groenhorst College Praktijkonderwijs Het Groenhorst College Praktijkonderwijs in Emmeloord heet vanaf september 2017 Aeres Praktijkonderwijs Emmeloord. Inhoud Let op! Omdat het praktijkonderwijs beleidsmatig

Nadere informatie

De uitstroom van leerlingen uit het praktijkonderwijs in het schooljaar 2006-2007

De uitstroom van leerlingen uit het praktijkonderwijs in het schooljaar 2006-2007 De uitstroom van leerlingen uit het praktijkonderwijs in het schooljaar 2006-2007 Tilburg, maart 2008 Linda Sontag Saskia von der Fuhr Hans Mariën IVA beleidsonderzoek en advies II Uitgever: IVA Warandelaan

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Gediplomeerden 2015 SOMA College

Gediplomeerden 2015 SOMA College Gediplomeerden 2015 SOMA College Samenvattende rapportage van de uitkomsten van het onderzoek onder gediplomeerden van het SOMA College Utrecht, september 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Uitstroom Praktijkonderwijs schooljaar 2005-2006

Uitstroom Praktijkonderwijs schooljaar 2005-2006 Uitstroom Praktijkonderwijs schooljaar 2005-2006 Tilburg, maart 2007 Dr. ir. Quinta Kools Hans Mariën IVA, Instituut voor Beleidsonderzoek en Advies Uitgever: IVA Warandelaan 2, Postbus 90153, 5000 LE

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999- ROA Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016 KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016 INHOUD Inleiding 3 1 Speciaal onderwijs 4 1.1 Uitstroom vanuit het speciaal onderwijs 4 1.2 IQ van de uitstroomde leerlingen vanuit het

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Loopbaanmonitor jongeren in kwetsbare positie. Een cohort jongeren in een kwetsbare positie uit 2010/11 cijfermatig in beeld gebracht

Loopbaanmonitor jongeren in kwetsbare positie. Een cohort jongeren in een kwetsbare positie uit 2010/11 cijfermatig in beeld gebracht Loopbaanmonitor jongeren in kwetsbare positie Een cohort jongeren in een kwetsbare positie uit 2010/11 cijfermatig in beeld gebracht Inhoudsopgave Samenvatting 3 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding loopbaanmonitor

Nadere informatie

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2011 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2011 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA Research Centre for Education and the Labour Market ROA Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2011 Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2012/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014 Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014 INHOUD 1. Inleiding... 1 2. Data... 1 3. Uitgangspunten bij het risicomodel... 1 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en vso... 1 3.2 Scores op de indicatoren...

Nadere informatie

PrO Loopbanen 2005-2011 Kohnstamm Instituut & Actis Onderzoek. Pro-loopbanen in vogelvlucht: de start. Pro-loopbanen in vogelvlucht: de aanpak

PrO Loopbanen 2005-2011 Kohnstamm Instituut & Actis Onderzoek. Pro-loopbanen in vogelvlucht: de start. Pro-loopbanen in vogelvlucht: de aanpak PrO Loopbanen 2005-2011 Kohnstamm Instituut & Actis Onderzoek 31/01/13 De toekomst van het vmbo/het vmbo van de toekomst Pro-loopbanen in vogelvlucht: de start Leerlingen met een beschikking praktijkonderwijs

Nadere informatie

1. Totale uitstroom. verlaten heeft. 2. Uitstroom van kortverblijf leerlingen

1. Totale uitstroom. verlaten heeft. 2. Uitstroom van kortverblijf leerlingen Opbrengsten VSO OCR Inleiding Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. Uitgangspunt voor dat aanbod zijn de kerndoelen (voortgezet)

Nadere informatie

Katern schoolresultaten de Taalbrug VSO

Katern schoolresultaten de Taalbrug VSO Toledolaan 3 5629 CC Eindhoven Telefoon: 040 290 23 45 website: www.taalbrug.nl Katern schoolresultaten de Taalbrug VSO - 2019 D E T A A L B R U G VSO - D I P L O M A G E R I C H T Voorwoord Voor u liggen

Nadere informatie

Evaluatie Stimulans

Evaluatie Stimulans Evaluatie Stimulans 2011-2012 Actis Advies drs. D.M.S. Heijnens Rotterdam, 9 mei 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Resultaten enquête 5 2.1 Deelname 5 2.2 Kwaliteitszorg in 2011-2012 6 2.3 Tevredenheid

Nadere informatie

Schoolgids Deel b VSO De Veenlanden

Schoolgids Deel b VSO De Veenlanden Schoolgids - Deel b VSO De Veenlanden Inleiding Onze schoolgids is opgeknipt in twee delen, deel A en B. Dit is deel B. Dit deel gaat met name over de schoolontwikkeling en de onderwijsopbrengsten. Hiermee

