EME 112. Gebruiksaanwijzing

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EME 112. Gebruiksaanwijzing 05.00- 77800389 07.08"

Transcriptie

1 EME Gebruiksaanwijzing H

2 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De informatie is weergegeven in korte, overzichtelijke vorm. De hoofdstukken zijn alfabetisch gerangschikt. Ieder hoofdstuk begint met pagina 1. De pagina-aanduiding wordt gevormd door een hoofdstukletter en paginanummer. Voorbeeld: pagina B 2 is de tweede pagina in hoofdstuk B. Deze handleiding beschrijft verscheidene voertuigvarianten. Let er bij de bediening en de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden op dat u de beschrijving voor het juiste voertuigtype gebruikt. f m A De volgende pictogrammen markeren veiligheidsaanwijzingen en belangrijke uitleg. Staat voor veiligheidsinstructies die u moet opvolgen, om gevaren voor mensen te vermijden. Staat voor instructies die u moet opvolgen, om materiële schade te vermijden. Staat voor aanwijzingen en toelichting. t o Duidt op de standaarduitvoering. Duidt op de optionele uitvoering. Onze apparaten worden continu verder ontwikkeld. Wij vragen om uw begrip voor het feit dat wij een voorbehoud moeten maken voor wijzigingen in vorm, uitrusting en techniek. Uit de inhoud van deze handleiding kunnen op grond hiervan geen claims met betrekking tot bepaalde eigenschappen van het apparaat worden afgeleid. Auteursrecht Het auteursrecht voor deze handleiding blijft in het bezit van JUNGHEINRICH AG. Jungheinrich Aktiengesellschaft Am Stadtrand Hamburg - DUITSLAND Telefoon: +49 (0) 40/ NL

3 0108.NL

4 Inhoudsopgave A B Doelmatig gebruik Beschrijving van het voertuig 1 Beschrijving van gebruik... B 1 2 Bouwelementen- en functiebeschrijving... B Voertuig... B 3 3 Technische gegevens standaard uitrusting... B Gegevens over prestatie van standaard voertuigen... B Afmetingen... B Accu s en motorprestatie... B EN-normen... B Voorwaarden gebruik... B 6 4 Plaatjes... B Typeplaatje, voertuig... B 8 C Transport en eerste ingebruikname 1 Opladen via hijskraan... C 1 2 Eerste ingebruikname... C 1 3 Bewegen van het voertuig zonder eigen aandrijving (noodbedrijf)... C 2 D Accu - onderhoud, opladen, vervangen 1 Veiligheidsbepalingen in de omgang met natte accu s... D 1 2 Batterijtypen... D 1 3 Accu opladen met geïntegreerde acculader... D Batterij laden met 230 VAC... D Batterij laden met 24 VDC (LKW)... D 3 4 Accu vervangen... D 4 5 Ontladingscontrole-LED (ontladingsmeter)...d 5 E Bediening 1 Veiligheidsbepalingen voor de omgang met het bodemtransportvoertuig... E 1 2 Beschrijving van de opgave- en bedieningselementen... E 2 3 Voertuig in bedrijf nemen... E 4 4 Werken met het bodemtransportvoertuig... E Veiligheidsregels tijdens het rijden... E Rijden, besturen, remmen... E Opnemen en neerzetten van lading... E Voertuig beveiligd parkeren... E NL I 1

5 F Instandhouding van het bodemtransportvoertuig 1 Bedrijfsveiligheid en milieubescherming...f 1 2 Veiligheidsvoorschriften voor het instandhouden...f 1 3 Onderhouds-checklijst...F 3 4 Hydraulica-oliestand...F 4 5 Bedrijfsmiddelen...F 4 6 Aanwijzingen voor instandhouding...f Voertuig voor instandhoudingswerkzaamheden voorbereiden...f Frontkap en frontwand verwijderen...f Elektrische stoppen controleren...f Hernieuwde inbedrijfname...f 6 7 Stilleggen van het bodemtransportvoertuig...f Maatregels tijdens de stillegging...f Hernieuwde ingebruikname na stillegging...f 8 8 Veiligheidscontrole naar tijd en buitengewone gebeurtenissen...f 8 9 Definitief buiten bedrijf stellen; afvoeren...f 8 10 Hulp bij storingen en opsporing van fouten...f Hulp bij storingen...f Opsporing van fouten (lichtcodes LED besturingsprintkaartplatine)...f Stroomloopplan...F NL I 2

6 Bijlage Gebruiksaanwijzing JH-tractiebatterij Z Deze gebruiksaanwijzing is alleen voor batterijtypen van het merk Jungheinrich toegestaan. Indien andere merken gebruikt worden moeten de gebruiksaanwijzingen van deze fabrikant nageleefd worden NL 1

7 NL

8 A A Doelmatig gebruik De richtlijn voor het juiste en doelmatige gebruik van bodemtransportvoertuigen (VDMA) wordt met dit toestel meegeleverd. Ze is onderdeel van deze gebruiksaanwijzing en moet in ieder geval worden nagekomen. Nationale bestemmingen blijven onbeperkt geldig. Het bodemtransportvoertuig dat in deze gebruiksaanwijzing is beschreven is bestemd voor het heffen en transporteren van ladingeenheden. Het dient volgens de gegevens in deze gebruiksaanwijzing ingezet, bediend en onderhouden te worden. Ieder ander gebruik is niet doelmatig en kan schade aan personen, materieel of goederen veroorzaken. Bovenal dient een te zware belasting door te zware of eenzijdig opgenomen lading vermeden te worden. Bindend voor de maximaal opneembare lading is het aan het voertuig aangebrachte typeplaatje of ladingdiagram. Het bodemtransportvoertuig mag niet in omgevingen met brand- of ontploffingsgevaar gereden worden en evenmin in omgevingen die corrosie veroorzaken of die sterk stofhoudend zijn. m Verplichtingen voor de exploitant: Exploitant in de hier bedoelde betekenis is iedere natuurlijke of juridische persoon die zelf gebruik maakt van het bodemtransportvoertuig of in diens opdracht deze gebruikt wordt. In speciale gevallen (b.v. leasing, verhuur) is de gebruiker diegene die volgens de bestaande contractuele bestemmingen tussen de eigenaar en de gebruiker van het bodemtransportvoertuig de verplichtingen voornoemd dient uit te voeren. De gebruiker dient ervoor te zorgen dat het bodemtransportvoertuig uitsluitend doelmatig gebruikt wordt en dat alle gevaren voor het leven en de gezondheid van de gebruiker of van derden vermeden worden. Bovendien moet erop gelet worden dat de voorschriften voor het vermijden van ongelukken, verdere arbeidstechnische aanwijzingen evenals de richtlijnen voor gebruik, onderhoud en instandhouding in acht genomen worden. De exploitant dient ervoor in te staan dat alle gebruikers deze gebruiksaanwijzing gelezen en begrepen hebben. Bij veronachtzaming van deze gebruiksaanwijzing vervalt onze garantie. Dit geldt dienovereenkomstig, wanneer zonder toestemming van de servicedienst van de fabrikant door de klant en/of derden ondeugdelijke werkzaamheden aan het product zijn verricht. Het aanbouwen van accessoires: Het aan- of inbouwen van extra installaties, waardoor ingegrepen wordt in de funkties van het bodemtransportvoertuig of die daardoor aangevuld worden, mag uitsluitend ná schriftelijke toestemming door de producent gebeuren. Indien nodig dient een schriftelijke vergunning van de lokale autoriteiten aangevraagd te worden. De vergunning van amtswege is echter geen alternatief voor de schriftelijke toestemming door de producent NL A 1

9 A NL

10 B Beschrijving van het voertuig 1 Beschrijving van gebruik m Het voertuig is bestemd voor het gebruik op effen bodem en voor het transporteren van goederen. Er kunnen pallets met open bodemoplage of rollwagens worden opgenomen. De draagcapaciteit vindt u in het plaatje draagcapaciteit Q max. De EME is voor lichte werkzaamheden geconcipieerd, max. onafgebroken bedrijfstijd 2 uur. Voertuigtypes, draagcapaciteit en motorprestatie: Type Draagcapaciteit Motorprestatie EME 1200 kg 0,3 kw AC 1001.NL B 1

11 2 Bouwelementen- en functiebeschrijving Pos. Benaming 1 t Dissel 2 t Oprij-veiligheidstaster 3 t Rijschakelaar 4 t Batterijlaadstekker 230 VAC (geïntegreerde acculader, 24 V / 6,5 A) 5 t Nood-Stop schakelaar / Schakelaarslot 6 o Aansluiting batterijlader 24 VDC (oplading vanaf truck) 7 t Ontladingscontrole-LED (ontladingsmeter) 8 t Ladingopname 9 t Lastwiel 10 t Frontkap 11 t Frontwand 12 t Aandrijvingswiel t = Standaard uitrusting o = Extra uitrusting 1001.NL B 2

12 2.1 Voertuig Opbouw: De EME is een 3-wielig voertuig met gestuurd aandrijfwiel (12) en twee lastwielen (9). De gemakkelijk te openen kap (10) zorgt voor goede toegankelijkheid van alle aggregaten. De bedieningsorganen zijn in de disselkop ondergebracht. Veiligheidsinrichtingen: Het voertuigframe beschermt de voeten van de gebruiker en bij botsingen met pallets de daarop liggende ladingen. De dissel (1) zorgt voor een veilige afstand met het voertuig. Door haar vorm glijdt deze bij gevaar langs het lichaam van de bestuurder omhoog, het voertuigt remt. Als de dissel (1) wordt losgelaten, wordt ze van een gasdruckveer in de rempositie boven gedrukt. De oprij-veiligheidstaster (2) in de disselkop reageert op aanraking, de rijrichting wordt omgeschakeld, het voertuig rijdt van de gebruiker weg. Via indrukken van de Nood-Stop schakelaar (5) worden alle elektrische functies uitgeschakeld. Bedienings- en opgaveelementen: De bedieningselementen heffen, neerlaten, langzame rit en claxon zijn op de dissel (1) geplaatst. Het voertuig is met een ontladingscontrole-led (ontladingsmeter) (7) uitgerust. Ter bescherming tegen diepe ontlading van de batterij wordt de functie heffen bij 20% restlading uitgeschakeld. Rijaandrijving: De aandrijving is symmetrisch geplaatst. De 0,3 kw-rijmotor drijft via een aandrijving het aandrijvingswiel (12) aan. Door het omschakelen van de rijrichting met de rijschakelaar (3) in de disselkop kan met tegenstroom worden geremd. Besturing: Bestuurd wordt het voertuig met de dissel (1) met een zwaaibereik van 90 naar beide kanten. Reminstallatie: Een veerkrachtrem (bedrijfsrem) werkt direct op de aandrijvingsmotor. Door de dissel (1) in de rembereik boven of beneden te neigen wordt geremd. Hydraulische installatie: De functies heffen, neerlaten worden met de bedieningstasters in de disselkop in werking gesteld. Door de functie heffen in te schakelen, loopt het pompaggregaat aan. De hydraulica-olie wordt uit de olietank naar de cilinder gepompt. De ladingopname (8) begint te heffen. Elektrische installatie: 24-volt-batterij. Een elektronische draaistroombesturing is standaard NL B 3

