Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3)"

Transcriptie

1 Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3)

2 REGIONALE HOTSPOTS IN RIS3 Analyse van de rol van regionale hotspots in RIS3 strategieën en de mogelijk-heden tot financiering van internationale verbindingen tussen hotspots

3 colofon Opdrachttitel Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) Opdrachtgever Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid Projectteam ERAC Jos van den Broek Hans van der Zwan Datum 18 februari 2014 Documentnummer European and Regional Affairs Consultants B.V. Vughterweg 47a Postbus MA s-hertogenbosch T. +31 (0) F. +31 (0) Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 3

4 Inhoudsopgave één Inleiding Aanleiding Aanpak... 5 twee Regionale hotspots in RIS Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) Sectoren, hotspots, clusters en campussen Rol regionale hotspots per RIS Overzicht hotspots per RIS drie Financieren van verbindingen tussen hotspots Gebiedsgebonden fondsen Thematische fondsen Bijlagen Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 4

5 één Inleiding 1.1 Aanleiding De Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) is gestart met een adviestraject met betrekking tot de rol van regionale hotspots binnen de Nederlandse economie en de wijze waarop Europees, nationaal, regionaal en lokaal beleid deze rol kunnen versterken. De adviesvraag aan de AWT bestaat uit een aantal deelvragen. Een van de onderdelen van dit adviestraject gaat over de rol van regionale hotspots in de slimme specialisatie strategieën van de Nederlandse regio s. Uw vraag aan ERAC betreft een gedeeltelijke beantwoording van twee van deze vragen, te weten: 1. Welke rol spelen (welke) regionale hotspots in de Nederlandse slimme specialisatie strategieën (en op welke wijze is dat dan geoperationaliseerd)? 2. Welke mogelijkheden bieden Europese beleidsinstrumenten en netwerken om Nederlandse hotspots aan te sluiten op buitenlandse hotspots? 1.2 Aanpak Onze aanpak volgt de twee vragen die door u zijn gesteld. Voor de eerste vraag hebben we de vier RIS3 documenten geanalyseerd. Dat is in twee stappen gedaan. Ten eerste hebben we alle regionale hotspots die worden benoemd in de vier RIS3 documenten geïnventariseerd. Naast deze inventarisatie en categorisering van hotspots hebben we de wijze van operationaliseren van deze regionale hotspots in de strategieën geanalyseerd. Deze analyse hebben we per RIS3 gedaan, waarbij we ook het soort beleidsmaatregelen dat wordt voorgesteld beschrijven evenals de rol van verschillende actoren in de RIS3. Tot slot hebben we voor de beantwoording van de eerste vraag ook de overeenkomsten en verschillen tussen de RIS3 strategieën geanalyseerd met betrekking tot de rol van regionale hotspots. De aanpak van deelvraag 1 is verbeeld in figuur 1. Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 5

6 Figuur 1: Visualisatie aanpak vraag 1 De tweede vraag is beantwoord door de relevante Europese programma s na te lopen op mogelijkheden voor de aansluiting van regionale hotspots op buitenlandse hotspots. Hierbij zijn de volgende Europese programma s geanalyseerd: Gebiedsgebonden programma s Thematische programma s EFRO Horizon2020 Interreg ERASMUS+ Creative Europe KIC De gebiedsgebonden fondsen worden per regio specifiek geanalyseerd, voor de thematische fondsen kan een generieke analyse over de vier regio s heen worden gedaan. Aangezien de inhoudelijke en thematische keuzes per RIS3 verschilt, is waar mogelijk regiospecifiek aangegeven waar de mogelijkheden in de thematische fondsen liggen. Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 6

7 twee Regionale Hotspots in RIS3 2.1 Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) RIS3 staat voor Research and Innovation Strategy for Smart Specialisation, oftewel een regionale innovatiestrategie die is gebaseerd op een slimme regionale specialisatie. Met name de term slimme specialisatiestrategie is door de Europese Commissie (EC) geïntroduceerd om regio s in Europa op te roepen hun onderzoeks- en innovatiestrategie zo in te richten dat zij in Europees verband een onderscheidend voordeel kunnen behalen. Anders gezegd: regio s moeten niet elkaar kopiëren, maar op basis van eigen sterkten een positie kiezen en verder uitwerken. Het concept Slimme Specialisatie De oorsprong van het slimme specialisatie concept ligt in het onderzoek naar de verschillen in concurrentiepositie tussen Europa en Noord-Amerika. De belangrijkste geestelijk vader van het concept is Dominique Foray, die samen met collega s binnen een expert groep van de Europese commissie het concept heeft ontwikkeld. Oorspronkelijk was het een sectoraal concept, gericht op de mogelijkheden die de combinatie van ICT met meer traditionele sectoren biedt voor slimme specialisatie. Om het concept toe te passen binnen regionaal beleid en een meer place-based karakter te geven zijn verschillende wetenschappers aan het werk gezet. In deze pogingen om slimme specialisatie te vertalen naar de regio spelen drie begrippen uit de economische geografie een belangrijke rol: embeddedness, relatedness en connectedness: Embeddedness verwijst naar het web van sociale relaties waarmee bedrijven en kennisinstellingen zijn verweven met de regio. Het opgebouwde sociaal kapitaal dat deze relaties vertegenwoordigen is belangrijk en op (middel)lange termijn moeilijk te vervangen. Het is dan ook logisch een strategie gericht op toekomstige groei te baseren op de bestaande sterkten. Relatedness vult hierop aan dat een strategie niet alleen kan zijn gebaseerd op de succesverhalen uit het verleden. Hoewel een scherpe keuze voor enkele clusters nodig is, is tegelijkertijd diversificatie van belang. Deze dient echter binnen of dichtbij de bestaande kennisdomeinen plaats te vinden. Er is groeiende wetenschappelijke overeenstemming dat deze related variety de meest veelbelovende regionale groeistrategie vormt. Juist op de punten waar kennis en kunde overlappen kunnen slimme ontwikkelingen plaatsvinden en kan comparatief voordeel worden gerealiseerd. Connectedness duidt op basering van de keuze voor een sterk ingebedde sector met kansen om gerelateerde diversiteit te creëren op de connectiviteit van de sector. Daarbij gaat het zowel om de verbindingen in de regio, welke de embeddedness weer versterken, als om verbindingen buiten de regio. Verbindingen die fungeren als noodzakelijke pijpleidingen om nieuwe kennis en kunde de regio in te sluizen en om door middel van marktkansen over de hele wereld kennis te valoriseren. Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 7

8 Idealiter wordt in een RIS3 strategie rekening gehouden met deze begrippen. Daarbij zou de strategie zich moeten richten op het geven van een stimulans voor regionale kennis(exploitatie) en het maximaliseren van intra- en interregionale kennis spillovers in regionaal ingebedde clusters. De keuze voor deze internationaal onderscheidende clusters dient te zijn gebaseerd op een gedegen analyse van de regionale krachten én zwaktes, afgestemd op de uitdagingen waar Nederland en Europa de komende decennia voor staan. Om regio s te stimuleren om ook daadwerkelijk een RIS3 op te stellen, heeft de Europese Commissie het hebben van een RIS3 verplicht gesteld voor het verkrijgen van Europese middelen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) ten behoeve van de prioriteit onderzoek en innovatie. Om de regio s daarbij te helpen heeft de commissie een platform ingericht en is er een RIS3 Guide beschikbaar gesteld 1. In deze guide staat ook de methodiek en achtergrond van de RIS3 aanpak verder beschreven. In Nederland worden vier landsdelige EFRO programma s voorbereid: Noord, Oost, Zuid en West. Dat betekent dat er ook vier RIS3 strategieën zijn opgesteld. De landsdelen bestaan uit de volgende provincies: Noord: Groningen, Friesland en Drenthe Oost: Gelderland en Overijssel West: Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland Zuid: Zeeland, Noord-Brabant en Limburg De vier landsdelige RIS3 strategieën hebben de status van definitieve concepten. Dat betekent dat er naar verwachtingen geen substantiële veranderingen zullen plaatsvinden. Maar ze zijn wel onderdeel van de goedkeuring van de EFRO programma s door de Europese Commissie. Zolang die goedkeuring er niet is (verwacht halverwege 2014) is er formeel geen sprake van definitieve documenten. Wij hebben de meest recente versies van de RIS3 strategieën als uitgangspunt genomen voor onze analyse Sectoren, hotspots, clusters en campussen Werkdefinitie De begrippen in de titel van deze paragraaf lopen zowel in wetenschap als beleid nogal eens door elkaar heen. Dat bemoeilijkt de analyse en vergelijkbaarheid van de verschillende initiatieven. Bij de start van deze opdracht is in samenspraak met de AWT ervoor gekozen om de volgende werkdefinitie van een regionale hotspot te hanteren: Een geografische (regionale of lokale) concentratie of verdichting in het internationale netwerk van bedrijven en (een) kennisinstelling(en) rond innovaties op een thema, product/dienst of technologie; Als zodanig benoemd of als cluster, innovatie-ecosysteem of campus; Waaraan in de RIS3 nu of in de toekomst een rol wordt toegekend. Door het analyseren van de RIS3 strategieën is deze werkdefinitie verder geëvolueerd. In alle vier de strategieën zien we een onderverdeling in vier niveaus. Het hoogste niveau is dat van de sector. Drie van de vier de strategieën nemen sectoren als uitgangspunt voor hun 1 Beschikbaar op 2 Zie paragraaf 2.3 voor de gehanteerde versie. Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 8

