Saneringsplan. 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw- Vennep

Transcriptie

1 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw- Vennep projectnummer definitief revisie mei 2016

2

3 Inhoudsopgave Blz. 1 Inleiding 1 2 Algemene gegevens Situatie Toekomstige situatie Kadastrale gegevens Regionale bodemopbouw en geohydrologie Uitgevoerd onderzoek en verontreinigingssituatie Uitgevoerd onderzoek Verontreinigingssituatie Saneringsnoodzaak en spoedeisendheid Kabels en leidingen 7 3 Saneringsdoelstelling en randvoorwaarden Saneringsdoelstelling en aanpak Randvoorwaarden en uitgangspunten 9 4 Kernverwijdering (sanering fase 1) Voorbereiding Vergunningen en toestemmingen Voorzieningen Opruimwerkzaamheden Ontgravingsplan Algemeen Partij indeling Grondbalans Ontgraving nabij funderingen/beschoeiingen Ontgraving in en nabij watergangen Ontgraving bij kabels en leidingen Maatregelen grondwater Bemaling gedurende ontgraving (ontwerp) Reiniging en lozing 15 5 In situ aanpak (sanering fase 2) Algemeen Achtergrond anaerobe afbraak VOCl Pilotproef Opzet in situ systeem 18 6 Milieukundige begeleiding, veiligheid en evaluatie Milieukundige begeleiding 21

4 6.2 Veiligheid Evaluatie 22 7 Monitoring, terugvalscenario en nazorg Monitoring Terugvalscenario`s Nazorg Gebruiksbeperkingen Registratie 25 8 Planning en kosten Planning kernsanering fase Planning in situ sanering fase Kosten 27 9 Communicatie Voorlichting Overlast Klachtenregistratie en afhandeling Organisatie, betrokken bij de sanering 30 Bijlagen 1 Bemaling variant B2 2 Kadastrale gegevens 3 Overzichtstekeningen kabels en leidingen 4 Berekening veiligheidsklassen 5 Kostenraming (losse bijlage) Tekeningen S5 Verontreinigingssituatie OG4 Ontgravingsplan OG5 Aanvulplan + globale situering injectiefilters DP1 Dwarsprofielen aanvulling ontgraving

5 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016 revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 1 Inleiding In opdracht van Kverneland Group Nieuw-Vennep B.V. is door Antea Group in februari 2016 een saneringsplan opgesteld voor de sanering van de locatie Zuidelijke sloot Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep. Aanleiding Aanleiding voor het uitvoeren van de sanering en daarmee voor het opstellen van het saneringsplan zijn de op de locatie aangetoonde verontreinigingen met vluchtige organische chloorverbindingen (VOCl). Doel Het doel van het voorliggende saneringsplan is het op overzichtelijke wijze beschrijven van de saneringsmaatregelen die nodig zijn om de aanwezige risico's die samenhangen met de geconstateerde verontreinigingen weg te nemen. Aanpak In voorliggend document is een sanering uitgewerkt op basis van de eisen uit de Wet Bodembescherming. De saneringsvariant is gekozen op basis van een saneringsonderzoek dat is opgesteld door Antea Group (Saneringsonderzoek Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep, d.d. 13 november 2015, projectnummer ). De uitgewerkte saneringsaanpak sluit aan bij het landelijke saneringsbeleid, zoals verwoord in de Circulaire bodemsanering 2013 van juli Indeling rapport In hoofdstuk 2 worden de bekende gegevens beschreven waaronder de resultaten van voorgaande onderzoeken. In hoofdstuk 3 zijn de saneringsdoelstelling, uitgangspunten en randvoorwaarden beschreven. In hoofdstuk 4 zijn de saneringsmaatregelen van fase 1 van de sanering uitgewerkt en in hoofdstuk 5 de saneringsmaatregelen van fase 2 van de sanering. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de milieukundige begeleiding, veiligheid en evaluatie. In hoofdstuk 7 zijn de monitoring, terugvalscenario`s en nazorg beschreven. In hoofdstuk 8 is aandacht besteed aan de planning en kosten van de sanering. Aansluitend is in hoofdstuk 9 ingegaan op de effecten van de sanering op de omgeving. Blad 1 van 30

6 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 2 Algemene gegevens 2.1 Situatie Het terrein ligt aan de Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep en heeft een totale oppervlakte van circa 14 ha. Het terrein wordt globaal in tweeën gedeeld door een toegangsweg. Ten noordoosten van deze weg staan een woonhuis, twee fabrieksruimten waarin testen worden uitgevoerd, een magazijn en een kantoorgebouw. Ten zuidenwesten van de weg liggen vier fabriekshallen (waarin tevens kantoorruimten aanwezig zijn), een kantoorgebouw en een gebouw waarin machines worden getest. Op de locatie zijn vanaf 1910 de eerste activiteiten met betrekking tot de ontwikkeling en bouw van landbouwwerktuigen uitgevoerd. In de loop der jaren is het huidige bedrijf gerealiseerd voor het ontwikkelen, produceren en testen van landbouwwerktuigen. Alle huidige gebouwen zijn voorzien van betonvloeren. Ook het terrein buiten de gebouwen is grotendeels verhard. Alleen op het noordelijke terreindeel bevindt zich een grasveld. Op enkele plaatsen zijn daarnaast groenstroken aanwezig. Op de locatie zijn enkele bestaande sloten (langs noordelijke en zuidelijke terreingrens) aanwezig. Ook liggen er slootdempingen. Op twee locaties is een bodemverontreiniging met VOCl bekend, namelijk de zuidelijke sloot en het noordelijk terreindeel. Dit saneringsplan heeft alleen betrekking op de sanering van de zuidelijke sloot. De zuidelijke sloot vormt de zuidwestelijke begrenzing van het bedrijfsterrein van Kverneland. Ten noordoosten van de sloot zijn een met asfalt verharde weg en bedrijfsgebouwen van Kverneland aanwezig. Aan de zuidwestzijde bevinden zich van noordwest naar zuidoost een begraafplaats, een groenstrook, een weg en een woonhuis met erf (voorheen kippenhouderij, adres Bosstraat 30). Ter plaatse van de Bosstraat 30 is een duurzaam kinderdagverblijf, BSO en natuurwerkplaats met ondersteunende functies gesitueerd. Het betreft een gebouw met daaromheen o.a. moestuinen. Voorheen was ook langs de huidige zuidoostgrens van de begraafplaats een sloot aanwezig. Deze ligt in het verlengde van de demping van de voormalige sloot op het noordelijke terreindeel. Voor de aanleg van het bedrijfsterrein liep deze poldersloot van noord naar zuid over het gehele huidige bedrijfsterrein tot aan de Bosstraat. Ten behoeve van de uitbreiding van de begraafplaats is dit deel van de sloot rond 1980 door de gemeente gedempt. De huidige sloot staat vermoedelijk door middel van een duiker in verbinding met de Hoofdvaart. Ook langs de westelijk grens van de begraafplaats en ter hoogte van de voormalige boomgaard bevinden zich gedempte sloten in zuidwest-noordoostrichting. In de fabriekshallen werden ontvetters gebruikt en opgeslagen. In het verleden werd het afvalwater van het bedrijf direct op de sloot geloosd (inhoud tribaden, hemelwaterafvoer en afvoer van schrobputten in de fabriekshallen). Ten behoeve van een goede doorstroming is deze sloot in het verleden van tijd tot tijd opgeschoond. De bagger werd destijds op de kant gezet (aan de zuidzijde). De situatie ter plaatse is weergegeven op figuur 2.1. Blad 2 van 30

7 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Figuur 2.1: Luchtfoto (bron: google maps) 2.2 Toekomstige situatie Er zijn geen voornemens bekend over een wijziging van het huidige gebruik van de locatie. 2.3 Kadastrale gegevens De verontreiniging bij de zuidelijke sloot bevindt zich op 3 kadastrale percelen. Een overzicht hiervan is opgenomen in tabel 2.1. In bijlage 2 zijn de kadastrale gegevens opgenomen. Tabel 2.1: Overzicht kadastrale gegevens Locatie Kadastrale Sectie Nummer Eigenaar gemeente Kverneland Hoofdweg 1278 Haarlemmermeer M 4562 Kverneland Group Nieuw-Vennep B.V. Begraafplaats/ openbare weg (bosweg) Haarlemmermeer M 4631 Gemeente Haarlemmermeer Bosweg 28 (Parkeerplaats, kinderopvang, natuurcentrum) Haarlemmermeer M 4673 De heer J. Valk (1/3) De heer A.P. Wijnhout (1/3) B.V. Timpaan Boshoeve Beheer (1/3) 2.4 Regionale bodemopbouw en geohydrologie De onderstaande gegevens zijn ontleend aan de Grondwaterkaart van Nederland (TNO, kaartblad Amsterdam 25 West, 1979), het ICW-rapport Hydrologie en waterkwaliteit van Midden West- Nederland (Werkgroep Midden West-Nederland, 1976) en Dinoloket. Blad 3 van 30

8 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Op basis van deze informatie is in tabel 2.2 een beschrijving gegeven van de verschillende bodemlagen en formaties die regionaal in het gebied worden aangetroffen. Tabel 2.2: Geohydrologisch profiel Globale diepte Geohydrologische t.o.v. N.A.P. eenheid -4 à -5 maaiveld -5 tot -14 slecht doorlatende deklaag -14 tot -31 eerste watervoerende pakket -31 tot 44 gestuwd pakket, eerste slecht doorlatende laag -44 tot -60 tweede watervoerende pakket -66 tot 80 tweede slecht doorlatende laag Lithostratigrafische eenheid (Formatie) Naaldwijk en Wormer Kreftenheye Urk Sterksel Peize-Waalre Samenstelling klei, veen- en zandlaagjes zandige afzettingen kleiige, lemige, lokaal venige afzettingen, gestuwd matig fijne tot uiterst grove zanden kleiige en zandige afzettingen Ter plaatse van de zuidelijke sloot bestaat de bodem tot 6,2 m mv. uit sterk tot zwak zandige klei. Langs de slootoever bestaat de bodem tot 1,0 à 2,0 m mv. uit zand. Het waterpeil van de zuidelijke sloot zelf bevindt zich op 0,2 meter beneden het maaiveld van de oever. Het slib bevindt zich vanaf 0,15 à 0,6 meter beneden het waterpeil. De vaste waterbodem (klei) bevindt zich vanaf 0,55 à 1,0 meter beneden het waterpeil. De freatische grondwaterspiegel bevindt zich op basis van de gegevens uit uitgevoerde bodemonderzoeken op N.A.P. -4,8 à -5,9 m. Het freatische grondwater heeft globaal een noordelijke stromingsrichting, in de richting van de Hoofdvaart. Het waterpeil in de Hoofdvaart wordt gehandhaafd op N.A.P. -5,87 m (zomer) à -6,02 m (winter). De locatie zelf bevindt zich in een gebied waarin het open waterpeil N.A.P. -5,87 m bedraagt (zomer en winter). De stromingsrichting van het grondwater in de slecht doorlatende deklaag (meettraject 3-6 m -mv.) is globaal noordelijk, ook richting de Hoofdvaart. De stijghoogte bedraagt N.A.P. -4,7 à -5,5 m. In het eerste watervoerende pakket is de stromingsrichting globaal oostelijk, hoewel niet alle opnames van de stijghoogtes in de peilbuizen een duidelijk stromingsbeeld opleveren. De stijghoogte in het eerste watervoerende pakket bedraagt in dit onderzoek N.A.P. -4,0 à 4,7 m. Er is derhalve sprake van een situatie waarin potentieel kwel optreedt. Bij het plaatsen van de peilbuizen onder de kleilaag bleek ook daadwerkelijk een sterke kwel op te treden, hetgeen het plaatsen van deze peilbuizen bemoeilijkte. Ten opzichte van het maaiveld bevindt de grondwaterstand bij de zuidelijke sloot gemiddeld op 1,0 m mv. De locatie bevindt zich niet binnen de beschermingszone van een drinkwaterwingebied. In de directe omgeving bevinden zich geen geregistreerde particuliere grondwateronttrekkingen (Grondwaterbeschermingsplan Noord-Holland, 1989). Blad 4 van 30

9 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 2.5 Uitgevoerd onderzoek en verontreinigingssituatie Uitgevoerd onderzoek Navolgend is een opsomming gegeven van documenten waarin relevante informatie over de bodemkwaliteit is opgenomen: 1: Verkennend en milieukundig bodemonderzoek Bosstraat Nieuw-Vennep ; Van Lexmond Milieuadviezen B.V.; kenmerk /GM; d.d. juni 2002; 2: Nader bodemonderzoek Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep ; Oranjewoud; kenmerk ; d.d. 26 augustus 2004; 3: Verkennend bodemonderzoek Bosstraat (achter nr. 30) te Nieuw-Vennep ; Geofox-Lexmond B.V.; kenmerk /hzei; d.d. 15 april 2010; 4: Verkennend asbest en VOCl bodemonderzoek Bosstraat (achter nr. 30) te Nieuw-Vennep ; Geofox-Lexmond B.V.; kenmerk /HSMI; d.d. 17 februari 2012; 5: Rapport Deelsaneringsplan terrein achter Bosstraat 30 te Nieuw-Vennep ; Oranjewoud; kenmerk ; d.d. 7 september 2012; 6: Actualisatie- en nader bodemonderzoek terrein Kverneland Hoofdweg 1278 te Nieuw- Vennep ; Oranjewoud; kenmerk ; d.d. 10 december 2012; 7: Aanvullend onderzoek op begraafplaats naast Hoofdweg 1278 in Nieuw-Vennep ; Oranjewoud; kenmerk ; d.d. 16 april 2013; 8: Rapport Evaluatieverslag deelsanering terrein achter de Bosweg 30 te Nieuw-Vennep ; Oranjewoud; kenmerk ; d.d. 8 mei Op basis van voornoemde rapporten is navolgend de actuele verontreinigingssituatie beschreven Verontreinigingssituatie Bronnen In het verleden werd het afvalwater van het bedrijf direct op de sloot (inhoud tribaden, hemelwaterafvoer en afvoer schrobputten in de fabriekshallen) geloosd. Verspreiding van de verontreiniging heeft plaatsgevonden via het grondwater en met name via de (gedempte) sloten. Er vindt geen aanvoer meer plaats van nieuwe verontreinigende stoffen. Sterke verontreinigingen (actuele situatie) De oppervlakte van sterk verontreinigd grondwater wordt geschat op circa m 3. Uitgaande van een sterk verontreinigde laag van circa 2 (pluim) tot 5 (kern) meter is circa m 3 grondwater sterk verontreinigd (bodemvolume). De sterke grondwaterverontreiniging bevindt zich deels onder de bebouwing van sectie 1. Het gebouw sectie 2 is ter plaatse van de verontreiniging reeds gesloopt. Gezien het feit dat de interventiewaardecontour en de contour van 10x overschrijding van de interventiewaarde zeer dicht op elkaar liggen valt er geen duidelijk onderscheid te maken tussen de kern en een pluim. De oppervlakte sterk verontreinigde grond wordt geschat op circa m 3. Uitgaande van een gemiddelde laagdikte van 2 meter is er sprake van circa m 3 sterk met VOCl verontreinigde grond. Blad 5 van 30