13 3 Technische gegevens standaard uitrusting A Opsomming van de technische gegevens volgens VDI Onder voorbehoud van technische veranderingen en toevoegingen. 3.1 Gegevens over prestatie van standaard voertuigen Benaming EME Q Nominale draagcapaciteit 1200 kg C Zwaartepuntafstand lading 600 mm Rijsnelheid met/zonder geheven lading 4,2 / 5 km/h Hefsnelheid heffen met/zonder geheven lading 20 / 30 cm/s Hefsnelheid neerlaten met /zonder geheven lading 30 / 20 cm/s 3.2 Afmetingen Benaming * Ast incl. 200 mm veilige afstand Standaard EME Breedte voertuig EME h 3 Heffen 95 ±5 95 ±5 mm h 13 Hoogte (neergelaten stand) mm s Vorkdikte mm y Wielstand, lastgedeelte neergelaten mm l Vorklengte mm l 1 Lengte voertuig mm l 2 Lengte voorbouw mm e Vorkbreedte mm b 1 Breedte voertuig mm b 5 Afstand lastvorken buiten mm b 11 Spoorbreedte lastgedeelte mm m 2 Afstand tot vloer mm Wa Draaistraal mm Ast* Breedte arbeidsgang 1000 x 1200 in de breedte mm Ast* Breedte arbeidsgang 800 x 1200 in de lengte mm 3.3 Accu s en motorprestatie Accu Motorprestatie EME 2 x 12 V / 42 Ah in serie 0,3 kw 1001.NL B 4

14 1264 c l l 2 s m 2 Q 1001.NL h 13 h y l 1 Wa e b 1 b 11 b Ast B 5

15 3.4 EN-normen A A Permanente geluidsdrukpeil: 66 db(a) volgens pren in overeenstemming met ISO4871. De permanente geluidsdrukpeil is een volgens de opgegeven normen berekende gemiddelde waarde en houdt rekening met de geluidsdrukpeil bij het rijden, heffen en tijdens de vrijloop. De geluidsdrukpeil wordt dicht bij het oor van de bestuurder gemeten. Vibratie: 0,30 m/s 2 volgens pren De trillingsacceleratie, welke in de bedieningspositie op zijn lichaam werkt, is volgens de voorgeschreven normen de lineair geïntegreerde gewogen acceleratie in de verticale lijn. De acceleratie wordt bij het rijden over drempels met constante snelheid gemeten. Elektromagnetische verdraagzaamheid (EMV) A De producent bevestigt het aanhouden van de grenswaarden voor elektromagnetische stoorzendingen en stoorbestendigheid evenals de controle van het ontladen van statische elektriciteit volgens pren en ook de daar aangegeven normatieve verwijzingen. Wijzigingen aan de elektrische en elektronische onderdelen en hun groepering mogen alleen met de schrijftelijke toestemming van de producent worden uitgevoerd. 3.5 Voorwaarden gebruik A Omgevingstemperatuur - bij gebruik 0 C tot 40 C Bij voortdurende inzet onder 5 C of in het koelhuis resp. bij extreme temperaturen of verandering van luchtvochtigheidsgehalte is voor heftrucks een speciale uitrusting en toelating vereist NL B 6

16 Xxx Xxxx Xxxx Xxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxx Xxxxx Xxxxx Xxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxx xx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxx X Xx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xx xx Xxxxxxxxxxxxxxxxxx xx 4 Plaatjes Qmax 1200 kg Qmax 2645 lb 13 mv 1,5 V Pos. Benaming 13 Draagcapaciteit Q max 14 Typeplaatje, voertuig 15 Aanslagpunt voor hijsverlading 16 Verbodsbord Niet meerijden 17 Bord Hefpunt krik 17.1 Voertuig-nr. (ingeslagen) 18 Waarschuwingsbord Let op elektronika met lage spanning 1001.NL B 7

17 4.1 Typeplaatje, voertuig Xxx Xxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx Xxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxx kg Xxxxxxxxxxxxxxxxx mm Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx kg Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxx V Xxxxxxxxxxxxxxxxx kw xxxxxxxx kg Xxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxx Pos. Benaming Pos. Benaming 19 Type 26 Aandrijfvermogen in kw 20 Serienr. 27 Klant-nr. 21 Nominale draagcapaciteit in kg 28 Accugewicht min/max in kg 22 Accu: spanning V 29 Leeggewicht zonder batterij in kg ampère-uur Ah 23 Producent 30 Bouwjaar 24 Order-nr. 31 Logo van de producent 25 Zwaartepuntafstand lading in mm A Bij vragen over het voertuig respectievelijk bestellingen aub. het serie-nummer (20) aangeven NL B 8

18 C Transport en eerste ingebruikname 1 Opladen via hijskraan m A Alleen hijstuig met voldoende draagcapaciteit gebruiken (gewicht verlading = eigen gewicht + accugewicht; vgl. typeplaatje voertuig). Voor het op- en afladen van het voertuig met behulp van een kraan zijn aanslagpunten (1) aangebracht. Deze aanslagpunten zijn van kunststofkapjes voorzien, die na het transport weer moeten worden teruggeplaatst. m Voertuig beveiligd parkeren (vgl. hoofstuk E). Het hijstuig aan de aanslagpunt (1) aanslagen. Het hijstuig zo aan de aanslagpunt aanslagen dat het niet kan verschuiven! De aanslagmiddelen van het hijstuig moeten zo worden vastgemaakt dat ze bij het heffen niet in aanraking komen met accessoires. 2 Eerste ingebruikname m Voertuig alleen met aacustroom rijden! Kabelverbindingen met de accu (sleep-kabel) moeten korter dan 6 m zijn. Het voertuig kan nadat het geleverd werd of na een transport als in het volgende beschreven bedrijfsklaar worden gemaakt: A Uitrusting op volledigheid controleren. Indien nodig accu inbouwen, accukabel niet beschadigen. Accu opladen (vgl. hoofdstuk D). Voertuig als voorgeschreven in gebruik nemen (vgl. hoofdstuk E). Na het parkeren van het voertuig is het mogelijk dat de loopvlaktes van de wielen plat worden, maar als het voertuig een korte tijd rijdt zal dit verschijnsel weer verdwijnen NL C 1

19 3 Bewegen van het voertuig zonder eigen aandrijving (noodbedrijf) Om het voertuig in de toestand noodbedrijf te kunnen bewegen, moet de elektromagnetisch in werking gestelde rem worden losgemaakt. m Schroeven (2) losdraaien. Frontwand (3) wegnemen. Bevestigingsschroeven (4) losdraaien tot het voertuig kan worden bewogen (remwerking is opgeheven). Het voertuig kan nu worden bewogen. Na het wegparkeren op de plaats van bestemming dienen de bevestigingsschroeven (4) weer stevig te worden aangehaald. De remwerking is weer ingesteld! NL C 2

20 D Accu - onderhoud, opladen, vervangen 1 Veiligheidsbepalingen in de omgang met natte accu s Vóór alle werkzaamheden aan de accu s moet het voertuig beveiligd geparkeerd worden (vgl. hoofdstuk E). Personeel voor onderhoud: Het opladen, onderhouden en vervangen van accu s mag uitsluitend door hiervoor opgeleid personeel uitgevoerd worden. Deze gebruiksaanwijzing en de aanwijzingen van de producent van de accu en het acculaadstation moeten bij deze werkzaamheden opgevolgd worden. Maatregels voor brandbeveiliging: Bij het omgaan met de accu s mag niet gerookt en geen open vuur gebruikt worden. In de omtrek van het voor opladen geparkeerd voertuig mogen op een afstand van tenminste 2 m geen brandbare stoffen of vonkenvormende bedrijfsmiddelen aanwezig zijn. De ruimte moet geventileerd zijn. Brandwerend materieel moet gereedstaan. Onderhoud van de accu: De celdeksels van de accu moeten droog en schoon gehouden worden. Klemmen en kabelschoentjes moeten schoon, met weinig accupoolvet ingesmeerd en stevig vastgeschroefd zijn. Accu s met niet geisoleerde polen moeten met een niet glijdende isolatiemat afdeckken. m f m f Het uit de weg ruimen van de accu: De accu moet op juiste wijze en volgens de geldende nationale bepalingen voor milieubescherming of de desbetreffende wetten uit te weg worden geruimd. De aanwijzingen van de producent moeten in ieder geval worden nagekomen. Voordat de accukap wordt gesloten, moet worden gecontroleerd dat de accukabel niet kan worden beschadigd. De accu s bevatten opgelost zuur dat vergiftig en bijtend is. Om deze reden moet bij alle werkzaamheden aan de accu s beschermende kleding en oogbescherming gedragen worden. Ieder contact met accuzuur moet vermeden worden. Mochten kleding, huid of ogen desondanks met accuzuur in aanraking gekomen zijn, dienen de getroffen delen onmiddellijk met veel stromend water afgespoeld te worden, bij huidof ogencontact moet bovendien een arts geraadpleegd worden. Uitgestroomd accuzuur moet onmiddellijk geneu-traliseerd worden. Er mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van batterijen met gesloten batterijbak. Het gewicht en de afmetingen van batterijen hebben een aanzienlijke uitwerking op de bedrijfsveiligheid van de truck. De batterij-uitrusting mag uitsluitend met toestemming van de producent uitgewisseld worden. 2 Batterijtypen m Het voertuig is met onderhoudsvrije batterijen uitgerust (zie hoofdstuk B). Bij dit type batterijen mag geen gedestilleerd water worden bijgevuld. De kapjes van de cellen zijn hermetisch gesloten. Door de kapjes te openen raakt de batterij vernield! 1001.NL Het batterijgewichten staat aangegeven op het typeplaatje van de desbetreffende batterij. D 1

