p r o v i n c i e L i m b u r g

Transcriptie

1 p r o v i n c i e L i m b u r g 3 d e D i r e c ti e Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, M ilieu en Natuur S e c t i e M i l i e u e n N a t u u r - V e r g u n n i n g e n De deputatie van de provincie Limburg Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen (hierna afgekort als Vlarem I); Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse regering, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn latere wijzigingen; Gelet op de op ingediende aanvraag laatst vervolledigd op van de nv STEENFABRIEKEN A. NELISSEN-HAESEN, Kiezelweg 460 te 3620 Lanaken (btw-nr ), voor het verkrijgen van een milieuvergunning voor het exploiteren van een grondwaterwinning horende bij een vergunde steenbakkerij waarvoor volgende rubriek van toepassing is: - (rubriek ) : boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning, andere dan deze bedoeld in rubriek tot en met klasse 1 (een grondwaterwinning bestaande uit 1 put van 85 m diepte waaruit 200 m³/dag en m³/jaar gewonnen wordt); (laattijdige hernieuwing en uitbreiding van het debiet: was vergund voor 75 m³/dag en m³/jaar) op de kadastrale percelen van en te LANAKEN, Afdeling 5, Sectie C, nrs. 665n(deel), 665l, 665h, 578d(deel), 581a, 582m, 583a, 584a, 585a, 568f(deel), 574c(deel) en 563l(deel), ter plaatse Kiezelweg 460; Gelet op de volgende vergunningen en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de bovenvermelde inrichting reeds werden getroffen en op datum van indiening van de bovenvermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing zijn: graverijen: besluiten van de minister van , en en besluiten van de deputatie van voor de exploitatie van een graverij voor baksteenaarde; steenbakkerij en aanhorigheden: besluiten van de deputatie van , , , , , (in beroep bij de Minister), , , , en voor de exploitatie van een steenbakkerij met toebehoren en voor een termijn tot ; Gelet op het schrijven d.d , waarbij de aanvrager in kennis werd gesteld dat zijn aanvraag volledig en ontvankelijk werd verklaard; Gelet op de brief d.d , waarbij aan de burgemeester van de gemeente Lanaken, werd gevraagd over te gaan tot het organiseren van een openbaar onderzoek i.v.m. de ingediende milieuvergunningsaanvraag; Gelet op de brieven, d.d , waarbij conform artikel 35, 3 van Vlarem I, door de gemachtigde ambtenaar advies werd gevraagd aan: a) de Provinciale Milieuvergunningscommissie; b) het college van burgemeester en schepenen van en te Lanaken; Gelet op de brieven d.d , waarbij door de secretaris van de Provinciale Milieuvergunningscommissie advies werd gevraagd aan de belanghebbende adviserende besturen;

2 Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van Vlarem I; Gelet op het P.V. d.d , van sluiting van het openbaar onderzoek, waaruit blijkt dat 1 schriftelijk bezwaar werd ingediend, in verband met: - beschadigingen aan gebouwen door scheuringen en verzakkingen - hernieuwing van een reeds 10 jaar verlopen milieuvergunning die mogelijk de veroorzaker is van vele kankergevallen en sociologische misgroei (veel weduwvrouwen) - partijdigheid van de gemeente Lanaken omdat Riemst niet op de hoogte werd gebracht; Gelet op het gunstig advies, d.d , van het college van burgemeester en schepenen van Lanaken, omwille van volgende overwegingen: Overwegende dat het bezwaarschrift als volgt kan worden weerlegd: - beschadigingen aan onroerend goed worden niet in het Vlarem geregeld; dergelijke zaken worden door een Rechtbank behandeld; - de verlopen milieuvergunning heeft enkel betrekking op de exploitatie van de grondwaterwinning, niet op de gehele technische eenheid; - de relatie tussen de exploitatie van de steenfabriek en de mogelijke kankergevallen in Lafelt en sociologische misgroei in Ke sselt is, naar ons weten, niet wetenschappelijk bewezen; - de