9 strategie. Dat heeft twee redenen: ten eerste is de filosofie en theorie achter slimme specialisatie gebaseerd op sectorliteratuur. Dat komt ook naar voren in de zogenaamde RIS3 guide van de Europese Commissie waarin staat beschreven waaraan een RIS3 moet voldoen en hoe die kan worden opgesteld. Ten tweede is er het nationale topsectorenbeleid. Hoewel niet alle regio s daar onverdeeld achter staan, voelen zij wel de noodzaak om er bij aan te sluiten. Immers, nationale middelen voor economische stimulering zijn meer dan welkom, zeker in tijden van crisis. Alleen de RIS3 Noord neemt niet sectoren maar maatschappelijke uitdagingen als uitgangspunt. Dat is een wezenlijk verschil, maar zij baseert zich daarbij wel op sterke sectoren in de regio. Het tweede niveau dat we tegenkomen in de RIS3s is dat van het cluster of de hotspot. Veel van de geselecteerde sectoren kennen één of meerdere clusters van bedrijven en/of kennisinstellingen. Als voorbeeld het cluster van bedrijven en kennisinstellingen rondom Eindhoven waar zich kennis en bedrijvigheid concentreert rondom de sector High Tech Systemen en Materialen. Soms ontbreekt dit niveau ook en strekt de geselecteerde sector zich uit over de gehele regio. Het derde niveau zijn de campussen of meer algemeen geformuleerd de fysieke ankerpunten. Het verschil met het niveau van het cluster is dat een cluster meerdere campussen kan omvatten. Zo worden er rond Eindhoven onder meer de High Tech Campus, de TU/e campus en de Automotive Campus onderscheiden. Het laagste niveau is dat van individuele bedrijven en kennisinstellingen. Een bedrijf als Nedcar in Born of Océ in Venlo behoort tot de sector HTSM in de RIS3 Zuid-Nederland maar maakt geen onderdeel uit van het specifieke cluster rondom Eindhoven of een van de campussen daar. In onze analyse zullen we voor de leesbaarheid vanaf hier spreken over drie niveaus: sectoren, hotspots en campussen. Schaalniveau Hiermee raken we ook aan het punt van schaalniveau. Welke hotspots je onderkent hangt af van het schaalniveau dat je als de regio beschouwt. Idealiter ga je uit van zogenoemde functionele regio s, waarbij je de netwerken van bedrijven en kennisinstellingen als uitgangspunt neemt. Daar kan bijvoorbeeld uit blijken dat het cluster rondom Eindhoven zich uitstrekt naar Amsterdam en Venlo, of zelfs Leuven. Het lastige is dat het erg moeilijk is om daar inzicht in te krijgen. Daarbij komt dat beleid wordt gemaakt op basis van administratieve regio s, bestuurders zijn nu eenmaal verantwoordelijk voor een afgebakend geografisch gebied. Dat wil echter niet zeggen dat er meer aandacht zou mogen zijn voor het zoeken naar de verbinding tussen regio s. Voor deze analyse zijn we uitgegaan van de vooraf gegeven afbakening van vier landsdelen in Nederland. Dat is het niveau waarop de RIS3 strategieën zijn opgesteld. Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 9

10 2.3 Rol regionale hotspots per RIS3 De RIS3 strategieën zijn gebonden aan de RIS3 Guide en de voorwaarden die de EC in de verordeningen stelt. Dat betekent dat de strategieën van de vier landsdelen op veel punten overeenstemmen. Toch zien we wel degelijk accenten in de manier waarop wordt omgegaan met regionale hotspots binnen de strategieën. Hieronder beschrijven we kort per RIS3 welke rol regionale hotspots in algemene zin spelen in de betreffende strategie. Dit wordt gevolgd door een analyse van de verschillen en overeenkomsten. RIS3 Noord-Nederland (versie 3 september 2013) De RIS3 Noord-Nederland richt zich niet expliciet op sectoren, clusters of campussen. In de strategie worden maatschappelijke uitdagingen op het gebied van (1) gezondheid, demografie en welzijn, (2) Voedselzekerheid, duurzame landbouw en bio-economie, (3) Zeker, schone en efficiënte energie en (4) Schone, veilige watervoorziening. De keuze voor juist deze uitdagingen is echter wel gebaseerd op een aantal sterke regionale clusters. De RIS3 spreekt met name van clusters en minder over sectoren. De sterke clusters bevinden zich op het gebied van energie, water, agribusiness, healthy ageing en sensoren. Ieder van deze clusters bestaat uit niches van bepaalde sectoren en in het geval van met name healthy ageing en sensoren uit een combinatie van sectoren. Daarnaast worden ook toerisme en chemie genoemd in de RIS3, als sectoren die sterk zijn en passen binnen de RIS3, maar minder prioriteit krijgen. In de RIS3 zelf is geen sprake van een beleid gericht delen van het landsdeel. Er is geen specifiek beleid voor bepaalde campussen uitgestippeld. Als bijlage bij de RIS3 worden in verschillende factsheets de onderscheiden clusters wel nader geanalyseerd, daarbij worden wel campussen en fysieke concentraties benoemd. Healthy Ageing concentreert zich bijvoorbeeld rondom het UMC Groningen en in Leeuwarden is een toenemend aantal bedrijven en kennisinstellingen op de Watercampus gevestigd. Wat echter opvalt is dat de meeste clusters zich fysiek over het gehele noorden uitstrekken. Een belangrijke verklaring daarvoor is de ijle economie waarbij verbindingen binnen het landsdeel een compensatie kunnen zijn voor de beperkte dichtheid en kritische massa. Soort van beleidsmaatregelen De RIS3 van Noord-Nederland bevat weinig specifieke beleidsmaatregelen. Dat heeft twee redenen. Ten eerste is het met name een strategiedocument dat als kader dient voor de uitwerking van Europese Fondsen als EFRO en POP. Ten tweede wordt er momenteel gewerkt aan een uitvoeringsagenda voor de RIS3 waarin zowel de thema s verder worden uitgewerkt als daaraan gekoppelde beleidsmaatregelen. Wel wordt in de RIS3 de cruciale rol van crossovers en living labs benoemd als relevante middelen om te komen tot innovatie op de maatschappelijke uitdagingen. In de uitwerking van het OP EFRO komen deze middelen ook weer terug. Ze worden daarbij niet verplicht gesteld, projecten die op een andere wijze komen tot innovatie komen ook voor medefinanciering in aanmerking, maar worden wel hoogst relevant geacht. Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 10

11 In het concept OP EFRO Noord-Nederland zijn de beleidsmaatregelen al concreter uitgewerkt. Op hoofdlijnen worden daarbij de volgende beleidsmaatregelen voorzien: Versterken van de regionale human capital agenda door middel van het stimuleren van projecten die aansluiting tussen bedrijfsleven en kennis/onderwijsinstellingen verbeteren; Het stimuleren van kennisontwikkeling door, met of in opdracht van het MKB, onder meer door het stimuleren van samenwerkingsprojecten tussen bedrijven en kennisinstellingen; Stimuleren van innovatie en valorisatie in het MKB door middel van de inzet van subsidie en/of revolverende middelen voor valorisatie en innovatietrajecten van bedrijven; Financiering van intermediaire activiteiten, met expliciete uitsluiting van financiering van de basis van intermediaire organisaties. Wel financiering van activiteiten, niet van organisaties. Rol van actoren Het opstellen van de RIS3 is gebeurd onder coördinatie van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). Formeel is dit een samenwerkingsverband van de provincies Drenthe, Groningen en Friesland. Zij vormen ook het Dagelijks Bestuur. De vier grote steden in Noord-Nederland: Leeuwarden, Groningen, Assen en Emmen zijn echter ook vertegenwoordigd in een aantal werkgroepen en bestuurscommissies van het SNN. Ook de kerngroep die de RIS3 heeft begeleid bestond uit vertegenwoordigers van deze provincies en steden. Voor het opstellen van de RIS3 is gesproken met een brede vertegenwoordiging van bedrijven en kennisinstellingen in de regio. Dat is zowel gebeurd middels interviews als door middel van groepsbijeenkomsten en presentaties. In de uitvoering van de RIS3 wordt een belangrijke rol voorzien voor de gehele triple helix. Vandaar dat als uitvloeisel van de RIS3 een RIS3 Taskforce is opgericht met daarin vertegenwoordigers van bedrijven, kennisinstellingen en de overheid om de uitvoeringsagenda van de RIS3 vorm te geven. Voor Noord-Nederland is dit relatief nieuw, er bestaan al wel clusterorganisaties die triple helix zijn georganiseerd, maar op dit schaalniveau was er nog geen sprake van concrete triple helix samenwerking. Governance van de hotspots In Noord-Nederland bestaan voor vijf clusters aparte clusterorganisaties: Water Alliance voor watertechnologie; Energy Valley voor energie; Sensor Universe voor high tech sensor systemen; Healthy Ageing Network Northern Netherlands voor healthy ageing; NOM voor agribusiness. Deze clusters zijn allemaal triple helix georganiseerd, waarbij de nadruk bij de ene organisatie wat meer op het bedrijfsleven ligt dan voor de andere. De clusters zijn thematische/sectoraal ingericht met ieder een focus op Noord-Nederland. Daarbij zijn wel focuspunten te benoemen zoals Leeuwarden voor de Water Alliance, Groningen voor HANNN en Drenthe voor Sensor Universe. Voor de clusters rondom toerisme en chemie bestaan minder strak omlijnde clusterorganisaties. In het geval van chemie wordt wel nagedacht over een aanjaagorganisatie. Daarnaast speelt de NOM als regionale ontwikkelingsorganisatie een rol Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 11

12 in het speelveld rondom de hotspots evenals het SNN als belangrijke subsidieverlener in het gebied. Slimme specialisatiestrategie Oost-Nederland (versie 16 september 2013) Oost-Nederland richt zich in haar eigen woorden op vier sectorale speerpunten: Agro & Food, Health, High Tech Systemen en Materialen (HTSM) en Energie- en Milieutechnologie inclusief biobased economy (EMT). Drie van de vier sectorale speerpunten zijn duidelijk herkenbaar in regionale hotspots. Food Valley rondom Wageningen vormt het hart van de sector Agro & Food met toonaangevende kennisinstellingen en een groot aantal bedrijven in een geografisch beperkt gebied. In de RIS3 worden voor de Health sector drie geografische concentraties benoemd: Health Valley rondom Nijmegen, Health regio Zwolle en het Center for Medical Imaging in Enschede. Binnen de HTSM sector worden vijf campussen onderscheiden in Oost-Nederland: Kennispark Twente, Mercator Science Park, Noviotech Campus, Polymer Science Park en de Thales High Tech Campus. Daarbij is het Kennispark Twente de meest volwassen en grootste campus. De EMT sector kent geen fysieke concentraties van formaat, deze strekt zich uit over het gehele landsdeel. Hoewel het niet expliciet in de strategie wordt benoemd tekenen zich wel drie hotspots af in de strategie: Health rondom Nijmegen, Techniek rondom Twente en Food rondom Wageningen. Dat is ook niet zo vreemd aangezien dit al vele jaren de focuspunten van dit landsdeel zijn. Daarnaast worden enkele opkomende of ondersteunende clusters benoemd in de strategie om zo de hele regio te omvatten, dat past ook bij de rol van dit document als beleidsstuk voor het gehele landsdeel. Soort van beleidsmaatregelen Oost-Nederland is expliciet in de doelstelling van haar slimme specialisatiestrategie. Bedrijven moeten worden ondersteund om ideeën te ontwikkelen naar concepten en concepten door te ontwikkelen naar business cases. Daartoe worden in de strategie een aantal actielijnen benoemd: Het ontwikkelen van adequate financieringsinstrumenten, zoals revolverende fondsen. Het faciliteren van toegang tot kennisinfrastructuur voor het MKB en het financieren van valorisatie. Bijdragen aan innovatie door overheid via launching customership, innovatief aanbesteden, het aanbieden van living labs en het flexibel omgaan met regelgeving. Daarmee wordt de strategie van Oost-Nederland iets specifieker dan de Noord- Nederlandse, maar het blijven beleidsmaatregelen die op hoofdlijnen worden neergezet. In het concept OP EFRO Oost-Nederland zijn de volgende beleidsmaatregelen voorzien: Het stimuleren van clustervorming en netwerken; Het bevorderen van experimentele ontwikkeling van nieuwe producten en diensten. Daarbij wordt alleen inzet van het subsidie instrument voorzien. De provincies willen de EFROgelden niet revolverend inzetten, onder andere omdat Oost-Nederland al een aantal (grote) revolverende fondsen kent. Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 12