10 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. De sliblaag van de zuidelijke sloot was op één locatie sterk verontreinigd met VOCl. Op de zuidelijke oever was de grond binnen 3 deelgebieden sterk verontreinigd met VOCl. De grootste spot (75 m 3 ) maakt deel uit van de kern en bevindt zich voor een deel ter hoogte van de begraafplaats. Er is van nature voldoende opgeloste organische stof (DOC/TOC) in de bodem aanwezig om als substraat te dienen. Bovendien is er sprake van anaerobe omstandigheden. Deze omstandigheden zijn gunstig voor natuurlijke afbraak. In januari 2013 heeft aan de zuidzijde van de sloot in samenloop met de ontwikkeling van een kinderdagverblijf een deelsanering plaatsgevonden. Hierbij zijn de twee kleinere grondverontreinigingen met VOCl ontgraven en is de verontreinigde baggerspecie uit de sloot verwijderd. Er is een restverontreiniging met VOCL achtergebleven vanaf 1,4 m mv. In de oeverbekleding is schone klei toegepast. Uit vrachtberekeningen blijkt dat er circa 300 kg VOCl + VC ter plaatse van de zuidelijke sloot in de bodem aanwezig is. Overige verontreinigingen Op het terrein van Kverneland bevinden zich meerdere bodemverontreinigingen. Deze maken geen deel uit van dit saneringsplan, maar er dient wel rekening gehouden te worden met de effecten die de actieve aanpak van de verontreiniging bij de zuidelijke sloot op de overige verontreinigingen zullen hebben. Noordelijk terreindeel In de grond zijn tussen 2,5 en 6,0 m mv. sterk verhoogde gehalten aan tetrachlooretheen, trichlooretheen, 1,2-dichloorethenen (trans en vooral cis) en/of vinylchloride gemeten. In de zandlaag (eerste watervoerende pakket) onder de kleilaag zijn ten hoogste matig verhoogde gehalten aan 1,2-dichloorethenen en/of tetrachlooretheen gemeten. De verontreiniging in de grond is begrensd in horizontale en verticale richting. Naar schatting is binnen de interventiewaardecontour van circa m à m 3 sterk verontreinigde grond aanwezig. In het freatisch grondwater (1,5-3,0 m mv.) en het water in de kleilaag (3,0-6,0 m mv.) zijn sterk verhoogde gehalten aan tetrachlooretheen, trichlooretheen, 1,2-dichloorethenen (trans en vooral cis) en/of vinylchloride gemeten. De sterkste verontreinigingen zijn aangetoond in de kleilaag in het traject 3-6 m mv. Met name onder het zuidoostelijke deel van gebouw 'sectie 1' en richting de gedempte sloot kan, gelet op de gemeten hoge gehalten, sprake zijn van puur product (tri- en tetrachlooretheen). De oppervlakte van de verontreiniging binnen de interventiewaardecontour bedraagt circa m 2 in het freatische grondwater en circa m 2 in de kleilaag. In het zand van het eerste watervoerende pakket zijn in het algemeen maximaal matig verhoogde gehalten aan tetrachlooretheen, 1,2-dichloorethenen en/of vinylchloride gemeten met een index <0,5. Naar schatting is à m 3 bodemvolume met sterk verontreinigd grondwater aanwezig. Uit vrachtberekeningen blijkt dat er in totaal circa 900 kg aan VOCl + VC op het noordelijk terreindeel in de bodem aanwezig is, waarvan circa 40 kg onder de bebouwing. Blad 6 van 30

11 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Verontreiniging nabij voormalig dompelbad Op enkele tientallen meters oostelijk van de VOCl spots bevindt zich een sterke grond- en grondwaterverontreiniging met minerale olie (circa m 3 sterk verontreinigde grond en 500 m 3 sterk verontreinigd grondwater). Er is eveneens een drijflaag aanwezig (puur product). Startlocatie Op enkele tientallen meters westelijk van de VOCl spots bevindt zich een beperkte sterke grondverontreiniging met minerale olie (circa 15 m 3 ). Krullenbak Op enkele meters oostelijk van de VOCl verontreiniging het noordelijk terreindeel bevindt zich een sterke grond- en grondwaterverontreiniging met minerale olie (>25 m 3 sterk verontreinigde grond en <100 m 3 sterk verontreinigd grondwater). Spuitplaats Op circa 160 meter oostelijk van de VOCl spots bevindt zich een sterke grond- en grondwaterverontreiniging met minerale olie (>25 m 3 sterk verontreinigde grond en <100 m 3 sterk verontreinigd grondwater). Buitenopslag Op circa 200 meter oostelijk van de VOCl spots bevindt zich een sterke grondverontreiniging met zware metalen en minerale olie. Er is sprake van een immobiele situatie. Twee tanks sectie 1 Op enkele tientallen meters westelijk van de VOCl spots bevindt zich een sterke grond- en grondwaterverontreiniging met minerale olie. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Tank bij sectie 2 Op enkele tientallen meters oostelijk van de VOCl spots bevindt zich een sterke grond- en grondwaterverontreiniging met minerale olie. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging Saneringsnoodzaak en spoedeisendheid Voor de VOCl verontreinigingen ter plaatse van de zuidelijke sloot en het noordelijk terreindeel is een beschikking ernst en spoedeisendheid afgegeven. In de beschikking van de provincie Noord-Holland ( Brief Wet bodembescherming Wbb), Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep, gemeente Haarlemmermeer ; locatiecode NH/0394/00648; kenmerk /682390; d.d. 23 september 2015) is gesteld dat binnen een half jaar na 23 september 2015 een (deel)saneringsplan ten behoeve van de sanering van de VOCl-verontreiniging van de zuidelijke sloot ter goedkeuring bij het bevoegd gezag dient te worden ingediend. Binnen één jaar moet met de sanering van de VOCl-verontreiniging ter plaatse van de zuidelijke sloot zijn begonnen. 2.6 Kabels en leidingen Aanwezigheid van kabels en leidingen kan een beperking vormen voor de uitvoering van graafwerkzaamheden. In het verleden zijn ten behoeve van het bodemonderzoek diverse KLICmeldingen verricht. Er is daarbij informatie verkregen van de volgende beheerders: Blad 7 van 30

12 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. - Liander (laagspanning, middenspanning, hoogspanning, gas lage druk, gas hoge druk, datatransport); - Dienst O.W. Haarlemmermeer (laagspanning, riool vrij verval, riool onder druk, wees); - KPN B.V. (datatransport); - Ziggo BV (datatransport); - PWN (water). Een overzicht van de ligging van de kabels en leidingen is weergegeven op de tekening in bijlage 3. Bij de VOCl verontreiniging ter plaatse van de zuidelijke sloot zijn geen kabels- en of leidingen aanwezig. Ter hoogte van de verontreinigingscontour bij de Bosstraat en de Rustoordstraat bevindt de verontreiniging zich op enkele meters afstand van ondergrondse kabels- en of leidingen. Naast openbare leidingen zijn een aantal bedrijfsleidingen aanwezig. Op circa 0,5 m uit de waterkant aan de zijde van Kverneland bevindt zich een drinkwaterleiding (asbestcement) op een diepte van circa 0,8 m mv. Hiernaast bevinden zich op het terrein van Kverneland ter hoogte van het saneringsgebied luchtleidingen. Deze zijn direct noordelijk van het hek gesitueerd. Blad 8 van 30

13 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 3 Saneringsdoelstelling en randvoorwaarden 3.1 Saneringsdoelstelling en aanpak Op basis van het saneringsonderzoek is voor variant B2 gekozen. In dit hoofdstuk is variant B2 nader uitgewerkt. De doelstelling van de sanering is het wegnemen van de actuele humane risico`s door het oppervlakte water te isoleren van de grond- en grondwaterverontreiniging. Daarnaast wordt de verontreiniging op een kosteneffectieve wijze zoveel mogelijk verwijderd. Dit dient minimaal te leiden tot een stabiele eindsituatie. De doelstelling van de sanering wordt in hoofdlijnen gerealiseerd door: Het verwijderen van het slib ter hoogte van de verontreinigingscontour uit de zuidelijke sloot en vervolgens in en rond de sloot doorgraven tot 3,0 m mv. (kernverwijdering); Het aanvullen van de ontgraving met een bioactieve laag en een kleischerm; Het stimuleren van de natuurlijke afbraak van de diepere verontreinigingen en de verontreinigingen buiten de ontgravingscontour middels substraatinjectie; Monitoring van de resterende verontreiniging/natuurlijke afbraak. Omdat er ter plaatse van de sloot sprake is van actuele humane risico`s wordt het oppervlakte water ter hoogte van de verontreiniging geïsoleerd van de grondwaterverontreiniging. Hiertoe wordt het slib verwijderd. Vervolgens wordt verder ontgraven tot 3,0 m mv. (maaiveld oever). Gezien het feit dat de grondwaterstand zich ter plaatse gemiddeld op 0,8 m mv. bevindt is ten behoeve van de ontgraving bronbemaling noodzakelijk. Hiermee wordt eveneens verontreinigd grondwater verwijderd. De sloot wordt aangevuld met 0,5 tot 1 meter bomenzand als bioactieve laag (om de natuurlijke afbraak van het door de kwel omhoogkomende verontreinigde grondwater te bevorderen). Hierboven wordt een kleiafdichting (erosieklasse 2) met een dikte van 0,5 tot 1 meter toegepast. Nadat de kernverwijdering is afgerond wordt er substraat als voedingsbron in de bodem geïnjecteerd via injectiefilters om de natuurlijke afbraak te bevorderen. Voor de beschreven saneringsmaatregelen geldt een inspanningsverplichting. Dit betekent dat minimaal de beschreven werkzaamheden dienen te worden verricht. Voor de grondsanering en de in situ sanering worden geen terugsaneerwaarden vastgesteld. Er gelden wel drie minimale eisen. - De omvang van de grondwaterverontreiniging in concentraties boven de interventiewaarde mag niet toenemen boven de grootste omvang die zij heeft gehad. Deze stabiele eindsituatie dient te worden bereikt binnen 30 jaar. - De concentraties in het slootwater dienen te worden teruggebracht tot maximaal 0,5 keer de index voor de individuele VOCl. - Na sanering mag er geen sprake zijn van een eindsituatie waarbij humane risico s aanwezig zijn. Blad 9 van 30

14 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 3.2 Randvoorwaarden en uitgangspunten Voor het uitwerken van de saneringsmaatregelen worden de volgende randvoorwaarden en uitgangspunten gehanteerd: A. Het bodemsaneringsbeleid zoals verwoord in de Circulaire Bodemsanering 2013 (Staatscourant, juni 2013). B. De actuele verontreinigingssituatie wijkt niet noemenswaardig af van de situatie zoals op basis van de voorgaande bodemonderzoeken is vastgesteld en staat beschreven in paragraaf C. Alle op dit moment bestaande bebouwing wordt gehandhaafd. D. De gebieden waar de verontreinigingen zich bevinden behouden de functie Ander groen, bebouwing, infrastructuur, industrie. E. Vrijkomend bemalingswater kan na voorzuivering worden geloosd op de zuidelijke sloot. F. De knekelput en de bomen aan de zijde van de begraafplaats blijven behouden. Wel wordt ter plaatse van het gebied waar grondverontreiniging is aangetroffen de bovenste laaggrond tot 1,5 m mv. verwijderd. G. Ter plaatse van het kinderdagverblijf is reeds een deelsanering uitgevoerd. Deze sanering had tot doel het inrichten van het werk terrein mogelijk te maken. Hierbij is verontreinigde grond afgevoerd. In de landbodem is een relatief beperkte grondverontreiniging achtergebleven. Het betreft een beperkte overschrijding van de interventiewaarde voor de parameter vinylchloride en een omvang van enkele m 3. Deze restverontreiniging zal in situ worden aangepakt. De restverontreiniging in het slib zal wel verder worden ontgraven. H. Voor de voorzuivering van het te lozen bemalingswater wordt uitgegaan van luchtstrippen (striptoren) en actief kool. I. De maatregelen zijn zodanig van aard dat hinder en overlast tijdens de uitvoering daarvan en eventueel ook daarna zoveel mogelijk worden beperkt. J. Het risico van schade aan kapitaalgoederen en openbare weg (gebouwen, kabels, leidingen, etc.) dient, zowel op de locatie als in de omgeving daarvan, tot een minimum te worden beperkt. K. Voor alle genoemde actieve saneringstechnieken geldt dat de technische haalbaarheid nader wordt vastgesteld bij het technisch detailontwerp van de sanering. Blad 10 van 30