21 3 Accu opladen met geïntegreerde acculader 3.1 Batterij laden met 230 VAC De netkabel van de acculader is van buiten toegankelijk. A Netstekker (1) uit de opname (2) van de acculader trekken en in een geschikt netstopcontact (230 V ±10%) steken. De LED (3) geeft door groen knipperen aan, dat het laadtoestel op het net is aangesloten en het opladen actief is. De batterij opladen, tot de groene LED (3) permanent brandt. Stekker (1) uit de contactdoos trekken en in de aansluiting op het voertuig (2) steken. Tijdens het opladen zijn alle elektrische functies onderbroken (elektronische wegrijdblokkering). Het voertuig is buiten bedrijf. m Behoudlading Zodra de groene LED (3) permanent brandt, is de batterij volledig opgeladen. De acculader schakelt op behoudlading om. De behoudlading duurt tot de netstekker uit het netstopcontact wordt getrokken. Teneinde een lange batterijlevensduur te waarborgen, wordt geadviseerd, geregeld, d.w.z om de 1-2 weken een compensatie-oplading uit te voeren. Het laadtoestel moet minimaal 41 uur op het net blijven aangesloten. Netaansluiting Netspanning: 230 V ±10% Netfrequentie: 50 Hz ±4% 1001.NL D 2

22 3.2 Batterij laden met 24 VDC (LKW) A Aansluitstekker van de laadkabel (o) in het 24 VDC contact (4) pluggen. De LED (3) geeft door groen knipperen aan, dat het laadtoestel op het net is aangesloten en het opladen actief is. Batterij opladen, tot de LED (3) permanent groen brandt. Aansluitstekker uit het 24 VDC contact trekken. Tijdens het opladen zijn alle elektrische functies onderbroken (elektronische wegrijdblokkering). Het voertuig is buiten bedrijf. 4 3 Duur opladen De duur van het opladen bedraagt afhankelijk van de toestand van ontlading tot 6 uur. Gedeeltelijke oplading 1001.NL m f De acculader is zo geconstrueerd dat hij zich bij het opladen van gedeeltelijk opgeladen accu s automatisch aanpast. De slijtage van de accu wordt gering gehouden. Rood knipperen van de LED (3) geeft aan, dat de batterij defect of de laadstroomkring onderbroken is. Bij gebruik van het laadtoestel via het truck-boordnet is volledig opladen van de batterij niet altijd mogelijk. Eén keer per week dient een compensatieoplading (netoplading) te worden uitgevoerd. Geschiedt de compensatie-oplading op de truck via de netaansluiting (115 V / 230 V), dient de netaansluiting met een FI-veiligheidsschakelaar te zijn uitgerust! D 3

23 4 Accu vervangen m Schroeven (5) losdraaien, frontkap (6) en frontwand (7) verwijderen. Poolsschroeven losmaken en accukabels van de polen aftrekken. Accukabels zo plaatsen dat ze bij het eruittrekken van de accu niet aan het voertuig blijven hangen. Batterijen (8) aan de handgrepen naar buiten tillen. m De accu wordt in de omgekeerde volgorde weer ingebouwd, daarbij op de juiste inbouwpositie en de juiste aansluiting van de accu letten: rode kabel: + pool 1. accu blauwe kabel: - pool 2. accu Na het opnieuw inbouwen alle kabel- en steekverbindingen op zichtbare beschadigingen controleren NL D 4

24 5 Ontladingscontrole-LED (ontladingsmeter) De ontladingstoestand van de batterij wordt door de LED aangegeven. m A Toestand Kleur Aflezing brandt groen Batterijlading > 30% knippert groen Batterijlading 30-20% knippert rood Batterijlading < 20% Bij gebruik met lichte belading (last < 300 kg), dient de batterij reeds bij groen knipperen van de LED te worden opgeladen. Bij rood knipperen van de LED moeten de batterijen worden opgeladen. Verder gebruikt van het voertuig raakt de batterij beschadigd. Er vindt in dat geval een volledige ontlading plaats, zodat de toegestane minimumspanning wordt onderschreden. Bij het bereiken van 20% restlading (LED knippert rood) wordt het heffen onderbroken NL D 5

25 D NL

26 E Bediening 1 Veiligheidsbepalingen voor de omgang met het bodemtransportvoertuig Toestemming voor rijden: Het bodemtransportvoertuig mag uitsluitend gebruikt worden door personen die opgeleid zijn voor de besturing en de omgang met ladingen en die hun capaciteiten aan de exploitant of diens gemachtigde hebben bewezen en door hem uitdrukkelijk opdracht voor het besturen hebben gekregen. Rechten, plichten en gedragsregels voor de bestuurder: De bestuurder moet ingelicht zijn over zijn rechten en plichten en onderricht in de bediening van het bodemtransportvoertuig en de inhoud van de gebruiksaanwijzing kennen. Aan deze persoon moeten de noodzakelijke rechten overgedragen worden. Bij transportvoertuigen welke van buiten bediend worden, moeten bij de bediening beschermschoenen worden gedragen. Verbod gebruik door onbevoegden: De bestuurder is tijdens de tijd van gebruik voor het bodemtransportvoertuig verantwoordelijk. Hij moet onbevoegden verbieden, met het bodemtransportvoertuig te rijden of in werking te stellen. Er mogen geen personen worden getransporteerd of geheven. Beschadigingen en gebreken: Beschadigingen en andere gebreken aan het bodemtransportvoertuig of het accessoire moeten ogenblikkelijk aan het toeziend personeel meegedeeld worden. Bodemtransportvoertuigen welke niet bedrijfsveilig zijn (bvb. afgesleten banden of defecte remmen) mogen tot ze op juiste wijze gerepareerd werden, niet worden gebruikt. Reparaties: Zonder speciale opleiding en toestemming mag de bestuurder geen reparaties of veranderingen aan het bodemtransportvoertuig uitvoeren. In geen geval mag hij veiligheidsinrichtingen of schakelaars buiten werking stellen of verstellen. f Gevarenzone: Gevarenzone is die zone waarin personen door rij- of hefbewegingen van het bodemtransportvoertuig, het hefgerei (b.v. de ladingvork of accessoires) of het laadgoed in gevaar zijn. Hierbij hoort ook de zone die door neerstortend laadgoed of een neerzinkende/neerstortende arbeidsinstallatie bereikt kan worden. Onbevoegde personen moeten uit de gevarenzone gewezen worden. Bij gevaar voor personen moet op tijd een waarschuwingssignaal gegeven worden. Wanneer onbevoegden ondanks waarschuwing de gevarenzone niet verlaten, moet het bodemtransportvoertuig onmiddellijk tot stilstand gebracht worden. Veiligheidsinstallaties en waarschuwingsborden: De hier beschreven veiligheidsinastallaties, waarschuwingsborden en waarschuwingsaanwijzingen moeten in ieder geval worden nagekomen NL E 1

27 2 Beschrijving van de opgave- en bedieningselementen Pos. Bedienings- resp. opgaveelementen Functie 1 Oprij-veiligheidstaster t Voertuig rijdt van de gebruiker weg. 2 Rijschakelaar t Regelt de rijrichting en de rijsnelheid. 3 Taster - ladingopname heffen t Ladingopname heffen. 4 Taster - ladingopname neerlaten t Ladingopname neerlaten. 5 Taster - claxon t Akoestisch signaal in werking zetten. 6 Toets - Rangeren t Staat de dissel in het bovenste remgebied, kan via indrukken van een toetsschakelaar de remfunctie overbrugd worden en het voertuig met gereduceerde snelheid (rangeren) verplaatst worden. 7 Geintegreerde acculader (incl. veiligheidsschakeling) 8 Schakelaarslot met geïntegreerde Nood-Stop toets 9 Batterijlader-aaansluiting voor 24 V truck-laadkabel (o) 10 Ontladingscontrole-LED (ontladingsmeter) t t o t Opladen van de accu door het insteken van de netstekker in een netstopcontact. Stuurstroom in- en uitschakelen. Door eruittrekken van de sleutel is het voertuig tegen inschakelen door onbevoegden beveiligd. Opladen van de batterij via inpluggen van de 24 V truck-laadkabel. Geeft de laadtoestand van de batterij aan (zie hoofdstuk D). t = Standaard uitrusting o = Extra uitrusting 0301.NL E 2

28 NL E 3

29 3 Voertuig in bedrijf nemen f Voordat het voertuig in bedrijf genomen mag worden, bedient of een lading mag worden geheven, moet de bestuurder controleren, dat zich niemand in de gevarenzone bevindt. Controles en werkzaamheden vóór de dagelijkse inbedrijfname Het hele voertuig (vooral wielen en ladingopname) op beschadigingen controleren. Voertuig inschakelen A Controleren, of de laadstekker (7) is ingeplugd. Sleutel in schakelaarslot (8) steken, ingedrukt tot aan de aanslag naar rechts draaien en vervolgens omhoog trekken. De ontladingscontrole-led (ontladingsmeter) (10) geeft de beschikbare batterijcapaciteit aan. Taster-claxon (5) door drukken op functie controleren. Het voertuig is nu bedrijfsklaar. Dissel op remfunctie controleren (vgl. punt 4.2) NL E 4

30 4 Werken met het bodemtransportvoertuig 4.1 Veiligheidsregels tijdens het rijden Rijwegen en arbeidsgebied: Er mag slechts op wegen gereden worden die aan het openbaar verkeer vrijstaan. Onbevoegde derden moeten het arbeidsgebied mijden. De lading mag uitsluitend op de daarvoor voorziene plaatsen neergelegd worden. Gedrag bij het rijden: De bestuurder moet de rijsnelheid aanpassen aan de lokale gegevens. Hij moet b.v. langzaam rijden in bochten, aan of in nauwe doorgangen, bij het rijden door zwaaideuren, op onoverzichtelijke plekken. Hij moet steeds een veilige remafstand t.o.v. voertuigen vóór zich hebben en het bodemtransportvoertuig steeds onder controle houden. Plotseling stoppen (behalve in geval van gevaar), snel keren, inhalen op gevaarlijke of onoverzichtelijke punten is verboden. Niet uit het bodemtransportvoertuig leunen of grijpen. Zicht bij het rijden: De bestuurder moet in rijrichting kijken en steeds voldoende overzicht over de door hem te berijden weg hebben. Wanneer ladingen getransporteerd worden die het zicht belemmeren, moet het bodemtransportvoertuig met lading achter rijden. Wanneer dit niet mogelijk is, moet een tweede persoon als waarschuwing voor het bodemtransportvoertuig uitgaan. Omhoog- en omlaagrijden van hellingen: Het omhoog- of omlaagrijden van hellingen is slechts dan geoorloofd, als deze gekenmerkt zijn als verkeersweg en schoon en goed berijdbaar zijn en volgens de technische specificaties van het bodemtransportvoertuig veilig kunnen worden bereden. Daarbij moet de lading steeds aan de hoge kant getransporteerd worden. Keren, schuin op- en afrijden en parkeren van het bodemtransportvoertuig aan hellingen is verboden. Hellingen mogen alleen omlaaggereden worden met verminderde snelheid en voortdurende gereedheid tot remmen. Oprijden op lifts of ladingbruggen: Lifts of ladingbruggen mogen alleen bij voldoende draagcapaciteit opgereden worden en wanneer ze door hun bouw geschikt zijn voor oprijden en het oprijden aan de bestuurder toegestaan is. Dit moet voor het oprijden onderzocht worden. Het bodemtransportvoertuig moet met de lading vooraan op de lift gereden worden en een positie innemen die het onmogelijk maakt de schachten aan te raken. Personen die in de lift meerijden mogen deze pas betreden als het bodemtransportvoertuig veilig staat en ze moeten de lift voor het bodemtransportvoertuig verlaten. Eigenschappen van de getransporteerde lading: Alléén ladingen die volgens voorschrift beveiligd zijn mogen getransporteerd worden. Nooit ladingen transporteren die hoger zijn dan de top van de vorkdrager of het beschermhek van de lading. Slepen van aanhangwagens: De voor het bodemtransportvoertuig voorgegeven maximale aanhanglast voor geremde en/of ongeremde aanhangwagens mag niet overschreden worden. De lading van de aanhangwagen dient volgens de voorschriften beveiligd te worden en mag de voor de weg voorgeschreven afmetingen niet overschrijden. Nadat de aanhangwagen is aangekoppeld, moet de bestuurder voordat hij begint te rijden controleren dat de koppeling beveiligd is. Het slepende bodemtransportvoertuig dient zo aangedreven te worden, dat veilig rijden en remmen van het voertuig bij alle rijbewegingen gegarandeerd is NL E 5