13 Rol van actoren De regie voor de RIS3 lag bij de provincies Overijssel en Gelderland met deelname aan werkgroepen door een afvaardiging van de grote steden. Voor het betrekken van de triple helix zijn meerdere discussiebijeenkomsten gehouden, rondetafelgesprekken gevoerd en enkele interviews afgenomen. De uitvoering van de RIS3 blijft primair onder verantwoordelijkheid van de beide provincies. Er zijn geen initiatieven om op de landsdelige schaal een triple helix samenwerking te organiseren. Governance van de hotspots Oost-Nederland kent een aantal duidelijke gremia waarin triple helix wordt samengewerkt rondom een hotspot, de zogenaamde zachte infrastructuur: Food Valley voor agrofood Health Valley voor health Kennispark Twente voor HTSM Stichting kiemt voor energie- en milieutechnologie Kennispoort Zwolle (generiek) Stedendriehoek innoveert (generiek) RIS3 Zuid: De Kunst van het Combineren (versie september 2013) De Zuid-Nederlandse RIS3 is de strategie met de duidelijkste keuze voor een aantal hotspots en een expliciete onderkenning van het belang van campussen voor het regionale innovatie-ecosysteem. Er worden drie internationale topclusters onderscheiden en daarnaast vier nationale topclusters met internationale potentie. De drie internationale topclusters zijn gevormd rondom HTSM, Chemie en Agrofood & Tuinbouw en Uitgangsmaterialen (ATU). HTSM concentreert zich met name rondom Eindhoven, chemie is met name rondom Chemelot en in West-Brabant/Zeeland geconcentreerd en ATU is met name sterk in Oost- Brabant en Noord-Limburg. Binnen deze hotspots worden meerdere campussen onderkend zoals de High Tech Campus en de Chemelot campus in Sittard-Geleen. De clusters van nationaal belang die worden onderscheiden zijn life sciences & health (LSH), biobased, logistiek en maintenance. Voor alle vier deze clusters geldt dat zij een minder duidelijke geografische afbakening kennen als hotspot dan de drie internationale topclusters. LSH kent concentraties rondom Maastricht, met onder meer de Maastricht Health Campus en rondom Oss (Pivot Park) en Boxmeer (Intervet). Logistiek is een sterke sector in het hele landsdeel, met uitschieters rondom Venlo en in West-Brabant/Zeeuws-Vlaanderen. Maintenance is met name in Midden-, en West-Brabant van belang, maar nog relatief klein. Biobased speelt door het hele landsdeel heen een rol, waarbij juist in de combinatie van chemie, agrofood en andere sectoren kansen liggen. De RIS3 Zuid zet zowel in op de een versterking van de internationale topclusters als op het groeipotentieel van de nationale topclusters. Clusters van bedrijven en kennisinstellingen vormen duidelijk de focus van deze RIS3. Soort van beleidsmaatregelen De beleidsmaatregelen worden vooral voorbeeldsgewijs benoemd. Op basis van succesvolle voorbeelden uit het verleden wordt geïllustreerd op welke wijze de RIS3 kan worden omgezet in concreet beleid. Daarbij gaat het om voorbeelden als clusterprojecten, het techniekpact, Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 13

14 samenwerkingsprojecten tussen bedrijven en kennisinstellingen en bedrijfsgerichte innovatieondersteuning. De beleidsmix drijft op de blokken die ook benoemd waren in de Brainport 2020 agenda en bevat de bouwblokken People, Technology, Business, Basics en Governance. Open innovatie en triple helix samenwerking staan daarbij centraal. Er wordt met name ingezet op een versteviging van het reeds ingezette beleid. In het concept OP EFRO Zuid-Nederland zijn de volgende beleidsmaatregelen voorzien: Versterken van het human capital systeem door het ondersteunen van samenwerkingsverbanden, het opzetten van learning labs en het ontwikkelen van e- portfolio s; Versterken en verbreden van het open innovatiesysteem, in het bijzonder de positie van het MKB daarbinnen door middel van het stimuleren van marktgerichte samenwerking tussen MKB, grootbedrijf en kennisinstellingen en het stimuleren van participatie van het MKB in onderzoeksprogramma s; Versterken van het valorisatievermogen van het MKB binnen de topclusters door middel van het versterken van bussiness capaciteiten van het MKB en mogelijk het verstrekken van risicokapitaal na gebleken behoefte. Rol van actoren Om te komen tot de RIS3 zijn diverse werkgroepen ingesteld waarin de drie provincies in Zuid- Nederland, de managementautoriteit voor het EFRO programma en de diverse triple helix netwerkorganisaties uit de regio waren vertegenwoordigd. Zowel bij de totstandkoming als de uitvoering wordt nadrukkelijk samengewerkt met partners uit de triple helix. De triple helix organisaties worden zowel gebruikt voor het uitstippelen van de strategie als voor uitvoeren van programma s en projecten. Governance van de hotspots In Zuid-Nederland wordt gewerkt met een aantal gebiedsgerichte organisaties waarbinnen de focus ligt op meerdere hotspots per organisatie. Brainport Development is gericht op de gehele Zuid-Nederlandse regio. Op deelregio niveau zijn de volgende organisaties actief: Greenport Venlo, gebiedsgericht op regio Venlo met speerpunten tuinbouw, agrofood en logistiek; Midpoint Brabant, gebiedsgericht op Midden-Brabant met speerpunten logistiek, leisure, aerospace & maintenance en zorg; Limburg Economic Development (LED), gericht op Zuid-Limburg met speerpunten chemie & materialen en life sciences & health; Keyport, gebiedsgericht op Midden-Limburg met speerpunten maakindustrie, agri, logistiek, leisure & retail en zorg; AgriFood Capital, gebiedsgericht op Noordoost Brabant, met speerpunten duurzame agrofood keten, gezonde voeding & life sciences, technologie & techniek en biobased & groene energie; Strategic Board Zuidwest Nederland, gebiedsgericht op West-Brabant en Zeeland met speerpunten biobased, logistiek en maintenance. Slimme specialisatiestrategie West-Nederland (versie 23 september 2013) In de slimme specialisatiestrategie van West-Nederland is expliciet aandacht besteed aan het schaalniveau van de strategie. Daarbij wordt gesteld dat West-Nederland een Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 14

15 functionele regio is waarbinnen zich meerdere ecosystemen en ruimtelijke concentraties bevinden. De strategie richt zich echter niet expliciet op deze concentraties, de acties en projecten kunnen in heel West-Nederland plaatshebben binnen de negen door de Rijksoverheid gedefinieerde topsectoren. Het overzicht van concentraties dat in de RIS3 is opgenomen is breed en divers. Er wordt verwezen naar een publicatie van het Planbureau voor de Leefomgeving waarin interessante topsectoren in de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad worden opgesomd. In de RIS3 wordt dit verder niet uitgewerkt. Ook worden er nauwelijks campussen of fysieke concentraties benoemd, op een enkeling in sommige factsheets na. De strategie lijkt daarmee met name expliciet aandacht te besteden aan schaalniveau omdat men zich breed op het ruimtelijk-economisch hoge schaalniveau van het landsdeel richt. Dat is vanuit beleidsoptiek te begrijpen omdat er ook veel verschillende soorten clusters en campussen in het landsdeel gelegen zijn en het een samenwerking betreft tussen vier provincies en de vier grote steden. Soort van beleidsmaatregelen De inzet van beleidsmaatregelen komt zeer summier aan bod in de strategie van West- Nederland. Aan de input kant wil men inzetten op het versterken van de gedeelde kennisinfrastructuur, aan de output kant wordt de inzet gericht op proeftuinen en living labs. In beide gevallen is het doel het versterken van valorisatie van de kennisbasis. In het concept OP EFRO Kansen voor West zijn de volgende beleidsmaatregelen voorzien: Het stimuleren van de ontwikkeling van met name internationaal vermarktbare producten en diensten door middel van het stimuleren van samenwerkingsprojecten tussen MKB en kennisinstellingen, het bevorderen van demonstratiecentra en proeftuinen en het ondersteunen van aanjaagprojecten en clustervorming; De beschikbaarheid van kapitaal voor startende en doorgroeiende MKB ers bevorderen door middel van het toeleiden van MKB naar kapitaal, het financieren van innovatieve activiteiten van MKB, het aanbieden van proof-of-concept financiering (subsidies en revolverend) en het bieden van groeifinanciering (revolverend). Rol van actoren De strategie van West-Nederland is gebaseerd op onderliggende strategieën van de provincies en grote steden. Bij het opstellen van die strategieën is de triple helix nauw betrokken. Aanvullend daarop zijn er een aantal bijeenkomsten in het kader van de slimme specialisatie strategie gehouden om het bedrijfsleven en de kennisinstellingen te betrekken. De uitvoering van de RIS3 strategie is niet duidelijk bij een partij belegd. Ook hier wordt gebruik gemaakt van de al bestaande gremia zoals de drie economic boards in de regio. Waarschijnlijk zal daarnaast de managementautoriteit van het EFRO programma een rol krijgen in de monitoring en evaluatie van de RIS3 strategie. Governance van de hotspots In de RIS3 wordt met name gebouwd op de visies van de Amsterdam Economic Board, Bestuurlijk Platform Zuidvleugel en de Utrecht Economic Board die zich alle drie richten op meerdere clusters en een relatief groot gebied. West-Nederland kent vanzelfsprekend een groter aantal netwerkorganisaties en clusterorganisaties, het voert hier te ver om deze allemaal te benoemen. In de RIS3 komen deze ook niet terug. Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 15