15 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 4 Kernverwijdering (sanering fase 1) 4.1 Voorbereiding Vergunningen en toestemmingen Voor het uitvoeren van de sanering zullen de volgende vergunningen en toestemmingen moeten worden geregeld: Het verkrijgen van goedkeuring voor het saneringsplan bij de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Toestemming voor het afleveren van verontreinigde grond bij een verwerkingsbedrijf. Het melden van de grondwateronttrekking bij Hoogheemraadschap van Rijnland. Het verkrijgen van toestemming voor het lozen van het bemalingswater op de zuidelijke sloot (niet aangewezen oppervlaktewater) bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. Het verkrijgen van toestemming/keurontheffing voor het tijdelijk droogzetten van gedeelten van een watergang zuidelijke sloot (overig water) en voor graafwerkzaamheden in en bij een watergang bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. Het verkrijgen van een kapvergunning voor de bomen binnen de ontgravingscontour aan de noordoostzijde van de begraafplaats (direct naast de Bosstraat). Aanvraag omgevingsvergunning bij de gemeente Haarlemmermeer voor het werken in openbare ruimte en de verkeersmaatregelen. Melding toepassing schone grond bij meldpunt Bodemkwaliteit. Het afsluiten van een CAR/Bodemsaneringsverzekering. Te verrichten door de aannemer: Het verrichten van een KLIC-melding Voorzieningen Voordat met de sanering kan worden aangevangen dienen de volgende voorzieningen aanwezig te zijn: Schaft-/kleed-/wasruimte te gebruiken door alle op het werk aanwezige personen. Het werkterrein dient tijdens de saneringsduur te kunnen worden afgesloten. Voldoende folie of containers voor tijdelijke opslag van de vrijkomende grond. Borstel-/wasplaats om het materieel te kunnen ontdoen van aanhangend verontreinigde grond bij het verlaten van het werkterrein Opruimwerkzaamheden Voorafgaande aan de saneringswerkzaamheden dienen de aanwezige verhardingen, begroeiing en overige obstakels te worden verwijderd en te worden afgevoerd naar een verwerker. Bomen en struiken binnen de ontgravingscontour worden verwijderd tot op het maaiveld. De wortelkluiten dienen als onderdeel van de bodemsanering te worden verwijderd. Blad 11 van 30

16 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 4.2 Ontgravingsplan Algemeen Bij de ontgraving dient er rekening mee te worden gehouden dat de verschillende grondstromen (herbruikbaar en te reinigen) gescheiden moeten worden gehouden. De in te zetten onafhankelijke milieukundige zal toezichthouden op de gescheiden ontgraving. De indeling wordt gemaakt op basis van de vooronderzoeken, aangevuld met de veldwaarnemingen tijdens de uitvoering. In verband met de omvang van de ontgraving (circa m 2 ) wordt vaksgewijs ontgraven en aangevuld. Uitgaande van een vaklengte van circa 20 meter is er een indeling gemaakt van 5 vakken. Deze indeling is weergegeven op tekening OG4. Na ontgraving wordt de putbodem en -wand bemonsterd (conform het vkb-protocol 6001) en geanalyseerd op VOCl + VC ten behoeve van het vastleggen van de eindsituatie. De sloot wordt aangevuld met 0,5 tot 1 meter bomenzand als bioactieve laag (om de natuurlijke afbraak van het door de kwel omhoogkomende verontreinigde grondwater te bevorderen). Hierboven wordt een kleiafdichting (erosieklasse 2) met een dikte van 0,5 tot 1 meter toegepast. Ter plaatse de bebouwing (sectie 1) wordt onder talud 1:1 ontgraven tot 3,0 m -mv. Om de stabiliteit van de bebouwing te garanderen dient dit sleufsgewijs te worden uitgevoerd. Omdat de slootbodem in de toekomstige situatie is afgeschermd met een kleischerm wordt aan de zijde van Kvernerland en ter hoogte van de begraafplaats een beheersdrain aangebracht. Hiervoor wordt de ontgraving langs het kleischerm/de damwand aangevuld met grof zand of grind (aanvulsleuf) met een breedte van 0,5 tot 1 meter en een diepte van 0,5 m onder het waterpeil. De grof zandsleuf wordt voorzien van een drain, waaruit grondwater kan worden onttrokken bij hevige regenval. Dit systeem wordt uit voorzorg tijdens de grondsanering aangebracht. Nadere uitwerking van het fall-back scenario is beschreven in paragraaf 7.2. Een overzicht van de aanvulling is weergegeven op tekeningen OG5 en DP Partij indeling De vrijkomende grond wordt ingedeeld in partijen waarbij onderscheid wordt gemaakt op basis van grondsoort en herkomst. Vooralsnog is sprake van 1 partij grond die licht verontreinigd is en 1 partij grond die matig tot sterk verontreinigd is. Hiernaast komt 1 partij sterk verontreinigde baggerspecie vrij Grondbalans In tabel 4.1 is de grondbalans opgenomen. Blad 12 van 30

17 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Tabel 4.1: Grondbalans Deellocatie Zuidelijke sloot Oeverbegraafplaats Saneringsoppervlakte middels ontgraving in m 2 Ontgravings- Diepte in m mv ,0-3,0 waarvan circa 1,5 m verontreinigd 200 0,0-1,5 waarvan circa 0,5 m verontreinigd Vrijkomende hoeveelheden Af te voeren baggerspecie in vaste m 3 (wordt niet meer aangevuld) Af te voeren matig tot sterk verontreinigde grond in vaste m 3 Vrijkomende terug te plaatsen licht verontreinigde grond in vaste m 3 Aanvulling Benodigde Bomengrond in vaste m 3 Benodigde klei erosieklasse 2 in vaste m 3 Benodigde grind/ grofzand voor grindkoffer in vaste m Totaal Ontgraving nabij funderingen/beschoeiingen Zijde Kverneland Langs de bebouwing (sectie 1) mag niet worden gegraven in de draagkrachtige zone. Derhalve wordt 2 m afstand van het pand gehouden en wordt ontgraven onder een talud van 1:1. Zijde begraafplaats Ter plaatse van de begraafplaats is het terrein 1,7 m hoger dan aan de zijde van Kvernerland. Om te ontgraven tot een diepte van circa 1,5 onder het slootpeil dient tot circa 5 m mv. te worden ontgraven. Hierbij dient een dusdanig breed talud te worden aangehouden dat de aanwezige knekelpunt en de aanwezige bomen zouden moeten worden verwijderd. Derhalve is er voor gekozen ter plaatse een houten damwand aan te brengen in de onderzijde van het talud. De damwand wordt uitgevoerd in een lengte van 5 m waardoor er direct naast de damwand kan worden ontgraven tot 1,5 m wp. (+/- 3,5 m maaiveld Kvernerland). De houten damwand met een dikte van 4 á 5 cm heeft een vergelijkbare waterkerende functie als de kleibarrière die aan de Kvernerland zijde wordt aangebracht en zal na afloop van de sanering onder het talud worden afgewerkt. Achter de damwand wordt een drain aangebracht. Verder wordt lokaal de oever ontgraven tot 1,5 m mv. vanwege de aanwezige grond verontreiniging in de toplaag. Zijde kinderdagverblijf Ter plaatse van het kinderdagverblijf is reeds een sanering uitgevoerd. Het talud naar de waterkant is reeds opgeschoond en afgewerkt met klei. De insteek van de sanering wordt hier de bestaande oeverbeschoeiing Ontgraving in en nabij watergangen Er wordt in en rondom een watergang ontgraven (zuidelijke sloot). Er dient zorg voor te worden gedragen dat het oppervlaktewater niet in de ontgravingen kan lopen. Hiertoe wordt in overleg met het Hoogheemraadschap de sloot afgedamd en lokaal drooggezet. Dit kan met behulp van gronddammen of stalen schotten. Dieren die in het slib aanwezig zijn worden opgevangen en overgezet. Na het aanvullen van de ontgraving met bomengrond en het kleischerm dient de watergang te worden afgewerkt met de in figuur 4.2. weergegeven minimale maatvoering. Het waterpeil wordt door het waterschap ter plaatse gehandhaafd op -5,87 m NAP. Ruimte voor herschikgrond Blad 13 van 30

18 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Figuur 4.2. Dwarsdoorsnede afwerking zuidelijke sloot (bron: waterschap van Rijnland) Ontgraving bij kabels en leidingen Een overzicht van de ligging van de kabels en leidingen is weergegeven op de tekeningen in bijlage 3. Bij de VOCl verontreiniging ter plaatse van de zuidelijke sloot zijn geen kabels- en of leidingen aanwezig. Ter hoogte van de verontreinigingscontour bij de Bosstraat en de Rustoordstraat bevindt de verontreiniging zich op enkele meters afstand van ondergrondse kabels- en of leidingen. Deze vormen geen belemmering voor het uitvoeren van de voorgenomen werkzaamheden. Uit informatie van Kverneland blijkt dat 0,5 m uit de waterkant aan de zijde van Kverneland zich een drinkwaterleiding (asbestcement) bevindt. Hiernaast bevinden zich op het terrein van Kverneland ter hoogte van het saneringsgebied luchtleidingen. Voorafgaand aan de sanering wordt de asbestcementwaterleiding buiten gebruik genomen. De leiding wordt in samenloop met de bodemsanering verwijderd en vervangen. In tabel 4.3 zijn de signaalwaarden van verschillende typen drinkwaterleidingen opgenomen ten aanzien van permeatie van VOCl door de leiding, waarboven gevaar bestaat voor overschrijding van de drinkwaterindicatiewaarden. Tabel 4.3: Signaalwaarden VOCl voor toepassing van verschillende typen drinkwaterleiding Parameter PE-buizen PVC-buizen Signaalwaarde grondwater in µg/l Signaalwaarde grond in mg/kg Signaalwaarde grondwater in µg/l Signaalwaarde grond in mg/kg 1,1,1-trichlooretheen 10 0, Trichlooretheen 10 0, Tetrachlooretheen 25 0, ,2-dichloorethaan 20 0, ,2-dichloorpropaan 20 0, Chloorbenzenen 5 0, Op basis van tabel 4.3 wordt de asbestcement leiding te vervangen door een PVC-leiding. Blad 14 van 30

19 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 4.3 Maatregelen grondwater Bemaling gedurende ontgraving (ontwerp) Er wordt gegraven tot onder de grondwaterspiegel waardoor onttrekking van grondwater noodzakelijk is om in den droge te kunnen werken. Uitgaande van een vaklengte van 20 meter bedraagt het debiet 30 m 3 /uur (formule van Thiem). Aangezien sprake is van een voortschrijdende bemaling is voor de debietberekening uitgegaan van tweemaal de vaklengte als bronneringslengte. De bronnering wordt aan weerszijden van de sloot uitgevoerd. De bronnering bestaat uit verticale drainagefilters (2 ) of wel bronnering met een filterstelling van 1-6 m mv. met inhangers op 5,5 m mv. (h.o.h. 2 meter). Per filtercluster van 5 stuks wordt een kraan/afsluiter aangebracht. Het invloedsgebied is berekend voor een situatie met semispanningswater en bedraagt circa 85 meter. In verband met de kwelsituatie in de Haarlemmermeerpolder is het invloedsgebied in werkelijkheid kleiner. In verband met het mogelijk aantrekken van mobiele verontreinigingen elders op het terrein zal de grondwaterstandsverlaging in de omgeving moet worden gemonitord. Gezien de afstand van de bemaling tot deze verontreinigingen wordt niet verwacht dat deze verontreinigingen worden aangetrokken. Teneinde dit tijdens de uitvoering te controleren zullen, tussen de bekende kernen en de onttrekking, monitoringsfilters worden geplaatst waarin de grondwaterstand kan worden gevolgd. Indien de grondwaterstand sterk daalt worden maatregelen genomen. Deze kunnen bestaan uit een beperking van het bemalingsdebiet door verkleining van de ontgravingsvakken, een tegenbemaling en/of een inzet van infiltratie. Uitgaande van een saneringsduur van 8 weken bedraagt het waterbezwaar ruim m 3 grondwater. De bemaling is meldingsplichtig. De uitgangspunten voor de bemaling zijn opgenomen in bijlage Reiniging en lozing Het onttrokken grondwater is verontreinigd met VOCl en dient te worden gezuiverd voordat het water wordt geloosd. Het aantal concentratiemetingen neemt met de diepte sterk af. Gezien de bodemopbouw en de wijze van bemalen zal relatief veel dieper en dus schoner grondwater worden onttrokken. De onzekerheid ten aanzien van de influentconcentraties is groot. De verwachte influentconcentraties en de lozingsnormen zijn vermeld in tabel 4.4 uitgaande van een debietverdeling 1/3 ondiep versus 2/3 deel diep. Tabel 4.4: Verwachte influentgehalten zuidelijke sloot Stof Gem. conc. <= 5 m mv. (in µg/l) Gem. conc.> 5 m mv. (in µg/l) Influent (in µg/l) Lozingsnorm (in µg/l) Per */ 3+ Tri */ 20+ Cis+trans ,0 20*/ 20+ VC ,3 20*/8+ Verklaring tabel: * somparameter aangewezen oppervlaktewater + niet aangewezen oppervlaktewater som Per, Tri, Cis, Vc en 1,1,1 trichloorethaan < 20 µg/l Blad 15 van 30

20 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. De zuiveringsinstallatie kan bestaan uit een terugspoelbaar zandfilter met striptoren en actief kool (waterfase), of een vergelijkbaar alternatief. Een dergelijke opstelling wordt gezien als de standaard ten aanzien van best beschikbare techniek voor het zuiveren van vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen. Het rendement van alleen een striptoren ligt in het algemeen hoger dan 98%. Gezien de mate van verontreiniging van het pakket tot 5 m mv. en de kans op residuair product in de bodem wordt zekerheidshalve een actief koolfilter voorgeschreven als nazuivering. Daarnaast zal in verband met de verwachte hoge concentraties aan VOCl ook zuivering van de te emitteren lucht moeten plaatsvinden. Voorgesteld wordt hiervoor een compostfilter of actief kool (luchtfase) toe te passen. Het gezuiverde grondwater (effluent) dient regelmatig te worden gecontroleerd op de onopgeloste bestanddelen, ijzer en VOCl. Gezien het voortschrijdende karakter van de bemaling kan de belastingsgraad op de zuivering met de tijd variëren. Voorgesteld wordt een wekelijkse bemonsteringsfrequentie aangehouden. Bij aanvang van de bemaling dient het te lozen grondwater te worden onderzocht op de algemene lozingsparameters. De lozing van het gezuiverde grondwater vindt bij voorkeur plaats op de bestaande sloot. Tijdens vooroverleg is door het Hoogheemraadschap aangeven dat de capaciteit naar verwachting voldoende is. Blad 16 van 30