bekendmakingsprocedure werd a) conform het artikel 17, 3.1 van het Vlarem en b) overeenkomstig het bijgevoegde kadasterplan correct uitgevoerd; - de beschuldiging van partijdigheid van de gemeente Lanaken in dit dossier berust op een onjuiste bewering en is als dusdanig niet relevant; Gelet dat de exploitatie, volgens het gewestplan Limburgs-Maasland, K.B , gebeurt binnen een industriezone; dat gebruik van dit gebied geregeld wordt in artikel van het K.B. van betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen; Overwegende dat na onderzoek blijkt dat vanuit milieuaspecten kan gesteld worden dat de exploitatie ter plaatse kan aanvaard worden mits stipte naleving van de relevante en reglementaire Vlarem 2-voorwaarden en mits toepassing van de best beschikbare technieken; Besluit: De milieuvergunningsaanvraag van de nv Steenfabrieken A. Nelissen-Haesen wordt gunstig geadviseerd mits stipte naleving van de relevante en reglementaire voorwaarden van het Vlarem II en mits toepassing van de best beschikbare technieken; Gelet op het gunstig advies, d.d , van de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, omwille van volgende overwegingen: Ligging: De inrichting is volgens het gewestplan Limburgs-Maasland, gelegen in een industriegebied op een afstand van: - ca m van een woongebied ander dan een woongebied met landelijk karakter - 40 m van een woongebied met landelijk karakter m van een woonuitbreidingsgebied; binnen een straal van 100 m, gemeten vanaf de perceelsgrenzen, bevinden zich ca. 20 woningen; gelegen op een afstand van ca m van het vogelrichtlijngebied V7 en op een afstand van ca. 780 m van een habitatrichtlijngebied H35; beschrijving van de aanvraag: Met onderhavige vergunningsaanvraag beoogt de exploitant een milieuvergunning te verkrijgen voor de (laattijdige) hernieuwing en verandering, door uitbreiding van de op te pompen debieten van een tot vergunde grondwaterwinning, behorende bij de vergunde steenbakkerij; Beschrijving van de inrichting: Doordat de grondwaterwinning een einddatum heeft die niet gelijk loopt met deze van de milieuvergunning werd het vervallen ervan laattijdig opgemerkt en werd de hernieuwingsaanvraag van de tot vergunde grondwaterwinning, behorende bij de vergunde steenbakkerij, pas op bij de vergunningverlenende overheid ingediend. Derhalve dient de aangevraagde inrichting beschouwd te worden als een nieuwe inrichting en zijn de Vlaremvoorwaarden voor nieuwe inrichtingen van toepassing. De aangevraagde debietsuitbreiding heeft te maken met de stijging van de productiecapaciteit ten opzichte van de vergunde toestand ten tijde van de vergunde grondwaterwinning, o.a. door het in gebruik nemen van een vierde oven, waardoor de productiecapaciteit is toegenomen. De maximale productiecapaciteit blijft beperkt tot ton/dag. Hiervoor wordt gemiddeld 565 m³/d, m³/maand en m³/jaar leem verbruikt. Als grondstof wordt zelf gewonnen zuivere löss-klei gebruikt, waarvan twee in serie geplaatste mengkuipen. Het vochtgehalte wordt verhoogd m.b.v. grondwater tot gemiddeld 25 % om de klei de nodige plasticiteit te geven. De kwaliteitseisen van het toegevoegde water zijn g ering, daarom kan behalve grondwater eveneens bedrijfsafvalwater gebruikt worden. Aspect grondwaterwinning: In de milieuvergunningsaanvraag worden de gegevens betreffende de grondwaterwinning vermeld, zoals het gebruik van een vertic ale centrifugaalpomp van 5,5 kw met een debiet van 20 m³/u en de aanwezigheid van een watermeter. Tevens wordt in het dossier een maximale waterbehoefte berekend, waaruit blijkt dat de benodigde hoeveelheid water van ca m³/j er ca m³ afkomstig is van gerecupereerd hemelwater, ca m³ van hergebruik van spoelwater en m³ van de grondwaterwin ning. Leidingwater blijft voorbehouden voor huishoudelijke toepassingen en voor het geval van uitval van pompinstallaties.