16 Overeenkomsten en verschillen Wanneer we de omgang met regionale hotspots van de strategieën onderling gaan vergelijken vallen een aantal zaken op. Ten eerste valt de rol van sectoren in de strategieën op. Oost en West kiezen expliciet voor een sectorgerichte strategie, terwijl Noord zich richt op maatschappelijke uitdagingen en Zuid inzet op clusters. De RIS3 theorie is een sterk sectoraal geïnspireerde aanpak, vandaar dat het ook niet verbaast dat twee lansdelen sectoren nadrukkelijk als uitgangspunt nemen. Daar komt nog bij dat het Nederlandse innovatiebeleid ook sterk gericht is op (top)sectoren. Noord-Nederland kiest met haar inzet op maatschappelijke uitdagingen met een inclusievere strategie in termen van sectoren, elke sector kan bijdragen aan de maatschappelijke uitdagingen. Terwijl Zuid-Nederland een duidelijke hiërarchie aanbrengt in de clusters die sterk zijn in de regio. Zowel Noord als Zuid sluiten wel degelijk aan op het topsectorenbeleid, maar vanuit een meer regionaal georiënteerde strategie. Het tweede aspect dat opvalt is de rol van campussen. Hier zien we dat Oost en Zuid de meeste aandacht besteden aan verschillende campussen in hun regio. In de strategie van West zijn nauwelijks campussen te bekennen, terwijl ze in de Noordelijke strategie alleen benoemd worden in de factsheet. Geen van de strategieën zet specifiek op een bepaalde campus in of heeft campusontwikkeling als zodanige doelstelling in de strategie benoemd. Ten derde benoemen alle strategieën het belang van crossovers. Daarmee is crossover ook een kreet geworden die verschillende definities heeft gekregen. Het kan gaan om crossovers tussen de verschillende sectoren die worden gekozen. Of juist tussen de geselecteerde clusters of sectoren en ándere sectoren of clusters. Maar crossover wordt ook gebruikt om het belang van extra-regionale verbindingen te benadrukken, zowel grensoverschrijdend als nationaal. Daarmee onderkennen alle vier de strategieën dat interne regionale verbondenheid en versterking gelijk op moet gaan met het versterken van verbindingen buiten de regio. Tot slot zien we dat de RIS3 strategieën alle vier pogen om het midden te vinden tussen sectoraal en regionaal beleid. Het zijn in eerste instantie landsdelige strategieën, veelal gebaseerd op onderliggende regionale strategieën met het topsectorenbeleid als belangrijk kader. Regionale hotspots zijn in alle vier de strategieën herkenbaar, maar wel op andere manieren en met wisselend belang. Maar het is belangrijk daarbij in ogenschouw te nemen dat het sterk politiek gestuurde beleidsvisies zijn en niet per se reflecties van de werkelijkheid. Dat er in de RIS3 van West-Nederland weinig plaats is voor regionale hotspots wil zeker niet zeggen dat er niet een aantal duidelijke hotspots herkenbaar is in deze regio. Dat Noord- Nederland niet kiest voor een beperkt aantal clusters komt ook door een gebrek aan totale massa aan economische activiteit, wat uitsluiten weinig zinvol maakt. Ook het belang dat door de landsdelen of door partijen in het landsdeel aan de RIS3 wordt toegekend verschilt. Voor West- en Oost-Nederland lijkt het met name gedreven door de verplichting van de EC om een RIS3 te hebben om EFRO-middelen te ontvangen. In Zuid-Nederland is het een beperkte uitbreiding van een strategie die er al was (Brainport 2020). Alleen in Noord- Nederland wordt de RIS3 gezien als het centrale kader voor het innovatiebeleid in dit landsdeel. Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 16

17 2.4 Overzicht hotspots per RIS3 Om een goed beeld te krijgen van de verschillende hotspots die in de RIS3 strategieën worden benoemd hebben we alle hotspots die zijn benoemd geïnventariseerd. Vervolgens hebben we de verschillende typen hotspots gecategoriseerd en voor de meest relevante hotspots hebben we een fiche opgesteld waarin de volgende kenmerken per hotspot zijn benoemd: Voor de beschrijving van de hotspots bouwen we zoals afgesproken alleen op de verschillende RIS3 documenten. Dat betekent ten eerste dat we de naamgeving van de hotspots overnemen uit de documenten. Maar ook dat we soms veel informatie hebben over een hotspot en soms wat minder. Ook de manier waarop de omvang en betekenis wordt onderbouwd verschild per hotspot. De fiches zijn geordend naar landsdeel opgenomen in de bijlage (zie pagina 25 en verder). Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 17

18 drie Financieren van verbindingen tussen hotspots In dit derde hoofdstuk wordt met een analyse van de Europese beleidsinstrumenten en netwerken een antwoord gegeven op de tweede vraag. Relevante Europese programma s zijn nagelopen op mogelijkheden voor de aansluiting van regionale hotspots op buitenlandse hotspots. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen gebiedsgebonden structuurfondsen en thematische fondsen. De gebiedsgebonden fondsen (paragraaf 3.1) worden deels generiek en deels per regio specifiek geanalyseerd, voor de thematische fondsen (paragraaf 3.2) kan een generieke analyse over de vier regio s heen worden gedaan. 3.1 Gebiedsgebonden fondsen De Europese Unie (EU) wil structurele welvaartsverschillen binnen en tussen Europese regio s verkleinen waardoor de regio s sterker worden. Daarvoor stelt Brussel financiële middelen beschikbaar, de zogeheten structuurfondsen. Deze subsidies zijn bedoeld om de economie van lidstaten te verbeteren en de economische, sociale en territoriale samenhang binnen de EU te vergroten. De EU kent drie structuurfondsen, waarvan er voor Nederland twee belangrijk zijn: het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en Europees Sociaal Fonds (ESF). Aangezien ESF voor Nederlandse hotspots niet relevant is, wordt in deze paragraaf alleen ingegaan op EFRO en het bijbehorende Interreg-programma EFRO Het EFRO-programma richt zich voornamelijk op het versterken van regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid. De landsdelen Noord, Oost, Zuid en West hebben elk een eigen subsidieprogramma om de regionale economie te verbeteren. De kaders van de vier EFRO programma s zijn min of meer hetzelfde, al verschilt de invulling per landsdeel. Die verschillende beleidsmaatregelen zijn al in hoofdstuk 2 beschreven. Geen van de programma s biedt uitgebreide mogelijkheden tot het financieren van projecten gericht op het verbinden van internationale kennishotspots. De vier Nederlandse EFRO-programma s bieden mogelijkheden voor projecten van de Nederlandse hotspots. Voor het versterken van de regionale clusters en het bevorderen van de regionale samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen zijn middelen beschikbaar. Financiering voor projecten die het programmagebied overschrijden is lastiger, al moet EFRO daarvoor niet worden uitgesloten. Projecten gericht op nationale en internationale samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen kunnen tot op zekere hoogte gefinancierd worden, maar dan geldt wel de voorwaarde dat het voordeel neerslaat in het programmagebied. Daarnaast mogen buitenlandse partners niet met EFRO-middelen worden gefinancierd, maar een verkenning van internationale samenwerkingsmogelijkheden of het organiseren van een uitwisseling binnen een groter project gericht op bijvoorbeeld clustervorming is mogelijk. Voor (inter)nationale samenwerkingsprojecten zijn nationale subsidieregelingen en Europese programma s als Interreg en Horizon 2020 meer vanzelfsprekend. Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 18

19 3.1.2 Interreg Interreg staat voor grensoverschrijdende samenwerking en is een programma uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Interreg heeft als doel om de ontwikkelingsverschillen tussen de Europese regio s te verminderen en de regionale economie te versterken. In dit programma werken overheden, bedrijven en kennisinstellingen uit meerdere landen samen om oplossingen te vinden voor gezamenlijke problemen op het gebied van bijvoorbeeld water, milieu en energie en om kennis en ervaring elkaar te delen. Er zijn drie verschillende soorten Interreg-programma s. Deze zijn gericht op samenwerking: In de grensregio s (Interreg A); Tussen regio s in verschillende landen (Interreg B); Door heel Europa heen, dus niet gebonden aan een bepaald gedeelte van het grondgebied van de EU (Interreg Europa). Onder deze drie soorten programma s hangen diverse Interreg-programma s waar Nederland aan meedoet. Deze programma s zijn momenteel in ontwikkeling. De verwachting is dat de programma s in het najaar van 2014 van start gegaan. De onderliggende informatie is op basis van de beschikbare conceptprogramma s. Samenwerking in de grensregio's (Interreg A) Nederland doet mee aan vier programma s die onder Interreg A vallen, deze worden hieronder beschreven. Interreg VA Duitsland Nederland Dit Europese samenwerkingsprogramma s tussen Duitse en Nederlandse grensregio s kent een omvangrijk programmagebied waarin drie van de vier Nederlandse landsdelen vertegenwoordigd zijn: Noord, Oost en Zuid. Op basis van de huidige stand van zaken zet het OP van dit Interreg-programma in op drie prioriteiten: Verhoging van de grensoverschrijdende economische kracht; Grensoverschrijdende verbetering van het ruimtelijke leefmilieu; Bevordering van de samenwerking tussen burgers en instituties om een coherent grensgebied te creëren waarin de grens geen barrière meer vormt. Voor hotspots gelegen in deze grensregio biedt met name de eerste prioriteit voldoende mogelijkheden om de samenwerking aan te gaan met hotspots in de Duitse grensregio. Door samenwerkingen op te zetten die bijdragen aan de ontwikkeling van synergie tussen bedrijven en hoger onderwijs of de bevordering van onderzoek, innovatie en implementatie op het gebied van koolstofarme technologieën, wordt benadrukt dat deze samenwerking bijdraagt aan het verhogen van de grensoverschrijdende economische kracht. Voor bijvoorbeeld het noordelijke Energie cluster liggen er kansen om met dit programma aansluiting te vinden bij een Duitse energie-hotspot, zoals OLEC. Interreg VA Vlaanderen Nederland Dit Europese samenwerkingsprogramma s tussen Belgische en Nederlandse grensregio s kent een programmagebied waarin alleen landsdeel Zuid-Nederland vertegenwoordigd is. Op basis van de huidige stand van zaken zet het OP van dit Interreg-programma in op vier prioriteiten: Slimme groei (versterking onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie); Duurzame groei energie (ondersteuning overgang naar koolstofarme economie); Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 19