21 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 5 In situ aanpak (sanering fase 2) 5.1 Algemeen Nadat de kernverwijdering is afgerond wordt er substraat als voedingsbron in de bodem geïnjecteerd via injectiefilters om de natuurlijke afbraak te bevorderen. In onderhavig hoofdstuk is na dat is ingegaan op de achtergrond van anaerobe afbraak het benodigde systeem beschreven. Voorafgaande aan de uitvoering wordt een pilotproef uitgevoerd. 5.2 Achtergrond anaerobe afbraak VOCl De afbraak van PER en TRI verloopt onder anaerobe (zuurstofloze) omstandigheden volgens onderstaande route: C2Cl4 C2HCl3 C2H2CL2 C2HCl C2H4 C2H6 PER TRI CIS VC Etheen Ethaan De anaerobe omzetting van VOCl komt in feite neer op het vervangen van chlooratomen door waterstofatomen. Dit proces wordt aangeduid met de term reductieve dechlorering. Over het algemeen komen VOCl-verontreinigingen in de vorm van PER en/of TRI in de bodem terecht. De verwachting is dat PER het uitgangsproduct vormt voor de biologische afbraak van de VOCl-verontreiniging op onderhavige locatie. Voor de afbraak van VOCl geldt dat indien de afbraakproducten CIS en/of VC en/of etheen en eventueel ethaan in het grondwater worden gevonden, er met zekerheid kan worden gesteld dat biologische afbraak optreedt, of in ieder geval in het verleden heeft opgetreden. Soms treedt stagnatie op bij de omzetting van CIS naar VC of bij de omzetting van VC naar etheen. In figuur 5.1 is een overzicht gegeven van de relatie tussen de afbraak van VOCl en de redoxcondities in de bodem. Figuur 5.1: Overzicht relatie VOCl-afbraak en de redoxcondities in de bodem HCO SO Fe(OH) NO PER TRI CIS VC O2 Redoxcondities O 2: aeroob NO: nitraatreducerend Fe(OH): ijzerreducerend SO: sulfaatreducerend HCO: methanogeen anaeroob Afbraak praktisch aangetoond Afbraak in het lab aangetoond Afbraak theoretisch mogelijk Afbraak niet mogelijk Blad 17 van 30

22 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Uit het figuur kan worden opgemaakt dat onder methanogene (anaerobe) omstandigheden in principe alle VOCl-componenten volledig afgebroken kunnen worden. Op de locatie is het afbraakproduct CIS en VC aangetoond. Dit duidt op natuurlijke afbraak onder anaerobe condities. De omzetting van VC naar etheen en ethaan is aannemelijk gezien het feit dat er geen extreme ophoping van deze stoffen heeft plaatsgevonden. De verwachting is dat de afbraak in bronzone aan het stagneren is door een gebrek aan nutriënten en voedingstoffen. Door deze stoffen aan de bodem toe te voegen kan aan de afbraak een extra impuls worden gegeven. 5.3 Pilotproef De pilotproef wordt uitgevoerd ter plaatse van de VOCl verontreiniging op het noordelijke terreindeel. De bodemcondities en verontreinigingssituatie ter plaatse van het noordelijke terreindeel en de zuidelijke sloot zijn vergelijkbaar. De pilotproef is beschreven in het rapport Pilootproef Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep ; Antea Group; kenmerk ; d.d. 22 januari Doel van de pilotproef is drieledig: Vaststellen of de gewenste afbraak van VOCl plaatsvindt. Bepalen van locatie specifieke factoren (bodemgesteldheid/vorming van voorkeursstromen). Het middels de verkregen resultaten kunnen optimaliseren van het systeem voor een fullscale sanering. De proef is geslaagd indien in al de controle peilbuizen in de reactiezone in de eerste weken na de injectie de gehaltes aan DOC oplopen naar omstreeks 100 mg/l. De navolgende periode dient een afname te laten zien van DOC waarbij tevens dechlorering van VOCI optreedt. Een toename van de dechloreringsgraad van 10 à 20 % is wenselijk. Op basis van de resultaten van de pilotproef kan het in onderhavig hoofdstuk beschreven systeem nog worden geoptimaliseerd. Indien hiervoor wordt gekozen vindt dit plaats in overleg met het bevoegd gezag. Hiertoe wordt een melding onvoorzien verricht. 5.4 Opzet in situ systeem Nadat de kernverwijdering is afgerond wordt er substraat als voedingsbron in de bodem (periodiek in 3 tot 5 ronden) geïnjecteerd via injectiefilters om de natuurlijke afbraak te bevorderen. Het verhogen van de DOC tot 50 mg/l zal de natuurlijke afbraak versnellen. Gezien de slecht doorlatende bodemopbouw is het noodzakelijk dat de injectiepunten op korte afstand van elkaar worden gesitueerd (hart op hart 5 meter). Om de doorlatendheid van de bodem te verbeteren wordt voorafgaand aan het plaatsen van de injectiefilters perslucht worden geïnjecteerd (fracking). Indien uit de pilotproef blijkt dat de dichtheid van het grid injectiefilters, met hart op hart 5 meter, niet dicht genoeg is wordt er gebruik gemaakt van een dichtheid van hart op hart 3 meter. De locaties van de injectiefilters worden in het veld bepaald door een milieukundige begeleider. Blad 18 van 30

23 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Ter plaatse van de openbare weg worden er geen injectiefilters in het midden van de weg geplaatst om te voorkomen dat de hele weg afgesloten dient te worden bij substraatinjectie. Wanneer de injectiefilters aan de rand van de weg worden geplaatst kan worden volstaan met een gedeeltelijke wegafsluiting. De begraafplaats is niet toegankelijk voor vrachtverkeer. Derhalve worden de injectiefilters ter plaatse handmatig of met klein materieel geplaatst. Bij de substraat injectie zal gebruik worden gemaakt van verlengde slangen (leidingwerk) of ondergrondse aanvoerbuizen. De werkzaamheden op de begraafplaats worden in nauw overleg met de beheerder uitgevoerd. In eerste instantie bestaat het voornemen om melasse als substraat te gebruiken. Melasse is een restproduct van de suikerindustrie die in een aantal opwerkstappen geschikt is gemaakt voor injectie. Melasse heeft als voordeel dat het de civiele kwaliteit van de grond niet aantast. Mogelijk wordt er op basis van een pilotproef (zie paragraaf 5.3) gekozen voor een alternatief substraat. Het alternatief is injectie met een slow-release compound op basis van plantaardige olie, bijvoorbeeld ENNA. Deze maakt de grond vettig waardoor deze meerdere jaren na injectie bij vrijkomen minder geschikt is voor toepassing in een toplaag. In figuur 5.2 is het werkingsverschil tussen de beide voedingsstoffen weergegeven. Figuur 5.2: Verschil Enna en snel substraat Na injectie van het substraat gaan bacteriën aan de gang met de afbraak van deze voedingstof. Daarvoor is een elektronendonor benodigd. Bij gebrek aan zuurstof zullen ze hiervoor overgaan op de afbraak de VOCl-verontreiniging. In navolgend schema is dit proces schematisch weergegeven (Stap 1: afbraak van de melasse waarbij H2 wordt gevormd): C12H22O11 (hoofdbestanddeel melasse)+ 13 H2O (bacteriën) 12 CO H2 Blad 19 van 30

24 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Voor het systeem dat gebruikt gaat worden geldt als belangrijke voorwaarde om verstoppingen te voorkomen, dat het systeem anaeroob (zuurstofarm) wordt gehouden. Om het toetreden van zuurstof te voorkomen, vindt de injectie in een gesloten systeem plaats. De te benodigde concentratie aan melasse of protpamylasse bedraagt circa 500 mg/kg. Figuur 3.3: Reductieve dechlorering na stap 1 Het substraat wordt geïnjecteerd na menging met leidingwater en het toevoegen van nutriënten (N en P). De toe te voegen nutriënten bestaan uit natriumtripolyfosfaat (P bron) en ureum (N bron). Uitgaande van een raster van 5x5 meter worden er circa 60 injectiefilters met wisselende filterstellingen geplaatst. De hoeveelheid te injecteren melasse-mengsel bedraagt 91 m 3. Een overzicht van de te plaatsen injectiefilters is opgenomen op tekening OG5. Bij de berekening van de hoeveelheid melasse zijn de volgende uitgangpunten gehanteerd: - Verhoging DOC gehalte tot 50 mg/l; - Hoeveelheid water per m 3 bodem: 300 kg; - Oppervlakte te injecteren gebied: m 2 ; - Laagdikte: 6 meter; - Benodigde overmaat i.v.m. vastlegging aan bodemdeeltjes: 10x; - Verdunningsfactor: 30x. Blad 20 van 30

25 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 6 Milieukundige begeleiding, veiligheid en evaluatie 6.1 Milieukundige begeleiding De werkzaamheden van sanering fase 1 dienen te worden uitgevoerd onder milieukundige begeleiding volgens de BRL SIKB 6000, VKB protocol De milieukundige dient onder meer toezicht te houden op de ontgraving en de verschillende grondstromen en de verontreinigingsgrenzen aan te geven. Daarnaast wordt toezicht gehouden op de naleving van de voor de werkzaamheden geldende veiligheidsvoorschriften en worden zo nodig ter controle luchtkwaliteitsmetingen verricht. De aannemer blijft echter verantwoordelijk voor de veiligheid op het werk. De werkzaamheden van de milieukundige zijn daarnaast onder meer: Het begeleiden van de ontgravingen; Het verzorgen van de controle op de scheiding van de te ontgraven partijen naar aard en mate van verontreiniging; Het aangeven van de depots waarin de ontgraven grond op basis van de vermoedelijke verontreinigingsklasse moet worden opgeslagen. Daarnaast houdt de milieukundige toezicht op de afdekking van het depot; Het houden van toezicht op de naleving van de geldende veiligheidsvoorschriften; Het monitoren van de grondwaterstandsverlaging in de omgeving van de sanering; Het uitvoeren van eventuele controlebemonsteringen van het te lozen grondwater; Het uitvoeren van overige controlebemonsteringen; Het controleren van, van buiten de locatie aan te voeren aanvulmateriaal; Toezien op de aanvulling; Het verzamelen van gegevens en het bijhouden van een logboek ten behoeve van het op te stellen evaluatierapport. De wanden worden uitgekeurd op VOCl + VC. Na afloop van de uitvoering van de werkzaamheden (fase 1) dient de kwaliteit van het grondwater te worden gemonitoord (zie paragraaf 7.1). De werkzaamheden van sanering fase 2 dienen te worden uitgevoerd onder milieukundige begeleiding volgens de BRL SIKB 6000, VKB protocol De taken die onder de milieukundige processturing en verificatie vallen bestaan onder andere uit: Toezien op het plaatsen van de injectiefilters; Toezien op de daadwerkelijke substraatinjectie; Toezicht op het gehele traject van fysieke aanleg van het systeem tot en met de ontmanteling; Toezicht of de sanering volgens het saneringsplan en de uitwerking hiervan in het bestek/kwaliteitsplan wordt uitgevoerd; Uitvoeren van metingen en monsternemingen voor bijsturing van het systeem; Aangeven aan de opdrachtgever van de mogelijkheden om bij te sturen indien afwijkingen worden gesignaleerd; Blad 21 van 30

26 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Vastleggen van de uitgevoerde werkzaamheden en eventuele afwijkingen voor het saneringsverslag; Controleren van de voortgang van de sanering op de vastgestelde ijkmomenten; Toetsen van het saneringsresultaat aan de gestelde saneringsdoelstelling; Vastleggen resultaten voor het evaluatierapport; Vastleggen van restverontreinigingen. Voor het controleren van de saneringsvoortgang en eindresultaat worden een verificatieplan opgesteld. Het monitoringsprogramma wordt gebaseerd op het verwachte verloop van de sanering en de gefaseerde uitvoering. Als basis hiervoor wordt de opzet gehanteerd die is beschreven in paragraaf 7.1. Het beschreven monitoringsvoorstel dient te worden gezien als voorstel op basis van de huidige kennis en inzichten. Na afloop van fase 1 en 2 kan het monitoringsprogramma op basis van voortschrijdend inzicht in overleg met het bevoegd gezag worden bijgesteld. 6.2 Veiligheid Om tijdens de uitvoering van een sanering veilig te kunnen werken zijn, afhankelijk van de aard en de mate van verontreiniging, risicoklassen opgesteld met verschillende te treffen maatregelen. Er zijn vier T-klassen en drie F-klassen geformuleerd. De indelingscriteria voor de T-klassen zijn de schadelijke vermogens van de verontreinigende componenten (LD50-waarden, carcinogeniteit, grenswaarden), voor de F-klassen het vlampunt van de componenten. Op basis van de bekende gegevens en onderzoeksresultaten is conform de CROW-publicatie 132 de toxiciteitsklasse 3T van toepassing. De maatgevende stoffen betreffen vinylchloride en trichlooretheen. Hiernaast is de brandbaarheidsklasse 1F van toepassing. De maatgevende stoffen betreffen vinylchloride en 1,2-dichlooretheen (cis en trans). De berekening van de veiligheidsklassen is opgenomen in bijlage 4. E.e.a. wordt bepaald door de aannemer en dient te worden vastgelegd in een V&G-plan uitvoeringsfase. De maatregelen die dienen te worden genomen zijn beschreven in beleidsregels en van het Arbobesluit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en worden bepaald door de hoogst gevonden T- en F-klasse. 6.3 Evaluatie Nadat de sanering is afgerond zal een evaluatierapport worden opgesteld dat dient te voldoen aan de eisen van het bevoegde gezag. Hierin komen onder andere de volgende zaken aan de orde: de uitgevoerde werkzaamheden ten behoeve van de sanering; de uiteindelijke hoeveelheden afgevoerde grond/materialen en de bestemming hiervan; de resultaten van de chemische analyses (grond en grondwater); een beschrijving van de ontstane situatie na afloop van de sanering; hoeveelheid en kwaliteit geloosd grondwater; locatie en omvang van restverontreiniging vastleggen; nadere uitwerking grondwatermonitoring; de veiligheid tijdens de werkzaamheden. Na afronding van de grondsanering zal een interim evaluatierapport worden opgesteld. Blad 22 van 30