3 Als alternatief geeft de aanvrager dat eventueel nog maximaal m³ hemelwater mits de nodige aanvaardbare investeringen, bijkomend gerecupereerd kan worden van de hemelopvang van de nieuwbouw. In die omstandigheden zou het benodigde debiet aan grondwater verminderen tot 150 m³/dag en m³/j. de maximale uitvoeringstermijn van de noodzakelijke aanpassingswerken zou ca. 18 maanden bedragen. Advies: Voorgesteld wordt de gevraagde laattijdige hernieuwing en uitbreiding van het op te pompen debiet van een tot vergunde grondwaterwinning te verlenen voor een vergunningstermijn die verstrijkt op onder de strikte naleving van de milieuvergunningsvoorwaarden; Gelet op het stilzwijgend gunstig van het Agentschap R-O Vlaanderen, Ruimtelijke Ordening; Gelet op het gunstig advies voor een beperkt debiet, d.d , van de Afdeling Water, omwille van volgende overwegingen: ontgonnen waterlaag: Formatie van Maastricht (afgesloten) lozing: geen lozing van BAW advies: Onder verwijzing naar artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid werd voor deze aanvraa g tot een milieuvergunning onderzocht of er een schadelijk effect door de grondwaterwinning wordt veroorzaakt. Op verleende het CBS van Lanaken een vergunning cat. A voor de winning van 75 m³/dag en m³/jaar uit deze put met 85 m diepte; deze vergunning is vervallen sinds Het betreft hier een verandering van de milieuvergunning voor een steenbakkerij, nl. de hervergunning van de grondwaterwinning voor verhoogde debieten. De aanvrager produceert jaarlijks 135 miljoen gevelstenen; hiervoor wordt m³ leem gebruikt. De droge leem wordt samen met andere grondstoffen in de menginstallaties gebracht. Deze mengers worden continu gespoeld; dit spoelwater wordt opgevangen en circuleert in een gesloten circuit. Alle bedrijfsafvalwater wordt dus herbruikt (nullozing) met uitzondering van de verliezen aan verdamping, infiltratie, morsverliezen. Het bedrijf beweert jaarlijks m³ vers water nodig te hebben. Een bruikbare leemmassa voor de productie van gevelstenen dient een watergehalte van 27 % te hebben. Aan de m³ leem dient nog m³ water toegevoegd. Het gesloten spoelcircuit verbruikt dus ca m³/jaar. Het gebruik als spoelwater is een laagwaardige toepassing; de aanwending hiervoor van krijtwater met goede kwaliteit wordt ne gatief geadviseerd. Momenteel wordt jaarlijks slechts m³ regenwater, afkomstig van een verharde oppervlakte van m², opgevangen en gebruikt als spoelwater. Het bedrijf dient meer hemelwater op te vangen; momenteel wordt het regenwater op een oppervlakte van m² gewoon niet opgevangen; hier zijn mogelijkheden om jaarlijks tot m³ hemelwater op te vangen en te integreren in het spoelcircuit. Daarom stellen wij voor om het debiet uit de krijtput te beperken tot m³/jaar, hetzij de behoefte om de initiële leemmassa te bevochtigen. De winning gebeurt d.m.v. een dompelpomp met een capaciteit van 20 m³/uur. De aanvrager is aangesloten op het openbaar drinkwaternet voor huishoudelijk en sanitair gebruik. Besluit Het betreft hier een grondwaterwinning bestaande uit 1 put, die op een diepte van 85 m water onttrekt uit de afgesloten laag in de Formatie van Maastricht. Deze watervoerende laag is in staat om het gevraagde debiet te leveren. Vanuit het algemeen standpunt van de bescherming van de natuurlijke grondwatervoorraden kan deze aanvraag, na vermindering van de gevraagde debieten, gunstig worden geadviseerd. Het schadelijk effect van de winning op het milieu is dan beperkt. Voorgesteld wordt om vergunning te verlenen voor de winning van 150 m³/dag en m³/jaar uit 1 put met 85 m diepte tot , de einddatum van de geldende milieuvergunning. De sectorale voorwaarden van hfdst van VLAREM II zijn van toepassing Gelet op de bespreking van dit dossier in de Provinciale Milieuvergunningscommissie d.d , waarbij het volgende werd gesteld: het dossier heeft betrekking op de laattijdige hernieuwing van een grondwaterwinning met een verhoging van het vergunde debie t horende bij een steenbakkerij (1 put in het Krijt en een gevraagd debiet van m³/j terwijl de verlopen vergunning geldig was voor m³/j); tijdens het openbaar onderzoek werd 1 bezwaar ingediend over scheuren en verzakkingen, het laattijdig hernieuwen van de milie uvergunning van een inrichting die kanker veroorzaakt en het niet op de hoogte brengen van de gemeente Riemst; de inrichting is gelegen in industriegebied; de adviezen zijn gunstig voor een eindtermijn die eindigt op maar Afdeling Water stelt voor dat het debiet beperkt wordt tot m³/jaar omdat het bedrijf, mits uitvoeren van investeringen, meer hemelwater kan opvangen; de exploitant en studiebureau worden gehoord: men gaat akkoord met de beperking van het debiet zoals voorgesteld door de Afdeling Water; de investeringen om meer hemelwater te kunnen benutten zullen versneld uitgevoerd worden zodat dit ten laatste eind dit jaar operationeel is; het advies van de PMVC is UNANIEM GUNSTIG voor een debiet van m³/j voor een termijn die eindigt op ;