20 Duurzame groei milieu en hulpbronnen (milieubescherming en efficiënt gebruik hulpbronnen); Inclusieve groei (bevordering werkgelegenheid en ondersteuning arbeidsmobiliteit). Voor hotspots gelegen in landsdeel Zuid bieden met name de eerste twee prioriteiten voldoende mogelijkheden om de samenwerking aan te gaan met hotspots aan Belgische zijde van de grens. Door o.a. in te zetten op de bevordering van kenniscentra, stimulering van samenwerking tussen bedrijven en onderwijs of bevordering van onderzoek en innovatie op het gebied van koolstofarme technologieën, kan een eventuele grensoverschrijdende samenwerking succesvol worden gelinkt aan de prioriteiten van het programma. Het zuidelijke Topcluster Biobased kan bijvoorbeeld een samenwerkingstraject initiëren met vergelijkbare hotspots rondom Gent en/of Antwerpen. Interreg VA Euregio Maas-Rijn Euregio Maas-Rijn is een Europees samenwerkingsprogramma tussen gebieden uit Nederland, België en Duitsland. Uit het zuidelijke landsdeel vallen drie COROP-gebieden binnen het programmagebied, namelijk Zuid-Limburg, Midden-Limburg en Zuidoost-Noord- Brabant. Op basis van de huidige stand van zaken zet het OP van dit Interreg-programma in op drie prioriteiten: Innovatie2020 (versterken onderzoek, technologie en innovatie); Economie2020 (bevorderen MKB-concurrentievermogen); Territoriale ontwikkeling2020 (bevorderen sociale cohesie en coöperatie burgers/instellingen). Voor hotspots als het Topcluster HTSM en het Topcluster Life Sciences & Health bieden met name de eerste twee prioriteiten voldoende mogelijkheden om kennissamenwerking met hotspots in de buitenlandse grensregio s te realiseren. Clustervorming met MKB-betrokkenheid of kennisuitwisseling op het gebied van koolstofarme technologieën zijn thema s die kansrijk zijn voor financiering. Interreg VA 2 Zeeën Ook het OP Interreg VA 2 Zeeën is nog in ontwikkeling. In de programmaperiode maakte in Nederland alleen Zeeland deel uit van het programmagebied. Noord-Holland heeft voor de komende programmaperiode een verzoek ingediend om ook toe te treden tot het programmagebied. Over dit verzoek moet nog formeel worden besloten. Naast delen van Nederland, maken regio's van de lidstaten België, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk deel uit van het programmagebied. Op basis van de huidige stand van zaken zet het OP van dit Interreg-programma in op vier prioriteiten: Technologische en sociale innovatie; Koolstofarme technologieën Aanpassing aan klimaatverandering Efficiënte omgang met hulpbronnen Net als bij de vorige programma s liggen er ook hier financieringsmogelijkheden voor aansluiting bij buitenlandse hotspots. Voor de hotspots gelegen in Zeeland (en misschien dus Noord-Holland), zoals het Topcluster Biobased, biedt het kansen om met middelen uit dit programma een samenwerking met buitenlandse hotspots in het programmagebied te realiseren, indien die samenwerking bijdraagt aan één van de vier prioriteiten. Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 20

21 Samenwerking tussen regio s uit meerdere landen (Interreg B) Nederland is aangesloten bij twee programma s die onder Interreg B vallen. Interreg VB Noordzee Regio Dit Europese samenwerkingsprogramma s tussen Nederlandse, Belgische, Deense, Duitse, Noorse, Zweedse en Engelse grensregio s kent een programmagebied waarin alle Nederlandse landsdelen zijn vertegenwoordigd. Het Nederlandse programmagebied beslaat de provincies Zeeland, Zuid-Holland, Noord-Holland, Flevoland, Friesland, Groningen en Overijssel. Het OP van dit Interreg-programma zet in op drie prioriteiten: Groeidenken (innovatie en kenniseconomie; met focus op triple helix samenwerking); Hernieuwbare regio (duurzame producten/diensten en efficiënte omgang met materialen en grondstoffen); Groene mobiliteit (planning en ontwikkeling van logistiek en duurzame mobiliteit). Vanwege het omvangrijke programmagebied biedt dit programma kansen voor Nederlandse hotspots. Om in aanmerking te komen voor financiering dienen de hotspots samen te werken met minimaal één partner uit een andere lidstaat. De hotspots zullen moeten kijken welke relevante buitenlandse hotspots ook binnen dit programmagebied vallen, waarna gekeken kan worden of aansluiting mogelijk is binnen één van de prioriteiten. Interreg VB Noordwest Europa Dit Interreg-programma omvat net als Interreg VB Noordzee Regio een omvangrijk programmagebied. Van de vier Nederlandse landsdelen maakt alleen landsdeel Noord- Nederland geen deel uit van het programmagebied. Naast de Nederlandse gebieden maken ook regio s van de lidstaten België, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Luxemburg en Verenigd Koninkrijk deel uit van het programmagebied, alsmede uit Zwitserland. Het OP van Interreg VB Noordwest Europa focust op drie prioriteiten: Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie; Ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken; Bescherming van leefomgeving en stimuleren efficiënt gebruik van grondstoffen en materiaal. Vanwege het omvangrijke programmagebied biedt dit OP veel samenwerkingskansen. Om in aanmerking te komen voor financiering dienen de hotspots samen te werken met partners uit minimaal twee andere lidstaten. De hotspots zullen moeten kijken welke relevante buitenlandse hotspots ook binnen dit programmagebied vallen. Vervolgens kan gekeken worden naar het vormen van een consortium dat qua thematiek raakt aan één van de gekozen prioriteiten. Niet gebonden interregionale samenwerking (Interreg Europa) Het doel van het programma Interreg Europa is het bevorderen van interregionale samenwerking door middel van het opstellen van gezamenlijke best practices of ervaringsuitwisseling tussen de best scorende regio's en de ontwikkelende regio's om zo de regionale ontwikkeling te versterken. Het OP is nog in ontwikkeling, over de uitwerking is nog weinig bekend. Naar verwachting hebben de projecten weer nagenoeg hetzelfde doel als in de vorige programmaperiode, namelijk het verbeteren van het regionaal beleid voor innovatie, kenniseconomie, milieu en, in mindere mate, natuurbescherming. Voor Nederlandse hotspots biedt het programma financiële middelen om ervaring te delen met minder ontwikkelde Europese hotspots. Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 21

22 3.2 Thematische fondsen Horizon 2020 Horizon 2020 is het Europese financieringsprogramma voor onderzoek en innovatie. Horizon 2020 biedt mogelijkheden om als regionale hotspot aansluiting te vinden met buitenlandse hotspots. Het programma werkt met calls gericht op het bevorderen van private investeringen in R&D en het vinden van oplossingen voor grote maatschappelijke vraagstukken als gezondheid, voedsel en transport. Onder meer overheden, kennisinstellingen, innoverende industriële bedrijven en MKB ers met groeiplannen kunnen inschrijven op deze calls. Als voorwaarde geldt dat samenwerking met minimaal drie verschillende partners uit drie verschillende lidstaten verplicht is. Deze voorwaarde zorgt ervoor dat (partijen uit) de Nederlandse hotspots samen moeten werken met partners uit andere Europese hotspots om vraagstukken op te lossen en te innoveren. Bedrijven of consortia vinden op deze manier aansluiting bij een interessant en waardevol internationaal netwerk en doen nieuwe kennis en expertise op. Deze kennis kan vervolgens gedeeld worden met de regionale partners. Het bevorderen van samenwerking tussen internationale hotspots is dus geen prioriteit binnen het Horizon 2020 programma. Echter, met dit instrument stimuleert de EC wel degelijk de internationale samenwerking tussen innovatieve bedrijven, ketens en/of sectoren. Dat betekent dat het voor hotspots een interessant programma is om op thematische en (inter)sectorale basis samen te werken. Plan van aanpak: eerste fase Zet als hotspot losse ideeën om in concrete projectideeën: schrijf een project A4; Oriënteren: bekijk de Wegwijzer Horizon 2020 van RVO en check of projectideeën verenigbaar zijn met calls uit één van de Horizon 2020 werkprogramma. Tot nu toe zijn alleen de calls voor de periode bekend. De calls vanaf 2016 worden later gepubliceerd; Beoordeel de interessante calls op de Horizon 2020 website op scope en impact; Ga vervolgens op zoek naar vergelijkbare hotspots in binnen- en buitenland om partners te vinden waarmee een consortium kan worden samengesteld. Het deelnemen aan internationale netwerken (bijv. EIP AHA in het geval van Life Sciences) kan deze zoektocht vergemakkelijken; Streef als consortium naar hoge mate van innovativiteit, impact, uitrolmogelijkheden, betrokkenheid MKB, impact en blijvende effecten; Ga tijdig aan de slag met het proces van cofinanciering, intern (bij de afzonderlijke partners) en extern (eventuele nationale cofinanciering); Bepaal in vroegtijdig stadium de rolverdeling: wat is de rol van de verschillende actoren? Wees flexibel als het aankomt op bijstelling van oorspronkelijk projectidee: gemeenschappelijke probleemstelling leidt tot een gemeenschappelijke aanpak. Meer informatie over Horizon 2020: Regionale Hotspots in Slimme Specialisatie Strategieën (RIS3) 22

innovatiebevordering RIS3 MKB OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland overheden living labs koolstofarme economie cross-overs design

innovatiebevordering RIS3 MKB OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland overheden living labs koolstofarme economie cross-overs design OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland BIObased logistiek maintenance hightech systems agrofood overheden RIS3 innovatiebevordering duurzaamheid schone energie welzijn samenwerking gezondheid

Nadere informatie

Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020. SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt

Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020. SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020 SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt Noordelijke specialisatie in beeld Samengestelde behoeften Samengestelde oplossingen Achtertuin als proeftuin/

Nadere informatie

Mogelijkheden MKB in EFRO en INTERREG

Mogelijkheden MKB in EFRO en INTERREG Mogelijkheden MKB in EFRO en INTERREG www.food-future.eu Innovatie steun voor MKB in food sector in D en NL Yvette Lammers EZ Coördinatieteam Structuurfondsen EFRO EFRO: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Nadere informatie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) stimuleert Europa de regionale

Nadere informatie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) stimuleert Europa de regionale

Nadere informatie

Subsidies in de regio

Subsidies in de regio Subsidies in de regio Noord Nederland Subsidies in de regio -- Noord-Nederland Om bepaalde regio s binnen Nederland direct of indirect te versterken zijn er verschillende regionale, nationale en Europese

Nadere informatie

Europa wil slim, duurzaam en inclusief

Europa wil slim, duurzaam en inclusief Europa wil slim, duurzaam en inclusief Noord-Nederland bereidt zich intensief voor op de Europese programma s in de periode 2014 2020. Het SNN biedt u met dit bericht inzicht in voortgang en verwachtingen.