27 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 7 Monitoring, terugvalscenario en nazorg 7.1 Monitoring Om de effectiviteit van de in situ maatregelen te controleren wordt er 2x per jaar een grondwatermonitoring uitgevoerd. De monitoring zal plaatsvinden conform de BRL 6000, vkbprotocol Op basis hiervan worden 10 peilbuizen gedurende een periode van 5 jaar bemonsterd op VOCl (incl.vc), afbraakproducten van VOCl (waaronder methaan), nitraat, ijzer(ii) en sulfaat. Hiernaast worden de zuurgraad (ph) en het redoxpotentiaal in het veld bepaald en vastgelegd. De locaties van de monitoringspeilbuizen zijn opgenomen op tekening OG5. De filterstellingen zijn opgenomen in tabel 7.1. Bij het selecteren/plaatsen van de peilbuizen is rekening gehouden met de contour van de verontreiniging, de grondwaterstromingsrichting en de drainerende werking van de gedempte sloot. Naast de monitoringsfilters worden op drie locaties monsters genomen van het oppervlaktewater. Deze worden onderzocht op VOCl (incl.vc). Na 5 jaar vindt een evaluatiemoment plaats. Na 3 jaar is er sprake van een tussentijds ijkmoment. Tabel 7.1. Filterstellingen monitoringspeilbuizen Peilbuisnummer Filterstelling (in m mv.) Doel M1 Conform NEN Monitoring stromingsvoorkeur richting oever M2 4,0 6,0 Monitoring natuurlijke afbraak M3 4,0 6,0 Monitoring natuurlijke afbraak M4 Conform NEN Monitoring stromingsvoorkeur richting oever M5 Conform NEN Monitoring freatisch pakket tpv kinderdagverblijf M6 4,0 6,0 Monitoring natuurlijke afbraak M7 4,0 6,0 Monitoring natuurlijke afbraak M8 Conform NEN Monitoring freatisch pakket tpv begraafplaats M9 Conform NEN Monitoring freatisch pakket tpv begraafplaats M10 4,0 6,0 Monitoring natuurlijke afbraak Opp A Aan de noordwestzijde van het gesaneerde gebied Controle kwaliteit oppervlakte water Opp B In het midden van het gesaneerde gebied Controle kwaliteit oppervlakte water Opp C Ter hoogte van het kinderdag verblijf Controle kwaliteit oppervlakte water Door de verontreiniging in de te plaatsen/selecteren peilbuizen gedurende een aantal jaren (minimaal 5 jaar) te volgen kan inzicht worden verkregen in de ontwikkeling van de verontreiniging. Voor deze trendanalyse wordt een model gemaakt van de verontreinigingssituatie. Dit model (bv op basis Biochlor) wordt opgesteld aan de hand van de bestaande onderzoeksgegevens. Vertrekpunt van de monitoring is de situatie na de grondsanering (fase 1). Direct na de grondsanering zal de nulsituatie worden vastgesteld. Op basis van de trendanalyse die volgt uit een vergelijking van de halfjaarlijkse monitoring kan vervolgens met het model worden beoordeeld in hoeverre er sprake is van natuurlijke afbraak. Tijdens het ijkmoment en na afronding van de monitoring zal de voorgang van de sanering worden beoordeeld en in overleg met bevoegd gezag bekeken worden of het wenselijk of noodzakelijk is terugvalsenario s in werking te zetten. In onderhavige tabel zijn de actiewaarden beschreven. Blad 23 van 30

28 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Tabel 7.2. Actiewaarden Tijdstip Resultaat Actie Na 3 jaar Gehalten in het grondwater laten dalende trend zien en de Geen gehalten in het oppervlaktewater zijn lager dan 0,5 keer de index. Gehalten in het grondwater zijn stabiel en de gehalten in het Aanvullende injectierondes. oppervlaktewater zijn lager dan 0,5 keer de index. Gehalten in grondwater hebben een stijgende trend en de Aanvullende injectierondes. gehalten in het oppervlaktewater zijn lager dan 0,5 keer de index. Gehalten in het grondwater laten dalende trend zien en de Inzet grondwateronttrekking uit drain(fallback I). gehalten in het oppervlaktewater zijn groter dan 0,5 keer de index. Gehalten in het grondwater zijn stabiel en de gehalten in het oppervlaktewater zijn groter dan 0,5 keer de index. Aanvullende injectierondes, inzet grondwateronttrekking uit drain (fallback I). Gehalten in het grondwater hebben een stijgende trend en de gehalten in het oppervlaktewater zijn groter dan 0,5 keer de Inzet grondwateronttrekking uit drain (fallback I), aanvullende injectierondes en slootbeluchting. index. Na 5 jaar Gehalten in het grondwater laten dalende trend zien en de Beëindiging sanering en monitoring. gehalten in het oppervlaktewater zijn lager dan 0,5 keer de index. Gehalten in het grondwater zijn stabiel en de gehalten in het oppervlaktewater zijn lager dan 0,5 keer de index. Voortzetten monitoring. Gehalten in grondwater hebben een stijgende trend en de gehalten in het oppervlaktewater zijn lager dan 0,5 keer de index. Gehalten in het grondwater laten dalende trend zien en de gehalten in het oppervlaktewater zijn groter dan 0,5 keer de index. Gehalten in het grondwater zijn stabiel en de gehalten in het oppervlaktewater zijn groter dan 0,5 keer de index. Gehalten in het grondwater hebben een stijgende trend en de gehalten in het oppervlaktewater zijn groter dan 0,5 keer de index. 7.2 Terugvalscenario`s Inzet temperatuur optimalisatie (fallback II) en voortzetten monitoring. Inzet grondwateronttrekking uit drain en voortzetten monitoring Inzet grondwateronttrekking uit drain (fallback I) en voortzetten monitoring. Inzet grondwateronttrekking uit drain (fallback I), aanvullende injectierondes en slootbeluchting (fallback III). Fallback scenario I regenwater De sloot is in de toekomstige situatie afgeschermd met een kleischerm en een houtendamwand. Desondanks kan bij hevige regenval de druk op de sloot dusdanig toenemen dat er toch verontreinigd grondwater uit de restverontreiniging het slootwater bereikt. Om dit te voorkomen kan er bij veel regenwater grondwater worden onttrokken langs de oever. Hiervoor wordt de ontgraving langs het kleischerm aan de zijde van Kverneland en langs de damwand aan de zijde van de begraafplaats aangevuld met grof zand (aanvulsleuf) met een breedte van 0,5 à 1,0 meter en een dikte van 1,0 m mv. rond de grondwaterspiegel. Dit systeem wordt uit voorzorg tijdens de grondsanering aangelegd. Het vrijkomende water zal mogelijk niet aan de lozingseisen voldoen. Het water zou (net als bij de bronnering van de ontgravingen) gezuiverd kunnen worden middels een actiefkoolfilter en een luchtstripper. Gezien het feit dat het systeem een veel langere periode aanwezig zal zijn is het kostentechnisch echter voordeliger om het water te zuiveren met behulp van een biorotor. Voordeel hiervan is dat wanneer het systeem één maal draait er tussentijds geen aanpassingen hoeven te worden gedaan (zoals het vervangen van het actief kool wanneer het verzadigd is). De biorotor bestaat uit drie onderdelen: een voorbehandelingstank, een biologische zone en een nabezinker. In de voorbehandelingstank wordt het afvalwater verzameld en wordt de biologische afbraak gestart. In de biologische zone draait een biorotor met lage snelheid door het afvalwater. De bacteriën die het afvalwater zuiveren hechten zich vast aan de biorotor. In de nabezinktank wordt de zwevende stof gescheiden die periodiek teruggebracht wordt naar de Blad 24 van 30

29 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 7.3 Nazorg voorbehandelingstank. Om de bacteriën in leven te houden is een constante minimale toevoer van water noodzakelijk. Er wordt uitgegaan van de in tabel 7.2 opgenomen debieten. Tabel 7.2: Debieten zuiveringsinstallatie fallback scenario I variant B2 Periode Debiet in m 3 /h Hoge grondwaterstand 10 Normaal 1 Gemiddeld 2 Fallback scenario II Indien blijkt dat de substraatinjectie de natuurlijke afbraak onvoldoende bevorderd kan in aanvulling op de substraatinjectie stroominjectie worden toegepast. Wanneer de bodemtemperatuur middels deze techniek op circa 40 o C wordt gebracht is de temperatuur optimaal voor biologische afbraak van de verontreiniging. Op deze wijze wordt de natuurlijke afbraak versneld, waardoor de saneringsduur wordt verkort. Fallback scenario sloot III Indien blijkt dat de verontreiniging zich na afloop van de actieve maatregelen weer in de waterbodem of het oppervlaktewater van de zuidelijke sloot bevindt worden er bellenbeluchters (fonteintjes) in de zuidelijke sloot toegepast. De bellenbeluchters verlagen met name de concentraties aan CIS en VC die ook aeroob worden afgebroken. Doordat er een risico bestaat op uitdamping worden de beluchters toegepast tussen de begraafplaats en Kvernerland. Om te beoordelen of de omgevingslucht negatief wordt beïnvloed wordt een week na installatie de buitenlucht ter plaatsen bemonsterd en gedurende een warme zomerweek Gebruiksbeperkingen Tijdens de uitvoering van de sanering wordt niet alle sterk verontreinigde grond en grondwater gesaneerd. Als gevolg hiervan is er na afloop van de sanering nog steeds sprake van restverontreinigingen. De achterblijvende sterke verontreiniging dient te worden geregistreerd. Indien in de sterk verontreinigde bodem wordt gegraven, of op enige andere wijze beïnvloeding van de sterke verontreiniging plaats vindt dient hiervoor een saneringsplan te worden opgesteld en ter goedkeuring te worden ingediend bij de omgevingsdienst Noordzeekanaal gebied Registratie Er zal na afloop van de uitvoering van de bodemsanering sprake zijn van achterblijven sterk verontreinigde grond en grondwater (restverontreiniging). In voorkomend geval komt in de beschikking op het evaluatierapport te staan dat de restverontreiniging kadastraal wordt geregistreerd. Dit betekent dat in het kadaster een aantekening aanwezig is die doorverwijst naar een bij het kadaster aanwezig dossier van de locatie waarin de beschikking saneringsnoodzaak/ spoedeisendheid, de beschikking op het saneringsplan en de beschikking op het evaluatie worden opgenomen. Blad 25 van 30

30 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 8 Planning en kosten 8.1 Planning kernsanering fase 1 In tabel 8.1 is een globale planning voor fase 1 van de sanering weergegeven. Tabel 8.1: Planning fase 1 Uitvoering Opruimen werkterrein, verwijderen begroeiing/verhardingen. Inrichten werkterrein (plaatsen keten, depotruimte etc.) Aanbrengen bemaling/zuiveringsinstallatie en damwand Ontgraving vaksgewijs Aanvulling vaksgewijs Herstellen maaiveld en depotruimte Afwerken terrein, opruimen algemene voorzieningen en oplevering Aanbrengen injectiefilters Weken na start Na afloop van de uitvoeringswerkzaamheden wordt in 3 tot 5 ronden substraat geïnjecteerd en wordt voor een periode van 5 jaar, 2x per jaar het grondwater gemonitoord (zie paragraaf 8.2.) 8.2 Planning in situ sanering fase Kosten In tabel 8.2 is een globale planning voor fase 2 van de sanering weergegeven. Tabel 8.2: Planning fase 2 Activiteit Planning Vaststellen nulsituatie 2x direct na fase 1 met tussentijdse wachttijd van 1 maand. Aanbrengen injectiefilters + 1 e ronde substraatinjectie Direct na het vastleggen van de nul situatie 1 e monitoringsronde 0,5 jaar na 1 e ronde substraatinjectie 2 e monitoringsronde 1 jaar na 1 e ronde substraatinjectie 2 e ronde substraatinjectie 3 e monitoringsronde 0,5 jaar na 2 e ronde substraatinjectie 4 e monitoringsronde 1 jaar na 2 e ronde substraatinjectie 3 e ronde substraatinjectie 5 e monitoringsronde 0,5 jaar na 3 e ronde substraatinjectie 6 e monitoringsronde 1 jaar na 3 e ronde substraatinjectie (ijkmoment = 3 jaar na start) 4 e ronde substraatinjectie (optioneel) 7 e monitoringsronde 1,5 jaar na 3 e ronde substraatinjectie 8 e monitoringsronde 2 jaar na 3 e ronde substraatinjectie 5 e ronde substraatinjectie (optioneel) 9 e monitoringsronde 2,5 jaar na 3 e ronde substraatinjectie 10 e monitoringsronde (= vastleggen eindsituatie) 3 jaar na 3 e ronde substraatinjectie (evaluatiemoment = 5 jaar na start) De saneringskosten zijn geraamd. De raming is toegevoegd als losse bijlage 5. Uitgangspunten bij de kostenraming; Duur van de uitvoering is 14 weken. Vrijkomende hoeveelheden en verwerking als genoemd in dit rapport. Blad 26 van 30