Nadere informatie

Opbrengsten Pleysier College

Opbrengsten Pleysier College Opbrengsten Pleysier College 214-215 Uitstroomcohort 214-215 Bestendiging uitstroomcohort 213-214 Els Westerhuis 31 maart 216 Inhoudsopgave 1 1. Aantal schoolverlaters + en 2 2. Overzicht aantallen tussentijdse

Nadere informatie

CvE-bijlage bij rapportage 2012-2013 invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen

CvE-bijlage bij rapportage 2012-2013 invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen CvE-bijlage bij rapportage 2012-2013 invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen In dit document geeft het College voor Examens gegevens rondom de resultaten

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Zeeland, West Brabant, die op basis van de resultaten van het

Nadere informatie

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Open teelten Landbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2014 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2014 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 214 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Inhoud Inleiding... 1 Deel I Speciaal onderwijs... 2 1.1 Uitstroom vanuit het speciaal onderwijs... 2 1.2

Nadere informatie

Opbrengsten Pleysier College

Opbrengsten Pleysier College Opbrengsten Pleysier College 216-217 Uitstroomcohort 216-217 Bestendiging uitstroomcohort 21-216 Els Westerhuis maart 218 Inhoudsopgave 1 1. Aantal schoolverlaters + en 2 2. Overzicht aantallen tussentijdse

Nadere informatie

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht Jeugdzorg Plus Plaatsings- en uitstroomgegevens 2018 In deze factsheet geven we u een beeld van het aantal plaatsingen in Jeugdzorg Plus instellingen in 2018, cliëntgegevens en uitstroomgegevens. De cijfers

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom In het Nederlands onderwijsbestel moeten kinderen op jonge leeftijd belangrijke keuzes maken die de rest van hun loopbaan beïnvloedt. De

Nadere informatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie Wajongers aan het werk met loondispensatie UWV, Directie Strategie, Beleid en Kenniscentrum Dit memo gaat in op de inzet van loondispensatie bij Wajongers en op werkbehoud en loonontwikkeling. De belangrijkste

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Gelderland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek

Nadere informatie

Het gebruik van studiefinanciering met de verkeerde intenties

Het gebruik van studiefinanciering met de verkeerde intenties Het gebruik van studiefinanciering met de verkeerde intenties Verkenning op basis van de registraties van DUO Oktober 2016 Jaap-Jan Bakker DUO 1 Inleiding Naar aanleiding van een bericht in de media over

Nadere informatie

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 Utrecht, januari 2013 INHOUD Samenvatting 4 Inleiding 6 1 Trends en wetenswaardigheden 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Trends 8 1.3 Wetenswaardigheden 11 2 Wet-

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Factsheet Groothandel in Bloembollen 2013 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Colland Bestuursbureau, 5 februari 2014 Pagina 2 26 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ] Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [12-3-2018 ] 1. Inleiding Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid Straus een motie ingediend om een indicator voor de tevredenheid van werkgevers

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Loonwerk 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 29 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Notitie a Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Juli 2014 Nelet Kuipers, team Onderwijs SQS 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO

Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO Analyse van de positie van gediplomeerden van het mbo van opleidingen binnen ECABO op basis van de gegevens van de MBO-Kaart 2006-2008 Gediplomeerden van

Nadere informatie

Functionerings niveau. niveau. CED 3 (voornemen : Plancius)

Functionerings niveau. niveau. CED 3 (voornemen : Plancius) Opbrengsten SO De Kameleon 2014-2015 Inleiding Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. Uitgangspunt voor dat aanbod zijn de kerndoelen

Nadere informatie

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2012 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2012 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA Research Centre for Education and the Labour Market ROA Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2012 Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2013/2 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2013

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2013 Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2013 INHOUD 1. Inleiding... 1 2. Data... 1 3. Uitgangspunten bij het risicomodel... 1 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en vso... 1 3.2 Scores op de indicatoren...

Nadere informatie

Groepsgrootte in het basisonderwijs

Groepsgrootte in het basisonderwijs Groepsgrootte in het basisonderwijs 2014-2017 Inleiding Groepsgrootte is een belangrijk onderwerp voor veel leerkrachten, ouders en leerlingen in het basisonderwijs. Er is niet wettelijk vastgelegd hoeveel

Nadere informatie

Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs

Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs Inspectie van het Onderwijs, december 2015 Jaarlijks rapporteert de Inspectie van het Onderwijs over het schorsen en verwijderen van leerlingen

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Jeugdzorg Plus plaatsingsgegevens

