BEN TIGGELAAR VERANDEREN IN ÉÉN DAG

Transcriptie

1 BEN TIGGELAAR VERANDEREN IN ÉÉN DAG

2 BLOK 2: OP DE WERKVLOER

3 BLOK 2: OP DE WERKVLOER VERANDEREN VOLGENS BEDRIJFSKUNDIGEN Belangrijke denkers: o.a. Kotter, Beer, Kanter, Cooperrider Hoe doet een bedrijfskundige -stap voor stap- een verandering? Wanneer ben je 'klaar' om te veranderen? Praktische tips: de top 5.

4 BEDRIJFSKUNDIGE VERANDERPROBLEMEN

5 Bedrijfskundige problemen - Noodzaak is niet duidelijk; te laat beginnen. - Beslissers hebben te weinig kennis van te veranderen realiteit. - Geen heldere diagnose, geen heldere keuzes. - Oplossing niet helder; niet effectief; niet passend in cultuur. - Organisatie bestaat uit 'losjes gekoppelde' systemen. - Botsing tussen formele en informele organisatie. - Werk in dagelijkse processen concurreert met vernieuwing. - Essentiële stappen worden overgeslagen. - Medewerkers worden te weinig betrokken.

6 Yves Morieux "De echte basis voor het realiseren van concurrentievoordelen, is het inzicht dat managers hebben in wat er écht gebeurt in hun organisaties."

8 Karl Weick "Losjes gekoppelde onderdelen van een grotere organisatie, kunnen inspelen op lokale ontwikkelingen zonder meteen het hele systeem te beïnvloeden. Die aanpassingen kunnen snel, efficiënt en effectief zijn."

10 John Kotter "Veel managers realiseren zich niet hoe belangrijk het is om nauwkeurig, stap-voorstap te werken en om allereerst de urgentie van een verandering duidelijk te maken. Medewerkers voelen daardoor onvoldoende hoe dringend het is om mee te werken aan een verandering."

12 BELANGRIJKE DENKERS

13 Belangrijke denkers en hun ideeën 1) Michael Beer: de code voor verandering. 2) Rosabeth Moss Kanter: hoe wordt je een change master? 3) Edgar Schein: hoe werkt cultuurverandering? 4) David Cooperrider: Appreciative Inquiry

14 OEFENING: JE FAVORIETE CONSULTANT Door wie zou jij je het liefst laten adviseren? - Groepen van 3. - Kies nu een gezamenlijk probleem: uit het nieuws of je eigen praktijk (1 minuut). - Kies zometeen je favoriete consultant (3 minuten). - Waarom deze?

15 Michael Beer "Het helpt niet als je als manager alleen maar je eigen gelijk wilt bewijzen. Iedere interventie in een bedrijf is een experiment. Misschien niet een net, gecontroleerd experiment. Maar het blijft een experiment."

16 Michael Beer Theory E: 'harde' focus op economische waarde, korte termijn, financieel gericht, top-down. Theorie O: 'zachte' focus op organisatie-ontwikkeling, lange termijn, cultuur- en mensgericht, bottom-up.

17 Rosabeth Moss Kanter "Leiders moeten een doel kiezen waar ze echt aan vast willen houden. Ondanks tegenvallers. En ze moeten dat grote doel bij elke ontmoeting telkens weer blijven communiceren "

18 Rosabeth Moss Kanter Change Masters 1. Collega's overtuigen om medewerkers te helpen. 2. Problemen op gebied van samenwerking oplossen. 3. Kleine met grote veranderingen verbinden. - 'Grassroot innovations'. - Druk van binnen of buiten. - Veranderstrategen en strategische beslissing. - Individuele uitvoerders en verander-'champions'. - 'Action vehicles' voor medewerkers.

19 Edgar Schein "Het enige echt belangrijke dat leiders doen, is het creëren en managen van de cultuur. Als jij de cultuur niet stuurt, stuurt ze jou. Vaak zonder dat je dit doorhebt."

20 Edgar Schein Artefacten Aangehangen overtuigingen en waarden Onderliggende aannames

21 David Cooperrider "Appreciative Inquiry is gebaseerd op het eenvoudige uitgangspunt dat elke organisatie iets heeft dat goed werkt, en dat deze kracht het startpunt kan zijn voor positieve verandering."

22 David Cooperrider Appreciative inquiry - Defining: wat is de focus van de 'inquiry'? - Discovering: wat is er nu goed? - Dreaming: hoe zou de toekomst kunnen zijn? - Designing: hoe zouden we dit kunnen realiseren? - Delivering: aan de slag met de droom.

23 OEFENING: JE FAVORIETE CONSULTANT Door wie zou jij je het liefst laten adviseren? - Groepen van 3. - Kijk nog even naar het gekozen probleem. - Kies samen je favoriete consultant (3 minuten). - Waarom deze?