4 Gelet op het unaniem gunstig advies van de Provinciale Milieuvergunningscommissie, d.d , voor een maximaal op te pompen debiet van m³/j voor een termijn die eindigt op ; Gelet op het schrijven van van de nv Steenfabrieken A. Nelissen-Haesen, waarin wordt gesteld dat men akkoord gaat met beperking van het debiet tot m³/jaar en dat de voorgestelde investeringen om meer hemelwater te benutten versneld zullen uitgevoerd word en zodat dit ten laatste eind 2007 operationeel is; Gelet op de ligging van de inrichting in een industriegebied van het gewestplan Limburgs-Maasland; Overwegende dat, vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten, gesteld kan worden dat de activiteiten, voorwerp van de milieuvergunningsaanvraag verenigbaar zijn met de van toepassing zijnde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat de aanvraag betrekking heeft op de laattijdige hernieuwing van een tot vergunde grondwaterwinning horende bij een steenbakkerij; dat gevraagd wordt om het vroegere vergunde debiet ( m³/j) uit te breiden omwille van een productiestijging; dat de grondwaterwinning bestaat uit 1 put met een diepte van 85 meter welke water onttrekt uit de afgesloten Formatie van Maastricht; Overwegende dat er, volgens de aanvraag, binnen de inrichting een totale waterbehoefte is van ca m³/jaar waarvan: m³/j water als grondstof in product (2 menginstallaties) m³/j spoelwater voor de menginstallaties m³/j spoel/koelwater strippenzaag dat de spoelwaters hergebruikt worden met uitzondering van de verliezen aan verdamping, infiltratie en morsen (ca. 15% verlies); dat voor de productie van de gevelstenen geen hoogwaardige waterkwaliteit vereist is; dat het bijgevolg niet aangewezen is dat voor de gevraagde toepassing hoogwaardig grondwater wordt gebruikt uit het Krijt; dat het bedrijf ook hemelwater kan gebruiken voor de baksteenproductie; dat het bedrijf beweert jaarlijks ca m³ vers water nodig te hebben; dat momenteel hiervan slechts ca m³/j bestaat uit hemelwater; Overwegende dat uit het dossier blijkt dat het mogelijk is om jaarlijks nog ca m³ hemelwater bijkomend op te vangen e n te gebruiken in het productieproces; dat de exploitant in de PMVC verklaarde dat er investeringen gepland zijn om dit ook effectief te realiseren waardoor hij zijn aanvraag wenst te reduceren tot m³/j; dat dit zal aangepast worden in artikel 1 in rubriek van dit besluit; Overwegende dat de tijdens het openbaar onderzoek ingediende bezwaren en opmerkingen als volgt kunnen worden geëvalueerd: inzake de bemerking over scheuren en verzakkingen van gebouwen kan gesteld worden dat het een grondwaterwinning betreft welke al jaren in bedrijf is en er geen sprake is van het boren van bijkomende productieputten of het verdiepen ervan; dat uit de ingewonnen adviezen blijkt dat de grondwaterwinningsp ut die het voorwerp uitmaakt van deze aanvraag zonder overdreven risico s en hinder kan uitgebaat worden, mits naleving van de milieuvergunningsvoorwaarden; dat het grondwater onttrokken wordt uit een afgesloten laag waardoor het niet waarschijnlijk is dat deze winning zettingsschade zal veroorzaken; dat de bepalingen van het burgerlijk wetboek van toepassing zijn indien bewezen wordt dat schade is opgetreden t.g.v. deze grondwaterwinning; inzake de bemerking over de reeds 10 jaar verlopen milieuvergunning welke kanker veroorzaakt kan gesteld worden dat deze beme rking in hoofdzaak gericht is tegen de uitbating van de steenbakkerij; dat deze echter niet het voorwerp uitmaakt van deze aanvraag en waarvoor nog een milieuvergunning loopt tot ; dat huidige aanvraag louter betrekking heeft op de exploitatie van een grondwaterwinning; dat het inderdaad een laattijdige hernieuwing betreft van de milieuvergunning maar de winning was vergund tot ; dat de exploitant reeds een aanvraagdossier indiende op ; inzake de partijdigheid van de gemeente Lanaken kan gesteld worden dat deze bemerking ongegrond is; dat het openbaar onderzoek over de vergunningsaanvraag gebeurde zoals werd vastgelegd in art. 17 van Vlarem I; dat de gemeente Riemst niet op de hoogte gesteld moest worden van deze aanvraag aangezien de inrichting enkel gelegen is op g rondgebied van Lanaken en uit de kadastrale plannen blijkt dat ook de straal van 100 m rond de inrichting niet tot in Riemst reikt; Overwegende dat op basis van de uitgebrachte adviezen gesteld kan worden dat een vergunning voor de grondwaterwinning verleen d kan worden voor een debiet van m³/j voor een termijn die eindigt op , de eindtermijn van de basisvergunning van de inrichting; Overwegende dat, vanuit oogpunt van milieuaspecten, rationeel grondwaterverbruik en -gebruik en het algemeen waterbeheer, gesteld kan worden dat de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op de grondwatervoerende lagen, het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens, buiten

5 de inrichting veroorzaakt door de aangevraagde activiteiten, mits naleving van de in dit besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden, tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er op grond van de bovenvermelde beschouwingen aanleiding bestaat het unaniem gunstig standpunt van de PMVC b ij te treden; dat het bijgevolg past de vergunning te verlenen voor een termijn eindigend op ; Gehoord het verslag van Frank Smeets, lid van het college; BESLUIT Artikel 1 1. Aan de nv STEENFABRIEKEN A. NELISSEN-HAESEN, Kiezelweg 460 te 3620 Lanaken wordt, onder de voorwaarden bepaald in dit besluit, de aangevraagde vergunning VERLEEND voor het exploiteren van een grondwaterwinning horende bij een vergunde steenbakkerij waarvoor volgende rubriek van toepassing is: - (rubriek ) : boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning, andere dan deze bedoeld in rubriek tot en met klasse 1 (een grondwaterwinning bestaande uit 1 put van 85 m diepte in de Formatie van Maastricht waaruit 200 m³/dag en m³/jaar gewonnen wordt); op de kadastrale percelen van en te LANAKEN, Afdeling 5, Sectie C, nrs. 665n(deel), 665l, 665h, 578d(deel), 581a, 582m, 583a, 584a, 585a, 568f(deel), 574c(deel) en 563l(deel), ter plaatse Kiezelweg De plannen en voorwaarden gehecht aan dit besluit maken er integraal deel van uit. Artikel 2 1. De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting moet in gebruik worden genomen binnen een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf de datum van dit besluit. De in deze beslissing vermelde exploitatievoorwaarden zijn onmiddellijk van toepassing vanaf het ogenblik dat een inrichting wordt geëxploiteerd (dus in gebruik is genomen) tenzij in de voorwaarden zelf anders wordt bepaald. 2. In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens artikel 43 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 een bouwvergunning of krachtens artikel 99, 1, 1, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een stedenbouwkundige vergunning nodig is, wordt deze milieuvergunning geschorst zolang de bouwvergunning of stedenbouwkundige vergunning niet definitief is verleend. In afwijking van het bepaalde in 1 gaat de termijn van ingebruikname van de milieuvergunning slechts in op de dag dat de bouwvergunning of stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend. 3. Wordt de bouwvergunning of stedenbouwkundige vergunning evenwel geweigerd, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege op de dag van de weigering van de bouwvergunning of stedenbouwkundige vergunning in laatste aanleg. Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn die eindigt op (samenvallend met de einddatum van de vergunningstermijn van de vergunning verleend op ). Artikel 4 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van: 1. de algemene en sectoriële voorwaarden van Vlarem II. Ter informatie volgt hierna een niet-limitatieve opsomming van toepasselijke algemene en sectoriële bepalingen uit Vlarem II, en dit voor de tot op heden nog niet vergunde rubrieken: - V.93 : Winning van grondwater (de in de nog geldige vroegere vergunningen reeds opgelegde voorwaarden blijven eveneens van kracht). Artikel 5 Deze vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Artikel 6 1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van artikel 5, 2 en van hoofdstuk III bis van Vlarem I.