Nadere informatie

Inhoud presentatie Cohesiebeleid 2014-2020 Situatie 2007-2013 Uitdaging 2014-2020 EU2020

Inhoud presentatie Cohesiebeleid 2014-2020 Situatie 2007-2013 Uitdaging 2014-2020 EU2020 OP EFRO OOST-NEDERLAND 2014-2020PRESENTATIE KENNISPARK, 23 APRIL 2014 JOLANDA VROLIJK, PROGRAMMAMANAGER EFRO OP EFRO Oost-Nederland 2014-2020 Inhoud presentatie 1. Inleiding Europese Fondsen: cohesie beleid

Nadere informatie

Europese subsidies voor de Sociale Economie

Europese subsidies voor de Sociale Economie Europese subsidies voor de Sociale Economie Kader en functioneren van Europese subsidies Hoe werken EU subsidies? 1 EU BELEIDSKADER BEPALEND VOOR DE INHOUD SUBSIDIEPROGRAMMA S (1) Europa 2020 doelstellingen

Nadere informatie

OP Zuid. Programmaperiode 2014-2020

OP Zuid. Programmaperiode 2014-2020 OP Zuid Programmaperiode 2014-2020 1 Europees kader Europees Programma 2014-2020 Cohesiebeleid EFRO OP -zuid 2 Programmagebied 3 Vertrekpunten voor het nieuwe programma Houtskoolschets OP-Zuid Schatgraven

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren als een regio

Nadere informatie

1-5-2015. 1. Programma OP Oost - Prioriteiten - Resultaat- en 0utputindicatoren - Selectie. 2. Instrumenten. 3. Budget en planning. 4.

1-5-2015. 1. Programma OP Oost - Prioriteiten - Resultaat- en 0utputindicatoren - Selectie. 2. Instrumenten. 3. Budget en planning. 4. 22 april 2015 Bastiaan de Jonge 1. Programma OP Oost - Prioriteiten - Resultaat- en 0utputindicatoren - Selectie 2. Instrumenten 3. Budget en planning 4. Tips Aan deze presentatie kunnen geen rechten worden

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Inzet op innovatie en een koolstofarme economie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Inzet op innovatie en een koolstofarme economie Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie oktober 2014 In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren

Nadere informatie

EU subsidies voor KRW opgaven

EU subsidies voor KRW opgaven EU subsidies voor KRW opgaven Themabijeenkomst op 26 november 2015 Govert Kamperman en Wimjan van der Heijden Waar staan we bij stil Kerndoelstellingen Europa Europa 2020-strategie EU subsidies, waar begint

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie oktober 2014 In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren

Nadere informatie

Inleiding RIS3 en OPZuid

Inleiding RIS3 en OPZuid Inleiding RIS3 en OPZuid Inhoud RIS3 OPZuid 2014-2020 Toekomst structuurfondsen Call Systeemversterking Human Capital (1B3) Regionale Innovatie Strategie voor Slimme Specialisatie (RIS3) OPZuid 2014-2020

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 21 501-08 Milieuraad Nr. 525 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering. Berry Roelofs Principal Consultant

Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering. Berry Roelofs Principal Consultant Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering Berry Roelofs Principal Consultant Utrecht, 17 december 2015 Goede uitgangssituatie, maar Nederland doet het goed 16 e economie van

Nadere informatie

Europese programma s in Nederland

Europese programma s in Nederland Het cohesiebeleid van de Europese Commissie Europese programma s 2014-2020 in Nederland Vincent Ketelaars ERAC B.V. 28 mei 2013 Neth-ER 01 Inhoud van presentatie Indeling 01 Inhoud van presentatie 02 Introductie

Nadere informatie

Aan de Statenleden van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe. Groningen 30 juni 2015 Behandeld door bestuurszaken SNN Telefoonnummer 050 5224942

Aan de Statenleden van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe. Groningen 30 juni 2015 Behandeld door bestuurszaken SNN Telefoonnummer 050 5224942 Aan de Statenleden van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe Groningen 30 juni 2015 Behandeld door bestuurszaken SNN Telefoonnummer 050 5224942 E-mail bestuur@snn.eu Briefnummer UP-15-15096 Bijlage

Nadere informatie

OP EFRO Noord-Nederland

OP EFRO Noord-Nederland OP EFRO Noord-Nederland Toelichting concept programma versie 23 mei 2013 OP EFRO Noord-Nederland 3 1. OP EFRO: Voorbereiding & planning Het Operationeel Programma voor de inzet van EFRO 1 middelen in

Nadere informatie

Wat is INTERREG?

Wat is INTERREG? Wat is INTERREG? www.vrom.nl 0 INTERREG is een Europese subsidieregeling, waarbinnen partijen uit meerdere landen samenwerken in projecten op het terrein van de ruimtelijke en regionale ontwikkeling. Projecten

Nadere informatie

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB High Tech Systems & Materials Life Sciences & Health Agro-Food Logistiek BEDRIJVEN Water Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB Creatieve Industrie Energie Meer geld en betere dienstverlening

Nadere informatie

EFRO 2014 2020. Ed Meijerink

EFRO 2014 2020. Ed Meijerink EFRO 2014 2020 Ed Meijerink EFRO 2014-2020: waar staan we? OP EFRO RIS3 Noord-Nederland (4 maatschappelijke opgaven, living lab, geïntegreerde projecten) Focus op inzet MKB Innovatie Koolstofarm Beschikbare

Nadere informatie

Interreg Vlaanderen-Nederland. Projectmogelijkheden onder Interreg V

Interreg Vlaanderen-Nederland. Projectmogelijkheden onder Interreg V Interreg Vlaanderen-Nederland Projectmogelijkheden onder Interreg V 2014-2020 EU 2020-strategie De EU 2020-strategie: Inhoudelijke richting voor de Europese fondsen 2014 2020 Meer inhoudelijke focus in

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Eindverslag EFRO-programma GO 2007-2013 Portefeuillehouder: M. Scheffer Kerntaak/plandoel: Economie Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale

Nadere informatie

Nota inzake Economic Development Board

Nota inzake Economic Development Board Nota inzake Economic Development Board Inleiding De economische ontwikkeling van Noord-Limburg krijgt een grote impuls met de campusontwikkeling, maar daarmee zijn niet alle economische uitdagingen deze

Nadere informatie

Noord-Nederland en OP EFRO

Noord-Nederland en OP EFRO N o o r d - N e d e r l a n d Noord-Nederland en OP EFRO versterking van de noordelijke economie O P E F R O De afgelopen jaren heeft Noord-Nederland hard gewerkt aan de versterking van haar sociaal economische

Nadere informatie

ZUIDOOST-NEDERLAND: DÉ EUROPESE OPEN INNOVATIEREGIO

ZUIDOOST-NEDERLAND: DÉ EUROPESE OPEN INNOVATIEREGIO ZUIDOOST-NEDERLAND: DÉ EUROPESE OPEN INNOVATIEREGIO TOP ECONOMY, SMART SOCIETY 2- Zuidoost-Nederland: dé Europese open innovatieregio AIRPORT AIRPORT SEAPORT BRAINPORT NETWORK -3 4 - OVER BRAINPORT NETWORK

Nadere informatie

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland MEMO/08/76 Brussel, 7 februari 2008 Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland 1. Operationeel programma voor

Nadere informatie

Openbaar bestuur in regionale ecosystemen voor ondernemerschap

Openbaar bestuur in regionale ecosystemen voor ondernemerschap Openbaar bestuur in regionale ecosystemen voor ondernemerschap G32 BESTUURLIJKE NETWERKDAG 2 Ecosysteem voor ondernemerschap 3 Onderzoeksvraag Hoofdvraag: Wat is de rol van het openbaar bestuur in regionale

Nadere informatie

Notitie Europese Structuurfondsen

Notitie Europese Structuurfondsen Notitie Europese Structuurfondsen Centraal onderwerp / vraag: Op welke wijze kan de sector/topteam Creatieve Industrie meesturen op inzet EFRObudgetten (en de rijkscofinanciering daarbinnen)? Structuurfondsen:

Nadere informatie

Europese Territoriale Samenwerking: INTERREG-programma s 2014-2020

Europese Territoriale Samenwerking: INTERREG-programma s 2014-2020 Europese Territoriale Samenwerking: INTERREG-programma s 2014-2020 1 INTERREG Wat is INTERREG? INTERREG-programma s zijn subsidieprogramma s die sinds 1990 de samenwerking stimuleren tussen regio s uit

Nadere informatie

Interreg V 2 zeeën Vlaanderen Nederland Grensoverschrijdend samenwerken voor groei

Interreg V 2 zeeën Vlaanderen Nederland Grensoverschrijdend samenwerken voor groei Interreg V 2 zeeën Vlaanderen Nederland 2014 2020 Grensoverschrijdend samenwerken voor groei Algemene informatie - Officiële lancering: 20 en 21 november in Rijsel; - 256 miljoen euro EFRO steun; - Samenwerkingsprojecten

Nadere informatie

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland en de Provincie Gelderland 22 maart 2016 Overwegende dat: De provincie Gelderland veel waarde hecht aan de aanwezigheid van onderwijs/kennisinstellingen in haar Provincie. Uiteraard in hun functie van

Nadere informatie

Europa 2014-2020 voor gemeenten en provincies

Europa 2014-2020 voor gemeenten en provincies Europa 2014-2020 voor gemeenten en provincies Vincent Ketelaars ERAC B.V. Binnenlands Bestuur Europa-debat Houten, 21 november 2013 Inhoud van presentatie Indeling 1 Uw ervaringen in eerdere projecten?