Jeugdzorg Plus plaatsingsgegevens Jeugdzorg Plus plaatsingsgegevens 1 januari tot en met 30 juni 2018 Wat is Jeugdzorg Plus Jeugdzorg Plus is een vorm van gesloten jeugdhulp die wordt geboden aan kinderen en jongeren die niet bereikbaar

Nadere informatie

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018 Basisscholen in krimpgebieden in 2017/2018 In welke provincies sluiten de meeste basisscholen? Aan het begin van 2017/2018 zijn in Groningen, Zeeland, Limburg en Flevoland rond 2% van de basisscholen gesloten

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 R.J. Kenens L. Hingstman Februari 2004 NIVEL Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Telefoon: 030-27 29 700 www.nivel.nl Pagina 2 van 6 INLEIDING In

Nadere informatie

Op grond van de uitstroomcijfers van de afgelopen jaren heeft de Sluis een schoolstandaard opgesteld Ambitie/schoolstandaard

Op grond van de uitstroomcijfers van de afgelopen jaren heeft de Sluis een schoolstandaard opgesteld Ambitie/schoolstandaard Opbrengsten VSO de Sluis Inleiding Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. Uitgangspunt voor dat aanbod zijn de kerndoelen (voortgezet)

Nadere informatie

gevorderd voldoende minimum

gevorderd voldoende minimum Opbrengsten SO Het Mozaïek onderbouw Inleiding Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. Uitgangspunt voor dat aanbod zijn de kerndoelen

Nadere informatie

Opbrengsten Pleysier College

Opbrengsten Pleysier College Opbrengsten Pleysier College 2017-2018 Uitstroomcohort 2017-2018 Bestendiging uitstroomcohort 2016-2017 Els Westerhuis Februari 2019 Inhoudsopgave 1 1. Aantal schoolverlaters + en 2 2. Overzicht aantallen

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in ruim 15.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

Schoolgids Deel b VSO Klein Borculo

Schoolgids Deel b VSO Klein Borculo Schoolgids -9 Deel b VSO Klein Borculo Inleiding Onze schoolgids is opgeknipt in twee delen, deel A en B. Dit is deel B. Dit deel gaat met name over de schoolontwikkeling en de onderwijsopbrengsten. Hiermee

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

Factsheet Schorsingen en verwijderingen

Factsheet Schorsingen en verwijderingen Factsheet Schorsingen en verwijderingen Elektronische meldingen 2009/2010 tot en met 2013/2014 Kern Scholen voor voortgezet onderwijs zijn verplicht aan de inspectie te melden als zij een leerling langer

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West 1 Jeugdwerkloosheid Factsheet september 2014 Er zijn in ruim 26.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

Uitleg van de figuren VO 1

Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren - VO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2013 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2013 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2013 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Inhoud Inleiding Deel I Speciaal onderwijs 1.1 Uitstroom vanuit het so 1.2 IQ van de uitstroomde leerlingen

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Factsheet persbericht

Factsheet persbericht Factsheet persbericht Nut vakbonden onbekend bij jongeren 30 november 2011 Inleiding Van oktober 2011 tot november 2011 hield Zoekbijbaan.nl het Nationale Bijbanen Onderzoek. Aan het onderzoek deden 2464

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO PRO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO PRO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO PRO Plaats : Ridderkerk BRIN nummer : 18TR 10 PRO BRIN nummer : 20AM 00 PRO Onderzoeksnummer : 251219 Datum onderzoek : 19 september 2013 Datum vaststelling

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Opbrengsten Pleysier College

Opbrengsten Pleysier College Opbrengsten Pleysier College 215-216 Uitstroomcohort 215-216 Bestendiging uitstroomcohort 214-215 Els Westerhuis 21 maart 217 (gecorrigeerd juni 217) Inhoudsopgave 1 1. Aantal schoolverlaters + en 2 2.

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Monitoring Utrechtse School: Tweede meting

Monitoring Utrechtse School: Tweede meting Monitoring Utrechtse School: Tweede meting R. Kennis M. Roelofs T. Eimers E. Keppels 29 augustus 2012 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, Nijmegen 2012 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt,

Nadere informatie

* Vanaf 9 september is onze nieuwe website online : www.pentacollege-attendiz.nl

* Vanaf 9 september is onze nieuwe website online : www.pentacollege-attendiz.nl Opbrengsten Penta College 2014-2015 Inleiding Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. Uitgangspunt voor dat aanbod zijn de kerndoelen

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

De studieloopbaan van mbo-deelnemers

De studieloopbaan van mbo-deelnemers Paper Symposium, Het belang van het onderwijsnummer voor beleidsinformatie ORD 2012 De studieloopbaan van mbo-deelnemers De verblijfsduur in relatie met het behaalde op het mbo. DUO/INP 1 juni 2012 Jaap-Jan

Nadere informatie