31 4.2 Rijden, besturen, remmen f Het meerijden op het voertuig is in geen geval toegestaan. Nood-uit Nood-Stop toets (8) indrukken. Alle elektrische functies worden afgeschakeld. Dwangremming f m Bij het loslaten van de dissel wordt het voertuig automatisch geremd - de dissel beweegt zich automatisch naar het rembereik boven (B). Als zich de dissel langzamer beweegt in de rempositie, moet de oorzaak worden verholpen. Als nodig gasdrukveer vervangen! Rijden Alleen met gesloten en juist vergrendelde kappen rijden. Voertuig in gebruik nemen (vgl. punt 3). De rijsnelheid wordt via de rijschakelaar (2) geregeld. Dissel (11) in rijbereik (F) neigen en rijschakelaar (2) in de gewenste rijrichting (V of R) drukken. Besturen m De dissel (11) naar rechts of links zwaaien. In nauwe bochten bevindt zich de dissel buiten de contouren van het voertuig! 0301.NL E 6

32 f Rangeren Bij gebruik van de toets Rangeren (6) is extra oplettendheid van de bestuurder vereist. Het voertuig kan met verticaal geplaatste dissel worden gereden (b.v. in nauwe ruimten/liften): m Toets Rangeren (6) indrukken. Rijschakelaar (2) in de gewenste rijrichting (V of T) zetten. De bedrijfsrem wordt gelost. Het voertuig rijdt met langzame snelheid. Bij het loslaten van de rijschakelaar (2) koppelt de magneetrem in. Bij gevaar het voertuig via onmiddellijk loslaten van de rijschakelaar (2) of de schakelaar (6) Rangeren remmen. f Remmen 6 2 Het remgedrag van het voertuig is voornamelijk afhankelijk van de hoedanigheid van de bodem. De bestuurder moet daarmee rekening houden als hij rijdt. Het voertuig kan op drie manieren worden geremd: Met de generatorrem (rijschakelaar (2)) Met de tegenstroomrem (rijschakelaar (2)) Met de bedrijfsrem (dissel (11)) Remmen met de generatorrem: Rijschakelaar (2) loslaten. Remmen met de tegenstroomrem: f Tijdens de rit kan de rijschakelaar (2) in tegengestelde richting worden omgeschakeld. Het voertuig wordt door tegenstroom geremd tot de rit in de andere richting begint. In geval van gevaar moet het voertuig met de bedrijfsrem worden geremd. Remmen met de bedrijfsrem: Dissel (11) naar boven of beneden in een van de rembereiken (B) neigen NL E 7

33 m m Omhoogrijden van hellingen De lading moet in richting van de helling worden getransporteerd! De omhoog te rijden helling mag max. 10 m lang zijn: zonder lading: 15% lading 600 kg: 6% lading 1200 kg: 3,5% Steilere hellingen dan aangegeven mogen met het voertuig niet bereden worden. Het vaker achter elkaar omhoogrijden van hellingen mag alleen na langere pauzen worden doorgevoerd. 4.3 Opnemen en neerzetten van lading m Voordat een lading opgenomen wordt, moet de bestuurder controleren dat de lading op juiste wijze in pallets gezet is en de toegestane draagcapaciteit van het voertuig niet overschrijdt. Het dwars opnemen van lading is niet toegestaan. A Voertuig met ladingopname helemaal onder de lading rijden. De snelheid van de functies heffen en neerlaten zijn voorgegeven. Heffen Taster Ladingopname heffen (3) drukken totdat de gewenste hefhoogte bereikt is. Neerlaten Taster Ladingopname neerlaten (4) drukken NL E 8

34 4.4 Voertuig beveiligd parkeren f Het voertuig moet altijd beveiligd geparkeerd worden. Het voertuig niet aan hellingen parkeren. De ladingopname moet altijd volledig neergelaten zijn. Ladingopname volledig neerlaten. Sleutelelement (8) in verticale positie zetten en sleutel uittrekken NL E 9

35 E NL

36 F Instandhouding van het bodemtransportvoertuig 1 Bedrijfsveiligheid en milieubescherming f m De in dit hoofdstuk vermeldde controles en onderhoudswerkzaamheden moeten volgens de periodes op de onderhouds-checklijsten uitgevoerd worden. Iedere verandering aan het bodemtransportvoertuig - in t bijzonder de veiligheidsinrichtingen - is verboden. In geen geval mogen de arbeidssnelheden van het bodemtransportvoertuig veranderd worden. Alleen originele onderdelen worden door ons op qualiteit gecontroleerd. Om een veilig en betrouwbaar gebruik te garanderen, mag uitsluitend van onderdelen van de producent gebruik gemaakt worden. Oude onderdelen en vervangen bedrijfs middelen moeten op juiste wijze volgens de geldende bepalingen voor milieubescherming uit de weg geruimd worden. Voor oliewissel staat de olie-service van de producent u ter beschikking. Na het uitvoeren van controles en onderhoudswerkzaamheden moeten de handelingen uit de afdeling Hernieuwde inbedrijfname uitgevoerd worden (vgl. punt 4.4). 2 Veiligheidsvoorschriften voor het instandhouden Personeel voor de instandhouding: Onderhoud en instandhouding van het bodemtransportvoertuig mag uitsluitend door vakkundig personeel van de producent uitgevoerd worden. De service-organisatie van de producent beschikt over speciaal voor deze taken geschoolde technische krachten in buitendienst. Wij bevelen u daarom het afsluiten van een onderhouds-contract met het desbetreffende steunpunt aan van de producent. Oplichten en opvijzelen: Om het bodemtransportvoertuig op te lichten mogen bevestigingsmiddelen alleen aan de daarvoor bestemde plaatsen vastgemaakt worden. Bij het opvijzelen moet door geschikte hulpmiddelen (keggen, houten blokken) een verglijden of wegzakken uitgesloten worden. Werkzaamheden onder een opgelichte ladingvork mogen uitsluitend uitgevoerd worden als deze door een voldoende sterke ketting vastgehouden is. m Reiniging: De bodemtransportvoertuig mag niet met brandbare vloeistoffen gereinigd worden. Vóór het begin van de reinigingswerkzaamheden moeten alle veiligheidsmaatregelen getroffen worden om vonkvorming (b.v. door kortsluiting) te voorkomen. Bij elektrisch aangedreven bodemtransportvoertuigen moet de accustekker moet het slot getrokken worden. Elektrische en elektronische elementen moeten met zwakke zuig- of druklucht en niet-geleidende, antistatische penselen schoongemaakt worden. Wanneer het bodemtransportvoertuig met water of hoogdruk schoongemaakt wordt, moeten van tevoren alle elektrische en elektronische bouwelementen zorgvuldig toegedekt worden, want vochtigheid kan tot defect gedrag leiden. Schoonmaken met stoomstraal is niet geoorloofd NL Na de reiniging de in de afdeling Hernieuwde inbedrijfname beschreven handelingen uitvoeren. F 1

37 Werkzaamheden aan de elektrische installatie: Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen uitsluitend door elektrotechnisch geschoold personeel uitgevoerd worden. Vóór het begin van de werkzaamheden dienen zij alle maatregels te nemen die nodig zijn om een elektrisch ongeluk te voorkomen. Bovendien moet bij elektrisch aangedreven bodemtransportvoertuigen door het uittrekken van de accustekker uit het stopcontact spanningsvrij gemaakt worden. Laswerkzaamheden: Om schade aan de elektrische of elektronische componenten te voorkomen, moeten deze vóór het uitvoeren van laswerkzaamheden uit het bodemtransportvoertuig genomen worden. Instelwaarden: Bij reparaties evenals bij het vervangen van hydraulische / elektrische / elektronische componenten moeten de bij het specifieke voertuig horende instelwaarden in acht genomen worden. Banden: De qualiteit van de banden heeft invloed op de standveiligheid en het rijgedrag van het bodemtransportvoertuig. Bij vervanging van de op de fabriek gemonteerde banden dienen uitsluitend originele onderdelen van de fabrikant te worden gebruikt, aangezien anders de gegevens van het typeplaatje niet kunnen worden aangehouden. Bij het vervangen van wielen of banden moet erop gelet worden dat het bodemtransportvoertuig niet in een schuine positie komt te staan (d.w.z. wielen vervangen steeds links en rechts gelijktijdig). Hydraulische slangen: Na een gebruiksduur van zes jaren moeten de slangen worden vervangen. Bij het vervangen van hydraulische komponenten moeten de slangen in dit hydraulisch systeem vervangen worden NL F 2