24 STAP-VOOR-STAP VOLGENS BEDRIJFSKUNDIGEN

25 OEFENING ZOMETEEN... Wat mag je ab-so-luut niet vergeten? - Zometeen gaan we daar iets creatiefs mee doen, om het voor altijd te onthouden.

26 John Kotter "Ik denk dat we een 'supplementaire' structuur nodig hebben. Een netwerk, niet een hiërarchie, van mensen die vrijwillig initiatieven ontplooien die het bedrijf helpen om zijn strategie uit te voeren en die helpen om continu te veranderen."

27 John Kotter: acht stappen bij verandering 1. Zorg voor een gevoel van urgentie. 2. Formeer een leidende coalitie. 3. Ontwikkel een verandervisie. 4. Communiceer de visie om draagvlak te creëren. 5. Verwijder obstakels, maak actie mogelijk. 6. Zorg voor kortetermijnsuccessen. 7. Zak niet in, maar bouw door. 8. Veranker de verandering in de cultuur.

28 John Kotter Niet: analyseren, denken, veranderen. (Analyze, think, change). Maar: zien, voelen, veranderen. (See, feel, change).

29 John Hayes: procesmodel van verandering 1. Onderkennen en beginnen. 2. Diagnose. 3. Plan. 4. Implementeren en meten. 5. Verandering vasthouden. - Leren. - Leiden en managen van mensen.

30 James Womack & Daniel Jones: Lean 1. Value: wat vinden klanten waardevol? 2. Value stream: welke activiteiten zijn echt nodig voor die waarde? Welke verspilling kun je elimineren? 3. Flow: zorg voor een doorgaande, snelle, onbelemmerde stroom van waarde naar de klant. 4. Pull: laat de klant het aanbod door de keten trekken. 5. Perfection: streef naar perfecte waarde, zonder verspilling.

31 Readiness for change - Positieve opvattingen over de noodzaak om te veranderen én over de uitkomsten van de verandering. - Noodzaak + Leiderschap en richting + Planning. - Gevoel van urgentie: niet veranderen is pijnlijker dan wel. - De buitenwereld naar binnen brengen. - Voorbeeldgedrag. - Kansen zien in crises. - Dwarsliggers aanpakken.

32 Burning Platform

33 OEFENING: LIMERICK Wat mag je ab-so-luut niet vergeten? - Schrijf met 2 of 3 personen een limerick over wat je nóóit mag vergeten in verandermanagement. - Rijmschema: A-A-B-B-A. - Tip: begin met het laatste woord :-) - 4 minuten.

34 OEFENING: LIMERICK Voorbeeld... Een leider in de residentie, zag kansen voor meer efficiëntie. Maar hij wachtte te lang, en de welvaart trok 'an, en wég was toen alle urgentie!

35 'BIG TREND'

36 BIG TREND Start-up denken en doen 1) Het doel van een 'start-up' (ieder project dat een hoge mate van onzekerheid kent) is: leren! 2) Maak een plan, maak daarbinnen een onderscheid tussen feiten en aannames. 3) Test je aannames zo snel mogelijk. 4) Je bent geslaagd wanneer je een levensvatbare aanpak ontwikkelt voor je tijd om is en je geld op.

37 5 praktische tips Praktische tips uit verandermanagement: de top 5

38 5 praktische tips 1. Doelen: kies één heldere maatstaf - Michael Porter: bepaal samen wat 'waarde' is in de ogen van de klant. - Jim Collins: als wij succesvol zijn dan... - Commander's Intent.

39 5 praktische tips 2. Acties: bepaal de 'critical behaviors' - Wat zijn de kritieke gedragingen van de verschillende actoren om je doel te bereiken? - Zoek naar 'sleutel-gedrag' met olievlek-werking.

40 5 praktische tips 3. Support: verdiep je in 'nudging' - Gedrag wordt in hoge mate gestuurd door de direct waarneembare omgeving. Gebruik dat in je voordeel. - Denk in 'triggers' die gewenst gedrag in gang zetten en 'rewards' die gewenst gedrag belonen.

41 5 praktische tips 4. Plannen: begin met 'wat werkt' - Gebruik de 'appreciative' aanpak bij het plannen. - Zoek naar de 'bright spots' in de eigen organisatie. Of in andere organisaties. Of in de literatuur. Of in andere, maar vergelijkbare situaties.

42 John Hattie "Ik denk niet dat elke leraar het recht heeft om les te geven zoals hij dat wil. Zoals ik ook niet denk dat iedere piloot het recht heeft om te vliegen hoe hij wil."

43 5 praktische tips 5. Leren: organiseer het leerproces voor je begint - Denk als een wetenschapper: wat is je hypothese, hoe ga je toetsen, wanneer ga je je hypothese bijstellen? - Vooraf bepalen: wie, wat, waar, wanneer en hoe... - Voordeel: samen experimenteren vermindert weerstand.

44 Wat neem je mee uit blok 2? Wat wil je onthouden? Wat zijn mogelijke toepassingen in jouw werkomgeving?