6 Een nieuwe vergunning is nodig voor de inrichting of gedeelte van de inrichting die niet binnen de bij dit besluit vastgestelde termijn (zie art. 2) in gebruik is genomen, of die ten minste gedurende twee opeenvolgende jaren niet werd geëxploiteerd, of die vernield werd door brand of ontploffing veroorzaakt door de exploitatie van de inrichting. 2. Elke overname van de vergunde inrichting door een andere exploitant moet vóór de datum van inwerkingtreding van de overna me, worden gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van Vlarem I. 3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd tussen de 18 de en 12 de maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn. Indien het een vergunning betreft waarvan de eindtermijn afloopt ten laatste op 1 september 2011, kan de hernieuwing vanaf 48 maanden vóór het verstrijken van de lopende vergunning worden aangevraagd. Artikel 7 Inbreuken op bovenvermelde voorschriften en opgelegde exploitatievoorwaarden zullen vastgesteld, vervolgd en bestraft worden overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en het besluit van de Vlaamse Executieve van 6 fe bruari 1991 houdende het Vlarem. De vergunning kan worden opgeheven of geschorst indien de exploitant bovenvermelde voorschriften en/of voorwaarden niet naleeft of wanneer hij weigert zich te onderwerpen aan de nieuwe of aanvullende voorwaarden die hem worden betekend. Artikel 8 Een afschrift van dit besluit zal AANGETEKEND worden gezonden aan: 1. voor BEKENDMAKING (aanplakking) aan de burgemeester van en te 3620 LANAKEN, samen met een exemplaar van de voorwaarden. De burgemeester is belast met de bekendmaking (aanplakking) van de beslissing overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk IX van Vlarem I. 2. voor KENNISNEMING aan: a) de aanvrager, met name de nv STEENFABRIEKEN A. NELISSEN-HAESEN, Kiezelweg 460 te 3620 LANAKEN, samen met een exemplaar van de aangehechte plannen en de hierbij gevoegde exploitatievoorwaarden b) de Afdeling Milieu-inspectie - Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT, samen met een exemplaar van de aangehechte plannen c) het college van burgemeester en schepenen van en te 3620 LANAKEN d) de Provinciale Milieuvergunningscommissie e) de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT f) het agentschap R-O Vlaanderen, Ruimtelijke Ordening, Koningin Astridlaan 50/1 te 3500 HASSELT g) de OVAM, Stationsstraat 110 te 2800 MECHELEN h) de VMM, A. Van de Maelestraat 96 te 9320 EREMBODEGEM i) de NV AQUAFIN, Dijkstraat 8 te 2630 AARTSELAAR j) de Afdeling Water, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT k) de FOD WASO, Toezicht op het Welzijn op het Werk Directie Limburg, TT 14, Sint-Jozefstraat te 3500 HASSELT l) de Directie van de Directe Belastingen, Voorstraat 41 te 3500 HASSELT m) het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk van de nv STEENFABRIEKEN A. NELISSEN-HAESEN, Kiezelweg 460 te 3620 LANAKEN n) de 7 de Directie Financiën en Automatisering van het provinciebestuur o) bvba Sneyers milieuadvies, Bremstraat 36 te 2520 EMBLEM Artikel 9 1. Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig artikel 51 van Vlarem I, een beroep worden ingediend bij de Vlaamse regering, gericht aan de Vlaamse minister van Leefmilieu, p.a. Afdeling Milieuvergunningen, Koning Albert II-laan, 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL. Het beroep moet worden ingediend met een aangetekend schrijven binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de dag van verzending (betekening) van een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing aan de aanvrager en aan de belanghebbende overheidsorganen en diensten, bedoeld in artikel 49, 1, 1, 2 en 3 van Vlarem I, of na de dag van aanplakking (openbare bekendmaking) van de beslissing als het beroep uitgaat vanwege andere personen of instellingen. Het beroepschrift moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, vergezeld zijn van een kopie van het attest van bekendmaking (betekening of aanplakking) van de omstreden beslissing, alsook van een bewijs van storting van het voorgeschreven bedrag aan onderzoekskosten voor het beroepsdossier.

7 2. Ingevolge de koppeling van de bouwvergunning/stedenbouwkundige vergunning aan de milieuvergunning vervalt de bouwvergunning of stedenbouwkundige vergunning, als bedoeld in artikel 99, 1, 1, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, van rechtswege op de dag van de weigering in laatste aanleg van de milieuvergunning. Aanwezig: Steve Stevaert, gouverneur-voorzitter; Marc Vandeput, Sylvain Sleypen, Gilbert Van Baelen, Frank Smeets, Hilde Claes, leden; Liliane Vansummeren, provinciegriffier wd. Hasselt d.d De verslaggever, get. Frank Smeets De provinciegriffier wd., get. Liliane Vansummeren De gouverneur-voorzitter, get. Steve Stevaert Voor eensluidend afschrift namens de provinciegriffier

8 ir. Valère Cornelis inspecteur-generaal