38 3 Onderhouds-checklijst A Om de veiligheid en de levensduur van het voertuig te kunnen garanderen moeten de in de onderhouds-checklijst opgesomde handelingen om de zes maanden worden doorgevoerd. Frame / opbouw: Aandrijving: Wielen: Besturing / reminstallatie: Hefinstallatie: Alle dragende elementen op beschadigingen controleren Schroefverbindingen controleren Aandrijving op geluid en lekkages controleren Op slijtage en beschadiging controleren Legering en bevestiging controleren Wielmoeren op stevig vastzitten controleren, als nodig aantrekken Stuurlagerspeling controleren Functie en instelling controleren Gasdrukveer op terrugstelfunctie, dichtheid en beschadigingen controleren Werking en slijtage controleren Lastgedeelte en kinematische keten op slijtage en beschadiging inspecteren Hydraulische installatie: Functie controleren Hydraulisch aggregaat op lekkage en beschadiging controleren Oliestand controleren Elektrische installatie: Functie controleren Kabels op stevig vastzitten van de aansluitingen en op beschadigingen inspecteren Stoppen op juiste waarde controleren Waarschuwingsinrichtingen en veiligheidsschakelingen op functie controleren Accu-motors: Motorbevestiging controleren Accu s: Aansluitklemmen op stevig vastzitten controleren, met poolschroevenvet invetten Accukabel op beschadigingen controleren, als nodig vervangen A De exploitant moet de onderhoudsintervallen W1 doorvoeren. In de inrijfase - na ca. 100 bedrijfsuren - van het interne transportmiddel, of na een reparatie of revisie moet de exploitant de wielmoeren / wielbouten controleren op vastzitten en er evt. voor zorgen dat deze worden nagetrokken NL F 3

39 4 Hydraulica-oliestand Invulstuk hydraulica-olie A 0,25 l 5 Bedrijfsmiddelen f Het omgaan met bedrijfsmiddelen: Met bedrijfsmiddelen moet altijd juist en volgens de aanwijzingen van de producent worden omgegaan. Het onjuiste omgaan met bedrijfsmiddelen is gevaarlijk voor gezondheid, leven en het milieu. Bedrijfsmiddelen mogen alleen in voorgeschreven bakken worden opgeslagen. Ze kunnen brandbaar zijn, om deze reden niet met hete bouwdelen en open vuur in contact brengen. Bij het opvullen van bedrijfsmiddelen mogen alleen schone bakken worden gebruikt. Het is verboden bedrijfsmiddelen van verschillende kwaliteiten te vermengen. Deze voorschrift is niet van toepassing als het vermengen van bedrijfsmiddelen in deze gebruiksaanwijzing uitdrukkelijk wordt voorgeschreven. Bedrijfsmiddelen niet morsen. Gemorste vloeistof moet onmiddellijk met een geschikt bindmiddel worden verwijderd en het bedrijfsmiddel-bindmiddel-mengsel zoals voorgeschreven uit de weg worden geruimd. Code Benaming Gebruiken voor A H-LP 46, DIN hydraulische installatie 0708.NL F 4

40 6 Aanwijzingen voor instandhouding 6.1 Voertuig voor instandhoudingswerkzaamheden voorbereiden Om ongelukken bij onderhouds- en instandhoudingswerkzaamheden te voorkomen dienen alle noodzakelijke veiligheidsmaatregels genomen te worden. Aan de volgende voorwaarden moet voldaan zijn: f Voertuig beveiligd parkeren (vgl. hoofdstuk E). Nood-Stop toets (1) indrukken. Bij werkzaamheden met geheven ladingvork of opgevijzeld voertuig dienen deze zo beveiligd te worden, dat afzakken, afglijden of wegglijden uitgesloten is. Bij het opvijzelen van het voertuig moeten bovendien de bepalingen van het hoofdstuk Transport en eerste inbedrijfname in acht genomen worden. Bij werkzaamheden aan de vastzetrem moet het voertuig tegen wegrollen worden beveiligd. 6.2 Frontkap en frontwand verwijderen Bevestigingsschroeven (2) losdraaien Frontkap (3) en frontwand (4) voorzichtig verwijderen NL F 5

41 6.3 Elektrische stoppen controleren Voertuig voor instandhoudingswerkzaamheden voorbereiden (vgl. punt 4.1). Frontkap afnemen (vgl. punt 4.2). Alle stoppen volgens de tabel op juiste waarde controleren, als nodig vervangen. X1 X3 5 X4 X5 + U V W - 6 Pos. Benaming Beveiligen van: EME 5 F1 El. zekering 63 A 6 F2 stuurstop 5 A 6.4 Hernieuwde inbedrijfname De hernieuwde inbedrijfname na reiniging of instandhoudingswerkzaamheden mag slechts na uitvoering van de volgende handelingen gebeuren: rem controleren op goed funktioneren. claxon controleren op juist funktioneren NL F 6

42 7 Stilleggen van het bodemtransportvoertuig m A Wordt het bodemtransportvoertuig b.v. om bedrijfsinterne redenen langer dan 6 maanden stilgelegd, mag het uitsluitend opgeslagen worden in een vorstvrije en droge ruimte en de maatregels voor, tijdens en na stillegging dienen zoals beschreven uitgevoerd te worden. Het bodemtransportvoertuig moet tijdens de stillegging zó opgevijzeld worden dat alle wielen van de grond zijn. Slechts zo is gewaarborgd dat de wielen en wiellagers niet beschadigd worden. Accu opladen (vgl. hoofdstuk D). Accu afklemmen, reinigen en de poolschroeven met accupoolvet invetten. Bovendien moeten de aanwijzingen van de producent van de accu opgevolgd te worden. Alle openliggende elektrische contacten afspuiten met een geschikt contactspray. 7.1 Maatregels tijdens de stillegging Om de 6 maanden: m A Accu opladen (vgl. hoofdstuk D). Elektrisch aangedreven bodemtransportvoertuigen: Het regelmatige opladen van de accu is absoluut noodzakelijk, omdat er anders door de automatische ontlading van de accu een onderlading plaatsvindt die door de daarmee verbonden sulfatering de accu vernielt. Bij permanente compensatielading is opladen om de 6 maanden ter voorkoming van volledige ontlading niet vereist NL F 7

43 7.2 Hernieuwde ingebruikname na stillegging f Het bodemtransportvoertuig grondig schoonmaken. Accu reinigen, de poolschroeven met accupoolvet invetten en de accu vastklemmen. Accu opladen (vgl. hoofdstuk D). Hydraulica-olie controleren op condenswater, zonodig vervangen. Het bodemtransportvoertuig in bedrijf nemen (vgl. hoofdstuk E). Ogenblikkelijk na de inbedrijfname verscheidene keren proefremmen. 8 Veiligheidscontrole naar tijd en buitengewone gebeurtenissen A Er moet een veiligheidscontrole volgens de nationale voorschriften worden uitgevoerd. Jungheinrich adviseert een controle volgens FEM-richtlijn Jungheinrich biedt voor deze controles een speciale garantieservice met overeenkomstig opgeleide medewerkers. Een persoon die hier speciaal voor is opgeleid, moet het interne transportmiddel na bijzondere gebeurtenissen of minstens een maal per jaar (nationale voorschriften in acht nemen) controleren. Deze persoon moet zijn beoordeling uitsluitend geven vanuit veiligheidsoogpunt en moet niet zijn beïnvloed door bedrijfskundige of economische omstandigheden. Deze persoon moet bewijzen voldoende kennis en ervaring te hebben om de toestand van een intern transportmiddel en de effectiviteit van de beschermende inrichting volgens de regels van de techniek en de principes voor de controle van interne transportmiddelen te kunnen beoordelen. Daarbij moet hij de technische toestand van het interne transportmiddel ten aanzien van veiligheid volledig controleren. Daarnaast moet hij het interne transportmiddel ook grondig onderzoeken op beschadigingen, die kunnen zijn veroorzaakt door eventueel ondeskundig gebruik. Hij moet een controleprotocol opstellen. Bewaar de resultaten van de controle minstens twee volgende controles. A De exploitant moet ervoor zorgen dat gebreken onmiddellijk worden verholpen. Als optisch bewijs wordt het interne transportmiddel na een geslaagde controle voorzien van een controle-plakplaat. Deze plakplaat geeft weer in welke maand van welk jaar de volgende controle plaatsvindt. 9 Definitief buiten bedrijf stellen; afvoeren A U moet het transportmiddel definitief en vakkundig buiten bedrijf stellen respectievelijk verwijderen volgens de betreffende geldende voorschriften van uw land. Met name moet u de voorschriften voor het verwijderen van de batterij, de verbruiksmaterialen, de elektronica en de elektrische installatie naleven NL F 8

44 10 Hulp bij storingen en opsporing van fouten 10.1 Hulp bij storingen Storing Mogelijke oorzaak Maatregels voor hulp bij storingen Batterij wordt nog geladen 230 V - of 24 V - aansluiting uitpluggen Schakelaarslot in verticale positie Voertuig rijdt niet Lading kan niet worden geheven Lading laat zich niet neerlaten Batterijlading te gering Zekering defect Voertuig is niet bedrijfsklaar Stop defect Taster ladingopname heffen defect Taster ladingopname neerlaten defect Magneetventiel defect Stop defect Sleutel ingedrukt tot aan de aanslag naar rechts draaien en vervolgens omhoog trekken Batterijlading controleren, evt. batterij laden Zekeringen F1 en F2 controleren Alle onder de storing voertuig rijdt niet opgesomde maatregels voor hulp doorvoeren Stop F1 controleren Tasterfunctie volgens werkschakelplan controleren Tasterfunctie volgens werkschakelplan controleren Functie van magneetventiel volgens werkschakelplan controlern Stop F1 controleren A Als de storing niet in orde gebracht kan worden, voertuig stilleggen en contact opnemen met de service-dienst NL F 9

45 10.2 Opsporing van fouten (lichtcodes LED besturingsprintkaartplatine) m Op de besturingsprintkaartplatine bevindt zich een LED (7) voor het opsporen van storingen. Met behulp van dit lichtsignaal is het mogelijk een storing te herkennen. De hier beschreven storingen mogen alleen door vakkundig personeel of servicetechnici worden verholpen. X1 7 X3 X4 X5 + U V W - Oplicht- respectievelijk lichtcodes hebben volgende betekennis: Knippercode 1x 2x 3x Mogelijke oorzaak Fout in de besturing RAM-fout Aandrijving overbelast Vermogenseenheid defect Overtemperatuur in vermogenseenheid Verhelpen van storing Besturing vervangen Overbelasting opheffen Besturing vervangen 4x Batterijspanning te laag Batterij laden 5x Overspanning Fout in besturing 6x Batterij defect Aansluiting niet in orde Vermogenseenheid defect Stuursignalen voor draairichting of snelheden komen in verkeerde volgorde/combinatie Voertuig uitschakelen en laten afkoelen Voertuig uitschakelen en na ca. 5 sec. weer inschakelen. Aansluitingen en batterij inspecteren, evt. vervangen Besturing vervangen Rijschakelaar en bijbehorende aansluitkabel controleren, evt. vervangen 7x Motoraansluiting niet in orde Motoraansluitingen controleren, zo nodig aansluiten 8x Rem defect Rem repareren, evt. vervangen 12x Aanrijdingsbeveiliging (beveiligingsschakelaar Beveiligingsschakelaar loslaten bij inschakelen geactive- Beveiligingsschakelaar vervan- erd of defect) gen 0708.NL F 10