Nadere informatie

WEBINAR 9 oktober Kennismaking INTERREG voor nieuwkomers INTERREG >> Duurzaam, Agrarisch, Innovatief en Internationaal ondernemen

WEBINAR 9 oktober Kennismaking INTERREG voor nieuwkomers INTERREG >> Duurzaam, Agrarisch, Innovatief en Internationaal ondernemen WEBINAR 9 oktober 2015 Kennismaking INTERREG voor nieuwkomers INTERREG 2014-2020 >> Duurzaam, Agrarisch, Innovatief en Internationaal ondernemen Introductie amenwerking ver de grens > Gé Huismans > Lidwien

Nadere informatie

Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020

Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020 Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020 Martin Bakker, november 2013 Samenvatting Het nieuwe kaderprogramma voor onderzoek & innovatie van de Europese Unie, Horizon 2020, geeft een breed scala

Nadere informatie

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) Kansen voor West (KvW) II

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) Kansen voor West (KvW) II Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) Kansen voor West (KvW) II Carolien Huisman Mmv Martijn Onderstal, Laura Vis 1 mei Kansen voor West II: Kaders Innovatie Valorisatie: Het stimuleren van

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 mei 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Peter Bellens Telefoon: 03 240 52 40 Agenda nr. 10/1 Europa. Beheers- en uitvoeringsovereenkomst Samenwerkingsprogramma

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Europese subsidie voor MKB-ers met slimme en duurzame ideeën. Tom Verhoef

Europese subsidie voor MKB-ers met slimme en duurzame ideeën. Tom Verhoef Europese subsidie voor MKB-ers met slimme en duurzame ideeën Tom Verhoef www.op-oost.eu slimme, duurzame & inclusieve groei slimme groei: R&D-investeringen naar 3% BBP groene groei uitstoot broeikasgassen

Nadere informatie

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 EUROPESE COMMISSIE Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 Algemene informatie De partnerschapsovereenkomst (PO) van Nederland is het overkoepelende strategische document

Nadere informatie

Toekomst Europese programma s. Ivka Orbon Commissie Europa 13 oktober 2006

Toekomst Europese programma s. Ivka Orbon Commissie Europa 13 oktober 2006 Toekomst Europese programma s Ivka Orbon Commissie Europa 13 oktober 2006 Inhoud - Operationeel Programma Zuid (doelstelling 2, EFRO) - Stand van zaken andere Europese programma s: - Doelstelling 3, grensoverschrijdende

Nadere informatie

Interreg V Vlaanderen-Nederland

Interreg V Vlaanderen-Nederland Interreg V Vlaanderen-Nederland Peter Moerdijk projectadviseur 3 maart 2015 Waarom deze workshop - Doelstellingen OP-Zuid en Interreg Vlaanderen-Nederland afgestemd - Projectidee past niet zo goed in OP-Zuid,

Nadere informatie

Topsectoren. Hoe & Waarom

Topsectoren. Hoe & Waarom Topsectoren Hoe & Waarom 1 Index Waarom de topsectorenaanpak? 3 Wat is het internationale belang? 4 Hoe werken de topsectoren samen? 5 Wat is de rol voor het MKB in de topsectoren? 6 Wat is de rol van

Nadere informatie

Europese Fondsen. Conferentie Europabewustzijn 30 november 2017

Europese Fondsen. Conferentie Europabewustzijn 30 november 2017 Europese Fondsen Conferentie Europabewustzijn 30 november 2017 Nina Knol Provincie Groningen Beleidsmedewerker Europa en Internationalisering n.v.knol@provinciegroningen.nl Waarom Europees samenwerken

Nadere informatie

Interreg V Vlaanderen-Nederland

Interreg V Vlaanderen-Nederland Interreg V Vlaanderen-Nederland Waarom deze workshop - Doelstellingen OP-Zuid en Interreg Vlaanderen-Nederland afgestemd - Projectidee past niet zo goed in OP-Zuid, maar wèl in Interreg - Bijkomend: subsidie

Nadere informatie

Factsheet innovatiebeleid

Factsheet innovatiebeleid Deze factsheet presenteert een aantal basisgegevens over kernthema s in het innovatiebeleid. We gaan eerst in op de ambities van het Nederlandse innovatiebeleid en de voortgang op de gestelde doelen. Vervolgens

Nadere informatie

Samenvatting Operationeel Programma Oost-Nederland

Samenvatting Operationeel Programma Oost-Nederland Samenvatting Operationeel Programma Oost-Nederland 2014-2020 1 Inleiding Het Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Oost-Nederland (OP Oost) is een gezamenlijk subsidieprogramma van de provincies Overijssel

Nadere informatie

Samen realiseren we de koers van Zuid-Limburg

Samen realiseren we de koers van Zuid-Limburg Samen realiseren we de koers van Zuid-Limburg Ambitie programma Toegevoegde waarde/bijdrage aan BNP: 40 miljard euro op ZON niveau 8,5 miljard op het niveau van Zuid- Limburg Complete werkgelegenheid:

Nadere informatie

Europastrategie van Velsen EU-strategie die als leidraad geldt voor alle activiteiten en investeringen van Velsen op dit vlak

Europastrategie van Velsen EU-strategie die als leidraad geldt voor alle activiteiten en investeringen van Velsen op dit vlak Europastrategie van Velsen EU-strategie die als leidraad geldt voor alle activiteiten en investeringen van Velsen op dit vlak 1. Wat willen wij: Visie op Velsen Met het vaststellen van de Visie op Velsen

Nadere informatie

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta BZW Bijeenkomst Middelburg, 4 april 2017 Inhoudsopgave 1. Campus Zeeland 2. Bèta College 3. Kennis & Innovatie Netwerken

Nadere informatie

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK 2014-2016

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK 2014-2016 SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD & PLATFORM BÈTA TECHNIEK 2014-2016 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Collegevoorstel STAF BESTUUR EN DIRECTIE. Ja, zonder beperkingen Dienstverlening. Landsdeel Zuid-Nederland

Collegevoorstel STAF BESTUUR EN DIRECTIE. Ja, zonder beperkingen Dienstverlening. Landsdeel Zuid-Nederland zaak_id bericht_nummer Collegevoorstel STAF BESTUUR EN DIRECTIE Reg.nr. B&W d.d. 19-06-2012 Openbaar Programma Ja, zonder beperkingen Dienstverlening DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten

Nadere informatie

Beleidsregel Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Oost-Nederland

Beleidsregel Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Oost-Nederland 3 februari 2015 - zaaknummer 2014-016804 Beleidsregel Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Oost-Nederland GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op de goedkeuring van deze beleidsregel door het Comité

Nadere informatie

Speech jaarvergadering oud ambtenaren Europese Instellingen op 21 april 2017 in PH Zwolle -------------------------------------------------------------------------------------------- dames en heren, Hartelijk

Nadere informatie

Financieringsmogelijkheden vanuit de provincie Gelderland. Hans Cornet 30 januari 2012 Wijnfort Lent

Financieringsmogelijkheden vanuit de provincie Gelderland. Hans Cornet 30 januari 2012 Wijnfort Lent Financieringsmogelijkheden vanuit de provincie Gelderland Hans Cornet 30 januari 2012 Wijnfort Lent Coalitieakkoord Uitdagend Gelderland Economie is hèt belangrijkste thema in deze coalitieperiode 195

Nadere informatie

Hoe financier ik de vernieuwing. Subsidies landschap & regelingen TCNN Dennis Carton

Hoe financier ik de vernieuwing. Subsidies landschap & regelingen TCNN Dennis Carton Hoe financier ik de vernieuwing Subsidies landschap & regelingen TCNN Dennis Carton TCNN Innovatie-expert voor MKB in N-NL Begeleiding tot daadwerkelijke vernieuwde of nieuwe producten, diensten en processen

Nadere informatie

Optimaliseren slagingskans Zeeuwse innovatieve projecten. DOK 41 Vlissingen 14 oktober 2016

Optimaliseren slagingskans Zeeuwse innovatieve projecten. DOK 41 Vlissingen 14 oktober 2016 Optimaliseren slagingskans Zeeuwse innovatieve projecten DOK 41 Vlissingen 14 oktober 2016 Economische Agenda voor Zeeland 2017-2021 Digitale versie: http://voor.zeeland.nl/economischeagenda 1. Prioritaire

Nadere informatie

llll lllliiii III! INI 3782773

llll lllliiii III! INI 3782773 Strategic Board Delta Region llll lllliiii III! INI 3782773 Boschstraat 35 4811GB BREDA T 076-5200247 KVK 56676328 IBAN NL07RABO0178996939 info@deltaregion.eu www.deltareeion.eu Aan Provincie Noord-Brabant

Nadere informatie

Visie op Valorisatie. van onderzoeken naar ondernemen. InnoTep, Radboud Universiteit Nijmegen, 30 september 2011. Maarten van Gils

Visie op Valorisatie. van onderzoeken naar ondernemen. InnoTep, Radboud Universiteit Nijmegen, 30 september 2011. Maarten van Gils Visie op Valorisatie van onderzoeken naar ondernemen InnoTep, Radboud Universiteit Nijmegen, 30 september 2011 Maarten van Gils Agenda Persoonlijke introductie Het onderzoeken bij MICORD De overgang in

Nadere informatie

Europa kent een bonte verzameling aan fondsen: Thematische fondsen en Structuurfondsen. Deze dia is gemaakt door Adviesbureau ERAC.

Europa kent een bonte verzameling aan fondsen: Thematische fondsen en Structuurfondsen. Deze dia is gemaakt door Adviesbureau ERAC. 1 2 Europa kent een bonte verzameling aan fondsen: Thematische fondsen en Structuurfondsen. Deze dia is gemaakt door Adviesbureau ERAC. 3 EFRO is onderdeel van het cohesiebeleid. - Doelstelling 1: Convergentie,

Nadere informatie

25-3-2013. 01 Inhoud van presentatie. Het subsidiebeleid van de toekomst Europese programma s 2014 2020 in Nederland. Vincent Ketelaars ERAC B.V.

25-3-2013. 01 Inhoud van presentatie. Het subsidiebeleid van de toekomst Europese programma s 2014 2020 in Nederland. Vincent Ketelaars ERAC B.V. Het subsidiebeleid van de toekomst se programma s 2014 2020 in Nederland Vincent Ketelaars ERAC B.V. 11 april 2013 Elsevier subsidiecongres 01 Inhoud van presentatie Indeling 01 Inhoud van presentatie

Nadere informatie

Advies Uitvoeringsprogramma OP Zuid Internationaal Topcluster Agrifood en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen

Advies Uitvoeringsprogramma OP Zuid Internationaal Topcluster Agrifood en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Advies Uitvoeringsprogramma OP Zuid Internationaal Topcluster Agrifood en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Inleiding De agrifood sector (incl. tuinbouw en uitgangsmaterialen, verder te noemen agrifood ) is

Nadere informatie

Economisch Manifest. Noord-Limburg

Economisch Manifest. Noord-Limburg Noord-Limburg Inleiding In de vorm van een Plan van aanpak programma Greenport Venlo heeft de Provincie najaar 2014 haar visie gegeven op de koers die men voor Noord-Limburg van belang acht: het komen

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Stand van zaken Europese programma's EFRO, POP en INTERREG Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: te besluiten conform

Nadere informatie

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren,

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, 2012-2014 Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Innovatie op wereldschaal begint in de regio

Innovatie op wereldschaal begint in de regio Innovatie op wereldschaal begint in de regio Gouda, 4 juni 2015 Erwin Riedstra, PNO Consultants Opbouw presentatie 1. Introductie 2. Regionale innovatie 4. Uw innovatiewensen? 3. EFRO Introductie Erwin

Nadere informatie

KvK dienstverlening topsectoren

KvK dienstverlening topsectoren MIT regeling 2014 KvK dienstverlening topsectoren Bon Uijting senior adviseur KvK 15 mei 2014 KvK verzorgt vele MKB loketten topsectoren Telnr MKB Loket MKB loketten topsectoren MKB loket Agro Food 088-585