31 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 9 Communicatie 9.1 Voorlichting 9.2 Overlast Belangrijk aandachtspunt tijdens de voorbereiding en uitvoering van de sanering is de voorlichting naar belanghebbenden. De voornaamste belanghebbenden zijn de perceeleigenaren aan de zuidzijde van de zuidelijke sloot. De begraafplaats is eigendom van de gemeente Haarlemmermeer. Het perceel Bosweg 28 (kinderopvang) is in eigendom van de heer J. Valk (1/3), de heer A.P. Wijnhout (1/3) en B.V. Timpaan Boshoeve Beheer (1/3). Belangrijke belanghebbenden zijn eveneens nabestaanden van personen die liggen begraven op de begraafplaats/de beheerder van de begraafplaats en omwonenden. In overleg met de gemeente en de eigenaar van het kinderdagverblijf is er voor gekozen om de belanghebbende in eerste instantie te informeren middels een uitgebreide informatiebrief. Afhankelijk van de reacties op die brief wordt bekeken of het wenselijk is aanvullend een bewonersavond te organiseren. In de uitvoeringsfase is het raadzaam één vast aanspreekpunt te hebben voor de gebruikers (bijvoorbeeld de milieukundig begeleider). Daarnaast kan een spreekuur worden ingericht waar bewoners en omwonende op vaste tijden terecht kunnen met vragen en opmerkingen. In de insitufase zullen vragen minder urgent zijn en kan de projectleider van de begeleidende partij deze rol overnemen. Algemeen Het uitvoeren van een bodemsanering ter plaatse van een locatie in stedelijk gebied brengt per definitie diverse vormen van overlast voor de gebruikers en de omwonenden met zich mee. In de onderstaande paragrafen worden de mogelijke vormen van overlast die de bodemsanering met zich meebrengt nader behandeld. De optredende overlast en de mate van voorkomen van die overlast zijn van groot belang voor de maatschappelijke acceptatie van de sanering. Maatregelen ter beperking/voorkoming van overlast Navolgend is een overzicht gegeven van de aspecten die belangrijk (kunnen) zijn voor de gebruikers en omwonenden ten aanzien van het beperken van overlast. Werktijden Op de locatie mag gedurende de sanering worden gewerkt van maandag tot en met vrijdag, tussen 7.00 uur en uur. De aannemer moet in een vooraf op te stellen plan van aanpak aangeven welke werktijden worden gebruikt. Buiten deze werktijden mogen lawaaibronnen niet in werking zijn tenzij ze voldoen aan de standaard geluidvoorschriften. Afwijking van deze tijden door de aannemer mag slechts plaatsvinden na schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en/of directie. Geluid De actieve werkzaamheden (graafmachines, vrachtauto's e.d.) en de passieve werkzaamheden (aggregaten e.d.) produceren geluid. De actieve werkzaamheden kunnen alleen worden uitgevoerd binnen de bovengenoemde werktijden. Blad 27 van 30

32 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Passieve werkzaamheden zullen mogelijk ook 's avonds en s nachts plaatsvinden. Voor onderhavig locatie beperkt dit zich naar verwachting de bemalingsinstallatie (bij inzet van bronbemaling). Voor de geluidbelasting in de vorm van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) en het piekniveau (LAmax), veroorzaakt door de binnen het werkterrein aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten, geldt dat: a. de niveaus in op de in de tabel 9.1 genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden; Tabel 9.1, geluidsnormen 07:00-19:00 uur 19:00-23:00 uur 23:00-07:00 uur LAr,LT op de gevel van woningen 50 db(a) 45 db(a) 40 db(a) Lamax op de gevel van woningen 70 db(a) 65 db(a) 60 db(a) Lamax in in- of aanpandige woning 55 db(a) 50 db(a) 45 db(a) b. de in de periode tussen uur en uur in tabel opgenomen piekniveaus niet van toepassing zijn op het ontgraven, laden en lossen; c. de in de tabel aangegeven waarden voor woningen ook gelden voor andere geluidgevoelige bestemmingen. Stofvorming Bij grondwerkzaamheden en transport over niet verharde terreindelen kan stofvorming optreden, zeker als er sprake is van een droge periode. Voor wat betreft het aantal stofdeeltjes (of gronddeeltjes) in de lucht kunnen geen 'harde' criteria worden gesteld daar deze niet door metingen controleerbaar zijn. Wel worden maatregelen getroffen om de vorming van stof zoveel mogelijk te voorkomen. Te nemen maatregelen zijn: 1. Het indien van toepassing afdekken van gronddepots op de locatie met folie. 2. Het naar behoefte schoonhouden van de openbare wegen en de bouwwegen binnen de locatie. 3. Het zonodig nat houden van de locatie door actief te sproeien. Daar waar geen harde normen kunnen worden gesteld, worden eventuele aanvullende maatregelen pas genomen op het moment dat werknemers van de aannemer en/of gebruikers aangeven last te hebben van de stofvorming. Schade aan panden, bestratingen, vloeren e.d. door trillingen en zettingen Door de werkzaamheden vinden er bewegingen plaats die normaliter niet plaatsvinden. Dit zou kunnen leiden tot schadevorming aan eigendommen van derden. Gedacht kan worden aan trillingen veroorzaakt door bouwverkeer maar ook aan zetting van de bodem door het verdichten van grond. Stelregel voor dit saneringsplan is dat er door de saneringswerkzaamheden geen schade mag optreden aan eigendommen van derden. Dit betekent dat de risico s voor optredende schadevorming voorafgaande aan de werkzaamheden moeten worden bepaald. Hoewel uiteraard alles in het werk wordt gesteld om schade te voorkomen wordt voor de werkzaamheden een verzekering afgesloten. Dit geschiedt door de opdrachtgever. Deze verzekering dekt de eventuele schades aan eigendommen van derden die optreden als gevolg van de werkzaamheden. Blad 28 van 30

33 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. 9.3 Klachtenregistratie en afhandeling Bij klachten kan contact worden opgenomen met de milieukundig begeleider of de contactpersoon van de opdrachtgever. 9.4 Organisatie, betrokken bij de sanering Belangrijke partijen in het saneringsproces zijn de opdrachtgever, de aannemer, de directievoerder en de milieukundig begeleider (MKB'er). De directievoerder ziet toe op een correcte naleving van alle facetten van het contract tussen de opdrachtgever en de aannemer. De milieukundige begeleider ziet toe op een correcte uitvoering van de sanering. Een overzicht van de belangrijkste partijen wordt in het onderstaande nader weergegeven. Voor zover reeds bekend worden tevens namen en adressen genoemd. De partijen die in een later stadium bij de sanering betrokken zullen raken, doch nog niet bij naam bekend zijn, worden kort weergegeven. Opdrachtgever Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Postbus BA NIEUW-VENNEP Taken en bevoegdheden: De opdrachtgever is eindverantwoordelijk voor de juiste voorbereiding, uitvoering en begeleiding van de sanering. De opdrachtgever is tevens verantwoordelijk voor de informatieverstrekking naar derden voorafgaande, tijdens en na de sanering. Bevoegd gezag Wet bodembescherming Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (namens de provincie Noord-Holland) Postbus EE ZAANDAM Taken en bevoegdheden: De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied is bevoegd gezag in het kader van de Wet bodembescherming en is daarmee de instantie die het onderhavige saneringsplan dient goed te keuren. Daarnaast zal de afdeling Handhaving controleren of de sanering op de overeengekomen wijze is uitgevoerd. Adviesbureau Nog niet ingevuld. Taken en bevoegdheden: Het door de opdrachtgever ingeschakelde adviesbureau is verantwoordelijk voor de technische invulling voortvloeiend uit de gewenste saneringsoplossing. Het betreft de technische uitwerking van de saneringsaanpak, de begeleiding en de verslaglegging van de sanering. Aannemer Nog niet ingevuld. Blad 29 van 30

34 Saneringsplan 'Zuidelijke sloot' Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep projectnummer mei 2016, revisie 01 Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Taken en bevoegdheden: De door Kvernerland ingeschakelde aannemer is verantwoordelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden zoals omschreven in het saneringsplan en het bestek. De aannemer is tevens verantwoordelijk voor de veiligheid tijdens de waterbodemsanering. Verder zijn nog de volgende partijen enigerwijs bij de saneringen betrokken: Kabel en leidingbeheerders. De vergunningverlenende instanties, in paragraaf is een opsomming gegeven van de benodigde vergunningen. Antea Group Almere, mei 2016 Blad 30 van 30

35 Bijlage 1: Bemaling variant B2

36 Bijlage 1: Bemaling variant B2 1. Uitgangspunten bemaling Voor het dimensioneren van de bemaling worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Lengte ontgraving: 105 meter; Breedte ontgraving: 15 meter; Diepte ontgraving: 3,0 m mv.; Grondwaterstand: 0,8 m mv.; Ontwateringsdiepte: 0,3 meter; Maximale grondwaterstandsverlaging 2,5 meter; Sloot wordt aan de noord- en zuidzijde afgesloten door middel van een tijdelijke damwand; De ondiepe bodemopbouw is gebaseerd op diverse bodemonderzoeken (Antea Group, bijlage 1.a). Voor de diepere bodemopbouw wordt teruggevallen op gegevens uit het landelijk TNO archief (zie bijlage 1.b). Uit figuur 1 blijkt dat tot een diepte van 15 m mv. sprake is van kleihoudend fijn zand. Doorlatendheid tot 5 m mv. 2 m/d. Doorlatendheid ondergrond > 5 m mv. sterk kleihoudend fijn zand: 5 m/d (U-cijfer methode, zwak slibhoudend matig fijn zand (zandmediaan µm). 2. Ontwerp bemaling In verband met de omvang van de ontgraving (circa m 2 ) wordt vaksgewijs ontgraven en aangevuld. Uitgaande van een vaklengte van 20 meter bedraagt het debiet 30 m 3 /uur (formule van Thiem). Aangezien sprake is van een voortschrijdende bemaling is voor de debietberekening uitgegaan van tweemaal vaklengte als bronneringslengte. De bronnering wordt aan weerszijden van de sloot uitgevoerd. De bronnering bestaat uit verticale drainagefilters (2 ) of wel bronnering met een filterstelling van 1-6 m mv. met inhangers op 5,5 m mv. (h.o.h. 2 meter). Per filtercluster van 5 stuks wordt een kraan/afsluiter aangebracht. Het invloedsgebied is berekend voor een situatie met semispanningswater en bedraagt circa 85 meter. In verband met de kwelsituatie in de Haarlemmermeerpolder is het invloedsgebied in werkelijkheid kleiner. In verband met het mogelijk aantrekken van mobiele verontreinigingen elders op het terrein zal de grondwaterstandsverlaging in de omgeving moet worden gemonitord. Gezien de afstand van de bemaling tot deze verontreinigingen wordt niet verwacht dat deze verontreinigingen worden aangetrokken. Uitgaande van een saneringsduur van 4 weken bedraagt het waterbezwaar ruim m 3 grondwater. De bemaling is meldingsplichtig. 3. Lozing Het onttrokken grondwater is verontreinigd met VOCl en dient te worden gezuiverd voordat het water wordt geloosd. Het aantal concentratiemetingen neemt met de diepte sterk af. Gezien de bodemopbouw en de wijze van bemalen zal relatief veel dieper en dus schoner grondwater worden onttrokken. De onzekerheid ten aanzien van de influentconcentraties is groot. De verwachte influentconcentraties en de lozingsnormen zijn vermeld in tabel 1 uitgaande van een debietverdeling 1/3 ondiep versus 2/3 deel diep. Tabel 1: Verwachte influentgehalten zuidelijke sloot Stof Gem. conc. <= 5 m mv. Gem. conc.> 5 m mv. Influent Lozingsnorm (in µg/l) (in µg/l) Per */ 3+ Tri */ 20+ Cis+trans ,0 20*/ 20+ VC ,3 20*/8+ * somparameter aangewezen oppervlaktewater + niet aangewezen oppervlaktewater som Per, Tri, Cis, Vc en 1,1,1 trichloorethaan < 20 µg/l

37 De zuiveringsinstallatie bestaat uit een terugspoelbaar zandfilter met striptoren en aktief kool (waterfase). Een dergelijke opstelling wordt gezien als de standaard ten aanzien van best beschikbare techniek voor het zuiveren van vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen. Het rendement van alleen een striptoren ligt in het algemeen hoger dan 98%. Gezien de mate van verontreiniging van het pakket tot 5 m mv. en de kans op residuair product in de bodem wordt zekerheidshalve een aktief koolfilter voorgeschreven als nazuivering. Daarnaast zal in verband met de verwachte hoge concentraties aan VOCl ook zuivering van de te emitteren lucht moeten plaatsvinden. Voorgesteld wordt hiervoor een compostfilter of aktief kool (luchtfase) toe te passen. Het gezuiverde grondwater (effluent) dient regelmatig te worden gecontroleerd op de onopgeloste bestanddelen, ijzer en VOCl. Gezien het voortschrijdende karakter van de bemaling kan de belastingsgraad op de zuivering met de tijd variëren. Voorgesteld wordt een wekelijkse bemonsteringsfrequentie aangehouden. Bij aanvang van de bemaling dient het te lozen grondwater te worden onderzocht op de algemene lozingsparameters. De lozing van het gezuiverde grondwater vindt bij voorkeur plaats op de bestaande sloot. De capaciteit van de sloot is beperkt. Bij het waterschap dient navraag te worden gedaan omtrent de mogelijkheid om het water te lozen op deze sloot. Alternatieve lozingsopties zijn: Lozing op de Hoofdvaart; Terugbrengen in de bodem; Lozing op het vuilwaterriool. Bij het lozen op de Hoofdvaart gelden lagere lozingsnormen. Mogelijk dient een extra zuiveringsstap te worden ingebouwd (aktief koolfilter in serie) en is waarschijnlijk een overkluizing nodig over de weg langs de Hoofdvaart. Retourbemaling op het terrein is niet mogelijk omdat hiermee de overige mobiele grondwaterverontreinigingen beïnvloedt zullen worden. Retourbemaling in de aangrenzende woonwijk gaat gepaard met veel overlast voor de bewoners. De capaciteit van het vuilwaterriool op het terrein is waarschijnlijk te gering.