46 10.3 Stroomloopplan X X3 4 8 B 0V A +15V X X Legende stroomloopplann 8 Vermogenseindtrap 17 Terugwaarts 9 Besturing 18 Buikschakelaar 10 Wegrijdblokkering 19 Rangeren 11 Sensor lagers 20 Heffen 12 Disselschakelaar 21 Dalen 13 Strijkrem 22 Daalventiel 14 Setpoint 1 23 Eindschakelaar heffen 15 Setpoint 2 24 Contactor hydr. motor 16 Voorwaarts 0708.NL F 11

47

48 Gebruiksaanwijzing Jungheinrich Tractiebatterij Inhoudsopgave 1 Jungheinrich Tractiebatterij met buisjesplaat EPzS en EPzB Typeplaatje Jungheinrich Tractiebatterij...7 Gebruiksaanwijzing water-bijvulsysteem Aquamatic/BFS III Jungheinrich Tractiebatterij Loodbatterijen met gesloten pantserplaatcellen EPzV en EPzV-BS Typeplaatje Jungheinrich Tractiebatterij NL 1

49 1 Jungheinrich Tractiebatterij met buisjesplaat EPzS en EPzB Nominale waarden 1. Nominale capaciteit C5: zie type plaat 2. Ontlaad eindspanning: 2,0 V x aantal cellen 3. Nominale ontlaadstroom: C5/5h 4. Nominale elektrolyt dichtheid* Type EPzS: 1,29 kg/l Type EPzB: 1,29 kg/l Treinverlichting: zie type plaat 5. Nominale batterij temperatuur: 30 C 6. Nominale Elektrolytniveau: bis Elektrolytstandmarke max. * zal binnen 10 cycli worden bereikt. Gebruiksaanwijzing in acht nemen en in de laadplaats duidelijk zichtbaar ophangen! Werken aan de batterij alleen na instructie door geschoold personeel! Draag tijdens het werken aan een batterij altijd een veiligheidsbril en beschermende kleding! De veiligheidsvoorschriften volgens DIN EN , DIN in acht nehmen! Roken verboden! Open vuur, gloeiende voorwerpen of vonken in de buurt van de batterij voorkomen i.v.m. explosiegevaar! Zuur in ogen of op de huid direct met kraanwater afspoelen. Daarna direct een arts raadplegen. Met zuur verontreinigde kleding met water uitwassen. Explosie- en brandgevaar, kortsluiting vermijden! Elektrolyt bevat zeer bijtend zuur! Batterij nooit omkiepen! Alleen daarvoor bestemde hef- en transport inrichtingen gebruiken. Hijsinrichting volgens VDI Hefhaken mogen geen beschadigingen aan cellen verbinders of kabels veroorzaken. Gevaarlijke elektrische spanning! Let op! Metalen delen van de batterijcellen staan altijd onder spanning, leg daarom nooit gereedschappen of voorwerpen op een batterij! 0506.NL 2

EMC 110/B 10. Gebruiksaanwijzing 06.96- 10003630 07.08

EMC 110/B 10. Gebruiksaanwijzing 06.96- 10003630 07.08 EMC 110/B 10 06.96- Gebruiksaanwijzing H 10003630 07.08 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De informatie is weergegeven

Nadere informatie

ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING

ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING [1] b c g d f e a [2] 0,5 1 2 NL Gebruiksaanwijzing ALCT 6/24-2 VOORWOORD Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van de ANSM ANN lader ALC T 6-24/2. Deze gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl Lees mij eerst! 1Lees deze handleiding zorgvuldig voor de laadbrug te gebruiken. De handleiding omschrijft

Nadere informatie

ELE ac 16/18/20. Gebruiksaanwijzing 08.02- 50249836 04.03. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Set

ELE ac 16/18/20. Gebruiksaanwijzing 08.02- 50249836 04.03. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Set 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Set 0 ELE ac 16/18/20 08.02- Gebruiksaanwijzing H 50249836 04.03 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HNDLEIDING

Nadere informatie

Roetdeeltjesfilter. Handleiding 12.07 - 08.10 DFG 316-320. DFG 316s-320s DFG 425-435 DFG 425s-435s

Roetdeeltjesfilter. Handleiding 12.07 - 08.10 DFG 316-320. DFG 316s-320s DFG 425-435 DFG 425s-435s Roetdeeltjesfilter 12.07 - Handleiding H 51098687 DFG 316-320 08.10 DFG 316s-320s DFG 425-435 DFG 425s-435s Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze

Nadere informatie

Accu en oplader instructies: Eigen bedrijfsgegevens

Accu en oplader instructies: Eigen bedrijfsgegevens Accu en oplader instructies: Eigen bedrijfsgegevens 1. Als u de accu helemaal leeg hebt gereden, zorg er dan voor dat u uw accu kort hierna weer aan de lader zet (binnen enkele uren). 2. Laat de accu nooit

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER :

GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER : GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER : 808.478 Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig voordat u het apparaat in gebruik neemt. Doelmatig gebruik: Gebruik het apparaat alleen

Nadere informatie

Gebruikersinstructies LED display, accu en lader voor handbikes uitgevoerd met elektrische ondersteuning

Gebruikersinstructies LED display, accu en lader voor handbikes uitgevoerd met elektrische ondersteuning Gebruikersinstructies Led Display, accu en lader V2.4 Double Performance BV Antwerpseweg 13/1 2803 PB Gouda Tel: 0182-573833 Gebruikersinstructies LED display, accu en lader voor handbikes uitgevoerd met

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een fiets met elektrische ondersteuning, de E-bike. Uw E-bike zal u door zijn elektrische ondersteuning

Nadere informatie

ROAM Special Cycles B.V. Haarstraat 19b 5324 AM Ammerzoden Tel.nr

ROAM Special Cycles B.V. Haarstraat 19b 5324 AM Ammerzoden Tel.nr ROAM Special Cycles B.V. Haarstraat 19b 5324 AM Ammerzoden Tel.nr. 073-5997042 Accu en oplader instructies: 1. Als u de accu helemaal leeg hebt gereden, zorg er dan voor dat u uw accu kort hierna weer

Nadere informatie

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00 OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DD-ST-150/160-CCS Kruisrails Lees de handleiding beslist voordat u de machine de eerste keer gebruikt. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

Handleiding Gebruiker Aandrijving Quattrocycle

Handleiding Gebruiker Aandrijving Quattrocycle Handleiding Gebruiker Aandrijving Quattrocycle NL N.B.: Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het voertuig in gebruik neemt. Bewaar deze handleiding zorgvuldig. Inhoudsopgave GEBRUIK VOLGENS

Nadere informatie

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Routetrein CX T. Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies. vandetrekkercxt 51048070051 NL - 02/2012

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Routetrein CX T. Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies. vandetrekkercxt 51048070051 NL - 02/2012 Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Routetrein CX T Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies vandetrekkercxt 1050 51048070051 NL - 02/2012 Inhoudsopgave g 1 Voorwoord Informatie over de documentatie...

Nadere informatie

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit STAKA Handleiding elektrische bediening Algemeen Deze handleiding geeft u de juiste instructies voor een correcte aansluiting en een goede bediening van de elektrische bedieningsset van Staka. De installatie

Nadere informatie

N.B.: Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het voertuig in gebruik neemt. Bewaar deze handleiding zorgvuldig.

N.B.: Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het voertuig in gebruik neemt. Bewaar deze handleiding zorgvuldig. N.B.: Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het voertuig in gebruik neemt. Bewaar deze handleiding zorgvuldig. NL Inhoudsopgave GEBRUIK VOLGENS BESTEMMING... 3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN... 3 HOUDT

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor gesloten batterijen met vast elektrolyt (AGM-technologie) voor motorfietsen.

Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor gesloten batterijen met vast elektrolyt (AGM-technologie) voor motorfietsen. Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor gesloten batterijen met vast elektrolyt (AGM-technologie) voor motorfietsen. Let op de aanwijzingen op de batterij, in de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat INLEIDING Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor Rapid 100E. Lees ze eerst grondig door alvorens u het apparaat in gebruik neemt. Deze gebruiksaanwijzing bevat de veiligheidsvoorschriften, de voorschriften

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor batterijen met vloeibaar elektrolyt voor motorfietsen. (zuurpakket meegeleverd)

Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor batterijen met vloeibaar elektrolyt voor motorfietsen. (zuurpakket meegeleverd) Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor batterijen met vloeibaar elektrolyt voor motorfietsen. (zuurpakket meegeleverd) Let op de aanwijzingen op de batterij, in de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

H-TRONIC pendeltreinautomaat

H-TRONIC pendeltreinautomaat G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr. 21 65 24 H-TRONIC pendeltreinautomaat Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen

Nadere informatie

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107 Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

ECE 220. Gebruiksaanwijzing 04.04 - 50435805 03.07

ECE 220. Gebruiksaanwijzing 04.04 - 50435805 03.07 ECE 220 04.04 - Gebruiksaanwijzing H 50435805 03.07 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De informatie is weergegeven

Nadere informatie

Onderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING!

Onderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING! Algemene informatie over onderhoud aan accu's Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING! De accu's bevatten bijtend zuur. De werkzaamheden moeten daarom met de grootste zorg en met geschikte

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

Hoogfrequent batterijladers. PM-24 serie. Handleiding

Hoogfrequent batterijladers. PM-24 serie. Handleiding Hoogfrequent batterijladers PM-24 serie Handleiding Inhoud. 1. Belangrijke veiligheidsinstructies 1.1 Algemeen 1.2 Voorzorgsmaatregelen bij het werken met batterijen 2. Eigenschappen 2.1 Algemene specificatie

Nadere informatie

De elektrische laadlift

De elektrische laadlift Art-Lift De elektrische laadlift 1 Lees deze bedienings- en gebruikshandleiding nauwkeurig door, voordat u de laadlift in gebruik neemt. Neem deze handleiding goed door en zorg ervoor dat u de informatie

Nadere informatie

Weegschaaltruck EL20W-1150-TAZPN. Capaciteit: 2t

Weegschaaltruck EL20W-1150-TAZPN. Capaciteit: 2t NL GEBRUIKSAANWIJZING Weegschaaltruck EL20W-1150-TAZPN Capaciteit: 2t N.B.: Eigenaar en gebruiker moeten deze instructies voor gebruik van de handpallettruck lezen en begrijpen. Inhoudsopgave I. Algemeen

Nadere informatie

Bestnr Module SMD- Servotester

Bestnr Module SMD- Servotester Bestnr. 19 01 51 Module SMD- Servotester Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

Tijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Tijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten,

Nadere informatie

Elektrische kippengrills

Elektrische kippengrills Elektrische kippengrills met afzonderlijk aangedreven, boven elkaar geplaatste spiesen Mod. E-6P 215.035 Mod. E-8P-S2 215.036 Mod. E-12P-S3 215.037 AANWIJZINGEN VOOR INSTALLATIE, BEDIENING EN ONDERHOUD

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks

Nadere informatie

STIHL AK 10, 20, 30. Veiligheidsinstructies

STIHL AK 10, 20, 30. Veiligheidsinstructies { STIHL AK 10, 20, 30 Veiligheidsinstructies Nederlands Inhoudsopgave Vertaling van de originele handleiding 1 Veiligheidsinstructies................................ 1 1.1 Waarschuwingssymbolen...........................