Nadere informatie

Samen sterker in het buitenland met de overheid als partner

Samen sterker in het buitenland met de overheid als partner Internationaal Ondernemen Samen sterker in het buitenland met de overheid als partner In opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken Partners for International Business Internationaal ondernemen

Nadere informatie

Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en

Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en Beleidsregel MKB-Regeling Het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland zijnde Management Autoriteit Noord-Nederland; gelet op de Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Naar een nieuw Operationeel Programma 2014 2020 Investeren en verbinden in Zuid Nederland

Naar een nieuw Operationeel Programma 2014 2020 Investeren en verbinden in Zuid Nederland Naar een nieuw Operationeel Programma 2014 2020 Investeren en verbinden in Zuid Nederland Het Europees regionaal beleid is geen vorm van liefdadigheid, maar een investeringsbeleid. Woorden van Johannes

Nadere informatie

Trends en ontwikkelingen

Trends en ontwikkelingen Ons wereldbeeld ???!!! Intussen in Trends en ontwikkelingen >9 mld mensen!!!!! Wat betekent dit? Kernvraag Hoe zorgen we voor een blijvend goed leefklimaat voor onze burgers? Wonen, werken, welzijn

Nadere informatie

Europese subsidies voor de Sociale Economie. Kader en functioneren van Europese subsidies

Europese subsidies voor de Sociale Economie. Kader en functioneren van Europese subsidies Europese subsidies voor de Sociale Economie Kader en functioneren van Europese subsidies Hoe werken EU subsidies? EU BELEIDSKADER BEPALEND VOOR DE INHOUD SUBSIDIEPROGRAMMA S (1) Thema s van belang voor

Nadere informatie

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020 Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Wil Zuidoost-Nederland als top innovatie regio in de wereld meetellen, dan zal er voldoende en goed

Nadere informatie

Linco Nieuwenhuyzen Adviseur Strategie Brainport Development

Linco Nieuwenhuyzen Adviseur Strategie Brainport Development Linco Nieuwenhuyzen Adviseur Strategie Brainport Development Brainport Development ontwikkelingsmaatschappij nieuwe stijl Bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid Strategie-ontwikkeling-uitvoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 33 009 Innovatiebeleid Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5

Nadere informatie

Europese subsidies voor de Sociale Economie. Kader en functioneren van Europese subsidies

Europese subsidies voor de Sociale Economie. Kader en functioneren van Europese subsidies Europese subsidies voor de Sociale Economie Kader en functioneren van Europese subsidies Hoe werken EU subsidies? EU BELEIDSKADER BEPALEND VOOR DE INHOUD SUBSIDIEPROGRAMMA S (1) Thema s van belang voor

Nadere informatie

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta Bijpraten Raadsleden Vlissingen, 10 april 2017 Agenda > Welkom: Harry van der Maas (voorzitter stuurgroep) > Stand

Nadere informatie

Groot Composiet II Houtkoolschets

Groot Composiet II Houtkoolschets II Groot Composiet II Houtkoolschets Europa investeert in uw toekomst uit het Europese fonds voor regionale ontwikkeling Europa investeert in uw toekomst uit het Europese fonds voor regionale ontwikkeling

Nadere informatie

Kansen voor topsector HTSM:

Kansen voor topsector HTSM: Kansen voor topsector HTSM: Nederlands-Aziatische samenwerking in high-tech clusters Sound analysis, inspiring ideas Nederlands-Aziatische samenwerking biedt kansen voor topsector HTSM Het Nederlandse

Nadere informatie

VEEL CROSS-SECTORALE INNOVATIES IN DE REGIO GRONINGEN ASSEN

VEEL CROSS-SECTORALE INNOVATIES IN DE REGIO GRONINGEN ASSEN VEEL CROSS-SECTORALE INNOVATIES IN DE REGIO GRONINGEN ASSEN De meeste innovaties ontstaan buiten de traditionele sectoren. Dat is de opvallendste uitkomst van de Regioanalyse die in opdracht van de Regio

Nadere informatie

Geld voor goede projecten Europese structuurfondsen bieden Nederland nieuwe kansen

Geld voor goede projecten Europese structuurfondsen bieden Nederland nieuwe kansen Geld voor goede projecten Europese structuurfondsen bieden Nederland nieuwe kansen Europa is volop in beweging. Lag voorheen de nadruk in het Europese economisch beleid op het wegwerken van verschillen,

Nadere informatie

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad *P DORDRECHT Retouradres: Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Aan de gemeenteraad Gemeentebestuur Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT T 14 078 F (078) 770 8080 www.dordrecht.nl Datum 4 december 2012 Begrotingsprogramma

Nadere informatie

Transformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw

Transformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw Transformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw de rol van onderzoek 19 oktober 2017, prof.dr.ir. Jack van der Vorst, lid concernraad Wageningen University & Research Wereldwijde uitdagingen land-

Nadere informatie

Excellente partnerschappen binnen Europa: de KIC s

Excellente partnerschappen binnen Europa: de KIC s Excellente partnerschappen binnen Europa: de KIC s Martin Bakker, 18 februari 2014 Eind 2014 gaan twee nieuwe Europese samenwerkingsverbanden van start. Verspreid over Europa zullen universiteiten, kennisinstellingen,

Nadere informatie

Brainport 2030 Focus op maatschappelijke uitdagingen

Brainport 2030 Focus op maatschappelijke uitdagingen Brainport 2030 Focus op maatschappelijke uitdagingen Dirk Plees John Dreessen Hans Damsteegt Thomas Voncken Wereldproblemen als uitgangspunt Grondstoffen Gezondheid Energie Water Bevolking Voedsel en veiligheid

Nadere informatie

Europese fondsen voor de steden in het OP Zuid 2014-2020

Europese fondsen voor de steden in het OP Zuid 2014-2020 Europese fondsen voor de steden in het OP Zuid 2014-2020 Innovatie, duurzaamheid en inclusieve groei 1. Inleiding De steden in Zuid-Nederland, verenigd in de de B5, L4 en Z4, hebben aangegeven een nadrukkelijke

Nadere informatie

Infosessie Zorg 29 april 2014 Europese subsidieprogramma s 2014-2020

Infosessie Zorg 29 april 2014 Europese subsidieprogramma s 2014-2020 Infosessie Zorg 29 april 2014 Europese subsidieprogramma s 2014-2020 Europa 2020 SLIMME GROEI DUURZAME GROEI INCLUSIEVE GROEI De uitdagingen Groei en banen scheppen Klimaatverandering en Energieafhankelijkheid

Nadere informatie

Subsidiekansen.. SLIMME FINANCIERING VAN INNOVATIES. Wim Kan zei ooit: Subsidie is kunstmest. Maar hoeveel kunstmest is er nog?

Subsidiekansen.. SLIMME FINANCIERING VAN INNOVATIES. Wim Kan zei ooit: Subsidie is kunstmest. Maar hoeveel kunstmest is er nog? Jelle Oomen SLIMME FINANCIERING VAN INNOVATIES WAT ZIJN DE HUIDIGE MOGELIJKHEDEN Subsidiekansen.. Wim Kan zei ooit: Subsidie is kunstmest. Maar hoeveel kunstmest is er nog? ER ZIJN GELUKKIG NOG KANSEN

Nadere informatie

REGIONALE ACTIVITEITEN EN INVESTERINGEN GERICHT OP R&D EN INNOVATIE

REGIONALE ACTIVITEITEN EN INVESTERINGEN GERICHT OP R&D EN INNOVATIE REGIONALE ACTIVITEITEN EN INVESTERINGEN GERICHT OP R&D EN INNOVATIE 08-12-14 Aangepaste versie voor publicatie Inventarisatie van regionale activiteiten en investeringen in R&D en innovatie. Deze inventarisatie

Nadere informatie

WESTHOEK BUSINESS DISTRICT. een regionaal contactpunt voor bedrijven d.m.v. een officieel samenwerkingsverband

WESTHOEK BUSINESS DISTRICT. een regionaal contactpunt voor bedrijven d.m.v. een officieel samenwerkingsverband WESTHOEK BUSINESS DISTRICT een regionaal contactpunt voor bedrijven d.m.v. een officieel samenwerkingsverband AGENDA 1. Missie, doelstellingen en taakstellingen van Westhoek Business District 2. Inspirerende

Nadere informatie

Food Tech Brainport...

Food Tech Brainport... Metropoolregio Eindhoven- Regionaal Platform Heeze, 12 april 2017 Food Tech Brainport... Food Tech Brainport is een internationaal expertisecluster voor technologie, product- en marktinnovaties. Het centrum

Nadere informatie

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK 4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK Resultaten praktijkgericht onderzoek Kennisvalorisatie Jaarverslag 2010 Hanzehogeschool Groningen, University of Applied Sciences 66 4 Praktijkgericht onderzoek De Hanzehogeschool

Nadere informatie

Onderwerp Reactie op het advies van BrabantAdvies betreffende het adviesrapport Brabant: testomgeving van de wereld van morgen

Onderwerp Reactie op het advies van BrabantAdvies betreffende het adviesrapport Brabant: testomgeving van de wereld van morgen Statenmededeling Onderwerp Reactie op het advies van BrabantAdvies betreffende het adviesrapport Brabant: testomgeving van de wereld van morgen Aan Provinciale Staten van NoordBrabant, Kennisnemen van

Nadere informatie

RVO? uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid. RVO voert namens de overheid beleid uit voor ondernemend Nederland. thema s:

RVO? uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid. RVO voert namens de overheid beleid uit voor ondernemend Nederland. thema s: RVO? uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid RVO voert namens de overheid beleid uit voor ondernemend Nederland thema s: - duurzaamheid - landbouw - innovatie - internationaal ondernemen Onze opdrachtgevers

Nadere informatie

Topgebied Energie: kansen voor Oost-Nederland Workshop - H. Datum 05 april 2011

Topgebied Energie: kansen voor Oost-Nederland Workshop - H. Datum 05 april 2011 Topgebied Energie: kansen voor Oost-Nederland Workshop - H Datum 05 april 2011 kiemt KANSEN CREËREN EN BENUTTEN Thecogas Binnenstadservice.nl Sidcon Ingrepro Bredenoord Nuon Helianthos Ubbink Solar Solesta

Nadere informatie

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR 20 AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING KOERS NOORD: OP WEG NAAR

Nadere informatie

INTERREG V Deutschland Nederland. 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat

INTERREG V Deutschland Nederland. 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat INTERREG V Deutschland Nederland 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat Kader Europa 2020 Strategie Slimme groei Duurzame groei Inclusieve groei Europese Verordeningen Structuurfondsen

Nadere informatie