38 Bijlage 1a: Boorprofielen

39

40

41

42

43

44 Bijlage 1b: Diepere bodemopbouw saneringslocatie

45 Bijlage 2: Kadastrale gegevens

46 Kadastraal bericht object pagina 1 van 1 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: HAARLEMMERMEER M Hoofdweg LR NIEUW-VENNEP 11:27:50 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: HAARLEMMERMEER M 4562 Grootte: 11 ha 42 a 43 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: BEDRIJVIGHEID (INDUSTRIE) TERREIN (INDUSTRIE) Locatie: Hoofdweg LR NIEUW-VENNEP Ontstaan op: Ontstaan uit: HAARLEMMERMEER M 4394 gedeeltelijk Aantekening kadastraal object LOCATIEGEGEVENS ONTLEEND AAN BASISREGISTRATIES ADRESSEN EN GEBOUWEN Ontleend aan: ATG d.d Publiekrechtelijke beperkingen KENNISGEVING, VORDERING, BEVEL OF BESCHIKKING, WET BODEMBESCHERMING (ZIE TEKENING) Zie ingeschreven tekening voor ligging Betrokken bestuursorgaan: Provincie Noord-Holland Ontleend aan: HYP /177 d.d Gerechtigde EIGENDOM Kvermeland Group Nieuw-Vennep B.V. Hoofdweg LR NIEUW-VENNEP Zetel: NIEUW-VENNEP Recht ontleend aan: Eerst genoemde object in brondocument: Recht ontleend aan: Eerst genoemde object in brondocument: Recht ontleend aan: Eerst genoemde object in brondocument: Recht ontleend aan: Eerst genoemde object in brondocument: HYP4 7352/21 reeks AMSTERDAM HAARLEMMERMEER M 4562 HYP4 2658/1 reeks HAARLEM HAARLEMMERMEER M 4562 HYP4 2599/24 reeks HAARLEM HAARLEMMERMEER M 4562 HYP /131 reeks AMSTERDAM d.d HAARLEMMERMEER M 4562 Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

47 Kadastraal bericht object pagina 1 van 2 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: HAARLEMMERMEER M Akkerstraat NIEUW-VENNEP 11:28:43 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: HAARLEMMERMEER M 4631 Grootte: 4 ha 4 a 5 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: WEGEN Locatie: Akkerstraat NIEUW-VENNEP Rustoordstraat 17 NIEUW-VENNEP Ontstaan op: Ontstaan uit: HAARLEMMERMEER M 4517 gedeeltelijk Publiekrechtelijke beperkingen KENNISGEVING, VORDERING, BEVEL OF BESCHIKKING, WET BODEMBESCHERMING (ZIE TEKENING) Zie ingeschreven tekening voor ligging Betrokken bestuursorgaan: Provincie Noord-Holland Ontleend aan: HYP /177 d.d Beschermd monument, Gemeentewet Ontleend aan: 73 datum in werking (Gegevens conform de gemeentelijke beperkingenregistratie) Betrokken bestuursorgaan, de gemeente: Haarlemmermeer

48 Kadastraal bericht object pagina 2 van 2 Kadaster Betreft: HAARLEMMERMEER M Akkerstraat NIEUW-VENNEP 11:28:43 Uw referentie: Toestandsdatum: Gerechtigde EIGENDOM Gemeente Haarlemmermeer Raadhuisplein TZ HOOFDDORP Postadres: Postbus: AG HOOFDDORP Zetel: HOOFDDORP KvK-nummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvK-nummer. Recht ontleend aan: 84 HLM03/56521 d.d Eerst genoemde object in HAARLEMMERMEER M 4207 brondocument: Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP4 8893/52 reeks AMSTERDAM d.d AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN ATG 121 d.d AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 9062/16 reeks AMSTERDAM d.d AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 9344/3 reeks AMSTERDAM d.d AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 9516/39 reeks AMSTERDAM d.d AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 9939/50 reeks AMSTERDAM d.d AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP /18 reeks AMSTERDAM d.d VERWERKING STUK TIJDELIJK STOPGEZET HYP /45 reeks AMSTERDAM d.d AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP /34 reeks AMSTERDAM d.d AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP /37 reeks AMSTERDAM d.d AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN (Er zijn meer niet (volledig) verwerkte brondocumenten) Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

49 Kadastraal bericht object pagina 1 van 2 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: HAARLEMMERMEER M Bosstraat AJ NIEUW-VENNEP 11:29:49 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: HAARLEMMERMEER M 4673 Grootte: 32 a 94 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: GEZONDHEID ERF - TUIN Locatie: Bosstraat AJ NIEUW-VENNEP Ontstaan op: Ontstaan uit: HAARLEMMERMEER M 4303 gedeeltelijk Aantekening kadastraal object LOCATIEGEGEVENS ONTLEEND AAN BASISREGISTRATIES ADRESSEN EN GEBOUWEN Ontleend aan: ATG d.d Publiekrechtelijke beperkingen KENNISGEVING, VORDERING, BEVEL OF BESCHIKKING, WET BODEMBESCHERMING (ZIE TEKENING) Zie ingeschreven tekening voor ligging Betrokken bestuursorgaan: Provincie Noord-Holland Ontleend aan: HYP /177 d.d Gerechtigde 1/3 EIGENDOM De heer Joost Valk Venneperweg CD NIEUW-VENNEP Geboren op: Geboren te: HAARLEMMERMEER (Persoonsgegevens zijn ontleend aan Basisregistratie Personen) Recht ontleend aan: Eerst genoemde object in brondocument: HYP /6 reeks AMSTERDAM d.d HAARLEMMERMEER M 4303 Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken persoon: Mevrouw Lilian Hendrika Fokker Venneperweg CD NIEUW-VENNEP Geboren op: Geboren te: ABCOUDE (Persoonsgegevens zijn ontleend aan Basisregistratie Personen) Ontleend aan: BSA 506/3010 reeks AMSTERDAM d.d

50 Kadastraal bericht object pagina 2 van 2 Kadaster Betreft: HAARLEMMERMEER M Bosstraat AJ NIEUW-VENNEP 11:29:49 Uw referentie: Toestandsdatum: Gerechtigde 1/3 EIGENDOM De heer Arie Pieter Wijnhout Leidsevaart 25 A 2161 AS LISSE Geboren op: Geboren te: HAARLEMMERMEER (Persoonsgegevens zijn ontleend aan Basisregistratie Personen) Recht ontleend aan: Eerst genoemde object in brondocument: HYP /6 reeks AMSTERDAM d.d HAARLEMMERMEER M 4303 Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken persoon: Mevrouw Wilhelmina Petronella Kranenburg Leidsevaart 25 A 2161 AS LISSE Geboren op: Geboren te: HAARLEMMERMEER (Persoonsgegevens zijn ontleend aan Basisregistratie Personen) Ontleend aan: BSA 506/3006 reeks AMSTERDAM d.d Gerechtigde 1/3 EIGENDOM B.V. Timpaan Boshoeve Beheer Aalsmeerderdijk BW RIJSENHOUT Zetel: HOOFDDORP KvK-nummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvK-nummer. Einde overzicht Recht ontleend aan: HYP /123 d.d Eerst genoemde object in HAARLEMMERMEER M 4303 gedeeltelijk brondocument: De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

51 Bijlage 3: Overzichtstekeningen kabels en leidingen

52 KLIC-nummer: 12G Overzichtskaart Uw ref: Hoofdwg NieuwVennep HdB Datum aanvraag: :57 Schaal: 1:2000 NKC!IJF!2 RYP!YCV!6 ; 24 NKC!OU!2 FKG!TXX!6 NKC!INF!2 NKC!NU!2 FKG!NU!2 NKC!IJF!3 NKC!IJF! NKC!OU!3 NKC!OU!7 NKC!INF!3 NKC!INF!7 NKC!NU!3 NKC!NU!7 FKG!NU!3 FKG!NU!7 FKG!NU!4 NKC!IJF!8 NKC!IJF!22 26 FKG!TXX!4 NKC!OU!8 NKC!OU!22 NKC!INF!8 NKC!INF!22 NKC!NU!8 NKC!NU!22 FKG!NU!8 FKG!NU! NKC!IJF!23 27 NKC!OU!23 NKC!INF!23 NKC!NU!23 FKG!NU! !ogvgt

53 KLIC-nummer: 12G Verzamelkaart alle thema's Water PWN Riool vrijverval DIE Uw ref: Hoofdwg NieuwVennep HdB Datum aanvraag: :57 Schaal: 1: !ogvgt Nkpmuqpfgt<!)Z< ![< * Tgejvudqxgp<!)Z<214;16-41-![< *

54 KLIC-nummer: 12G Verzamelkaart alle thema's Gas hoge druk LIA Middenspanning LIA Gas lage druk LIA Laagspanning LIA Laagspanning DIE Datatransport KPN Datatransport ZIG Water PWN Riool vrijverval DIE Uw ref: Hoofdwg NieuwVennep HdB Datum aanvraag: :57 Schaal: 1: !ogvgt Nkpmuqpfgt<!)Z< ![< * Tgejvudqxgp<!)Z<214;16-41-![< *

55 KLIC-nummer: 12G Overzichtskaart Uw ref: Hoofdweg NwVennep HdB Datum aanvraag: :36 Schaal: 1:2000 MRP!FCV! \KI!FCV!2 NKC!INF!2 NKC!NU!2 FKG!NU!2 MRP!FCV!3 6 NKC!OU!9 22 \KI!FCV!3 NKC!FCV!9 NKC!INF!3 NKC!NU!9 NKC!NU!3 FKG!NU!3 4 MRP!FCV!7 ; 23 \KI!FCV!7 NKC!INF!7 NKC!NU!7 FKG!NU! !ogvgt

56 KLIC-nummer: 12G Verzamelkaart alle thema's Datatransport KPN Datatransport ZIG Gas lage druk LIA Laagspanning LIA Laagspanning DIE Water PWN Riool vrijverval DIE Uw ref: Hoofdweg NwVennep HdB Datum aanvraag: :36 Schaal: 1: !ogvgt Nkpmuqpfgt<!)Z< ![< * Tgejvudqxgp<!)Z< ![< *

57 KLIC-nummer: 12G Verzamelkaart alle thema's Datatransport KPN Datatransport ZIG Gas lage druk LIA Laagspanning LIA Laagspanning DIE Water PWN Riool vrijverval DIE Uw ref: Hoofdweg NwVennep HdB Datum aanvraag: :36 Schaal: 1: !ogvgt Nkpmuqpfgt<!)Z< ![< * Tgejvudqxgp<!)Z<214;52-41-![< *

58 Bijlage 4: Berekening veiligheidsklassen

59 Resultaten van de meting grond/grondwater: T-klasse: 3T F-klasse: 1F Projectgegevens: Locatie Werkgever Monsternummer Veiligheidskundige Kverneland Antea Group Gemiddelde concentraties Peter Ruijgrok Omgevingsdata: Buitentemperatuur ( C) 25 Maatregelen genomen om grondwaterstand te verlagen? Ja Worden de werkzaamheden uitgevoerd met beperkte Ja ventilatiemogelijkheid? Wordt er gewerkt met open vuur? Nee Eindresultaat Toxiteitklasse T Bepalende stof(fen) Brandbaarheidklasse F 3T Vinylchloride (VC), Trichlooretheen (Tri) 1F Bepalende stof(fen) Vinylchloride (VC), 1,2- dichlooretheen (cis en trans) Onderhavig document is gegenereerd door de webapplicatie berekening T & F klasse conform de CROW-Publicatie 132. Op de laatste pagina van dit document vindt u de voorwaarden voor gebruik. Aan de hand van de berekeningssystematiek vanuit de CROW publicatie 132, 4de geheel herziene druk (december 2008) en de ingevoerde gegevens is de veiligheidsklasse bepaald. In de hier opvolgende pagina's zijn de stappen per ingevoerde stof weergegeven. Voeg dit document in z'n geheel toe aan het V&G-plan en het veiligheidskundig logboek :18, 1/10

60 Stoffen en concentraties: Organische stof 3.00 Lutum Stof Concentratie grond (mg/kg ds) Concentratie grondwater (ug/l) Vinylchloride (VC) ,2-dichlooretheen (cis en trans) Trichlooretheen (Tri) Tetrachloorethyleen (Per) :18, 2/10

61 Bepaling of de interventiewaarden wordt overschreden Alleen bij een interventiewaarden overschrijding wordt de T&F-klasse verder berekend. Stof Vinylchloride (VC) Concentratie grond 0.45 Interventiewaarde grond 0.1 Gecorrigeerde interventiewaarde grond 0.03 Maximale waarde wonen (grond) 0.1 Gecorrigeerde maximale waarde wonen (grond) 0.03 Concentratie grondwater Interventiewaarde grondwater 5.0 T&F klasse van toepassing Ja Stof 1,2-dichlooretheen (cis en trans) Concentratie grond Interventiewaarde grond 1.0 Gecorrigeerde interventiewaarde grond 0.3 Maximale waarde wonen (grond) 0.3 Gecorrigeerde maximale waarde wonen (grond) 0.09 Concentratie grondwater Interventiewaarde grondwater 20.0 T&F klasse van toepassing Ja Stof Trichlooretheen (Tri) Concentratie grond 6.38 Interventiewaarde grond 2.5 Gecorrigeerde interventiewaarde grond 0.75 Maximale waarde wonen (grond) 0.25 Gecorrigeerde maximale waarde wonen (grond) Concentratie grondwater Interventiewaarde grondwater T&F klasse van toepassing Ja Stof Tetrachloorethyleen (Per) Concentratie grond Interventiewaarde grond 8.8 Gecorrigeerde interventiewaarde grond 2.64 Maximale waarde wonen (grond) 0.15 Gecorrigeerde maximale waarde wonen (grond) Concentratie grondwater Interventiewaarde grondwater 40.0 T&F klasse van toepassing Ja :18, 3/10