Nadere informatie

Bestnr. 11 01 73. Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging

Bestnr. 11 01 73. Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging Bestnr. 11 01 73 Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke

Nadere informatie

Tuincontactdoos met piket

Tuincontactdoos met piket NL Handleiding GS 2 DE GS 4 DE Belangrijk! Lees deze handleiding en bewaar ze. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding... 29 2 Leveringsomvang... 29 3 Conform gebruik...

Nadere informatie

EPT12-EZ Elektrische transpallet. Gebruikershandleiding

EPT12-EZ Elektrische transpallet. Gebruikershandleiding EPT12-EZ Elektrische transpallet Gebruikershandleiding 1 Bedankt voor uw aankoop van ons product. Deze handleiding legt u uit hoe deze elektrische transpallet te gebruiken en te onderhouden. Elke gebruiker

Nadere informatie

Hoogfrequent batterijladers. KOP serie. Handleiding

Hoogfrequent batterijladers. KOP serie. Handleiding Hoogfrequent batterijladers KOP serie Handleiding Inhoud. 1. Belangrijke veiligheidsinstructies 1.1 Algemeen 1.2 Voorzorgsmaatregelen bij het werken met batterijen 2. Eigenschappen 2.1 Algemene specificatie

Nadere informatie

STIHL AP 100, 200, 300. Veiligheidsinstructies

STIHL AP 100, 200, 300. Veiligheidsinstructies { STIHL AP 100, 200, 300 Veiligheidsinstructies Nederlands Inhoudsopgave Vertaling van de originele handleiding 1 Veiligheidsinstructies................................ 1 1.1 Waarschuwingssymbolen...........................

Nadere informatie

* /1 * /1 * x40

* /1 * /1 * x40 Item: *710.020 1/1 *710.021 2/1 *710.022 60x40 1. Inhoud 1. Instructie waarschuwingen... 2 2. Waarschuwingen voor een veilig en juist gebruik... 2 3. Garantie... 2 4. Installatie... 3 4.1 Technische eigenschappen...

Nadere informatie

F05, F15, F18 230V~AC HOT HOT OFF OFF COLD COLD

F05, F15, F18 230V~AC HOT HOT OFF OFF COLD COLD F05, F15, F18 1 1 2 3 2 3 1 230V~AC 2 3 2 4 12V DC HOT OFF 4 12V 5 DC HOT OFF COLD F15 3 5 COLD F05 3 F05, F15, F18 4 5 1 1 2 230V~AC 12V DC COLD HOT 6 OFF 2 5 3 F18 F18 4 0 6 1 7 1 F18 4 F05, F15, F18

Nadere informatie

Handleiding EPT20-15ET Elektrische transpallet

Handleiding EPT20-15ET Elektrische transpallet Handleiding EPT20-15ET Elektrische transpallet 0 Wij danken u voor de aankoop van ons product. Deze handleiding bevat alle instructies om dit toestel te gebruiken en te onderhouden. De gebruiker van de

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden. NETVOEDINGEN AC-1200 1200.190813 1201EL, 1202EL, 1203EXL, 1205EXL ALGEMENE INFORMATIE Deze netvoedingen zijn alleen bedoeld voor installatie door gekwalificeerde installateurs. Er zijn geen door de gebruiker

Nadere informatie

Batterijdiagnosetoestel voor het testen van alle types 12 V-batterijen.

Batterijdiagnosetoestel voor het testen van alle types 12 V-batterijen. CBT12XS BATTERIJTESTTOESTEL Batterijdiagnosetoestel voor het testen van alle types 12 V-batterijen. TESTVERLOOP / GEBRUIKSAANWIJZINGEN BELANGRIJK: 1. Voor het testen van de prestatie van 12 V-accu s (CCA:

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Gebruiksaanwijzing GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Lees de handleiding goed door vóór gebruik en bewaar hem goed voor later gebruik. Mill HT600 Gebruiksaanwijzing Belangrijke veiligheidsinformatie Wanneer u elektrische

Nadere informatie

Spanningsomvormermodule

Spanningsomvormermodule Bestnr. 19 13 96 Spanningsomvormermodule Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111

Gebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111 Gebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111 Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een fiets met elektische ondersteuning, de E-bike. Uw E-bike zal u meer mogelijkheden

Nadere informatie

1. Batterijpakket Onderdelen. Kabeltas. Batterijtas Laderstekker. Sleutels (2 stuks) Lader. Batterijstekker F B

1. Batterijpakket Onderdelen. Kabeltas. Batterijtas Laderstekker. Sleutels (2 stuks) Lader. Batterijstekker F B HANDLEIDING Inhoud 1. Batterijpakket... 4 1.1. Onderdelen... 4 1.2. Batterijpakket opladen... 5 2. Bediening... 7 2.1. Beveiliging... 7 2.2. Display... 7 2.3. Vullingsgraad... 7 2.4. Trapbekrachtiging...

Nadere informatie

Innovation Protection Conseil

Innovation Protection Conseil Pagina 1 van 7 PULVERISATEUR DORSAL AUTONOME Elektrische autonome rugsproeier met continue druk KENMERKEN : o Het reservoir is uitgerust met een membraanpomp met Viton-afdichting die wordt bediend met

Nadere informatie

2. Geadviseerde omgevingstemperatuur van 0 C tot 50 C.

2. Geadviseerde omgevingstemperatuur van 0 C tot 50 C. BT111 ACCU TESTER BT222 ACCU / LAADSTART / TESTER BEDIENINGSHANDLEIDING BELANGRIJK! 1. Voor het testen van 12 V accu's: SAE : 200~1200 CCA DIN : 110~670 CCA IEC : 130~790 CCA EN : 185~1125 CCA CA(MCA)

Nadere informatie

1. BESCHRIJVING spanningsindicator. voedingsschakelaar. AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen. ventilator 2. VERBINDINGEN

1. BESCHRIJVING spanningsindicator. voedingsschakelaar. AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen. ventilator 2. VERBINDINGEN 1. BESCHRIJVING spanningsindicator voedingsschakelaar AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen ventilator 2. VERBINDINGEN Verbind het rode snoer met de "+" van de batterij (rode aansluiting) en met het

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN START-LINE GEBRUIKERSHANDLEIDING Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen Lees deze eenvoudige instructies. Bij onjuiste installatie vervalt de garantie op dit product.

Nadere informatie

Gebruikers handleiding versie

Gebruikers handleiding versie Gebruikers handleiding versie 280109 Gebruikers handleiding 1. Gebruik Een fiets met VTS ondersteuning rijdt als een gewone fiets, waarbij het VTS systeem zorgt voor een extra ondersteuning die instelbaar

Nadere informatie

VOLTCRAFT Universele laptop Netvoeding SPS2406

VOLTCRAFT Universele laptop Netvoeding SPS2406 Versie 04/04 Bestnr. 51 05 11 VOLTCRAFT Universele laptop Netvoeding SPS2406 Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische

Nadere informatie

Accu voor ZB19Z. Handleiding. (zwembadrobot Pieter)

Accu voor ZB19Z. Handleiding. (zwembadrobot Pieter) Accu voor ZB19Z (zwembadrobot Pieter) Handleiding Lees deze handleiding voordat u de robot gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding zodat u deze later nog kunt raadplegen. Inhoudsopgave 1. Veiligheidswaarschuwing...1

Nadere informatie

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR START-LINE ACC-2300 GEBRUIKERSHANDLEIDING Item 70181 Versie 5.0 Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR Lees deze eenvoudige instructies.

Nadere informatie

Handleiding Electro - visapparaat

Handleiding Electro - visapparaat Handleiding Electro - visapparaat De Fuut Project: 0550 Electro - Visapparaat 350V/100W Type : De Fuut Versie: 1 Datum: 26-3-2010 Fabrikant: AVASTO Populierweg 41a 3421 TX Oudewater tel: 0348-560297 Inhoudsopgave

Nadere informatie

STIHL AK 10, 20, 30. Veiligheidsinstructies

STIHL AK 10, 20, 30. Veiligheidsinstructies { STIHL AK 10, 20, 30 Veiligheidsinstructies Inhoudsopgave Vertaling van de originele handleiding................................ 1 1.1 Waarschuwingssymbolen........................... 1 1.2 Gebruik conform

Nadere informatie

Powerpack. gebruikshandleiding

Powerpack. gebruikshandleiding Powerpack gebruikshandleiding 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding De RMA powerpack is een hulpmiddel voor de begeleiding. Het vergemakkelijkt het duwen van een rolstoel gebruiker. De hulpmotor is niet ontworpen

Nadere informatie

De elektrische laad lift

De elektrische laad lift Art-Lift De elektrische laad lift 1 Lees deze bedienings- en gebruikshandleiding nauwkeurig door, voordat u de laad lift in gebruik neemt. Neem deze handleiding goed door en zorg ervoor dat de informatie

Nadere informatie

1. BESCHRIJVING. "-" aansluiting. power LED. ventilator "+" aansluiting zekering. ON/OFF schakelaar. AC uitgangsstopcontact 2.