62 Berekening veiligheidsklasse T: Stof Vinylchloride (VC) Voorlopige veiligheidsklasse T 3 Veiligheidsklasse T 3T Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 3 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 3 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 3 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 3 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 3 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) Stof 1,2-dichlooretheen (cis en trans) Voorlopige veiligheidsklasse T 1 Veiligheidsklasse T 2T Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 2 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 2 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 2 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 2 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 2 Max nt tot nu toe: :18, 4/10

63 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) Stof Trichlooretheen (Tri) Voorlopige veiligheidsklasse T 3 Veiligheidsklasse T 3T Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 3 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), Trichlooretheen (Tri) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 3 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), Trichlooretheen (Tri) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 3 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), Trichlooretheen (Tri) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 3 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), Trichlooretheen (Tri) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 3 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), Trichlooretheen (Tri) Stof Tetrachloorethyleen (Per) Voorlopige veiligheidsklasse T 1 Veiligheidsklasse T 2T Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 2 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), Trichlooretheen (Tri) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 2 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), Trichlooretheen (Tri) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 2 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), Trichlooretheen (Tri) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: 2 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), Trichlooretheen (Tri) Vluchtige stof Verontreiniging in grond en in grondwater --> nt: :18, 5/10

64 Max nt tot nu toe: 3 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), Trichlooretheen (Tri) :18, 6/10

65 Berekening veiligheidsklasse F: Stof Vinylchloride (VC) Veiligheidsklasse F 1F beperkte ventilatiemogelijkheid Som Cg/LEL (=0.05) <= 1 Tb > vlampunt Geen open vuur --> nf: 1 Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) Geen beperkte ventilatiemogelijkheid Tb > vlampunt Geen open vuur --> nf: 1 Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) beperkte ventilatiemogelijkheid Som Cg/LEL (=0.05) <= 1 Tb > vlampunt Geen open vuur --> nf: 1 Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) Geen beperkte ventilatiemogelijkheid Tb > vlampunt Geen open vuur --> nf: 1 Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) beperkte ventilatiemogelijkheid Som Cg/LEL (=0.05) <= 1 Tb > vlampunt Geen open vuur --> nf: 1 Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC) Stof 1,2-dichlooretheen (cis en trans) Veiligheidsklasse F 1F beperkte ventilatiemogelijkheid Som Cg/LEL (=0.05) <= 1 Tb > vlampunt Geen open vuur --> nf: 1 Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) Geen beperkte ventilatiemogelijkheid Tb > vlampunt Geen open vuur --> nf: 1 Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) beperkte ventilatiemogelijkheid Som Cg/LEL (=0.05) <= 1 Tb > vlampunt Geen open vuur --> nf: :18, 7/10

66 Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) Geen beperkte ventilatiemogelijkheid Tb > vlampunt Geen open vuur --> nf: 1 Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) beperkte ventilatiemogelijkheid Som Cg/LEL (=0.05) <= 1 Tb > vlampunt Geen open vuur --> nf: 1 Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) Stof Trichlooretheen (Tri) Veiligheidsklasse F Geen brandbaarheidsklasse beperkte ventilatiemogelijkheid Som Cg/LEL (=0.05) <= 1 Tb <= vlampunt Geen open vuur, geen veiligheidsklasse --> nf: - Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) Geen beperkte ventilatiemogelijkheid Tb <= vlampunt Geen open vuur, geen veiligheidsklasse --> nf: - Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) beperkte ventilatiemogelijkheid Som Cg/LEL (=0.05) <= 1 Tb <= vlampunt Geen open vuur, geen veiligheidsklasse --> nf: - Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) Geen beperkte ventilatiemogelijkheid Tb <= vlampunt Geen open vuur, geen veiligheidsklasse --> nf: - Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) beperkte ventilatiemogelijkheid Som Cg/LEL (=0.05) <= 1 Tb <= vlampunt Geen open vuur, geen veiligheidsklasse --> nf: - Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) Stof Veiligheidsklasse F beperkte ventilatiemogelijkheid Som Cg/LEL (=0.05) <= 1 Tetrachloorethyleen (Per) Geen brandbaarheidsklasse :18, 8/10

67 Tb <= vlampunt Geen open vuur, geen veiligheidsklasse --> nf: - Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) Geen beperkte ventilatiemogelijkheid Tb <= vlampunt Geen open vuur, geen veiligheidsklasse --> nf: - Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) beperkte ventilatiemogelijkheid Som Cg/LEL (=0.05) <= 1 Tb <= vlampunt Geen open vuur, geen veiligheidsklasse --> nf: - Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) Geen beperkte ventilatiemogelijkheid Tb <= vlampunt Geen open vuur, geen veiligheidsklasse --> nf: - Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) beperkte ventilatiemogelijkheid Som Cg/LEL (=0.05) <= 1 Tb <= vlampunt Geen open vuur, geen veiligheidsklasse --> nf: - Max nf tot nu toe: 1 Veroorzakende stoffen: Vinylchloride (VC), 1,2-dichlooretheen (cis en trans) :18, 9/10

68 Voorwaarden voor gebruik Onderhavig document is gegenereerd door de webapplicatie berekening T & F klasse conform de CROW-Publicatie 132. CROW en degenen die aan deze webapplicatie hebben meegewerkt, hebben de hierin opgenomen gegevens zorgvuldig verzameld naar de laatste stand van wetenschap en techniek. Desondanks kunnen er onjuistheden in deze webapplicatie voorkomen. Gebruikers aanvaarden het risico daarvan. CROW sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze webapplicatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van de gegevens. De inhoud van deze webapplicatie valt onder bescherming van de auteurswet. De auteursrechten berusten bij CROW :18, 10/10

69 Bijlage 5: Kostenraming (losse bijlage)

70 Bijlage 5 Kostenraming variant B2, uitgangspunten als genoemd in het saneringsplan Hoofweg 1278 te Nieuw-Vennep d.d. 1 maart 2016 projectnummer UITVOERING 101 Projectvoorbereiding aantal eenheidsprijstotaal Uitzetten en algemene voorbereiding 1 euro Kosten pilotproef 1 euro Kosten saneringsplan 1 euro Kosten vergunningen 1 euro Kosten bestek 1 euro Selectie aannemer 1 euro Regelen afvoer grond 1 euro Bouwkundige opname + hoogtemeting 1 euro Voorbereiding en tijdelijke voorzieningen Plaatsen saneringsunit, exploiteren en verwijderen 8 week Treffen veiligheidsmaatregelen incl. saneringsdraaiboek 1 euro Installeren en na afloop verwijderen wasplaats/borstelvoorziening 1 euro instandhouden wasplaats 8 week plaatsen/verwijderen keet 1 euro Instandhouden keet 8 week Aansluiting gas, water, elektra 1 euro Toepassen hekwerk circa 6 weken 500 m1w 0, Opruimen werkterrein 1 euro Toepassen depot 1 euro Opruimingswerkzaamheden (incl. afvoeren en verwerken materialen) Opnemen betonplaten 1 euro Verwijderen asfaltverharding (incl. afvoer en verwerking) 140 m Bemaling t.b.v. ontgraving Streng, h.o.h. 2m, haalbuizen 212 m Instandhouden bemaling (<25 m3/uur) 56 dag zuivering 8 week Grondwerken Ontgraven verontreinigde grond (incl. in depot zetten op locatie) m Ontgraven licht verontreinigde grond' (incl. in depot zetten op locatie) m Vrijgekomen grond verwerken in aanvulling (vast m3) m Sterk verontreinigde grond afvoeren naar verwerker ton Stort verontrieinigde baggerspecie 150 m Aanvul bomengrond + substraat leveren 850 m Aanvul klei leveren (erosieklasse 2) m Aanvul grofzand leveren 150 m Aanbregen drain 200 m Grond verdichten m Transport naar reiniger ton Afschermconstructies/damwanden Toepassen ondersteunende constructie oever kinderdagverblijf 1 euro Toepassen houten damwand oever begraafplaats 300 m (Her)inrichtingswerkzaamheden Herstellen terrein 1 euro Overige kleinschalige herstelwerkzaamehden 1 euro Controlesysteem Plaatsen monitoringsysteem minitoring NA 1 euro Monitoring natuurlijke afbraak pluim (2x per jaar) 10 keer Herstellen / onderhouden filters monitoringsysteem 30 jaar Overige Materiaal, aan- en afvoer, onderhoud etc. 1 euro Inrichten/opruimen werkterrein 1 euro Veiligheidskundige aannemer (HBO) 8 dag Uitvoeringskosten 12 week Substraatinjectie inbrengen melasse in drie ronden 1 euro Installatie filters injectie melasse 60 stuk toevoegen nutriënten aan substraat 1 euro Bijkomende kosten Algemene kosten, winst en risico aannemer 15 % Onvoorzien (incl afronding ongeveer 5 %) 1 euro Totaal uitvoeringskosten

71 201 STORT- EN VERWERKINGSKOSTEN Verwerkingskosten reinigbare grond ton Verwerking/hergebruikskosten licht verontreinigde grond 0 ton Onvoorzien (incl. afronding ongeveer 5 %) 1 euro Totaal stort- en verwerkingskosten BIJKOMENDE KOSTEN Directievoering en milieukundige begeleiding 45 dag Analyses ten behoeve van grondsanering 1 euro Evaluatie rapport, incl. tussentijdse rapportage 1 euro Verzekering 1 euro Onvoorzien (incl. afronding ongeveer 5 %) 1 euro Totaal bijkomende kosten Totale kosten sanering (excl. BTW)

72 Kostenraming variant B2, uitgangspunten als genoemd in het saneringsonderzoek Hoofweg 1278 te Nieuw-Vennep. Fallbackscenario II regenwater 1. UITVOERING 101 Voorbereiding en tijdelijke voorzieningen Bijlage Aansluiting gas, water, elektra 1 euro Bemaling Aanbrengen onttrekkingsbron 1 euro Instandhouden bemaling (<25 m3/uur) 28 dag Installatie/verwijderen zuivering 1 euro In stand houden zuivering 30 jaar Overige Materiaal, aan- en afvoer, onderhoud etc. 1 euro Veiligheidskundige aannemer (HBO) 1 dag Uitvoeringskosten 1 euro Bijkomende kosten Algemene kosten, winst en risico aannemer 15 % Onvoorzien (incl afronding ongeveer 5 %) 1 euro Totaal uitvoeringskosten BIJKOMENDE KOSTEN d.d. 1 maart 2016 projectnummer Directievoering en milieukundige begeleiding 3 dag Analyses effluent 1 euro Lozingskosten (uitgaande van 1 m3/u) m3 0, Verzekering 1 euro Onvoorzien (incl. afronding ongeveer 5 %) 1 euro Totaal bijkomende kosten Totale kosten sanering (excl. BTW)

73 Kostenraming variant B2, uitgangspunten als genoemd in het saneringsonderzoek Hoofweg 1278 te Nieuw-Vennep. Fallbackscenario II termperatuuroptimalisatie door middel van stroominjectie 1. UITVOERING 101 Stroominjectie, optimaliseren bodemtemperatuur. Bijlage Installatie elektroden 40 stuk Ernergiekosten stroominjectie m Overige Veiligheidskundige aannemer (HBO) 1 dag Uitvoeringskosten 2 week Bijkomende kosten Algemene kosten, winst en risico aannemer 15 % Onvoorzien (incl afronding ongeveer 5 %) 1 euro Totaal uitvoeringskosten BIJKOMENDE KOSTEN d.d. 1 maart 2016 projectnummer Directievoering en milieukundige begeleiding 10 dag Verzekering 1 euro Onvoorzien (incl. afronding ongeveer 5 %) 1 euro Totaal bijkomende kosten Totale kosten sanering (excl. BTW)

74 1. UITVOERING 101 Voorbereiding aantal eenheidsprijstotaal Bijlage 5 Kostenraming variant B2, uitgangspunten als genoemd in het saneringsonderzoek Hoofweg 1278 te Nieuw-Vennep. Fallbackscenario beluchting zuidelijke sloot Uitzetten en algemene voorbereiding 1 euro Treffen maatregelen Aansluiting gas, water, elektra 1 euro Beluchting sloot Plaatsen bellenbeluchters 10 euro Energiekosten 30 jaar Overige Materiaal, aan- en afvoer, onderhoud etc. 1 euro Veiligheidskundige aannemer (HBO) 1 dag Bijkomende kosten Algemene kosten, winst en risico aannemer 15 % Onvoorzien (incl afronding ongeveer 5 %) 1 euro Totaal uitvoeringskosten BIJKOMENDE KOSTEN d.d. 13 oktober 2015, projectnummer Directievoering en milieukundige begeleiding 4 dag Verzekering 1 euro Onvoorzien (incl. afronding ongeveer 5 %) 1 euro Totaal bijkomende kosten Totale kosten sanering (excl. BTW)

75 TEKENINGEN

76

77

78

79

80 Over Antea Group Van stad tot land, van water tot lucht; de adviseurs en ingenieurs van Antea Group dragen in Nederland sinds jaar en dag bij aan onze leefomgeving. We ontwerpen bruggen en wegen, realiseren woonwijken en waterwerken. Maar we zijn ook betrokken bij thema s zoals milieu, veiligheid, assetmanagement en energie. Onder de naam Oranjewoud groeiden we uit tot een allround en onafhankelijk partner voor bedrijfsleven en overheden. Als Antea Group zetten we deze expertise ook mondiaal in. Door hoogwaardige kennis te combineren met een pragmatische aanpak maken we oplossingen haalbaar én uitvoerbaar. Doelgericht, met oog voor duurzaamheid. Op deze manier anticiperen we op de vragen van vandaag en de oplossingen van de toekomst. Al meer dan 60 jaar. Contactgegevens Monitorweg BK ALMERE Postbus AA ALMERE T. (0513) E. kees.fris@anteagroup.com Copyright 2016 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.