1. BESCHRIJVING. - aansluiting. power LED. ventilator + aansluiting zekering. ON/OFF schakelaar. AC uitgangsstopcontact 2. 1. BESCHRIJVING power LED "-" aansluiting ON/OFF schakelaar AC uitgangsstopcontact ventilator "+" aansluiting zekering 2. AANSLUITINGEN Verbind de inverter met de batterij (krokodillenklemmen meegeleverd)

Nadere informatie

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: *688.050 - *688.050 - *688.050. CaterChef 60

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: *688.050 - *688.050 - *688.050. CaterChef 60 Professional Supplies Modelnr.: *688.050 - *688.050 - *688.050 CaterChef 120 CaterChef 60 CaterChef 30 GEBRUIKSAANWIJZING Lees deze instructies aandachtig door alvorens het apparaat te gebruiken. 688050-51-52

Nadere informatie

Voedingsbank 10000 mah

Voedingsbank 10000 mah Voedingsbank 10000 mah Handleiding 31883 I. Inleiding Dit product is een lichtgewicht, stijlvolle en milieuvriendelijke mobiele voedingsbak met een hoge capaciteit voor de meeste draagbare apparaten en

Nadere informatie

1. BESCHRIJVING. power LED. sigarettenplug. ON/OFF schakelaar. ventilator. AC uitgangsstopcontact. zekering 2. AANSLUITINGEN

1. BESCHRIJVING. power LED. sigarettenplug. ON/OFF schakelaar. ventilator. AC uitgangsstopcontact. zekering 2. AANSLUITINGEN 1. BESCHRIJVING power LED sigarettenplug ON/OFF schakelaar AC uitgangsstopcontact zekering ventilator 2. AANSLUITINGEN Sluit de sigarettenplug aan op de sigarettenplughouder van uw wagen en verbind de

Nadere informatie

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing Verkorte gebruiksaanwijzing Fun2Go Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06

Nadere informatie

Elektrische fiets Pedelec

Elektrische fiets Pedelec Versie 06/2010 Bestnr. 86 20 23 Elektrische fiets Pedelec Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand,

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Voertuigverwarmingen Technische documentatie NL GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen EasyStart Select Bedienungsanleitung EasyStart Remote Gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Fold-E Gebruikshandleiding

Fold-E Gebruikshandleiding Gebruikshandleiding Fold-E Gebruiksaanwijzing In deze gebruikershandleiding vindt u alle informatie over de juiste omgang met uw E-bike. Wij raden u daarom aan om deze handleiding zorgvuldig door te lezen.

Nadere informatie

Pure Charge&Go Nx. Handleiding voor audiciens. Hearing Systems

Pure Charge&Go Nx. Handleiding voor audiciens. Hearing Systems Pure Charge&Go Nx Handleiding voor audiciens Hearing Systems Inhoudsopgave Inleiding 3 Voor en na het aanmeten 4 Monteren 4 Activeren 4 Opladen 5 Aansluiten 5 Het serienummer noteren 6 De behuizing vervangen

Nadere informatie

AX-3010H. Multifunctionele schakelende voeding. Gebruiksaanwijzing

AX-3010H. Multifunctionele schakelende voeding. Gebruiksaanwijzing AX-3010H Multifunctionele schakelende voeding Gebruiksaanwijzing Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige plaats, zodat u hem later nog eens in kunt kijken. De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke

Nadere informatie

HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000

HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000 HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000 Waterkracht B.V. Postbus 65 7050 AB Varsseveld Tel. : +31 (0)315 25 81 81 Fax : +31 (0)315 25 81 91 E-Mail : info@waterkracht.nl Internet : www.waterkracht.nl 2 INHOUD:

Nadere informatie

Onderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING!

Onderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING! Algemene informatie over onderhoud aan accu's Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING! De accu's vevatten bijtend zuur. De werkzaamheden moeten daarom met de grootste zorg en met geschikte

Nadere informatie

E-Bike. Gebruikers handleiding versie B2

E-Bike. Gebruikers handleiding versie B2 E-Bike Gebruikers handleiding versie 160609-B2 Gebruikers handleiding 1. Ingebruikname Een Target fiets met elektrische ondersteuning rijdt als een gewone fiets, waarbij het elektrisch systeem zorgt voor

Nadere informatie

A Stoel naar voren klappen. B Controleer of de batterijstekker in het apparaat is gestoken. C Klap de stoel naar achteren.

A Stoel naar voren klappen. B Controleer of de batterijstekker in het apparaat is gestoken. C Klap de stoel naar achteren. QUIKSTRT R/D 00/50 WRSHUWING Dit is slechts een korte handleiding! Lees voor het gebruik of onderhoud van het apparaat de bij het apparaat gevoegde gebruiksaanwijzing. ij niet-naleving van de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding ISOBUS-Basisuitrusting met ISOBUScabinecontactdoos Stand: V1.20150220 30322575-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN

GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN 2 GARANTIE Op het apparaat is 24 maanden garantie vanaf koopdatum. Uitgesloten van garantie zijn: verlichting, schade en gevolgschade ontstaan door een gebrekkig gemonteerde

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen NFC-module nl Montage- en gebruiksaanwijzing NFC-module voor BDC-i440-besturingen Belangrijke informatie voor: de monteur / de elektricien / de gebruiker Aan de betreffende personen doorgeven! De gebruiker

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

Handleiding Electric Street Carver (E.S.C)

Handleiding Electric Street Carver (E.S.C) Handleiding Electric Street Carver (E.S.C) NL fig. A NB.: Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u met de machine gaat werken. Bewaar deze instructies zorgvuldig. Inhoudsopgave GEBRUIK VOLGENS

Nadere informatie

Installatie instructies

Installatie instructies 1 Installatie instructies 04-2016 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 62 24 60 Programmeerbare elektronische tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Accu-Multifunction tool artikelnummer Handleiding

Accu-Multifunction tool artikelnummer Handleiding Accu-Multifunction tool artikelnummer 17810 Handleiding Inhoud Allgemeene veiligheidsinstructie voor elektrisch werktuig Extra veiligheidsinstructie voor de accu-multifunction tool Gebruik volgens bestemming

Nadere informatie

LCD scherm va LCD scherm

LCD scherm va LCD scherm scherm 1. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Inhoud

Gebruikershandleiding Inhoud Gebruikershandleiding Inhoud 1 Overzicht onderdelen...4 2 Display en bediening... 6 2.1 Functies stuurbediening... 6 2.2 Functies display... 7 2.3 Gashendel (Optioneel)... 9 3 atterijpakket en lader...

Nadere informatie

VOLTCRAFT Schakelnetvoeding 5-24V / 5A

VOLTCRAFT Schakelnetvoeding 5-24V / 5A Versie 11/03 Bestnr. 51 05 00 VOLTCRAFT Schakelnetvoeding 5-24V / 5A Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand,

Nadere informatie

Specificaties. WD 2300 Serie. Dubbelheffende stapelaar WD 2300. Serie

Specificaties. WD 2300 Serie. Dubbelheffende stapelaar WD 2300. Serie C Specificaties WD 2300 Serie Dubbelheffende stapelaar WD 2300 Serie C WD 2300 Serie Dubbelheffende stapelaar 4.5 4.22 4.4 4.2 4.6 Q 1.6 4.9 90 1.9 180 4.20 4.19 4.35 4.25 3.7 4.21 1.8 4.34 C WD 2300S

Nadere informatie

Handleiding. Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus

Handleiding. Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus Handleiding Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus Handsealmachine type Standard Plus is specifiek bestemd voor het sluiten van kunststof en aluminium schalen, die worden voorzien van een hitte bestendige

Nadere informatie

Gumax Terrasverwarmer

Gumax Terrasverwarmer Gumax Terrasverwarmer De energiezuinige terrasverwarmer op infraroodbasis zonder rode gloed Handleiding Model PAH-2011-1 3200 watt Lees alle instructies zorgvuldig door alvorens dit apparaat te installeren

Nadere informatie

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding CCS COMBO 2 ADAPTER Handleiding WAARSCHUWINGEN BEWAAR DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES. Dit document bevat belangrijke instructies en waarschuwingen die bij het gebruik van de CSS Combo 2-adapter

Nadere informatie

Auto adapter voor kleine apparaten 120 W

Auto adapter voor kleine apparaten 120 W Versie 02/04 Bestnr. 51 05 10 Auto adapter voor kleine apparaten 120 W Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand,

Nadere informatie

Lees aandachtig deze handleiding vooraleer u uw Strider scooter gebruikt!

Lees aandachtig deze handleiding vooraleer u uw Strider scooter gebruikt! ST4 HANDLEIDING INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. VEILIGHEID 3. BEDIENING 4. ZITPOSITIE 5. RIJDEN 6. BATTERIJEN OPLADEN 7. ONDERHOUD 8. TECHNISCHE GEGEVENS 1. INLEIDING Deze handleiding geldt voor de volgende

Nadere informatie

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11 Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT Condensaat management waarschuwingssysteem ALGEMENE WERKING 03/11 De WARNER-LT is een condensaat management waarschuwingssysteem. Condensaat management speelt

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR A B C * Verlichting: Aan / Uit * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator (spannings-

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EILAND AFZUIGKAPPEN

GEBRUIKSAANWIJZING EILAND AFZUIGKAPPEN GEBRUIKSAANWIJZING EILAND AFZUIGKAPPEN 2 GARANTIE Op het apparaat is 24 maanden garantie vanaf koopdatum. Uitgesloten van garantie zijn: verlichting, schade en gevolgschade ontstaan door een gebrekkig

Nadere informatie

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler Voor de gebruiker Gebruiksaanwijzing allstor Bufferboiler NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Aanwijzingen bij de documentatie... 3 1.1 Aanvullend geldende documenten... 3 1.2 Documenten bewaren... 3 1.3

Nadere informatie

E X T R A C T O R S QS-2115N

E X T R A C T O R S QS-2115N E X T R A C T O R S QS-2115N Extractor QS-2115N 1. Algemene veiligheidsvoorschriften N.B.: Lees de handleiding zorgvuldig door teneinde problemen te voorkomen. Zoals bij alle machines zijn ook aan deze

Nadere informatie

HQ-CHARGER UUR SUPER COMPACTE ACCULADER VOOR AAA/AA ACCU'S

HQ-CHARGER UUR SUPER COMPACTE ACCULADER VOOR AAA/AA ACCU'S NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING HQ-CHARGER51 1-2 UUR SUPER COMPACTE ACCULADER VOOR AAA/AA ACCU'S LEES VÓÓR HET OPLADEN DE INSTRUCTIES Gebruikershandleiding Lees deze handleiding a.u.b. zorgvuldig. Deze handleiding

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Cleanfix SW 50. Stof-/waterzuiger

Gebruiksaanwijzing. Cleanfix SW 50. Stof-/waterzuiger Gebruiksaanwijzing Cleanfix SW 50 Stof-/waterzuiger Cleanfix Benelux B.V. De Scheper 255 5688 HP OIRSCHOT Internet: www.cleanfix.com Telefoon: 0499 55 00 33 www.cleanfix.nl Telefax: 0499 55 00 60 E-mail:

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475 VERWARMING «RED HOT» Ref 93475 GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE VERWARMING - NL OVERZICHT 1. ALGEMENE VEILIGHEID 2. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN 3. GEBRUIK 4. ONDERHOUD 5. TECHNISCHE GEGEVENS LEES, VÓÓR HET GEBRUIK

Nadere informatie

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011 HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011 1.0 Inleiding Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een scorebord optie 7 van Data Display. We hopen dat er veel plezier aan beleefd zal

Nadere informatie